|
This page was last updated : 170909.
|
File size is: 1176 k.
|
Kwartierstaat Van Schothorst Generatie 9 |
NB Het symbool voor een kwartiernummer leidt naar de vader en/of moeder
|
Refer to these data as:
L. Lapikás, Kwartierstaat Van Schothorst, version 10.2, Muiden, 2016.
|
© Copyright 2017
: L. Lapikás, Muiden, The Netherlands.
No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system,
or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical,
photocopying, recording or otherwise without the prior written
permission of the publisher. An exemption is made
for genealogical publications provided that adequate reference is
being made.
|
256. WILLEM REIJERSEN, ged. Barneveld 18-4-1641, ovl. 1715-1718,[1]
"jonge man, zoon van Reijer Henricks, op Bitterschoten" (1675),
bouwman op "Bitterschoten" (1694..1715),
in het thinsboek van Barneveld nog vermeld als
"1720 Willem Reijersen op Bitterschoten",[2]
doch dan al overleden,
otr./tr. Barneveld geref. 17-10/(7?)-11-1675[3]
257. GEERTJE JANS, geb. vóór ca. 1655, ovl. na 24-10-1718, "jonge dochter van Jan Toenissen op Burgstede".
De helfte van een erff ende goet Bitterschoten daer Willem Reijers woont
en een vierde part van 't andere Bitterschoten, gelegen in den ampte
Barnevelt buirschap Glinde, toecomende Evert Harmensen en
Neeltjen Reijers en Rijck Cornelissen en Bartje Reijers,
echtel(uijden).
1694 den 10 april vercogt en overgegeven aen ende ten behoeve van
Willem Reijersen ende Geertjen Jans echtelieden voor 1400 gln.
Geregistreert den 31e december 1714. [4]
De gerechte helfte van den soo gen(aemde) Hennikelerstient gaende uijt
het goet van Willem Reijersen gelegen in den ampte Barnevelt buirschap
de Glind, toecomende Eijbert van Rouwenburgh ende
Geertruijd ten Hennekeler, echtel(uijden).
1713 den 24 jan(uari) vercoght ende overgegeven aen Willem Reijersen
ende Geertjen Jans echteluiden voor de somma van 600 gln.
Geregistreert den 31-12-1714. [5]
Op 7-11-1718 peijndt
Geertien Jansen, weduwe van Willem Reijersen, geassisteert met haar soon Jan Willemsen, aan de gerede en ongereede goederen, actien en creditten in den
amte van Barnevelt te vinden, toekoomende Joogem Joogemsen op Craaijenoort.
Het betreft speciaal aan erf en goed Kraaijenoort, ten eijnde om daar aan te verhaalen een jaar
intresse van een capitael groot ƒ 1000,--.
[6]
-
a. Marijtje Willems, ged. Barneveld 19-3-1676, j.d. op Bitterschoten,
otr./tr. Barneveld geref. 19-4/18-5-1704
Korst (Cost) Lubberts, ged. Barneveld 22-9-1678, ovl. 1717, woont te Barneveld (1704),
woont (1713) met zijn moeder in een huis in de Groenesteeg te Barneveld,
woont er daarna zelf (1716-1717),
[7]
zn. van Lubbert Gerrits en Elsje Corsten.
Hieruit verder nageslacht bekend (onmondige kinderen in 1722).
In 1720 is sprake van stukken betreffende de publieke verkoping door
de erfgenamen van Elsje Cornelissen, weduwe
van Lubbert Gerritsen, van een huis aan de
Groene Steeg te Barneveld, van nog een huis te
Barneveld en van land in de buurschap Esveld
gelegen. Met stukken betreffende de
afrekening, 1720-1722.
[8]
-
b. Reijer Willems, ged. Barneveld 23-9-1677, ovl. jong.
-
c. Jan Willems (van Bitterschoten), ged. ca. 1680, j.m. van Bitterschoten (1715), bouwman op Bitterschoten (1740, 1744),
vermeld in Het huis en haardstedenkohier (1749) als
"Capitalist" op Bitterschoten,
treedt op als mombaar van de kinderen van Cost Lubbertse (1722),[9]
otr. Barneveld geref. 16-3-1715
tr. Renswoude 9-6-1715
Trijntje Jans, ged. Renswoude 14-7-1678, j.d. van Daatselaar onder Renswoude (1715),
dr. van Jan Cornelisz, bouwman op Daatselaar onder Renswoude, en Hendrikje Stevens.
Het Thinsboek van Barneveld vermeldt: "Thins des Nijenlandts in de kerspel Barnevelt, (betaalt) Jan van Bitterschoten 't Amersfoort neemt van Paschier van Lovensteijn 1/6 12 dl. 20b. Simul 7 3/8 stv, Jan Willemsen van Bitterschoten."
[10]
-
d. Henrickje Willems, ged. Barneveld 20-8-1682.
-
e. Reijer Willems, ged. Barneveld 21(25?)-3-1685, ovl. jong.
-
f. Teunis Willems, ged. Barneveld 7-1-1688, ovl. jong, tweeling met
-
g. Hendrik Willems, ged. Barneveld 7-1-1688, ovl. jong.
-
h. Hendrik Willems (van Bitterschoten ook genaamd Haeseleger), ged. Barneveld 13-4-1690[11], ovl. 1727-1734, j.m. van Bitterschoten onder Barneveld (1725),
landbouwer op Haesenleger int Cootwijckerbroeck,
otr./tr. Barneveld/Ede 4/25-10-1725[12]
Reijntje Hendricks, ged. Otterlo 31-10-1697[13]
, ovl. Kootwijk[14]
jonge dochter van Wekerom onde Ede,
als "Reintje Hendriks,
huijsvrouw van Hendrick Wlllems int Cootwijckerbroek int Haesenleger",
aangenomen als geref. lidmaat te Kootwijk 17-10-1727,[15]
dr. van Hendrik Hendriks, woonde in het Laarderbosch te Otterlo, en
Lutje Beertsz.
Zij tr. 2e. Kootwijk 28-2-1734 [16]Theunis Gerritsz,
j.m. van Wessel.
Uit dit echtpaar stamt het geslacht Hazeleger :
-
1. Willem Hendriksen (Haaseleger), ged. Kootwijk 2-6-1727, ovl. 1791-1795, tr. Voorthuizen 30-3-1750[17]
Reintje Jans, ged. Voorthuizen 24-2-1726, ovl. Kootwijk 10-9-1796 (als wed. van Willem Haaseleger), heeft, als weduwe van Willem Hendriksen Hazeleger, in het Kerspel Kootwijk, buurschap Kootwijker-Broek, ƒ 15,10,-- schade geleden "zo door de gevlekte Bondgenooten, als door de rampen des oorlogs" in 1795,[18]
dr. van Jan Wouters en Aaltje Jans.
Dit echtpaar woont op het "plaatsje genaamt 't Haaseleger gelegen in 't Cootwijkerbroek".[19]
Hun kinderen maken een magescheid op 18-2-1797. [20]
-
i. Teunis Willems (van Bitterschoten), ged. Barneveld 13-4-1690 (tweeling met Hendrik).
Op 7-3-1744 verkopen en transporteren
Cornelis Jochemsen x Willemtje Jans, neffens Jan Hendrik Jochemsen Brouwer als
kinderen en erfgenamen van wijlen Jochem Cornelissen x Johanna Demissaus,
aan Teunis Willemsen van Bitterschoten of nu desselfs erfgenamen,
twee campjes land, sijnde een hoog en een laag campjen, met het daar bij
gehoorende plaggeveld, mitsgaders nog een hofjen te samen in het Cootwijkerbroek
gelegen, sijnde vrij allodiaal deylbaar tinsgoed beswaart met 's Heerenverpondinge
doende jaarlijks na het quoier drie gulden, voor ƒ 393,--.
[21]
-
j. Reijer Willems, ged. Barneveld 12-1-1696, (=kw. nr. 128).
260. GERRIT JANSEN VAN DE WETERING, woont te Ede [22],
erft het goed "De Weteringh" van zijn moeder, de wed. Jan Gerritsen,
omstreeks 1700 [23].
Uit zijn huwelijk (van de Wetering-NN) geboren (o.a.?) :[24]
-
a. Brand Gerritsen van de Wetering[25].
-
b. Jan Gerritsen van de Wetering, (=kw. nr. 130).
-
c. Flipsjen Gerrits van de Wetering, op Schothorst,
tr. Ede 26-4-1721[26]
Claas Wouters, geb. Ede.
262. A(A)LBERT HENDRI(C)KS(EN) (VAN RAVENHORST)(¥), geb. Lunteren, ovl. na 1737, j.m. van Lunteren (1691),
geref. lidmaat te Renswoude (ca 1694),[27],
woont op "Ravenhorst" (1699..1703),
schepen van Renswoude (1724, 1753),[28]
otr. 1o Renswoude 1-11-1691 [29]
[30]
[31]
JANTJE ARRIS(¥), ovl. vóór 1694, op Emmikhuizen, wed. van Peter Jacobsz(¥),
tr. 2o Renswoude 24-6-1694 [32]
,[33]
,[34]
,[35]
263. PETERTJE EVERTS (VAN MANEN), j.d. van Manen, geref. lidmaat te Renswoude, komend van Ede (ca 1694)
als huisvrouw van Albert Hendricksz tot "Emmickhuijsen"
[36].
COMMENTAAR(¥)
zie ook Kw. VG 23
|
COMMENTAAR(¥)
zij is mogelijk een zr. van Reijer Arrissen op Emmikhuizen [37],
en/of een dr. van Arris Janssen op Emmickhuysen, geref. lidmaat te
Renswoude (1663) [38]
of een dr. van Arris Teunisse, wonend op Emmickhuisen (1645) [39]
of van Aris Wolven van Appelaer, ovl. voor 1668, tr. Renswoude 20-5-1654
Marrijtje Maes Willemse [40].
|
COMMENTAAR(¥)
Jantje Arris, j.d.,
otr. Renswoude 21-5-1676 [41]
Peter Jacobsz, j.m. van Lunteren, ovl. 1687-1691. Uit dit huwelijk gedoopt te Renswoude
[42] :
a) Jacob Evertsz (sic!), 8-4-1677, b) Jacob, 23-6-1678.
c) Claasje, 2-7-1682, d) Arris, 13-9-1685.
e) Evertje, 22-1-1688.
|
In 1682 en 1684 betaalt Albert Hendricx "van Immickhuysen"
verponding [43],
en betaalt bovendien "f 0-15-
van Gerrit Evertsen Timmerman" [44].
In 1738 legateren Albert Hendrickx en Petertje Everts aan hun dochter Geusje ƒ 200,-- (¥)
en het linnengoed.[45].
COMMENTAAR(¥)
in [46] staat ƒ 2,-,- !
|
Uit zijn eerste huwelijk (van Ravenhorst-Arris) geen kinderen gevonden [47].
Uit zijn tweede huwelijk (van Ravenhorst-van Manen) geref. gedoopt te Renswoude [48]
,[49]
:
-
a. Jantje Aalberts van Ravenhorst, ged. 21-9-1695.
-
b. Hendrick Aalberts van Ravenhorst, ged. 14-2-1697.
-
c. Grietje Aalberts van Ravenhorst, ged. 12-3-1699, (=kw. nr. 131).
-
d. Wijn Aalberts van Ravenhorst, geb./ged. Renswoude Emmikhuizen 9/12-6-1701 [50]
, beg. Renswoude 24-2-1790 (graf nr. 60 in de kerk)[51]
, landbouwer, woont op Emmikhuizen (1726),
otr. Renswoude 27-10-1726[52]
Rijkje Gijsberts (van de Vlierd), ged. geref. Renswoude 9-5-1706, ovl. Renswoude 15-11-1792[53], dr. van Gijsbert Cornelisz van de Meent en Marietje Hendricks[54].
Uit dit huwelijk:[55]
[56]
,[57]
[58]
-
1. Hendrik Wijnen van Ravenhorst, ged. Renswoude 12-10-1727, ovl. jong?
-
2. Hendrik Wijnen van Ravenhorst, ged. Renswoude 23-1-1729, tr. 1o Renswoude 25-4-1756[59]
Jacomijntje Aarts van Breschoten, geb./ged. Scherpenzeel 8/8-10-1719; 8-10-, beg. Renswoude 14-12-1787.
dr. van Aart Wouterszn en Rijkje Peters van Breschoten,
tr. 2o Scherpenzeel 7-9-1788[60]
Willempje Dirks Wilbrink, geb. Garderen ca. 1735.
-
3. Jantje Wijnen van Ravenhorst, ged. Renswoude 7-1-1731, tr. Amerongen 15-11-1761
Cnelis van Langelaar, ged. Amerongen 24-7-1735, zn. van Dirk Teunisse van Langelaar en Geertje Cornelisse van Selder.
-
4. Petertje Wijnen van Ravenhorst, geb./ged. Amerongen/Scherpenzeel /14-6-1733.
-
5. Gijsbert Wijnen van Ravenhorst, ged. Scherpenzeel 28-8-1735, ovl. jong?
-
6. Marretje Wijnen van Ravenhorst, geb./ged. aan De Groep Amerongen /Scherpenzeel 10-11-1737, ovl. Renswoude 2-1-1821, tr. Renswoude 5-11-1764[61]
[62]
Teunis Jansen Brink, ged. Renswoude 5-2-1741, ovl. Renswoude 20-8-1825, zn. van Jan Hendrikze Brink en Lijsje Thimenze van Zonen.
-
7. Gijsbert Wijnen van Ravenhorst, geb./ged. aan De Groep Amerongen /Scherpenzeel 28-2-1740, beg. Woudenberg 26-11-1808, tr. Renswoude 9-2-1776[63]
Geertje Lubberts Hoogeweg, ged. Renswoude 19-6-1740, ovl. Woudenberg 28-5-1819, dr. van Lubbert Aalbertz Hogeweg en Cornelia Gijsberts van de Vliert.
-
8. Aalbertje Wijnen van Ravenhorst, ged. Scherpenzeel 26-5-1743.
-
9. Aalbert Wijnen van Ravenhorst, ged. Scherpenzeel 9-1-1746, tr. Leersum 25-11-1770[64]
Annetje Jordesse van Nijburg, ged. Amerongen 3-8-1749, dr. van Jorden Jansz van Nijburg en Hendrickje Gerrits.
Uit dit huwelijk 10 kinderen geboren (1771-1784).
[65]
-
10. Aartje Wijnen van Ravenhorst, ged. Amerongen 5-10-1749.
-
e. Evert Aalberts van Ravenhorst, ged. 3-6-1703, tr.[66]
Aartje Gerritsen van De Brandhof, geb. Amerongen 29-12-1711, beg. Renswoude 24-3-1789, dr. van Gerrit Arentsz van den Brandhof en Maijghien Hendricks.
-
f. Mercelis Aalberts van Ravenhorst, ged. 8-11-1705, ovl. jong?
-
g. Mercelis Aalberts van Ravenhorst, ged. 12-12-1706.
-
h. Jacob Aalberts van Ravenhorst, ged. 12-8-1708.
-
i. Geusje Aalberts van Ravenhorst, ged. 26-1-1710, ovl. jong?
-
j. Geusje Aalberts van Ravenhorst, ged. 26-12-1712, tr. Renswoude 11-8-1748[67]
Jan Hendriks van Veenendaal, ged. Woudenberg 2-4-1713, zn. van Hendrik Claase van Veenendaal en Maagje Elis van Landaas.
264. WOUTER HENDRIKSEN DEN DECKER, geb. ca. 1660[68], ovl. 1724-1729, woont 1708 op den Poll,
tr. (huw. voorw. 9-3-1689)[69]
,[70]
.
265. AALTJE BEERS, geb. ca. 1660[71], ovl. na 1733. Dit echtpaar wordt in 1688 als lidmaat aangenomen van de kerk
te Lunteren. Zij testeren 20-1-1712. [72]
,[73]
In een doorgehaalde (vanwege het royement op 25-7-1740) acte van 19-12-1733 staat dat Evert Gerritsen Fonteijn
x Aertjen Melissen verklaeren schuldig te sijn aan Aaltjen Beerts
weduwe van Wouter Hendriksen en haeren erven een capitale somma van
vijfhondert gulden en 20 stuijvers betreffende de cooppenninge van huijs
en hof gepasseert den 11 junij 1716
(geroijeert 25 julij 1740).[74]
Uit dit huwelijk (Decker-Beers) geboren (o.a.?) :
-
a. Hendrick Woutersen (Decker), ged. Lunteren 26-12-1685, (=kw. nr. 132).
-
b. Metje Wouters[75], ged. Lunteren 1-1-1691, ovl. na 1728, tr. 1o Lunteren 3-12-1718[76]
Cornelis Gijsbertse[77], geb. Ede (Wekerom), ovl. 1728-1731, tr. 2o Lunteren 28-7-1731[78]
Gijsbert Jansen[79], geb. ca. 1695, ovl. na 1731.
266. EVERT WOUTERSEN, geb. Ede (Wekerom) ca. 1670[80], ovl. na 1700, woont te Wekerom [81],
betaalt ƒ 5,10,-- bruikschatting voor een huis te Weekerom (1698),[82]
tr. ca. 1700[83]
267. ELYSABETH JANSEN (VAN OTTERLOO)(¥), geb. Ede [84]
ca. 1670[85]
, ovl. na 1700,[86]
.
COMMENTAAR(¥)
zij is mogelijk zr. van Hendrikje Jans van Otterloo (zie kw. nr. ⇒ 520 ),
en van Aert Jansen aen den Aenstoot/van Otterlo [87].
|
De boedel van Evert Woutersen en Elysabeth Jans
wordt 27-4-1763 verdeeld : o.a. "huis, hof etc.
onder Wekerom, bewoond door Wouter Evertsen en een halve
hoeve holts in het Roekelsche of Wekeromse Bosch tesamen ƒ 5000,--
[88].
Uit het huwelijk (Woutersen-van Otterloo) geboren te Wekerom (o.a.?) :
-
b. Marijtje Evertsen, (=kw. nr. 133).
-
c. Elbertje Everts, geb. Ede (Wekerom), ovl. Ede (Maanen) 28-11-1787[90], otr. Ede 3-8-1720[91]
Hendrik Willems, ged. Ede (Maanen), ovl. Ede 2-3-1780[92], j.m. van Maanen,
capitalist,[93]
landbouwer op "Groot Heest" in de Maanderbuurt te Ede,
zn. van Willem Petersen en Meysjen Gerritsen.
Op 10-9-1737 verkopen Jan Willemsen Veenbrink x Evertje Bernts
en Geurt Hendriksen,
voor 2000 gulden "huijs hooven en verder getimmerte met bouw- weij-,
hooy-, diest- en plaggevelden, wallen sloten, houtgewassen,
regten en geregtigheden slieten op den balk en hilden,
toebacxhancken" aan Hendrik Willemsen en
Elbertje Evertsen, die zich verder verplichtten
om Geurt Hendriksen
"sijn leven lanck gedurende te onderhouden in behoorlijke kosten in
drank, kledinge en redinge ook selve nae sijn dood een behoorlijcke begrafenisse en sullen transportenten nae doode van
Geurt Hendricksen profijteren de wulle klederen
tot sijn lijf gehorende en
verder niet".[94]
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
1. Elisabeth Hendriksen, ged. Ede 9-11-1721, tr. Ede 11-12-1746[95]
Philips Derk Folmer, ged. Ede 1-9-1720, burger van Wageneningen (1753),
zn. van Derk Gerritsen Folmer, smid te Ede, en Grietje Philipsen.
Uit dit huwelijk nageslacht.
-
2. Hendrikje hendriks, ged. Ede 10-11-1743, ovl. na 1766, tr. Ede 3-6-1764[96]
Jan Petersen, ged. Ede 1-10-1730, ovl. na 1766, zn. van Peter Rijkse en Wijmpje Geurtze.
Uit dit huwelijk nageslacht.
-
3. Evert Hendrikse, ged. Ede 21-8-1729, tr. Ede 1-4-1757[97]
Gerritje Pieters, ged. Ede 17-8-1731, dr. van Peter Rijkse en Wijmpje Geurtze.
Uit dit huwelijk nageslacht.
-
4. Meijnsje Hendriksen, ged. Ede 17-3-1735, ovl. Ede 20-10-1819, tr. Ede 24-10-1762[98]
Jochem Cornelisse, ged. Ede 5-12-1728, bouwman op 't Henrick Everts goed te Manen,
zn. van Cornelis Jochemsen, bouwman op het
Henric Everts-goed te Manen, en Gerritje Aelten.
268. EVERT ROBBERTSEN (FLIERT), lidmaat te Lunteren 25-3-1692 wonend op het Oude Erf, was
pachter van het "Oude Erf" te Lunteren 1-11-1725 tijdens
overdracht binnen de fam. Van Lawick [99],
eigenaar van het "Oude Erf",[100]
betaalt ƒ 4,-- bruikschatting voor 't "Oude Erff" (1698) te
Lunteren,[101]
tr. 1o voor 1690
MARRITJE JANSEN, vóór ca. 1670, ovl. 1691-1694, geref. lidmaat te Lunteren 24-12-1685,
tr. 2o Ede 1694
269. (BE)ATRIX HENRIJCKS(¥), geb. Doesburg (Ede)?, lidmaat te Lunteren met attestatie van Ede 11-5-1694, zij leeft nog in 1719.
COMMENTAAR(¥)
is Hendrik Aartsen geb. ca 1660, boer in de Doesburgerveen,[102]
mogelijk haar vader?
|
Uit zijn eerste huwelijk (Robbertsen-Jansen) gedoopt te Lunteren:[103]
[104]
-
a. Jan Evertsen van Fliert, ged. 2-3-1690, tr. Ede 12-10-1720[105]
Reintje Jans, geb. Ede ca. 1695.
-
1. Evert Jansen, ged. Ede 12-10-1721.
-
2. Geertje Jansen, ged. Ede 20-2-1724.
-
3. Maartje Jansen, ged. Ede 27-2-1727.
-
4. Jan Jansen, ged. Ede 18-6-1730.
-
b. Robbert Everts, geb. 26-4-1691.
Uit zijn tweede huwelijk (Robbertsen-Henrijcks) gedoopt te Lunteren :[106]
[107]
-
a. Hendrik Everts, ged. 15-9-1695, ovl. jong?
-
b. Maartje (Maritjen) Everts (van Ouderf), ged. Lunteren 13-12-1696,[108]
woont op het Oude Erf te Lunteren (1722),
tr. Lunteren 14-11-1722(als zuster en broederskinderen met toestemming van de Landdag d.d. 30-11-1772)[109]
[110]
. Robbert Gerritsen, ged. Lunteren 2-3-1687,[111]
van de Valk (1722),
zn. van Gerrit Gijsbertsen en Willemtje Robberts (zie kw. nr. ⇒ 536 sub a).
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.[112]
-
c. Hendrik Everts, ged. 23-1-1698.
-
d. Rijck Everts op het Oude Erf, ged. Lunteren 4(8?)-10-1701, (=kw. nr. 134).
-
e. Wouter Everts, geb. 1709.
270. WOUTER HENDRIKS (VAN) (BUYTENHUYS), ged. Lunteren 21-9-1679[113], ovl. 1723-1743, bezit een deel van het herengoed Beterum te Ede [114],
ontleent de naam Buytenhuys aan een gedeelte van het herengoed
"Buytenhuys" te Lunteren, afkomstig uit de familie van zijn eerste
vrouw,
en waarvan hij op 12-11-1698 met zijn tweede vrouw de opdracht ontving
[115],
"soolwehrbesitter" in 't herengoed Buytenhuys (1721)
[116],
woont te Lunteren (1698),
tr. 1o Lunteren (huw. voorw. 23-11-1695) [117];(¥)
AELBERTJE AERT JACOBSDR. (VAN) BUYTENHUYS, ovl. 1695-1698 (kinderloos), ontvangt 22-2-1695 investituur en oprukking voor het herengoed "Beterum" in
Lunteren ,
otr./tr. 2o Barneveld/Lunteren geref. 24-7/7-8-1698
271. DIRKJE WOUTERS VAN BOETSELER, ged. Barneveld 19-11-1680, ovl. 1743-1774, j.d. onder Barneveld (1698).
COMMENTAAR(¥)
sic! dan zou hij dus 16 jaar oud zijn, wat klopt hier niet geboorte of huwelijksdatum?
|
Het erf Beterum of Hoogh Beterum in het ambt Ede, kerspel Ede, buurtschap Doesburg.[118]
23-10-1723 : Hendrik Otters, scholtis van het ambt Ede, oprukking na transport door Gerrit Hendrikx x Jantjen Jansen, bezitters van de zaalweer, en Wouter Hendriksen Buijtenhuys x Derkje Wouters, voor hun zelf en als mombers van twee onmondige kinderen van Neeltje Hendrikx getrouwd geweest met Aert Reyersen, en van de onmondige kinderen van Elbertje Hendrix getrouwd geweest met Wouter Hendrix, en van Egbertje en Woutertje Wouters, kinderen van Wouter Derks x Lijsbeth Hendrix, in leven echtelieden. Zij zijn tezamen kinderen en kleinkinderen van Hendrik Wouters.
Herengoed Buitenhuis :
22-2-1695 : Albertien Aerts van Buythehuys, investiture en oprukking als erfgenaam van haar vader Aert Jacobs.
1-5-1696 : Wouter Henrix x Albertjen Aerts approbatie van wederzijdse tucht en huw. voorwaarden d.d. 23-11-1695.
18-3--1698 : Evert Jacobs investiture en oprukking. N.B. Na overlijden van zijn vader Jacob Everts was het herengoed aan diens oudste zoon Aert Jacobs gekomen, daarna aan diens dochter Albertien Aerts van Buytenhuys, die kinderloos stierf.
12-11-1698 : Wouter Henriksen, wednr. van Albertien Aerts, gehuwd met Derckie Wouters, oprukking na transport door Evert Jacobs en Jacob Alberts.
12-11-1698 : Wouter Henriksen Buytenhuys x Derckie Wouters van Boetselaer approbatie van een wederzijdse tuchting.
29-9-1701 : Roetert Haelboom x Weijntien Henrix approbatie van verpanding van enige percelen lands aan Bart Jansen x Gerritien Jansen en Mor Jansen x Arisjen Jans.
10-5-1704 : Wouter Henrix approbatie van een bezwaring ten behoeve van zijn schoonvader Wouter Aerts.
15-10-1710 : Approbatie van de verpanding aan Jacob Francken van een kamp lands.
9-12-1712 : ...
24-2-1719 : ...
19-6-1721 : ...
6-1-1730 : ...
9-5-1742 : ...
... etc.
27-6-1743 : Derkje Wouters, wed. van Wouter Henriksen, oprukking.
Op 8-3-1774 krijgen Evert van Lijsselen x Lijsebeth Woutersen Buijtenhuijs, Gerrit Jansen x Woutertje Wouters Buijtenhuijs, Jantje Wouters Buijtenhuijs, wed. van Hessel Woutersen approbatie van een magescheid d.d.d 7-3-1774 over de boedel van hun ouders Wouter Hendrick Buijtenhuijsx Dirkje Wouters. ... Aan Gerrit Jansen en Woutertje Wouters Buijtenhuijs, is toebedeeld een stuk bouwland in den Luntersen Enck groot 2½ schepel "den Hoppecamp" genaamd, een stuk bouland in den Houtcamper Eng groot 3½ schepel, een stuk Hooyland "de Agterste Hooijkamp" genaamd, en een stuk Hooyland....etc. [119]
Op 24-5-1725 krijgt Wouter Hendriksen Buytenhuys, buurmeester te Lunteren,
op de buurspraak "voor goede ijver en extraordinair aangewende moeite voor de
belangen der Gemeente, in dit singulier geval en sonder enige consequentie een
rijksdaalder toegelegd".[120].
In 1730 vermaakt
Gerrit Haalboom een legaat van 100 Car. gld. aan zijn neef
Wouter Hendriks Buytenhuys
[121].
Op 12-6-1730 kopen Wouter Hendriksen Buytenhuys en Derkje Wouters,
echtelieden, een huis van Geurt Wouters en Geertje Jans, echtelieden
[122].
In 1722 zijn Wouter Hendriksen Buytenhuys en Gerrit Hendrikse "oomen en
bloetmomberen" over de twee minderjarige kinderen van Wouter Hendriksen en
Elbertje Hendriksen
[123].
Op 8-3-1774 krijgen Lijsbeth, Woutertje en Jannetje Buitenhuis approbatie voor
een magescheid over de erfenis van hun ouders en hun broer Aert, waarbij
"Buitenhuis" aan Lijsbeth wordt toebedeeld [124].
Seker hallef huys Hoff Bergh en vorder gereghtigheijt staande in den dorpe
van Barnevelt so door Jan Schuijr is bewoont sijnde oostw naest gehuijst
de wed. Wilh(em) van Esvelt en westw Jannitje Barten, toekomende
Jan Aelten en Aeltje Aerts eghtel. ende Hendrik Jansen en
Jannetje Aelten, eghtel.
1728 den 20 november verkoft getransporteert en overgegeven aan ten
erfelijken behoeve van Vrouwe Elisabeth Heermans wed. wijlen
Wilh(em) van Esvelt en haaren erven en sulks voor de somma van 775 gln
gepasseert voor geerfden Herbert Hagen, Ambrosius van Dompseler,
Herman Aelberts die de origen. transport hebben gezegelt en getekent op
Dato als booven.
Geregistreert den 28 julij 1729.
Wouter Jansen heeft testament gemaakt an de kinderen van sijn broer en
swager Steven Zegersen en sijn suster Aertje Jans eghtel. met namen
Jan Stevensen en Geertje Stevens en Woutertje Stevens, zijnde Geertje
getrouwt an Tuenes Zandersen, yder voor eenderde part ewiglijk en erfelijk
de gehele zaalweer en een gereghte vierde part en een twaalifde part an de
landereijen van 't erf en goet de Vaerst onder Barnevelt gelegen, bij
voornoemde Jan Stevensen en Woutertje Stevens gebruijckt, so comparant
van sijn vader aangeerft zijnde, daar en boven nog 500 gld an gelt en een
derde porti van sijn natelatene klederen en inval een van drij sonder
lijfferven streft sullen alle voorn. goederen devolveren op de langslevende
en sulks alles met uijtsluijtinge van Seger Stevensen om redenen vorder
sal sijn halve suster met namen Derkje Wouters getrouwt an
Wouter Hendriksen en Jannetje Wouters getrouwt an Wolbert Aertsen
off der selver kinderen uijt testatuers moeders goet bestaande uut 2100 gld
an obligatie en geregtig gelt trekken en proffijteeren yder een 3:pant ad
700 gln: en het overige derde part bij voorgemeld drij kinderen van sijn
suster getroken worden met uijtsluijting weder van Zeger Stevensen en dat
de dootschulden sullen hallef door gemeld drij kinderen en de andere helft
door gemelte halve susters worden betaalt, alles breder te sien in de
orginele brief gemaakt door E.C. Ardesch Scholtis die de selve neevens
Steven Coenjes en Jan Carel Lughtig getekent en gezegelt op den 8 juni
1729.
Geregistreert den 11-8-1729.[125]
Uit zijn tweede huwelijk (Buytenhuys-Boetseler) geboren [126] :
-
a. Aart Wouters (Buitenhuis), geb. Lunteren 1699, ovl. jong?
-
b. Aart Wouters (Buitenhuis), geb. Lunteren 1700, ovl. waarsch. kinderloos voor 1774, tr. 1o 30-6-1730 [127]
Johanna Haalboom, dr. van Cornelis Jansz Haalboom,
tr. 2o (huw. dispensatie d.d. 26-6-1748 als halve zuster en broederskinderen[128])
Egbertje Wouters (van der Sande), dr. van Wouter Dirksz van der Sanden,
wed. van Otto van de Vijsel.
VUL AAN + kopie Haalboom
-
c. Wouter Wouters (Buitenhuis), geb. Lunteren 1704.
-
d. Lysbeth Wouters (Buitenhuis), geb. Lunteren 1705, ovl. na 1774, tr. vóór 1774
Evert van Lijssel(en), ovl. na 1774.
-
e. Woutertje Wouters (Buitenhuis), ged. Lunteren 5-3-1713, (=kw. nr. 135).
-
f. Jannetje Wouters (Buitenhuis), geb. Ede 27-2-1716, tr. vóór 1774
Hessel Wouters, ovl. vóór 1774.
-
g. Wouter Wouters (Buitenhuis), geb. Lunteren 1721.
276. JAN EGBER(T)S MENSIN(C)K, ovl. Apeldoorn 17-11-1743,[129]
brouwer (1714, 1722) te Apeldoorn op het goed Buitenhuis (15-5-1744),[130]
wordt, als brouwer, aangeslagen voor de cedulle voor ƒ 3,-- (1722),[131]
tr.
277. MARRITIEN (MARIA) REINDERS (BUURMAN), ovl. Apeldoorn 6-4-1743,[132]
Het goed Buytenhuys in het kerspel Apeldoorn, leenroerig aan de proosdij van Deventer.[133]
7-6-1715 : Approbatie van transport d.d. 20-7-1713 aan Jan Mensinck.
15-5-1714 : Approbatie van de vestiging van een hypotheek groot 1500 Car. gld. ten behoeve van Arnoldus Clasen en ten laste van Jan Mensink, brouwer, en zijn huisvrouw Marritien Reinders. Get. is Herman Gerrits Bosgoedt.
12-7-1716 : Idem voor een hypotheek groot 1500 Car. gld.
11-11-1730 : Jan Egberts Mensink en zijn huisvrouw Maria Reinders na de dood van de vorige hulkder en stellen to nieuwe hulder H. Hiddink
11-11-1730 : Approbatie voor de vestiging van een hypotheek groot 4000 Car. gld. ten laste van de advocaat Ellard Brouwer
21-12-1739 : Johan Hendrik Rochet, casteleijn op het Loo, na transport door Jan Mensink. Op verzoek van zijn volmacht Hermannus Buitenhoff, hulder A. Pieterman
COMMENTAAR(¥)
Ongeplaatste fragmenten MENSINK :
Jan Mentink, geb. ca. 1690[134], ovl./beg. Apeldoorn 6/10-6-1749, zn van Cornelis Mentink, geb. ca. 1660,[135]
kleermaker, eerst geref. later RK, woonde 1747 in de
buurtschap Orden te Apeldoorn,
tr. 1o ca. 1720
Johanna Roelofs Schut, ged. Apeldoorn 23-4-1693, ovl. 1732-1733, tr. 2o Vaassen RK 10-2-1733
Joanna Goossens, ovl./beg. Apeldoorn/Vaassen 11/16-4-1764[136], ingezetene van Apeldoorn (1747) met 3 kinderen [137]. zie ook VG 19(1994)133,134
uit zijn eerste huw. kinderen geref gedoopt Apeldoorn 1722-1732.
uit zijn tweede huwelijk kinderen RK gedoopt te Vaassen (1736-1741).[138]
Willem Mensink, otr./tr. Beekbergen 14/30-11-1706 (met attestatie van Apeldoorn)[139]
Eva Schut, waaruit een zoon Reinder Jans Mensink, etc (klopt dat check!).
Giele Mentink 2 haardsteden in Dorper Rot.[140]
|
Uit dit huwelijk (Mensink-Reinders):[141]
-
b. Jannes Mentink, aangeslagen voor 2 haardsteden in Westrenkse Rot (Epe) 1781.[142]
-
a. Reinder Buurman Mensink, ged. geref. Apeldoorn 13-3-1692, (=kw. nr. 138).
-
b. Aeltien Mensink, ged. geref. Apeldoorn 1-6-1693, ovl. jong?
-
c. Aelbert Mensink, ged. geref. Apeldoorn 9-9-1694.
-
d. Geertien Mensink, ged. geref. Apeldoorn 26-4-1696.
-
e. Cornelis Mentsinck, ged. geref. Apeldoorn 17-2-1699, ovl. jong?
-
f. Aeltien Mensink, ged. geref. Apeldoorn 9-1-1701, ovl. vóór 1741.
tr. vóór 1722[143]
Reinder Corthals, geb. (ged?) Apeldoorn 7-11-1680, ovl. (beg?) Apeldoorn 12-9-1756, samen met zijn broer Loogh Corthals papiermakers op de Pannekoeksmolen aan de Wenumsebeek te Wenum (1736-ca.1741),[144]
zn. van Jan Jansen Corthals, eigenaar van de Pannekoeksmolen en de molen De Tepelenberg, en Mechteld Reinders Pannekoek,
-
1. Mechteld Corthals, ged. Apeldoorn 27-9-1722.
-
2. Geertrui Corthals, ged. Apeldoorn 5-8-1725, ovl. 1810, tr. Hall 27-4-1760[146]
Jan van Heelsum, geb. (ged?) Heelsum 25-7-1729, ovl. Brummen 10-1-1821, kerkmeester van Heelsum (1786),
papiermaker op de Onderste Schoonmansmolen, De Hoop, aan de Coldenhovense/Eerbeekse beek te Eerbeek (1770-1794),[147]
die hij vermaakt aan zijn neef Reinder Huiskamp,[148]
zn. van Jan Jansen van Heelsum en Willemina Everts
-
3. Aaltien Corthals, ged. Apeldoorn 24-8-1727.
-
4. Johannes Corthals, ged. Apeldoorn 13-5-1731.
-
g. Egbert Mensink, ged. geref. Apeldoorn 9-1-1701, j.m.,
tr. Voorst 8-2-1728
Jenneken Bessems, j.d. van Voorst.
Uit dit huwelijk kinderen geref. gedoopt te Apeldoorn 1730-1734.
-
h. Cornelis Mensink, ged. geref. Apeldoorn 17-6-1703, woont in 1738 op 't Loo,
aangeslagen voor 1 haardstede Hege Rot (1781),[149] (is hij dat wel ?)
tr.
Wendelina Jansen.
Uit dit huwelijk gedoopt te Apeldoorn minstens 6 kinderen 1731-1745.[150]
Een deel van het erf en goed "de Heese" in het kerspel Apeldoorn, leenroerig aan de proosdij van Deventer.[151]
15-2-1738 : Cornelis Mensink, wonende op het Loo, onder hulderschap van zijn broer Jannes Mensink, na opdracht door Elsjen Lamberts Bouke, wed. van L.C. Muller.
19-5-1759: Cornelis Mensink stelt tot nieuwe hulder A. Pieterman, zijnde wonende te 's-Gravenhage.
17-7-1761: Arnoldina Michelina Opthen Noord, na transport door Cornelis Mensink en zijn huisvrouw Wendelina Jansen.
In 1747 zijn Cornelis Mensink en zijn huisvrouw Wendelina Janss met 6 kinderen en een meid (Grietje Gerrits) ingezetenen van de buurschap Noord-Apeldoorn.[152]
278. ROELOF WILLEMS KRUIMER, ovl. Voorst 1689-1697,[153]
otr. 1o Voorst 5-5-1678
JENNEKEN JANSEN, ovl. vóór 1689, wed. van Hermen Arents op Brinck,[154]
otr. 2o Voorst 25-8-1689
279. MARGARETHA HISSINK, ovl. Voorst ? na 1697,[155]
otr. 2o Voorst 29-8-1697[156]
WILLEM BESSEM, ged. Voorst 9-10-1664, geref. lidmaat te Voorst (okt. 1686),[157]
zn. van Willem Frederiks Bessem en Margaretha Telgen.
Uit zijn tweede huwelijk (Kruimer-Hissink) gedoopt te Voorst :[158]
-
a. Jenneken Kruimer, ged. 2-5-1690.
-
b. Wendeltjen Kruimer, ged. 8-3-1691, (=kw. nr. 139).
-
c. Fenneken Kruimer, ged. 11-2-1694, ovl. jong.
-
d. Fenneken Kruimer, ged. 29-9-1695, tr. 1o Voorst 3-3-1720[159]
Derk Bresser, beg. Voorst (overluyd) 29-4-1729, boerrichter in Empe,
zn. van Reinder Jansen Bresser, boerrichter in Empe, en Marritje Derks Hissink,
tr. 2o Voorst 16-10-1729
Lammert Martens, zn. van Arend Martens.
Uit haar eerste huwelijk (Bresser-Kruimer) gedoopt te Voorst :[160]
[161]
-
1. Maria Derks Bresser, ged. 9-2-1721, otr./tr. Voorst 17-3/2-4-1747 (als dr. van wijlen Derk Bresser)
Peter Hendriks Bresser, ged. Voorst 24-11-1709, zn. van Hendrik Jansen Bresser en Wendeltje Bessem.
-
2. Margriete Bresser, ged. 3-10-1723, otr. Voorst 17-1-1751 (als dr. van wijlen Derk Bresser)
Jannes Hendriks, zn. van Hendrik Jansen.
-
3. Reinder Derks Bresser, ged. 17-12-1724, ovl. na 1777, tr. 1o Voorst 20-8-1752
Anneke Willems, beg. Voorst (overluyd) 1-3-1756, dr. van Willem Hendriks,
tr. 2o Voorst 16-5-1756
Harmke Arends, beg. Voorst 18-2-1764, dr. van Arend Lucassen en Lijsbeth Hendriks,
otr./tr. 3o Voorst 26-7/12-8-1764, ovl. na 1777
Janneken Teunis, ged. Voorst 4-8-1743, dr. van Teunis Jansen en Henderica Arends.
Uit zijn eerste huwelijk (Bresser-Willems) 3 kinderen gedoopt te Voorst (1752-1755).
Uit zijn tweede huwelijk (Bresser-Arends) 4 kinderen gedoopt te Voorst (1758-1763).
Uit zijn derde huwelijk (Bresser-Teunis) 6 kinderen gedoopt te Voorst (1766-1777).
-
4. Leena Derks Bresser, ged. 10-11-1726, beg. Voorst (overluyd) 10-12-1728.
-
5. Roelof Derks Bresser, ged. 10-10-1728, ovl. Voorst 11-6-1794.
Uit haar tweede huwelijk (Bessem-Hissink) (o.a.?):
-
a. Jacob Bessem(s), ged. Voorst 11-2-1714, ovl. Beekbergen 19-12-1791, hospes in De Dwarsfluit in Lieren,
tr. ca. 1737[162]
Apolonia Hendrix Timmers, ged. Beekbergen 21 of 24-6-1708, ovl. Beekbergen 5-7-1775, dr. van Hendrik Klaassen Timmer en Jenneke Henderix.
-
1. Jenneken Jacobs Bessem, ged. geref. Beekbergen 27-9-1739.
-
2. Margarieta Jacobs Bessem, ged. geref. Beekbergen 26-3-1742.
-
3. Margrietjen Jacobs Bessem, ged. geref. Beekbergen 5-1-1744.
-
4. Hendrikka Jacobs Bessem, ged. geref. Beekbergen 25-12-1748.
-
5. Maria Jacobs Bessem, ged. geref. Beekbergen 4-7-1751.
280. WOLTER CORNELIS (GOUDKUYL) (de jongste), geb. Apeldoorn [163] na 1635, ovl. 1720-1731, noemt zich in 1693 Goltkuyl naar het goed, dat hij van de kinderen van
Albert Tonis en Aeltien Jansen ter Bork koopt [164],
tr. 1o Kootwijk geref. 4-2-1665 [165]
MECHTELD JANS, ovl. vóór 1681, dr. van Jan Breunis,
tr. 2o 1681
281. JANTJE (JENTJE, JENNEKE) JANSDR[166], ovl. 1720-1731, tr. 1o [167]
HENDRIK GERRITS BUITENHUIS, geb. Apeldoorn, zn. van Gerrit Hendricks Buitenhuijs en Hendrickien Hessels,
landbouwer in de Wenumermark,[168]
gegoed in Wenum.[169]
6-3-1693 : Hessel Alberts en Aeltien Jansen ter Berck, wed. van Albert Tonis, als mombers van haar onmondige kinderen, approbatie voor de verpanding van enige percelen aan Wouter Cornelissen op den Goltkuijl x Jantien Jansen :
1) een kamp land groot 3 mulder (belend oost : den gemeene wegh naar Vaassen, zuid de straat
langs het huis en hof van Brant Albers),
2) een mulder land langs de Willige akkers gelegen
(belend zuid : Jacob Janssen en Hessel Alberts hoff, west : Derk Lamberts erfgenamen,
noord de weg door de enk aangelegen),
3) 2½ schepel mede op de Willige akkers (belend oost :
Jan Gerrits erfgenamen),
4) vier vierdl. op de Wenemer gemeente.[170]
Wouter Cornelis koopt de "Goldkuyl" van Albert Tonis en
Aeltien Jansen ter Bork, echtelieden. Op 6-3-1693 is de "Goldkuyl" een camp
lants groot omtrent 3 muler gesays, alwaerts ten oosten : de algemene weg naar
Vaessen, van ƒ 1400,-- [171].
Een herengoed in de buurtschap Wenum, kerspel Apeldoorn, ambt Apeldoorn.[172]
Op 6-3-1693 wordt approbatie verleend voor verpanding van enige percelen in een herengoed in de buurtschap Wenum, kerspel Apeldoorn, ambt Apeldoorn , aan Wouter Cornelissen Goltkuijl x Jantien Jans.
24-1-1700 : Wouter Cornelissen x Jantien Jans oprukking na transport door Willem Jacobs.
12-1-1714 : Wouter Cornelissen x Jannetje Jansen oprukking (2-5-1720).
24-1-1731 : Approbatie van een magescheid.
24-1-1731 : Lubbert Woutersen Goutkuijl c.s. investiture en oprukking.
Een herengoed in de buurtschap Orden, kerspel Apeldoorn, ambt Apeldoorn. [173]
3-4-1680 : Wouter Cornelissen de jongste, investiture en oprukking als erfgenaam van zijn vader Cornelis Wouters, uit kracht van een magescheid tussen de erfgenamen.
6-3-1693 : Wouter Cornelissen de jongste, oprukking (30-6-1699, 2-5-1720).
24-1-1731 : Approbatie van een magescheid.
24-1-1731 : Gerrit Woutersen Goutkuijl en Lubbert Woutersen Goutkuijl en hun respectievelijke huisvrouwen investiture en oprukking.
Uit zijn tweede huwelijk (Goudkuyl-Jansdr) geref. gedoopt te Apeldoorn [174]
[175]
(o.a.?):
-
a. Cornelis Wolters Goltkuyl (van Asselt), ged. 29-10-1682.
-
b. Peterken Wouters (van Asselt/Goltkuyl), ged. 3-5-1685, beg. aang. Den Haag 9-11-1759 (pro deo als Petronella van Assel, 90 jr. "vergaan van levensgeesten"[176]), tr. geref. Heerde 27-6-1706 (zij oud 31 jaar, hij oud 21 jaar)
Derk Frederiksz van Marle, ged. Heerde 29-8-1680, zn. van Frerik Dercks en Anna Egberts.[177]
,[178]
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.[179]
-
c. Hendrik Wolters Goltkuyl (van Asselt), ged. 4-9-1686, tr. vóór 1724
Jenneken (Hendriks) Brink.
-
d. Gerrit Wolters Goltkuyl (van Asselt), geb. Apeldoorn 1686-1693, ovl. vóór 1743, j.m. te Apeldoorn (1717).
krijgt in 1731 het herengoed te Orden,
otr./tr. geref. Deventer/Apeldoorn 30-10/14-11-1717[180]
Lucretia Ensink(s), ovl. Deventer 24-9-1753, dr. van Derk Sweers Ensink en Maria Wolfsink.
Uit dit huwelijk drie zoons gedoopt te Apeldoorn (1718-1723).[181]
Op 24-1-1731 krijgen Gerrit Woutersen Goutkuijl en Lubbert Woutersen Goutkuijl en hun respectievelijke huisvrouwen investiture en oprukking van het herengoed te Orden. (Zie boven)
-
e. Lubbert Wolters Goltkuyl, ged. 4-8-1693, ovl./beg. Apeldoorn 2/6-10-1770, (=kw. nr. 140).
Uit haar eerste huwelijk (Buitenhuis-Jansdr) :
-
a. Jan Hendriks Buitenhuis, ged. Apeldoorn 1-11-1674, landbouwer in de Wenumermark,
tr. ca. 1693
Evertien Everts (Hissink), ovl. Apeldoorn voor 1735. Zij hertr. 1703 haar zwager Thonis Hendriks Buitenhuis (zie hieronder).
Uit dit huwelijk minstens 3 kinderen.[182] waaronder :
-
1. Jentien Jansen Buijtenhuijs, ged. Apeldoorn 30-7-1701, ovl. Apeldoorn 16-12-1759.
-
b. Thonis Hendriks Buitenhuis, ged. Apeldoorn 7-10-1677, ovl. Apeldoorn 28-3-1750[183]
tr. (huw. dispensatie 7-7-1703)
Evertien Everts Hissinck, ovl. Apeldoorn voor 1735.
Hieruit 2 kinderen.
Hij transporteert delen van het goed Wenum te bewesten op 8-3-1704
aan zijn neef Hendrick Hessels Buitenhuis.[184]
Hij verkoopt op 23-7-1735 vijf vierendelen hooiland op de Beemte. [185]
Uit dit huwelijk 2 kinderen waaronder :
-
1. Willem Teunis Buitenhuis, ingezetene te Wijssel (1747) met vrouw en 1 kind in het Broekland/Ankelaar,
tr.; 13-11-1745[186]
Willemken Rutgers, geb. Wilp, ovl. Apeldoorn 18-2-1773.
-
c. Hendrickjen Hendriks Buitenhuis, ged. Apeldoorn 9-4-1680, tr. vóór 1714
Willem Nijnaber, onderscholt te Apeldoorn.[187]
Uit dit huwelijk geref. gedoopt te Apeldoorn (o.a.?) :[188]
-
1. Hendrik Nijnaber, ged. 28-1-1714.
-
2. Judith Nijnaber, ged. 19-1-1716.
-
3. Aaltien Nijnaber, ged. 6-3-1718.
-
4. Beernt Nijnaber, ged. 4-2-1720.
-
d. Bartholt Hendriks Buitenhuis, geb. Hall vóór ca. 1675, ovl. vóór 1744, waarschijnlijk eerst papiermaker, later landbouwer in de Wenumermark
tr. Hall 6-2-1698[189]
Metje Jansen Lubberhuysen, geb. Hall vóór ca. 1680, ovl. Apeldoorn 5-5-1753, geref. lidmaat te Hall,
erft in 1723 ¼ van de papiermolen Het Klooster te Eerbeek,
dr. van Jan Peters Lubberhuysen, papiermaker op het Oude Klooster te Eerbeek en kerkmr. te Hall, en Maria Hendriks Buytenhuis.
Bartold en Thonis Hendricks Buitenhuijs ontvangen een kwart van de erven van
Gerrit Hendricks Buitenhuijs. Hij koopt op 5-1-1723 met zijn vrouw huis hof en land
op de Beemte. Ze bezitten de helft van Kluijtenberg, en pachten de andere
helft van haar familie. Zij koopt op 5-4-1744 als wed. van Barthold een halve
molder zaailand op 'den Heuvel' (Beemte). [190].
Uit dit huwelijk:[191]
[192]
:
-
1. Hendrik Bartholts Buijtenhuijs, ged. Apeldoorn 11-12-1698, beg. Apeldoorn 1-11-1779, papiermaker, landbouwerop de Kluijtenberg,
tr. ca. 1723 zijn volle nicht[193]
[194]
Jentien Jansen Buijtenhuijs, ged. Apeldoorn 30-7-1701, ovl. Apeldoorn 16-12-1759, dr. van Jan Buijtenhuijs en Evertien Everts Hissink (zie hierboven).
Uit dit huwelijk nageslacht.
-
2. Petertien Bartholts Buijtenhuijs, ged. Apeldoorn 14-8-1701.
-
3. Janna Bartholts Buijtenhuijs, ged. Apeldoorn 18-5-1703.
-
4. Jan Bartholts Buijtenhuijs, ged. Apeldoorn 23-9-1704.
-
5. Jan Peters Bartholts Buijtenhuijs, ged. Apeldoorn 20-2-1707.
282. AALBERT GERRITS, ovl. vóór 1706, tr. ca. 1703?
283. JENNEKE WOUTERS (WOLTERS) (VAN ASSELT), ged. geref. Apeldoorn 22-7-1688.
Op 20-11-1706 verpandt Jenneke Wolters, wed. van Aalbert Gerrits haar 1/6
deel van "Jonkerengoet" aan haar dochter Lubbertie Aalberts [195].
Hoe zit dit zoek uit!
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
a. Lubbertien Aalberts, ged. geref. Apeldoorn 24-11-1695 [196]
, ovl./beg. op den Goudkuijl onder 't Broeklant/Apeldoorn 12/18-1-1746 (oud 50 jaar),[197]
(=kw. nr. 141).
288. HENDRIK BERENDSZ HOPSTER(¥), ged. Vriezenveen 1685, ovl. Vriezenveen na 1726, maakt ruzie met Wolter Hans van Utert die hij geslagen en in de lip gebeten had, hetgeen hem een boete van 1½ oude schilden kostte (1726),[198]
vermeld in het register van boterpachtplichtigen te Vriezenveen (ca. 1735) met ruim 3 akker land, bijgenaamd Dikken, voor 18 ponden boter,
[199]
en met ½ akker woestenland land, bijgenaamd Dikken, voor 2 ponden boter,
[200]
tr. verm. 2o 1716?[201]
JENNEKEN JANS TUTERTJEN, tr. 1o voor 1710
289. JENNIGJEN HINDRIKS, geb. ca. 1684, ovl. 1716?.
COMMENTAAR(¥)
De wed. van Hendrik Berens betaalt 1 stuiver contributie (voor de huurwaarde van een woning) en 6 penningen verponding (de huurwaarde van landerijen) te Vriezenveen (1723).
[202]
Kennelijk kan dit niet de wed. van Hendrik Berendsz Hopster zijn want deze leeft nog in 1726, 1727.
|
Uit zijn (eerste?) huwelijk (Hopster-Hendriks):[203]
-
a. Hendrik Hendriksz Hopster, ged. Vriezenveen 29-5-1710, ovl. Vriezenveen, (=kw. nr. 144).
-
b. Janna Hendriks Hopster, ged. Vriezenveen 1712, ovl. jong?
-
c. Aeltjen Hendriks Hopster, ged. Vriezenveen 1714.
-
d. Janna Hendriks Hopster, ged. Vriezenveen 1714, ovl. jong?
-
e. Berend Hendriksz Hopster, ged. Vriezenveen 1716, ovl. jong?
Uit zijn (tweede?) huwelijk (Hopster-Tutertjen):[204]
-
f. Janna Hendriks Hopster, ged. Vriezenveen 1716, ovl. jong?
-
g. Janna Hendriks Hopster, ged. Vriezenveen 1718, ovl. na 1748.
-
h. Berend Hendriks (Hopster), ged. Vriezenveen. 1719, ovl. 1773-1817, tr.[205]
Janna Klasen de Jonge, ged. Vriezenveen 1731, ovl. 1773-1817, dr. van Klaes de Jonge en Fenneken Jansen.
-
1. Jennegjen Berends, ged. Vriezenveen 1762, ovl. Vriezenveen 1819.
-
2. Klaas Berends, ged. Vriezenveen 1764, ovl. 1764-1766.
-
3. Klaas Dikkers (sic!), ged. Vriezenveen 1766, ovl. Vriezenveen 1822, tr. Vriezenveen 1817[207]
Gerhardijna Brink, geb. Vriezenveen 1793.
-
4. Hendrik Berends, ged. Vriezenveen 1769.
-
5. Fenneken Berends, ged. Vriezenveen 1773.
-
i. Jenneken Hendriks Hopster, ged. Vriezenveen 1721, ovl. na 1748.
-
j. Jan Hendriks Hopster, ged. Vriezenveen 1727.
292. LUICAS GEERS HULS, geb. vóór ca 1670, als Luicass Gerrits vermeld in het kohier van zoutgeld te Vriezenveen (1694) met een aanslag van ƒ 0,10,--,[208]
als Lukas Geersen Huls vermeld in het register van boterpachtplichtigen [209]
te Vriezenveen (ca. 1735) met 4 akker versplit land, bijgenaamd Graaven Jennen Lant, versplit, voor 1 ponden boter,
en met 4 akker land, voor 16 ponden boter,
en met ruim 1 akker woestenland, voor 3 1/4 ponden boter,
betaalt als Lukes Hols ƒ 6,8,1 contributie (voor de huurwaarde van een woning) en ƒ 1,10,0 verponding (voor de huurwaarde van landerijen) te Vriezenveen (1723),
[210]
tr.
293. ANNEKEN HULS. In de volkstelling van Vriezenveen (1748) worden vermeld:[211]
Luicas Geers Huls met zijn vrouw Anneken Huls en een kind
onder de 10 jaar Gerrit Lucas en als inwoonder Hend. Geertsen Huls.
Uit dit huwelijk mogelijk :
-
a. Jan Lucassen Hulst, geb. vóór ca. 1720, (=kw. nr. 146).
-
b. Gerrit Lucas Huls, geb. 1738-1748.
304. MAAS EVERTSEN, ovl. vóór 1731[212], j.m. van Voorthuizen (1710),
otr. Voorthuizen 15-6-1710[213]
(met attestatie op Cootwijk[214]
), otr./tr. Kootwijk 25-5/15-6-1710[215]
305. GRIETJE OTTEN, ged. Kootwijk 19-9-1686[216], ovl. na 1748(¥), j.d. uit Cootwijkerbroek (1710)[217],
afkomstig van Someren onder Voorthuijsen (1731),
betaalt ƒ 38,-- (1747) en ƒ 28,15,-- (1748) hoofdgeld als wed. van Aart Jacobs, bouwvrouw in het dorp Barneveld voor 1 persoon, 2 kinderen ouder dan 15 jaar, 2 knegts, 3/4 erf, 3 heerdsteden, 17½ morgen, 5 specien [218],
otr. 2o Barneveld geref. 15-12-1731 en
tr. 2o Kootwijk 1-1-1732[219]
AART JACOBSEN VAARKAMP, geb. Barneveld, ovl. 1747(¥), wednr. van Annetje Hendriks,
mulder (1732),
is gebruiker van een erve en goed Veller genaemt, gelegen in buijrschap Esvelt (1737),[220]
belender in de buurtschap Estvelt (1740),
geërfde in de buurtschap Estvelt (1744),
zn. van verm. Gerrit Jacobs, op Varecamp[221] en Beertien Gerrits,
verkoopt in 1747 het goed Varecamp te Lunteren aan Hendrik Brantse.[222]
COMMENTAAR(¥)
Wie van beide echtgenoten Grietje Otten en Aart Jacobs Vaarkamp het eerst overlijdt is onduidelijk. Grietje betaalt in 1748 hoofgeld als wed. van Aart Jacobs (dus Grietje ovl. na 1748, Aart ovl. voor 1748), terwijl Aart als wednr. van Grietje Otten nog in 1749 een stuk land transporteert (dus Grieteje ovl. voor 1749, Aart ovl. na 1749). Hoe zit dat?
|
Op 12-2-1733 doen Aert Jacobsen en Grietjen Otten, egteluijden, cond en
certificeren mits desen dat wij volgens maegescheijd opgerigt dato den 14
december 1731 schuldig zijn aen ieder kind bij Maes Evertsen en
Grietjen Otten, egteluijden verwekt uijt het gerede een somma van 182 gld
eene stuiver, bij welk magescheijd is verstaen, dat de moeder die penningen
onder haer kan behouden, soo dat se mundig zijn. Dese de onmundigen met
naemen Rijk, Ott en Gerret Maessen.
Als onderpand wordt gesteld ons aanpart aen de Puurveensemolen met huijs en
verder getimmer, landerijen, houtgewassen, niets uijtgesondert, gelegen in
den ampte Barneveld, Carspel Cootwijk buurschap Cootwijkerbroek, soo het
tegenwoordig door Gijsbert en Wouter Otten gebruijkt word.
Geerfden zijn Jan van Dompseler Heijmans, Gerret Melissen van Couthooren
en Hendrik Schut.
Geteekend en bezeegeld op den 12-2-1733.[223]
Op 12-1-1734 transporteren
Aert Jacobsen Vaercamp x Grietje Otten aen
Roeloff Aersen x Gerritjen Hendriks
een camp bouwland genaamt de Heetcamp, ruijm een mergen groot met een
plaggeveltje omtrent van die selfde groote daer 't einde aengelegen neffens
een slagjen op 't heetveld hij de Weeij gehorende onder het erf en goedje
Donkervoort aldaer Steven Aersen woont voormaels door ons transport aan
Gerhardus van de Vliert en Evertjen Berghuijs gecoft, liggende in
het buurtschap Esvelt, belend ten oosten coperen selfs, ten westen de
gemeene steegh off de lijkenwegh, ten zuijden
Jan Geurtsen en Geurt Heijmen en ten noorden Gijsbert Jacobs.
En sulks alles voor een somma van drie hondert en negentigh gulden.
Geerfden zijn Rijk Heijmensen van Huijckenhorst en Hendrik van Heerd.
[224]
Op 16-3-1735 hebben Bor Aeltsen en desselfs suster Weijmpjen Aeltsen
samen ieder voor de halfscheyd vercoft en getransporteert aen
Tijmen Hermsen x Jannetjen Jans de eene helft, en aen de
onmundige kinderen van wijlen Maes Evertsen en Grietje Otten,
waervan voornoemde Tijmen Hermsen momber is de andere helft, van
twee akkertjes landt te saemen groot omtrent een vierendeel mergen,
gehorende en gelegen onder 't erve en goedjen in Seumeren daer
Jan Hendriksen op woont, zijnde vrij allodiael
deylbaer goedt, edogh belast met 's Heerenlasten en ongelden en sulks
voor de somma van een hondert en dertigh gulden. Geerfden zijn
Wijnant van Leuwen, Lubbert Romeijn, Willem Vincent.[225]
Op 26-66-1738 transporteren
Aert Jacobsen Vaercamp x Grietjen Otten aen Rutcher Hendrikse van Gelkenhorst x Geertjen Jacobs.
twee campjes saaij en weijlandt genaemt de Aghterste geweijden, na Groot
Gelkenhorst aengehoordt hebbende beijder transportanten erff en goed Donkervoort
daer Steven Aersen woont, gelegen in buijrschap Estvelt, voor ƒ 330,--.
[226]
Op 27-12-1749 transporteert
Aart Jacobsen, weduwnaar van Grietjen Otten, aan en ten
erffelijken behoeve van Hendrik Woutersen x Marritjen Everts,
een hoekjen velt gelegen op het Wesseler Veld tusschen het Rulerse Veld, het
Camperland en Jan Geurts Veld, in de buurschap Esveld voor ƒ 60,--.
[227]
Het herengoed Varecamp in het dorp Lunteren, kerspel Lunteren, Ambt Ede:[228]
2-4-1718 : Aert Jacobsen Varecamp x Annetie Henrix, krijgen transport na overdracht door Jacob Gerrits, bezitter van bijna de helft van de vrijgekochte percelen en de zaalweer.
10-5-1718 : Jacob Varekamp consent tot het houwen van bomen.
2-6-1725 : Aert Jac. Varecamp investiture en oprukking.
7-6-1725 : Consent voor het houwen van bomen.
21-4-1730 : Cornelis Brantsen investiture en oprukking na transport.
Uit het huwelijk (Evertsen-Otten) geboren :
-
a. Aart Maassen, (=kw. nr. 152).
-
b. Evert Maassen, ovl. na 1768, woont in "t zogenaamde kleijn Lunteren" (1777),[229]
tr. vóór 1768
Marritje Willems.
-
c. Rijk Maassen, onmondig in 1733,
-
d. Otto (Oth) Maassen, ged. Voorthuizen 7-2-1723[230], ovl. 1757-1768, j.m. van Vierhouten (1748), molenaar in Elspeet.
bewoner en gebruiker van de "Elspeeter Moolen met desselfs huys hof en landerijen",[231]
tr. Elspeet 25-2-1748[232]
(als zusterskinderen huwelijksdispensatie Hof van Gelderland 2-2-1748[233]
)
Rijkje Dirks, ged. Elspeet 27-1-1715, ovl. na 1774/75, betaalt ƒ 7,10,-- (1747) en ƒ 5,17,-- (1748) hoofdgeld als echtgenote van Ot Maassen, molenaar in het dorp Elspeet voor 2 personen, 2 knegts, 1 heerdstede, 1 morgen, 5 specien,[234]
doopget. (1761),
dr. van Dirk Teunissen (de Muller), molenaar van de korenwatermolen
te Staverden[235]
, en Aaltje Otten[236]
(zie kw. nr. ⇒ 611 ).
Op 22-6-1750 hebben Johan Walburgh scholtis tot Barneveld en Aalt Jansen als aangestelde curatoren
over den verlaaten en desolaten boedel van Jan Jansen Mulder te Elspeet
publijk verkogt aan Otto Maassen en sijn ehevrouw,
een agtste part min een agtiende part uyt een twaalfde part van d'Elspeeter
Moolen, soo als het selve uyt den verlaaten boedel van Jan Jansen Mulder is
heengekoomen en sulx voor een somma van ƒ 630 guldens. Geerfden zijn
F. van Voorts, D. Boonen.[237]
Op 28-5-1768 hebben Hendrik Rademaker x Marritje Derks, Rikje Derks, weduwe van Otto Maassen, Aart Maassen x Hendrikjen Jans, Gerrit Maassen x A.C. Nyenhuys, Claas Janssen x
Gijsbertje Willems, Ot Janssen, Otje Janssen, Hendrik Peelen
x Knelisje Gerrits,
Willem Janssen x Hendrikjen Peelen, Wijn Hendriksen x Styntjen Peelen, Evertje Peelen, Gerritje Peelen, Gangolv Peelen als mede
Hendrik Peelen en Aart Gijsbertsen, aangestelde momberen over
Peeltjen Peelen, mitsgaders Aart Evert Hoogland en Cornelis Sonneveld als tijdelijke Diaconen van Barnevelt in plaatse van
Evert Maassen x Marritje Willems,
zamentlijke erffgenamen van Cornelisje Wouters,
in erffcoop vercogt en al nu getransporteert aan Hendrik Cortus x
Lubbertje Lucassen
de geregte halvscheijd van 't erff en goedt Bellemans goedt, geleegen in buurschap
Swartebroek met sijn huysinge en vorder getimmer boomen en houdtgewassen hoff
hoffsteede en onderhoorige landerijen vheenen en plaggevelden en sulx voor de summa van
twee duysent drie hondert en vijfftig guldens. Geerfden zijn Teunis Woutersen, Hendrik Drost.[238]
Op 25-5-1768 hebben Hendrik Rademaker x Marritje Derks, Rikje Derks, weduwe van Otto Maassen, Aart Maassen x Hendrikjen Jans, Gerrit Maassen x A.C. Nyenhuys, Claas Janssen x
Gijsbertje Willems, Ot Janssen, Otje Janssen, Hendrik Peelen
x Knelisje Gerrits,
Willem Janssen x Hendrikjen Peelen, Wijn Hendriksen x Styntjen Peelen, Evertje Peelen, Gerritje Peelen, Gangolv Peelen als mede
Hendrik Peelen en Aart Gijsbertsen, aangestelde momberen over
Peeltjen Peelen, mitsgaders Aart Evert Hoogland en Cornelis Sonneveld als tijdelijke Diaconen van Barnevelt in plaatse van
Evert Maassen x Marritje Willems,
zamentlijke erffgenamen van Cornelisje Wouters,
bij publicque veyling en toeslag vercogt en alnu gecedeert aan
Hendrik Wouterssen en sijnen erven.
1/9 deel in erff de Bunt gelegen in 't Garderbroek, vervolgens xx deel van 1/9 deel,
nog 1/8 deel van 1/9 deel ofte soo en als het selve bij Wouter Otten en sijn vrouw in
eygendom is beseeten geweest, doende gemelde plaats in 't geheel in verpondinge
f 24-4-, zijnde voorts vrij allodiaal erff en goedt niet beswaart als met
Heerenverpondinge en andere lasten en wel voor de summa van negen hondert vijff
en negentig gulden.
Geerfden zijn Arent Vonck van Wolfswynkel , Hendrik Drost.[239]
Op 28-5-1768 hebben Hendrik Rademaker x Marritje Derks, Rikje Derks,
weduwe van Ot Maassen, vercogt aan Claas Janssen x Gijsbertje Willems,
Ot Janssen, Otje Janssen en haaren erven,
soodaane aandeel off erffportie als ieder van haar was hebbende aan de
Pureveense wind coornmoolen, als mede van huys hoff bakhuys en verder opstal
en onderhorige landerijen houdtgewassen velden en slaagen, gelegen in buurschap Kootwijkerbroeck os soo en als het selve bij wijlen
Wouter Otten gebruykt en beseeten is geweest, zijnde vrij allodiaal erff
en goedt, niet beswaart als met 's Heerenverponding en wel voor de
summa van drie hondert gulden ieder erffportie en
dus te zamen ses hondert guldens. Geerfden zijn Derck Brouwer, Hendrik Drost.[240]
Op 25-5-1768 hebben Hendrik Rademaker x Marritje Derks, Rikje Derks, weduwe van Otto Maassen, Aart Maassen x Hendrikjen Jans, Gerrit Maassen x A.C. Nyenhuys, Claas Janssen x
Gijsbertje Willems, Ot Janssen, Otje Janssen, Hendrik Peelen
x Knelisje Gerrits,
Willem Janssen x Hendrikjen Peelen, Wijn Hendriksen x Styntjen Peelen, Evertje Peelen, Gerritje Peelen, Gangolv Peelen als mede
Hendrik Peelen en Aart Gijsbertsen, aangestelde momberen over
Peeltjen Peelen, mitsgaders Aart Evert Hoogland en Cornelis Sonneveld als tijdelijke Diaconen van Barnevelt in plaatse van
Evert Maassen x Marritje Willems,
zamentlijke erffgenamen van Cornelisje Wouters,
bij publicque veyling en toeslag verkogt en alnu gecedeert en
getransporteert aan Hendrik Wouterssen en sijn erven,
een derde gedeelte van 't geheel en dan nog 1/16 deel van 1/9 deel
in 't erff en goedt genaamt de Munt gelegen in de buurschap
Kootwijkerbroek, beneffens sooveel gedeeltens in 't Mheenlandt gelegen
in de Puttermheen als Wouter Otten en desselvs vrouw daarvan
beseeten hebben, doende de geheele plaats in verpondinge
f 25-13- en van 't geheele mheenland ƒ 8-9, zijnde voorts vrij allodiaal
erff en goedt niet beswaaert als met 's Heeren verponding en wel voor de
summa van een duysent vijffhondert en twintig guldens. Geerfden zijn Arent Vonck van Wolfswynkel , Hendrik Drost.[241]
Op 2-6-1768 hebben Hendrik Rademaker x Marritje Derks, Rikje Derks, weduwe van Otto Maassen, Aart Maassen x Hendrikjen Jans, Gerrit Maassen x A.C. Nyenhuys, Claas Janssen x
Gijsbertje Willems, Ot Janssen, Otje Janssen, Hendrik Peelen
x Knelisje Gerrits,
Willem Janssen x Hendrikjen Peelen, Wijn Hendriksen x Styntjen Peelen, Evertje Peelen, Gerritje Peelen, Gangolv Peelen als mede
Hendrik Peelen en Aart Gijsbertsen, aangestelde momberen over
Peeltjen Peelen, mitsgaders Aart Evert Hoogland en Cornelis Sonneveld als tijdelijke Diaconen van Barnevelt in plaatse van
Evert Maassen x Marritje Willems, verkogt en alnu gecedeert en
getransporteert aan Willem Janssen x Hendrikjen Peelen,
soodaane gedeelten als gemelde erffgenamen waaren hebbende aan een
karpaardsplaatsje gelegen in buurschap Kootwijkerbroek en sulx voor de summa van
sestien hondert guldens tegens het geheel gereekent, behoudende den onmundigen
Peeltjen Peelen desselvs 15ee part in twee derde parten aan gemelde plaats, zijnde vrij allodiaal deylbaar erff en goed. Geerfden zijn Derk Brouwer, Hendrik Drost.[242]
Op 2-6-1768 hebben Hendrik Rademaker x Marritje Derks, Rikje Derks, weduwe van Otto Maassen, Aart Maassen x Hendrikjen Jans, Gerrit Maassen x A.C. Nyenhuys, Claas Janssen x
Gijsbertje Willems, Ot Janssen, Otje Janssen, Hendrik Peelen
x Knelisje Gerrits,
Willem Janssen x Hendrikjen Peelen, Wijn Hendriksen x Styntjen Peelen, Evertje Peelen, Gerritje Peelen, Gangolv Peelen als mede
Hendrik Peelen en Aart Gijsbertsen, aangestelde momberen over
Peeltjen Peelen, mitsgaders Aart Evert Hoogland en Cornelis Sonneveld als tijdelijke Diaconen van Barnevelt in plaatse van
Evert Maassen x Marritje Willems,
zamentlijke erffgenamen van Cornelisje Wouters,
bij publicque veyling en toeslag vercogt en alnu gecedeert aan
Willem Janssen x Hendrikje Peelen
een geregt vierde part van een plaatsje te Drienhuysen in buurschap Garderbroek
gelegen, doende in ordinaris verponding over het geheel ƒ 19-19- zijnde vrij allodiaal
erff en goedt en sulx voor de summa van vier hondert en veertig gulden. Geerfden zijn Derk Brouwer, Hendrik Drost.[243]
Op 3-7-1768 hebben Hendrik Rademaker x Marritje Derks, Rikje Derks, weduwe van Otto Maassen, Aart Maassen x Hendrikjen Jans,
Gerrit Maassen x A.C. Nyenhuys, Claas Janssen x Gysbertje Willems,
Ot Janssen, Otje Janssen, Hendrik Peelen x Knelisje Gerrits,
Willem Janssen x Hendrikje Peelen, Evertje Peelen, Gerritje Peelen, Gangolv Peelen, alsmede Hendrik Peelen en Aart Gysbertsen
als aangestelde momberen over Peeltje Peelen, mitsgaders
Aart Evert Hooglandt en Cornelis Sonneveldt als
tijdelijke Diaconen van Barneveld in plaatse van Evert Maassen x
Marritjen Willems,
zamentlijke erffgenamen van Cornelisje Wouters, vercogt gecedeert en
getransporteert aan Wyn Hendriksen x Styntjen Peelen,
een camp hooyland gelegen aan 't lage end te Essen, groot ongeveer
2 scheepel gesaay, benevens 1/3 part van Knuytencamp doende in
verponding enkele guldens -8-9 en wel voor de somma van vier hondert guldens.
Geerfden zijn Arent Vonk, Hendrik Drost.[244]
Op 12-5-1769 sijn Hendrik Evertsen x Evertjen Ryers wegens
geleende penningen schuldig aan
Rijkjen Dirks, weduwe van Otto Maassen,
een summa van vijff en seventig gulden, als mede aan
Derk Hendrikssen gelijke
summa van vijff en seventig guldens.
Als onderpand dient een vierde part in een erff en goed genaamt
Gerbregts goed, groot ongeveer thien
schepel, soo als bij haar selven gebruykt word en van
Dr. Jacobus Apeldorn als
volmagtiger van Hendrik Klinkenberg aangekofft, als mede hondert
boomen in de
Elspeter Bos van den oud Burgermeesetr Hendrik Boonen x
Hendrina Ravensberg aangekofft.
(Ingevolge vertoonde quitantie staande op de originele deses getekent door Derk Drost en Derk Otten, geroyeert den 15e july 1788.)
Geerfden zijn Abraham van de Graaff, Marten Steven van Coot. [245]
Op 28-2-1774 hebben Hendrik Evertsen x Petertjen Geurtsen uyt de hand verkogt en alnu
gecedeert en getransporteert aan Rikjen Derks, weduwe en boedelhoudersche van
wijlen Ot Maassen en haare erven,
een hoekje hoffs, gelegen in kerspel en dorp Elspeet, waaraan zuydwaarts gelant
zijn Gerrit Derksen en Geertjen Snyders en voor de rest de kopersche selvs, zijnde
vrij allodiaal deylbaar goed. Het hoekjen hoffs is verpligt jaarlijks en alle jaaren te
moeten leveren aan de tijdelijke predikant des kerspels Elspeet een vierl spint rogge,
Harderwijker mathe en zulx wel voor eene summa van vijff en veertig guldens vrijgelt. Geerfden zijn Ot Janssen, Hendrik Peelen.[246]
Op 22-6-1775 hebben Barent Stevensz x Hendrikjen Aarts Drost,
Willem Aartsen Drost x Geertjen Jansz, Jan Aartsen Drost x
Rykjen Hendriks, Gerrits Aartsen Drost x Aaltje van der Woude,
Evert Janssen x Aaltje Aartsen Drost, te zamen kinderen en erffgenamen
van Aart Lubbertsen Drost en Geertjen Heymans, in leven ehelieden,
publijk vercogt aan Jacob Jacobsen x Grietjen Otten en
Dirk Otten, kinderen en erffgenamen van
Rykje Dirks, weduwe van Otto Maassen en haren erven,
een camp saayland kennelijk gelegen bij de Elspeter Moolen in kerspel
Elspeet voor de summa van vijfftig guldens vrij geld. Geerfden zijn Jan Lutz,
G. Winckels.[247]
-
1. Dirk Otten, ged. Elspeet 26-1-1749 (hier is de vader molenaar in het dorp)[249], ovl. Elspeet 30-11-1788, tr. Elspeet 30-5-1785
Rijntje Jans, ged. Nunspeet 26-12-1760, ovl. Elspeet na 1818, (=kw. nr. 77).
j.d. van Nunspeet,
dr. van Jan Jansen en Jannetje Peters (zie kw. nr. ⇒ 154 ).
Voor verdere gegevens en nageslacht van dit echtpaar zie kw. nr. ⇒ 77 ).
-
2. Maas Otten, ged. Elspeet 1-1-1751, ovl. jong?
-
3. Grietjen Otten, ged. Elspeet 5-12-1751.
-
4. Maas Otten, ged. Elspeet 9-1-1757.
-
e. Gerrit Maessen van Seumeren, ovl. na 1768, onmondig in 1733,
tr. vóór 1768
A.C. Nijenhuis, ovl. na 1768.
Op 24-2-1768 verkopen
Gerrit Maasen x A.C. Nyenhuijs, Aart Maassen x Hendrikjen Jans, als mede Aart Evert Hoogland en Cornelis Sonnevelt als tijdelijke Diaconen van Barnevelt namens
Evert Maassen, aan Hendrik Peterssen mulder op Pureveen en
sijnen erven,
soodaane aandeel of portie als ieder van haar was hebbende aan de Pureveense
windcoornmoolen, als mede van huys hoff bakhuys en verder opstal en
onderhorige landerijen, houdtgewassen velden en slaagen, gelegen in de buurschap
Cootwijkerbroek of soo en als het selve bij wijlen Wouter Otten gebruykt geweest is
en beseeten heeft, zijnde vrij allodiaal niet beswaart erff en goed, en wel voor de
somma van neegen hondert caroly guldens.
[250]
Het herengoed "Beert Stevensgoedt", vanaf 1651 "Den Essenboom" of "Bart Stevensgoedt" genaamd, in het ambt Ede, kerspel Garderen, buurtschap Essen. De grootte :... etc. [251]
28-9-1769 : Hendrik Rademaker x Marrijtje Derks, Rikje Derks, wed. van
Otto Maessens, A.E. Hoogland, en Cornelis van Sonneveld, tijdelijk diaken
van Barneveld names Evert Maassens x Marritje Willems, Aart Maassen x
Hendrikje Jans, Gerrit Maassen van Seumeren x A.L. Nijenhuis, Klaas Janssen
x Gijsbertje Willems, Ot Jansen x Aartje Rademaker, Otje Jansen, tezamen
ergenamen van Cornelisje Woutersen, dr. van wijlen Wouter Otten x Gerritje Gerritsen, de laatste dochter en voor de helft erfgename van haar ouders Gerrit Gerritsen x
Hendrikje Pelen, approbatie van een transport aan Wijn Hendriks x Stijntje Pelen
van 8/30 van een pandschap van een kamp met nog een hoekje bouwland.
312. AART PETERS(EN) (DROST), ged. Nunspeet 3-6-1660[252]
, ovl. kort voor 1741, voor 21-4-1731[253]
, tr. Elspeet (huw. commissarissen) 4-9-1701[254]
313. GEERTJE HERMS (HARMSEN) (TOE WESTENDORP), ged. Epe 18-12-1669[255]
, ovl. 1744-1751[256]
.
|
Wapen (Toe) Westendorp : I. in zilver een rood heil op grasgrond, II. in blauw een klok hangende aan een dwarsbalk, alles van goud. Helmteken: het hert uitkomend. Dekkleden: rechts: zilver en rood, links: goud en blauw.[257]
[258]
|
Het wapen werd aangetroffen in glas-in-loodramen in een deur van de woning van Sarris Overbosch (1909-1998) te Ootmarsum.[259]
| |
Een herengoed in de buurtschap Westendorp, kerspel Epe, Ambt Epe :[260]
vul aan
o.a.:
Geertje Herms, wed. van Aart Peters, krijgt op 25-3-1744 consent voor het houwen van bomen op een herengoed tot Westendorp.[261]
Hullemanserve te Nunspeet :
Op 23-3-1682 krijgt Aert Peters Drost investiture en oprukking als erfgenaam van zijn vader Peter Aerts Drost.[262]
Op 10-10-1690 krijgt Aert Peters Drost oprukking (20-1-1699).[263]
Oprukking 19-11-1708 (geen naam vermeld, blijkbaar Aert Peters Drost).[264]
Op 26-5-1714 krijgt Fije Egberts, wed. van Peter Aertsen Drost, approbatie van een dispositie ten profijte van Aert Peters Drost en Marritien Peters en Hermtien Peters, in haar gedeelte.[265]
Op 14-4-1716 krijgt Aert Peters Drost oprukking (25-11-1719).[266]
Op 20-1-1720 krijgt Aert Peters Drost consent voor het houwen van bomen.[267]
Op 18-4-1739 krijgt Peter Aartsen consent voor het houwen van bomen.[268]
Op 1-3-1741 krijgt Peter Aartsen Drost investiture en oprukking als erfgenaam van zijn vader Aert Peterssen Drost.[269]
COMMENTAAR(¥)
Er zijn blijkbaar twee personen AART DROST. Deze tweede
AART PETERS DROST, tr. Nunspeet 11-4-1697[270]
,[271]
. AERTJE HENDRICKS, geb. Hoophuizen, beg. Nunspeet 3-1-1713 (Aart Petersz Drostt vrouw Aartjen).
Uit dit huwelijk kinderen gedoopt te Nunspeet:[272]
-
a. Peter Aarts Drost, ged. 11-12-1698.
-
b. Hendrik Aarts Drost, ged. 13-3-1701.
-
c. Stijntje Aarts Drost, ged. 4-4-1703.
-
d. Harmtjen Aarts Drost, ged. 27-6-1706, tr. Nunspeet 1-3-1737
Eijbert Eijbertsen Kruithof.
-
e. Eijbert Aarts Drost, ged. 14-1-1708.
-
f. Tijmen Aarts Drost, ged. 22-3-1711.
-
g. Andries Aarts Drost, ged. 6-11-1712.
-
h. Hendrik Aarts Drost, ged. 6-11-1712, (dit zou dan kw. nr. 156 zijn)
|
Uit zijn huwelijk geref. gedoopt te Elspeet (o.a.?) :
-
a. Peter Aartsen Drost, ged. 15-10-1702 (hier heet de moeder Geertje Willems![273]
), ovl. 1749-1765, volgens [274]
ovl./beg. Epe 27-1/1-2-1781, tr. ca. 1729[275]
Willempje Hendriks van Essen, ovl./beg. Epe 18/23-8-1780.
Hullemanserve te Nunspeet :
Op 18-4-1739 krijgt Peter Aartsen consent voor het houwen van bomen.[276]
Op 1-3-1741 krijgt Peter Aartsen Drost investiture en oprukking als erfgenaam van zijn vader Aert Peterssen Drost.[277]
Op 9-3-1741 krijgen Peter Aartsen Drost senior en Hendrick Aartsen Drost junior approbatie van hun testamentaire dispositie.[278]
Op 10-6-1745 krijgt Peter Aartsen Drost oprukking.[279]
Op 4-8-1749 krijgt Peter Aerssen Drost consent voor het houwen van bomen.[280]
Op 1-7-1765 krijgt Hendrik Aartsen Drost investiture en oprukking als erfgenaam van zijn broer Peter Aartsen Drost.[281]
Haardstedengeld van het Ambt Epe 1779/80:[282]
Westendorp
Peter Aerts ƒ 3,--.
-
1. Janna (Jannigje) Peters Drost, ged. Epe 10-6-1731, ovl. Epe 31-1-1812, tr. Epe 9-5-1751[284]
Aart Hendriks Jonker, ged. Epe 22-5-1721, wednr. van Gerritje Jans Wijnbergen,
zn. van Hendrik Aarts Jonker, landbouwer, en Grietjen Vorstelman
(zie kw. nr. ⇒ 1255 sub h1).
Uit dit huwelijk nageslacht.
-
b. Hendrik Aartsen Drost, (=kw. nr. 156).
-
c. Lambert Aartsen Drost, ged. Elspeet dec. 1704 (hier heet de moeder Geertje Willems![285]), ovl. Epe/Westendorp 28-12-1782, beg. Epe 3-1-1783, geref. lidmaat te Epe 1751 met attestatie van Elspeet,[286]
boer,
otr./tr. Elspeet (huw. commissarissen) 8/24-2-1732[287]
Arnolda (Aertjen) Jans Weijenbergh, ged. Nunspeet 20-3-1707, ovl./beg. Epe 11/15-5-1786[288], dr. van Jan Aarts Weijenbergh, mr. brouwer, en Trijntje Hendriks.
Haardstedengeld van het Ambt Epe 1779/80:[289]
Westendorp
Lambert Drost, ƒ 2,--.
zoek op HV Westendorp
Op 11-11-1743 hebben Harmen Aartsen x Pietertjen Heeres woonagtig te
Harderwijk verkogt en alnu getransporteert aan Otte Petersen x
Marritjen Fredriks woonagtig te Elspeet,
een halven akker land genaamt de KaarAkker, sijnde groot twee schepel land,
waar van Lambert Aartsen Drost de wederhelfte toebehoort, alwaar
oostwaards burgermeester Boonen, zuydwaards de Hooge Wegh,
westwaards Christiaan Heijmensen en noordwaards de Vliertseweg naast
gelegen is, sijnde vrij allodiaal deylbaar tinsgoed en sulx voor een somma
van hondert en vijftig guldens vrij. (Welke
somma door den kerkmeester Gerritsen Vermeer hier op verschooten en waar
van een obligatie is gemaakt, onder conditie inval de intressen niet
promt betaalt worden, 't voornoemde land voor 't capitaal en verloopen
intresse door voornoemde Gerrit Teunissen Vermeer sal mogen worden aangevat). Geerfden zijn Jan Hannissen, Wichman Lambertsen. [290]
Op 28-1-1788 wordt
een magescheid opgericht tussen Lambert van Essen wednr. en boedelhouder van
Gijsje Weyenberg ten eenre en Jan Weyenberg Sr en Fennetje Smits echtelieden,
Jacob Weyenberg en Marietje Jacobs echtelieden, en Marritje Weyenberg geass. met
haar oudste broer Jan Weyenberg Jr en Hannesje Driesen echtelieden,
Voorts Jan Hendriks Weyenberg en Willem Everts als voogden over het
onmondige kind van Aart Weyenberg bij Beertje Eiberts verwekt, allen
erfgenamen van Nicus Weyenberg voor Gijsje Weyenberg
Dan nog Reinder Coenraads van Wijngaarden en Maria Drost echtelieden, Barend Hendrik Aarts en Eybertje Drost echtelieden, Renger Elberts en Geertje Drost
echtelieden, allen erfgenamen van hun moeder Geysje Weyenberg en de overleden
kinderen
Aart en Trijntje Drost bij Lambert Drost verwekt en mede Jan Drost als
volmachtiger van zijn moeder Aartje Weyenberg te Epe en ook nog Jan Drost en
Jannetje Bakker echtelieden, en eindelijk nog Gerrit Jan Brink en Eibertje Wichmans echtelieden, namens hun moeder Gijsje Weyenberg. Zij verdelen de ongerede
goederen waaronder bijv. het Blauwe kruis onder Apperloo.
[291]
-
1. Aart Lamberts (Drost), ged. geref. Elspeet 8-2-1733 (ouders wonen "in 't dorp"), ovl. vóór 1788?
-
2. Truitjen Lamberts (Drost), ged. geref. Elspeet 9-3-1735.
-
3. Jan Lamberts (Drost), ged. geref. Elspeet 22-9-1737, ovl. na 1788, treedt op als gevolmachtigde van zijn moeder (1788),(¥)
tr. vóór 1788
Jannetje Bakker, mogelijk identiek met
Jannetje Michgelsen, geb. 1736/37, ovl. Harderwijk 28-10-1813, als wed. van Jan Drost en
dr. van Michgel Jansen en Aaltje Bakkers
COMMENTAAR(¥)
Hoe kan dat, als zijn moeder al in 1786 overleden is?
|
-
4. Geertjen Lamberts (Drost), ged. geref. Elspeet 15-5-1740, ovl. Epe 15-4-1815, tr. vóór 1788
Renger Elberts (Schipper), geb. Ermelo (volgens ovl. akte Nijkerk) 24-3-1763 (volgens Registre Civique) of 16-10-1763 (volgens hertr. akte), ovl. Epe 10-10-1820, dagloner wonend te Epe (1813, 1815), landbouwer (1820),
zn. van Elbert Hendriksen (Schipper) en van (Cornelisjen Aarts (volgens hertr. akte) of Aaltje van den Brink (volgens ovl. akte)).
Hij hertr. Epe 10-11-1815 Maria Schuurman, dagloonster, dr. van Hendrik Schuurman en Willemina Jans Spaan, waaruit nageslacht.
Register van naamsaanneming Epe 1812:
Renger Elberts (oud: 48), neemt de naam Schipper aan.
Registre Civique de l'Arrondissement d'Arnhem: Epe, 1813
Renger Elbers Schipper, dagloner, geb. 24-3-1763
-
5. Trientjen Lamberts (Drost), ged. geref. Elspeet 1-9-1743, ovl. vóór 1788?
-
6. Maria (Maartje) Lamberts (Drost), ged. geref. Elspeet 24-4-1746, ovl./beg. Zuuk/Epe 29-9/4-10-1808, doopget. (1773),
otr./tr. Epe 14-4/7-5-1775[293]
Reinder Coenraads van Wijngaarden (Wijngerden), ged. Epe 24-5-1744, ovl. Epe 6-12-1814, geref. lidmaat te Epe op Pinxteren 1765,
kuiper (1814).
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
7. Willem Lamberts (Drost), ged. geref. Elspeet 2-4-1749.
-
d. Eijbertien Aartsen Drost, geb. Uddel,[294]
ged. Elspeet 16-1-1707, (hier heet de moeder Geertje Harmens[295]
), ovl. Elspeet 24-11-1747[296]
geref. lidmaat te Elspeet (1727),[297]
tr. Elspeet 22-4-1736[298]
Reijer Jacobs Schouten, geb. Uddel (Elspeet?), ovl. Elspeet 21-11-1747, zn. van Jacob Reijers en Evertien Lamberts,
geref. lidmaat te Elspeet (5-12-1734).[299]
Met betrekking tot een herengoed tot Westendorp onder Epe is er op 3-12-1751 sprake van :
Het resterende 1/5 part is in bezit van de drie onmondige kinderen van wijlen
Reijer Jacobs en Egbertje Aerts. Een huis, hof, schuur, schot en hoppenvelt
en de navolgende landerijen. Een bosje aan genoemd huis en hof. Item schuur.
campje met een hof daar aan gelegen groot 4½ schepel gesaijs. Item het
zaailand voor de deur groot 1 mudde gesaijs. Item het Boekweite campje daar
aan gelegen groot 1 mudde. Idem het land den Nieuwen camp groot 5 schepel
gesaijs. behalve heggen en wallen. Item de rust ? groot 3 schepel, item het
kortje stukje groot ½ schepel. Item de Lange akkers groot 3 schepel. Item
de akker bij het Paddegat qroot ½ mudde, het Broodakkertje 1 spint, item
op het Kruijs 3 stukje groot te zamen 6 schepel. Item een ½ akkertje met
Jan Cornelis gemeijn, groot 2 spint. Item nog een bos gnt. de Pelle van
Marie Egberts geerfd en laatstelijk een akker gnt. den Haarakker groot 2
schepel zijnde alle deze genoemde goederen ten dele herengoed en ten dele
thinsgoed. En dan nog ongeveer 3 schepel hooiland zijnde thinsgoed gnt.
Marrien ackers gelegen op den Emster enck onder kerspel Epe t'endes den
Vijgenkamp ten oosten Jan Weijers en noorden de kopers met haar land in
den Vijgenkamp. In een later akte over dit herengoed is er op 20-12-1754
sprake van de onmondige kinderen van Reijer Jacobz Schouten en
Egbertje Aarts Drost met name Evert Aert en Jacob Rijerts Schouten.
Deze zijn dan erfgenamen van hun grootmoeder Geertje Hermens.
Deze drie kinderen krijgen op 1-8-1767 oprukking van hun 1/5 deel van
het herengoed in Westendorp.[300]
-
1. Evertjen Reijers Schouten, ged. Elspeet 28-7(8?)-1737, j.d. aan den Emsterenk,
otr. Epe 14-11-1756[302]
Andries Aarts Bosch, j.m. in Dijkhuizen,
zn. van Aert Evertsen Bosch en Magteld Gerrits Brouwer.
Uit dit huwelijk nageslacht.
Op 13-8-1767 krijgen Andries Bos x Evertje Reijers approbatie van een magescheid d.d. 16-5-1766 over 1/5 part, aangeerfd van hun moeder en grootmoeder.
Op 15-6-1775 krijgt Andries Bos oprukking van het herengoed Evert Cornelis hofstede in Westendorp.
[303] ZOEK OP HV.
-
2. Aart Reijers Schouten, geb. Uddel, ged. Elspeet 15-5-1740, ovl. na 1817, geref. lidmaat te Elspeet 9-6-1764.
tr. Elspeet 1-3-1767
Geertjen Cornelissen, geb. Vierhouten, ged. Elspeet 15-4-1743, ovl. Elspeet 2-2-1783 , geref. lidmaat te Elspeet 22-12-1762,
dr. van Cornelis Beertsen en Geertje Dirks.
Uit dit huwelijk vier kinderen gedoopt te Elspeet (1767-1779).
-
3. Jacob Reijers Schouten, ged. Elspeet 19-7-1744.
-
e. Hermen Aartsen Drost, ged. 21-4-1709, (hier heet de moeder Geertje Herms[304]), ovl. vóór 1765, tr. verm voor 1743
Pietertjen Heeres. Zij zijn "woonagtig te Harderwijk" (1743). Zie akte hierboven bij zijn broer Lambert.
-
f. Janna Aartsen Drost, ged. 18-4-1710, (hier heet de moeder Geertje Willems![305]), ovl. vóór 1765, tr. vóór 1751
Aert Lubberts ten Holthe.
-
g. Aaltje Aarts Drost, ovl. na 1763, j.d. van Nunspeet (1747),
tr. Elspeet (huw. commissarissen) 7-5-1747[306]
Evert Jansen, ovl. na 1763, j.m. van Elspeet (1747).
Op 13-1-1760 hebben Aart Top x Geertruyd Wijnen en
Teunis Vos x Wijnanda Wijnen vercoft en
alnu gecedeert en getransporteert aan Evert Jansen x Aaltje Aarts,
een half huys en hoff staande en gelegen in Elspeet aan den Brink, waar
aan doctor Brouwer rondom gelandet is en de wederhelfte
Willem Brouwer gehoort, sijnde vrij
allodiaal goed en sulks voor een somma van vijff hondert guldens.
Geerfden zijn Reijer van Vierhouten, Beert van Holten. [307]
Op 22-8-1763 hebben Evert Jansen x Aaltje Aarts verkogt aan
Erwetje Garrits, weduwe van Frederik Cornelissen,
de geregte halfscheyd van een huys en hoff in Elspeet door Peel Hannissen
bewoond wordende en waar van Willem Brouwer de wederhelfte toekomt,
sijnde vrij allodiaal goed, niet beswaert edogh met 's Heerenverpondinge
doende jaarlijks 17½ stuyver, voor eene somma van drie hondert guldens.
Geerfden zijn Johannis Evertse Frens, Beert Gangolffsen. [308]
COMMENTAAR(¥)
Niet goed is hier :
-
h. Willem Aartse Drost[309], bakker.
tr. Nunspeet 31-3-1740[310]
Geertje Jans.
Op 22-6-1775 hebben Barent Stevensz x Hendrikjen Aarts Drost,
Willem Aartsen Drost x Geertjen Jansz, Jan Aartsen Drost x
Rykjen Hendriks, Gerrits Aartsen Drost x Aaltje van der Woude,
Evert Janssen x Aaltje Aartsen Drost, te zamen kinderen en erffgenamen
van Aart Lubbertsen Drost en Geertjen Heymans, in leven ehelieden,
publijk vercogt aan Jacob Jacobsen x Grietjen Otten en
Dirk Otten, kinderen en erffgenamen van
Rykje Dirks, weduwe van Otto Maassen en haren erven,
een camp saayland kennelijk gelegen bij de Elspeter Moolen in kerspel
Elspeet voor de summa van vijfftig guldens vrij geld. Geerfden zijn Jan Lutz,
G. Winckels.[311]
Uit dit huwelijk gedoopt te Nunspeet [312]:
-
1. Jan Aartsen Drost, ged. 25-6-1741, ovl./beg. Nunspeet 8/13-9-1810, bakker,
tr. Nunspeet 20-2-1774[313]
Eijbertje Dreessen van de Kolk, ged. Nunspeet 9-6-1748, ovl. Nunspeet 10-11-1835, dr. van Drees Reijntsen en Hendrikje Cornelissen. Hieruit kinderen gedoopt te Nunspeet 1774-1788.[314]
-
2. Jannetjen Aartsen Drost, ged. 27-1-1743.
-
3. Jannetien Aartsen Drost, ged. 16-8-1744.
-
4. Hendrikjen Aartsen Drost, ged. 8-5-1746.
-
5. Arent Aartsen Drost, ged. 6-7-1749.
-
6. Lubbert Aartsen Drost, ged. 2-9-1753.
|
314. DIRK TONISSEN, ovl. 1708-1726, j.m. van Aalten in de graafschap Zutphen,
molenaar van de korenwatermolen te Staverden,[315], otr./tr. Kootwijk 18-5/10-6-1708 [316];(¥)
315. AALTJE OTTEN, ged. Kootwijk op Puijrveen 1-2-1682 [317], ovl. na 1740, tr. 2o 1715-1726
JAN JANSEN (MULDER), ovl. 1740-1750, molenaar te Elspeet (1726-1740).
COMMENTAAR(¥)
vul aan VG 22
|
Op 9-11-1726 verkopen
Elbert Hendriksen ende Marritjen Beerts, eghtel(uijden),
aan Jan Jansen, moolenaar tot Elspeet, en Aaltjen Otten eghtel(uijden) haar
gereghte aandeelen in huijs hoff schaapsschooten en onderhorige landerien daar tegenwoordig
Gangelig Beertsen tot Elspeet op woont dan nog onse gereghtigheijt aan huijs hoff en moolen
daar kooperen tegenwoordig selfs op woonen alles met des selfs reght en gereghtigheijt ap
en dependentis van dien niets daar van uijtgesondert en dat voor de somma van drijhondert
silvere ducatons en sulks te leeveren meij 1727 onder verbant en submissie van den Wel Ed.
Hove van Gelderlant met renuntiatie als na reghten alles breder te sien in den origen(eele) brieff als die van verkoopers nevens getuigen is ondertekent op den 9-11-1726.
De akte is geregistreerd den 5-5-1730.
[318]
Op 4-8-1729 wordt
het gedeelte in 't erff Veenhuijsen tot Elspeet so als bij Ganwelig Beertsen gebruijckt
nevens een aanpart in de moolen tot Elspeet toekomende Willem Evertsen ende
Jannetjen Claas, eghtel(uijden),
verkoft, getransporteert en overgegeven aan en ten erfflijken
behoeve van Jan Jansen Mulder tot Elspeet en Aeltjen Otten, eght(eluijden) voor de
somma van 400 guld(en)
De akte is geregistreerd den 20-2-1730.
[319]
Op 20-11-1738 verkoopt en transporteert
Evert Geurtsen aan Jan Jansen Mulder te Elspeet x Aeltjen Otten,
een twee en seventigste part aen de molen te Elspeet voornoemt, met sijn aendeel
aen huys hoff en daer bij gehorende landerijen, soo bij de kopers bewoont en
gebruykt wordende, alsmde sijn portie aen het oude molen land, waer aen
oostwaerts de Heer Burgermeester Boonen, west en zuydwaerts vercoper selfs en
noordwaerts de copers naest aengeland zijn, als ook aen den akker op de
molecamp, daer ten oosten en noorden de Heer Boonen voornoemt, ten westen het
gemeene velt en ten zuyden de heer Burgermeester Pannekoek naest aengelegen
zijn, wesende aen de molenhoff ten oosten en noorden de Steege en ten zuyden en
westen dukgemelte Burgermeester Boonen naest aengelant, zijnde deselve
goederen in den ampte van Barnevelt in het carspel en omtrent het dorp van Elspeet
en dit alles voor een somma van hondert en tien gulden.
[320]
Op 18-1-1740 verkopen en transporteren
Derk Engelen x Geertruydt Merrevelts, neffens Mechtelt Claerbeeck en Hendrickje Geurts, de getroude vrouw met haere eheman en de twee ongetrouwde met Peter Wijnen Brouwer geassisteert, aen Jan Jansen Mulder te Elspeet x Aaltje Otten,
de twee eerste comparanten yder een ses en dertighste deel en de derde off laetste
comparante een twee en seventighste deel aan de molen tot Elspeet, met haere
portie aan huys hoff en daerbij gehorende landerijen, soo bij copers bewoont en
gebruykt worden, als meede haerlieder aandeel aan het oude molenlant, waeraan
ooswaerts de heer Burgermeester Bonen, west en zuydwaerts het niuewe lant en
noortwaerts de copers selfs naest aangelant sijn, als ook aan den acker op den
Molencamp, daer ten oosten en noorden de heer Bonen voornoemt, ten westen het
gemeene velt en ten zuyden de heer burgermeester Pannekoek naest aengelegen,
wesende aan den molenhoff ten oosten en noorden de Steegh en ten zuyden en
westen dukgemelte burgermeester Bonen naest aangelant, soo als de vercopers
deese partien beseten hebben, sijnde gelegen omtrent het dorp van Elspeet en dit
alles voor de somma van vier hondert en vijfftigh guldens in 't geheel.
[321]
Op 22-6-1750 hebben Johan Walburgh scholtis tot Barneveld en Aalt Jansen als aangestelde curatoren
over den verlaaten en desolaten boedel van Jan Jansen Mulder te Elspeet
publijk verkogt aan Otto Maassen en sijn ehevrouw,
een agtste part min een agtiende part uyt een twaalfde part van d'Elspeeter
Moolen, soo als het selve uyt den verlaaten boedel van Jan Jansen Mulder is
heengekoomen en sulx voor een somma van ƒ 630 guldens. Geerfden zijn
F. van Voorts, D. Boonen.[322]
Uit haar eerste huwelijk (Tonissen-Otten) geboren (o.a.?) :
-
a. Merritien Dirks, ged. Elspeet 1-5-1711 (als Merritien, dr. van Derrick de Muller en Aeltien Otten[323]), (=kw. nr. 157).
-
b. Rijkje Dirks, ged. Elspeet 27-1-1715, ovl.. na 1774/75, tr. Elspeet 25-2-1748[324]
(als zusterskinderen huwelijksdispensatie Hof van Gelderland 2-2-1748[325]
). Otto (Oth) Maassen, ged. Voorthuizen 7-2-1723[326], ovl.. 1757-1768
j.m. van Vierhouten (1748), molenaar in Elspeet,
zn. van Maas Evertsen en Grietje Otten (zie kw. nr. ⇒ 305 ).
Voor verdere gegevens en nageslacht van dit echtpaar zie kw. nr. ⇒ 305 sub d).
316. JAN HELMERTS VAN ASSELT(¥), geb. Elspeet ca. 1669, ovl. na 1753, woont op de Kijkover in de buurschap Uddel (1730, 1743),
betaalt ƒ 7,--,-- (1747) en ƒ 5,5,-- (1748) hoofdgeld als tapper in de buurschap Uddel voor 1 persoon, 3 kinderen ouder dan 15 jaar, 1 heerdstede, 1 morgen, 5 specien,[327]
tr. 1o Elspeet geref. (huw. commissarissen) 14-2-1692[328]
PETERTJE GERRITSDR, geb. Elspeet[329], ovl. 1702-1717, tr. 2o Elspeet geref. 27-6-1717 (als wednr.)[330]
317. GEERTJE (GRIETJE) JANS (VAN DEN KIJKOVER), ovl. na 1731.
COMMENTAAR(¥)
Wie zijn Albert van Asselt x Hendrikje van Tongeren, Gerrit Harderwijk x Beerntje Arents van Asselt, Hendrik van Raelt x Gerritje van Asselt die tesamen met anderen erfgenamen zijn van 50 bomen staande in het Elspeterbosch (1755).[331]
|
Op 5-8-1743 hebben Hendrik Jansen x Weyme Everts, Hendrik Helmertsen
x Trijntjen Jans, Jan Helmertsen x Grietjen Jans, Hendrik Reijersen
x Annetjen Jans, Beert Jansen x
Pietertjen Jacobs, Jan Willemsen Bok x Geertjen Caspers verkogt en
getransporteert aan Otto Jansen x Geertjen Lubberts
elks pro quota haar aandeel van een half huys en hof minder een sestiende
part uyt gemelde halfscheyd, staande en gelegen te Elspeet, alwaar
oostwaards de kerk en pastory te Elspeet, zuydwaards westwaards en
noordwaards de gemeene weg naast geland sijn. En sulx voor de somma van twee hondert veertien caroli guldens en vijf
stuyvers en twaalf penningen. Geerfden zijn Gerrit Teunissen Vermeer, Jan Hannissen, Jannes Evertsen. [332]
Op 30-7-1753 hebben Jan Helmertsen, Jan Janssen x Rijkjen Christiaensen,
Arent Jansen x Gerritjen Hendriks, als meede Geertjen Janss en
Jannetjen Janss geassisteert met Jan Helmertsen als haeren momboir,
verkogt en alnu gecedeert en getransporteert aan Jan ten Caate x
Grietjen Wouters, een geregte halfscheyd van huys, hoff en onderhorige
landerijen van olts genaemt den Kijkover, gelegen in buurschap Uddel, soo
het selve bij Arent Janssen thans nogh bewoont en gebruykt wort en dat
voor een somma van 300 caroli guldens.
Geerfden zijn Arent Gerritsen, Beert Mouw.[333]
Uit zijn eerste huwelijk (van Asselt-Gerrits) geref. gedoopt te Elspeet [334]:
-
a. Trijntien Jansen (van Asselt), ged. 22-1-1693, ovl. na 1743, tr. Elspeet geref. 9-2-1716 (oud 23 jaar)
Evert Rijkertsen, ovl. na 1743.
Op 26-11-1743 hebben Evert Rijksen x Trijntjen Jans, Evert Michielsen x Aartje Jans en Gerrit Jansen x
Geertjen Lubberts samentlijk verkogt en al nu gecedeert en getransporteert
aan Jan Jansen Kaat x Grietjen Wolters
drie agste parten van de Kijk-over gelegen in buurschap Uddel, bestaande in huys,
hof en onderhorige landerijen soo het selve bij Jan Helmertsen bewoond en gebruykt
word en sulx voor een somma van hondert en tagentig gulden. Geerfden zijn Dithmar Martinius, Johannis Evertsen. [335]
vul aan Kw. VG p131.
-
b. Jan Jansen (van Asselt), ged. 18-11-1694, schoenmaker,
tr. 1o Elspeet geref. 2-11-1721 (oud 26 jaar)
Grietje Wouters van de Brink, ged. te Epe (Gl), ovl. vóór 1738, tr. 2o geref. 1738
Cornelisje Hartgers (Kaats ?) van Beek, ged. geref. Ermelo 24-12-1713, beg. Ermelo 6-2-1775 (Cornelisje Hartgers, 2 clocken), dochter van Hartger Gerritsen, kerkmeester te Telgt.
Uit zijn tweede huwelijk (Jansen-Hartgers) (o.a.?):
-
1. Hartger Jansen, geb. Horst "op Rijtbroek", ged. geref. Ermelo 24-1-1740.
-
2. Jan Jansen, geb. "op Rijtbroek", ged. geref. Ermelo 6-5-1742.
-
3. Hendrik Jansen, geb. "op Rijtbroek", ged. geref. Ermelo 20-9-1744.
-
4. Woutertje Jansen, geb. Horst, ged. geref. Ermelo 13-11-1757.
-
c. Aert Jansen (van Asselt), ged. 16-8-1696.
-
d. Aertien Jansen (van Asselt), ged. 11-11-1697, volgens [336] 14-1-1697, beg. Ermelo (Horst) 26-6-1766 (oud 68 jaar), van de Kijkover,
otr./tr. Harderwijk 21-4/8-5-1726[337]
Evert Michielse (Essenburg), ged. geref. Ermelo 26-11-1699, beg. Ermelo (Horst) 10-7-1776, zn. van Michiel Gerritsen en Dirckje Rijckerts.
Uit dit huwelijk geboren (o.a.?)[338] :
-
1. Michiel Evertsen, (zie kw. nr. ⇒ 633 sub b2).
-
e. Aeltien Jansen (van Asselt), ged. 29-10-1699, ovl. vóór 1702.
-
f. Gerrit Jansen (van Asselt), ged. 6-2-1701, ovl. na 1743, tr. vóór 1743
Geertjen Lubberts, ovl. na 1743.
-
g. Aeltien Jansen (van Asselt), ged. 6-9-1702.
Uit zijn tweede huwelijk (van Asselt-van den Kijkover) geref. gedoopt te Elspeet [339]:
-
h. Helmert Jansen (van Asselt), ged. 6-3-1718.
-
i. Jan Jansen (van Asselt), ged. 30-7-1719, ovl. vóór 1721.
-
j. Jan Jansen (van Asselt), ged. 7-9-1720, ovl. vóór 1723.
-
k. Jan Jansen (van Asselt) (of Kijkover), ged. 26-3-1723, beg. Ermelo 4-6-1761, timmerman,
tr. Elspeet geref. 26-2-1747 (hij oud 23 jaar, zij oud 25 jaar)
Rijkje Christiaans (Pluim), ged. geref. Elspeet 2-11-1721, ovl. Ermelo 4-10-1804 (oud 82 jaar, ten huize van haar dochter Petertje), dr. van Christiaan Jacobs (Pluim) en Gerritje Willems.
Op 14-10-1757 hebben Jan Jansen x Rijkje Christiaans verkogt en al
nu gecedeert en getransporteert aan Garrit Lammertsen x Maria Rijks,
een huys en schuurtje staande in Elspeet op de grond van de Gemeente,
waar voor jaarlijks aan de Boerrigters betaald word eene gulden, voorts
vrij allodiaal. En sulks voor een somma van twee hondert ses en
seventig guldens. Geerfden zijn Johannis Everts Frens,
Cornelis Fredriks. [340]
Uit dit huwelijk (o.a.?) :
-
1. Jan Jansen van Asselt, ged. Elspeet 26-2-1747;(¥)
COMMENTAAR(¥)
VG 20(1995)76 is hier onjuist.
|
-
2. Petertje Jansen van Asselt, ovl. na 1804.
-
l. Arend Jansen (van Asselt), ged. Elspeet 7-3-1725, (=kw. nr. 158).
-
m. Geertie Jansen (van Asselt), ged. 18-1-1728, ovl. na 1753.
-
n. Jentjen (Jannetje) Jansen (van Asselt), ged. Elspeet 11-11-1730 (hier heten de ouders Jan Helmertsen en Grietje Jans op de Kijkover)[341], als geref. lidmaat te Harderwijk vertrokken met attestatie naar Tholen (1778),
tr. 1o Harderwijk geref. 7-11-1755 (oud 24 jaar)
Teunis Claassen, geb. Harderwijk, ovl. Harderwijk 11-12-1771, tr. 2o Harderwijk 27-1-1774 (oud 43 jaar)
Swerus Jacobs van Veluwen.
318. HENDRIK (VAN GALEN?)(¥), geb. vóór ca. 1710.
COMMENTAAR(¥)
Hij is vermoedelijk niet
Henderi(j)k van Galen, geb. vóór ca. 1665, ovl. vóór 1710, tr.. vóór ca. 1687
Hilletien (Heijltjen) Claes van Leeuwen, ged. 3-2-1667, ovl. na 1715, waaruit twee kinderen gedoopt te Veenendaal 1701-1705, maar geen Gerritje.
Zie kw. nr. 705 sub g.
Immers Gerritje (Geertje) Hendriks van Galen krijgt nog een kind in 1757, zal dan hoogstens ca. 45 jaar oud geweest zijn, dus geboren na ca. 1712. Dat kan niet kloppen met het overlijden van Hendrik van Galen voor 1710, in welk jaar diens weduwe hertrouwt.
|
-
a. Gerritje (Geertje) Hendriks van Galen, geb. vóór ca. 1735, ovl. Elspeet ca. 1790, (=kw. nr. 159).
320. PIETER BARTHOLOMEUSZ VAN DER MEULEN, ged. 's-Gravenhage Grote K. 13-4-1644 (get. Joost Janssen, Anneke van der Meulen), beg. 's-Gravenhage 17-10-1697,[342]
[343]
mr. schoenmaker,
otr./tr. 1o 's-Gravenhage/Scheveningen geref. 28-2/14-3-1666[344]
HELENA VAN WAARDE(N) (WAERDE(N)), ovl. 1674-1684, j.d. van 's-Gravenhage (1666),
dr. van Dirck Salomonsz van Waerden, beenhakker en vleeshouwer uit Den Briel, en Levvyntje Pietersdr Brackman,[345]
[346]
tr. 2o 's-Gravenhage 9-4-1684;(¥)
321. KATHARINA JACOBSDR HOGEBOOM, geb. vóór ca. 1665.
COMMENTAAR(¥)
Archief van de Weeskamer Delft: Staat met scheiding van de boedel van Pieter van der Meulen, gehuwd met Helena van Waerden en Margaretha Zellers (1716).[347]
Duidt dit op een derde huwelijk van Pieter van der Meulen? Maar waarom staat Katharina Jacobsdr Hogeboom er dan niet bij?
|
Uit zijn eerste huwelijk (van der Meulen-van Waarden):[348]
[349]
-
a. Cathari(j)na Pietersdr van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Groote Kerk 26-1-1667 (get. Bartholomeus van der Meulen, Anna van der Meulen, Salomon van Waerden).
-
b. Maria Pietersdr van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Nieuwe Kerk 14-2-1668 (get. Jacob Pieters/Pots, Maijken Rosen).
-
c. Pieter Pietersz van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Nieuwe Kerk 18-8-1669 (get. Pieter van Waerden, Pieternella Brakman, Johannis van der Meulen), ovl. jong?
-
d. Johannis Pietersz van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Nieuwe Kerk 10-2-1672 (get. Bartholomeus van der Meulen, Reinier Brackman, Anna de Winter).
-
e. Pieter Pietersz van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Groote Kerk 22-4-1674 (get. Dirck Gouit met sijn vrou Geertruijt), doopget. (1711),
tr. Den Haag 2-4-1698[350]
Elsje Brugman, ged. Den Haag Ev.Luth 14-4-1677, ovl. Den Haag (impost) 17-12-1731, dr. van Pieter Brughman en Emmerentia Hoorn.
Uit dit huwelijk (o.a.?):[351]
-
1. Pieter van der Meulen, ged. Den Haag 4-11-1700, meesterchirurgijn,
tr. 1o Den Haag 6-7-1732[352]
[353]
Cunira Francken, ged. Dordrecht 19-10-1702, ovl. Den Haag (impost) 2-5-1754, dr. van Pieter Francken, grossier en Maria van der Straten,
tr. 2o [354]
Bernardina van Beest.
Uit zijn eerste huwelijk (van der Meulen-Francken) (o.a.?) :
-
aa. Elsje van der Meulen, ged. 's-Gravenhage Nieuwe K. 20-2-1735 (get. Elizabeth van der Meulen).
-
bb. Pieter van der Meulen, ged. 's-Gravenhage Grote K. 20-2-1735 (get. Arnoldus Francken en Elizabeth Francken).
-
cc. Wilhelmina van der Meulen, ged. 's-Gravenhage 14-11-1742, ovl. 's-Gravenhage 17-2-1842.
tr. 's-Gravenhage Schev.K 14-6-1772
Zeeger Mouton, ged. 's-Gravenhage 24-8-1743, ovl. 's-Gravenhage 30-4-1826, meester timmerman en architect aldaar,
zn. van Pieter Mouton, mr. timmerman en oprichter van de firma P. Mouton & Zoon te 's-Gravenhage, en Johanna Maria de Graaf.
