This page was last updated : 200611.
File size is: 756 k.
Kwartierstaat Van Schothorst
Generatie 13
NB Het symbool voor een kwartiernummer leidt naar de vader en/of moeder
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Kwartierstaat Van Schothorst,
version 11.0,
Muiden, 2017.
© Copyright 2020 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Kwartierstaat Van Schothorst Gen. nr. 13

4096. HENRICK OLTHEIJNEN (ook genaamd HENDRIK DE OUDE).

4098. WILLM VAN WENCKUM (WENCKEM), tr.

4099. HENRIGEN (HENRICHEN) VAN DRONCKELER.

Wapen Van Dronckeler : In groen boven een gouden vierkant kruis met onder drie gouden zespuntige sterren, 2,1 geplaatst.[4]

4320. ARISS (WILLEMS), ovl. vóór 1597 [8], tr.

4321. GOERTGEN GOOSSENS.

vul aan HV 1/5

4328. JELIS HAELBOOM, geb. ca. 1540-1550, ovl. 1623/24, landbouwer (1598), actor in een proces [12], eigenaer van het herengoed Haelboom te Bennekom (1598-1624).

Op 9-5-1598 verkrijgt Jelis Haelboom, landbouwer, vernieuwde oprukking van het herengoed Haelboom
vul aan HV 1/54
Het herengoed Haelboom te Bennekom in het Dorp:[13]
9-3-1598 Jelis Haelboom oprukking.
19-4-1610 Jelis Haelboom oprukking, tevens afdracht van holthouwing, op verzoek van zijn zoon Henrick Jeliss Haelboom. N.B. Gelost een half mld. rogge jaarlijks van Grijet Gerrit Jansz dochter.
19-5-1610 Jelis Haelboem consent voor houthouwing (29-4-1611).
4-2-1615 Henrick Jelisz Haelboem consent voor houthouwing (24-4-1615).
15-3-1617 Jelis Haelboem oprukking. N.B. Heeft ingelost van Lubbert Custers 6 schepel.
21-11-1623 Jelis Haelboom, oprukking.
20-11-1624 Henrick Jelissen (Haelboem), investiture en oprukking als erfgenaam van zijn vader. N.B. Heeft de 3/25 delen van Jan Reijnen ingelost.
etc.

4342. JAN JANSEN VAN SCHARRENBURG (alias JAN VAN BARNEN), ovl. verm. Lunteren 1609,[21] eigenaar en bewoner van Scharrenburg in het Nederwoud onder Lunteren,[22] tr.

4343. LYSGHEN SARREN, ovl. vóór 1605.

4450. HERMAN TEN BRINK, geb. vóór ca. 1545, te Beekbergen? tr. vóór 1570[26]

4451. HENDRIKJEN JANS, geb. vóór ca. 1550.

4528. =2240. JAN CORNELISZ (HOMOET).

4888. RIJCKHOLT WOUTERS.

vul aan VG 22(1997)246

4992. ARNT HENRICXEN DROST, koopt de helft van Hullemansgoet te Nunspeet (1579), tr. vóór 1579

4993. WOBBE NN.

5008. AERT ROLOFS (TOE WESTENDOROP), geb. ca. 1545.

5016. GERRIT JANSEN FORSTELMAN, geb. ca. 1540, te Apeldoorn. wordt genoemd in het Tynsregister van Apeldoorn [30]: Roelof Gerrits te Wormingen, voor dezen Jacob Forstelman, Postea Gerrit Jans Forstelman.

vul aan VG 24(1999)251, 25(2000)292

5020. JAN BRUYNISSEN (BROENISSEN), geb. ca. 1560, te Epe.

vul aan VG 24(1999)251

5022. REIJN(D)ER ANDREESEN, geb. ca. 1565.

vul aan VG 24(1999)251

5218. ARENT (VAN KEGELENBERGH), geb. vóór ca. 1565.

5298. WILLEM PIETERSZ geseyt DE CLEYNEN (CLEYN, DE CLEYNE WILLEM) alias PENNINCK, geb. vóór ca. 1560, ovl. vóór 1626, vermeld als landgebruiker in de Nieuw-Reyerwaard (1573), afkonmstig van Ridderkerk (1585), wordt geref. lidmaat te Ridderkerk 23-6-1601 op belijdenis,[45] boer aan de Grasdijck in Nieuw-Reyerwaard (1575), betaalt 100e penning voor land gepacht in de polder Oud-Reyerwaard (1579, 1581), koopt tienden in Nieuw-Reyerwaard (1594..1599), otr. 1o voor 1584[46] NN (LEENTJE ADRIAENSDR(?) ARYSWAGER?), ovl. vóór 1584, otr./tr. 2o Ridderkerk 3-12-1584/5-1-1585[47]

5299. BAELTGE PIETERSDR HUYBERTS, geb. vóór ca. 1565, ovl. 1627-1632, afkonmstig van Ridderkerk (1585), wordt geref. lidmaat te Ridderkerk 7-4-1601 op belijdenis,[48] betaalt verponding voor een huis in Nieuw-Reyerwaard (1627).

Willem Pieters huurt sedert kerstmis 1573 een perceel land van 1 morgen in de Nieuw-Reyerwaard voor zeven jaar in uit de geannoteerde landerijen van Jacob Pijnssen van Steenhuysen.[49]
Rond 1575 kreeg Wyllem Pyetersz an den Grasdijck in de hoef "Wyllem Heermansz (Harmansz.) XXVI Maerghen 500 Roeden" (of 5 hont) in Nieuw-Reyerwaard een perceel ter grootte van 2½ morgen 1½ hont in eigendom, terwijl hij daarnaast in die hoef nog eens vier percelen van in totaal 7 morgen 3½ hont huurde van diverse particulieren uit Den Haag, Dordrecht, Rotterdam en Bolnes, o.a. ook de met kerstmis 1573 in huur genomen 1 morgen van Jacob Pijnssen van Steenhuysen.[50]
Op 20-9-1626 compareren Baeltgen Pietersdr., weduwe van Willem Pietersen Penninck, geassisteerd met P(iete)r Jacobsen Craennendoncq, haar gekozen voogd, aan de ene zijde, en P(iete)r Willemsen Penninck, voor hem zelf, Corn(elis) Cornelissen Niesen, man en voogd van Leentgen Willemsdr, Lenert Pietersen Noteboom, man en voogd van Sijtgen Willemsdr, Jacob Ariensen, getrouwd met Bastiaentgen Willemsdr., en Pietertghen Willemsdr en Stijntgen Willemsdr, met hun voornoemde broer P(iet)r Willemsen Penninck, als hun voogd, en Willem Otten en Leentgen Otten, kinderen van Leentgen Willemsdr, met hun voogd Willem Leendertsen Aryeswaeger, allen kinderen en kindskinderen van zaliger Willem Pietersz Penninck, ter andere zijde, teneinde te komen tot uitkoop. Baeltgen Pietersdr zou de woning met "berch, schuyr, boomgaert" etc. met de meubelen, have etc., 4 morgen eigen land en nog 6½ morgen bruikland bij de woning behouden en daarvoor zou zij aan haar kinderen en kleinkinderen gezamenlijk 1250 ponden in termijnen uitbetalen. Haar zoon Pieter kreeg daarenboven nog 100 ponden voor gedane diensten. [51]
Op 14-5-1632 compareerden Adriaen Willemsen, voor hem zelf, Cornelis Cornelissen Niessen, man en voogd van Leentgen Willemsdr, Lenert Pietersen, man en voogd van Sijtgen Willemsdr, Jacob Ariensen Polderman, man en voogd van Bastiaentgen Willemsdr, en de voornoemde Adriaen Willemsen Penning, als voor deze gelegenheid gekozen voogd van zijn zusters Stijntgen en Pietertgen Willemsdr, gezamenlijk kinderen en erfgenamen van Baeltgen Pietersdr. Zij transporteerden aan (hun broer) Pieter Willemsen Penning zes 7e parten van een "woninge, berch, keeten, boomgaert" etc. met de 4 morgen eigen land waar deze woning op stond, gelegen in Nieuw-Reyerwaard in Willem Harmansen XXVI Mergen, als zijnde de Xle Houve in het dorpscohier. Dit goed strekte van "den oudreyerwaertse grasdijck" tot aan "willaerts dijcxke". Tevens droegen zij zes 7e parten over van de bij deze boerderij behorende huurlanden. [52]

5380. PIETER GOVERTSZ VAN WIJN(¥), "coorencooper" wonende "in den Dorpe van Maeslant", benoemde bij zijn testament van 23-3-1623 (bekrachtigd met een pentagram), [54] tot zijn erfgenamen zijn beide zoons.

Handtekening van Pieter Govertsz van Wijn. [55]
klik op plaatje(s) om te vergroten


COMMENTAAR(¥) Vooralsnog onduidelijk is of de volgende vermeldingen met hem in verband staan :
Govert van Wijn, raad in het Hof van Holland, gehuwd met de enige dr. van jonkheer Henrick Crusinck, heer van Benthuysen (1586) [56].
Pieter Govertsz, beg. Naaldwijk 1-6-1641 (Rekeningen. kerkmr. ƒ 4,--) in een oud graf, 5 x luiden [57].
Pieter Govertsz, schuytvoerder, betaalt 10 gld/jaar wegens huur van 16 hond vlietland tussen de Vlieten, vermaakt door Maertgen Jansdr, wed. van Dirck Anthonisz, volgens testament van 5-1-1590 aan de Heilige Geestmrs. te Maassluis [58].
Pieter Govertsz pacht voor 4 sc. de henneptiende te Vlaardingen (1536) [59].
Govert Pietersz, brouwer te Delft, wordt op 10-3-1557 beleend met 2 1/2 morgen in een perceel van 7 morgen 4 1/2 hond land te Maasland in het ambacht Dorp in Buytenveen, leenroerig aan de hofstede Hodenpijl [60].
Thijs Govertsz, voor ƒ 3,-- (1544)[61] , £ 6,-- (1553)[62] en £ 4,-- en £ 6,-- (1559)[63] , en £ 9,--,-- (1561) [64] getaxeerd voor de tiende penning te Maassluis,
Goverts Aertsz, voor ƒ 3,-- getaxeerd voor de tiende penning te Maassluis (1544)[65].
Govert Pietersz, voor ƒ 3,-- (1544)[66] en £ 3,--,-- (1561)[67] getaxeerd voor de tiende penning te Maassluis

5382. JACOB CORNELISZ (VAN VELDEN)(¥), geb. vóór ca. 1555, ovl. na 1598, belender te Wateringe (1568)[86], leenman (1572..1598), schuytvoerder te Maassluis.

COMMENTAAR(¥) Te Schipluiden komt in 1616 vijf maal een Jacob Cornelisz voor als geref. lidmaat [87]. Is bovenstaande Jacob Cornelisz soms identiek met een van hen?
Wat is het verband met Crijn Jaspersz van Velden, tr. Lijsbet Maertensdr. (1653).[88]
Jan Jacobsz van Velde, ovl. Maassluis 1657 in de Zuidbuurt, en Marijtje Vrancksdr, zijn h.v. (ovl 1652), genoemd als lidmaten van Maasland (1640).[89]
Jan Gerritsz van Velde, ovl 1640-verm. 1663, genoemd als lidmaat van Maasland (1640).[90]

==== BELENINGEN ====
Hontshol (nr. 94) : 8 hond land (gemeen met het godshuis van Maeslant, 1423), te Maasland[91] :
20-9-1572 Jacob Cornelisz van de Velde bij dode van zijn vader Cornelis Jacobsz.
28-1-1598 Jan Jansz Thoen na overdracht door zijn vader Jacob Cornelisz van de Velde(¥).

COMMENTAAR(¥) sic! Jan Jansz Thoen is zijn zwager, zie [92]


Hontshol (nr. 95) : 13 hond land (gemeen met Jan van der Woude, Bertelmeus Bertelmeusz en zijn vader, 1423) te Maasland [93] :
beleningen als hierboven bij Hontshol nr. 94.

Hodenpijl (nr. 8) : 4 morgen land met een huis te Maasland (bewoond door Boudijn van de Velde Muysz, 1369) [94] :
25-1-1537 : Vranck Jacob Cornelisz te Wateringen bij dode van zijn vader Jacob Cornelisz.
1570 : Cornelis Jacobsz oom van en na overdracht door zijn broer Vries Cornelisz [95]
1572 : Jacob Cornelisz van Velden na dode van zijn vader Cornelis Jacobsz[96].
1594 : Dirck van den Velde na overdracht door Jacob Cornelisz van Velden.
1621 : Cornelis van den Velden bij dode van zijn vader Dirck van den Velden

Wateringen (nr. 5) : 3 morgen land te Wateringen [97] :
20-9-1572 Jacob Cornelisz van Velde bij dode van zijn vader Cornelis Jacopsz.
6-2-1580 Jacob Cornelisz van Velde draagt over aan Willem van Hoof.

Lek (nr. 53B) : 2 morgen land te Maasland [98] :
1572 Jacob Cornelisz van Velde na dode van zijn vader[99]
25-9-1590 Jan Jansz Thoen na overdracht door Jacob Cornelisz van de Velde (die het blijkbaar van zijn vader heeft geërfd (LL)).

Heilige Geest Maassluis :
Jacob Cornelisz, schuytvoerder, betaalt 20 st. wegens huur van een werf (vóór ca. 1590).[100]
Jacob Cornelisz van Velde bezit het Noordweer te Maassluis.[101]

Grafelijkheid (nr. 9) : tiende buitendijks in Zuyt Maeslant, strekkende vanaf Maritgen Adriaensdr, wed. van Cornelis Jacobsz tot Spijckerboortshouck :
1601 Jacob Cornelisz in Velden pacht het voor 11 pond.[102]

5408. WILLEM (BREUR?), geb. vóór ca. 1555, vooralsnog alleen bekend uit het patroniem van zijn zoon:

5410. ARIJEN ARIENSS SCHRAM, geb. vóór ca. 1550, ovl. ca. 1597, woonde te Maassluis, tr. vóór 1574

5411. MAERTGEN DIRCXDR (anders genaemt Maertgen Jans), ovl. kort voor 1614.

Op 21-9-1614 wordt Adriaen Willemss Breur, wonend te Maassluis, gemachtigd door de erfgenamen van Maertgen Dircxdr zaliger, anders genaemt Maertgen Jans. Als erfgenamen worden genoemd: Adriaen Willemss Breur (nomine uxoris), Claes Meess (nomine uxoris), Corn. Corneliss Reus (nomine uxoris) en Corn. Adriaenss. [111]
Op 26-4-1615 wordt hij wederom gemachtigd, als gehuwd met Willemijntge Adriaens, door de erfgenamen van Maertgen Dircxdr zaliger, anders genaemt Maertgen Jans. Als erfgenamen worden genoemd: Cornelis Adriaenss Schram, Willemijntge Adriaens, Maertgen Adriaens, geh. met Claes Meess, Neeltge Adriaens, geh. met Corn. Corneliss Reus. [112]
Op 20-9-1643 wordt een getuigenis afgelegd over Arijen Arienss Schram gewoond hebbend te Maassluis, overleden ca. 1597, vader van Willemtge Adriaensdr en Maertgen Adriaensdr. [113]

5412. GERRIT ROCHUSZ, kuiper.

5414. PELLE JACOBSZ, ovl. 1623-1640, parentatie niet bewezen, stierman wonende te Vlaardingen (1599), poorter van Vlaardingen (1623), tr. vóór ca. 1590

5415. AELTGEN ARENTS CRUIJCK(¥), geb. ca. 1545, ovl. na 1623, parentatie niet bewezen, tr. 1o vóór ca. 1580 JASPER CORNELISZ, met wie zij "ontrent negen jaren in wettelijcke huijshoudinge heeft geleeft".

COMMENTAAR(¥) In 1598 is sprake van een schipper Cruijck op de Rode Galei.[124] Is hij verwant?

