10 jaar Higgs: interview met Jorinde van de Vis

‘Die dag is mijn vak begonnen’

Jorinde van de Vis, voorheen Nikhef-promovendus nu postdoc DESY, Hamburg

‘2012 was ik tweedejaarsstudent natuurkunde in Leiden. Ik werkte geloof ik aan een essay over de geschiedenis van de wiskunde. Ik zag het nieuws van CERN op de televisie, die avond. Ik voelde vooral nieuwsgierigheid. Ik wilde meteen weten wat dat higgsdeeltje voor een ding was. Op het journaal en de kranten zag ik ook dat er Nederlanders aan werkten. Ik had overigens nog geen idee dat zij ooit mijn collega’s zouden zijn en dat ik zelf aan het higgsdeeltje zou gaan werken.

Maar aan de ontdekking heb ik dus precies niks bijgedragen. Ik zou haast denken dat het higgsdeeltje nu nog belangrijker is dan tien jaar geleden. In die tijd verwachtten fysici nog dat er veel meer nieuwe deeltjes gevonden zouden worden. Dat gebeurde echter niet. En dus weten we nog steeds niet wat donkere materie is, waar de massa’s van neutrino’s vandaan komen, waarom er veel meer materie is dan antimaterie. Het lijkt erop dat het higgsdeeltje de sleutel naar al die fundamentele vragen kan zijn.

Mijn vraag aan het higgsdeeltje is simpel: met welke nog onbekende deeltjes heb je interacties? Maar dat is stiekem natuurlijk gewoon de vraag die altijd speelt in ons vak, zijn er meer deeltjes die onze open vragen wel kunnen beantwoorden? Voor mijn eigen vak, de kosmologie, kijk ik eigenlijk vooral uit naar de eerste metingen van zwaartekrachtsgolven uit de episode na de oerknal waarin deeltjes in een fasovergang massa kregen. Dat zou een test zijn voor mijn ideeën over de rol van het higgsdeeltje in het allervroegste universum. De ontdekking van het higgsdeeltje is ongeveer het begin geweest van het onderzoeksgebied waarin ik nu werk. Dat het higgsdeeltje bestaat en hoe het higgsveld koppelt aan andere deeltjes moet je weten om modellen voor het vroege universum te kunnen maken.’

Dit interview stond origineel in Nikhef-magazine DIMENSIES #7

Lees alle interviews