-
aaa. Pieter Mouton, geb. 's-Gravenhage 10-4-1773, ovl. 's-Gravenhage 25-5-1860, meestertimmerman, architect en uitgever.
tr. 1o 's-Gravenhage 9-3-1800[356]
Fransina Cornelia Stricker, ged. 's-Gravenhage 24-5-1779, ovl. 's-Gravenhage 30-10-1810, dr. van Johannes Stricker and Johanna Stiffvrij,
tr. 2o 's-Gravenhage 26-2-1812
Johanna Frederieka Gaillard, ged. 's-Gravenhage 8-11-1775, ovl. 's-Gravenhage 9-11-1843, dr. van Leendert Gaillard and Johanna Gelina Groneman.
Uit zijn eerste huwelijk (Mouton-Stricker) :[357]
-
aaaa. Zeger Willem Mouton, geb. 's-Gravenhage 8-1-1801, ovl. 's-Gravenhage 27-1-1828, timmerman.
-
bbbb. Johannes Leonardus Mouton, geb. 's-Gravenhage 3-10-1802, ovl. Buitenzorg (NOI) 3-12-1831, adjunct-secretaris der Indische Regering (1830),
woont te Batavia (1830-1831), Buitenzorg (1831).[358]
-
cccc. Pieter Mouton, geb. 's-Gravenhage 31-7-1804, ovl. 's-Gravenhage 9-1-1878, architect en houthandelaar te 's-Gravenhage,
tr. 's-Gravenhage 27-5-1829[359]
Christina Slotboom, geb. 's-Gravenhage 10-10-1808, ovl. 's-Gravenhage 18-3-1874, dr. van Willem Slotboom and Gerhardina Reijtenbagh.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
dddd. Franciscus Cornelis Mouton, geb. 's-Gravenhage 16-7-1806, ovl. 's-Gravenhage 29-10-1869, mr. metselaar.
tr. Naarden 29-10-1830[360]
Emma Wilhelmina van der Stok, geb. Naarden 12-1-1804, ovl. 's-Gravenhage 22-7-1887, dr. van Nicolaas van der Stok en Antje van Ingen.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
eeee. Martinus Johannes Mouton, geb. 's-Gravenhage 11-3-1808, ovl. 's-Gravenhage 28-11-1833, schilder te 's-Gravenhage,
tr. 's-Gravenhage 13-3-1833[361]
Maria Elisabet Beck, geb. 's-Gravenhage 23-11-1809, ovl. 's-Gravenhage 3-12-1870, dr. van Carel Hendrik Lodewijk Beck and Henderina Maria van Raden.
-
ffff. Willemina Petronella Mouton, geb. 's-Gravenhage 2-4-1810, ovl. 's-Gravenhage 21-3-1812.
Uit zijn tweede huwelijk (Mouton-Gaillard) :[362]
-
gggg. Wilhelmina Mouton, geb. 's-Gravenhage 10-2-1814, ovl. 's-Gravenhage 2-2-1853, tr.[363]
Willem van Schagen, geb. Capelle aan den IJssel 13-9-1808, ovl. 's-Gravenhage 14-4-1882, directeur van een gasfabriek te 's-Gravenhage, kpt. der schutters aldaar,
zn. van Cornelis Arie van Schagen and Maria Boele.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
hhhh. Johanna Gelina Mouton, geb. 's-Gravenhage 17-4-1815, ovl. 's-Gravenhage 13-10-1815.
-
iiii. Fredericus Johannes Mouton, geb. 's-Gravenhage 8-9-1817, ovl. 's-Gravenhage 8-9-1817.
-
jjjj. Anna Leonarda Mouton, geb. 's-Gravenhage 20-5-1819, ovl. 's-Gravenhage 25-9-1902, tr. 's-Gravenhage 1-6-1842[364]
Henderik Weijmans, geb. Dordrecht 24-10-1804, ovl. 's-Gravenhage 19-11-1873, referendaris Dept. van Binnenlandse Zaken, ridder N.L.
dr. van Gerrit Weijmans and Elizabeth Schmidt.
-
bbb. Pieter Bernardus Mouton, geb. 's-Gravenhage 3-8-1774, ovl. 's-Gravenhage 11-11-1774.
-
ccc. Johannes Mouton, geb. 's-Gravenhage 23-8-1775, ovl. 's-Gravenhage 17-5-1850, apotheker,
tr. Noordwijk-Binnen 9-9-1798[365]
Jannetje van Struyck, geb. Noordwijk-Binnen 1-9-1771, ovl. 's-Gravenhage 20-4-1847, dr. van Jan van Struyck en Anna Heemskerk.
-
aaaa. Zeeger Willem Mouton, geb. 's-Gravenhage 31-12-1799, ovl. 's-Gravenhage 26-3-1845, lid fa. J. Mouton & Zoonen, apothekers te 's-Gravenhage.
tr. 's-Gravenhage 22-8-1827[367]
Catharina Hendrika Stutterheim, geb. 's-Gravenhage 26-8-1803, ovl. Rijswijk (ZH) 17-6-1875, dr. van Frederik Johan Stutterheim, smid en slotenmaker, en Hendrika Geertrui Center.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
bbbb. Anna Magdalena Mouton, geb. 's-Gravenhage 22-3-1801, ovl. 's-Gravenhage 11-12-1878, tr. 's-Gravenhage 25-3-1835[368]
Gijsbertus Mullemeister, geb. Utrecht 14-3-1802, ovl. 's-Gravenhage 14-12-1875, ontvanger in- en uitg. rechten, ridder N.L.,
zn. van Johannes Engelberth Mullemeister and Johanna Antonia van Rijsoort.
-
cccc. Jan Maarten Mouton, geb. 's-Gravenhage 20-2-1802, ovl. 's-Gravenhage 14-12-1802.
-
dddd. Willemina Petronella Mouton, geb. 's-Gravenhage 16-1-1804, ovl. 's-Gravenhage 19-3-1804.
-
eeee. Jan Maarten Mouton, geb. 's-Gravenhage 31-10-1806, ovl. 's-Gravenhage 16-3-1873, lid fa. J. Mouton & Zoonen, apothekers te 's-Gravenhage,
tr. 's-Gravenhage 9-7-1834[369]
Jacoba Geertruida Maria Eyssell, geb. 's-Gravenhage 17-2-1815, ovl. 's-Gravenhage 26-11-1893, dr. van Arend Philippus Theodorus Eijssell and Davina Alida Sophia van der Meer.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
ffff. Dr. Leonard Pieter Mouton, geb. 's-Gravenhage 24-2-1808, ovl. 's-Gravenhage 5-4-1901, ingeschreven als student geneeskunde aan de Universiteit van Leiden 8-7-1826,[370]
promoveert op 19-11-1833 cum laude in de geneeskunde aan de Universiteit van Leiden op een dissertatie getiteld "De Oculorum in Morbis habitu",[371]
geneesheer te 's-Gravenhage,
tr. 's-Gravenhage 14-7-1841[372]
Cornelia Sybille Krantz, geb. 's-Gravenhage 9-10-1808, ovl. 's-Gravenhage 13-10-1881, dr. van Johannes Justus Krantz and Cornelia Sybilla van de Laar.
-
gggg. Franciscus Cornelis Mouton, geb. 's-Gravenhage 30-6-1809, ovl. 's-Gravenhage 27-6-1812.
-
hhhh. Johanna Wilhelmina Maria Mouton, geb. 's-Gravenhage 22-7-1811, ovl. 's-Gravenhage 3-5-1884.
-
iiii. Willemina Quirina Mouton, geb. 's-Gravenhage 22-7-1811, ovl. 's-Gravenhage 20-4-1874.
-
ddd. Quinira Petronella Mouton, geb. 's-Gravenhage 16-8-1777, ovl. Rotterdam 13-12-1830, tr. 's-Gravenhage 9-5-1802[373]
Johannes Louis Dekkers, geb. Sprang 19-2-1777, ovl. Rotterdam 12-3-1823, winkelier te Rotterdam (1802, 1811),
zn. van Adam Dekkers and Johanna Louisa Teusselman.
-
aaaa. Zeger Willem Dekkers, geb. Rotterdam 1803/04, tr. Rotterdam 30-4-1834
Maria Apolonia van den Brinck, geb. Amsterdam 1812/13, dr. van Casper van den Brinck en Maria Elisabeth Schoonken.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
bbbb. Louisa Johanna Dekkers, geb. Rotterdam 1810/11, tr. Rotterdam 3-4-1839
Alexander Stempels, geb. Dordrecht 1814/15, zn. van Nicolaas Stempels en Geertruij Leemschot.
-
eee. Wilhelmina Mouton, geb. 's-Gravenhage 4-2-1780, ovl. 's-Gravenhage 26-4-1780.
-
f. Alexander Pietersz van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Nieuwe Kerk 2-2-1676 (get. Alexander Ennis, Maria van Ankeren).
-
g. Jacobus Pietersz van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Klooster Kerk 21-5-1677 (get. Johan Fliervelden en Margarita Brakman)[375], beg. 's-Gravenhage 27-8-1715, j.m. wonende te 's-Gravenhage (1705),
otr./tr. Den Haag geref. Nieuwe Kerk 21-6/7-7-1705[376]
[377]
Neeltje Josuasdr van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Nieuwe Kerk 27-6-1683 (get. Catharina Winckelmans), j.d. wonende te 's-Gravenhage (1705),
dr. van Josua van der Meulen, mr. schoenmaker, en Hester Winkelmans (zie kw. nr. ⇒ 641 sub c).
Uit dit huwelijk:[378]
[379]
-
1. Elena Jakobusdr van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Groote Kerk 28-10-1705 (get. Johannes Kuper, Anna van der Meulen, Elena Gavaret).
-
2. Pieter Jacobsz van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Groote Kerk 20-10-1706 (get. Pieter en Anna van der Meulen), tr. 's-Gravenhage geref. 11-1-1733[380]
Ariaantje (Adriana) Blanckenburgh, ged. geref. 's-Gravenhage Klooster Kerk 1-6-1707 ((get. Jacobus van Grol, Marijtje van Marele), beg. 's-Gravenhage 19-5-1785, dr. van Jacobus Blanckenburgh en Geertruyd van der Linden).
-
aa. Neeltje Pietersdr van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage gedoopt Groote Kerk 20-2-1735 (get. Markus Koning en Anna Maria van de Bos).
-
bb. Katharina Pietersdr van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Groote Kerk 22-1-1738 (get. Jan Hoek en Katarina Oilring), beg. 's-Gravenhage 3-9-1799, otr./tr. 's-Gravenhage Kloosterkerk 20-9/4-10-1767
Koenradus Cornelis Gijseman, ged. geref. 's-Gravenhage Groote Kerk 23-1-1743 (get. Koenradus Boogaert, Johanna Boogaert), ovl. 's-Gravenhage 22-12-1820, drukker,
zn. van Jan Gijseman en Maria Boogaert.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
cc. Cornelis Pietersz van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Groote Kerk 15-6-1741 (get. Johannes Hak en Apolonia van Dulcken).
-
dd. Hester Pietersdr van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage 31-12-1749 (get. Johannes Koninck en Hester Koninck).
-
3. Johanna Jakobusdr van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Groote Kerk 28-3-1708 (get. Abraham van der Meulen, Johanna Pekijn).
-
4. Hester Jakobusdr van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Groote Kerk 4-2-1711 (get. Pieter van der Meulen, Hester van der Meulen).
-
h. Abraham Pietersz van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Nieuwe Kerk 17-12-1679 (get. Abraham de Harder, Geertruijd van der Meulen), doopget. (1708),
tr. vóór 1726
Johanna Peequeyn (Pequin), doopget. (1708).
Uit dit huwelijk (o.a.?):[382]
-
1. Eva van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage 15-12-1726 (get. Everhardus Pequin en Katrina de Jongh.
-
2. Rachel van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage 5-12-1728 (get. Kasparus de Groot en Rachel van Raast).
-
i. Isaack Pietersz van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Nieuwe Kerk 15-2-1682 (get. Harpert Hovenburgh, Jannetje Cornelisse).
Uit zijn tweede huwelijk (van der Meulen-Hogeboom):[383]
-
j. Maria van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Nieuwe Kerk 26-12-1686 (get. Jacob en Cornelia Hogeboom).
-
d. Hendrik van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Grote Kerk 28-8-1689 (get. Jakob, Kornelia en Anna Hogeboom), (=kw. nr. 160).
tweeling met,
-
e. Jakob van der Meulen, ged. geref. 's-Gravenhage Grote Kerk 28-8-1689 (get. Jakob, Kornelia en Anna Hogeboom).
322. DAVIDT VAN DER MEULEN, ged. Den Haag 18-4-1650.
323. JANNETJE MOSIS.
Uit dit huwelijk geboren (o.a.?) :
-
a. Dorothea van der Meulen, ged. Den Haag 6-8-1698, beg. aang. Den Haag 22-5-1736, (=kw. nr. 161).
324. ISAACK MERGOUW (MORGOU, MARGOUW), ged. Leiden 22-4-1663, ovl./beg. Leiden 30-11/7-12-1757, wolkammer wonend op de Geergraft (1689),
koopt (1720) en verkoopt (1728) een huis in de Achterste Doelsteeg,
koopt (1722) en verkoopt (1729) een huis in de Haverstraat,
koopt (1723) en verkoopt (1729) een huis op de Zijdgracht,
koopt (1725) en verkoopt (1726) een huis op de Oude Varkenmarkt,
doopget. (1722),
tr. 2o mrt-nov. 1720
SARA DE HAES, ovl. na 1722, wed. van Jan Lambertsz Marlier (huw. 1700, en bij wie kinderen),
woont op de Doelgraft (1700),
erft (1720) en verkoopt (1720) een huis in de Narmstraat te Leiden,
doopget. (1694..1722),
otr. 1o Leiden Waalse Kerk 9-9-1689 (get. voor hem Abraham Morgou, zijn broer wonend op de Garemart, voor haar Maria Edisel, haar zuster wonend in de Raemsteegh, en Ariaentie de Graeff, haar schoonzuster wonend in de Gorstestraet)
325. RA(E)CHEL EDISEL (EDISEYN, EDEGOM, EDUSEL, EDEGEL, EEDESVEL), ged. Leiden 14-10-1657, ovl./beg. Leiden 2/9-3-1720, wonend op de Geergraft (1681..1689),
huw. get. (1687), doopget. (1678..1699),
otr. 1o Leiden Waalse K. 29-8-1681 (get. voor haar Lijsbeth Wasseur, haar schoonzuster wonend op de Binnevestgraft, voor hem Jean Bourso, zijn zwager wonend in de Gorstestraet)
CLAES (NICOLAES) DE SITTER, ovl. 1682-1689, wednr. van Marya Slos, wonend op de Geergraft (1681).
Bonboeken Leiden:
Een huis in de Narmstraat ZZ bon Hogemors:[384]
8-10-1700:
Op den 30 Maert is alhier over gelevert copie autentijcq uit
seeckere scheijding gepasseert voor de Nots. Johannes Becquau ende seeckere getuijgen binnen Leijden
in dato den 2 maert 1720 tussen eerbare Sara de Haes, wed. van
zal(ige)r Jan Marlier, mitsgaders Isaac van(der) Wagh als in huijwelijk
hebbende Marijtie Marlier en Joseph Marlier ende laatstelijck de voorn. Isaac van der Wagh ende Jan Favier als in de seclusie van de E: Weesmeesteren haren gestelde voogden over Jan Marlier
als kinderen en erfgenaemen van voorn. Jan Marlier
aenbedeelt d' voorn. Sara de Haes, wedu. van Jan Marlier.
16-11-1720:
Is bij Isaac Margouw als in huijwelijk hebbende Sara de Haes vercoft aen Willem Albertsz van(de)n Werf vrij om 223 gld gereet gelt.
Bonboeken Leiden:
Een huis in de Achterste Doelsteeg bon Noord-Rapenburg:[385]
29-10-1720:
Is bij hem (=Cornelis van Persijn) vercoft aan Isaac Margouw vrij om 150 gld gereet gelt.
16-9-1728
Is bij hem (-Isaac Margouw) vercoft aen Cornelis Knetter vrij om 165 gld gereet gelt.
Bonboeken Leiden:
Een huis in de Haverstraat NZ bon Oost-Nieuwland:[386]
30-5-1722: Is bij hem (=Abraham de Rouw) vercoft aan Isaac Murgouw vrij om 350 gl gereet gelt.
4-1-1729: Is bij hem (=Isaac Murgouw) vercoft aen Johannes Schoeman vrij om 355 gl gereet gelt.
Bonboeken Leiden:
Een huis op de Zijdgracht OZ bon Oost-Nieuwland:[387]
12-5-1723:
Is bij Eva de Rijck, wed. van Johannes de Cruijs ende meede erfgen(aem) van Antonij de Koningh, vercoft aen Isaac Margouw met belastingh vande voorsz. pacht om 145 gld gereet gelt.
8-1-1729
Is bij hem (=Isaac Margouw) vercoft aen Willem van Heijningen belast mette voorsz pacht, om 160 gld gereet gelt.
Bonboeken Leiden:
Een huis op de Oude Varkenmarkt OZ bon Noord-Rapenburg:[388]
17-6-1725:
Is bij Pieter van Leeuwen, soon en mede geinstitueert erfgen(aem) van Marijtie Pleunen, in haer leven wedu. ende boedelhoutster van Claes Cornelisz van Leeuwen, vercoft aen Isaac Margouw met belastinge van de voorsz. pacht om 370 gld gereet gelt.
16-1-1726
Is bij hem (=Isaac Margouw) vercoft aen Michiel Haseman vrij om 380 gld. gereet gelt.
Uit haar eerste huwelijk (de Sitter-Edisel) (o.a.?) :
-
a. Jacobus de Sitter/van Heeter, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 1-11-1682 (vader: Nicolaus van Heeter (!), get. Isaack de Ree, Marija Edegel, Jacomijntje Slos).
Uit haar tweede huwelijk (Mergouw-Edisel) (o.a.?) :
-
a. Rachel Mergou (Mugau), ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 3-4-1691 (get. Abraham Edygel, Adriaentje de Graef).
-
b. Abraham Mergou, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 2-8-1693 (get. Isaak Derrij, Marij Abrahams), ovl. jong?
-
c. Abraham Morgou, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 26-7-1695 (get. Christiaen Kerkvliet, Maria Edigel), ovl. jong?
-
d. Abraham Mergouw, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 2-12-1695 (get. Christiaan Kerkvlied, Maria Edigel), ovl./beg. Leiden 21/28-6-1770, (=kw. nr. 162).
-
e. Pieter Meergou, ged. geref. Leiden Pieterskerk 20-4-1701 (get. Pieter de Fan, Marij de Geerman), ovl. 1732-1762, koopt een huis op Levendaal OZ (1734), dat hij nalaat aan zijn broer Abraham.
Bonboeken Leiden:
Een huis op Levendaal OZ bon Oost-Nieuwland :[389]
7-1-1734:
Is bij de voogden over het minderjarige kind van Cornelis Vennekool verkogt aan Pieter Murgouw, vrij om 45 gld gereed geld.
Op den 29-9-1768 is alhier overgelevert een onderhandse attestatie getekent bij Jan Langhorst en Jan van Hille op den 29-9-1762 waar bij zij hebben gedeposeert dat Pieter Murgouw tot zijne eenige erfgename ab intestato heeft nagelaten zijn broeder Abraham Murgouw.
6-10-1768
Is bij hem (=Abraham Murgouw) verkogt aan Leendert Houweling, vrij om 40 gld gereed geld.
-
f. (Joh)Anna Muergouw, beg. Leiden Pietersk. in de week 3-10-10-1755, filiatie niet bewezen,
doopget. (1732, 1735),
otr. Leiden 24-2-1722[390]
Hendrik Willemse, ged. Leiden Loodsk. 13-7-1698 (get. Hendrik Willemse en Katrina Jans), ovl. 1741-1755, greinwerker,
doopget. (1732, 1735),
zn. van Abraham Willemse, greinwerker, en Jaapje van den Berg.
Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
1753/54: Anna Muurgouw, Testament [391]
-
1. Marie Willemse, beg. Leiden in de week van 1-8-8-1741.
326. JACOBUS VAN DE(R) KELDER, ged. Leiden Hooglandse K. 24-5-1665 (get. Jacob Jorisz van der Kelder, Lijsbet Claes en Magdalena Buinie), ovl./beg. Leiden 9/16-1-1723, vachteploter (1692), wonend in de Krayerstraet (1692), in de Scheijstraet (1695),
koopt (169) en verkoopt (1717) een huis in de Molenwerfsteeg OZ te Leiden,
huw. get. (1695), doopget. (1719),
heeft een relatie(¥) met[393]
GEERTRUIJD (D)ROOTE (DE ROODE), ovl. Oegstgeest, beg. buiten Leiden 22-6-1745 (Geertruijd de Roode, weduwe van Johannes Kelder (sic!)), wed. van Jacob Geld,
huw. get. wonend op de Koepoortsgragt (1737), op de Marendorpsche Achtergracht (1745),
otr. 1o Leiden Waals 31-10-1692 (get. Servaes van de Kelder, zijn neef op de Oostdwersgraft, Margriet Keuckelaer, haar zuster in de Korte Vrouwensteegh)
327. FLORENTIA (VAN DER) KEUCKELAER, geb. vóór ca. 1675, ovl./beg. Leiden 12/19-6-1700, afkomstig van Doornik,
wonend in de Vrouwesteegh op de Haerlemstraet (1690), in de Korte Vrouwensteegh (1692), in de Scheijstraet (1695).
COMMENTAAR(¥)
Van een eventueel later huwelijk tussen Jacobus van der Kelder en Geertruijd Droote is vooralsnog niets gebleken, ofschoon zij begraven wordt als zijn weduwe.
|
Bonboeken Leiden:
Een huis in de Molenwerfsteeg OZ bon Noord-Rapenburg:[394]
22-7-1698:
Is bij Fijtje Willems Persoon, wed. van Jan van der Voort voor de ene helft, ende Jan Jansz van der Voort cum sociis, kinderen ende erfgen(aeme)n van Jan Jansz van der Voort voorn(oem)t voor de wederhelfte, vercoft aen Jacob van der Kelder vrij om 205 gld. gereet gelt.
20-1-1717:
Is bij hem (=Jacob van der Kelder) vercoft aen Pieter Lugt vrij om 150 gld. gereet gelt.
Op 4-4-1709 compareren Jacobus van der Kelder weduenaar van Florens Kekleer (!) ter eenre ende Geertruij Drote soo sij sijde(¥) weduwe van Jacob Geld, beijde wonende binnen desers stadt, mij notaris bekent, ter andere seijde. Dewelken te kennen gaven dat se met den and'ren in minder vrientschap t'samen hebben geteelt den soon tegenwoordig out agt weken genaamt Johannes, over de devloratie, craamkosten en alimentatie van dat geval, sij wederom in minne en vrintschappe met ten and'ren sijn verdragen ende overeengekomen so sij doen bij desen. Namentlijk, dat den eersten comparant aan de tweede comparante de tijt van tien jaren lanck (indien het kint soo lang int' leven blijft anders tot desselfs overlijden toe) sal moeten uijtkeren sweecs twaalf stuijvers en en ingevalle t'gemelde kint binnent voorsz. tijt quam te overlijden soo sal den eersten comparant het kint tot sijne koste eerlijk ter aarde moeten bestellen, waarmede alle qestien doot, af ende te niet sal sijn sonder enige te reserveren anders (indien het kint boven de tien jaaren nog alimentatie mogt van noden hebben dat hij dan nog sal moeten continueren). Tot naarkominge ende voldoeninge deses verbindende de comparanten hare respective personen ende goederen, roerende ende onroerende gene uijtgesondert, stellende deselve onder bedwang ende executie van alles s'heren reglen ende regteren. Consenterende voorts hier af gemaekt ende gelevert te werden contract in forma. Aldus gedaan, verleden ende gepasseert binnen Leijden ter presentie van Cornelis van Hutte ende Willem IJsselsteijn als getuijgen hier toe versocht. W.g. Jacobus van de Kelder, de getuigen, en een merk bij Geertruij Droote gesteld.
[395]
COMMENTAAR(¥)
Waarom voegt de notaris hier de woorden "soo sij sijde" toe aan de verklaring van Geertruij Drote dat zij weduwe is van Jacob Geld? Zou hij haar niet geloven? Inderdaad valt in Leiden geen huwelijk van Geertruij Drote en Jacob Geld te vinden. Er valt zelfs helemaal geen Jacob(us) Geld/Gelt in de archivalia van Leiden te vinden!
|
|
Handtekening van Jacobus van der Kelder en merk door Geertruid Droote gesteld onder de alimentatie overeenkomst voor hun "in minder vrientschap .. geteelde" zoon Johannes van der Kelder (1709).
klik op plaatje(s) om te vergroten |
Uit zijn (eerste huwelijk) (van der Kelder-Keuckelaer):
-
a. Florentia van der Kelder, ged. Leiden Mare Kerk 30-8-1693, ovl. Leiderdorp, beg. buiten Leiden geregistreerd 26-3-1773, (=kw. nr. 163).
-
b. Jacobus van der Kelder (de Jonge), ged. Leiden Mare Kerk 25-9-1695, ovl. in Oost Indien 24-4-1751, vaart op 1-6-1731 in de rang van Soldaat afkomstig van Leiden met het schip Slot Aldegonde voor de kamer Zeeland van de VOC via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 14-10-1731 en vertrek 1-11-1731) naar Batavia alwaar aankomst 21-2-1732, vaart met het schip Arnestijn voor de kamer Zeeland via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 16-1-1738 en vertrek 18-2-1738) terug naar Nederland alwaar aankomst 7-6-1738, (hij heeft geen maandbrief, wel een schuldbrief),[396]
vaart op 27-10-1740 in de rang van Matroos afkomstig van Leiden met het schip Weltevreden van de VOC via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 31-1-1741 en vertrek 19-2-1741) naar Batavia alwaar aankomst 22-5-1741, en waar zijn verbintenis met de VOC op 24-4-1751 eindigt door zijn overlijden in Azie, (hij heeft een maandbrief, en een schuldbrief waarvan de begunstigden zijn zijn kinderen: Jacob en Gieltje),[397]
doopget. (1737),
tr. vóór 1719
(Joh)Anna Orssager (Ortsanen, Oostsaanen, Hortsagen), geb. Leiden, ovl. Leiden 1729-1740. Jacobus van der Kelder.
heeft kennelijk tijdens zijn verblijf in Nederland van juni 1738 tot oktober 1740 een relatie met
Lijsbeth Ponse, ged. verm. geref. Leiden Pieterskerk 8-11-1713 (get. David Stroombergen en Geertie Stroombergen), waaruit in juli 1741 een zn. Johannes wordt geboren.
zij is dr. van Pieter Ponse en Elisabeth Ponse
Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
1738: Jacobus van de Kelder [398]
Volgens het register van het Houhuis en Arm-Kinderhuis te Leiden worden de beide jongens Jacobus van der Kelder en Maghiel van der Kelder op 17-10-1740 na het overlijden van de moeder
opgenomen in het Houhuis te Leiden, de vader is in okt. 1740 met het schip
Weltevreden naar Oost Indien gevaren, waar hij 24-4-1751 overlijdt. Er is
dan een tegoed van ƒ 63,11,2. Maghiel overlijdt jong, Jacobus is "met concent
van Zeland na Oost Indien gevaren den 22-10-1742 voor eigen rekening en
risico".[399]
"De weesjongens moesten bijdragen in de hoge kosten van het onderhoud
van de wezen. Daartoe namen ze onder meer dienst bij de V.O.C." In de lijst van personen die in dienst van de V.O.C. naar Indië zijn vertrokken staat vermeld:
Jakobus van der Kelder gedoopt 26-10-1723,
16-8-1749 "Raport kan niet gevonden worden ten zij het schip bekent is".[400]
Uit dit huwelijk (in 1740 zijn blijkbaar alleen de zoons Jacobus en Maghiel nog in leven):
-
1. Florentius van de Kelder, ged. (tweede voorbereijdinge) geref. Leiden Marekerk 22-9-1719 (get. Jacobus van de Kelder de Oude, Judith Scroef), ovl. vóór 1740?
-
2. Jacobus van de(r) Kelder, ged. Leiden Hooglandse K. 26-10-1723 (get. Florense van de Kelder, Johannes de Vos), wordt op 17-10-1740 opgenomen in het Houhuis en Arm-Kinderhuis te Leiden,
vaart op 12-12-1742 als soldaat afkomstig van Leiden voor de kamer Zeeland van de VOC met het schip Kleverskerke via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 19-3-1743 en vertrek 9-4-1743) naar Batavia (uitreis 12-12-1742, aankomst 9-4-1743), waarna zijn verbintenis met de VOC eindigt 24-10-1748 omdat hij is gestraft (hij heeft geen maandbrief, wel een schuldbrief),[401]
buurtheer van de buurt Zuid Rode Zee te Leiden (benoemd 26-3-1750 tot 1756 wegens vertrek),[402]
doopget. (1751),
is verm. identiek met
Jacobus van der Kelder, geb. Leijden vóór ca. 1735, ovl. 1760-1763, j.m. , wolscheijdersknegt, wonend op de Uijtterstegragt (1758),
otr. Leiden geref. 15-12-1758 (get. Wijnand Eduards, zijn neeff(¥), Grietje Meije, haar moeder)
Johanna Kunst, ovl. na 1763, j.d. van Leijden, wonend in de Breedestraat (1758), op de Uijtterstegragt (1763).
Zij hertr. Leiden geref. 9-12-1763 Frans van der Laken, wednr. van Grietje van der Roelen.
COMMENTAAR(¥)
Wijnand Eduards is de zoon van Jacobus' oudooms Anthnoy van der Kelders weduwe Anna Sterk en Pieter Eduards. Die kan hij inderdaad als 'neef' aanduiden.
|
Bonboeken Leiden:
Een huis op de Uiterste gracht OZ bon Nicolaasgracht:[403]
17-2-1756:
Involgens deselve qual(itei)t als int 2e Reg. fol. 198 vercogt aan Jacobus van de Kelder vrij om 260 gld. gereed gelt.
Op den 13-11-1763 is alhier overgelevert t giollijtde? (geopende?) testamente van Jacobus van der Kelder en Anna Kunst, gepasseert voor de Nots. Jacob van der Does en get. in dato den ..-11-1760 waar bij blijkt dat de eerststervende de langstlevende tot erfgenaam heeft gesteld 't welk geweest is de voorn. Anna Kunst.
13-12-1763
Is bij haar (=Anna Kunst) verkogt aan Jan van Claveren vrij om 75 gld. gereed geld.
Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
1748: Jacobus van der Kelder, Attestatie [404]
1759: Jacobus van der Kelder en vrouw, Testament [405]
1763: Jacobus van der Kelder en Anna Kunst [406]
1764: Anna Kunst [407]
-
3. Maghiel van der Kelder, ged. geref. Leiden Hooglandse K. 24-2-1726 (get. Floreijnsje van der Kelder), ovl. ("obiit") 24-3-1742.
-
4. Pieter van der Kelder, ged. geref. Leiden Pieterskerk 26-10-1729 (get. Klaas Dekker, Anna Dekker), ovl. ver. voor 1740.
Uit de relatie (van der Kelder-Ponse):
-
5. Johannes van de Kelder, ged. geref. Leiden Marekerk 2-7-1741 (get. Johannes van Arendonk, Dirkje Hooggeboren).
Uit de relatie (van der Kelder-Droote) (o.a.?):[408]
-
c. Jo(h)annes van der Kelder, ged. Leiden Hooglandse K. 17-2-1709 (get. Lijsbet van Hake), beg. Leiden 18-5-1782, koekenbakker, wonend in de Hooglantsche Kerksteeg te Leiden (1737),
doopget. (1772, 1775),
otr./tr. Leiden (schepenen) 19-4/4-5-1737 (get. voor hem Geertruyt Roote, zijn moeder wonend op de Koepoortsgragt, voor haar Anna Maria van Merkerk, haar moeder wonend in de Haerlemstraet bij de Kerksteeg), en
tr. Leiden RK Statie Appelmarkt 4-5-1737 (get. voor hem Johanna Maria van Aken en Maria Bronsgeest)[409]
Bavonia (Baefje, Bavie) Gerarda van den/der Brand, ged. Leiden 10-12-1715, beg. Leiden 12-3-1794, woont in de Haerlemstraet bij de Kerksteeg (1737), in de Donkersteeg (1782, 1784),
doopget. (1772..1784), huw. get. (1779, 1782),
dr. van Gabriel van den Brand, pruikenmaker en Anna Maria Meerkerck.
Op 4-4-1709 compareren Jacobus van der Kelder weduenaar van Florens Kekleer ter eenre ende Geertruij Drote soo sij sijde weduwe van Jacob Geld, beijde wonende binnen desers stadt, mij notaris bekent, ter andere seijde. Dewelken te kennen gaven dat se met den and'ren in minder vrientschap t'samen hebben geteelt den soon tegenwoordig out agt weken genaamt Johannes, over de devloratie, craamkosten en alimentatie van dat geval, sij wederom in minne en vrintschappe met ten and'ren sijn verdragen ende overeengekomen so sij doen bij desen. Namentlijk, dat den eersten comparant aan de tweede comparante de tijt van tien jaren lanck (indien het kint soo lang int' leven blijft anders tot desselfs overlijden toe) sal moeten uijtkeren sweecs twaalf stuijvers en en ingevalle t'gemelde kint binnent voorsz. tijt quam te overlijden soo sal den eersten comparant het kint tot sijne koste eerlijk ter aarde moeten bestellen, waarmede alle qestien doot, af ende te niet sal sijn sonder enige te reserveren anders (indien het kint boven de tien jaaren nog alimentatie mogt van noden hebben dat hij dan nog sal moeten continueren). Tot naarkominge ende voldoeninge deses verbindende de comparanten hare respective personen ende goederen, roerende ende onroerende gene uijtgesondert, stellende deselve onder bedwang ende executie van alles s'heren reglen ende regteren. Consenterende voorts hier af gemaekt ende gelevert te werden contract in forma. Aldus gedaan, verleden ende gepasseert binnen Leijden ter presentie van Cornelis van Hutte ende Willem IJsselsteijn als getuijgen hier toe versocht. W.g. Jacobus van de Kelder, de getuigen, en een merk bij Geertruij Droote gesteld.
[410]
Uit dit huwelijk (o.a.?):[411]
-
1. Cornelia Willemina van der Kelder, ged. Leiden RK Appelmarktstatie 23-2-1738 (get. Jacobus van Sanen, Cornelia van Sanen), doopget. (1757, 1758), huw. get. (1782, 1784).
-
2. Anna Maria van der Kelder, ged. Leiden RK Appelmarktstatie 2-12-1739 (get. Nicolaus van Markerk, Anna Maria van den Brandt).
-
3. Joannes van der Kelder, ged. Leiden RK Appelmarktstatie 16-5-1741 (get. Gerardus van Marrekerk), ovl. jong?
-
4. Geertje (Gertruida) van der Kelder, ged. Leiden RK Appelmarktstatie 9-7-1742 (get. Nicolaus Jacobus van Merkerk, Brigitta Sloot), ovl. Leiden 14-11-1813, woont in de Donkersteeg te Leiden (1767),
otr. Delft Nieuwe K. 4-4-1767,
otr./tr. Leiden (schepenen) 2/25-4-1767[412]
Willem (Guilielmus Antonius) Jollie (de Jonge), ged. Delft RK Parochie St. Joseph 6-10-1739 (get. Joannes Antonia Cris, Johanna Cris), ovl. Leiden 27-12-1812, winkelier te Delft (1767),
zn. van Willem Jollie en Maria Krist (Cris).
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
5. Johannes Jansz van der Kelder, ged. Leiden RK Appelmarktstatie 7-2-1745 (get. Joannes de Bruijn, Cornelia van der Brandt), koekebacker in de Donkersteeg te Leiden (1782),
op de Koepoortsgragt (1784),
doopget. (1782..1794),
otr./tr. 1o Leiden (schepenen) 25-4/11-5-1782 (get. voor hem Baefje van der Brand zijn moeder wonend in de Donkersteeg, voor haar Hermanus van Hensen haar behuwd zuster (?) wonend op de Koepoortsgragt)
en
tr. 1o Leiden RK Statie: Appelmarkt 11-5-1782 (get. voor hem Corn(elia) van der Kelder en Johanna van der Kelder)
Barbera Boon, geb. Leyden, ovl. 1782-1784, woont op de Koepoortsgragt (1782),
doopget. (1782),
otr./tr. 2o Leiden (schepenen) 30-9/16-10-1784 (get. voor hem Bavonia van den Brand, zijn moeder wonend in de Donkersteeg, voor haar Matthijs Baten, haar oom wonend op de Oude Rijn, Willem Jolie, haar bekende wonend op de Nieuwe Rijn)
en
tr. 2o Leiden Statie Appelmarkt 16-10-1784 (get. voor hem Cornelia van der Kelder en Petron(ella) van Gestel)
Catharina Kouwenberg, wed. van Frederik Tamson, woont aan de Delfsche Vliet (1784),
doopget. (1786, 1794).
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
6. Jo(h)anna Clara van der Kelder, ged. Leiden RK Appelmarktstatie 1-5-1747 (get. Claas Sluijmers, Joanna Sluijmers), woont in de Donkersteeg te Leiden (1779),
doopget. (1775), huw. get. (1782).
otr./tr. Leiden (schepenen) 15-4/1-5-1779
Antony Everhardus van de Haar, ged. Leyden RK 3-3-1745, koperslager op de Hooygragt te Leiden (1779).
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
7. Wilhelmus van der Kelder, ged. Leiden RK Appelmarktstatie 11-5-1749 (get. Joannes de Bruijn, Sibilla Nielen).
-
8. Jacobus van der Kelder, ged. Leiden RK Appelmarktstatie 11-10-1750 (get. Jacobus Moonen, Susanna Roseman).
-
9. Hermanus van der Kelder, ged. Leiden RK Appelmarktstatie 16-2-1755 (get. Hermanus Fonhouten, Fijtje Schuurmans), ingeschreven als student geneeskunde aan de Universiteit van Leiden 21-8-1776 ("Hermannus van der Kelder, Leidensis, 21 (jaar)"),
en als student aan de Universiteit van Leiden 20-6-1781("Hermannus van der Kelder, Lugduno-Batavus, Pastor Ecclesiae Pontificiae 26 (jaar)").[413]
-
10. Jacobus Cornelius van der Kelder, ged. Leiden RK Appelmarktstatie 15-5-1757 (get. Nicolaas Jacobus van Rhijn, Cornelia Wilhelmina van der Kelder).
-
11. Cornelia Johanna van der Kelder, ged. Leiden RK Appelmarktstatie 23-9-1758 (get. Cornelia van den Kelder, Joannes de Bruijn), woont in de Donkersteeg te Leiden (1790),
otr./tr. Leiden (schepenen) 3-6/19-5-1790
Jacobus Jansse, wednr. van Gesina Dirkse, woont op de Koepoortsgragt (1790).
328. JAN CORNELISSE VAN DER BYE, ged. Heenvliet 6-10-1680, ovl. na 17-6-1753,[414].
mr. wagenmaker (1708) [415], kan in 1753 door 'ontpasselikheyt' niet compareren voor de notaris,
tr. Klaaswaal kerkelijk 1706
329. HENDRIKJE LAURENSE VAN MIEREN, ovl. Goudswaard voor 19-1-1735, met wie hij compareert te Goudswaard (31-5-1708).[416].
Op 21-3-1689 wordt Jan Kornelis van der Bie, zoon van Kornelis Gerrits van der Bie genoemd in het testament van Maartje Thijs, weduwe van Leendert Kornelis Kouwenoort te Heenvliet voor een legaat van ƒ 25,--.
[417]
Op 15-12-1696 verkrijgt Jan Cornelisse van der Bye, minderjarig, vader Cornelis Gerrits van der Bye, na overdracht door Willem van Rije te
Strijen, "4 lijnen land in de vier houcken buyten over de Hoffwatering", heergewaad : een rode sperwer, leenroerig aan de heerlijkheid Heenvliet.[418]
Op 23-7-1718 transporteert
Jan Cornelisz van der Bie aan Hendrick Claesz Speck een huis en schuur op de Molendijk, belast met een koppel kapoenen per jaar t.b.v. de heer van Heenvliet, voor 100 g. contant en een schuldbrief van 300 g. In de marge: de verkoper verplicht zich om de verponding van het erfje op de Vissersdijk naast de schuur van Jan Leendertsz Lantmeeter te betalen.
[419]
Op 23-7-1718 bekent
Hendrik Claes Speck aan Jan Cornelisz van der Bie wegens bovenvermelde koop een schuld van 300 g., die hij met 25 g. per jaar zal aflossen met rente onder verband van het gekochte. In de marge: 17-1-1753, afgelost en geroyeerd, getoond door Ary Janse van der Bie, zoon van Jan Cornelisz van der Bie. Inliggend los briefje, waarop Jan Cornelisz van der Bie meedeelt, dat hij door 'ontpasselikheyt' niet kan compareren en zijn zoon stuurt, Korendijk 17-1-1753.
Op 19-1-1735 is de voogdijregeling van de weduwnaar Jan Cornelisse van der Bie gedateerd.[420]
Een acte van taxatie ten verzoeken van Jan Cornelisse van der Bie en zijn drie zonen Cornelis, Arij en Laurents is gedateerd 18-8-1751.[421].
Jan Cornelisse van der Bie woont 17-1-1753 te Korendijk en heeft tijding gegeven aan de veerman van de Korendijk, dat hij door ziekte niet naar Heenvliet kan komen. Hij zendt zijn zoon wegens huis/schuur transport van de overleden Hendrik Spek. Deze had op 23-7-1718 huis/schuur gekocht van Jan Cornelisse van der Bije, met een schuldrentebrief van ƒ 300,--. Afgelost 17-6-1753, getekend door Arij Janse van der Bie, zoon van Jan Cornelisse van der Bije.[422]
Uit het huwelijk (van der Bie-van Mieren) gedoopt [423] :
-
a. Cornelia van der Bie, ged. Klaaswaal 3-7-1707 (get. Ariaantje Cornelisse van der Bije).
-
b. Cornelis Jans van der Bie, ged. Goudswaard 29-6-1710 (get. Ariaantje Cornelisse van der Bije), (=kw. nr. 164).
-
c. Christina van der Bie, ged. Goudswaard 10-9-1713 (get. Ariaantje Cornelisse van der Bije), tr. Goudswaard kerkelijk 30-5-1735[424]
Cornelis Leendertsz Sijl.
-
d. Ary Jans van der Bie, ged. Goudswaard 29-3-1716 [425], ovl. Goudswaard 14-3-1785, tr. 1o Goudswaard kerkelijk 1-1-1745[426]
Anna Engels Cooyman, ovl. Goudswaard 18-11-1756, tr. 2o Zuid-Beijerland kerkelijk 8-5-1757[427]
Trijntje Engels Zijdervelt (Verrijp), ged. Zuid-Beijerland 1-7-1731 (get. Cornelia Moerkerke), ovl. Goudswaard 25-1-1779, dr. van Engel Zijdervelt en Annigje de Lange,
tr. 3o Goudswaard kerkelijk 1-8-1779[428]
Teuna van Krimpen, geb. Heinenoord 8-10-1730, ovl. Goudswaard 19-1-1787, wed. van Jan Piek. Zij hertr. Goudswaard 1786 Pieter Smeer.
Op 31-8-1757 testeren
Ary Janze van der Bie en Trijntje Zijdervelt te Goudswaard.
De inventaris van de boedl Van der Bie-Sijdervelt wordt op 29 en 30-3-1780 opgemaakt
[429]
Op 12-10-1779 testeren Ary Janze van der Bie en Teuna van Krimpen te Goudswaard.
[430]
Uit zijn eerste huwelijk (van der Bie-Cooyman) gedoopt te Goudswaard :[431]
-
1. Hendrikje Aris van der Bie, ged. 27-1-1746.
-
2. Engel Aris van der Bie, ged. 30-4-1747, tr.[432]
Maartje Huis.
Uit dit huwelijk 9 kinderen gedoopt te Goudswaard (1773-1792).
-
3. Jan Aris van der Bie, ged. 26-4-1750.
-
4. Jan Aris van der Bie, ged. 29-4-1753.
-
5. Adriana Aris van der Bie, ged. 17-12-1754.
Uit zijn tweede huwelijk (van der Bie-Zijdervelt) gedoopt te Goudswaard :[433]
-
6. Hendrikje Aris van der Bie, ged. 29-1-1758.
-
7. Annetje Aris van der Bie, ged. 18-4-1762.
-
8. Antony Aris van der Bie, ged. 17-6-1770.
-
e. Cornelia van der Bie, ged. Goudswaard 13-11-1718 [434]. In het register lidmaten Goudswaard van 17-9-1740, "Naemen der ledemaaten van de gemeijnte van den Koorndijk aangeteekend den 17e september 1740", komt ze twee keer voor:
20-3-1742: op belijdenisse en
9-10-1746: Cornelia Janse van der Bie en Leenderd Goudswaard, beijde met att. van Piershil.[435] Zij
tr. Goudswaard kerkelijk 29-4-1742[436]
Arij Hendrikse Rollof.
-
f. Lauwris Jans van der Bie, ged. Goudswaard 7-3-1723, tr. 1o Goudswaard kerkelijk 4-10-1744[437]
Jannetje Jacobs Wils, tr. 2o (Goudswaard?) kerkelijk 23-2-1766[438]
Lena Theunisse van Hulst.
-
g. Gerrit van der Bie, ged. 11-8-1726, ovl. vóór 18-8-1751.
330. CORNELIS AARTS HOOGVLIET, ged. Goudswaard 31-10-1666, ovl. 1727-1733, otr. Goudswaard 8-6-1710
331. NEELTJE JACOBS WAALBOER, ged. Goudswaard 4-8-1686, tr. 2o [439]
KRIJN VAN NUFFELEN, wednr. van Lijntje Arends Prosman.
Cornelis Aarts Hoogvliet en Neeltje Jacobs Waalboer compareren te Goudswaard 23-11-1709.[440]
Op 24-10-1727 worden Cornelis Aarts Hoogvliet en Jan Arents Groeneveld
benoemd tot voogden over de na te laten kinderen van
Arie Bastiaanse Groenevelt.[441]
Uit haar eerste huwelijk (Hoogvliet-Waalboer):[442]
-
a. Jan Hoogvliet, ged. Goudswaard 22-3-1711, ovl. na 1740.
-
b. Japhie (Joppie, Jobje) Cornelis Hoog(h)vliet, ged. Goudswaard 17-7-1712, ovl. na 1756, (=kw. nr. 165).
-
c. Jacob Hoogvliet, ged. Goudswaard 18-2-1714, ovl. na 1740.
332. ARIEN ARIENTS VAN DER BEN(¥), geb. Waddinxveen, beg. Waddinxveen Oude Kerk 12-5-1733(¥) (Ary Arentsz van der Ben), otr. Waddinxveen 31-5-1681
333. MARTIJNTJE JANS KLEIJNBURGH (KLEINBERGH)(¥), beg. Waddinxveen Oude Kerk 4-2-1692 (Martijntje Jans, huisvrouw van Arien Aartsz van der Ben).
COMMENTAAR(¥)
Zijn begraafdatum kan zijn verwisseld met die van zijn gelijknamige vermoedelijke zoon een jaar later.
Hij zou een zn. kunnen zijn van Arend Hendrikszn van der Ben,
wiens overlijden 22-3-1709 te Waddinxveen werd aangegeven.[443]
|
COMMENTAAR(¥)
Is er verband met Jan Jansz van der Ben, beg. Gouda 30-8-1715,[444]
tr. voor 1690 Maria Arijensdr (van) Oosterhout, beg. Gouda 29-6-1740[445]
waaruit
Ary Jansz van der Ben, tr. Gouda 1717 Jannigje Gerritsdr IJssendijk etc.[446]
|
COMMENTAAR(¥)
verm. een zr. van Cornelis Jansen Kleijnbergh, j.m., wonend te Waddinxveen, tr. Gouda St. Jan 28-8-1670 Aeltien Elderts Verhoogh.[447]
|
vul aan Kron. 7(1998)234
Uit dit huwelijk geboren (o.a.):
-
a. Hendrik Ariensz van der Ben, ged. Waddinxveen 4-7-1688, beg. Waddinxveen Oude Kerk 30-5-1743, (=kw. nr. 166).
-
c. Arendt Aryensz van der Ben, beg. Waddinxveen Oude Kerk 9-3-1734, filiatie niet bewezen.
-
1. NN van der Ben, beg. Waddinxveen Oude Kerk 7-12-1719 (een kindt van Arendt van der Ben).
334. CORNELIS ADAMS VAN DER HEIJDEN, ged. Waddinxveen 25-10-1665, beg. Zuid-Waddinxveen 26-5-1714, otr. Zuid-Waddinxveen 28-5-1695
335. LIJSBETH CORNELIS KOCK, geb. Boskoop, beg. Waddinxveen 11-4-1735.
Uit dit huwelijk geboren (o.a.) :
-
a. Pieternella van der Heijden, ged. Waddinxveen 2-5-1700, beg. Zuid-Waddinxveen 8-10-1790, (=kw. nr. 167).
336. WILLEM JACOBSZ VAN DER JAGT, ged. geref. Maassluis 11-3-1674, beg. Maassluis Grote Kerk 1-5-1728 (eerste graf nr. 33, daarna nr. 37 [448]), koopman, reeder, boekhouder, schepen (1722-1727) en burgemeester (1727-1728) te Maassluis, welgeboren
man van Delfland, regent van het Hervormd Weeshuis te Maassluis
(1723-1724),[449]
tr. Maassluis 25-3-1696
337. KLAASJE GERRITSDR. VAN BEZOOYEN, ged. geref. Maassluis 15-7-1674, beg. Maassluis Grote Kerk (graf nr. 33 [450]) 15-12-1716.
|
Wapen Van der Jagt : Een door twee honden en een fret vergezelde
jager, houdende over de schouder een stok waaraan twee dode vossen.
Dit wapen komt voor op het wapenbord in de N.H. Kerk
te Maasland [451].
|
Op 2- 7-1712 wordt Willem van der Jagt vermeld in een Attestatie te Maassluis.
[452]
-
a. Jacob Willemsz van der Jagt, ged. geref. Maassluis 27-1-1697, ovl. jong? (voor 1706?)
-
b. Gerrit Willemsz van der Jagt, geb./ged. geref. Maassluis 24/25-5-1698, (=kw. nr. 168).
-
c. Kniertje Willems van der Jagt, ged. geref. Maassluis 2-5-1700, ovl. jong? (voor 1703?)
-
c. Leentie Willems van der Jagt, ged. geref. Maassluis 9-4-1702, beg. Maassluis Grote K. 20-4-1702 ("een kind van Willem van der Jagt").
-
c. Kniertje Willems van der Jagt, ged. geref. Maassluis 16-9-1703, beg. Maassluis Grote K. (graf nr. 37) 28-12-1754.
-
c. Leentie Willems van der Jagt, ged. geref. Maassluis 27-9-1705, beg. Maassluis Grote K. 6-10-1705 ("een kind van Willem van der Jagt").
-
c. Jacob Willemsz van der Jagt, ged. geref. Maassluis 15-12-1706, beg. Maassluis Grote K. (graf nr. 33) 7-4-1728.
-
c. Pieter Willemsz van der Jagt, ged. geref. Maassluis 26-6-1709, beg. Maassluis Grote K. 18-7-1709 ("een kind van Willem van der Jaght").
-
c. Leentje Willems van der Jagt, ged. geref. Maassluis 16-11-1710, beg. Maassluis Grote K. (graf nr. 33) 8-6-1712 ("een kind van Willem v. d. Jacht").
338. MR. WILLEM BREUR, geb. Den Haag maart 1665, ovl. Den Haag/Rotterdam? 26-6-1712 (beg. niet te Rotterdam gevonden), j.m., procureur, wonend te Den Haag (1694),
notaris te Den Haag,[454]
procureur voor het Hof van Holland (1694..1706),[455]
[456]
[457]
otr./tr. Rotterdam (schepenen) 15/31-10-1694
339. W(E)YNANDA VAN WAESBERGHE, geb./ged. Rotterdam 3/5-3-1665 (get. Isaack Elsevier en Ida van der Strate), beg. Rotterdam gaarder/Grote K. 26/28-10-1734 (eigen graf, laat na 1 (volgens gaarder) of 2 (volgens begraafinschrijving) meerderjarige kinderen).
[458],
[459]
j.d. wonend te Rotterdam (1694), in 't Proveniershuis onder Cool (1734),
doopget. (1684).
|
Wapen van Waesberghe : Een zilver veld beladen met een klimmende leeuw van sabel,
het veld bezaaid met zeventien zwarte blokjes.
Helmteken :
een klimmende leeuw [460],
[461].
Wapenspreuk : Nullus Limes Leone (er is geen grens voor de leeuw).
|
Op 1-2-1707 verleent Pieter van Assendelft, raad en burgemeester
te Vlaardingen, procuratie aan Willem Breur.
[462]
Zou het hier bovenstaande Willem Breur betreffen? ZOEK complete acte.
Op 1-8-1708 wordt procuratie verleend aan Willem Breur, procureur te Maassluis.
[463]
"Seker nonchalant procureur (Breur), die geordonneert
was te compareren", hield zich voortdurend op in een
herberg, "tanquam glebae adscriptus". In die rol wordt hij tot
drie keer toe door een deurwaarder namens Commissarissen
van de rol opgeroepen, maar hij blijft weg. Commissarissen
rapporteeren dit in den Raad en de Hoge Raad besluit
hem een boete op te leggen van twee ducatons (1708).[464]
Uit het huwelijk (Breur-van Waesberghe)(¥):[465]
COMMENTAAR(¥)
Wie zijn :
Simon Breur, geb. 27-9-1697[466], tr.
Maaike Borgers, ged. Dinteloord 1709, dr. van Willem Borgers. Hieruit geboren Leendert Simonszn. Breure
[467].
Simon Breur, ovl.(beg?) Den Haag 31-5-1701 [468].
|
-
a. Johanna Breur, geb../ged. 's-Gravenhage Remonstrantse Kerk 17/18-4-1696, ovl./beg. Maassluis Grote Kerk (graf nr. N344) 26-6/1-7-1728, (=kw. nr. 169).
-
b. Simon Breur, geb. 's-Gravenhage17-9-1697, beg. Rotterdam Grote K. 20-11-1760 (eigen graf), jongeman, wonend Bij De Lombertse Brug (1740),
geadmitteerd als notaris te Rotterdam
door het Hof van Holland 9-10-1720,
werkzaam als zodanig 1720-1760,
notaris in de Torenstraat te Rotterdam (1760),
otr. Delft 15-10-1740,
otr. Rotterdam geref. 23-10-1740 (met attestatie naar Delft 6-11-1740)
Josina Jodoca le Blanc(e) (Leblanc), beg. Rotterdam Prinsenk. 18-9-1780, j.d., wonend te Delft (1740).
UB Amsterdam:
De handschriften, krachtens bruikleencontract in de Universitetsbibliotheek berustende. 1e gedeelte: De handschriften van de Remonstrantsche kerk beschreven door M.B. Mendes da Costa:
nr. 349:
Verslag: wegens het genoteerde in de Societeits en Kerkeraads notulen
(van Rotterdam) betreffende het legaat van A(driaan) Breur en
de handelwijze van Simon Breur. - Loopende over 1721 - 1752.
Oud Archief van de Stad Rotterdam,[469]:
nr. 3046 Request van Simon Breur, notaris, aan burgemeesteren om voorziening in zijn conflict met de Remonstrantse kerk te Rotterdam over de erfenis van zijn oud-oom mr. Adriaen Breur, 1749.
-
1. Wijnanda Willemina Breur, ged. Rotterdam Rem. 6-8-1741 ("in huis gedoopt", get. Maria Breur), van wie verder niets te Rotterdam gevonden.
-
c. Maria Breur, geb. 's-Gravenhage19-7-1699 (get. Jannetje Schim, wed. van Simon Breur),[470]
woont te Maassluis (1726), Noordwijk (1757),
doopget. (1741),
otr./tr. 1o Leiden (schepenen)/Maassluis gerecht 1/17-3-1726
Jacobus van der Val(c)k, lintier, wonend te Leiden (1726),
otr./tr. 2o Leiden (schepenen)/Noordwijk 18-3-1757/... (als zijn wed.)
David Munnik, wonend te Leiden (1757),
als David Munnik buurtheer van de buurt Oost Ossenland te Leiden (benoemd 13-1-1791 tot 1795 wegens ontslag).
[471]
Of zou het hier een (klein)zoon betreffen?
Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
1761: Maria Breur en echtgenoot David Munnik [472]
-
d. Alida Breur, geb. 's-Gravenhage17-10-1700, ovl.(beg?) 3-7-1701 [473].
-
e. Willem Breur, geb. 's-Gravenhage 14-8-1702(¥).
COMMENTAAR(¥)
In ref. [474] heet deze zoon Simon!
|
340. PIETER RE(E)DERI(J)S (RIDDERUS), geb. Hellevoet-binnen, beg. Maassluis Grote Kerk (graf nr. 52) 27-11-1728[475], zelmaker, not. get. (1691,)
j.m. van Hellevoet binnen, woont op de Noorddijk (1692),
meesterzeilmaker te Maassluis (1708),
in de Schans (1728) te Maassluis,
otr. Maassluis geref. 21-4-1692 (met attestatie 17-5-1692 om op Blankenburg of elders te trouwen)
341. SUSANNA PIETERS DE HAY (HAAIJ), ged. geref. Maassluis 4-9-1669, beg. Maassluis (impost) 9-5-1740, j.d., wonend op de Noorddijk te Maassluis (1692).
Op 23-7-1708 verbindt
Pieter Rederus, meesterzeilmaker op Maassluis, gemachtigde (akte van 6-7-1708 voor notaris Abraham Pythyus te Rotterdam) voor zijn moeder Petronella Kaperman, wed. en boedelhoudster van Adryaen Rederus, secretaris van Helvoet binnen, voor een schuld van 1500 g. met rente, die zijn moeder heeft aan Heyndrik Grijmes wegens geleende penningen, 1-11-1688 opgenomen voor het vaderlijk erfdeel van haar zoon Joannes Rederus, drie partijen land in Schadekamp onder Simonshaven n.l. 2 gem. 252 r. op nr. 26, 3 gem. 244 r. op nr. 27 en 8 gem. 86 r. op nr. 29, die gebruikt worden door Jan Vermaet, en hij verklaart 'te renuntyeeren van het legael verbant dat hem uyt craghte van sijn vader zalr. erffenis voor soo ver hij daer van niet voldaen is soude mogen competeeren'.
[476]
Pieter Ridderis en zijn echtgenote Susanna de Haij komen voor in een akte van boedelscheiding 22-3-1709[477]
en van voogdij 23-3-1711.[478]
Op 28-3-1712 wordt land getransporteerd in Schadekamp onder Simonshaven. Het
betreft de nalatenschap van hun moeder Petronella Caperman, wed. van Adriaen Ridderus. Zij heeft niets anders nagelaten dan 14 gem. 270 r. land in Schadekamp onder Simonshaven op nrs. 26, 27 en 29, waarop een hypotheek rust van 1505 g. 5 st., waarmee zij aan Joannes Ridderus in 1688 zijn vaderlijk erfdeel heeft uitgekeerd. Zoon Pieter Ridderus heeft tot nu toe niets ontvangen en daarom wordt hem het land toebedeeld, omdat er verder niets is. Op 14-5-1717 verklaart Hendrik Grimes, houder van de schuldbrief, zich hiermee accoord.
Op "8-9-1763 is het gebeente van Pieter Reederijs en het gebeente van
Sussannetye de Haeij in een beenekistje hergrave" in graf nr. 141.[479]
-
a. Pieternella Ridderus, ged. geref. Maassluis 23-4-1692, ovl. jong?
-
b. Adrianus Ridderus, ged. geref. Maassluis 14-10-1693, beg. Maassluis 28-10-1693 ("een kind van Pieter Ridderis).
-
c. Adrianus Ridderus, ged. geref. Maassluis 19-9-1694, (=kw. nr. 170).
-
d. Pieter Ridderus, ged. geref. Maassluis 27-1-1697.
-
e. Petronella Ridderus, ged. geref. Maassluis 17-5-1699, beg. Maassluis 11-3-1744 ("kinderen nagelaten").
j.d., wonend in de Schans te Maassluis (1726),
tr. Maassluis geref. 12-5-1726
Gerbrand Joppen Berkel, ovl. Maassluis 21-11-1761, j.m., wonend te Maaslanderambacht (1726),
schipper te Maassluis (1761).
Op 18-12-1761 vindt te Maassluis de boedelscheiding plaats van
Gerbrand Berkel, schipper te Maassluis overleden op 21-11-1761,
echtgenoot van wijlen Petronella Ridderus (huwelijk Maassluis 12-5-1726). Er is 1 kind Lysbeth Berkel. Deze dochter is echter overleden op het
moment dat het testament werd opgemaakt en tot erfgenamen zijn de twee
minderjarige kinderen benoemd welke zij heeft nagelaten. Tot medeerfgenamen
zijn tevens de kinderen van respectievelijk een nicht en een aangetrouwde
nicht van de overledene benoemd. Het gebruik van de woning, staande en
gelegen in de Schans te Maassluis bij de Grote Kerk, strekkende voor van het
Spuiwater tot achter aan de Kerkstraat, valt toe aan een aangetrouwde zoon.
De boedel omvat :
1 huis en erf staande en gelegen in de Schans te Maassluis bij de Grote Kerk, strekkende voor van het Spuiwater tot achter aan de Kerkstraat,
1 obligatie t.lv. de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden, ten comptoir 's-Gravenhage, t.n.v. de wed. en zoon van Willem van Nieuwpoort dd. 2-1-1727. Rest de interest sedert 2-1-1761 ad ƒ 1000.00,
1 obligatie t.l.v. de Staten Generaal der Verenigde Nederlanden ten comptoir 's-Gravenhage, t.n.v. Adriaan de Graaff dd. 26-1-1708. Rest de interest sedert 26-1-1761 ad ƒ 1000.00,
wegens geleende penningen en wegens de koop van twaalf korenzakken van
Pleun Joppe Berkel, bouwman op het eiland Roosenburg ƒ 65.70,
vordering van de heer Maarte de Vos te Maassluis ƒ 15.00,
vordering van de heer Cornelis van Dalem ƒ 58.85,
vordering van de heer Willem van der Jagt ƒ 42.75,
vordering van de wed. Hogerbrugge ƒ 12.35,
vordering van Cornelis van Rijsoord ƒ 7.45,
vordering van de wed. van wijlen Pieter Schim ƒ 30.00,
contant geld in verscheidene gangbaren specien ƒ 190.45,
18 zilveren potstukjes, in soorten,
1 stukje goud, gelijkende een oude vreemde ducaat,
2 zilveren dukaten,
1 gouden rosenobel,
1 ring met elf stenen in het goud,
1 gouden ring glad, klein,
1 gouden hoepring glad,
1 ring van gewerkt goud,
1 ring met rode steentjes,
1 gouden haakje en lusje,
2 gouden akerhaakjes,
2 gouden broekgespen,
2 gouden knoopjes met stenen,
1 bloedkoralen ketting met een goud bootje waarin een rood steentje,
1 zilveren hoofdijzer met gouden stukken,
6 zilveren lepels,
6 zilveren lepels, ander soort,
2 zilveren lepels op de steel besneden,
1 zilveren lepel besneden op het blad,
2 lepels met ronde bladen en gedraaide stelen,
1 grote zilveren beker,
1 groot zilveren zoutvat,
1 klein zilveren zoutvat,
1 kleiner zilveren zoutvat,
1 zilveren kom,
2 stoppen zilver beslagen voor flessen,
2 kettingen zilver beslagen voor flessen,
1 zilveren kettingstreng,
3 zilveren zakhorloges,
2 zilveren knoopjes met steentjes,
2 zilveren knoopjes kristal,
2 zilveren schoengespen,
2 zilveren broekgespen,
1 zilveren kussendoosje,
4 zilveren broekknopen,
1 zilveren gespje,
1 zilveren stropslot,
2 zilveren eierlepeltjes,
1 zilveren knipkoker,
1 zilveren knipkoker,
1 zilveren schaartje,
1 zilveren beugeltje,
oude zilveren knoopjes in een zakje,
3 zilveren knoopjes,,
1 benen mes met zilver beslag,
1 benen vork met zilver beslag.
In het voorhuis :
1 notebomen kast,
3 kastdoeken,
1 nieuw tafellaken,
12 nieuwe servetten,
1 damasten tafellaken,
12 damasten servetten,
1 tafellaken,
6 servetten,
7 servetten,
4 servetten in soorten,
1 damasten tafellaken,
2 gemene tafellakens,
1 fijn slaaplaken,
1 grof slaaplaken,
5 oude lakens,
6 nieuwe kussenslopen,
9 slopen in soorten,
2 vrouwenhemden,
2 vrouwenhemden gegeven aan de aflegsters,
6 fijne nieuwe manshemden,
12 fijne manshemden,
8 oude manshemden,
5 grove manshemden,
6 nieuwe ongenaaide manshemden,
2 linnen rokjes,
6 wit gestreepte hemdrokken,
1 blauw gestreept rokje,
1 gebloemde hemdrok met 24 zilveren knopen,
2 mansonderbroeken,
4 witte gordijntjes in soorten,
2 schoorsteenkleedjes,
3 halve hemden,
17 stropjes,
15 paar mansmouwen,
7 neteldoekse dassen,
6 grote zakneusdoeken,
1 lap vlaams linnen stof,
1 lap fijn linnen stof,
1 lap wat minder fijn linnen stof,
1 lapje servet stof,
1 lapje dagelijks stof,
1 kan met een zilver lid,
1 glazen fles met zilver beslag en een ketting,
2 bijbeltjes met zilverbeslag,
1 bijbeltje zonder beslag,
1 avondmaalboekje met een zilver slotje,
1 zwart zijden dasje,
1 gekleurd dasje,
1 zijden neusdoek,
5 paar zwart gestreepte manskousen,
2 paar effen manskousen,
1 paar zwarte manshandschoenen,
1 paar zijden kousen,
2 stoffen japonnen,
1 rode sitsen japon,
2 balijnen rokken,
4 gordijntjes,
4 paar bedgordijnen,
4 rabatten,
5 katoenen vrouwenrokken in soorten,
1 gestreepte vrouwenrok,
1 damasten vrouwenrok,
1 zwart gestreepte kaleminken vrouwenrok,
1 geel sitsen vrouwenmanteltje,
1 wit vrouwenmanteltje,
3 katoenen vrouwenmanteltjes in soorten,
1 zwart vrouwenmanteltje,
1 gestreept gingangen vrouwenmanteltje,
1 gebloemd katoenen vrouwenmanteltje,
3 nieuwe blauwe gestreepte vrouwenborstrokken,
2 witte vrouwenborstrokken,
1 voering van een japon,
1 kapje fluweel,
1 kapje floers,
4 strooien hoeden in soorten,
1 zijden flodderhoed,
1 voering van een hoed,
1 zijden kaper met een goud haakje en lusje,
1 zwart laken mansrok,
1 zwart laken kamizool,
1 zwart laken mansbroek,
1 gekleurde mansrok,
1 gekleurde kamizool,
1 gekleurde mansbroek,
1 kamizool van zwart gebloemd stof,
1 paar zwarte gebreide manshandschoenen,
1 kistje,
1 doosje waarin losse steentjes (agaat) en enige kraaltjes,
1 hoorn,
4 spintdoekjes,
1 mopsmuts met kant,
3 langetten mopsmutsen,
3 oude neteldoekse halsdoeken,
3 kanten galantjes,
2 rouwgalantjes,
2 tipjes kant,
1 ongenaaid ondermutsje,
2 ongenaaide vrouwenlobben,
1 een paar fluwelen moffen,
1 een paar oude kousen,
2 beursjes voor tasbeugels,
1 waaier,
2 paar braceletjes,
1 ceintuur,
1 schaar,
1 suikerschaar,
5 paar mansschoenen,
1 paar zwarte vrouwenmuilen,
2 gekleurde vrouwenmuilen met zilveren neusjes,
1 tafel,
1 theetafel,
1 plank,
1 toonbank,
1 schootplank,
1 voetenbank,
1 kleerbak,
1 schenkbakje,
1 oud schilderij,
1 lei,
6 bruine stoelen,
1 naaidoos met enige rommeling.
In de keuken :
1 bed,
1 peluw,
2 kussens,
2 schilderijen,
4 theeblaadjes,
1 engels slagklokje,
1 oud theerek,
1 bruine lessenaar,
1 rookplankje,
2 tafels,
9 zwarte stoelen,
3 oude stoven,
6 paar gekleurd theegoed,
6 paar gekleurd theegoed kopjes,
5 zes paar gekleurd theegoed bakjes,
5 geemailleerde bakken,
3 kopjes van gekleurd porselein,
2 bakjes van gekleurd porselein,
4 bakjes van japans porselein,
6 blauwe kopjes met bruine randjes,
6 blauwe bakjes met bruine randjes,
5 kopjes bruin koffiegoed,
6 bakjes bruin koffiegoed,
4 koppen,
4 bakken,
1 bakje,
1 kopje,
5 paar geemailleerd koffiegoed waarvan een bak defect,
5 pulletjes in soorten,
6 porseleinen spoelkommen draakjes,
1 paar porseleinen spoelkommen,
1 paar spoelkommen,
1 paar porseleinen spoelkommen, defect,
1 porseleinen spoelkom, defect,
2 porseleinen trekpotjes,
6 gekleurde japans theebakjes,
6 blauwe porseleinen theebakjes,
2 blauwe theebakjes defect,
1 rode oostindisch trekpot,
6 paar gekleurde kopjes,
6 paar gekleurde bakjes,
6 paar gekleurde kopjes,
6 paar gekleurde bakjes,
1 kopje defect,
2 schoteltjes defect,
4 paar gekleurde kopjes, waarvan een kopje defect,
4 paar gekleurde bakjes,
6 koppen blauw theegoed,
5 bakken blauw theegoed,
6 kleine blauwe kommetjes,
1 wat groter blauw kommetje defect,
1 blauwe theebus,
10 stukjes kleingoed, in soorten,
1 bruin porseleinen koffiekopje,
2 pleisterbeeldjes,
2 pleistervaasjes,
1 spekstenen beeldje,
3 tinnen schotels,
1 tinnen soepkom,
1 tinnen soepkom, wat kleiner,
2 tinnen assieten,
6 tinnen borden,
2 tinnen trekpotten,
1 tinnen waterpot,
1 tinnen ondersteker,
1 tinnen bierkan,
1 tinnen kommetje,
1 tinnen tuit,
1 tinnen tuit, kleiner,
1 tinnen zoutvat,
1 tinnen bekertje,
1 tinnen lampje,
2 tinnen lepels,
2 tinnen eierlepeltjes,
1 koperen bruine koffiekan,
1 bruin koperen chocoladekannetje, met 'dril.stock',
1 'drilstock' bruin, koper, bij een chokoladekannetje,
1 klein koffiemolentje,
1 geel koperen ketel,
1 geel koperen tabakskomfoortje,
2 geel koperen kandelaars,
1 geel koperen blaker,
1 geel koperen snuiter,
1 geel koperen profijtje,
1 bruin koperen theeketel,
1 geel koperen kruiddoosje,
1 geel koperen tafelring,
1 geel koperen vijzel en stamper,
1 geel koperen rasp,
1 geel koperen theebusje,
1 geel koperen peperbusje,
1 rood koperen trekketeltje,
1 geel koperen zwavelbakje,
1 paar geel koperen schaatsen,
1 rood koperen doofpot met een geel koperen deksel,
2 koperen asketels,
1 koperen beddepan,
1 koperen zusterpan met deksel,
1 koperen ketel,
1 koperen ketel, kleiner,
1 koperen steelpan,
1 koperen blaasbalg,
1 koperen teerketel,
1 ijzeren pot,
1 ijzeren ketting,
2 ijzeren tangen,
1 ijzeren asschop,
1 ijzeren hengelhaak,
1 ijzeren hang.ijzer,
1 ijzeren hakmes,
1 ijzeren beugel,
1 ijzeren treeft,
1 ijzeren treeft, vierkant,
1 ijzeren koekepan,
1 ijzeren rooster,
1 ijzeren komfoor,
5 ijzeren blikken, zo groot als klein,
3 blikken theebusjes,
1 blikken blakertje,
6 messen,
4 messen in soorten,
6 vorken 'pienutterse',
1 tweetandige vork met een ivoren hecht,
1 stel van vijven, blauw aardewerk,
5 schotels blauw aardewerk, waarvan een defect,
2 schotels delfts aardewerk, waarvan een defect,
3 kleine schotels delfts aardewerk,
3 schotels delfts aardewerk, nog kleiner, waarvan een defect,
1 schotel delfts aardewerk, defect,
6 borden delfts aardewerk,
6 borden delfts aardewerk,
6 borden delfts aardewerk,
7 boterschoteltjes delfts aardewerk, in soorten,
5 spoelkommen delfts aardewerk, waarvan twee defect,
1 zwarte engelse trekpot,
1 zwart engels melkkannetje,
6 borden waarvan drie defect,
3 schoteltjes,
1 schaal,
3 borden,
2 scheerbekkens delfts aarden,
1 scheerbekken delfts aarden, defect,
5 koppen wit aardewerk,
2 witte engelse tonnetjes,
enige kleine beeldjes, in soorten.
In het achterkeukentje :
1 schenktafeltje,
2 spiegeltjes,
1 rek,
2 glazenrekjes,
1 klerenborstel,
1 strijkijzer met rekje,
1 theetafeltje.
In de schuur :
1 paar laarzen, zo goed als nieuw,
1 paar laarzen, zo goed als nieuw,
1 'garruwmolen',
1 kleermand,
enig rommeling, niet waardig te specificeren.
In de bovenvoorkamer :
1 bed,
1 peluw,
2 hoofdkussens,
1 kleine kussentje.
In de achterkamer :
1 bed,
1 peluw,
2 hoofdkussens,
1 oud beddekleed,
1 oud kombaars,
1 nieuw beddekleed,
1 groene wollen deken,
1 oude katoenen deken,
3 sitsen kussens,
3 spiegels met bruine of zwarte lijsten,
4 schilderijen in soorten,
2 theetafels,
1 grote tafel,
1 nieuw bruine lessenaar,
1 bijbel in folio met koper beslag,
1 bijbel oude overzetting,
1 bijbel in quarto met koperbeslag,
2 leeslessenaars,
3 theeblaadjes,
1 snaphaan,
6 oude bruine stoelen,
1 bruine leunstoel,
1 oud eiken kastje,
1 klerenkast,
9 pruiken in soorten,
1 blauwe dagelijkse laken rok,
1 peperzouten rok,
1 donkerblauwe lakense rok,
1 donkerblauwe lakense kamizool,
1 donkerblauwe lakense broek,
1 oude zwarte kamizool,
1 oude zwarte broek,
1 oude zwarte lakense rok,
1 oude zwarte kamizool,
1 oude zwarte broek,
1 oude bruine lakense rok,
1 blauwe jas,
1 oude jas,
1 zwart damasten hemdrok,
1 nieuw katoenen rok gestikt,
1 oude katoenen rok gestikt,
1 oude gestreepte kaleminken rok,
1 lege besneden naaidoos,
2 lappenmanden met overschotten.
In het portaal :
enig zeildoek.
.bt
Op de vliering :
1 lege pakmand,
1 lege kist,
1 vuurmand,
1 rustbank met planken,
1 bonte beestevellen rok,
enig oud zeegoed,
enig touw,
1 schapenvacht,
1 oude zwarte lange vrouwenmantel,
1 oude zwart gebloemd ekamizool,
1 dagelijks gewaterd zwart grijnen kamizool,
1 dagelijks gewaterd zwart grijnen broek,
1 oude zijden kaper,
1 oude zwarte broek,
2 oude zwarte schanslopers,
1 leeuwerikskooi,
enig rommeling, niet waart om te specificeren.
Voorts zijn er schulden :
wegens geleende penningen aan de heer Willem van der Jagt ƒ 200.00,
wegens geleende penningen aan Heijmen van Teijlingen ƒ 200.00,
wegens leverantie van laken aan Cornelis van Dalem ƒ 92.50,
wegens leverantie van linnen aan Jan Valk ƒ 38.50,
wegens leverantie van zeildoek aan de wed. Aldert Overschie ƒ 14.50,
voor het drukken van diverse rouwgedichten aan Stefanus Mostert ƒ 37.50,
wegens gedane leverantie en arbeidsloon aan Jan Neeff, baas metselaar ƒ 16.85,
wegens leverantie van hout en arbeidsloon aan Isaak van der Hout, baas timmerman ƒ 19.15,
wegens gedane leverantie en arbeidsloon aan Kornelis de Vos ƒ 8.60,
wegens naailoon aan de linnenaaister ƒ 1.65,
wegens het testament met de zegels aan notaris Gerrit de Heer ƒ 25.55,
wegens het graf, luiden etc. aan de koster ƒ 14.10,
wegens het maken van het graf aan de doodgravers ƒ 3.00,
voor de huur van het doodskleed ƒ 9.00,
voor het recht op het middel van het begraven, met het zegel ƒ 3.25,
voor zijn gedane diensten en verschot aan de bidder ƒ 12.80,
voor het maken van de kist ƒ 24.00,
wegens lev. rouwbanden en handschoenen kleding ƒ 33.60,
voor de huur van 94 rouwmantels a 8 stuivers per stuk ƒ 37.60,
wegens leverantie van wijnen aan Arij van der Lely 26.25,
wegens leverantie van bieren ƒ 1.60,
wegens het ter aarde bestellen van het lijk van de overledene aan veertien dragers ƒ 44.10,
voor het ontwaaijen van het lijk aan de aflegsters ƒ 10.50,
voor gedane diensten aan de werkster en de naaister ƒ 3.15,
wegens leverantie van geraspt brood ƒ 5.15,
voor de huur van roemers ƒ 0.45,
wegens gedane visites aan de heer Gerard du Feu, med. dokter en
Cornelis de Heer, apotheker, ƒ 39.25,
doodschulden aan Dirk Hoog en Arij de Vos, mr. chirurgijns, ƒ 4.20,
doodschulden aan de huishouding gedurende dat het lijk boven aarde stond ƒ 15.00.[480]
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
1. NN Berckel, beg. Maassluis 2-4-1727 ("een kind van Gerbrand Berckel").
-
2. NN Berkel, beg. Maassluis 5-4-1730 ("een kind van Gerbrant Joppen Berkel").
-
3. NN Berckel, beg. Maassluis 25-7-1740 ("een kind van Gerrebrant Joppe Berkel").
-
4. Lysbeth Berkel, ovl. vóór 1761.
Uit haar twee kinderen die minderjarig zijn in 1761.
-
f. Anna Ridderus, ged. geref. Maassluis 11-2-1705, j.d., wonend in de Schans te Maassluis (1734),
tr. Maassluis geref. 26-4-1734
Cornelis de Vos, j.m., wonend op de Zuiddijk te Maassluis (1734).
342. GOVERT ARENSZ BOOGERT, ged. geref. Maassluis 6-3-1647, beg. Maassluis Grote K. (impost, graf nr. 291) 28-12-1731[481] ("met kinderen"), j.m., wonend achter de Taenschuer te Maassluis (1676),
kuiper (1689),
koster te Maassluis (1731) [482],
otr. Maassluis geref. (attestatie naar Rijswijk 3-5-1676) en tr. Rijswijk (ZH) 3-5-1676
343. NEELTJE GERRITS BOXHOORN, ged. geref. Maassluis 30-8-1651, beg. Maassluis 1-10-1694, j.d., wonend in de Schans te Maassluis (1676).
|
Wapen Boxhoorn : Drie naar links gewende klimmende bokken (2-1).
Helmteken : een naar rechts gewende uitkomende bok tussen een vlucht
[483]
. NB De kleuren zijn in Ref. [484]
niet vermeld.
|
Vermeldingen in ONA Maassluis: (tekst nog opzoeken)
Govert Bogert, Rek. Bew. & R. 3-9-1689 inv.nr. 28, no. 50, kuiper
Govert Arentss Bogert Testament 26-7-1677 inv.nr. 21, no. 14 kuiper, getuige
Testament 9-8-1685 inv.nr. 26, no. 35 Govert Arentss Bogert z.v.: za. Trijntje Goverts van
Wijn.
-
a. Arij Goverts Boogert, ged. geref. Maassluis 6-11-1678, beg. Maassluis 23-12-1680 ("een kind van Govert Boogert").
-
b. Trijntje Goverts Boogert, ged. geref. Maassluis 29-11-1679, beg. Maassluis 12-3-1682 ("een kind van Govert Boogert").
-
c. Gerrit Goverts Boogert, ged. geref. Maassluis 4-5-1681, beg. Maassluis 29-8-1684 ("een kind van Govert Boogert").
-
d. Gerrit Goverts Boogert, ged. geref. Maassluis 28-4-1683, beg. Maassluis 16-9-1719, j.m., wonend in de Schans te Maaslandsluis,
otr. Maasluis 1-5-1718 (attestatie naar Rotterdam 15-5-1718)
otr./tr. Rotterdam geref. 1/17-5-1718
Aaltje Vont (Vond), ged. geref. Rotterdam 1-1-1690 (get. Willemijntie Adolf), j.d. van Rotterdam, wonend op de Grote Markt,
woont te Maassluis (1720),
doopget. te Rotterdam (1729),
dr. van Heinderick Vont en Eva Adolfs.
Zij hertr. Rotterdam 21-4-1720 Adriaan Schollaart uit Rotterdam, wonend te Maassluijs.
Uit dit huwelijk geref. gedoopt te Maassluis :
-
1. Neeltje Gerrits Boogert, ged. 28-8-1719.
-
e. Ary Goverts Boogert, ged. geref. Maassluis 8-4-1685, beg. Maassluis 8-1-1687 ("een kind van Govert Boogert").
-
f. Trijntje Goverts Boogert, ged. geref. Maassluis 4-5-1687, (=kw. nr. 171).
-
g. Aeltje Goverts Boogert, ged. geref. Maassluis 5-6-1689, beg. Maassluis 9-3-1691 ("een kind van Govert Boogert").
-
h. Maertje Goverts Boogert, ged. geref. Maassluis 20-7-1692, beg. Maassluis 13-7-1696 ("een kind van Govert Boogert").
344. JACOB ABRAHAMSZ (VAN) VOLKOM (VOL(C)KUM), ged. Dordrecht 20-8-1670, beg. Dordrecht 13-2-1730, woonde Lindegracht.
betaalt verponding (1731) (postuum!) als eigenaar van een huis XXXX aan de Vleeshouwersstraat, getaxeerd op ƒ 75,--, nieuwe aanslag ƒ 7,10,--, oude aanslag ƒ 6,5,--,
[485]
otr./tr. 1o Dordrecht 16/30-5-1694
VOL(LIC)KJE (VOLCXKEN) JANS VAN SC(H)EVELINGEN, geb. Dordrecht, ovl. Dordrecht 13-6-1707, otr./tr. 2o Dordrecht 16/31-10-1707
345. ANNA VERHOEVE(N), geb. Dordrecht, woonde Steegh over Sloot.
Uit zijn eerste huwelijk (van Volkom-van Schevelingen) geref. gedoopt te Dordrecht :
-
a. Jan van Volkom, ged. 27-2-1695 (vader en moeder beiden alleen met patroniem vermeld), ovl. jong?
-
b. Maijke van Volkom, ged. 11-8-1696 (hier heet de vader Isaac Abrahamsz (sic!) en de moeder Volckje Jans), ovl. jong?
-
c. Ariaentje van Volkom, ged. 24-1-1698, ovl. jong?
-
d. Jan (Johannes) van Volkom(¥), ged. 17-6-1699, ovl. (kort?) voor 1741, betaalt verponding (1731) als eigenaar van een huis aan de Heerheymansuisstraat, getaxeerd op ƒ 50,--, nieuwe aanslag ƒ 6,--, oude aanslag ƒ 4,3,--,
[486]
betaalt verponding (1731) als eigenaar van een huis aan de Steegoversloot-Marienbornstraat, getaxeerd op 28,--, nieuwe aanslag ƒ 5,--, oude aanslag ƒ 2,7,--,
(dit pand is verhuurd voor 5 (2x) en 3 (2x) st.p.w. (f 13 en ƒ 7.16), waarvan af een derde)
[487]
betaalt verponding (1731) als eigenaar van een huis aan de Marienbornstraat hoek Vest, getaxeerd op 23, nieuwe aanslag ƒ 3,15,--, oude aanslag ƒ 1,18,--,
(dit pand is verhuurd voor 8 en 5 st.p.w. (f 20.16 en ƒ 13.4), waarvan een derde aftrek voor de verponding).
[488]
COMMENTAAR(¥)
Het is nog onzeker of deze Jan van Volkom dezelfde is als
Jan van Volkom, otr. Dordrecht 4-6-1739
Grietje Vermaasen. -
1. Jan van Volkom, ged. Dordrecht 6-1-1740.
|
Op 21-4-1735 verkoopt Johan van Volkom aan Nicolaas van der Valck, schoenmaker, voor ƒ 124,-- een pand aan de Marienbornstraat/vest te Dordrecht, belend door Bastiaan Markus en de erfgenamen van Abraham Targier.
[489]
Op 21-2-1741 verkopen Metie van Duijnen en Kasper van der Meer uit de nalatenschap van Jan van Volkom (overleden) aan Gerret van Duijnen voor ƒ 415,-- een pand aan de heer Heymansuysstraat te Dordrecht, belend door Bisschop en
Gerret Eeker.
[490]
-
e. Maijke van Volkom, ged. 18-6-1701, tr.
Jacob Swang.
-
1. Maijke Swang, ged. Dordrecht 11-3-1721. In het archief van de Weeskamer Dordrecht bevindt zich onder de boedelpapieren een stuk betreffende Maaijke Swang, 1769.
[491]
-
f. Abraham van Volkom, ged. 8-6-1703, ovl. jong?
-
g. Adriaentje van Volkom, ged. 17-10-1704.
-
h. Sara van Volkom, ged. 23-10-1706, otr. Dordrecht 5-5-1746
Uit zijn tweede huwelijk (van Volkom-Verhoeven) geref. gedoopt te Dordrecht :
-
i. Catharina van Volkom, ged. 31-7-1708.
-
j. Abraham van Volkom, ged. 25-1-1710 (hier heet de vader Jacob van Volckomst), (=kw. nr. 172).
-
k. Sara van Volkom, ged. 26-10-1716, otr. Dordrecht 5-5-1746
Huijbert Meijers, vermeld (als belender? bij de Augustijnenkamp) in een akte te Dordrecht (1747).
Op 30-4-1754 verkopen Jacob Fictor, en Helena van Hemert, weduwe, uit de erfenis van Anna van Hemert, overleden, en Hermanus Schoesters, overleden, voor ƒ 905,-- een pand in de Kolfstraat te Dordrecht aan Huijbert Meijers. Belenders zijn Geertruij Booms, weduwe, en Cornelis Dermoeij.
[492]
-
1. Dirk Meijers, ged. Dordrecht 25-9-1746.
-
l. Adrianus van Volkom, ovl. Dordrecht 8-6-1795, filiatie niet bewezen en geref. doop ook niet gevonden,
tr. wellicht
Johanna van Buuren.
Dordrecht 1797: De erfgenamen van Johanna van Buuren en Adrianus van Volkom vanwege een schuldvordering. [493]
Zoek tekst akte.
346. ANTHONY TARGIER, geb. Doopsgez. Dordrecht vóór ca. 1685, ovl. Azie 2-1-1730, betaalt op 26-8-1716 ƒ 5:0:0 Familiegeld wonend te Dordecht in wijk 10 beginnend bij de Visstraet,[494]
vaart op 24-12-1724, als Anthonij Tresier uit Dord, in de rang adelborst voor de kamer Rotterdam van de VOC met het schip Huis ten Donk via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 1-6-1725 en vertrek 21-6-1725) naar Batavia alwaar aankomst 23-8-1725, (hij heeft geen maandbrief, en geen schuldbrief), uit dienst van de VOC op 2-1-1730 wegens overlijden in Azie,[495]
tr. Gouda (schepenen) 14-10-1710
347. GEERTRUY HULSTMAN, geb. Doopsgez. Gouda, ovl. na 1724, betaalt als de vrouw van Antonij Tergier, verkoopster van koffie, thee, etc., ƒ 15:0:0 "Impost opde Coffij thee Chocolade" (1724/25) wonende in de Voorstraad te Dordrecht (1724/25).[496]
Index ONA Schiedam: (tekst nog opzoeken):
1745: Testament Geertruij Hulstman,
Anthony Targier executeur testamentair.
[497]
1760: Testament: Geertruij Anthonij'sdr Targier, Geertruij Hulstman, wed. van Anthonij Targier.[498]
1762: Geertruij Hulstman, surr.voogdij .[499]
1763: Geertruij Hulstman, wed. van Anthonij Targier : procuratie.[500]
Uit dit huwelijk geboren (o.a.?) :
-
a. Geertruy Targier, geb. Doopsgez. Dordrecht vóór ca. 1715, beg. Dordrecht 16-11-1781, (=kw. nr. 173).
-
b. Gerrit Targier, geb. vóór ca. 1720, vaart op 15-5-1740 als Gerrit Targier, afkomstig van Dordregt in de rang matroos voor de kamer Rotterdam van de VOC met het schip Hof niet Altijd Winter via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 10-5-1741 en vertrek 27-5-1741) naar Batavia alwaar aankomst 16-8-1741 (hij heeft geen maandbrief, en geen schuldbrief), vaart op 2-3-1747 met het schip Hercules voor de kamer Amsterdam via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 14-4-1747 en vertrek 2-5-1747) terug naar Nederland alwaar aankomst 11-9-1747, waarna uit dienst van de VOC,,[501]
afkomstig van Dordrecht, woont Nieuwe Hogewoert te Leiden, twijnder (1747),
testeert 1748,
otr./tr. Leiden (schepenen) 29-12-1747/13-1-1748 (get. Abraham van den Bergh, zijn neef wonend op de Hogelandse Kerkgragt, en Abrahem Vermij, haar broer op Nieuwe Levendael)
Anna Vermij, afkomstig van Leyden, woont Nieuwe Hogewoert te Leiden (1747).
In 1759 zijn Gerrit Targier en Anna Vermeij eigenaar van een huis in de Raamsteeg bon West-Nieuwland te Leiden.
Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
1748: Gerrit Tergier Testament [502]
348. HENDRICUS (HENDRIK) KO(C)K, ged. Dordrecht 15-3-1686, beg. Dordrecht 8-8-1727, timmermansknecht.
tr. Dordrecht 18-3-1703
349. ANNA VAN DER LEE(DE) (LEDE), ged. Dordrecht 17-6-1686, beg. Dordrecht 6-6-1725.
Uit dit huwelijk geref. gedoopt te Dordrecht :
-
a. Jacob Kok, ged. 20-4-1704, ovl. jong?
-
b. Jacob Kok, ged. 18-11-1705.
-
c. Maria Kok, ged. 25-9-1707, tr. vóór 1745
Jan van der Kaa, ged. Dordrecht 29-3-1715, zn. van Jan (Engelen) van der Kaa en Jannetje Ariens (Kuijbers).
-
1. Hendrik van der Kaa, geb./ged. Dordrecht 19-4/14-7-1745, timmerman, stemgerechtigd te Dordrecht (1811).
-
2. Engel van der Kaa, ged. Dordrecht 2-6-1752.
-
d. Adriaen (Adrianus) Ko(c)k (Cock, Koek), ged. 21-7-1710, metselaarsknecht (1739),
tr. vóór 1734
Mari(j)a van der Lugt, ged. Dordrecht 2-6-1706, dr. van Barent van de Lucht en Geertruid Sam.
Op 28-5-1739 leent Adriaan Kok, metselaarsknecht, ƒ 100,-- van
Lambert Kemp, viskoper met als onderpand een pand in de dwarsgang tegenover de Gevulde Gracht, belend door Martinus Coevoet en Jurrianus Douw.
[503]
-
1. Anna Kok, ged. Dordrecht 20-1-1734.
-
2. Hendrika Kok, ged. Dordrecht 27-1-1740.
-
3. Maria Kok, ged. Dordrecht 18-8-1743.
-
4. Hendrik Kok, ged. Dordrecht 18-11-1746.
-
5. Hendrik Kok, ged. Dordrecht 1-9-1748.
-
6. Barrendijna Kok, ged. Dordrecht 19-12-1751.
-
e. Johanna Kok, ged. 14-6-1713.
-
f. Piter Kok, ged. 11-3-1716, ovl. jong?
-
g. Hendrick Kok, ged. 16-4-1719.
-
h. Pieter Kok, ged. 28-11-1721, beg. Dordrecht 29-6-1801, (=kw. nr. 174).
350. WILLEM NIEUWENHUIJSEN, ged. Dordrecht 26-11-1704, beg. Dordrecht 28-5-1762, schoenmaker (1747..1755),
belender in de Vriesestraat te Dordrecht (1747, 1760),
in het Achterom te Dordrecht (1756, 1757),
otr./tr. Dordrecht 23-4/29-5-1728
351. MARIA SMIT(S), geb. Waspik? / Sprang?.
Op 27-4-1747 verkoopt Marija Immerseel, weduwe, aan
Willem Nieuwenhuijse, schoenmaker, voor ƒ 60,-- een pand in de Vriesestraat te Dordrecht, belend door
Jannigje de Gester en de koper. Overige personen
Claas Soeteman (overleden).
[504]
Op 9-11-1751 verkoopt Cornelis Verbroek aan Willem Nieuwenhuijsen, schoenmaker, voor ƒ 300,-- een pand gelegen achter het Vrouwenhuis te Dordrecht, belend door Andries de Leeuw en de
weduwe Torijn. Overige personen : Jacobus van der Meer, garenbleker.
[505]
Op 25-9-1755 verkoopt Dirkje de Gester (ongehuwd) aan Willem Nieuwenhuijsen, schoenmaker, voor ƒ 60,-- een pand gelegen in de Vriesestraat te Dordrecht, belend door hemzelf.
[506]
Uit dit huwelijk geref. gedoopt te Dordrecht :
-
a. Geertruy Nieuwenhuysen, ged. 22-8-1728, beg. Dordrecht 25-11-1784, (=kw. nr. 175).
352. GEURT CLAESZ VAN LEEUWEN(¥), ged. Barneveld 18-3-1672[507]
of 13-3-1672[508]
, ovl. vóór 23-7-1726 [509]
, ook genaamd Geurt Claesen Kuiper, tonnenmaker en koster te Barneveld,[510]
afkomstig van Barneveld (1692),
otr./tr. Barneveld/Ede geref. 18-3/10-4-1692 met attest op Ede [511];(¥)
353. CORNELIA (CORNELISJE) GOOSENS (VAN DE TREECK)(¥), geb. vóór ca. 1670, ovl. na 9-12-1743,[512]
j.d. van Ede (1692),
woont (1732-1735) als wed. van Geurt van Leeuwen in een camer in
de Grotestraat/Langstraat te Barneveld,
(1738-1739) als wed. van Geurt Claes van Leeuwen in een huis te Barneveld,
(..-1746) in een huis te Barneveld,
(1747-1750) als wed. van Geurt van Leeuwen, fruitverkoopster, in een huis te Barneveld.
[513]
[514]
.
COMMENTAAR(¥)
zoek voor hem : RA Veluwe, inv. nr. 835 f51v, d.d. 24-4-1717, f63, d.d.
16-6-1721, nr. 803 f52, d.d. 18-11-1740 en f53v, d.d. 9-12-1743.
|
COMMENTAAR(¥)
Zoek RAGld, RA Veluwe, Inv. 835 f51v, f63, Inv. 803 f52, f53v voor gegevens over dit echtpaar.
|
COMMENTAAR(¥)
haar broer Otto Goosens treedt op als oom (=oudoom) en bloetmomber voor de
kinderen van haar zoon Goswijn van Leeuwen (1728) [515].
|
vul aan Caudron passim
Op 29-2-1717 verkopen en transporteren Guert Claesen van Leeuwen en Cornelissien Goosses egteluijden,
seeker huijs en hoff geleegen in den dorpe Barnevelt daar ten oosten Willem Willemsen, ten westen
Cornelis Gertsen Cosijnsen naast gehuijst en gelandt sijn,
aen enden ten behoeve van de
Heer Willem van Esvelt ontfanger des ampts Barnevelt en Jufr. Elisabet Heerman eghteluijden en erven
voor een somma van een duijsent gln.
(geregistreert den 24-11-1717).[516]
Op 16-6-1721 peijnt
Gerhardus van de Vliert cessionaris van Jacob van Bemmel op de gereede goederen actien en
creditten van Guert Claasen Cuijper ende Cornelisjen Gooses eghteluijden, speciaal aan een huijs
staand in den dorpe van Barnevelt door Voornoemde Guert Claasen en sijn vrouw bewoont wordende.
Ten eijnde om daar aan ter verhaalen betaalinge van de summa van twee hondert gulden met intresse
daar op verloopen volgens obligatie daar van sijnde.[517]
Op 23-7-1726 verkoopt en transporteert Cornelisjen Goosens weduwe en boedelholder van Wijlen Guert Claasen van Leeuwen, soo veel noodig geassisteert met haar soon Thoon Guertsen,
seeker huijs hoff en hofsteede in de Catrijnestraat staande in den dorpe Barneveld sijnde vrij alidiael
deijlbaar Thinsgoet daar aan de eene sijde Rutgerus Eijbergen en aan de andere kant Henderik Barghijs
naast gehuijst sijn,
aan ten erffelijken behoeven van Gijsbert Hendriksen Scherpekamp en Stefhanie van Haard eghteluijden en sulks voor de somma 600 guld gepasseert voor
geerfden Gerhardus van Vliert, H. v. Heert, Jacob van Heert die de origeneele transport hebben
geseegelt en geteekent op dato als booven.
(geregistreert op 23 julij 1726)[518]
Uit het huwelijk (van Leeuwen-Goosens) geref. gedoopt te Barneveld [519] :
-
a. Goswinus (Gosen) Geurts van Leeuwen, ged. 27-1-1693 [520]
volgens [521]
23-1-1693, volgens [522]
op 23-11-1693, beg. Veenendaal 6-7-1742 (luid- en begraafgeld ƒ 1,12,8)[523]
, kuiper,
otr./tr. 1o Veenendaal 12-12-1717/2-1-1718[524]
, volgens [525]
op 26-12-1717. Johanna Slok, ged. Veenendaal geref. 28-3-1692, ovl. vóór 1728.
dr. van Hendrik Everts Slok, herbergier in de Hartogh van Gelre en schout van Gelders Veenendaal, en Elisabeth Sanders Stip,[526]
otr./tr. 2o Amersfoort 29-10/16-11-1728[527]
[528]
Lijsbeth Sterk(ing), afkomstig Ommen, wonende Amersfoort.
Op 26-5-1728 treedt Goosen van Leeuwen op als weduwnaar en
boedelhouder van Johanna Slok. "Om desen Inventaris nae behoren
te dresseren, dient (men) voor oft te weten dat de gewesene
echteluijden in den huwelijken staet sijn getreden sonder
huwelijkse voorwaarden, ende derhalve nae den Lantgeregte van
Veluwe gemeenschap van goederen. Er sijn uit dit huwelijk
gesproten vier kinderen met naeme
Henrick, Geurt, Claes en Evert van Leeuwen".
In deze zeer uitgebreide boedelbeschrijving o.a. "een huis en hoft
in Veenendaal aan de gelderse sijde door den inventarisant bewoont
en gebruijkt wordende. De Erffenisse en versterfenisse van de
Inventarisants schoonmoeder ende kinderen grootmoeder
Lijsbet Stip welke Henrick Slock alsnog in lijfrecht besit".
[529]
Op 28-12-1773 compareren te Ede "Cornelis van Leeuwen en
Sophia van Leeuwen, Ehel:. Jan van Leeuwen en
Gijsbertje de Man Ehel:, Jan den Dolder en
Dirkje van Leeuwen mede ehel: kinderen en erffgenamen van
Elisabeth Sterking wede. van Gose van Leeuwen" verdelen haars
moeders boedel bestaande "alleen in een Huijs, Hoffe en Schuur in
den Dorpe Veenendaal, sijnde onderling getaxeerd op een somma van 375 gld. enz.
[530]
Uit zijn eerste huwelijk (van Leeuwen-Slok) gedoopt te Veenendaal:[531]
-
1. Hendrik van Leeuwen, ged. 17-7-1718.
-
2. Geurt van Leeuwen, ged. geref. 11-12-1720, beg. Veenendaal 5-7-1790, tr. geref. Veenendaal 7-8-1746[532]
Christina Verkuil, geb. Eck/Maurik ?.
Uit dit huwelijk 7 kinderen gedoopt te Veenendaal (1747-1763).
-
3. Claas van Leeuwen, ged. 15-11-1722, otr./tr. 1o Veenendaal geref. 5/28-1-1759[533]
Jannigje Rutte Veenvliet, ged. geref. Veenendaal 1-1-1719, otr./tr. 2o Amsterdam (Nieuwe kerk) geref. 26-2/15-3-1772[534]
Alida Roos, geb. Leiden ?.
Uit het eerste huwelijk 4 kinderen gedoopt te Veenendaal (1759-1764).
Uit zijn tweede huwelijk (van Leeuwen-Sterk) gedoopt te Veenendaal :
-
5. Jan van Leeuwen, ged. 19-11-1730.
-
6. Jannetje van Leeuwen, ged. 16-3-1732.
-
7. Cornelis van Leeuwen, ged. 24-1-1734, ovl. 1785, otr./tr. Amsterdam geref 15-11/1-12-1754[535]
Sophia van Leeuwen, geb. Amsterdam 29-9-1737, dr. van Willem van Leeuwen en Cornelia Jansen.
Uit dit huwelijk 1 kind gedoopt te Veenendaal (1760).
-
8. Dirkje van Leeuwen, ged. 5-2-1736.
-
9. Jan van Leeuwen, ged. geref. 20-7-1739, tr. Veenendaal geref. 6-2-1763[536]
Gijsbertje de Man, ged. geref. Veenendaal 5-11-1741, ovl. Veenendaal 3-6-1813 (oud 70 jaar sic!), dr. van Dirk de Man en Nenna Cornelissen.
Uit dit huwelijk 8 kinderen gedoopt te Veenendaal (1763-1784).
-
10. Dirkje van Leeuwen, ged. geref. 3-6-1741, tr. Veenendaal geref. 23-3-1766[537]
Jan Wessels van Dolder, ged. Veenendaal 20-8-1741.
-
b. Dirkjen Geurts van Leeuwen, ged. 4-11-1694[538]
, beg. Veenendaal 9-9-1782 (luid- en begraafgeld ƒ 3,5,0) [539]
.
-
c. Claes Geurts van Leeuwen, ged. 4-10-1696, afkomstig van Barneveld (1725),
otr./tr. Barneveld/Amersfoort geref. 20-7/7-8-1725[540]
Geertruida Sijburg, afkomstig van Amersfoort (1725).
Uit dit huwelijk geref. gedoopt te Amersfoort :[541]
-
1. Johanna van Leeuwen, ged. 1-2-1726.
-
2. Cornelia van Leeuwen, ged. 1-8-1727.
-
3. Johannis van Leeuwen, ged. 21-6-1729.
-
4. Johannes van Leeuwen, ged. 13-2-1731.
-
5. Magdalena van Leeuwen, ged. 24-10-1732.
-
6. Johanna van Leeuwen, ged. 5-12-1734.
-
7. Geurt van Leeuwen, ged. 25-4-1738.
-
8. Dirkje van Leeuwen, ged. 10-1-1740.
-
9. Catharina van Leeuwen, ged. 3-4-1742.
-
d. Cnelis Geurts van Leeuwen, ged. 16-2-1698.
-
e. Cornelis Geurts van Leeuwen, ged. 16-10-1698,[542]
-
f. C(or)nelis Geurts van Leeuwen, ged. 29-10-1699, woont (1742-1744) in een huis aan het Schouteneinde te Barneveld,
(..-1745) in een huis ("de Rode Leeuw') te Barneveld,
(1746-1748) in een huis te Barneveld,
[543]
otr. Barneveld geref. 28-4-1731[544]
Aaltje Gijsberts, ged. geref. Barneveld 8-1-1702, dr. van Gijsbert Jansen en Fijtje Willems.
Uit dit huwelijk geref. gedoopt te Barneveld:
-
1. Geurt (Gerrit) van Leeuwen, ged. 10-2-1732, tr. Utrecht geref. 1-5-1759
Johanna Catharina Wiglinkhuizen (Michlandshuysen), geb. Amersfoort 1-5-1733, of een zuster, begraven op 15-5-1788 te Amsterdam,
dr. van Johannes (Jan) Wiglinkhuizen (Wiggelinkhuijsen, Wiggelandshuijsen) en Maria den Uijl.
Uit dit huwelijk 2 kinderen geboren te Utrecht en Barneveld (1759, 1760)
-
2. Fijtje van Leeuwen, ged. 4-10-1733, ovl. vóór 1772, woont (1767-1770) in een huis in de Langstraat te Barneveld,
[545]
otr. Barneveld geref. 14-10-1768
Aalbert Jansen, afkomstig van Apeldoorn (1768),
woont (1770-1772) in ditzelfde huis in de Langstraat te Barneveld.
[546]
Op 23-4-1772 verkoopt Aelbert Janssen, wednr. van Fijtjen van Leeuwen, huis, hof, berg, enz. aan Herman Mulder en Geertjen Geurts.
[547]
Op 29-5-1776 verkopen Harmen Mulder en Geertjen Geurts huis, hof, berg en boomgaard aan Breunis, Aaltjen en Aalbertjen Aalberts, broer en zusters voor f. 1645,-.
[548]
NB zijn dit de kinderen uit het huwelijk Jansen-van Leeuwen?
-
3. Geisbert van Leeuwen, ged. 22-5-1735, ovl. jong?
-
4. Cornelia van Leeuwen, ged. 22-4-1736.
-
5. Geisbert van Leeuwen, ged. 5-10-1738.
Er is sprake van Rotterdam. Maar daar is niets te vinden. Tevens is er sprake van 2 kinderen, Sebastiaan en Jacoba (op 9 jarige leeftijd opgenomen in het gekkenhuis). Sebastiaan zou naar Canada zijn vertrokken.
CHECK
-
6. Willemeintje van Leeuwen, ged. 26-12-1740, ovl. Nijkerk 14-12-1819, otr./tr. Nijkerk/Hoevelaken geref. 23-10/9-11-1789
Roelof van Wilgenburg.
-
7. Gijsbertje van Leeuwen, ged. 17-3-1742, ovl. Nijkerk 22-10-1826.
-
8. Dirkje van Leeuwen, ged. 22-1-1747, ovl. na 1802, woont (1795-1802) als schoolhouderse en wed. van Gerrit Woutersen in een huis in de Langestraat te Barneveld,
[549]
tr.
Gerrit Woutersen, ovl. 1795-1798, woont (1789-1795) in ditzelfde huis in de Langestraat te Barneveld,
[550]
verm. wednr. van Aartjen Heijmens.
Dirkje van Leeuwen, schoolhouderse, weduwe van Gaart Wouterse, heeft 4 kinderen, die in 1798 wordt vermeld als onvermogend op de lijst van Barneveldse ingezetenen van 18 jaar en ouder, die geschikt zijn om wapens te dragen.[551]
-
g. Toon Geurts van Leeuwen, ged. 2-4-1702.
-
h. Wijnand Geurts van Leeuwen, ged. 7-9-1704, (=kw. nr. 176).
-
i. Willemijna Geurts van Leeuwen, ged. 19-6-1707.
-
j. Ott Geurts van Leeuwen, ged. 25-12-1709, volgens [552]
5-12-1709, volgens [553]
15-12-1709 .
-
k. Willem Geurts van Leeuwen, ged. 18-9-1712.
-
l. Hendrik Geurts van Leeuwen, ged. 10-2-1715, otr. 1o Barneveld geref. 30-5-1739[554]
Steventje Willems, heeft een illegitieme verhouding met
Gijsbertje Breunisse, ged. Barneveld geref. 27-4-1721, dr. van Brunis Jansen en Metje Willems,
otr./tr. 2o Renswoude 11-7/18-8-1755[555]
Nennetje Teunisdr, dr. van Teunis de Kraay.
Uit de illegitime verhouding met Gijsbertje Breunisse :
-
1. Willemijntje Hendriksdr van Leeuwen(¥), ged. geref. Barneveld 24-8-1749, ovl. Sliedrecht 27-1-1802, otr. Sliedrecht 1-10-1779
Arij Jasperszn 't Jong, ged. geref. Sliedrecht 21-4-1748, ovl. Sliedrecht 26-8-1833.
COMMENTAAR(¥)
Bij de huwelijken van haar kinderen heet zij Willemijntje Hendriksdr van Leeuwen. Zij is dus blijkbaar later geëcht.
|
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Jan 't Jong, geb. Sliedrecht 1785/86, tr. 1o
Kundertje Prins, tr. 2o Sliedrecht 4-4-1816
Annigje Pietersdr Bons, geb. Sliedrecht 1785/86, dr. van Pieter Bons en Marigje Baan.
-
bb. Gijsbert Arijszn 't Jong, geb. Sliedrecht 12-9-1789, tr. Sliedrecht 23-3-1811
Magdalena Arijsdr Guijs, geb. Sliedrecht 3-2-1787, dr. van Arij Arienszn Guijs en Aaltje Adriaansdr Bisschop.
-
cc. Geertje Ariesdr 't Jong, geb. Sliedrecht 1793/94, tr. Sliedrecht 15-6-1815
Adriaan Aartszn Boer, geb. Sliedrecht 1791/92, zn. van Aart Boer en Jannigje Lok.
-
2. Dirkje (Gijsbertsdr?), ged. geref. Barneveld 24-8-1749.
354. EVERT (MASEN) KLAASZ VAN VELTHUIJZEN, ged. Veenendaal 21-1-1677[556], wonende te Veenendaal (aan het Boveneind),
otr./tr. Veenendaal geref. 5/19-3-1702[557]
355. MARIA DIRKSE VAN DE GEER(¥), ged. Veenendaal 9-3-1679[558], woont te Veenendaal.
-
a. Rein (lees Rem?) Evertsz van Veldhuijsen(¥), ged. geref. Veenendaal 7-1-1703, schuitenmaker,[560]
tr. 1o voor 1726
Arriaantje (Aaltje) Hendriks, ovl. 1737-1740, tr. 2o Veenendaal geref. 29-5-1740
Antonia van den Berg, j.d., laatst wonend te Rotterdam (1740).
COMMENTAAR(¥)
In de transcriptie Veenendaal - Dopen NG 1674-1810, staat deze Rein als zn. van Evert Maassen en Maria Dirckze, terwijl de volgende vier kinderen genoteerd staan met de ouders Evert Claesz van Veldhuizen en Mary Dirks. Is er bij de inschrijving van Rein een lees- of schrijffout gemaakt? Bij de doop van een van zijn kinderen heet hij weer Rein.
|
Uit zijn eerste huwelijk (van Veldhuijsen-Hendriks):
-
1. Hendrik Remmen van Veldhuijsen, ged. geref. Veenendaal 28-4-1726, ovl. jong?
-
2. Hendrik Remmen van Veldhuijsen, ged. geref. Veenendaal 1-6-1727, ovl. jong?
-
3. Maria Remmen van Veldhuijsen, ged. geref. Veenendaal 3-7-1729.
-
4. Hendrik Remmen van Veldhuijsen, ged. geref. Veenendaal 27-5-1731.
-
5. Christina Remmen van Veldhuijsen, ged. geref. Veenendaal 14-9-1732 (hier heet de vader Rein).
-
6. Evert Remmen van Veldhuijsen, ged. geref. Veenendaal 7-3-1734.
-
7. Elisabeth Remmen van Veldhuijsen, ged. geref. Veenendaal 8-5-1735.
-
8. Cornelis Remmen van Veldhuijsen, ged. geref. Veenendaal29-9-1737.
-
b. Metje Evers van Velthuijzen, ged. geref. Veenendaal 18-4-1706, (=kw. nr. 177).
-
c. Dirk Everts van Veldhuizen, ged. geref. Veenendaal 9-2-1709.
-
d. Cathrijna Everts van Veldhuizen, ged. geref. Veenendaal 7-1-1714.
-
e. Alet Everts van Veldhuizen, ged. geref. Veenendaal 27-12-1716.
vul aan VG 26(2001)229
COMMENTAAR(¥)
MARIA DIRKSE VAN DE GEER is niet dezelfde als
MARRIJGJE DIRKS, j.d. aan de Muilenbrug (1714),
otr./tr. 2o Veenendaal 9/23-9-1714 (als Marigje Dirks van der Meijden, sic!)[561]
[562]
,
tr. Veenendaal geref. 23-9-1714
KLAAS ARIENS(EN) VAN SANTEN (Klaus van Sauken), ged. Veenendaal 8-11-1683, weversbaas,
betaalt als Claes Ariensen ƒ 1-4- haardstedegeld voor 1 haarstede te Veenendaal (1707-1711),[563]
woont aan de Muilenbrug (1714),
wednr. van Marrigje Remmen en beoogd echtgenoot van Johanna Willems Verkuijl,
die echter "voor de trou' is gestorven in de kraam" (1713),
[564]
zn. van Arien Claassen van Santen en Willempje Wesselsen van de Holsteegh.
Uit dit huwelijk:[565]
[566]
-
a. Annegie Claassen van Santen, ged. Veenendaal (G) 4-8-1715, otr./tr. Veenendaal (UT) geref. 6/13-10-1748[567]
Aart (Arie) van Asperen, ged. Veenendaal (UT) 21-10-1714, zn. van Willem Aarts van Asperen en Petertje Hendriks Gaasbeek.
-
b. Willemijntje (Willemina) Klaasze van Santen, ged. Veenendaal (G) 25-11-1718, beg. Veenendaal 21-2-1784, wonend in het Rhenense Veen (1743),
otr./tr. Rhenen/Veenendaal (Gld.) 3/17-8-1743[568]
[569]
Willem Hendriksz van Schuppen, ged. Veenendaal (G) 28-8-1718, lantaarnopsteker,
soldaat in het regiment van Gen. Maj. De Bedarides, wonende in het garnizoen te Rhenen (1743),
zn. van Henrick Claasz van Schuppen, wolkammer, en Marretien Hendricks van Manen.
-
1. Hendrik Willemsz van Schuppen, ged. Veenendaal (U) 27-10-1743.
-
2. Maria Willems van Schuppen, ged. Veenendaal (G) 17-7-1746, ovl. Veenendaal 1762.
-
3. Klaasje Willems van Schuppen, ged. Veenendaal (G) 30-8-1750.
-
4. Heijnderijntje Willems van Schuppen, ged. Veenendaal (G) 6-8-1752, ovl. Veenendaal 7-4-1831, tr. Veenendaal (G) 27-5-1774
Willem Matthijsz (van) Diepeveen, ged. Veenendaal (G) 12-8-1753, ovl. Veenendaal 14-1-1844, spinner te Veenendaal,
zn. van Matthijs Claessen van Diepeveen en Catharina Willems van Hardeveld.
Uit dit huwelijk 8 kinderen gedoopt te Veenendaal, waaronder :
-
aa. Willemijntje Diepeveen, geb. Veenendaal 1776/77, tr. 1o
Johannes Turkesteen, tr. 2o Veenendaal 11-12-1818
Evert van Offeren, geb. Veenendaal 1780/81, zn. van Jan van Offeren en Christina Valk .
wednr. van Aaltje van den Berg.
-
5. Klaas Willemsz van Schuppen, ged. Veenendaal (Gld.) 12-1-1755.
-
6. Willem Willemsz van Schuppen, ged. Veenendaal (Gld.) 3-4-1757, ovl. Veenendaal 1787.
-
7. Maria Willems van Schuppen, ged. Veenendaal (Gld.) 21-2-1762, ovl Veenendaal 1788.
-
c. Dirck Aertse Claasz van Santen, ged. Veenendaal (G) 1-1-1723.
otr./tr. 1o Veenendaal geref. 22-10/14-11-1751[571]
Gerritje Spoor, ged. Veenendaal 19-6-1729, dr. van Andries Spoor en Ghijsbertien Jacobs Bosch,
tr. 2o Veenendaal 7-10-1781[572]
Annetje van Engelenburg, ged. Veenendaal 24-5-1733, dr. van Dirk Berentsen van Engelenburg en Maria Jans van Campen.
Uit zijn eerste huwelijk (van Santen-Spoor):[573]
-
1. Hendrik (Klaas) van Zanten, ged. Veenendaal 27-8-1752, ovl. Veenendaal 11-3-1827, wever,
tr. Veenendaal 19-5-1782[574]
Jannigje (Jannetje) Boomsloot (Boom), ged. Veenendaal 25-5-1760, ovl. Veenendaal 21-10-1832, spinster,
dr. van Gijsbert Boomsloot en Jannetje Jansz Ros.
Uit dit huwelijk 5 kinderen (zie verder Ref. [575]).