Vertichtingsboek van Vlaardingen 1594-1614:[125]
Meye 1596:
Pelle Jacopsz, Michiel Cornelisz ende Goolte Jacopsdr, wede. van Gerrit Ariensz Cruyck, vertyen van t verlies van de zelven Gerrit Ariensz
Goolte Jacopsdr, wede. v. Gerrit Ariensz Cruyck, vertyt van t verlies van haer man ende versouckt boelhoudt.
Aelgen Ariensdr ende Myngen Ariensdr vertyn van t verlies van den zelven Gerrit Ariensz, haer broeder.
Op 31-1-1599 constitueren Pelle Jacobsz, stierman wonende te Vlaardingen en zijn gemene reders, Cornelis Joorisz van Schiedam burger en inwoner van de stad Embden, om aldaar te vernemen naar 11 netten, welke door de voorn. stierman in zee zijn verloren. [126]
Attestatie d.d. 29-3-1623 Ten versoucke van Louris ende Dirck Ariensz van der Houve cum socijs: Compeerde Aeltgen Arents Cruijck out ontrent 78 iaren, iegenwoordich huijsvrouwe van Pelle Jacobsz poorter deser stede. Ende verclaerde bij hare vrouwe waerheijt in plaets van eede, waerachtich te zijn dat deposante ontrent negen jaren in wettelijcke huijshoudinge heeft geleeft met Jasper Cornelisz haer vorige man. Twelcke was een broeder van zaliger Maritgen Aelbrechts dije een soon hadde genaemt Pieter Meesz. Verclaerde voorts overzulcx mede wel te weten, dat de voorsz. hare zaliger mans als Maritgen Aelbrecht moeder noijt geen heele noch halve broeders off zusters heeft gehadt, noch oock d'gemelde hare zaliger mans moeder immermeer ijets daervan horen vermanen te hebben, niettegenstaende sij deposante inde sieckte daer in sij ontrent anderhalff iaer was, haer continuelijcken gedient ende hantreijckinge gedaen heeft tottet overlijden toe. Affirmeerde mede sij deposante sedert de bevestinge vant huwelick tusschen haer ende dvoorsz. Jasper Cornelisz, altijts goede ende familiare kennisse gehouden te hebben met desselffs moeder ende Maritgen Aelbrechts, beijden voorgeroert. Ende mitsdien vant voorsz. gedeposeerden goede kennisse te hebben. Actum den 29 Martij 1623. Was getekend: Lambrecht Christoffelsz Waelwijck. [127]

5416. JAN JANSZ SCHIM(¥), ovl. 1591-1606,[149] wiens huijsinge voor ƒ 8,-- getaxeerd voor de tiende penning te Maassluis (1553)[150], belender, bezit een laan en sloot in vlietland aan de Maeslandse sluizen (1591)[151], tr.

5417. ANNA DOESSEN, ovl. 1606,[152]

COMMENTAAR(¥) Is hij (verwant) aan NN Schimme, voor ƒ 6,-- getaxeerd voor de tiende penning te Maassluis (1544)[153].

Op 2-2-1577 heeft Cornelis Jacobsz de Corte, scheepstimmerman, verkocht aan Jan Jansz Schim van Maassluis een nieuw veerschip zo het van stapel gelopen is. Prijs ƒ 84 van 40 gr. Vlaams, te betalen op 2 termijnen. Gedaan onder verband van waterrecht. Borg: Jan Jorisz, veerman van Maassluis. [154]
==== BELENINGEN ====
Grafelijkheid nr. 25 : 7 morgen land te Maasland leenroerig aan de graaf :
7-2-1582 : Jan Jansz Schim.
29-9-1599 : overdracht van de helft van het leen aan Frans Willem Patijn te Maeslandersluijs [155]
17-4-1606: komt de andere helft aan Doe Jansz Schim bij dode van zijn vader[156].
3-8-1610 : 3 hond ten eigen tegen 120 pond, deze mogen door zijn moeder Anna Doensdr van de hoogheemraden van Delfland worden opgehoogd om er huizen op te zetten daar zij in het boezemland liggen.
Leen verminderd tot 3 morgen.
1-15-1615 : Adriaen Breur de Jonge onmondig, hulde door zijn vader Adriaen Adriaensz Breur de Oude, na overdracht door Doe Jansz Schim.
8-7-1619 : Vranck Doesen van der Houff (zie ook [157] tzt kw.) na naasting ten laste van Adriaen Adriaensz Breur de Oude en diens zoon Adriaen.
Archief van het burger weeshuis :[158]
10-7-1606: Adriaen Aertsz. Waert, schout, Adriaen Cornelisz. Hensbrouck en Jan Louwerisz, schepenen te Wateringe, oorkonden dat Adriaen Doesz, Arent Doesz en Jacob Doesz, elk voor 1/6 deel. Anna Doessen, weduwe van Jan Jansz Schim, met haar zoon Willem Jansz Schim, seylmaker, mede na-mens haar zusters en broers voor 1/6 deel. Adriaen Doesz als voogd van de kinderen van wijlen Rutger Abrahamsz, gehuwd met Stijntgen Claesdochter, en Harmen Heyndricksz, gehuwd met Stijntgen, de weduwe van Floris Claesz, voor 1/6 deel, verkopen aan meester Franchois Vranckenz, raad in de Hoge Raad in Hollant, een woning, huis, bijhuis, schuren, bergen, potinge en plantinge met 25 1/2 morgen land in Naeltwijckerbroock te Wateringe, dat zij hebben geërfd van Cornelis Doesz, die er op woonde, n.1. 5 1/2 morgen, zijnde de helft van een strekweer, waarop het huis staat, een heel strekweer, groot 10 morgen, ten westen van het vorige, belend ten noorden: de Broockweg, ten zuiden: de Sweth, ten oosten: Jan Aertsz met bruikwaar, ten westen: de ontvanger Mierop; 3 morgen belend ten noorden: de pastorie van Warmont en de landsadvocaat van Hollant meester Jan van Oldebarnevelt, ten oosten en zuiden: genoemde meester Jan, ten westen: Adriaen Willemsz en Conincxvelt; 6 1/2 morgen tegenover de woning, belend ten zuiden: de Broockweg, ten noorden: de Merriendijck, ten westen: de weduwe van Dirck Been, ten oosten: Claes Maertensz. Belast met de volgende jaarrenten: 1 pond hollands ten behoeve van de kerk en het kapittel van Naeltwijck; 81 gulden ten behoeve van Philips Jacobsz te Delft; 10 gulden ten behoeve van de abdij van Loosduynen, 55 gulden ten behoeve van het Sint Aechtenconvent te Delft. Bezegeld door de schout: een springend paard.
Is er verband met Cornelis Doesz ca. 1535[159]? of met
Pieter Jan Duez, voor ƒ 4,-- getaxeerd voor de tiende penning te Maassluis (1544)[160].
Is zij Anna Sc(h)immen voor £ 3,10,-- (1559)[161] en £ 6,--,-- (1561) [162] getaxeerd voor de tiende penning te Maassluis.

5420. JAN ARENTS TOU(W) VAN DER BURGH, geb. Naaldwijk ca. 1539[195] [196] , ovl. 't Woud 8-8-1595[197] , beg. De Lier, gezworene van Woutharnas, Groenevelt en St. Aegtenrecht 24-9-1582, schepen aldaar (ca. 1582),[198] in 1593,[199] Heilige Geestmr. in De Lier (1578-1579), kerkmr. aldaar (1583),[200] belender te De Lier (1588) met een woninkje toebehorend aan Jan Arend Thouw,[201] tr. ca. 1560[202]

5421. NEELTJE WILLEMS CORSSEN VAN DER VLIET, geb. ca. 1540, ovl. De Lier 15-9-1606[203] , beg. De Lier[204] .

Grafstenen in de NH Kerk te de Lier :[205]
Hier x levt x begraven / Jan x Arent x zoon x Tou / van der x Burch x ende / starf x den x achsten / Augusti x anno x 1595 / Virtute x Ulciscor / Invidos /
Hier x leit x begraven / Neelqen x Willem x Corsen/ Dr x vand x Vliet De Huys / Vrouwe x van Jan Arent / z x Tou x starf x den 15 x / September x anno x 1606 / Deucht x V. Heucht x Hoop is Blide.
Op 23-6-1588 oorkonden schepenen van Woutharnas en Groeneveld, dat "Joris Cornelisz wonende jegenwoerdich int amboecht van Naeltwijc verkocht aan Jan Arent Touwensz wonende inde parochie van de Lyer inden amboecht van Woutharnasch een woninge met huys, bijhuys, schuyr, barge en (de) gheboemte dair op staende voor vrij eigen mitsgaders drie en(de) dartich margen drie hont acht en( de) tsestich gaerden lants alle leggende in den amboecht van Woutharnasch in Groeneveltsepolder aen de swedtkaede ofte swedtwech".[206]
Op 20-10-1565 bekende Jan Touwesz aan Lenertge Pietersdr "sijne moeder" schuldig te zijn de somma van ƒ 9600,--, wegens de koop van de woning daar Lenertgen voorschreven nu ter tijd op woont en verbond daartoe de woning en nog de helft van 32 morgen 2 hont eigen land in de Hof van Delft.[207]
verleent hebben verlyen en(de) verleenen mitsdesen onse brieven Jan Arent Touwens opt Swet, de helft van sestalff margen lants gelegen opt Wout in Jansambacht van Groenevelt gemengder aerden mit hen en(de) zijne mede erfgenaeme(n) van wijle(n) Arent Touwe Janss sijn vader, belegen opte oostzijde selver mit eygen. mit der erffgen(aemen) voorss opt zuyteynde die Vlietsloot, opto westzijde hij selffs mette voorn. andere(n) erffgen (naemen), opt noorteyndc de Swetwech den voorn. Jan Arent Touwenss aengecomen bij doode ende overlijden van Lenaertgen Pietersdochter sijne moeder, die tselve lant van ons te leen te houden plaeh. Opden XXVe(n) February anno SVC acht en(de) tseventich". [208]
Oirconden dat voor ons gecomen en(de) gecomp(ar)eert is Arent Touw Jacobss en(de) bekende voor hem zijnen erven en(de) nacomelingen wel en(de) wettelicken v(er)coft te hebben Jan Arent Touwes, zijn broeder, alle de p(er)celen van landen in d(e) v(oor)ss Jan Touwez woninck leggen(de) hem comp(ar)ant aenbestorven doert overlijden van Lenertgen Pieters zijn moeder. Te weten eerst een vierdepaert van sestalff margen lants genaemt die vette wij belast met boterpacht, belopen(de) die seven margen met een kinnetgen boters, mitsgaders elcke marge(n) III blanken tsj(ae)rs, belendt aen (de) noortzijde die swedtwech doestzijde Adriaen Jacob Bruynsz(oon) en(de) Cornelis Jorisz(oon) tysuyteynde en(de) de westzijde Jan Touwez voorss. met S. Urselen convent. Noch een vierdepaert van XVI hontlants genaemt tbuytelant dair een Bijstuyn opstaen(de) is, belendt aentsuyteynde die Swedtwech aentnoortevnde de swet, twesteynde Jan Reyersz tot Delff, Noch een vierdepaert van XXX morgen 11 hont lants eygen ofte vrijlant in welcke XXX margen 11 hont lants begrepen is het leen en(de) is groot omtrent II margen IIII hont, belendt het noerteynde de Swetwech doestzijde Jan Touwez en(de) S. Urselen convent tzuyteynde de molensloot de westzijde Jan Reyersz v(oorschreven). Noch die helft van V l/2 margen lants gelegen opt Woudt inde polder genaemt poeldijck en(de) is belendt aent noorteijnde die Swedtcae aent zuyteynde de molensloot an(de) oestzijde P(iete)r Allertsz c(u)m socijs en(de) Crijntgen Jansdr de wede van Claes Prsz aen(de) westzijde het gasth(uy)s te Delff. Ende geeft hij comp(ar)ant opte coepe van(de) zelve landen toe zijn gerechte helft van(de) ryetvelde inde Lyer mits dat den comparant triet dair opwassen(de) zal moegen laten snijden zoelange zij gebroeders beyde in levende liive zijn. Geeft hij comparant noch de gerechte helft van een halff margen buytelants gelegen opt Woudt aen(de) woninge van Claes Dircxs alias Osgen en (de) Arent Corn(elis)z beyde opt Swedt. Welcke v(oor)ss p(ar)tijen van landen hij comp(ar)ant beloef te vrijen te waeren als recht is Ondert v(er)bant van zij(n) p(er)soens etc. Ende bekende van(de)coepe van(de) v(oor)ss partijen van landen voldaen te zij(n) den lesten p(ennin)g metten eersten Actum opt (en) Mey 1584. [209]
VUL AAN Prom IX, p295, OV 54(1999)91, NL 70(1953)204.

Wapen Van der Vliet : zoek op in Rietstap p410.

5422. CLAES JANSZ VERCROFT, ovl. tussen 13-1 en 24-2-1593, bouwman aan de Holyweg in Vlaardingerambacht, waar hij in 1568 een huis met 14 morgen 5 hond eigen land en ca. 24 morgen bruikwaar gekocht had, tr. 1o [282] MARITGE JORISDR, overl. kort voor 25-1-1587 tr. 2o vóór ca. 1590[283]

5423. NEELTGE ANDRIESDR (AERTSDR), geb. vóór ca. 1570, tr. 2o (huw. voorw. Delft 19-8-1593),[284] PIETER ALLERTSZ VAN DER HOUFF, geb. 1571/72, ovl. na 1631, ambachtsbewaerder van Vlaerdingerambacht (1619), bouman in Vlaerdingerambacht (1622), woont te Vlaardingen (1631).

vul aan OV 54(1999)131 en ZHSN 86/113
Attestatie d.d. 29-11-1619 Ten versoucke van Cornelis Jacobsz Bieman woonende tot Naeldwijc: Hebben Pieter Allertsz van der Houve out 47 jaeren jegenwoordich ambachtsbewaerder van Vlaerdinger ambacht ende Engel Engelsz out 50 jaeren, volger geweest zijnde van de ambachtsbewaerder van den voorsz ambachte, verclaert ende bij solemnelen eede getuijcht wel te weten dat den Ommering van de dijck, gelegen in den ambachte voorsz omt Carckiecx lant, streckende vande Schutkoeij tot aende jegenwoordige Maesdijc toe, bij heemraeden van Delflant is geconsenteert af te haelen ende te brengen op de voorsz Maesdijc ende dat uijt crachte van dien, niemant en vermach eenige aerde daer van haelen om op de voorsz Maesdijc te brengen van die daer eertijds gehouffslaecht zijn geweest, dan met consent van den gerechten van Vlaerdinger ambacht voorsz Verclaeren noch dat sij deposanten den voorsz ambachte lange tijt hebben gedient, maer dat sij noeijt en hebben gehoort dat de here van Arenberch daer eenich recht op heeft. Verclaeren sij deposanten noch datter eenen ouden ouden dijck is leggende int Nijeuwelant ontrent ten halff wegen tusschen dese stadt Vlaerding ende de Ketel, die gebruijckt werdt bij Cornelis Corsz, in welcke voorsz Nijeuwelant den ambachtsheer van Vlaerdingen sijn gerechticheijt van de thijenden heeft. Widers nijet getuijgende. Soo waerlic most hen Godt almachtich helpen. Actum den 20 Novembris 1619. Was getekend: Jan Heijndricxz Versijde. [285]
Attestatie d.d. 29-5-1622 Ten versoucke van Adriaen Jansz Vonck metselaer als getrout hebbende Maritgen Claes weduwe was van Claes Jansz Coe (sic!): Compareerde Cornelis Meesz bijgenaemt tManneken inde Maen bouman, woonende opte Souteveen out ontrent 57 iaeren. Ende verclaerde bij eede dat hij als debiteur van de custingbrieff, bij hem den 1e Meij 1611 ten behouve van de voorsz Maritgen Claesdr verleden voor de gerechte van Vlaerdinger ambacht, houdende drije duijsent tachtich gulden, over de coope van de landen ende wooninge daerin verhaelt, in volle voldoeninge van de gereede penningen, alle ontrent binnen acht weecken nae date vant verlij betaelt heeft verscheijde partijen aen Pieter Allersz van der Houve bouman in Vlaerdinger ambacht als stijefvader ende gecoren voocht van de voorsz Maritgen Claes, de somme van seventien hondert gulden ende niet aende voorsz Maritgen off ijemant anders. Mitsgaders dienvolgende d'selve betaelde alsdoen gedaen teijckenen te hebben op ten rugge vande voorsz brieff. Gevende voor redenen van wetenschappe dat hij all voor date vant voorsz verlij ten huijse van sijn swager Vrijes Jansz hem Pieter Allersz in minderinge en ter goeder reeckenen van de voorsz gereede penningen, teender somme aentaelde drije hondert gulden ende weijnich dagen daer nae noch twee hondert gulden, seggende bij de selve betalenden geen penningen te willen tellen voort dat hem deposant gelevert soude sijn behoorlijcke opdrachtbrieff. Twelcke eenige dagen daerna geschiede, dat hij dienvolgende op ten dach vant verlij hem Pieter Allersz noch telde soo veel penningen datter noch aende gereede termijn bleef staen ontrent 120 gulden. Verclarende voorts gesien te hebben dat hij Pieter Allersz wtte ontfange penningen datelijck aentaelde eene Grietgen Centen weduwe, ontrent seven hondert gulden ende de resterende 120 gulden daer na betaelt te hebben. Zulcx dat alle de penningen binnen 8 weecken als vooren waren betaelt. Actum ten overstaen van de schout ende ondergeteijckende schepen den 29-5-1622. Was getekend: bij mij Frans Dircxz. [286]
Attestatie d.d. 28-9-1631 Ten versoucke van de Cathuijsmeesteren der stede Schiedam: heeft Pieter Allertsz van der Houve wonende binnen deser stede, verclaert ende getuijcht waerachtich te sijn dat hij getrout hebbende Neeltgen Aertsdr doenmaels weduwe van Claes Jansz Vercroft, met de selve weduwe te huwen heeft gehadt seeckere woninge ende landen in Vlaerdinger ambacht ende onder de selve drije margen lants geleegen op Vlaerdinger woutt, van outs genaempt het Cruijselant. Welcke drije margen lants hij comparant daer naer heeft vercocht aen Joris Arijensz, vleeshouwer tot Delft, vrij ende sonder eenige belastinge. Doch dat hij getuijge de naem vant voorsz Cruijselant alleen heeft van hooren seggen tott oude persoonen die daer bij seijden dat het voorsz lant de naem voorsz hadde becomen tot oirsaecke dat voor haer tijden opt selve lant was begaen een nederlage, ende dat daeromme opt voorsz lant ware gestelt een cruijs, ende daer naer geheeten t'Cruijselant. Verclaert mede dat hij getuijge aende voorn. requirant wel heeft betaelt een rente van drije ponden Hollants siaers, maer dat hem getuijge niettemin is onbekent dat de deselve rente is verseeckert op de voorsz drije morgen, alsoe hij de voorsz rente met de woninge ende landen indistinctelijcken hadde genomen tot sijnen laste. Actum coram Mr. Jeremias Noijkens schepen. Was getekend: J. Noijkens. [287]

