Videokunstenaar Rosa Menkman naar CERN: ‘Ik ga vooral vragen stellen.’

19 september 2019

De Nederlandse videokunstenaar Rosa Menkman gaat de komende vier weken aan de slag op CERN als winnaar van de Collide International prijs van CERN en Fabra i Coats in Barcelona, die kunst en wetenschap met elkaar in aanvaring brengt. 

Kunstenaar? De mensen zeggen het. Maar Rosa Menkman noemt zichzelf eigenlijk liever een onderzoeker. ‘Alleen wel een heel praktische onderzoeker, die objecten bouwt en uit elkaar haalt. Om te zien hoe ze werken. In mijn geval vooral digitale objecten, zoals videobeeld.’

Menkman: ‘Aangezien we op de universiteit weinig praktische kennis kregen over het functioneren van digitale technologie, zocht ik deze kennis ergens anders. Ik experimenteerde in mijn vrije tijd in hackathons and workshops met het deconstrueren van digitale technologieën en objecten, zoals bijvoorbeeld het videobeeld. De uitkomst van deze experimenten vielen vaak in de categorie kunst.’

Rosa Menkman (Arnhem 1983) staat vooral te boek als filmmaker en videokunstenaar, maar met een sterk theoretische inslag. Ze studeerde nieuwe media aan de Universiteit van Amsterdam, exposeert internationaal en is docent aan de kunstacademie in Kassel. Vanaf 23 september is ze een maand op CERN in Genève, gekoppeld aan een wetenschapper. Daarna produceert ze in Barcelona een film voor het project.

Wat heb je persoonlijk met CERN?
‘Ik vind CERN een van de meest bijzondere plekken op aarde, van de orde van de piramides in Egypte en de Jantar Mantar in Jaipur. Een plek waar letterlijk nieuwe kennis wordt vrijgemaakt, waar woorden en concepten worden gevonden voor wat we nog niet weten. Om daar even bij te mogen zijn is fantastisch.’

Ben je er wel eens geweest?
‘Nee, op dit moment alleen via podcasts, videos and street maps.’

Liggen kunst en wetenschap niet heel ver uit elkaar?
‘Ik zie een overlap. Sommige kunst probeert het onverwoorde te verwoorden of het onbekende te verbeelden. Kunst kan je helpen scherper naar de wereld te kijken, of ervaringen die niet te bevatten zijn te verbeelden. CERN doet dat op zijn manier ook.’

Je inzending voor Collide International was een video waarin je praat over capturing the imperceivable, het vangen van het onzichtbare.
‘Op CERN zoeken wetenschappers naar nieuwe dimensies, dimensies die kleiner zijn dan de optische dimensie. De afgelopen jaren heb ik vooral de term ‘resolutie’ onderzocht – in het visuele domein refereert deze term vooral naar het kleinste dat we kunnen onderscheiden. Maar het betekent ook ‘oplossen’. En hier ligt mijn interesse: techniek heeft altijd beperkingen en gecalculeerde compromissen – het eindplaatje is altijd een gefilterde werkelijkheid. Wat mij intrigeert is eigenlijk wat je (net) niet ziet. Of wat je wel ziet, maar er niet is: de artefacten.’

Daar maakte je eerder video- en VR-installaties mee.
‘Veel van mijn werk gaat over het effect van ruis en compressie. Daaruit kunnen nieuwe patronen ontstaan, patronen die bewijs of residu van de gebruikte technologieën vormen.’

Ik zie op je website video’s met digitale spookbeelden.
‘Die ontstaan door de manier waarop je beelden filtert. De vraag is of ze er dan wel of niet zijn. Ik vraag mezelf vaak: wat zijn de kwaliteiten van het digitaal materiaal precies?’

Wat ga je daar op CERN concreet mee doen?
‘Ik ga vooral veel praten met onderzoekers van allerlei afdelingen en experimenten. Over wat meten betekent, over fouten en onzekerheden. En hoe je als onderzoeker je hele leven kunt besteden aan dat wat je niet weet.’

Maak je uiteindelijk een film?
‘Ik ga praten en misschien filmen. Ik ga veel schrijven en nadenken en dingen daarvan gebruiken in eigen digitale experimenten. Eigenlijk weet ik nog niet wat ik ga maken in die maand Barcelona. Ik wil vooral leren van de ontmoeting.’

En kan de deeltjesfysica ook iets van jou leren?
‘Dat is natuurlijk de uiteindelijke wens. Misschien, we zullen zien. Kunst kan wetenschappers ook nieuwe inzichten geven. Niet zo lang geleden hoorde ik van een muzikant die celgroei in geluid omzette, waardoor onderzoekers opeens ritmes herkende die ze in scans nooit zagen. Hoe zo’n vertaalslag, van het ene domein naar het andere, tot nieuwe inzichten kan leiden, vind ik fascinerend.’