-
2. Andries van Zanten, ged. Veenendaal 10-8-1755, ovl. Veenendaal 25 -12-1811, wever,
tr. Veenendaal 16-11-1778[576]
Cornelia Vrekenhorst, ged. Veenendaal 2-11-1755, ovl. Veenendaal 24-5-1825, spinster,
dr. van Anthonij Vrekenhorst en Jannigje Prijs.
Uit dit huwelijk 6 kinderen (zie verder Ref. [577]).
-
3. Maria van Santen, ged. Veenendaal 30-4-1758.
-
4. Gijsbert van Santen, ged. Veenendaal 9-11-1760, ovl. jong?
-
5. Gijsbert van Zanten, ged. Veenendaal 1-12-1765, ovl. Veenendaal 4-11-1816, wever.
tr. Veenendaal 30-4-1797[578]
Gijsbertje van Manen, ged. Veenendaal 12-11-1769, beg. Veenendaal 20-3-1806, dr. van Aard Cornelisse van Manen en Christijntje Gaasbeek.
Uit dit huwelijk 1 zoon (zie verder Ref. [579]).
|
360. HANS CONRAD SCHIRMER, geb. (CH).
-
a. Mr. Johannes Schirmer, geb. vóór ca. 1715, ovl. vóór 1822, (=kw. nr. 180).
362. JOHANNES GRUBELIN(¥), geb. (CH), tr. vóór ca. 1720
363. NN, ovl. verm. Beek 17-11-1760 (wed. van NN Groebert).
COMMENTAAR(¥)
Wat is het verband met:
Joannes Baptist Grubleij, tr.
Maria Josepha Chijron. -
a. Maria Catharina Grubleij, ged. Maastricht Catharina (Kerk?) 26-9-1732 (get. Franciscus Goesen en Maria Catharina Grauwis).
-
b. Petrus Joseph Grubleij, ged. Maastricht Catharina (Kerk?) 26-9-1732 (get. G... en Petrus ...).
|
Uit dit huwelijk (o.a.?) :[581]
-
a. Catharina Gröblin (Gröbein, Grüb(er)lin), geb. vóór ca. 1720, ovl. vóór 1822, (=kw. nr. 181).
-
b. Johanna Cornelia Gruber (Grouber), geb. Beek vóór ca. 1735, ovl. na 1794, j.d. geboortig en woonende tot Beek (1754),
landbouweresse te Beek,
doopget. (1790),
otr./tr. Beek geref. 8/27-5-1754 (de bruid heet hier Cornelia Catharina Groeber)
Hendrik Stas(s), geb. Heerle, ovl. Beek 15-5-1791, sous Lieut: onder de Mineurs (1754),(¥)
luitenant (1755..1790),
landbouwer te Beek.
COMMENTAAR(¥)
In de lijst van Officieren[582] komen wel voor A. Stas en P. Stas bij de Mineurs en Sappeurs. Heeft Hendrik Stas wellicht nog een tweede voornaam?
|
-
1. Johanna Gertruyt Maria Stas(s), ged. geref. Beek 2-2-1755 (get. de wed. Stas), ovl. Beek 22-7-1833, wonend te Beek (1775),
doopget. (1790..1795),
otr./tr. Beek geref. 5/29-10-1775
Christiaan (Christianus) T(h)iele(n) (le) Ko(c)k, ovl. vóór 1833, j.m. wonend te Spaubeek (1775),
zn. van Jan Hendrik Cock, sergeant en A(e)lberdina Elizabeth Walravens (zie kw. nr. ⇒ 365 sub c).
Zie aldaar voor verdere gegevens en nageslacht van dit echtpaar.
-
2. Cornelia Petronella Judith Stas, ged. geref. Beek 5-12-1756 (get. P Stas, Gerdruijt Groeber), doopget. (1784),
j.d. wonend te Beek (1702),
otr./tr. Beek geref. 13-6/8-7-1792
Christiaan von Starklof (Harthof?), geb. Cassel, wonend te Oberbieber (1792).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Cornelius Karel Andreas von Harthof, ged. Beek 14-9-1793 (get. Geertruid Maria Kock geb. Stass)
-
bb. Geertruid von Harthof, ged. Beek 28-11-1795 (get. Geertruid Maria Kock geb. Stass). NB de vader heet hier Christiaan von Stass!
-
3. Petronella Catharina Stas(s), ged. geref. Beek 14-1-1759 (get. P. Franken en zijn huisvrouw), ovl. Stein (Maasband) 26-12-1841, doopget. (1792, 1795),
landbouweresse wonend in de maasband gemeente Stein (1832),
tr. Beek geref. 26-11-1786 (de bruid heet hier Catharina Petronella Stas, de bruidegom Arnoldus Walraven)
(Joannes) Arnold(us) Walraven, ged. geref. Beek 25-6-1764, ovl. Stein (Maasband) 22-9-1827, landbouwer, herbergier (1827),
zn. van Peter (Piter) Walraven, landbouwer te Stein, en Gert. Margaretha Rosier.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Hendrik Arnold Walraven, ged. geref. Beek 10-10-1787 (get. Hendrik Stass, luitenant en Margaretha Rosier geb. Walraven).
-
bb. Karel Pieter Walraven, ged. geref. Beek 7-3-1789 (get. Pieter Walraven, en Cornelia Anna Catharina Groeber geb. Stass).
-
cc. Johanna Henrica Jacoba Walraven, ged. geref. Beek 22-10-1790 (get. Jacobus Walraven en Johanna Geertruij Stass, geh. met Kock), ovl. Ede 23-1-1879, tr. vóór 1833
Pieter Ketting, ged. Dordrecht 1789/90, ovl. Neede 3-10-1847, belastingambtenaar (1835, 1845) te Bredevoort (1835), Neede (1845), rijksambtenaar te Neede (1847),
zn. van Elias Ketting en Johanna Evers.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
dd. Petronella Catharina Walraven, ged. geref. Beek 15-6-1792 (get. Pieter Walraven en Cornelia Petronella Judith Stass).
-
ee. Joannes Ludolf Walraven, ged. geref. Beek 5-4-1794 (get. Johan Gosuinus Assuerus Stass en Regina Walraven geh. met NN ter Hagen).
-
ff. Jan Willem Walraven, ged. geref. Beek 17-4-1796 (get. Jan Walraven en Susanna Wilhelmina Schöller geb Stass).
-
gg. Joannes Arnoldus Walraven, geb. 1797/98, ovl. Stein 20-4-1863 (ongehuwd), landbouwer (1863).
-
hh. Willem Jacob Walraven, geb. Leuth 1802/03, ovl. Stein (in zijn moeders huis) 5-5-1832 (ongehuwd).
-
ii. Anna Cornelia Catharina Walraven, geb. Stein 1804/05, ovl. Stein 23-5-1851 (ongehuwd).
-
4. Anna (Al)Bertina Stas, ged. geref. Beek 13-9-1761 (get. Abraham Rochet, Bertina Otten), ovl. Beek 8-9-1832 (hier heet de moeder Anna Gertrudis Gruber!), tr. Beek geref. 24-1-1790
Willem (Wilhelmus) Jakob(us) Lemmens, geb. 1759/60, ovl. Eijsden 22-6-1844, doopget. (1804),
koster (1832),
zn. van Michael Lemmens en Anna Catharina Boost.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Henrica Cornelia Catharina Lemmens, ged. geref. Beek 24-10-1790 (get. Hendrik Stass, luitenant, en Cornelia Groeber), ovl. Beek 22-3-1792.
-
bb. Katharina Lemmens, ovl. Beek 22-3-1792.
-
cc. Johanna Albertina Lemmens, geb. Beek 3-3-1794, ovl. Eijsden 26-4-1872, tr. Eijsden 4-10-1823
Jan Gerardus Delhaes, geb. Dalhem (B) 28-1-1784, ovl. Eijsden 28-6-1838, zn. van Andreas Delhaes en Gertrudis Dahmen.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
dd. Susanna Petronella Lemmens, ovl. Beek 4-12-1797.
-
ee. Jaques Arnout (Jacob Arnold) Lemmens, geb. Beek 17-9-1798, ovl. Beek 27-12-1877, tr. Beek 2-7-1829 (de dochter van zijn nicht)
Hendrika Cornelia Kock, geb. Beek 1800/01, ovl. Beek 11-4-1873, dr. van Hendrika Cornelia Kock.
-
ff. Henrij Michel Lemmens, geb. Beek 14-4-1801.
-
5. Goswinus Johannes Assuerus Stas, ged. geref. Beek 11-12-1763 (get. Johannes Albertus Bausch, schepen te Beek, en J.G. Nolens geb. Groeber), aangesteld als vendrig 13-1-1783 in het Infanterie Regiment Van Dopff,
1ste Battaillon 4de Compagnie te Hulst (1783), te Groningen (1784), Bourtange, Delfziel en Lang-Akkerschans (1785), Hulst (1786),
bevorderd tot Adjudant 1-7-1786,
1ste Battaillon te Zeeland (1787-1789), te 's-Hertogenbosch (1790-1791),
2e Battaillon te Breda (1792),
bevorderd tot Lieut. 6-5-1793,
1e Battaillon 3e Compagnie te Maastricht (1794).[583]
doopget. (1794, 1795).
-
6. Susanna Wilhelmina Stas, ged. geref. Beek 20-12-1765 (get. W. Franken, uyt zittard, en W. Nolens, vaendrig), wonend te Beek (1789),
otr./tr. Beek geref. 6/21-6-1789
Johan Ludolf Schöller, geb. Gemund, j.m. wonend te Gemund (1789).
-
7. Agneta Hermanna Stas, ged. geref. Beek 11-9-1768 (get. D. Smeets en A. Boshouwer).
-
8. Johanna Cecilia Stas, ged. geref. Beek 21-1-1770 (get. Cecilia Bausch), j.d. wonend te Beek (1793),
otr./tr. Beek geref. 17-8/11-9-1793
Wernerus Langen, geb. Kamphausen, weduwnaar wonend te Beek (1793).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Anna Catharina Hendrica Langen, geb./ged. geref. Beek 29/29-6-1794 (get. Johan Meinhard Langen en Cornelia Catharina Groeber geh. met Stass).
-
bb. Willem Hendrik Langen, ged. geref. Beek 22-11-1795 (get. Johan Goswinus Assuerus Stass, Aletta Langen geb. Kamphausen, Philip Langen).
-
cc. Sibilla Geertruid Adelheid Langen, geb./ged. geref. Beek 15/15-1-1797 (get. Hendrik Langen, Sibilla Langen geb. Kamphausen, Geertruid Kock geb. Stass).
-
9. Henriette Cornelia (Corneille) Stas(s), ged. geref. Beek 15-10-1772 (get. Swilders, notaris uyt Voerendaal), ovl. Beek 6-2-1834, wonend te Beek (1793),
landbouwerse (1834),
otr./tr. Beek geref. 4/27-10-1793
Jean Guillaume (Jan Willem) Camp(s), geb. Millich (Pruissen) 1767/68, ovl. Beek 24-4-1844, j.m wonend te Beek (1793),
landbouwer (1797..1819) te Beek,
zn. van Pieter Camp.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Johan Pieter Hendrik Kamp, geb./ged. geref. Beek 11/11-9-1794 (get. Hendrik Kamp en Johanna Geertruij Kok geb. Stass), ovl. jong?
-
bb. Johanna Geertruid Kamp, geb./ged. geref. Beek 26/26-1-1797 (get. Gerardus Kamp en Johanna Geertruij Kock geb. Stass).
-
cc. Jean Pierre Henry Camp, geb. Beek 10-5-1799.
-
dd. Johann Wilhelm Kamp, geb./ged. geref. Beek bij Maastricht/Sittard 8/9-4-1804 (get. Wilhelm Jacob Lemmens uit Beek en Sibilla Gertrudis Kamp e.v. Janssen aus der gemeine Beek).
-
ee. Henrij Rudolf Camp, geb. Beek 22-3-1806.
-
ff. Jean Evrard Camp, geb. Beek 17-11-1810.
-
gg. Agnes Sibille Cecile Camp, geb. Beek 26-8-1813.
-
hh. Henriette Albertine Camps, geb. Beek 16-6-1819
-
10. Willem Hendrik Stas, ged. geref. Beek 25-6-1775 (get. Willem Stas, Capitein, en Algenetta Jeurissen uyt Beek), ovl. Beek 8-7-1775.
-
11. Sibilla Stas, ged. geref. Beek 3-8-1776, ovl. Beek 2(??)-8-1776.
-
12. Johanna Agneta Stas, ged. geref. Beek 15-5-1778 (get. (Johan Niklaas?) Guichet, predikant, Agneta Ceulen).
-
c. Cornelis Groeber, filiatie niet bewezen,
doopget. (1756).
-
d. Gerdruijt Groeber, filiatie niet bewezen,
doopget. (1742..1762).
364. LUDOLPH VAN STEENHUIJSEN / WALRAVENS, geb. vóór ca. 1690, ovl. 1729-1731, gebruikt later de naam Walravens,
in leven schoolmeester te Sambeek (zie akte d.d. 1744),
tr. vóór 1711
365. JOHANNA (E)LEONORA WALRAVEN(S), geb. vóór ca. 1690, ovl. na 1760, vermeld als Johanna Eleonora Smits geb. Walraven geref. lidmaat te Sambeek in de lijst van 1756 (later bijgeschreven staat "overleden"),
tr. 2o 1729-1731 (huw. contr. 13-10-1731)
WILLEM CORNELIS SMITS, ovl. na 1754, belender te Mullem (1743).
Ludolph Walravens en Johanna Eleonora Walravens zijn eigenaren van 3 huizen te Nijmegen (1722-1754), Johanna Eleonora als zijn weduwe na 1754 van 6 huizen.
Op 23-9-1711 transporteren
Hendrick Michels & Alitien echtelieden, en Gijsbert Michels & Agnes echtelieden, aan Ludolph Walravens & Johanna Leonora echtelieden, een weiland genaamd Beijers Camp aan de Heghse Straet, groot 5 kleine morgen 19 roeden, gedeeltelijk tiendvrij, zoals zij dezelfde camp op 12-8-1711 aan Oswoldt Vinck verkocht hadden en op 22-8-1711 door Walravens 'gevolge den landtrechte ende Costuijme locael beschud ende vernaerdert', belend aan de ene zijde neffens Jan de Wildts erf, de andere zijde Geurt Aerts Ebben), Jan Brouwers en ..suoldt Vincken erf, schietende van de Hoghestraet tot Jan Simons erfgenamen erf, voor 900 gulden.
[584]
Op 12-2-1714 transporteert
Peter Kremers, gesubst. scholtis, namens beide Heeren, aan Ludolff Walravens & Johanna Leonora echtelieden, * een hofstede met huis, schuur, hof, boomgaard en bouwland te Mullem resort Sambeek neffens erve van Reijnder Biermans, groot ongeveer 23 kleine morgen 109 roeden, belast met 21 sester rogge geestelijcke pacht en met de vermelding dat 8 morgen 37½ roede bij het nieuwe erf tiendvrij zijn; * een weiland genaamd het Beeckbroeck gelegen neffens Elsholts erf, groot 3 morgen, vrij erf; * nieuw erf bij het voorsr. tiendvrij land, groot 4 morgen 100 roeden, vrij erf, behalve de chijns aan beide Heeren, afkomstig van de erfgenamen van Jan Brienen zalr. en verkocht aan de openbare perk d.d. 19-1-1714. Coopspenn: ƒ 2000,0,0; 75 hoogen ƒ 225,0,0; 21 sester rogge ƒ 315,0,0, totaal ƒ 2540,0,0.
[585]
Op 19-4-1718 transporteren
Ludolph Walravens & Johanna Eleonora Walravens echtelieden, aan hun oom Cornelius Walravens Amptman en Richter van de Vrije Heerlijckheden Oij en Persingen & juffr. Johanna De Haard echtelieden een hofstede bestaande uit:
* een huis, schuur, hof, boomgaard en bouwland, belend van beijde de kanten van Straet tot Mullem, aan de heijde kenbaar gelegen, voor desen toebehoort hebbende aan de erfgenamen van Jan Brienen zalr., groot ongeveer 23 kleine morgen 109 roeden, belast met 21 sester rogge Graafse maat geestelijcke pacht; * het bouwland gelegen langs het Nij Erff, groot 8 morgen 37½ roede is tiendvrij.
* een weiland in het Beeckbroeck neffens Elsholdts erf, groot 3 morgen, vrij erf; * Nij Erff bij het voornoemd tiendvrij land, groot 4 morgen 100 roeden, vrij erf behalve 2 keer 1½ stuiver aan beide Heren. Coopspenn: ƒ 3000,0,0; 21 sest. rogge ƒ 367,10,0; 3 st. chijns ƒ 3,15,0, totaal ƒ 3371,5,0.
[586]
Op 15-11-1718 transporteert
Peter Cremers, gesubst. scholtis, namens beide Heren, aan Ludolph Walravens & Johanna Elenora echtelieden, nieuw erf aan de Heijde tussen Willem Michaels en Sieger Jans erf, uijtschietende beijde eijnde op de gemeent, groot 1 morgen 75 roeden, belast met 1½ stuiver chijns aan beide Heren en afkomstig van de erfgenamen van Geurt Aerts zalr. zoals procurator Anthonius van Elderon dat wegens commerslagh aan de openbare perk verkocht heeft op 6-10-1718, voor 50 gulden en 7 hogen.
[587]
Schepenprotocollen Nijmegen:[588]
Akte 11-9-1719:tekst nog opzoeken
Vermeld:
Johanna de Haert gehuwd met Cornelis Walravens,
Elisabeth Michaels wed. van Arnold Walravens,
Elionora Walravens, gehuwd met Ludolph Walravens
Aelbert Walravens, gehuwd met Adriana Fenacolia,
Elisabeth Walravens gehuwd met Justus Brouwer, handelt voor Hendrik de Haart.
Verder: Johan Martijn Walravens
N. Brouwer,
Otto Cornelis de Haart handelt voor Wijer Vermeer,
Cornelis Brouwer,
Justus jr Brouwer.
Op 5-9-1706 leent
Willem Michels 300 gulden van Hermanus van der Horst, borger en koopman te Grave, met als waarborg 2 langs elkaar gelegen weilanden op de Hegge den eersten met de een sijde neffens Jan de Wildts erf, de ander sijde Alardt Brouwers ende Jan Tijssen erf schietende van de Hegse Straet toto op Jan Simons erf, groot 5 morgen 19 roeden en 2 morgen 57 roeden, den tweeden camp daer aaen gelegen met eene sijde neffens Jan Tijssen erf, de ander sijde den heer van Cappellens erf, schietende van den voorsz eersten camp tot op Jan van Elsens erf, groot 2 morgen 57 roeden. Afgelost op 10-9-1722 door Ludolph Walravens.
[589]
Op 9-11-1724 transporteren
Ludolph Walravens & Johanna Walravens echtelieden, aan Oswoldt Vinck & Wendelina Loomans echtelieden, hoij ofte weicamp genaamd Beijers Camp aan de Heghse Straet, met een sijde neffens Jan de Wildts erf, de ander sijde Geurt Aerts Ebbe weduwe, ende meer erve schietende van de Heghse Straet tot op voornd. coopers en Johannes Craps erf, groot 5 kleine morgen 19 roeden, vrij erf, voor 800 gulden.
[590]
Op 9-3-1729 lenen
Ludolph Walravens & Joanna Walravens echtelieden, 200 gulden Hollands van Wijnandt Verhaert gevest in: * een huis, schuur, schop en land, belend NZ Jan van den Bogert erf, de andere zijde den wegh ofte Gofse Jans erf, en Duijster Steegh toto op het gemeene Broeck, groot 5 morgen 136 roeden, belast met 11 sester en 1 hoop gerst Graafse maat voor de helft aan de erfgenamen van Colderen en ½ aan de erfgenamen Elshout; * bouwland aent Broeck voorsz en NW neffens voorsz Gofse Jans erf, en de ander zijde Jacob Brouwers erf, en van Duijster Steegh tot op Huijssen Hoff, groot 1 morgen 12 roeden, belast met 6 sester een hoop Graafse maat en ½ kapoen heerenpacht.
[591]
Op 23-8-1729 transporteren
Coenradus Witmarius & Susanna Engelen echtelieden, aan Ludolph Walravens & Joanna Leonora Walravens echtelieden, een huis, hof en boomgaard met de ap- en dependentien vandien, met eene zijde den voetpath, de andere zijde de Duijster Stege, belend voor de gemeene straet en achter op de erven van Hendrick van Bon, vrij erf behalve 1 gulden 14 stuiver chijns aan Geijsteren. Coopspenn: ƒ 955,0,0; 1 g. 14 st. chijns ƒ 42,10,0, totaal ƒ 997,10,0.
[592]
Op 13-10-1731 wordt het
huwelijkscontract geapprobeerd tussen Willem Cornelis Smits, bruidegom ter eenre en Joanna Eleonora Walravens, weduwe, boedelhoudster en tochternares van Ludolph Walravens, in leven schoolmeester en voorlezer te Sambeek, geassisteerd met Rijnier Nicolaas Lengel als haar gekozen momboir over haar onmondige kinderen, bruid ter andere zijde.
[593]
Schepenprotocollen Nijmegen:[594]
Akte van borgstelling 31-3-1736:
Vermeld worden:
Cornelis Walravens, overleden,
Willemina van Verrendaal, wed. van Hugo Brouwer,
Johanna Eleonora Walravens gehuwd met Willem Cornelis Smits en wed. van
Ludolph Walravens,
Gerhard, Catarina, Elisabeth, Justus, Cornelis, Maria L. Brouwer,
Johanna Rijckwijn,
Johan Moorrees,
Elisabeth van Steenhuysen.
Het betreft land.
Op 9-3-1736 geeft
Leonora Walravens, weduwe van Ludolph Walravens en hertrouwd met Willem Smits, wonend te Sambeek, te kennen dat de kinderen en erfgenamen van Brouwers (=Hugo Brouwer?) haar en haar overleden man voor het gerecht van Heumen hebben gedaagd over het testament van Cornelis Walravens, waarin zij tot universele erfgenamen waren benoemd.
[595]
Op 9-10-1742 transporteren
Willem Cornelis Smits & Joanna Walravens echtelieden, Derck Peters & Ida Michels echtelieden, Adriaen Michels, Reijnier Michels & Catharina Coenen echtelieden, Aert Van Wijlick & Aldegonda Van Meer echtelieden, Joannes Van Meer als momboir over de kinderen van wijlen Peter Van Wert & Jenneken Van Meer, Anthonius Van Nuijs met volmacht van Peter Van Nuijs & Petronella Michels echtelieden, Elisabeth Michels, Elisabeth Kennis (volmacht 's-Hertogenbosch d.d. 29-1-1742), zich samen sterk makende voor de afwezige Willem Van Sambeeck en Hubertus Corp, aan Wijnant Verhaert 6/7 deel van ongeveer 1½ morgen bouwland aan de Heerstraet, neffens Peter van Waters erff, de ander zijde Michiel Jacobs erfgenamen, uijtschietende van de Heerstraet tot op Hermen Tijssen en Marten Mooren erff,vrij alodiael erf. Coopspenning: ƒ 161,0,0; 4 hoogen ƒ 12,0,0; 2 kan wijn Lijc. ƒ 1,0,0 , totaal ƒ 174,0,0.
[596]
Op 18-7-1743 compareert te Oploo
Leonora Walravens, weduwe van Ludolph Walravens en thans gehuwd met Willem Smits en voor zover nodig door laatstgenoemde geasisteerd, als gevolmachtigde van haar zoon Arnoldus Cornelis Walravens, wachtmeester in het regiment van kolonel Buijs. Volmacht is opgemaakt te Hoorn op 18-2-1743. Comparante verkoopt voor 840 gulden aan Jorden Peters en zijn vrouw Elisabeth Jans, een perceel bouwland, genaamd den Bremheuvel, gelegen binnen Oploo en ongeveer 10 kleine morgen groot. In het noorden grenzend aan Pouwel Willems, in het westen aan de weduwe Antonij Aben en in het oosten aan de gemeente. Het goed is leenroerig aan het Huijs Oploo. Koopsom ƒ 840,--. Zij ondertekent Johanna Walraven.
[597]
Op 30-7-1744 transporteren
Willem Cornelis Smits & Johanna Eleonora Walravens echtelieden, tevens als Vader & Voogd van haar onmondige kinderen verwekt door wijlen Ludolph Walraven en zij met volmacht van haar mondige soone Arnoldus Cornelis Walraven Wachtmeester ten dienste deser Landen (volmacht Notaris te Hoorn d.d. 19-3-1744), alsook Cornelis & Eleonora Walraven ende de voornoemde comparenten mede 'de rato caverende' voor Albertina Walraven resp. dochter en zuster (alhier niet present), mitsgaders vermogens octroij (voor soo veel het Leen concerneert) van Sijn Doorleuchtigste Hooghweerdigheijt den Heere Bisschop van Ruremonde, Primaet van Gelderlandt Testamentaire Vooght en administrateur van 't Hooghgraeffelijck Huijs Bergh, aan Albert Vinck & Christina Havens echtelieden een huis, schuur, bakhuis, moeshoeven, boomgaard met aangelegen bouwland, groot 8 morgen, de maat onbegrepen maar waarvan ongeveer 3½ morgen leenroerig is aan de Vrije Boxmeersche Leencamer, gelegen 'rontsomme' aan de wegen en het Broeck, belast met 1 malder rogge Graeffsche maete aan Caspar Lhoo tot Boxmeer, item 5 sester garst Sambeekse maat aan de Heer van Afferden.. Coopspenning: ƒ 1130,0,0; 35 hoogen ƒ 105,0,0; 1 mld, rogge Gr. ƒ 175,0,0; 5 sester garst ƒ 50,0,0; ½ bier: ƒ 1,0,0; 2 kan wijn ƒ 0,12,0 , totaal ƒ 1461,12,0.
[598]
Op 1-12-1744 ontvangt de Ambtman van Grave en het Land van Cuijk
Eeen boete van ƒ 100,-- van Willem Smits, gehuwd met de weduwe van schoolmeester Ludolph Walraven te Sambeek, wegens enige voorheen begane overtredingen.
[599]
Extract uijt het Sententieboek der stad Nijmegen over den jaere 1737:
Veneris den 1-11-1737
In sake van Willem Cornelis Smits als in huwelijck hebbende Johanna Eleonora Walravens mede erfgename ex testamento van wijlen den oud rentmr. Cornelis Walravens en mede namens hare onmondige kinderen ehelijk verwekt bij Ludolph Walravens en die kinderen als erfgenamen ab intestato van wijlen haren vader Ludolph Walravens, ook mede erfgenamen ex testamento van voorsz Cornelis Walravens, citant ter eenre (zijde), op en tegen Juffrouw Johanna de Haert weduwe en boedelhouderse van wijlen gemelden Cornelis Walravens, geciteerde ter andere zijde, verklaren de heeren schepenen dat de geciteerde schuldigh en gehouden is om
- Eerstelijck den staet en inventaris van den boedel van gemelden Cornelis Walravens aen citants huijsvrouw en desselfs eerste eheman Ludolph Walravens overgegeven en welke men bij examinatie bevonden heeft onbetekent te wesen, te tekenen, voorbehoudens nogtans aen de rendante hare ampliatie na des te mogen overgeven na rade.
- Ten tweeden om suffisante borgen te stellen voor de goederen bij wijlen Cornelis Walravens nagelaten en bij de geciteerde in toght beseten wordende, onvermindert en ongeprejudiceert den boedel eed en straffe van den inventaris.
- Ten derden omme datelijck aen citant over te geven eenen gouden ring met eenen groenen steen, mits dat de huijsvrouw van Willem Cornelis Smits, citant in desen, met solemnelen eede sal moeten verklaren den gelibellerden ring nooijt te hebben ontfangen ofte weten dat deselve in haren boedel gekomen is.
De geciteerde mede condemnerende in de halve kosten deser procedure.
Onderstont: pro vero extractu was get. Henrik Bieck, secr.
Lagerstont: "tot voldoeninge van voorstaende sententie ten aensien van de twee laetste pointen heb Juffr Johanna de Haert wed. Walravens op den 5 decemb: 1737 gesommeert, alsmede op den 15-12-1738 en op den 26-1-1739 ten aensien van 't tweede poinct mede gesommeert was get. H.V. Aldenburgh ..."
In margine naast het derde punt: "voor den heere borgermeester Coenraet Pieck heeft Johanna Eleonora Walravens huijsvrouwv van Willem Cornelis Smits den eed in de nevenstaende sententie geexprimeert, geprasteert den 25-11-1737".
De heer Aldenburgh gaat bij Johanna de Haert langs om bij haar de halve kosten van de procedure te innen maar krijgt daar volgens zijn eigen Memorie d.d. 10-2-1749 van haar tot antwoord: "Ik heb mijn neef De Haart (=de advocaat Mr. Peter de Haert) de rekeningen gesonden die mij seijde dat ik met die rekeningen niets te doen had, maar spreekt met mijn neef daarover".
Op 11-2-1749 schrijft Willem Cornelis Smits een brief aan het schepengericht van Nijmegen waarin hij vaststelt dat Johanna de Haert weduwe van Cornelis Walravens nog steeds niet aan de sententie van 1737, heeft voldaan en de rekening niet wil betalen.
Op 21-4-1749 vest
Johanna Walraaven weduwe van Ludolff Walraaven wonende te Sambeek met de substituutsecretaris als momboir voor zichzelf en zich sterkmakend voor haar meerderjarige kinderen Ludolph en Cornelis Walraaven(¥) door Ludolff Walraaven echtelijk verwekt, Gerrit Ter Vooren en Catharina van Elderom e.l. het huis en erf in de Hoofschestraat te Grave, aan de ene zijde en achter het erf van juffrouw de Haan, aan de andere zijde de verkrijgers en voor aan de gemene straat, met geen andere lasten dan 's heren poortchijns, twee gulden aan het comptoir van ZH, een gulden tien stuivers aan de conventualen van het klooster Maria Graaf verkocht voor eenhonderdvijfennegentig gulden. Substituutscholtis C. Redingh, schepenen A. Versluijs en M. Gomarus, Johanna Leanora Walraven (ongeoefende hand), P. Ragaij. 21-4-1749. In de marge: koop met de last ƒ 282-10-, de 40ste penning ƒ 7-1-4 dd 17-4-1749.
[600]
COMMENTAAR(¥)
Nog uitzoeken welke Cornelis dit is
|
Op 9-11-1751 wordt ontvangt
de Ambtman van Grave en het Land van Cuijk van Drossaerd de Raet de helft van de drie navolgende boeten van zaken welke zijn voorgevallen onder het dorp Sambeek. 1. De helft van 2 ducatons wegens een vechterij. 2. De helft van 6 pistolen van vrouw Smits(¥) omdat haar man op een verschrikkelijke manier, in zijn huis tegen zijn vrouw en kinderen, den beest had gespeeld. 3. De helft van 70 guldens omdat die van Sambeek zonder assistentie van gerechtsdienaren een verkoop ten overstaan van enige naburen gehouden hadden.
[601]
COMMENTAAR(¥)
Zou het hier Johanna (E)Leonora Walraven vrouw van Willem Cornelis Smits betreffen?
|
Op 21-6-1754 procederen voor schepenen van Nijmegen de erfgenamen van Cornelis Walravens contra Peter de Haart.
Op de eerste bladzijde staat
"in saeke van Johanna Eleonora Walravens, weduwe van wijlen Ludolph Walravens, thans hertrout aan Willem Cornelis Smits, citanten, ter eenre, op en tegens
Dr. Peter de Haart geciteerde ter andere zijde, accorderen de heeren
schepenen aan den geciteerden het versoghte uitstel voor den tijd van van ses weken ... peremptorie."
Akte:
Johanna Eleonora Walravens, weduwe van wijlen Ludolph Walravens, thans hertrout aan Willem Cornelis Smits, hiertoe gequalificeert zijnde als na rechten, Arnold Cornelis Walravens, cornet ten dienste deser Landen, Jan Hendrik Cock als in huwelijk hebbende Alberdina Elisabeth Walravens, Eleonora Walravens, meerderjarige ongehuwde dochter en Cornelis Johan Walravens, voor haer selfs en als erfgenamen van haren vader Ludolph Walravens voorgemelt, respectivelijk: Voorts te
samen pro se en in qualiteijt als mediate en immediate erfgenamen ex testamento van wijlen Cornelis Walravens in leven out rentmeester deser stadt,
Wachten
Dr. Peter de Haert ten eijnde omme te horen verstaen
dat op het Edele en Waerde Schepengericht over den boedel en goederen
bij wijlen den voorgemelte out rentmeester Cornelis Walraven en Johanna de Haert, in leven e(chte)l(ieden) beseten
voor so verre die binnen dese stadt en schependom gelegen en
geconstitueert sijn, eenen sequestis bij dit Ed. en Waerde Gerecht
te benoemen, die deselve hangende des citanten procedure tegens den geciteerde geentameert, en welcke bij decreet van het Ed. en Waerde Schepengericht van de 2-2-1753 tot schrijven gewesen is, administrere en beware werde aengestelt.
En dat den geciteerde schuldigh en gehouden is om alle de selve goederen, effecten en gerede penningen, voorts de charters en papieren daertoe behoorende, aen handen van den ... ... sequestis onder Eede van niets daervan onder sigh te behouden of ... quade trouwe weerloos gemaekt te hebben, uijt te keren cum (Expertis?).
Offererende de citanten voor so verre eenige der goederen tot
voorgemelte boedel behorenend hebbende, reets bij hun citanten in possessie wesen mogten, en voorts alle de verdere goederen voor so verre sij daer toe beregtigt sijn en binnen dese stad en schependom sijn gelegen, onder den voorgemelte aen te stellen sequestis te hebben laten komen.
[602]
Eigenaren van een huis, stal en erf gelegen te Nijmegen in de Priemstraat (kadaster C1239) - Belast met een rente van 7 Philips guldens t.b.v. het kapittel van de St. Stevenskerk -:[603]
Cornelis Walravens Oud-Rentmeester, en Johanna de Haert (1720-1722),
Ludolph Walravens en Eleonora Walravens (1722-1754),
Johanna E. Walravens, wed. van Ludolph Walravens (1754-1755).
Eigenaren van een huis, erf en plaisiertuin gelegen te Nijmegen in de Muchterstraat (kadaster C184):[604]
Ludolph Walravens en Johanna E. Walravens (1722-1760),
Leonora Walraven (1760-1761)
Eigenaren van een huis en erf gelegen te Nijmegen in de Lange Nieuwstraat (kadaster C 644):[605]
Cornelis Walravens (1712-1754),
Johanna E. Walravens, wed. van Ludolph Walravens (1754-1755)
Eigenaren van een huis en erf gelegen te Nijmegen in de Voerweg (kadaster C442) - Belast met een rente van 15 stuivers t.b.v. Rijk Tijssen -:[606]
Cornelis Walravens, rentmeester (1721-1754),
Johanna E. Walravens, wed. van Ludolph Walravens (1754-1755),
Peter de Haart, advocaat en Cornelia B. Cop (1754-1754)
Eigenaren van een huis en erf gelegen te Nijmegen in de Voerweg (kadaster C443) - Belast met een rente van 15 stuivers t.b.v. Rijk Tijssen -:[607]
Cornelis Walravens, rentmeester (1721-1754),
Johanna E. Walravens, wed. van Ludolph Walravens (1754-1755),
Peter de Haart, advocaat en Cornelia B. Cop (1754-1754)
Eigenaren van een huis en erf gelegen te Nijmegen in de Rozemarijngas (kadaster C473):[608]
Johanna de Haert, wed. van Cornelis Walravens (1722-1754),
Johanna E. Walravens, wed. van Ludolph Walravens (1754-1755)
eigenaren van een huis en erf gelegen te Nijmegen in de Voerweg (kadaster C472):[609]
Cornelis Walravens en Johanna de Haert (1721-1722),
Ludolph Walravens (1722-1754),
Johanna E. Walravens (1722-1754)
Johanna de Haart en Cornelis Walravens (1721-1754)
Johanna E. Walravens, wed. van Ludolph Walravens (1754-1755)
Uit zijn eerste huwelijk (Walraven-Walraven):[610]
COMMENTAAR(¥)
ZOEK OP 9e protokol van bezwaar van Schoutambt Bemmel, 1e serie, 1752-1759, inv. nr. 322 f94.
Hierin komen voor
de erfgenamen van Cornelis Walravens,
met name
Arnolt Cornelis Walravens,
Alberdina Elisabeth Walravens,
Catharina Daniels,
Cornelia Jan Walravens (leesfout? Cornelis Jan?),
Eleonora Walravens,
Johanna Eleonora Walravens,
Jan Henrick Cock,
Willem van Doesburg,
Willem Cornelis Smits.
Zie ook inv. nr. 315 f277 en inv. nr. 317 f58, 59, 60, 135, 202 voor
Cornelis Walraevens
|
-
a. Ludolph Wilhelm Walraven, geb. vóór ca. 1705, ovl. vóór 1754?
wordt in 1731 op verzoek van zijn niet met name genoemde moeder - om deze "in haeren bedroeffden Staet te Soulageren" - benoemd tot koster en schoolmeester te Beugem en Sambeek, een functie waarvan "Syn Voorsaeten in die Qualiteyt met Reght genoten hebben ... de Emolumenten en Profijten".maar waarvoor hij zich "Sal hebben te bequamen, om desen dienst en Functie naer behooren te Connen bedienen en Waernemen". Hieruit moet verder geconcludeerd worden dat zijn vader Ludolph van Steenhuijsen / Walravens kort daarvoor is overleden.
Op 21-2-1731 dient een verzoek van een ongenoemde verzoekster aan graaf tot den Bergh betreffende
"Survivantie van de Custerye Van Beugem op Ludolph Wilhelm Walraven" waarvan de tekst luidt:
"Wy Frans Wilhelm grave tot den Bergh en Hohen Zollern &c &c &c
Op de goede Recommandatie aen ons gedaan en genegen Zynde de Suppliante in haeren bedroeffden
Staet te Soulageren, Geven aen haeren Outsten Soone Ludolph Wilhelm Walraven de
Expectance Van de Custerye van Beugem, waer van aen ons voor dese Reijse de Collatie is Competerende,
onder beding en Conditie Nogtans, dat desen Ludolph Wilhelm Walraven Sigh middelertyt
Sal hebben te bequamen, om desen dienst en Functie naer behooren te Connen bedienen en
Waernemen,
Signatum op ons Slott S Heerenbergh den 21 Februarij 1731."
(onderstont)
Frans Wilhelm grave tot den Bergh en Hohen Zolleren.
[611]
Op 20-12-1732 volgt de
"Commissie voor Ludolph Wilhelm Walraven als Custos en Schoolmeester tot Sambeeck", waarvan de tekst luidt:
Wij Frans Wilhel grave tot den Bergh en Hohen Zollern &c &c &c
Alsoo doort Overlyden van Henrick van Limborgh Laetst gewesene Custos en Schoolmeester onser
Heerlickheyt Sambeeck, die plaetse is Comen te Vaceren, Waer van aen ons alternative en voor
desen Keer het Reght van Collatie is Competerende, ende Wij ons verseekert houwdende van de
Bequaemheijt en Neerstigheyt van Ludolph Wilhelm Walraven, den Welcken Wy met de
Survivance van dese Plaetse in dato den 21 Februarij 1731 alreede begnadight hadden. Soo
hebben Wij aen Voorn: Ludolph Wilhelm Walraven voorsz~: Custers en Schoolmeestersdienst
genadigh geconfereert, gelyck Confereren Cragt en mits deesen, met Last en maght van die Diensten
aenstonts t aenvaerden, ende in alle Deelen Wel waerte neemen tegen alsulcke gereghtigheyt,
Emolumenten, en Profijten, als daertoe Staan, en Syn Voorsaeten in die Qualiteyt met Reght
genoten hebben. Versoeckende alle Heeren Officieren, en ordonnerende aen onse onderdanen
Voorseyden Ludolph Wilhelm Walraven Voor Custos en Schoolmeester tot Sambeeck te Erkennen:
In Waerheyts Oirconde hebben Wy dese eygenhandigh geteeckent, en met ons aengeboren
Hooghgraeff~: Segel becraghtigt:
Op ons Slott S Heerenbergh den 20 Decembris 1732.
(onderstont)
L:S:
Frans Wilhelm grave tot den Bergh en Hohen Zolleren.
[612]
-
b. Arnoldus Cornelis Walraven, geb. 1712 - 1719(onmondig in 1737, mondig in 1744) (doop niet te Sambeek gevonden), (=kw. nr. 182).
-
c. A(e)lberdina Elizabeth Walravens, geb. Sambeek ca. 1718 (onmondig in 1744), beg. Nijmegen Stevenskerk 22-12-1767 (in een kerkgraf ƒ 12-- en een graf en luiddaalder ƒ 3--.)[613], wordt geref. lidmaat te Grave 22-3-1736 op belijdenis en vertrekt naar Alphen 21-4-1736
wordt geref. lidmaat te Nijmegen (St. Stevenskerk) 20-12-1741, komend van 's-Hertogenbosch, vertrekt naar Sambeek 30-12-1742,
j.d. van Sambeek (1748)
otr. Boxmeer 11-11-1748, tr. Sambeek
Jan Hendrik Cock, ovl. verm. Beek 18-6-1790, j.m. sergeant in garnisoen tot Zutphen (1748),
huw. get. (1775).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
1. Christiaan (Christianus) T(h)iele(n) (le) Ko(c)k, geb. vóór ca. 1755, ovl. 1778-1833, j.m. wonend te Spaubeek (1775),
huw. get. (1775),
otr./tr. Beek geref. 5/29-10-1775
Johanna Gertruyt Maria Stas(s), ged. geref. Beek 2-2-1755 (get. de wed. Stas), ovl. Beek 22-7-1833, wonend te Beek (1775),
doopget. (1790..1795),
dr. van Hendrik Stas(s), luitenant, en Johanna Cornelia Gruber (zie kw. nr. ⇒ 363 sub b).
Op 16-11-1780 verkoopt
Capitijn Cornelis Johannes Walraven als gelaste van Christiaan Thielen Kock en Johanna Gertruijd Maria Staas echtelieden ingevolge volmacht voor notaris Pieter Rooth te Beek, land van Valkenburg, 14-10-1780 verkoopt aan Michiel Jansen en Johanna van de Voordt echtelieden, bouwland, ongeveer een klijne morgen groot, op den Acker onder den dorpe Beugen gelegen, voor ƒ 128,--.
[614]
Op 10-4-1782 transporteert de
Heer C. Walraven, Capitain ten diensten der Verenigde Nederlanden met volmacht van zijn neef Christiaen Tiele Kock & zijn nicht Joanna Getruij Maria Stas echtelieden, (volmacht te Beek int Land van Valkenburg d.d. 20-2-1782) aan F. Schroeder, waldwachter van Zijn Kooninglijke Majesteijt van Pruijsen & Eva Cornelia Smits echtelieden, * een huis, een klein huisje, moeshof en bongaard genaamd Steenhuijsen, groot 102 roeden, belend enerzijds de straat, anderzijds Christiaan Clabbers en van de Duijster Steegh tot op Christiaan Clabbers erf, belast met 34½ stuiver chijns aan Geijsteren, voorts vrij erf; * de helft van een huis en moeshof, groot 42½ roede, belend enerzijds Peter A. van Aerssen, anderzijds het straatje ofte den Heer Schoeder, en van de Dorpse Straat tot op Geurt Vink zijn erf, belast met 4½ stuiver chijns aan Geijsteren; * de thijns uit diverse goederen onder Sambeek, alles vrij allodiaal goed. Coopspenning: ƒ 1061,0,0; 39 st. chijns ƒ 48,15,0, totaal ƒ1109,15,0.
[615]
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Hendrikka Cornelia Kock, geb. 1774/75, ovl. Beek 12-3-1848 (ongehuwd), heeft een natuurlijke dochter Hendrika Cornelia Kock, geb. Beek 1800/01, die trouwt met de neef Jaques Arnout (Jacob Arnold) Lemmens van haar moeder. Zie hieronder.
-
bb. Hendrik Albert Kock, geb. Kranenborg 28-2-1778, ovl. Beek 29-7-1854, tr. Beek 3-12-1815
Clara Sthür (Sthün, Sthör, Stuhr), geb. Beek 10-1-1790, ovl. Beek 1-6-1866, dr. van (Jean) Philips Sthür en Cecilia (in de ) Schat.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
cc. Carolus (Karel) Fredericus Kock, geb. Beek 9-11-1782, ovl. Beek 5-12-1843, tr. Geulle 1-2-1823
Maria Barbara Janssen, geb. Geulle, ovl. vóór 1843, dr. van Pieter Janssen en Helena Cleeven.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
dd. Cornelius Adrianus le Kock, geb. Beek 23-4-1784 (get. Cornelius Johannes Walraven, captijn, en Cornelia Petronella Juditte Stas), ovl. Beek 5-12-1843.
-
d. Eleonora (van) Walraven(s), geb. 1719-1729 (onmondig in 1744, meerderjarig in 1754), ovl. na 1770, vermeld als geref. lidmaat te Sambeek op de lijst van 1756 (later bijgeschreven staat "overleden"),
eigenares van een huis, erf en plaisiertuin gelegen te Nijmegen in de Muchterstraat (1760-1761),
testeert te Sambeek als meerderjarige j.d., ziek (30-7-1770).
Op 18-7-1770 legateert
Leonora Walraven, meerderjarig en ongehuwd, wonende te Sambeek, aan Christiaan Thielen Kok de zoon van haar zuster, een vierde part van een huis met hof en boomgaard te Sambeek, alsmede een stuk bouwland onder Beugen en Sambeek en een weijkamp, het Hondsoord genaamd, onder Sambeek en ƒ 200,- die zij aan haar halve zuster Eva Cornelia Smits geleend heeft. Verder aan Christina Walraven, dochter van haar broer Arnoldus Cornelis Walraven, gepensioneerd cornet, de uiterwaard onder Beuningen en ƒ 50,--. Aan Anna Maria Smits, haar halfzuster, gehuwd met Johan Carel van Deursel, een huis, hof en akkerland onder Heumen, aan haar broer Cornelis Johannes Walraven, luitenant, een stuk bouwland onder Heumen, thans in gebruik door Dirk Goossens en een erfpacht vanƒ 24,- in een bouwhof onder Aam in de Over-Betuwe, een lening van ƒ 200,- ten laste van Dirk Lijtjes te Sambeek, een lening van ƒ 75,- ten laste van Cornelis Zegers en een lening van ƒ 100,- ten laste van haar zwager Johan Hendrik Kok. Aan haar zuster Eva Cornelia Smits, een vierde part. Aan Hermina Pauwels de interest van een kapitaal van ƒ 100,- ten laste van Gerrit Remmen te Vierlingsbeek, het kapitaal komt aan voorn. Eva Cornelia Smits. Erfgenamen van alle overige bezittingen zijn Eva Cornelia Smits en haar neef Christiaan Thielen Kok.
[616]
-
e. Corneli(u)s Johan(nes) Walraven(s), geb. Sambeek 1712 - 1725 (onmondig in 1737, meerderjarig in 1749), ovl. na 1784, doorloopt een militaire carrière in het Staatse Leger: Regiment Infanterie van Generaal Major Van Kinschot (vanaf 1765 Regiment Infanterie Cronstrom, vanaf 1769 Regiment Infanterie Freyberg, vanaf 1770 Regiment Infanterie Van Oyen, later Regiment Infanterie De Bons
aangesteld 27-7-1748 tot vendrig (Sous-Lieut.) in het Regiment Infanterie van Generaal Major Van Kinschot,
compagnie Major Van Grotenray (1747),
in garnizoen te Heusden (1749),
van 1749-1760 op een vooralsnog onbekende locatie,
1ste Battaillon 4de Compagnie te Doornik (1760), te Zas van Gent en Axel (1761),
bevorderd 14-4-1762 tot Lieut.,
1ste Battaillon 7de Compagnie te Zwolle (1762),
1ste Battaillon 6de Compagnie te Doesburg (1763-1764),
1ste Battaillon 5de Compagnie te Doesburg (1765-1766),
1ste Battaillon 2de Compagnie te Willemstad en Steenbergen (1767-1768),
2de Battaillon 2de Compagnie te Willemstad en Steenbergen (1769),
2de Battaillon 2de Compagnie te Heusden (1770), te Veere en Sirikzee (1771), te Breda (1772),
van 1772-1792 op een vooralsnog onbekende locatie,
sinds 1792 gepensioneerd met ƒ 350,-- op Holland, (sinds 1796 ƒ 400,--),[617]
vermeld in de Stadsrekeningen van Nijmegen als renteheffer (1758-1760),
kapitein (1780..1784),
doopget. (1784)
otr./tr. Heusden 4/20-7-1749
Adriana de Bruin, geb. Dussen, wonend te Heusden (1749).
Op 24-1-1743 transporteren
Geurt, Jan en Peter Gossens, Hendrick Gossens met volmacht van zijn vrouw Wilhelmina Koenen (volmacht Calcar d.d. 23-1-1743), Johanna Gossens meerderjarige dochter geassisteerd met Geurt Verheijen, aan Cornelius Joannes Walravens bouwland nieuw erf te Mullem resort de Dinghbancke van Sambeek, neffens Willem Cornelis Smits erf, voorts de gemeene heijde, groot 1 morgen, belast met 1 stuiver chijns aan beide Heren. Coopspenning: ƒ 52,0,0; 1 st. chijns ƒ 1,5,0, totaal ƒ 53,5,0.
[618]
Op 16-11-1780 verkoopt
Capitijn Cornelis Johannes Walraven als gelaste van Christiaan Thielen Kock en Johanna Gertruijd Maria Staas echtelieden ingevolge volmacht voor notaris Pieter Rooth te Beek, land van Valkenburg, 14-10-1780 verkoopt aan Michiel Jansen en Johanna van de Voordt echtelieden, bouwland, ongeveer een klijne morgen groot, op den Acker onder den dorpe Beugen gelegen, voor ƒ 128,--.
[619]
Op 10-4-1782 transporteert de
Heer C. Walraven, Capitain ten diensten der Verenigde Nederlanden met volmacht van zijn neef Christiaen Tiele Kock & zijn nicht Joanna Getruij Maria Stas echtelieden, (volmacht te Beek int Land van Valkenburg d.d. 20-2-1782) aan F. Schroeder, waldwachter van Zijn Kooninglijke Majesteijt van Pruijsen & Eva Cornelia Smits echtelieden, * een huis, een klein huisje, moeshof en bongaard genaamd Steenhuijsen, groot 102 roeden, belend enerzijds de straat, anderzijds Christiaan Clabbers en van de Duijster Steegh tot op Christiaan Clabbers erf, belast met 34½ stuiver chijns aan Geijsteren, voorts vrij erf; * de helft van een huis en moeshof, groot 42½ roede, belend enerzijds Peter A. van Aerssen, anderzijds het straatje ofte den Heer Schoeder, en van de Dorpse Straat tot op Geurt Vink zijn erf, belast met 4½ stuiver chijns aan Geijsteren; * de thijns uit diverse goederen onder Sambeek, alles vrij allodiaal goed. Coopspenning: ƒ 1061,0,0; 39 st. chijns ƒ 48,15,0, totaal ƒ1109,15,0.
[620]
COMMENTAAR(¥)
Wie is:
J.F. Walraven (geen voornaam of initialen genoemd), geb. vóór ca. 1700, doorloopt een militaire carrière in het Staatse Leger: Regiment Infanterie Van Hemert, vanaf 1728 Regiment Infanterie Grovestin, vanaf 1731 Regiment Infanterie Soute, vanf 1739 Regiment Infanterie Blansac, vanaf 1742 Regiment Infanterie Van Swanenbergh),
aangesteld 8-8-1726 tot Capt. Lieut. bij het Regiment Infanterie Van Hemert,
Lyf-Compagnie in Zeeland (1727-1730),
10de Compagnie in Zeeland (1731),
9de Compagnie in Zeeland (1732-1735),
8ste Compagnie te Lillo, Liefkenshoek, Tholen, Axel en Philippyne in Zeeland (1736-1739),
bevorderd 9-4-1739 tot Capt.,
9de Compagnie te Sluys in Vlaandre (1739),
8ste Compagnie te Sluys in Vlaandre (1740-1743),
9de Compagnie te Audenaarden in Zeeland (1744-1745),[621]
benoemd (1745) tot ouderling in de opgerichte kerkenraad van het garnizoen
Van Schwartzenberg, liggende te Mons (B), als "hr. Walraven, capitein in het regiment van de colonel Van Swanenberg",[622]
|
COMMENTAAR(¥)
Een Arnoldus Walraven en Mechtildis Frentzen zijn in 1719 getuige te Braunsrath (D) bij de doop van een kind van Petrus Heuts en Joanna Beiten.
|
Uit haar tweede huwelijk (Smits-Walravens):
-
a. Eva Cornelia Smits, geb. Sambeek vóór ca. 1738, ovl. 1782-1802, vermeld als geref. lidmaat te Sambeek op de lijst van 1756 (bijgeschreven staat "vertrokken na Cranenburgh").
huw. get. (1768), doopget. (1775)
tr. Boxmeer geref. 9-8-1775 (get. Jan Hendrik Cock en Cristiaen Cock)
Frederigh Schro(e)der, ovl. na 1782, waldwachter van Zijn Kooninglijke Majesteijt van Pruijsen (1775) te Malberg in het Land van Kleve (1802).
Op 6-8-1774 transporteren
Goswinus Aerts Chrifs & Maria Raaijmakers, e.l. dragen op aan Eva Cornelia Smits bouwland op de Oirlingh aan het voetpad en den Slender, groot 1 kleine morgen, vrij allodiaal erf. Coopspenning: 140 – 0 – 0; 12 hoogen 36 – 0 – 0; 176 – 0 – 0. 40ste penning: 4 gulden 8 stuiver 0 penning, d.d. 4-8-1774. 348: verkoopakte d.d. 7-7-1774.
[623]
Op 24-8-1780 transporteert
Arnoldus Cornelis Walraven cornet ten diensten deeser Landen met volmacht van Frederigh Schroder & mej. Eva Cornelia Smits echtelieden, (volmacht Cranenburgh en Cleve d.d. 25-7-1780), aan Reinier, Joannes, Elisabeth en Hermina Melsen, Hees Crouwers & Joanna Melsen echtelieden, Peeter Martens & Hendrina Melsen echtelieden, bouwland op den Oirling aan de Slender, groot 1 kleine morgen, vrij allodiaal erf. Coopspenning: ƒ 187,0,0.
[624]
-
b. (Joh)Anna Maria Smits, geb. vóór ca. 1738, ovl. na 1802, vermeld als geref. lidmaat te Sambeek op de lijst van 1756 (bijgeschreven staat "vertrokken na Nijmegen"),
j.d. van Sambeek (1768),
otr./tr. Boxmeer/Sambeek 8/28-6-1768 (get. Eva Cornelia Smits en N. Buijs)
Johan Carel van Deurse(n) (Deursel), ovl. na 1802, j.m. van Ballegooijen en wonend te Nijmegen (1768).
Op 20-7-1773 transporteren
Johan Huijbers & Hendrina van Els e.l. aan Carel van Deursen & Joanna Maria Smits e.l. een huis en moeshof aan de Dorpse Straet en het Straetje naar den Oirdelingh welk half bij het huis hoort, met de clausule dat verkopers de schuur ontruimen voor aanstaande Paeschen 1774, groot 85 roeden, belast met 9 stuiver chijns aan Geijsteren, voorts vrij allodiaal erf. Coopspenning: 700 – 0 – 0; 9 st. chijns 11 – 5 – 0; 711 – 5 – 0. 40ste penning: 17 gulden 15 stuiver 8 penning, d.d. 16-7-1773.
[625]
Op 11-2-1778 transporteert
Peeter J: van Issem gesub. Scholtis deeser Dinghbanck (te Sambeek) op ten laste van Johan Carel van Deursen & J:M: Smits e.l. wegens een 'oblegatie cum interesse' aan Fridus Schreuder & Eva Cornelia Smits e.l. en Christiaen T: Kock & Joanna G:M: Stas e.l. ieder voor de helft een huis met moeshof met 'alle het geene daar inne aart ende nagel vast' aan het Straetje naar den Oirlingh dat voor de helft bij deze hofstad hoort en aan de Dorpse Straat, groot 85 roeden, belast met 9 stuiver chijns aan Geijsteren, voorts vrij allodiaal erf. Coopspenning: 500 – 0 – 0; 11 hoogen 33 – 0 – 0; 9 st. chijns 11 – 5 – 0; 544 – 5 – 0. 40ste penning: 13 gulden 12 stuiver 2 penning, d.d. 10-2-1778.
[626]
Op 25-5-1802 machtigen
Jan Carel van Deursen en Anna Maria Smits, e.l, wonend te Sambeek Alexander Schönermarck, practizijn te Beugen om namens hen te vorderen zodanig deel van nalatenschap van haar zuster Eva Cornelia Smits, in leven echtgenote van Frederik Schroeder, Koninklijk Pruisisch Waldforster te Malberg in het Land van Kleve, zoals hen volgens de locale landrechten toekomt. Deze goederen vervolgens te verkopen. Verder ervoor te zorgen dat Frederick Schroeder een staat en inventaris maakt om geschillen over vruchtgebruik ed. te voorkomen.
[627]
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
1. Johannes Cornelis van Deurse, geb./ged. geref. Sambeek 29/30-4-1775 (get. Cornelis Walraven en Eva Cornelia Smits).
-
2. Johanna Maria van Deursen, geb./ged. geref. Sambeek 18/19-2-1777.
366. JACOB(US) NOLENS, geb. Nijmegen ca. 1695, ovl. 1748[628]
of tussen 30-4-1746 en 14-1-1751[629]
, voor 20-11-1747 [630]
geeft 7-8-1747, j.m. van Nimwegen (1716), vice-schout (1725, 1737, 1742) en schout (1742-1747)[631]
, (1745, 1746) [632]
te Eijsden,
schepen te Eijsden (vanaf 1719)[633]
,(1720)[634]
en Oost (1724-1748)[635]
.
otr./tr. Eijsden geref. 25-7/16-8-1716 (met attestatie van Nimwegen) zijn achternicht
367. CHRISTINA (STIJN) NOLENS, ged. geref. Eijsden 18-12-1695, beg. Eijsden 15-11-1786 (als zijn wed.), j.d. van Castert (gehucht bij Eijsden), na het overlijden van haar man koopvrouwe genoemd.
Zowel Jacob als Christina zijn afkomstig uit het bekende maasschippersgeslacht Nolens te Eijsden [636].
|
Wapen Nolens : In rood een gouden wiel met zes spaken aan de velg, waarvan boven ongeveer een vierde gedeelte ontbreekt. Helmteken : hetzelfde wiel. (Glasraam NH Kerk te Venlo)[637]
.[638]
Volgens [639]
echter acht spaken en het ontbrekende deel beneden (lakafdruk notaris Hubert Nolens te Maastricht, 27-11-1769).
|
In 1735 procedeert Jacob Nolens uit Eijsden voor de Schepenbank Breust tegen Peter Jeuckens alias Leenen over een schuldvordering uit achterstallige pacht.
[640]
Uit dit huwelijk (Nolens-Nolens) geref. gedoopt te Eijsden :
-
a. Frederik Nolens, ged. 21-3-1717 (get. G. Beranger, de zwager, in plaats van Frederik Nolens, en Adriana Frambag, wed. van Frederik Nolens van Castert), ovl. jong[641].
vul aan refs!
-
b. Hubertus Nolens, ged. 20-11-1718 (get. G. Beranger en Maria Jorisse in plaats van Petronella Boers, huisvrouw van Frederik Nolens), ovl. Maastricht 19-1-1797. Hij werd 15-3-1751 burger van Maastricht en was klerk van het gerecht
van Maastricht (1746), notaris ald. (1749-1792) en, volgens zijn sterfakte,
wijnkoper woonachtig in de Bredestraat. Ook was hij schepen en secretaris van
Eisden (1753, 1767) en schepen van Geulle (1784-1787). Van de geref.
gemeente van Maastricht komt hij voor als diaken, ouderling en kerkmeester,
terwijl hij ook ald. regent van het geref. weeshuis geweest is. Hij
otr. geref. Maastricht (St Jan)
Johanna Margaretha Strom(m)enger, ged. geref. Urmond 7-10-1705, ovl. Maastricht 16-12-1775, beg. Maastricht St Janskerk 21-12-1775, dr. van Henricus Stromenger, predikant te Urmond, en Catharina Odilia Weyermans.
In 1757-1762 procederen Johan Bogaert en C.B. Bogaert, wed. van Johan Hubert van Slijpe tegen Petrus Philippus Bogaert en Hubert Nolens.
Het betreft de verdeling van de nalatenschap van het echtpaar Philip Bogaert en Maria Walraven tussen de drie kinderen of erfgenamen van de kinderen. De eis is : overleggen van papieren, scheiding en deling, schadevergoeding, uitsluiting deel van de goederen.
[642]
Uit het huwelijk (Nolens-Strommenger) werd slechts een jongoverleden dochtertje geboren:
-
1. Maria Christina Nolens, geb. 1748, ovl. 1750.
-
c. Petrus (Pieter) Nolens, ged. 29-12-1720 (get. Johannes Bauts, Pieternella Boers, huisvrouw van Frederik Nolens, maasschipper), ovl. na 1753, schepen te Oost (1749-1753)[643], (KLOPT DAT deze?)
-
d. Godefridus Nolens, ged. 30-8-1722 (get. Pieter Nolens, Maria Nolens, huisvrouw G. Beranger), ovl. jong.
-
e. Jacob Nolens, ged. 9-4-1724 (get. Msr. Jacob Delchef, Pieternella Boers, huisvrouw van Frederik Nolens), dorpmeester en ontvanger van de Maastol te Eijsden (1757), 19-3-1787 commies te Chenee nabij Luik.
Na zijn huwelijk woonde hij eerst te Hoog Caastert (territoir van Breust)
later te Chenee. Hoewel hij katholiek huwde, bleef hij zelf geref..
Hij
otr./tr. Eijsden geref. 22-1/15-4-1757 (aangezien zij RK is wordt er bedongen dat de eventuele kinderen geref. worden opgevoed, waarbij de acte wordt mede ondertekend door Jan Frederik Nolens, diaken te Eijsden, zijn oom zie kw. nr. ⇒ 57
Ida Jeuckens alias Leenen, geb. te Hoog Caastert, van Hoog Caster onder Breust, dr. van Jacobus Jeuckens en Catharina Theunissen.
Uit dit huwelijk (Nolens-Jeuckens) werden te Breust RK gedoopt :
-
1. Christina Nolens, ged. 31-3-1755, die in 1797 met haar echtgenoot Joseph Bayard te Chenee woonde.
-
2. Jacobus Nolens, ged. 6-9-1757, in 1797 wonend te Chenee.
-
3. Petronella Nolens, ged. 26-5-1759, ovl. vóór 1787, evenals haar echtgenoot Jean Jacques Magnee was zij in 1787 reeds overleden.
-
4. Maria Catharina Nolens, ged. 23-9-1762, die in 1797 met haar man Simon Custers te Chenee woonde.
-
5. Agatha Nolens, ged. 20-7-1764, ovl. jong.
-
f. Lambertus Nolens, ged. 3-12-1725 (get G. Beranger en sijn huisvrouw in plaats van Lambertus Blankers(¥) en zijn vrouw, hier heet de vader Jacobus Nolens, vice schout), ovl. jong.
COMMENTAAR(¥)
Het geslacht Blanckaerts was een bekend maasschippersgeslacht te Eijsden [644].
|
-
g. Piternella Nolens, ged. 29-6-1727 (get. J. Delchef en zijn vrouw, in plaats van Gerardus van de Berg, Pieternella Boers huisvrouw van Frederik Nolens), (=kw. nr. 183).
-
h. Willem Nolens, ged. 13-2-1729 (get. Frederik Nolens en Pieternella Boers, in plaats van Willem Vonk en zijn huisvrouw Maria Boers te Nimwegen), ovl. Schimmert 3-2-1809, vaandrig in het Infanterie Regiment Totleben,
sinds 1748 gepensionneerd op Utrecht met ƒ 300,--,[645]
gepensioneerd vaandrig ten dienste der Verenigde Nederlanden (1756..1792),
tr. geref. Beek (L) 4-7-1756
Ida Geertruid Groeber (Grouber), ged. geref. Beek 2-8-1733, ovl. Schimmert 1-4-1792, dr. van Johan Nicolaas Groeber en Geertruid Francken.
Uit het huwelijk (Nolens-Groeber) werden te Beek geref. gedoopt:
-
1. Johanna Christina Nolens (get. Nicolaas Groeber en NN Nolens, wed. van Eisden), ged. geref. Beek 8-5-1757, ovl. Boxmeer 31-3-1811, tr.
Abraham Swildens, ovl. Boxmeer 4-7-1812, garde du corps van de Prins van Oranje,
Commissaris van Oorlog bij de Generaale Staff, Afdeling Officieren op 's Lands Vloot dienende (1797-1801),[646]
gepensioneerd commissaris van oorlog,
zn. van Ds. (Jean) Leonard Swildens, geref. predikant te Gemert, en Sybille Engelburgs.
Uit dit huwelijk (o.a.?) :
-
aa. Wilhelmina Sibilla Louisa Swildens, geb. Schimmert ca. 1789, ovl. Brussel 19-5-1852,[647]
rentenierse (1812), woont te Boxmeer (1809, 1812),
tr. Beugen geref. 17-9-1809
Hu(y)bert Johann(es) Schirmer, geb./ged. Sambeek 12/17-3-1782, ovl. vóór 1853[648], zn. van Johann Martin Schirmer en Christina Jacoba Walraven (zie kw. nr. ⇒ 91 sub c).
Op 29-8-1812 verklaren
Roelof Smits, loco-burgemeester van Boxmeer, Jan Tilburg, bezorger, Boxmeer, Jacobus Havens, rentenier en Peter Usener, veldwachter, beiden te Sambeek, dat Wilhelmina Sibilla Louisa Swildens, rentenierse, te Boxmeer, gehuwd met H.J. Schirmer, burgemeester van Sambeek, de enige erfgename is van haar vader Abraham Swildens, in leven gepensioneerd commissaris van oorlog, overleden Boxmeer op 14-7-1812 (sic!) en van haar moeder Christina Jacomina Nolens (sic!), overleden ald. 31-3-1811.
[649]
Vredegerecht Gemert: Op 13-1-1813 verklaren
Guillaume van den Einden, bierbrouwer, Jan Georg Geiser, herbergier, Benoit Roefs, linnenfabrikant, en André van Bon, hoefsmid, allen in Gemert, te kennen Guillielmine Sybille Louise Swildens (geassisteerd door haar man Hubert Jean Schirmer, rentenier in Boxmeer), als enige en universele erfgename van haar grootmoeder Sybille Engelburgs, weduwe van Leonard Swildens, bij leven dominee van de gereformeerde kerk in Gemert, overleden in Gemert 23-9-1812.
[650]
-
2. Jacob Hubert Nolens, ged. geref. Beek 25-2-1759 (get. Hubertus Nolens, secretaris en notaris te Maastricht en G. Groeber, weduwe) , ovl. Schimmert 20-5-1815 (ongehuwd).
-
3. Peter Johannes Nolens, ged. geref. Beek 14-3-1762 (get. Peter Franken capitein tot Schimmert).
-
4. Bertina Geertruydt Alida Nolens, ged. geref. Beek 6-5-1764 (get. P. Franken, capitein en Johan Adolf Nolens), ovl. 5-7-1764.
-
5. J(oh)an Willem Corneli(u)s Nolens, ged. geref. Beek 4-11-1766 (get. J. W. Franken predikant tot zittard en H. Stas, lieutenant ), ovl. Heerlen 19-2-1844, afkomstig van Beek en lid van de geref. kerk (1794),
otr./tr. Heerlen geref. 22-3/26-4-1794 (get. Hermannus Fredericus Sirlden, notaris, en Henrietta Bertina Gertrudis Nolens, een losbrief gegeven om te Climmen te mogen getrouwt worden)
Henrietta Maria Goppel, geb. 1778/79, ovl. Heerlen 14-5-1850, lid van de geref. kerk (1794),
dr. van Jakob Georg Goppel en Katharina Wilhelmina Lemmens.
Zij gingen te Heerlen wonen.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Katharina Wilhelmina Nolens, geb. 1793/94, ovl. Heerlen 28-10-1860 (ongehuwd).
-
bb. Jan Jacob Lambert Nolens, geb. Heerlen 16-6-1799, ovl. Heerlen 24-4-1876, secretaris van Heerlen,
tr. Heerlen 3-11-1830
Maria Geertruida Margaretha Barbara Struijk, geb. Heerlen 1798/99, ovl Heerlen 5-3-1852, dr. van Jan Jakob Struijk en Maria Margaretha Weijdman.
Hieruit verder nageslacht bekend (5 dochters).
-
cc. Henrietta Wilhelmina Nolens, geb. Heerlen 1833/34, ovl. Heerlen 23-4-1873, tr. Heerlen 7-8-1858
J(o)annes Gerrits, geb. Olst 15-7-1819, ovl. Zevenhuizen (Apeldoorn) 1-1-1909, zn. van Reinder Gerrits en Tenne Gerrits.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
dd. Ernestina Nolens, geb. Heerlen 1838/39, ovl. Weert 5-5-1868, tr. Heerlen 13-2-1864
Jan Roos, geb. Sliedrecht 3-12-1829, ovl. Heerlen 21-10-1902, zn. van Arie Roos en Grietje van Putten.
Hij hertr. Heerlen 8-7-1871 zijn schoonzuster Frederika Nolens.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
ee. Jakobina Geertruida Nolens, geb. Heerlen, ovl. na 1899, tr. Heerlen 29-9-1866
Jacob Groenewout, geb. Groningen 11-5-1826, ovl. Groenlo 24-6-1899, zn. van Harmannus Groenewout en Zwaantje Jacobs Sieman (Nieman).
-
ff. Frederika Nolens, geb. Heerlen 1841/42, ovl. Heerlen 12-5-1903, tr. Heerlen 8-7-1871 haar zwager
Jan Roos, geb. Sliedrecht 3-12-1829, ovl. Heerlen 21-10-1902, wednr. van Ernestina Nolens,
zn. van Arie Roos en Grietje van Putten.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
6. Bertina Hendrina Geertruid ((Hubertina) Henrietta) Nolens, ged. geref. Beek 7-1-1770 (get. van Franken en Hendrik Nolens, capt. tot Eisden) , ovl. na 1847, huw. get. (1794), doopget. (1797),
tr. 1o voor 1797
Gerard Toussaint(¥), ovl. 1809-1815, tr. 2o Schimmert 27-8-1815
Ds. Anthony (Antoine) Adriaan (Adrien) Wierts (Wiertz) van Coehoorn, geb. Breda 10-3-1782, ovl. Eijsden 21-4-1847, wordt als Antoni Adriaan Wierts ingeschreven als leerling aan de Hieronymusschool te Utrecht 19-1-1798,[651]
als Antonius Adrianus Wierts ingeschreven als student letteren 8-7-1826 en theologie 20-9-1805 aan de Universiteit van Utrecht,[652]
predikant te Eisden en Daalhem (B),
zn. van Gideon Wiertz van Coehoorn en Petronelle Anemaat.
Uit haar eerste huwelijk (o.a.?):
-
aa. Guillaume Jean Gerard Toussaint, geb. Schimmert 19-9-1797.
-
bb. Marthe Hubertine Toussaint, geb. Maastricht 29-4-1809, tr. Eijsden 11-12-1833
Marie Antoine Auguste Sarazin, geb. Jülich (D) 16-5-1809, zn. van Claudius Sarazin en Wilhelmina Eva Meyllinck.
-
i. Adelheijd (Aletta, Adelaide) Nolens, ged. 7-1-1731 (get. Johan Adolf Peltzer van Staelbergh en Jufr. Blanckers in plaats van Peltzers huisvrouw), ovl. Eisden 29-5-1815, lidmaat der Waalse Kerk te Daalhem,
doopget. (1777),
otr./tr. Eijsden geref. 28-6/13-7-1749
Jean Francois (Franciscus) Franck, ged. (Waalse Kerk) Daalhem 2-4-1719, ovl. vóór 11-1-1769, j.m. van Bombaije, "secretair en voorleeser aldaar", zn. van
Jean Franck, griffier van het hof te Daalhem, en van Maria Suzanna Guyot.
Uit dit huwelijk (o.a.?) :
-
1. Jean Jacques Franck, geb. Bombaye (B) 16-7-1750, ovl. Eijsden 8-12-1810, tr. Eijsden 1-7-1797
Anne Catherine Gertrude Hollander, geb. Waltnilt (D) 16-5-1769 (elders 18-5-1768), ovl. na 1810, dr. van Arnold Hollander en Gertrude Konings.
Zij hertr. Eijsden 8-6-1815 Gregoir Joseph Habellok.
-
2. Jeanne Marie Christine Franck, geb. 1755/56, ovl. Eijsden 5-9-1818, tr. vóór 1790
Ds. Abraham Samuel Borel, geb. Moudon (CH) 1751, ovl. Lausanne (CH) 5-5-1805,[653]
predikant van de geref. Waalse Kerk, doet op 6-5-1784 zijn intrede te Olne) (Outre-Meuse, Luik) en neemt afscheid 27-11-1789, beroepen naar Eijsden, predikant aldaar (1789-1805),[654]
zn. van Pierre Henri Borel en Anne Marie (Jeanne Marie) Poeterlin.[655]
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
3. Maria Henrietta Franck, geb. 1757/58, ovl. Maastricht 24-11-1838, tr.
Jacob Calckberner, geb. 1749/50, ovl. Maastricht 16-4-1824, zn. van Jan Gerard Calckberner en Elisabeth Renaux.
-
j. Johan Adolph Nolens, ged. 4-10-1733 (get. Jan Nolens en Juffr. Blankers, vrouw van Lambertus Blankers, in plaats van Agneta Nolens, wonende te Rotterdam), vertrok voor 4-11-1766 als luitenant naar West-Indie.
-
k. Maria Agneta (Agnes) Nolens, ged. 1-1-1736 (get. Lambertus Blankers met zijn vrouw), woonde 20-3-1780 te Maastricht.
-
l. Hendrik Nolens, ged. 6-1-1737 (get. Lambertus Blankers met zijn huisvrouw, hier heet de vader Jacobus Nolens, vice schout alhier), beg. Eijsden 11-2-1794, j.m., schepen te Oost (1757-1773)[656]
,[657]
,
schout te Oost (1773)[658]
, (1787, 1794)[659]
,
dorpmeester van Eijsden (1759).
Hij was koopman en komt voor als schepen van Bombaije (1770) als burgemeester van Eisden (1770, 1772).
Te Oost was hij in 1778 koning der schutterij[660].
Hij
otr./tr. Eijsden geref./Heinsberg 10/27-11-1759 (met attestatie van Heinsberg)
tr. Heinsberg (D) 29-11-1759
Geertruijd Elisabeth Köning(s), geb. Heinsberg 1732, ovl. Eisden 15-8-1817, j.d. van Heinsberg (1759), dr. van Peter Köning en Catharina Dorpmans.
Mechel (Mechtilde) Pitermans verkoopt de Taterenbeemd te Eijsden op 3-6-1783 aan Hendrick Nolens voor 500 gulden.[661]
-
1. Jacobus Petrus (Pieter) Nolens, ged. geref. Eijsden 3-8-1760, ovl. Eijsden 1-12-1838, koopman en grondeigenaar, secretaris van Eisden (1785, 1795) en later maire aldaar (1805, 1812), schepen te Oost (1788-1794),[662]
tr.
(Maria) Agnes Hollander(s), geb. 1765/66, ovl. Eijsden 23-1-1840; -74
van Waldniel.
dr. van Arnold Hollender en Geertruid Koening. Uit dit huwelijk geen kinderen.
-
2. Catharina Christina Nolens, ged. geref. Eijsden 16-9-1765, ovl. Eijsden 4-2-1829, bleef ongehuwd.
368. HERMANNUS (HERMEN) (VAN) HEIJSINGH (HEISE(I)N, HEIJSINCK), ged. Arnhem 25-3-1683, j.m. van Arnhem (1705),
is pachter van "de hof achter den roden Haen" (1737),[663]
belender in de Hoge Molenstraat (1700),
otr. Arnhem geref. 19-3-1705[664]
369. MARIJCKE ALOFS (ALBERTS), j.d. van Welterfoort (1705),
dr. van Heitje Hendriks.[665]
Uit dit huwelijk (o.a.?):[666]
-
a. Johannes Heijsein, ged. geref. Arnhem 3-11-1705 (hier heet de moeder Marij Albers), ovl. Arnhem 8-4-1788, (=kw. nr. 184).
-
b. Cristijn van Heijsing, filiatie niet bewezen,
j.d. van Arnhem (1734),
otr. Arnhem geref. 13-3-1734
Christiaan Mulder, j.m. van Arnhem (1734).
-
c. Cathrina van Hijssing, j.d. van Arnhem (1744),
otr. Arnhem geref. 16-9-1744
Piere Couché, wednr. van Pieternel Sorte,
capt. d'armes in 't Regiment van den hr.Brigadier Grotenvay (1744).
370. REYNIER (REYNDER) HANS(S)EN, geb. vóór ca. 1665, ovl. 1724-1732, j.m. van Arnhem en wonende te Arnhem (1689),
boekhouder van het wijn- en biertappersgilde te Arnhem (1710-1712),
borger hopman (1724),
treedt op als momber van de kinderen van Lysbet Frerix bij Cornelis Lambertsen (1729),
tr. Arnhem geref. 20-4-1689 (get. Albert Hansen pater sp(ons)i, en Monsr. Rugers p(ater) sp(ons)ae)
371. JOHANNA CAT(HA)RINA RUGER(S), geb. vóór ca. 1670, ovl. na 1742, j.d. van Arnhem en wonende te Arnhem (1689),
is als de weduwe van Reijnder Hanssen belendster aan de Velperpoort (1732).
Zij bewonen een huiske in de Ketelstraat (1699), en waren eigenaar van een erve en pakhuis, vanouds den Swarten ruyter genaamd, staande omtrent de Velperpoort.
==== BELENINGEN ====
==========
Gelre en Zutphen:[667]
nr. 3a. Huys ende getimmer buyten de stadt van Arnhem omtrent die Kilngenbeeck sampt bepootinge ende beplantinge ende alle die bouw-ende weidelanden daer bij gelegen, ...
.
...
26-5-1687: Peternella van Wassenaer douagiere van der Mijlen transporteert aan Joost Ruger
17-8-1719: Johanna Catharina Rugers, oudste dogter van Joost Ruger, haer vader, onvermindert het regt van haer suster Nieske Ruger. Hulder Reinier Hanssen, haer man.
5-1-1723: Reinier Hanssen en Catharina Rugers, egtelieden, en Nieske Rugers dragen dit leen op aen Godert Adriaen van Rede en Maria de Nassau, egtelieden. Godert Adriaen van Rede doet eed.
...
Op 6-2-1699 cedeert, geeft over en transporteert Dr. Gosuin van Steenler voor zich en zijn broeders en zusters erfelijk en onwederroepelijk aan Reinier Hansen en Johanna Catharina Rugers e.l. zeker huis en hofstad met de hof, schuur, uitgang en 2 kleine huiskens, in de Ketelstraat en Bentincksteeg resp. staande en uitgaande, zo als het grote en kleine huis en huiskens de comparant en zijn consorten aanbestorven zijn van hun ouders zal. en zoals het grote door Reinier Hansen en de kleine door Wessel Bussinck bewoond worden, en bekent de gehele kooppennink ad 2448 gl. ontvangen te hebben.
[668]
Wijn- en biertappersgilde te Arnhem:[669]
nr. 1471: Rekening van den boekhouder Reynier Hansen over 1710/1712, afgehoord 1712.
20-12-1724 verklaren
Reijnier Hansen, borger hopman, en Catharina Rugers e.l., alsmede de borgerhopman Gerhard Hansen en Geertruijd Nagels e.l., Anna Hansen, weduwe van wijlen Abraham Coerpennink, Geurt van Barnevelt als in huwelijk gehad hebbende Willemina Hansen, caverende dezelve de rato mede voor zijn kinderen bij dezelve geprocreeerd, en dan nog laatstelijk de hopman Reijnier Hansen in kwaliteit van gemachtigde van Theodorus Vriesendorp, borger vaandrig te Deventer, en Jacoba Beumers e.l., van Wolter Meijntz, borgervaandrig en Hendrica Beumers e.l., van Wanner Vijfhuijsen, borgervaandrig, en Wilhelmina Beumer e.l., kinderen van wijlen Aeltje Hansen, laatst weduwe van wijlen Johan van Bijlevelt, vermogens volmacht, op 15-11-1724 voor burgemeesters, schepenen en raden der stad Deventer gepasseerd, (---) alle kinderen en kindskinderen van wijlen Albert Hansen, (---) in een vaste, stedige en onwederroepelijke erfkoop te hebben verkocht en derhalve bij dezen te cederen,
te transporteren en in volle eigendom op te dragen aan en ten erfelijke behoeve van Rut van Bekbergen en Geertruyd Cornelissen e.l. hunlieder behuizing, staande alhier op de Nieuwe- of Korenmarkt, de weduwe Beernt Everts ter eenre- en de koper ter andere zijde, met huisje of stal in de Duijsentsteeg uitkomende, zoals het der comparanten vader Albert Hansen zal. in eigendom bezeten heeft, bekennende van de kooppenningen ter somma van 1004 gl. de laatste met de eerste penning tot goegen voldaan en betaald te zijn.
[670]
Op 20-12-1724 verklaren
Reijnier Hansen, borger hopman, en Catharina Rugers e.l., alsmede de borgerhopman Gerhard Hansen en Geertruijd Nagels e.l., Anna Hansen, weduwe van wijlen Abraham Coerpennink, Geurt van Barnevelt als in huwelijk gehad hebbende Willemina Hansen, caverende dezelve de rato mede voor zijn kinderen bij dezelve geprocreeerd, en dan nog laatstelijk de hopman Reijnier Hansen in kwaliteit van gemachtigde van Theodorus Vriesendorp, borger vaandrig te Deventer, en Jacoba Beumers e.l., van Wolter Meijntz, borgervaandrig en Hendrica Beumers e.l., van Wanner Vijfhuijsen, borgervaandrig, en Wilhelmina Beumer e.l., kinderen van wijlen Aeltje Hansen, laatst weduwe van wijlen Johan van Bijlevelt, vermogens volmacht, op 15-11-1724 voor burgemeesters, schepenen en raden der stad Deventer gepasseerd, (---) alle kinderen en kindskinderen van wijlen Albert Hansen, en van wijlen hun zuster en moei Geertruijd Hansen, weduwe van wijlen de borgerhopman Derk Sluijter zal., in een vaste, stedige en onwederroepelijke eigendom te hebben verkocht en derhalve bij dezen te cederen, te transporteren en in volle eigendom op te dragen aan Derk Verbeeck en Engeltje van Beem e.l. 3½ schaar weidelands in de zesde Borreweijde, hun door dode van vnd. vader aanbestorven, alsmede 3 scharen in het eerste Ketelslag, hun door overlijden van hun vnd. zuster en moei aankomende, bekennende van de kooppenningen ter somma van 599 gl. te dank voldaan en betaald te zijn.Datering:[671]
Op 4-2-1734 verklaren
Johanna Catharina Ruger, weduwe en boedelhouderse van wijlen Reynder Hanssen, alsmede Peter Hanssen, Anna Maria Hanssen, Hendrica Hanssen, Joost Hansen, Daniel van Hulsteyn en Helena Hansen e.l., Albertus Hansen, predikant te Barneveld, Adrianus Hansen en Geertruyd Crol e.l., Coenradus Hendricus Hansen, Johanna Catharina Hansen, Geertruyd Hanssen en Elysabeth Hansen, in een eeuwige en onverbrekelijke erfkoop te hebben verkocht en mits dezen te cederen, te transporteren en in volle eigendom op te dragen en over te geven aan en ten behoeve van Benjamin Italiaender Mordechaijen hun, comparanten, erve en pakhuis, vanouds den Swarten ruyter genaamd, staande omtrent de Velperpoort, den Beer ter eenre- en het erf van Roedolph van Olden ter andere zijde, en zulks om en voor een somma van 2500 Caroli gl., welke somma de transportanten bekennen de eerste met de laatste penning ontvangen te hebben en daarvan ten genoegen voldaan en betaald te wezen.
[672]
Op 5-9-1742 compareren
Johanna Catharina Ruger, weduwe en boedelhouderse van wijlen Reijnier Hanssen, beneffens de gezamenlijke kinderen en erfgenamen van voorzegde Reijnier Hanssen, in ehestand verwekt bij gezegde Johanna Catharina Ruger, als met name: Peter Hanssen zo voor zich zelf en als gemachtigde van zijn broeders en zusters, met name: Albertus Hansen, Johanna Catharina Hansen, Adrianus Hansen en Geertruijd Croll e.l. ingevolge volmacht, op 17-8-1742 voor burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem gepasseerd, Jan Engel van Rijsselenburgh, in huwelijk hebbende Anna Maria Hansen, Joost Hansen, Daniel van Hulsteijn, weduwenaar en boedelhouder van wijlen Helena Hansen, Coenraed Hendrik Hansen, Peter Engelen, in huwelijk hebbende Geertruijd Hansen, en laatstelijk Elisabeth Hansen, kinderen en erfgenamen van voorzegde Reijnier Hansen, cederen en transporteren kracht en mits dezen aan en ten behoeve van Gerrit Reijnders en Geertruijd Reijers e.l. hun huis en stal, gelegen aan de Velperpoort tussen de behuizingen
van Lubbert Braakman ter eenre- en Lucas van Haaften ter andere zijde, verklarende zij, comparanten, van de kooppenningen ad 4100 gl. vrij geld te zijn voldaan en betaald.
[673]
-
a. Anna Maria Hanssen, ged. geref. Arnhem 6-7-1690, ovl. jong?
-
b. Peter Hanssen, ged. geref. Arnhem 19-7-1691, ovl. na 1765, j.m. wonend te Arnhem (1714),
woont in de Bakkerstraat (1727),
belender achter de Sabelpoortsmuur (1743), in de Bakkerstraat (1765),
gildemeester te Arnhem (1736, 1744),[674]
apotheker te Arnhem (1754),
otr. Arnhem geref. 8-7-1714
Maria Koppis (Coopies), j.d. wonend te Arnhem (1714).
Op 1-10-1727 compareren
de Juff.rn Judith Weijtman en Anna Margaretha Ditsch. Zij cederen, transporteren en dragen op en geven in volle eigendom over aan en ten erfelijke behoeve van Sr. Peter Hanssen hunlieder huis, staande alhier in de Bakkerstraat, zo en in dier voege als hetzelve thans door vnd. Hansen bewoond wordt, bekennende van de kooppenningen er somma van 3250 gl. tot genoegen voldaan en betaald te zijn.
[675]
Op 29-7-1743 compareert
J.E. van Rijsselenburgh, gemachtigde van Juffr. Johanna Hendrica van Brienen, weduwe boedelhouderse van wijlen de scholt Johan Otters, in gevolge volmacht, op 5-4-1743 voor Hendrik Otters, scholtis des ambts Ede, gepasseerd, en als het recht bij magescheid voor de halfscheid van zekere hof, gelegen achter de Sabelspoortmuur, tussen de erfgenamen van wijlen de secretaris Hendrik Otters, op 10-4-1715 opgericht, geobtineerd en verkregen hebbende. Voorzegde J.E. van Rijsselenburgh als gemachtigde van Hendrik Otters, scholtis des ambts Ede, ingevolge volmacht, op 17-4-1743 voor burgemeesters der stad Arnhem gepasseerd, Dor. H.H. Otters en Abigael Tulleken e.l., Willem Jan Tulleken, burgemeester der stad Hattum, en Jacomina Otters e.l., Peter Beumer en Hermina Berendina de Gimmer e.l., de 4 laatste ab intestato erfgenamen van wijlen Helena Otters, welke ingevolge vnd. magescheid voor de andere helft berechtigd zijn tot en aan die voorschreven hiervoren gemelde hof, cederen, transporteren en geven in volle
eigendom over aan en ten behoeve van Peter Hanssen hunlieder recht van erfpacht van zekere hof, gelegen achter de Sabelspoortsmuur, verklarende de comparanten zo voor henzelf als namens derzelver principalen van de kooppenningen ad 373 gl. vrij geld te zijn voldaan en betaald.
[676]
Gelderse Landdagsrecessen:[677]
Ordinaris Landdag 12-4-1754:
nr. 055: Verzoek van Dr. Peter Hubens, Peter Hanssen, apotheker, A. Croes, chirurgijn, om betaling van hun rekeningen, ingediend bij de richter van Arnhem en Veluwezoom, voor verleende hulp bij het uitbreken van de rodeloop in 1747.
Verwezen naar de Rekenkamer. Het kwartier van Zutphen meent, dat zulke posten uit de Domeinen moeten worden voldaan.
-
1. Johanna Catharina Hansen, geb. vóór ca. 1765, ovl. 1792-1797.
Op 16-5-1788 verklaart
Juffrouw Johanna Catharina Hansen, geassisteerd met haar neef Joh. de Rooij als haar gekozen momber, verkocht te hebben en mitsdien in een vaste en onverbrekelijke eigendom te cederen, te transporteren en op te dragen aan en ten erfelijke behoeve van Allard Boonzajer en Elisabeth Boonsayer e.l. een huis en erve, staande alhier onderaan in de Bakkerstraat, vanouds de Pelekaen genaamd en laatst door de heer majoor Esvelt in huur bewoond geweest, en zulks voor een summa van 3590 gl. Hollands.
[678]
Op 19-5-1788 verklaren
Allard Boonzajer en Elisabeth Boonsajer e.l. oprecht en deugdelijk schuldig te wezen aan Juffrouw Johanna Catharina Hansen een kapitale summa van 3000 gl. Hollands, herkomende wegens een restant der kooppenningen van het hierna te melden huis en erve, door comparanten e.l. op 3-3-1788 aangekocht en op heden door de Juffrouw creditrice aan hun getransporteerd, belovende vnd. summa dankbaarlijk te voldoen en af te lossen op 1-7-1789 met de interesse van dien ad 4 percent, tot securiteit van welk kapitaal, daarop te verlopen interessen en aan te wenden kosten e.l. debiteuren in het generaal verbinden hun personen en goederen en bovendien tot een speciaal onderpand stellen een huis en erf, staande hier onderaan in de Bakkerstraat, vanouds de Pelekaen genaamd en door de Juffrouw creditrice aan hun verkocht en getransporteerd, en is wijders mede gecompareerd Martheijn Boonzaaier, broeder van de eerste comparant, die verklaart tot meerder securiteit voor het gezegde kapitaal, interessen en aan te wenden kosten zich te stellen tot borg en principaal debiteur met verband van zijn persoon, gerede en ongerede goederen.
[679]
Op 3-12-1792
Mejuffrouw Johanna Catharina Hanssen, geassisteerd met de klerk R. van Hulsteijn als haar gekozen momber, verklaart verkocht te hebben en alnu te transporteren en in volle en vrije eigendom over te geven aan de procureur Isaac Nijhoff en Anna de Gast e.l. een hof met een huisje daarin, gelegen op 't stadswaardje naast de hof van F. Wijleman, en wel tegen een betaalde koopsom van 850 gl.
[680]
Op 21-2-1797 verklaren
Lambertus Lenting en Helena de Rooy e.l. overgegeven en gecedeerd te hebben aan de tijdelijke administrateuren van St. Petersgasthuis alhier een obligatie, groot 2500 gl., ten laste van de luitenant-kolonel J.C. Pieper, op 9-1-1788 van wijlen Johanna Catharina Hanssen genegotieerd en in deszelfs huis, hoven, boomgaarden, de Kleyne Sluis genaamd, in den ambte van Overbetuwe, kerspel Elden, gelegen, gevestigd, welke obligatie aan comparanten bij een provisionele verdeling van de boedel van gemelde J.C. Hanssen was toe - en aanbedeeld.
[681]
-
2. Hendrin Hanszen, ged. geref. Arnhem 17-4-1715 (de ouders zijn Peter Hanszen x Maria Koppis).
-
c. Anna Maria Hansse(n), ged. geref. Arnhem 30-4-1693, ovl. na 1766, j.d. wonend te Arnhem (1710),
otr. 1o Arnhem geref. 15-11-1710
Willem Nol, j.m. wonend te Arnhem (1710),
otr. 2o Arnhem geref. 21-3-1739(¥)
Jan Engel van Rijsselenburgh, ovl. 1752-1763, leenman van Gelre, procureur, Arnhem 2-2-1721,[682]
procureur (1721..1744),
executeur testamentair (1752),[683]
zn. van Jacob van Rijsselenburg en van Cornelia Dibbets.
COMMENTAAR(¥)
Bij deze ondertrouwinschrijving van Anna Maria Hanssen staat niet dat zij weduwe is, maar ook staat er geen j.d. Bij de bruidegom staat ook alleen zijn naam.
|
Op 7-4-1766 verklaart
Anna Maria Hansen, weduwe van de proc.r. Jan Engel van Rijsselenburg, geassisteerd met haar broeder Joost Hansen als haar gekozen momber, te cederen, te transporteren en op te dragen aan de boekverkoper Jacob Nijhoff en Maria Meurs e.l. een huis en hofstede, vanouds genaamd de Klock, staande en gelegen in de Turfstraat tussen de apothecar van Lil en de horologiemaker Hoevenaar, strekkende achter op de Beek, in voege als hetzelve op wijlen comparantes man als enig kind van Jacob van Rijsselenburg en Cornelia Dibbets e.l. is verstorven geweest en vervolgens uit kracht van uiterste wille van gemelde comparantes man d.d. 17-9-1749 op de comparante is gedevolveerd, thans door de kopers bewoond wordende, voor een summa van 5000 gl. vrij geld, waarvan zij, comparante, bekent voldaan te zijn door de ontvangst van 2000 gl. op 28-4-1760, mitsgaders door een obligatie wegens de overige 3000 gl., door de kopers ten behoeve van comparante op heden gerichtelijk gepasseerd.
[684]
Op 7-4-1766 verklaren
de boekverkoper Jacob Nyhoff en Maria Meurs e.l. wel en deugdelijk schuldig te zijn aan Juffer Anna Maria Hansen, weduwe van de proc.r. Jan Engel van Rijsselenburg, een somme van 3000 gl., heenkomende wegens restant van kooppenningen van het nagenoemde perceel, op heden aan comparanten door de creditrice getransporteerd, met belofte het vnd. kapitaal jaarlijks te zullen verinteressen met 3 gl. van ieder honderd, tot securiteit van welk kapitaal, interesse en op te lopen kosten de comparanten verbinden hun en hunner erven personen en goederen en in specie huis en hofstede, waarin zij, comparanten, thans wonen, vanouds genaamd de Klok, staande en gelegen in de Turfstraat tussen de apothecar van Lil en de horologiemaker Hoevenaar, op heden door de creditrice aan comparanten getransporteerd.
[685]
-
c. Hendrik Hanssen, ged. geref. 27-1-1695.
-
c. Hendrica Hanssen, ovl. na 1734 (verm. voor 1742).
-
d. Joost Hans(s)en, ovl. na 1779, tabakshandelaar te Arnhem (1751),
burgerhopman (1770, 1779).
Gelderse Landdagsrecessen:[686]
Ordinaris Landdag 22-10-1751
nr. 150: Klacht van de tabakshandelaren Joost Hanssen, Johan van Bemmel, Peter en Willem Beumer over het verbod door de Admiraliteit op de Maas en de Admiraliteit van Amsterdam om o.a. in het ambt van Over-Betuwe gekochte tabak te vervoeren over Huissen naar Arnhem. Missiven van H.E.M. aan H.H.M. en aan de Gecommitteerden ter Generaliteit houdende een protest tegen de handelwijze van voornoemde Admiraliteitscolleges.
Op 31-5-1770
de borger hopman Joost Hanssen voor hem zelf en in kwaliteit van gemachtigde van zijn broeder en schoonzuster Ds. Albertus Hanssen, predikant der stad Haarlem, en Juffrouw Maria Kelderman e.l. kracht volmacht, op 25-4-1770 voor schepenen der stad Haarlem gepasseerd, voorts Coenraed Hendrick Hanssen en Juffrouw Johana Catharina Hanssen en Elisabeth Hanssen, Reijnder van Hulstein voor hemzelf en als gemachtigde van zijn zwager en zuster Mr. Christ. Theodorus van Campen en Juffrouw Susanna van Hulsteijn e.l. ingevolge volmacht, op 24-4-1770 voor Mr. Huybert van Hamel, scholtus der Hoge- en vrije heerlijkheid het Loo, gepasseerd, dan nog als gemachtigde van zijn broeder en zuster Arnoldus van Hulsteijn, Lt. ten dienste dezer Landen en ondermajoor binnen Bergen op ten Zoom, en Juffr. Johanna van Ingenhove e.l. volgens volmacht, op 27-4-1770 voor Benjamin van der Hagen, openbaar notaris bij den Edele mogende souveraine raden en Leenhove van Brabant in 's Gravenhage geadmitteerd, binnen Bergen op ten Zoom residerende, en getuigen gepasseerd, en laatstelijk als gemachtigde van zijn broeder en zuster Ds. Albertus Theodorus van Hulsteijn, predikant der stad Vianen, en Juffrouw Sara Haganaeus e.l. luid volmacht, op 26-4-1770 voor de st. schout en schepenen der stad Vianen gepasseerd, (...) dan nog de burger Lt. Johan de Rooy en Juffrouw Johanna Catharina van Hulsteyn e.l, (...) alle kinderen van wijlen Daniel van Hulsteijn en Juffrouw Helena Hanssen e.l., en alle de voorzegde personen tezamen kinderen en kindskinderen van de burger hopman Reynder Hanssen en Juffrouw Johanna Catharina Ruger, in leven e.l., en wijders de Medecinae Dor. Andries Coomans, Juffr. Nieske Beumer, kind van wijlen de apothecar Cornelis Beumer en Juffrouw Anna Maria Comans, in leven e.l., en laatstelijk Juffrouw Johanna van Essen, kind van wijlen de Medecinae Dor. G. van Essen en Juffrouw Geertruyd Comans, in leven e.l., (...).
[687]
-
e. Helena Hansen, ged. geref. Arnhem 13-10-1698, ovl. 1734-1742, tr. Arnhem geref. 20-4-1726
Daniel van Hulsteyn, geb. vóór ca. 1705, ovl. 1769/70, klerk van gedeputeerde Staten des Kwartiers van Veluwe (1727),
rentmeester van het Kapittel van St.-Walburg te Arnhem en van het klooster Mariëndaal bij Arnhem (1744-1769),[688]
en van het Klooster Monnikhuizen te Arnhem en klooster te Renkum (1747-1765),[689]
treedt op als executeur-testamentair van de boedel van wijlen de Med.ae Doctor Anthony Martens (1748),
belender in de Kerkstraat (1736..1757),
woont in de Kerkstraat (1727, 1744),
zn. van Arent Hendric van Hulsteijn en van Susanna Daniels Schut.
Op 26-3-1727 verklaart
Wijne Henriksen voor zich en in huwelijk hebbende Henrikje Gerrits, enige en universele erfgenaam van Hannes Drost, en door zijn huisvrouw specialijk hiertoe geauthoriseerd bij volmacht, op 22-3-1727 voor de magistraat der stad Harderwijk gepasseerd, in een vaste en stedige erfkoop te hebben verkocht en overzulks te cederen en te transporteren aan en ten erfelijke behoeve van Daniel van Hulsteijn, klerk van Haar Ed. mo. de Heren gedeputeerde Staten des Kwartiers van Veluwe, en Helena Hansen e.l. een huis en erve, staande en gelegen in en aan de Kerkstraat dezer stad naast de stalling van de heer griffier Klerck ter eenre- en Juffr. van Oorskamp ter andere zijde, zo en als Hannes Drost hetzelve in den jare 1723 van de procurator Nicolaes van Hamel en Anna Maria Bon e.l. aangekocht en door transport verkregen heeft, zulks voor 1600 gl. vrij geld, van welke kooppenningen de comparant bekent voldaan te zijn.
[690]
Op 19-2-1744 heeft
Daniel van Hulsteijn, weduwnaar en boedelhouder van wijlen Helena Hansen, voor de trouwe bediening in kwaliteit van aangestelde verwalter rentmeester van Wolburgen en Mariendaal en wat hem gedurende zijn rentambt te beuren en te innen staat verbonden zijn huis en erve, staande alhier in de Kerkstraat en door hemzelf bewoond wordende, zijnde hetzelve geestimeerd op een somma van 3000 gl.
[691]
-
1. Johanna Catharina van Hulsteyn, ovl. 1779-1785, tr. Beekbergen 23-5-1757 (op attestatie van Arnhem),[692]
Johan(nis) de Rooij, ovl. na 1785, burger ltnt. (1770), burgerhopman (1779),
zn. van Assuerus de Rooij en Anna Catharina van Gaesbergen.
Hieruit verder nageslacht bekend.
Op 2-9-1785 verklaart
de oud-borgerhopman Johannes de Rooij, weduwnaar, boedelhouder en tuchtenaar van wijlen Johanna Catharina van Hulstijn, pro se en als vader en legitime voogd over zijn 4 minderjarige kinderen, met name: Ahassuerus de Rooij, V.D.M. te Ter Aa, voorts
Helena, Anna Catharina en Maria Elisabeth de Rooij, bij opgemelde zijn ehevrouw geprocreeerd, pro se et q.q. ingevolge koopconditie van 27-7-1785 alnu kracht en mits dezen te cederen, te transporteren en in een volle en privative eigendom op te dragen aan Petrus Schoonhoven en Geertruijt de Kemp e.l. het Logement de Paauw cum annexis, staande en gelegen omtrent de St. Janspoort binnen deze stad, het Witte Kruijs ter eenre- en het huis, waar 't Fortuijn uithangt, ter andere zijde, op 14-2-1727 door Niesken Ruger, weduwe en boedelhouderse van wijlen Derk Comans, aan wijlen comparants ouders Assuerus de Rooij en Anna Catharina van Gaesbergen e.l. opgedragen [693], verklarende van de volle kooppenningen ter somma van 9000 gl. voldaan en betaald te wezen.
[694]
-
2. Reynder van Hulsteyn, ovl. na 1779, klerk (1792).
-
3. Susanna van Hulsteyn, geb. vóór ca. 1745, ovl. Apeldoorn 10-1-1791 ('s avonds om 2 uur overleden de haijsvrouw van de Heer I. C. T. van Kampen op 't erve Schoonbroek)[695], otr. Leiden geref. 14-11-1766 (hij moet attestatie van Apeldoorn overbrengen, hetgeen op 14-11-1766 geschiedt door Johannes Schagen van Campen vanwege de bruijdegom) en
tr. Beekbergen 7-12-1766 (na ingebrachte attestatien van Leijden, Arnhem en Apeldoorn)[696]
Dr. Mr. Christianus Theodorus van Campen, geb. 1734/35, ovl. Apeldoorn 8-8-1817 (oud 82 jaar)[697], ingeschreven als student filologie aan de Universiteit van Harderwijk 14-9-1754 ("Christianus Theodorus van Campen, Beckberga-Gelrus"),[698]
ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 11-10-1758 ("Christianus Theodorus van Campen", Gelrus, 23 (jaar)"),[699]
en promoveert aldaar voor de Senaat op 6-9-1760 in de rechten op een dissertatie getiteld "de Fideiussore in duriorem causam adhibito" ("Christianus Theodorus van Campen", Beekberga-Gelrus"),
[700]
woont te Leiden op de Hooglandsche Kerkgragt (1766)
Apeldoorn (1792),
advocaat, wonende op Schoonbroek (1817).
Hij hertr. Apeldoorn 17-3/19-4-1792 Josina Johanna Wilhelmina de Mohr,[701] bij wie nageslacht.
-
4. Ds. Albertus Theodorus van Hulsteyn, geb. Arnhem 1732/33, ovl. na 1779, ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Harderwijk 7-9-1750 ("Albertus Theodorus van Hulstein Arenaco-Gelrus"),[702]
ingeschreven als student letteren aan de Universiteit van Leiden 19-9-1755 ("Albertus Theodorus van Hulstein", Arnhemiensis, 22 (jaar)"),[703]
wordt in 1759 als proponent beroepen naar Beekbergen, doet zijn intrede 4-6-1759, predikant aldaar (1759-1768), neemt afscheid 8-5-1768,[704]
[705]
wordt beroepen naar Beekbergen, doet zijn intrede 29-5-1768, predikant aldaar (1768-1771), neemt afscheid 28-7-1771,
wordt beroepen naar Haarlem,[706]
otr. Beekbergen 11-8-1763 en
tr. Haarlem 30-8-1763 volgens attestatie[707]
Sara Haganaeus (Hagemans), ovl. na 1779, j.d. geboortig van Haarlem (1763).
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
5. Arnold(us) van Hulsteyn, geb. Arnhem 19-4-1731, ovl. na 1779, sous-luitenant (1760)
ltnt. ten dienste dezer Landen en ondermajoor binnen Bergen op ten Zoom (1770),
krijgt huwelijksdispensatie 11-8-1760
tr. Maastricht 24-8-1760[708] en
tr. Beekbergen geref. 5-9-1760 (op attestatie van Arnhem)[709]
[710]
Johanna Maria van Ingenho(o)ven, geb. Maastricht, ovl. na 1779. Hieruit verder nageslacht bekend.
Huwelijksdispensatien in Gelderland:
Hof van Gelderland 11-8-1760 Arnold Hulstein, sous-luitenant, en Maria Johanna van Ingenhoven, geboren te Maastricht. Haar vader is overleden, haar moeder wil geen toestemming geven, omdat zij R.K. en de bruidegom Geref. is. De schepenen van het
Hoge Brabantse gericht hebben 30-6-1760 hun consent gegeven, dat 25-7-1760 door commissarissen-deciseurs van wegen de Staten-Generaal binnen
Maastricht is geconfirmeerd. De kerkeraad van Arnhem krijgt toestemming
hen te trouwen.
Landgoed Sonsbeek:[711]
nr. 73:
Stukken betreffende de eigendom en het beheer van een stuk land, gelegen tussen de oude en de nieuwe Deventerweg, de Kattepoelschen Kelder genaamd, afkomstig van Arnold van Hulsteijn en Maria Johanna van Ingenhoven, echtelieden.
Datering 1635..1718 en 1798
-
f. Aelbert Hans(s)en, ged. geref. Arnhem 15-5-1700, ovl. na 1742.
-
g. Adrianus Hansen, ged. geref. Arnhem 8-12-1701, ovl. na 1742, tr. vóór 1734
Geertruyd Crol(l), ovl. na 1742.
-
h. Coenradus (Coenraed) Hendricus Hansen (Hanzen), ged. geref. Arnhem 4-10-1703, ovl. 1743-1779, j.m. (1736),
koopman te Arnhem (1740), vermeld 1743,
woont in de in de Broerestraat (1740),
afkomstig van Arnhem (1743),
otr. 1o Arnhem geref. 26-5-1736 en
tr. 1o Renkum geref. 12-6-1736
Catharina Jacomina de Gimmer, ovl. vóór 1739, j.d. (1736),
dr. van Jacob de Gimmer en Ruttera Otters,[712]
otr. 2o Arnhem geref. 10-8-1743 en
tr. 2o Renkum geref. 28-8-1743
Willemijna Cloek, afkomstig van Arnhem (1743).
Archief Huis Ter Horst:
[713]
nr. 471: 1738: Overdracht van 1/5 in 2 erven onder Silvolden en Brummen, 1/5 in een vol deel holt in het 5e lot, en 1/5 in een beekje, door Silvolden lopende, door Coenraet Hanssen, weduwnaar van Jacomina de Gimmer, en Bernardina de Gimmer, met de acten van verkoop.
Op 12-5-1738 cederen en transporteren
Berendina Hermina de Gimmer neffens Coenraadt Hendrik Hanssen, weduwnaar en tuchtenaar van wijlen Catharina Jacomina de Gimmer, ingevolge koopconditie van 19-3-1738 aan en ten behoeve van Gerrit van Kuijck en Johanna de Veer e.l. een zeker huisje, staande achter de Palmboom, nu gebruikt wordende door Frans Gieljes, bekennende zij, comparanten, van de kooppenningen ad 417 gl. vrij geld voldaan en betaald te zijn.
[714]
Op 24-5-1739 cederen en transporteren
Berendina Hermina de Gimmer, beneffens Coenraad Hendrik Hanssen, weduwnaar en tuchtenaar van wijlen Catharina Jacomina de Gimmer, ingevolge koopconditie van 19-3-1738 aan en ten behoeve van Derk Sack en Christina Voss e.l. een zeker huisje, staande en gelegen buiten de Sabelpoort achter de Palmboom, de erfgenamen Alstaij ter eenre- en Gerrit van Kuijck ter andere zijde, bekennende de comparanten van de kooppenningen ad 337 gl. vrij geld voldaan en betaald te zijn.
[715]
Op 16-12-1740
166 Doctor H.H. Otters, advocaat voor den Hove van Gelderland, en vrouwe Abigael Martha Tulleken e.l. en Willem Jan Tulleken, burgemeester der stad Hattum en leengriffier des vorstendoms Gelre en graafschaps Zutphen, en vrouwe Jacomina Catrina Otters e.l., kinderen en erfgenamen van wijlen Derk Otters, bos- en keurmeester van Veluwe, en wijlen Maria de Gimmer, dragen eeuwiglijk en erfelijk op aan de koopman Coenraad H. Hansen het halve huis, in de Broerestraat binnen deze stad staande en door gemelde koopman Hansen zelf bewoond wordende, zo en in dier voege als hetzelve halfscheid bij de magescheidinge van de boedel van wijlen de secretaris H. Otters is toegedeeld en zulks tegen een somma van 1500 gl., waarvan de transportanten bekennen voldaan te zijn.
[716]
Op 16-5-1743 hebben
Peeter Beumer en Berndina Hermina de Gimmer e.l., beneffens Coenraad Henrik Hanssen, weduwnaar en tuchtenaar van wijlen Catharina Jacomina de Gimmer, kinderen en erfgenamen van wijlen Jacob de Gimmer en Ruttera Otters, in leven e.l., eeuwiglijk en erfelijk verkocht en vervolgens gecedeerd en opgedragen gelijk zij doen kracht en mits dezen aan en ten erfelijke behoeve van Hendrik Brouwer en Maria Meltsert e.l. hunlieder coolplaats of het recht van dien in voege verkopers bezeten hebben, staande en gelegen buiten de Sabelspoort, bekennende verkopers-transportanten van de kooppenningen ad 85 gl. vrij geld voldaan en betaald te zijn.
[717]
Op 19-1-1779 compareren
de burgerhopman Joost Hansen zo voor zich zelf als mede als gemachtigde van zijn broeder en zuster Albertus Hansen en Mejuffr. Anna Maria Keldermans e.l. kracht volmacht, op 17-7-1778 voor burgemeesters en regeerders der stad Haarlem gepasseerd, Mejuffrouwen Johanna Catharina en Elisabeth Hanssen, beide geassisteerd met hun broeder Joost Hansen als hun gekozen momber, de burgerhopman Johan de Rooij en Johanna Catharina van Hulsteyn e.l., voorts Reynder van Hulsteyn, zo voor zich als mede met en benevens Joost Hansen als gemachtigde van Albertus Hansen en Mejuffrouw Anna Maria Keldermans e.l. volgens volmacht, op 17-7-1778 voor burgemeesters en regeerders der stad Haarlem gepasseerd, mitsgaders nog Mr C.F. van Campen en vrouwe Susanna van Hulsteyn e.l. ingevolge volmacht, op 29-12-1778 voor schout en schepenen der Hoge en vrije heerlijkheid het Loo gepasseerd, (...) voorts gemelde Johan de Rooij en Reynder van Hulsteyn als gemachtigden van Albertus Theodorus van Hulsteyn en Sara Haganaeus e.l. luid volmacht, op 30-7-1778 voor burgemeesters, schepenen en raad dezer stad gepasseerd, alsook nog als gemachtigden van Arnold van Hulsteyn en vrouwe Johanna Maria van Ingenhooven [718] ingevolge volmacht, op 10-7-1778 voor heren commissarissen van de Krijgsraad des guarnisoens van Bergen op Zoom gepasseerd, (---) alle tezamen erfgenamen van Coenraad Henrik Hansen. Zij verklaren pro se et q.q. ingevolge gedane verkoping te cederen, te transporteren en in een volle vrije eigendom op te dragen en over te geven aan en ten behoeve van Gerrit van Westervoort en Anna van Hoevelok e.l. zeker huis en erve, staande en gelegen binnen Arnhem in de Broederstraat tussen de huizen en erven van Gerrit Evers Viervant ter eenre- en dat van Reijnder Daniels ter andere zijde, verklarende comparanten pro se et q.q. van de volle kooppenningen ad 3200 gl. voldaan en betaald te zijn.
[719]
-
i. Johanna Catharina Hansen, ged. geref. Arnhem 22-4-1705, beg. Arnhem 22-7-1783, (=kw. nr. 185).
-
j. Geertruyd Hanssen (Hanzen), ged. geref. Arnhem 13-3-1707, ovl. na 1742, otr. Arnhem geref. 19-2-1739
Peter Engelen, geb. vóór ca. 1715, ovl. na 1742.
-
k. Elysabeth Hansen, ged. geref. Arnhem 9-5-1709, ovl. na 1779, tr. vóór 1730
Jacob More, ovl. na 1730.
Op 17-5-1730 verklaren
Jacob More en Elisabeth Hanssen e.l. in een vaste, stedige en onverbrekelijk erfkoop aan Christoffel Fago en Anna Reynders e.l. verkocht, gecedeerd, getransporteerd en opgedragen te hebben, gelijk zij zijn doende mits dezen, hun gehele huis en erve, staande en gelegen in de Hoge Meulen straat tussen de behuizingen van Jacob van Meden ter eenre- en van Matthijs Croes ter andere zijde, en zulks voor de summa van 300 Caroli gl., die zij bekennen alle en ten eenmale voldaan en betaald te zijn.
[720]
-
l. Reinier Hansen, ged. geref. Arnhem 28-1-1712.
372. WOLTER SCHAAP(¥), tr. vóór 1710
373. FRANCOISE DURVEL (DUWEL?), geb.
COMMENTAAR(¥)
Mogelijk verwant met
* J(oh)an Schaep, geb. vóór ca. 1715, j.m wonende te Arnhem (1739),
otr. 1o Arnhem geref. 20-2-1739
Grietje van Hulstein, ovl. 1739-1743, j.m wonende te Arnhem (1739).
otr. 2o Arnhem geref. 14-12-1743
Cornelia Tijssen, jd van Elst
* Hendrik Schaep, geb. vóór ca. 1715, j.m wonende in 't schependom van Arnhem (1741),
otr. Arnhem geref. 19-8-1741
Gerritje Renne, j.m wonende in 't schependom van Arnhem (1741).
* Grietje Schaep, jd van Arnhem
otr. Arnhem geref. 31-8-1743
Derk van Putte, jm van Arnhem
* Maria Schaep, jd wonende te Arnhem,
otr. Arnhem geref. 4-4-1744
Hendrik Pieper, jm wonende te Arnhem,
|
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
a. Henricus Johannes Schaep, ged. Arnhem geref. 8-7-1710, ovl. Iserlohn 11-10-1767, (=kw. nr. 186).
376. JOOST JANSZ VAN DER WIEL, ged. Sliedrecht 17-3-1709 (get. Jan Joosten Slagtboom, Jasper Pieters Prins en Geertruij Joosten Slagboom), tr. Bleskensgraaf 30-12-1734[721]
377. NEELTJE KLAASDR BOER, geb. vóór ca. 1715.
Uit dit huwelijk gedoopt te Sliedrecht [722]:(¥)
COMMENTAAR(¥)
Begraven te Sliedrecht impost:
11-7-1744, kind van Joost van der Wiel,
|
-
a. Marichje van der Wiel, ged. geref. Sliedrecht 4-9-1735 (get. Teunis Jansse van der Wiel en Maijcken Jansse van der Wiel).
-
b. Claes van der Wiel, ged. geref. Sliedrecht 15-9-1737 (get. Cornelis Boere en Marigje Pieters Visser).
-
c. Jan van der Wiel, ged. geref. Sliedrecht 26-11-1738 (get. Teunis Jansz van der Wiel en Marijckje Jansdr van der Wiel), (=kw. nr. 188).
-
d. Gerrit van der Wiel, ged. geref. Sliedrecht 6-11-1740 (get. Teunis Jansz van der Wiel en Marijckje Jansdr van der Wiel).
-
e. Teunis van der Wiel, ged. geref. Sliedrecht 22-4-1742 (get. Teunis van der Wiel en Maria Cornelisse de Groot), ovl. jong?
tweeling met
-
f. Anna van der Wiel, ged. geref. Sliedrecht 22-4-1742 (get. Leendert Claasse Boer en Aagje de Wit), ovl. jong?