5424. JAN (JOANNES) JANSSONE VAN WAESBERGHE, geb. Breyvelde (Grootenberge) onder Zottegem 1528 [288] of 1534 [289] , ovl./beg. Rotterdam (in het hooge koor der Grote Kerk) 9/11-4-1590, boekdrukkersleerling bij Jan Verwithaghe (ca 1553), poorter van Antwerpen 5-7-1555 als boekdrukker en verkoper van Breyvelde (Beervelde),[290] vrijmeester in de boekhandel en boekdrukkunst, lid van het St. Lucasgilde (mei 1557), boekverkoper en boekdrukker op Onser Liever Vrouwen Kerckhof en op de Lijnwaetmerct in "Het Schildt van Vlaenderen". In januari 1569 wordt hij gevangen genomen in verband met het drukken en verkopen van verboden psalmboeken en het bijwonen van de predikatien der Hervormden. In mei 1570 wordt hij op borgtocht vrijgelaten na een request van zijn vrouw aan het Hof te Brussel. In 1583 koopt hij de drukkerij vanouds genaamd "Roodenborg" in de Korte Cammerstraat. Hij vestigde zich in 1588 te Rotterdam na de verovering van Antwerpen in 1585 door Parma. Hij gaf in zijn Antwerpse tijd ruim 50 boeken uit. Hij tr. Antwerpen (voor?) ca. 1556

5425. ELISABETH JANSDR ROELAN(D)TS, geb. vóór ca. 1535, ovl./beg. Rotterdam (in het hooge koor der Grote kerk) 17-9-1595;(¥)

COMMENTAAR(¥) Registratie bij de Weeskamer 18-9-1595 [291]. ZOEK OP.

Drukkersmerken van Jan van Waesberghe (ca. 1528-1590). Randschriften: Literae immortalitatem pariunt (De letteren brengen onsterfelijkheid voort)
Bron: Ref. [292]

klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 13-1-1569 wordt Jan van Waesberghe door de schout van Antwerpen ervan beschuldigd "overmits hy nyettegenstaende den eet die hij solemnelijck gedaen heeft in handen mijns Heere den Marckgraef (...) van getrouwe te syne den Heyligen Catolycken geloove der Roomsche Kercke, ende besunders in alle diligentie hem te wachtene in eenige overtredinge van de placcaeten op stuck van boeckprinters, boeckvercoopers oft boeckbinders gemaeckt (...), duerende de predicatie van de Sectarissen derselver faveur ende assistentie te dragen ende te doene, ende dat doende huer sermoonen te frequenteren ende oyck te printen ende te vercoopen verboden psalmboecken". Jan van Waesberghe ontkent echter "pure et simpliciter, ende bysondere dat hy eenige continuatie van verboden predicatien gedaen te hebbene, dan dat hij in 't passeren ende voerby gaen de predicatie forte fortuna, gelyck meer andere, die gehoort heeft sonder dat hy met opsetten wille om die te hooren derwaerts gegaen is, ontkennende oyck eenige Psalm van Datenus gedruckt te hebbene oft oyck eenige andere verbode boecken". Hij zal bovendien tonen een goed katholiek te zijn [293].

Op 27-7-1570 verschijnt hij te Antwerpen voor Plantijn, die verklaart dat "Jehan van Wassemberghe, demourant en ceste ville d'Anvers, s'estant comparu devant moy, m'a premièrement monstre de lectres d'admission (...) et davantage autres lectres d'attestation de son absolution et reabilitation selon la grace du St. Siege Apostolique, de sa bonne fame, renommee et foy catholique (...). Et estant examine, a dict avoir aprins chez Jan Verwithaghe environ deux ans en l'an 1553 et ensuivant [294].
In 1576/77 verklaart Jan van Geelen, gesworen boeckprinter ende boeckvercoopere, Deken van den boeckprinters, dat zijn mede-Deken Dierick Vander Linden "is vermoort geweest van Spaenschen soldaten". Hij verzoekt het Stadsbestuur een nieuwe Deken te benoemen uit de volgende kandidaten: Daniel Vervloet, Anthoni Thielens, Peeter Beelaerts en Jan van Waesbergen. [295]
Op 17-4-1594 bekennen Willem Pietersz, schoemaecker, en Maeycken Roelants wonende te Rotterdam, schuldig te zijn "aen Elisabeth Roelants weduwe van wijlen Jan van Waesberge wonende nu buyten Rotterdam" 90 Car. gld. aan penningen, geleend onder verband van 10 Car. gld. aan lijfrente op naam van Maeycken Roelants, met als onderpand een huis en erf toebehorend de weduwe van Adriaen van Breusegem te Antwerpen, genaamd Mayken de Meire, en aan haar gelegateerd door Pieter van Breusegem de Oude.[296]

Op 17-2-1598 compareren "Jan van Waesberghe, boekverkooper ende Margrieta van Bracht, zijne vrouw, Philips de Grave, boeckverkooper, met Barbara van Bracht, zijne vrouw, ende Jan van den Velde, schoolmeester, met Maria van Bracht, allen woonende tot Rotterdam voor henselven ende hen sterck makende voor Pieter van Bracht, haer broeder, alle kinderen van Pieter van Bracht ende Heyltgen Matheusdr. van Postele, ende oversulcx erffgenamen van Goyvaert van Postele, haer grootvader". Zij machtigen Jan van Eijck, wonende in de Vryheyt van Thurnhout, om voor hen over te nemen het hun competerende gedeelte "in de hoeve, landen, heyde ende weyde daaraen behoorende, genaempt de groote Hoeve, gelegen bij Thurnhout" [297].

Op 8-11-1600 zijn Mr. Hans van den Velde en Philips de Grave "geordonneert voochden over de naegelatene kinderen van Margriete van Bracht, daer vader aff is Jan van Waesbergen, boeckvercoeper alhier". [298].

5426. PIETER VAN BRACHT(¥), woont verm. te Turnhout (voor 1598).

5427. HEYLTGEN MATTHEUSDR VAN POSTELE.

COMMENTAAR(¥) Is er een verband met de Dordtse familie Van Bracht (zie kw. nr. 5556 , en [301])?


Titelpagina van Spiegel der Schrijf-Konste (1605) door Jan van den Velde (1569-1623). De titel op de titelpagina van het boek is geschreven in Van de Velde's schoonschrift. Het ontwerp voor de omlijsting van de kalligrafie was van de hand van kunstenaar Karel van Mander.
Drukinkt op papier. 27,5 x 33 cm.
De eerste druk werd uitgegeven door zijn zwager Jan van Waesberghe (zie kw. nr. 2712 ).
Bron: Rijksprentenkabinet, Amsterdam.
Illustratie uit Spiegel der Schrijf-Konste (1605) door Jan van den Velde (1569-1623).
Tekst: "Desen circul is gemaeckt van Jan de Velde, sonder passer".
Bron: Rijksprentenkabinet, Amsterdam.

klik op plaatje(s) om te vergroten

Gravure door Jacob Matham van Jan van den Velde (1569-1623) op 36-jarige leeftijd.
Datering: 1605.
Bron: Ref. [328]

klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 17-2-1598 compareren "Jan van Waesberghe, boekverkooper ende Margrieta van Bracht, zijne vrouw, Philips de Grave, boeckverkooper, met Barbara van Bracht, zijne vrouw, ende Jan van den Velde, schoolmeester, met Maria van Bracht, allen woonende tot Rotterdam voor henselven ende hen sterck makende voor Pieter van Bracht, haer broeder, alle kinderen van Pieter van Bracht ende Heyltgen Matheusdr. van Postele, ende oversulcx erffgenamen van Goyvaert van Postele, haer grootvader". Zij machtigen Jan van Eijck, wonende in de Vryheyt van Thurnhout, om voor hen over te nemen het hun competerende gedeelte "in de hoeve, landen, heyde ende weyde daaraen behoorende, genaempt de groote Hoeve, gelegen bij Thurnhout" [329].

Op 8-11-1600 zijn Mr. Hans van den Velde en Philips de Grave "geordonneert voochden over de naegelatene kinderen van Margriete van Bracht, daer vader aff is Jan van Waesbergen, boeckvercoeper alhier". [330].
Op 15-4-1634 dragen Jacob de Mars notaris alhier, mede namens zijn zwager Lodewijck Pijn, weduwnaar van Elysabet de Mars, alsook voor Grietgen de Mars, zijn zuster, en procuratie hebbende van Lodewijck Pijn als voogd over Jan en Harmen de Mars zijn minderjarige broers, allen erfgenamen van hun ouders Jan de Mars en Cornelia Jacobsdr, over aan Pieter van Waesberghen, boekvercooper, een vordering van tachtig gulden op Jan van de Velde. De akte is opgemaakt in herberg het Swijnshoofd. [331]

"De witte koe" door Jan van de Velde (II) (ca. 1593-1641).
Datering: 1622
Ets en gravure. 16,9 x 22,6 cm
Tekst (vertaald): "Nauwelijks is de nacht voorbij, of deze ijverige boer drijft zijn bokken en zijn koe van het platteland naar de stad, terwijl hij kippen op zijn schouders draagt. Het zware werk is licht voor hem, zo lang hij beladen met veel geld huiswaarts keert."
Locatie: Rijksprentenkabinet, Amsterdam.
"Stilleven met hoog bierglas" door Jan van de Velde (II) (ca. 1593-1641).
Datering: 1647
Olieverf op paneel. 64 x 59 cm
Locatie: Rijksmuseum, Amsterdam.

klik op plaatje(s) om te vergroten

"Stilleven met roemer, fluit, aarden kruik en pijpen" door Jan van de Velde (III) (1619/20-1662).
Datering: 1651
Olieverf op doek. 69 x 89,5 cm
Locatie: Rijksmuseum, Amsterdam.
"Stilleven" door Jan van de Velde (III) (1619/20-1662).
Datering: ca. 1653
Olieverf op paneel. 14,4 x 12 cm
Locatie: particuliere verzameling.

klik op plaatje(s) om te vergroten

5436. HARMAN HENRICKSZN VAN RAMSDONCK, parentatie niet bewezen. tr. Utrecht RK, schepenen 16-7-1586

5437. WEIJNTGEN WILLEMSDR, parentatie niet bewezen. uit dit huwelijk vermoedelijk :

5438. WILLEM AERTS SOEST.

5446. CHRISTOFFEL VAN LANGERAK, ovl. na 1560, goudsmid (1542, 1535), woont te Leiden (1585), tr. vóór 13-12-1555[336]

5447. ELISABETH ADRIAENSDR SCHRIECK.

Christoffel van Langerak wordt vermeld in het morgenboek van Zoeterwoude van 1542. Hoewel hij, getrouwd zijnde met Lijsbeth Schrieckendochter, op 13-12-1555 van zijn broer Jan van Langerak, getrouwd met Clemens van de Weede, een huis en hofstede met daarachter twee 'cameren', gelegen aan de westzijjde van de Oudegracht op de zuidhoek van de 'Brantstege', heeft gekocht lijkt het er op dat hij daar met zelf heeft gewoond. Want op 15-2-1560 verkopen Christoffel van Langerak en zijn vrouw Elisabeth Adriaensdr Schrieck voornoemd huis a1 weer aan Hendrick Roelofsz, kistenmaker. [337]
In 1585 blijkt hij een huis, gelegen aan de westzijde van de 'Nieuvvensteech', in Leiden te bezitten, dat hij omstreeks 1590 heeft doorverkocht aan Pieter van Heussen, goudsmid. Hij wordt genoemd op 29-3-1586 in een belending van een tuin, gelegen bij de 'Naakte sluis' te Zoeterwoude. Het ziet er dus naar uit, dat hij op jonge leeftijd Utrecht heeft verlaten en zich in Zoeterwoude of Leiden heeft gevestigd. [338]

5448. JAN (CAPERMAN?), geb. vóór ca. 1545, alleen bekend uit het patroniem van zijn zoons.

COMMENTAAR(¥) Twee dochters van Anthony Lenaertsz Ruijchrok te Dirksland noemen zich Capmans (1606, 1625).[343] Is er een verband?

5450. CORNELIS MAARTENSZ (CUIJPER), geb. vóór ca. 1540, ovl. 1599/1600, schepen van Geervliet (1564) (samen met Bouwen Maartensz, zijn broer?), bezit 26 gemet land in Oud Hoenderhoek te Geervliet (1597),[408] is borg (1597), belender te Geervliet in Oud- en Nieuw-Hoenderhoek (1597), in Nieuw Noordeland (1597) bij de Deurlo (1598), Weg Regtuit (1598), in Tolland (1600), tr. vóór ca. 1575

5451. PIETERTJE ARIENS, ovl. 1604-1606, als de weduwe van Cornelis Maartensz belendster bij de voormalige kapittelgoederen (1600), aan de Weg Regtuijt (1603).

