Het Nationaal instituut voor subatomaire fysica Nikhef speelt een voorbeeldige verbindende rol in het Nederlandse onderzoekslandschap. Dat oordeelt een internationale commissie in zijn zesjaarlijkse SEP-evaluatie.
“Nikhef biedt een platform voor wetenschappelijk en sociaal debat en is een bastion van technische ondersteuning”, aldus voorzitter Eckhard Elsen van de review commissie in zijn voorwoord. “Nikhef is de grootschalige werkplaats in subatomaire fysica waar ideeën realiteit worden.”
De commissie zegt, dat Nikhef grote toegevoegde waarde geeft aan het wetenschappelijke werk van universiteiten. “Een schitterend voorbeeld van een instituut, dat onderzoeksinspanningen van universiteiten omarmt en meerwaarde biedt.”
Nikhef-directeur Stan Bentvelsen zegt blij en trots te zijn met het oordeel van de evaluatiecommissie, dat inmiddels ook met het NWO-bestuur en Nikhef-bestuur is besproken.
De evaluatiecommissie bezocht eind 2023 twee dagen lang het instituut en was naar eigen zeggen onder de indruk van de consistentie in de ontmoetingen en presentaties.
Het review-rapport constateert dat de vorm van samenwerking van de zes universitaire partners en Nikhef buitengewoon efficiënt werkt en de impact van het werk maximaliseert. De commissie noemt de eerder gepubliceerde Nikhef-strategie ambitieus maar gezond, en iets waarmee Nikhef zijn prominente rol kan blijven spelen.
Daar is volgens de commissie wel de voorwaarde aan verbonden dat er voldoende basis-financiering is voor de samenwerking. “Het zou naïef zijn om te denken de uitstekende infrastructuur en wetenschappelijke uitwerking op lange termijn kan worden bereikt met ad-hoc financiering van korte-termijnprojecten.”
Netto, stelt de commissie vast, is het aandeel basisfinanciering over de jaren afgenomen, waardoor investeringen in infrastructuur minder renderen en het moeilijker wordt voor Nikhef om zijn coördinerende rol te blijven vervullen. Door de onzekere korte-termijnfinanciering is het moeilijk om bestaande instrumenten en experimenten voluit wetenschappelijk te benutten.
Nederland, stelt de commissie ook, zou aan de hand van de ervaringen van Nikhef een nieuwe visie op lange-termijninvesteringen in research kunnen zoeken. Ook zegt zij onder de indruk te zijn van de wetenschappelijke productiviteit en kwaliteit.
De SEP-commissie benadrukt ook dat Nikhef een natuurlijke hoofdrol heeft in de inspanningen om de Einstein Telescope in de grensregio te realiseren. Daarbij is de steun van ministeries en de overheid onontbeerlijk, vooral waar politiek in het spel komt.
De commissie dringt ook aan op een actievere rol voor Nikhef in de discussies over de toekomst van CERN en met name een opvolger voor de LHC-versneller. Daarmee is in de aanloop naar een nieuwe Europese strategie voor deeltjesfysica inmiddels ook al begonnen.