-
g. Teunis van der Wiel, ged. geref. Sliedrecht 28-7-1743 (get. Marijgje Jans van der Wiel), ovl. jong?
-
h. Teunis van der Wiel, ged. geref. Sliedrecht 4-10-1744 (get. Marijtje Jans van der Wiel), ovl. jong?
-
i. Anna van der Wiel, ged. geref. Sliedrecht 18-9-1746 (get. Aagje de Wit).
-
j. Annigje van der Wiel, ged. geref. Sliedrecht 8-10-1747 (get. Aagje de Wit).
-
k. Teunis van der Wiel, ged. geref. Sliedrecht 2-5-1751 (get. Maria de Groot en Teunis van der Wiel), ovl. jong?
-
l. Teunis van der Wiel, geb./ged. geref. Sliedrecht 22/26-11-1752 (get. Teunis Jansz van der Wiel en Marijtje de Groot), tweeling ("geboren den 22 's morgens het eerste ten drie en het 2de ten vier ueren") met
-
m. Lijsbeth van der Wiel, geb./ged. geref. Sliedrecht 22/26-11-1752 (get. Cornelis Claassen Boer en Anna Boer "de dogter"), ovl. jong?
-
n. Lijsbeth van der Wiel, geb./ged. geref. Sliedrecht 15/19-12-1753 (get. Cornelis Boer en Anna Boer), ovl. jong?
-
o. Cornelis van der Wiel, geb./ged. geref. Sliedrecht 22/28-9-1755 (get. Leendert Boer en Aagje de Wit), ovl. Sliedrecht 3-5-1828[723], doopget. (1782),
-
p. Lijsbeth Joosten van der Wiel, ged. geref. Sliedrecht 27-4-1760 (get. Leendert Janse van Haafte), tr. Sliedrecht 6-4-1781[724]
Arie Ariensz Visser, zn. van Ary Arysz Visser en Ariaantje Ariesdr Visser
-
1. Arie Visser, geb./ged. geref. Sliedrecht 6/12-8-1781 (NB hier heet de moeder Lijsbeth van der Meer!, get. Arriaantje Arents Visser), ovl.(beg?) Sliedrecht 17-4-1794.
-
2. Neeltje Visser, geb./ged. geref. Sliedrecht 9/15-9-1782 (get. Kornelis J. van der Wiel en Teuntje J. van der Wiel), ovl.(beg?) Sliedrecht 6-7-1784.
-
3. Neeltje Visser, geb./ged. geref. Sliedrecht 24/26-9-1784 (get. Teuntje van der Wiel), ovl.(beg?) Sliedrecht 20-5-1785.
-
4. Neeltje Visser, geb./ged. geref. Sliedrecht 6/14-1-1787 (get. Teuntje van der Wiel), ovl.(beg?) Sliedrecht 16-5-1794.
-
5. Ariaantje Visser, geb./ged. geref. Sliedrecht 4/7-12-1788 (get. Ariaantje ..dr. Visser), ovl.(beg?) Sliedrecht 17-4-1794.
-
6. Joost Visser, geb./ged. geref. Sliedrecht 24-2/4-3-1792 (get. Teuntje van der Wiel), ovl.(beg?) Sliedrecht 17-4-1794.
-
7. Arie Arieszn Visser, geb./ged. geref. Sliedrecht 27-10/2-11-1794 (get. Adriaantje Visser), ovl.(beg?) Sliedrecht 25-3-1869, tr. Sliedrecht 29-3-1821[726]
Pietertje Jansdr Visser, dr. van Jan Visser en Marigje Kalis.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Jan Visser, geb. Sliedrecht 1824/25, tr. Sliedrecht 25-5-1848
Lijntje Kamsteeg, geb. Giessendam 1824/25, dr. van Herber Kamsteeg en Geertje de Keizer.
-
8. Joost Visser, geb./ged. geref. Sliedrecht 5/13-11-1796 (get. Teuntje van der Wiel), ovl.(beg?) Sliedrecht 14-7-1803.
-
9. Neeltje Visser, geb./ged. geref. Sliedrecht 22-12-1799/5-1-1800 (get. Pietje Lukasdr. Visser).
-
q. Teuntje J. van der Wiel, filiatie niet bewezen (zij zou een van de bovenstaande -verkeerd gelezen? - Teunis kunnen zijn)
doopget. (1782..1792).
vul aan Van der Wiel NL 102(1985)26
380. = 184. JAN HEYSINK.
381. = 185. JOHANNA CATHARINA HANSEN.
382. = 186. JOHANN HENRICH SCHAAP.
383. = 187. ANNA MARGARETHA STEIGERS.
392. HEND(E)RIK PETERSZ WERF(F), ged. Zwolle 24-8-1682[727], ovl. na 1725
doopget. te Amsterdam (1703),
bakkersknecht van Swol oud 23 jaren, wonend op de Kijsersgraft (1705),[728]
verkrijgt op 28-5-1705 het 'Kleine Burgerschap van Zwolle' waarvoor hij ƒ 35 betaalde,
wordt geref. lidmaat te Zwolle september 1705 op belijdenis,[729]
werkt als wijndrager op het Grote Kerkhof in Zwolle,[730]
woont met zijn eerste vrouw in de Kamperstraat te Zwolle,[731]
bij tweede huwelijk vermeld als Henderick Werref wedenaer te Zwolle (1707),
otr. 1o Amsterdam geref. 10-4-1705 (hij met zijn ouders consent, zij met haar vaders consent, in margine: Sij vaders consent goet ingebragt)
MAGTELT ROS(CHT), geb. 1677/78, ovl. in de kraam van haar eerste kind, beg. Zwolle 19-5-1707 ("Hendrik Werff zijn vrouw in de Broerenkerk"), afkomstig van Schutterop (=Schüttorf), oud 27 jaren wonend op de Heeregraft (1705),
komt in juni 1705 uit Amsterdam naar Zwolle,[732]
otr./tr. 2o Zwolle geref. 13/30-8-1707 (get. 'd. vaeder als getuie en Haer moje')
393. HENDRINA (ADAMS) VISSCHERS (VISSER), ged. Zwolle 11-2-1686, beg. Zwolle Bethlehemkerk 22-11-1771, wordt geref. lidmaat te Zwolle 21-6-1706 op belijdenis,[733]
bij eerste huwelijk vermeld als Henderja Viesgers j.d. (1707),
bij derde huwelijk weduwe van Jan Swiersen aan de Blijmerkt (1733),
woont te Zwolle (1770),
tr. 2o ??[734]
JAN ZWIERSEN/SWIERSEN(¥), beg. Zwolle 2-6-1730 ("Jan Zwiersen op het grote kerkhof), otr./tr. 3o Zwolle geref. 14-9-1733 (zijn getuige Gerrit van Beinen, haar getuige: 'vrouw van Hofstede')
HENDRIK VAN BEI(J)NEN, beg. Zwolle 4-2-1752, j.m. in de Korte Camperstraat (1733).
COMMENTAAR(¥)
den 21 meij
28-6-1692 Jan Swiersen Top j.m. van Wijhe &
Mettie Brengenbergs j.d. tot Dalfsen
proclamatien gaen mede tot Dalfsen & Wijhe
Att: op Wijhe 4 Junij 1692
den 23-4-1712
16-5-1712 Jan Zwiers j.m. van Dalfsen met
Fennegien van Nieuwenhuis j.d. beide op den Dijck
get: Lambert Visschers en Engeltien Boeckholt voor de Bruijt
NB: sal aen sijde van de Bruidegom voor't trouwen een attestatie moeten
worden bijgebragt dat sijn ouders in't huwelijk consenteren.
Geboden sijn mede te Dalfsen gegaen.
8-11-1733
Hermanna
Hendrik van Beinen
Hendrina Visschers
5-1-1735
Hermanna
Hendrik van Beylen
Hendrina Visscher
|
Uit zijn eerste huwelijk (Werf-Roscht):
-
a. Hendrina Werff, ged. geref. Zwolle 8-5-1707, ovl. verm. jong.
Uit zijn tweede huwelijk (Werf-Visschers):
-
b. Adam Werf(f), ged. geref. Zwolle 12-8-1708, ovl./beg. Enkhuizen 23/27-5-1791 ("Adam Werff, oud circa 83 jaar, geref., wednr. op 't Zuiderspuij te Enkhuizen, , gerechtsbode, aan een accident overleden" impost ƒ 3,--)
j.m. wonend in de Nieuwe Westerstraat te Enkhuizen (1732),
vermeld als geref. lidmaat te Enkhuizen 1736,
"voor desen getrouwt" (=wednr.) wonend op de Oude Gracht te Enkhuizen (1749),
otr./tr. 1o Enkhuizen geref. 15-11-1732 (impost ƒ 6,--)
Albertje Jans, ovl. 1735-1749, j.d. wonend in de Nieuwe Westerstraat te Enkhuizen (1732),
otr. Enkhuizen 30-4-1749 (impost ƒ 12,--) en
otr./tr. 2o Enkhuizen geref. 03/20-5-1749
Jacobje Claas (Mangel), beg. Enkhuizen Westerkerk 11-7-1768 ("Jacobje Claas Zuidkap graf n° 93"), j.d. wonend op de Oude Gracht te Enkhuizen (1749).
Uit zijn eerste huwelijk (Werf-Jans):
-
1. Hendrik Werf, ged. geref. Enkhuizen 28-8-1733 (get. Dieuwtje Rijnders, Meijnoutje Claas, en de vader), ovl. jong?
-
2. Jan Werf, ged. geref. Enkhuizen 4-2-1735 (get. Dieutjen Reijnders en Adam Werff ), ovl. jong?
Uit zijn tweede huwelijk (Werf -Mangel)
-
3. Hendrik Werf(f), ged. geref. Enkhuizen 3-5-1750 (get. Dieuwtje Banier en de vader).
-
4. Antjen Werf, ged. geref. Enkhuizen 2-7-1752 (get. Aaltjen Jansz).
-
5. Claas Werf, ged. geref. Enkhuizen 30-10-1754 (get. Antje Jans).
-
6. Jan Werf, ged. geref. Enkhuizen 2-1-1757 (get. de vader en Aaltje Hagswout).
-
7. Hendrine Werf, ged. geref. Enkhuizen 26-11-1758 (get. Dieutje Banier), beg Enkhuizen Westerkerk 10-4-1759 (een kind van Adam Werff in de Zuidkap graf n° 93).
-
8. Henderine Werf, ged. geref. Enkhuizen 26-7-1761 (get. Dieutje Banier), verm. identiek met
Hendrika Werf, j.d. van Enkhuizen (1786),
otr. Enkhuizen geref. 16-12-1786 (get. sijn vader Harman Streinink en haar vader Adam Werf)
Dirk Harmsz Streinink, j.m. van Olst wonend "geruijme tijdt" te Enkhuizen (1786),
zn. van Harman Streinink.
-
9. Johanna Werf, ged. geref. Enkhuizen 27-11-1763 (get. Johanna Werff).
-
10. Arend Werf, ged. geref. Enkhuizen 16-5-1766 (get. Elsje Jans Wesselman), beg. verm. Enkhuizen Westerkerk 13-8-1766 (een kind van Adam Werff in de Zuidkap graf n° 93).
-
11. NN Werf, beg. Enkhuizen Westerkerk 13-8-1766 (een kind van Adam Werff in de Zuidkap graf n° 93), verm. een van bovenstaande kinderen.
-
c. Hendrikje (Hendrica) Werf(f), ged. geref. Zwolle 27-4-1710, vermeld als geref. lidmaat te Enkhuizen 1741,
en uitgeschreven 28-10-1745 ("Hendrica Werfs op de Torenstaat na Swolle"),
doopget. te Enkhuizen (1743),
otr. Enkhuizen 22-10-1745 (impost ƒ 6,--)
Johannes Hunnink.
-
d. Johanna Werf, ged. geref. Zwolle 28-3-1712, beg. Zwolle Bethlehemkerk 21-2-1794, doopget. te Amsterdam (1763), en te Enkhuizen (1763),
j.d. van Swolle, geref., oud 52 jaren (sic!) wonend op de Egelantiersgragt te Amsterdam (1770),
otr. Zwolle geref. 3-3-1770 ("de gebooden gaan mede te Amsterdam alwaar de selve den 2-3-1770 zijn ingeschreven", met attestatie naar Amsterdam 18-3-1770 om daar te trouwen) en
otr. Amsterdam geref. 2-3-1770 (haar moeder Hendrica Visser te Swolle, in margine: sij moeders consent goet ingebragt, sijn moeder Gesina Muijsevangers te Swolle, in margine: hij moeders consent goet ingebragt)
Jacob Andries Haegswold (Haagswolt), geb. 1721/22, karveelschipper.[735]
j.m. van Zwolle en aldaar wonende, geref., oud 48 jaren, (1770),
huw. get. te Zwolle (1771),
zn. van Willem Haagswolt en van Gesina Muizevangers.
-
e. Peter Hillebrand Werf, ged. geref. Zwolle 30-8-1714, ovl. na 1754, (=kw. nr. 196).
-
f. Evert Werf(f), ged. geref. Zwolle 10-11-1716, beg. Enkhuizen 3-3-1803 ("Evert Werff, geref., gehuwd, in de Nieuwe Westerstraat, aan verval van kragte overleden", impost: ƒ 6,--"), vermeld als geref. lidmaat te Enkhuizen 1746,
j.m. wonend in de Nieuwe Westerstraat te Enkhuizen (1749),
"voor dese getrouwt" (=wednr.) van Enchuijsen (1768),
otr. 1o Enkhuizen 14-11-1749 (impost ƒ 6,--) en
otr. 1o Enkhuizen geref. 15/30-11-1749 (in margine: op den 30-11-1749 een betoogh gegeven om tot Swartsluis te mogen trowuwen))
Dieuwertjen (Reijnders) Banier (Benier(s)), beg. Enkhuizen Westerkerk 7-7-1767 ("Dieuwertje Benier, Middenkap graf n° 39"), vermeld als geref. lidmaat te Enkhuizen 1736,
j.d. wonend in de Breedstraat te Enkhuizen (1749),
doopget. (1750, 1758, 1761),
otr. 2o Enkhuizen geref. 29-10-1768
otr. 2o Enkhuizen 29-10-1768 (impost, ƒ 6,--)
Hendrikje (Hendrickien) Marsman, ged. geref. Zwolle 29-6-1749, j.d. van Zwol "voor haar selfs en alhier een geruijmen tijdt gewoont" (1768),
doopget. te Enkhuizen (1774, 1779),
dr. van Wi(j)cher Marsman en Johanna Bui(j)sman (zie kw. nr. ⇒ 395 sub a).
Uit zijn eerste huwelijk (o.a.?):
-
1. Hendrik Evertsz Werf, ged. geref. Enkhuizen 12-8-1750 (get. Jacobje Claas), ovl. Enkhuizen 16-9-1816 (oud 66 jaar), ingeschreven als geref. lidmaat te Enkhuizen 22-2-1768,
j.m. wonend in de Nieuwe Westerstraat (1773),
wednr. wonend in de Niewe Westerstraat (1783),
mr. blikslager wonend in de Oude Westerstraat (1816),
otr. 1o Enkhuizen 1-5-1773 (get. sijn vader Evert Werf en haar behuwd vader Hermanus Eekhof) en
otr./tr. 1o Enkhuizen geref. 01/16-5-1773
Jantje Sonhoven, ged. geref. Enkhuizen 27-1-1751 (get. Grietje Bruijns en Marijtje Jans), ovl. 1776-1783, j.d. wonend in de Oude Westerstraat (1773),
dr. van Pieter Zonhoeven en van Trijntje Jans,
otr. 2o Enkhuizen 25-7-1783 (impost ƒ 6,--) en
otr./tr. 2o Enkhuizen geref. 26-7/10-8-1783
Johanna van Zeijst (Seist), geb. Enkhuizen 1743/44, ovl. Enkhuizen 7-4-1830 (oud 86 jaar), j.d. wonend in de Oude Westerstraat (1783),
wed. wonend in de Nieuwe Westerstraat (1830).
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
2. Wouter Werf, ged. geref. Enkhuizen 25-12-1755 (get. Pietertje Beniers), beg. Enkhuizen Westerkerk Zuidkap 14-1-1756 (een kind van Evert Werff).
-
g. Maria Magtelt Werf, ged. geref. Zwolle 6-11-1718, beg.. verm. Zwolle 25-1-1719 ("kind van Hendrik Werff op het Grote Kerkhof").
-
h. Jan(nes) Werf(f), ged. geref. Zwolle 11-3-1720, vermeld als geref. lidmaat te Enkhuizen 1746,
j.m. van Zwol, alhier (=te Enkhuizen) geruijme tijdt gewoont (1750),
otr. Enkhuizen 14-10-1750 (impost ƒ 3,--) en
otr. Enkhuizen geref. 24-10-1750 (in margine: op betoog ingeschreven)
Aaltjen Haagswolt (Haarswoud, Hagswout), ged. geref. Meppel 26-3-1728, j.d. van Hasselt (1750),
vermeld als geref. lidmaat te Enkhuizen 1751,
doopget. (1754),
dr. van Bartelt Hagewolt en Willemina Schutte.
-
i. Willem Werf, ged. geref. Zwolle 3-6-1725, beg.. verm.
Willem Werff gedoopt op 3-5-1725 in Zwolle is vermoedelijk jong overleden. Op 9-2-1726 werd op het 'Grote Kerkhof' te Zwolle opnieuw een 'kind van Hendrik Werff' begraven..
394. JAN MARSMAN(¥), geb. vóór ca. 1695, ovl. na 1743, j.m. wonend op den Dijk (1720),
w.d. wonend aan de Camperpoort (1734) te Zwolle,
huw. get. (1737..1743),
otr./tr. 2o Zwolle geref. 10-4/2-5-1734 (get. voor hem Gerrit Nieuwmeijer, en haer moeder. "Hij moet erfuijtinge doen. Is getoont.")
WENDELTIEN MEILINKS (MEIJERS), otr./tr. 1o Zwolle geref. 1-5/10-6-1720 (get. voor hem Gerrijt Wijchers, voor haar de wed. van Albert Munnik, "de proclamatien moeten mede te Amsterdam gaan, dit getuigenis is hier vertoont en alhier getrouwt"),
otr. 1o Amsterdam geref. 17-5-1720 ("dese personen sijn hier op de acte van T. Cuperus, predikant tot Swol, ingetekent", in margine:" acte verleent den 2 Junij 1720 (sic!) om tot Swol te trouwen")
395. GEERTRUID NY(E)MEYER(S) (NIEUMEIER, NUMEYERS), ovl. 1732-1734, j.d. wonend bij de Gasthuis brug te Zwolle (1720).
COMMENTAAR(¥)
Blijkbaar een ander dan:
JAN MARSMAN, tr. vóór 1715
SARA VAN DEN BOS(CH).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
a. Klaes Marsman, ged. geref. Zwolle 11-12-1715.
-
b. Gesina Marsman, ged. geref. Zwolle 24-7-1719.
-
c. Jacobus Marsman, ged. geref. Zwolle 8-20-1722.
|
Uit zijn eerste huwelijk (Marsman-Niemeijer):
-
a. Wi(j)cher Marsman, ged. geref. Zwolle 13-4-1721, j.m. wonend aan de Camperpoort te Zwolle (1743),
huw. get. (1750, 1756),
otr./tr. Zwolle geref. 20-4/6-5-1743 (get. zijn vader, haar moeder)
Johanna Bui(j)sman, j.d. wonend op den Dijk te Zwolle (1743),
huw. get. (1751).
-
1. Geertruijd Marsman, ged. geref. Zwolle 11-5-1747.
-
2. Hendrickien Marsman, ged. geref. Zwolle 29-6-1749.
-
3. Cornelia Marsman, ged. geref. Zwolle 10-10-1751.
-
b. Bernardus (Beerent) Marsman, ged. geref. Zwolle 3-1-1723, j.m. (1750),
huw. get. (1751),
otr./tr. Zwolle geref. 3/19-1-1750 (get. voor hem: Wigger Marsman, voor haar: de moeder)
Margrieta Oldenhof, j.d. (1750).
-
c. Peteronella Marsman, ged. geref. Zwolle 30-7-1724.
-
d. Hendrik(us) Marsman, ged. geref. Zwolle 4-11-1725, j.m. aan Rootoorn (1751),
huw. get. (1752),
wed. op de Grote A (1756),
otr./tr. 1o Zwolle geref. 24-7/9-8-1751 (get. voor hem Berent Marsman, voor haar: de vrou van Wichgert Mersman)
Adriana Donden, j.d. in de Corte Voorstraat (1751),
otr./tr. 2o Zwolle geref. 15/30-5-1756 (get. voor hem: Wijghert Merman (!), voor haar: Maria Eland)
Marta Souwman, gen, j.d. in de Voorstraat (1756).
-
e. Peter Marsman, ged. geref. Zwolle 27-5-1728, j.m. aan de Kamperpoort (1752),
otr./tr. Zwolle geref. 7-5-1752 (get. voor hem Hendrik Marsman, voor haar: de moeder)
Catriena Norings, j.d. in de Dieserstraat (1752),
-
f. Johannes Marsman, ged. geref. Zwolle 13-1-1730.
-
g. Egberdina Marsman, ged. geref. Zwolle 22-4-1731.
-
h. J(oh)anna Marsman(s), ged. geref. Zwolle 19-10-1732, (=kw. nr. 197).
Uit zijn tweede huwelijk (Marsman-Meilinks) (o.a.?):
-
h. Gerrit Hendrik Marsman, ged. geref. Zwolle 8-5-1735.
396. HENDRIK RUTGERS VELSINK, geb. vóór ca. 1680, j.m. wonend te Zwolle (1705),
otr. 's-Gravenhage geref. Groote Kerk 20-12-1705 en
otr./tr. Zwolle geref. 21-11-1705/12-1-1706 (get. Jan De Haas en "des bruijdts broers vrouw, gebooden gaen meede in den Haeg, en is attestatie vertoond en daerop alhier getrouwd")
397. ALEIDA CORNELIA VAN DIJ(C)K, geb. (Den Haag?), j.d. wonend te Zwolle (1705).
-
a. Jan Velsink[736], geb. (Heemse?) voor 1708, ovl. (Zwolle?) na 1748, (=kw. nr. 198).
filiatie niet bewezen.
-
b. Willemina Velsing, ged. geref. Zwolle 11-9-1709.
-
c. Rutger(t) Velsing(h) (Velsink), geb. vóór ca. 1705, filiatie niet bewezen,
tr. vóór 1729
J(oh)anna Jans(en).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
1. Hendrik Velsing, ged. geref. Zwolle 2-5-1729.
-
2. Jan Henrik Velsing, ged. geref. Zwolle 27-9-1731.
-
3. Gerrigjen Velsink, ged. geref. Zwolle 21-9-1733.
-
3. Albertus Velsingh, ged. geref. Zwolle 30-11-1736.
398. JAN VAN BRUGGE(N), geb. ca. 1685, ovl. 1743-1774, huw. get. (1734, 1743),
tr. na 1705, vóór ca. 1710[737]
399. JANNA SCHUTTE(N)(¥), geb. 1686/87, beg. Zwolle Kruijskerk 16-7-1781 ("weduwe van Jan van Bruggen, om half drie begraven in de Kruijskerk, komt voor een half uur luidens of Klokkengeregtigheid, oud 94 jaar, ƒ 2.16"), geref. lidmaat te Zwolle 25-3-1717, wonend buiten de Camperpoort,
huw. get. (1736).
COMMENTAAR(¥)
Het volgende huwelijk is mogelijk een eerder huwelijk van haar:
Den 5 Aprill
Enbert Pieckers, jonckman,
otr./tr. Zwolle geref. 5-4/7-5-1710 (get. "s:g: Nicklaes Weijs en Haar Suester")
Jannae Schuts, jonge d:.
|
-
a. Cornelia van Bruggen, geb. (Zwolle?) voor 1710, ovl. na 1747, (=kw. nr. 199).
-
b. Cornelis van Brugge(n), geb. vóór ca. 1710, j.m. wonend buiten de Camperpoort (1734),
"Arme doodkistemaker" (1850),
huw. get. (1753, 1755),
otr./tr. Zwolle geref. 24-4/17-5-1734 (get. voor hem Henderik Bro??, voor haar Janna de vrouw van Henderik van de Camp. "Moet consent in coomen van haar moeder. Is ingekomen.")
Aaltje(n) Beren(d)s(e), j.d. wonend buiten de Camperpoort (1734).
-
1. Gesina van Brugge(n), ged. geref. Zwolle 8-5-1735, j.d. aan de Rode Toorn (1770),
otr./tr. Zwolle geref. 21-4/6-5-1770 (get. voor haar: Catrina de Raat, voor hem: de vader, "Consent van de bruids ouders moet inkomen. Is ingekomen.")
Jacob van Kuijk, j.m. in de Waterstraat (1770).
-
2. Jannegien van Bruggen, ged. geref. Zwolle 3-12-1736, j.d. in de Pottebakkersgang (1772),
otr./tr. Zwolle geref. 27-6/12-7-1772 (get. voor haar: vrouw Broekhuijs, voor hem: Jacob Mens)
Gerrit Jan Mens, weduenaar in de Krimpe (1770).
-
3. Daniel van Bruggen, ged. geref. Zwolle 17-10-1738.
-
c. Angenis van Brugge(n), ged. geref. Zwolle 28-2-1714, j.d. wonend in de Camperstraate (1736),
otr./tr. Zwolle geref. 14/30-4-1736 (get. sin Broer, haar moeder)
Teunis van der Linde, j.m. wonend in de Camperstraate (1736).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
1. Hendrik van der Linde, ged. geref. Zwolle 23-7-1739.
-
d. Maria van Brugge, ged. geref. Zwolle 21-1-1716, ovl. jong?
-
e. Claes van Brugge, ged. geref. Zwolle 5-10-1717.
-
f. Claes Hen(d)rik van Bruggen, ged. geref. Zwolle 16-12-1718, j.m. wonend in de Korte Voorstraat (1743),
huw. get. (1753),
otr./tr. Zwolle geref. 13/29-4-1743 (get. zijn vader, voor haar de huesvrou van Herman Herman)
Gezina Emans, j.d. wonend in de Nieustraat (1743),
huw. get. (1748, 1750).
-
g. Gerrit van Brugge, ged. geref. Zwolle 15-9-1720.
-
h. Maria van Bruggen, ged. geref. Zwolle 26-3-1722.
-
i. Johanna van Bruggen, ged. geref. Zwolle 28-8-1729.
400. ADOLF (ALOF, AELLOF, ADOLPH) JANSEN LOSEMAN (LOOSMAN) SASSER, geb. vóór ca. 1645, ovl. na 1689, wordt als Aellof Loosman Sasser tesamen met zijn tweede echtgenote Gerritje Jansen geref. lidmaat in de buurtschap Hulsen (Hellendoorn) tussen 1667 en 1673,
wordt als Adolph Loseman, chercher (=tolkommies en/of scheepsbevrachter) met zijn derde echtgenote Femia Maria Cuijpers vermeld als geref. lidmaten in de buurtschap Hulsen (Hellendoorn) in de lijst opgemaakt in 1689,
sluismeester aan de Schuilenburg,
tr. 1o voor 1667 (verm. voor 1664, trouwboek Hellendoorn 1631-1664 ontbreekt)
AALTGEN JANS, ovl. vóór 1667, tr. 2o Hellendoorn geref. 27-5-1667 (als Aellof Jansen Loosman Sasser, wednr. van Aeltgen Jans)
GERRITJE JANSEN, geb. vóór ca. 1650, ovl. 1670-1676, dr. van Jan Jansen,
wordt tesamen met haar echtgenote Aellof Loosman Sasser geref. lidmaat in de buurtschap Hulsen (Hellendoorn) tussen 1667 en 1673,
tr. 3o Hellendoorn geref. 2-1-1676 (als Adolf Losman Sasser van den Schuilenburgh, wednr. van Gerritje Jansen)
401. FEMIA MARIA CUI(J)PER(S) (COUPER), geb. vóór ca. 1660, ovl. na 1689, dr. van "wijlen Bartholt Courpen in sijn leven ... en Richter tot Diepenheim tot Deventer woonende" (1676),
wordt als Femia Maria Cuijpers geref. lidmaat te Elen en Rhaen tussen Pasen 1675 en juli 1679.
wordt met haar echtgenoot Adolph Loseman vermeld als geref. lidmaten in de buurtschap Hulsen (Hellendoorn) in de lijst opgemaakt in 1689.
Hij woont met zijn eerste vrouw te Hulsen, met zijn tweede vrouw te Hulsen (Hellendoorn) (1667, 1668),
met zijn derde vrouw te Hellendoorn (1677), op Schuilenborgh (1680..1683), Hulsen (1689).
De eerste maal dat Adolf Loseman wordt aangetroffen met de toenaam Sasser is in 1667 bij zijn tweede huwelijk. De toenaam wordt bij alle dopen van zijn kinderen (1668-1683) en bij zijn derde huwelijk in 1676 eveneens gebruikt. De kinderen gebruiken de toevoeging later niet. Het betreft dus kennelijk de aanduiding van zijn beroep sluiswachter (Oud-Nederlands: sasser). Hij zal dit beroep hebben uitgeoefend aan de schutstallen (houten stuwen) in de rivier de Regge die tussen 1663 en 1672 zijn aangelegd bij de Schuilenburgerbrug.[739]
Hij woonde daar, aan de (toen reeds in verval zijnde) havezathe Schuilenburg, in ieder geval van 1676 tot 1689, wellicht ook eerder en later. In deze tijd stonden daar ook een of twee watermolens waarmee graan en olie werd gemalen. Dit laatste kan goed overeenstemmen met het beroep "chercher" dat hij in 1689 heeft. Volgens het WNT betekent chercher "belastingkommies of tolkommies", volgens Ref. [740]
"belastingambtenaar voor het malen van koren op de molen". Als de molens toen nog werkten werd er zeker belasting op het gemaal geheven. Ook tolheffing in de Regge zou een van zijn bezigheden geweest kunnen zijn. Ten slotte geeft het WNT "scheepsbevrachter" nog als betekenis van "cherger". Ook deze bezigheid is een mogelijkeid voor iemand die de schutstallen in de Regge bewaakt en vlak naast de watermolen(s) woont.
|
De havezathe Schuilenburg in de gelijknamige buurtschap aan de Regge nabij Hellendoorn. Adolf Loseman Sasser was hier ca. 1676-1689 sluiswachter (Oud-Nederlands: sasser). De havezathe, toen in het bezit van de familie Van Raesfelt, werd in deze tijd bewoond door
Wennemer van Raesfelt (1657-1672 en na 1676),
diens broer Hendrik van Raesfelt (1677),
diens zoon Johan Degenhart van Raesfelt (1678),
diens zuster Agnes Sophia van Raesfelt, gehuwd met Johan Zeger van Rechteren (1682.
Hierna wordt de havezathe, die in 1705 vererft naar de famile Van Rechteren, kennelijk een tijd niet bewoond.[741]
Tekening door Cornelis Pronk (1691-1759).
Datering: 1733.
|
Op deze locatie stond kennelijk eerder de "waterburcht de Sculenborg aan de Regge" omstreeks 1400-1500. Tekenaar onbekend.
Bron:
Mr. G.J. ter Kuile Sr., De opkomst van Almelo en omgeving, Zwolle, 1947
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
Uit zijn eerste huwelijk (Loseman-Jansen): geen dopen gevonden, maar doopboek Hellendoorn begint pas in 1666.
Uit zijn tweede huwelijk (Loseman-Jansen):
-
a. Henrietta (Henriette) Loseman(s), ged. geref. Hellendoorn 25-7-1668 (vader heet hier Aellof Loosman Sasser), wordt geref. lidmaat op belijdenis te Hellendoorn Kerstmis 1683,
wordt als Henriette Losemans aan den Schulenborg op 28-9-1710 geref. lidmaat te Hellendoorn op attestatie van Zwolle,
krijgt op 27-3-1714 als Henriette Losemans nu vrouw van der Linde, attestatie voor vertrek naar Zwolle,
j.d. aan den Schulenborgh te Hellendoorn (1714),
otr. Hellendoorn geref. 16-2-1714,
otr. Zwolle geref. 17-2-1714 ("De proclamatien gaan mede te Hellendoorn alwaer ook sijn ingeschreven. Den 5-3-1714. att(estati)e bekomen om tot Hellendoorn te trouwen"
Wolter van der Linde, wednr. wonend te Zwolle (1714).
-
b. Geesje Loseman, ged. geref. Hellendoorn 11-12-1670 (vader heet hier Alof Loosman Sasser).
Uit zijn derde huwelijk (Loseman-Cuijper):
-
c. Gerrijt Loseman, ged. geref. Hellendoorn 14-1-1677 (vader heet hier Alof Loseman Sasser).
-
d. Janna Elizabeth Loseman, ged. geref. Hellendoorn 26-9-1680 (vader heet hier Adolph Loseman Sasser aan de Schuijlenborgh).
-
e. Margreta (Margarita) Sophia Loseman(s), ged. geref. Hellendoorn 12-3-1682 (vader heet hier Adolph Loseman Sasser aan de Schuijlenborgh), wordt geref. lidmaat op belijdenis te Hellendoorn wonend in de buurtschap Elen mid-somer 1699,
krijgt op 23-7-1702 attestatie voor vertrek naar Hulst,
keert op 8-11-1704 weer terug als geref. lidmaat te Hellendoorn met attestatie van Hulst,
krijgt op 3-3-1707 attestatie voor vertrek naar Kampen,
keert op 30-10-1707 weer terug als geref. lidmaat te Hellendoorn met attestatie van Kampen,
krijgt op 2-10-1709 wederom attestatie voor vertrek naar Kampen.
-
f. Gerritje(n) Loseman(s), ged. geref. Hellendoorn 16-12-1683 (vader heet hier Adolph Loseman Sasser aan de Schuijlenborgh), wordt op Paaschen 1703 geref. lidmaat op belijdenis te Hellendoorn wonend te Schulenborg,
krijgt op 8-3-1704 attestatie voor vertrek naar Dalfsen,
keert op 20-3-1707 weer terug als geref. lidmaat te Hellendoorn met attestatie van Dalfsen,
krijgt op 30-9-1707 attestatie voor vertrek naar Heino.
-
g. J(o)(h)annes Loseman, geb. vóór ca. 1690(¥), ovl. 1727-1748, (=kw. nr. 200).
filiatie niet bewezen,
wordt als Johannes Loseman aan den Schulenborgh op 8-4-1710 geref. lidmaat te Hellendoorn op attestatie van Zwolle,
krijgt op 8-4-1713 als Johannes Loseman van den Schulenborgh attestatie voor vertrek naar Zwolle,
wordt als Johannes Loseman aan den Schulenborgh op 17-5-1716 weer geref. lidmaat te Hellendoorn op attestatie van Zwolle.
COMMENTAAR(¥)
Zijn doop niet gevonden in het doopboek van Hellendoorn tussen 1683 (doop van zijn jongste zuster) en 1692 (in 1710 is hij al geref. lidmaat dus zeker 18 jaar oud). Echter, van 1685 tot 1687 doet een zeer onnauwkeurige hand zeer incomplete inschrijvingen met veelal alleen voornamen in het doopboek. De enige inschrijving die in aanmerking komt is (zie plaatje hieronder):
16-1-1687 vadersnaam (onleesbaar), moedersnaam N(emo?) kind: Jan.
Dit zou kunnen, de ouders leven dan in ieder geval nog, maar blijft speculatief.
Ook zijn mogelijke belijdenis te Hellendoorn is in de periode 1699-1710 niet gevonden.
Ook niet uitgesloten is dat hij een zoon is uit het eerste huwelijk van Adolph Loseman en dan dus geboren voor 1666. Hij zou dan pas trouwen op minstens 56-jarige leeftijd en zijn laatste kind krijgen op minstens 61-jarige leeftijd. Niet onmogelijk.
|
Geref. doopboek Hellendoorn.
Wat staat hier op de tweede regel?
dito ???? N(emo?) Jan
klik op plaatje(s) om te vergroten |
|
410. HERMEN/HERMAN BRAAKMAN, geb. vóór ca. 1695, tr. vóór 1717
411. (J)ANNA ZAGESNIJDER, ged. geref. Raalte 24-5-1689, wordt geref. lidmaat te Raalte april 1705 als Janna Sagesnijders, Jan Sagesnijders dogter.
Zij wonen te Raalte in het dorp (1718..1720).
Markeboek van Raalterwoold
Anno 1686 den 17 Augusti Holtspraecke geholden, in der tijt marckenrichteren de Heere Bentinck van Schoonheten ende de Heere Burgemeester Van Twickelloo.
....
Herman Braeckman is een nije cater ende door Rijckelt Volckhuijs bij 't huijs den Belder angegraven. Het angegravene in te smijten.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
a. Janna Braakman(s), ged. geref. Raalte 31-1-1717, ovl. vóór 1811, (=kw. nr. 205).
-
b. Henrijka Braakman, ged. geref. Raalte 16-10-1718.
-
c. Theodora Braakman, ged. geref. Raalte 20-10-1720.
-
d. Willempjen Harmsen Braakmans, filiatie niet bewezen,
tr. vóór 1757
Wijnand Hendriks van de Naar.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
1. Gergjen Wijnands, ged. geref. Olst 6-2-1757.
-
2. Hermen Wijnands van de Naar, ged. geref. Olst 17-9-1758.
-
3. Jan en Gerrit Lubberts (!) (Wijnands?), ged. geref. Olst 5-9-1762.
-
e. Hendrik Braakman, geb. vóór ca. 1715, filiatie niet bewezen,
vermeld als Hendrik Braakman, wonend in het "Cerkdorp van Raalte" met 2 volwassenen, 1 kind boven de tien jaar, 3 kinderen onder de tien jaar en 1 dienstbode (Volkstelling schoutambt Raalte 1748),
tr. vóór 1738
NN.
Henrik Braakman, aanlegger en requirant en gerequireerde, procedeert contra
de Wed. van Berent Wissink voor zich en als boedelhoudster van haar mans nalatenschap, gedaagde, gerequireerde en requirante,
inzake een vordering tot voldoening eener rekening van aan wijlen Berent Wissink gedane leverantiën van hout, van arbeidsloon, etc.
1e incidenteele vordering tot editie van het koopmansboek van wijlen Berent Wissink
2e incidenteele vordering: removeering van eenige door aanlegger bij Tripliek overgelegde documenten, 1729 - 1744.
[742]
412. EVERT OVERWEG, geb. vóór ca. 1670, ovl. na 1713, tr. vóór 1695
413. TONISJEN JANSEN, vermeld als "Tonisjen Jansen, de vrouw" op de lijst van geref. lidmaten te Raalte (1699) in het Overwegs huis in de Swaan.
Zij wonen te Raalte in het dorp (1695..1713).
Uit dit huwelijk (o.a.?):(¥)
COMMENTAAR(¥)
Een eerder huwelijk wellicht:
Evert Overwegh x Willemken Tonissen wonend te Raalte , waaruit
-
a. Evert Overwegh, ged. geref. Raalte 2-4-1693.
|
-
a. Assueras Overweg, ged. geref. Raalte 13-5-1695.
-
b. Jan Overweg, ged. geref. Raalte 2-8-1696.
-
c. Evert Overweg, ged. geref. Raalte 13-2-1698.
-
d. Janna Overweg, ged. geref. Raalte 31-3-1699.
-
e. Willem Overweg, ged. geref. Raalte 27-3-1701.
-
f. Berent Overweg, ged. geref. Raalte 27-3-1705, ovl. vóór 1811, (=kw. nr. 206).
-
g. Geertruidt Overweg, ged. geref. Raalte 29-5-1707.
-
h. (Se)bastiaan Overweg, ged. geref. Raalte 18-9-1710, ovl. 1765-1811, vermeld als Bastiaan Overweg, wonend in het "Cerkdorp van Raalte" met 2 volwassenen, 2 kinderen onder de tien jaar, en 1 dienstbode (Volkstelling schoutambt Raalte 1748),
koopman te Raalte,
tr. 1o voor 1744
Gerritje Bloemen, met wie hij woont in het dorp Raalte (1744..1756),
koopvrouw te Raalte,
tr. 2o 1756-1760
Maria Elisabeth van Beest, ovl. 1765-1811, met wie hij woont in het dorp Raalte (1760..1765).
COMMENTAAR(¥)
Dit is niet in overeenstemming met de vermelding van
Bastiaan Overweg en Elisabeth Maria van Beest, met Geesina Overweg (kennelijk hun dochter), als geref. lidmaten in het dorp Raalte op de lijst opgemaakt in 1745?
|
Uit zijn eerste huwelijk (Overweg-Bloemen):
-
1. Gesijna Overweg, ged. geref. Raalte 21-6-1744, ovl. na 1748, ovl na 1811, wordt geref. lidmaat op belijdenis te Raalte Paeschen 1763,
vermeld in de Naamlijst der ingezetenen van de Gemeente Raalte Augustus 1811 als Gesina Overweg, wonend in het dorp Raalte, oud 67 jaar, geb. juni 1744 als dr. van B. Overweg en G. Bloemen, kooplieden te Raalte, beiden overleden,
tr. vóór 1769
Jonathan Nijhof, ovl. na 1811, verver te Raalte (1811).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Jan Nijhof, geb. sept 1772, ovl. na 1811, vermeld in de Naamlijst der ingezetenen van de Gemeente Raalte Augustus 1811 als Jan Nijhof, verver wonend in het dorp Raalte, oud 39 jaar, geb. sept 1772 als zn. van J. Nijhof, verver en G. Overweg, wonend te Raalte.
-
bb. Gerrit Nijhof, geb. mei 1774, ovl. na 1811, vermeld in de Naamlijst der ingezetenen van de Gemeente Raalte Augustus 1811 als Gerrit Nijhof, schoenmaker wonend in het dorp Raalte, oud 37 jaar, geb. mei 1774 als zn. van J. Nijhof, verver en G. Overweg, wonend te Raalte.
-
cc. Antonia Nijhof, geb. mrt 1783, ovl. na 1811, vermeld in de Naamlijst der ingezetenen van de Gemeente Raalte Augustus 1811 als Antonia Nijhof, naaister wonend in het dorp Raalte, oud 28 jaar, geb. mrt 1783 als dr. van J. Nijhof, verver en G. Overweg, wonend te Raalte.
-
dd. Berend Nijhof, geb. april 1785, ovl. na 1811, vermeld in de Naamlijst der ingezetenen van de Gemeente Raalte Augustus 1811 als Berend Nijhof, knegt wonend in het dorp Raalte, oud 26 jaar, geb. april 1785 als zn. van J. Nijhof, verver en G. Overweg, wonend te Raalte.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
2. Evert Overweg, ged. geref. Raalte 23-4-1747, ovl. 1748-1750.
-
3. Evert Overweg, ged. geref. Raalte 9-12-1753, tweeling met
-
4. Geertrui Overweg, ged. geref. Raalte 9-12-1753, ovl. jong?
-
5. Geertrui Overweg, ged. geref. Raalte 28-11-1756, wordt geref. lidmaat te Raalte op attestatie van Amsterdam 10-12-1784,
vermeld in de Naamlijst der ingezetenen van de Gemeente Raalte Augustus 1811 als Geertruid Overweg, wonend in het dorp Raalte, oud 54 jaar, geb. feb. 1757 (sic!) als dr. van BJ. Overweg, herbergier en G. Bloeme, te Raalte, beiden overleden,
Uit zijn tweede huwelijk (Overweg-van Beest):
-
5. Gerrit Jan Overweg, ged. geref. Raalte 1-6-1760.
-
6. Antoni Derk Overweg, ged. geref. Raalte 10-7-1763.
-
7. Derkje Overweg, ged. geref. Raalte 1-3-1765, wordt als Derkje Overweg in het dorp geref. lidmaat op belijdenis te Raalte 6-4-1787, ovl. na 1811.
vermeld in de Naamlijst der ingezetenen van de Gemeente Raalte Augustus 1811 als Derkjen Overweg wonend in het dorp Raalte, oud 44 jaar, geb. juli 1767 (sic!) als dr. van B. Overweg, koopman en M. van Beesten(!), te Raalte, beiden overleden,
tr. vóór 1796
Egbert van Eerten, wordt geref. lidmaat op belijdenis te Raalte 23-3-1788.
Hieruit verder nageslacht bekend (o.a. Bastiaan, zie kw. nr. ⇒ 103 sub b/1).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Bastiaan van Eerten, geb. Raalte 17-7-1805, commissionair (1840, 1851),
woont te Amsterdam (1841, 1851),
woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Bastiaan van Eerten, commissionair, gehuwd, NH, (geb. Raalte 17-7-1805) op de Prinsengracht te Amsterdam,
tr. Raalte 11-9-1840
Ant(h)onia Maria ten Hove, geb. Raalte 10-10-1818, woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Antonia Maria ten Hove, gehuwd, NH, (geb. Raalte 10-10-1818) op de Prinsengracht te Amsterdam,
dr. van Berend Hendrik ten Ho(o)ve, landbouwer en landeigenaar, en van Arendina Jansen Kloosterman, dienstmeid en boerin (zie kw. nr. ⇒ 103 sub b/1).
Hieruit verder nageslacht bekend (zie kw. nr. ⇒ 103 sub b/1).
-
i. Barbera Overweg, ged. geref. Raalte 26-12-1713.
COMMENTAAR(¥)
Wie is:
Evert Overweg, geb. ca. 1731, afkomstig uit Raalte (1757),
doopget. (1770, 1772, 1787),
otr. Amsterdam geref. 14-5-1757[743]
Tijmetje (Femmetje) Ru(w)arus (Reuwaares), geb. ca. 1733, afkomstig uit Breukelen (1757),
doopget. (1770, 1772, 1787).
-
a. Barend Hendrik Overweg, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 26-8-1757 (get. Pieter van Eijsendeijk en Barbera Overweg), beg. Amsterdam
Sint-Anthonieskerkhof 3-11-1807, woont op de Houtwalerweg (1807),
otr. Amsterdam 9-6-1787[744]
(boete betaald 29-3-1787 op trouwen buiten de stad te Abcoude)
Elisabeth de Morree (Moeree), geb. ca. 1764, beg. Amsterdam Sint-Anthonieskerkhof 23-10-1807, afkomstig uit Beusekom.
-
1. Teijmetje (Feijmetje) Overweg, geb./ged. Kortenhoef 13/15-7-1787 (get. Evert Overweg en Teijmetje Reuwaares), beg. 1793, boetes betaald 13-11-1793 op begraven buiten de stad te Breukelen).
-
2. Cornelis Moeree Overweg, geb./ged. Kortenhoef 30-6/4-7-1790 (get. Maria de Moeree).
-
b. Davidt Overweg, ged. geref. Amsterdam Zuiderkerk 25-5-1760 (get. Wijmaar Ruaris en Maria Ruaris).
-
c. Anthonie Overweg, ged. geref. Amsterdam Westerkerk 14-11-1762 (get. Pieter van IJsendijk en Barbera Overweg).
-
d. Evert Overweg, ged. geref. Amsterdam Zuiderkerk 5-3-1766 (get. Harmanus Smit en Margrieta Ruvares).
-
e. Barbera Overweg, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 10-7-1768 (get. Wijnma Ruares en Barbera Bonekamp).
|
414. HENRIJKUS SMIT(S), geb. vóór ca. 1686, ovl. 1716-1720, j.m. zoon van wijlen Gerrit Smit van Raelte (1713),
tr. Twello 7-10-1713[745]
415. STEVENTJE BOMERS (BEUMER), ged. Twello 8-8-1686, ovl. na 1728, j.d. van wijlen Jacob Bomer van Twel (1713),
woont met haar eerste echtgemoot te Raalte in het dorp (1716), en idem met haar tweede echtgenoot (1720..1726),
tr. 2o 1716-1720[746]
ALBERT VOOMBERG, ged. geref. Raalte 14-12-1690, zn. van Jacob Voomberg en Everhardina van Vilsteren/ van Velthuijsen (zie
Fragment Voomberg / Voombergh
).
In juli 1704 worden geref. lidmaten op belijdenis te Raalte : Henrikus Smits, Engbert Smits, en Janna Smits, resp. zoons en dochter van de wed. Smits in de Kroon.
Uit haar eerste huwelijk (Smits-Bomers):
-
a. Hendrikje Smit(s), ged. geref. Raalte 7-10-1714, ovl. vóór 1811, (=kw. nr. 207).
-
b. Jakomijna Smit(s), ged. geref. Raalte 22-11-1716, tr. vóór 1732
Hendrik van Eerden, die als echtelieden worden genoemd als geref. lidmaten in het dorp te Raalte op de lijst van 1745,
vermeld als Hendrik van Eerten, wonend in het "Cerkdorp van Raalte" met 4 volwassenen, 2 kinderen boven de tien jaar, en 1 dienstbode (Volkstelling schoutambt Raalte 1748).
Zij wonen in het dorp Raalte (1734).
-
1. Anna van Eerde, ged. geref. Raalte 3-2-1732.
-
2. Teunisje van Eerde, ged. geref. Raalte 25-7-1734.
Uit haar tweede huwelijk (Voomberg-Bomers) (o.a.):[747]
-
a. Henrijk Voomberg, ged. geref. Raalte 20-10-1720.
-
b. Jakoba Voomberg, ged. geref. Raalte 8-6-1724.
-
c. Jakob Voomberg, ged. geref. Raalte 12-4-1726.
-
d. Gerrichje Voomberg, ged. geref. Raalte 24-11-1728.
416. DANIEL WEERMAN, geb. Bentheim (D), ovl. Almelo 1691-1697, j.m. wonend te Almelo (1670),
raadsverwalter en koopman te Almelo, scheepskoopman te Almelo[748].
otr. Zwolle geref. 26-4-1670 (attestatie gegeven op Almelo)
417. HASINA (HENDINA, HAASIEN) STEENKERCK(EN), geb. Zwolle[749]
vóór ca. 1650, ovl. vóór 1691[750]
, j.d. wonend te Zwolle (1670).
In 1691 procedeert
Gabriel van Velthuysen ten overstaan van de magistraat van de stad Zwolle tegen Daniel Weerman, weduwnaar van Haaje Steenkerken wegens afgifte van een legaat uit de nalatenschap van wijlen Johanna van der Hege, naderhand gehuwd met Lubbertus van Velthuysen.
[751]
Uit dit huwelijk (o.a?) (doopboeken van Almelo voor 1734 ontbreken):
-
a. Ds. Jo(h)annes Hen(d)ricus Weerman, geb. Almelo 30-6-1679, ovl. Denekamp 19-3-1738, (=kw. nr. 208).
-
b. Bartha (Bertha) Elisabeth Weerman(s), geb. vóór ca. 1680, ovl. 1720-1744, wonend te Almelo (1697..1716),
doopget. (1705, 1716),
otr./tr. 1o Almelo 31-1/2-3-1697 (als nagelaten dr. van Daniel Weerman)
Hendrik Ruink, ovl. 1697-1714, wonend te Almelo (1697) [752],
zn. van Berend Ruink, oud-Burgemeester,
otr. 2o Almelo 19-1-1714 (met attestatie op Denekamp),
tr. Denekamp geref. 27-1-1714 (met attestatie van Almelo)
Godschalk ten Bruggencate, ovl. vóór 1762, wonend te Almelo,
doopget. (1716),
zn. van Herman ten Bruggencate en Fenneke Godschalk.[753]
Hij hertr. Almelo 12-2-1744 Engelke Pelsers.
[754]
Stadsgericht, Almelo, 11-9-1716:
Godschalk ten Bruggencate, en zijn huisvrouw Bertha Elizabeth Weerman namen een hypotheek op bij Hendrik ten Cate, en zijn huisvrouw Stijntjen Tielemans, met als onderpand hun huis en weehre, tussen het huis van Thomas Schimmelpenning en de gang of Gemeene Strate.[755]
Stadsgericht, Almelo, 3-1-1720:
Godschalk ten Bruggencate, en zijn huisvrouw Bertha Elizabeth Weerman namen een hypotheek op bij Lucas van Cleef te Zwolle en zijn huisvrouw Geertien Kops, met als onderpand hun huis en weehre, tussen het huis van Thomas Schimmelpenning en de gang of gemeene straate, alsmede hun nieuw gebouwde huis van 2 woningen en een pakhuisje staande op de Doele.[756]
Volkstelling Stad Almelo 1748:
Gezin van Godschalk ten Bruggencate (1e kwartier). Gezin bestaat uit Godschalk en vrouw Engele.[757]
Uit haar eerste huwelijk (Ruink-Weerman) vermoedelijk (doopboeken van Almelo voor 1734 ontbreken):
-
1. Daniel Ruink, geb. vóór ca. 1705, ovl. na 1727, j.m. van Almelo (1727),
otr. Denekamp geref. 30-4-1727[758]
Gesina Palthe, j.d. van Denekamp (1727),
dr. van Gerryt Jan Palthe en Bartha Elizabeth Stoppers (zie kw. nr. ⇒ 837 sub d/1).
-
c. Gabriel Weerman, geb. vóór ca. 1680, woont te Almelo (1697), te Noorwolde (1716),
doopget. (1716),
otr./tr. Almelo 31-1/28-2-1697 (attestatie gelicht op Noortwolde, als nagelaten zoon van Daniel Weerman)
tr. Noordwolde 6-3-1697[759]
Renske (Rinsje) Walles, woont te Noordwolde (1697),
doopget. (1716),
nagelaten dr. van Auke (Ouke) Walles[760].
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
1. Barte/Barta Weerman(s), filiatie niet bewezen,
tr. vóór 1731
Jan Freerks Witteveen, bijzitter (=bezitter) (1730..1739).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Hiltjen Witteveen, ged. geref. Noordwolde 31-12-1730 (geen moedersnaam genoemd, vader onder patroniem).
-
bb. Gabriel Witteveen, geb./ged. geref. Noordwolde 10/12-8-1731. Hieruit verder nageslacht bekend.
-
cc. Bartelt Witteveen, geb./ged. geref. Noordwolde 9/13-9-1733 (geen moedersnaam genoemd).
-
dd. Geesje Witteveen, ged. geref. Noordwolde 25-10-1733 (geen moedersnaam genoemd, vader onder patroniem).
-
ee. Rinske Witteveen, geb./ged. geref. Noordwolde 15/20-11-1735.
-
ff. Abraham Witteveen, geb./ged. geref. Noordwolde 5/10-3-1737. Hieruit verder nageslacht bekend.
-
gg. Harmanius Witteveen, geb./ged. geref. Noordwolde 4-1-1739. Hieruit verder nageslacht bekend.
-
2. Daniel Weerman, ovl. vóór 1749, filiatie niet bewezen,
afkomstig van Noordwolde (1735),
tr. Noordwolde geref. 29-4-1735
Jantien Jacobs, ovl. na 1749, afkomstig van Noordwolde (1735),
betaalt als Jantjen Jacobs, wed. Weerman "een goed bestaan" leidend te Noordwolde ƒ 20-12- personele quotisatie voor een gezin met 1 volwassene (1749).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Gabriel Weerman, ged. geref. Noordwolde 26-3-1736.
-
3. Walle Weerman, filiatie niet bewezen,
afkomstig van Noordwolde (1737),
betaalt als Walle Weerman, backer te Noordwolde ƒ 44-15- personele quotisatie voor een gezin met 4 volwassenen en 3 kinderen (1749),
tr. Noordwolde geref. 13-10-1737
Antien Hanses, afkomstig van Noordwolde (1737).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Walle Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 1/4-3-1764 (beide ouders onder patroniem genoemd), afkomstig van Noordwolde (1806),
tr. Noordwolde geref. 27-4-1806
Hendrikjen Annes de Vries, afkomstig van Noordwolde (1806).
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
bbb. Antje Gabriels Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 1/3-3-1765 (beide ouders onder patroniem genoemd), tr. Noordwolde geref. 9-10-1785
Willem Franken.
-
ccc. Sake Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 18/19-10-1766, ovl. jong?
-
ddd. Sake Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 27/29-11-1767.
-
eee. Jacobjen (Jacoba) Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 15/18-12-1768, afkomstig van Noordwolde (1789),
tr. Noordwolde geref. 22-11-1789
Cornelis Bloemhof, afkomstig van Wolvega (1789).
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
fff. Trientjen Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 5/9-6-1771.
-
ggg. Klaas Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 5/7-xxx-1773, ovl. jong?
-
hhh. Klaas Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 5/10-8-1777.
Klaas Andries Weerman
afkomstig van Noordwolde (1794)
tr. Noordwolde geref. 27-4-1794
Hendrikje Wijbes, afkomstig van Noordwolde (1794).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Wijbe Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 29-5/7-6-1795.
-
bbbb. Froukje Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 17-2/4-3-1798.
-
cccc. Gabriel Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 27-2/8-3-1801.
-
dddd. Jantien Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 3/18-12-1803 (hier jeet de vader Klaas Andries Weerman !).
-
eeee. Sake Weerman, ged. geref. Noordwolde 20-4-1806.
-
ffff. Walle Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 23-1/11-2-1810.
-
bb. NN Weerman, ged. geref. Noordwolde 15-8-1740.
-
cc. Jacobjen Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 23/28-1-1742.
-
dd. Hans Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde feb. 1744/9-2-1744, afkomstig van Hijkersmilde (1775),
tr. Noordwolde geref. 19-3-1775
Antien Claessen, afkomstig van Noordwolde (1775).
-
ee. Rinske (Renske) Weerman, geb./ged. geref. Noordwolde 1/3-10-1745, afkomstig van Noordwolde (1783),
tr. Noordwolde geref. 11-5-1783
Klaas Otten, afkomstig van Noordwolde (1783).
Hieruit verder nageslacht bekend.
418. Ds. JOHANNES PALTHE(¥), geb. Ootmarsum 1639, ovl./beg. Denekamp 2/5-3-1702 [761], ingeschreven als als student aan de Illustre School te Deventer 14-5-1652,[762]
geref. lidmaat aldaar als filosofiestudent wonend in de Golstraat,[763]
ingeschreven als student aan de Universiteit van Groningen 10-6-1653,[764]
geref. lidmaat te Groningen sept. 1653 op attestatie van Oothmarsen.[765]
Zijn studie aldaar wordt evenals die van zijn vader bekostigd uit de
inkomsten van het St. Caharina vicarie (zie kw. nr. ⇒ 836 ).[766]
In april 1674 benoemt Gerhard Sloet, heer van Singraven en eerste ouderling van de kerk te Denekamp, hem tot predikant aldaar,[767]
hetgeen hij blijft tot zijn dood in 1702.[768]
Hij
otr. Ootmarsum geref. 31-5-1668,
tr. Denekamp
419. JOHANNA VAN UELSEN(¥), geb. Uelsen 1647, ovl. Denekamp 20-3-1727, geref. lidmaat op belijdenis te Ootmarsum 26-3-1665 (Pasen),[769]
afkomstig van Ootmarsum (1668),
doopget. (1705..1708).
COMMENTAAR(¥)
toevoegen Abels, p84
|
|
Wapen Van Ulsen :
In rood(?) drie (zwarte?) bomen (bladeren?).
Dit wapen komt voor op haar portret. Zie onder
|
|
Ds. Johannes Palthe (1639-1702). [770]
|
Zijn echtgenote Johanna van Uelsen (1647-1727). [771]
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
Denekamp 24-4-1703. Gerhard Sloet, heer van Singraven enz., als collator der vicarie van St. Catharina etc. in de kerk te Denekamp, begiftigt Joanna van Ulsen, wed. van de predikant Joannes Palthe te Denekamp, met de renten, opkomsten en revenuen van deze vicarie.
[772]
Denekamp: 14-5-1704. Afrekening tussen Johannes Henricus Weerman, predikant te Denekamp en zijn schoonmoeder Janna van Ulsen wed. Johannes Palten, inzake haar genade-jaar als predikantsweduwe. Met nadere afrekening 14-2-1710. [773]
Denekamp 26-3-1714. Liquidatie en afrekening tussen ds. Joannes Henricus Weerman, predikant te Denekamp, en zijn schoonmoeder Johanna van Ulsen, wed. Palthe, over het tijdvak sedert 14-2-1710. Met nadere gelijktijdige acte, waarbij Johanna van Ulsen haar schuld afdoet met meubelen en boeken.
[774]
Denekamp 14-2-1710. Kwitantie door Johanna van Ulsen, weduwe Palthen, aan ds. Joh. Henr. Weerman, predikant te Denekamp, voor de voldoening van 4 schepel rogge uit het huis te Noord-Deurningen, en een schepel miskoren uit her erf Tijman, verschenen op st. Maarten 1709.
[775]
Denekamp 26-1-1711. Voor Jacob Raeterinck, richter te Ootmarsum, en kornoten, verkopen Johanna van Ulsen, weduwe Palthe, geassisteerd door haar schoonzoon Jan Hendrik Weerman, pastor te Denekamp, en Anna van Ulsen, weduwe Schiphorst, geassisteerd door haar zoon Jan ter Schiphorst, haar halve Hoog- of Voorste Woerte in de boerschap Denekamp, aan de tijdelijke opsieners ende versorgeren der Armenmiddelen in de kerk van Denekamp, den Hooggeb. Heer Arent Hendrik Sloodt, Heer van 't Singraven, als ouderling, en den E. Berent Palthe ook als ouderling, en de E. A. Palthe en Lambert ter Schiphorst als diakenen voor 660 oar. gld. N.B. Getypt regest, met de aantekening: Origineel, perkament, beschadigd zegel (was vroeger aanwezig in het kerkelijk archief der Ned. Herv.Gemeente te Denekamp, thans verdwenen. Zie bronnen Singraven 1284).
[776]
Uit dit huwelijk(¥) (doopboek Denekamp begint 1675):
COMMENTAAR(¥)
Volgens [777]
waren er twee (drie?) broers en vier zusters in dit gezin,
terwijl [778]
en [779]
nog een dr. Catrina, (geb. 1708?) vermeldt.
|
-
a. Joanna Florentina Palthe(n), geb. vóór ca. 1675, beg. Denekamp 30-11-1721 (als Florentia Palthe)[780], afkomstig van Denekamp,
tr. Denekamp geref. 15-7-1694
Jan Berger(s), ovl. vóór 1708 [781], afkomstig van Bimolt.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
1. Berend Berger, geb. vóór ca. 1700, filiatie niet bewezen,
j.m. van Denekamp (1721),
tr. Denekamp geref. 18-5-1721
Christina Kuijpers, ovl. 13-6-1722 ("Berend Berger zijne vrouwe"), j.d. van Breckelenkamp 1721).
-
aa. NN Berger, ovl. Denekamp 8-6-1722 ("Berend Berger zijn kind").
-
b. Aleida Palthe, ged. geref. Denekamp 14-11-1675[782], (=kw. nr. 209).
-
c. Hadewijk (Hadewich) Palthe, geb. ca. 1668-1674, tr. Denekamp voor 1692
Hermen ter Schiphorst, geb. vóór ca. 1674. Op St. Michiel 1692 worden Herman ter Schiphorst en Hadewigh Palthe, eeluiden. geref. lidmaat te Ootmarsum op attestatie van Denekamp.[783]
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
1. Gerrit Jan ter Schiphorst, ged. geref. Ootmarsum 4-12-1692.
-
2. Anna Gesina Schiphorst, ged. geref. Ootmarsum 13-3-1695.
-
3. Anne Judith Schiphorst, ged. geref. Ootmarsum 19-7-1696, ovl. jong?
-
4. Anne Judith Schiphorst, ged. geref. Ootmarsum 3-10-1697.
-
5. Hendrik ter Schiphorst, ged. geref. Ootmarsum 1-3-1699.
-
6. Joanna ter Schiphorst, ged. geref. Ootmarsum 11-9-1701.
-
7. Joannes ter Schiphorst, ged. geref. Ootmarsum 4-3-1703.
-
8. Anna ter Schiphorst, ged. geref. Ootmarsum 14-12-1704.
-
9. Henderika ter Schiphorst, ged. geref. Ootmarsum 4-1-1708.
-
10. Anna Catharina ter Schiphorst, ged. geref. Ootmarsum 23-6-1709.
-
d. Anthonius Palthe, ged. geref. Denekamp 4-6-1677, beg. Denekamp 6-2-1723 ("Anthoni Palthe overleden, organist en schoolmeester alhier te Denekamp"), diaken te Denekamp (1711),
j.m., orgelist en schoolmeester te Denekamp (1712),
doopget. (1706),
otr. Denekamp geref. 13-2-1712[784]
Aleijda Meijers, wed. te Denekamp (1727).
Zij hertr. Denekamp geref. 27-7-1727 Arend Jansen Veldhof.[785]
j.d. van Laage (1712).
-
1. Derk Palthe, ged. Denekamp 8-1-1713 ("Anthonius Palthe, de schoolmeester zijn zoon Derk"), ovl. jong?
-
2. Derk Palthe, ged. Denekamp 24-5-1713 ("Anthoni Palthe, schoolmeester zijn zoon Derk"), ovl. Denekamp 18-11-1714 (". Antooni Palthe schoolmeester zin kind Derk").
-
3. Gesina Elsebeen Palthe, ged. Denekamp 22-1-1719 ("Anthoni Palthe, schoolmeester sijn dochter Gesina Elsebeen"), ovl. na 1748, woont in de boerschap Denekamp (1748).
Gesina en Elsabet Palthe en de laatsten kindt ouder dan 10 Cornelia, en haer halfbroer Antoni Valkhof over 10 j. worden vermeld in de Volkstelling boerschap Denekamp (1748). [786]
-
4. Elsebeen (Elsabet) Palthe, ged. Denekamp 11-5-1721 ("Anthoni Palthe zijn dochter Elsebeen"), woont in de boerschap Denekamp (1748).
-
aa. Cornelia (Palthe?), ged. Denekamp 6-12-1739 ("dochter van Elsebeen Palthe", vader niet vermeld).
-
e. Ger(h)ard (Gerrit) Jan Palthe, geb. Denekamp 21-7-1681 (doop niet gevonden te Denekmap), ovl. Deventer 30-7-1767 [787], doopget. (1705), al in 1705 schilder genoemd,
portretschilder,
werd al jong aangetrokken door de kunst, werd door zijn vader naar Amsterdam gestuurd
om daar les te nemen bij de portretschilder Juriaen Pool,
vestigt zich ca. 1716
als portretschilder te Deventer, waar hij lokale persoonlijkheden schildert,
schildert voorstellingen uit het dagelijks leven, veelal onder het schijnsel
van kaarslicht,
verwerft grote bekendheid met zijn voorstellingen geschilderd op hout op de manier (clair-obscur) van Godfried Schaldken uit Den Haag,
[788]
otr. Stad Delden geref. 7-10-1714 (attestatie naar elders 22-10-1714),
otr. Denekamp 7-10-1714[789]
(Magda)lena Le(e)ferin(c)k, j.d. wonend te Delden.(¥)
COMMENTAAR(¥)
Doop van (Magda)lena Le(e)ferin(c)k niet gevonden te Delden. Wel dopen te Delden van :
Magdalena, 1680 dr. van Derck Averinck en Lutgert Hermsen.
Magdalena, 1684 dr. van Jan Hendriksen en Grietjen NN.
|
|
Gerhard Jan Palthe (1681-1767).
Gravure/ets : datum en herkomst onbekend.
Bron : Patrick Seignemartin (F), 2005
|
Schilderij van een tekenende jongeman ("Joven dibujante") door
Gerhard Jan Palthe (1681-1767).
Volgens Van Gool [790]
is dit een zelfportret.
Formaat : 20x24 cm.
Bron : Prado Museum, Madrid. [791]
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
|
Raadhuis Deventer : Kast met klok daarboven, vervaardigd door Joost van Houten, waarschijnlijk in 1732. De tafereeltjes die de Vier Jaargetijden voorstellen zijn geschilderd door Gerrit Jan Palthe (1681-1767). Het opschrift van het geheel luidt: "Audi et alteram partem" (Luister ook naar de wederpartij). De twee vrouwenfiguren stellen de Gerechtigheid en de Voorzichtigheid voor.
[792]
|
Johanna Wilhelmina de Beaufort, echtgenote van J. van Lemker.
Portret frontaal, het gelaat iets naar links gewend, donker haar. Zacht groene japon met lege décolet\*' waaruit een randje witte stof steekt. Donker rode mantel omgeslagen, die met de linkerhand wordt vastgehouden. Gesigneerd: r.m. boven de elleboog (vaag): G.J. Palthe.
Schilderij door Gerhard Jan Palthe (1681-1767).
Datering : ca. 1740
Materiaal : olieverf op doek.
Bron : Deventer Musea. [793]
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
|
Hendrik Gerrit Jordens.
Schilderij door Gerhard Jan Palthe (1681-1767).
Datering : 1741
Materiaal : olieverf op doek.
Bron : Deventer Musea. [794]
|
Agatha Aleida van Munster (1723-1768), echtgenote van Hendrik Gerrit Jordens.
Schilderij door Gerhard Jan Palthe (1681-1767).
Datering : 1740
Materiaal : olieverf op doek.
Bron : Deventer Musea. [795]
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
|
Hendrik Gerrit Jordens op latere leeftijd.
Schilderij door Gerhard Jan Palthe (1681-1767).
Datering : 1779
Materiaal : olieverf op doek.
Bron : Deventer Musea. [796]
|
Joan van Suchtelen (1668-1753).
Portret ten voeten uit, rode mantel, kniebroek, lichtbruine rok, zwarte schoenen met gespen. Op het voetstuk van de tuinvaas en tafel het wapen; 4 ringen van zilver op veld van rood. J.v.S. 17-7-1744 Raad en Schepen van Deventer, 1713-1732 Statenlid Overijssel, daarnaast rentmeester van de Proosdij van de Lebuïnuskerk en de goederen van de familie Boedeker.
Schilderij door Gerhard Jan Palthe (1681-1767).
Datering : 1e kwartaal 18e eeuw.
Materiaal : olieverf op doek.
Bron : Deventer Musea. [797]
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
|
Paar bij kaarslicht aan tafel.
Paar bij kaarslicht aan ronde tafel, hij bolle wijnfles in de hand, om haar in te schenken. Links een haardschouw met vuur, rechts een raam waar onder gesigneerd is en links op de achtergrond een open deur naar achterkamer waar een vrouw bij kaarslicht werkt. Gesigneerd: rechts onder raam G.J. Palthe 1750.
Schilderij door Gerhard Jan Palthe (1681-1767).
Datering : 1750
Materiaal : olieverf op paneel.
Bron : Deventer Musea. [798]
|
Minnekozend paar.
Een minnekozend paar aan ronde tafel, waarop schaal met sinaasappels, wijnfles, glas en koperen blaker met brandende kaars. Links raam, rechts deuropening waarin vrouw. Gesigneerd: onder raam links G.J. Palthe 1750.
Schilderij door Gerhard Jan Palthe (1681-1767).
Datering : 1750
Materiaal : olieverf op paneel.
Bron : Deventer Musea. [799]
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
|
Zeus en Hermes in de hut van Philemon en Baucis.
Tafereel bij kaarslicht. Links achter het paar Philemon en Baucis, In het midden aan tafel Zeus en Hermes, die een kandelaar vasthoudt. Zeus is gebaard, gekleed in paars met blauw overkleed. Hermes heeft een rode doek om zich heen. Uit de zoldering steekt hooi.
Schilderij door Gerhard Jan Palthe (1681-1767).
Datering : 18e eeuw
Materiaal : olieverf op paneel.
Bron : Deventer Musea. [800]
|
Zeus en Hermes in de hut van Philemon en Baucis.
Detail van het schilderij hiernaast.
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
|
Portret van een vrouw in zwarte japon.
Toegeschreven aan Gerhard Jan Palthe (1681-1767)
("signed "Palthe" on piece of canvas nailed to stretcher").
Datering : onbekend.
Materiaal : olieverf op doek.
Formaat 55 cm x 44 cm.
Bron: Te koop aangeboden op Ebay (Chicago, 2006).
klik op plaatje(s) om te vergroten |
Thans is er nog een dozijn schilderijen van Gerard Jan Palthe bekend.
[801]
Verspreide vermeldingen van schilderijen door Gerard Jan Palthe :
-
Tekenende jongeman, Prado Museum, Madrid,
volgens Van Gool een zelfportret.
-
Tafereeltjes van de Vier Jaargetijden op een klok, Raadhuis Deventer
-
Twee musicerende vrouwen. (Two Women Making Music. One sings, the other plays a clavicord), in prive bezit.
-
Schilderijen van Jan Adriaan Joost Sloet en zijn echtgenote W. A. E. E. van Heeckeren tot Nettelhorst (1740). Locatie : Museum Zwolle.
-
Schilderijen van Hendrik Gerrit Jordens en Agatha Aleida van Munster (ca. 1740). Olieverf op doek. Locatie : De Waag Deventer.[802]
-
Schilderij voorstellende zijn zoon Jan Palthe (1717-1769). Locatie onbekend. Datering ca. 1740.
-
De gelijkenis van de balk en de splinter.
Schoorsteenstuk van houten schouw af- komstig uit perceel Hofstraat 4. Opschrift Matth. 7:3,4,5. De voorstelling van "De balk en de splinter" slaat op een familietwist tussen de twee broeders, van wie de eigenaar van het huis den ander bovengenoende bijbeltekst voorhoudt.
Datering : 1759.
Materiaal : olieverf op doek.
Deventer Musea. [803]
-
Schilderij voorstellende Johanna Wilhelmina de Beaufort, echtgenote van J. van Lemker.
Datering : ca. 1740
-
Schilderij voorstellende Hendrik Gerrit Jordens op latere leeftijd. Datering : 1779. Locatie : Deventer Musea. [804]
-
Schilderij voorstellende Joan van Suchtelen (1668-1753). Datering : 1e kwartaal 18e eeuw. Locatie : Deventer Musea. [805]
-
Schilderij voorstellende "Paar bij kaarslicht aan tafel". Datering : 1750. Locatie : Deventer Musea. [806]
-
Schilderij voorstellende "Minnekozend paar". Datering : 1750. Locatie : Deventer Musea. [807]
-
Schilderij voorstellende portret van Pieter Paul van Gelre (1735-1810).
Datering 1760. Locatie : onbekend, geveild door Christie's (Amsterdam, 1991).
-
Schilderij getiteld "Beim Schlachten". Toegeschreven aan Gerard Jan Palthe. Datering : onbekend. Locatie : onbekend, geveild door Lempertz (Keulen, 1991).
-
Schilderij voorstellende "Portret van een vrouw in zwarte japon".
Toegeschreven aan Gerhard Jan Palthe (1681-1767)
("signed "Palthe" on piece of canvas nailed to stretcher").
Datering : onbekend.
Locatie: Chicago (2006).
Uit dit huwelijk [808]
(nr. 5 in Ref. [809]
niet vermeld) :
-
1. J(o)anna Palthe, ged. geref. Delden 1-9-1715, vermeld als inwonend bij haar nicht Catarina Leferinck
in de Volkstelling Delden (1748).
-
2. Jan Palthe, ged. Deventer 14-2-1717, ovl. Leiden 24-6-1769, portretschilder, genreschilder,
van wie ongeveer 60 werken bekend zijn,
aanvankelijk in de leer bij zijn vader,
vertrekt in 1742 naar Leiden,
ingeschreven bij de kunstacademie aldaar (dec. 1742),
en ingeschreven bij de Universiteit van Leiden als
"Daventriensis pictor" (1743),
reist geregeld naar Middelburg voor portretopdrachten,
verkoopt schilderijen van zichzelf en van zijn vader,
bestuurder van het Oudemannenhuis van de Waalse Kerk,
is commissaire-priseur van de Waalse Kerk, (1766)
organiseerde in de Rijnsburgerpoort openbare schilderbijeenkomsten,
in principe bedoeld voor meesters, maar leerlingen werden er ook toegelaten,
maakte deel uit van een groep schilders met Mattheus Verheyden, Phillip van Dijk,
en Hendrik Potoven,[810]
doopget. te Amsterdam (1763),
tr. Leiden 14-2-1756[811]
Johanna (Jeanne) de Kanter, ged. geref. Wemeldinge 13-9-1731 (get. Jan Smits and Maria Smits), ovl. Plainpalais (dept. Léman canton Genève, CH) 25-3-1813, wed. van Jan de Munck,
dr. van Philippus Kanter, chirurgijn, en Suzanna Cra(a)ne.
Zij hertr. Leiden 23-8-1772 Charles Alexandre Dunant,
Zwitsers officier,
met wie zij zich vestigt te Suriname, en vandaar terugkeert naar Genève (zie
⇒ Fragment Genealogy De Kanter
voor een verdere uitvoerige beschrijving van haar afkomst, eerdere en latere huwelijken en nageslacht.
|
Jan Palthe (1717-1769).
Gravure/ets : datum en herkomst onbekend.
Bron : Patrick Seignemartin (F), 2005
|
Jan Palthe (1717-1769).
Schilderij door zijn vader Gerhard Jan Palthe (1681-1767).
Locatie : Museum Het Palthe Huis te Oldenzaal, in bruikleen van het
Van Deinse Instituut Enschede. Datum : onbekend.
Bron : Patrick Seignemartin (F), 2005
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
|
Zelfportret van Jan Palthe (1717-1769).
Locatie en datering : onbekend.
Bron : Patrick Seignemartin (F), 2005
|
Schilderij van Tiberius Hemsterhuis (Groningen 1685-1766 Leiden), filoloog, hoogleraar te Amsterdam, Franeker en Leiden, door Jan Palthe (1717-1769).
[812]
Datering : 1766. Materiaal : Olieverf op doek. Afmetingen 77,5x60,5 cm. Locatie Universiteitsbibliotheek Groningen.
Bron:[813]
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
|
Vrouwtje aan spinnewiel.
Zittend vrouwtje aan spinnewiel met wit kapje op het hoofd. In 18e eeuws interieur: rechts een schouw met bovenop borden, links ernaast een hoge kast eveneens met borden. Daarnaast klaptafeltje. Links op de voorgrond twee honden. Gesign: r.o. J. Palthe. 1745.
Schilderij door Jan Palthe (1719-1769).
Datering : 1745
Materiaal : olieverf op paneel.
Bron : Deventer Musea. [814]
|
Na zijn dood in 1769 vindt op 20-3-1770 in het huis van zijn weduwe een openbare verkoop bij opbod plaats van bezittingen van Jan Palthe. De catalogus (zie frontpagina hiernaast) vermeldt 263 schilderijen waaronder Rubens, Jordaens, Anthony van Dijk, Titiaan, Veronese, Rembrandt, Frans Hals. Er is slechts een werk bij van Gerard Jan Palthe, en geen van Jan Palthe zelf. [815]
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
|
Gravure door de Engelse schilder en graveur William Pether (1738-1821), kennelijk naar een schilderij van Jan Palthe (1717-1769), voorstellende Carlo Tessarini (ca. 1690-1766), Italiaans violist en componist.
Onderschrift: "J. Palthe pinxit, W.m Pether fecit"
"Carlo Tessarini da Rimini, professeur de fiolon en la metropolitaine d'Urbino"
Datering: onbekend.
Bron : Bibliothèque Nationale de France.[816]
klik op plaatje(s) om te vergroten |
-
aa. Magdelena Palthe, ged. Leiden 22-1-1757.
-
bb. Johanna Elisabeth Palthe, ged. Leiden 8-11-1758, ovl. Genève (CH) 13-5-1794, tr. Genève (CH) 25-2-1782[818]
Marc Conrad Dunant, ged. Gorinchem 3-9-1747, ovl. Genève (CH) 28 Pluviose an VIII (18-2-1810).
Uit dit huwelijk nageslacht in Zwitserland en Frankrijk.[819]
-
cc. Gerard-Jan Philip Palthe, ged. Leiden 8-11-1758.
-
3. Adriaan Palthe, ged. Deventer 8-9-1718, ovl. Spaarndam 12-1-1774, ontvanger der convoyen en licenten te Spaarndam,
secretaris van graaf Wassenaar Obdam,
amateur schilder, die kopieen vervaardigde, onder andere in gouache,
van bekende schilderijen (zoals van Hobbema). Hij bezat een kleine collectie schilderijen
van o.a. Jacob van Ruysdael, Meindert Hobbema, David Teniers en
Jan van Huysum. De dood verhinderde hem een kopie af te maken van
een schilderij met bloemen en fruit van Jan van Huysum.
[820]
-
4. Adolf Hendrik Palthe, ged. Deventer 18-8-1720.
-
5. Gerhard Joan Palthe, ged. Deventer 2-8-1722, beg. Amsterdam
Noorderk. 24-1-1759, otr. Amsterdam geref. 5-2-1745 ,
tr. Sloterdijk 21-2-1745[821]
Anna Margaretha Chassé, geb. Mastenbroek ca. 1722, beg Amsterdam Noorderk. 13-9-1787.
dr. van Ds. Theodorus Chassé, predikant te Mastenbroek
en Juliana Sophia Louisa Woorfman.
Zij hertr. Amsterdam Oude K. geref. 11-9/1-10-1767
Anthonie Geyer, geb. Weenen ca. 1731, beg. Amsterdam St. Anth. Kh. 3-1-1798. [822]
Op 12-7-1751 maken Gerard Jan Palthe en Anna Margaretha Chassé
mutueel testament.[823]
Op 7-2-1763 compareerde te Amsterdam
mejuffrouw Anna Margaretha Chassé, weduwe van
Gerard Jan Palthe, voogdesse voor haar minderjarige
kinderen Johanna Theodora, Magdalena, Jacomina en
Gerard Martinus Palthe. Zij legt een verklaring af in
zake de nalatenschap van Jacomina Chassé, weduwe
Grousius ten behoeve van de "drie eenige nagelatene
kinderen van wijlen den meergenoemden Heer
Hubertus Gerardus Chassé met name Juffrouwen Maria Chassé,
gehuwd aan de Heer Gerlach Kaspar Kruimel,
Anna Margaretha Chassé en Jacomina Chassé.[824]
Uit het huwelijk (Palthe-Chassé) kinderen, waarvan 4 in leven in 1763 :
-
aa. Johanna Theodora Palthe, ged. geref. Amsterdam NoorderK. 13-10-1745 (get. Bartholdus Arensen en Maria Chasse), beg. Amsterdam St. Anthonis Kerkhof 4-4-1775 (Johanna Theodora Palthe).
-
bb. Magdalena Palthe, ged. geref. Amsterdam NoorderK. 13-12-1747 (get. Bartholdus Arendzen en Johanna Hendriena Leeferink), beg. Amsterdam St. Anthonis Kerkhof 15-11-1768 (Magdalena Palthe).
-
cc. Jacomina Palthe, ged. geref. Amsterdam WesterK. 6-6-1749 (get. Egbert Tenikinck en Margareta Cornelia Walheer), beg. Amsterdam Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof 6-12-1773 (Jacomina Palte).
-
dd. Anna Louwiesa Palte, ged. geref. Amsterdam ZuiderK. 5-2-1755 (get. Anthonij Palte en Anna Rumpeus), beg. Amsterdam Noorder Kerk en Kerkhof 16-1-1759 (Anna Louisa Palthe).
-
ee. Gerard Martinus Palthe, ged. geref. Amsterdam NoorderK. 25-1-1758 (get. Anthonij Palthe en Anna Rumpeus), ovl. na 1763.
-
6. Antony Palthe, ged. Deventer 17-11-1726, ovl./beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 3/11-5-1772, portretschilder,
van wie helaas geen schilderijen thans bekend zijn,[825]
exploiteert een behangselatelier in Amsterdam, is huis- en rijtuigschilder,
doopget. te Amsterdam (1762, 1767),
tr. vóór 1762 (niet gevonden te Rotterdam)
otr. Amsterdam geref. 13-11-1761
Agatha Ke(e)tel, ged. geref. Rotterdam 1-6-1736 (get. Francois Waarts en Agatha Besojen), beg. Haarlem 16-6-1802,[826]
doopget. te Amsterdam (1762, 1767),
plaatst, na het overlijden van Anthony, op 26-5-1772 een advertentie waarin zij de geruchten dat zij diens behangselfabriek niet zou voortzetten tegensprak en haar behangsels volgens nieuwe patronen bij het publiek aanbeval, verkoopt de fabriek in 1774 aan haar latere tweede echtgenoot Wijbrand Hendriks,
dr. van Jacobus Ketel en Judith Waarts.
Zij hertr. Amsterdam Waalse Kerk 21-5-1775
Wybrand Hendriks, ged. Amsterdam Ooster Kerk 21-6-1744 als zn. van Hendrik Hendriksz, mr. beeldhouwer, en Aaltje Claasdr, ovl. 1831, volgde een opleiding (lesgeld ƒ 7,-- per jaar) aan de Stadstekenacademie te Amsterdam, in ieder geval vanaf 1765,
valt vanaf 1772 aldaar in de jaarlijkse prijzen, krijgt in 1774 de eerste prijs,
erft in 1768 als een van haar zes kinderen ƒ 25,-- van zijn moeder,
werkte overdag in de behangselfabriek van Johannes Remmers & Zn in de Rozenstraat (nr 233, 237),
en vanaf 1774 in een behangselfabriekje Het Schaap van de schilder Anthony Palthe aan de Overtoomseweg,
laat zich, hoewel reed ingeboren poorter, op 4-6-1772 inschrijven als poorter van Amsterdam,
koopt op de veiling van 21-11-1774 de behangselmakerij Het Schaap van Agatha Ketel, wed. van Anthony Palthe.
koopt op 26-11-1674 het lidmaatschap van het Sint Lucasgilde om de behangselfabriek voort te kunnen zetten,
en verkoopt op 9-7-1776 het fabriekje aan de schilder Engelbertus Elffers,[827]
is vervolgens schilder en tekenaar van portretten, genre-taferelen,
stadsgezichten en landschappen, 'casteleyn' van Teylers Stichting in Haarlem.[828]
Op 2-2-1762 maken Antony Palthe en Agatha Ketel een
mutueel testament voor Nots. Harmanus Morrey te Amsterdam. ZOEK OP
Op 24-4-1766
verkoopt Maria Hardeveld, wed. van Arnoldus Frankendaal aan Anthonij Palte,
een tuin met huizing, woning en erf, waar Het Schaap in de gevel staat, op de Overtoomseweg (Overtoom) te Amsterdam.
[829]
Advertentie in de Amsterdamsche Courant d.d. 25-3-1766:[830]
"De belangselfabriek van Anthony Palthe zal tegens primo may aanstaande
verplaatst worden op de Overtoomsen weg over de eerste moolen,
alwaar allerhande nieuwmodische kamerbehangsels te bekomen zijn tot een
civiele prijs, en blijft continueeren met huis- en rijtuigschilderen, alles na
de nieuwste smaak".
Op
21-11-1774 wordt en publicque veilinge
verkocht door de Agatha Kethel weduwe en ingevolge mutueel testament d.d. 2-2-1762 voor Nots. Harmanus Morrey te Amsterdam enige geinstitueerde erfgename van Antony Palthe, die op 24-4-1766 de nagenoemde percelen heeft gekocht, geassisteerd met Cornelis van Eeden als haar voogd, Fijko de Valk en Jan Rijser de Jonge benevens voornoemde Cornelis van Eeden haare vierendelen, aan Wijbrand Hendriks,
een tuin met huizinge en aparte wooning en erven, waar Het Schaap in de gevel staat, voor aan op de Overtoomseweg (Overtoom) te Amsterdam.
Het transport vindt plaats op 10-1-1775. Koopsom ƒ 4200,--.
[831]
Een vrijwel identieke akte, waarin de naam van Jan Rijser de Jonge als vierendeel ontbreekt, is ingeschreven in dec. 1774, waarbij in margine staat "deze heeft geen voortgang gehad".
[832]
|
Zeer waarschijnlijk Anthony Palthe (1726-1772) geschilderd door zijn broer Jan Palthe.
Bron:
⇒ AskArt.
Het portret komt treffend overeen met de beschrijving: "Portret van Anthony Palthe, broer van de schilder, in 1895 geveild in Keulen.
65x47 cm. Levensgroot borststuk, naar links gewend, rechtuit kijkend, baardloos, op de witgelokte haardos een driekanten hoofddeksel. Draagt bruinrood, van voren open jak met witte halsbinde. Roodbruine achtergrond. Met brede penseelstreek in de beste traditie van 17de eeuwse portretkunst." door Peggie Breitbarth in Ref. [833].
Het zal ook hetzelfde zijn als het portret van Antony Palthe, geschilderd door zijn broer Jan Palthe dat Van Eijnden en Van der Willigen bij hun bezoek (datum?) aan Wybrand Hendriks in Haarlem aan de muur zien hangen, en dat zou dateren van 1767.
[834]
|
Zelfportret met echtgenote Agatha Ketel (1736-1802) door Wybrand Hendriks (1744-1831). Hendriks' kunstenaarschap wordt tot uitdrukking gebracht door twee attributen: de tekenpen op de tafel en de links in de voorgrond geplaatste tekeningenportefeuille
Datering: ca. 1800-1804.
Bron:
⇒ Teylers Museum
Haarlem.
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
-
aa. Gerhard Jan Philip Palthe, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 13-3-1763 (get. Jan Palthe en Johanna de Kanter), beg. verm. Amsterdam Nieuwe Kerk 23-12-1771 (kind van Anthonij Palthe).
-
7. Willem Palthe, geb. Deventer, beg. Deventer 20-6-1793, ord.-luitenant der artillerie 1753,
tr.
Geertruy Everhardina Heselenbergh, ovl./beg. Deventer 2/7-6-1782.
-
f. Anthony Palthe, geb. Denekamp 1683 (dopen Denekamp mrt 1683-jan. 1686 ontbreken), ovl. Denekamp 17-9-1760 [835], burgemeester (1726, 1731) en ouderling (1738) te Denekamp,
tr. 1o Ootmarsum 1702 (in het trouwboek Denekamp ontbreekt het jaar 1702) zijn achternicht
J(oh)anna Theodora Krop, ged. geref. Ootmarsum 9-7-1676, ovl. Denekamp 11-11-1723, dr. van Henrick Krop en Magdalena Palthe (zie kw. nr. ⇒ 1673 sub g/1)
tr. 2o Denekamp geref. 7-12-1726
Hendryna Schulten, geb. Goor 17-5-1691 (volgens Ref. [836] 7-5-1691), ovl. Denekamp 25-2-1782, j.d. van Goor (1691)
dr. van Arent Schulten en Janna NN.
|
Portret van Anthony Palthe (1683-1760). [837]
Schilder onbekend, trant van Gerhard Jan Palthe.
Olieverf op doek, 83,5x72,0 cm.
Locatie: particuliere collectie
|
Zijn eerste echtgenote Johanna Krop(s) (1676-1723). [838]
Schilder onbekend, trant van Gerhard Jan Palthe.
Olieverf op doek, 83,5x71,5 cm.
Locatie: particuliere collectie
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
In de periode 1717-1724 vorderen de goedsheren van de marke Denekamp voor het drostengericht van Twente dat Anthonie Palthe en Albert Cuper, die met andere inwoners van Denekamp gewelddadig het oude huisje van Gese Knippert, dat op grond van de marke stond, hebben verwoest, de door hen aangerichte schade herstellen en in het vervolg geen handelingen meer zullen verrichten, waardoor dat huisje schade lijdt.
[839]
Antoni Palthe x Henrina Schulten, met kinderen ouder dan 10 :
Jan Arent Palthe studerende te Franeker, Janna Palthe, en de
meid Berendina, vermeld in de Volkstelling dorp
Denekamp (1748). [840]
==== BELENINGEN ====
Richterambt Ootmarsum, buurschap Hezingen (nr. 1152):[841]
De tienden over Vrilinc to Vasse in den kerspel van Oetmerssem
... J(o)an Krop, burgemr. van Ootmarsum, x Catharina Kip.
15-6-1686 : Helmich Volkers, zoals zijn schoonvader(¥) Jan Krop daar in 1667 mee was beleend.
COMMENTAAR(¥)
"Schoonvader" moet hier gelezen worden als "de eerdere schoonvader van zijn vrouw"!
|
12-11-1710 : Joan Leonard Berents, als gemachtigde van Joannes Palthe, zn. van Antoni Palthe en zijn vrouw Joanna Crop, zoals Helmich Volkers daer op 15-6-1686 als stiefvader(¥) van Antoni Palthe mee was beleend.
COMMENTAAR(¥)
"Stiefvader van Antoni Palthe" moet hier gelezen worden als "de stiefvader van J(o)anna (Theodora) Krop die in 1702 trouwde met Anthony Palthe"!
|
18-8-1761: Joannes Palthe met lediger hand, nadat hij in 1710 als onmondige onder hulderschap van Joan Leonard Berents was beleend, die in 1710 ten onrechte alleen als gemachtigde was aangeduid.
31-1-1768 : F.J.S. baron van Heiden, heer van Ootmarsum, drost van Twente, als koper na opdracht door Jan Palthe, burgemeester.
Uit zijn eerste huwelijk 7 kinderen bekend [842], waaronder :
-
1. Jo(h)annes Palthe, ged. geref. Denekamp 12-10-1703("Anthoni Palthe syn soon nomine Johannes na salige Do. Johannes Palthe genoemt"), ovl. Oldenzaal Stad 23-7-1784[843], afkomstig uit Denekamp (1733),
procurator (1733, 1737),
wordt burger van Oldenzaal 26-12-1733,
burgemr. van Ootmarsum (1768), (Oldenzaal?),
otr. Oldenzaal geref. 16-8-1733,
tr. Oosterhesselen
(Johanna) Maria Westerlo, ged. geref. Oldenzaal 22-1-1710, beg. Oldenzaal 4-11-1762 (de huisvrouw van Br. Jan Palthe alhier in de kerk begraven, beluid ƒ 1,10,0), afkomstig uit Oldenzaal (1733),
dr. van Dr. Johan (van) Westerlo, der regten doctor, en Lucia Borgeringh.
Hieruit verder nageslacht bekend.
|
Portret van Joannes Palthe (1703-1784). [844]
Toegeschreven aan Gerhard Jan Palthe.
Olieverf op doek, 88,0x72,5 cm.
Locatie: particuliere collectie
|
Zijn echtgenote Johanna Maria Westerlo (1710-1762). [845]
Toegeschreven aan Gerhard Jan Palthe.
Olieverf op doek, 88,0x72,0 cm.
Locatie: particuliere collectie
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
Kerkmeestersrekeningen Oldenzaal:
13 martii 1737 Heb ik met goetvinden van de Heeren Gecomitteerden bij openbare opslag aan de Ed. Procur: Palten verkoft den groten Esschen boom op de Kerkhoff achter het huis van de Wed. Zeigers voor twaalf Carl. guldens. Den kosten als uitroepen, afslaan van de Dienaer Wijnkoop etc. afgetrokken zijnde, blijft ten profijte van de Kerk tien gld.
-
2. Magdalena Palthe(¥), ged. geref. Denekamp 21-7-1709 (Anthoni Palthe sijne dochter Magdalena).
-
3. Helena Palthe(¥), beg. Denekamp 28-6-1710 ("Anthoni Palthe sijn Dochter Helena met 1.p. tabak betaalt").
COMMENTAAR(¥)
Van Magdalena werd geen begraven gevonden en van Helena geen doop. De verleiding is groot te denken dat het hier om hetzelfde kind gaat, temeer daar de grootmoeder van moederzijde Magdalena Palthe ook met de namen Helena en Leentje aangetroffen werd.
|
-
4. Hindrik Jan Palt(h)e, ged. geref. Denekamp 26-2-1711 (Anthoni Palthe sijn soon Hindrik Jan), ovl. Oldenzaal 20-2-1792, afkomstig uit Denekamp (1741),
wordt burger van Oldenzaal 19-1-1742 (geboortig van Denekamp),
weduwnaar, uit Oldenzaal (1762),
burgemr. van Oldenzaal (1762),
otr./tr. 1o Oldenzaal geref. 1741
Fenna (Venne) Margarita Huiskes, ged. Oldenzaal 6-8-1713, beg. Oldenzaal 27-2-1746 (Hendr. Jan Palthe S(ijn) Vr(ouw), beluid ƒ 1,14,0), afkomstig uit Oldenzaal (1741),
dr. van Rein Huiskes en Margarita Rehorst,
otr./tr. 2o Oldenzaal geref. 31-7-1762,
otr./tr. 2o Uelsen 1/29-8-1762[846].
Hendrina Nijhoff, geb. 1696, ovl. Oldenzaal 23-3-1787, wed. van Gerrit Andreas Muilvoor(d)t,
dr. van Derk Nijhof, borgemeester.
Wed. Huiskes en schoonzoon H.J. Palthe, dienstbode Geertruid, vermeld volkstelling van ambt en stad Oldenzaal (1748). [847]
Uit het eerste huwelijk:[848]
-
aa. Johanna Margareta Palthe, ged. Oldenzaal 2-2-1746, mogelijk identiek met
NN Palthe, beg. Oldenzaal 27-9-1747 (J.H. Palthe s(ijn) k(ind), beluid ƒ 1,14,0).
-
5. NN Palthe, geb. 1702-1726, tr.[849]
Jan Crull (Krul), geb. Uelsen ca. 1691, ovl. Uelsen ca. 1730,[850]
volgens Ref. [851] burgemr. van Uelsen,
doch dat is mogelijk eerder zijn vader Jan Krul, burgemeester en ouderling te Uelsen.
Uit zijn tweede huwelijk:[852].
-
8. Ds. Jan Arend Palthe, ged. geref. Denekamp 2-11-1727, ovl. Nieuw-Leusen 7-3-1803, ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Lingen jan. 1746,[853]
ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Groningen 14-9-1748,[854]
"Candidaat der Hl. Godsgeleerdheit van Denekamp" (1754),[855]
predikant eerst te Nieuw-Leusen, dan te Oldenzaal (1754-),
tr. Uelsen 3-12-1753
J(oh)anna Mulder, geb. Uelsen, ovl. Nieuw-Leusen 15-7-1791, dr. van Derk Mulder en Aleida ten Busche.
Hieruit verder nageslacht bekend (6 kinderen geboren te Nieuw-Leusen 1754-1767).
|
Ds. Jan Arend Palthe (1727-1803). [856]
|
Palthe huis te Oldenzaal.
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
"In 1754 werd Jan Arend Palthe uit Oldenzaal tot dominee in Nieuwleusen benoemd. Tijdens zijn bijna vijftigjarige predikantschap verwierf hij hier belangrijke bezittingen, die in de familie bleven tot in 1928. Toen overleed Gulia Palthe, de laatste van deze tak van de familie.
Tot de bezittingen van de familie Palthe behoorde o.a. het Palthebos: weilanden omgeven door lanenstelsels. De familie Palthe was van oorsprong een predikantengeslacht uit Twente. Men woonde 's zomers in Nieuwleusen en 's winters in Oldenzaal. Gulia Palthe was de laatste van haar tak van de familie. Ze heeft veel goeds voor de gemeenschap van Nieuwleusen gedaan door schenkingen aan bijvoorbeeld het Groene Kruis en de muziekverenigingen. Wanneer ze weer naar Nieuwleusen kwam, werd ze met muziek van de tram gehaald en in optocht naar haar huisje gereden. Dat stond ongeveer op de huidige oprijlaan naar het museum.
Na haar overlijden bleek dat ze de meeste boerderijen die zij hier bezat bij testament aan de pachters had vermaakt. Haar huisje in Nieuwleusen en het er achter gelegen Palthebos vermaakte ze aan de Hervormde Kerk. Helaas is het huisje vanwege de slechte staat in de jaren 60 afgebroken, maar gelukkig zijn er nog foto's bewaard gebleven waarop te zien is hoe het was."
[857]
Uit dit huwelijk 6 kinderen geboren te Nieuw-Leusen 1754-1767.
-
9. J(oh)anna Palthe, ged. geref. Denekamp 18-2-1731 ("Anthoni Palthe de borgemeester zijn dochter Johanna"), ovl. Denekamp 14-9-1790, tr.
Evert Weernink, geb. Gildehaus, ovl. vóór 1790.
-
g. Catrina Palthe, geb. (1708?) (geen doop te Denekamp gevonden).
COMMENTAAR(¥)
Wie is :
wed. secr. Palthe, vermeld in de Volkstelling schiltvierendeel Ootmarsum stad
(1748). [858]
|
422. DERCK CAREL BRIX, zoon van Nicolaes Brix, burgemeester te Gronouw (1678),
otr./tr. Ootmarsum geref. 10-3/15-4-1678[859]
[860]
423. ANNA SOPHIA STAVERMAN, geb. vóór ca.1653, lidmate te Ootmarsum 11-6-1671,
"doghter van Sal. Burgemr. Egbert Staverman tot Ootm." (1674),
nagelaten wed. van sal. capit. lieut. Gewin tot Ootmarsum (1678),
otr./tr. 1o Ootmarsum geref. 19/21-7-1674[861]
[862]
HANS CHRISTOFFEL (CHRISTOPHER) GEWIN, ged. Merseburg (Sancti Maximikerk) 13-10-1644, ovl. 1674-1676 (volgens familieoverlevering gevallen in een duel), de "Erentfesten en Manhaften Hans Christopher Gewin Onder't Regiment Dragonders van de Heer Overst Berlips Welbestelter Lieut.n" (1674),
kapitein-luitenant der dragonders in het regiment von Berlepsch,
kwam tijdens de oorlog van 1672 naar Overijssel,[863]
zn. van George Gewin, rechter te Merseburg, en van Maria Benigna,
tr. 3o [864]
HELMICH STENVERS, burgemeester van Gronau.
Op 4-11-1676 wordt in het raadsprotocol van
Ootmarsum melding gemaakt van
een legaat van Aegte van Bevervoorden aan hare nicht
Anna Sophia Staverman, wed. zal. Lieutenant Gewin.
[865]
Uit haar derde huwelijk (Stenvers-Staverman) (o.a.?):[866]
-
a. Herman Stenvers, tr. 1o [867]
Geertruit Hanselaer, tr. 2o Zwolle 21-11-1735[868]
Johanna Geertruit Schukking, geb./ged. Hardenberg 6/11-12-1712, beg. Zwolle 10-6-1785, wed. van Gerrit Schuirman,
dr. van Ds. Anthony Schukking, predikant te Hardenberg, en Maria van Laer.
Uit haar eerste huwelijk (Gewin-Staverman) (o.a.?):[869]
-
a. Joan Christoffer Gewin, geb. 1674-1678, ovl. na 1743, beg. Delden, markenrichter te Hasselo, rentmr. van het kapittel van Oldenzaal,
keurnoot te Delden,
wijnkoper te Delden,
tr. Delden 23-4-1699[870]
Maria Lentelinck, geb. Delden 30-9-1671, ovl. Delden 20-10-l743, dr. van Johan Lentelinck.
vul aan NL 52(1934)105 en Wap. 1(1897)69
Uit dit huwelijk (o.a.?):[871]
-
1. Co(e)nraad Gewin, ged. geref. Delden 2-9-1706, ovl. Delden kort voor 24-8-1767, beg. Delden, ingeschreven als leerling der latijnsche school te Lingen 12-2-1716,[872]
ingeschreven als student aan De Illustre School te Deventer 10-2-1723,[873]
wijnkooper te Delden, burgemeester van Delden van 1749 tot zijn overliiden
in 1767, schepen van Delden, ouderling 1732 en sedert 1746
president-ouderling der Herv. Kerk,[874]
vermeld met vrouw en 1 dienstmeid in de Volkstelling Delden (1748),
otr. Delden geref. 16-9-1747 (attestatie verleend naar Gilhuijsen 2-10-1747),
tr. Gildehaus Oct. 1747[875]
Elisabeth Werninck, geb. Gildehaus 7-2-1720, ovl. Delden 1761 of 1762, beg. Delden, dr. van Lambert Evertsz Werninck en Henrica Brix (zie kw. nr. ⇒ 210 ).
Na den dood van Coenraad Gewin werden door de
Raad van Delden voogden over hun minderjarige
kinderen benoemd Burgemeester Gabriel Weerman en den predikant Christianus Lubertus Hagen
te Hengelo.
De staat van inventaris, inhoudende eene specificatie
van alle meubelen, huisraad, kleederen en linnengoed,
sieraden enz. werd op 28-1-1768 afgesloten. Hij bevat
voorts eene omschrijving van de onroerende goederen
en vermeldt het Erve Binnenveld en verder
een derde aandeel in het goed
Warmtink en daarbij gelegen boerenplaatsen, een achtste
deel in verschillende weilanden te Delden, voorts zijn
woonhuis met daarbij gelegen huisje en hof en eenige
landerijen onder Delden en Gildehaus, zoomede in medeeigendom
met de Wed. Hagen te Hengelo verschillende
landerijen en eene keuterplaats te Getelo in het kerspel
Uelsen, 't Hagen genaamd. Aan contanten was aanwezig
een bedrag van ƒ 267. --, aan obligatien en handschriften
f 6960.-, aan boekschulden sc. boekvorderingen ƒ 7570.-,
aan wijnen in de vaten met gereedschap ƒ 6600.-. [876]
-
aa. Maria Gewin, ged. geref. Delden 20-7-1749, ovl. jong.
-
bb. Jan Christoffel (Christoffer) Gewin, geb. geref. Delden 14-11-1751, eigenaar van het erve Warmtink,
lakenkooper te Amsterdam, raad van Amsterdam 1796/97,
lid van het Comite van Algemeen Welzijn, regent van
het Oude Mannnenhuis van 1797 tot zijn overlijden in 1808,[878]
doopget. (1799),
otr./tr. Amsterdam geref. 28-1-1777[879]
Maria van der Port, geb./ged. 6/10-3-1754 geref. Amsterdam NoorderK. (get. Jan Mijnsen en Rachel Maria Schoemaker), ovl. Amsterdam 28-4-1816, doopget. (1799),
verwerft als wed. van Christoffel Gewin op 22-6-1810 de helft van de boerenhofstede genaamd Zeldenrust met derzelver huizinge gemerkt nr 117, stallingen, hooibergen, schuur en verdere getimmerten, erf, grond en werf, mitsgaders wei- en hooiland nabij Abcoude in de Waardasacker polder,[880]
dr. van Jacob van der Port en Johanna Schoemaker.
zie NL voor veel meer over hem.
Jan Christoffel Gewin kwam op
16 jarigen leeftijd onder de voogdij van zijne momberen
Burgemeester Gabriel Weerman en den predikant Hagen
te Hengelo, die op 28-7-1773 voor den Magistraat van
Delden in een "noodgericht" rekening en verantwoording
van hun beheer deden. De ontvangsten bedroegen
in totaal ƒ 11927,14,13, de uitgaven ƒ 11410,-,9,
waaronder een post van f. 296,-,10 voor het huishouden
en loon van dienstboden en een bedrag van
f 566,17 voor reparaties aan huizen en boerderijen was
inbegrepen, zoomede een post van ƒ 3700,- voor
den aankoop van het Erve de Elst met de keuterplaatsen
nabij het Warmtink op 9-2-1770, en eene som
van ƒ 2800,- ter belegging in obligaties, terwijl het
restant ad ƒ 617,6,13 werd verklaard in kas te zijn bij
de Juffr. Gewin, tantes van de minderjarigen. [881]
Naar aanleiding van een verzoek van laatstgenoemden
aan de Ridderschap en Steden van Overijssel tot meerderjarigverklaring
"om den grooten handel in lakenstoffen
enz. van hare moeyen Juffrouwen Gewin wonende tot
Amsterdam van deze laatsten te mogen overnemen",
werd op 13-10-1774 door den Magistraat van Delden
in een noodgericht in behandeling genomen de navolgende
verklaring : "Jan Christoffel Gewin en zijne
Zuster Maria Gewin, kinderen van wijlen Burgemeester
Coenraad Gewin en Juffrouw Elisabeth Werninck, geven
met alle verschuldigde Eerbied aan Uweledelen Agtbaren
te kennen, hoe dat zij op den 24-3-1774
van hun Ed. mogende Ridderschap en Steeden, de
Staten der Provincie Overijssel veniam aetatis hebben
verzogt en geobtineerd, om Redenen bij Requeste vermeld,
etc. wijders hebben zij ondergeteekenden de
Eere hiermee Heeren Voogden den Edelen Agtbaren
Heer Gabriel Weerman en den Weleerwaarden Heer
Christianus Lubbertus Hagen, Praedicant te Hengelo,
te bedanken voor hun Weledele zeer goede administratie
en voogdijschap, houdende zij onderget. in volle
waarde de rekening, die hun Edele op den 28-7-1773 voor desen Edelen Agtbaren gerechte hebben gedaan,
om reden, dat sedert dien tijd door de voogden
niets is ontfangen of uitgegeven. Actum Delden den 4-10-1774. Get.
Jan Christoffel Gewin, Amsteldam den
8-10-1774, Maria Gewin.[882]
Op 1-4-1774
verkoopt Barend Wijnveld aan Jan Christoffel Gewin,
en Maria Gewin,
een huis en erf, waar Het Beemster Varken in de gevel staat, in de Sint Nicolaasstraat (ZZ circa in het midden te Amsterdam.
[883]
Op 21-2-1781
verkopen de erven van vrouwe Cornelia Pauw, wed. van heer Coenraad van Heemskerk aan Jan Christoffel Gewin,
een huis en erf op de Oudezijds Achterburgwal tussen Koestraat en Bethaniënstraat te Amsterdam.
[884]
In 1794 verkrijgt Jan Christoffel Gewin
in condominium met zijne zuster (Maria Gewin)
door erfenis van zijn oom den Kammerdirektor
en Rentmeister van den Graaf van Bentheim te
Schüttorf Everhard Werninck en diens vrouw Amelia Christine Kerkering verschillende in Schüttorf gelegen
onroerende goederen.[885]
-
aaa. Coenraad Gewin, ged. geref. Amsterdam Nieuwezijdskapel 7-11-1777 (get. Jacob van der Port en Maria Gewin), ovl. Oosterbeek 25-4-1831, ingeschreven als student geneeskunde aan de Universiteit van Utrecht 13-9-1797,[886]
j.m. wonend te Delden (1798),
Nieuwehaven (1801..1807) en Hoogstraat (1808) te Rotterdam,
otr. Amsterdam geref. 24-8-1798 ,
otr./tr. (stadstrouw) Rotterdam 29-8/9-9-1798 (met attestatie)
Anna Maria Ledeboer, ged. geref. Rotterdam 27-4-1783 (get. Bernardus Ledeboer en Anna Sibilla Lippinkhof), ovl. na 1831, j.d. wonend te Rotterdam (1798),
dr. van Hieronymus Ledeboer en Adriana Drost.
-
aaaa. Maria Gewin, geb./ged. geref. Amsterdam Oude K. 12/26-7-1799 (get. Jan Christoffel Gewin en Maria Gewin geboren van der Port).
-
bbbb. Adriana Gewin, geb./ged. geref. Rotterdam Zuiderkerk 17-10-1801 (get. Hieronymus Ledeboer en Adriana Drost).
-
cccc. NN Gewin, beg. Rotterdam Grote Kerk 3-2-1803 (kind van Coenraad Gewin), mogelijk bovenstaande Maria of Adriana.
-
dddd. Adriana Hieronyma Gewin, geb./ged. geref. Rotterdam Zuiderkerk 25-1/19-2-1804 (get. Hieronymus Ledeboer en Adriana Drost), ovl./beg. Rotterdam Grote kerk 27/30-3-1804.
-
eeee. Elisabeth Gewin, geb./ged. geref. Rotterdam 3-4/12-5-1805, ovl. Echteld 5-10-1844, tr. Rotterdam 2-11-1831
Ds. Jo(h)annes Repelius, geb. Echteld 1804/05, ovl. Echteld 4-7-1853, volgt het gymnasium te Tiel,
ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Utrecht 30-6-1823 ("Probatus testimonio Rectoris Gymnasii Tilani 28-6-1823."),[887]
predikant (1834..1853),
zn. van Ds. Franciscus Hermanus Repelius, predikant, en Maria Evermoed Van Den Ende.
Hij hertr. 1844-1851 Christina Henrietta Diederika Ballot.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaaa. Franciscus Hermanus Repelius, geb. Eck en Wiel 30-1-1834, ovl. Eck en Wiel 7-10-1834.
-
bbbbb. Ds. Franciscus Hermanus Repelius, geb. Eck en Wiel 1834/35, ovl. Lochem 16-10-1889, ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Utrecht 8-7-1853,[888]
emeritus-predikant (1889),
tr.
Sophia Barbera van der Willigen, ovl. vóór 1889. Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
ccccc. Anne Marinus Repelius, geb. Eck en Wiel 1836/37, ovl. Velp 12-3-1907, ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Utrecht 8-7-1853,[889]
legt het groot ambtenaarsexamen, het eindexamen van de Nederlandsch-Indische administratieve dienst, af in Nederland in 1867,
assistent-resident (titulair, benoemd 26-7-1881 in kommissie voor de koffie kultuur bij het Departement van Binnenlandsch Bestuur te NOI (1881-1890),
assistent-resident (titulair, benoemd 1-8-1890 voor de koffie kultuur op Java en Madoera (1890),
vermeld als gepensioneerd assistent-resident (1898),
woont te Magettan (1869-1870), Karang-Anjer (1871), Tjiandjoer (1875-1874), Semarang (1879), 's-Gravenhage (1898).[890]
[891]
[892]
-
ddddd. Johannes Hermanus Repelius, geb. Echteld 1837/38, ovl. Echteld 4-9-1841 (oud 3 jaar).
-
eeeee. Johanna Cornelia Petronella Repelius, geb. Echteld 1840, ovl. Amsterdam 5-9-1840 (oud 3 maanden).
-
fffff. Adriana Maria Theodora Repelius, geb. Echteld 1844, ovl. Velp 5-2-1912, tr. Utrecht 12-4-1866
Ds. Everardus Hendrikus van Leeuwen, geb. Zaltbommel 1832/33, ovl. na 1912, predikant,
zn. van Jacob van Leeuwen en Adriana Jorissen.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
ffff. Hieronijmus Ledeboer Gewin, geb./ged. geref. Rotterdam 16-2/22-3-1807 (get. Hieronymus Ledeboer en Adriana Drost), ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Utrecht 12-8-1825 ("Probatus testimonio Vin Cl. A. van Goudoever."),[893]
ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 11-5-1832.[894]
-
gggg. Jan Christoffel Gewin, geb./ged. geref. Rotterdam 29-9/23-10-1808 (get. Hieronijmus Ledeboer), ovl. Delden Stad 10-10-1887, ingeschreven als student geneeskunde aan de Universiteit van Leiden 13-12-1827,[895]
particulier (1834),
tr. Huissen 19-11-1834
Justine Johanna Petronella van der Schooren, geb. Zutphen 24-4-1802, ovl. Huissen 13-6-1840, dr. van Joh. Vincent van der Schooren en Susanna Simonette van Wijck.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaaa. Marinus Gewin, geb. Huissen (Gl) 6-3-1839, ovl. Delden 1883, geneesheer (1876),
tr. 1o Delden Stad 2-9-1868
Anna Sara Salm, geb. Amsterdam 1841/42, ovl. Delden 1870, dr. van Hendrik Salm en Margaretha Stenvers,
tr. 2o Vorden 17-8-1876
Berendina Antonia Mellink, geb. Vorden 12-1-1843, ovl. Delden 1918, dr. van Jan Willem Mellink en Maria Sophia Gallee.
Uit zijn beide huwelijken nageslacht.
-
hhhh. Adrianus Marinus Gewin, geb. Rotterdam 9-7-1810, ovl. Ruurlo 4-5-1872, tr. Vught 13-11-1834
Johanna Jacoba Maria van Galen, geb. 's-Hertogenbosch 20-3-1814, ovl. na 1872, dr. van Aldert van Galen en Anna Antonia Emilia van Heum.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaaa. Aldert Anna Anthonius Emilius Gewin, geb. Alfen 1836/37, ovl. Vlissingen 21-3-1905, tweede luitenant (benoemd 10-6-1861) en majoor (benoemd 7-5-1881) der Infanterie,
woont als gepensioneerd majoor te Vlissingen (1898),[896]
tr. Vlissingen 8-9-1888
Johanna Wilhelmina Adriana Vader, geb. Wissenkerke 1844/45, ovl. Vlissingen 27-4-1923, dr. van Abraham Catharinus Vader en Sara Pieterse.
-
bbbbb. Johanna Jacoba Maria Gewin, geb. Alphen 1838/39, ovl. Hattem 26-3-1880.
-
ccccc. Bernard Gewin, geb. Arnhem 1839/40, ovl. Hengelo 31-12-1874.
-
ddddd. Adrianus Marius Gewin, geb. Alphen 1843/44, chef de bureau (1879),
tr. Tiel 10-4-1879
Catharina Blom, geb. Tiel 1847/48, dr. van Dirk Blom, beambte op een secretarie, en Grietje Verweij.
-
eeeee. Johanna Cornelia Petronella Gewin, geb. Alfen 1846/47, tr. Hengelo 10-9-1886
Derk Antonij Denzler, geb. Hummelo en Keppel 1851/52, huisknecht (1886), landbouwer (1912..1919)
zn. van Willem Johannes Denzler, schoenmaker, en Cornelia Geertruida Maassen.
-
fffff. Louise Ernestine Maria Gewin, geb. Alphen 1848/49, tr. Hengelo 11-5-1876
Jacobus Andreas Lodewijk Millies, geb./ged. Leiden Lutherse kerk (prive) 30-1/6-2-1808 (get. Johanna Lugard), student geneeskunde aan het Atheneum Illustre te Amsterdam (1828),[897]
geneesheer (1876),
wednr. van Sara Hendrika Zijtsema,
zn. van Jacobus Millies en Anne Bornet.