In een ongedateerde akte (sept/okt 1597?) verzekeren Cornelis Maartensz, Aren Aalbrechtsz te Geervliet en (doorgehaald: Pieter Claasz Proeije) Jan Elandtsz te Spijkenisse t.b.v. de weeskinderen van Cornelis van der Nath en Weijntje van Opmeer een erfrente van ƒ 80.10.- per jaar op Cornelis Maartensz' 26 G in Oud Hoenderhoek (belend o. Joris Willemsz, n. de Hoenderhoekseweg, z. de Oudhoenderhoeksedijk, w. Jan Claasz) welk land reeds is belast met een rente t.b.v. de Zusters te Monnikendam. Nog op diens 10 G weiland achter zijn huis (belend n. dit huis, o. en w. Frans van Bodegom, z. de weeskinderen van Andries Cornelisz Vogelaar met bruikwaar, w. nog Claas Arens). Mede-voogd over de kinderen is mr. Cornelis Jan Barendszz, die de hoofdsom van ƒ 1400 fourneerde. In marge: op 22-9-1614 is deze brief vertoond, gekwiteerd door J. van Swaneburch als rentmeester voor juffr. Cornelie van der Nath en hier geroyeerd. w.g. Cornelis Jansz secretaris. [409]
Op 11-2-1598 transporteert Cornelis Maartensz aan Hendrik Jansz op de Conijndijk 2 lijnen land (belend w. de wezen in Den Haag, n. de Bronckhorsten, o. de Grafelijkheid, z. Joost Huigen aan de Conijndijk en het hoofje waar Hendrik Jansz' keet op staat). [410]
Op 12-2-1599 bekent David Jansz Caperman, schepen, aan zijn schoonvader Cornelis Maartensz een schuld van £ 1000,-- wegens koop van een huis (belend o. Cornelis Maartensz huis en erf, w. het gasthuis met het stadhuis, n. 's heren weg). Geroyeerd in 1615. [411]
In een ongedateerde akte (juli 1600?) verzekert Cornelis Jansz Potte t.b.v. Pietertje Ariens weduwe van Cornelis Maartensz Cuijper een schuld van £ 200,-- op zijn huis (belend o. en z. de Hoogstraat, w. de haven, n. Govert Jansz kuiper). [412]
In een akte met onleesbare datum (sept. 1600?) komen voor Pietertje Ariens weduwe van Cornelis Maartensz met Frans Cornelisz, haar zoon, en ??. In marge: opgehouden en niet gepasseerd. [413]
Op 28-12-1606 transporteert Daniel Roelofsz van Proeije, mede-schepen, als curator in de boedel van wijlen Cornelis Maartensz en Pietertje Ariens aan Cornelis Jansz secretaris een kustingbrief t.l.v. Eeuwit Ariens Corvynck, verzekerd op een huis etc. bij de Landpoort. [414]
Op 28-12-1606 transporteren Curatoren in de boedel van wijlen Cornelis Maartensz en Pietertje Ariens aan jhr. Charles van Mathenesse een kustingbrief t.l.v. Aalbrecht Cornelisz smid, verzekerd op een huis en erf in de Hoogstraat. [415]
Daniel Roelofs van Prooijen, burgemeester, en Cornelis Jansz, secretaris van Geervliet, worden genoemd als curatoren in de boedel van wijlen Cornelis Maartensz en Pietertje Ariens (1607).[416]
Op 13-1-1609 verkoopt David Gijsbrechtsz van Mathenesse, stedehouder van de schout van Geervliet, voor Daniel Roelofsz van Prooije als curator in de boedel van wijlen Cornelis Maartensz en Pietertje Ariens en ten laste van Maarten Cornelisz buiten de Landpoort als gecondemneerde: - 8 G 180 R in Nieuw Noordeland (belend z. Paulus van Beresteijn, w. dijk en buitenblok van Jan Claasz, n. de Maas, o. Jonge Cornelis Ariens Compeer), - dijken, gorzen en aanwassen achter Nieuw Hoenderhoek (belend o. Paulus van Beresteijn en Craeijesteijn c.s., z. de Bernisse, w. Craeijesteijn met zijn gorsingen, n. de kinderen van wijlen Cornelis Jacobsz Cuijper). Koper is Paulus van Beresteijn. [417]
Op 18-6-1615 verzekert Aalbrecht Cornelisz smid t.b.v. Paulus van Beresteijn, oud-burgemeester van Delft, een losrente van ƒ 33 per jaar op een hoofdsom van ƒ 550 op: - 8 lijnen weiland genaamd Blommendaal aan de Dankertseweg (belend o. de weg, z. Lambrecht Hendriksz met bruikwaar, w. Jacob Jacobsz nu bij naasting Jacob Jansz, n. Hendrik Jansz) - 7 lijnen aan de Doorlo (belend w. de Doorlo, n. het weeshuis in Den Haag, o. Adriaan Fransz en Pieter Lenaartsz met bruikwaar, z. Jacob Jacobsz). Op dit land zijn verhaalbaar gerechtskosten van Trijntje Cornelis en Maritge Davids voor de gemene erfgenamen van zaliger Cornelis Maartensz en Pietertje Ariens. [418]

5484. = 10764. CORNELIS JACOBSZ VAN VELDEN.

5485. = 10765. MARIA POLS VAN DER MIJE ARENTSDR.

5536. NN TARGIER. Hij is vermoedelijk identiek met Jacob Jochumsz Tergier vermeld 1579.

Op 16-1-1579 verklaart Jacob Elbertsz, 's heren dienaar in de secretarie van Dordrecht, dat hij op verzoek van Jacob Jochumsz Tergier, ongeveer veertien dagen tevoren gearresteerd heeft een zekere Maerten de Vrunt, die op het punt stond uit Dordrecht te vertrekken. Maerten heeft beloofd, dat hij Dordrecht niet zal verlaten voordat hij Jacob Tergier heeft "voldaen met recht oft gemoede." [464]

Twee sonnetten door Joachim Targier, gepubliceerd in Het schilder-boeck Karel van Mander, Haarlem, 1604.
klik op plaatje(s) om te vergroten

5540. ADRIAEN (JOCHEMS) VAN GENT [479], geb. vóór ca. 1551, ovl. vóór 5-1-1590, "treedt zelfstandig op 3-9-1576 te Tiel,[480], heeft 6-6-1579 een geschil met zijn moeder, die zich beklaagt over zijn eigenmachtig optreden in geldzaken met betrekking tot haar lijftocht,[481]", tr. (verm. ca. 1578)

5541. CATHARINA VAN TOEVEN (TOEFFEN) [482], ovl. na 30-7-1598, compareert als wed. van Adriaen Jochems van Gent te Tiel 5-1-1590,[483] en 30-7-1598 [484] , tr. 1o [485] DIRCK VAN RIEMSDIJCK, ovl. (Tiel?) 15-3-1575 ("zijn vrouw in zwangere toestand achterlatend" [486]), zn. van Jacob Dirksz van Riemsdijck(¥) en NN Willem Pauwelszdr [487], [488].

Adriaen van Gent(h) vermeld in de Schepen Signaten Tiel 1570-1583 f133v, f194, Schepen Signaten Tiel 1585-1589 f18, f35v, f39v-124-127.
Dirrick van Riemsdijck vermeld in de Schepen Signaten Tiel 1570-1583 f90 en f111v, Schepen Signaten Tiel 1585-1589 f96.


COMMENTAAR(¥) De erven van Jacob van Riemsdijk (deze?) worden genoemd als belender in Leeuwen te Wamel [489].

5544. JACQUES JACQUESZ TERWEN(¥), geb. vóór ca. 1555, betaalt in 1580 als Jaecques Teruwe ƒ 8,-- 50e penning te Dordrecht voor een huis op De Gevulde Gracht dat hij voor 25 gl. huurt van de weduwe van Rochus Woutersz, timmerman,[493] tr. vóór 1580[494]

5545. HEILTGE HENDRIKSDR PRINS(EN), ovl. na 1603 (mogelijk ovl. Dordrecht doopsgez. 14-12-1645 als "Heijlge Jaques Teruwen"). Zij wonen te Dordrecht sinds 1580. Hij is borg in 1591 voor Hendrik de Prins (zijn schoonvader ?), wonend te Luik.[495] Deze is verm. Henry le Prince, "née á Anvers, demeurant á Liége depuis 14 á 15 ans, ayant acquis le 24 juillet 1590 les métiers des févre, des drapiers et d'autres". [496] .

COMMENTAAR(¥) Hij is mogelijk verwant aan ((klein)zoon van?) Jan Aertsz (van) Terwen, geb. Teruenne (?) 1511, ovl. Dordrecht 1589, beeldhouwer, die het eikenhouten koorgestoelte in de Groote Kerk te Dordrecht vervaardigt (1538-1542).[497]
Volgens Ref. [498] is er geen verwantschap met Abraham Philipsz Terwen van Antwerpen, schrijnwerker, hertr. Dordrecht 1594, als wednr. van NN, Lijsbeth Aert Woutersen.
Een mogelijk verwant is voorts : Rogier Tarwe vermeld in 1566 op de List of those of the reformed religion who signed the accord at Ypres 20-9-1566, before the magistrates, according to the agreement made with them by the prince Van Gavere, count of Egmont etc.. [499]


Eis d.d. 24-7-1694 voor het Gerecht van Utrecht tegen Johannes van Veen inzake verleiding en bezwangering van Geertruyd Cornelisdr Vernoy.[554] Hun kind wordt beg. Utrecht 3-12-1695 ("een onecht kind van Johan van Venen bij Geertruy Cornelis. Geertruy zelf wordt beg. Utrecht 25-1-1696 ("het kind van Cornelis Vernoy).
klik op plaatje(s) om te vergroten

5546. CORNELIS JANSZ(¥), ovl. Dordrecht doopsgez. 3-6-1633 ("Cornelis Jansz, diaken dienaar", van Dordrecht, kuiper (1592-1608), azijnmaker (1602-1633), tr.eedt op als voogd over het weeskind van zijn broer Pieter Jansz (1610-1618), diaken bij de Doopsgezinde gemeente te Dordrecht, betaalt in 1626 als Cornelis Jans, asijnmaecker, £ 26,-- 1000e penning te Dordrecht voor een huis in het Thiende quartier beginnende vant Vischcoopershuijs op de Cleijne Vischmerckt tot den huijse ende brouwerije genaempt de Seven Sterren aen wedersijden vande Voorstraet,[596] tr. 2o vóór ca. 1600[597] NN, otr. 3o Dordrecht (schepenen) 13-5-1605[598] PIETERKE PIETERSDR, j.d., wonende te Dordrecht, dr. van Pieter NN en Lijsbeth Gielisdr, tr. 4o voor 1614[599] GOOLKEN JANSDR, ovl. Dordrecht 29-3-1640, huw. get. (1614, 1632), otr. 1o Dordrecht (schepenen) 22-10-1592[600]

5547. TRIJNTJE THONISDR REPELAER, geb. vóór ca. 1570, ovl. 1596-1605, van Dordrecht.

COMMENTAAR(¥) Volgens ms. Terwen[601] "bijgenaemt 't Geusje (...) zijnde 't Geusje een bijnaam aan sijn vader gegeven in de tijd van de Spaense Inquisitie, als wanneer enige burgers bijeen waeren, die ondereen uytriepen, indien ymand Geus wil worden die steek sijn vingeren op, en omdat dese Kornelis sijn vader d'eerste was, gaf men hem de bynaem vant Geusje." Echter, "Met de bijnaam 't Geusje werd hij overigens niet aangetroffen en het lijkt onwaarschijnlijk dat deze op hem betrekking heeft, dit naar zijn geschatte leeftijd gerekend. Hij trouwt nl. in 1592 en het hier bedoelde voorval zal, voor wat Dordrecht betreft, voor 1572 moeten hebben plaatsgehad."[602]

Wapen Repelaer (voor de adelsverheffing van 1816) : In groen een zilveren lepelaar, bek en poten van goud. Helmteken: de lepelaar tussen een vlucht, rechts groen, links zilver. Dekkleden: zilver en groen.[603]
1594. In de Kleine Spuistraat: Cornelis Jansz, kuiper, huurt van de erfgenamen van Reijer Jacobz.[604]

25-1-1597. Adriaan, Huich en Herman Repelaer Anthoniszonen, Cornelis Jansz, als man en vooogd van Trijntge Repelaers Anthonisdr en Anthonis Arentsz als man en voogd van Heijltge Repelaer Anthonisdr, zich sterk makende voor Marijcke Repelaer Anthonisdr, allen erfgenamen van Aechge Anthonisdr. Repelaer, transporteren aan Anthonis Willemsz, wijnkoper, de helft van een huis c.a., genaamd De Gouden Leeuw, staande over de Tolbrug, aan de poortzijde te Dordrecht, tussen het huis van Jacob van Diemen en dat van Jacob Govertsz, verkopers aangekomen door de dood van Aechge Anthonisdr. (Repelaer) voornoemd, van welk huis de genoemde Anthonis Willemsz de andere helft bezit.[605]

30-3-1602. Cornelis Jansz, azijnmaker, koopt van Aert Reyniersz c.s. een huis, staande in de Kleine Spuistraat te Dordrecht, tussen het huis van Cornelis Pietersz, stebode (stadsbode) en dat van Laurens de spelmaker, alsmede een ledig erf, daar tegenover gelegen, waarop de genoemde Cornelis Jansz tegenwoordig azijn maakt.[606]

5-1-1605. Olivier van de Vinck, procuratie hebbend van Frans Theunisz, wijnkoper, en Maritgen Theunisdr (Repelaer), echtelieden, verbindt ten behoeve van Cornelis Jansz, azijnmaker, de erfenis, die de genoemde Frans Theunisz is aangekomen door het overlijden van Aechtgen Thonisdr (Repelaer), die huisvrouw was van Theunis Willemsz, wijnkoper, evenals de besterfenis die deze laatstgenoemden is aangekomen door het overlijden van Heyltgen Thonisdr (Repelaer), die huisvrouw was van Thonis Adriaansz, pontgaarder, beiden zusters van de genoemde Maritgen Thonisdr (Repelaer), wegens 694 gl. van geleverde wijn, die Frans Theunisz aan Cornelis Jansz schuldig is.[607]

1-3-1607. Thonnis Ariensz, pontgaarder, die getrouwd is geweest met Helena Anthonisdr Repelaer, verklaart dat zijn vrouw, in haar testament van 18 juni 1604 voor notaris Balis, aan haar broeders, en zusters 600 gl. had gelegateerd. Daarom verkoopt hij aan Adriaan Repelaer Anthonisz, zijn zwager, voor diens portie die hem in deze 600 gl. toekomt. 7 car. gl. losrente op een huis c.a. staande op de hoek van de Pelsebrug te Dordrecht, tussen deze brug en (het huis van) Maarten Balen, met gelijke brief op Hugo Repelaer, Herman Repelaer, de nagelaten kinderen van Marijke Repelaer, verwekt bij Frans Anthonisz, en op Cornelis Jansz als getrouwd hebbend Trijntken Repelaer.[608]

4-5-1608. Cornelis Jansz, kuiper, koopt van Fransken Alewynsdr., weduwe van Gerard Jansz, molder. een huis c.a. staande op de hoek van de Grote Spuistraat (en de Voorstraat) te Dordrecht, tussen het huis van Theunis Cornelisz, schoenmaker, en 's Herenstraat.[609]

17-11-1610. Adriaan Repelaer Anthonisz, schepen in wette, en Hugo Repelaer Anthonisz, voor zichzelf en als ooms en bloedvoogden van de nagelaten weeskinderen van Catharina Repelaer Anthonisdr, verwekt bij Cornelis Jansz, azijnmaker, en mede voor het nagelaten weeskind van Herman Repelaer Anthonisz zaliger, Cornelis Jansz, azijnmaker, als actie en transport hebbend van Frans Anthonisz, te samen voor de ene helft, en Quintijn Pietersz van der Velde, bakker, en Pieter Albertsz, hoedenmaker, voor zichzelf en tevens vervangende en zich sterkmakende voor Janneken Meeusdr, weduwe van Hans Wilder, Aaltgen Meeusdr, weduwe van Frederick van Dousburch en eveneens, voor de achtergelaten kinderen van Willem Meeusz, voor de andere helft, allen erfgenamen van zaliger Thonis Willemsz, in leven wijnkoper te Dordrecht, verkopen aan Geerit Veder, een huis c.a. waar uithangt Gulick, staande bij de Tolbrug aan de landzijde te Dordrecht, tussen het huis van Jan de Braemaecker en dat van Gilles van Luffelen.[610]

12-10-1612. Inventaris van de nalatenschap van Herman Repelaer, weduwnaar, koopman, overleden 21 nov. 1609. Aldaar, op blz. 175: Cornelis Jansz, azijnmaker alhier "compt goet p. obligatie" van 500 gl. hoofdsom en van intrest 8 gl. 7 st., te samen 508 7 st. [611]

15-6-1613. Cornelis Jansz, azijnmaker, voor zichzelf voor drie-vierde deel en als oom en voogd van het weeskind van Pieter Jansz, zijn broeder, en Adriaan Cornelisz, als behuwdoom van dit weeskind voor een vierde deel, verkopen aan Arien Huigensz, kuiper, een huis c.a., staande in de Vriesestraat te Dordrecht. tussen de Ploegkapel en het huis, van Cornelis Jansz en het weeskind, beiden voorgenoemd, elk voor een gelijk deel aan de andere zijde.[612]

9-10-1623: Crispijn van Outgaerden voor zichzelf, Jan Ariensz, steenhouwer, mede voor zichzelf en als vervanger van zijn broers en zusters, verkopen aan Cornelis Jansz, azijnmaker, twee-derde delen in een vierde deel van een geheel huis c.a., genaamd Het Avontmael, waarvan de koper de overige delen reeds bezit, staande in de Vriesestraat te Dordrecht, tussen het huis van Maarten Thonisz en dat van Aafken Hermansdr.[613]

13-10-1632. Testament van Cornelis Jansz, azijnmaker, en Gooltgen Jansz, echtelieden. Hij noemt zijn jongste zoon, Cornelis Cornelisz van der Fles en zijn vooroverleden zoon Thonis Cornelisz die gehuwd was met Mayke Dirksdr (van Oosterwijk). Zij noemt haar beide kinderen: Claus Cornelisz (van der Fles) en Cornelis Cornelisz (van der Fles). Zij stellen tot voogden: Jan Cornelisz (Vijgenboom), voorzoon, en Jacques Terwen, zwager (lees schoonzoon) van de testateur.[614]

4-4-1634. Scheiding van de nalatenschap van Cornelis Jansz zaliger. Jan Cornelisz (Vijgenboom), Jacques Terwen getrouwd met Janneke Cornelisdr, voor zichzelf en als voogden over Cornelis Cornelisz (van der Fles), onmondig weeskind van Cornelis Jansz zaliger en Goolken Jansdr, echtelieden, alsmede over Dirk Theunisz (van Oosterwijk), nagelaten weeskind van zaliger Theunis Cornelisz en Mayke Dirksdr (van Oosterwijk), echtelieden, en Nicolaas Dirksz (van Vianen), getrouwd met Heyltgen Cornelisdr, alsmede Nicolaas Cornelisz (van der Fles) als vervanger van Willem Dirksz van Oosterwijk die getrouwd is met Pieterke Cornelisdr, allen kinderen en erfgenamen van zaliger Cornelis Jansz. Jan Cornelisz (Vijgenboom) verkrijgt het huis c.a. staande in de Kleine Spuistraat, tussen het huis van de erfgenamen van Cornelis Pietersz, stadsbode, en dat van wijlen Laurens de spelmaker. Nicolaas Dirksz (van Vianen) verkrijgt het huis, genaamd Het Avontmael, staande in de Vriesestraat, tussen het huis van Maarten Thonisz kuiper. en dat van Cornelis Jansz, huistimmerman. Nicolaas Cornelisz (van der Fles) verkrijgt het huis genaamd De Asijnfles, staande op de hoek van de Grote Spuistraat (en de Voorstraat), belend door de Spuistraat en het huis van Cornelis Burgers, met de azijnplaats daartoe behorende, gelegen in de Kleine Spuistraat, tussen de stadsgracht of gemene gang en het huis van Jan van der Burch. [615]

5550. PIETER HENRICXSZ VAN ERVERVELT\*, tr. vóór 1600

5551. TANNEKEN (VAN) HULSEN, parentatie niet bewezen.

COMMENTAAR(¥) Het lijkt erop dat "van Ervervelt" een toponiem is, verwijzende naar de plaats Elberfeld bij Wuppertal (D).

