Flavia de Almeida Dias inclusie-contact bij ATLAS-experiment

16 februari 2024

Nikhef-onderzoeker Flavia de Almeida Dias is gekozen als contactpersoon voor diversiteit en inclusie voor het ATLAS-experiment.

‘Ik heb een vaste baan, dus is het veilig voor mij om zoiets op me te nemen”, zegt Nikhef-onderzoeker Flavia de Almeida Dias over haar nieuwe rol binnen het ATLAS-experiment. De collaboration meeting van het grootste experiment op CERN benoemde haar vandaag per 1 maart officieel contactpersoon voor Diversity and Inclusion Matters.

‘Met een tijdelijke aanstelling ben je te kwetsbaar om dit soort gevoelige zaken goed aan te pakken. Dan ben je te makkelijk dat meisje van inclusie en #metoo, terwijl ik in de eerste plaats wetenschapper ben.’

Wetenschappelijke rol

Dias, Braziliaanse van geboorte en sinds 2020 verbonden aan de UvA en Nikhef, is een van de vier mensen binnen het experiment die de ATLAS-leiding adviseren op het gebied van diversiteit en inclusie, en van seksuele en andere intimidatie. Recent leidde ze de zogeheten exotics-groep van het ATLAS-experiment met meer dan 500 wetenschappers en 80 analyses,  een vooraanstaande wetenschappelijke rol.

Het onderwerp diversiteit en inclusie is voor haar niet nieuw. In tegendeel, ze put ook zelf uit eigen ervaringen in het verleden met opdringerige of neerbuigende collega’s. En herinnert zich de angst en het onvermijdelijke zelfverwijt: heb ik me misschien te onbevangen of onduidelijk gedragen?

En het gebeurt eigenlijk altijd als je het niet verwacht, zegt ze. ‘Je denkt onwillekeurig dat wetenschappers nette, hoogopgeleide mensen zijn, die zich wel weten te gedragen. Des te groter is de schok als dat soms helemaal niet zo blijkt te zijn.’

Gestalkt

Zelf werd ze als studente, afgezien van de eindeloze blikken en aanrakingen, gestalkt door een collega, letterlijk tot in de bus van het instituut naar huis. En zonder dat ze wist wat ze eraan zou kunnen doen.

Dias: ‘Die angst en verwarring gun ik helemaal niemand en dat is de reden om me hiervoor in te zetten.’ Eerder nam ze al geregeld deel aan de tweemaandelijkse rondetafels op CERN over diversiteit en inclusie. Aanleiding daarvoor waren akelige incidenten op het lab, waar bijvoorbeeld posters van LHBTIQ+ bijeenkomsten steevast werden weggehaald, vernield, of zelfs beklad met bijbelteksten.

‘Er werd iemand betrapt, maar het gebeurt nog steeds wel. In de LHBTIQ+ gemeenschap werd dat in die tijd heel bedreigend gevonden’, zegt ze. Zelf is Dias (she/her) openlijk lid van de LHBTIQ+ gemeenschap en van jongs af thuis in de genderdiverse wereld. ‘Ik ging in Brazilie altijd liefst naar gayclubs, daar vallen mannen je als jonge vrouw tenminste niet lastig.’

De contactpersonen voor diversiteit en inclusie hebben binnen ATLAS twee rollen. Ze adviseren het managment over beleid voor meer diversiteit en inclusie, vooral ook door met harde gegevens en cijfers te komen. Hoe geef je vrouwen en anderen meer ruimte, zonder het verwijt dat ze worden voorgetrokken? Moet de administratie per se weten of een lid een man of een vrouw is? Is genderneutraal aanspreken een optie?

Veiligheidscursus

Het andere onderwerp is de sociale veiligheid voor vrouwen en LHBTIQ+ collega’s. Wat moet je als organisatie en als individu met ongewenst gedrag van collega’s, leidinggevenden of ondergeschikten? ‘Ik weet van een groepsleider die gewoon weigert om een transpersoon in de groep het woord te geven, en dat eigenlijk niemand weet wat ze ermee aan moeten. Dat is ronduit bizar. Hij negeert haar. Bedenk maar wat dat doet met iemand die voor de wetenschap gekomen was.’

Daarbij zijn de contactpersonen nadrukkelijk zelf geen partij maar vooral adviseur voor wie zich onveilig voelt. Op dat vlak, zegt ze, is er zelfs al een heel concreet actiepunt. ‘Elk lid van de ATLAS-collaboratie moet verplicht een veiligheidscursus doen, om te leren wat je met noodsituaties moet en hoe je een gasmasker opzet. Wij gaan ervoor pleiten om in dezelfde cursus ook het thema sociale veiligheid op te nemen. Over pesten en ander wangedrag. Omdat het net zo belangrijk is voor een gezonde gemeenschap.’