-
iiii. Bernardus Gewin, geb. Rotterdam 21-5-1812, ovl. Utrecht 11-3-1873, ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Leiden 16-1-1830,[898]
predikant te Oosterland,
tr. 1o Oosterland 25-8-1842
Louisa Ernestina Maria Schutter, geb. Oosterland 29-10-1805, partikuliere (1842),
dr. van Everhard Egidius Schutter, burgemeester en Cara Liens,
tr. 2o
Cornelia Margaretha van Weede, geb. 1808/09, ovl. Utrecht 13-8-1870, dr. van Everard van Weede van Dijkveld en Cornelia Maria van Lennip.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaaa. Everard Egidius Gewin, geb. Oosterland 22-9-1843, ovl. Utrecht 26-7-1909, ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Utrecht 29-9-1864 ("Examen admissionis subiit"),[899]
tr. Zeist 20-7-1871
Albertine Christine van Woensel Kooij, geb. Amsterdam 1843/44, ovl. Utrecht 7-4-1913, dr. van Joannes Kooij Jr. en Albertine Christine van Rossum.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
bbbbb. Anna Maria Gewin, geb. Oosterland 14-12-1844, ovl. na 1893, woont in 1904 als A.M. Gewin, wed. van L.H.F. Creutzberg te Kediri (NOI).
tr. Utrecht 28-9-1871
Ds. Lodewijk Hendrik Frederik Creutzberg, geb. Horssen 1830, ovl. Arnhem 29-4-1893, ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Utrecht 11-9-1848,[900]
wednr. van Wilhelmina Gerardina de Borst Verdoorn (1871),
predikant (1893),
zn. van Ds. Lodewijk Gerard Theodoor Creutzberg, predikant, en Wilhelmina Sophia Charlotte Korten.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
aaaaaa) Wilhelmina Sophia Charlotte Creutzberg, geb. Zeist 1872/73, tr. Hoogland 4-1-1894
Franciscus de Munnik, geb. Haarlem 1864/65, zn. van Antonie de Munnik en Helena Margaretha den Ouden.
bbbbbb) Louise Ernestine Maria Creutzberg, geb. Woudenberg 1875/76, tr. Bussum 27-12-1905
Hendrik Arie Leenmans, geb. Slochteren 1875/76, leraar (1905),
zn. van Ds. Hendrik Arie Leenmans, predikant, en Grietje Botma.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
Margaretha Leenmans, kinderpsychiater, dichteres onder het pseudonym Vasalis.
cccccc) Bernard(us) Creutzberg, geb. Woudenberg 9-6-1878, ovl. Arnhem 26-8-1904 (ongehuwd), hoofdcommies (1878).
dddddd) Dr. Karel Frederik Creutzberg, geb. Woudenberg 18-12-1879, promoveert op 19-1-1904 in de rechten aan de Universiteit van Utrecht op een dissertatie getiteld "Misdrijf en overtreding",[901]
tr. Utrecht 12-3-1904
Helene Margaretha Rijk, geb. Arnhem 1879/80, dr. van Peter Engelbrecht Rijk en Johanna Helena Wansleben.
eeeeee) Everard Egidius Creutzberg, geb. Woudenberg 4-8-1883.
-
aaaaa. Clara Gewin, geb. Oosterland 4-2-1848, ovl. Rotterdam 29-9-1889, tr. Utrecht 28-5-1874
Frederic Adolph Hoefer, geb. Sittard 1849/50, zn. van Peter Jacob Gustaf Hoefer en Frederica Jacobina Catharina Hieff.
-
jjjj. Johanna Cornelia Petronella Gewin, geb. Rotterdam 30-10-1815, ovl. Utrecht 24-3-1886 (ongehuwd).
-
bbb. Jacob van der Port Gewin, ged. geref. Amsterdam NoorderK. 20-12-1778 (get. Jacob van der Port en Anna Margaretha van der Port), beg. Amsterdam NoorderK. 22-1-1782.
-
ccc. Samuel Gewin, ged. geref. Amsterdam Oude K. 5-6-1789 (get. de vader), beg. Amsterdam NoorderK. 21-12-1792.
-
ddd. Johanna Maria Gewin, geb./ged. geref. Amsterdam Oude K. 18-7-1790/20-8-1790 (get. de vader), ovl. Amsterdam 14-12-1831
tr. Amsterdam 29-3-1812[902]
Cornelis Pieter Thierens, geb. Naarden 29-8-1787, ovl. Amsterdam 30-11-1864, apotheker te Amsterdam (1848, 1851),
woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Cornelis Pieter Thierens, apotheker, gehuwd, NH, (geb. Naarden 29-8-1787) op het Singel te Amsterdam,
zn. van Jacobus Thierens en Cornelia Petronella Pronckert.
Hij hertr. Amsterdam 16-1-1833 Susanna Petronella Chevalier.
Uit dit huwelijk (behalve 6 jong-overleden kinderen):[903]
-
aaaa. Dr. Jacobus Thierens, geb. Amsterdam 30-4-1813, ovl. Amsterdam 15-5-1849, ingeschreven als student geneeskunde aan de Universiteit van Leiden 17-5-1831 ("Jacobus Thierens", Amstelodamensis, 18 (jaar)"),[904]
promoveert aldaar op 18-1-1838 cum laude in de geneeskunde op een dissertatie getiteld de Auro,[905]
geneesheer te Amsterdam,
tr. Amsterdam 21-12-1848[906]
Anna Margaretha Hachtman, geb. Amsterdam 16-4-1818, ovl. Leeuwarden 2-12-1871, woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Anna Margaretha Hachtman, weduwe, Evangelisch-Luthers, (geb. Amsterdam 16-4-1819 (sic!)) op de Herengracht en op de Leliegrachtte Amsterdam,
dr. van Jan Baptist Hachtman en Anna Margaretha Klein.
Hieruit 1 jong-overleden kind.
-
bbbb. Johanna Maria Thierens, geb. Amsterdam 13-4-1822, ovl. Amsterdam 12-6-1902, woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Johanna Maria Thierens, ongehuwd, NH, (geb. Amsterdam 13-4-1823 (sic!)) op het Singel te Amsterdam,
-
cccc. Cornelia Petronella Thierens, geb. Amsterdam 4-2-1825, ovl. Amsterdam 12-11-1902, woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Cornelia Petronella Thierens, ongehuwd, NH, (geb. Amsterdam 2-2-1825 (sic!)) op het Singel te Amsterdam.
-
dddd. Cornelis Pieter Thierens, geb. Naarden 2-5-1828, ovl. Amsterdam 28-3-1858, woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Cornelis Pieter Thierens, ongehuwd, NH, (geb. Amsterdam (sic!) 2-5-1828 ) op het Singel te Amsterdam.
-
cc. Lambertus Gewin, ged. geref. Delden 28-10-1753, ovl. jong.
-
dd. Maria Gewin, ged. geref. Delden 5-10-1755, ovl. Amsterdam 11-3-1814, vertrokt in 1773 met haar broeder Jan Christoffel Gewin naar Amsterdam,
woonde later weer eenigen tijd in Delden,
doopget. te Amsterdam (1777).
In 1791 koopt Maria Gewin een huis en erf in de
Sint Jansstraat, zuidzijde.
[907]
Op 3-3-1791
verkopen de erven van Geesje de Ruijter, wed. van Engelbert Elffers aan Maria Gewin,
een huis, achterhuis en erven in de Sint Jansstraat (ZZ) circa in het midden te Amsterdam.
[908]
Uit haar tweede huwelijk (Brix-Staverman):[909]
-
a. Derk Brix, ovl. 6-8-1728, woont te Gronau.
-
b. Hendrika Brix, (=kw. nr. 211).
424. LAURENS LASONDER, geb. Enschede 1680-1690, ovl. (kort) voor 1737(¥), grutter [910]
, gemeensman (1708) [911]
,
woonde te Enschede Stad,
tr. Enschede voor 1708[912]
425. JUDITH STROINK, geb. Enschede 1681, ovl. Enschede 1737-1751 (kort voor 1751?), na 1764 [913]
,[914]
woont (1748) in de Langestraat te Enschede als wed. Lasonder met haar
zoon Engbert Lasonder [915].
COMMENTAAR(¥)
vul aan lb. 671.
|
|
Wapen Stroink : In zilver drie gegolfde blauwe fazen. Helmteken :
een blauw zilveren vlucht. Dekkleden : zilver en blauw.
Dit wapen komt voor op een zegel van Johan Strodinck, keurnoot
in 1420. Diens relatie tot de hier beschreven familie is onbekend.
Jurriaan Stroink,
(zn. van Hermannus Stroink, zie kw. nr. ⇒ 77 0 sub a)
voerde als wapen :
In zilver een rode keper, vergezeld van drie vijfbladige rode rozen
met groen gebladerde
stelen naar boven. Helmteken : een roos van het schild,
met steel naar beneden, tussen een vlucht
[916]
[917]
|
Richterambt Enschede, buurschap Lonneker : een tiende ter Hole to Loninghe.
23-4-1726 : Judith Stroink na de dood van haar vader Jan Stroink die deze tiende op 23-7-1714 had gekocht. Hulder haar man Laurens Lasonder.
23-3-1737 : Judith Stroink met ledige hand. Hulder Derk Rampen, boekdrukker te Zwolle, na de dood van Judiths man Laurens Lasonder.
21-4-1751 : Ursela Lazonder na de dood van haar moeder Judith Stroijnk, wed. van Laurens Lasonder. Hulder haar man Hendrik ten Kate.
19-3-1781 : Herman ten Cate na de dood an zijn moeder Ursula Lasonder.[918]
Verdere vermeldingen Lasonder waarvan hetverband met bovenstaande kwartieren nog niet duidelijk is :
Richterambt Enschede, buurschap Enscheder Esch , het halve erve de Horst, gelegen in de karspel Enschede in de Eschmarkt :
10-11-1710 : Henrick Steenbergen als gemachtigde van de erfgenamen van Albert Rodink.
1-9-1728 : Albert Lasonder, na de dood van Hendrik Steenbergen.
(Het erve ende goed de Horst in de haaresch, gerigte Enschede gelegen)
26-5-1764 : Hermen op de Horst Hermenzn, na de dood van Albert Lasonder,
die leendrager van dit goed was geweest.[919]
Richterambt Enschede, buurschap Enscheder Esch , die Mate ende Horst ende Schurinck die gelegen zijn in den kerspell van Enschede:
19-1-1777 : Geesken Mensinck, wed. van Jan Schukking, die hertr. was met
Jannes Kwekkeboom, na opdracht door haar schoonzoon Gerrit Lasonder en
zoon van Geertruijd Schukking, enige dr. en erfgenaam van genoemde
Jan Schukking, alles na herstel van de verzuimen van hulder
Hendrik Swiers.[920]
Richterambt Delden, buurschap Woolde : drie vierde parten van de erven Langdaers genaamd, gelegen in het gericht van Delden, buurschap Woolde :
25-2-1771 : J.W. Cramer, die dit goed samen met Benjamin Blijdenstein en
J.B. Lasonder had gekocht na opdracht door Ernst Herman baron van Delwick tot Nieuborgh.[921]
idem het vierde part :
10-2-1771 : Jan Willem Cramer, richter van Delden, die dit part op 14-6-1771 samen
met Benjamin Blijdenstein en Jan Berend Lasonder had gekocht van
O.E. van Hoevel to Haagenhoeven, namens diens vader de heer
Hoevel tot Wesevelt.[922]
Uit het huwelijk (Lasonder-Stroink) geboren te Enschede :[923]
[924]
-
a. Fenne(ken) Lasonder(¥), geb. Enschede Stad 1700-1709, ovl. Enschede Stad 13-12-1730, woonde te Enschede Stad,
tr. vóór 1727[925]
Andries van Goch, geb. 1686-1707, woonde te Enschede Stad.
COMMENTAAR(¥)
Volgens Mr. Walkate zou er geen dochter Fenne geweest zijn, maar een Judith.
|
-
1. Margaretha van Goch, ged. Enschede Stad 9-4-1727, ovl. vóór 1797, tr.[927]
Gerrit Planten, geb. 1710-1726, ovl. 1804, woonde te Enschede Stad,
zn. van Hermanus (Harmen) Planten, chirurgijn, en Hermina Bekker.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
2. Gerrit van Goch, ged. Enschede Stad 13-12-1730
-
b. Jan Lasonder, geb. Enschede Stad 1710-1713, ovl. Deventer november 1763, tr.[928]
[929]
Berendina Reiger, geb. Enschede Stad 1707-1717, ovl. na 1748, dr. van Claas Reiger en Aaltke Bussier.
-
1. Gerrit Jansz Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 7-3-1734, ovl. Enschede Stad 13-3-1814, korenmolenaar te Enschede Landgericht,
woonde te Enschede Landgericht,
dient een verzoek in bij de Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataafschen volks, "dat deszelfs zoon Laurens Gz. Lasonder van de Burgerwapening moge worden geëximeerd", welk verzoek wordt afgewezen (19-9-1799),[931]
tr. Enschede Stad 1764 zijn volle nicht[932]
Judith Lasonder, geb. Enschede Stad 31-12-1741, ovl. Enschede Stad 29-7-1812, dr. van Jurriaan Lasonder en Aaltje van Lochem (zie kw. nr. ⇒ 425 sub d)
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
2. Margreta Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 2-9-1736, ovl. Enschede Stad 11-4-1768, tr. haar achterneef,[933]
Wolter Lasonder geb Enschede Stad 1712-1723, ovl. na 1774, koster te Enschede Stad,
woonde te Enschede Stad,
zn. van Barthold Lasonder, koster, en Margaretha Matthaei (zie kw. nr. ⇒ 849 sub b).
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
3. Laurens Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 26-10-1738, ovl. Enschede Stad 17-6-1808, grutter te Enschede Stad,
woonde te Enschede Stad,
tr.[934]
Fenna Margaretha Ottenhof, ged. geref. Enschede Stad 11-6-1736, ovl Enschede Stad 2-4-1813, dr. van Egbert Ottenhof en Janna Tegeler.
-
aa. Bernardus Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 19-5-1757, ovl. vóór 1776.
-
bb. Johanna Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 23-4-1758, ovl. na 1795.
-
cc. Egbert Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 25-3-1761, ovl. vóór 1765.
-
dd. Berendina Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 11-4-1762, ovl. na 1795.
-
ee. Egbert Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 21-10-1764, ovl. Enschede Stad 18-7-1828, tr. Gronau 20-4-1791[936]
grutter te Enschede Stad,
Janna Pennink, ged. geref. Enschede Stad 7-10-1759, beg. Hengelo (O) 30-3-1830, dr. van Hendrik Pennink, procurator en gemeensman, en Gesina Bekker (zie kw. nr. ⇒ 427 sub b).
-
aaa. Janna Margaretha Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 30-1-1792, tr. Enschede Stad 8-11-1817[938]
Egbert Heymerik van Hoeclum, geb. Elburg 1791-1793, ovl. Elburg 20-9-1829
-
bbb. Hendrik Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 12-2-1794, ovl. 22-12-1817, tr. 14-9-1813[939]
Wemmerina Thummius, ged. geref. Enschede Stad 1-2-1796, ovl. 28-5-1828, dr. van Jean Theodoor Christiaan Thummius en Susanna Jacoba de Velouw.
-
ccc. Laurens Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 17-9-1796, ovl. jong?
-
ddd. Laurens Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 16-3-1799, ovl. jong?
-
eee. Laurens Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 13-4-1802, ovl. Groenlo 15-4-1879, ingeschreven als student aan de Universiteit van Groningen 22-9-1823,[940]
tr. 1o Enschede Stad 27-5-1829[941]
Anna Aleida Abbink, geb. Groenlo 1784-1814, ovl. Groenlo 12-2-1834, dr. van Lambertus Hermanus Abbink en Isabella Maria Roelvink.
tr. 2o Enschede Stad 6-7-1836[942]
Wilhelmina Margaretha Cat Smits, geb. Enschede Stad 22-3-1813, ovl. 1-7-1888
dr. van Gerrit Smits en Elisabeth Scholten.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
ff. Hermannus Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 6-4-1766, ovl. vóór 1785.
-
gg. Hermanna Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 7-6-1767, ovl. na 1820 voor 1830.
-
hh. Laurens Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 12-5-1769, ovl. in 1769.
-
ii. Aleida Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 20-2-1771.
-
jj. Laurens Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 24-1-1773, ovl. vóór 1792.
-
kk. Laurens Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 12-6-1774.
-
4. Jan Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 12-9-1741.
-
5. Judith Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 6-11-1743, ovl. vóór 1773, tr. Gronau 25-9-1763[943]
[944]
Gerrit Nijhof, geb. Enschede 1720-1722, ovl. Enschede na 1795, wednr. van Gesina ten Dam,
zn. van Sander Nijhof en Janna ten Hundveld.
Hij hertr. Gronau 4-7-1773 Maria Nijhof
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
6. Engbert Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 5-6-1746, ovl. vóór 1760.
-
7. Aaltjen Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 22-10-1747, ovl. jong?
-
8. Aaltje Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 26-12-1749, ovl. (Burg)Steinfurt na 1796, woonde te (Burg)Steinfurt
tr. (Burg)Steinfurt 21-8-1774[945]
Arnold Upman (Opmann), geb. 1719-1756, woonde te (Burg)Steinfurt.
-
9. Berendina Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 8-10-1752, ovl. na 1796, tr.[946]
Hendrik Wolterink, geb. 1740-1750, ovl. 1795-1800, blikslager te Enschede Stad,
Woonde te Enschede Stad.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
c. Ursula Lasonder, geb. Enschede Stad 1711-1715, ovl. Enschede 9-12-1779, tr. Enschede 17-5-1730[947]
[948]
Hendrik ten Kate, geb. Enschede 1698, ovl. Enschede Stad 17-2-1783, woonde te Enschede Stad,
zn. van Herman Abrams ten Cate en Aaltje van Lochem.
-
1. Aleida ten Cate, geb. Enschede Stad 29-5-1730.
-
2. Judith ten Cate, geb. Enschede Stad 25-3-1732, ovl. 1738.
-
3. Herman ten Cate, geb. Enschede Stad 13-8-1734, tr. Enschede Stad 5-2-1777 zijn volle nicht
Johanna Elisabeth Lasonder, geb. Enschede Stad 24-9-1747, ovl. Enschede Stad 5-4-1824, dr. van Jurriaan Lasonder en Aaltje van Lochem (zie kw. nr. ⇒ 425 sub d).
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
4. Judeken ten Cate, geb. Enschede Stad 4-8-1737, ovl. 1749.
-
d. Jurriaan Lasonder, geb. Enschede Stad 1711/12, ovl. Enschede na 1786, tr. Enschede Stad 1737[950]
Aaltje van Lochem, geb. Enschede Stad 1718, ovl. Enschede Stad 1779, dr. van Hendrik van Lochem en Johanna Quinkeler.
-
1. Laurens Lasonder, geb. Enschede Stad 20-4-1738, ovl. Enschede Stad 14-6-1802, linnenkoopman, provisor van de stadsarmen,
"trekker van den impost op de gebrande wateren over de Stad en het Gerichte van Enschede",
woonde te Enschede Stad,
tr. Gronau 14-3-1778[952]
, Enschede 14-3-1778[953]
,
Anna Bussier, geb. Enschede Stad 22-5-1732, ovl. Enschede Stad 18-10-1789, dr. van Jan Bussier en Anna Nijhof (zie kw. nr. ⇒ 428 ).
-
2. Hendrica Lasonder, geb. Enschede Stad 16--1739, ovl. Enschede Stad voor 1779.
-
3. Judith Lasonder, geb. Enschede Stad 31-12-1741, ovl. Enschede Stad 29-7-1812.
tr. Enschede Stad 1764 haar volle neef[954]
Gerrit Lasonder, ged. geref. Enschede Stad 7-3-1734, ovl. Enschede Stad 13-3-1814, korenmolenaar te Enschede Landgericht,
woonde te Enschede Landgericht,
zn. van Jan Lasonder en Berendina Reiger (zie kw. nr. ⇒ 425 sub b).
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
4. Johanna Elisabeth Lasonder, geb. Enschede Stad 24-9-1747, ovl. Enschede Stad 5-4-1824, tr. Enschede Stad 5-2-1777 haar volle neef
Herman ten Cate, geb. Enschede Stad 13-8-1734, zn. van Hendrik ten Cate en Ursula Lasonder (zie kw. nr. ⇒ 425 sub c).
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
e. Laurens Lasonder (alias Laeken), geb. Enschede Stad 1712-1716, ovl. Enschede 1755/56, brouwer,
tr. 1o Gronau 22-8-1734[955]
Jenneken Schipholt (Sciphout), geb. 1690-1716, ovl. 1738-1740, woonde te Eschmarke,
tr. 2o Losser geref. 12-7-1739 (beiden met attestatie van Enschede)
Catharina Jannink, geb. 1706-1723, dr. van Hendrik Jannink en Geertruidt Stenvers.[956]
Uit zijn eerste huwelijk (Lasonder-Schipholt)(¥):[957]
COMMENTAAR(¥)
Wat is het verband met:
Register der vermogende personen opgeschreven volgens notifijcatie van
H Edelmogend van den 15-4-1767 sulkx van 't dorp Losser:
Everadt Lasonder vrouw Gese dogter Gesijne 3 personen
(dogter Gesijne doorgehaald)
|
-
1. Jude Lasonder, geb. Enschede Stad 5-2-1735, ovl. 30-8-1805, tr. 1o [958]
Wander Ypkemeule, geb. 1721-1736, ovl. 1784, zn. van Gerrit Ypkemeule en Geertje ten Cate
tr. 2o Gronau 25-11-1785[959]
Jan Coster, geb. Gronau 1743-1765, zn. van Hendrik Coster.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
2. Aleida Lasonder, geb. Enschede Stad 6-2-1737, ovl. vóór 1756.
Uit zijn tweede huwelijk (Lasonder-Jannink):[960]
-
3. Jan Lasonder, geb. Enschede Stad 3-2-1740, ovl. Enschede Stad 17-4-1806, schepen te Enschede Stad,
woonde te Enschede Stad,
tr.[961]
Geertjen (= Geesken?) Gerritsen, geb. Eschmarke 15-1-1741, dr. van Hendrik Gerritsen en Harmken Boss.
-
4. Hendric Lasonder, geb. Enschede Stad 20-12-1741, ovl. jong?
-
5. Hendric Lasonder, geb. Enschede Stad 10-11-1742, woonde te Enschede Stad.
-
6. Aleida Lasonder, geb. Enschede Stad 20-6-1751.
-
f. Hermina (Willemina) Lasonder, geb. Enschede Stad 1722/23, ovl. Enschede 1-7-1796, woonde te Twente,
tr. 1745[962]
Gerrit Becker, geb. Enschede 1719, ovl. Enschede 10-4-1795, fabrikeur en postcommissaris van de postwagen naar Deventer,
zn. van Laurens Gerritsen Becker en Anna Margaretha Lasonder (zie kw. nr. ⇒ 426 sub d).
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
g. Engbert Lasonder (alias Jr.), ged. geref. Enschede Stad 4-8-1725, ovl. Enschede na 1797, (=kw. nr. 212).
426. LAURENS GERRITSEN BEKKER, geb. Enschede 1685-1695, ovl. Enschede 1758-1760, burgemeester te Enschede Stad,[963]
genoemd als borg (1720),
woont (1748) in de Langestraat te Enschede met zijn 3 dochters [964],
tr. ca 1714[965]
427. (ANNA) MARGARETHA LASONDER, geb. 1683-1690, ovl. Enschede voor 1748 (1749).
Op 10-9-1735 gaan Theodoor Pennink, Albert Laersonder, Rudolph Laersonder
en Joannes Linthuys jagen, en kopen te voren "een oortje jenever voor 4
stuivers bij Laurens Bekker" [966].
De erven van Laurens Bekker bezitten een grafsteen in de Grote Kerk van
Enschede (1768) [967].
Uit het huwelijk (Bekker-Lasonder):[968]
-
a. Geertruyt Bekker, ged. Enschede Stad 1710/1730, ovl. Enschede Stad 1760/1761.
-
b. Gesina Bekker, geb. 1718-1725, ovl. Enschede Stad 11-5-1802, woonde te Enschede Stad,
tr. 1o 1-10-1742[969]
Jan Diderik Stroink, geb. Enschede Stad 24-6-1708, ovl. vóór 1744, ingeschreven als student aan De Illustre School te Deventer 17-9-1725 ("Johannes Didericus Stroïnk, Enschede-Tubantinus"),[970]
rector der Latynse school,
zn. van Georgius Stroink en Aleida Margaretha Grotenhof (zie kw. nr. ⇒ 851 sub a),
tr. 2o Losser 21-1-1744 (met een attestatie van Enschede)
Hendrik Pennink, ged. Enschede Stad 28-3-1691, beg. Enschede Stad 10-11-1770, procurator en gemeensman (1724),
burgemeester te Losser (1744),
wednr. van Maria Catharina Pennink,
zn. van Hieronymus Pennink en Theodora Petereus.
Uit haar tweede huwelijk (Pennink-Bekker):[971]
-
1. Janna Pennink, ged. geref. Enschede Stad 4-11-1744.
-
2. Hieronymus Hendriksz Pennink, ged. (Enschede?) 31-10-1745, ovl. Ootmarsum 4-7-1830, afkomstig van Enschede (1786),
secretaris van Enschede (1786),
secretaris (1787..1789),
otr./tr. Ootmarsum geref. 3/26-11-1786
Alei(j)da Mechteld van Assen, ged. geref. Ootmarsum 20-6-1762, ovl. 1816/17, afkomstig van Ootmarsum (1786),
dr. van Jan van Assen en Gesina Staverman.
Zij wonen te Ootmarsum Stad (1787-1805).
-
aa. Gezi(e)na Pennink, ged. geref. Ootmarssum 27-5-1787, tr. Ootmarsum 31-7-1822[973]
Gerrit van Goor, geb. Ruinerwold 1792, wednr. van Aleida Hendrika van Assen,
zn. van Gerrit van Goor en Jantjen Hendriks Diphoorn.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
bb. Hendrieka Johanna Pennink, ged. geref. Ootmarssum 20-7-1788, ovl. jong?
-
cc. Hendrika Johanna Pennink, ged. geref. Ootmarssum 27-9-1789.
-
dd. Catharina Pennink, geb./ged. geref. Ootmarssum 13/20-11-1791, ovl. jong?
-
ee. Catharina Pennink, geb./ged. geref. Ootmarssum 9/16-12-1792, tr. Ootmarsum 17-4-1813[974]
Egbert Meuleman, geb. Nordhoorn 1787, zn. van Otto Meuleman en Berendina Eijlers.
-
ff. Anna Dorothea Pennink, geb./ged. geref. Ootmarssum 7/10-5-1795, tr. Ootmarsum 1-9-1838[975]
Antoni Jan Kip, geb./ged. geref. Ootmarssum 18/23-4-1809, zn. van Antoni Kip en Sophia Nijman.
-
gg. Hendrik Jan Pennink, geb./ged. geref. Ootmarssum 15/19-11-1797, tr. Ootmarsum 10-6-1823[976]
Carolina Christina Phaelig (Paehlig, Pachlig), geb. Winschoten 1797, dr. van Carel Christjaan Paehlig en Etje Vinkers.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
hh. Mechteld Pennink, geb./ged. geref. Ootmarssum 15/17-8-1800, tr. Ootmarsum 18-9-1845[977]
Pieter Hendrik Dannenbargh, geb. Nordhoorn (Hannover) 1794, wednr. van Aleida Mechteld van Laer,
zoon van Petrus Dannenbargh en Herberdina Margaretha Grijp.
-
ii. Hieronimus Pennink, geb./ged. geref. Ootmarssum 12/16-6-1805.
-
3. Dr. Mr. Laurens Pennink, ged. (Enschede?) 5-2-1747, is RK,
ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Groningen 23-9-1763,
promoveert op 10-10-1767 aldaar in de rechten op een dissertatie getiteld "De fideicommisso universali",[978]
j.m. van Enschede (1781),
tr. Losser geref. 26-5-1781 (met attestatie van Enschede)
Helena Wagelaar, geb. Enschede Stad 1744-1749, j.d. van Enschede (1781),
dr. van Albertus Wagelaar en Janna Catharina Davina.
-
4. Hendrik(us) Pennink, ged. geref. Enschede 1-12-1748, ovl. Enschede 28-11-1820, fabrikeur, na 1783 gemeensman, in 1810 kerkmeester,
en fabrikeur en suppliant Vrederechter in het kanton Enschede (1820),
tr. 1o Enschede 29-12-1779[979]
J(oh)anna Bussier, ged. Enschede 23-10-1752, ovl. (Enschede?) 11-9-1781, dr. van Tobias Bussier en Janna Treylers (zie kw. nr. ⇒ 214 ),
tr. 2o 1783[980]
J(oh)anna ten Cate, ged. geref. Neede 3-5-1744, ovl. Enschede 21-11-1810 ("21 Slachtmaand 1810 geeft G. Pennink aan dat is overleden Johanna ten Cate, huisvrouw van Hendrikus Pennink ten haren huize in de Haverstraat, oud 66 jaar. Nalatende 1 zoon."), dr. van Hendrick J(o)an ten Cate en Gezijna te(n) (ter) Rhae (Aa) (zie kw. nr. ⇒ 444 ).
Uit zijn eerste huwelijk (Pennink-Bussier):[981]
-
aa. Hendrik Pennink, ged. geref. Enschede Stad 3-11-1780, ovl. jong.
Uit zijn tweede huwelijk (Pennink-ten Cate):[982]
-
aa. Hendrika Johanna Pennink, ged. geref. Enschede 28-1-1784, ovl. vóór 1810[983].
-
bb. Hendrik Jan Pennink, geb./ged. geref. Enschede 21/24-8-1785, ovl. volgens Ref. [984]
Neede 9-1-1834 maar volgens Ref. [985]
Neede 21-11-1810, lid van de gemeenteraad te Enschede van 5-10-1818 tot 18-1-1819 en als zodanig waarnemer van het stads-secretariaat.[986]
-
5. Anna Margaretha Pennink, ged. (Enschede?) 18-10-1750, tr. 31-12-1780[987]
Adriaan Hendrik Friesendorp, geb. Wijdenes 4-9-1746, schoolmeester,
zn. van Bernardus Friesendorp en Aleida Catharina Tegelaar.
-
aa. Aleida Katharina Friezendorp, ged. geref. Enschede Stad 22-7-1781.
-
bb. Hendrik Friesendorp, ged. geref. Enschede Stad 30-5-1785, ovl. Enschede Stad 31-5-1830, tr. Enschede Stad 11-12-1811[989]
Elisabeth Kok, ged. geref. Enschede Stad 20-2-1785, woonde te Enschede Stad
dr. van Jan Hendrik Kok en Jacomine Hols.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
6. Theodora Wilhelmina Pennink, ged. Enschede Stad 12-11-1752.
-
7. Gerrit Pennink, ged. Enschede Stad 11-8-1754.
-
8. Fenneken Pennink, ged. Enschede Stad 22-12-1756.
-
9. Janna Pennink, ged. geref. Enschede Stad 7-10-1759, beg. Hengelo (O) 30-3-1830, tr. Gronau 20-4-1791[990]
Egbert Lasonder, geb. Enschede Stad 21-10-1764, ovl. Enschede Stad 18-7-1828, grutter te Enschede Stad,
zn. van Laurens Lasonder en Fenna Margaretha Ottenhof (zie kw. nr. ⇒ 425 sub b/3).
Voor nageslacht van dit echtpaar zie kw. nr. ⇒ 425 sub b/3/ee.
-
10. Gerrit Pennink, ged. Enschede Stad 6-9-1761, beg. (ovl?) Enschede Stad 4-4-1835, woonde te Enschede Stad,
eigenaar (1820),
notaris,
tr. 1o Frankrijk 30-10-1791[991]
Marie Philippine Josephe Breton, geb. Frankrijk 28-3-1761, ovl. Enschede Stad 28-5-1797, woonde te Enschede Stad,
dr. van Jean Jacques Francois (Breton?) en NN,
tr. 2o Vriezenveen 9-5-1799[992]
Berendina Spijker, geb. (ged?) Vriezenveen 28-3-1774, dr. van Hendrik Spijker en Maria van den Berg.
Uit zijn eerste huwelijk (Pennink-Breton):[993]
-
aa. Hendrik Carel (Henrij Charles) Pennink, geb. St. Omer (F) 11-11-1792, ovl. 29-7-1827, tr. Enschede 31-12-1814[994]
Susanna Christina Greve, geb. Enschede 24-7-1792, dr. van Willem Philip Carel Greve en Johanna Wilhelmina Zwiers.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
bb. Dr. Jan Jacob (Frans) Pennink, geb. Enschede Stad 17-10-1795, ovl. Twello 13-3-1877, ingeschreven als student geneeskunde aan de Universiteit van Utrecht 3-10-1814,[995]
promoveert aldaar op 7-5-1819 in de geneeeskunde op een dissertatie getiteld "De medicamentorum in corpore humano agendi ratione, eorumque administratione externa in morbis internis", en op 14-12-1825 in de heelkunde ("Med. Chir."),[996]
medicinae doctor (1819..1877),
tr. Barneveld 20-12-1820[997]
Nicolina Catharina Wilhelmina Kleinpennink, geb. Nijmegen 13-10-1790, dr. van Jacobus Reinier Kleinpennink en Johanna Carolina Klein, rentenierse.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
cc. Gesina Felicita Pennink, ged. geref. Enschede Stad 30-4-1797.
Uit zijn tweede huwelijk (Pennink-Spijker):
-
dd. Hendrik Pennink, ged. geref. Enschede Stad 7-12-1800, notaris (1836),
tr. Zutphen 19-8-1836
Johanna Wilhelmina Agatha Tjardijna Klein, geb. Zutphen 1814, dr. van Jan Frederik Klein en Anna Wilhelmina Fennema.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
ee. Gesina Maria Adolphina Pennink, ged. geref. Enschede Stad 16-7-1803, tr. Enschede 19-10-1837[998]
Wilhelm Gerhards, geb. Crefeld (Pruijssen) 1810, zn. van Johan Gerhards en Anna Meiswinkel.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
ff. Margaretha Gezina Pennink, ged. geref. Enschede Stad 20-6-1806, ovl. 29-10-1833, tr. Enschede Stad 22-6-1829[999]
Cornelis Nagel, geb. Utrecht 1805, bankier,
zn. van Jan Nagel en Engeltje Smit.
-
gg. Maria Philippine Josephine Pennink, ged. geref. Enschede Stad 28-2-1810.
-
hh. Johanna Gerridina Pennink, geb. Enschede 1816, tr. Harderwijk 28-4-1853[1000]
Jacob Binneweg, geb. IJsselmonde 1801, ingeschreven als student letteren aan de Universiteit van Utrecht 20-9-1824 ("Probatus testimonio Viri Cl. Phil. Guil. van Heusde."),[1001]
wednr. van Antonia Malgha (1853),
zn. van Arij Binneweg en Jannetje Jansen.
-
c. Gerrit Becker (Bekker), geb. Enschede 1719/20, ovl. Enschede 10-4-1795, fabrikeur en postcommissaris van de postwagen naar Deventer,
woonde te Enschede Stad,
tr. ca 1745[1002]
Hermina (Willemina) Lasonder, geb. 1722/23, ovl. Enschede 1-7-1796, woonde te Twente,
dr. van Laurens Lasonder en Judith Stroink (zie kw. nr. ⇒ 425 sub f).
-
1. Laurens Bekker (Becker), geb. Enschede Stad 28-8-1746
-
2. Anna Margareta Bekker, geb. Enschede Stad 31-1-1748
-
3. Johanna Judith Bekker, geb. Enschede Stad 24-3-1758
-
4. Laurens Bekker, geb. Enschede Stad 26-10-1760
-
d. Fenneke Bekker, ged. 11-3-1725, ovl. 6-3-1804, (=kw. nr. 213).
-
e. Willemina Bekker, ged. Enschede Stad 22-2-1728, ovl. Enschede Stad na 1748.
vul aan lb 1771.
428. JAN BUSSIER (BOSSIER), geb. Enschede Stad 21-3-1682, ovl. Enschede Stad 29-10-1746,[1004]
burgemeester van Enschede,[1005]
tr. vóór 1715
429. ANNA NIJHOF, geb. Enschede Stad 5-1-1684, ovl. Enschede Stad 11-12-1765, woont (1748) in de Langestraat te Enschede met 4 kinderen [1006].
In 1726 wordt door de geconsulteerde deskundigen "Advys en Sententie over het cedeeren van een Boedel" gegeven betreffende een zaak tussen Jacob Bussier enerzijds en Roelof Bekker anderzijds. In de zaak is voorts sprake van zijn broer Jan Bussier die borg is.
[1007]
Richterambt Enschede, buurschap Lonneker : het eene gedeelte van het erve Menkmaat in Enscheder Eschmarke gelegen.
21-6-1727 : Jan Huivink voor hemzelf en tevens namens Anna Nijhoff vouw van Jan Bossier en bovendien namens Hendrik Freriksen Dekker, als voogd van de onmondige kinderen van wijlen Jan Romp, na de dood van Lucas Huivink.[1008]
Uit het huwelijk (Bossier-Nijhof) geboren (gedoopt?) :[1009]
-
a. Bernardus Bussier, geb. (Enschede?) 23-2-1715, ovl. (Enschede?) 17-12-1777.
-
b. Tobias Bussier, geb. 1716-1720, ovl. 1790, (=kw. nr. 214).
-
c. Hendrika Bussier, geb. (Enschede?) 9-1-1724, ovl. (Enschede?) 23-9-1761.
-
d. Willemina Bussier, geb. Enschede Stad 22-10-1730.
-
e. Anna Bussier, geb. Enschede Stad 22-5-1732, ovl. Enschede 18-10-1789, tr. Gronau 14-3-1778[1010]
, Enschede 14-3-1778[1011]
. Laurens Lasonder, geb. Enschede 20-4-1738, ovl. Enschede 14-6-1802.
linnenkoopman, provisor van de stadsarmen,
"trekker van den impost op de gebrande wateren over de Stad en het Gerichte van Enschede",
zn. van Jurriaan Lasonder en Aaltje van Lochem (zie kw. nr. ⇒ 425 sub d).
430. GERRIT TEYLERS, geb. Enschede Stad 31-5-1677, ovl. Enschede Stad 3-1-1756,[1012]
tr. Enschede Stad 31-10-1723[1013]
431. BERENDINA BEKKER, geb. Enschede Stad 1696/97, ovl. Enschede Stad 26-4-1769,[1014]
Dit echtpaar woont in de Langestraat te Enschede met 2 kinderen (1748).[1015]
In 1768 kopen Jan Berend Lasonder en Anthony ten Tije van de wed. Gerrit Teylers enige stukken grond.[1016]
Uit het huwelijk (Teylers-Bekker) geboren :[1017]
-
a. J(o)anna Teylers, geb. Enschede Stad 18-6-1724, ovl. Enschede Stad 9-3-1762, (=kw. nr. 215).
-
b. Hendrik Derk Teylers, geb. Enschede Stad 11-9-1729, ovl. Enschede Stad 24-4-1783.
432. HERMAN (HARMEN) RE(E)RIN(C)K, ged. Lochem 3-2-1667, ovl. na 1736 (voor 1737?, 1748), burger van Lochem (1706) [1018]
(1712-1736) in 't Marks Rott (1725) [1019]
, gemeensman (1707),[1020]
,[1021]
een van de viergecommitteerden der gemeenslieden (1707),[1022]
medeondertekenaar van de hernieuwde gildebrief (van het schoenmakersgilde (25-10-1694),[1023]
schoenmaker, looier,
neemt deel aan de plooierijen van 1703,[1024]
doopget. (1728),
otr. Lochem 27-2-1692
433. JENNEKEN PAEUWEN, ged. Lochem 26-12-1673, ovl. na 1728 (voor 1737?, 1736?, 1748), doopget. (1728).
|
Wapen Paauwen : In goud een pronkende pauw van natuurlijke kleur.[1025]
|
Op 9-4-1697 kopen Harmen Rerinck en zijn huisvrouw Jenneken Pauwen van Arent Arents en zijn huisvrouw Jenneken Willekes een stuk hooiland in het Nettelhorster broek.[1026]
Transport aan Hermen Rerinck en zijn huisvrouw Jenneken Pauwen (7-4-1704).[1027]
Plooierijen in Lochem .
Op 8-3-1703 komen Esken Enderinc, Arent Simmelinck, Arent Arents,
Warner Wenninck, Gerrit Greven, Jan Schrunder, Herman Rerinck,
Meint de Groen en Jan Beijer ook genoemd Thomasson, bij burgemr.
Jan Westenbergh met de eis dat de gemeenslieden in het vervolg zelf de stedelijke
bestuurders wilden aanwijzen. Na enige verwikkelingen waarbij door
Albert Thomasson nog de sleutel van het stadhuis uit de woning van de
stadsdienaar Henrick Hensen werd gestolen, gaf de magistratuur op 22-3-1703
hieraan toe, mede onder druk van een joelende menigte voor het stadhuis.
Er werd een contract getekend dat tot 1717 stand hield, waarna de oude toestand van cooptatie weer werd hersteld.[1028]
Uit zijn huwelijk zes dochters en twee zoons[1029](o.a.?) (¥):
COMMENTAAR(¥)
ZOEK voor dezen Pers. Quot.
|
-
a. Machtelt Re(e)rin(c)k(s), geb. Lochem 1692/93 (doop niet te Lochem gevonden), beg. Amsterdam Zuider Kh. 20-5-1730 (hv. van Constantinus Carel), woont op de Prinsegracht (1725),
otr. Amsterdam 18-5-1725 (get. zijn neef Jacob Snaphaan, zijn ouders dood, zij met consent van haar vader Harmen Reerink te Lochem, "bij vaders consent goed ingebracht")
Constantinus Carel (Carul), geb. Amsterdam 1692/93, ovl. na 1730, woont in de Reguliersdwarsstraat (1725),
ingeboren poorter van Amsterdam 2-3-1725 als ruiterwacht van Amsterdam en zn. van Joan Ernst Carul, overleden, lakenverver.
-
1. Johanna Carul, ged. geref. Amsterdam AmstelK. 28-3-1726 (get. Jacob Cleijsen en Johanna Rerinks).
-
2. Johanna Carul, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 17-8-1728 (get. Harmen Rerinks en Janneken Paauwen).
-
b. Johanna Reerink (Reer(r)ing), ged. geref. Lochem 2-6-1695 (get. Henrick Leeuwen en Geertjen Raett), ovl. na 1749, beg. verm. Amsterdam St. Anthonis Kh. 8-11-1761 (hv. van Gerrit ter Heuren), huw. get. te Amsterdam (1737),
doopget. te Amsterdam (1726, 1749),
otr. Amsterdam pui 18-4-1749
Gerrit ter Heur(r)en (Hören). Hij hertr. Amsterdam pui 2-4-1762 Barta Kampelman.
-
c. Aeltjen Reerink, ged. geref. Lochem 8-11-1696, beg. Amsterdam Wester Kh. 7-12-1776 (wed. van Nicolaas Hoveling), woont in de Kerkstraat (1737),
doopget. (1738..1748),
otr. Amsterdam 29-11-1737 (get. zijn zwager Jan Meijer, zijn ouders dood, haar zuster Johanna Rerinck, haar ouders dood), ovl. 1750-1776
Nicolaas Hovelink, geb. Zutphen 1705/06, woont op de Nieuwe Zijds Voorburgwal (1737),
doopget. (1738..1748),
poorter van Amsterdam 12-3-1750 als kleermaker van Zutphen.
-
d. Henrijka Rerink, ged. geref. Lochem 26-6-1698.
-
e. Willemijn(a) Rerin(c)k, ged. geref. Lochem 7-11-1700, beg. verm. Amsterdam Wester Kh. 18-6-1753 (Willemina Reerinck), woont in de Kerkstraat te Amsterdam (1736), doopget. (1740),
doopget. te Amsterdam (1744),
otr. Amsterdam 5-10-1736 (get. zijn moetje Soetje Visser, zijn ouders dood, zij met consent van haar vader Harmen Rerinck) te Lochem, "bij vaders consent goed ingebracht")
Jan Middelboer, ged. Makkinga 1705/1706, beg. Amsterdam Oude Kh. 11-4-1770 , woont in de Wagestraat te Amsterdam (1736),
doopget. te Lochem (1740), Amsterdam (1744), huw. get. te A'dam (1748),
poorter van Amsterdam 26-7-1754 als boekhouder van Makkinga.
Hij hertr. Amsterdam 8-2-1754 Margrietje Vreugdenrijk.
-
f. Jan Rerink(¥), ged. 30-9-1703, (=kw. nr. 216).
COMMENTAAR(¥)
Hij is blijkbaar niet dezelfde als Jan Rerink tr. Hengelo (Gld) 1742
Mette Gerritsen Mennink [1030]
|
-
g. Gueltjen Rerink, ged. geref. Lochem 18-4-1706 (get. Geesken Hagens), (=kw. nr. 219).
-
h. Margaretha (Margrieta) Rerincks, ged. geref. Lochem 17-5-1708 (get de vader zelfs), beg. Amsterdam St. Anthonis Kh. 6-2-1781 (hv. van Harmanus van Rekken), woont in de Kerkstraat te Amsterdam (1748).
otr. Amsterdam 29-11-1748 geref. (get. Jacob van Oort, zijn ouders dood, Jan Middelboer, haar ouders dood)
Harmanus (van) Rekken, geb. Groningen 1723/24, beg. Amsterdam St. Anthonis Kh. 3-5-1781, woont op de Nieuwe Zijds Achterburgwal (1748).
Uit dit huwelijk (van Rekken- Reerink) geboren :
-
1. Harmen van Rekke, ged. geref. Amsterdam ZuiderK. 26-10-1749 (get. Jacob van Oort en Johanna Reering), beg. Amsterdam St. Anthonis Kh. 9-7-1804, poorter van Amsterdam 28-8-1781 als schoenmaker van Amsterdam, en zn. van Hermanus van Rekken, schoenmaker,
doopget. te Amsterdam (1772),
otr. 1o Amsterdam geref. 3-8-1781
(Jo)Hanna Geertruij Volkers, otr. 2o Amsterdam geref. 26-7-1787
Maijke van Delft, otr. 3o Amsterdam geref. 13-1-1792
Hendrina van Alphen.
-
i. Wolter Rerink, ged. geref. Lochem 23-5-1711, blijft ongehuwd. Op 27-10-1728 is Wolter Reerink, die op jacht was gegaan met G.J. Thomasson en H.J. Nijman betrokken bij een ongeluk. Zijn roer gaat per ongeluk af in de herberg de Reijger en raakt de dij van Goossen de Wolff. Beiden erkennen dat alles per ongeluk is gegaan.[1031]
434. LAMBERT SMIT(S), ovl. 1722-1732, tr. Geesteren 27-???-1697[1032]
435. CATARINA SIMONS.
-
a. Mechteld (Megtelt) Smids (Smits), geb. Geesteren 1705, ovl. 1749-(1759?), (=kw. nr. 217).
-
b. Jan Hendrik Smit, geb. Geesteren 1707.
-
c. Berent Hendrik Smit, geb. Geesteren 1709.
-
d. Derk Smit, geb. Geesteren 1712.
-
e. Fenneken Smit, geb. Geesteren 1716.
-
f. Lamberta Smits, geb. Geesteren 1722, tr. Geesteren 11-???-1748[1034]
Gerrit ter Weeme, geb. Eibergen 1719, zn. van Jan ter Weeme en Johanna Tijberink.
-
1. Catharina ter Weeme, geb. Geesteren 1750, tr. Geesteren 18-???-1789[1036]
Arend Ruwhof, geb. Neede 1759, zn. van Jochem Ruwhof en Janna ten Damme.
-
2. Jan ter Weeme, geb. Geesteren 1753.
-
3. Lamberdina ter Weeme, geb. Geesteren 1755, tr. Eibergen 6-???-1786[1037]
Albert Mullerink, geb. Eibergen 1755, zn. van Jan Alberts Mulderink en Aleida ter Wheme.
Uit dit huwelijk nageslacht.[1038]
-
4. Mechteld ter Weeme, geb. Geesteren 1757.
-
5. Gerrit ter Weeme, geb. Geesteren 1760.
436. GERRIT BRETHOUWER, geb. Aalten (dorp), ged Aalten 24-12-1684, ovl. vóór aug. 1758, woont in het dorp Aalten (1709),
otr./tr. Aalten geref. 24-11/24-12-1709
437. WILLEMKEN SLOTBOOM, geb. Aalten (dorp), ged. Aalten 28-1-1683, woont in het dorp Aalten (1709).
Uit dit huwelijk (bij alle dopen heet de moeder Willemke Brethouwer):
-
a. Engel Brethouwer, ged. geref. Aalten 16-11-1710.
-
b. Hendrik (Henric) Brethouwer, ged. geref. Aalten Aalten 28-1-1713, ovl. Aalten 12-???-1787[1039].
verkozen tot ouderling (16-5-1759) van de geref. kerk te Aalten,[1040]
woont te Aalten (1754, 1758),
otr. 1o Aalten geref. 29-6-1742
(J)(oh)anna Berendina Keunink, ged. Aalten geref. 20-3-1707, ovl. 1746-1754, woont te Aalten (1742),
wed. van Wessel te Bokkel,
dr. van Jan Keunink en Johanna Roelvinck,
otr. 2o Aalten geref. 19-10-1754,
otr. 2o Winterswijk geref. 19-10-1754 (met attestatie naar Aalten)
Stijntjen (Christina) Elverdinck, geb. Winterswijk (dorp), ged. Winterswijk 18-4-1714 (get. Berentjen Elferdink, Grietjen Bras, Jan Bras), ovl. 1757/58, woont te Winterswijk (1754),
dr. van Geerdt (Gerrit) Elverdinck en Gertrutt Bras,
otr. 3o Aalten/Dinxperlo geref. 17-6-1758
Derske Gebink, geb. Dinxperlo (Heurne) ca. 1726, woont te Dinxperlo (1758),
dr. van wijlen Dirk Giebinck en Jantien te Ormel.
Uit zijn eerste huwelijk (Brethouwer-Keunink):
-
1. Derk Jan Brethouwer, ged. geref. Aalten 28-4-1743.
-
2. Barent Brethouwer, ged. geref. Aalten 13-12-1744.
-
3. Hendrik Gerrit Brethouwer, ged. geref. Aalten 6-2-1746.
Uit zijn tweede huwelijk (Brethouwer-Elverdinck):
-
4. Janna Willemina Brethouwer, ged. geref. Aalten 9-5-1756.
-
5. Hendrik Willem Brethouwer, ged. geref. Aalten 30-10-1757.
Uit zijn derde huwelijk (Brethouwer-Gebink):
-
6. Dirk Christiaan Brethouwer, ged. geref. Aalten 19-8-1759.
-
7. Jan Hendrik Brethouwer, ged. geref. Aalten Aalten 28-6-1761, ovl. Aalten 23-1-1823, j.m. wonend te Aalten (1789),
winkelier,
otr./tr. Aalten geref. 22-5/14-6-1789
Hendrika Manschot, geb. ca. 1767, ovl. 3-12-1837, j.d. wonend te Aalten (1789),
dr. van Bernardus Manschot en Aleijda Wissink.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
8. Gerrit Jan Brethouwer, ged. geref. Aalten 14-10-1764.
-
9. Derken Brethouwer, ged. geref. Aalten 14-8-1768.
-
10. Derk Christiaan Brethouwer, ged. geref. Aalten 14-4-1771.
-
c. Gerrit (Jan) Brethouwer(s), ged. geref. Aalten 6-10-1715, ovl. vóór 1777, (=kw. nr. 218).
-
d. Hendrina (Hendrien) Brethouwer, ged. geref. Aalten Aalten 9-1-1718, ovl. 1742-1774, woont te Aalten (1742),
otr. Aalten geref. 29-6-1742
Jan Hendrik van Beulingen, woont te Aalten (1774),
zn. van wijlen Jurriaan van Beulingen te Silvolde.
Hij hertr. Aalten/Velp geref. 20-3/4-4-1774 Gerritjen Wilting.
-
e. Engelbartus Brethouwer, ged. geref. Aalten 21-9-1720.
-
f. Margarieta (Grietje) Brethouwer, ged. geref. Aalten 21-12-s1721, woont te Aalten (1746),
otr. Aalten geref. 26-11-1746
Gerrit Jan Lenkhof, ged. geref. Aalten 3-12-1726, ovl. Aalten 16-???-1801[1041], zn. van wijlen Gerrit (Jan) Lenckhoff en Hermina Geertruid (Meijntje) Könink.
-
1. Harmina Geertruid Lenkhof, ged. geref. Aalten 18-2-1748.
-
2. Willemina Johanna Lenkhof, ged. geref. Aalten 12-10-1749.
-
3. J(oh)anna Berendina Lenkhof, ged. geref. Aalten 21-8-1751, woont te Aalten (1773),
otr./tr. Aalten-Bredevoort/Aalten geref. 3-9/3-10-1773
Jan Willem Slats, ged. Bredevoort 20-11-1740, j.m. in Bredevoort (1773),
zn. van Gerrit Slats en Johanna Josina Eckerveld.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
4. Gerrit Jan Lenkhof, ged. geref. Aalten 4-11-1753, ovl. jong?
-
5. Garrit Jan Lenkhof, geb. Aalten, ged. geref. Aalten 25-5-1755, j.m. wonend te Aalten (1792),
otr./tr. Aalten geref. 7-4/20-5-1792
Dora Duunk (Duenk), ged. Aalten 16-9-1764, ovl. Aalten 7-12-1829, j.d. wonend te Aalten (1792),
dr. van Derk Deunk en Aaltjen te Veene.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
6. Hendrina Lenkhof, ged. geref. Aalten 26-2-1758.
-
7. Dulken Lenkhof, ged. geref. Aalten 11-1-1761.
-
8. Jan Hendrik Lenkhof, ged. geref. Aalten 2-3-1766.
-
g. Dersken Johanna Brethouwer(s), ged. geref. Aalten 7-1-1725, ovl./beg. Aalten 7/12-8-1806, dr. van wijlen Gerrit Brethouwer, wonend te Aalten (1758),
otr. 1o Aalten geref. 26-8-1758
Herman te Neet, ged. geref. Aalten 9-4-1713, ovl./beg. Aalten 11/17-1-1763, zn. van wijlen Warner te Neet in Barlo (1758),
otr. na 1763[1042]
Jan in 't Walvaart, geb. Keppel ca. 1735, ovl. vóór aug. 1806, zn. van Anthonie in 't Walvoort en Janna Wolterink.
438. =432. HERMAN (HARMEN) RE(E)RINK.
439. =433. JENNEKEN PAEUWEN.
440. Dr. ORTWINUS WESTENBERG(H), geb. Neede 7-9-1645, ovl. 22-3-1727, ingeschreven als als student aan de Illustre School te Deventer 10-2-1667,[1043]
ingeschreven als student geneeskunde aan de Universiteit van Groningen 6-10-1673,
promoveert op 15-12-1675 aldaar in de geneeskunde op een dissertatie getiteld "De epilepsia",[1044]
geneesheer te Zutphen (1676), gemeensman aldaar,[1045]
daarna stads med. doctor,[1046]
diaken van het Arme of Vreemde Weeshuis der Stad Zutphen (1696),
wordt burger van Zutphen 8-3-1692 met zijn dochter Rolina Westenbergh,
burgemeester van Bredevoort (1717),
otr./tr. Zutphen geref. 14-8/4-9-1687[1047]
441. SWAANTJE SLUIJTER(S), geb. Neede 1661, ovl. 25-9-1712,[1048]
als j.d. geref. lidmaat te Neede 25-12-1677 ("op Kersmisse") op belijdenis,
j.d. te Neede (1687).
|
Wapen Sluiter : In rood een half zilveren paard met gouden manen.
Helmteken : een beurtelings van zilver en rood doorsneden vlucht.
Dekkleden : zilver en rood.[1049]
Ook de volgende blazoenering is aangetroffen :
In zilver een half klimmend zwart paard.[1050]
|
Op 27-3-1696 compareren te Lochem Johan Ronneboom,
Dr. Ortwinus Westenbergh, en Albertus Allercamp, boekhouder
en diaconen van het Arme of Vreemde Weeshuis der Stad Zutphen. Het betreft
de verloting van het erve en goed Draeffsel, Scholtambt Lochem, boerschap Groot
Dochteren: de eene helft komt aan den Heer Johan Nijs, capitein en zijn huisvrouw Anna Elisabeth Tijsinga, de andere helft aan den Heer Joost Brugginck. De loting van de
diaconie was op 17-3-1696.
[1051]
-
a. Ro(e)lina Westenberg(s), ged. geref. Zutphen 30-12-1688, ovl. okt. 1733, woont te Zutphen (1713),
otr. Zutphen geref. 3-12-1713 (met attestatie naar Gorssel 17-12-1713),
tr. Gorssel 17-12-1713
Rudolphus (Roedolf) Roelofsen, ged. geref. Zutphen 7-3-1690, ovl. 12-3-1720, apotheker te Zutphen,
wednr. van Clara Haack
zn. van Roedolphus Roelofsen en Titia Haack,.
-
1. Hendricus Roelofsen, ged. geref. Zutphen 24-10-1714, ovl. jong?
-
2. Zwaantje Roelofsen, ged. geref. Zutphen 9-10-1715.
-
3. Peter Roelofsen, ged. geref. Zutphen 28-10-1716.
-
4. Hendericus Roelofsen, ged. geref. Zutphen 27-7-1718.
-
b. Bernardus Westenberg, ged. geref. Zutphen 13-9-1691, ovl. jong.
-
c. Geertruid Westenberg, ged. geref. Zutphen 15-7-1694, ovl. Den Haag 7-2-1764, tr. Den Haag 22-10-1730
Frederik de Wilde, ged. Den Haag 12-12-1694, ovl. Den Haag 21-5-1757, kaarsenmaker,
zn van Niklaas de Wilde en Sara van Westerstee en wednr. van Elisabeth van Wijk.
-
d. Ds. Bernardus Westenberg, ged. geref. Zutphen 5-4-1697, ovl. Lochem 1777, (=kw. nr. 220).
442. CHRISTOFFEL TEN CATE, geb. Neede ca. 1670(¥), ovl. na 1742, als Christoffer ten Cate geref. lidmaat te Neede 25-12-1681 ("op Christ-geboorte") op belijdenis,(¥)
doopget. (1674..1740),
koopman te Neede,[1053]
burger van Deventer 30-7-1658,[1054]
tr. Neede geref. 21-5-1693
443. HENDRIJKA (HENRICA) SLUIJTERS, ged. Neede 3-10-1669[1055], ovl. na 1714.
COMMENTAAR(¥)
Als de belijdenis hier inderdaad dezelfde persoon betreft dan moet de geboorte op zeker voor 1665 gesteld worden.
|
|
Wapen Sluiter : In rood een half zilveren paard met gouden manen.
Helmteken : een beurtelings van zilver en rood doorsneden vlucht.
Dekkleden : zilver en rood.[1056]
Ook de volgende blazoenering is aangetroffen :
In zilver een half klimmend zwart paard.[1057]
|
Op 2-12-1706
verkopen Daniel Sluijter, naegelaeten wedeman en boedelhouder van wijlen sijn huijsvrouw
Enneken Wijginck, voorts Christoffel ten Cathe naemens sijn huijsvrouw Hendrica Sluijters, zij te
saemen voor haer selfs en naemens haer resp. andere dochters en zwagers de rato caverende, aan
Gerhard Wijginck en Elisabeth Harders ehel., het goedt Kamphuijs in de bourschap Meddehoe,
kerspel Wenterswick gelegen.
[1058]
Op 13-7-1707 transporteren te Neede Christoffer ten Caete en Hendericka Sluiter, echtelieden, aan Roelf ten Hoopen en Anna van der Wijck,
echtelieden, stukken bouwland op de Eppinck Camp, de Bleken Schippe
en Spelbrock, in ruil voor stukken bouwland in de Rotgerinck Patte,
in de Nedeberg en voor 100 Car. gld. Get. Godtschalck ten Cate en W. ter Hagreis.[1059]
Op 12-10-1714 transporteren te Neede Christoffer ten Caete en Hendericka Sluiter,
echtelieden, aan Berend Traes (Traeman) en Geertjen, echtelieden,
de erve Tras Plaese te Neede, die Christoffer ten Caete eerder had
gekocht van Helmig Maximiliaen Schaep, heer tot Winsum en zijn
eheliefste gen. Heeckeren, voor ƒ 2000,-- plus kosten, pacht,
een half dozijn schinken van zestig pond elk en ƒ 10,-- voor de
armen van Neede.[1060]
vul aan volledige tekst.
Het huis De Camp onder Neede werd in 1742 door de familie Tengnagel verkocht aan
Christoffel ten Cate (getrouwd met Henrica Sluiter).[1061]
-
a. Gerrit (Garrit) ten Cate (Kaete), ged. geref. Neede 26-8-1694, ovl. 1741-1759, geref. lidmaat te Neede 29-9-1716 ("op Michilius") op belijdenis,
samen met zijn vrouw vermeld in de lijst van geref. lidmaten te Neede, opgemaakt in 1741,
otr. 1o Neede 15-12-1720;(¥)
Hendrickjen Tijsselink, otr./tr. 2o Haaksbergen/Neede 17-2/26-1-1726;(¥)
Johanna t(o)e (t(ho)) Lintelo, geb. Haaksbergen, ovl. na 1741, van het Lintelo,[1062]
samen met haar man vermeld in de lijst van geref. lidmaten te Neede, opgemaakt in 1741,
dr. van Harmen te Lintelo en Geesken ter Horst.
COMMENTAAR(¥)
Is het wel zeker dat het bij deze beide huwelijken dezelfde Gerrit ten Cate betereft?
|
Uit zijn eerste huwelijk (ten Cate-Tijsselink) geen kinderen.[1063]
Uit zijn tweede huwelijk (ten Cate-te Lintelo):
-
1. Gesina ten Cate, ged. geref. Neede 6-7-1727 (de aanvankelijke naam Geesken is doorgehaald en veranderd in Gesina), geref. lidmaat te Neede 21-6-1742 op belijdenis,
woont te Neede (1758),
tr. Neede 15-6-1758 (zij als j.d. van Gerrit Ten Cate), hij als j.m. zn. van Tieleman Ten Cate) haar neef
Hendericus (Hend(e)rik) ten Cate, ged. geref. Neede 30-7-1724, ovl. na 1784,
woont te Neede (1758),
koopman,
zn. van Tieleman ten Kaete en Catharina te Lintelo (zie kw. nr. ⇒ 443 sub b/5).
-
2. Helena ten Cate, ged. geref. Neede 16-11-1732.
-
3. Maria ten Caten(¥), tr. Neede geref. 21-12-1759 (op attestatie van Haxbergen, zij als j.d. van wijlen Garrit Ten Caten onder Haxbergen)
Henderikus Ten Brummeler, j.m.z. van Jan Ten Brummeler uit Markvelde.
COMMENTAAR(¥)
Deze dochter wordt niet genoemd in Refs. [1064] en
[1065]. Is er mogelijk nog een andere Garrit Ten Caten?
|
-
b. Tieleman (Telleman) ten Ca(e)te, ged. geref. Neede 1-11-1696, ovl. na 1747, wordt als Telleman ten Kaete, geref. lidmaat te Neede 29-9-1716 ("op Michilius") op belijdenis,
als geref., "Halve iura", grootburger van Zutphen 21-10-1717, wegens huwelijk met een burgersdr.,[1066]
j.m. van Neede (1718),
geref. lidmaat te Zutphen 1719, koopman,[1067]
go(e)dsheer der Nederduits gereform. kerk te Haaksbergen (1725),
doopget. (1740),
samen met zijn tweede vrouw vermeld in de lijst van geref. lidmaten te Neede, opgemaakt in 1741,
otr. Zutphen geref. 11-9-1718 (attestatie naar Neede 29-9-1718),
otr./tr. 1o Neede 10/29-9-1718 (met dispensatie van het Hof van Gelderland 22-8-1718, zijnde zusterskinderen),[1068] zijn nicht
Catharina Abbinck(s) (Abbing), ged. geref. Zutphen 24-2-1692, ovl. Zutphen kort voor 20-1-1723, j.d. wonend te Zutphen (1718),
dr. van Derk Abbing, koopman, en Geertruid Sluiter (zie kw. nr. ⇒ 883 sub i),
otr./tr. 2o Neede/Haaksbergen 22-8/5-9-1723
Cat(h)arina te Lintelo, ovl. na 1742, doopget. (1740, 1742),
samen met haar man vermeld in de lijst van geref. lidmaten te Neede, opgemaakt in 1741,
dr. van Bernt toe Lintelo, diaken, gecommitteerde of burgemr.
te Haaksbergen, eigenaar der vrij allodiale goederen
Laakmarsch, Meyerink, Rijt of Riet en Hassinck, en Eva Steenberg.[1069]
Goederen van Tieleman (Telleman) ten Cate in de Verponding Neede 1747-1771:
5 schep. gez. in den Loghuizer Berg, ƒ 00-18-0
Een deel van het erve Dieperink, ƒ 1-1-6
Het Nijland, ƒ 00-5-0
Een perceel oorspronkelijk van Willem Ordelmans overgeschreven op Telleman ten Cate, ƒ 00-2-3
2/3 parten van een gaerden van 't Hengeler, ƒ 00-1-6
2 schep. gez. in 't Rootland, ƒ 00-11-3
Den gaerden van Jan Kronen (overgeschreven) op Telleman ten Cate, ƒ 00-5-3
Van een percell van Jan te Leugemors overgeschreven een geestelijk parceel op Telleman ten Cate, ƒ 00-6-6
Egginksland, ƒ 00-16-7
Het Thuinhuis, ƒ 00-10-0
Jan Weddelink
3/7 deel van den Agterste en Vorenste Winkel overgeschreven op Telleman ten Cate, ƒ 1-3-2
Het geestelijke kampken bij de Schoppe, ƒ 00-6-3
De halfscheid van Hoijtink, ƒ 00-17-5½
Een stuk van Larink, ƒ 00-10-0
Uit zijn eerste huwelijk (ten Cate-Abbincks):[1070]
-
1. Derk ten Cate, ged. geref. Zutfen 1-9-1719.
-
2. Hendrik Jan ten Cate, geb. Neede 1719.
-
3. Aaltje ten Ca(a)te, geb. Neede 1720, samen met haar man vermeld in de lijst van geref. lidmaten te Neede, opgemaakt in 1741,
tr. Neede geref. 5-6-1738 ("Garrit te Rhae en Aeltjen ten Kaete onder Eijbergen")[1071] (¥)
Gerrit (Garrit) te(r) (R)aa (Traa), samen met zijn vrouw vermeld in de lijst van geref. lidmaten te Neede, opgemaakt in 1741,
scholte op het Giffel(e) (1741..1752).
COMMENTAAR(¥)
Volgens Ref. [1072] is deze Aaltje ten Cate een dr. van Gosen ten Cate and Jenneken Hemsinck. Zoek uit.
|
Uit dit huwelijk (te Raa-ten Cate):
-
aa. Jan te(n) Raa, ged. geref. Neede 7-5-1741.
geref. lidmaat te Neede 18-4-1764 op belijdenis.
-
bb. Henderik Jan te Raa, ged. geref. Neede 1-9-1743, ovl. jong?
-
cc. Wendelina te Raa, ged. geref. Neede 27-8-1747.
-
dd. Jenneken te Raa, ged. geref. Neede 16-8-1750.
-
ee. Henderik Jan te ged geref. Neede, ged. 9-4-1752.
-
4. Dr. Daniel ten Cate(¥), ged. geref. Zutfen 16-11-1721, ovl. 1774-1778, burgemeester en president rechter te Groenlo,
treedt op als gevolmachtigde van de magistraat van Groenlo (1774).
[1073]
otr./tr. Groenlo geref. 24-10/21-11-1749[1074]
Hendrica Elisabeth H(e)untelaar, ged. geref. Groenlo 26-5-1726, dr. van Gerrit Joost Hunteler en Janna Barbara ter Hoeve.
COMMENTAAR(¥)
Van hem zijn merkwaardigerwijs geen inschrijvingen noch promotie aan een der Nederlandse Universiteiten te vinden.
|
-
aa. Hendrika Johanna ten Cate, ged. geref. Groenlo 2-11-1749, ovl. jong.
-
bb. Mr. Christoffel Gerrit Joost ten Cate, ged. geref. Groenlo 7-5-1751, ovl. Groenlo 29-10-1802, begunstigde van de vicarie Sancti Nicolai (gesticht 1501) van 11-11-1762 tot en met 10-11-1768 (inst. 2-10-1764),
geref. lidmaat te Groenlo sept. 1770,
doet examen in filosofie en juristerij te Harderwijk 23-9-1770,
student filosofie en rechten aldaar, doet kandidaatsexamen rechten aldaar 2-7-1774, promoveert in de rechten aldaar 11-7-1774,
burgemeester te Groenlo,[1076]
otr./tr. Eibergen gerecht 7/28-8-1801[1077]
[1078]
Ant(h)onetta ten Cate, geb. Eibergen 16-11-1751, ovl. Borculo 20-11-1833, komt op 22-3-1796 met attestatie uit Zandeweer (Groningen) naar Eibergen en gaat op 23-6-1802 naar Groenlo,
dr. van Dr. Cornelis ten Cate, advocaat en steenbakker, en Catharina van Eybergen.
Hieruit geen kinderen.
-
cc. Maximiliaan Theodorus ten Cate, ged. geref. Groenlo 28-3-1753, ovl. 's-Gravenhage 15-6-1831, militair, kolonel der artillerie.
otr./tr. Zutphen geref. 7-12-1783/13-1-1784,
tr. Venlo 12-12-1783[1079]
Aaltje Bobbink, ged. geref. Zutfen 15-12-1748, ovl. 's-Gravenhage 1-2-1813, dr. van Barthold Bobbink, timmerman, en Johanna Temminck.
Hieruit geen kinderen.
-
dd. Ds. Hendricus Gerhardus ten Cate, ged. geref. Groenlo 29-6-1755, ovl. Zundert 1-2-1814, begunstigde van de vicarie Sancti Nicolai van 11-11-1768 tot en met 10-11-1774 (coll. 30-5-1770, inst. 5-6-1770),
student theologie te Harderwijk (i. 26-10-1776),
legerpredikant, predikant te Oudendijk (1798, 1801) en te Zundert en Rijsbergen (1803),[1080]
otr./tr. Oudendijk geref. 19-7/5-8-1795 (tr. "'s avonds om acht uur door de vicaris in de pastorie"),[1081]
Anna Ham, ged. Gouda 28-2-1766, ovl. 's-Gravenhage 17-5-1851, dr. van Ds. Johannis Christiaan Ham en Geertruida van Vlierden.
-
aaa. Geertruida Hendrica Elisabeth ten Cate, geb. Oudendijk 17-9-1796, ovl. Voorburg "Huize den Binckhorst" 20-9-1861, rentenierster en scheepsrederesse,
tr. 1o Batavia (NOI) geref. 25-8-1824 (door Ds. D. Lenting ten huize van de bruid op Kampong Makassar)
Jan Jansen Bonn, geb. Norden (Ost-Friesland, D) 1794, ovl. 's-Gravenhage 13-2-1852, tr. 2o
Ma(a)rten Christoffel Löschen, ovl. Amsterdam 21-5-1867 (aan de Singel, nabij de Lutherse kerk), scheepskapitein.
Jan Jansen Bonn laat bij testament opgemaakt Batavia 11-10-1824, een groot kapitaal na aan zijn vrouw Geertruida Hendrica Elisabeth ten Cate. Wanneer zij in 1861 sterft is de totale waarde ƒ 238.627,22½. Gerechtigden in deze nalatenschap zijn:
1. voor de helft haar echtgenoot Maarten Christoffel Löschen,
2. voor 1/6 haar zuster Theodora Mechtilda ten Cate, wed. van Barend Willem van Starckenborg van Straten, wonend in Amsterdam,
3. voor 1/6 haar zuster Maximiliana Theodora ten Cate, wed. van Johannes van der Kouwen, wonend in Den Haag,
4. voor 1/12 haar nichtje Anna Maria ten Cate, een dochter van haar overleden broer Daniel ten Cate, getrouwd met Jan Marinus van Vleuten en wonend op Java.
5. voor 1/12 haar neefje Hermanus Pauw ten Cate, zoon van de overleden Daniel ten Cate, eveneens wonend op Java.
Zie
⇒ Genealogie van de familie Ten Cate
voor een uitvoerige beschrijving van deze nalatenschap.
Ook Ma(a)rten Christoffel Löschen laat bij overlijden in 1867 een flinke nalatenschap na. Deze blijkt te bedragen ƒ 62.285,40, en wordt verdeeld over zijn familieleden.
De afwikkeling van deze nalatenschap wordt eveneens beschreven in
⇒ Genealogie van de familie Ten Cate.
-
bbb. Daniel ten Cate, geb. Oudendijk 25-4-1798, ovl. Oudendijk 6-6-1801 ("na een Ziekte van 8 Dagen, in den ouderdom van ruim 3 Jaaren.").
-
ccc. Theodora Mechtelda ten Cate, geb. Oudendijk 28-5-1801, ovl. Amsterdam 14-12-1864, woont te Amsterdam (1861), zeehandelaarster (1852, 1854),
tr. Batavia geref. 14-8-1825[1083]
Barend Willem van Starkenborg (van Straten, van Starckenborg van Straten), geb./ged. geref. Amsterdam Oudekerk 22-2/25-3-1804 (get. Clara Bilsteijn, wed. van Barend Willem Oftenoord), ovl. Bad Homburg (D) 9-9-1846. R.O.N.L.,
reder en koopman te Amsterdam,
zn. van Jan Cornelis van Starckenborg en Aaltje Oftenoord.
-
aaaa. NN (zoon) van Starkenborg van Straten, geb. Batavia 17-9-1826, ovl. Batavia 5-11-1926.
-
bbbb. NN (dochter) van Starkenborg van Straten, geb. Batavia 26-9-1827, ovl. Batavia 4-10-1827.
-
cccc. Alida Theodora Willemina van Starkenborg van Straten, geb. Amsterdam 23-11-1828, woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Alida Theodora W. van Starkenborg van Straten, gehuwd, NH, (geb. Amsterdam 23-11-1828) op de IJgracht te Amsterdam,
tr. Amsterdam 6-5-1852
Dirk Arnold van Heemskerck Veeckens, geb. Batavia 22-10-1824, woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Dirk Arnold Veeckens (geb. Batavia 22-10-1824), luitenant-ter-zee, ongehuwd, op de Geldersekade en gehuwd, op de IJgracht te Amsterdam,
zn. van Arnoldus Constantinus Veeckens en Dorothea Johanna van Heemskerk van Beest.
-
dddd. Barend Willem van Starkenborg van Straten, geb. Amsterdam 6-10-1833, ovl. Amsterdam 7-4-1901, woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Barend Willem van Starkenborg Stachouwer (sic!) en als Barend Willem van Starkenborg van Straten, koopman, gehuwd, NH, (geb. Amsterdam 6-10-1833) op de Binnenkant te Amsterdam,
wijnhandelaar (1854), reder en koopman te Amsterdam,
beheert het vermogen van zijn tante Maximiliana Theodora ten Cate en wordt via berichten in de kranten verdacht gemaakt als zou hij betrokken zijn bij de moord op haar (zie hieronder). Deze aantijgingen blijken ongegrond en hij looft een bedrag van ƒ 1000,-- uit om de werkelijke daders op te sporen. Hij
tr. Amsterdam 23-11-1854[1085]
Jeanne Maria Bruinier, geb. Leeuwarden 4-7-1833, ovl. Amsterdam 29-11-1921, woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Jeanne Maria Bruinier (geb. Leeuwarden 4-7-1833), NH,
ongehuwd, op het Kattenburgerplein te Amsterdam, en gehuwd, op de Binnenkant te Amsterdam,
dr. van Ds. Jan Bernard Hendrik Bruinier, predikant te Eck-en-Wiel, en Jeane Marie Bonebakker.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
eeee. NN (zoon) van Starkenborg van Straten, geb. Amsterdam 4-10-1838.
-
ddd. Daniel ten Cate, geb./ged. Zundert 22-4/10-5-1804, ovl. Batavia 6-10-1841, leerling Latijnse school te Breda,
begunstigde van de vicarie Sancti Nicolai van 11-11-1820 tot en met 10-11-1821 (inst. 28-10-1821),[1086]
militair (eerste luitenant, 13de Afd. Nat. Inf. (1832),
later N.O.I. leger,
Ridder Militaire Willemsorde 4e klas,
tr. Doesburg 18-8-1832[1087]
Anna Maria Pauw, geb. Breda 20-1-1805, ovl. onbekend, dr. van Ds. Hermannus Pauw en Sara Maria Wolterbeek.
-
aaaa. Anna Maria ten Cate, geb. Maastricht 1835, tr. Delft 24-9-1857[1089]
Jan Marinus van Vleuten, geb. Amsterdam 1837, zn. van Cornelis Jan van Vleuten en Susanna Maria Franck.
-
eee. Maximiliana Theodora ten Cate, geb. Zundert 11-5-1809, ovl. (vermoord) 's-Gravenhage 13-12-1872, tr. 's-Gravenhage 29-9-1841[1090]
Johannis van der Kouwen, geb. Schiedam ca. 1782, ovl. 's-Gravenhage 26-2-1858, onderwijzer,
wednr. van Elisabeth Harmen van Radersma,
zn. van Johannes van der Kouwen en Maria van der Wal.
Hieruit geen kinderen.
|
Maximiliana Theodora ten Cate (1809-1872). Zij wordt op 13-12-1872 samen met haar dienstbode Leentje Beeloo in haar huis aan de bocht van Guinea (thans Huijgenspark) te 's-Gravenhage vermoord door Hendrik Jut en diens vriendin Christina Goedvolk die bij Maximiliana als hulp had gewerkt. De buit bedroeg sieraden, contanten en effecten die Maximiliana had geërfd van haar zuster Geertruida Hendrica Elisabeth ten Cate (zie hierboven). Na aanhouding van de daders drie jaar later begon een kermisexploitant met de attractie 'de kop van Jut'. Voor een uitgebreide beschrijving van de gebeurtenissen zie
⇒ Moord Ten Cate.
Foto: Familieblad Ten Cate-Ten Kate 16(1978).
klik op plaatje(s) om te vergroten |
-
ee. Theodora Johanna Barbara ten Cate, ged. Groenlo 23-12-1757, ovl. Haarlem 27-4-1806 (aan borstziekte), beg. Haarlem Nieuwekerk (middentrans nr 99), impost 30-4-1806, woont te Lochem (1805),
tr. Haarlem 24-11-1805[1091]
Cornelis Wedenhoff, ovl. na 1806, wednr. van Cornelia de Wilde en wonende te Haarlem.
-
ff. Hendrica Elisabeth ten Cate, ged. Groenlo 17-8-1760, ovl. vroeg?
-
gg. Daniel ten Cate, geb./ged. Groenlo 2/3-7-1763, ovl. Paramaribo 2-6-1797 (ongehuwd), begunstigde van de vicarie Sancti Nicolai van 11-11-1774 tot en met 10-11-1780 (inst. 2-1-1776),
adjunct-hoofdapotheker in het Militaire Hospitaal te Paramaribo.[1092]
-
hh. Tieleman Bernardus ten Cate, ged. Groenlo 17-8-1766, begunstigde van de vicarie Sancti Nicolai van 11-11-1781 tot en met 10-11-1786 (coll. 5-11-1781, inst. 2-1-1782),
geref. lidmaat te Groenlo 13-3-1787.[1093]
-
ii. Hendrika Johanna Mechtelda ten Cate, ged. Groenlo 19-3-1769, ovl. Amersfoort 11-3-1800 (ongehuwd).
Uit zijn tweede huwelijk (ten Cate-te Lintelo):
-
5. Hendericus ten Ca(a)te, ged. 30-7-1724 (als zn. van Tieleman ten Kaete en Catharina te Lintelo, "de toenaam der moeder is ingevoegt op berigt van T. ten Cate"), ovl. 1784-1789, woont te Neede (1758),
wordt in 1784, samen met zijn broeder Bernardus predikant te Markelo, genoemd als koopman te Neede in de protocollen van opdrachten van de Heerlijkheid Borculo [1094]
tr. Neede 15-6-1758 (zij als j.d. van Gerrit Ten Cate), hij als j.m. zn. van Tieleman Ten Cate) zijn nicht
Gesina ten Ca(a)te, ged. geref. Neede 6-7-1727, geref. lidmaat te Neede 21-6-1742 op belijdenis,
woont te Neede (1758),
dr. van Gerrit ten Cate en Johanna te Lintelo (zie kw. nr. ⇒ 443 sub f/1).
-
aa. Hendrica Eva ten Ca(e)te, ged. geref. Neede 3-5-1759, ovl. Winterswijk 3-3-1835, geref. lidmaat te Neede 29-3-1777 op belijdenis,
met attestatie vertrokken naar Winterswijk 12-12-1782,
dr. van Hendrik ten Cate, wonend te Neede (1782),
otr. Neede 19-9-1782 (met attestatie naar Eibergen),[1095]
otr./tr. Winterswijk/Eijbergen geref. 21-9/22-10-1782
Ds. Willem Arnold Becking, geb./ged. geref. Winterswijk 22/24-10-1745, ovl./beg. Winterswijk 28-4/2-5-1796, gratis uit vriendschap (sic!) ingeschreven als student aan de Universiteit van Groningen 23-9-1763 ("Wilhelmus Arnoldus Becking, Winterswijco Gelrus.
Gratis amicitiae causa"),[1096]
predikant te Latum en Winterswijk,
wonend te Winterswijk (1782..1792),
verwerft ca. 1789 het Huis De Camp onder Neede,[1097]
zn. van Ds. Willem Becking, predikant te Winterswijk, en Johanna Christina Monhemius.
-
aaa. Jan Willem Becking, geb./ged. geref. Neede 10/21-9-1783, ovl./beg. Winterswijk 30-4-1791.
-
bbb. Gesijna Beeking, geb./ged. geref. Winterswijk 15/19-6-1785, ovl./beg. Winterswijk 5/7-11-1786.
-
ccc. Hindrik Frederik Bekking, geb./ged. geref. Winterswijk 7/14-6-1789, geref. lidmaat te Winterswijk 27-2-1811,
tr. Neede 26-8-1834[1099]
Janna te Paste, geb./ged. geref. Neede 6/12-8-1798, dr. van Engbert te Paste en Geertjen Groothuis.
-
aaaa. Willem Arnold Becking, geb. Neede ca. 1836, tr. Neede 14-6-1870[1100]
Janna Geertrui Boerman, geb. ca. 1847, dr. van Jan Derk Boerman, landbouwer, en Janna ten Cate.
-
ddd. Catharina Becking, geb./ged. geref. Winterswijk 12/17-6-1792, geref. lidmaat te Winterswijk 30-11-1811,
tr.[1101]
Dr. Mr. Jan Berend Bernardz Roelvink, geb. Bredevoort ca. 1780, ingeschreven als student rechten 15-1-1800 ("Joh. Bern. Roelvink, Brefurto-Batavus") en kandidaat rechten 19-6-1804 ("Joannes Bernardus Roelvink, Bredefurda-Gelrus. J. Cand.") aan de Universiteit van Harderwijk,[1102]
promoveert aldaar op 21-6-1804 in de rechten na het houden van een disputatio,[1103]
keizerlijk notaris (1812), notaris,
zn. van Bernard Andries Roelvink, rentmeester der domeinen, en Harmina Abbink.
-
aaaa. Gesiena Helena Leonarda Roelvink, geb. Winterswijk ca. 1824, tr. Winterswijk 4-8-1846[1105]
Dr. Herman Jacob Roelvink, geb. Aalten ca. 1820, volgt het gymnasium te Groenlo,
ingeschreven als student geneeskunde aan de Universiteit van Utrecht 18-4-1836 ("Hermannus Jacobus Roelvink, ex oppido Bredevoort, Cum testimonio Gymnasii Grollensis"),[1106]
en promoveert aldaar op 19-3-1842 magna cum laude in de geneeskunde op een dissertatie getiteld Dissertatio chirurgico-medica exhibens teleangiectaseos notionem et curam ("Hermannus Jacobus Roelvink, Breedevoordia-Gelrus,)[1107]
medicinae doctor,
zn. van Mr. Arnoldus Florentinus Roelvink, notaris en burgemeester te Aalten, en Harmina Abbink (zie kw. nr. ⇒ 443 /b/5/aa/ddd).
-
bb. Gerrit ten Cate, ged. geref. Neede 6-2-1761, geref. lidmaat te Neede 6-4-1787 op belijdenis,
otr./tr. 1o Neede geref. 24-1/22-2-1789 (met attestatie van Haaxbergen)
j.m. zn. van wijlen Hendrik Ten Cate in Neede (1789),
Hendrika Groothuis, ovl. 1799-1802, j.d. van Christiaan Groothuis onder Haaxbergen (1789),
otr./tr. 2o Neede huw. com./geref. 3/28-11-1802 (op attest van den secretaris van Neede)
Eva Zwaantjen Ruwhof, jonge dochter van wijlen Joachum Ruwhoff, geboren en wonende onder Neede.
Uit zijn eerste huwelijk (ten Cate-Groothuis):
AANVULLEN ovl
-
aaa. Gesina ten Cate, geb./ged. geref. Neede 8/13-12-1789.
-
bbb. Hendrik ten Cate, geb./ged. geref. Neede 20/26-6-1791. AANVULLEN
-
ccc. Johanna Catharina ten Cate, geb./ged. geref. Neede 29/31-3-1793, otr./tr. Neede huw.com./geref. 9-6/8-7-1810
Gerrit ten Hoopen, geb. Neede 1784/85, j.m. woont in Neede (1810),
zn. van Jan ten Hoopen en wijlen Grietjen ter Weeme.
AANVULLEN
-
ddd. Bernardus ten Cate, geb./ged. geref. Neede 25/30-11-1794.
-
eee. Geertruid ten Cate, geb./ged. geref. Neede 8/13-8-1797.
-
fff. Christoffelina ten Cate, geb./ged. geref. Neede 1/3-11-1799.
Uit zijn tweede huwelijk (ten Cate-Ruwhof):
-
ggg. Hendrika Johanna ten Cate, geb./ged. geref. Neede 31-8/11-9-1803. AANVULLEN
-
cc. Catharina Christoffelina ten Cate, ged. geref. Neede 10-7-1763, ovl. jong?
-
dd. Catharina Christoffelina ten Cate, ged. geref. Neede 16-6-1765.
-
ee. Tieleman ten Cate, ged. geref. Neede 2-8-1767, ovl. Winterswijk 6-7-1812, geref. lidmaat te Neede op belijdenis 29-12-1792,
zn. van wijlen Hendrik ten Cate, wonend te Neede (1790, 1799),
grondeigenaar,
otr./tr. 1o Winterswijk geref. 5/24-6-1790[1108]
Anna Jacoba Roelvink, geb. Bredevoort 5-5-1765, ovl. Neede 9-8-1798, wonend te Winterswijk (1790),
dr. van Harmen Otto Roelvink,
otr./tr. 2o Neede huw. comm. 4-10/3-11-1799[1109]
Bernhardina Johanna Groll, geb. Doesburg ca. 1774, ovl. Neede 27-12-1804 ("na eene slepende Ziekte van eenige Maanden"), j.dogter van wijlen Lucas Groll,
woont te Neede (1799),
Uit zijn eerste huwelijk (ten Cate-Roelvink):[1110]
-
aaa. Hendrik Bernhardus ten Cate, geb./gef geref. Neede 4/7-8-1796, ovl. Bredevoort 24-12-1857.
-
bbb. Elsabé Maria Theodora (Elizabeth Theodora Maria) ten Cate, geb./ged. geref. Neede 21/22-7-1798, ovl. Bredevoort 2-1-1881, tr. Bredevoort 12-11-1817[1111]
Mr. Arnoldus Florentinus Roelvink, geb. Borculo 23-12-1789, ovl. Bredevoort 6-1-1861, notaris en burgemeester te Aalten, zn. van Bernard Andries Roelvink, rentmeester der domeinen, en Harmina Abbink.
-
aaaa. Mr. Bernard Andries Roelvink, geb. Bredevoort (Aalten) ca. 1819, ovl. Aalten op 17-4-1882, notaris.
-
bbbb. Drs. Herman Jacob Roelvink, geb. Aalten ca. 1820, medicine doctor,
tr. Winterswijk 4-8-1846[1113]
Gesiena Helena Leonarda Roelvink, geb. Winterswijk ca. 1824, dr. van Mr. Jan Berend Bernardz Roelvink, notaris, en Catharina Becking (zie kw. nr. ⇒ 443 /b/5/ee/bbb).
-
cccc. Anna Jacoba Roelvink [1114], geb. Bredevoort 13-3-1822, ovl. Doorn 1-7-1907, tr. Aalten op 10-7-1855 of Bredevoort 16-7-1855[1115]
Guillam van den Broeke, geb. Jutphaas 16-9-1829, ovl. Utrecht op 27-12-1898, lid van de fa. G. van den Broeke eigenaar steen-en panmnenfabriek "Rhijnhoven" te Jutphaas.
zn. van Pieter van den Broeke en Jeannette Adelaïde de Wolff van Westerrode.
ZOEK OP Ned. Patriciaat (uitg. C.B.G.), genealogie Van den Broeke, 71e jrg. (1987).
-
dddd. Mr. Bernard Engelbart Roelvink, geb. Aalten 1823/24, ovl. Zutphen 11-10-1866, advocaat en procureur (1857..1866),
tr. Zutphen 30-7-1857
Eleonore Christine Albertine Thooft, geb. Zutphen ca. 1830/31, ovl. Zutphen 18-6-1865, dr. van Mr. Hendrik Jan Thooft, rechtbankpresident, en Louise Juliana Balthasarina Valentina von Rosenthal.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
eeee. Anne Johan Roelvink, geb. Bredevoort 1827, ovl. Bredevoort 2-8-1870.
-
ffff. Theodor Roelvink, geb. Bredevoort 17-6-1829, ovl. Utrecht 19-3-1849.
-
gggg. Leonard Roelvink, geb. Aalten ca. 1833, ovl. Bredevoort 3-3-1886, burgemeester,
tr. Winterswijk 14-11-1870[1116]
Christina Paschen, geb. Winterswijk 27-3-1848, dr. van Herman Hendrik Paschen en Maria Geertruid Willink.
Uit zijn tweede huwelijk (ten Cate-Groll):
-
ccc. Carel Jacobus ten Cate, geb./ged. geref. Neede 23/31-8-1800, ovl. Lochem 5-8-1806 ("naar eene kortstondige Ziekte van Roodvonk van slegts 4 Dagen").
-
ff. Johanna Helena ten Caate, ged. geref. Neede 17-2-1771[1117], ovl. 1790-1805, dr. van wijlen Hendrik ten Cate, wonend te Neede (1790),
otr./tr. Winterswijk geref. 24-6-1790 (op dezelde dag als haar broer)
Hendrik Ketjen, zn. van wijlen Hendrik Ketjen, wonend te Doetinchem (1790, 1805).
Hij hertr. Winterswijk geref. 7/10-9-1805 Gesina Christina Willink.
AANVULLEN
-
6. Ds. Berent (Bern(h)ardus) ten Cate, ged. geref. Neede 3-8-1727 ("de toenaam der moeder is ingevoegt op berigt van T. ten Cate, predikant te Markelo"), beg. Markelo 15-1-1793, ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Leiden 23-1-1750 ("Bernardus ten Cate, Neda-Gelrus, 23 (jaar)"),[1118]
als proponent geref. lidmaat te Neede 27-6-1754 op attestatie van Leiden,
predikant te Markelo,
vermeld als de "Predikant ten Cate en een meid" te Stokkum in het register van het Hoofdgeld (1767),[1119]
vermeld als "Do. ten Cate" eigenaar van het erve Tijman in de Lijst van Goedsheeren en Eygengeërfdens in de Buurschap Markelo (ca. 1785),
woonde op huize De Kamp te Neede,
en liet dit na aan zijn nichtje Hendrica Eva ten Cate (zie hierboven),[1120]
otr. Zwolle en Markelo 16-10-1784[1121]
tr. Geesteren en Markelo 13-11-1784
Zwanida Gesina Westenberg, ged. geref. Lochem 11-9-1735 (get. Juff. Gesina Sluijters, wed. van wijlen de heer Van der Spijk, en de vader zelfs), ovl./beg. Neede 25/29-6-1805, geref. lidmaat te Neede 27-9-1794 op attestatie van Markelo,
dr. van Ds. Bernardus Westenberg, predikant te Lochem, en Mechtelt ten Cate (zie kw. nr. ⇒ 221 sub e).
-
7. Christoffelina ten Cate, ged. geref. Neede 21-8-1729 ("de toenaam der moeder is ingevoegt op berigt van T. ten Cate").
-
8. Derck ten Cate, ged. geref. Neede 17-8-1732 ("de toenaam der moeder is ingevoegt op berigt van T. ten Cate").
-
c. Prof. Dr. Gerhardus (Garrit) ten Cate, ged. geref. Neede 2-10-1698, beg. Harderwijk 28-11-1749, doopget. ("de heer Gerhardus ten Cate Philosphiae Doctor en Professor te Deventer", 1738),
geref. lidmaat te Harderwijk op attestatie van Deventer (1742),
studeerde geleerde talen te Borculo, daarna te Zaltbommel, godgeleerdheid te Deventer en Utrecht,
werd in 1720 toegelaten tot de proponenten der classis van Zaltbommel,
promoveert in de wijsbegeerte juli 1725,
in datzelde jaar 1725 beroepen tot hoogleraar in de wijsbegeerte aan de Hogeschool te Lingen,
in 1728 beroepen aan het atheneum te Deventer, komt vervolgens in 1729 in aanmerking voor de Hogeschool te Franeker, maar bleef te Deventer tot in 1745, werd toen beroepen aan de Gelderse Hogeschool te Harderwijk tot hoogleraar in de Godsgeleerdheid en oosterse talen en 2 jaar later tevens tot hoogleraar kerkgeschiedenis, werd in oktober 1749 door een ernstige borstkwaal aangetast en overleed kort daarop.[1122].
-
d. Hendrick J(o)an ten Cate, ged. geref. Neede 18-11-1701, ovl. 1746-1779, geref. lidmaat te Neede 29-9-1722 ("op Michilius") op belijdenis,
samen met zijn vrouw vermeld in de lijst van geref. lidmaten te Neede, opgemaakt in 1741,
otr. Neede geref. 20-6-1737
Gezijna te(n) (ter) Rhae (Aa), ged. geref. Neede 11-9-1712[1123], ovl. na 1746, afkomstig uit Hoonte,
samen met haar man vermeld in de lijst van geref. lidmaten te Neede, opgemaakt in 1741,
dr. van Jan ten Raa en Anna te Giffel (zie kw. nr. ⇒ 885 sub b/2).
-
1. Hend(e)rik ten Cate, geb. Neede 1736, ovl. Neede 1787[1124], geref. lidmaat te Neede 24-3-1758 op belijdenis,
koopman.
-
2. Henderica (Hendersken) ten Cate, ged. geref. Neede 6-10-1737, ovl. Neede 25-3-1813.
geref. lidmaat te Neede 22-6-1758 op belijdenis.
-
3. Johanna ten Cate, ged. geref. Neede 20-3-1739, ovl. jong?
-
4. J(oh)anna ten Cate, ged. geref. Neede 3-5-1744, ovl. Enschede 21-11-1810 ("21 Slachtmaand 1810 geeft G. Pennink aan dat is overleden Johanna ten Cate, huisvrouw van Hendrikus Pennink ten haren huize in de Haverstraat, oud 66 jaar. Nalatende 1 zoon."), geref. lidmaat te Neede 18-4-1764 op belijdenis,
tr. 1783[1125]
Hendrikus Pennink, ged. geref. Enschede 1-12-1748, ovl. Enschede 28-11-1820, fabrikeur, na 1783 gemeensman, in 1810 kerkmeester,
en fabrikeur en suppliant Vrederechter in het kanton Enschede (1820),
weduwnaar van Joanna Bussier (zie kw. nr. ⇒ 215 sub a),
zn. van Hendrik Pennink, procurator en gemeensman, en Gezina Bekker (zie kw. nr. ⇒ 427 sub b).
Voor verder nageslacht van dit echtpaar zie kw. nr. ⇒ 427 sub b/4.
-
5. Christoffel ten Cate, geb./ged. geref. Neede 1/4-12-1746, ovl. Neede 12-11-1836.
geref. lidmaat te Neede 2-7-1767 op belijdenis,
j.m. wonend te Neede (1779),
otr. Eibergen 26-2-1779 (met attestatie naar Neede 18-3-1779),
otr./tr. Neede 26-2/19-3-1779 (met attestatie van Eibergen),[1126]
Johanna Teger, ged. geref. Eibergen 3-8-1760, ovl. Neede 14-9-1811, j.d. wonend te Eibergen (1779),
dr. van Floris Jan Teger en Aleida Getruij te Raa (zie kw. nr. ⇒ 885 sub b/2/aa/ccc).
-
aa. Hendrik Jan ten Cate, geb./ged. Neede geref. 30-3/3-4-1785, ovl. Neede 8-5-1855, geref. lidmaat te Neede 24-6-1805 op belijdenis, nog lidmaat aldaar in 1854,
j.m. wonend te Neede (1804),
koopman en winkelier in geweven goederen, otr/tr Neede gerecht/geref. 6/29-7-1804,[1128]
J(oh)anna Ruwhoff, geb. Neede 26-9-1784, ovl. Neede 14-6-1854, j.d. wonende in Neede (1804),
dr. van Jan Ruwhoff en Judicht Harperink,
Hieruit 12 kinderen.
-
bb. Floris Jan ten Cate, geb./ged. geref. Neede 13/14-1-1787, ovl Neede 27-7-1858 (ongehuwd), wever.
-
cc. Geziena (Gesina) ten Cate, geb./ged. geref. Neede 28/31-5-1795, ovl. Neede 12-3-1805.
-
e. Christoffel ten Cate(¥), geb. ca. 1702, ovl. 1742.
COMMENTAAR(¥)
CHECK doop niet gevonden te Neede. Zoek op collectie Oltmans (CBG) notities 'protocollen van opdr. van de Heerlijkheid Borculo)
|
-
f. Dr. Daniel ten Cate (Kaete), ged. geref. Neede 19-8-1703, ovl. Groenlo 21-5-1777, ingeschreven als als student aan de Illustre School te Deventer 15-10-1722,[1129]
ingeschreven als student aan de Universiteit van Utrecht 1727,[1130]
promoveert (?? niet gevonden),
geref. lidmaat te Neede 29-9-1737 ("op Michilius") op belijdenis.
raad en burgemeester van Groenlo,
tr. vóór 1728[1131]
Johanna van Septeren.
-
1. Daniel Christoffer ten Cate, ged. geref. Deventer 4-3-1728.
-
g. Meghteld(a) ten Cate, ged. geref. Neede 18-10-1705, (=kw. nr. 221).
-
h. Wilhelmus ten Cate, ged. geref. Neede 8-4-1709.
-
i. Anna ten Cate, ged. geref. Neede 12-10-1710.
-
j. Geertruijt ten Caete, geb. vóór ca. 1701(¥), ovl. na 1735, geref. lidmaat te Neede 9-4-1719 ("op Paeschen") op belijdenis,
wordt als Geertruit ten Cate, weduwe Pafs, vermeld in de lijst van geref. lidmaten te Neede, opgemaakt in 1741.
otr. Neede geref. 7-6-1729
Piter (Peter) Paf(s), ovl. 1733-1735, wordt in de Verponding Neede 1747-1771 (postuum?) vermeld als eigenaar van Den halven Eppenkamp (ƒ 1-0-0).
COMMENTAAR(¥)
Doop niet gevonden te Neede. Aangenomen dat ze op haar 18de (of later) lidmaat werd zou ze dus geboren moeten zijn in 1701 (of eerder).
|
-
1. Jan Willem Paf, ged. geref. Neede 7-5-1730.
-
2. Helena Paff, ged. geref. Neede 12-4-1733, geref. lidmaat te Neede 22-12-1750 op belijdenis.
-
3. Petronella (Peeternella) Paf(f)(s), ged. geref. Neede 9-10-1735 (postuum), geref. lidmaat te Neede 8-3-1752 op belijdenis,
woont te Neede (1757),
otr./tr. Neede geref. 10-11/4-12-1757
Henderik Olthaer, geref. lidmaat te Neede 8-3-1752 op belijdenis,
j.m. woont te Neede (1757),
zn. van Arend Olthaer.
444. JAN GARRITSEN SMIT, ovl. 1720-1723, gemeensman in het Molenstraats Rott (1712)[1133],
tr. vóór 1674
445. ANNEKEN TELLEMANS, ovl. na 1720.
Jan Gerritsen Smith en zijn huisvrouw Anneken Tellemans, Jacop van Alfen en zijn huisvrouw Lijsbeth Gerritsen Smitt, hun schoonzoon en dochter, 30-4-1720.[1134]
Uit dit huwelijk (Smit-Tellemans) gedoopt te Lochem (o.a.?) :(¥)
COMMENTAAR(¥)
Gerrit Jan ten Bossche, gehuwd met dochter van Jan Smitt, burger van Lochem 11.5.1718
|
-
a. Gerrit Jansen Smit, ged. Lochem 13-12-1674 (get. de vader Jan Smitt, en J. Telleman), woont te Lochem (1700),
otr. Lochem 25-9-1700,
otr. Zuphen geref. 3-10-1700 (met attestatie naar Lochem, "De bruijt heeft aen de diaconie voldaen", 23-10-1700)
Anneke Janssen, geb. Zutphen, woont te Zutphen (1700),
dr. van wijlen Jan Hermssen.
-
b. Anna Maria Smit, ged. 7-4-1678 (get. de vader Jan Gerrits Smit).
-
c. Henric Smit, ged. 11-4-1680 (get. de vader Jan Gerrits Smit).
-
d. Margrietjen Smith, geb. Lochem, j.d. van wijlen Jan Garritsen Smith uijt Lochem (1723),
otr. Lochem 30-11-1723 (zijn met attestatie naar Borkelo vertrokken 30-11-1723)
Gerhard Engels, geb. Borkelo, j.m., zn. van wijlen Adolf Engels
tr. 2?) voor 1753
Derk Cremer.
voeg toe Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 122, 260/114
-
e. Lijsbeth Gerritsen Smith, tr. vóór 1720
Jacob van Alfen.
voeg toe Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 122, 258/2
-
f. Herman Janssen (elders Garritsen) Smits, geb. Lochem, ovl. na 1730, tr. Lochem 1716
Catharina Luijnks, ged. Lochem 4-2-1683, ovl. na 1730, dr. van Jan Luink en Driesken Hergerincks (zie kw.nr. 892/893).
voeg toe Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 61, 258/139
-
g. Jan Smit, ged. 29-1-1671 (get. de vader Jan Smit), (=kw. nr. 222).
filiatie niet bewezen, het is niet onmogelijk, gezien de leeftijden, dat deze Jan Smit zelf nog een zoon Jan (Gerritsen) Smit heeft die kw. nr. 222 is.
-
h. Jan (Jansen/gerritsen?), ged. geref. Lochem 12-11-1688 ("Jan Gerritsen uijt Lochum sijn sone Jan, get. de vader selve").
446. HENDRIK LEUNK, ged. Lochem 15-3-1671, ovl. 1730-1737, kuiper (1706, 1712), burger (1706) [1135]
van Lochem (1712) in het Bierstraten Rott [1136]
,
tr. Lochem 1-5-1698 [1137]
447. CORNELIA (VAN) LOBBERIG(EN), ged. Lochem 6-8-1677, ovl. na 1740.
voeg toe Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 52/258/20v, 61/258/139, copn. aanv. kaart, 259/38
Op 25-2-1721 transporteren Johanna Scholten, wed. van Sweer Jolinx, geasst. met Francois de Wolff, gelijk ook
Gosen Jolink, alsmede Henrick Leunck en zijn huisvrouw
Cornelia Lobbregh, dan
nog Francois de Wolff en zijn huisvrouw Swaentjen Lobbregh, aan den
H.W.Geb. Heer Henrick Jacob Baron van Nagel, Heer van de Heest, en zijn erven,
hun goed Klein Burink of Kempkesplaatse, Scholtambt Lochem, boerschap Swijp.
De koopcedul is van 12-12-1720.
[1138]
Op 28-6-1740 transporteert Cornelia Lobbrichs, wed. van Hendrick Luincks, in deze geassisteerd met Louijs Milleville,
voor haar en haar mondige kinderen, aan
Jenneken Thomasson, wed. van Theodorus van Campen, en haar zoon Gerhard van Campen,
[1139]
Uit het huwelijk (Leunk-Lobberigen) gedoopt te Lochem :
-
a. Jan Leunk, ged. 11-6-1699, ovl. 1762-1775, j.m. zn. van wijlen de E. Hendrik Leunk uijt Lochem (1737),
boekhouder der diaconie te Lochem (1740),
koopman (1762),
tr. Lochem geref. 12-4-1737
Henrica (te) Hasselo, ovl. 1762-1775, j.d. van wijlen Garrijt the Hasselo uijt Lochem (1734),
wed. van Wibbelt Florijn uijt Lochem (huw. 1734).
Uit dit huwelijk geen kinderen gevonden te Lochem (1737-1745).
Op 26-9-1740 compareren de Prov. Derk van Eps en Jan Leunk, boekhouder der diaconie dezer stad (Lochem).
[1140]
Op 26-9-1754 compareren Rijkelt Lonneman, wednr. van wijlen Gerritjen te Hasselo, voorts Jan Lonneman en zijn h.v. Hendrica Nijman, Geertruid Wendelina, Willemina en Johanna Lonneman, de eerste comp. in deze geass. met haar eheman, en de drie laatste met den Secr.
Gerhard Westenberg terzake van een schuldbekentenis aan Monsr. Jan Leunk en zijn h.v. Hendrica te Hasselo.
[1141]
Op 29-5-1762 compareren de koopman Jan Leunk en zijn h.v. Henrica te Hasselo.
[1142]
Op 8-12-1775 compareren de Heer Johan Fredrick Gulden,
als volmachthebber van Juffr.
Margaretha te Hasseloo, wed. van wijlen Sr. Derck de Cruijff,
mede van Albertus de Kruijff en van
Hendrik Meijer en zijn huisvrouw Megteld de Kruijff (volmacht
Amsterdam 28-11-1775). Zij zijn voor 1/8 gerechtigd in den boedel en nalatenschap van Jan Leunk en
wijlen zijn huisvrouw Hendrica te Hasseloo, ingevolge de inventaris
en acte van approbatie tussen
de erfgenamen van de boedel d.d. 20-12-1772. Voorts Sr. Henrik Bouman en zijn schoonzoon
Hendrik Jan Rerink en zijn huisvrouw Johanna Boumans.
[1143]
Op 11-12-1775 volgt het transport door dezelfden.
[1144]
Mr. Goswijn de Wolff en Hendrik Smit als executeur testamentair van wijlen Jan Leunk, voorts Jurriaan Bouman
en zijn huisvrouw Maria Schuur, en Hendrik Jan Rerink en zijn huisvrouw Johanna Boumans, mitsgaders
Anna Margaretha van Eps, wed. van Hendrik Bouman, geasst. met haar schoonzoon Hendrik Jan Rerink,
en de Heer Burgemr.. Hendrik Jan Raad als gevolmachtigde van Gerrit Harmelink en Jan Joost Schaaij
(volm. Amsterdam 23-6-1785) en Hendrik Jan Rerink als gevolmachtigde van Jan Hoedt en zijn huisvrouw
Margaretha Saasfelt en van Berendina Saasfelt (volm. Amsterdam 11-56-1785), tesamen erfgenamen ab
intestato van wijlen Hendrica te Hasselo in leven huisvrouw van Jan Leunk (21-11-1785).[1145]
21-11-1785 : de erfgenamen van wijlen Henrica Te Hasselo, in leven huisvrouw van wijlen Jan Leunck.
[1146]
-
b. Geultjen Leunk, ged. 17-7-1701, ovl. na 1763, woont te Lochem (1723..1735),
tr. Lochem 12-6-1723
Tonnis (Teunis) (te) Hasselo, ovl. na 1763, burger van Lochem (1712) in het Smeestraten Rott,[1147]
woont te Lochem (1726..1735),
j.m., zn. van wijlen Willem te Hasselo (en Engele Engels?).
Op 4-2-1760 compareren Teunis te Hasselo en zijn h.v. Geultjen Leunk.
[1148]
Op 29-9-1763 compareren Teunis te Hasselo en Geultjen Leunk ehelieden
marits turore en in get. als volmagten van Jacobus Mastenbroek en Aleida Engels ehelieden,
mede Jan van Cooten en Hermanna Engels ehelieden voor burgemeesters en
regeerders der stad Amsterdam gepasseerd sub dato 13-1-1763 alhier in den Gerigte
verlezen en voor valide erkent, van nog Jacob Hogewey insgelijks get. als volmagten
van Aaltjen Engels voor burgemeesters en regeerders der stad in Amsterdam gepasseerd
de dato 28-1-1763 als voren verlezen, valide erkent, voorts L. B. Engels
en Harm Havink derato voor zijn apzenten ehevrouw caverende aller justussato erfgenamen
van wijlen Garritjen Engels en Johanna Engels weduwen van wijlen Harmen Kelholt en Jan Kelholt ter eenre someede L. B. Kelholt zijn ehevrouw
Jenneken Soetenhorst, Gozen Nijcamp derato voor zijn apzenten Ehevrouw Martjen Kelholt.[1149]
[1150]
Op 22-5-1798 transporteren
Herm. Joachim Thomasson als volmachthebber van W. te Hasselo Tz, Engele te Hasselo, wed. van wijlen Jan Soerink,
Hendrik Smit, Jan Smit, Daniel Westenberg en
zijn huisvrouw Johanna Smit en Anna Cornelia Smit, wed. van wijlen Willem Slatboom
(volm. Stad Lochem 8-5-1798) de helft van 't erve Groot Lansink,
buurschap Barchem, aan Albert Thomasson en zijn erven
(koopced. 6-2-1798).
[1151]
vul aan Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 123,260/140,
Uit dit huwelijk(¥) :
COMMENTAAR(¥)
Van de volgende geen doop gevonden te Lochem. Zou er sprake zijn van een andere Teunis Hasselo?
0) Jenneken Hasselo, j.d. van Teunis Hasselo, in Kl. Dugteren, onlangs gewoont
hebbende te Deventer (1749),
tr. Lochem geref. 7-7-1749
Petrus (Peter) Hendrik Holmer, wednr. van Geertruijt Draver uijt Lochem.
-
aa. Berent Jan Holmer, ged. geref. Lochem 25-7-1751.
-
bb. Geertruijt Holmer, ged. geref. Lochem 15-4-1753.
-
cc. Teuntjen Holmer, ged. geref. Lochem 27-10-1754.
|
-
1. Willem Teunisz te Hasselo, ged. geref. Lochem 23-7-1724 (get. de vader selfs, geen moedersnaam genoemd), ovl. na 1798.
treedt op te Lochem als voogd van Juffr. Geertruij Rensink
[1152]
woont te Lochem (1759)
tr. 1o voor 1753
Maria Everdina Brons, ovl. 1755-1759, tr. 2o Lochem geref. 19-12-1759
Geertruijd Lankhorst, j.d. van Albert Lankhorst uit Lochem.
Op 3-7-1753 transporteren Willem te Hasselo en zijn huisvrouw .
Maria Everdina Brons aan de
H.W.Geb. Freulijn Maria Reinira Frijfreulin van Nagel tot Ampsen.
[1153]
Uit zijn eerste huwelijk (te Hasselo-Brons) :
-
aa. Jan the Hasselo, ged. geref. Lochem 7-10-1753.
-
bb. Swaentjen the Hasselo, ged. geref. Lochem 7-9-1755.
Uit zijn tweede huwelijk (te Hasselo-Lankhorst) :
-
cc. Anna Maria the Hasselo, ged. geref. Lochem 20-4-1760.
-
dd. Lisabet the Hasselo, ged. geref. Lochem 26-7-1761.
-
ee. Goosen the Hasselo, ged. geref. Lochem 14-8-1763.
-
ff. Anna Maria the Hasselo, ged. geref. Lochem 14-7-1765.
-
gg. Goosen the Hasselo, ged. geref. Lochem 15-3-1767.
-
2. Cornelis te Hasselo, ged. geref. Lochem 6-2-1726 (get. de vader selfs, geen moedersnaam genoemd).
-
3. Engele t(h)e Hasselo, ged. geref. Lochem 6-5-1729 (geen moedersnaam genoemd), ovl. na 1798, j.d. van Teunis the Hasselo uit Lochem,
tr. Lochem geref. 18-10-1752
(Hendrik) Jan Soerink, ovl. vóór 1797, j.m. zn. van wijlen Hendrik Soerink.
Op 8-5-1797 compareren te Lochem Engele te Hasselo, wed. van Hendrik Jan Soerink, en haar meerderjarige kinderen
Cornelia Soerink en Lambert Soerink, mede voor haar absente zoon en broeder Hendrik Soerink, en verder Goossen te Hasselo en zuster Elisabeth te Hasselo.
[1154]
Op 18-7-1798 compareren te Lochem Engele te Hasselo, wed. Soerink, en haar dr. Cornelia Soerink, in deze geass. met
Mr. C.G.J. Ten Cate, beide comparanten mede voor haar absente zoons en broeders Hendrik Soerink en Lambert Soerink.
[1155]
-
aa. Hendrik Soerink, ged. geref. Lochem 13-4-1753.
-
bb. Cornelia Soerink, ged. geref. Lochem 1-12-1754.
-
cc. Teunis Soerink, ged. geref. Lochem 14-11-1756.
-
dd. Leijda Soerink, ged. geref. Lochem 16-10-1757, ovl. jong?
-
ee. Aleijda Soerink, ged. geref. Lochem 25-10-1758.
-
ff. Hendrika Soerink, ged. geref. Lochem 19-7-1761.
-
gg. Lambert(us) Soerink, ged. geref. Lochem 29-1-1764, in 1797 meerderjarig.
-
4. Hendrika te Hasselo, ged. geref. Lochem 30-12-1731 (get. Jenneken Leunk).
-
5. Hendrik te Hasselo, ged. geref. Lochem 22-2-1733.
-
6. Teunis Hasselo, ged. geref. Lochem 20-11-1735.
-
c. Jen(ne)ke(n) Leunk, ged. 16-12-1703 (get. Wolter Luink), (=kw. nr. 223).
-
d. Cornelis Leunk, ged. 16-12-1708, ovl. vóór 1730.
-
e. Cornelis Leunk, ged. 20-8-1713, ovl. vóór 1730.
-
f. Hendersken Leunk, ged. 16-5-1716, ovl. na 1751.
-
g. Cornelia Leunk, ged. 20-1-1719 (get. de vader), ovl. na 1751.
-
h. Wolter Leunk, ged. 22-5-1722 (get. de vader en Wolter Luink "als gevaeder"), ovl. na 1771, woont "onlangs" te Amsterdam (1749).
otr. Lochem geref. 12-10-1749
Christina Rensink, geb. Lochem, ovl. 1751-1757, j.d., dr. van wijlen Berent Renssink, borg te Lochem (1722, 1723)[1156] en Anna Maria Thomasson.
zoek uit Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 149 RAA 263/126: Hendrik Smit is een neef van Jan Leunk en Cornelia Leunk.
vul aan Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 131,261/149v, 124,260/155,155v
Op 30-8-1751 verkopen Jan Leunk en Henrica Hasselo, Wolter Leunk
en Christina Rensink, Teunis te Hasselo en Geultjen Leunk,
Jan Gerritsen Smith en Jenneken Leunk, Cornelia Leunk en
Henders Leunk, kinderen van Hendrik Leunk en Cornelia Lobberigen
aan Hendrik Bergman, bode van Lochem en Aaltje Gozens Nijkamp,
echtelieden, "hun eigentdommelijk huys en where staande binnen
Lochem in de Bierstraet naest het huys van Anthony en de begraafplaats
op den kerkhof binnen Lochem".[1157]
vul aan Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 120, 260/83
Op 2-3-1771 transporteren Juffr. Anna Maria Thomasson, wed. Renssink, geasst. met
haar schoonzoon Monsr. Wolter Leunk, voorts de Heeren
Albert en Gerrit Thomasson, de Provisor Gerrit Jan van Eps en
Rentmr Gerrit Nijman, voor hunnen huisvrouwen en eindelijk
Jan Albert Thomasson, voor zich zelf en voor zijn absente huisvrouw,
en als volmachthebber van zijn zuster Maria Thomasson, wed. van
Jan van de Wetering (volmacht Amsterdam 18-12-1770), samen erfgenamen
van Sr. Gerrit Thomasson, aan den Heer Louis Aberson Joosten en zijn huisvrouw Christina Raeben. Uit de volmacht blijkt dat
Jan Albert Thomasson, wonend te Rotterdam, de halve broer is van
Maria Thomasson, wed. van Jan van de Wetering. Wijlen
Gerrit Thomasson, te Lochem overleden, was hun oom.