5556. GERRIT GERRITSZ CUYP, geb. Venlo ca. 1565 [653] , beg. Dordrecht Grote Kerk 15-5-1644 [654] ("deftig" vanuit de Tolbrugstraat [655] ), glaesmaecker, glasschrijver of glasbacker, grof- en fijnschilder te Dordrecht, maakte in opdracht der stedelijke regeering van Dordrecht in 1597 het glas voor de St. Janskerk te Gouda, in 1605 voor de kerk te Woudrichem (voor ƒ 180,--) en in 1618 voor de nieuwe kerk te Niervaart of de Klundert (voor ƒ 100,--),[656] lid van het St. Lucasgilde te Dordrecht op 19-1-1585 (entreegeld 5 nobelen in 5 termijnen) [657], boekhouder (1606-1608) en deken (1608/09) van het St. Lucasgilde,[658] woont in de Nieuwe Tolbrugstraat (Waterzijde) (1594) [659], pacht een tuin buiten de St. Jorispoort,[660] betaalt in 1626 als Gerrit Gerritsz, glaesmaker, £ 1,-- 1000e penning te Dordrecht voor een huis in de Tollebrugstraet,[661] otr./tr. 2o Dordrecht 9/30-6-1602 [662] EVERIJNKEN ALBERTSDR, ovl. Dordrecht 22-4-1622, wed. van Herman Jansz, hellebaardier. tr. 3o Dordrecht 2-7-1623 [663] of 3-7-1623[664] . HAESGEN HENRICK LAUWERENSDR, beg. Dordrecht Augustijnenk. juli 1624. wonende in de Grote Spuistraat te Dordrecht (1623), tr. 4o Dordrecht 3-12-1624 [665] AEGKE(N) ARIAENS, ovl. Dordrecht Grote Kerk dec. 1624, wed. van Jan Pietersz Blom, schipper uit 'De Monnik' bij het Groothoofd te Dordrecht. otr./tr. 5o Dordrecht 26-10-1625/nov. 1625 [666] ANNEKE TIELMANSDR (VAN BRACHT), ovl. (Mül)bracht 1654/55 [667], wed. van Gerrit Stoffels, dr. van Tielman Pleunisz, afkomstig uit Bracht in het land van Gulik [668], woont (1625) ten huize van haar broer Herman Tielmanse van Bracht, laekenvercooper te Dordrecht, en (1652) te (Mül)bracht [669], otr./tr. 1o geref. Dordrecht Augustijnenkerk 20-1/3-2-1585[670]

5557. GEERTKEN MATTHIJSDR, ovl. Dordrecht 1601 en door de gezamenlijke gildebroeders ten grave gedragen, otr. 1o BERNAERT PELGRIMS, ovl. vóór 1585.

"Als Geraert Geraertsz glaesscryver int gildt quam in den Swarten Arent met die ghemeen gesellen verdroncken op den 19en January 1584(¥) : 3 pond 10 gulden", betaling van 5 Engelse nobels á 2 gld. 10 st. [671].

COMMENTAAR(¥) Oude stijl, dus ten rechte 1585


"Gerit Geritzs, glaesscriver betaalt 3 st. voor een knecht" [672].

"Geraert den glaesscryver betaalt 10 st. voor eenen leerjongen" [673].

Gerrit Gerritsz Cuyp maakte in opdracht van de stadsregering van Dordrecht in 1596/97 het glas voor de St. Janskerk te Gouda, in 1605 voor de kerk te Woudrichem voor ƒ 180,-- en in 1618 voor de nieuwe kerk te Niervaart of De Klundert voor ƒ 100,--. Uit de thesauriersrekeningen blijkt dat hij grote bedragen (ƒ 824,--) ontving voor het repareren van glazen en het maken van beschilderingen [674].
Boedelinventaris van Everina Aelberts (12-7-1622): "Staetken jnt Corte, ten begeerte van Mr. Gerrit Gerritssz, glaesbacker, Gemaeckt vuijt den jnventaris byden selven Mr. Gerrit met sijn eijgenhant gescreuen, en opten xij.e Julij 1622 ter weescamere jn Dordrecht geexhibeert vande goederen nagelaten bij Everina Aelberts zijne laetste huysvrouw zulcx sij de selve goederen metten voorsz Mr. Gerrit jnt gemeen hadde....". Hierin worden o.a. de volgende schilderijen genoemd :
  • Item een schilderije voor jnt huys van Jacobs leer aldaer open gelaten, Maer alhier bijden (ver)sz mr Gerrart gewaerdeert op 12--
  • Item ij geschilderde hondekens mede aldaer nyet gewaerdeert maer alhier gestelt op een tot 0-8-
  • Item een geschildert doots hooft met een kinden mede aldaer nyet gewardeert, maer alhier tot 1-10-
  • Item een schilderije van Abraham mede aldaer nyet gewaerdeert, maar alhier gestelt, gelijck hij Gerrart dat heeft gecost tot 2-10-
  • Item jnde koken iiij schilderijen, mede aldaer nyet gewaerdeert, maar alhier genomen tstuck tot xxiiij sts 4-16-, jnde koken
  • De schilderije van (ver)loren soon bijde erffgenamen jn hare (ver)sz verhooginge gestelt, zeijt den (ver)sz Gerrart te sijn begrepen onder de voorsz iiij partijen, dus hier 0--
  • Item opde achtercamer volgende de (ver)sz verhooginge negen schilderijkens, daer onder den (ver)sz Gerrit Gerritsz seijt te sijn een schilderije van Esechiel mede nyet gewaerdeert maer wert alhier gestelt op xxx gl js 30--
  • Item het conterfeytssel van hem met sijne voorsz huysvrouw, de welcke hij sustineert nyet behoot te werden geexstimeert, Maer is den voorsz Gerrit te vreden, dat de (ver)sz kinderen naer haer nemen hare (ver)sz Moeder, mits dat hij behoude sijnne (ver)sz contrefaictsel, dus hier 0--
  • Item vijff cleene pinneelkens sonder lijsten mede bijde voorsz erffgenamen nyet gewaerdeert, maer bijde voorsz Gerrit Gerritssz genomen (hoe wel de selue soo veel nyet sullen gelden) tstuck tot xxx sts 7-10-
  • Item noch een schilderijken van een doots hooftken, met een kindeken, mede aldaer nyet vuytgetogen, maer alhier om redenen genomen op 2--
[675]
In juni 1652 machtigen de kinderen van Lysbet Tielmansdr (van Bracht) en Herman Tielmansz (van Bracht) hun oom Jan Tielmansz van Bracht en tante Anneke Tielmansdr van Bracht, "tegenwoordigh woonende tot Mulbracht in't lant van Gulyck" tot verkoop van huis en erf van wijlen hun vader Tielman Pleunisz. [676]

Portret van een acht maanden oude jongen geschilderd door Jacob Gerritsz Cuyp (1594-1651).
paneel, 32,5 x 26,5 cm,
Datering: 1646
Locatie en bron: Dordrechts Museum

klik op plaatje(s) om te vergroten

5558. BALTEN VAN HORICK, ovl. Dordrecht doopsgez. 28-4-1637 (als Balten van Horick den Ouden), betaalt in 1626 als Balten van Herick in de Harders (?) £ 1,10 1000e penning te Dordrecht voor een huis in de Vriesestraet,[698] tr.

5559. NN, ovl. Dordrecht doopsgez. 15-11-1635 ("Balte van Horick den oudens huisvrouw").

In het Register van de 50e penning Dordrecht 1580[699] komt zesmaal een Balten voor van wie vooralsnog geen verband met Balten van Horick is gevonden:
Balten Cornelisz huurt van Thonis Pouwelsz om 36 gl. ƒ 11-10-4
Balten van Goch int Paradijs ƒ 14
Balten Thijssz schipper eigen ƒ 8
Balten Willemsz orologijmaker ƒ 4
Balten Claesz schoenmaker huurt van Thonis Jansz. om 30 gl. ƒ 9-10-4
Balten Mathijsz zeemtouwer in de Raempt ƒ 8
Deze laatste woont in 1626 het dichtst in de buurt van de Voorstraat, en zou indetiek kunnen zijn met Balten van Horick.

Het huis waar het hier om gaat wordt in de volgende akte ook genoemd:
Op 22-10-1618 compareren Hubrecht Bordels, burger van Dordrecht, als procuratie hebbende van Mariken Jaspersdr, weduwe van Abraham Baltensz, wonende te Gorinchem, blijkens procuratie gepasseerd voor Jasper Jansz van Peursum, notaris te Gorinchem, op 25 okt.(sic!) 1618, mitsgaders Anneken Scheij, weduwe van Isaack Baltensz met haar gekoren voogd in deze. Zij transporteren aan Pieter Aertsz, molenaar, een huis, erf en toebehoren achter het Bagijnhof genaamd den Grooten Raempt. Waarborgen: Hubrecht Bordels en Jan van Dongen. [700]

Nog een Balten:
Op 2-7-1603 verkoopt Lijsken Pijeters, weduwe van Balthen Mathijsz, voor 600 gl. aan haar zoon Pijeter Jansz een huis op de Riedijk, staande tussen het huis van Michijel Pouwelsz en dat van Andrijes Cornelisz, kleermaker. [701]

5628. PETER CORNELIS LEEU, geb. Sprang, ovl. Sprang 1591,[703] woont te Sprang in de Nieuwstraat, tr. vóór ca. 1590

5629. ENGELKE JANSDR, ovl. Sprang na 26-11-1616 (erfdeling),[704]

ORA Sprang: Scheijdinge ende deelinge aengebrocht bij Huijbrecht Claess x Jenneken Driess ter eenre ende Maeijken Peeterss x Tonis Andriess geassisteert met Peeter Andriess de Widt, swager, ende Cornelis Peeterss Leeu, broeder, ter andere zijde van een geseet ende huijsinge etc hen aengecomen van hun ouders, 23-5-1628. [705]

5664. EVERT MAESSEN VAN VELTHUYS DEN JONGHEN, geb. vóór ca. 1580, ovl. 1633, van Ede-Veldhuijzen, landbouwer, pachter van 'Slijpkruik' (1613-1632) en 'Velt-Huys' (1627-1633).

5824. WALRAVEN VAN STEENHUYS, geb. vóór ca. 1545, ovl. vóór 1596, heer van Oploo, parentatie niet bewezen, tr. 1o [709] NN VON ZEVEL (VON DER HOVE), tr. 2o vóór ca. 1570[710] [711] EVA VAN ERWITTE VAN EBBERINCKHAUSEN (TOT ELBING), ovl. na 1576, dr. van Diederik von Erwitte von Ebbinckhoven en Adriana van Lüninck.

Wapen Van Steenhuys: in zilver een rode keper, in de schildvoet vergezeld van een rode ring.[712]

Nakomelingen van Godevaert van Steenhuijs

Wapen Steenhuijs: in zilver een roode keper vergezeld in de schildvoet van een roden ring.[721]


I

Ia. Gode(vae)rt van Steenhuijs, geb. 1585, ovl. 1647. Heer van Oploo, Ambtman van de Grave en het Land van Cuijck (.. 1603..1637..), koopt (volgens diverse bronnen in 1607, 1614, of 1636) de heerlijkheid Oploo, tr. 1o 8-1-1596[722] [723] [724] [725] Elberta van Honnepel gend. Impel, dr. van Elbert van Honnepell te Groen en van Anna van Wilsum (of van Catharina (Sophia) van Wittenhorst?), otr./tr. 2o Grave geref. 30-9-1630 /in Holland 2-10-1630[726] Johanna van Kerpen, ovl. Haps 11-1-1662, beg. Haps. Zij hertr. Overasselt 2-6-1649 Eiso Huninga van Oostwold, commandeur van het Fort te Voorn.[727]

Op 22-7-1647 vond een magenscheid plaats tussen de weduwe en erfgenamen van Godert Van Steenhuys en 1. de Ed. vrouwe Maria Duyts, weduwe van ritmeester Justinus van den Broeck, geassisteerd door Elias Vorsterman, 2. Jhr. Marco Anthonie de Besco, nagelaten zoon van Capt. de Besco en 3. Anna, Maria Magdalena en Elisabeth Duyts.
Op 2-11-1647 werd aan Johanna van Kerpen een verklaring van erfrecht afgegeven. Zij werd geassisteerd door Johan van Rijmsdijck [728]
    Uit zijn eerste huwelijk:[729]
    Uit zijn tweede huwelijk:[730]
    Uit (een van) deze huwelijken verder:[731]
  • c. Joncker Elbert van Steenhuys, otr./tr. Grave geref. dec. 1621/26-1-1622[732] [733] Maria van der Hoeven, ovl. 1672? dr. van Henrich van der Houven zur Hoven und Polwick en van lucretia von Smülling zu Polwick.
  • d. Agnes Elbert van Steenhuys, tr. Wilm von Tuil zu Bulkenstein.
  • e. Anna van Steenhuys, ovl. 1610.