[1158]
448. JAN LUYTJES VEEN, geb. Zuidveen ca. 1685, ovl. Zuidveen 1765/66, wednr. uit Zuidveen (1745),
veenbaas te Zuidveen,
wordt vermeld in de volkstelling van 1748 als Jan Luitjes en Jantje Claessen, zonder kinderen, met een inwonende meid, wonende te Zuidveen, Oosterkluft,[1159]
tr. 2o Steenwijk geref. 18-4-1745
JAN(NE)TJE CLAASSEN, ovl. na 1748, weduwe van Muggenbeet,
otr. 1o Steenwijk 25-12-1707 (met attestatie om te trouwen voor het Schoutengericht van Steenwijkerwold)
449. METJE WILLEMS, geb. Zuidveen vóór ca. 1690, ovl. Zuidveen voor 1739 (verm. beg. Steenwijk, overluid 20-4-1717 als "vrou van Jan Luitjes" wonend te Callencote, ƒ 3--).
Hendrik Luytjes uit Zuidveen geeft aan verkocht te hebben aan zijn
broeder Jan Luytjes, mede in Zuidveen, twee perceeltjes land,
liggende boven de Dwarssloot achter Zuidveen voor 50 Car. gld.[1160]
Op 24-12-1739 transporteren Jan Luytjes Veen, wonende in Zuidveen, voor de
ene helft en de rato caveerende voor de kinderen bij wijlen zijn huisvrouw
Metje Willems in echte verwekt, met name Luitje, Willem en Jacobje, getrout
aan Luitje Jacobs, en Grietje Jans voor de andere helft, aan Roelof Cents
en zijn huisvrouw, wonende in Onna, 5 schepel bouwland gelegen op de
Zuitcampen voor 207½ Car. gld.[1161]
Op 3-2-1766 compareren voor het Schoutengericht van Steenwijkerwold
Luitjen Jans en zijn huisvrouw Jantje Dirks, voor zich, Thijs Rijkmans
en Luitjen Jans als mombers over Rijkman Roelofs, Lambert Eindhoven als
gevolmachtigde van Willem Veen en Luitje Veen
en derzelver huisvrouwen, tezamen erfgenamen van wijlen Jan Luytjes. Zij
transporteren een akker lands in de Steenwijker Veenen voor ƒ 450,-- aan
Luitje Jans voornoemd, Reinder Jans en Egbert Wickers en hunne vrouwen.[1162]
Uit zijn eerste huwelijk (Veen-Willems) geboren te Zuidveen :
-
a. Grietje Jans Veen, ovl. Zuidveen 1743-1748, j.d. van Zuidveen (1743),
otr. Steenwijk 22-12-1743 (als Grietje Jans)[1163]
Roelof Rijkman(s), ovl. na 1748, j.m. van Zuidveen (1743),
wordt vermeld in de volkstelling van 1748 als Roelof Rykmans, weduwnaar, met 1 zoon Rykman onder de 10 jaar, met een inwonende meid en knegt, wonende te Zuidveen, Westerkluft.[1164]
Uit dit huwelijk (o.a.?) :
-
1. Rijkman Roelofs, geb. Zuidveen 1743-1748, j.m. van Steenwijk (1770),
doopsgezind, wonend te Zuidveen (1770),
leerlooier,
schoenmaker (1770),
wordt kleinburger van Steenwijk 20-2-1770,
tesamen met Berend Thijssen Rijkmans verkozen tot diaken van de doopsgezinde gemeenschap te Zuidveen 19-6-1774,
[1165]
verneld in de Volkstelling Steenwijk 1795 als koopman in de wijk Westerkluft met 4 personen,
otr./tr. Steenwijk geref./schepenen 29-4/22-5-1770 ("mennonieten, getrouwd voor de magistraat"),[1166]
Beertje Thijssen Rijkmans, geb. 1738-1748, ovl. Steenwijk 1822, j.d. van Steenwijk (1770)
doopsgezind,
dr. van Thijs Rijckmans en Jacobje Berends (zie kw. nr. ⇒ 899 sub b/1).
Burgerboek Steenwijk:[1167]
Den 20-2-1770 heeft Rijkman Roelofs geboortig en wonende in Suidveene van handwerk een schoenmaker het kleine borgerregt deser stad versogt en aangegeven en daar voor betaalt het borgergeld ad vijff en dertigh Caroli guldens en voorts bij handtastingen in eedes plaatse als van der mennoniten gesinte zijnde de verklaringe den nieuwen borgeren bij stadregte voorgeschreven afgelegt waarmede deselve voor klein borger deser stad erkend en aangenomen word.
-
b. Luitjen Jans Veen, ovl. Zuidveen 1772 (volgens getuigenverklaring, afgelegd in 1830), j.m. van Zuidveen (1740),
doopsgezind, landbouwer,
wordt vermeld in de volkstelling van 1748 als Luitje Jansz en Jantje Dirks, met 1 dochter Mettien onder de 10 jaar, met een inwonend meisje, wonende te Zuidveen, Westerkluft,[1168]
otr. Steenwijk geref. 24-1-1740[1169]
Jantje Dirks, ovl. Zuidveen, overluid Steenwijk 29-8-1794, j.d. van Zuidveen (1740),
doopsgezind,
dr. van Dirk Jans Stobbe en Lutske/Lusje Hansen.
-
1. Mettie Luitje(n)s Veen, geb. Zuidveen 1745, ovl. Zuidveen (huis nr. 75) 26-2-1817, j.d. van Zuidveen (1763),
doopsgezind,
otr./tr. Steenwijk geref./gerecht 30-110/17-11-1763 ("beiden mennoniet, getrouwd voor het gerecht", beiden onder patroniem),[1171]
Egbert Wiegers (Wijchers, Wiggers) Veen, geb. Zuidveen 1735/36, ovl. Zuidveen (in zijn huis, nr. 76) 16-6-1815, j.m. van Zuidveen (1763),
doopsgezind.
-
2. Lusje Luitjes Veen, geb. Zuidveen 1751/52, ovl. Steenwijk 26-6-1815, j.d. van Landsmeer (1771),
doopsgezind, gewoond hebbende te Landsmeer in Holland,
otr./tr. geref. Steenwijk10-11/1-12-1771
Berend Thijssen Rijkmans, geb. Zuidveen ca. 1740, ovl. Steenwijk 29-1-1815, tesamen met Rijkman Roelofs verkozen tot diaken van de doopsgezinde gemeenschap te Zuidveen 19-6-1774,[1172]
verneld in de Volkstelling Steenwijk 1795 als koopman in Zuidveen met 7 personen,
wednr. van Berendje Harms Bootsman te Zuidveen (1771),
zn. van Thijs Rijckmans en Jacobje Berends (zie kw. nr. ⇒ 899 sub b/1/).
Uit dit huwelijk (o.a.?) :[1173]
-
aa. Harm Berends Rijkmans, geb. Zuidveen ca. 1768, ovl. Steenwijk 4-12-1849, doopsgezind,
wordt kleinburger (28-4-1797) en grootburger (8-3-1805) van Steenwijk,
tr. Steenwijkerwold 21-3-1797[1174]
Jantje Gerrits Veen, geb. Zuidveen ca. 1774, ovl. Steenwijk 3-5-1858, winkeliersche (1858),
dr. van Gerrit Pieters Veen en Grietje Rems of Volken.
Burgerboek Steenwijk:[1175]
1797 den 28 April: den burger Harmen Berends Rijkmans gebooren te Zuijdveen van de Mennoniten religie heeft het kleijn burger regt voor hem en desselfs huijsvrouwe en te krijgene kinderen aangegeven zoo heeft den gemelden burger Harmen Berends Rijkmans zijn klein burgerregt betaald met eene somma van vijf en dertig gulden en twaalf stuijvers als van ouds zullende deze penningen door den tijdelijken Thesaurier verantwoord worden en heefft gemelde burger den eed volgens gewone formulier bij handtastelijke verklaringe afgelegd en is tot klein burger dezer stadt aangenomen.
1805 den 8 Maart heeft Harm Berend Rijkmans tot suppletie voor het groot burgerregt betaald (als zijnde reets voor hem het klein borgerregt op den 28-4-1797 gewonnen) de somma van vijf en dertig gulden en twaalf stuivers waarmede dus dezelve tot groot burger dezer stad is erkent en aangenomen.
-
bb. Thijs Beerents Rijkmans, geb. Zuidveen, j.m. van Steenwijk (1806),
doopgezind,
wordt grootburger van Steenwijk 13-5-1806,
otr. Steenwijk geref. 6-4-1806 ("beiden mennoniet")
Annigje Hendriks, geb.
j.d. van Zuidveen (1806),
doopgezind.
Burgerboek Steenwijk:[1176]
1806 den 13 Meij Heeft Thijs Beerents Rijkmans geboren in Zuitveen van de Mennoniten gezindheid voor hem en zijn vrouw het groote burgerregt dezer stad aangegeeven en daar voor betaald zeventig guldens en 12 stuivers en heeft voorts den eed volgens gewone formulier bij handtastingen afgelegd en is tot groot burger deser stad aangenomen.
Bovenstaande ƒ 70-:- bij mij op dato als Thesaurier ontvangen A.L. Reiners
-
3. Grietje Luitjes Veen, geb. Zuidveen 1753/54, ovl. Zuidveen (huis nr. 68) 22-8-1829, j.d. van Zuidveen (1773),
doopsgezind,[1177]
otr./tr. Steenwijk geref. 22-8/10-9-1773 (beiden onder patroniem)
Hendrik Rein(t)s (Volken?), ovl. Zuidveen, j.m. van Zuidveen (1773).
-
4. Jan Lu(i)tjes Veen, geb. Zuidveen 1755/56, j.m. van Zuidbeem (1775),
doopsgezind,
kaarsemaker (1778),
wordt grootburger van Steenwijk 21-4-1778,
verneld in de Volkstelling Steenwijk 1795 als coopman in de wijk Oosterkuft met 5 personen,
landbouwer te Steenwijk (1830),
otr./tr. Steenwijk geref. 10/30-12-1775 ("mennonieten" hij als Jan Luitjes)
Aaltje Thijssen Rijkmans, geb. na 1748, j.d. van Steenwijk (1775),
doopsgezind,
dr. van Thijs Rijckmans en Jacobje Berends (zie kw. nr. ⇒ 899 sub b/1).
Hieruit verder nageslacht bekend.
Burgerboek Steenwijk:[1178]
Den 21-4-1778 heeft Jan Lutjes geboortig van Zuidveene en van handwerk een kaarsemaker van de mennonieten godsdienst voor zig zelve zijn vrouw en te hebbene of te verkrijgene kinderen het grote burgerregt dezer stad aangegeven en daar voor betaald de summa van vijf en zeventig Caroli guldens welke bij de Thesaurier zijn overgenomen waarna dezelve de gewone burgereed bij handtasting gepraesteerd heeft en in die qualiteit is aangenomen.
-
5. Hendrik Luitjes Veen, geb. Zuidveen 1763/64, ovl. Zuidveen 5-9-1828, doopsgezind, timmerman,
wordt kleinburger (19-5-1809) en grootburger (30-4-1811) van Steenwijk,
otr. Wapserveen 20-8-1783, tr. Vledder geref. 31-8-1783[1179]
Hilligje(n)/Hillechien Jans (Rodermond), geb. Nijensleek ca. 1764, ovl./beg. Zuidveen/Steenwijk 4/6-10-1809, dr. van Jan Egberts, burger van Steenwijk, en Margien Jans van Nijeveen.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
Burgerboek Steenwijk:[1180]
1809 den 19 van Bloeimaand heeft Luitjen Hendriks Veen geboren te Zuidveen van de Mennoniten religie in voldoening dezer stede wetten het klein burgerregt betaald (als zijnde met een burgerdogter getrouwd) met de somma van zeventien gulden tien stuivers en 12 stuivers als van ouds en voorts den burger eed vol- gens het formulier afgelegd zijnde alzo tot klein burger dezer stad aangenomen
Bovenstaande ƒ 17-10- bij mij ondergetekende als Thesaurier der stad Steenwijk ontvangen op dato als boven A.L. Reiners.
Den 30-4-1811 heeft Luitje Hendriks Veen tot suppletie van het groot burgerrecht betaald den somma van zeventien gulden en tien stuivers en 12 stuivers als zijnde met een groot burger dochter dezer stad getrouwd en door hem reets op den 19-5-1809 het klein burger regt aangegeven. Nevenstaande zeventien gulden tien stuivers bij mij ontvangen 8-5-1811 J.H. Tuttel ontvanger.
-
c. Jacobje Jans Veen, ovl. Heer Hugowaard, j.d. van Zuidveen (1739),
otr. Steenwijk geref. 8-3-1739 (beiden onder patroniem),[1181]
Luitje Jacobs Veen, geb. Heer Hugowaard, ovl. Heer Hugowaard, j.m. van Heerhugowaard (1739),
zn. van Jacob Luijtjes Veen en Jannetje Klaaszes (zie kw. nr. ⇒ 897 sub d).
-
d. Willem Jans Veen, geb. 1716, ovl. Purmerend 24-4-1795[1182], (=kw. nr. 224).
450. LAMMERT YNTJES (EINDHOVEN), ovl. 1766-1779, wordt vermeld in de volkstelling van 1748 als Lambert Yntjes en Jantje Hendriks, met 2 kinderen Geertje en Yntje onder de 10 jaar, 2 kinderen Aaltje, Hillegien boven de 10 jaar, met een inwonende meid, met Hendrik Luitjes, als kostganger, wonende te Zuidveen, Westerkluft,[1183]
tr. Steenwijk 15-7-1731
451. JANTJE HENDRIKS (VEEN), geb. Zuidveen 1697-1712, ovl. Zuidveen na 1757.
De erfgenamen van Lambert Eindhoven worden genoemd als belenders
te Steenwijk [1184],
de naam Eindhoven zou ontstaan zijn omdat Lammert bezitter
was van een tuin aan het eind van het dorp Zuidveen.[1185]
Op 21-11-1757 transporteren Lambert Yntjes en Jantje Hendriks,
echtelieden, erfgenamen van Hendrik Luytjes (zie kw. nr. ⇒ 896 sub b),
een stuk land in de Steenwijkerveenen aan Simon Hendriks Bos.[1186]
-
a. Hillegonda Lammerts Eindhoven, geb. Zuidveen 6-5-1736, (=kw. nr. 225).
-
b. Aaltje Lammerts (Eindhoven), geb. 1731-1738, ovl. na 1748.
-
c. Geertruid(a) Lammerts Eindhoven, geb. Zuidveen 5-1-1740, ovl. Purmerend 25-10- 1800, otr. Amsterdam pui 3/25-3-1775 ,[1187]
Hendrik van Gelder, geb. Amsterdam 8-3-1736, ged. doopsgezind 2-12-1753, ovl. Zaandam (West) 3-10-1808, wednr. van Maria Smidt,
proponent en doopsgezind leraar,
zn. van Arend van Gelder, drogist te Amsterdam (Leliegracht) en Zaandam, en Alida Nieuwenhuizen.
-
d. I(J)ntje Lammerts Eindhoven, geb. Zuidveen 1738-1748, ovl. Blokzijl 23-11-1807, j.m. van Zuidveen (1776),
doopsgez. lidmaat te Giethoorn (1776),
oprichter van de houthandel Eindhoven & Zn te Blokzijl (1785),
die boomstammen, die met schepen over het Zwartewater werden aangevoerd, tot allerlei produkten verwerkte,[1188]
burgemeester van Blokzijl (1790),[1189]
belender te Zuidveen (1795),[1190]
doopsgez. lidmaat te Blokzijl met attestatie van Zuidveen (1803),
otr. Steenwijk geref. 23-6-1776,
otr./tr. Blokzijl geref. 23-6/14-7-1776,
tr. Blokzijl doopsgez. 17-7-1776
Jan(ne)tje Jacobs Mastenbroek, geb. doopsgez. Blokzijl 12-1-1755, ovl. Hoorn 10-12-1831, j.d. van Blokzijl (1776),
doopsgez. lidmaat te Blokzijl 21-1-1776 op belijdenis,
dr. van Jacob Jacobs Maste(n)broek en Evertje Pieters Voerman.
|
Houthandel Eindhoven & Zn., bij de samenvloeiing van het Zwartewater (boven) en het Zwolle-IJsselkanaal, rechtsboven industrieterrein Voorst (1970). Het bedrijf werd in 1785 te Blokzijl opgericht door Yntje Lammerts Eindhoven (ca. 1740-1807). Nadat dit door brand was verwoest, verplaatste zijn zoon Lambert Eindhoven (1781-1870) het bedrijf in 1825 naar Zwolle. Op de buitenplaats Twistvliet te Frankhuis werd een windhoutzaagmolen gebouwd, vanaf 1857 werd gebruik gemaakt van een stoommachine. In augustus 1973 werd het familiebedrijf overgenomen door één van de grootste Engelse houtimporteurs The Southern Evans Ltd.
Bron : Ref. [1191]
Datum: 1970
klik op plaatje(s) om te vergroten |
-
1. Johanna (Jan(ne)tje) Ei(j)ndhoven, geb. Blokzijl 30-6-1777, ovl. Hoorn 23-4-1828, doopsgez. lidmaat te Blokzijl 28-1-1798 op belijdenis, met attestatie naar Hoorn vertrokken,
otr. Blokzijl gerecht 8-5-1801 (met attestatie van Hoorn),
tr. Blokzijl doopsgez. kerk aan de Noorderkaai 25-5-1801
Pieter Gerritszoon Houttuijn, geb. Hoorn 19-6-1771, ovl. Hoorn 10-12-1847,[1192]
koopman (1835),
zn. van Gerrit Willemsz Houttuijn en Maria Bregger.
Uit dit huwelijk (o.a.?):[1193]
-
aa. Johanna Maria Houttuijn.
-
bb. Gerrit Pietersz Houttuijn, geb. doopsgez. Blokzijl/Hoorn 19-5-1802, ovl. (Hoorn?) 8-9-1838,[1194]
-
cc. Hendrik Houttuijn, geb. doopsgez. Blokzijl/Hoorn 27-12-1803.
-
dd. Willem Pieterz Houttuijn, geb. doopsgez. Hoorn 14-3-1805, ovl. Hoorn 24-10-1874[1195], boekhouder (1848), makelaar (1860, 1874),
tr. 1o Hoorn 4-5-1848
Petronella Tasman, geb. Hoorn 24-6-1810, ovl. 1851-1860, negociante (1848),
wed. van Nicolaas Cz. Messchaert, wijnkoper,
dr. van Willem Tasman, raadslid, grutter, en Catharina Hulleman,
tr. 2o Hoorn 15-3-1860
Wilhelmina Sophia Maria Timmerman Hubert, geb. Kwadijk 1809/10, wed. van Hendrik van Daalen, medicinae doctor,
dr. van Samuel Timmerman Hubert en Maria Zoutmaat.
Uit zijn eerste huwelijk (Houttuijn-Tasman) (o.a.?):[1196]
[1197]
-
aaa. Johanna Maria Houttuijn, geb. Hoorn 2-11-1848, ovl. Wormerveer 23-6-1924[1198]
vermeld als Mevr. Wed. P. Langebaerd, wonend wijk G42 te Wormerveer (1915),[1199]
tr. 1o Monnickendam 17-9-1874
Fred(e)rik Bloemendaal, geb. Krommenie 20-7-1842, ovl. Wormerveer 3-2-1894,[1200]
koopman (1874),
richt in 1872 samen met zijn stiefbroers Remmert Adriaan Laan en Jan Adriaan Laan (ex Adriaan Laan x Elisabeth Avis)
de fa. Bloemendaal & Laan op 'tot het uitoefenen van het beroep van fabrikanten in olie en pelderswaren met den daartoe betrekkelijke handel',
waarna zij begonnen met het huren van de rijstpelmolen "De Jonge Prinses",
in 1877 de eerste steen legden voor de stoomrijstpellerij "Hollandia" en het houten rijstpakhuis "Java" aan de Veerdijk in Wormer,
de zaak uibreidden met de houten rijstpakhuizen "Bassein" (1879) en "Rangoon" (1883),
trekt zich terug in 1887 uit de fa. Bloemendaal & Laan,
[1201]
zn. van Gerrit Bloemendaal en Elisabeth Avis.
Johanna Houttuijn
tr. 2o Wormerveer 3-6-1897
Pieter Langebaerd, geb. Zaandam 1840/41, ovl. 1897-1911, notaris (1897),
zn. van Jan Langebaerd en Grietje Stoffel.
|
Overlijdensadvertentie in de NRC d.d. 24-6-1924 van Johanna Maria Houttuijn (1848-1924).
|
Tekening uit 1885 van het Pakhuis Hollandia aan de Veerdijk in Wormer, behorende bij de fa. Bloemendaal & Laan.
Bron: Ref. [1202]
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
Uit haar eerste huwelijk (Bloemendaal-Houttuijn) (o.a.?):[1203]
-
aaaa. NN (dr.) Bloemendaal, geb. 17-4-1876, ovl. ca. 1877.
-
bbbb. Gerard Willem Bloemendaal, geb. Wormerveer 24-9-1878, ovl. mrt 1940,[1204]
komt in 1913 in de leiding van de door zijn vader opgerichte fa. Bloemendaal & Laan, en treedt daaruit weer terug in 1922,
[1205]
woont te Oosterbeek huize "The Hillock" (1924, 1925),
tr. Ambt Almelo 23-4-1903 (huwelijk door echtscheiding ontbonden Almelo 21-8-1937
Johanna Wilhelmina Straatman, geb. Winschoten 1879/80, ovl. na 1924, dr. van Mr. Zeger Willem Straatman en Lupkea Mulder.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht (o.a. Houttuijn Bloemendaal).
-
cccc. Willem Frederik Bloemendaal, geb. Wormerveer 20-4-1883, ovl. Bloemendaal 10-10-1963, woont te Heemstede huize "Solhjem" (1924),
tr. Haarlem 24-10-1907[1206]
Everdine Neline Merens, geb. Haarlem 28-4-1884, ovl. Bloemendaal 30-1-1970, dr. van Allard Merens en Neline Cornelia Smit.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht (o.a. Houttuijn Bloemendaal).
-
bbb. NN (zoon) Houttuijn, geb. Hoorn 30-8-1850, ovl. Hoorn 14-10-1850.
-
ccc. NN (zoon) Houttuijn, geb. Hoorn 30-8-1850, ovl. Hoorn 4-10-1850.
-
ddd. Elisabeth Johanna Houttuijn, geb. Hoorn 10-7-1852, tr. Monnickendam 17-9-1874 (tegelijk met haar zuster!)
Hendrik van Ringh, geb. Sneek 19-8-1849, apotheker (1884, 1914),
zn. van Antony Franciscus van Ringh en Elisabeth Eekma.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Johanna van Ringh, geb. Monnickendam 1888/89, apothekersassistente (1914),
tr. Monnickendam 15-10-1914
Dirk Nicolaas Theodorus Teengs, geb. Edam 1885/86, houthandelaar (1914),
zn. van Adrianus Nicolaas Theodorus Teengs, houthandelaar, en Alida van Dale.
-
eee. Maria Eva Agatha Houttuijn, geb. Hoorn 23-6-1854, ovl. Hoorn 8-10-1854.
-
ee. Johanna Maria Houttuijn, geb. Hoorn 8-3-1814, ovl. Monnickendam 31-1-1898[1207], tr. Hoorn 14-10-1835
Adriaan Sligcher, geb. Monnickendam 14-11-1800, ovl. Monnikendam 11-1-1882,[1208]
lid van de fa. P. Sligcher & Co., houtkopers en zeepzieders te Monnikendam en Nieuwendam,
lid van de gemeenteraad en wethouder te Monnikendam,
houtkoper (1835), koopman (1826..1862),
vermeld (tesamen met zijn schoonmoeder Trijntje Boterkooper, en zijn voorkinderen Pieter Sligcher, en dochter Laurentina Elisabeth Sligcher) als erfgenamen van de plantage 'Rust en Werk' aan de Commewijnerivier te Suriname, nagelaten door Pieter Constantijn Nobel in 1863,[1209]
wednr. van Diderica Elizabeth Laurentina Peereboom (ex Laurens Peereboom x Trijntje Boterkooper),
zn. van Pieter Rotgans Sligcher, lid van de fa. P. Sligcher & Co., houtkopers en zeepzieders te Monnikendam, en Aafje van der Meer.
Uit dit huwelijk (behalve 2 jong-overl. zonen):[1210]
-
aaa. Johanna Petronella Sligcher, geb. Monnickendam 25-9-1836, ovl. Wormerveer 16 -7-1880,[1211]
tr. Monnickendam 1-10-1857
Dr. Andries Doncan, geb. Purmerend 7-7-1828, ovl. Wormerveer 25-2-1873, medicinae doctor, arts te Wormerveer,
zn. van Cornelis Doncan, koopman, en Geesje Scheffer.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Gesine Doncan, geb. Wormerveer 1860/61, ovl. Heemstede 2-8-1934[1212], tr. Wormerveer 9-6-1881
Willem Pauw, geb. Edam 1853/54, ovl. verm. voor 1921, geneesheer,
zn. van Cornelis Pauw en Alida Maria Frederika Pont.
-
bbb. Dirk Sligcher, geb. Monnikendam 20-10-1838, ovl. Monnikendam 31-1-1881,[1213]
lid van de fa. Sligcher & Co., houtkopers te Monnikendam en Nieuwendam.
-
ccc. Maria Jacoba Sligcher, geb. Monnikendam 3-12-1841, ovl. Bloemendaal h. Mariaheuvel 5-1-1920, tr. Monnikendam 25-9-1862
Adriaan Laan, geb. Wormerveer 19-4-1838, ovl. Wormerveer 13-6-1899 (volgens Ref. [1214] Bloemendaal 2-1-1920, !! CHECK), komt samen met zijn vier broers na het overlijden van hun vader in 1868 in de leiding van de fa. Wessanen & Laan, meelfabrikanten te Wormerveer, met welk bedrijf zij in 1872 de Stoomrijstpellerij "De Unie" in bedrijf nemen,[1215]
zn. van Jan Laan, koopman en fabrikant, lid der firma Wessanen & Laan, lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Zaandam, lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland,[1216] en Cornelia Avis.
-
aaaa. Johan Adriaan Laan (R.O.N.L., O.O.N.), geb. Wormerveer 1-7-1864, ovl. Bloemendaal 19-1-1933, koopman (1894),
lid van de Raad van Beheer Wessanen's Kon. Fabrieken,[1218]
woont te Bloemendaal huize De Elshof (1924, 1933),
tr. Wormerveer 15-3-1894
Cornelia Geertruida Laan, geb. Wormerveer 1864/65 (volgens Ref. [1219] 29-8-1872, ovl. na 1933), woont te Bloemendaal huize De Elshof (1924, 1933),
dr. van Cornelis Laan, koopman, lid van de fa. Wessanen en Laan, en Moertje Dekker.
|
Overlijdensadvertentiess in de Het Vaderland d.d. 20-1-1933 van Johan Adriaan Laan (1864-1933).
klik op plaatje(s) om te vergroten |
-
bbbb. Johanna Maria Laan, geb. Wormerveer 10-4-1866, ovl. na 1933, woont te Bloemendaal (1924, 1933),
tr. Wormerveer 30-8-1888
Jan Carel van Wessem (R.O.N.), geb. Zaandam 8-6-1854, ovl. Bloemendaal 2-5-1924, koopman (1888), houtkoper,
medeoprichter, directeur, en gedelegeerd commissaris van NV Houthandel v/h Van Wessem & Co te Zaandam,
zn. van Adrianus van Wessem en Lijsbeth Dekker.
|
Overlijdensadvertenties in de NRC d.d. 4-5-1924 van Jan Carel van Wessem (1853/54-1924).
klik op plaatje(s) om te vergroten |
-
cccc. Cornelia Elisabeth Laan, geb. Wormerveer 20-3-1868, ovl. 18-5-1939, beg. Alg. Begraafplaats Zaandam Zuid[1220], woont te Bloemendaal (1924), Overveen 1933),
tr. Wormerveer 8-9-1892
Willem Middelhoven, geb. Zaandam 18-5-1863, ovl. 6-11-1943, beg. Alg. Begraafplaats Zaandam Zuid[1221];, koopman (1892),
woont te Bloemendaal (1924), Overveen 1933),
zn. van Jacob Middelhoven, koopman, en Anna van Schouwenburg.
|
Artikel in de NRC d.d. 1-2-1929 betreffende het 125-jarig bestaan van de fa. Wed. Stadlander & Middelhoven, houtzagerij en houthandel te Zaandam.
klik op plaatje(s) om te vergroten |
-
dddd. Adriaan Laan, geb. Wormerveer 4-12-1870, ovl. na 1933, lid van de Raad van Beheer van Wessaen's Kon. Fabrieken sinds 1913,
woont te Bloemendaal (1924..1933),
tr. 's-Gravenhage 21-3-1898
Petronella Diderika Ivoline Jeannette Opstelten, geb. Gorinchem 17-3-1878, ovl. na 1933, woont te Bloemendaal (1924..1933),
dr. van Ivo Willem Opstelten, oud-officier der artillerie, en Everdina Francina Smit.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
eeee. Willem Andries Laan, geb. Wormerveer 5-3-1873, ovl. na 1933, industrieel,
woont te Wormerveer (1924), Brussel (1933),
tr. (1924-1933?)
C. Diepgrond, ovl. na 1933.
-
ffff. Laurentina Laan, geb. Wormerveer 21-8-1874, ovl. na 1933, woont te Bloemendaal (1924, 1933),
tr. Wormerveer 16-6-1898
Willem Alexander Dekker, geb. Wormerveer 10-5-1870, ovl. na 1933, koopman (1898), fabrikant,
lid der fa. Jan Dekker te Wormerveer,
woont te Bloemendaal (1924, 1933),
zn. van Jan Alexander Dekker, koopman, en Maria Cornelia Kaars Sijpesteijn.
-
gggg. Maria Petronella Laan, geb. Wormerveer 31-5-1877, ovl. na 1933, woont te Bloemendaal (1922, 1924), Aerdenhout (1933),
speelt in de Kennemer Golfclub (1911),
tr. Wormerveer 15-2-1900
Christiaan Nicolaas Jacob Moltzer, geb. Amsterdam 12-7-1875, ovl. na 1933, fabrikant, directeur van de Erven Lucas Bols te Amsterdam,
woont te Bloemendaal (1922, 1924), Aerdenhout (1933),
zn. van Christiaan Nicolaas Jacob Moltzer, fabrikant, en Stijntje Meijer.
-
hhhh. Marianna Margaretha Laan, geb. Wormerveer 25-7-1878, ovl. Wormerveer 31-1-1879.
-
iiii. Suze Laan, geb. Wormerveer 9-2-1880, ovl. na 1933, woont te Chislhurst (Kent, GB) (1924, 1933),
tr. Wormerveer 14-5-1903
Ernest Evan Spicer, geb. Londen (GB) 1879/80, ovl. na 1933, accountant (1903).
zn. van Evan Spicer, fabrikant, en Annabella Whitley.
-
ddd. Willem Sligcher, geb. Monnikendam 24-1-1844, ovl. Monnikendam 20-11-1909,[1222]
lid van de fa. Sligcher & Co., houtkopers te Monnikendam en Nieuwendam, wethouder van Monnikendam, lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland.
-
eee. Leonard Pieter Sligcher, geb. Monnikendam 3-3-1849, ovl. Monnikendam 4-9-1902,[1223]
lid van de fa. Sligcher & Co., houtkopers te Monnikendam en Nieuwendam, later commissaris in effecten te Amsterdam.
-
ff. Eva Agatha Houttuijn, geb. 1815, ovl. Monnickendam 31-1-1873,[1224]
-
2. Jacob Eindhoven, geb. doopsgez. Blokzijl 5-3-1778, ovl./beg. Blokzijl 11/16-10-1781.
-
3. Lambert(us) Eindhoven, geb. doopsgez. Blokzijl 22-7-1781, ovl. Zwolle 7-3-1870, exploiteert de houthandel Eindhoven & Zn, eerst te Blokzijl en na 1825 in Zwolle,[1225]
burgemeester (1812-1818) en gemeenteraadslid (1818-1824) van Blokzijl,[1226]
doopgez. lidmaat te Blokzijl 16-6-1803,
otr. Bolsward gerecht 9-3-1810[1227]
Mena (Mona) Elisabeth Cremer(s), geb. Bolsward doopsgez. 9-3-1791, ovl. Blokzijl 8-5-1821, dr. van Jan P. Cremer en Riemke Cnoop,
tr. 2o 1821-1828
Elisabeth Durcks.
Uit zijn eerste huwelijk (Eindhoven-Cremer) (o.a.?):[1228]
[1229]
-
aa. Johanna Eindhoven, geb. Blokzijl 25-10-1811, tr. Zwolle 29-4-1836
Wigger Tasman, geb. Hoorn 3-7-1804, zn. van Willem Tasman en Catharina Hulleman.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Catharina Tasman, geb. Hoorn 1836/37, tr. Hoorn 13-11-1861
Hendrik Christiaan van Eijk van Voorthuijsen, geb. Amsterdam 1837/38, officier v.gezondheid (1861),
zn. van Jan van Eijk van Voorthuijsen en Henrietta Christina Meder.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Henriette Christina van Eijk van Voorthuijsen, geb. 1862/63, ovl. Oegstgeest 26-1-1917 (ongehuwd).
-
bbb. Lambertus Tasman, geb. Hoorn 1839/40, ovl. 1869-1874, tr. Zwolle 7-7-1869
Eva Anna Ramaer, geb. Zwolle 1844/45, dr. van Philippus Gerardus Ramaer, geneesheer, en Eva Anna Sluiter.
Zij hertr. Barneveld 11-7-1874 Willem Marius Gunning, lector, wednr. van Henrietta Petronella Ramaer.
-
bb. Riemk(j)e Eindhoven, geb. Blokzijl 29-6-1814, ovl. Amsterdam 9-4-1882, woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Riemke Eindhoven, gehuwd, Doopsgezind, (geb. Blokzijl 29-6-1814) op de Herengracht en op de Nieuwezijds Voorburgwal te Amsterdam,
tr. Zwolle 13-5-1837
Pieter de Vries, geb. Zaandam 18-7-1810, ovl. Arnhem 29-8-1892, houthandelaar te Westzaan,
woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Pieter de Vries, makelaar, gehuwd, Doopsgezind, (geb. Zaandam 18-7-1810) op de Herengracht en op de Nieuwezijds Voorburgwal te Amsterdam,
makelaar (1851, 1872),
zn. Klaas de Vries, schipper, en Maartje Corver.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Mena Elizabeth de Vries, geb. Amsterdam 1837/38, ovl. Arnhem 27-7-1909.
-
bbb. Nicolaas de Vries, geb. Amsterdam 1843/44, ovl. vóór 1919, makelaar (1872),
tr. Arnhem 6-6-1872
Louise Matthia Weimar ten Cate, geb. Amsterdam 1849/50, ovl. Baarn 17-6-1919, dr. van Matthijus Weimar ten Cate en Petronella Sophia Beckeringh.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Nicolette Henriette Matthia de Vries, geb. Amsterdam 1880/81, tr. Arnhem 12-9-1901
Gesinus Wilhelm Carel Pliester, geb. Arnhem 1874/75, zn. van Karel Anne Frans Jan Pliester, directeur, en Anna Dorothea Frederika Frowein.
-
ccc. Johan Hendrik de Vries, geb. Amsterdam 1845/46, ovl. Arnhem 10-9-1892, tr. 1o
Elisabeth Tasman, tr. 2o voor 1889
Henriette Maria Anne Wolterbeek, ovl. na 1892.
Uit zijn tweede huwelijk (de Vries-Wolterbeek) (o.a.?):
-
aaaa. Riemke de Vries, geb. Nieuwer-Amstel 1888/89, tr. Arnhem 19-6-1919 (huwelijk door echtscheiding ontbonden Amsterdam 7-4-1930)
Gerrit Willem Adriaan van Laer, geb. Amsterdam 1884/85, gescheiden echtgenoot van Emille Klara Anna A. Franssen,
commissionnair (1919),
zn. van Johannes Coenradus van Laer en Marie Charlotte Lind.
-
ddd. Lambertus de Vries, geb. Amsterdam 1848, ovl. Veldwijk (Ermelo) 30-3-1904, houthandelaar (1904),
tr. Zwolle 17-9-1873
Helena Aletta Roosenburg, geb. Enschede 1853/54, ovl. na 1904, dr. van Leonardus Roosenburg en Johanna Emmerentia Christina Reepmaker van Belle.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Mena Elisabeth de Vries, geb. Zwollerkerspel 1886/87
tr. Zwolle 5-11-1913
Emile Constant Theodoor de Kock van Leeuwen, geb. Japara (Java, NOI) 1882/83, zn. van Jan Adriaan Carel de Kock van Leeuwen en Maria van den Broek.
-
cc. Jan Cremer Eindhoven, geb. Blokzijl 16-8-1818, ovl. Blokzijl 8-8-1890, houtkoper, stoomhoutzaagmolenaar, vervener,
sinds 1869 directeur aandeelhouder van de N.V. Nieuweroordsche Veen- en Industrie Mij te Nieuweroord,[1230]
tr. 1o Amsterdam 3-11-1842[1231]
Clara Eylarda Vissering, geb. Amsterdam 9-10-1820, ovl. Zwolle 19-2-1845, dr. van Willem Vissering, koopman, en Debora Menalda
(zie kw. nr. ⇒ 454 sub d/2/aa),
tr. 2o Zwolle 15-7-1854
Johanna Bernardina Flugi van Aspermont, geb. Mons 1828/29, dr. van Carel Hendrik Christiaan Flugi van Aspermont en Antonia Constantina Schiff.
Uit zijn eerste huwelijk (Cremer Eindhoven-Vissering):[1232]
[1233]
-
aaa. Debora (Cremer) Eindhoven, geb. Zwolle 21-7-1843, ovl. Wiesbaden (D) 6-4-1906, tr. Zwolle 2-8-1864[1234]
Dr. Mr. Maurits Cornelis van Hall (R.N.L., Ridder 4e kl. Orde van de Gouden Leeuw van het Huis van Nassau), geb. Amsterdam 31-1-1836, ovl. Amsterdam 18-12-1900, academische studie en universiteit
studeert Romeins en hedendaags recht aan de Hogeschool te Utrecht tot 23-2-1858), promoveert aldaar op stellingen,
advocaat te Amsterdam (1858-1863), behartigde als zodanig met name de belangen van industriële, financiële en cultuurondernemingen in Nederlands Oost- en West-Indië,
secretaris van de Crediet- en Depositobank,
directeur van het Banque de Paris et des Pays-Bas kantoor te Amsterdam,
van het lid hoofdbestuur Maatschappij tot Nut van 't Algemeen,
lid (1883-1890) en vice-voorzitter (1885-1890) van de Kamer van Koophandel van Amsterdam (1883-1890),
lid van de Raad van Commissarissen Stoomvaartmaatschappij 'Zeeland' (ca. 1889 - na 1899),
commissaris van 's Rijks Entrepotdok te Amsterdam (ca. 1889),
commissaris van het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam (ca. 1889),
heemraad van de Rijnenburger Grift (ca. 1895),
lid van de Provinciale Staten van Noord-Holland voor het kiesdistrict Amsterdam (1883-1896),
lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal voor de provincie Noord-Holland (1896-1900, liberaal),[1235]
zn. van Mr. Anne Maurits Cornelis van Hall, advocaat te Amsterdam, 2e Lnt. der schutterij, en Helena Susanna van Schermbeek.
|
Dr. Mr. Maurits Cornelis van Hall (1836-1900).
Bron: Ref. [1236]
klik op plaatje(s) om te vergroten |
Uit dit huwelijk:[1237]
[1238]
[1239]
[1240]
[1241]
-
aaaa. Anne Maurits Cornelis van Hall, geb. Amsterdam 15-10-1865, ovl. Rijswijk (ZH) 4-3-1911, administrateur suikerfabriek Bodja (Semarang), directeur Handelmij. van der Chijs N.V. te Delft,
tr. Tegal (Midden-Java) 8-5-1890[1242]
[1243]
Carlina Sophia de Bode, geb. Padang Pandjang (Sumatra's Westkust) 25-9-1871, ovl. Monaco 22-4-1943, dr. van Jan de Bode, lid van de vrijmetselaarsloge 'Mata Hari' te Padang,[1244] en Sophia Amalia Borgen.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
Zij is kennelijk kort daarna naar Indië vertrokken (gestuurd?),
reist als mevr. C.S. van Hall van Batavia naar Amsterdam met het schip Grotius dat op 19-7-1916 Batavia naar Amsterdam is vertrokken, en 4-9-1916 te Falmouth is aangekomen,[1245]
hertr. Amsterdam 24-10-1916 Emile Marie Houtman, die eerder op het zelfde schip Grotius tegelijk met haar uit Batavia naar Amsterdam was gereisd.[1246]
Ruim een half jaar later reizen zij als E.M. Houtman en mevr. Houtman van Amsterdam naar Batavia met het schip Koningin der Nederlanden, dat 5-6-1917 van Amsterdam via het Panamakanaal naar Batavia vertrekt.[1247]
|
Overlijdensadvertenties in de NRC d.d. 6-3-1911 van Anne Maurits Cornelis van Hall (1865-1911).
|
In het Archief van de familie Van Hall[1248] wordt bij de stukken over het echtpaar Van Hall-de Bode melding gemaakt van :
"Krantenpagina's met berichten over de doodslag door haar op hem en de rechtszaak daarover. 1911-1912".
Nevenstaand bericht in de NRC d.d. 9-5-1912 is het enige dat daarover te vinden was in de Krantencollectie van de KB.
Kennelijk is de proefperiode goed afgelopen want zij hertrouwt in 1916.
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
-
bbbb. Jan van Hall, geb. Amsterdam 10-10-1866, ovl. Zwolle 8-2-1940, eigenaar van de Firma J. van Hall, importeur van Amerikaans hout te Amsterdam, houthandelaar te Baltimore (Maryland), directeur N.V. houthandel v/h Eindhoven & Zn. te Zwolle,
tr. Amsterdam 7-3-1895[1249]
Hester Boissevain, geb. Driebergen 16-8-1873, ovl. Hattem 3-10-1969, dr. van Charles Boissevain en Emily Héloïse MacDonnell, bestuurslid van de Amsterdamsche Vereeniging voor gezondheids-en vacantiekolonies.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
cccc. Helena Suzanna van Hall, geb. Amsterdam 25-3-1869, ovl. Bloemendaal 18-5-1928, tr. Amsterdam 16-2-1893[1250]
[1251]
Dr. Mr. Gijsbert van Tienhoven, geb. 's-Gravenhage 14-7-1867, ovl. Amsterdam 1-8-1900, promoveert aan de Universiteit van Amsterdam in de rechten op een proefschrift getiteld "Wettelijk totaal verlies van beschadigde schepen" (1893),
advocaat te Amsterdam,
zn. van Mr. Gijsbert van Tienhoven, lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer, minister, Commissaris van de Koning(in), burgemeester van Amsterdam,[1252] en Anna Sara Maria Hacke.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
dddd. Dr. Floris Adriaan van Hall, geb. Amsterdam 22-10-1870, ovl. Heemstede 22-12-1941, promoveert aan de Universiteit van Amsterdam op een proefschrift getiteld "Eenige opmerkingen over het leerstuk van aanvaring naar aanleiding van art. 540 W. v. K." (1895),
lid firma J. van Hall, importeur van Amerikaans hout te Amsterdam,
tr. 's-Gravenhage 14-6-1904[1253]
Jkvr. Elizabeth Christina Maria van Panhuijs, geb. Zwolle 30-8-1879, ovl. Haarlem 29-6-1940, dr. van Jhr. Mr. Francois van Panhuijs en Anna Hermanna Modderman.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
eeee. Dr. Mr. Adriaan Floris van Hall, geb. Amsterdam 22-10-1870, ovl. Haarlem 26-2-1959, promoveert aan de Universiteit van Amsterdam op een proefschrift getiteld "Trust" (1896),
commissaris in effecten, directeur van het Amsterdamsch Trustee's Kantoor NV,
lid van de firma's Jan Kalff & Co en H. Oyens & Zonen, bankiers te Amsterdam,[1254]
secretaris van de Vereniging van Effectenhandel, lid van de Kamer van Koophandel,[1255]
tr. Amsterdam 22-10-1896[1256]
[1257]
Petronella Johanna Boissevain, geb. Amsterdam 26-10-1873, ovl. Bloemendaal 9-1-1970, dr. van Jan Boissevain, scheepsreder, lid fa. Boissevain & Co., lid Gemeenteraad van Amsterdam, lid Provinciale Staten van Noord-Holland, directeur Stoomvaart Mij Nederland, mede-oprichter van de A.D.M. en K.P.M., en Petronella Gerharda Johanna Brugmans.[1258]
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
ffff. Mr. Eijlard van Hall, geb. Amsterdam 30-6-1872, ovl. Amsterdam 10-6-1915, advocaat en procureur, directeur van de Nationale Voorschotbank N.V. te Amsterdam,[1259]
bestuurder van de Spaarbank voor de Stad Amsterdam, penningmeester van de Vereeniging van Noord-Nederlandsche Muziekgeschiedenis, bestuurslid van de afdeling Amsterdam van het Witte Kruis,[1260]
[1261]
tr. Amsterdam 12-12-1901[1262]
Agatha Petronella Theodora Kalff, geb. Amsterdam 23-3-1873, ovl. Apeldoorn 24-2-1937, dr. van Augustus Kalff en Anna Maria Gerarda Stuart.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
gggg. Johanna Justina van Hall, geb. Amsterdam 25-9-1875, ovl. Hellendoorn 22-2-1954.
tr. Amsterdam 17-5-1900[1263]
Dr. Mr. Sjoerd Hendrik Vening Meinesz (R.N.L., O.O.N.), geb. Amsterdam 4-12-1873, ovl. Haarlem 13-12-1941, promoveert op (1899),
griffier van de Provinciale Staten van Noord-Holland,
rechter-plv. te Haarlem,
zn. van Mr. Sjoerd Anne Vening Meinesz, advocaat,
hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad,
burgemeester van Rotterdam en Amsterdam,
president directeur van de Drentsche Landontginnings Mij,
en Jkvr. Cornelia Anna Clasina den Tex.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
hhhh. Frederik Christiaan van Hall, geb. Amsterdam 18-1-1877, ovl. Zwolle 19-12-1895.
-
iiii. Johan Bernard van Hall, geb. Amsterdam 3-8-1879, ovl. Laren (NH) 19-4-1957, employé van N.V. Houthandel v.h. Eindhoven & Zoon te Zwolle, assuradeur,
tr. 1o Zwolle 7-5-1907[1264]
Johanna Catharina Justina Bierens de Haan, geb. Utrecht 6-12-1885, ovl. Kampen 30-7-1920, dr. van Ir. Wolter Jacob Bierens de Haan en Louisa Lucretia Roosenburg,
tr. 2o St. Giles (Londen) 6-3-1927[1265]
Elisabethe Abramina van 't Hoff, geb. Rotterdam 15-1-1893, ovl. Laren (NH) 26-2- 1956, gescheiden echtgenote van Branko Milosavljevic,
dr. van Dr. Herminus Johannes van 't Hoff en Jeannetta Daniella Cornelia Titsingh.
Uit zijn eerste huwelijk nageslacht.
-
bbb. Lambertus Cremer Eindhoven, geb. 1844.
Uit zijn tweede huwelijk (Cremer Eindhoven-Flugi van Aspermont):[1266]
-
ccc. Mena Elisabeth Cremer Eindhoven, geb. Zwolle 1854/55, ovl. 1931, schrijfster van kinderboeken,
tr. Zwolle 26-6-1884
Arnoldus Nicolaas Jacobus Fabius, geb. Goor 25-2-1855, ovl. Bussum-7-1921, schrijver (pseudoniem: F.A. Buis) en publicist,
schreef toneelstukken, historische werken en jeugdliteratuur,
trad tijdens de oorlog van 1870 (op 15-jarige leeftijd!) als volontair in dienst bij de artillerie instructie compagnie te Schoonhoven, genoot zijn opleiding tot officier bij de artillerie cursus te Delft, werd op 10-7-1876 tweede luitenant, op 14-11-1879 eerste luitenant, in maart 1881 eerste luitenant-adjudant, dient bij het 2e regiment vesting-artillerie te Naarden (1878-1892), en wordt uiteindelijk generaal-majoor der artillerie,
voorzitter van de Commissie voor de Tentoonstelling van Gooische oudheden (1882),
archivaris der gemeente Naarden,
was inmiddels begonnen te schrijven, en publiceert (onder het pseudoniem F.A. Buis) in 1879 zijn eerste roman "De Dochter van den Overste",
was voorzitter (later erelid) van de Raad van Bijstand van de Maatschappij Apollo,
voorzitter van de Afdeeling Amsterdam van het Nederlandsch Tooneelverbond,
ontvangt in 1883 "wegens betoonden ijver bij gelegenheid van het op 19-1-1883 plaats gehad hebbende onheil in de buskruitfabriek 'De Krijgsman' nabij Muiden, en in 't algemeen wegens de wijze waarop Gij U van uwe taak op het terrein van het onheil hebt gekweten" een tevredenheidsbetuiging van den Minister van Oorlog, en in 1892 een tweede,
organiseerde in 1892 de Comenius herdenking in Naarden, waarvoor hij bovendien zelf een Feestcantate schreef,
nam later het initiatief tot het oprichten van een Comenius-museum te Naarden,
was kapitein der artillerie in Den Helder, maar werd overgeplaatst naar Amsterdam,
wordt door de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde benoemd tot lid van de Commissie tot zuivering van de Militaire taal,
lid van de Plaatselijke Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs te Amsterdam (1895),
voorzitter van de Commissie Oud-Holland (1895),
wordt kapitein-adjudant der artillerie (1896),
ontvangt het ridderkruis van de Oranje-Nassau-orde met de zwaarden (1895),
was Commandant van het Korps Torpedisten te Brielle (1903-1907),
bevorderd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau,
voorzitter van de Archief-Commissie te Brielle,
schrijft "Amsterdamsche Brieven" in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant (1894-1903) waarin hij het economische, artistieke en sociale leven in de hoofdstad behandelt,
wordt Generaal-Majoor der Artillerie, Commandant van de Stelling van Amsterdam (1911)
benoemd tot Commandeur in de orde van het Legioen van Eer,
tot Ridder van den Nederlandschen Leeuw (1912),
gepensioneerd 11-11-1913,
lid van de Propaganda-Commissie van het Algemeen Nederlandsch Verbond,
vestigt zich te Bussum,
lid van den Gemeenteraad van Bussum (1915-1919),
gedelegeerd lid van het Nederlandsch-Indisch Studie- en Ondernemingsfonds,
[1267]
[1268]
zn. van Gerhardus Cornelis Fabius, oud-kapitein der artillerie van het KNIL, burgemeester van Buiksloot en van Naarden en Muiden, en Anna Petronella Beudeker.
Publicaties van Arnoldus Nicolaas Jacobus Fabius: romans
-
De dochter van den overste. W.C. de Graaf, Haarlem, 1876
-
Ontwaakt. Amsterdam, P.N. van Kampen en Zoon, 1880
-
Een doelloos Leven. Amsterdam, P.N. van Kampen en Zoon, 1880
-
Marie Hudde. Amsterdam, P.N. van Kampen en Zoon, 1893
-
Voorts een zeer groot aantal novellen, schetsen, en artikelen op historisch en militair gebied.
Publikaties van Mena Cremer Eindhoven:[1269]
-
Mevr. Fabius-Cremer Eindhoven, Bloemstukjes. Amsterd., z.j.
-
Mevr. Fabius-Cremer Eindhoven, Madonna. Amsterdam, z.j.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Jan Fabius, geb. Naarden 5-7-1888, ovl. 's-Gravenhage 30-7-1964, legerofficier, journalist en politicus,
doet eindexamen HBS in 1907, en studeert vervolgens aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda, welke opleiding hij voltooit op 6-8-1910 in de rang van tweede luitenant der artillerie,
wordt vervolgens bij het Eerste Regiment Veldartillerie in Utrecht geplaatst,
vraagt in 1912 speciaal verlof aan om voor Het Nieuws van den Dag en enkele bladen van het Sijthoff-concern de gewapende strijd op de Balkan te verslaan, keert terug in mei 1913 en verwerkt de reportages in het boek "Met Bulgaren en Montenegrijnen. Brieven van een oorlogscorrespondent",
wordt op 16-7-1913 bevorderd tot eerste luitenant,
neemt in 1914 deel aan de Nederlandse vredesmissie naar Albanië onder de voorwaarde dat hij tevens journalistieke bijdragen mocht verzorgen,
schrijft hierover het boek "Zes maanden in Albanië" (1918),
wordt in augustus 1914 gemobiliseerd en met het Tweede Regiment Veldartillerie in Noord-Brabant gelegerd,
wordt gedetacheerd in 1916 als waarnemer bij de Luchtvaart-Afdeeling - de militaire vliegdienst van het leger -,
vraagt in 1916 verlof aan om gedurende drie maanden als verslaggever de gevechten aan het Oostenrijks-Italiaanse front in Tirol en aan het Oostenrijks-Russische front in de Karpaten te verslaan,
en schrijft hierover het boek "Door het brandend Europa. Brieven van een oorlogscorrespondent" (1917),
wordt begin november 1918 gedetacheerd voor een opleiding aan de Hoogere Krijgsschool in Den Haag,
neemt in 1919 verlof en wordt correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant naar de Sovjetunie,
en schrijft hierover het boek "In het hol van den leeuw. Reisschetsen uit Sovjet-Rusland" (1920),
was in 1920/1921 korte tijd adjudant en tevens plaatsvervanger van de militair attaché in Berlijn,
kiest na terugkeer in Nederland voor het bedrijfsleven, liet zich als officier op non-actief stellen en legde in 1922 eerst het examen kandidaat-consul af en behaalde vervolgens op 18-1-1923 het kandidaatsexamen aan de Nederlandsche Handels-Hoogeschool in Rotterdam,
trad in dienst van NV De Bataafsche Petroleum Maatschappij, eerst twee jaar in Londen en daarna, vanaf 1924, in Soerabaja en Tepoe op Java,
krijgt op 16-8-1926 eervol ontslag uit het leger,
neemt in 1933 ontslag bij de BPM om als correspondent van Het Vaderland, het Berliner Tageblatt en enkele Indische bladen naar Tokio te vertrekken,
verblijft daar tot 1939, en schrijft daarover het Nederlandstalige boek "Dai Nippon" (1940),
werkte vanaf 1940, in de rang van vrijwillig reserve-kapitein van het KNIL, als bibliothecaris van de generale-staf op het departement van Oorlog in Bandoeng,
werd in 1942 na de inval van Japan in Indië geïnterneerd en bracht de jaren van de Japanse bezetting door in verscheidene kampen,
verbleef na het einde van de oorlog ruim een jaar met zijn gezin in Melbourne in Australië om aan te sterken,
keerde in oktober 1946 met zijn vrouw en dochter naar Nederland terug, vestigde zich in Den Haag, waar hij hoofdredacteur van Het Dagblad werd,
en vervolgens in 1948 hoofdredacteur van de door de Stichting Voorlichting Buitenland uitgebrachte Nieuwsbrief,
waarin hij zich - mede als lid van het Nationaal Comité Handhaving Rijkseenheid, waarvan hij inmiddels lid was geworden, o.a. verzette tegen te toegeeflijke houding van de Nederlandse regering jegens de Indonesische opstandelingen,
beijverde zich na de soevereiniteitsoverdracht in 1949 met zijn mede-comitélid Feuilletau de Bruyn voor de oprichting van een nationalistische, conservatieve doorbraakpartij, hetgeen niet lukte, waarna zij in 1952 zelf een partij oprichtten onder de naam "Jong Conservatief Verbond", die onder meer pleitte voor afschaffing van de evenredige vertegenwoordiging, beperking van de overheidsuitgaven, bestrijding van het socialisme, uitbreiding van het leger en de ondersteuning van de Ambonese vrijheidsstrijd,
haalde met dit Verbond in de Tweede-Kamerverkiezingen van 1952 slechts 0,32% van de stemmen,
baarde in de jaren daarna opzien door zijn onthullingsjournalistiek in de Nieuwsbrief, en was de eerste in Nederland die in 1954 durfde te berichten over de 'Greet Hofmans-affaire',
waarvoor hij werd veroordeeld tot tien dagen cel wegens majesteitsschennis,
richtte in 1958 de Partij van Vrije Burgers op, en ging een samenwerkingsverband aan met de Boerenpartij, welke gecombineerde lijst bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 1959 net geen kamerzetel haalde,
behaalde in 1962 voor de Partij van Vrije Burgers 1 zetel in de gemeenteraad van Den Haag, maar werd nog in datzelfde jaar geroyeerd als lid van deze partij, waarna hij tot aan zijn dood in 1964 als onafhankelijk raadslid verderging,[1270]
tr. Berlijn (D) 5-10-1921[1271]
Erna Carmen Sophie Louise Gerlich, geb. Zuid Afrika 1899, werd met haar dochter Mena tijdens de Tweede Wereldoorlog eveneens in Indië in kampen geïnterneerd.
Hieruit 1 dochter.
Publikaties van Jan Fabius:
-
Herinneringen aan het einde der Fransche overheersching, Utrecht, 1912
-
Met Bulgaren en Montenegrijnen. Brieven van een oorlogscorrespondent, 1913
-
Zes maanden in Albanië, 1918
-
Door het brandend Europa. Brieven van een oorlogscorrespondent, 1917
-
In het hol van den leeuw. Reisschetsen uit Sovjet-Rusland, 1920,
-
Das Brutnest. Momentbilder aus dem Balkan vor dem Weltkriege, Berlijn, 1920
-
Jan Fabius en Erna Gerlich, Java. Erzählungen aus Niederländisch-Indien, Berlijn, 1928
-
Dai Nippon, 1940
-
L.H. Simons en Jan Fabius, Groote figuren van dezen tijd: Chiang Khai Shek, Roosevelt, Stalin, Batavia, ca. 1941,
-
Zwart op wit. Liquidatie van een imperium. Een beeld van het na-oorlogse regeringsbeleid in Nederland, ontleend aan de Nieuwsbrief. Met een woord vooraf van J. Fabius en J.W. Meyer Ranneft, 's-Gravenhage, 1954
|
Jan Fabius (1888-1964).
Bron: Ref. [1272]
klik op plaatje(s) om te vergroten |
-
bbbb. Arnoldus Nicolaas Jacobus Fabius, geb. 1890/91, ovl. Wassenaar 8-1-1936 (ongehuwd).
-
dd. Hendrik Ynts Eindhoven, geb. 1820, ovl. (akte Zwollerkerspel) 1876, houtkoopman te Zwolle.
-
aaa. Jan Eindhoven, geb. 1861, ovl. Parijs 1885, jur. student.
Uit zijn tweede huwelijk (Eindhoven-Durcks) (o.a.?):[1274]
[1275]
-
ee. Geertruid Eindhoven, geb. Zwolle 24-7-1828, ovl. 1899, woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Geertruid Eindhoven, gehuwd, Doopsgezind, (geb. Zwolle 24-7-1828) op de Kloveniersburgwal te Amsterdam,
tr. Zwolle 22-9-1853 (huwelijk door echtscheiding ontbonden Amsterdam 4-9-1860)
Jacob Corver, geb. Amsterdam 7-5-1827, ovl. Londen 1875[1276], woont in 1851/53 (Bev. Reg.) als Jacob Corver, (geb. Amsterdam 7-5-1827), Doopsgezind, ongehuwd op de Buitenkant, en gehuwd op de Kloveniersburgwal te Amsterdam,
cargadoor te Amsterdam,
zn. van Jan Corver, cargadoor te Amsterdam, en Riemkje Cremer.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Elisabeth Corver, geb. Amsterdam 1854, ovl. Velp 11-6-1931, tr. Zwolle 17-11-1875
Willem Hendrik Jacob van Laer, geb. Zwolle 1853/54, ovl. vóór 1931, zn. van Antoni van Laer en Derkje Visscher.
-
bbb. Riemk(j)e Corver, geb. Amsterdam 1857/58, ovl. 1949, tr. Smilde 21-9-1903
Nicolaas Gerard Servatius, geb. Smilde 1859, ovl. Smilde 22-3-1930, wednr. van Elisabeth Ribbius,
burgemeester van Smilde,
zn. van Nicolaas Engelhard Servatius en Margaretha Geziena Kijmmell.
-
4. Jacob Eindhoven, geb. doopsgez. Blokzijl 9-10-1784, ovl. Hoorn 10-7-1849.
-
5. Evertje (Eva) Eindhoven, geb. doopsgez. Blokzijl 15-10-1788, ovl. Amsterdam 12-1-1871,[1277], doopsgez. lidmaat te Blokzijl 28-1-1811,
tr. Wormerveer 27-8-1815
Pieter (Smidt) van Gelder, geb. Wormerveer 29-1-1792, ovl. Amsterdam 24-11-1868,[1278]
koopman (1815),
burgemeester van Wormerveer (1844),
papierfabrikeur (1849, 1853), fabrikant (1852),
verplaatst met zijn broers de papierfabriek onder de nieuwe naam "Van Gelder en zonen" naar Amsterdam,[1279]
zn. van Pieter Smidt van Gelder (ex Hendrik van Gelder x Maria Smidt , zie hierboven), stagiar in de papierfabriek van zijn schoonvader Maarten Schouten, later zelf papierfabrikant in de fa. Van Gelder Schouten & Co, en Dieuwertje Maartens Schouten.
-
aa. Dieuwertje van Gelder, geb. Wormerveer 3-3-1817, ovl. Wormerveer 12-8-1820,[1281]
-
bb. Johanna Maria van Gelder, geb. Wormerveer 18-8-1819, ovl. Wormerveer 22-3-1820,[1282]
-
cc. Pieter Smidt van Gelder, geb. Wormerveer 1-5-1821, ovl. Brink en Orden (Apeldoorn) 23-12-1887, (papier)fabrikant (1873..1887), lid van de gemeenteraad van Amsterdam,
tr. Stad Almelo 30-8-1844
Henriette Coster, geb. Stad Almelo 8-5-1824, ovl. Apeldoorn 28-3-1882, dr. van Jan Herman Coster, linnenreder, en Amelia Coster.
-
aaa. Eva Fockelina Smidt van Gelder, geb. Wormerveer 2-12-1845, ovl. Amsterdam 17-1-1920, tr. Amsterdam 17-6-1875
Hendrik Jan Boelen, geb. Amsterdam 15-8-1844, ovl. Hilversum 5-9-1891, wijnhandelaar (1875) te Amsterdam,
zn. van Jacobus Theodorus Boelen, wijnkoper, regent Huiszittenhuis en regent Lutherse Oude Mannen- en Vrouwenhuis, en Everdina Waller.
Uit dit huwelijk (o.a.?):[1284]
-
aaaa. Jacobus Theodorus Boelen, geb. Amsterdam 12-12-1876, ovl./beg. Maarn 29-5/3-6-1946, lid firma Jacobus Boelen, wijnkopers te Amsterdam,
tr. 1o 's-Gravenhage 28-6-1910 (huwelijk door echtscheiding ontbonden Amsterdam 30-4-1934)[1285]
Jacoba Martha van Oordt, geb. 's-Gravenhage 2-6-1888, ovl./beg. Amsterdam 12/15-2-1984, dr. van Hermannus Lubertus van Oordt, luitenant-generaal, en Anna le Poole,
tr. 2o Tiel 18-12-1934[1286]
Jkvr. Bertha Wilhelmina van Rappard, geb. Tiel 30-1-1902, ovl. Selestat (Rhin (Bas), F) 6-11-1976, gecr. Straatsburg (F) 12-11-1976, lerares,
dr. van Frederik Willem ridder Rappard industrieel, en Antoinette Johanna Wijnhoff. Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
Zij hertr. Arnhem 30-7-1952 Peter Herz.
-
bbbb. Joan Gerard Boelen, geb. Amsterdam 1883/84, koopman (1911),
tr. Amsterdam 10-1-1911 (huwelijk door echtscheiding ontbonden 25-7-1931)
Charlotte Alida Matthes, geb. Bindjei (Nederlands-Indié) 1889/90, dr. van Hendrik Arnoldus Matthes, bankier, en Charlotte Alida Doorman.
-
bbb. Amelia Christina (Smidt) van Gelder, geb. Wormerveer 29-12-1848, tr. Amsterdam op 29-5-1873 (bij machting rechtbank 6-4-1905 is de naam van de bruid geworden Amelia Christina Smidt van Gelder)
Joan Gerard Kruimel, geb. Amsterdam 24-7-1845, ovl. Amsterdam 8-4-1895, directeur van de Rijn Stoomboot Maatschappij (1873),
zn. van Jan Herman Anne Kruimel en Alida Hermana Schuemer.
-
ccc. Pieter Smidt van Gelder, geb. Wormerveer 17-9-1851, ovl. 1913, papierfabrikant (1876, 1913), directeur ener maatschappij (1928), directeur van de fa. Van Gelder & Zonen met fabrieken te Wormerveer, Amsterdam, Apeldoorn en Velzen,[1287]
tr. 1o Bloemendaal 20-7-1876
Eva Catharina Prins, geb. Wormerveer 16-5-1854, ovl. Overveen 23-8-1880, dr. van Jan Prins, fabrikant, en Agatha Immina Kaars Sijpesteijn,
tr. 2o Heemstede 11-10-1883[1288]
Maria Cornelia Kaars Sijpesteyn, geb. Krommenie 26-6-1861, dr. van Pieter Hendrik Kaars Sijpesteyn en Maartje Vis.
Uit zijn eerste huwelijk (van Gelder-Prins):[1289]
-
aaaa. Ridder Pieter Smidt van Gelder, geb. Wormerveer 10-3-1878, ovl. Antwerpen 11-12-1956, trad in 1900 toe tot het familiebedrijf fa. Van Gelder & Zonen, maar
werd dankzij een erfenis in 1908 al een gefortuneerd man,
waarna hij besloot het bedrijfsleven te verlaten,
en zich te wijden aan het verwerven van antiek en kunstobjecten, en aan reizen
(daarbij geholpen door zijn vloeiende beheersing van Frans, Engels, Duits, Spaans en Russisch),
had midden jaren dertig zodanig veel verzameld dat dat grotendeels opgeslagen was in de oude pakhuizen van het familiebedrijf te Amsterdam,
waarna hij op zoek ging naar een geschikte locatie voor zijn verzamelingen,
kocht daartoe in 1937 in Antwerpen het belle époquegebouw Hotel Thijs, dat hij liet verbouwen tot privé-museum, en vestigt zich in 1938 in Antwerpen,
deed genereuze schenkingen van schilderijen aan de Koninklijke Musea in Brussel,
ontvangt de Belgische eretekens van Commandeur in de Kroonorde en van Commandeur in de Leopoldsorde,
wordt door Koning Boudewijn in de adelstand verheven met de persoonlijke titel van Ridder (1954),
schenkt het museum in 1950 aan de stad Antwerpen, die het als stedelijk museum openstelde voor het grote publiek, maar bleef er zelf in wonen tot aan zijn dood in 1956,[1290]
[1291]
tr. 1912 (huwelijk door echtscheiding ontbonden 1922)[1292]
Elisabeth Cecilia Dolleman.
|
Pieter Smidt van Gelder (1878-1956).
Bron: Ref. [1293]
|
Het door Pieter Smidt van Gelder (1878-1956) in 1937 opgerichte
⇒ Museum Smidt van Gelder
aan de Belgiëlei te Antwerpen.
Bron: Ref. [1294]
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
|
Pieter Smidt van Gelder (1878-1956).
Bron: Ref. [1295]
|
Grafmonument voor Pieter Smidt van Gelder (1878-1956) in het Erepark Schoonselhof van de stad Antwerpen. Het mozaïek stelt het wapen van de familie voor.
Bron: Ref. [1296]
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
Uit zijn tweede huwelijk (van Gelder-Kaars Sijpesteyn) 4 zoons, onder wie:
-
bbbb. Joan Hendrik Smidt van Gelder, geb. Amsterdam 1886/87, tr. Amsterdam 25-11-1913
Margaretha Eva Uijt den Bogaard, geb. Amsterdam 1892/93, dr. van Charles Henri Uijt den Bogaard, commissionair in effecten, en Margaretha Eva van der Goot.
-
cccc. Robert Herbert Smidt van Gelder, geb. Amsterdam 1891/92, tr. Amsterdam 6-11-1917 (huwelijk door echtscheiding ontbonden 17-2-1934)
Mathilda Mary von Hemert, geb. Amsterdam 1892/93, dr. van John George von Hemert, koopman, en Helena Gustava Mathilde von Klint.
dddd) Willem Cornelis Smidt van Gelder 1887/88, koopman (1928),
tr. Londen district St Martin 27-7-1928 (akte ook Amsterdam 28-9-1928)
Gladys Harpler, geb. 1898/99, gescheiden echtgenote van Annibal de Paula Lopes,
dr. van Henry Poles Copestake Harpur, manufacturier.
-
dd. Hendrik Enno van Gelder, geb. Wormerveer 27-12-1822, ovl. Haarlem 3-12-1875, koopman (1872-1874),
tr. Haarlem 16-4-1846[1297]
Johanna Catharina Boekenoogen, geb. Haarlem 25-1-1825, dr. van Gideon Boekenoogen en Sara Maria Warners.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Sara Maria van Gelder, geb. Amsterdam 1846/47, tr. Amsterdam 14-11-1872
Ds. Isaac Herman Boeke, geb. Amsterdam 1846/47, predikant (1872),
zn. van Jan Boeke en Jennij de Stoppelaar Blijdesteijn.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
bbb. Pieter van Gelder, geb. Amsterdam 11-11-1848, koopman (1874, 1920),
tr. Zaandam 26-3-1874[1298]
Margaretha Adriane Prins, geb. Wormerveer 9-1-1849, dr. van Adrianus (Adriaan) Prins, koopman, en Grietje Poel.
-
aaaa. NN van Gelder, geb./ovl. Amsterdam 23-7-1875 (levenloze dr.).
-
bbbb. NN van Gelder, geb./ovl. Amsterdam 14-4-1876 (levenloze zn.).
-
cccc. NN van Gelder, geb./ovl. Amsterdam 13-11-1877 (levenloze dr.).
-
dddd. Pieter van Gelder, geb. Amsterdam 3-9-1879.
-
eeee. Hendrik Pieter van Gelder, geb. Amsterdam 26-5-1881.
-
ffff. Adrianus van Gelder, geb. Amsterdam 22-9-1882.
-
gggg. Margaretha Eva van Gelder, geb. Nieuwer-Amstel 12-11-1884.
-
hhhh. Johanna Catharina van Gelder, geb. Nieuwer-Amstel 2-6-1886.
-
iiii. Ernst van Gelder, geb. Nieuwer-Amstel 13-1-1890.
-
ccc. Jan Gerrit van Gelder, geb. Amsterdam 10-9-1850[1300], ovl. Arnhem 3-2-1917, eigenaar van een houtwerf, fabrikant (1910), administrateur (1917),
tr. Utrecht 27-8-1874
Jeannette Agnes Beets, geb. Heemstede 2-10-1852[1301], ovl. Arnhem 7-1-1928, dr. van Prof. Dr. Nicolaas Beets (alias Hildebrand) en Jkvr. Alida van Foreest.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Dr. Dr.h.c. Hendrik Enno van Gelder, geb. Amsterdam 16-2-1876, ovl. 's-Gravenhage 24-6-1960,[1302]
bezoekt het gymnasium te Amsterdam (1894-1899),
studeert rechten en staatswetenschappen aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam,
alwaar hij promoveert (1899) in de staatswetenschappen,(¥)
wordt tijdens zijn studieperiode lid van de SDAP,
benoemd tot adjunct archivaris te Alkmaar (1900),
directeur van de coöperatieve volksbank (1902),
benoemd tot Gemeente-archivaris van 's-Gravenhage (1912),
belast met het directoraat van het Gemeentemuseum van 's-Gravenhage (1918-1923),
directeur van de Gem. Dienst van Kunsten en Wetenschappen (omvattende archeief, bibliotheek en musea) (1923-1941),
directeur Gem. Dienst van Kunsten en Wetenschappen (omvattende alleen de musea) (1935),
opent het door Dr. H. P. Berlage ontworpen nieuwe museumgebouw aan de Stadhouderslaan te 's-Gravenhage (1941),
gepensioneerd als directeur van de Gem. Dienst van Kunsten en Wetenschappen (1945)
benoemd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau (1945-1947),
voorzitter van de Rijkscommissie voor de Musea (1953),
voorzitter van de commissie ter bevordering van het museumbezoek (1957),
promotie tot eredoctor in de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte van de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam (1960),[1303]
tr. Amsterdam 22-5-1902
Johanna Helena Scalongne, geb. Alkmaar 1876/77, dr. van Dirk Scalongne en Heiltje Tak.
COMMENTAAR(¥)
In geen van de UB's is van hem een proefschrift te vinden!
|
|
Portret van Hendrik Enno van Gelder (1876-1960) geschilderd door Hendrik Johannes Haverman.
Paneel. 29,5x41,5 cm
Datering: 1923
Locatie: Haags Historisch Museum
|
Dr. Dr.h.c. Hendrik Enno van Gelder (1876-1960).
Bron: Ref. [1304]
klik op plaatje(s) om te vergroten | |
Uit dit huwelijk (4 zoons):[1305]
[1306]
-
aaaaa. Prof. Dr. Jan Gerrit van Gelder, geb. Alkmaar 27-2-1903, ovl. Utrecht 9-12-1980, student kunstgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Utrecht (doctoraal examen 1927),
assistent (1924) en later conservator bij het Museum Boymans te Rotterdam, belast met het beheer over het prentenkabinet en de bibliotheek,
promoveert op 9-6-1933 op het proefschrift "Jan van de Velde, 1593-1641, teekenaar-schilder"
kunsthistoricus, filmrecensent van De Wereldkroniek (1931-1933),
wordt lid van de redactie van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift (1935),
wordt privaatdocent in de kunstgeschiedenis te Leiden (1936),
samen met A.M. Hammacher redacteur van het tijdschrift Beeldende Kunst (1937-1942),
benoemd tot waarnemend directeur van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) in Den Haag (1940),
[1307]
voert de redactie van Stols' reeks Onbetreden Gebieden der Nederlandsche Kunstgeschiedenis (1943).
[1308]
directeur van het Mauritshuis (1945-1946), directeur van RKD (1945-1946),
neemt het initiatief tot oprichting van het Nederlandsch Kunsthistorisch Jaarboek (1947),
benoemd tot hoogleraar in de kunstgeschiedenis te Utrecht (1946 - emeritaat 1973),
lid van de redactie van het tijdschrift Oud-Holland (1946-1976), en van het Nederlands(ch) Kunsthistorisch Jaarboek (1947-1962),
lid van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (1951),
bestuurslid van de Fondation Custodia, van het Institut Néerlandais in Parijs,
van het Istituto Olandese te Florence, van de Stichting Openbaar Kunstbezit en de Vereniging Rembrandt,
directeur van het Centrum voor Voortgezet Kunsthistorisch Onderzoek (1966-1973),
[1309]
tr. 1o 10-1-1928 (huwelijk ontbonden door echtscheiding 12-6-1956)[1310]
Nannette Francoise Schrijver, tr. 2o 5-7-1963[1311]
Ingrid Isolde Edith Jost. Uuuuuuit zijn eerste huwelijk nageslacht.
-
bbbbb. Dirk van Gelder, geb. Scheveningen 7-3-1907.
-
ccccc. Nicolaas van Gelder, geb. Scheveningen 29-11-1910.
-
ddddd. NN van Gelder, geb. ?.
-
bbbb. Martinus Nicolaas van Gelder, geb. Amsterdam 1879/80, makelaar in rijst (1910),
tr. Amsterdam 18-8-1910
Françoise Agatha Lydia van der Meij, geb. Amsterdam 1880/81, dr. van Gerrit Hendrik van der Meij en Françoise Agatha Lijdia Thesingh.
-
cccc. Aleide van Gelder, geb. 1881/82, ovl. Arnhem 1-9-1910 (ongehuwd?), lerares tekenen (1910).
-
dddd. Johanna Catharina van Gelder, geb. Amsterdam 29-12-1886[1312], tr. Arnhem 1-11-1917
Jacobus Adriaan Mijnlieff, geb. Breukelen Nijenrode 12-9-1883, ovl. Arnhem 8-10-1952,[1313]
ingenieur (1917),
zn. van Arie Mijnlieff, arts, en Catharina Arike Mijnlieff.
-
aaaaa. Catharina Arike Mijnlieff, geb. Arnhem 15-9-1924.
-
ddd. Eva van Gelder, geb. Amsterdam 1851/52, tr. Amsterdam 24-4-1873
Jacob Dirk Cremers, geb. Amsterdam 1849/50, makelaar (1873..1916),
zn. van Willem Johannes Cremers en Maria Elisabeth Balwé.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
eee. Hendrik Enno van Gelder, geb. Amsterdam 1854/55, ovl. Leiden 3-11-1926, ingenieur (1883), directeur van een Middelbare Technische School (1915),
tr. Amsterdam 1-11-1883
Henriëtte Antonia Boeken, geb. Amsterdam 1855/56, ovl. na 1926, dr. van Pieter Boeken en Anna Margaretha ter Meulen.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
fff. Arend van Gelder, geb. Amsterdam 1855/56, ovl. Doorn 4-8-1925, scheepsbouwmeester (1881),
tr. Amsterdam 6-10-1881
Catharina Reesse, geb. Amsterdam 1855/56, ovl. Zeist 13-7-1931, dr. van Willem Reesse en Hermine Christine Mercier.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
ee. Debora Johanna van Gelder, geb. Wormerveer 31-12-1824, ovl. Sneek 29-3-1872, tr. Wormerveer 26-10-1849
Egbert Veen, geb. Sneek 2-2-1826, ovl. Sneek 17-5-1875, koopman (1849),
lid van de fa. A. Veen & Zn. te Sneek,
zn. van Antoni Veen en Gerritje Schepel (zie kw. nr. ⇒ 56 ).
Voor nageslacht van dit echtpaar zie kw. nr. ⇒ 57 sub f.
-
ff. Johanna Cornelis van Gelder, geb. Wormerveer 9-12-1826, tr. Wormerveer 22-7-1853
Jan Loos, geb. Ambt Vollenhove 23-10-1824, ovl. Blokzijl 27-2-1898,[1315]
houtkoper (1853),
zn. van Barend Loos en Jantje Stuurman.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Barend Loos, geb. Blokzijl 1853/54, ovl. vóór 1929, tr. Havelte 7-9-1888
Antje Houwing, geb. Blokzijl 1863/64, ovl. Havelte 2-7-1929, dr. van Wesselius Marcus Houwing en Berendina Lampe.
-
bbb. Henriette Jacoba Loos, geb. Blokzijl 1854/55, ovl. na 1936, tr. Blokzijl 23-8-1888
Jan Hendrik Bartelink, geb. Stad Almelo 1856, ovl. Groningen 31-1-1936, zn. van Dirk Leonard Bartelink en Everdina Hendrika Benjamina Boom.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Everdina Hendrika Benjamina Bartelink, geb. Hengelo 1889/90, tr. Hengelo 18-4-1916
Philippus Johannes Gelderman, geb. Losser 1873/74, zn. van Diederich Gelderman en Apolonia Wouterina Christina Ort.
-
bbbb. Dirk Leonard Bartelink, geb. Hengelo 1891/92, tr. Oldenzaal 5-9-1922
Gertrude Kathleen Gelderman, geb. Oldenzaal 1900/01, dr. van Hermannus Philippus Gelderman en Maij Amanda Fuhrken.
-
ccc. Eva Loos, geb. Blokzijl 1855/56, tr. Blokzijl 19-7-1883
Jacob Duijvis, geb. Koog aan de Zaan 1853/54, zn. van Teewis Duijvis en Debora Geertruida Verkade.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Hugo Jacob Duijvis, geb. Amsterdam 1890/91, tr. Baarn 7-6-1916 (huw. ontbonden 25-6-1953 Arr. Rb. Amsterdam, ingeschr. Baarn 18-7-1953)
Elisabeth Henriette Thomas, geb. Renkum
dr. van Andreas Jacobus Arnoldus Thomas en Theodora Beuker.
-
ddd. Pieter Adrianus Loos, geb. Blokzijl 1857/58, ovl. na 1922, tr. Blokzijl 17-4-1890
Johanna Pander, geb. 's-Gravenhage 1856/57, ovl. Havelte 20-2-1922, dr. van Klaas Pander en Maritjen Buis.
-
eee. Maria Margaretha Loos, geb. Blokzijl 1860/61, ovl. Gorssel 12-10-1936 (ongehuwd?).
-
gg. Maria Margaretha van Gelder, geb. Wormerveer 5-6-1829, ovl. Haarlem 27-2-1884,[1316]
tr. Wormerveer 17-9-1852
Willem Tasman, geb. Hoorn 21-6-1830, ovl. Hoorn 22-5-1871,[1317]
koopman (1852),
zn. van Hermanus Jacobus Tasman, koopman, en Anna Jacoba Koning.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Anna Jacoba Tasman, geb. Hoorn 1853/54, tr. Hoorn 24-4-1879
Adrianus Rudolphus Wittop Koning, geb. Brielle 1842/43, controleur der directe belastingen (1879),
zn. van Jan Wittop Koning en Adriana Hendrica Kraijhoff van de Leur.
-
hh. Lambertus Jacobus van Gelder, geb. Wormerveer 5-5-1831, ovl. Soest 10-11-1912, tr. Sneek 24-7-1857
Lubina Aurelia (Amelia) Endtz, geb. Sneek 19-8-1837, ovl. Soest 21-4-1912, dr. van Dr. Johannes Ant(h)onius Endtz en Titia (Tijtje) Tjommes Stam
(zie kw. nr. ⇒ 56 ).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Anton van Gelder, geb. Amsterdam 1862/63, tr. Sloten 15-11-1894 (waarbij 2 kinderen worden erkend)
Matthea Burger, geb. Amsterdam 1863/64, dr. van Johannes Burger en Albarta Wilhelmina Weijller.
-
bbb. Johannes Antonius van Gelder, geb. 1864/65, ovl. Soest 3-3-1911, tr.
Fenna Juchter, ovl. na 1911.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Lambertus Jacobus van Gelder, geb. Hilversum 1891/92, tr. Soest 14-11-1919
Geertje Kraaikamp, geb. Soest 1896/97, dr. van Jan Kraaikamp en Elisabeth van de Kamp.
-
ccc. Eva Titia van Gelder, geb. Amsterdam 1866/67, ovl. Gorssel 15-12-1918, tr.
Johan Jacob Lambertus, ovl. na 1918.
452. BEREND (TEUNISZ) TEN CATE, geb. Borne 13-11-1696 [1318], beg. Sneek 1-5-1783,[1319],
bontreeder te Twente,
kleinburger van Deventer 7-8-1719,[1320]
wordt op 4-7-1727 ingeschreven als burger van Sneek als Beern ten Cate afkomstig van Born, laatst woonachtig in Deventer,
bontreeder, koopman (1730..1779), fabricquer (1749)
en havenmeester (1765) te Sneek [1321],
betaalt als fabricquer ("redelijk van vermogen") op het Kleinzand
60 gld. 1 st. personele Quotisatie voor vier personen boven de
12 jaar (1749) [1322],
otr. Deventer gerecht met attestatie naar Sneek afgegeven 16-3-1727, tr. Sneek gerecht 24-3-1727
453. MARTJE (MINTJES) ANDRIES, geb. Sneek, beg. Sneek 23-1-1729.
Uit het huwelijk (ten Cate-Andries) geboren te Sneek een zoon :
-
a. Teunis ten Cate, geb. 29-12-1728, (=kw. nr. 226).
Beern ten Cate, geboren te Born en laatst gekomen van Deventer in Overijsel,
juratus volgens 't formulier der Doopsgesinde"(¥)
wordt burger van Sneek 4-7-1727.[1323]
COMMENTAAR(¥)
Doopsgezinden mochten vanwege hun overtuiging niet de normale eed afleggen,
weshalve voor hen een apart eedsformulier opgesteld was.[1324]
|
Op 23-1-1728 procedeert Beernt Theunis Tencata tegen Johannes Harmens om
"sijn bewoonde camer (..) te verlaten".[1325]
Op 12-5-1730 koopt Beernt ten Cate, coopman tot Sneek, een huisinge, schuire en
hovinge op de Noordkant van de Oosterdijk tot Sneek voor 700 Car. gld.".[1326]
Op 21-12-1731 procedeert Beernt Tencata tegen Harmen Hamersma om sijn
bewoonde huisinge cum annexis (ut supra) te verlaten".[1327]
Proces op 22-4-1735 : "Sijke Harings, meerderjarige dogter en coopvrouw
binnen Sneek, arrestante, contra Beernt Tencata, coopman aldaar,
arresteerde, ende Janke Hemkes, huisvrouw van Wieger Tjeddes,
geïntimideerde, om by peene van een pont geen penningen wegens de coopschat
van de gearresteerde gecogte huisinge aan de geïnteresseerde ofte ymant
harentwegen uit te tellen voor en aleer de arrestante nopens haar competentie
tot negen en twintig car. gld. weegens boekschuld van cramerije sal wesen
voldaan en betaalt, alles met intimidatie en relaas in forma.[1328]
Op 22-4-1735 koopt Barent ten Kate, koopman tot Sneek, een huizinge en
hovinge aan de Noordkant van de Oosterdijk.[1329]
Op 8-10-1736 kopen Adam en Beerent Theunissen ten Cate, kooplieden, wonend te
IJlst en Sneek, van B. Nauta "seeckere klein gedeelte van een reydpolle,
geleegen aan de Wijmerts in de grietenië van Wimbritseradeel" voor 15 Car.
gld.
[1330].
Op 8-12-1738 doen Beernt ten Cate met Ytie en Minke Mintjes te Sneek, als
erfgenamen van hun moei (=tante) Mertien Beerns (de vrouw van Berns ten Cate
gestorven te Sneek op 12-10-1738, aangifte van het collateraal(¥)
ter waarde van 4000 Car. gld.
[1331](¥)
COMMENTAAR(¥)
collateraal erven is erven in de zijlinie
|
COMMENTAAR(¥)
Hier klopt iets niet! Waarom noemen Ytie en Minke Mintjes Mertien Beerns
hun moei, terwijl ze eerder hun zuster is (zie kw. nr. ⇒ 907 )? En waarom is de
begraafdatum drie maanden na het overlijden? Een andere Martje Berents (zie
kw.nr. 1815c) is wel hun tante!
|
Op 23-1-1739
koopt Berent ten Cate, coopman tot Sneek, een huisinge en erf achter de
Cruisebroeren tot Sneek voor 475 Car. gld.
[1332].
Op 21-4-1741 kopen Beernt ten Cate en Gerrit Jans ten Cate, beiden tot Sneek, de helft
van 3 pondematen los land
[1333].
Op 8-5-1741 verkoopt Berend Teunisz ten Cate, burger en koopman te Sneek, 14 1/2
pondemaat los land onder IJlst aan (zijn broer) de koopman Adam Teunisz ten Cate te IJlst voor
203 Car. gld.
[1334].
Op 26-1-1742 kopen Beernt ten Cate en Gerrit Jansz ten Cate, kooplieden tot Sneek,
"seekere heerlyke, wel ter nering staande huisinge op de hoek van de Koornmerk
bij de Kakebrug alhier"
[1335].
Op 23-2-1742 procederen "Duike Martens" cum marito contra de rentmeester en
notaris Mulder, als procureur van Beernt en Gerrit ten Cate, om libel te
ontvangen (met herhalingen op 23 feb., 2 en 9 mrt.). Daarna op 20-9-1742 "om
in cas van niaar om purge van een contumacie ten principalen om alsnog te
repliceren, by peene van verstek". Tenslotte nog op 8 en 22 juni en 6-7-1742
"om te dienen van dupliek" en "om tryptiek te ontvangen"
[1336].
Hendrick Temminck, mr. glaasemacker to Sneek, mag zijn meubilair niet bij
Liesken Jacobs, de wed. van Obbe Doekes, weghalen eer hij zijn huur
betaald heeft, daar hij voornemens is in een huis van Beernt Tencata in te
trekken
[1337].
Epke Sipkes Roosen en Beernt ten Cathe, coopluiden tot Sneek, kopen een huis
cum annexis aan de Noordkant van het Kleinzand, met Berend Wouters belendend
ten westen
[1338].
Op 8-1-1743 procedeert Ds. Rinso Haanstra, praedicant tot Woudsend, contra
Beernt ten Cate, om sodanig land, "de Tuin" genaamd, buiten de Oosterpoort,
opden 5en Marty in vrydom te verlaten
[1339].
Op 18-1-1743 procedeert de wed. Marten Mintjes contra Beernt ten Cate, om
sodane camer, bij Marten Mintjes in leven gebruikt, op den 12en May 1743 in
vridom aan te nemen
[1340].
Op 3-5-1743 kopen Epke Sipkes Roos en Beernt ten Cate, cooplieden, een helft
van "een heerlijke huisinge tussen de Syllen"
[1341].
Proces op 24-4-1744 : "De coopman Beernt ten Cate tot Sneek, arrestant, contra
Jarig Aukes, mr. pottenbacker aldaar, gearresteerde, en Broer de Groot,
mede aldaar, geïntimideerde, om bij peene daartoe staande, geen penningen
aan de geïintimideerde off ymant sijnent wegen uit te stellen, voor en
aleer de arrestant sal wesen voldaan de somma van seven en twintig car. gld.,
wegens geleend en verschooten geld, volgens geïntimideerdes eigen
handtekeninge, alles met relaas in optima forma, met een dag van regt op den
eersten"
[1342].
Op 21-5-1745 kopen Beernt ten Cate en Gerrit ten Cate, koopluiden binnen
Sneek, een huis "op de Polle" in Sneek voor 150 goudguldens
[1343].
Op 5-3-1746 treden Epke Sipkes Roos en Beernt ten Cate, beiden tot Sneek, op
als crediteuren van een overleden echtpaar
[1344].
Op 16-12-1746 procederen Beernt ten Cate, coopman, ende Epke Sipkes Roos,
assuradeur, beiden tot Sneek, contra Pijter Minnema, old burgemeester ter
voors. stede, gedaagde, om betalinge van vijftig car.gld. wegens een jaar
huishuir van desselfs gehuirde huisinge, staande tussen de Zijlen hier ter
stede, May 1746 verschenen etc.", met een herhaling op 23-12-1746
[1345].
Ofschoon woonachtig in Sneek blijft Berent ten Cate de Oud Vlaamse gemeente
te IJlst trouw, hij onderhandelt in 1746 namens de Doopsgezinden van IJlst, en
is in 1759 namens hen aanwezig op de Oud Vlaamse jaarvergadering te Groningen
[1346].
Op 23-4-1750 geven Beernt ten Cate en Gerrit Jan ten Cate, testamentaire erfgenamen
van Griete Beerns (zie kw. nr. ⇒ 1815 d),
overleden 12-4-1750, het collateraal aan van de
nalatenschap van Grietie Beerns voors., volgens de personele goedschattinge,
waarop deselve alhier staat aangeslagen met de somma van ses duisend car.gld.
[1347].
Op 22-1-1751 koopt Beernt ten Cate, koopman, een derde del van 10 pondemaat land
bij de Eekmolen
[1348].
Beernt ten Cate procedeert hierna een groot
aantal malen tegen personen die van hem hadden gehuurd :
-
Op 22-1-1751 tegen Harmen Dijkstra, mede vroedsman to Sneek, als boekhouder der huissitende armen deser
stede, en Rommert Hoitis, als boekhouder der Roomsgesinde armen aldaar, om
sodane kamer cum annexis als bij Jarich Simkes bewoont op den 12en May in
vridom te verlaten
[1349].
-
Op 19-1-1753 tegen Pyter Sibrandus, verwersknegt, om sijn bewoonde huisine
cum annexis op den 12en May in vridom te verlaten"
[1350].
-
Op 18-1-1754 tegen Eeltje Dirks, mr. wolkammer hier terstede, om sodane
huisinge cum annexis, als de gedaagde van hem in huiringe heeft, op den 12en
May in vridom te verlaten"
[1351].
-
Op 24-1-1755 samen met Gerrit Tencata, tegen Jan Jurriens, schipper ter
voors. stede, om sijn gebruikte huisinge ut supra te verlaaten
[1352].
-
Op 23-1-1767 tegen Jan Beerns, om sijn bewoonde huisinge ut supra te
verlaten, en dito tegen Trijntje Gervens
[1353].
-
Op 18-1-1771 tegen Machiel Munter om sijn bewoonde huisinge per 12 May in
vridom te verlaten
[1354].
-
Op 24-1-1772 tegen Jacobus Miljon, mr. pruikenmaker, om sijn bewoonde
huisinge ut supra te verlaten
[1355].
-
Op 18-12-1772 tegen J. Miljon, parukemaker, om sijn bewoonde
huisinge cum annexis op den 12en May 1773 in vridom te verlaten
en om betalinge van vyftig car.gld. wegens een jaar huishuir, May 1772
verschenen, onder cortinge van 't reëel
[1356].
-
Op 7-5-1773 tegen J. Miljon, mr. paruikmaker alhier, om bij peene daartoe
staande, geene goederen uit sijne gehuirde huisinge naar elders te vervoeren
en de vervoerde aanstonds weder ter plaatse te brengen, voor en aleer aan de
impetrant sal sijn voldaan sodanige huishuir als hem competeert, alles met
citatie om dese in magt te doen verclaren en intimidatie aan
Gerrit van Diemen, in wiens huis de beklaagde staat te wonen"
[1357].
Op 21-1-1774 verklaart bovengenoemde Gerrit van Diemen te weigeren om
J. Miljon als bewoner van zijn huis op te nemen
[1358].
Op 22-1-1751 procedeert Hylke Jans, mr. chirurgijn, tegen Beernt ten Cate en
Epke Roos, boekhouder der Doopsgesinde gemeente te Sneek, om sijn bewoonde
huisinge cum annexis op den 12en May 1751 in vridom te verlaten
[1359].
Op 18-6-1762 koopt Berend ten Cate, coopman tot Sneek, "een heerlijk huis op
de Oosterdijk met bakkerij en ververij voor 725 goudguldens"
[1360].
Op 10-5-1765 procedeert Beernt ten Cate, coopman binnen Sneek, als havenmeester
van de haven achter de Oosterdijk alhier, arrestant, contra Hylke Steensma,
mr. chirurgijn, en Johannes Jan, bleker, wegens achterstand op de betaling
van hun aandeel in het uitbaggeren van de haven
[1361].
Op 19-12-1766 kopen Beernt ten Cate en Theunis ten Cate, kooplieden binnen Sneek een
huis op de Zuidkant van het Kleinzand naast Mintje Wouters en een huis met
bleek aan de Stadswal, samen voor 2998 car.gld. en 16 stv.
[1362].
Op 5-3-1779 kopen Beernt ten Cate en Soon, cooplieden te Sneek, een huis in
het Klein Zuid-end binnen Sneek voor 400 Car. gld.
[1363].
454. JACOB WILLEMSZ HESSELINK, geb. Groningen 12-6-1684, ovl. Groningen 20-3-1768,[1364]
afkomstig van Groningen (1713, 1730),
leraar bij de Oud-Vlaaamsche Doopsgezinde Gemeente te Groningen (1725-1760),
[1365]
otr./tr. 1o Groningen geref./doopsgez. 13-5/5-6-1713 (get. Jacob ten Cathe, haar zwager),[1366]
GRIETJE JANS, geb. Baflo 13-2-1687, ovl. Groningen 11-2-1727,[1367], afkomstig van Baflo (1713),
otr./tr. 2o Groningen geref./doopsgez. 27-5/15-6-1730 (get. Lubbert Alberts Cremer, haar broeder),[1368]
455. JANNEKE ALBERTSDR CREMER(¥), geb. (Groningen?) 31-3-1706[1369]
, ovl. (Groningen?) 1-2-1774[1370]
, afkomstig van Groningen (1730).
COMMENTAAR(¥)
is zij verwant aan Daniel Kremer, zie kw. nr. ⇒ 1809 sub g ?
|
|
Wapen Cremer : In blauw een (gouden bol?), vergezeld onder van drie (rozen?) 2,1 geplaatst.[1371]
|
Uit zijn eerste huwelijk (Hesselink-Jans) :(¥)
COMMENTAAR(¥)
Wat is et verband met de volgende personen voorkomend op de lijst van huiseigenaren te Groningen 1765 (drekgeldregister).[1372]
Arend Hesseling, Steenstilstr. NZ, ƒ 0,15,0
H.G. Hesseling , Oude Boteringestr. OZ, ƒ 1,--,--
Hendrik Hesseling , 7 kamers Bloemstr. NZ ƒ 0,14,0
W.A. Hesseling , Nieuwe Ebbingestr. OZ, ƒ 0,15,0
W.J. Hesseling , Nieuwe Ebbingestr. OZ, ƒ 0,15,0
koopman Hesseling , Poelenstr. NZ, ƒ 1,--,--
idem, Boterdiep WZ, ƒ 0,2,--
idem, Oude Ebbingstr. WZ ƒ 1,5,--
weduwe Hesseling , Lutgenestraatje OZ, ƒ 0,2,--
|
-
a. Albertje Jacobs Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 22-3-1717, tr. doopsgez. 28-4-1744
Jan Jans Dijk(s), geb. (doopsgez.) Groningen 13-12-1712 ("De moeder komt van Deventer"), zn. van Jan Pieters Dijk en Reneke Jans van Delden.
-
2. Steven Jans Dijk, geb. (doopsgez.) Groningen 26-6-1747.
-
3. Gerrit Jans Dijk, geb. (doopsgez.) Groningen 9-3-1750.
-
4. Pieter Jans Dijk, geb. (doopsgez.) Groningen 5-8-1752.
-
5. Reneke Jans Dijk, geb. (doopsgez.) Groningen 15-3-1758.
-
b. Jan Jacobs Hesselink, geb. Groningen 27-3-1719, ovl. Groningen 9-2-1781
koopman en scheepsreder te Groningen, medeoprichter Mij. tot het verwerven van scheepsbrieven te Groningen,
tr. 1o Groningen 20-5-1748[1373]
Trijntje Jans van Calcar, geb. Groningen 13-6-1712, ovl. Groningen 5-1-1761, dr. van Jan Mattheussen van Calcar, koopman en scheepsreder, en Martje Pieters (ie kw.nr. 1823 sub i),
tr. 2o Deventer 19-6-1768[1374]
Anneke Berends Bussemaker, geb. Deventer 30-6-1731, ovl. Groningen 24-5-1791, dr. van Berend Hendriks Bussemaker en Geertruid Gerrit Stevens ten Cate
-
c. Jacob(us) Jacobs Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 26-6-1723[1375]
, ovl. Groningen 14-4-1787[1376]
,[1377]
, brander,
fabrikant, doopsgezind leraar,[1378], proponent (1747),
doopsgez. voorganger te Leeuwarden (1753-1791),[1379], vermeld als J.J. Hesseling op de lijst van huiseigenaren te Groningen (1765) (drekgeldregister)[1380]
met huizen aan de Bruggestr. ZZ (drekgeld ƒ 1,5,--), Schuitenmakersstr. NZ (drekgeld ƒ 0,2,0), Reitemakersrijge (drekgeld ƒ 0,2,0),
tr. Groningen doopsgez. 10-1-1748[1381]
[1382]
Jeltje Derks Eitjes, geb. (doopsgez.) Groningen 1-8-1714, ovl. Groningen 8-3-1790,[1383]
dr. van Derk Eitjes en Grietje Willems.
In 1761 verkoopt G. Chevalier-Jongsma aan J. Hesseling een huis aan de Spanjaardsdijk te Leeuwarden.[1384]
In 1762 verkoopt A, Rooswinkel - Obdam aan J. Hesseling een huis aan de Spanjaardsdijk te Leeuwarden.[1385]
In 1765 verkoopt E.J.M. van Asbeeck-vanEursum aan J. Hesseling een huis aan de Spanjaardsdijk te Leeuwarden.[1386]
In 1765 verkoopt E.J.M. van Asbeeck van-Eursum aan J. Hesseling een huis in de Spanjaardsdijk te Leeuwarden.[1387]
In 1766 verkoopt G. Dekker-Blok aan J. Hesseling een huis in de Voorstreek, tussen Dubbele- en Koningspijp te Leeuwarden.[1388]
In 1766 verkoopt R. Stooppendal aan J. Hesseling een huis in de Voorstreek o.z. tussen Dubbele- en Koningspijp te Leeuwarden (Niaarnemer: R. Stooppendal).[1389]
In 1766 verkoopt R. Visser aan J. Hesseling een huis in de Amelandsstraat n.z. te Leeuwarden.[1390]
In 1766 verkoopt R. Visser aan J. Hesselingh een huis in de Tuinen n.z. te Leeuwarden.[1391]
In 1766 verkoopt S. Salverda-Terpstra aan G. van Glinstra land aan de Spanjaardsdijk te Leeuwarden (Niaarnemer: J. Hesseling).[1392]
In 1769 verkoopt D. Cornelis aan J. Hesseling een huis op de Marssumerweg te Leeuwarden.[1393]
In 1769 verkoopt J. Hesselingh aan N. Wierdsma een huis in de Tuinen n.z. te Leeuwarden.[1394]
In 1769 verkoopt P. Nieubuur aan J. Hesseling een huis in de Oldegalileen te Leeuwarden.[1395]
In 1772 verkoopt R.S. van de Let aan J. Hesseling een huis op de Marssumerweg te Leeuwarden.[1396]
In 1779 verkoopt K. J. Teitsma aan H. van Wicheren een huis in de Oldegalileen te Leeuwarden (Niaarnemer: J. Hesseling).[1397]
In 1782 verkoopt D. R. Smeding aan J. Hesseling een huis in de Voorstreek op Lutjeburen, bij de Hoeksterpoort te Leeuwarden (Niaarnemer: Tj. S. Hoekstra).[1398]
In 1782 verkoopt J. Hesseling aan J. Jonk een huis aan de Stadswal Oz. bij 't Droevendal te Leeuwarden.[1399]
In 1782 verkoopt J. Hesseling aan M. Minnes een huis op het Noordvliet te Leeuwarden.[1400]
In 1782 verkoopt S. Tjebbes aan J. Hesseling een huis in de Lutkeburen te Leeuwarden.[1401]
In 1784 verkoopt J. Hesseling aan J.Tj. Huisinga een huis in de Oldegalileen te Leeuwarden.[1402]
In 1787 verkoopt J. Hesseling aan J. van Lingen een huis in de Noordersingel te Leeuwarden.[1403]
COMMENTAAR(¥)
Of de volgende transporten wel J.J. Hesseling betreffen is onduidelijk want hij is in 1787 overleden.
|
In 1793 verkoopt S. Tjebbes aan J. Hesseling een huis in de Voorstreek in de Lutjeburen, bij de Hoeksterpoort te Leeuwarden.[1404]
In 1795 verkoopt J. Hesseling aan Tj. Sijbrens een huis in de Voorstreek in de Lutjeburen, bij de Hoeksterpoort te Leeuwarden.[1405]
-
1. Jacob Jacobs Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 29-12-1748, ovl. Groningen 20-3-1819 (oud 70 jaar, sic!), brander (1819), runmolenaar, berkmolenaar, koopman,
tr. vóór 1784
Jantje Freerks Hesselink, geb. Hoogezand 1759/60, ovl. Groningen 12-11-1826, dr. van Freerk Jacobs Hesselink en Jantje Jans Leenders.
-
aa. Jeltje Jacobs Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 28-4-1784.
-
bb. Jacob Jacobs Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 2-5-1785, ovl. Groningen 12-1-1812 (verm. ongehuwd).
-
cc. Jantje Jacobs Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 23-10-1787, ovl. Groningen 22-3-1827, tr.
Gilles Mesdag, geb. Bolsward 1783/84, ovl. Groningen 28-2-1866, azijnmaker (1844, 1845),
zn. van Taco Mesdag en Engeltje Reints Monsma.
-
aaa. Tako (Take) Gilleszoon Mesdag, geb. Groningen 3-2-1812, ovl. Groningen 25-8-1886, commissionair (1839), koopman (1870), hout/steenhandelaar (1881, 1886), houtkooper (1881),
tr. Groningen 11-12-1839
Emma Hesselink, geb. Sappemeer 23-6-1817, ovl. Groningen 28-1-1892, dr. van Ma(t)thias Matheuszn Hesselink en Dieuwertje Reinders (zie hieronder).
Uit dit huwelijk nageslacht (zie hieronder bij Emma Hesselink).
-
bbb. Jacob Mesdag, geb. Groningen 13-12-1813, ovl. Groningen 13-5-1894
commissionair (1845,1854), koopman (1870, 1872), graanhandelaar (1871),
tr. Groningen 14-5-1845
Anna Dijk, geb. Groningen 22-3-1816, ovl. Groningen 18-4-1899, dr. van Jacob Dijk, koopman, en Eva Hulshoff.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Gilles Mesdag, geb. Groningen 20-2-1846, ovl. Haren 8-3-1941, koopman (1885), agent Ned. Bank (1902..1907),
tr. Groningen 6-7-1870
Janneke Gorter, geb. Groningen 25-3-1845, ovl. Haren 15-12-1921, dr. van Jan Gorter en Alida Hesselink (zie hieronder).
Uit dit huwelijk nageslacht (zie onder Janneke Gorter).
Uit dit huwelijk nageslacht (zie onder Izaak Gorter).
-
cccc. Johanna Mesdag, geb. Groningen 24-7-1849, ovl. Haren 10-10-1926, tr. Groningen 22-7-1872
Gerhard Post, geb. Groningen 17-2-1845, ovl. Loosduinen 13-2-1927, leeraar (1872),
zn. van Jacob Post, apotheker, en Johanna Mina Scheepers.
-
dddd. Jacoba Mesdag, geb. Groningen 1851/52, ovl. Groningen 21-3-1883 (verm. ongehuwd).
-
eeee. Jacob Steven Mesdag, geb. Groningen 1852/53, ovl. Groningen 15-11-1854.
-
ffff. Johannes Gerhard Mesdag, geb. Groningen 1857/58, ovl. Groningen 8-3-1916, graanhandelaar (1916),
tr. Amersfoort 5-7-1906
Elisabeth Geertruida Charlotta Schreuder, geb. Rotterdam 29-6-1878, ovl. na 1916, dr. van Izaak Schreuder en Trijntje Talma.
-
gggg. Julia Maria Mesdag, geb. Groningen 17-1-1858, ovl. Haren 13-8-1929, tr. Groningen 18-6-1881
Ulferdus Gerhardus Schilthuis, geb. Groningen 16-3-1857, ovl. Haren 8-1-1935, graanhandelaar (1881),
zn. van Jan Schilthuis, graanhandelaar, en Maria Swanenburg.
Uit dit huwelijk nageslacht.
-
ccc. Jantje Mesdag, geb. Groningen 14-2-1816, tr. Groningen 13-5-1844
Jan Rudolph Muller, geb. Groningen 25-11-1816, koopman (1844),
zn. van Ocko Jansz Muller, procureur, en Acke Hoeksema.
-
ddd. Johannes Mesdag, geb. Groningen 1822/23, ovl. Groningen 15-5-1908, commissionair (1864..1868), koopman (1869),
tr. Bolsward 1-6-1856
Juliana Agatha Mesdag, geb. Bolsward 1831/32, ovl. Groningen 26-12-1920, dr. van Dirk Roos Mesdag en Alberdina Elizabeth Fockens.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Johanna Mesdag, geb. Groningen 1857/58, ovl. Groningen 31-12-1918 (verm. ongehuwd).
-
bbbb. Anna Mesdag, geb. Groningen 1860/61, ovl. Beilen 26-4-1939 (verm. ongehuwd).
-
cccc. Julia Johanna Mesdag, geb. Groningen 1863, ovl. Groningen 17-5-1864 (oud 9 maanden).
-
dddd. Klazine Titia Mesdag, geb. Groningen 1865, ovl. Groningen 10-6-1865 (oud 4 maanden).
-
eeee. Jacob Johannes Mesdag, geb. Groningen 1866, ovl. Groningen 10-12-1866 (oud 7 maanden).
-
ffff. Agatha Mesdag, geb. Groningen 1866/67, ovl. Groningen 11-10-1922 (verm. ongehuwd).
-
gggg. Livius Mesdag, geb. Groningen 1868, ovl. Groningen 7-5-1869 (oud 8 maanden).
-
dd. Derk Jacobs Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 1-5-1792, ovl. Groningen 13-7-1854 (verm. ongehuwd).
-
ee. Frederik Hesselink, geb. Groningen 16-5-1790, ovl. Groningen 8-12-1865, negociant (1823), koopman (1829..1865),
tr. Groningen 23-4-1823
Martha Arkema, geb. Groningen 24-7-1794, ovl. Groningen 1-7-1877, dr. van Gerrit Arkema, bierbrouwer, en Bregje Hulshoff.
-
aaa. NN Hesselink, geb./ovl. Groningen 31-3-1829 (levenloos geboren).
-
bbb. Jantje Hesselink, geb. Groningen 1829, ovl. Groningen 3-10-1829 (oud 6 maanden).
-
ccc. Bregtje Hesselink, geb. Groningen 20-2-1828, ovl. Paterswolde (Eelde) 8-1-1908, tr. Groningen 25-11-1850
Jacob Hesselink, geb. Sneek 19-1-1826, ovl. Paterswolde (Eelde) 26-3-1910, wijnhandelaar (1850..1868), wijnkooper (1860, 1862), landeigenaar (1864..1895),
zn. van Abraham Hesselink en Alida Bleeker.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Fredrik Jacobs Hesselink, geb. Groningen nov. 1851, ovl. Groningen 14-11-1851 (oud 6 dagen).
-
bbbb. Martha Hesselink, geb. Groningen 1853/54, ovl. na 1903, tr. Eelde 25-9-1878
Dirk Bakker, geb. Sneek 24-4-1849, ovl. Assen 21-4-1903, arts (1879..1903),
zn. van Minne Bakker en Eskelina Hesselink.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
cccc. Alida Hesselink, geb. Groningen 2-12-1855, ovl. Paterswolde (Eelde) 26-8-1869.
-
dddd. Abraham Hesselink, geb. Groningen 28-2-1860, ovl. Paterswolde (Eelde) 30-6-1860.
-
eeee. Abraham Hesselink, geb. Paterswolde (Eelde) 19-7-1862.
-
ffff. Dirk Hesselink, geb. Paterswolde (Eelde) 31-5-1864, ovl. Eelde 24-3-1951, kweeker (1895..1901), warmoezenier (1897),
tr. Veendam 18-6-1895
Alida Alina Bosscher, geb. Veendam, ovl. na 1951, dr. van Derk Boer Bosscher, fabrikant, en Annechien van Linge.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
gggg. NN Hesselink, geb./ovl. Groningen 9-4-1868
(levenloos geboren).
-
ff. Willem Jacobs Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 19-4-1797.
-
gg. Gerrit Jacobs Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 2-3-1802, ovl. Groningen 20-5-1862 (verm. ongehuwd).
-
2. Derk Jacobs Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 3-5-1750, ovl. 1802-1812, zeepzieder,
tr. vóór 1784
Annigje (Anna) Abrahams Hulshoff, geb. (doopsgez.) Groningen 19-1-1761, ovl. Groningen 22-9-1812, zeepziedersche (1812),
dr. van Abraham Izaaks Hulshoff en Annegje Derks van Delden.
-
aa. Jeltje Derks Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 19-4-1784, ovl. Groningen 27-10-1868, tr. vóór 1812
Rein Taekes Mesdag, geb. Bolsward 1785/86, ovl. Groningen 9-7-1814, medecinae doctor,
zn. van Tako Mesdag en Engelina Monsma.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Engelina Mesdag, geb. Groningen 11-3-1812, tr. Groningen 24-4-1834
Ds. Jacobus Leendertz, geb. Zuidveen 30-1-1809, doopsgez. predikant (1834..1838),
zn. van Ds. Cornelis Leendertz, predikant, en Antje Rotgans.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Antje Leendertz, geb. Mensingeweer 1834/35, ovl. Groningen 2-12-1838 (oud 3 jaar).
-
bbbb. Rein Leendertz, geb./ovl. Mensingeweer (Leens) 20-9-1836 (oud 6 uren).
-
cccc. Jeltje Leendertz, geb. Leer (D) 1840/41, ovl. Velsen 1-9-1895.
-
bbb. Anna Mesdag, geb. Groningen 1813/14, ovl. Groningen 17-4-1881 (verm. ongehuwd).
-
bb. Martha Derks Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 1-1-1786, ovl. Groningen 6-8-1822, tr. vóór 1809 haar achterneef
Jan Mattheuszn Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 9-11-1784, ovl. Groningen 28-1-1861, zn. van Mattheus Jacobs Hesselink en Alida (Aaltje) van Geuns (zie hieronder).
Uit dit huwelijk nageslacht (zie onder Jan Mattheuszn Hesselink).
-
cc. Abraham Derks Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 4-11-1787.
-
dd. Jacoba Derks Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 28-1-1791.
-
ee. Anna Derks Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 28-1-1791, ovl. Groningen 22-2-1879, tr. haar neef
Jacob Willems Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 28-2-1789, ovl. Groningen 10-12-1868, handelaar, papierfabrijkant (1842), commissionair (1865), commissaris (1867, 1868),
zn. van Willem Jacobs Hesselink en Trijntje Alberts Hesselink (zie hieronder).
Uit dit huwelijk nageslacht (zie onder Jacob Willems Hesselink).
-
ff. Jacob Derks Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 28-4-1793, ovl. Groningen 22-12-1877 (verm. ongehuwd).
-
gg. Johanna Derks Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 17-9-1795, ovl. Groningen 29-9-1881, tr. Groningen 10-7-1818
Jacob Cardinaal, geb. Zaandam 4-4-1793, ovl. Groningen 6-5-1884, houtkoper (1818..1834), zeepzieder (1846, 1859), directeur boekhouder (1860),
zn. van Cornelis Cardinaal, houtkooper, en Frouke Bleeker.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Jacob Cardinaal, geb. Groningen, tr. Breda 29-7-1881
Anna Ledeboer, geb. Rotterdam 21-5-1854, dr. van Adriaan Pieter Ledeboer en Susanna Browne.
-
bbb. Frouke Cardinaal, geb. Groningen 3-2-1821, ovl. Groningen 9-6-1887, tr. Groningen 19-5-1846
Jean Jacques Francois Pennink, geb. Enschede 19-8-1817, ovl. Zevenbergen 19-10-1870, ingeschreven als student aan de Universiteit van Groningen 14-5-1839,
promoveert op 26-9-1844 aldaar in de heelkunde op stellingen,[1406]
medicinae doctor (1844..1840),
zn. van Henri Charles Gerritszoon Pennink, fabrijkant, en Susanna Christina Greve (zie kw. nr. ⇒ 427 sub b/10/aa).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Henri Charles Pennink, geb. Zevenbergen 2-5-1847, machinist (1879),
tr. Groningen 21-2-1879 (huwelijk met de handschoen) zijn nicht
Alida Geertruida Cardinaal, geb. Groningen 12-9-1854, dr. van Derk Cardinaal, directeur en Bernarda Cardinaal.
-
bbbb. Jacob Pennink, geb. Zevenbergen 30-11-1850, ovl. jong?
-
cccc. Johanna Pennink, geb. Zevenbergen 18-10-1851.
-
dddd. Jacob Pennink, geb. Zevenbergen 27-6-1853, ovl. jong?
-
eeee. Susanna Christina Pennink, geb. Zevenbergen 12-8-1856, ovl. Arnhem 29-11-1937 (verm. ongehuwd).
-
ffff. Maria Philippine Josephe Pennink, geb. Zevenbergen 5-1-1858.
-
gggg. Anna Willemina Pennink, geb. Zevenbergen 16-7-1859.
-
hhhh. Alida Geertruida Pennink, geb. Zevenbergen 12-5-1861, ovl. na 1893, tr. Sappemeer 10-12-1891
Tammo Sijtse Bakker, geb. Sappemeer 1860/61, ovl. Sappemeer 1-8-1893, burgemeester (1893),
zn. van Kornelis Bakker en Anna Catrina Remkes (Romkes).
-
iiii. Jacob Pennink, geb. Zevenbergen 9-1-1863, ovl. Arnhem 2-6-1951 (verm. ongehuwd).
-
jjjj. Willem Philip Carel Pennink, geb. Zevenbergen 4-10-1864.