II

IIa. Walraven (Walraaf) van Steenhuijs tot Aert, ovl. na 1650, katholiek, (ook Walraven van Steenhuys tot Oploo), heer van Oploo (1618), heer van Aerdt, koopt de molen aldaar 27-5-1646,[734] en het slot (toen niet meer dan een ruïne) in 1647, waarna hij een nieuw huis liet bouwen,[735] dat in 1657 gereed was,[736] en tot 1722 binnen de familie Van Steenhuys bleef, landdrost van het Graafschap Berg, doopget. (1644) tr. 1o 1623[737] Jeane (Johanna) van Bocholtz. Vrouwe tot Aldenhoven, (bij wie katholiek nageslacht), dr. van Jurgen (George, Jurriaan) van Bocholtz, heer van Aldenhaeff, landdrost der graafschap Zutfen, richter te Doesburg, drost van Bredevoort, en Wilhelma (of Cunne?) van Erp,[738] otr. 2o 27-5-1637[739] en tr. 2o 's Heerenberg geref. 11-6-1637 (hij als Walraven van Steenhusen tot Oploo, get. NN Bronckhorst van Oosterholt tot Aalst) Geertruid(t) (van) Hackfort, geb. vóór ca. 1595, ovl. na 1650, eerst weduwe van Gerrit (Geurt) van Meeckeren (ovl. 1634, huw. 1616), daarna van Johan van Bronchorst tot Oosterholt (huw. 1636), dr. van Floris van Hackfort tot Schaffelaer en Agnes Botter van Snellenberg.[740]

COMMENTAAR(¥) De betiteling 'heer van Oploo' komt bij het geslacht Steenhuys reed enige generaties voor deze Walraven (nr. IVa) voor en was aan een bezit in het Land van Cuyk te danken. [741]

IIb. Ludolph van Steenhuijs, ovl. 19-3-1680, beg. Heumen ("met 16 kwartieren"), jonge man, Ambtman van Grave en het Land van Cuijk en Majoor van een regiment paarden (1642), Heer van Oploe, Heumen, Malden en Florenstein, Drost van de Grave en het Land van Cuijck, dat zijn vader aan hem opdroeg in 1637, Cornet 1630, Luitenant-Generaal van de Cavalerie in Staten Dienst, Gouverneur van Grave, ontvangt Oploe van zijn vader 1645, verdraagt zich met zijn broeder Walraven van Steenhuijs tot Aert, die hem Oploe en het goed te Lijnden cedeert (1648), testeert 1677, otr. Nijmegen geref. 6-3-1642 (get. Ritmeester Randwijck, met Proclamatie te Grave) otr. Grave 16-3-1642 tr. 26-2-1642[743] Anna van Randwijck van Rossum, geb. Nijmegen 15-10-1623, ovl. 16-10-1705, beg. Heumen (bij haar man), jonge dochter (1642), maakt met haar broer Frederick Hendrik van Randwijck een magescheid (1663 en 1675), dr. van Jacob van Randwijck, Heer van Rossem, Heeselt en Gameren en Jkvr. Genevieve Marie van der Noot-Risoir.

Op 25-2-1642 worden huwelijksche voorwaarden gesloten tussen Ludolph van Steenhuijs en Anna van Randwijck. Zijn huwelijksvrienden zijn : Walraven van Steenhuijs tot Oploe, Godefroij van Steenhujjs, Heer tot Oploe, Bernard van Steenhuijs Thoe Bekestein, Lt.-Colonel. Aan haar zijde getuigen: Genevieve Marie van der Noot, Douairière van Randwijck, Lamoraal van der Noot, Heer van Risoir, Sergeant-Majoor van een Regiment Cavalerie, Frederick Hendrik van Randwijck, Heer tot Rossem, Rutger van Randwijck, Ritmeester en Rutger van Till, Luitenant te Paard.[744]
    Uit dit huwelijk (in 1677 kennelijk 3 kinderen in leven (Walraven, Geertruid Albertina en?) over wie de ouders op 8-1-1677 boedelscheiding maakten):
  • a. Jacob van Steenhuijs, ovl. 1672 (ongehuwd), heer van Malden en Rume.


III

IIIa. Godert van Steenhuys, ovl. 1-12-1663, beg. Aerdt ("met 16 kwartieren"), wordt op 7-10-1658 met Aerdt beleend, tr. 1658 (huw. voorw.)[748] Theodora Vijgh tot Isendoorn, dr. van Joost Vijgh van Isendoorn, raad en stadhouder der leenen van het vorstendom Gelder en graafschap Zutfen en extra-ordinaris gecommitteerde ter vergadering der Staten-Generaal, en Anna de Cock van Opijnen.

IIIb. Walraven (Walraet) baron van Steenhuijs (Heumen), geb. 1660? (doop niet te Grave gevonden), ovl. 17-5-1722. Heer Van Ubbergen, Randwijk, Malden, Heumen, Oploo en Beek, verkrijgt in 1677 Heumen, Malden, Oploo en Florenstein, ambtman van de Over-Betuwe (1718-1722),[751] drost van Grave en Cuijck tr. 1687[752] [753] Lucretia Louise baronesse van der Noot (van Risoir), ovl. 1739, vrijvrouwe van Heumen, Malden en Oploo, dr. van Lamoraal III van der Noot, Heer van Risoir, Sergeant-Majoor van een Regiment Cavalerie, en Cecilia Tamminga. Hieruit verder nageslacht bekend. Zij hertr. Heumen en Malden 21-5/6-6-1723 Alexander Stuart, majoor der Schotten.[754]

Op 16-3-1691 sluit Johan Herman Voëller een ruilovereenkomst met Walradt van Steenhuijs, Heer van Heumen, Malden, Oploo en Risoir, en diens vrouw Lucretia (van der) Noot. Mede in ruil voor de Heerlijkheid Risoir, deed Voëller afstand van de volgende goederen die onder de Nijmeegse jurisdictie lagen: 454 morgen bouwland op het Hogeveld, het ene groot 2 morgen gelegen aan de Sandkuijl, het andere van 2½ morgen gelegen in het Galgenveld langs de weg naar St. Anna; 10 hont bouwland gelegen in Hees, en tenslotte een kamp weiland van 2 morgen, geheten de Bauven Streuvel, in de Circul van de Ooy aan de Kaedijk ofwel het Meer.[755]
De HwelGeb: Walrad Baron van Steenhuys, Vrijheer tot Heumen, Malden en Oplo, Amptman, Richter en Dijckgraaf der stadt Grave en Lande van Cuyck in des Ampts van Overbetuwe en Vrouwe Lucretia Baronesse van der Nooit E.L. betyuijgen op den 25-4-1719 ten ofstaan van Erffp: Johan van Trijst en Albert van Verssen voor eene somme van vierhondert gulden opgedragen te hebben aan Wolter ten Hengel en Barbara de Ram E.L. en haren Erven een parceel weijlants gelegen in ‘t Circul van der Oije aan de Langhstraet groot omtrent seven hondt gehorende onder het Rijck van Nijmegen, belend O. de Geerfdens van der Oije, W. Verspijck, Z. de gemene straet, N. Nijs van Cleeff, sijnde vrij eijgen erff en goedt en met gheene als gemeene lants lasten beswaert, bekennende onterft te sijn, met belofte te sullen vrijen en waeren, en allen Voorcommer aff te doen als Erffcoops recht is. Coopspenn: 400 gl. en is den 40. penn: betl. met 10 gl. Regm. den 24-5-1719 [756]
In 1719 verkopen Walrad baron van Steenhuys en Lucretia van der Noot echtelieden, aan Roelof Mos en Elsken Boom(s), echtlieden, de papiermolen in de nabijheid van de Wylerberg of Startjeshof, met vrije toevoer van water, en een weiland van 4 morgen, genaamd Eckskamp, in de vrijheerlijkheid Beek.[757]
    Uit dit huwelijk (o.a.?):
  • a. Genoveva Maria barones van Steenhuijs, vrouwe van Heumen, Ubbergen en Oploo, tr. Tiel juli-nov. 1722[758] Bernhard graaf van Weideren, geb. 1700, ovl. Nijmegen 10-3-1770, lid ridderschap Kwartier van Nijmegen 1723, als lid der Staten-Generaal naar Engeland 1729 met Justus van Effen, die zijn leermeester/gouverneur was geweest, als secretaris, stadhouder van lenen en voogd van Valkenburg, ambtman, richter en dijkgraaf van de lande van Nijmegen, zn. van Johan van Weideren, heer van Ubbergen, Valburg en Oudenhoorn, lid ridderschap Nijmegen, lid Staten-Generaal, ambtman, richter en dijkgraaf van de Nederbetuwe, curator van de Gelderse Hogeschool, en van Odilia Louise van Steeland(t). Hieruit verder nageslacht bekend.
    Op 16-5-1752 beslist de Gelderse Landdag over een verzoek van Bernhard van Welderen en zijn echtgenote Genoveva Maria van Steenhuis om toestemming tot ontbinding van hun huwelijksgoederengemeenschap en bewilliging in de scheiding van goederen en schulden. Verzoek toegestaan. Verplichting tot publicatie in hun beider woonplaatsen en in de steden van deze provincie. [759]
  • b. Anna van Steenhuijs, geb. 22-8-1688.

5856. PETER NOLENS (DE OUDE), ovl. 1599-1609, maasschipper en koopman, koopt op 23-1-1574 een lospacht terug,[760] in acten vermeld (1581..1599), tr. 2o [761] PETRISSE NN. Zij hertr. (voor 1609) Thijs Bronckerts, uit Eijsden, waaruit kinderen. Hij tr. 1o [762]

5857. MEYKEN (KNOPPEN).

In 1545 is Peter Nolens belender te Ool. [763] Het is ondduidelijk of het hier bovenstaand kwartier betreft dan wel een van diens verwanten.
Op 17-10-1581 wordt van Peter Noelens, als rechtsopvolger van Jan Knop van Eisden, gerechtelijk geeist zeker kapitaal met de verlopen rente overeenkomstig een obligatie dd. 2-3-1579 [764]. Op 24-4-1582 converteert hij deze schuld in een hypotheek op zijn goederen die te Eisden zijn gelegen [765]. Op 9-1-1582 eist Peter Noelens voor de schepenbank van Eisden voldoening van een geldvordering, herkomstig van Jan Knoppen, en ter zelfder rechtszitting wordt van Peter Noelens, als vertegenwoordiger van zijn echtgenote Meijcken (Maria) de voldoening van een geldschuld gevorderd [766] . Mogelijk is dus, dat Maria, de vrouw van Peter Nolens, een dochter was van Jan Knoppen[767] .
Op 21-1-1585 werd "Peter Noelens van Eysden" te Maastricht gegicht in een huis gelegen langs de Maas aldaar, welk huis hij geerfd had van wijlen Gertrudis Claessen, de echtgenote van Thonis Rutten van Keer en zuster van zijn moeder [768]. De ouders van Petrus Nolens zijn dus een echtpaar Nolens-Claessen geweest.
De laatste vermelding van Peter Nolens gevonden is van 22-1-1599 [769].
Uit een akte van 13-12-1611 blijkt dat zijn weduwe hertrouwd was met zekere Thijs Bronckerts van Eisden en uit dit laatste huwelijk reeds verschillende kinderen had, zodat wel moet worden aangenomen dat zij voor 1609 hertrouwde [770]. Ook moet uit deze laatste akte geconcludeerd worden, dat Peter Nolens de Oude, gelijk hij na zijn overlijden meestal genoemd wordt, zelf ook tweemaal huwde. Immers zijn vrouw wordt in de akte van 13-12-1611 genoemd Petris en niet Maria (Knoppen?), terwijl hij blijkens dezelfde akte bij testament een erfrente vermaakt had aan zijn kinderen verwekt met Petrisse. Deze nadrukkelijke wilsbeschikking is eerst zinvol wanneer Peter Nolens de Oude ook nakomelingschap had uit een ander huwelijk. De tweede echtgenoot van Petrisse, weduwe van Peter Nolens, nl. Thijs Bronckaerts, hoorde tot een echte maasschippersfamilie [771].
Aangaande het beroep van Petrus Nolens de Oude getuigt een verklaring dd. 22 -2-1644, afgelegd voor de schepenbank van Eisden t.b.v. zijn kleinzoon Geurt Nolens, dat "Peter Noelens den ouden grootvader van den voornoemden Geurt over vele jaeren geleden is geweest stuerman op den stroom vandie Maese, de welcke veele jaeren tot synen sterffdach toe heeft continuelycken vele ende menige schepen affgesteurt paiselijck ende vredelijck sonder eenich obstakel" [772]. Daarnaast blijkt uit een proces in 1589 gevoerd voor de schepenbank Eisden tussen Peter Noelens en Claes Tyckens, dat Peter Noelens te Maastricht. tijdens het beleg door Parma in 1579, een partij "coolen" van Simon Symons had verkocht voor 96 dalers [773]

5858. (NELIS) NN.

5872. = 5856. PETER NOLENS (DE OUDE).

5873. = 5857. MEYKEN (KNOPPEN).

5874. = 5858. (NELIS) NN.

5880. WILLEM FRAMBACHS (DE OUDE), ovl. Breust 22-7-1638, rentmeester (1594) en ontvanger (1598) van het Kapittel van St.-Maarten uit Luik, secretaris van Breust, doopget. (1626),[777] tr. 2?) voor 1623 CORNELIA NOPPIS, ovl. na 1656, tr. 1?) 1595[778]

5881. MARTHA PELSERS, ovl. (voor 1623?).

In 1594 procedeert Willem Frambachs als rentmeester van de kapellanen van St.-Maarten uit Luik voor de Schepenbank Breust tegen Peter Thonissen over een grondrente. [779]
In 1598 procedeert Willem Frambachs als ontvanger van Kapittel van St.-Maarten uit Luik voor de Schepenbank Breust tegen Geeren Heufkens en consorten over tienden, (grond)renten, kapoenen en overige cijnsen. [780]
In de 16e eeuw (na 1598) procedeert Willem Frambachs voor de Schepenbank Breust tegen Gelis Lemmens uit St.Geertruid over een vergoeding wegens vruchtgebruik. [781]
In 1611 procedeert Melchior Oest voor de Schepenbank Breust tegen Peter Huyn, Hendrick Aerdts en Willem Frambachs over een pand. [782]
In 1612 procedeert Melchior Oest uit Berneau voor de Schepenbank Breust tegen Willem Frambachs over preferentie bij een vordering. [783]
In 1615 procedeert Wilhelm Frambachs voor de Schepenbank Breust tegen Aert Bruels uit Eckelrade over een cijns. [784]
In 1618 procedeert het Kapittel van St.-Maarten uit Luik voor de Schepenbank Breust tegen Willem Frambachs over het gebruik van een hof. [785]
In 1625 procedeert Willem Frambachs voor de Schepenbank Breust tegen de Gemeentenaren van Breust over een schadevergoeding betreffende militaire vorderingen en inkwartieringen. [786]
In 1627 procederen de Officier en Willem Frambachs voor de Schepenbank Breust tegen Anna Ryckelts, echtgenote van Piere Bustin over een belediging. [787]
In 1638 procedeert Maria Rijckelts voor de Schepenbank Breust tegen Willem Frambachs de Oude over een schuldvordering. [788]
In 1656 procedeert Hustin als ontvanger van Kapittel van St.-Maarten uit Luik voor de Schepenbank Breust tegen Cornelia Noppes weduwe van Willem Frambachs over een pacht (appel in Luik). [789]

6016. TEUNIS PLEUNEN VAN DER WIEL, geb. ca. 1580, ovl. 1625-1638, ambachtsheer van Half-Niemantsvrient (Sliedrecht), betaalt 10 pond 500e penning te Sliedrecht 1627,[799] tr. ca. 1605[800] of ca. 1610,[801]

6017. COMMERTGEN CORNELIS BAEN, geb. Sliedrecht ca 1583, ovl. vóór 1655, tr. 2o NN.

6018. AERT VINCK.

6036. DIRK CLAESSEN CRIMPEN, tr. Streefkerk 29-10-1589[803]

6037. MARITGEN CORNELIS LOUWEN.

6038. JAN BASTIAENSE, geb. ca 1577, tr.[805]

6039. METGEN JANS, geb. ca. 1583.

6040. PIETER JANSZ, geb. ca. 1574, tr. ca. 1605 NN.

6272. HILLEBRANT VAN MUNSTER, geb. vóór ca. 1560, ovl. vóór 1602, vestigt zich als messemaker, afkomstig uit Duitsland, te Zwolle,[808] tr. vóór ca. 1585.

6276. DERCK CLAESEN, geb. vóór ca. 1550, ovl. na 1600.

6278. JAN ARENTSEN, geb. vóór ca. 1555, ovl. vóór 1600.

6688. JOHANNES PALTHE (de oudere), geb. Schuettorf, ovl. Bentheim (D) 1564, vermeld (1515-1564), secretaris van de Graaf van Bentheim, ("ab anno 1515 des abgestorbenen Grafen Everwins Amanuensis (=secretaris) und Diener gewesen und bis auf das Jahr 1564 als ein Sekretarius gedient hat" [809]), "führt die Jahresrechnung" (1539) voor de Graaf van Bentheim [810], heeft landerijen te Bentheim in eigendom (zie NL), tr. 2o Bentheim 11-11-1541 GEZEKE HOLTERMAN(S)(¥), die in aktes wordt vermeld 1541-1588. tr. 1o tussen 1525 en 1530

6689. (JUTTA) NN[811], ovl. vóór 1541.

COMMENTAAR(¥) Zij is mogelijk verwant aan Hinrich Holterman, Richter te Nordhorn (1467-1491) [812]
of aan
Heinrich Holtermann, geb. 1549, ovl. 1613. Dr. jur. utr., Geheim Rat und Hofrichter in Tecklenburg, tr.[813] Anna von Bentheim, (aus einer Nebenlinie des Grafenhauses). Hieruit verder nageslacht bekend.

Matini 1541: huwelijksvoorwaarden te Bentheim tussen Johannes Palthe en Gezeke Holtermans. Er is sprake van voorkinderen, als dedingsfrunde zijn oa. aanwezig Bernhardus Palthe, procurator to Vrendeswesen en Antonius Palthe.[814]

Het Kornschreiberhaus (Bütkamp 14, in het historische centrum van Burgsteinfurt) in 2006. Dit uit het begin van de 17de eeuw daterende vakwerkhuis was van 1617-1658 in het bezit van de gräfliche Kornschreiber Michael Oeglein. In 1673 vererfde het op zijn zwager Dr. Arnold Palthe en schoonzuster Anna Palthe.
Foto: 2006.
Bron: Ref. [840]

klik op plaatje(s) om te vergroten

Fragment PALTHE I

Everwinus Palt(h)enius (Palte), geb. vóór ca. 1615, schoolmeester te Rolde (1632-1645),[857] geref. lidmaat te Groningen met attestatie van Rolde juni 1637,[858] woont in de Zwanestraat (1642, 1643), Gelkingestraat (1645, 1646) te Groningen, tr. 1o voor 1639 Magdalena Brucheri, geb. Rees a/d Rhein (D) vóór ca. 1620, ovl. 1646-1648, dr. van Ds. Hubertus Brucherus, uit de Paltz afkomstige predikant te Haren (1615-1657) en Noordlaren, en Elisabetha NN,[859] [860] otr. 2o Groningen 8-1-1648 (get. voor haar Popke Bartolts als neve) Sibeke Onnes, geb. vóór ca. 1615, wed. ((huw. 1632) van Ds. Johannes Lamberti, praeceptor der Latijnsche scholen te Appingedam en predikant te Siddeburen (1634-1644).[861]
      Uit zijn eerste huwelijk (Paltenius-Brucheri):
    • 1. Ds. Everwi(j)nus Palthenius, geb. 1638/39(¥), ovl. Harkstede 14-2-1679[862], geref. lidmaat in de Popkenstraat te Groningen sept. 1656,[863] ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Groningen 16-2-1656 ("Everwinus Palthenius, Groninganus, a. 17, Phil. Gratis propter avum d. Brucherum pastorem in vicina ecclesia Harensi."),[864] beroepen tot predikant te Noorddijk 2-12-1668 en te Harkstede in 1676,[865] [866] [867] bevestigt Ds. Rudolfus Helperi als predikant te Engelbert (1672),[868] otr. Groningen 17-10-1668 (hij als Everhardus Pathenius !, get. voor haar Ruldophus Helperi als neve) Anna Lubberts, geb. vóór ca. 1640, ovl. na 1690, wed. van Lauwerens van Buiren (uit welk huwelijk o.a. een voorzoon Harmannus van Buiren), woont in de Folkingestraat te Groningen (1662..1665), vertrekt in juni 1680 van Harkstede naar Stad Groningen,[869] huw. get. (1690).

      COMMENTAAR(¥) Doop niet gevonden te Groningen, maar hij is duidelijk een zoon uit dit huwelijk omdat uit zijn universiteitsinschrijving blijkt dat zijn grootvader Brucherus predikant is in het naburige Haren.
        Uit dit huwelijk:[870] [871]
      • aa. Magdalena Palthenius, ged. Noorddijk 18-10-1669[872].
      • bb. Elijsabeth Palthenius, ged. Noorddijk 13-2-1672[873], geref. lidmaat te Groningen op belijdenis juni 1690,[874] otr. Groningen 20-1-1698 (get. voor haar Harmanus van Buijren als broeder) Helmer Renewarf (Rennewerf), woont in de Kromme Elleboog (1698, 1699), Zwanestraat (1702..1708) te Groningen, huw. get. (1704). Hieruit verder nageslacht bekend (6 kinderen gedoopt te Groningen 1698-1708).
      • cc. Margaretha Palthenius, ged. Noorddijk 19-5-1674, ovl. na 1739, geref. lidmaat te Groningen op belijdenis sept. 1692,[875] als Margaretha Palthenius, weduwe Ritzema, geref. lidmaat te Niekerk met attestatie van Groningen 22-6-1739,[876] otr./tr. Groningen 12/29-7-1704 (get. voor haar Helmer Renewerf als swager),[877] Help(e)rich Ritzema, geb. ca. 1680, beg. Groningen 13-4-1736, afkomstig van Groningen(1704), geref. lidmaat te Groningen maart 1691, zilversmid,[878] woont aan de Folkingestraat (1705, 1707), bij het Collectehuis (1708), aan de Breede Markt (1711, 1713) te Groningen, zn. van Hermannus Ritzema, advocaat, en Anna van Munster. Hieruit verder nageslacht bekend (6 kinderen gedoopt te Groningen 1705-1715).
    • 2. Elisabeth Paltenius, ged. geref. Groningen A-kerk 25-3-1642, ovl. jong?
    • 3. Hubertus Paltenius, ged. geref. Groningen A-kerk 29-12-1643, otr. Groningen 28-1-1665 (get. voor haar Jacob Jacobs als nabuir) Geertruit Jansen, afkomstig van Westerborg (1665).
    • 4. Joannes Palten, ged. geref. Groningen A-kerk 1-5-1645.
    • 5. Elisabeth (Lijsbeth) Palt(h)enius, ged. geref. Groningen Martinikerk 17-6-1646, geref. lidmaat te Warffum als Elizabeth Palthenius, j.d. Kockmaagd van de Heer Trip, met attestatie van Groningen 8-7-1683,[879] afkomstig van Groningen (1684), otr./tr. Groningen 21-6/10-7-1684 (get. voor haar Leendert Eldercamp als goede bekende) Jacob Corver, afkomstig van Lübeck (1680, 1682, 1684), wednr. van Maria Jacobs (huw. voor 1667), Margrietha Walcker (huw. 1680), Elsien Frederiks (huw. 1682).[880]
    • 6. Margreta Palthenius, geb. vóór ca. 1645, filiatie niet bewezen,(¥) geref. lidmaat in de Popkenstraat te Groningen maart 1660.[881]

      COMMENTAAR(¥) Haar filiatie is niet bewezen, maar bij haar belijdenis in 1660 woont zij in de Popkenstraat evenals 5 jaar daarvoor (haar broer?) Everwijn.

Fragment PALTHE II

Everwi(j)n Palthe(¥), geb. 1609, ovl. 20-2-1669 (?), burgemeester van Enschede (na 1627, 1643,..),[882] tr. na 1639[883] Sara Anna (Sandarina/Sandrina) van Straelen, ovl. na 1671, wed. van Everhardt van der Mark, richter van Enschede, woonde te Oldenzaal,[884] doopget. (1671).

COMMENTAAR(¥) Is er een verband met :
Everwijn Palthe, geb. vóór ca. 1640, weduwnaar wonend te Oldenzaal (1668), otr./tr. Zwolle geref. 5-9/20-10-1668 (in margine: "proclamaties gaen te Oldenzael, bruijdegom moet erfuijting doen, erff is gedaan en attestatie gegeven op Oldenseel"), otr./tr. Oldenzaal geref. 13-9/14-10-1668 Catharina Klaessen (Class), weduwe wonend bij de Dieserpoort te Zwolle (1668), wordt geref. lidmaat te Oldenzaal 29-9-1668 ("Catharina Klaassen, huijsvrouw van Everwijn Palthe, met attestatie van Swolle.

Dr. Everwijn Palthe, wordt geref. lidmaat te Oldenzaal Kerstmis 1658 (M. Dr. Everwijn Palthe "Accessit in Festo nativitatis Xti Ao 1658").

Everwijn Palthe, j.m. van Deventer, soldaat onder kapitein Hendrick Nijkerck (1666, 1667), tr. Bredevoort mei 1666[885] Lijsbeth Kettjen, ged. Bredevoort sept. 1640, dr. van Henrick Kettjen en Geertruid Smits.
    Uit dit huwelijk (o.a.?):
  • a. Geertruijt Palthe, ged. geref. Bredevoort feb. 1667 (get. Henrick Gijssen, Trijntjen Kettjens, Christine Tamboer.


Op 3-9-1649 vroeg Hendrik Lucassen (te Haaksbergen?) namens zijn vrouw Hille een boete van 100 daalder "ten profijte van de armen: op te leggen aan Webbe, huisvrouw van Everwijn Palthe, die op 31-8-1649 Hille in het bijzijn van vele lieden voor "hexse ende toeveresse" had uitgemaakt. [886]

Hendrick Palthe, uit Oldenzaal (1664), otr./tr. Oldenzaal/Almelo geref. 7/21-8-1664 Gerritjen Gerrits, weduwe uit Almelo (1664).
In 1635 verkopen provisoren der stad Schöppingen het halve erve Walhoff in de Eschmarke aan Everhardt van der Marck x Sandaryna van Straelen en Johan Kost x Catharina Laersunders. [887]
Op 29-1-1639 wordt het erve Ribbelt, gelegen op de Ribbelerbrink in het noordelijke deel van de Esmarke te Enschede, verkocht door Ernst van Ittersum tot Nijenhuis aan Everhardt van der Mark, richter van Enschede, gehuwd met Sandarina van Straelen. Nadat Everhardt weinige jaren daarna is gestorven hertrouwde Sandarina van Straelen met burgemeester Everwijn Palthe. Dezen hebben het erve Ribbelt op 8-6-1663 weer verkocht aan Jenneken Vos.[888]
Op 21-6-1643 verdelen burgemeester Everwijn Palthe en Jan Oost (Cost?) te Enschede, hun tot den Walhaeve (Walhof) behoorenden vreevelt en plaggegrond, n.l. den morsch tusschen Seegelts maete en Waegelers bus, en den plaggengrond langs den nijen kamp. Oorspr. pap. 1643 Juni 21, Enschede. [889]
      Uit dit huwelijk:[890]
    • 1. Gerrit Palthen, geb. vóór ca. 1645, ovl. 1672/73, burgemeester van Enschede (1669), wordt als Gerhard Palthe, man van Meghtelt van Someren, geref. lidmaat te Neede 30-5-1669 op attestatie van Enschede, otr./tr. Neede geref. 14-3/25-4-1669 Mechteld (Magtelane) Tonisdr van Someren, geb. Deventer 1630, ovl. na 1691, (zie kw. nr. 885 ) doopget. (1668, 1678), wed. van Gerhard ten Cate, provisor te Neede, dr. van Teunis Jansen van Someren voor de Bergh poorte te Deventer.
        Uit dit huwelijk (Palthe-van Someren):
      • aa. Sandrina Palthen, ged. geref. Neede 8-10-1671 (get. Herbert Tonnissen van Someren, Sandrina de huisvrouw van Everwijn Palthen, burgemeester van Enschede en Gertien ten Caete).
    • 2. Ds. Everhardus Palthe, geb. vóór ca. 1645, ovl. Elspeet 28-3-1716[891], afkomstig van Enschede (1661) ingeschreven als student aan de Universiteit van Groningen 21-2-1661 ("Everhardus Palthe, Enscheda Transisulanus"),[892] predikant te Elspeet (1670-1711), beroepen 15-8-1670,[893] tr. vóór 1687[894] Sara van Eijbergen, zuster of dr. van Ds. Franciscus van Eijbergen en Sophia Palthe.
      Op 13-3-1690 stellen de Barneveldse ambtsjonkers een onderzoek in n.a.v. het verzoek van de predikant om ontheven te worden van de verplichting tot het betalen van de verponding over het kerkenland.[895]
      Op 28-8-1711 nemen de Barneveldse ambtsjonkers kennis van het feit dat de predikant, wegens hoge ouderdom en afnemende krachten zijn functie ter beschikking stelt. Hierop mocht hij van zijn emeritaat gaan genieten. [896]
        Uit dit huwelijk:[897] [898]
      • aa. Everwijn Palthe, geref. lidmaat te Elspeet, "is in de Heere ontslapen en geniet eeuwige ruste".[899]
      • bb. Ds. Rutger(us) Palthe, geb. Elspeet 19-11-1671, ovl. Voorthuizen 24-8-1727, bevestigd als candidaat/predikant te Voorthuizen 1709, (geen inschrijving van hem aan een van de Nederlandse universiteiten gevonden), otr. Voorthuizen 6-4-1709[900] Wilhelmina Lievens, geb. Nijkerk ca. 1671. Hieruit geen kinderen.
        Op 5-6-1720 besluiten de Barneveldse ambtsjonkers om aan de predikant tien gulden, veertien stuivers te doen toekomen zodat de weduwe van zijn voorganger de nog door haar verschuldigde belastingen aan de substituut-rentmeester van de Veluwe kan betalen.[901]
        Op 6-7-1724 wordt Ds. Rutger Palthe als voorbeeld gesteld aan zijn collega's, kerkmeesters, kosters en schoolmeesters in het ambt Barneveld, omdat hij zo keurig had gezorgd voor een opgave van alle pastorie-eigendommen en vicarieën, alsmede de opbrengsten daaruit. De anderen moesten dat nu ook maar eens gaan doen.[902]
        Op 2-7-1727 krijgt Ds. Rutger Palthe toestemming om namens de kerkvoogdij van Voorthuizen een stuk pastorieland aan de Schuerdersteegh in erfpacht te geven aan de weduwe van Henrick Otten van de boerderij "Korlaar".[903]
      • cc. Sandrina Palthe, geb. Elspeet 24-5-1674, ovl. kort daarna.
      • dd. Gerharda Palthe, geb./ged. Elspeet 28-5/4-6-1676.
      • ee. Everwijn Palthe, ged. Elspeet 13-10-1678, ovl. kort daarna?, geref. lidmaat te Elspeet, "is in den Heere ontslapen ende geniet de bruijloft des Lams".[904]
      • ff. Cuennera Palthe, ged. Elspeet 9-7-1682.
      • ff. Ds. Jo(h)annes Palthe, geb. Elspeet 25-2-1686, ovl. Elspeet 25-9-1727,[905] ingeschreven als filosofie en theologie aan de Universiteit van Harderwijk 23-9-1705 ("Joannes Palthe, Elsp.-Gelr. Ph. et Th."),[906] ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Leiden 19-8-1710 ("Johannes Palthe, Elspata-Gelrus. 23 (jaar)"),[907] proponent te Elspeet, krijgt op 3-2-1712 toestemming om bij zijn vader als hulpprediker op te treden, volgt zijn vader na diens overlijden op als predikant te Elspeet (1716-1727),[908] otr./tr. Harderwijk 7/21-3-1717[909] Agnes Eusebia Pannekoe(c)k (Pannekouck), ged. Harderwijk 26-9-1694, beg. Harderwijk 11-1-1742,[910] dr. van Johan Pannekoeck en Nicola(a) Greven.
        Op 5-7-1725 geven de ambtsjonkers van Barneveld toestemming aan Ds. Johannes Palthe om een "hofhuijsje" of "weesje" (een prieel) in de tuin van de pastorie te laten bouwen.[911]
          Uit dit huwelijk:[912] [913]
        • aaa. Sara Palthe, ged. Elspeet 15-5-1718, beg. Harderwijk 19-8-1784, geref. lidmaat te Harderwijk op belijdenis juni 1735, tr. Hierden 18-7-1743[914] Hendrik Peters Oosterbaan, ged. Harderwijk 23-6-1706, ovl. Harderwijk 21-6-1754, geref. lidmaat te Harderwijk op belijdenis sept. 1736, koopman, pachter van de visafslag,[915] zn. van Peter Oosterbaan, burgemeester, koopman, gemeensman, rentmeester te Harderwijk, en Geertruid Felbier. Hieruit verder nageslacht bekend.
          Op 3-9-1750 verkoopt Sara Palthe, echtgenote van Hendrik Oosterbaan het erve Nilant. Zij verkreeg dit als erfgename van de weduwe van Lambertus Greven. [916]
          Op 19-12-1776 verschenen voor schepenen van Harderwijk vrouwe Geertje Oosterbaan wed. van wijlen de heer Joachim Johan Geltsayer, in leven onze mederaadsvriend overdenkende de zekerheid des doods enz. legateert aan haar dienstmeid ƒ 100,- en benoemd tot haar erfgenamen de kinderen van haar broer Hendrik Oosterbaan bij Sara Palthe in echt verwekt met namen Agnes Eusebia Oosterbaan getrouwd met Dr Cramer en Anna Oosterbaan getrouwd met Dr Grebor en Geertruid Oosterbaan, getrouwd met Franciscus Martinius en Nicola Oosterbaan, nog ongehuwd, die allen egaal zullen erven en wat betreft de saalwheer van het herengoed zal diegene die dit verkrijgt de anderen een gelijke waarde uit de overige goederen doen toekomen en het gerede moet worden verdeelt en mag niet verkocht worden. [917]
        • bbb. Johan Palthe, ged. Elspeet 23-7-1719, ovl. jong.
    • 3. Joan Palthe, geb. Enschede Stad 1650-1660, ovl. na 1687, waarschijnlijk identiek met Jan Palthe, ged. geref. Oldenzaal 20-10-1658, als zoon van "Everwin en N. Palthe Borger alhier", tr.[918] Catharina Cost, geb. Enschede Stad 1650-1660, ovl. na 1687 dr. van Jan Cost en Sara Budde (zie kw. nr. 6819 sub e).