-
ccc. Derk Cardinaal, geb. Groningen 1822/23, ovl. Groningen 28-5-1893, zeepzieder (1852), assuradeur (1886), directeur-boekhouder (1893),
tr. Utrecht 6-7-1849
Bernarda Cardinaal, geb. Purmerend 1823/25, ovl. na 1893, dr. van Klaas Cardinaal en Geertruida Alida Selleger.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Jacob Cardinaal, geb. Groningen 1850/51, ovl. Utrecht 4-4-1918
tr. 's-Gravenzande 1-6-1882
Esther van der Velde van Cappellen, geb. Amserang (Celebes, NOI) 1854/55, ovl. na 1918, dr. van Simon van der Velde van Cappellen en Wilhelmina van Binsbergen.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
bbbb. NN Cardinaal, geb./ovl. Groningen 2-10-1852 (levenloos geboren).
-
cccc. Alida Geertruida Cardinaal, geb. Groningen 12-9-1854, tr. Groningen 21-2-1879 (huwelijk met de handschoen) haar neef
Henri Charles Pennink, geb. Zevenbergen 2-5-1847. Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
machinist (1879),
zn. van Jacob Cardinaal en Johanna Hesselink (zie hierboven).
-
dddd. Johanna Cardinaal, geb. Groningen 1-9-1856, ovl. Arnhem 4-1-1917, tr. Groningen 21-1-1886
Willem Renssen, geb. Groningen 11-4-1856, ovl. Arnhem 15-1-1917, arts (1886..1917),
zn. van Johan Wilhelm Anton Renssen, directeur Rijks HBS, en Johanna Catharina de Jong.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
eeee. Cornelia Willemina Cardinaal, geb. Groningen 1858/59, ovl. Arnhem 23-1-1909 (verm. ongehuwd).
-
ddd. Anna Cardinaal, geb. Groningen 14-8-1824, ovl. Sneek 29-5-1887, tr. Groningen 19-5-1846
Berend Alring Hesselink, geb. Sneek 16-2-1818, ovl. Eelde 3-11-1893, wijnkooper (1846),
zn. van Abraham Hesselink, zeepzieder, en Alida Bleeker.
-
aaaa. Johanna Hesselink, geb. Sneek 21-9-1847.
-
bbbb. Abraham Hesselink, geb. Sneek 9-9-1848.
-
cccc. Jacob Hesselink, geb. Sneek 18-4-1850.
-
dddd. Dirk Hesselink, geb. Sneek 12-7-1851, wijnhandelaar (1889, 1920),
tr. 1o Groningen 3-6-1889
Hermanna Bernarda Sieberdina Fenna ten Oever, geb. Bellingwolde 10-10-1859, ovl. 1889-1920, dr. van Albertus ten Oever en Jeltje Buzeman,
tr. 2o Nijmegen 16-3-1920
Hendrika Maria Elizabeth van de Roemer, geb. Sint Kruis, dr. van Elbert Jan van de Roemer en Cornelia Christina Antonia Gutteling.
-
eeee. Alida Hesselink, geb. Sneek 11-10-1852.
-
ffff. Cornelis Hesselink, geb. Sneek 4-3-1854.
-
gggg. Wybe Hesselink, geb. Sneek 14-4-1855, ovl. jong?
-
hhhh. Eskelina Hesselink, geb. Sneek 11-9-1856.
-
iiii. Wybe Hesselink, geb. Sneek 21-5-1859.
-
jjjj. Willem Hesselink, geb. Sneek 5-7-1861, arts (1895),
tr. Aalten 7-2-1895
Catharina Antoinette Bernarda Maitlang, geb. Dinxperlo 1868/69, dr. van John Bernard William Maitlang en Bernarda Aleida Schepers.
-
kkkk. Berend Hesselink, geb. Sneek 6-3-1864.
-
llll. Klaas Hesselink, geb. Sneek 5-3-1867.
-
eee. Klaas Cardinaal, geb. Groningen 1826, ovl. Groningen 12-5-1828 (oud 21 maanden)
-
fff. Alida Geertruida Cardinaal, geb. Groningen 20-9-1828, tr. Groningen 16-6-1859
Arnold Hendrik Koning, geb. Wedde 17-1-1831, procureur (1859),
zn. van Arnold Hendrik Koning, oud-notaris, en Eduarda Thalia Eckringa.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Edzard Willem Koning, geb. Winschoten 3-5-1869, ovl. na 1930, kunstschilder (1900),
tr. Nijmegen 8-9-1900
Alberdina Margaretha Tonckens, geb. Meppel 7-8-1873, ovl. Barneveld 7-7-1930, dr. van Petrus Tonckens en Anna Maria Johanna Thoden van Velzen.
-
bbbb. Jacob Eduard Koning, geb. Winschoten 1861/62, griffier (1906),
tr. Groningen 30-5-1906
Mathéa Sophia Nicolaja Verheijen, geb. Groningen 32
dr. van Arnoldus Antonius Jesephus Maria Verheijen, notaris, en Mathéa Joanna Rouppe van der Voort.
-
cccc. Arnold Hendrik Koning, geb. Winschoten 2-4-1860, ovl. Voorthuizen 20-1-1945 [1407]
,[1408]
kunstschilder,
tr. 1o 1893 (huwelijk door echtscheiding ontbonden 1909)
Maria Catharina ("Marietje") Heeley, geb. Dordrecht 1872, ovl. Schoor1 1926, tr. 2o Barneveld 16-3-1920
Diederika Johanna Hopster, geb. Barneveld 9-3-1874, ovl. 1978,[1409]
dr. van Frederik Dirk Hopster en Gerdina Bunschoten (zie kw. nr. ⇒ 19 sub d).
Voor verdere gegevens van het echtpaar Koning-Hopster zie kw. nr. ⇒ 19 sub d/5.
Uit zijn eerste huwelijk (Koning-Heeley).
-
aaaaa. Sara Margaretha ("Sally") Koning, geb. 1894.
-
bbbbb. Arnold Hendrik Koning, geb. 1896.
-
ggg. Klaas Cardinaal, geb. Groningen 1-4-1830, ovl. Groningen 18-9-1886, commissionair (1860), kassier (1886), effectenhandelaar (1875),
tr. Groningen 7-6-1860
Henrica Spandaw, geb. Zuidbroek 2-9-1835, ovl. na 1886, dr. van Georg Jan Spandaw, advocaat en notaris, en Wendelina Cornera Lewe van Nijenstein.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Georg Jan Cardinaal, geb. Groningen 1861/62, ovl. Groningen 19-6-1893 (verm. ongehuwd), kassier (1893).
-
bbbb. Wendelina Cornera Cardinaal, geb. Groningen 24-8-1864, ovl. Appingedam 1-2-1900, tr. Groningen 6-6-1888
Joan Diderik Wichers, geb. Loppersum 9-5-1861, ovl. na 1900, advocaat en procureur (1888),
zn. van Johan Victor Christiaan Wichers, notaris, en Elizabeth Ruardi Tresling.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
cccc. Johanna Cardinaal, geb. 1869/70, ovl. Oegstgeest 16-3-1949, tr.
Johannes Bernard Folkert Heerspink.
-
dddd. Cornelis Cardinaal, geb. Groningen 1875, ovl. Groningen 31-5-1875 (oud 2 maand).
-
hhh. Berendina Cardinaal, geb. Groningen 28-1-1832, ovl. Leens 21-2-1882, tr. Groningen 18-6-1868
Hajo Albert Spandaw, geb. Zuidbroek 16-9-1833, ovl. Oegstgeest 31-12-1916, notaris (1868, 1891),
zn. van Georg Jan Spandaw, advocaat, en Wendelina Cornera Lewe van Nijenstein.
Hij hertr. Marie Philippine Josephe de Jonker.
Uit dit huwelijk (Spandaw-Cardinaal) (o.a.?):
-
aaaa. Georg Jan Spandaw, geb. Leens 1870/71, ovl. Groningen 1-12-1891 (verm. ongehuwd).
-
iii. Jeltje Cardinaal, geb. Groningen 1834, ovl. Groningen 11-7-1834 (oud 6 maanden)
-
hh. Catharina Derks Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 10-11-1797, ovl. Sneek 16-4-1837 (oud 39 jaar, sic!), tr. Groningen 9-5-1820
Izaak Berends Wouters, geb. Sneek 15-12-1789, ovl. Sneek 3-10-1857[1410], olieslager (1820), koopman,
lid van de gemeenteraad van Sneek (12-10-1825) en lid der Provinciale Staten van Friesland 1837-1857,[1411]
zn. van Berend Wijbes Wouters, olieslager, en Jantjen Izaak Hulshoff (zie kw. nr. ⇒ 1815 sub a/4/gg).
-
aaa. Beerend Izaaks Wouters, geb. Sneek 14-7-1821, ovl. Boskoop 16-2-1885, olieslager, later met de wijnkooper Berend Hesselink geassocieerd,
tr. 1o Sneek 4-7-1844[1412]
Alida Johanna Noyon, geb. Sneek 9-8-!822, ovl. Sneek 26-4-1852, dr. van Joseph Noyon, koopman, en Tetje van der Veen,
tr. 2o Sneek 27-6-1855[1413]
Catharina Wybenga, geb.-Sneek 26-1-1835, ovl. Vorden 15-1-1886, dr. van Mr. Schelte Wybenga, secretaris van Wymbritseradeel, en Augusta Fontein.
Uit zijn eerste huwelijk (Wouters-Noyon):[1414]
-
aaaa. Izaak Wouters, geb. Sneek 6-9-1845, ovl. Soerabaja 31-12-1896[1415], legt het notarisexamen af 21-8-1871,
tijdelijk waarnemend notaris (benoemd 14-6-1882) te Semarang (1882-1885),
notaris (benoemd 24-7-1885, herbenoemd 24-9-1889) te Modjokerto (1885-1892),
notaris (benoemd 2-8-1892) te Semarang (1892-1893),
notaris (benoemd 27-2-1893) te Soerabaja (1893-1896),
secretaris (1887-1888) en voorzitter (1889) van de Muziek- en tooneelvereeniging "Modjokerto" te Modjokerto,
agent te Modjokerto van de Algemeene maatschappij van Levensverzekering en Lijfrente, gevestigd te Amsterdam (1888),
commissaris van toezicht van de Soerabajasche Hulpbank (1894),
[1416]
woont te Semarang (1882-1885), Modjokerto (1885-1893), Soerabaja (1894),[1417]
tr. Semarang 14-2-1881[1418]
Rosina Fredrika Barentz, geb. Samarang 14-2-1860[1419], ovl. na 1902, woont als zijn weduwe te Samarang Tjandie (1898-1902),[1420]
verm. dr. van Fredrik Hermannus Barentz.
Zij hertr. NN Scheltes.[1421]
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
bbbb. Joseph Hendrik Wouters, geb. Sneek 8-1-1847, ovl. Utrecht 31-8-1893, luitenant ter zee eerste klasse,
tr. Kampen 2-3-1881[1422]
Sara Magdalena Rouffaer, geb. Amsterdam 19-1-1859, ovl. Kampen 5-10-1846, dr. van Benjamin Rouffaer en Johanna Susanna Bondam.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
cccc. Wouter Beerend Wouters, geb. Sneek 26-2-1851, ovl. Sneek 27-2-1852.
-
dddd. Petrus Johannes Wouters, geb. Sneek 6-2-1852, ovl. Sneek 6-3-1834.
Uit zijn tweede huwelijk (Wouters-Wybenga):[1423]
-
eeee. Schelte Wouters, geb. Sneek 1-4-1856, ovl. 1914-1916, woont te Semarang (1882-1885), Klaten (1886-1887), Djombang (1888), Cheribon (1891-1892), Loemadjang (1892), Banjoemas (1893), Pekalongan (1895-1897), Pemalang (1899), Batang (1899),[1424]
Pemalang (1908) [1425]
employé van de Suikerfabriek Adiwerna wonend te Tegal (1900-1903),[1426]
lijnopzichter 2e kl. Semarang-Cheribon Stoomtrein wonend te Cheribon (1906),[1427]
employé van een Suikerfabriek (1913-1914),[1428]
tr. 1o Semarang 17-12-1884 (huwelijk door echtscheiding ontbonden Semarang 4-12-1889)[1429]
de zuster van zijn schoonzuster[1430]
. Engelina Wilhelmina Barentz, geb. Samarang 23-9-1867, ovl. na 1929.
(zij hertr. Semarang 21-9-1896 en scheidt Semarang 2-9-1897 van Mr. Leonardus Jacobus Pieter Johannes Jeekel en hertr. voor 1903 H.F. Roos van Raadshoven).
verm. dr. van Fredrik Hermannus Barentz,
tr. 2o Pamalang 19-6-1893[1431]
Hermine Pauline Pratje, geb. Pamalang 20-5-1871[1432], ovl. na 1923, woont te Tegal (1902), Cheribon (1906), Pemalang (1908), en als wed. S. Wouters nog vermeld in NOI tot 1923.[1433]
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
ffff. Catharina Wouters, geb. Sneek 16-7-1857, tr. Voorden 22-1-1885[1434]
Hendrik le Coultre, geb. Steenwijkerwold 17-5-1858, ovl. 's-Gravenhage 23-6-1927, ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 5-10-1877,[1435]
burgemeester van Boskoop, later van Bodegraven,
zn. van Arie Bastert le Coultre en Martha Ida Dwars.
-
gggg. Dirk Wouters, geb. Sneek 16-7-1858, ovl. Alais, Schindlers Residence (USA) 22-9-
1885 (ongehuwd), ingeschreven als student geneeskunde (29-2-1877) en tweedejaars student geneeskunde (11-5-1877) aan de Universiteit van Leiden,[1436]
ingeschreven als student militaire geneeskunde (officier van gezondheid) aan de Universiteit van Amsterdam 1875,studie gestaakt in 1879,[1437]
-
hhhh. Wouter Beerend Wouters, geb. Sneek 1-8-1861, ovl. (gesneuveld in de Boeren-oorlog) 1899-1931.
-
iiii. Petrus Simeon Wouters, geb. Sneek 22-11-1864, naar Amerika vertrokken, geen verdere gegevens bekend.
-
bbb. Johanna Wouters, geb. Sneek 9-6-1823, ovl. Sneek 1-4-1824[1438].
-
ccc. Dirk Wouters, geb. Sneek 18-6-1825, ovl. Sneek 9-5-1826[1439], tweeling met
-
ddd. Johanna Wouters, geb. Sneek 18-6-1825, ovl. Oosterbeek 2-4-1905, tr. Sneek 25-6-1846[1440]
Mr. Petrus Simeon Noyon, geb. Harlingen 2-8-1817, ovl. Oosterbeek 19-8-1893, ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Franeker 27-5-1835,[1441]
ingeschreven als student letteren aan de Universiteit van Utrecht 9-10-1838 ("Ex Athen. Franeq. huc venit examinis subeundi causa.") en 24-9-1839 ("Jam antea d. 9-10-1838 hujus Acad. civibus adscriptus ex. c."),[1442]
promoveert aldaar op 28-6-1843 magna cum laude in de filosofie en letteren op een dissertatie getiteld "De Colberto" en op 1-7-1843 magna cum laude in de rechten op stellingen,[1443]
substituut-officier van justitie bij de Rechtbank te Sneek (1846),
later raadsheer in het Gerechtshof te Amsterdam,
zn. van Tjerk Terpstra Noyon, med. doct., en Baukje Elizabeth Stinstra.
-
eee. Anna Wouters, geb. Sneek 26-3-1829, ovl. Arnhem 5-11-1897, tr. 1o Sneek 10-12-1857
Ds. Pieter Overbeek, geb. Franeker 31-10-1816, ovl. Arnhem 5-4-1877, ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Franeker 27-6-1834,[1444]
ingeschreven als student aan de Universiteit van Groningen 4-6-1836,[1445]
ingeschreven als derdejaars student letteren en theologie aan de Universiteit van Leiden 12-5-1837,[1446]
doopsgezind predikant te Terhorne,
zn. van Ds. Klaas Jacobus Overbeek, doopsgezind predikant, en Aagje Klomp,
tr. 2o Arnhem 16-7-1879
Jacob Sibbles Bokma, geb. Sneek 11-8-1813, ovl. Arnhem 10-2-1890, notaris te Akkrum (1879),
wednr. van Johanna Helena Frederika Jacoba van Loenen en van Johanna Maria Hest(e)rina Vrijland,
zn. van Jacob Bokma, koopman, en Geertruida Noijon.
Uit haar eerste huwelijk (Overbeek-Wouters) (o.a.?):
-
aaaa. Agatha Overbeek, geb. Terhorne (Utingeradeel) 2-12-1858, ovl. Arnhem 23-12-1891.
-
bbbb. Izaak Hendrik Overbeek, geb. Utingeradeel 25-6-1861, ovl. Arnhem 23-4-1921.
-
fff. Geertje Wouters, geb. Sneek 20-6-1831, ovl. Leeuwarden 9-9-1859, tr. Sneek 18-5-1854 haar neef,[1447]
Mr. Johannes van der Veen, geb. Leeuwarden 23-10-1825, ovl. Ubbergen 23-12-1893, ingeschreven als student aan de Universiteit van Groningen 13-7-1844,[1448]
advocaat te Leeuwarden,
zn. van Mr. Ciprianus Johannes van der Veen, lid van Gedeputeerde Staten van
Friesland, en Brechje Dirks Hesselink (zie hieronder).
Hij hertr. voor 1882 Margaretha Hendrika Rodenhuis.
-
ggg. Dr. Mr. Dirk Wouters, geb. Sneek 30-9-1835, ovl. Arnhem 27-5-1892, volgt het gymnasium te Sneek,
ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Utrecht 15-9-1855 en opnieuw 29-4-1862,[1449]
promoveert aldaar op 18-5-1866 in de rechten op stellingen,[1450]
advocaat (1874), bankier (1892),
tr. 1o Sneek 12-11-1873
Hillegonda de Stoppelaar Blijdestein, geb. Sneek 26-6-1848, ovl. Assen 29-8-1874, dr. van Izaak de Stoppelaar Blijdesteijn en Catharina Haga (zie kw. nr. ⇒ 113 sub a/4/cc),
tr. 2o Assen 24-10-1878
Anna Barbara Jacoba Bertling, geb. Assen 17-12-1849, ovl./beg. Voorthuizen/Amersfoort 22/24-8-1932,[1451]
dr. van Ernst Karel Johannes Bertling, griffier bij de rechtbank te Assen,[1452] en Wobbina Catharina van der Scheer.
Uit zijn eerste huwelijk (Wouters-de Stoppelaar Blijdestein):
-
aaaa. Ir. Izaac Wouters, geb. Assen 18-8-1874,[1453]
werkzaam bij de Afdeeling Spoor- en Tramwegen van het Departement der Burgerlijke Openbare Werken in NOI,
in de rangen adjunct-ingenieur (benoemd 26-11-1897),
hoofdingenieur tweede klasse (benoemd 1-12-1909) en eerste klasse (benoemd 10-7-1914),
werkt bij de Oosterlijnen op Java (1897-1907),
adjunct-chef (benoemd 27-7-1907) en chef (benoemd 1-1-1909) der tweede afdeeling bij de exploitatie op Java, (1907-1912)
tijdelijk waarnemend bij de Westerlijnen op Java (benoemd 3-4-1908),
werkt op het hoofdbureau (1911),
verantwoordelijk voor de aanleg van de spoorlijn Bandjar-Parigi (1913),
werkt op het hoofdbureau (1914),
verantwoordelijk voor de aanleg van de spoorlijn op Zuid Sumatra (1915),
met verlof 1-8-1916,
werkt op het hoofdbureau tot 1920,[1454]
woont te Soerabaja (1893-1894),[1455]
Bandoeng (1909).[1456]
Uit zijn tweede huwelijk (Wouters-Bertling):[1457]
-
bbbb. Catharina Wouters, geb. Arnhem 1-2-1882, tr. Driebergen 3-11-1904[1458]
Gerard Badings, geb. Amsterdam 14-10-1881, ovl. Voorthuizen 17-5-1937, officier bij het Ned.-Ind. leger,
zn. van Adriaan Herm Louis Badings, luitenant-kolonel, en Gerarda Maria Westerman Holstijn.
-
cccc. Bertha Wouters, geb. Arnhem 28-2-1883, tr. Driebergen 15-6-1905[1459]
Louis Reinhardt Badings, geb. Hoorn 26-12-1877, officier bij het Ned.-Ind. leger,
zn. van Adriaan Herm Louis Badings, luitenant-kolonel, en Gerarda Maria Westerman Holstijn.
-
dddd. Wobbina Catharina Wouters, geb. Arnhem 29-8-1886, tr. Zeist 26-8-1909[1460]
Ds. Albertus de Kat Angelino, geb. Varik 11-6-1885. Ned. Herv. predikant,
zn. van Ds. Jacob Johannes de Kat Angelino, Ned. Herv. predikant, en Sara Jacoba Veen.
-
eeee. Dirk Wouters, geb. Arnhem 18-4-1888, ovl. Arnhem 1-2-1891.
-
ii. Bregje (Brechtje) Derks Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 7-5-1802, ovl. Leeuwarden 22-8-1875, tr. Groningen 30-7-1821
Cyprianus (Ciprianus) Johannes van der Veen, geb. Leeuwarden 18-6-1796, ovl. Leeuwarden 5-4-1863, advocaat (1821),
zn. van Johannes van der Veen, vrederigter, en Tjebbigje Gorter.
-
aaa. Tjebbigje van der Veen, geb. Leeuwarden 30-11-1822.
-
bbb. Anna van der Veen, geb. Leeuwarden 19-8-1824.
-
ccc. Mr. Johannes van der Veen, geb. Leeuwarden 23-10-1825, ingeschreven als student aan de Universiteit van Groningen 13-7-1844,[1461]
advocaat te Leeuwarden,
tr. 1o Sneek 18-5-1854 zijn nicht[1462]
Geertje Wouters, geb. Sneek 20-6-1831, ovl. Leeuwarden 9-9-1859, dr. van Izaak Berends Wouters en Catharina Derks Hesselink (zie hierboven),
tr. 2o voor 1882
Margaretha Hendrika Rodenhuis.
-
ddd. Dirk van der Veen, geb. Leeuwarden 10-3-1827.
-
eee. Alida van der Veen, geb. Leeuwarden 25-8-1828.
-
fff. Dirk van der Veen, geb. Leeuwarden 22-1-1830, ovl. Leeuwarden 28-1-1906, tr.
NN.
-
ggg. Klaas Oenes van der Veen, geb. Leeuwarden 15-3-1836.
-
hhh. Jacob van der Veen, geb. Leeuwarden 15-6-1838, ovl. Arnhem 10-11-1920, tr. Kollumerland 14-9-1865
Henriette (Hindriëtte) Elisabeth Hesse, geb. Kollum 26-6-1837, ovl. Arnhem 16-7-1915, dr. van Herma(n)nus Klugkist Hesse en Martjen Eskes.
-
3. Willem Jacobs Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 5-4-1752, ovl. 1796-1817, koopman, jeneverstoker, verveener, fabrikant,
tr. vóór 1785 zijn nicht
Trijntje Alberts Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 29-1-1768, ovl. Westerbroek (gem. Hoogezand) 16-8-1841, dr. van Albert Jacobsz Hesselink en Heiltje Hindriks Blaupot (zie hieronder). Zij hertr. voor 1817 Teunis Izaaks Hulshoff.
-
aa. Jacob Willems Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 23-9-1785, ovl. jong?
-
bb. Albert(us) Willems Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 17-2-1787, ovl. Groningen 25-1-1860 (verm. ongehuwd).
-
cc. Jacob Willems Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 28-2-1789, ovl. Groningen 10-12-1868, handelaar, papierfabrijkant (1842), commissionair (1865), commissaris (1867, 1868),
tr. vóór 1813 zijn nicht
Anna Derks Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 28-1-1791, ovl. Groningen 22-2-1879, dr. van Derk Jacobs Hesselink en Annigje Abrahams Hulshoff (zie hierboven).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Willem Jacob Hesselink, geb. Groningen 1812/13, ovl. Groningen 30-4-1867.
-
bbb. Anna Hesselink, geb. Groningen 1814/15, ovl. Groningen 4-2-1881.
-
ccc. Catharina Hesselink, geb. Groningen 1817/18, ovl. Eenrum 30-10-1887.
-
ddd. Abraham Hesselink, geb. Groningen 1822/23, ovl. Groningen 30-5-1865.
-
eee. Heiltje Hesselink, geb. Groningen 1824/25, ovl. Groningen 4-5-1842.
-
fff. Jacob Hesselink, geb. Groningen 1827/28, ovl. Groningen 1-1-1870.
-
ggg. Izaak Hesselink, geb. Groningen 1831/32, ovl. Groningen 7-7-1868, ambtenaar (1868).
-
dd. Heijltje Willems Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 18-2-1791, ovl. Groningen 19-2-1875.
tr. Groningen 19-1-1825 haar achterneef
Jan Mattheuszn Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 9-11-1784, ovl. Groningen 28-1-1861, zeepzieder (1825),
wednr. van Martha Derks Hesselink,
zn. van Mattheus Jacobs Hesselink en Alida (Aaltje) van Geuns (zie hieronder).
-
ee. Derk Willems Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 11-11-1792 (vader Willem F), ovl. Groningen 5-5-1853 (verm. ongehuwd), veeneigenaar (1853).
-
ff. Hindrik Willems Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 29-7-1796, ovl. Groningen 27-3-1867, verveener (1846..1867), grondeigenaar, handelaar,
tr. Groningen 12-8-1846
Catharina Blaupot, geb. Groningen 31-1-1817, ovl. Groningen 27-11-1901, dr. van Simon Pieter Blaupot, koopman, en Anna Getruda Kijft.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. NN Hesselink, geb./ovl. Westerbroek (gem. Hoogezand) 2-8-1847 (levenloos geboren).
-
bbb. Trijntje Hesselink, geb. Groningen 1848/49, ovl. Groningen 18-3-1851 (oud 2 jaar).
-
ccc. Simon Hesselink, geb. Groningen 1849/50, ovl. Groningen 14-10-1894, commissionair (1894),
tr. Oostdongeradeel 12-1-1885
Eva Helder, geb. Metslawier 9-4-1854, ovl. Groningen 21-4-1923, dr. van Pieter Helder en Grietje van der Meulen.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Catharina Hesselink, geb. Groningen 1885/86, ovl. Groningen 16-9-1926, tr. Groningen 10-5-1911
Jan Hugo ter Spill, geb. Delfzijl 1881/82, ovl. na 1926, arts (1911),
zn. van Cornelis ter Spill en Antje Eelkes van Kleffens.
-
ddd. Anna Geertruida Hesselink, geb. Groningen 25-3-1850, ovl. na 1926, tr. Groningen 15-10-1873
Hendrik Helder, geb. Aalzum (Oostdongeradeel) 26-3-1849, ovl. 's-Gravenhage 19-6-1926, binnenlandsch agent (1873), koopman (1882), graanhandelaar (1897),
zn. van Pieter Helder, handelaar, en Grietje van der Meulen.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Grietje Helder, geb. Groningen 1882, ovl. Groningen 30-12-1882 (oud 2 maand).
-
aaaa. Hendrik Helder, geb. Groningen 1874/75, ovl. Groningen 29-4-1897.
-
eee. Heiltje Hesselink, geb. Groningen 10-5-1860, tr. Groningen 20-12-1882
Casper Willem Nolting (bij K.B. d.d. 14-9-1883 de Sauvage Nolting), geb. Haarlem 29-8-1857, leeraar (1882), wethouder (1910),
zn. van Willem Dirk Nolting, lakenhandelaar, en Petronella de Sauvage.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Petronella Louisa Maria de Sauvage Nolting, geb. Amsterdam 22-6-1884, tr. Nijmegen 12-2-1910
Ds. Henri Adolf Enklaar, geb. Deventer 5-4-1884, predikant (1910),
zn. van Willem Frederik Paulus Enklaar, collecteur, en Dina Cornelia van Voorthuijsen.
-
bbbb. Catharina de Sauvage Nolting, geb. Amsterdam 28-11-1888, tr. Nijmegen 27-2-1912
Frederik Alexander Adolf Gregorij, geb. Zoelen 8-1-1886, luitenant ter zee (1912),
zn. van Christiaan Frederik Alexander Gregorij en Adriana Johanna Hasselman.
-
cccc. Karel Frederik Ernst de Sauvage Nolting, geb. Amsterdam 1896/97, ovl. Kesteren 26-1-1915.
-
4. Gerrit Jacobs Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 23-10-1755, ovl. 1811, tr. 1-5-1782[1463]
Janke Heslinga. Hij is vermoedelijk dezelfde als
Gerrit Hesselink, ingeschreven als student (8-7-1773, "Gerhardus Jacobus Hesselink, Groninganus")) en als student filosofie (22-9-1777, "Gerhard Jacob Hesselink, Groninganus") aan de Universiteit van Groningen,[1464]
ingeschreven(¥) mei 1778 als student aan het Doopsgezinde Seminarie vanwege de gemeente onder 't Lam te Amsterdam, proponent 22-2-1781,[1465]
van wie een silhouet bestaat (1809),[1466]
tr. 2o 1808 (als wednr. van NN)
Cornelia Elisabeth Arkenbout, wed. van Jacob Penninck Hoofd, van wie silhouetten 1793, 1796.[1467]
COMMENTAAR(¥)
Bij deze inschrijving staat "Phil. Dr." maar het lijkt er niet op dat Gerrit zijn studie filosofie te Groningen met een promotie heeft afgesloten want een registratie daarvan is noch in Groningen noch elders aan de Nederlandse universiteiten te vinden.
|
Uit zijn tweede huwelijk (Hesselink-Kremer) :
-
c. Fennigje Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 26-5-1731[1468], (=kw. nr. 227).
-
d. Albert Jacobsz Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 30-7-1733, ovl. Groningen 29-1-1802, koopman,
tr. 1o Sappemeer 8-8-1762[1469]
Judith (Judeke) van Delden, ovl. 1762-1767, tr. 2o Groningen doopsgez. 20-5-1767[1470]
Heiltje Hindriks Blaupot, geb. (doopsgez.) Groningen 11-8-1742, ovl. Groningen 18-10-1813, dr. van Hindrik Blaupot en Trijntje S. van Delden.
Uit zijn eerste huwelijk (Hesselink-van Delden) geen kinderen gevonden.
Uit zijn tweede huwelijk (Hesselink-Blaupot):
-
1. Trijntje Alberts Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 29-1-1768, ovl. Westerbroek (gem. Hoogezand) 16-8-1841, tr. 1o voor 1785 haar neef
Willem Jacobs Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 5-4-1752, ovl. 1796-1817, zn. van Jacob(us) Hesselink en Jeltje Ylties (zie hierboven).
tr. 2o voor 1817
Teunis Izaaks Hulshoff, geb. 1742/43, ovl. Groningen 19-10-1817, plaatsvervangend vrederegter (1817),
zn. van Izaak Abrahams Hulshoff, stijfzelmaker, en Geertje Teunis Hulshoff.
Uit haar eerste huwelijk (Hesselink-Hesselink) nageslacht (zie hierboven bij Willem Jacobs Hesselink).
-
2. Janneke Alberts Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 23-4-1771, ovl Groningen 18-9-1855.
tr. vóór 1792
Gillis Me(i)nalda, geb. Makkum (Wonseradeel) 1765/66, ovl. Groningen 12-6-1854, winkelier, lakenkoper, negociant, koopman, rentenier (1828),
zn. van Ds. Thomas Menalda, predikant, en Dieuwke Mesdag.
-
aa. Debora Meinalda(¥), geb. (doopsgez.) Groningen 20-10-1792, ovl. na 1856, tr. Groningen 29-5-1823
Willem Vissering, geb. Leer (D) 16-4-1792, ovl. Zeist 30-9-1856, koopman (1823),
weduwnaar(¥) van Dieuwke Menalda,
zn. van Eijlard Vissering en Johanna Vissering.
COMMENTAAR(¥)
Volgens Ref. [1471] is zij geb. Bolsward 6-9-1794, ovl. Amsterdam 29-3-1821, en dr. van Ds. Simon Menalda en Klaaske Belkmeer.
ZOEK UIT!
|
COMMENTAAR(¥)
Uit dit eerdere huwelijk (Bolsward 19-9-1813) : Prof. Mr. Dr. Simon Vissering, geb. Amsterdam 23-6-1818, ovl. Ellecom (gem. Rheden) 22-8-1888, journalist, opvolger van Thorbecke als hoogleraar in Leiden, liberaal econoom en minister van Financien (1879-1881) in het kabinet-Van Lynden van Sandenburg.
[1472]
|
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Gilles Vissering, geb. Hoogeveen, ovl. Amsterdam 13-3-1871 (akte ook Hoogeveen).
-
bbb. Clara Eylarda Vissering, geb. Amsterdam 9-10-1820, ovl. Zwolle 19-2-1845, tr. Amsterdam 3-11-1842[1473]
Jan Cremer Eindhoven, geb. Blokzijl 16-8-1818, ovl. Blokzijl 8-8-1890, houtkoper, stoomhoutzaagmolenaar,
zn. van Lambertus Eindhoven en Mena Elisabeth Cremer
(zie kw. nr. ⇒ 451 sub d/3).
Voor nageslacht van dit echtpaar zie kw. nr. ⇒ 451 sub d/3/aa).
dr. van Willem Vissering, koopman, en Debora Menalda
(zie kw. nr. ⇒ 454 sub d/2/aa).
-
bb. Albert Meinalda, geb. (doopsgez.) Groningen 21-12-1794, ovl. jong?
-
cc. Tomas Menalda, geb. Groningen 21-9-1796, ovl. Groningen 8-1-1877, lakenkooper (1827, 1829), koopman (1860),
tr. Groningen 22-11-1827
Anna van Calcar, geb. Groningen 10-2-1797, ovl. Groningen 27-11-1869, dr. van Hindrik van Calcar, koopman, en Anna Arkema.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. NN Menalda, geb./ovl. Groningen 23-1-1829 (levenloos geboren).
-
bbb. Janneke Menalda, geb. Groningen 1830/31, ovl. Groningen 19-4-1879 (verm. ongehuwd).
-
ccc. Anna Menalda, geb. Groningen 1831/32, ovl. Groningen 19-12-1861 (verm. ongehuwd).
-
ddd. Gillis Menalda, geb. Groningen 22-10-1834, ovl. na 1865, koopman (1860),
tr. Groningen 20-10-1860
Cornelia Willemina Winter, geb. Groningen 26-12-1833, ovl. Groningen 5-11-1865, dr. van Hindrik Goeman Winter, apothecar, en Elizabeth Bulthuis.
-
eee. Debora Menalda, geb. Groningen 8-10-1836, tr. Groningen 23-1-1860
Jan Kuiper van Schouwenburg, geb. Harlingen 16-11-1834, ovl. Groningen 10-3-1888, steenfabrijkant (1860),
eigenaar van een pakhuis aan de Noorderhaven en twee woonhuizen met tuin ter hoogte van Noorderhaven 48 te Harlingen (1862),[1474]
zn. van Jacob Kuiper van Schouwenburg, steenfabrijkant, en Alida Hesselink (zie hieronder).
Uit dit huwelijk nageslacht (zie hieronder bij Jan van Schouwenburg).
-
dd. Heyltje Menalda, geb. Groningen 19-12-1799, tr. Groningen 18-8-1823
Hermannus Johannes Reijers, geb. Groningen 9-6-1802, apotheker (1823),
zn. van Hindrik Reijers, apotheker, en Elisabeth Offerhaus.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Hendrik Reijers, geb. Groningen 1823/24, procureur (1851),
tr. Hoorn 2-10-1851
Henrietta Catharina Steeling, geb. a/b schip "Alexander" Zuideroceaan 1823/24, dr. van Jan Steeling, heel- en verloskundige, en Jacoba Maria Merens.
-
bbb. Cornelia Wilhelmina Reijers, geb. Voorschoten 1832/33, ovl. Arnhem 10-3-1900 (verm. ongehuwd, in de akte staat ex matre Hendrika Menalda sic!).
-
ee. Albert Me(i)nalda, geb. (doopsgez.) Groningen 24-12-1802, ovl. Arnhem 15-4-1881, wijnhandelaar (1828, 1856),
tr. Arnhem 4-6-1828
Elizabeth Reijers, geb. (Arnhem) 1806/07, ovl. Arnhem 17-8-1875, dr. van Hendrik Hermanus Reijers, wijnhandelaar, en Cornelia van Beest, wijnhandelaarster.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Hendrik Hermanus Menalda, geb. Leeuwarden 13-8-1830, ovl. Leeuwarden 31-1-1917, wijnhandelaar (1856, 1873),
tr. Haaften 19-9-1856
Albertine Geertruida Dutrij (Dutry) van Haeften, geb. Haaften 14-7-1832, ovl. vóór 1917, dr. van Cornelis Benjamin Dutrij van Haeften, landeigenaar, en Maria Antoinette Francoise Sellers van Waalwijk.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Albert Menalda, geb. Leeuwarden 17-8-1857.
-
bbbb. Cornelis Benjamin Menalda, geb. Leeuwarden 26-1-1860, ovl. jong?
-
cccc. Cornelis Benjamin Menalda, geb. Leeuwarden 15-5-1862, tr. Oisterwijk 24-7-1890
Alida Adriana Holleman, geb. Oisterwijk, dr. van Frederik Arnold Holleman en Wilhelmina Jacoba van Hoven.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
dddd. Elisabeth Menalda, geb. Leeuwarden 8-1-1867.
-
eeee. Marius Anton Francois Menalda, geb. Leeuwarden 11-4-1872, ovl. Haaften 8-8-1873.
-
bbb. Janneke Menalda, geb. Leeuwarden 1847/48, ovl. Utrecht 5-8-1920, tr. Arnhem 8-7-1869
Jacobus Gijsbertus Everwijn, geb. Nijmegen 22-12-1840, ovl. Utrecht 25-4-1911, ontvanger (1869),
zn. van Jacobus Gijsbertus Everwijn en Johanna Elisabeth van Harencarspel.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Albert Everwijn, geb. Schoterland 28-7-1879.
-
ff. Emilia Me(i)nalda, geb. (doopsgez.) Groningen 8-2-1805, ovl Harlingen 7-11-1827, tr. Groningen 6-6-1827
Jacob Kuiper van Schouwenburg, geb. Harlingen 22-9-1797, ovl. Harlingen 3(4?)-6-1859, steenfabrikant te Harlingen,
koopman (1827, 1858),
als fabrikant genoemd in het volkstellingsregister (1839),[1475]
eigenaar van diverse percelen te Harlingen,[1476]
zn. van Hendrikus van Schouwenburg, koopman, steenfabrikant te Harlingen, houder bank van lening te Harlingen, en Anna Menalda, houdster bank van lening te Harlingen.
Hij hertr. Groningen 28-7-1830 Alida Hesselink, dr. van
Jan Hesselink en Martha Hesselink (zie hieronder).
Uit het huwelijk (Kuiper van Schouwenburg-Menalda): geen kinderen gevonden.
-
gg. Hendrik Me(i)nalda, geb. (doopsgez.) Groningen 15-5-1807, tr. Deventer 6-1-1834
Anna Geertruida van Delden, geb. (Deventer) 2-9-1810, dr. van Pieter van Delden en Hendrika Roosen.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Pieter Menalda, geb. Deventer 1837/38, tr. Schoterland 7-7-1880
Andrea Lamberta Feits, geb. Heerenveen 11-10-1848, dr. van Geert Andries Feits en Trijntje Beekkerk.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Hendrik Menalda, geb. Deventer 1881/82
tr. Kampen 28-10-1920
Albertina Anna Gesina Vrijburg, geb. Assen 1891/92, dr. van Hedde Beetsma Vrijburg en Romelia Prakken.
-
hh. Simon Me(i)nalda, geb. (doopsgez.) Groningen 8-2-1809, ovl Groningen 16-3-1893 (verm. ongehuwd).
-
3. Hindrik Alberts Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 19-1-1776.
mogelijk identiek met
Hendrik Hesseling, geb. vóór ca. 1775, afkomstig van Groningen (1796),
otr./tr. Leeuwarden geref. Jacobijner Kerk 2/17-4-1796
Johanna Wyb, afkomstig van Leeuwarden (1796).
-
4. Fennigje Alberts Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 4-1-1779.
-
e. Mattheus Jacobs Hesselink(¥), geb. (doopsgez.) Groningen 15-11-1743, ovl. Groningen 30-12-1807, silhouet (1781),[1477]
winkelier in de Steentilstraat te Groningen [1478], koopman,
tr. 1o Groningen 23-3-1773 [1479]
Fenne (Frouke) van Olst, geb. (doopsgez.) Groningen 22-2-1738, ovl. Groningen 28-3-1776, dr. van Arend van Olst en Grietje Stoffers Meringa,
tr. 2o Groningen doopsgez. 14-10-1781 [1480]
Alida (Aaltje) van Geuns, geb. (doopsgez.) Groningen 14-10-1751, ovl. Hoogezand 9-9-1817, van wie een silhouet (1781) bekend is,[1481]
dr. van Jan Stevens van Geuns en Hiltje Bartels (Hylkema?, Terwisga?)(¥) [1482].
COMMENTAAR(¥)
Niet te verwarren met zijn naamgenoot Mattheus (Matthijs) Hesselink, doopsgezind predikant te Emmerik,[1483]
|
COMMENTAAR(¥)
Hiltje Bartels staat zowel in "Menniste Vrijage" van Dr. I. van Eeghen
als in de genealogie Hesselink vermeld met de naam Terwisga. Haar zuster
staat echter vermeld bij haar ondertrouw (Heerenveen 2-7-1741) als Grietje Bartles Hylkema, haar bruidegom is Fedde van Terwiska (van Terwisga).
[1484]
|
Uit zijn eerste huwelijk (Hesselink-van Olst) geen kinderen gevonden.
Uit zijn tweede huwelijk (Hesselink-van Geuns):[1485] :
-
1. Janneke Mattheusdr Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 16-8-1782, ovl. Leeuwarden 12-2-1861.
doopsgez. en afkomstig van Groningen (1803),
otr./tr. Leeuwarden geref. /Groningen Stadhuis 30-9/19-10-1803 (met attestatie naar Groningen 19-10-1803),[1486]
Sybout Sybouts, geb. Menaldum 17-9-1780, ovl. Leeuwarden 2-5-1850, afkomstig van Leeuwarden (1803),
medeoprichter en lid firma Sybouts & Albarda, lakenkopers
te Leeuwarden,
eigenaar van de stemdragende zathe nr. 24 te Menaldum.
Sijbout Sijbouts, marchand, geb. in 1780, wonend in wijk I,
is stemgerechtigde ingezetene te Leeuwarden (1811),
[1487]
-
aa. Zytze Sybouts, geb. Leeuwarden 19-7-1814, ovl. Leeuwarden 10-12-1896, tr. Utingeradeel 2-6-1850 (als Zytze Sybouts Koopman, zn. van Sybout Sybouts Koopman!)
Antje Epkes van Mesdag, geb. Akkrum (Utingeradeel) 27-1-1829, ovl. Leeuwarden 18-12-1853, dr. van Epke Roos van Mesdag en Sytske Jacobs van der Goot,
tr. 2o verm. Leeuwarden 7-10-1863
Aletta Cornelia van Praag, geb. 1822/23, ovl. Leeuwarden 19-9-1902, dr. van Jacobus van Praag en Anna Zwaantje Scheper.
Uit zijn eerste huwelijk (Sybouts-van Mesdag):
-
aaa. Sytske Sybouts, geb. Leeuwarden 11-7-1851, tr. verm. Leeuwarden 24-10-1876
Willem Abraham Titus de Meester.
-
aaa. Sybout Sybouts, geb. Leeuwarden 11-12-1853, tr. verm. Leeuwarden 2-7-1877
Hiltje Hommes.
-
bb. Trijntje Sybouts, geb. Leeuwarden 18-4-1816, ovl. Alkmaar 28-3-1901[1488], tr. Menaldum 11-8-1841
Mr. Pieter Abraham de Lange, geb. Alkmaar 10-1-1811, ovl. Alkmaar 21-4-1869[1489], advocaat,
lid van Provinciale Staten van Noord-Holland (1853-1857),
raadslid en burgemeester van Alkmaar (1862),
secretaris van de Schermer, dijkgraaf van de Hondsbosschen en duinen,[1490]
zn. van Adrianus Petrus de Lange, procureur en notaris te Alkmaar, lid en oprichter der firma de Lange & de Moraaz, gemeenteraadslid en wethouder van Alkmaar,[1491] en Anna Wentel.
-
aaa. Dr. Mr. Adrianus Petrus de Lange, geb. Alkmaar 9-1-1843, ovl. 's-Gravenhage 23-3-1897, volgde het gymnasium te Alkmaar (1857-1862),
studeerde Romeins en hedendaags recht en promoveerde op stellingen aan de Universeit van Leiden (1862-1868),
studeerde te Duisburg en Metz,
advocaat te Alkmaar (1868-..),
leraar staatswetenschappen Rijks HBS te Alkmaar (1868-1878),
lid gemeenteraad van Alkmaar (1878-1887, 1891-1894),
liberaal lid van de Tweede Kamer (1894-1897),
lid hoofdbestuur van de Liberale partij hoofdkiesdistrict Alkmaar (1873-1897),
woont te Alkmaar (..-1896), Amsterdam (1896-1897),
secretaris waterschap De Schermer,
penningmeester waterschap De Bergermeer,
adviseur agentschap Nederlandsche Bank,
lid Raad van Commissarissen N.V. "Noordhollandsch Landbouw-crediet" (medeoprichter),
directeur Nederlandsch-Indische Exploratie-maatschappij (1895),
[1492]
tr. Alkmaar 12-8-1870
Catharina Jacoba Luchtmans, geb. Alkmaar 25-6-43[1493], dr. van Pieter Johannes Cornelis Luchtmans en Anna Cornelia Coster.
-
aaaa. Dr. Cornelia Catharina de Lange, geb. Alkmaar 24-6-1871[1494], medica.
-
bbbb. Catharina Jacoba de Lange, geb. Alkmaar 16-8-1872[1495], tr. Alkmaar 16-8-1893
Adriaan Jan Cornelis Maas Geesteranus, geb. Zutphen 12-4-1862[1496], rijksontvanger (1893), wethouder van Heiloo (1916-..),
zn. van Hendrik Gerard Johan Maas Geesteranus, gepensioneerd ritmeester der huzaren, en Maria Johanna Hoogendijk.
-
cccc. Pieter Abraham de Lange, geb. Alkmaar 27-2-1874[1497], fabrikant (1913),
tr. Heiloo 29-5-1913
Jkvr. Anna Elisabeth van Foreest, geb. Heiloo huize de Nyenburgh 20-7-1892[1498], dr. van Jhr. Mr. Pieter van Foreest, burgemeester en gemeentesecretaris van Wieringerwaard, herenboer, lid gemeenteraad en wethouder van Heiloo, vrij-liberaal lid van de Tweede Kamer,[1499] en Catharina Louisa Momma.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
bbb. Anna de Lange(¥), geb. Alkmaar 28-10-1844, ovl. Haarlem 19-1-1916,[1500]
tr. 1o Alkmaar 30-10-1867
Lamoraal Albertus Aemelius Sluijterman van Loo, geb. Beverwijk 1838/39, ovl. 1870-1883, zn. van Willem Louis Sluijterman van Loo en Margaretha Zeewolt,
tr. 2o Arnhem 21-7-1883
Jacob Josias de Lange, geb. Alkmaar 11-6-1840, ovl. 's-Gravenhage 12-10-1903,[1501]
inspecteur der reg. (1883), gescheiden echtgenoot van Guillette Willeumier,
zn. van Pieter Bruijnvis de Lange, fabrikant, en Grietje Schreuder (zie hieronder).
COMMENTAAR(¥)
Ref. [1502] vermeldt deze dochter ten onrechte niet.
|
Uit haar eerste huwelijk (Sluijterman van Loo-de Lange) (o.a.?):
-
aaaa. Willem Louis Sluijterman van Loo, geb. Heemstede 1870/71, ovl. Wassenaar 23-5-1946, tr. 's-Hertogenbosch 10-5-1904
Maria Agnes Brem, geb. Dulken (DEU), ovl. na 1946, dr. van Peter Brem en Sophia Holter.
Uit haar tweede huwelijk (de Lange-de Lange):
-
aaaa. Pieter Abraham Albertus de Lange, geb. Leeuwarden 9-8-1887, handelaar en boomkweeker,
tr. Voorburg 17-5-1911
Petronella Jacoba Hamers, geb. Naarden 10-6-1888[1503], dr. van Jacobus Johannes Hamers en Jannetje van Klaveren.
Hieruit negeslacht.
-
ccc. Sijbout de Lange, geb. Alkmaar 4-2-1846[1504], ovl. Amersfoort 29-3-1924, wijnhandelaar (1885),
oudcollecteur der Staaatsloterij,
tr. Alkmaar 2-4-1885
Johanna de Lang, geb. Hasselt 27-2-1854, ovl. vóór 1924, onderwijzeres (1885),
dr. van Ericus de Lang en Clasina Margaretha de Bosson.
-
ddd. Abraham Pieter de Lange, geb. Alkmaar 24-10-1849, tr. 1o Oterleek 18-6-1873
Evertje (Eva) Stikkel, geb. Oterleek 1847/48 (10-7-1850?)
dr. van Jacobus Stikkel en Jannetje de Jongh,
tr. 2o [1505]
Truda Rudolfina Carolina Anna Beyer.
Uit zijn eerste huwelijk (de Lange-Stikkel):[1506]
-
aaaa. Johanna de Lange, geb. Schermer 12-2-1875.
-
bbbb. Pieter Abraham de Lange, geb. Schermer 30-6-1876.
-
cccc. Jacobus de Lange, geb. Schermer 30-6-1877.
-
dddd. Catriena de Lange, geb. Schermer 2-1-1879.
-
eeee. Eva de Lange, geb. Schermer 16-5-1880.
Uit zijn tweede huwelijk (de Lange-Beyer):[1507]
-
ffff. Willem Frederik de Lange, geb. Remsen (Yowa, USA) 24-4-1895.
-
gggg. Debora Mary de Lange, geb. 16-3-1898.
-
hhhh. Adolph Pieter de Lange, geb. Sioux City (USA) 12-7-1899.
-
iiii. Harola Esther de Lange, geb. 4-12-1904.
-
jjjj. Johanna Viola de Lange, geb. 21-4-1907.
-
eee. Margaretha de Lange, geb. Alkmaar 1850/51, ovl. Arnhem 7-10-1897;(¥)
tr. Alkmaar 2-10-1879
Hendrik Willem Waalewijn, geb. Haarlem 1848/49, ovl. na 1897, leraar Rijks HBS (1879), wednr. van Sijtske Brolsma,
zn. van Nicolaas Waalewijn, makelaar, en Johanna Maria van Loon.
COMMENTAAR(¥)
Ref. [1508] vermeldt deze dochter ten onrechte niet.
|
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Catharina Waalewijn, geb. Alkmaar 1879/80, ovl. Arnhem 26-9-1941, tr.
Roelof van Waard, geb. Haarlem 1869/70, ovl. Arnhem 21-1-1937, gesch. echtgenoot van Emilie Antoinette van Strijen,
zn. van Roelof van Waard en Johanna de Koning.
-
fff. Adriana Jacoba de Lange, geb. Alkmaar 13-3-1853, ovl. Alkmaar 24-8-1911;(¥)
tr. Alkmaar 19-5-1881 haar neef
Sijbout de Lange, geb. Alkmaar 1854/55, zeepfabrikant (1881),
zn. van Pieter Bruinvis de Lange, zeepfabrikant, en Debora Sijbouts.
COMMENTAAR(¥)
Ref. [1509] vermeldt deze dochter ten onrechte niet.
|
Uit dit huwelijk nageslacht (zie hieronder bij Sijbout de Lange).
-
ggg. Debora de Lange, geb. Alkmaar 24-10-1854[1510].
-
cc. Debora Sybouts, geb. Leeuwarden 20-11-1818, ovl. Leeuwarden 24-12-1818 (oud 34 dagen).
-
dd. Debora Sybouts, geb. Leeuwarden 29-6-1821, ovl. Alkmaar 9-6-1903[1511], tr. Leeuwarden/Menaldumadeel 2-6-1851
Pieter Bruinvis de Lange, geb. Alkmaar 24-9-1814, ovl. Alkmaar 31-3-1889,[1512]
lid der firma J.J. de Lange & Zn,[1513]
wethouder (1851), zeepfabrikant (1881),
wednr. van Grietje Schreuder,
zn. van Jacob Josias de Lange, procureur, en Elisabeth Bruinvis.
-
aaa. Sijbout de Lange, geb. Alkmaar 6-1-1855, ovl. Alkmaar 12-3-1914,[1514]
zeepfabrikant (1881),
lid der firma J.J. de Lange & Zn,[1515]
tr. Alkmaar 19-5-1881 zijn nicht
Adriana Jacoba de Lange, geb. Alkmaar 13-3-1853, ovl. Alkmaar 24-8-1911, dr. van Mr. Pieter Abraham de Lange en Trijntje Sijbouts (zie hierboven).
-
bbbb. Pieter Abraham de Lange, geb. Alkmaar 13-5-1884[1518], administrateur ond. Two Rivers (Medan?) (1918),
tr. Alkmaar 7-12-1920
Elisabeth Adriana Veenenbos, geb. Helmond 1890/91, dr. van Joost Veenenbos, hypotheekbewaarder, en Kunderina Maria Seret.
-
bbb. Anna Elisabeth de Lange, geb. Alkmaar 21-12-1858, tr. Alkmaar 8-5-1888
George Snellen, geb. Waddinxveen 3-6-1856; 1e luitenant (1888), luitenant-kolonel der infanterie, commandant Landweerdistrict,[1519]
zn. van Jan Bartholomeus Snellen en Alida Broese.
-
ccc. Pieter de Lange, geb. Alkmaar 24-11-1860, zeepzieder, lid der firma J.J. de Lange & Zn.,
tr. Leeuwarden 10-5-1886[1520]
Cornelia Hendrika Tigler Wijbrandi, geb. Leeuwarden 20-8-1859, dr. van K1aas Tigler Wijbrandi en Pietje Oosterbaan.
-
aaaa. Dr. Pieter Willem de Lange, geb. Alkmaar 10-3-1887, chemicus,
tr. Amsterdam 16-10-1917[1522]
Margatetha Johanna Kuiper, geb. Amsterdam 26-6-1890.
-
bbbb. Petronella Jacoba de Lange, geb.. Alkmaar 25-4-1890, lerares Rijks HBS te Alkmaar sinds 1917.
-
cccc. Klaas Tigler de Lange, geb. Alkmaar 14-2-1895, verkreeg bij KB d.d. 8-8-1896, no. 60, vergunning de
naam Tigler voor de zijne te voegen, reserve 2e luit. der infanterie.
-
2. Jan Mattheuszn Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 9-11-1784, ovl. Groningen 28-1-1861, zeepzieder (1818..1840),
tr. 1o voor 1809 zijn achternicht
Martha Derks Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 1-1-1786, ovl. Groningen 6-8-1822, dr. van Derk Hesselink en Annigje Hulshoff (zie hierboven),
tr. 2o Groningen 19-1-1825 zijn achternicht
Heijltje Willems Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 18-2-1791, ovl. Groningen 19-2-1875, dr. van Willem Jacobs Hesselink en Trijntje Alberts Hesselink (zie hierboven).
Uit zijn eerste huwelijk (o.a.?):
-
aa. Alida Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 10-8-1809, tr. Groningen 28-7-1830
Jacob Kuiper van Schouwenburg, geb. Harlingen 22-9-1797, ovl. Harlingen 3(4?)-6-1859, steenfabrikant te Harlingen,
koopman (1827, 1858),
zn. van Hendrikus van Schouwenburg, koopman, steenfabrikant te Harlingen, houder bank van lening te Harlingen, en Anna Menalda, houdster bank van lening te Harlingen,
wednr. van Emelia Menalda, (zie hierboven).
Uit het huwelijk (Kuiper van Schouwenburg-Hesselink) (o.a.?):
-
aaa. Henderik Kuiper van Schouwenburg, geb. Harlingen 2-9-1831, eigenaar van een woonhuis ter hoogte van Noorderhaven 41, een pakhuis aan de Achterstraat, en een kantoor aan de Zeepziederstraat te Harlingen (1862),[1523]
tr. Zaandam 24-9-1858 (als Henderik Jacobsz van Schouwenburg)
Maria Christina Middelhoven, geb. Zaandam 1835/36, dr. van Willem Jacobsz Middelhoven, houtkoper, en Alida Ebmeijer.
-
aaaa. Jacob van Schouwenburg, geb. Harlingen 14-7-1860, ovl. Harlingen 30-4-1870.
-
bbbb. Alida van Schouwenburg, geb. Harlingen 21-12-1861, tr. Zaandam 12-6-1884
Johannes Adrianus Burgers, geb. Dinteloord 1855/56, houthandelaar (1884).
zn. van Cornelis Adrianus Burgers, geneeskundige, en Jacomijna Adriana van der Made.
-
cccc. Martha van Schouwenburg, geb. Harlingen 9-7-1863, tr. Zaandam 30-7-1885
Allert Jan Buijs, geb. Zaandam 1859/60, agent (1885),
zn. van Pieter Janszoon Buijs, koopman, en Trijntje de Lange.
-
dddd. Willem van Schouwenburg, geb. Harlingen 29-6-1866, ovl. Harlingen 17-6-1868.
-
bbb. Martha Kuiper van Schouwenburg, geb. Harlingen 19-4-1833, eigenaar van een woonhuis ter hoogte van Noorderhaven 77 te Harlingen (1862).[1524]
-
ccc. Jan Kuiper van Schouwenburg, geb. Harlingen 16-11-1834, ovl. Groningen 10-3-1888 (oud 53 jaar, sic!), steenfabrikant (1860, 1874),
eigenaar van een pakhuis aan de Noorderhaven en twee woonhuizen met tuin ter hoogte van Noorderhaven 48 te Harlingen (1862),[1525]
tr. Groningen 23-1-1860
Debora Menalda, geb. Groningen 8-10-1836, ovl. na 1888, dr. van Tomas Menalda, koopman, en Anna van Calcar (zie hierboven).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Alida van Schouwenburg, geb. Harlingen 20-11-1860, ovl. Sappemeer 28-2-1894, tr. Groningen 27-8-1886
Pieter Christiaans van Calcar, geb. Hoogezand 10-2-1857, ovl. na 1894, boomkweeker (1886),
zn. van Dr. Berend van Calcar, medicus, en Barbera Catharina de Boer.
-
bbbb. Anna van Schouwenburg, geb. Harlingen 26-3-1863, tr. Groningen 21-9-1885
Jan Allert Buijs, geb. Zaandam 13-6-1859, zn. van Pieter Buijs, graanhandelaar, en Trijntje de Lange.
-
cccc. Jacob van Schouwenburg, geb. Harlingen 7-12-1864, bankemployé,
tr. wellicht voor 1899
Helena Devendorf.
-
dddd. Martha van Schouwenburg, geb. Groningen 1871/72, ovl. Groningen 13-1-1874 (oud 2 jaar).
-
eeee. Thomas van Schouwenburg, geb. Groningen 1866/67, boomkweker (1893),
tr. Sappemeer 27-9-1893
Sophia Binnerts, geb. Witmarsum (Wonseradeel) 1868/69, dr. van Ds. Sjoerd Gerben Arjanz Binnerts, doopsgezind predikant, en Sophia Brunger.
-
ffff. Martha van Schouwenburg, geb. Groningen 4-2-1875, tr. Groningen 8-1-1900 (huwelijk door echtscheiding ontbonden Den Haag 4-7-1918)
Cornelis Laurentius Godefridus Veldt, geb. Zwammerdam 23-3-1873, uitgever (1900),
zn. van Laurentius Godefridus Veldt, geneesheer, en Cornelia Breekland.
-
ddd. Hermanus Kuiper van Schouwenburg, geb. Harlingen 3-4-1837 (volgens grafsteen [1526]
3-3-1837, ovl. 9-2-1901, beg. Alg. Begraafplaats Zaandam Zuid[1527]
, koopman (1863), houtkoper (1886),
tr. Zaandam 1-10-1863
Hil(le)gonda Middelhoven, geb. Zaandam 9-1-1841, ovl. 18-4-1927, beg. Alg. Begraafplaats Zaandam Zuid[1528], dr. van Willem Jbsz Middelhoven, koopman, en Alida Ebmeijer.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Jacob van Schouwenburg, geb. Zaandam 1865, ovl. Nijmegen 28-1-1924, reizend agent (1886),
tr. Zaandam 14-10-1886
Christina van de Stadt, geb. Zaandam 1863/64, dr. van Huijbert Cz van de Stadt en Helena Köhne.
-
eee. Johanna Kuiper van Schouwenburg, geb./ovl. Harlingen 16-1-1843 (oud 1 uur).
-
fff. Anna van Schouwenburg, geb. 19-3-1836, ovl. 10-4-1922, beg. Alg. Begraafplaats Zaandam Zuid[1529], filiatie niet bewezen,
tr. Harlingen 5-9-1860
Jacob Middelhoven, geb. 10-11-1833, ovl. 8-5-1893, beg. Alg. Begraafplaats Zaandam Zuid[1530], koopman (1885, 1886).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Martha Middelhoven, geb. Zaandam 1861/62, tr. Zaandam 10-9-1885
Jan Lambertus Hendrik van Holk, geb. Zaandam 1861/62, luit.ingenieur (1885),
zn. van Gerrit van Holk, apotheker, en Catharina Maria van Dam.
-
bbbb. Alida Middelhoven, geb. Zaandam 22-5-1864, ovl. 9-1-1932, beg. Alg. Begraafplaats Zaandam Zuid[1531]
tr. Zaandam 18-6-1885
Paulus Leenhart Avis, geb. Oostzaan 22-9-1859, ovl. 9-6-1936, beg. Alg. Begraafplaats Zaandam Zuid[1532]
koopman (1885),
zn. van Jan Leenhart Avis, koopman, en Cornelia Jacoba Paulina Helena Langeveld.
-
cccc. Rijkje Middelhoven, geb. Zaandam 1864/65, tr. Zaandam 2-9-1886
Allert de Lange, geb. Zaandam 1854/55, boekhandelaar,
zn. van Arent de Lange en Guurtje de Vries.
-
dddd. Grietje Middelhoven, geb. Zaandam 1868/69, tr. Zaandam 31-5-1894
Johannes Sasse, geb. Zaandam 1861/62, geneeskundige (1894),
zn. van August Sasse en Alida Johanna Anna ten Cate.
-
bb. Anna Hesselink, geb. Groningen 17-10-1811, ovl. Groningen 28-6-1840, tr. Groningen 29-1-1834
Steven Dijk, geb. Groningen 27-1-1810, ovl. Groningen 11-5-1854, koopman (1834, 1854), ijzerhandelaar,
zn. van Baerend Dijk en Alida Dijk.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Alida Dijk, geb. Groningen 8-2-1835, ovl. Groningen 28-7-1925, tr. Groningen 30-7-1857
Gerbrand Wouters, geb. Groningen 9-2-1834, ovl. Groningen 1-12-1903, commissionair (1857), wethouder (1903).
zn. van Wouter Wouters, azijnfabrijkant, en Margaretha Petronella van Delden.
-
bbb. Jan Dijk, geb. Groningen 3-6-1836, ovl. Groningen 21-11-1902, ijzerhandelaar (1859..1872),
tr. 1o Groningen 9-9-1859
Dieuwke (van) Mesdag, geb. Groningen 26-2-1835, ovl. Groningen 10-7-1882, dr. van Wopke Cnoop van Mesdag, apothecar, en Saakje Fockens, apothecarsche,
tr. 2o Groningen 20-12-1890
Saakje van Mesdag, geb. Bolsward 3-2-1851, ovl. Noorddijk 26-3-1897 (akte ook Groningen), dr. van Livius Regnerus Fockens van Mesdag, apotheker, en Wiea Juchter.
Uit zijn eerste huwelijk (Dijk-van Mesdag) (o.a.?):
-
aaaa. Steven Dijk, geb. Groningen 1859/60, handelsreiziger (1916),
tr. 1o (huwelijk door echtscheiding ontbonden)
Johanne M.M.E. Laufköther, tr. 2o Zutphen 8-12-1916
Carolina Elisabeth Asjé, geb. Zutphen 1885/86, wed. van Herman Bodde,
dr. van Carel Asjé, schoenmaker, en Grietje Brouwer.
-
bbbb. Saakje Dijk, geb. Groningen 1863/64, ovl. Arnhem 1-4-1943.
-
cccc. Anna Dijk, geb. Groningen 1865/66, ovl. Groningen 7-8-1868 (oud 2 jaar).
-
dddd. Engelina Albertina Julia Dijk, geb. Groningen 1872, ovl. Groningen 15-5-1872 (oud 1 maand).
-
eeee. Jan Willem Dijk, geb. Groningen 1875/76, woont te Loosduinen (1901),
tr. Loosduinen 3-5-1901
Lammechien Lentz, geb. Sappemeer 1871/72, woont te 's-Gravenhage (1901),
dr. van Johannes Pieter Lentz en Espien van Sloten.
-
ccc. Berend Dijk, geb. Groningen 1837/38, ovl. Groningen 10-4-1880.
-
ddd. Hendrik Dijk, geb. Groningen 1838/39, landbouwer (1864),
tr. Groningen 18-5-1864
Jeannette Henriette Eppoline de Rochefort, geb. Leens 1840/41, dr. van Lodewijk Antonij de Rochefort, en Henriette Wilhelmine Vinkers.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Steven Dijk, geb. Leens 10-6-1865, ovl. Groningen 30-4-1903, tr. Groningen 4-10-1893
Henriette Cornelia Louise Perk, geb. Martapoera 31-12-1866, ovl. na 1903, dr. van Fredrik Perk en Anna Filkiana Doeve.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
eee. Anna Heiltje Dijk, geb. Groningen 21-6-1840, ovl. Groningen 24-11-1921, tr. Groningen 28-6-1866
Pieter Blaupot, geb. Groningen 21-2-1838, ovl. Dennenoord (Zuidlaren) 30-12-1914, commissionair (1866), woont te Groningen (1914),
zn. van Cornelis Blaupot, koopman, en Jantjen Sonius.
-
cc. Johanna Hesselink, geb. Groningen 25-3-1814, ovl. Harlingen 30-1-1844, tr. Groningen 29-1-1834
Dirk Freerks Fontein (R.N.L., M.K.), geb. Harlingen 7-12-1801, ovl. Leersum 20-10-1867, koopman (1834),
lid firma Freerk Dirks Fontein, zeehandelaren te Harlingen, 1e luit. schutterij te Harlingen, burgemeester van Amerongen en van Leersum,[1533]
eigenaar van perceel nr. 594 te Harlingen als commissionair wonend te Harlingen, met huis en erf, 280 m2 (1832),[1534]
wednr. van Jetske Sibrands Wijbenga,
zn. van Freerk Dirks Fontein, koopman, oprichter firma Freerk Dirks Fontein, zeehandelaren en vennootschap tot het drijven van handel in het algemeen te Harlingen, vice-consul van Pruisen aldaar, mede-oprichter (1827) van het Fries Genootschap, letterkundige, en Eva van Dalsen.
Hij hertr. Tiel 19-3-1856 Catharina Maria Eek.
Uit het huwelijk (Fontein-Hesselink):
-
aaa. Freerk Fontein, geb. Harlingen 11-7-1837, ovl. Harlingen 31-7-1892 (ongehuwd).
-
bbb. Jan Fontein, geb. Harlingen 20-8-1838, ovl. Harlingen 16-2-1845.
-
ccc. Martha Fontein, geb. Harlingen 23-10-1839, ovl. Haarlem 28-6-1901.
-
ddd. Freerk Hendrik Fontein, geb. nov. 1840, ovl. Harlingen 19-11-1840 (oud 5 dagen).
-
eee. Anna Fontein, geb. Harlingen 3-3-1841, ovl. Harlingen 13-2-1842.
-
dd. Derk Hesselink, geb. Groningen 1816, ovl. Groningen 18-8-1818 (oud 21 maanden).
-
ee. Jeltje Hesselink, geb. Groningen 1818/19, ovl. Groningen 17-2-1842 (verm. ongehuwd).
-
ff. Dirk Hesselink, geb. Groningen 1820, ovl. Groningen 27-4-1821 (oud 5 maanden).
-
gg. Dirk Hesselink, geb. Groningen 1822, ovl. Groningen 19-10-1822 (oud 5 maanden).
-
3. Hillegonda Mattheusdr Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 13-7-1786.
-
4. Jacob Mattheuszn Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 5-10-1788, ovl. Groningen 2-3-1814 (verm. ongehuwd).
-
5. Ma(t)thias Matheuszn Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 4-7-1790, ovl. Groningen 19-8-1859, commissionair (1826..1859), graanhandelaar,
tr. Hoogezand 28-3-1815
Dieuwertje Reinders, geb. Martenshoek of Hoogezand dec. 1786, ovl. Groningen 27-9-1873, dr. van Reinder Unekes (Reinders), koopman, en Emke Ukes.
Uit dit huwelijk (o.a.?) :
-
aa. Mattheus Hesselink, geb. Sappemeer 21-12-1815, ovl. Groningen 10-8-1896, koopman (1843), wonende te Haren (1896),
tr. Groningen 1-11-1843
Sjoukjen Bakker, geb. Sneek 16-3-1821, ovl. Glimmen (Haren) 28-5-1896, dr. van Jan Minnes Bakker, ontvanger part., en Aaltje Gosses Joustra.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Matthias Hesselink, geb. Groningen 1845/46, ovl. Groningen 12-4-1922, wonende te Haren (1922).
-
bbb. Jan Hesselink, geb. Groningen 1846/47, ovl. Groningen 23-6-1899.
-
ccc. Alida Hesselink, geb. Groningen 1848/49, ovl. Groningen 28-1-1868.
-
ddd. Uko Hesselink, geb. Groningen 1851/52, ovl. Groningen 6-1-1866.
-
eee. Hajo Hesselink, geb. Groningen 1853/54, ovl. Glimmen (Haren) 26-4-1884.
-
fff. Reinier Hesselink, geb. Glimmen (Haren) 1856, ovl. Glimmen (Haren) 28-4-1922, tr. Zuidlaren 29-9-1894
Jeichina Sissingh, geb. Zuidlaren 25-4-1865, ovl. Haren 4-2-1937, dr. van Egbert Sissingh, kastelein, en Jantje Enting.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Mattheus Hesselink, geb. Haren 1894/95, tr. Groningen 3-10-1919
Sjeuke Speckman, geb. Grootegast 1897/98, dr. van Herman Marius Speckman, tandarts, en Ettina Tinga.
-
bb. Emma Hesselink, geb. Sappemeer 23-6-1817, ovl. Groningen 28-1-1892, tr. Groningen 11-12-1839
Tako (Take) Gilleszoon Mesdag, geb. Groningen 3-2-1812, ovl. Groningen 25-8-1886, commissionair (1839), koopman (1870), hout/steenhandelaar (1881, 1886), houtkooper (1881),
zn. van Gilles Mesdag, azijnmaker en fabrikant, en Jantje Hesselink.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Gillis (Gilles) Mesdag, geb. Groningen 1840/41, ovl. Groningen 13-5-1913, effectenhandelaar (1870, 1901), commissionair (1875), kassier (1881, 1913),
tr. Leens 15-6-1870
Berendina Catharina Post, geb. Nieuweschans 1863/64, ovl. Groningen 11-5-1895, dr. van Albert Egges Post, arts, en Anna Geertruida Jacoba Wilhelmina Schepers.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Taco Mesdag, geb. Groningen 1870/71, ovl. Groningen 8-11-1881 (oud 10 jaar).
-
bbbb. Matthias Mesdag, geb. Groningen 1873/74, ovl. Groningen 26-8-1952, wonende te Haren (1952),
tr.
Johanna Henderika Folkerdina Hollander, ovl. na 1952.
-
cccc. Hendrik Mesdag, geb. Groningen 1875, ovl. Groningen 3-7-1875 (oud 1 maand).
-
dddd. Anna Geertruida Jacoba Wilhelmina Mesdag, geb. Groningen 31-8-1879, ovl. na 1945, tr Groningen 23-10-1901.
Ds. Heino Hermannus Brucherus Cleveringa, geb. Groningen 16-9-1874, ovl. Groningen 20-3-1945, predikant (1901), wonende te Haren (1945),
zn. van Rudolph Arnoldus Willem Cleveringa, wijnhandelaar, en Pieterke Nanninga.
-
bbb. Matthias Mesdag, geb. Groningen 17-10-1842, ovl. vóór 1925, tr. Altona (D) 18-7-1876 (akte Zwolle 7-3-1877)
Laura Sophie Wilhelmine Adele Schröder, geb. Glückstadt (Holstein, D) 15-1-1857, ovl. Zwolle 1-3-1925, dr. van Augusz Ferdinand Schröder enAmalie Louise Mathilde Hoffelt.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Leo Catharina Mesdag, geb. Hattem 1896/97, tr. Hattem 30-8-1922
Jan Adam Sesink Clee, geb. 1893/94, ingenieur (1922),
zn. van Henricus Jacobus Arnoldus Sesink Clee en Wilhelmina Helena Reijneke.
-
ccc. Debora Mesdag, geb. Groningen 1843/44, ovl. Groningen 30-12-1942.
-
ddd. Uco Mesdag, geb. Groningen 28-12-1848, hout/steenhandelaar (1881),
tr. Zwickau (Saksen, D) 16-6-1880 (akte Groningen 11-5-1881)
Hedwig Maria Korner, geb. Nenkersdorf (Saksen, D) 21-4-1856, dr. van Moritz Korner, superintendent, en Emma Hedwig Becker.
-
eee. Jacob Mesdag, geb. Groningen 1846/47, ovl. Groningen 15-6-1881.
-
fff. Johannes Mesdag, geb. 1850/51, ovl. Leeuwarden 21-2-1932 (ongehuwd).
-
ggg. Reinder Unees Mesdag, geb. Groningen 1854/55, controleur der belastingen,
tr. Winschoten 5-9-1893
Etina Martha Boekhoudt, geb. Winschoten 1864/65, dr. van Willem Boekhoudt en Albertje Buringh.
-
cc. Alida Hesselink, geb. Groningen 30-10-1819, ovl. Vriezenveen 29-6-1895 (akte ook te Groningen), tr. Groningen 5-6-1844
Jan Gorter, geb. Groningen 23-8-1817, ovl. na 1895, koopman (1844..1871), ijzerhandelaar (1871, 1879),
zn. van Izaak Wopkes Gorter, koopman, en Janneke Blaupot.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Janneke Gorter, geb. Groningen 25-3-1845, ovl. Haren 15-12-1921, tr. Groningen 6-7-1870
Gilles Mesdag, geb. Groningen 20-2-1846, ovl. Haren 8-3-1941, koopman (1885), agent Ned. Bank (1902..1907),
zn. van Jacob Mesdag, koopman, en Anna Dijk.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Anna Mesdag, geb. Groningen 13-6-1875, ovl. Leiden 3-6-1941 (akte Groningen), tr. Groningen 14-5-1902
Willem (Willy) Barghoorn, geb. Groningen 14-7-1877, ovl. vóór 1941, agent in granen (1902),
zn. van Sikko Petrus Barghoorn, agent in granen, en Catharina Anna Posthumus.
-
bbbb. Alida Mesdag, geb. Groningen 1872/73, ovl. Epe 13-2-1942, tr. Groningen 26-10-1905
Gerhard (Menalda) van Schouwenburg, geb. Rotterdam 4-6-1871, ovl. na 1942, planter (1905),
zn. van Jacobus Menalda van Schouwenburg, directeur, en Evalina Bussemaker.
-
cccc. Johanna Mesdag, geb. Groningen 1881/82, tr. Groningen 2-4-1907
Cornelis de Boer, geb. Leiden 1880/81, zn. van Floris de Boer, hoogleeraar, en Christina Geertruida Sara van den Bosch.
-
dddd. NN Mesdag, geb./ovl. Groningen 11-4-1885 (levenloos geboren).
-
bbb. Izaak Gorter, geb. Groningen 19-10-1846, ovl. Nijmegen 30-12-1927, ijzerhandelaar (1902), koopman (1903),
tr. Groningen 4-11-1871
Eveline (Evelien) Mesdag, geb. Groningen 15-11-1847, ovl. Groningen 16-6-1918, dr. van Jacob Mesdag, graanhandelaar, en Anna Dijk.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Anna Gorter, geb. Groningen 1872/73, tr. Groningen 1-3-1922
Jan Koopmans, geb. Holwerd (Westdongeradeel) 1856/57;, fabrikant (1922),
wednr. van Alida C. Hanekamp van Harinxma,
zn. van Uilke Klazes Koopmans en Trijntje Jans Bierma.
-
bbbb. Jan Gorter, geb. Groningen 22-11-1874, ijzerhandelaar (1902),
tr. Groningen 21-5-1902
Jannette Thetasina Siemens, geb. Opwierde 3-2-1878, dr. van Pieter Georg Cristof Siemens en Elizabeth Maathuis.
-
cccc. Jacob Hendrik Johan Gorter, geb. Groningen 1875/76, ovl. Groningen 27-12-1919, ijzerhandelaar (1919),
tr.
Elisabeth Maria Beeser, ovl. na 1919.
-
dddd. Alida Gorter, geb. Groningen 15-10-1880, tr. 1o Groningen 1-7-1903
Gerrit Willem Kiewiet de Jonge, geb. Groningen 14-7-1876, koopman (1903),
zn. van Klaas Kiewiet de Jonge, koopman, en Hinderika van Belkum Folmer,
tr. 2o Nijmegen 4-4-1922
Jacob Wiardi Beckman, geb. Amsterdam 1868/69, geneesheer (1922),
wednr. van Everdina Suzanna Kuenen,
zn. van Hermanus Bernardus Wiardi Beckman en Maria van Oosterwijk Bruijn.
-
ccc. Emma Maria Gorter, geb. Groningen 29-7-1848, ovl. Groningen 22-2-1916, tr. Groningen 14-6-1871
Waalko Jan Roelfsema, geb. Groningen 11-6-1847, ovl. na 1916, likeurstoker (1871),
zn. van Hendrik Rudolf Roelfsema boekhandelaar en Maria Varkevisser.
-
ddd. Matthias Gorter, geb. Groningen 23-7-1850, ovl. Groningen 5-5-1883, koopman (1883),
tr. Groningen 19-7-1879
Aaltje ter Spill Buttinger, geb. Groningen 17-9-1855, ovl. na 1883, dr. van Jan Buttinger, fabrikant, en Johanna Gezina Elizabeth Gruno.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. NN Gorter, geb./ovl. Groningen 26-2-1882 (levenloos geboren).
-
eee. Jan Gorter, geb. Groningen 23-8-1851, ovl. Amsterdam 24-4-1907 (akte Groningen, oud 53 jaar, sic!), wonende te Groningen (1907),
tr. Groningen 16-1-1886
Popkjen Boer, geb. Groningen 14-4-1854, ovl. Zeist 2-1-1929[1535], modiste (1886),
dr. van Berend Hindriks Boer, scheepskapitein, en Antje Huizinga.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Willy (Willi) Alida Antje Gorter, geb. Groningen 26-11-1886, ovl. 's-Gravenhage 19-8-1928, schrijfster,
onderwijzeres te Leiden (1914),
tr. 1o Zeist 30-12-1915 (huwelijk ontbonden bij vonnis d.d. 8-4-1920 ingeschreven te Zeist op 27-4-1920)
Dr. Hendrik Krekel, geb. Rotterdam 26-7-1888, ovl. mei 1977 [1536]
of Naarden 26-1-1978[1537]
, ingeschreven als student letteren aan de Universiteit van Leiden 7-10-1910,[1538]
[1539]
promoveert op 8-7-1938 cum laude in de Letteren en Wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam op een dissertatie getiteld "Engeland en Europa : de grondslagen der Britsche buitenlandsche politiek : het probleem der Engelsch-Fransche betrekkingen : de crisis in het Fransche alliantiesysteem na 1756 : Pitts beleid in zijn eerste periode (1783-1792)",[1540]
over wiens verdere levensloop voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog en betrekkingen met het nationaal-socialisme uitvoerig wordt bericht door Adriaan Venema,[1541]
en Ivo Schöffer,[1542]
journalist,
zn. van Antonius Krekel en Martina Jansen,
tr. 2o 's-Gravenhage 23-2-1921[1543]
Jhr. Henri Willem Sandberg, geb. Batavia 17-8-1898, ovl. Bedford (GB) 17-11-1983, journalist en dichter,
redacteur van de Nieuw Courant wonend te 's-Gravenhage (1921),
zn. van Jhr. Johan Jacob Frans Sandberg, hoofdcommies bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, en van Anna Carolina Prins.
Hieruit een jong ovl. kind.
Willy Gorters eerste echtgenoot Dr. Hendrik Krekel
hertr. 1o 's-Gravenhage 12-4-1922
Emilia Alida Schotman, geb. Rotterdam 2-4-1892, ovl. Leiden 6-5-1943, dr. van Willem Schotman, handelsreiziger, winkelier, broodbakker, en broodslijter, en van Elisabeth van der Graaff,
en hertr. 2o
Cornelia Rika Harmke Nijboer, geb. 20-11-1917 Djoe(w)ana (res. Semarang, NOI) 20-11-1917, dr. van Harm Nijboer, (hoofd)onderwijzer in NOI, en van Engelina Hendrika Colenbrander.
[1544]
[1545]
[1546]
[1547]
Willy Gorters tweede echtgenoot Jhr. Henri Willem Sandberg
hertr. 1o Parijs 3-12-1932 (door echtscheiding ontbonden 3-12-1939) [1548]
Jeanne Regaldi, geb. Chaussin (Jura) 6-4- 1913, dr. van Giovanni Amedée Michel en Jeanne Marie Marguérite Million,
en hertr. 2o Kensington 18-8-1945 [1549]
Grace Rhona Matthews, geb. Shrewsbury (Shropshire) 22-5-1913, oud-lerares,
dr. van Albert James en Grace Ella Barnes,
bij wie nageslacht.
Bericht in de NRC d.d. 22-8-1928:
Mevrouw W.A.A. Sandberg-Gorter, schrijfster van den bundel Uit het slop van Willem Klein, in den herfst van het vorig jaar verschenen, is gisteren 41 jaar oud te 's-Gravenhage overleden.
In genoemde schetsen vertelt een in haar huwelijk tot het onderwijs teruggekeerde jonge vrouw zonder vooropgestelde paedagogische strekkingen van de kinderen uit haar klas, de jeugd uit een Haagsche achterbuurt. Zij doet het eenvoudig, guitig, warm.
De schrijfster had blijkbaar goed rondgekeken, opgemerkt met een open oog en een open hart en het waargenomene weergegeven zoo zuiver als zij kon, en met de bescheidenheid van wie eerbied heeft voor het leven.
-
fff. Maria Gorter, geb. Groningen 1853/54, ovl. Groningen 20-6-1859 (oud 5 jaar).
-
ggg. Titia Gorter, geb. Groningen 1854/55, ovl. Assen 15-11-1949, tr. Rhenen 27-10-1887
Johannes Conradus Bouwmeester, geb. Stad-Ommen 1857/58, ovl. vóór 1949, zn. van Alexander Carel Bouwmeester en Aleida Immink.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Aleida Bouwmeester, geb. Vriezenveen 1888/89, tr. Vriezenveen 10-8-1920
Jacob Thomas van der Linde van Sprankhuizen, geb. Groningen 1884/85, zn. van Frederik Hendrik van der Linde van Sprankhuizen en Fransina Hartzema.
-
hhh. Reinder Uneco Gorter, geb. Groningen 1855/56, ovl. Arnhem 3-3-1923.
-
dd. Reinder Uneko Hesselink, geb. Groningen 1823/24, ovl. Groningen 20-1-1896 (verm. ongehuwd).
-
ee. Geertje Hesselink, geb. Groningen 1825, ovl. Groningen 26-7-1826 (oud 9 maanden).
-
ff. Johanna Hesselink, geb. Groningen 19-5-1827, ovl. Groningen 25-5-1903, tr. Groningen 1-6-1853
Jan Sanders, geb. Groningen 18-4-1819, ovl. Groningen 28-5-1878, koopman (1853, 1861), graanhandelaar (1878),
zn. van Jan Jans Sanders, koopman, graanhandelaar, en Gerregien Harmannus Schuitema.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaa. Emma Sanders, geb. Groningen 21-2-1857, tr. Groningen 29-8-1883
Steven Birnie, geb. Kampen 19-8-1855, scheikundige (1883),
zn. van Steven Birnie, teekenmeester, en Anna Helena van Schuppen.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Gerhard Birnie, geb. 1883/84, ovl. Utrecht 3-7-1884 (oud 0 jaar).
-
bbb. Matthias Sanders, geb. Groningen 5-2-1859, ovl. Wassenaar 3-1-1938, civiel ingenieur (1885, 1901),
tr. Groningen 29-7-1885
Anna Helena Birnie, geb. Sempoe Sarie (NOI) 23-5-1864, dr. van Gerhard David Birnie, tabaksondernemer, en Djemilah NN.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Gerhard George Sanders, geb. Hatert 23-2-1901.
-
bbbb. Jan Maurits Willem Sanders, geb. Wates (distr. Djember, NOI) 1887/88, werktuigkundig ingenieur (1920),
tr. Groningen 21-9-1920 (huwelijk met de handschoen) zijn nicht
Elina Johanna Ida Huizenga, geb. Bedum 1889/90, dr. van Pieter Huizenga, arts, en Gergiena Sanders (zie hieronder).
-
ccc. Hermannus Sanders, geb. Groningen 1860, ovl. Groningen 1-7-1861 (bijna een jaar oud).
-
ddd. Gergiena Sanders, geb. Groningen 31-8-1864, ovl. na 1921, tr. Groningen 11-2-1889
Pieter Huizenga, geb. Baflo 8-3-1862, ovl. Groningen 21-2-1921, arts (1889..1921),
zn. van Freerk Pieters Huizenga en Ebbelina Dijkstra.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Elina Johanna Ida Huizenga, geb. Bedum 1889/90, tr. Groningen 21-9-1920 (huwelijk met de handschoen) haar neef
Jan Maurits Willem Sanders, geb. Wates (distr. Djember, NOI) 1887/88, werktuigkundig ingenieur (1920),
zn. van Matthias Sanders en Anna Helena Birnie (zie hierboven).
-
bbbb. Emma Hermina Huizenga, geb. Bedum 1891/92, tr. Groningen 8-10-1917
Nammen Gerben Bouma, geb. Sneek 1892/93, arts (1917),
zn. van Gerben Bouma, arts, en Wildina Christina Beekhuis.
-
eee. Alida Sanders, geb. Groningen 14-7-1868, ovl. Wassenaar 24-10-1929, tr. Groningen 12-2-1890
Maurits Calextus Franciscus Johannes Cosijn, geb. Gouda 6-1-1862, civiel-ingenieur (1890),
zn. van Adrianus Johannes Cosijn, zeeofficier, en Anna Magdalena Catharina Maria de Rotte.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aaaa. Adrianus Johannes Cosijn, geb. 1890/91, ovl. Oegstgeest 28-2-1945, tr.
Johanna Augustina Jacoba Kan.
-
6. Albert(us) Matheuszn Hesselink, geb. (doopsgez.) Groningen 14-11-1792, ovl. 1825[1550], te Groningen.
Van Janneke Hesselink, Mathias Matheuszn Hesselink en Albert H. Matheuszn Hesselink bestaan silhouetten (1801) vervaardigd door Matthias van Geuns.[1551]
456. EGBERT GEERTS, ged. geref. Groningen Martinikerk 9-3-1684, beg. Groningen impost 17-2-1730 ("Egbert Geerts, snabbevaarder in 't N: Jat, de vrouw heet Jantjen Tonnis"), afkomstig van Groningen (1709, 1717),
woont op het Schuitendiep (1709..1722), bij Jans Booghten (1716), in de Lelienstraat (1726),
draagt ƒ 1,--,-- bij aan de opbouw van de AKerck, dan wonend op het Schuittendiep (1710),[1552]
schuitenschipper,[1553] snabbevaarder (1730),
otr./tr. 1o Groningen geref. 16-2/7-3-1709 (get. Roelef Geitzema, haar bekende),[1554]
EGBERDINE (EGBERTJE) JOOSTEN, ovl. 1716/17, afkomstig van Groningen (1709),
otr./tr. 2o Groningen geref.30-10/25-11-1717 (get. Jan Tiaarts, haar neve),[1555]
457. JANTJE TEUNIS (TONNIS) BUITE(N)MAN, ged. Noordbroek 10-10-1695[1556], ovl. na 16-11-1759, afkomstig van Noordbroek (1717),
wordt als Jantjen Tonnis, weduwe van Egbert Egberts (!), geref. lidmaat te Noordbroek op attestatie van neiet vermelde plaats 1-9-1743.
Uit zijn eerste huwelijk (Geerts-Joosten):
-
a. Aaltjen Egberts, ged. geref. Groningen Grote Kerk 10-12-1709.
-
b. Joest Egberts, ged. geref. Groningen Martinikerk 24-11-1711.
-
c. Siegien Egberts, ged. geref. Groningen Martinikerk 7-2-1716 (hier heet de moeder Egbertien Egberts !).
Uit zijn tweede huwelijk (Geerts-Buitenman):
-
d. Tonnijs Egberts, ged. geref. Groningen Martinikerk 25-7-1719.
-
e. Trijntjen Egberts, ged. geref. Groningen Nieuwe Kerk 7-5-1722, afkomstig van Groningen (1751),
get. (1759),
otr. Noordbroek geref. 4-7-1751 en tr. Noordbroek
Harm Dieters Graafmeijer, geb. Weener (Ostfrl. D) 4-2-1727, ovl. Noordbroek 10-11-1814[1557], afkomstig van Weener (1751),
get. (1759, 1783).
zn. van Detert Hindriks en Anna Margrieta Harms Gravemeijer.
-
1. Egbert Harms, ged. geref. Noordbroek 26-10-1755.
-
2. Jantien Harms, ged. geref. Noordbroek 7-11-1756, ovl. jong?
-
3. Jantje Harms Graafman (sic!), ged. geref. Noordbroek 7-12-1760[1558], ovl. Garnwerd (gem. Ezinge) 10-12-1833 (als dr. van Harm Harms en Korneliske Jans,(¥) geb. Noordbroek), j.d. van Noordbroek (1779),
otr. Noordbroek geref. 28-3-1779 (attestatie afgegeven 22-4-1779) en
tr. Kolham 25-4-1779
Jacob Harms Hutting, geb. Slochteren 29-1-1763, ovl. Garnwerd (gem. Ezinge) 1-12-1820 (zijn echtgenote is dan Jantje Cornelis), voorzanger en schoolmeester te Kolham (1779),
schoolmeester (1813), schoolmeester (1820),
zn. van Harm Jacobs Hutting, landbouwer, en Aafke Jacobs, landbouwersche.
COMMENTAAR(¥)
Wie zijn nu de werkelijke ouders van Jantje Harms Graafman? Harm Harms x Korneliske Jans, of Harm Dieters Graafmeijer x Trijntje Egberts?
|
-
aa. Harm Jacobs, ged. geref. Kolham 7-11-1779.
-
bb. Kernellijs Jacobs, ged. geref. Kolham 26-5-1782.
-
cc. Dietert Jacobs, ged. geref. Kolham 24-11-1784.
-
dd. Geert Jacobs (later Graafman Hutting), geb. Ezinge, ged. geref. Kolham 27-11-1785, ovl. Aduard 13-3-1813, schoolmeester (1813), schoolonderwijzer (1820),
tr.
Trijntje Michiels, ovl. na 1813.
-
ee. Harman(n)us Jacobs Hutting, ged. geref. Kolham 20-1-1788, boerekneght (1813),
tr. Ezinge 17-1-1813
Elsje Hindriks van den Dijk, geb. Feerwerd 11-1-1789, boeremeid (1813),
dr. van Hindrik Edes van den Dijk, arbeider, en Bregtie Jans, arbeidster.
-
f. Geert Egberts, ged. geref. Groningen Nieuwe Kerk 24-1-1726, (=kw. nr. 228).
458. BARTELT (BARTHOLT) HARMS, ged. geref. Meeden 10-3-1713, ovl. na 16-11-1759, wordt als Bartholt Harms geref. lidmaat te Noordbroek op belijdenis 2-3-1738,
huw. get. (1745),
otr./tr. Noordbroek 25-12-1735/15-1-1736
(huwelijkscontract Noordbroek 23-12-1735, get. voor de bruidegom :
Harm Harms, zijn vader, Jan Bartholts, zijn oom,
voor de bruid :
Eeuwke Alberts, haar broer, en Willem Luijes, haar zwager),
459. AALTJE ALBERTS, ged. geref. Hellum 29-4-1703[1559], ovl. na 16-11-1759, geref. lidmaat op belijdenis te Hellum 9-3-1724,
wordt als Aeltjen Alberts, j.d., geref. lidmaat te Noordbroek 4-6-1730,
huw. get. (1732, 1733, 1745),
wordt als Aeltjen Alberts, weduwe van Jakob Isebrants, geref. lidmaat te Noordbroek met attestatie van Schilwolda 5-12-1734,
tr. 1o Hellum 29-4-1731 (huw. contract niet gevonden te Noordbroek, zoek te Hellum)
JAKOB ISEBRANTS, geb. Hellum, ovl. 1733-1736, geref. lidmaat op belijdenis te Hellum 14-3-1726,
kwam in 1730 met attestatie van Groningen naar
Hellum en vertrok later naar Schildwolde,[1560]
huw. get. (1732, 1733).
Te Hellum zijn er van hem
geen kinderen gedoopt. Hij zou een zoon kunnen zijn van Isebrand Jans
en Aaltjen Jacobs, mogelijk gedoopt op 26-3-1697 te Hellum, echter daar is alleen de eerste letter "J" van de naam leesbaar.[1561]
Uit haar eerste huwelijk (Isebrants-Alberts):
-
a. Albert Jacobs, ged. geref. Schildwolde 24-2-1732.
-
b. Jan Jacobs, ged. geref. Schildwolde 30-8-1733, mogelijk identiek met
Jan Bartels, uit wie verm. :
-
1. Elisabeth Jans, wed. van Derk Pieters (1807).
Uit haar tweede huwelijk (Harms-Alberts):
-
a. Elisabeth Bartels, ged. geref. Noordbroek 24-3-1737, (=kw. nr. 229).
-
b. Harm Bartels, ged. geref. Noordbroek 29-10-1741.
-
c. Trijntje Bartels, get. (1759).
460. JOHANNES PYTTERS[1562], geb. vóór ca. 1710, ovl. na 1749?
varensgesel te Grouw,
tr. 1o [1563]
GEISKE ALBERTS, tr. 3o [1564]
ANTJE HYKES, tr. 2o [1565]
461. RIJMKE JOHANNES (VAN STROBOS).
Johannes Pyters, varensgesel te Grouw, betaalt ƒ 11-13- personele quotisatie
(1749) voor een gezin met 1 volwassene en 3 kinderen.
Uit zijn tweede huwelijk (Pytters-van Strobos) geboren (o.a.?) :
-
a. Klaas Johannes (Boornstra), geb. vóór ca. 1730, (=kw. nr. 230).
464. DURK (DIR(C)K) RUIERD(T)S, beg. Leeuwarden bij de Oldehoofsterkerk 25-4-1725, mogelijk identiek met Dirck Ruijrts (geb. Franeker, betaalt 6 g.g.) burger van Leeuwarden 15-12-1684,
koopman wonend te Leeuwarden (1695),
otr./tr. Leeuwarden gerecht/geref. 26-10/10-11-1695
465. TRYNTIE MUR(C)KS, beg. Leeuwarden Oldehoofsterkerk 11-12-1733 ("wed. van Dirk Ruierds"), geref. lidmaat te Leeuwarden 3-7-1689 op attestatie van Joure,
woont te Leeuwarden (1695).
In 1711 verkoopt S. Wieland aan D. Ruurds een huis aan de Berlikumermarkt op Hanenburg te Leeuwarden.[1566]
Uit dit huwelijk(¥) (bij alle dopen moedersnaam niet genoemd):
COMMENTAAR(¥)
In de periode 1684-1694 worden te Leeuwarden 7 kinderen van Dirk Ruurds en een niet genoemde moeder gedoopt. Het betreft hier vermoedelijk kinderen uit een van de huwelijken
Dirck Ruierdts, korporaal, otr. Leeuwarden gerecht 14-4-1683 Dieucke Gijsberts, van Leeuwarden, wed. van Jurien Claesen,
Dirck Ruyerds otr. Leeuwarden gerecht/geref. 31-7/15-8-1686 Magdaleentie Coenraads, van Leeuwarden
Dirck Ruierdts, schippersgezel, otr. Leeuwarden gerecht/geref. 23-11/15-12-1689 Trijntie Folckerts, beiden afkomstig van het Vliet
Het is onduidelijk of deze huwelijken alle dezelfde persoon betreffen.
|
-
a. Tryntie Dirks, ged. geref. Leeuwarden 29-4-1696.
-
b. Rinske Dirks, ged. geref. Leeuwarden 12-9-1697.
-
c. Abe Dirks, ged. geref. Leeuwarden 30-3-1698.
-
d. Catharina Dirks, ged. geref. Leeuwarden 20-12-1699.
-
e. Folckert Dirks, ged. geref. Leeuwarden 21-9-1701.
-
f. Riemke Dirks, ged. geref. Leeuwarden 9-9-1703.
-
g. Antie Dirks, ged. geref. Leeuwarden 21-1-1705.
-
h. Markus Dirks Adema, ged. geref. Leeuwarden 28-2-1706, (=kw. nr. 232).
-
i. Tryntie Dirks, ged. geref. Leeuwarden 2-5-1708.
-
j. NN Dirks, beg. Leeuwarden bij de Oldehoofsterkerk 22-6-1735 (een dochter van Dirk Ruirdts, verm. een van bovenstaande kinderen).
476. OEGE ROUKES.
-
a. Thomas Oeges Roukes, (=kw. nr. 238).
480. JACOB YPES FEENSTRA, geb. Bergum vóór ca. 1665, ovl. Sneek 4-4-1738 (1718?) [1567], afkomstig van Sneek (1688),
wordt in mei 1689 ingeschreven als burger van Sneek als Jacob Feenstra geboren te Bergum,
steenkoper te Sneek,
otr. Sneek gerecht 22-12-1688
tr. Sneek geref. 6-1-1689
481. JETSKE SIPKES HU(E)ITINGA (HOITINGA), afkomstig van Sneek (1688),
[1568].
-
a. Ype Jacobs Feenstra, ged. geref. Sneek 5-11-1690 (ouders: Jacob Ypes Feenstra en Jetske Sipkes).
-
b. Meinke Jacobs Feenstra, ged. geref. Sneek21-5-1692 (ouders: Jacob Ypes Feenstra en Jetske Sipkes).
-
c. Sipke Jacobs Feenstra, ged. geref. Sneek 23-8-1693 (ouders: Jacob Ypes Feenstra en Jetske Sipkes Loytinga!)).
-
d. Tettie Jacobs Feenstra, ged. geref. Sneek 9-2-1696 (ouders: Jacob Ypes Feenstra en Jetske Hoytes Wiersma !!).
-
e. Bauke Jacobs Feenstra, geb./ged. geref. Sneek 27-2/6-3-1698 (ouders: Jacob Ypes Feenstra en Jetske Sipkes), ovl. Sneek dec. 1751(53?), (=kw. nr. 240).
-
f. Sicke Jacobs Feenstra, ged. geref. Sneek30-8-1699 (ouders: Jacob Ypes en Jetske Sickes).
-
g. Douwe Jacobs Feenstra, ged. geref. Sneek 21-8-1701 (ouders: Jacob Ypes en Jetske Sipkes).
-
h. Aeltie Jacobs Feenstra, ged. geref. Sneek 24-9-1702 (ouders: Jacob Ypes Feenstra en Tjietske Sipkes).
Een zoon (welke?) van Jacob Ypes Feenstra wordt beg. Sneek 6-4-1710.
482. ANDRIES BORN(¥), geb. Heerenveen, ovl. 7-12-1730, wordt in juni 1702 ingeschreven als burger van Franeker als Andrys Born geboren te Heerenveen,
wordt in juni 1716 ingeschreven als burger van Sneek na afleggen van de eed als Andries Born geboren te Heerenveen,
tr. Heerenveen geref. 28-4-1700
483. TRIJNTJE BOUWES, geb. Bolsward.
COMMENTAAR(¥)
Zijn Bouwe Born, herbergier (1749), en G. Born, bouwmeester, koopman
(1749) [1569] verwant?
Hij is wellicht een broer van Johannes Goderts Born, ged. Heerenveen
29-12-1669, zn. van Godert Johannes Born, executeur te Schoterland, en
Aertie Clases, tr. Heerenveen 30-11-1690 Geertje Heinsius, dr. van
Geert Jans Heinsius en Annickjen Roelofs Kiers.[1570]
|
Uit dit huwelijk (o.a.?) :
-
a. Elisabeth Born, ged. Sneek 28-8-1709, ovl. Sneek 28-2-1780, (=kw. nr. 241).
484. Ds. RUDOLPHUS MICHELSZ STAAK, geb. IJsbrechtum mrt 1651, ovl. Minnertsga 18-3-1721,[1571]
ingeschreven als student in de letteren 11-4-1667 te Franeker,[1572]
predikant te Schalsum (1676-1684), als kandidaat geapprobeerd aldaar 21-2-1676, afscheidsrede aldaar 7-12-1684,
en te Minnertsga (1684-1721), intreerede aldaar 13-12-1684,[1573]
tr. 1o Minnertsga geref. 20-2-1687
RINSKE JOHANS, geb. Minnertsga, ovl. 1687-1695, tr. 2o Minnertsga geref. 15-9-1695
485. DIEU(W)KE GERLACI HECTORS, geb. Franeker 1661, ovl. 1724.
Uit zijn tweede huwelijk (Staak-Hectors) geboren (o.a?) :
-
a. Ds. Titus Staak, geb. Minnertsga 14-8-1700, (=kw. nr. 242).
-
b. Ds. Franciscus Staak, geb. Minnertsga 1695-1700, ovl. Vrouwenparochie 8-9-1750 ("nadat hij den 6 nog tweemaal gepreekt had"),[1574]
ingeschreven als student aan de Universiteit van Franeker 7-6-1714 ("Franciscus Staak, ex pago Minnertsga"),[1575]
predikant te Vrouwenparochie (1717-1750), als kandidaat geapprobeerd aldaar 4-10-1717,
lid van de klassis Leeuwarden 15-4-1718,[1576]
tr. Vrouwenparochie geref. 8-5-1729
Trijntje Fransen, geb. Vrouwenparochie.
Ds. Fr. Staak, "seer welgesteld praedicant" te Vrouwenparochi, betaalt ƒ 60-- personele quotisatie
(1749) voor een gezin met 3 volwassenen.
Uit dit huwelijk verm. (o.a.?):
-
1. Dieuke Staak, geb. Vrouwenparochie, tr. Vrouwenparochie geref. 15-11-1750 (met attestatie naar Leeuwarden)
Petrus Herfst, geb. Leeuwarden 1729/30, beg. Leeuwarden 23-4-1808 (oud 78 jaar, laat een kind na).
In 1751 verkoopt E. Gerrijts-Jans aan P. Herfst een huis aan de Wirdumerdijk te Leeuwarden.[1577]
In 1757 verkoopt P. Herfst aan J. A. Wieringa een huis in de Nauwesteeg te Leeuwarden.[1578]
In 1757 verkoopt P. Herfst aan P. van der Meulen een huis aan de Wirdumerdijk o.z. te Leeuwarden.[1579]
In 1765 verkoopt J. Bouwmeester aan P. Herfst een huis in Achter de Hoven te Leeuwarden.[1580]
In 1765 verkoopt J. Bouwmeester aan P. Herfst een huis in Achter de Hoven te Leeuwarden.[1581]
In 1768 verkoopt P. Herfst aan Fr. H. Reen een huis in Achter de Hoven te Leeuwarden.[1582]
In 1769 verkoopt P. Herfst aan N. Valentijns een huis in de Reigerstraat of achterom tussen Wirdumerpoort en Waeze te Leeuwarden.[1583]
In 1774 verkoopt P. Herfst aan Cl. Fockens-Stienstra een huis op de Turfmarkt tegenover de Kanselarij te Leeuwarden.[1584]
In 1789 verkoopt P. Herfst aan J. N. baron du Tour een huis aan de Wirdumerdijk te Leeuwarden.[1585]
In 1806 verkoopt P. Herfst aan Jhr. C.E. Collot Escurijd een huis aan de Wirdumerdijk te Leeuwarden.[1586]
486. GERBEN JANS VERLAAN, geb. vóór ca. 1690, huisman.
-
a. Trijntje Gerbens Verlaan, geb. Vrouwenparochie 1712, (=kw. nr. 243).
488. JAN PYTERS, ged. geref. Goutum 20-12-1691, meester gortmaker, timmerman,
tr. Lutkewierum (Rien heeft geen kerk) 23-9-1714[1587]
489. GRIETIE CORNELIS, geb./ged. Rien/Lutkewierum, ovl. Rien voor 1744, geref. lidmaat te Lutkewierum op 23-3-1731.
-
a. Simen Jans Rienstra, geb./ged. geref. Rien/Lutkewierum 8-9-1715, ovl. Rien voor 1717?, volgens een lidmaatboek werd zijn naam veranderd in Pyter en hij zou direct daarna zijn overleden. Er wordt daarbij geen datum genoemd.
-
b. Pyter Jans Rienstra, geb./ged. geref. Rien/Lutkewierum 22--1717, (=kw. nr. 244).
-
c. Anne Jans Rienstra, geb./ged. geref. Rien/Lutkewierum 1-8-1718.
-
d. Anne Jans Rienstra, geb./ged. geref. Rien/Lutkewierum 22-9-1720.
-
e. Sipkjen Jans Rienstra, geb./ged. geref. Rien/Lutkewierum 9-1-1724.
-
f. Cornelis Jans Rienstra, geb./ged. geref. Rien/Lutkewierum 23-6-1726, wordt in jan. 1750 ingeschreven als burger van Sneek als Cornelis Jans Rienstra afkomstig van Rien,
bode van het schippersgilde te Sneek 1757,
samen met zijn vrouw op belijdenis aangenomen als geref. lidmaat aldaar op 28-2-1753,
otr./tr. Sneek 6/21-9-1749[1589]
Claaske Goslijksdr Disma.
-
1. Jan Cornelis Rienstra, ged. geref. Sneek 3-10-1750, ovl. Sneek 1-12-1783, tr. Sneek geref. 20-4-1777[1591]
Aaltie Albertsdr Wierstra, ovl. Sneek voor 1783.
-
aa. Cornelis Rienstra, geb./ged. geref. Sneek 9/22-2-1778.
-
bb. Albert Rienstra, geb./ged. geref. Sneek 23-10/22-11-1779.
-
2. Goslik Corneliszn Rienstra, ged. geref. Sneek 23-11-1753.
490. YPE AEDESZ (AESGES), ovl. na 1749, tr.[1593]
491. RIGHJE NN.
Ype Aesges, "innocent" buiten de Ooster Poort te Sneek, betaalt ƒ 4-17- personele quotisatie
(1749) voor een gezin met 1 volwassene.
-
a. Eelkjen Ypesdr, geb. vóór ca. 1720, (=kw. nr. 245).
492. FREERK TJEPKES BUMA, ged. geref. Sneek 19-5-1682, burgersergeant, koopman en destillateur te Sneek (1716-1724).
tr. 2o voor 1720
FOECKJE HAANSTRA, tr. 1o Sneek 15-5-1712
493. FOEKJEN YSBRANDS WIJERSMA, ovl. vóór 1720.
Uit zijn eerste huwelijk (Buma-Wijersma) geboren [1594] :
-
a. Tjepke B(o)uma, ged. Sneek 26-11-1713, burgervaandrig,
betaalt (1749) als vaandrik, winkelier op het Grootzand te Sneek
f 25,-,- voor een huis met 2 volwassenen [1595], tr. Sneek 30-1-1746
Meycke Johannesdr Wigery, ged. geref Leeuwarden 22-3-1711, stadsbode, dr. van Johannes Wijgersz Wigerij en Emke Pytters van Houten (zie kw. nr. ⇒ 494 ).
Uit dit huwelijk (o.a.?) :[1596]
-
1. Foekjen Buma, ged. (Sneek?) 22-1-1-1747.
-
b. Ysbrand Buma, ged. Sneek 19-7-1716, (=kw. nr. 246).
Uit zijn tweede huwelijk (Buma-Haanstra) geboren [1597] :
-
a. Aen Buma, geb. Sneek 11-9-1720.
494. JOHANNES WIJGERSZ WIGERI(J), ged. geref. Leeuwarden 27-6-1683, beg. Leeuwarden bij de Jacobijnerkerk 20-11-1724 (als Wigery, deurwaarder), afkomstig van Leeuwarden (1706), stadsbode (1709..1720),
bakker en stadsbode,[1598]
deurwaarder (1724),
otr./tr. Leeuwarden 11/27-6-1706[1599]
495. E(I)MKE (EINKE) PYTTERS VAN HOUTEN, geb. vóór ca. 1685, beg. mogelijk Leeuwarden bij de Galileerkerk 10-5-1759 (als Imke Pieters), afkomstig van Leeuwarden (1706).
Johannes Wigeri, j.m., wordt op 27-5-1703 geref. lidmaat te Leeuwarden op belijdenis.
Imke van Houten,j.d. wordt op 15-2-1702 geref. lidmaat te Leeuwarden op belijdenis.
In 1719 verkoopt I. Vinck aan J. Wigeri een huis in de Poststraat n.z. te Leeuwarden (Niaarnemer: G. Vinck).[1600]
In 1720 verkoopt J. Vinck aan J. Wigerij een huis in de Poststraat te Leeuwarden.[1601]
In 1725 verkoopt H. Gabini aan J. Wigeri een huis in de Eewal te Leeuwarden.[1602]
-
a. Mijke Johannesdr Wigery, ged. geref. Leeuwarden 22-5-1707, ovl. jong?
-
b. Wigerus Johannesz Wigery, ged. geref. Leeuwarden 25-5-1708, ovl. jong?
-
c. Mijcke Johannesdr Wigery, ged. geref. Leeuwarden 9-6-1709, ovl. jong?
-
d. Ds. Pet(e)rus Johannesz Wigery, ged. geref. Leeuwarden 4-4-1710, ovl. Sneek 10-3-1800, beg. in de kerk te Oosthem volgens grafsteen[1604]
,[1605]
ingeschreven als student aan de Universiteit van Franeker 13-6-1727 ("Petrus Wigeri, Leovardiensis").[1606]
predikant,
als kandidaat bevestigd te Dongjum 24-7-1735, verroepen naar
IJsbrechtum, deed zijn afscheidsrede 27-10-1737,
deed zijn intreerede te IJsbrechtum 10-11-1737 en nam, verroepen naar Oosthem, afscheid 1-10-1741,
deed zijn intreerede te Oosthem 8-10-1741 en nam, emeritus
verklaard, afscheid 22-9-1799,[1607]
betaalt als "praedicant, redelijk in staat" te Oosthem (Wymbritseradeel), ƒ 84-- personele quotisatie (1749) voor een gezin met 4 volwassenen en 1 kind,
otr./tr. Sneek/Oosthem gerecht/geref. 13/30-6-1743
Catharina Gratiana Eelcoma, afkomstig van Sneek (1743).
Uit dit huwelijk mogelijk 1 kind:
-
1. NN Wigeri, geb. 1743-1749, genoemd in de Quitisatie van 1749, maar van wie verder geen gegevens gevonden.
-
e. Meycke Johannesdr Wigery, ged. geref. Leeuwarden 22-3-1711, tr. Sneek 30-1-1746
Tjepke B(o)uma, ged. Sneek 26-11-1713, zn. van Freerk Tjepkes Buma en Foeckjen Ysbrands Wyersma (zie kw. nr. ⇒ 492 ).
-
f. Theodorus Johannesz Wigery, ged. geref. Leeuwarden 7-8-1712.
-
g. Johannes Johannesz Wigery, ged. geref. Leeuwarden 16-8-1713. In een van de alba amicorum van Penninck Hoofd staat een silhouet van Johannes Wigeri (1808).[1608]
-
h. Wigerus Johannesz Wigery, ged. geref. Leeuwarden 20-1-1715, ovl. jong?
-
i. Wigerus Johannesz Wigery, ged. geref. Leeuwarden 11-3-1716, ovl. Leeuwarden okt. 1803, boekverkoper, afkomstig van Leeuwarden (1747),
stadsbode te Leeuwarden,[1609]
drukker en boekhandelaar "in de Rotterdamsche Erasmus",[1610]
betaalt als W. Wegery, boekvercoper in 't espel West-Keimpema
te Leeuwarden, ƒ 52,9,-- personele quotisatie (1749) voor
een gezin met 3 volwassenen en 1 kind onder de 12 jaar [1611],
vaandrig (1767) en hopman (1782) in het Minnema espel van de schutterij Leeuwarden, heeft daarvan "zijne dimissie verzogt en bekomen" (1783),[1612]
otr./tr. Leeuwarden geref. Jacobijnerk. 13/29-1-1747
Agatha Eelkoma (Eelcoma), geb. vóór ca. 1730, ovl. na 1776, afkomstig van Leeuwarden (1747).
In 1752 verkoopt T.M. van Hoek aan W. Wigerij een huis in de Kelders te Leeuwarden.[1613]
In 1766 verkoopt B. Nauta-Geller aan W. Wigeri een huis in de Poststraat o.z. te Leeuwarden (Niaarnemer: H. P. van Egten).[1614]
In 1770 verkoopt M. van der Weijde-Fresling aan W. Wigerij een huis in de Poststraat te Leeuwarden.[1615]
In 1776 verkoopt A. Wigeri-Eelcoma aan H.Ph. Gemzer een huis in de Breedstraat te Leeuwarden.[1616]
-
1. Elisabeth Wigeri, ged. Leeuwarden 13-12-1747.
-
2. Johannes Wigeri, geb./ged. Leeuwarden 17/27-3-1750.
In 1810 verkoopt J. Wigeri aan C.L. van Altena een huis in de Kelders te Leeuwarden.[1617]
In 1810 verkoopt J. Wigeri aan J. Hekkes een huis in de Sint Jacobsstraat te Leeuwarden.[1618]
-
3. Imke Wigeri, ged. Leeuwarden 7-4-1752.
-
4. Eelco Wigeri, ged. Leeuwarden 11-7-1755, ovl. jong?
-
5. Eelco Wygeri, ged. Leeuwarden 14-12-1757.
-
j. Aurelia Johannesdr Wigeri, ged. Leeuwarden 21-2-1717, (=kw. nr. 247).
-
k. Geertruyt Johannesdr Wigery, ged. geref. Leeuwarden 18-9-1720, bode.[1619]
496. HEERE (HERRE) THIJS(Z) (THYSSEN), geb. Lollum juli 1660 (volgens Ref. [1620] 7-8-1660), ovl. Lutjelollum 29-1-1753 ("oud 92 jaar en 25 weken"), huisman te Ruigelollum (1691),
gebruiker en eigenaar van een state te Lutjelollum (vanaf 1711),
eigenaar voor de helft van Groot Rillaard te Ruigelollum,[1621]
betaalt, als eigenerfde boer in Uitburen (Franeker), ƒ 120,-- personele quotisatie voor een gezin met 6 volwassenen (1749),[1622]
otr./tr. Franeker gerecht/geref. 14-2/5-3-1691
497. RENSCHKE (RINSKE) HESSELS BAERDA (BAARDA)[1623], ged. Franeker 8-7-1663, ovl. Lutjelollum 6-5-1751, een Friese erfdochter, wier familie in 't bezit was van 12 pondematen lands te Lollum,
woont onder Franeker (1691).
|
Wapen Baarda : gedeeld : I. de halve Friese adelaar, II. in blauw een
zilveren liggende wassenaar, vergezeld van drie gouden zespuntige sterren
(2-1). Helmteken : drie struisveren, van rechts naar links goud, blauw en
zilver. Dekkleden :blauw en zilver. Dit wapen werd gevoerd door
Sybe Gerlofs Baerdt (kw. nr. ...) op een zilveren bierkan van 1661
[1624].
|
Heere Thijsz diende generaal Aylva met 1400
Friezen en versloeg daarmee de Munsterse troepen 14000 man sterk
onder een zekere Van Galen. Daardoor werd Friesland niet bezet
in tegenstelling tot andere delen van de Nederlanden.
Hij kreeg vier zoons
die de "Heere Thijssens jongens" werden genoemd.
"Hij was een zeer sterk en krachtig man, in 1740 was hij ruim 80 jaar oud
en reed met twee van zijn zoons op de schaats van Lutjelollum naar Leeuwarden
en terug. In Leeuwarden kocht hij een zilveren knijfmes voor zijn vrouw. Teruggekomen
zijnde dronk hij een glas bier. Hij is 92 jaar oud geworden. Hij beleed
geen godsdienst, doch was een zeer goed man, gastvrij en goed voor de
armen. Men kon op zijn woord staat maken. Hij ging gekleed in een lange
zwarte linnen rok met zwarte hoge bolhoed, zonder versieringen. Hij is
nooit voor de rechter geweest, terwijl hij nooit koffie of thee dronk,
doch alleen bier of karnemelk" [1625].
-
b. Hessel Heeresz, ovl. na 1749.
Hessel Heeres, te Lollum (Wonseradeel, van Franequeradeel), betaalt ƒ 60-1- personele quotisatie
(1749) voor een gezin met 4 volwassenen.
-
d. Fedde Heeresz, ged. geref. Franeker 18-4-1709, ovl. Lutjelollum 22-3-1784, (=kw. nr. 248).
498. ROMKE EDES, tr.[1626]
499. GRIETIE DIRKS.
Uit dit huwelijk (o.a.?) :[1627]
-
a. Dieuwke Romkes, ged. Welsrijp 8-1-1736, (=kw. nr. 249).
COMMENTAAR(¥)
Niet goed is hier:
498. ROMMERT FEIKES, tr. Tjerkwerd geref. 24-2-1737
499. CORNELISKE JOCHEMS.
Rommert Feykes, gemeene boer te Tjum, betaalt
f 47,-- personele belasting (1749) voor een gezin met
3 volwassenen en 3 kinderen jonger dan 12 jaar [1628].
|
500. JOHANNES HAYES HAYTSMA(¥), ged. Franeker 11-4-1699, ovl./beg. Franeker NH kerk 1767 (onder een zerk met wapen),[1629]
leerlooier, mr. schoenmaker (1721), burgersergeant (1722), coopman (1729), vroedsman (1736, 1749)
en burgemr. (1740, 1749) te Franeker,[1630]
betaalt ƒ 100,-- personele belasting voor een gezin met 7 volwassenen
en 3 kinderen jonger dan 12 jaar (1749).[1631]
Op 11-7-1750 verschijnt een bruiloftsgedicht door J. Haitsma te Franeker (voor wie?)[1632]
Hij
otr./tr. Franeker gerecht/geref. 18-10/2-11-1721[1633]
501. ANNEMARIKE ENNEMA (ENNAMA), ged. Franeker 21-7-1698 als "Maycke", "doch den 2 Augustij ten versoecke van de vader omgenoemt en genaemt Annemarike".
COMMENTAAR(¥)
zoek voor Haytsma ook M.R.Idema Greidanus, Het geslacht Greidanus, Den Haag, 1936, p.365.
|
|
Wapen Ennema : Gevierendeeld: I. en IV. een ossekop van zwart aanziend,
II. en III. een hand van rood in zilver [1634].
|
Uit het huwelijk (Haytsma-Ennema) geboren / gedoopt te Franeker 7 kinderen, waaronder [1635] :
-
a. Dr. Aggens (Aggeus) Haytsma, geb. 1722, ovl. Midlum 3-7-1784 (oud bijna 62 jaar),[1636]
student te Franeker en Leiden(¥),[1637]
ingeschreven als student aan de Universiteit van Franeker 12-6-1739 ("Agaeus Haitsma, Franequera Frisius"),[1638]
als kandidaat bevestigd te Wier 5-9-1748, predikant aldaar (1748-1758), verroepen naar
Midlum, deed zijn afscheidsrede 10-9-1758,
deed zijn intreerede te Midlum 17-9-1758 (Rom. 15:29,30,[1639]
), predikant aldaar (1758-1784),[1640]
wijdt het kerkorgel te Sexbierum in (3-10-1767),[1641]
ingeschreven als kandidaat theologie aan de Universiteit van Franeker 12-3-1772 ("Agaeus Haitsma, Franequera Frisius"),[1642]
en promoveert aldaar op 15-3-1772 honoris causa in de theologie ("Aggaeus Haitsma, ecclesiastis Midlumensis, Franequeranus Theol. honoris causa, cum tamen specimine inaugurali observationum
miscellaneorum ad textum Hebraeum S. Codicis ex poematici Doreidaei, scholiorum Arabs.").[1643]
COMMENTAAR(¥)
De kennelijk bedoelde inschrijving aan de Universiteit van Leiden luidt:
"9-9-1745 Aggeus Johannes Haitsma, Franequera-Frisius. 16 (jaar), J.". Dat zou wijzen op een geboortejaar 1728/29, hetgeen niet kan kloppen met de inschrijving in Franeker van 1739 (of toch als 10-jarige?).
|
Publcaties van Aggeus Haytsma:[1644]
-
Een dissertatie getiteld "De Tabernaculo" (1744), (echter niet te vinden onder de lijsten van proefschriften aan Nederlandse Universiteiten)
-
Comentarius ad Genesis, uitg. 20-9-1766 bij F. van der Plaats te Harlingen,
-
Exercitiones selectae ad librum Jeremiae, uitg. 14-6-1769 bij H.D. Lomars te Franeker,
-
Commentarius ad librum sacrum Exodum, uitg. 6-7-1771 bij H.D. Lomars te Franeker,
-
Meditationes in Psalmum LXVIII, uitg. 19-1-1782.
-
b. Haye Haytsma, ged. 17-10-1724, ovl. Tjerkwerd 28-4-1805, koopman en leerlooier te Franeker,
otr./tr. Franeker/Middelstum (Midlum) Tjerkwerd gerecht/geref. 9/26-12-1758 (met attestatie van Franeker 25-12-1758)
Grietje Gerlsma, ged. Tjerkwerd 29-1-1719, dr. van Tjepke Gerlsma en Foekie Sjoerds Rheenstra.
Uit dit huwelijk (o.a.?) :[1645]
-
1. Dr. Mr. Tjepke Haijes Haitsma, ged. Tjerkwerd 10-2-1760, ovl. Leeuwarden 9-4-1826 (ongehuwd), ingeschreven als student aan de Universiteit van Franeker 3-10-1776,[1646]
promoveert aldaar op 11-6-1781 in de rechten op stellingen,[1647]
raadsheer in het Hof van Friesland van 22-5-1792 tot 10-7-1795 (ontslag) namens de Steden,[1648]
is als rentier, wonend in wijk H, ingeschreven 1-1-1812 als stemgerechtigde ingezetene te Leeuwarden,[1649]
afgevaardigde uit het departement Friesland door koning Willem I aangewezen
als een van de 600 notabelen waarvan
er 474 op 29-3-1814 aanwezig waren in de "Grote Vergadering"
in de Nieuwe Kerk te Amsterdam ter stemming over de nieuwe
grondwet,[1650]
[1651]
lid van de Provinciale Staten van Friesland van 19-9-1814 tot 9-4-1826 namens de landelijke stand van Wonseradeel,
lid van Gedeputeerde Staten van Friesland 15-10-1814 tot 9-4-1826,[1652]
is stemgerechtigde ingezetene te Leeuwarden (1824).[1653]
-
2. Mr. Dr. Johannes Hayes Haitsma (Haytsma), geb. Tjerkwerd 29-10-1763, ovl. Bolsward 28-4-1827, ingeschreven als student (21-9-1781) en kandidaat rechten (26-3-1787) aan de Universiteit van Franeker,[1654]
promoveert vermoedelijk kort nadien te Franeker, doch inschrijving daarvan niet gevonden,[1655]
burgemr. van Bolsward,
doctor in de beide rechten en advocaat voor het Hof van Friesland (1789),
verklaart in 1811 voor de naamsaanneming voor de mairie Bolsward de geslachtsnaam Haitsma all te voeren,
lid van de Provinciale Staten van Friesland van 19-9-1814 tot 28-4-1827 namens de stedelijke stand van Bolsward,[1656]
tr. Tjerkwerd geref. 31-5-1789
Liskje Tichelaar, geb. Bolsward 1-10-1765, ovl. Bolsward 7-7-1836, dr. van Frans Tichelaar, burgemr. van Bolsward, en Elisabeth Brolsma.
Hieruit verder nageslacht bekend (o.a. Haitsma Mulier).
-
c. Antje Haytsma, geb./ged. Franeker 26-10/1-11-1729, beg. Franeker 6-3-1762, tr. Pietersbierum 22-10-1768[1657]
Qualtherus (Wolterus) Greydanus (Greidanus), geb./ged. Pietersbierum 16/23-7-1730, ovl. 7-11-1779 "op 's Landsschip van Oorloge de Eendragt in de Middellandsche Zee", lakenkoopman op de Voorstraat te Franeker, vanwaar hij in 1767 vertrok naar Harlingen,
zn. van Ds. Ausonius Greydanus (Greidanus), predikant te Pietersbierum, en Janke Sipkes.
Personele Quotisatie Franeker 1749:
1' West: G. Greidanus, sijnde een Laackencoper,
vermogend, 3 Personen boven de 12 jaar, geen kind, aanslag 50 gl.[1658]
Rechterlijke Archieven Friesland:
Hypotheekboek van Franeker. [1659]
12-3-1762. Johannes Saijes Haitsma, Old. Burgemr van Franeker en zijn kinderen worden genoemd
als erfgenamen van "desselfs wijlen dogter en zuster Antje,
gehuwd met Gualtherus Greydanus, coopman tot Franeker".
Collateraalboek van Harlingen:[1660]
21-4-1780: Tjeerd Greydanus,
Apotheker te Harlingen verklaart aan te geven zoodanige 1000 car.gls
als hem door het afsterven van zijn broeder Wolterus Greidanus, overleden
op 's Landsschip van Oorloge de Eendragt in de Middellandsche
zee op den 7-11-1779 (dog waarvan de comparant ruim een
paar maanden na dato legale kennisse badde bekomen)" zijn ten
deel gevallen.
-
d. Trijntie Haytsma, geb. 3-7-1732, mogelijk de zuster van Dr. Aggeus Haytsma van wie wordt vermeld "Zijne zuster is hier (Midlum) ook begraven volgens grafsteen".[1661]
-
e. Attje (Atti(c)a) Haytsma, ged. 25-10-1736, beg. Harlingen Grote K. 15-4-1770 (als Attia Haitsma, huisvrouw van de advocaat Meile Ollema Toussaint)[1662], otr./tr. gerecht/geref. Franeker 23/31-3-1765[1663]
[1664]
Dr. Meile Ollema Toussaint, geb. Harlingen 11-10-1742, ovl. Harlingen 8-3-1780, ingeschreven als student (15-9-1760) en kandidaat rechten (1764) aan de Universiteit van Franeker,[1665]
promoveert aldaar op 17-1-1765 in de rechten ("Meile Toussaint, Harlinga Frisius, remissa disputatione"),[1666]
advocaat voor het Hof van Friesland,
zn. van Johan Daniel Toussaint, schoolmeester te Dongjum,
organist te Harlingen, dansmeester Academie te Franeker,
gemeensman, burgemeester en president-burgemeester
van Harlingen, en gecommitteerde ten Landdage,
en Geertje Ollema.
Hij hertr. Harlingen 6-3-1773
Hylke Ballings,
dr. van Albert Ballings en Trijntje Klaasen.[1667]
Uit het huwelijk (Toussaint-Haytsma) :[1668]
-
1. Geertruida Toussaint, ged. Franeker 28-1-1766, ovl. Leeuwarden
22-9-1786, otr. Harlingen Grote Kerk 9-10-1785 (met attestatie naar Rijperkerk),[1669]
tr. Rijperkerk 16-10-1785[1670]
Haye Beekkerk, geb. Leeuwarden 29-7-1758, ovl. Deinum
5-9-1822, koopman, luitenant-kolonel burgerwacht te Leeuwarden,
commandant Nationale Garde in Friesland,
zn. van Wouter Harmens Beekkerk en Trijntie Hayes Kroon.
Haije Beekkerk wonend op de Deinumer Zuupmarkt wijk F nr. 270, betaalt personele quotisatie (1808).
Haije Beekkerk, receveur des droits reunis et de l'enregistrement, geb. in 1758, wonend in wijk F,
is ingeschreven 26-11-1811 als stemgerechtigde ingezetene te Leeuwarden.
[1671]
-
2. Anna Maria Toussaint, geb./ged. Harlingen Grote Kerk 12/27-9-1768, ovl. Arnhem 24-3-1840, vermeld op de Lijst der Personen Welke Geforneerd hebben tot de Nagotisatie der Vierentwintig Stuivers persento Over den Stadt Harlingen Voor den 12 sep 1796, 7e quartier: ƒ 200-.-.,[1672]
tr. Harlingen Grote Kerk 7-5-1797 (met attestatie vertrokken)[1673]
tr. Leer (Ost-Friesland) 21-5-1797[1674]
J(oh)an Casper Evers, ged. Bredevoort 7-4-1765 ("op Paasdag"), ovl. Arnhem 15-10-1830, officier infanterie, laatstelijk kapitein,
plaats-commandant te Arnhem,
zn. van Harman (Hendrik) Evers, luitenant, en Alida Sara Terville (zie kw. nr. ⇒ 1767 sub c/5/ff/aaa).
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
aa. Harmen Meile Evers, geb. Leer (D) 1797/98, tr. Arnhem 11-11-1833
Johanna Hendrica Geurdina de Roos, geb. Arnhem 1798/99, dr. van Hendrik Geurt de Roos en Anna Koels.
-
bb. Wilhelm Georg Friedrich Evers, geb. Nortmoot (D) 1799/1800, tr. Aalten 24-4-1845
Wijnanda Elizabeth Ebeling, geb./ged. Ev. Luth. Amsterdam 16-3/15-4-1808 (gedoopt aan huis, get. Wijnand van Hoesen en Elizabeth Grevink), dr. van Coenraad Cornelis Ebeling en Anna Jacoba van Hoesen.
-
cc. Johan Daniel Evers, geb. Aalzum 1804/05, tr. Arnhem 8-12-1827
Carolina Hendrika Boon, geb. 's-Gravenhage 1802/03, dr. van Carel Johan Boon en Hendrika Adriana Virulij.
-
dd. Johannes Theodorus Evers, geb. Dokkum 1806/07, tr. Arnhem 22-7-1835
Wilhelmine Josepha Bruijns, geb. Deenenteij Leutomischel (Bohemen) 1811/12, dr. van Wilhelm Bruijns en Anna von Dreijhausen.
-
3. Attia Toussaint, ged. Harlingen Grote Kerk 29-4-1770, ovl. Harlingen 23-11-1770.
-
f. Paulus Haytsma, ged. 5-4-1740, (=kw. nr. 250).
502. PIETER (PYTTER) LU(I)TJES VAN DER MEULEN, ged. geref. Donkerbroek 17-11-1719 (geen moedersnaam genoemd), ovl./beg. Leeuwarden Oldehoofsterkerkhof 15/20-11-1783, woont te Donkerbroek (1741),
betaalt, als eekmolenaar in 't espel Zuidvliet te Leeuwarden,
f 44,15,-- personele quotisatie voor een gezin van drie
volwassenen en 7 kinderen onder de 12 jaar (1749),[1675]
als Pijtter Luijtjens van der Meulen (geb. Donkerbroek, betaalt 6 g.g) burger van Leeuwarden 21-1-1752,[1676]
tr. Wijnjeterp sept. 1741 (beiden onder patroniem)
503. FROUKJE LU(I)TJENS VAN DER MEULEN, geb./ged. geref. Duurswoude 1-4/12-7-1716, beg. verm. Leeuwarden Oldehoofsterkerkhof 10-11-1797 (als de weduwe van Pieter van der Meulen), woont te Duurswoude (1741).
Pieter Luitjes van der Meulen liet met zijn broer Hermanus van der Meulen
in 1752 de stenen oliemolen "De jonge Feniks" aan het Vliet bouwen,
met het daarbij gelegen en naar hem genoemde "Pietersburen", welke
molen tevens diende als plaatslijperij en geschikt
was voor het malen van run en tras. Later volgde een uitbreiding tot
leerlooierij, zoutkeet en zeepziederij.
Het geheel werd in de 18e eeuw geroemd als de "fraaiste en Kostbaarste
Fabriek van de geheele Provincie" [1677].
Advertentie : 16-2-1776 Wie iets verschuldigd is aan de geoctrooieerde societeit van
de meekraps-compagnie in Friesland en in Stad en Lande doe daarvan opgave aan
koopman Pieter Luitjes van der Meulen te Leeuwarden.[1678]
Op 15-10-1785 wandelt het gansche vorstelijk huis door de stad, bezichtigt de weekmarkt
en buiten de Tuinsterpoort langs het Vliet, de fabrieken van koopman T.L. van der Meulen.
In 1757 verkoopt P. Herfst aan P. van der Meulen een huis op de Wirdumerdijk o.z. te Leeuwarden.[1679]
In 1758 verkoopt P. van der Meulen aan J. Ruurds een huis op de Wirdumerdijk te Leeuwarden.[1680]
In 1760 verkoopt H. Cramer-Huidekoper aan P.L. van den Meulen een huis op de Korenmarkt te Leeuwarden.[1681]
In 1772 verkoopt P.L. van der Meulen aan J. Zeper een huis achter Cambuur, te Leeuwarden.[1682]
In 1778 verkoopt B.M. Cloppenburg aan P.L. van de Meulen een huis op het Noordvliet te Leeuwarden.[1683]
In 1781 verkoopt H. Eekringa aan P. L. van der Meulen een huis op het Zuidvliet te Leeuwarden.[1684]
In 1782 verkoopt O.S. Scheltinga-Poutsma aan P.L. van der Meulen een huis op het Vliet te Leeuwarden.[1685]
Uit dit huwelijk (bij alle dopen behalve de laatste worden de ouders onder patroniem genoemd):(¥)
COMMENTAAR(¥)
Er worden diverse (onbenoemde) kinderen van Pieter van der Meulen beg. Leeuwarden 1756, 1758, 1765, ... Of het hier kinderen uit het huwelijk (van der Meulen-vander Meulen betreft is voorslanog onduidelijk.
|
-
a. Hylkjen Pyters van der Meulen, ged. geref. Leeuwarden 12-9-1742, ovl. na 1811, woont te Leeuwarden (1760),
otr. Leeuwarden gerecht 16-5-1760,
tr. Leeuwarden geref. Westerkerk 1-6-1760
Gajus (Gayus) Hajonides, ged. geref. Leeuwarden 17-9-1730, ovl. Leeuwarden 27-6-1811, beg. Leeuwarden 29-6-1811 (oud 81 jaar, gehuwd met Sytske (sic!) van der Meulen,
verm. wednr. van Grietie Snoek,
mr. bakker wonend te Leeuwarden (1760),
wordt 30-10-1776 lid van de Leeuwarder vroedschap,[1686]
zn. van Nollius Hajonides, burger van Leeuwarden, en Grietje Hommes.
In 1763 verkoopt NN Rudolphi-Smeding aan G. Hajonides een huis in de Nieuwestad Nz. bij de Langepijp te Leeuwarden.[1687]
In 1796 verkoopt H. Hajonides-v.d. Meulen aan Heijmans-v.d. Meulen een huis op het Noordvliet bij het Loijerspad te Leeuwarden.[1688]
In 1801 verkoopt H. P. Hajonides-van der Meulen aan Th. Risselada een huis op het Zuidvliet te Leeuwarden.[1689]
In 1802 verkoopt H. P. Hajonides-van der Meulen aan P. Hajonides een huis op het Zuidvliet te Leeuwarden.[1690]
-
1. Grietie Hajonides, ged. geref. Leeuwarden 8-7-1761.
-
2. Froukje Hajonides, ged. geref. Leeuwarden 16-3-1763.
-
3. Nollius Hajonides, ged. geref. Leeuwarden 9-11-1764.
-
4. Pieter Hajonides van der Meulen, ged. geref. Leeuwarden 19-12-1766, ovl. (akte? 6-8-1828)[1691].
|
Wapen Hajonides van der Meulen: gevierendeeld. 1. een leeuw, 2. een
molen, 3. een korenaar, 4. een fakkel. De kleuren zijn
onbekend. Waarschijnlijk werd dit wapen aangenomen door
Gajus Hajonides. Het tweede kwartier (molen) zou op Van der Meulen duiden.[1692]
|
-
aa. NN Hajonides van der Meulen, beg. Leeuwarden Oldehoofsterkerkhof 30-5-1797 (een kind van Pieter Hajonides van der Meulen).
-
5. Helena Hajonides, ged. geref. Leeuwarden 2-11-1768, ovl./beg. Leeuwarden 17/23-12-1788, wonend in de Klokstraat (1788).
tr.
Sijbe de Vries, ovl. na 1788.
-
6. NN Hajonides, beg. Leeuwarden Oldehoofsterkerk 6-4-1770 (kind van Gayus Hajonides, kan een van de voorgaande zijn).
-
7. Nollius Hajonides, geb./ged. geref. Leeuwarden 20/28-9-1774, ovl. verm. Leeuwarden 5-9-1819 (oud 47 jaar, sic!).
-
b. Claaske Pyters van der Meulen, ged. geref. Leeuwarden 20-10-1743, beg. Leeuwarden Jacobynerkerkhof 22-1-1805 (gehuwd met Heymans), woont te Leeuwarden (1768),
otr. Leeuwarden gerecht 13-5-1768,
tr. Leeuwarden geref. Jacobijner kerk 29-5-1768
Jan Hendrik Heymans, ged. Harlingen Grote Kerk 8-4-1742, ovl. 1798-(1805?), woont te Leeuwarden (1768),
als Jan Hendrik Heijmans (geb. Harlingen, betaalt 6 g.g) burger van Leeuwarden 28-9-1769,
zn. van Heiman Heimans, vroedsman en koopman, en Geertje Jans Onius.
In 1786 verkoopt A. Meinsma aan J. H. Heimans een huis in de Voorstreek, tussen Dubbele- en Koningspijp, tusschen Amelands- en Dubbelepijp te Leeuwarden.[1693]
In 1792 verkoopt Sw. Kroon aan J.H. Heimans een huis in het Heer Ivostraatje te Leeuwarden.[1694]
In 1796 verkoopt H. Hajonides-v.d. Meulen aan Heijmans-v.d. Meulen een huis op het Noordvliet bij het Loijerspad te Leeuwarden.[1695]
In 1798 verkoopt J. Gravius aan J.H. Heimans een huis in de Korfmakersstraat te Leeuwarden.[1696]
In 1798 verkoopt Tj. Feenstra aan J.H. Heimans een huis in de Nieuwestad Zz. te Leeuwarden.[1697]
In 1800 verkoopt Kl.P. Heijmans-van der Meulen aan Tj.Huisinga een huis in de Nieuwestad Zz. bij de Waag te Leeuwarden.[1698]
In 1801 verkoopt S. Posthumus aan Kl. Heijmans-v.d. Meulen een huis in het Heer Ivostraatje te Leeuwarden.[1699]
In 1804 verkoopt Kl. Heijmans-van der Meulen aan E. Jongsma een huis bij de Put te Leeuwarden.[1700]
In 1804 verkoopt Kl. Heijmans-van der Meulen aan M. Ph. Coster een huis in het Heer Ivostraatje te Leeuwarden.[1701]
-
1. NN Heymans, beg. Leeuwarden Jacobynerkerk 28-3-1770 (kind van Jan Hendrik Heymans).
-
2. Dorothea Heymans, geb./ged. geref. Leeuwarden 23/30-4-1777.
-
3. Pieter Heymans, geb./ged. geref. Leeuwarden 5/29-9-1779.
-
4. Ynso (Ynse) Heymans, geb./ged. geref. Leeuwarden 5/29-9-1779.
-
aa. NN Heymans, geb. 29-12-1808, beg. Leeuwarden 31-12-1808 (een kind van Ynse Heymans, oud 2 dagen).
-
5. NN Heymans, beg. Leeuwarden Jacobynerkerkhof 7-3-1783 ((kind van J. H. Heymans, verm. een van de voorgaande).
-
c. Janneke Pieters van der M(e)ulen, ged. geref. Leeuwarden 13-7-1746, beg. Franeker 20-1-1808, (=kw. nr. 251).
-
d. Lutske Pieters, ged. geref. Leeuwarden 7-9-1749.
-
e. Fettje (Tetje) Pieters van der Meulen, ged. geref. Leeuwarden 15-10-1752, woont te Leeuwarden (1779),
otr. Leeuwarden gerecht 9-7-1779,
tr. Leeuwarden en Jelsum geref. 18-7-1779
Johan Georg Herbig(¥), geb. Doornik, ovl. Leeuwarden 27-8-1799, geref. lidmaat te Leeuwarden 1778 met attestatie van Breda,
woont te Leeuwarden (1779),
krijgt attestattie naar Arnhem 14-8-1782,
burger van Leeuwarden 23-5-1792 (geb. Doornik, betaalt 25 Car. gld.),
luitenant-kolonel (1799).
COMMENTAAR(¥)
Te Breda laten Johan George Herbig x Helena Sophia Schwerzelen een dr. Anna Sibilla Herbig geref. dopen in de Grote Kerk 13-7-1755. Deze Johan Georg kan identiek zijn aan bovenstaande, maar theoretisch ook nog zijn vader. De vernoeming van zijn eerste kind Helena Sophia kan dan ook naar zijn eerste vrouw of naar zijn moeder zijn.
|
Publikaties van Johan Georg Herbig:
-
Verhandeling ter beantwoording der gedaane prysvraag door zeker Genootschap van Vrye Friezen, nopens de beste instellingen voor de vry corps en schutteryen, beslooten in Friesland den 26 January 1784.
uitg. Volkert van der Plaats, Harlingen, 1785.
In 1791 verkoopt Dr. E. Huber-Wielinga aan J.G. Herbig een huis in Achter de Hoven te Leeuwarden.[1702]
In 1793 verkoopt S. van Slooten aan J.G. Herbig een huis in het Herenwaltje te Leeuwarden.[1703]
In 1797 verkoopt J.G. Herbig aan J. van der Veen een huis in Achter de Hoven te Leeuwarden.[1704]
In 1800 verkoopt J.G. Herbig aan H. Huber-van Boelens een huis in het Herenwaltje te Leeuwarden.[1705]
In 1801 verkoopt J.G. Herbig aan IJ. Jans-Jarigs een huis op het Vliet te Leeuwarden.[1706]
In 1801 verkoopt J.G. Herbig aan Sj.B. van der Bij een huis op het Vliet te Leeuwarden.[1707]
NB de verkopingen in 1800 en 1801 zullen wel door zijn erven zijn gedaan want hij overlijdt in 1799.
-
1. Helena Sophia Herbig, geb./ged. geref. Leeuwarden 9/26-4-1780, ovl. Harlingen 19-2-1833 (ongehuwd), geref. lidmaat te Leeuwarden 7-12-1798 op belijdenis,
krijgt attestatie naar Harlingen 28-10-1811,
woont te Harlingen (1817, 1833),
schoolhouderes.[1708]
In 1809 verkoopt H.S. Herbig aan R. Bloembergen een huis op het Vliet te Leeuwarden.[1709]
Op 23-6-1817 verkopen Helena Sophia Herbig te Harlingen, en
Froukjen Herbig te Harlingen, aan Hendrik Flieringa, zilversmid te Leeuwarden, een stoel in de kerk.
[1710]
NB Bekijk complete tekst akte.
-
2. Frou(w)kje Herbig, geb./ged. geref. Leeuwarden 20/30-5-1781, ovl. Harlingen 6-7-1857 (ongehuwd), geref. lidmaat te Leeuwarden 7-12-1798 op belijdenis,
krijgt attestatie naar Kollum 15-9-1806,
romanschrijfster,
woonde te Harlingen, waar zij onderricht gaf aan meisjes.[1711]
De schrijfster Anna Louisa Geertruida Toussaint (Truitje Bosboom-Toussaint) was van 1820-1828 een van haar leerlingen.[1712]
Publikaties van Frou(w)kje Herbig:[1713]
[1714]
-
De graven van Horst : eene oorspronkelijke Nederlandsche roman. 2 dln.
uitg. J.W. Brouwer, Leeuwarden 1830.
-
De verloren zoon of Breda verrast : een tooneelstukje.
uitg. M. Smit, Groningen 1830.
-
Hillegonda van Teylingen : een oorspronkelijk Nederlandsch familie-tafereel uit het midden der zestiende eeuw, onder de grafelijke regering van Karel den Vijfden. 2 dln.
uitg. G.T.N. Suringar, Leeuwarden 1832.
-
De arme luitenant en zijn huisgezin. 2 dln.
uitg. H.C. Schetsberg, Leeuwarden 1834.
-
De gelofte, of de zegepraal der deugd : een oorspronkelijk Nederlandsch familie tafereel, uit het laatst der zestiende eeuw, kort voor den dood van Willem I.
uitg. H.C. Schetsberg, Leeuwarden 1836.
-
Voorts: brieven van Frouwkje Herbig aan G.T.N. Suringar te Leeuwarden (1828..1837).
-
3. Clara Carolina Herbig, geb./ged. geref. Leeuwarden 8-4/2-5-1784, woont te Leeuwarden (1804),
otr./tr. Leeuwarden gerecht/geref. 2/23-11-1804,
tr. Weener (D)
Tjabering H. Cramer, woont te Weener (D) (1804).
Van dit echtpaar is te Leeuwarden niets meer te vinden. Zij zijn verm. naar Weener in Duitsland gegaan.
-
f. Aukjen Pieters van der Meulen, ged. geref. Leeuwarden 14-1-1756;(¥)
woont te Leeuwarden (1799),
otr. Leeuwarden gerecht 9-8-1799,
tr. Leeuwarden geref. Jacobijner kerk 11-9-1799
Jurjen Taapkens, woont te Groningen (1799).
COMMENTAAR(¥)
De volgende beg. inschrijvingen zouden betrekking kunnen hebben op Aukje:
Akke van der Meulen, oud 56 jaar, gehuwd met Jacob Spanjer, beg. Leeuwarden 28-5-1810 (laat twee kinderen na).
Akke van der Meulen, beg. Huizum (Leeuwarderadeel) 30-5-1810.
|
COMMENTAAR(¥)
FRAGMENTEN VAN DER MEULEN
Luitje van der Meulen, ovl. Leeuwarden 17-8-1801,[1715]
Luitie van der Meulen, ovl. Leeuwarden 19-2-1799,[1716]
In 1799 verkoopt Kl.G. Tigler aan L. v.der Meulen een huis in de Doorgaande steeg te Leeuwarden.[1717]
In 1802 verkoopt A. Haan-Johannes aan L. van der Meulen een huis in de Grote Hoogstraat te Leeuwarden.[1718]
In 1803 verkoopt L. v.der Meulen aan H. Rausch een huis in de Doorgaande steeg bij de Put te Leeuwarden.[1719]
In 1803 verkoopt R. Wesselius-Minnes aan L. v.der Meulen een huis in de Jacobijnerkerkhof te Leeuwarden.[1720]
In 1803 verkoopt L. van der Meulen aan C. Elzinga een huis aan de Jacobijnerkerkhof naast het Boshuiser gasthuis te Leeuwarden.[1721]
In 1803 verkoopt L. van der Meulen aan U. van der Veer een huis in de Grote Hoogstraat te Leeuwarden.[1722]
|
504. OENE WILLEMS HO(O)GENBRUG(H), ged. geref. Sneek 2-6-1695, ovl. na 1744, koopman in tabak,
stadsbode (1723, 1725), gerechtsdienaar,
en vroedsman (1744) te Sneek,
betaalt (1749) als schepen, coopman op het Scharn te Sneek ƒ 70,-,- voor
een huis met een gezin van 5 volwassenen en 2 kinderen onder de 12
jaar [1723], otr. 1o Sneek gerecht 9-4-1718,
otr./tr. 1o Sneek geref. 9/24-4-1718
RICHTJE SJOERDS HAM(M)ERSMA, ged. Sneek 13-12-1695, ovl. 1738-1744, dr. van Sjoerd Wybes Hammersma, koopman en burgemeester te Sneek, en Claeske Jelles, winkelierse op 't Kleinzand te Sneek,
otr. 2o Sneek 19-9-1744
otr./tr. 2o Sneek geref. 19/27-9-1744
505. TETTJE DIURRES, geb. vóór ca. 1725.
Uit zijn eerste huwelijk (Hoogenbrugh-Hammersma) :
-
a. Wybrighie Hoogenbrugh, ged. geref. Sneek 15-6-1721, ovl. jong?
-
b. Wybrigh Hoogenbrugh, ged. geref. Sneek 25-7-1723.
-
c. Claaske Hoogenbrugh, ged. geref. Sneek 2-3-1725,[1724], woont te Sneek (1748),
otr. Sneek gerecht en geref. 13-9-1748,
tr. Oosthem/Abbega/Folsgare geref. 29-9-1748
Oege Jentjes Breusma, woont te Folsgare (1748).
-
d. (A)Egge Hoogenbrugh, ged. geref. Sneek 24-7-1728, woont te Sneek (1756),
otr. Sneek gerecht en geref. 31-7-1756
Aaltie van Reitsma van Fontein, woont te Bolsward (1756).
-
e. Righie (Rixtie) Hoogenbrugh, ged. geref. Sneek 15-1-1738 (moedersnaam niet genoemd), woont te Sneek (1758),
otr. Sneek gerecht en geref. 7-9-1758,
tr. Sneek geref. 17-9-1758
Claas Gosliga, woont te Sneek (1758).
Uit zijn tweede huwelijk (Hoogenbrugh-Diurres) :
-
f. Willem Hoogenbrugh, ged. geref. Sneek 20-12-1744, (=kw. nr. 252).
506. OENE ROMKES, ged. geref. Sneek 22-4-1708, woont te Sneek (1736),
otr. Sneek gerecht en geref. 4-8-1736
tr. Sneek geref. 19-8-1736
507. HITTJE (HILTJE) WILLEMS(¥), woont te Sneek (1736).
COMMENTAAR(¥)
NB Antony Hagedoren x Hiltie Willems Hogenbrugh (sic!) laten een kind ..yntie dopen Sneek 6-10-1719.
|
-
a. Romke Oenes de Jong, ged. geref. Sneek 30-10-1737, woont te Sneek (1761),
otr. Sneek gerecht en geref. 19-12-1761,
tr. Sneek geref. 3-1-1762
Acke Sakis van der Werff, woont te Sneek (1761).
-
b. Eeltje Oenes, ged. geref. Sneek 25-8-1741.
-
c. Mettje Oenes de Jong, ged. geref. Sneek 12-3-1747, (=kw. nr. 253).
-
d. Tja(e)ltje Oenes de Jong, ged. geref. Sneek 19-11-1752, woont te Sneek (1775),
otr. Sneek gerecht 8-12-1775,
otr./tr. Sneek geref. 14/17-12-1775
Yme Gales Rekker, woont te Sneek (1775).
Referenties van de gegevens van generatie 9 staan ook hier
Referenties Kwartierstaat Van Schothorst --- Generatie 9 ( 1724 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. |
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
- Eur-Stam-VIII = Europäische Stammtafeln, Neue Folge Bd. VIII Schwennike, Herausgabe 1980
- Hagenbeek = ⇒ hagenbeek-013280-flodrop-gframeset.htm?hagenbeek-013280-flodrop-g.htm
- Herckenrode1865 = Nobiliaire des Pays-Bas et du comte de Bourgogne (2, deel 2) M. de Vegianos d'Hovel (1724-94). Bewerkt door baron J. v. Herckenrode (1865).
- Schmelzer2014 = W. Schmelzer, Genealogie Van Steenhuys, 2014
- Steinen1749 = Johann Diederich von Steinen, Westphälischen Geschichte Volume 1(1755) p. 665 e.v.
- Uil2015 = Huib Uil, De scholen syn planthoven van de gemeente. Het onderwijs in Zeeland en Staats-Vlaanderen, 1578-1801, Bergschenhoek, 2015, ISBN 978-90-820494-7-3, ⇒ onderwijsgevendeninzeeland.wordpress.com
|
- zie ook VG 14(1989)81
- Mededeling A.J.W. van Voorthuijsen, Nederwoud, 2005
- zie ook VG 12(1987)249 en 24(1999)50
- ORA 0203, boek 835, Glinde, folio 8v, dd. 31-12-1714.
- ORA 0203, boek 835, Glinde, folio 8, dd. 31-12-1714.
- ORA Barneveld 0203, boek 835, Callenbroek, folio 22v, dd. 07-11-1718.
- Hist. Kadaster Barneveld, ⇒ www.barneveld.nl
- GA Barneveld, Inventaris Huisarchief Esveld, inv. nr. 19 (blz. 6)
- ORA Barneveld 0203, boek 835, Estvelt, folio 32
- Mededeling A.J.W. van Voorthuijsen, Nederwoud, 2005
- zie ook VG 12(1987)248 en 14(1989)79
- zie ook VG 14(1989)79 en VG 12(1987)248
- VG 14(1989)79
- VG 25(2000)10
- Bijblad NL 7(1981)185
- VG 14(1989)79
- VG 12(1987)248
- GA Barneveld, Schadelijsten 1795
- Caudron, l.c., passim
- Caudron, l.c.
- ORA barneveld 0203, boek 848, buurschap Cootwijkerbroek, folio 112, dd. 07-03-1744
- GN 39(1983)77
- RAGld, Rekenk. Arch. nr. 1377 f312, nr. 1361 f31
- Mededeling hr. Wolleswinkel te Den Haag
- GN 35(1980)296
- Kw. VG, p83
- Laansma, Lidmatenregister Renswoude, l.c.
- Mededeling hr. Wolleswinkel te Den Haag
- S. Laansma, Boerderijen en Boerengeslachten te Renswoude, Renswoude, 1972
- Eemlandse Klappers, dl. 18, l.c.
- VG 15(1990)22
- Eemlandse Klappers, dl. 18, l.c.
- Mededeling hr. Wolleswinkel te Den Haag
- VG 15(1990)22
- Kw. VG, dl. 2, p23
- Laansma, Lidmatenregister Renswoude, l.c.
- VG 8(1983)312
- Laansma, Lidmatenregister Renswoude, l.c.
- VG 11(1986)75
- VG 12(1987)176
- Eemlandse Klappers, dl. 18, l.c.
- Eemlandse Klappers, dl. 17, l.c.
- GA Ede, inv. nr. 43 f299 e.v.
- GA Ede, inv. nr. 50 f50v
- RAU, RA Veenendaal, inv. nr. 1825, portef. 6 nr. 18,19, zie VG 10(1985)77
- VG 15(1990)22
- Eemlandse Klappers, dl. 17, l.c.
- Eemlandse Klappers, dl. 17, l.c.
- Laansma, Boerderijen, l.c.
- zie ook VG 9(1984)301 en 10(1985)38, en 20(1995)389
- VG 14(1989)280
- VG 14(1989)280 en 20(1995)389, Kw. VG, dl. 2, p20
- VG 14(1989)280 en 20(1995)389
- Herl. Verleden
- VG (1989)280
- VG 20(1995)389
- Kw. VG, dl. 2, p20
- ⇒ gvb
- ⇒ gvb
- ⇒ gvb
- VG (1989)280
- ⇒ gvb
- ⇒ gvb
- ⇒ gvb
- ⇒ gvb
- ⇒ gvb
- ⇒ gvb
- VG 16(1991)155
- Kw. VG, p85
- Mededeling hr. Wolleswinkel te Den Haag
- VG 16(1991)155
- RAGld, RA Veluwe, nr. 802 f6
- Mededeling hr. Wolleswinkel te Den Haag
- ORA 0203, boek 836, dorp Barneveld, folio 30, dd.19-12-1733, gecit. in Caudron, l.c.
- VG 16(1991)77
- VG 16(1991)77
- VG 16(1991)77
- VG 16(1991)77
- VG 16(1991)77
- VG 16 (1991)155
- VG 9(1984)49, Kw. VG, p32
- E. de Jonge, Bruikschatting Bennekom, Ede en Otterloo 1698 en 1708
- VG 16 (1991)155
- VG 9(1984)49
- VG 16 (1991)155
- Mededeling hr. Wolleswinkel te Den Haag
- ref. ???
- Fam. arch. Wigman, Lunteren
- VG 9(1984)49
- Kw. VG, p32, en VG 16(1991)77
- Kw. VG, p32
- Kw. VG, p32
- GN 41(1986)74
- ORA van Veluwe nr. 822 fol. 25, d.d. 6-8-1738, gecit. in VG (1993)189
- VG (1982)81
- VG 16(1991)74
- VG (1978)45
- GN 41(1986)74
- Huisarch. Hoekelum, inv. nr. 6
- GA Ede, Verpondingskohieren Lunteren 1714-1718, geciteerd in VG 19(1994)33
- E. de Jonge, Bruikschatting Bennekom, Ede en Otterloo 1698 en 1708
- GN 39(1984)76
- Mededeling hr. Wolleswinkel te Den Haag
- VG 19(1994)
- VG 19(1994)
- Mededeling hr. Wolleswinkel te Den Haag
- VG 19(1994)
- VG 18(1993)255
- Kw. VG, p203
- VG 18(1993)255
- VG 18(1993)255
- VG 18(1993)192
- VG 24(1999)20
- ...
- RAGld, Rekenk. Arch. inv. nr. 1550 f21
- RAGld, RA Ede inv. nr. 802 f76v
- ...
- H. Vel. dl1, p6
- H. Vel. dl. 1, p34
- RAGld, Arch. Buurt Lunteren
- RAGld, RA Ede inv. nr. 802 f142 en f148, gecit. in VG 10(1985)186 en in H.J. ter Maat, 600 jaar Haalboom - Hoolboom, Nieuwegein, 1984
- RAGld, RA Veluwe inv. nr. 797 f38
- RAGld, RA Veluwe, inv. nr. 492 nr. 61
- VG (1986)181
- ORA 0203, boek 835, dorp Barneveld, folio 74, gecit. in Caudron, l.c., p59
- VG 4(1979)62
- ...
- Jb. CBG (1958)155
- VG 12(1987)158, 15(1990)40
- VG 1(1976)132
- Pub. VG 20
- VG 12(1987)158, 15(1990)40
- Pub. VG 7, Rep. leenregisters van de hofhorige goederen van de proosdij van Deventer
- VG 11(1986)239 en 8(1983)211, Kw. VG, p69
- VG 27(2002)2 p18
- VG 27(2002)2 p18
- Pub. VG 20, l.c.
- VG 25(2000)242
- Pub. VG 69
- VG 20(1995)161
- Pub. VG 153 en 64
- VG 20(1995)160
- ⇒ familienamen.html
- ⇒ wenum.html
- ⇒ familienamen.html
- ⇒ familienamen.html
- ⇒ eerbeek.html
- ⇒ familienamen.html
- VG 20(1995)162
- Pub. VG 26
- Pub. VG 7, Rep. leenregisters van de hofhorige goederen van de proosdij van Deventer
- Pub. VG 20
- VG 5(1980) 16, 12(1987)158, 15(1990)40
- VG 12(1987)158
- VG 12(1987)158, 15(1990)40
- VG (1993)119
- VG (1993)119
- VG 5(1980)16
- VG (1985)298
- Mededeling W.J. Bresser, Australie, 2001
- VG (1985)298
- VG (1993)119
- Prometheus 8
- VG 11(1986)196
- VG 11(1986)196
- zie ook Prometheus 8
- VG 1(1976)130, 11(1986)196
- VG 25(2000)113
- VG 1(1976)135 en 20(1995)214
- H. Vel. dl4, p 662
- VG 11(1986)196, Rekenk. Arch. inv. nr. 1537 f98
- H. Vel. dl4, p 671
- H. Vel. dl4, p 639
- VG 11(1986)196, en Pub. VG 8, l.c.
- Mededeling Mevr. G.J. de Beer-van Asselt te Amersfoort, 1998
- VG25(2000)163
- Prometheus 8
- VG 11(1986)196
- VG 25(2000)163
- VG 11(1986)197
- VG 11(1986)199
- VG 1(1976)135 en 20(1995)209
- VG 25(2000)320
- VG 1(1976)136
- VG 25(2000)320
- VG 25(2000)319
- VG 1(1976)135
- NL 36(1918)23
- VG 30(2005)3/37
- VG 20(1995)209
- VG 12(1987)216 en 20(1995)151
- ⇒ familienamen.html
- VG 25(2000)111
- VG 30(2005)3/33
- RAGld, Rekenk. Arch. inv nr. 1551 f306v
- Pub. VG 8, l.c.
- Mededeling Mevr. G.J. de Beer-van Asselt te Amersfoort, 1998
- inv.nr. 1191 76 HA, gecit. in ⇒ kwartierstaat_erik_berkhof_vriezenveen
- ⇒ digitaal_archief
- ⇒ digitaal_archief
- ⇒ www.vriezenveners.nl
- ⇒ verponding_en_contributie1723
- ⇒ www.vriezenveners.nl
- ⇒ www.vriezenveners.nl
- ⇒ www.vriezenveners.nl
- ⇒ www.vriezenveners.nl
- ⇒ www.vriezenveners.nl
- ⇒ digitaal_archief
- ⇒ digitaal_archief
- ⇒ verponding_en_contributie1723
- ⇒ www.vriezenveners.nl
- Kw. VG, p 62
- VG 12(1987)154
- Pub. VG 63
- VG 15(1990)226
- VG 12(1987)154
- Pub. VG 63
- Crebolder, l.c., Hoofdgeld
- VG 15(1990)226
- ORA Barneveld 0203, boek 836, Buurtschap Esvelt, folio 236, dd. 04-09-1737.
- De Jonge, Bruikschatting, l.c.
- VG 14(1989)279
- ORA 0203, boek 835, dorp Barneveld, folio 115, dd. 21-08-1733, gecit. in Caudron, l.c., p96
- ORA 0203, boek 836, dorp Barneveld, folio 110, ORA 0203, boek 836, Buurtschap Esvelt, folio 226v, t/m 227v, dd.12-01-1734.
- ORA 0203, boek 843, buijrschap Seumeren, folio127v, 128, dd. 16-03-1735
- ORA Barneveld 0203, boek 836, Buurtschap Esvelt, folio 238 t/m 238v, dd. 26-06-1738
- ORA Barneveld 0203, boek 836, , folio 269v, dd. 27-12-1749
- Her. Veluwe dl 1, p 29
- ORA 0203, boek 837, dorp Barneveld, folio 190 t/m 192, dd. 24-05-1777.
- VG 12(1987)151, Kw. VG, p...
- ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 14, dd. 03-03-1749
- VG 12(1987)151, VG 7(1982)262
- Jb. CBG 12(1958)155
- Crebolder, l.c., Hoofdgeld
- VG 7(1982)262
- VG 12(1987)151
- ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 17, dd. 22-06-1750.
- ORA 0203, boek 845, buurschap Swartebroek, folio 33v, 34, dd. 28-05-1768
- ORA 0203, boek 846, buurschap Garderbroek, folio 149, 149v, 150, dd. 25-05-1768.
- ORA 0203, boek 848, buurschap Cootwijkerbroek, folio148, 148v,149, dd. 28-05-1768.
- ORA 0203, boek 848, buurschap Cootwijkerbroek, folio 146v t/m 148, dd. 25-05-1768.
- ORA 0203, boek 848, buurschap Cootwijkerbroek, folio 149, 149v, 150, dd. 02-06-1768.
- ORA 0203, boek 846, buurschap Garderbroek, folio 150v, 151, dd. 02-06-1768.
- ORA 0203, boek 846, buurschap Essen, folio 294, 294v, dd. 03-07-1768
- ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 51, 51v, 52, dd. 12-05-1769.
- ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 62, 62v, dd. 28-02-1774.
- ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 64, dd. 22-06-1775
- Pub. VG 137
- Pub. VG 137
- ORA Barneveld 0203, boek 848, buurschap Cootwijkerbroek, folio 144v, 145, dd. 24-02-1768
- H. Vel. dl1, p187
- VG 22(1997)245
- VG 23(1998)259, en 25(2000)255
- Pub. VG 92
- VG 23(1998)259
- VG 23(1998)259
- Nederlands Patriciaat 1913
- VG 33(2008)#3,36
- VG 33(2008)#3,36
- Her. Vel. dl. 4, p 571
- VG 30(2005)3/48
- Herengoederen Veluwe, l.c., p333
- Herengoederen Veluwe, l.c., p333
- Herengoederen Veluwe, l.c., p333
- Herengoederen Veluwe, l.c., p333
- Herengoederen Veluwe, l.c., p334
- Herengoederen Veluwe, l.c., p334
- Herengoederen Veluwe, l.c., p334
- Herengoederen Veluwe, l.c., p334
- VG 22(1997)245
- VG 23(1998)179
- VG 23(1998)179
- Pub VG 137
- VG 25(2000)255
- VG 25(2000)255
- Herengoederen Veluwe, l.c., p334
- Herengoederen Veluwe, l.c., p334
- Herengoederen Veluwe, l.c., p334
- Herengoederen Veluwe, l.c., p334
- Herengoederen Veluwe, l.c., p334
- Herengoederen Veluwe, l.c., p334
- VG 20(1995)155
- VG 25(2000)255
- VG 30(2005)4/11
- Pub VG 137
- VG 25(2000)253
- VG 14(1989)48, Pub. VG 92
- VG 25(2000)253
- VG 20(1995)155
- ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 8, 8v, dd. 11-11-1743.
- SA Noordwest-Veluwe, Protocollen Elburg 1785-1792, inv.nr. 133, f169
- Pub. VG 137
- VG 25(2000)250
- VG 23(1998)258
- Pub VG 137
- VG 30(2005)3/47
- VG 23(1998)258
- VG 23(1998)258
- VG 23(1998)258
- VG 25(2000)73
- VG 25(2000)74
- VG 30(2005)3/45
- VG 30(2005)3/45
- Pub VG 137
- Pub VG 137
- Pub VG 92
- ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 36, dd. 13-01-1760
- ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 44v, 45, dd. 22-08-1763.
- VG 17(1992)78
- VG 17(1992)78
- ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 64, dd. 22-06-1775
- VG 17(1992)78
- VG 17(1992)76
- VG 17(1992)76
- VG 7(1982)262
- VG 12(1987)154
- VG 12(1987)154
- ORA Barneveld 0203, boek 835, dorp Barneveld, folio 76
- ORA Barneveld 0203, boek 835, Elspeet, folio 9, dd. 20-02-1730
- ORA Barneveld, 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 3v, 4, dd. 20-11-1738
- ORA Barneveld 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 4v, 5, dd. 18-01-1740
- ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 17, dd. 22-06-1750.
- Pub. VG 137
- VG 12(1987)151, VG 7(1982)262
- Jb. CBG 12(1958)155
- VG 12(1987)151
- Crebolder, l.c., Hoofdgeld
- Pub. VG 92, en VG 19(1994)9
- Kw. VG p 134
- Pub. VG 92, en VG 19(1994)9
- Herengoederen Veluwe, l.c., p215
- ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 7v, 8, dd. 05-08-1743
- ORA 0203, boek 849, Buurschap Uddel, folio 153v, 154, dd. 30-07-1753.
- Pub. VG 137
- ORA 0203, boek 849, Buurschap Uddel, folio 152, 152v, dd. 26-11-1743.
- VG 18(1993)225 en VG 19(1994)7
- VG 18(1993)225 en VG 19(1994)7
- VG 18(1993)225 en VG 19(1994)7
- Pub. VG 137
- ORA 0203, boek 849, dorp Elspeet, folio 28, dd. 14-10-1757.
- Pub. VG 137
- G. Koote, Kwartierstaat van Lucien Zalbin, ⇒ www.hogenda.nl
- zie ook Prom. 15, p61
- Med. Nick Werring, 2011
- Med. Nick Werring, 2011
- Prom. 15, p97
- Regionaal Historisch Centrum Delft, Inventaris van het archief van de weeskamer Delft, nr. 8812
- zie ook G. Koote, Kwartierstaat van Lucien Zalbin, ⇒ www.hogenda.nl
- zie ook Med. Nick Werring, 2011
- R.P. Mouton, Genealogie familie Mouton, Delia Mouton, Den Haag 1999
- R.P. Mouton, Genealogie familie Mouton, Delia Mouton, Den Haag 1999
- R.P. Mouton, Genealogie familie Mouton, Delia Mouton, Den Haag 1999
- zie ook Kwartierstatenboek KNGGW, dl3, p105, 's-Gravenhage, 1993
- R.P. Mouton, Genealogie familie Mouton, Delia Mouton, Den Haag 1999
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Regeeringsalmanak voor Nederlandsch Indië, 1830-1832
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
- M.J. van Lieburg en F.A. van Lieburg, Album promotorum van de Rijksuniversiteit Leiden : 1813-1900, Amsterdam, 1985
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Mededeling Marian Scheper, 2005
- Med. Nick Werring, 2011
- Onze Voorouders IV, p34
- Prom. 15, p38
- Onze Voorouders IV, p34
- zie ook G. Koote, Kwartierstaat van Lucien Zalbin, ⇒ www.hogenda.nl
- Onze Voorouders IV, p31
- zie ook G. Koote, Kwartierstaat van Lucien Zalbin, ⇒ www.hogenda.nl
- ⇒ www.anticus.net
- Med. Nick Werring, 2011
- RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6629, 427
- RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6616, f83v
- RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6616, f50
- RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6616, f363
- RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6616, f157v
- RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6617, 332v
- OV 63(2008)602
- RAL, ONA Leiden, Nots. Nicolaas Wolff, Archiefnr. 506, inv. nr. 2080, akte nr. 261
- OV 63(2008)602
- zie ook GN 37(1982)111
- RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6616, f248
- RAL, ONA Leiden, Nots. Pancras IJsselsteyn, Archiefnr. 506, inv. nr. 1185, akte nr. 088
- ⇒ voc.websilon.nl
- ⇒ voc.websilon.nl
- RAL, ONA Leiden, Nots. Albertus Kleynenbergh, Archiefnr. 506, inv. nr. 2027, akte nr. 212
- C.W. Delforterie, De Inneemboeken van het Houhuis en Arm-Kinderhuis te Leiden van 1710 tot 1746, Rijnland 12,13(1975,76)
- GN 32(1977)203
- ⇒ voc.websilon.nl
- ⇒ walle
- RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6623, f194v
- RAL, ONA Leiden, Nots. Hendrik Isacq Kreet, Archiefnr. 506, inv. nr. 1938, akte nr. 1145
- RAL, ONA Leiden, Nots. Jacob van der Does, Archiefnr. 506, inv. nr. 2257, akte nr. 046
- RAL, ONA Leiden, Nots. Jacob van der Does, Archiefnr. 506, inv. nr. 2261, akte nr. 122 en 132
- RAL, ONA Leiden, Nots. Jacob van der Does, Archiefnr. 506, inv. nr. 2262, akte nr. 006
- zie ook GN 37(1982)32
- zie ook GN 37(1982)32
- RAL, ONA Leiden, Nots. Pancras IJsselsteyn, Archiefnr. 506, inv. nr. 1185, akte nr. 088
- GN 37(1982)24
- zie ook GN 37(1982)24
- Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
- stamreeks van der Bie volgens Mededeling van J. van der Bie te Schaesberg, en latere aanzienlijke aanvullingen van T. van der Bie
- zie RA Goudswaard E VIII 62, d.d. 31-5-1708
- zie ook Prometheus I, l.c.
- SA VP&R, Toegang 110, ONA, Stad Brielle, Nots. Paulus van Brakel
- OV 26(1971)110
- SA VP&R, Toegang 033, Transportregesten, Stad Heenvliet (en Heerlijkheid), regest nr. 555
- RA Geervliet 21, geciteerd door T. van der Bie
- RA Goudswaard 50, geciteerd door T. van der Bie
- Mededeling T. van der Bie
- Mededeling Mevr. A.J. van der Bie-Smits te Spijkenise, en T. van der Bie
- Mededeling T. van der Bie
- zie ook Jb. CBG 32(1978)144
- Mededeling T. van der Bie
- Mededeling T. van der Bie
- Mededeling T. van der Bie
- A.R.A. Recht. Archief Goudswaard, no. 54, gecit. in Jb. CBG 32(1978)145
- A.R.A. Recht. Archief Goudswaard, no. 62, gecit. in Jb. CBG 32(1978)145
- Mededeling J. van der Bie, 1983
- Mededeling J. van der Bie, 1983
- Mededeling J. van der Bie, 1983
- zie ook Prometheus I, l.c.
- Mededeling T. van der Bie
- Mededeling T. van der Bie
- Mededeling T. van der Bie
- Mededeling T. van der Bie
- ⇒ ~tonvdbie
- RA Goudswaard E VIII 62 d.d. 23-11-1709
- H.K. Nagtegaal et al., Zuidhollandse Stam- en Naamreeksen, Rotterdam, 1986
- ⇒ ~tonvdbie
- Med. CBG 43(1989)#3 p3
- Kron. 7(1998)275
- Kron. 7(1998)275
- Prom. 13, p117
- Kron. 7(1998)234
- Bijl, l.c.
- Keukenmeester, l.c.
- Bijl, l.c.
- zie GN 13(1958)264
- GA Vlaardingen, ONA Maassluis, Nots. Johan Manschot, inv. nr. 41, no.108
- zie ook Bijl, l.c.
- NL 85(1968)337
- GA Rotterdam, ONA, passim
- GA Schiedam, ONA, passim
- GA Delft, ONA, passim
- zie ook A.M. Ledeboer, Het geslacht Van Waesberghe, Rotterdam, 1859
- zie ook Rotterdamsch Boekdrukkersprentenboek, Rotterdam, 1939, en brochure "Anno 1590", uitg. drukkerij Van Waesberghe en Van Sijn, Rotterdam
- Ledeboer, l.c.
- Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins, Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie ZH, Utrecht, 1922
- ONA Vlaardingen, Nots. Jacobus Braet akte: 17-193 d.d. 01.02.1707
- NA, ONA Maassluis, Nots. Johan Manschot, inv. nr. 39, nr. 24
- Jb. Die Haghe, 1921/22
- NL 85(1968)303
- Genealogie Breur
- Blijdorp, l.c.
- Blijdorp, l.c.
- GA Rotterdam, Toegangsnummer: 1.01, nr. 2.3.17. Diversen
- NL 85(1968)303
- ⇒ walle
- RAL, ONA Leiden, Nots. Johannes Thijssen, Archiefnr. 506, inv. nr. 2295, akte nr. 097
- Blijdorp, l.c.
- Prometheus V, p. 155, l.c.
- Bijl, l.c.
- SA VP&R, Toegang 047, Transportregisters, Ambacht Simonshaven en Schuddebeurs, Regest 222
- GA Vlaardingen, ONA Maassluis, Nots. Johan Manschot, inv. nr. 40, no. 58
- GA Vlaardingen, ONA Maassluis, Nots. Johan Manschot, inv. nr. 41, no. 65
- Bijl, l.c.
- ⇒ boedelstek
- Bijl, l.c.
- Bijl, l.c.
- Bijl, l.c.
- Bijl, l.c.
- Dordrecht, Kohier van de verponding 1731, ⇒ www.regiodiep.nl
- Dordrecht, Kohier van de verponding 1731, ⇒ www.regiodiep.nl
- Dordrecht, Kohier van de verponding 1731, ⇒ www.regiodiep.nl
- Dordrecht, Kohier van de verponding 1731, ⇒ www.regiodiep.nl
- GA Dordrecht, Akten van overdracht, inv. nr 818, f. 23v
- GA Dordrecht, Akten van overdracht, inv. nr 820, f. 10
- GA Dordrecht, Toegangsnummer: 10, Weeskamer te Dordrecht Inventarisnummer 1141
- GA Dordrecht, Archiefnummer 9, ORA, Inventarisnummer 825, Folionummer 22, Aktenummer 1
- ORA Dordrecht, toegangsnr. 9, ⇒ www.archieven.nl
- GA Dordrecht, Archief 3, inv. nr. 3989
- ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
- GA Dordrecht, Archief nr. 3, inv. nr. 3990
- GA Schiedam, ONA, Nots. Simon Knappert,, inv.nr.: 840 blz.: 17
- GA Schiedam, ONA, Nots. Jan van Lijcken, inv.nr.: 886 blz.: 355
- GA Schiedam, ONA, Nots. Jan van Lijcken, inv.nr.: 888 blz.: 457
- GA Schiedam, ONA, Nots. Jan van Lijcken, inv.nr.: 889 blz.: 661
- ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
- RAL, ONA Leiden, Nots. Hendrik Isacq Kreet, Archiefnr. 506, inv. nr. 1938, akte nr. 615
- Stadarchief Dordrecht, Archiefnummer 9, ORA, inv. nr. 819, f119, akte nr. 1
- GA Dordrecht, Akten van overdracht, inv. nr. 821, f. 218v
- GA Dordrecht, Akten van overdracht, inv. nr. 823, f. 168v
- GA Dordrecht, Akten van overdracht, inv. nr. 825, f. 141v
- J.L. Kuipéri, l.c.
- VG 26(2001)237
- Wormsbecher, l.c.
- zie J.M. Schouten, Gedenkboek van de RK Parochie Achterveld, 1974, p704
- zie ook VG 4(1979)250 en 5(1980)63
- Wormsbecher, l.c.
- Hist. Kadaster Barneveld, ⇒ www.barneveld.nl
- Crebolder, Als eene stadt ..., l.c., p14
- Wormsbecher, l.c.
- ORA 0203, boek 835, dorp Barneveld, folio 51v, gecit. door P. Kuiperi
- ORA 0203, boek 835, dorp Barneveld, folio 63, dd 16.06.1721, gecit. door P. Kuiperi
- ORA 0203, boek 835, dorp Barneveld, folio 71, gecit. door P. Kuiperi
- Kuiperi, l.c.
- zie voor hem ook VG 6(1981)187
- VG 9(1984)202
- VG 26(2001)159
- Draaisma, l.c.
- Wormsbecher, l.c.
- VG 25(2000)383 en 26(2001)159
- VG 25(2000)383
- Wormsbecher, l.c.
- Kuiperi, l.c.
- RA: kwartier van de Veluwe nr. 493/78, geciteerd door P. Kuiperi
- RA Kwartier van de Veluwe nr. 805/143, geciteerd door P. Kuiperi
- ⇒ j.l.kuiperi
- ⇒ j.l.kuiperi
- ⇒ j.l.kuiperi
- ⇒ j.l.kuiperi
- ⇒ j.l.kuiperi
- ⇒ j.l.kuiperi
- ⇒ j.l.kuiperi
- VG 9(1984)202
- Draaisma, l.c.
- zie ook Wormsbecher, l.c.
- ⇒ j.l.kuiperi
- VG 9(1984)202
- Hist. Kadaster Barneveld, ⇒ www.barneveld.nl
- zie ook Wormsbecher, l.c.
- Hist. Kadaster Barneveld, ⇒ www.barneveld.nl
- Hist. Kadaster Barneveld, ⇒ www.barneveld.nl
- ORA Barneveld 0203, boek 837, fol. 122v t/m 123v, d.d. 23 april 1772
- ORA Barneveld 0203, boek 837, fol. 174, 174v, d.d. 29 mei 1776
- Hist. Kadaster Barneveld, ⇒ www.barneveld.nl
- Hist. Kadaster Barneveld, ⇒ www.barneveld.nl
- ⇒ www.barneveld.nl
- VG 9(1984)202
- Wormsbecher, l.c.
- zie ook Wormsbecher, l.c.
- Wormsbecher, l.c.
- VG 25(2000)355
- zie ook J.L. Kuipéri, l.c.
- Mededeling Jean-Yves Soulcie, 2000
- zie ook ⇒ www.brouwertree.com
- VG 26(2001)231
- VG 25(2000)333 en 26(2001)99
- Mededeling Ludmilla van Santen-Bergmaier, 2006
- Oud Archief Rhenen, inventarisnummer 425, Achterstallige haardstedegelden 1703 - 1711, ⇒ www.gemeentearchief.veenendaal.nl
- Mededeling Ludmilla van Santen-Bergmaier, 2006
- ⇒ www.brouwertree.com
- ⇒ parenteel.html
- ⇒ ~gwslok
- zie ook ⇒ www.brouwertree.com
- zie ook ⇒ ~gwslok
- ⇒ www.brouwertree.com
- ⇒ parenteel.html
- ⇒ parenteel.html
- ⇒ parenteel.html
- ⇒ parenteel.html
- ⇒ parenteel.html
|
- ⇒ parenteel.html
- ⇒ parenteel.html
- ⇒ parenteel.html
- ⇒ parenteel.html
- Kuipéri, l.c.
- Kuipéri, l.c.
- ⇒ www.nederlandsmilitairerfgoed.nl
- ⇒ www.nederlandsmilitairerfgoed.nl
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 336, blz. 024
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 336, blz. 043
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 336, blz. 098
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 336, blz. 107
- Schepenprotocollen Nijmegen, 1915/50, Reg. f. 60
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 334, blz. 166
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 336, blz. 165
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 336, blz. 228
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 336, blz. 230
- BHIC, Index Ambtman van Grave en het Land van Cuijk, Toeg. nr. 745, inv. nr. 58
- Schepenprotocollen Nijmegen, 1932/143, Reg. f. 60
- BHIC, Index Ambtman van Grave en het Land van Cuijk, Toeg. nr. 745, inv. nr. 58. akte nr. 58
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 337, blz. 046
- BHIC, Schepenprotocol Oploo, Toegangsnummer:7044, inv. nr. 14, blz. 164
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 337, blz. 064
- BHIC, Index Ambtman van Grave en het Land van Cuijk, Toeg. nr. 745, inv. nr. 60.
- BHIC, ORA Grave, Toegangsnr. 7041, inv. nr. 266, akte nr. 24
- BHIC, toeg. nr. 745.61 Index Ambtman van Grave en het Land van Cuijk, inv. nr. 61, Schepenakte 105, p A121
- RAG, ORA Nijmegen no. 1446; 21 junij 1754
- Historische Atlas Nijmegen, ⇒ imap
- Historische Atlas Nijmegen, ⇒ imap
- Historische Atlas Nijmegen, ⇒ imap
- Historische Atlas Nijmegen, ⇒ imap
- Historische Atlas Nijmegen, ⇒ imap
- Historische Atlas Nijmegen, ⇒ imap
- Historische Atlas Nijmegen, ⇒ imap
- zie ook Mededeling J.L. Kuipéri te Amsterdam, 1999
- Archief Huis Bergh (inv. nr. 1182), Minutenboek van Huis Bergh (1723-1735), nr. 633, f181r, J.H.G. te Boekhorst, Bennekom, 2005
- Archief Huis Bergh (inv. nr. 1182), Minutenboek van Huis Bergh (1723-1735), nr. 775, f228r, J.H.G. te Boekhorst, Bennekom, 2005
- GA BB nummer 1191/129 rec 4418
- BHIC, Schepenprotocol Beugen, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 361, blz. 29
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 338, blz. 315
- BHIC, Index notarieel protocol Cuijk, Toeg. nr. 7127, inv. nr. 9. akte nr. 52
- ⇒ www.nederlandsmilitairerfgoed.nl
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 337, blz. 051
- BHIC, Schepenprotocol Beugen, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 361, blz. 29
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 338, blz. 315
- ⇒ www.nederlandsmilitairerfgoed.nl
- GN 56(2001)599
- BHIC, toeg. nr. 7040.338 Index schepenprotocol Sambeek, inv. nr. 338, Schepenakte 105, p A121
- BHIC, Schepenprotocol Sambeek, Toegangsnummer:7040, inv. nr. 338, blz. 286
- BHIC, toeg. nr. 7040.338 Index schepenprotocol Sambeek, inv. nr. 338, Schepenakte 98, p A108
- BHIC, toeg. nr. 7040.338 Index schepenprotocol Sambeek, inv. nr. 338, Schepenakte 131, p A172
- BHIC, toeg. nr. 040.376 Index schepenprotocol Beugen, inv. nr. 376, Schepenakte 1, p 001 -005
- Pub. Limbourg, tome C, 1964, p114 e.v.
- Limb. Leeuw 8(1960)126
- A.P.L. Paquay, Geboren, gehuwd en/of overleden in Eijsden, 1600-1900, Eijsden, 1997
- Paquay
- Limb. Leeuw 8(1960)126
- Paquay
- Limb. Leeuw 8(1960)126
- Pub. Limbourg, tome C, 1964, p114 e.v.
- G.L. Meesters et al., Onze Voorouders en hun Werk, Amsterdam, 1971, p8
- J.M. van de Venne, Limburgse Wapens
- Limb. Leeuw 8(1960)137
- NL 70(1953)318
- RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
- Limb. Leeuw 8(1960)126
- Archief van de Brabantse Commissarissen-Deciseurs, 226, Jaar 1757 Rol 25, ⇒ Index.htm
- Pub. Limbourg, tome C, 1964, p114 e.v.
- G.L. Meesters et al., Onze Voorouders en hun Werk, Amsterdam, 1971, p8
- ⇒ www.nederlandsmilitairerfgoed.nl
- ⇒ www.nederlandsmilitairerfgoed.nl
- Mededeling J.L. Kuipéri te Amsterdam, 1999
- Mededeling J.L. Kuipéri te Amsterdam, 1999
- BHIC, Boxmeer, ORA, Vredegerecht, toeg. nr. 21 , inv. nr. 1288, d.d. 29-8-1812, volgnr. 133
- BHIC, Vredegerecht Gemert, inv. nr. 1398, nr. 2
- Lijsten van leerlingen der Hieronymus-school te Utrecht, Utrecht, 1877
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- Jb. CBG 28(1974)270
- Commission pour l'histoire des églises Wallonnes, dl. 3, 1888
- ⇒ abraham-samuel-borel
- Pub. Limbourg, tome C, 1964, p114 e.v.
- Limb. Leeuw 8(1960)128
- Pub. Limbourg, tome C, 1964, p114 e.v.
- Limb. Leeuw 8(1960)128
- Limb. Leeuw 8(1960)128
- RAL, LvO 5343, Overdrachten Eijsden, fol. 183. Akte verleden op 3-6-1783 voor notaris Ulrici te Mons (Bombay), realisatie 10-7-1783, gecit. in GN 50(1995)452
- Pub. Limbourg, tome C, 1964, p114 e.v.
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 426, f17v
- zie ook ⇒ j.l.kuiperi
- ⇒ j.l.kuiperi
- ⇒ j.l.kuiperi
- P.N. van Doorninck, Register op de leenacten van Gelre en Zutphen, Arnhem, 1901
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 421, nr. 217, f126v-127r
- RAG, Toeg. nr. 2001 Gasthuizen en gilden in Arnhem, 2.03. Tappersgilde, inv. nr. 1471
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 424, nr. 52, f48r-49r
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 424, nr. 53, f49r-50r
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 425, nr. 127, f112v-113r
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 426, nr. 243, f301v-302r
- A.C. Zeven, Wapenboek Ver.Veluwse Geslachten
- ref...
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 427, nr. 29, f30r-30v
- RAG, Toeg.nr. 1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798, inv. blok nr. 0012, inv. nr. 0S30, f139, 140
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 439, nr. 31, f128r-128v
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 439, nr. 32, f131r-132r
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 443, nr. 32, f297r-297v
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 447, nr. 55, f34r-34v
- A.C. Zeven, Wapenboek Ver.Veluwse Geslachten
- RAG, Toeg. nr. 1705 Persoonsgegevens ORA Veluwe
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 429, nr. 286, f338r-338v
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 429, nr. 287, f338v-339r
- RAG, Toeg.nr. 1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798, inv. blok nr. 0012, inv. nr. 0S28, f853-862.
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 430, nr. 197, f287r-288v
- RAG, Toeg. nr. 0008, Staten van het Kwartier van Veluwe en hun Gedeputeerden, inv. nr. 2.1.3.2
- RAG, Toeg. nr. 0008, Staten van het Kwartier van Veluwe en hun Gedeputeerden, inv. nr. 2.1.3.4
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 424, nr. 148, f137v-138r
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 427, nr. 49, f48v-49r
- NL 36(1918)191
- enz.
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 437, nr. 109, f490r-491r
- Nav. 55(1905)671
- NL 36(1918)191
- Nav. 55(1905)671
- D.G. van Epen, Album Studiosorum Academiae Gelro-Zutphanicae 1648-1818, 's-Gravenhage, 1904
- Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
- P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugduno Batavae 1575-1812, 's-Gravenhage 1913-1924
- Nav. 55(1905)671
- D.G. van Epen, Album Studiosorum Academiae Gelro-Zutphanicae 1648-1818, 's-Gravenhage, 1904
- Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
- Nav. 55(1905)671
- ⇒ www.dominees.nl
- ⇒ www.dominees.nl
- NL 36(1918)191
- NL 89(1972)194
- zie ook NL 36(1918)191
- zie ook NL 82(1965)215
- RAG, Toeg. nr. 2066 Landgoed Sonsbeek, nr. 73
- GN 42(1987)507,510
- RAG, Toeg nr. 0405 Huis Ter Horst, inv. nr. 471
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 426, nr. 56, f43v-44r
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 426, nr. 99, f106r-106v
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 426, nr. 166, f204v-205r
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 427, nr. 25, f23v-24r
- e.l.
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 434, nr. 50, f229r-231r
- RAG, ORA Arnhem, Toegangsnummer: 2003, inv.nr. 424, nr. 287, f269v-270r
- ⇒ bertdelange
- zie ook NL 102(1985)26
- ⇒ bertdelange
- ⇒ bertdelange
- ⇒ bertdelange
- zie ook ⇒ bertdelange
- Mededeling Tiny Hofman, 2017
- Mededeling Tiny Hofman, 2017
- Mededeling Tiny Hofman, 2017
- Mededeling Tiny Hofman, 2017
- Mededeling Tiny Hofman, 2017
- Mededeling Tiny Hofman, 2017
- Mededeling Tiny Hofman, 2017
- Mededeling Tiny Hofman, 2017
- ⇒ johanna_werff
- ⇒ www.brouwertree.com
- ⇒ www.brouwertree.com
- ⇒ www.brouwertree.com
- ⇒ www.schuilenburg.nl
- ⇒ Informatie%20Bouwman07.html
- ⇒ www.schuilenburg.nl
- HCO, toeg.nr. 0072.2 Schoutambt Raalte, inv. nr 31
- NGV, Amsterdams Jubileum Kwartierstatenboek 1998
- NGV, Amsterdams Jubileum Kwartierstatenboek 1998
- zie ook VG 3(1984)79
- zie Wap. 4(1904)162
- zie ook Wap. 4(1904)162
- Th.J. Oostergo, Het nageslacht van Roel Jelles Ootergoo, Groningen, 1989
- Huw. Boek RV, l.c.
- Oostergo, l.c.
- HCO, Toegangsnummer: 700B, Stadsarchief van Zwolle 1230-1813, nr. 3112
- zie ook NL 32(1914)150
- ⇒ almelo
- ⇒ almelo
- SA, Inv. #2618*, Fol. 153-154. Hypotheekacte, 11 Sep 1716, gecit. in ⇒ almelo
- SA, Inv. #2618*, Fol. 261-262. Hypotheekacte, 3 Jan 1720. gecit. in ⇒ almelo
- Volkstelling Twente, Stad en Landgericht Almelo, 1748. pg. 2v, #9. gecit. in ⇒ almelo
- zie ook NL 32(1914)147
- Oostergo, l.c.
- Oostergo, l.c.
- NL 32(1914)51,147 en NP 4(1913)272
- J.C. van Slee, De Illustre School te Deventer 1630-1878, 's-Gravenhage 1916
- P.H.A.M. Abels, De broederen van Twenthe, Hengelo, 1984
- Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
- W.G. Doornbos et al., Lidmatenboek van de Geref. Kerk van de Stad Groningen 1594-1660, Gronigen 2001
- Abels, l.c.
- W.H. Dingeldein, Singraven, Enschede, 1969
- Abels, l.c.
- F.J.M. Agterbosch, Kerkenraedsboek Ootmarsum 1632-1786 en Ledematenboek Ootmarsum 1652-1776, Hengelo 2001
- NP 4(1913)272
- NP 4(1913)272
- Oudheidkamer Twente, OmG-052, ⇒ www.oudheidkamertwente.nl
- Oudheidkamer Twente, OmG-012, ⇒ www.oudheidkamertwente.nl
- Oudheidkamer Twente, OmG-071, ⇒ www.oudheidkamertwente.nl
- Oudheidkamer Twente, OmG-072, ⇒ www.oudheidkamertwente.nl
- Vereniging Oudheidkamer Twente, OmG-023, ⇒ www.oudheidkamertwente.nl
- W.H. Dingeldein, Bloemlezing uit het werk, Denekamp, 1979
- Benthem, l.c.
- NP 4(1913)274
- zie ook NL 32(1914)51,147
- Abels, l.c.
- zie ook NL 32(1914)147
- F.J.M. Agterbosch, Kerkenraedsboek Ootmarsum 1632-1786 en Ledematenboek Ootmarsum 1652-1776, Hengelo 2001
- zie ook NP 32(1914)147
- zie ook NL 32(1914)147
- F.J.M. Agterbosch et al., Volkstelling van stad en gerigt Ootmarsum 1748, Hengelo 1998
- zie voor hem NNBW V, p.433
- Mededeling Patrick Seignemartin (F), 2005, die Van Gool, De nieuwe schouburg der nederlantsche kunstschilders, citeert
- NP 32(1914)147
- Van Gool, De nieuwe schouburg der nederlantsche kunstschilders
- ⇒ portada.htm
- ⇒ Rondwandeling
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- Mededeling Patrick Seignemartin (F), 2005
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- NP 4(1913)272
- NP 4(1913)272
- Mededeling Patrick Seignemartin, Frankrijk, 2005
- Mededeling Patrick Seignemartin, Frankrijk, 2005
- ⇒ palthe
- ⇒ img110-63.jpg
- ⇒ www.collectiedeventermusea.nl
- Mededeling Patrick Seignemartin, Frankrijk, 2005
- ⇒ f2.item
- Mededeling Patrick Seignemartin, Frankrijk, 2005
- Mededeling Patrick Seignemartin, Frankrijk, 2005
- Mededeling Patrick Seignemartin, Frankrijk, 2005
- Mededeling Patrick Seignemartin (F), 2005
- Jb. CBG 11(1957)46
- Jb. CBG 11(1957)46
- Jb. CBG 11(1957)46
- Jb. CBG 11(1957)46
- Mededeling Patrick Seignemartin (F), 2005
- zie ook Jb. CBG 38(1984)254
- Amstelodamum 59(1972)102
- Jb. CBG 38(1984)254
- GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21690746
- Amstelodamum 59(1972)112
- GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21698704
- GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21698032
- Peggie Breitbarth, Jan Palthe, portretschilder, 1717-1769, tentoonstelling van 28 mei tot 28 augustus 2000, uitg. Museum "Het Palthe-Huis" Oldenzaal
- Roeland van Eijnden en Adriaan van der Willigen, Geschiedenis der vaderlandsche schilderkunst, sedert de helft der XVIIIe eeuw, Haarlem, 1816-1840
- NL 32(1914)51,147
- NP 4(1913)275
- NP 4(1913)272
- NP 4(1913)272
- E.D. Eijken, Inventaris van het archief van het Drostambt Twente, 1610 - 1811. Zwolle, Rijksarchiefin Overijssel, 1993, Stukken betreffende civiele procedures, gevoerd voor het drostengericht, nr. 199, ⇒ www.archieven.nl
- F.J.M. Agterbosch et al., Volkstelling van stad en gerigt Ootmarsum 1748, Hengelo 1998
- Eijken, l.c.
- zie NP 4(1913)272 en verbeteringen hierop in NL 32(1914)51,147
- ⇒ twentebestand
- NP 4(1913)272
- NP 4(1913)272
- Ortsfamilienbuch Uelsen, ⇒ www.online-ofb.de
- F.J.M. Agterbosch et al., Volkstelling van ambt en stad Oldenzaal 1748, Hengelo 1995
- NP 4(1913)276
- Her. Bibl. 9(1882)225
- Ortsfamilienbuch Uelsen, ⇒ www.online-ofb.de
- Her. Bibl. 9(1882)225
- zie ook NP 4(1913)272
- W. Tenfelde, Album Studiosorum Academiae Lingensis 1698-1819, Lingen 1964
- Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
- Ortsfamilienbuch Uelsen, ⇒ www.online-ofb.de
- NP 4(1913)272
- ⇒ museumpalthehof.html
- F.J.M. Agterbosch et al., Volkstelling van stad en gerigt Ootmarsum 1748, Hengelo 1998
- zie ook NL 90(1973)229
- zie ook NL 46(1928)30
- zie ook NL 90(1973)229
- zie ook NP 3(1912)117
- NP 3(1912)117
- NL 90(1973)229
- NL 52(1934)2
- NP 17(1927)300
- NP 17(1927)300
- NP 17(1927)300
- NP 3(1912)117
- NP 3(1912)117
- NP 3(1912)117
- NL 52(1934)109
- J.C. van Slee, De Illustre School te Deventer 1630-1878. 's-Gravenhage, 1916
- NL 52(1934)109
- NL 52(1934)109
- NL 52(1934)109
- zie ook NL 52(1934)110
- NL 52(1934)110
- zie ook NL 52(1934)111
- NA Abcoude, iv. nr. A009f004 nr 270 d.d. 31-07-1838
- NL 52(1934)110
- NL 52(1934)110
- GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21698052
- GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21703998
- NL 52(1934)112
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- Naamlijst der Europeesche inwoners van het mannelijk geslacht in Ned.-Indië, Batavia, 1870-1880
- Regeeringsalmanak voor Nederlandsch Indië, 1883-1891
- Kleian, (Nieuw) Adresboek van geheel Ned.-Indië, 1899
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
- Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
- Regeeringsalmanak voor Nederlandsch Indië, 1863-1899
- Album Academicum van het Atheneum Illustre en van de Universiteit van Amsterdam 1632-1913, Amsterdam, 1913
- Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- Album Promotorum Rijksuniversiteit Utrecht 1815-1936, Leiden, 1963
- NL 52(1934)113
- zie ook NP 12(1956)299
- Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
- M.J. van Lieburg en F.A. van Lieburg, Album promotorum van de Rijksuniversiteit Leiden : 1813-1900, Amsterdam, 1985
- zie ook NP 12(1956)299
- GAA, Kwijtscheldingen
- GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21712736
- NL 90(1973)229
- Zorn, l.c.
- Benthem, l.c.
- Zorn, l.c.
- Zorn, l.c.
- zie NP 35(1949)292 en L.A. Stroink en G. Jonkers-Stroink, Kroniek der familie Stroink, Enschede, 1981, voor stamreeks en wapen Stroink
- L.A. Stroink, Stad en Land van Twenthe, Hengelo, 1962
- Stroink, l.c.
- NP 35(1949)292
- E.D. Eijken, Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen, 1379-1805, Zwolle, 1995, nr. 339
- E.D. Eijken, Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen, 1379-1805, Zwolle, 1995, nr. 332
- E.D. Eijken, Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen, 1379-1805, Zwolle, 1995, nr. 327
- E.D. Eijken, Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen, 1379-1805, Zwolle, 1995, nr. 291
- E.D. Eijken, Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen, 1379-1805, Zwolle, 1995, nr. 292
- Zorn, l.c.
- ⇒ twentebestand
- Zorn, l.c.
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- Twente Genealogisch 1995 / 2
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- Besluiten der Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataafschen volks, Den Haag 1799, ⇒ www.earlydutchbooksonline.nl
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- Twente Genealogisch 1995/2
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- Zorn, l.c.
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- Zorn, l.c.
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- Zorn, l.c.
- ⇒ twentebestand
- Stroink, Stad en Land, l.c.
- Zorn, l.c.
- van Deinse, l.c.
- van Deinse, l.c.
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- J.C. van Slee, De Illustre School te Deventer 1630-1878, 's-Gravenhage, 1916
- ⇒ twentebestand
- zie ook ⇒ stamboom.htm
- ⇒ stamboom.htm
- ⇒ stamboom.htm
- ⇒ stamboom.htm
- ⇒ stamboom.htm
- ⇒ stamboom.htm
- Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
- ⇒ need-nee-00501-pframeset.htm?need-nee-00501-p.htm
- ⇒ need-nee-00501-pframeset.htm?need-nee-00501-p.htm
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ need-nee-00501-pframeset.htm?need-nee-00501-p.htm
- ⇒ need-nee-00501-pframeset.htm?need-nee-00501-p.htm
- ⇒ twentebestand
- ⇒ need-nee-00501-pframeset.htm?need-nee-00501-p.htm
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ stamboom.htm
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- Album Promotorum Rijksuniversiteit Utrecht 1815-1936, Leiden, 1963
- zie ook ⇒ stamboom.htm
- ⇒ stamboom.htm
- ⇒ stamboom.htm
- ⇒ stamboom.htm
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- Zorn, l.c.
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- Zorn, l.c.
- Stroink, Stad en Land, l.c.
- L.C.H. Strubberg (Ed.), Overysselsch advysboek, behelzende merkwaardige zo consultatoire als decisoire advysen en sententien, van veele voornaame rechtsgeleerden in Overyssel, Campen, 1784, ⇒ www.earlydutchbooksonline.nl
- Eijken, l.c., nr. 330
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- Zorn, l.c.
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- ⇒ twentebestand
- Stroink, Stad en Land, l.c.
- A.L. van Schelven, Een overzicht van Twentse fabriqueurs uit 1795
- ⇒ twentebestand
- Burgerboek Lochem, l.c.
- GN 31(1976)346,347
- Scholtampt van Lochem 9(1986)10
- Scholtampt van Lochem 19(1990)18
- Scholtampt van Lochem 19(1990)18
- Scholtampt van Lochem 19(1990)18
- Scholtampt van Lochem 27(1992)78
- GN 30(1975)184
- Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 257 f47v, en Scholtampt van Lochem 19(1990)18
- Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 257 f 141v
- Scholtampt van Lochem 27(1992)78
- Scholtampt van Lochem 19(1990)17
- VG 12(1987)286
- Scholtampt van Lochem 6(1985)110
- ⇒ www.esveld.net
- ⇒ www.esveld.net
- ⇒ www.esveld.net
- ⇒ www.esveld.net
- ⇒ www.esveld.net
- ⇒ www.esveld.net
- ⇒ www.esveld.net
- ⇒ www.esveld.net
- Acta Consistorij Altensis ab Anno 1645, transcriptie, Hans Ligterink, 2011
- ⇒ www.esveld.net
- ⇒ index.htm
- J.C. van Slee, De Illustre School te Deventer 1630-1878, 's-Gravenhage, 1916
- Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
- Nav. 14(1864)211
- Nav. 14(1864)211
- zie ook H. Sluiter, Genealogie Sluiter, Apeldoorn, 1998
- zie NP 13(1923)352 voor stamreeks Sluiter
- NP 13(1923)352
- GN 36(1981)260
- ORA Lochem, Archiefblok: 0177 - Inventarisnummer 135, fol. 121
- zie ook NP 31(1945)353
- zie Van der Aa, l.c. sub voce ..., en NL 59(1941)244
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- H. Sluiter, Genealogie Sluiter, Apeldoorn, 1998
- NP 13(1923)352
- GN 36(1981)260
- RA Bredevoort, inv.nr. 435
- Familieblad ten Cate, l.c., p114
- Familieblad ten Cate, l.c., p114
- NL 95(1978)239
- Familieblad ten Cate, l.c., p 117
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- Familie Blad Ten Cate, l.c.
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- P.L. Leget-Kuylen en J.N. Leget, Burgerboek van de stad Zutphen 1717-1814, Oss, 1992
- NP 76(1992)4
- NP 76(1992)4
- NL 31(1913)380
- zie ook Familieblad Ten Cate, l.c., p 116
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ famteraa
- Streekarchivariaat Regio Achterhoek, Gasthuis en Provisorie Groenlo, Toegangsnummer: 137, ⇒ www.archieven.nl
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- ⇒ www.vicarie-sn.org
- ⇒ www.vicarie-sn.org
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- ⇒ www.vicarie-sn.org
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- ⇒ IN%201872%20WERD%20EEN%20TEN%20CATE%20GRUWELIJK%20VERMOORD.htm
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- zie ook ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- zie ook NP 13(1923)22
- ⇒ www.vicarie-sn.org
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- ⇒ www.vicarie-sn.org
- ⇒ www.vicarie-sn.org
- CBG, collectie Oltmans 'ten Cate Neede'
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- D.G. van Epen, Album Studiosorum Academiae Gelro-Zutphanicae 1648-1818, 's-Gravenhage, 1904
- O. Schutte, Het Album Promotorum van de Academie te Harderwijk, Arnhem. 1980
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- Album Promotorum Rijksuniversiteit Utrecht 1815-1936, Leiden, 1963
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- 293
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- zie ook NL 59(1941)166
- Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
- www.dehofmarken.nl
- Familieblad Ten Cate, l.c., p 117
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- Biografisch woordenboek der Nederlanden
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- ⇒ need-nee-501-pframeset.htm?need-nee-501-p.htm
- J.C. van Slee, De Illustre School te Deventer 1630-1878, 's-Gravenhage, 1916
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- ⇒ need-nee-000501-pframeset.htm?need-nee-000501-p.htm
- Burgerboek Lochem, l.c.
- Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 258/2
- Burgerboek Lochem, l.c.
- GN 31(1976)346
- zie ook Nijkamp, l.c., inv. nr. 1074, Lochem?
- ORA Lochem, Archiefblok: 0177 - Inventarisnummer 138, fol. 65
- ORA Lochem, Archiefblok: 0177 - Inventarisnummer 140, fol. 171
- ORA Lochem, Archiefblok: 0178 - Inventarisnummer 259, fol. 105
- ORA Lochem, Archiefblok: 0178 - Inventarisnummer 260, fol. 128v
- ORA Lochem, Archiefblok: 0178 - Inventarisnummer 261, fol. 106
- ORA Lochem, Archiefblok: 0177 - Inventarisnummer 145, fol. 39
- ORA Lochem, Archiefblok: 0177 - Inventarisnummer 263, fol. 19v
- Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 263, 219v, 220v, 221
- ORA Lochem, Archiefblok: 0177 - Inventarisnummer 145, fol. 224
- GN 31(1976)346
- ORA Lochem, Archiefblok: 0178 - Inventarisnummer 261, fol. 40v
- R.A. stad Lochem dd. 29.9.1763 (4 akta), gecit. in GN 37(1982)138
- ORA Lochem, Archiefblok: 0178 - Inventarisnummer 261, fol. 138
|
- ORA Scholtambt Lochem, Protocol van Opdrachten en Vestenissen, inv. 146, f. 183v
- ORA Lochem, Archiefblok: 0177 - Inventarisnummer 143, fol. 109
- ORA Lochem, Archiefblok: 0177 - Inventarisnummer 142, fol. 19v
- ORA Lochem, Archiefblok: 0177 - Inventarisnummer 146, fol. 162v
- ORA Lochem, Archiefblok: 0177 - Inventarisnummer 146, fol. 186
- Burgerboek Lochem, l.c.
- RA stad Lochem, d.d. 30-8-1751, geciteerd in GN 37(1982)138
- ORA Lochem, Archiefblok: 0177 - Inventarisnummer 144, fol. 89
- ⇒ www.historischcentrumoverijssel.nl
- Register van de 50e penning van het Schoutambt Steenwijk
- RAO, Reg. transporten Schoutambt Steenwijk
- RAO, Reg. transporten Schoutambt Steenwijk
- zie ook Veen, l.c.
- ⇒ www.historischcentrumoverijssel.nl
- J. ten Hove en J. Wiechers, Genealogie Wiechers en Wijcherson, Hoogeveen, 1996
- zie ook ⇒ ~gmjager
- ⇒ www.archieven.nl
- ⇒ www.historischcentrumoverijssel.nl
- zie ook Veen, l.c.
- ⇒ ~gmjager
- zie ook Veen, l.c.
- J. ten Hove en J. Wiechers, Genealogie Wiechers en Wijcherson, Hoogeveen, 1996
- J. ten Hove en J. Wiechers, Genealogie Wiechers en Wijcherson, Hoogeveen, 1996
- J. ten Hove en J. Wiechers, Genealogie Wiechers en Wijcherson, Hoogeveen, 1996
- ⇒ www.archieven.nl
- ⇒ www.archieven.nl
- ⇒ ~gmjager
- ⇒ www.archieven.nl
- ⇒ ~gmjager
- ⇒ www.archieven.nl
- zie ook Veen, l.c.
- Veen, l.c.
- ⇒ www.historischcentrumoverijssel.nl
- MvV 6(1978)88
- Veen, l.c.
- RAO, Reg. transporten Schoutambt Steenwijk
- zie ook ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- ⇒ buurtschap.htm
- ⇒ www.archieven.nl
- J. ten Hove en J. Wiechers, Genealogie Wiechers en Wijcherson, Hoogeveen, 1996
- ⇒ buurtschap.htm
- ⇒ dat1.htm
- zie ook ⇒ dat1.htm
- ⇒ dat1.htm
- ⇒ 812.htm
- zie ook ⇒ 812.htm
- zie ook ⇒ dat0.htm
- ⇒ 812.htm
- ⇒ 729.htm
- ⇒ dat0.htm
- ⇒ bloemendaal_en_laan_gesch.html
- ⇒ www.pakhuishollandia.nl
- zie ook ⇒ dat0.htm
- ⇒ dat1.htm
- ⇒ bloemendaal_en_laan_gesch.html
- ⇒ dat1.htm
- NP 54(1968)225
- NP 54(1968)225
- ⇒ rust_en_werk
- NP 54(1968)226
- NP 54(1968)226
- Het Vaderland d.d. 5-8-1934
- NP 54(1968)226
- NP 12(1921)80
- ⇒ bloemendaal_en_laan_gesch.html
- NP 12(1921)77
- zie ook NP 12(1921)80
- NP 12(1921)80
- NP 12(1921)80
- ⇒ AlgbegrpltsZaandamZuid.html
- ⇒ AlgbegrpltsZaandamZuid.html
- NP 54(1968)226
- NP 54(1968)226
- ⇒ dat1.htm
- ⇒ buurtschap.htm
- ⇒ www.archieven.nl
- zie ook GN 18(1963)366
- zie ook GN 18(1963)366
- zie ook ⇒ www.windgenealogie.org
- ⇒ www.windgenealogie.org
- GN 18(1963)366
- GN 18(1963)366
- ⇒ www.windgenealogie.org
- zie ook GN 18(1963)366
- ⇒ 04216
- ⇒ 04216
- NP 61(1975)120
- zie ook ⇒ vanhall_adel
- Archief van de familie Van Hall, ⇒ 382.nl.html
- zie ook GN 18(1963)366
- zie ook ⇒ www.windgenealogie.org
- NP 61(1975)120
- ⇒ vanhall_adel
- ⇒ fslogemh.html
- ⇒ passagiers
- NRC d.d. 8-9-1916
- ⇒ passagiers
- Archief van de familie Van Hall, ⇒ 382.nl.html
- ⇒ vanhall_adel
- NP 61(1975)120
- ⇒ vanhall_adel
- ⇒ 04216
- NP 61(1975)131
- NP 61(1975)131
- ⇒ vanhall_adel
- NP 61(1975)131
- GN 18(1963)366
- GN 18(1963)366
- NP 61(1975)137
- ⇒ vanhall_adel
- ⇒ www.windgenealogie.org
- NP 61(1975)137
- NP 61(1975)120
- NP 61(1975)138
- NP 61(1975)138
- ⇒ www.windgenealogie.org
- ⇒ bran038biog01_01_1359.htm
- ⇒ _jaa003192701_01_0011.htm
- ⇒ _jaa003193701_01_0032.htm
- ⇒ fabius
- ⇒ fabius
- ⇒ fabius
- ⇒ www.windgenealogie.org
- zie ook GN 18(1963)366
- zie ook ⇒ www.windgenealogie.org
- ⇒ www.windgenealogie.org
- ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- ⇒ smidtvangelder
- zie ook ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- ⇒ smidtvangelder
- ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- ⇒ smidtvangelder
- ⇒ smidtvangelder
- ⇒ www.sos-museum-smidtvangelder.be
- ⇒ smidtvangelder
- ⇒ smidtvangelder
- ⇒ smidtvangelder
- ⇒ smidtvangelder.html
- ⇒ smidtvangelder
- ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- zie ook ⇒ prins.htm
- ⇒ prins.htm
- ⇒ I121972.php
- ⇒ I43825.php
- ⇒ gelder.htm
- ⇒ gelder.htm
- ⇒ gelder
- ⇒ gelder.htm
- ⇒ gelder
- ⇒ gelderjg
- ⇒ gres002svan02_01_0342.htm
- ⇒ gelderjg
- ⇒ gelderjg
- ⇒ gelderjg
- ⇒ ~meervank
- ⇒ ~meervank
- ⇒ ~meervank
- ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- ⇒ jaegerframeset.htm?jaegerstart.htm
- Ten Cate, l.c.
- zie ook NL 59(1941)244 voor kwartieren Berend ten Cate
- Ten Cate, l.c.
- Ten Cate, l.c.
- van Dalfsen, l.c.
- GA Sneek, inv. nr. 74, Burgerboek 1612-1803
- Ten Cate, l.c.
- RAF, Nedergerecht Sneek, inv. nr. D-44, Recesboek 1725-1730
- idem, inv. nr. X-15, Proclamatieboek 1726-1736
- idem, inv. nr. D-45 Recesboek 1731-1739
- idem
- idem, inv. nr. X-15, Proclamatieboek 1726-1736
- idem, Nedergerecht IJlst, inv. nr. K-3, Proclamatieboek 1729-1744
- idem, Nedergerecht Sneek, inv. nr. HH-1, Collateraalboek 1716-1779
- idem, inv. nr. X-16, Proclamatieboek 1736-1745
- idem
- idem, Nedergerecht IJlst, inv. nr. K-3, Proclamatieboek 1729-1744
- idem, Nedergerecht Sneek, inv. nr. X-16, Proclamatieboek 1736-1745
- idem, inv. nr. D-46, Recesboek 1739-1744
- idem
- idem, inv. nr. X-16, Proclamatieboek 1736-1745
- idem, inv. nr. D-46, Recesboek 1739-1744
- idem
- idem, inv. nr. X-16, Proclamatieboek, 1736-1745
- idem, inv. nr. D-46, Recesboek 1739-1744
- idem, inv. nr. X-16, Proclamatieboek 1736-1745
- idem, inv. nr. R-33, Authorisatieboek 1725-1810
- idem, inv. nr. D-47, Recesboek 1744-1748
- Ten Cate, l.c.
- idem, inv. nr. HH-1, Collateraalboek 1716-1779
- idem, inv. nr. X-17, Proclamatieboek 1745-1753
- idem
- idem
- idem, inv. nr. D-49, Recesboek 1753-1761
- idem
- idem, inv. nr. D-50, Recesboek 1761-1767
- idem, inv. nr. D-51, Recesboek 1767-1774
- idem
- idem
- idem
- idem
- idem, inv. nr. D-48, Recesboek 1749-1753
- idem, inv. nr. X-18, Proclamatieboek 1753-1762
- idem, inv. nr. D-50, Recesboek 1761-1767
- idem, inv. nr. X-19, Proclamatieboek 1763-1771
- idem, inv, nr, X-20, Proclamatieboek 1771-1783
- Mededeling R.J. Koning, 1996, Gron. Kwartierstatenboek, dl. 1, nr. 115
- RAG, Inventaris van de archieven van de (Vereenigde) Doopsgezinde Gemeente te Groningen en haar voorgangers, (1651)1677-1984(1987), inv. nr. 1425
- zie ook Gron. Kwartierstatenboek, dl. 1, nr. 115
- Gron. Kwartierstatenboek, dl. 1, nr. 115
- zie ook Wap 18(1914)220
- Wap 18(1914)220
- ⇒ www.familysearch.org
- GN 42(1987)104
- P.J.C. Elema, Huiseigenaren van de stad Groningen, 1765, Groningen, 1995
- NP 60(1974)207
- NP 60(1974)208
- zie ook Kwartierstatenboek KNGGW, 1983
- Mededeling R.J. Koning, 1996
- Gron. Kwartierstatenboek, dl. 1, nr. 115
- Gron. Kwartierstatenboek, dl. 1, nr. 115
- Ds. J.J. Kalma, Naamlijst der Friese Doopsgezinde leke- of liefdepredikers en Predikanten, Leeuwarden, 1962
- P.J.C. Elema, Huiseigenaren van de stad Groningen, 1765, Groningen, 1995
- Mededeling R.J. Koning, 1996
- Gron. Kwartierstatenboek, dl. 1, nr. 115
- zi eook Mededeling R.J. Konings, 1996
- GA Leeuwarden, 1761 Groot-Consentboek Folio: 79
- GA Leeuwarden, 1762 Klein-Consentboek Folio: 79
- GA Leeuwarden, 1765 Groot-Consentboek Folio: 89
- GA Leeuwarden, 1765 Groot-Consentboek Folio: 90
- GA Leeuwarden, 1766 Groot-Consentboek Folio: 165
- GA Leeuwarden, 1766 Proclamatieboek Folio: 170
- GA Leeuwarden, 1766 Klein-Consentboek Folio: 39
- GA Leeuwarden, 1766 Groot-Consentboek Folio: 1
- GA Leeuwarden, 1766 Proclamatieboek Folio: 150
- GA Leeuwarden, 1769 Groot-Consentboek Folio: 145
- GA Leeuwarden, 1769 Groot-Consentboek Folio: 154
- GA Leeuwarden, 1769 Groot-Consentboek Folio: 165
- GA Leeuwarden, 1772 Groot-Consentboek Folio: 7
- GA Leeuwarden, 1779 Proclamatieboek Folio: 16
- GA Leeuwarden, 1782 Proclamatieboek Folio: 28
- GA Leeuwarden, 1782 Groot-Consentboek Folio: 66
- GA Leeuwarden, 1782 Groot-Consentboek Folio: 61
- GA Leeuwarden, 1782 Groot-Consentboek Folio: 67
- GA Leeuwarden, 1784 Groot-Consentboek Folio: 156
- GA Leeuwarden, 1787 Klein-Consentboek Folio: 8
- GA Leeuwarden, 1793 Hypotheekboek Folio: 50
- GA Leeuwarden, 1795 Hypotheekboek Folio: 22
- Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
- ⇒ g0000032.htm
- zie ook NL 47(1929)164
- zie ook NL 47(1929)164
- NL 59(1941)52
- NL 59(1941)52
- NL 59(1941)52
- NL 59(1941)52
- NL 59(1941)52
- Naamlijst der Europeesche inwoners van het mannelijk geslacht in Ned.-Indië, Batavia, 1898
- Regeeringsalmanak voor Nederlandsch Indië, 1883-1897
- Naamlijst der Europeesche inwoners van het mannelijk geslacht in Ned.-Indië, Batavia, 1883-1895
- Naamlijst der Europeesche inwoners van het mannelijk geslacht in Ned.-Indië, Batavia, 1882
- Regeeringsalmanak voor Nederlandsch Indië, 1861
- Kleian, (Nieuw) Adresboek van geheel Ned.-Indië, 1899-1903
- NL 59(1941)52
- NL 59(1941)52
- NL 59(1941)52
- Naamlijst der Europeesche inwoners van het mannelijk geslacht in Ned.-Indië, Batavia, 1883-1900
- AD 09
- AD 1901-1904
- AD 07
- Kleian, (Nieuw) Adresboek van geheel Ned.-Indië, 1902-1915
- Naamlijst der Europeesche inwoners van het mannelijk geslacht in Ned.-Indië, Batavia, 1886, 1891
- NL 59(1941)52
- Naamlijst der Europeesche inwoners van het mannelijk geslacht in Ned.-Indië, Batavia, 1894
- Naamlijst der Europeesche inwoners van het mannelijk geslacht in Ned.-Indië, Batavia, 1872
- Kleian, (Nieuw) Adresboek van geheel Ned.-Indië, 1902-1924
- NL 59(1941)52
- J. E. Kroon, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1875-1925, Leiden, 1925
- J. E. Kroon, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1875-1925, Leiden, 1925
- Album Academicum van het Atheneum Illustre en van de Universiteit van Amsterdam 1632-1913, Amsterdam, 1913
- NL 59(1941)52
- NL 59(1941)52
- NL 59(1941)52
- S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- Album Promotorum Rijksuniversiteit Utrecht 1815-1936, Leiden, 1963
- S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
- Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
- Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
- NL 59(1941)52
- Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
- Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
- Album Promotorum Rijksuniversiteit Utrecht 1815-1936, Leiden, 1963
- NL 59(1941)52
- NL 59(1941)52
- NL 59(1941)52
- Regeeringsalmanak voor Nederlandsch Indië, 1898-1921
- Naamlijst der Europeesche inwoners van het mannelijk geslacht in Ned.-Indië, Batavia, 1894, 1895
- Kleian, (Nieuw) Adresboek van geheel Ned.-Indië, 1910
- NL 59(1941)52
- NL 59(1941)52
- NL 59(1941)52
- NL 59(1941)52
- Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
- NL 59(1941)52
- ⇒ www.familysearch.org
- Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
- Bijlage bij Album Academicum van het Atheneum Illustre en van de Universiteit van Amsterdam 1632-1882, Amsterdam, 1882
- GN 50(1995)207 e.v.
- GN 50(1995)207 e.v.
- Ten Cate, l.c.
- ⇒ www.familysearch.org
- ⇒ www.familysearch.org
- GN 18(1963)366
- ⇒ 02116
- GN 18(1963)366
- Kadaster Harlingen nrs. 554 en 2459, ⇒ www.kleinekerkstraat.nl
- ⇒ www.kleinekerkstraat.nl
- ⇒ www.kleinekerkstraat.nl
- GN 50(1995)207 e.v.
- GN 42(1987)104,220
- GN 42(1987)104,220
- zie ook GN 42(1987)104,220
- GN 50(1995)207 e.v.
- GN 42(1987)104,220
- GN 42(1987)219
- GN 42(1987)219
- zie ook GN 42(1987)104,220
- zie ook GN 42(1987)104
- Leeuwarden, Registre Civique
- NP 9(1918)223
- NP 9(1918)223
- NP 9(1918)223
- NP 9(1918)223
- ⇒ 00783
- NP 9(1918)224
- NP 9(1918)224
- NP 9(1918)224
- NP 9(1918)224
- NP 9(1918)224
- NP 9(1918)224
- ⇒ 00417
- NP 9(1918)216
- NP 9(1918)216
- NP 9(1918)224
- NP 9(1918)216
- NP 9(1918)223
- NP 9(1918)225
- NP 9(1918)225
- NP 9(1918)225
- NP 9(1918)224
- NP 9(1918)224
- NP 9(1918)223
- NP 9(1918)215
- NP 9(1918)215
- NP 9(1918)215
- NP 9(1918)216
- NP 9(1918)215
- NP 9(1918)216
- NP 9(1918)216
- NP 9(1918)216
- NP 9(1918)216
- NP 9(1918)217
- NP 9(1918)216
- NP 9(1918)216
- Kadaster Harlingen nrs. 330, 3741 en 2742, ⇒ www.kleinekerkstraat.nl
- Kadaster Harlingen nrs. 353, ⇒ www.kleinekerkstraat.nl
- Kadaster Harlingen nrs. 554 en 2459, ⇒ www.kleinekerkstraat.nl
- ⇒ AlgbegrpltsZaandamZuid.html
- ⇒ AlgbegrpltsZaandamZuid.html
- ⇒ AlgbegrpltsZaandamZuid.html
- ⇒ AlgbegrpltsZaandamZuid.html
- ⇒ AlgbegrpltsZaandamZuid.html
- ⇒ AlgbegrpltsZaandamZuid.html
- ⇒ AlgbegrpltsZaandamZuid.html
- ⇒ fontein.htm
- Kadastrale Atlas Barradeel en Harlingen. 1832, bl. 38, ⇒ www.kleinekerkstraat.nl
- Med. Fred H. Boer, 2016
- Med. Fred H. Boer, 2016
- ⇒ schotmana
- Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
- J. E. Kroon, Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1875-1925, Leiden, 1925
- ⇒ www.albumacademicum.uva.nl
- Adriaan Venema, Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie. Deel3A De kleine collaboratie, Amsterdam 1990, ⇒ Schrijvers,%20uitgevers%20en%20hun%20collaboratie.%20Deel%203A%20De%20kleine%20collaboratie%20-%20Adriaan%20Venema%20(1990)_djvu.txt
- Ivo Schöffer, Het nationaal-socialistische beeld van de geschiedenis der Nederlanden, Utrecht, 1978, ⇒ scho122nati01_01_0013.php
- NA 77(1986)14
- Med. Fred H. Boer, 2016
- ⇒ schotmana
- ⇒ Harmen%20Hendriks%20x%20Lammigjen%20Jansen.htm
- ⇒ gp2970.htm#head2
- NA 77(1986)14
- NA 77(1986)14
- ⇒ www.familysearch.org
- GN 50(1995)207 e.v.
- W.G Doornbos et al., Penningen to wederopbouw Akerck, 1710, Groningen, 1995
- Prometheus 8
- zie ook Prometheus 8
- zie ook Prometheus 8
- Prometheus 8
- zie ook Prometheus 8
- zie ook Prometheus 8
- zie ook Mededeling J. Boerema, 2000
- ⇒ Hellum.htm
- Mededeling J. Boerema, 2000
- Boonstra, l.c.
- Boonstra, l.c.
- Boonstra, l.c.
- Boonstra, l.c.
- GA Leeuwarden, 1711 Groot-Consentboek Folio: 123
- Huw. Boek RV, l.c.
- zie Gen. Rep.
- van Dalfsen, l.c.
- GN 54(1989)95
- Romein, l.c.
- Fockema Andreae, l.c.
- Romein, l.c.
- Romein, l.c.
- S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
- Romein, l.c.
- GA Leeuwarden, 1751 Groot-Consentboek Folio: 93
- GA Leeuwarden, 1757 Klein-Consentboek Folio: 162
- GA Leeuwarden, 1757 Klein-Consentboek Folio: 6
- GA Leeuwarden, 1765 Klein-Consentboek Folio: 7
- GA Leeuwarden, 1765 Groot-Consentboek Folio: 118
- GA Leeuwarden, 1768 Groot-Consentboek Folio: 134
- GA Leeuwarden, 1769 Klein-Consentboek Folio: 96
- GA Leeuwarden, 1774 Groot-Consentboek Folio: 15
- GA Leeuwarden, 1789 Groot-Consentboek Folio: 40
- GA Leeuwarden, 1806 Groot-Consentboek Folio: 84n
- Mededeling J. Rienstra, 1998
- Mededeling J. Rienstra, 1998
- Mededeling J. Rienstra, 1998
- ⇒ rienstra.html
- ⇒ rienstra.html
- ⇒ rienstra.html
- Mededeling J. Rienstra, 1998
- GN 32(1977)13
- van Dalfsen, l.c.
- GN 32(1977)18
- GN 32(1977)13
- NNBW IV pag. 1456/57, en Nauta, dl. I, l.c.
- ook Mededeling J. Rienstra, 1998
- Proclamatieboek Folio: 199
- Klein-Consentboek Folio: 124
- Groot-Consentboek Folio: 71
- zie ook Mededeling J. Rienstra, 1998
- Ds. T.A. Romein, Naamlijst der predikanten, sedert de hervorming tot nu toe in de hervormde gemeenten van Friesland, Leeuwarden, 1886-1888
- zie ook NNBW IV pag. 1456/57, en Nauta, dl. I, l.c.
- S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
- Ds. T.A. Romein, Naamlijst der predikanten, sedert de hervorming tot nu toe in de hervormde gemeenten van Friesland, Leeuwarden, 1886-1888
- GN 50(1995)218
- Mededeling J. Rienstra, 1998
- NNBW IV pag. 1456/57, en Nauta, dl. I, l.c.
- van Dalfsen, l.c.
- Schutterij Leeuwarden: kolonels, hoplieden en vaandrigs 1564-1795 Naamlijst van mr. Q. de Blau, 1762/65 (Sted. Bibliotheek, handschrift F 164) bewerkt door M.H.H. Engels, december 2006, ⇒ Schutterij.htm
- Groot-Consentboek Folio: 149
- Proclamatieboek Folio: 125, Groot-Consentboek Folio: 142
- Groot-Consentboek Folio: 28
- Groot-Consentboek Folio: 171
- Groot-Consentboek Folio: 83
- Groot-Consentboek Folio: 96
- Mededeling J. Rienstra, 1998
- Prometheus VII
- NP 86(2005)366
- Nieuwland, Quotisatie, l.c.
- zie NL 48(1930)33 voor genealogie en wapen Baarda (Baerdt)
- NL 48(1930)33 en Gen. Jierb. 14(1964)64,66
- de Haan Hettema, l.c.
- NP 86(2005)366
- NP 86(2005)366
- Nieuwland, l.c. dl II
- NL 71(1954)115
- zie NL 71(1954)115 e.v. voor kwartieren Haitsma
- Nieuwland, l.c. dl II
- Wumkes, l.c.
- zie ook NL 71(1954)115
- NL 71(1954)115
- Nav. 93(1952)1 plus correcties hierop door wijlen Mevr. M.A. Haitsma te Voorburg
- NNBW, sub voce Haitsma
- NNBW
- S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
- Wumkes, l.c.
- Ds. T.A. Romein, Naamlijst der predikanten, sedert de hervorming tot nu toe in de hervormde gemeenten van Friesland, Leeuwarden, 1886-1888
- Wumkes, l.c.
- S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
- Th.J. Meijer, Album Promotorum Academiae Franekerensis (1591-1811), Franeker, 1972
- Wumkes, l.c.
- GN 50(1995)306
- S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
- Th.J. Meijer, Album Promotorum Academiae Franekerensis (1591-1811), Franeker, 1972
- ⇒ personen
- Leeuwarden, Registre Civique
- Jb. CBG 5(1951)84
- ⇒ personen
- ⇒ personen
- ⇒ www.friesarchiefnet.nl
- S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
- Th.J. Meijer, Album Promotorum Academiae Franekerensis (1591-1811), Franeker, 1972
- ⇒ personen
- NL 48(1930)270
- NL 48(1930)270
- NL 48(1930)270
- NL 48(1930)270
- Romein, l.c.
- ⇒ www.kleinekerkstraat.nl
- zie ook Wumkes, l.c.
- zie ook NP 75(1991)322
- S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
- Th.J. Meijer, Album Promotorum Academiae Franekerensis (1591-1811), Franeker, 1972
- NP 75(1991)322
- NP 75(1991)322
- ⇒ www.kleinekerkstraat.nl
- NP 75(1991)322
- Leeuwarden, Registre Civique
- ⇒ www.kleinekerkstraat.nl
- ⇒ www.kleinekerkstraat.nl
- NP 75(1991)322
- van Dalfsen, l.c.
- ⇒ burgerboeken
- Nav. 93(1952)1
- Wumkes, l.c.
- GA Leeuwarden, 1757 Klein-Consentboek Folio: 6
- GA Leeuwarden, 1758 Groot-Consentboek Folio: 127
- GA Leeuwarden, 1760 Groot-Consentboek Folio: 50
- GA Leeuwarden, 1772 Groot-Consentboek Folio: 46
- GA Leeuwarden, 1778 Groot-Consentboek Folio: 154
- GA Leeuwarden, 1781 Groot-Consentboek Folio: 12
- GA Leeuwarden, 1782 Groot-Consentboek Folio: 78
- NL 47(1929)102
- GA Leeuwarden, 1763 Groot-Consentboek Folio: 173
- GA Leeuwarden, 1796 Klein-Consentboek Folio: 26
- GA Leeuwarden, 1801 Groot-Consentboek Folio: 82
- GA Leeuwarden, 1802 Groot-Consentboek Folio: 125
- NL 47(1929)102
- NL 47(1929)102
- GA Leeuwarden, 1786 Groot-Consentboek Folio: 61
- GA Leeuwarden, 1792 Groot-Consentboek Folio: 36
- GA Leeuwarden, 1796 Klein-Consentboek Folio: 26
- GA Leeuwarden, 1798 Groot-Consentboek Folio: 144
- GA Leeuwarden, 1798 Groot-Consentboek Folio: 134
- GA Leeuwarden, 1800 Groot-Consentboek Folio: 198
- GA Leeuwarden, 1801 Klein-Consentboek Folio: 16
- GA Leeuwarden, 1804 Groot-Consentboek Folio: 95
- GA Leeuwarden, 1804 Groot-Consentboek Folio: 104
- GA Leeuwarden, 1791 Groot-Consentboek Folio: 147
- GA Leeuwarden, 1793 Groot-Consentboek Folio: 148
- GA Leeuwarden, 1797 Groot-Consentboek Folio: 31
- GA Leeuwarden, 1800 Groot-Consentboek Folio: 203
- GA Leeuwarden, 1801 Groot-Consentboek Folio: 46
- GA Leeuwarden, 1801 Groot-Consentboek Folio: 53
- ⇒ www.kleinekerkstraat.nl
- GA Leeuwarden, 1809 Groot-Consentboek Folio: 135n
- NA Leeuwarden, Nos. J.D. Hanekamp van Harinxma, Inv. nr. 079010 repertoirenrs. 47, 60 en 62 d.d. 21 april 1817, en repertoire nr. 86 d.d. 23 juni 1817
- ⇒ www.dbnl.org
- ⇒ www.dbnl.org
- ⇒ www.dbnl.org
- KB Den Haag, UB's Groningen, Utrecht, Amsterdam, Leiden
- ⇒ www.friesarchiefnet.nl
- ⇒ www.friesarchiefnet.nl
- GA Leeuwarden, 1799Opmerkingen:bij de Put Klein-Consentboek Folio: 138
- GA Leeuwarden, 1802 Groot-Consentboek Folio: 171
- GA Leeuwarden, 1803 Klein-Consentboek Folio: 160
- GA Leeuwarden, 1803 Klein-Consentboek Folio: 139
- GA Leeuwarden, 1803 Klein-Consentboek Folio: 159
- GA Leeuwarden, 1803 Groot-Consentboek Folio: 87
- van Dalfsen, l.c.
- zie ook Kwartierstatenboek KNGGW, 1983, l.c.
|