Fragmenten PALTHE III
Driemaal een Johannes Palthe, van wie de herkomst onbekend is, en van wie ook onduidelijk is of het een en dezelfde persoon betreft:
  • a. Johannes Palthenius, geb. vóór ca. 1640, afkomstig van Twente (1658), ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Groningen 7-7-1658 ("Johannes Palthenius, Tubant., Phil."),[919]
  • b. Ds. Johannes Palthe(nius), geb. vóór ca. 1635, predikant te Den Andel (1657-1659), vertrokken naar Nordhorn 1659,[920] otr. Groningen 28-3-1657 (als Johannes Palthe) (de "erentrijke") Catherina Louwens.
  • c. Joannes Palthe, geb. vóór ca. 1640, wordt geref. lidmaat te Groningen als "studiosus" met attestatie van Steinfurt juni 1659,[921]:

6760. THONIS (ANTHONY) VAN MIDDACHTEN TOT HERVELD, geb. ca. 1465, ovl. 25-2-1533, beg te Ellecom, schepen van Arnhem, tr. 1o [922] AGNES VAN REDE, dr. van Goert van Reede en Jutte van Rutenberg,[923] tr. 2o (huw. voorw. 12-10-1508)[924]

6761. Jkvr. ANNA VAN ARNHEM, geb. 17-7-1487, ovl./beg. Middachten 6/8-9-1533.

Op 12-10-1508 worden huwelijksvoorwaarden gemaakt tussen Anthonys van Myddachten en Jonfer Anna van Arnhem, dochter van Johan van Arnhem en Alijt van Bemmel. Anthonys zal de kinderen, die hij heeft van wijlen jonfer Agnese van Rede hun moeders goed bewijzen. Als de zoon van Anthonys mondig is zal hij deze voorwaarden bekrachtigen.

Op 26-5-1521 bekrachtigt Herman van Myddachten de huwelijksvoorwaarden.[925]

Op 13-12-1516 scheldt Johan van Middachten kwijt Anthonis van Middachten, zijn neef en jonkvr. Anna van Arnhem, echtelieden, ƒ 1600 afkomstig van Johan van Middachten, zijn oom.[926].

6-9-1533 obiit Anna van Aernhem, Tonis van Middachtens huisvrouw[927]. [928]

6690. ROLEF VAN DELDEN, parentatie niet bewezen, burger te Ootmarsum in 1546.[932]

6776. REINT VAN BEVERVOORDEN, volgt zijn oudere broeder Sweder op als hofrichter te Ootmarsum.[933]

6782. Dr. Mr. JOHAN HOEFSLAG(¥), geb. vóór ca. 1510, doctor J.U., hofmeier te Ootmarsum, 1544-1556, tr.[935]

6783. KATHARINA ANTHONIDR KETWICH, geb. na 1502 (onmondig in 1527).

Een Zweder Hoefslach wordt in 1520 als keurnoot te Ootmarsum vermeld. [936]

6784. GERRIT LASONDER (alias SMID, LAERSUNDER), geb. Enschede 1540-1555, ovl. Enschede 1-8-1616,[957] burgemeester van Enschede (1593-1609), tr.[958] [959]

6785. ELSKE BROUWER (alias SMITS), geb. Enschede 1560, ovl. 1611-1618, woonde te Enschede Stad.

6786. PELGRIM (PELGROM) BERENDS COST, geb. Enschede Stad 1525-1560, ovl. Gronau na 1615, woonde te Enschede Stad, tr.[974]

6787. CATHARINA NN, geb. 1535-1560, ovl. Gronau na 1614, woonde te Enschede Stad.

6790. JOHAN TICHELS, geb. 1530-1555, ovl. na 1605, woonde te Enschede Stad, tr.[976]

6791. ANNA NN, geb. 1530-1555, ovl. na 1605.

6800. ALBERT STROYNCK, geb. Delden ca. 1540, ovl. Delden 1601-1611, koopman, herbergier en kerkmeester (1588) te Delden, wordt regelmatig (1573-1587) genoemd in verband met zaken die in Delden voor de burgemeesters worden behandeld, spreekt personen aan voor het betalen van wijn (1574, 1577) en voor het terugbetalen van geleend geld (1576, 1577, 1581), treedt op als "ondelwisser" (1584), bezit grond op de Deldener Es (1585), verkoopt paarden (1586), is als Albert Stroynck de jonge provisor der armen van onser Lyeven Frouwen Gilde binnen Delden (1607),[977] tr. vóór 1586

6801. CAT(H)RIJN NN, geb. vóór ca. 1550, ovl. na 1617, die optreedt als "die weedevrouwe Stroinse" in enkele rechtzaken (1611..1617).

Op 15-12-1586 verklaren enkele personen "dat sie verkofft hadden Albert Stroynck Catharyna syner huisfrouwen und oren Erffgenamen eene jaarlijkse rente van 8 1/2 gold gulden [978].

Verpondingsregister Twenthe 1601 : Albert Stroynck betaalt ƒ 0,4,0 voor "5 spint landtz thobehoernde den erfgenamen van zaliger Henrich van Rehede, gyfft jairlicx 1 daler", in Stad Delden [979].

6804. HENDRIK TEN WAGELER, geb. Enschede Stad vóór ca. 1550, ovl. Enschede Stad 1597-1611, tr.[980]

6805. GERTKEN NN, geb. 1540-1565, ovl. Enschede Stad 1597-1610.

Stadgericht Oldenzaal d.d. Up mandach post Reminiseere 1577:[981]
Hendrick ten Wageler pent Dam Berndt.
Stadgericht Oldenzaal d.d. Up mandach post Reminiseere 1577:[982]
Hendrick ten Wageler vercofft Dam Berndts pant vor xlij st + koper ut supra et reßt

6806. ALBERT(US) DE LAER, ovl. na 1628, notaris publicus, landtschrijver, secretaris (1600, 1609), gerichtsschrijver (1597, 1598, 1609) van stad en gericht Enschede.[989] treedt op als gevolmachtigde voor het Langericht van Oldenzaal (1605, 1618), burgemeester van Enschede (1618..1622).

Stadgericht Oldenzaal:[990]
10-4-1600: Alberto de Laer vergundt die beslage up twee handtschrifften, Hanß van Werden thobehorende unnd bij Hanß Henrickß berustende. Nha Stadtrechte.
7-7-1600: Up voergaende beslage unnd darup (erfolgede) ahngefangene gerichts proceduer, heefft Hanß Henrickß, umb wijdere unkosten und schaden thovermijden, ahn handen Alberti de Laer, Secretarij oppidi Enschedensis tott vuldoninge der schult van Twee unnd vijfftich dalers sampt upgelopene intereße so hie secht, hem ahn Hanß van Veerden? Veltscherder under hopman Pherniow tho resten, avergelevert twee handtschrifften itzg Hanßen thobehoerende, die eine under datum den 29 Januarij Anno 91 spreckende van 47 daler, up Geerdt Geertß unnd Jan Janß offte Jan Roloffß, heerkommende van ennige kopenschap van koenen van .M. Henrich Calije?
Die ander gepaßeert sijnde up maendach ijnden paaschen vorß jaers 91 holdende up Geerdt Geertß, van die summa van 23 daler, allent den daler tho 30 st. unnd den st. tho viffthien placken gereckent, unnd dat under cautie offte borchloffte van Pelgrim ten Thije, dewelche ahngelaevet heefft, infal Hanß Henrickß dußer averleveringe halven ijn ennigen schaden geraeden mochte, datt hie daervoer will ijnstaen, als offte hett sijn eigen saecke wehre wehre, des belaevet Albertus de Laer obg gerortten Pelgrimmen sijnen borghe van alles dußer saecke halven schadeloes tho holden under verhijpothicieringe sijner alingen guideren In meliori forma.
9?-7-1600: Albertis de Laer Secretarius oppidi Enschedensis pendet ahn twee handtschrifften Hanß van Veerden?, veltscherder under hopman Pherniow thobehorende, ende bij Hanß Henrickß berustende.
Stadgericht Oldenzaal d.d. 8-8-1600:[991]
Octava Augusti Prosper Staven Everdt van Delden in stadt Henrichs Loelvincks Borgermeisteren.
Die Edele unnd Erentfeste Joest Nagel unnd Adolph vander Marck constitueren unnd maecken vulmechtigh den Er: wolgelertten .M. Joannen Hampßinck umb alhier bijnnen Oldenzaell voer den oick Edelen unnd Erentfesten Erensten van Ittersum Drosten zlandes van Twenthe tegens Lamberten Budde unnd Alberta de Laer umb sie luide ter frundtschap offte mett rechte daer heer tho holdenn datt sie datt erve unnd guedt Wilminck ijnt gerichte van Enschede ende der groten buermarcke liggende sollen verlaetenn unnd ijn handen der constituenten wedder stellen, unnd datt bij alsolcken bescheijde als bij den heeren Landtdrosten vorß gefunden sall konnen worden, unnd watt gerortte vulmechtiger ter bijllicheit bij consent obg heeren Drosten unnd heeren Johans van der Marck ijn dußer saecke handelen doen, unnd laeten wordt datt selve laven gemelte constituenten pro rato et grato tho wijllen holden. In meliori forma.
Verpondingsregister Twenthe 1601 :
ƒ 3,22,8 voor 't erve Wilminck, tohorende aan Albertus de Laer en Lambertus Budden. groot 7½ mude gesei en 3 mudde land in de Eschmarke te Enschede.
Albertus de Laer : ƒ 1,15,0 voor 5 scepel gesei binnen wigbolts, 1 koeweide strekkende tot 't erve Seggelt, en 7 scepel gesei gelegen buiten wigbolt in de Eschmarke [992].
Stadgericht Oldenzaal d.d. 13-6-1622:[993]
Erschennen Albertus de Laer borgermeister tho Enschede, geaßistiert mett die huißfr van Jan ten Wageler unnd begert van die H. Borgermeisteren umb redelicke moverende oirsaecken datt haer E. believen will gerichtelicken die loeßkundigingh tho mogen doen ahn Johan Roeßen van die summe van twee hundert dalers tho bethalen up naestkumpstigen Christmißen luidt gegevener obligatien gerechtlichen verschrijvinge, twekcke mijn heeren Borgermeisteren also ahngenommen te willen geschien Dijt vorgaende vorß Johannen Roesen voergeleeßen sijnde nijmpt sulxc voer bekandt, unnd secht datt hie gelickfals begerende up Engelbert Pijnninck als principael tho mogen geschien, vann gelicke summe, die hie hem schuldich ijs.
In de periode 1628-1631 wordt een proces gevoerd voor het Richterambt Almelo tussen Albert van Laer en Herman S. Smit over de eigendom van een paard. [994]

6812. EGBERT JORISSEN.

6814. JAN COST (alias Junior?), geb. Enschede Stad 1580-1586, ovl. (Enschede?) 28-3-1666, smid te Enschede Stad, tr. vóór 1622[1001]

6815. CATHARINA LASONDER, geb. Enschede Stad 1585-1590, ovl. Enschede Stad 22-10-1664.

In 1635 verkopen provisoren der stad Schöppingen het halve erve Walhoff in de Eschmarke aan Everhardt van der Marck x Sandaryna van Straelen en Johan Kost x Catharina Laersunders. [1002]

6832. = 6784. GERRIT LASONDER (alias SMID).

6833. = 6785. ELSKE SMITS.

6834. = 6786. PELGRIM BERENDS COST.

6835. = 6787. CATHARINA NN.

6912. JOHAN RE(DE)RINCK, geb. 1498-1518, ovl. 1563-1570, mogelijk dezelfde als Johan Rerijnck, burger van Zutphen, "heel geld", zondag na Esto mihi 1545 (=22-2-1545),[1024] beleend met Rederinck (1517, onmondig), (1560), voert in 1563 voor het Hof van Gelderland als Johan Reer(d)inck met Derck Valverdingh c.s. een proces over Reerdinckslag onder Hengelo (Gld),[1025] tr. vóór 1560

6913. ELISABETH RIDDERS, door Johan gelijftocht (1560).

Beleningen van het goed Rederinck te Hengelo (Gld) :[1026]
Dat gued "to Redering", in groten : die hofstat ende 35 maldersaets hoges lants, to gueder maten. Item een weidemait, schiit an Mennynck, geheiten "Rederinx-weidemait". Item 1 stuck beneven Widenstraet, geheiten "Rederinx slach". Item 1 slageken in den Ongevoirde. Ende 1 1/2 slegekijn in den Eketghoir, myt al des gudes tobehoir, als dat leget in den kirspel van Hengel, to 5 marcken.
Oct. 1417 : Ailbert Redering. Hulder is Henric Redering.
11-12-1420 : Ailbert Redering, mondig, doet zelf den eed, na doode van zijn oom en hulder Henric.
27-5-1468 : Johan Rederinck Aelbertsz.
23-1-1495 : Derick Rederinck na doode van zijn vader Johan.
12-12-1517 : Johan Rederinck, onmondig, na doode van zijn vader Derick, en na verzuim. Derick Putzeller, rentmr. van het land van den Berge, is hulder.
30-1-1560 : Idem doet zelf den eed, en lijftocht zijn vrouw Elisabeth Ridders.
11-4-1570 : Derick Rerinck, na doode van zijn vader Johan.

6928. NN (PAUWEN)(¥).

COMMENTAAR(¥) Wat is het verband met
Berent Paeuwen, burger van Zutphen 31-3-1629.[1027] vul aan ppp 5/21/143
Henrik Johannes Pauwe, burger van Zutphen, gartis zaterdag na Epiphanias 1545 (=10-1-1545).[1028]
Steven Pauw, burger van Zutphen, zaterdag na Martinus 1516 (=15-11-1516).[1029]

6930. NN (WITBECKERS?/KOSTER?).

6932. RIKELEN (RIJCKLUKEN) VAN VREDEN, ovl. 1609-1616, bouwman op Vreden in Klein Dochteren.[1047]

6934. HERMEN (HERMAN, HARMEN) NIJKAMP, ovl. na 1612 (doopget.)[1049], doopget. (1612), bouwman op Nijkamp in Klein Dochteren.[1050]

6936. WILLEM (WILLEKEN) VAN EM(B)DEN, ovl. na 1623, te Lochem (1612), is in 1593 huw. get. te Lochem, doopget. (1613, 1623).

6938. BERNDT ELBERINCK, verm. te Nahayss.

7040. WESSELUS WESTENBERG, wordt gereformeerd, woonde te Gildehaus zonder enige betrekking, tr.[1051]

7041. MARIA ELISABETH WERNINKS, afkomstig van Gildehaus.

7046. NN VAN GRAES(¥).

7066. GOVERT GEVERS, geb. vóór ca. 1560.

7138. = 7066. GOVERT GEVERS.

7160. J(OH)AN TE WINCKEL, geb. ca. 1560[1095], woont te Dochteren (1617), bouwman op de erve "Winckel" in Groot Dochteren[1096], tr. 2o [1097] MARIE TEN BROECKHUIJS, ovl. vóór 1617, tr. 3o Lochem geref. 2-4-1617 (als haar wednr.)[1098] LAMBERTIEN TEN BROECK(E), j.d. van Exele (1617), dr. van Jan ten Broecke (van de erve "Broeckman" te Exel) en Gertrude NN[1099], tr. 1o ca. 1584[1100]

7161. MECHTELT NN.

voeg toe RA Scholtambt Lochem, vrijw. zaken f14, d.d. 27-8-1617

7162. HARMEN (HERMEN) SWEFERINCK, ovl. na 1620, doopget. (1609..1620).

7232. GERRIT VAN BORNE (TEN CATE), geb. Borne, ovl. Borne, coopman te Borne, Zwolle, Oldenzaal en Muenster, volgens [1129] genaamd Gerrit ten Cate, boer en koopman in de Grote Buren- of Esmarke onder Enschede, geb. ca. 1540, ovl. aldaar voor 24-1-1602, tr. 1o EGBERT NN, tr. 2o voor 1566

7233. JENNICKEN NN.

Op 18-6-1566 verkopen Johan van Haerle en Lutger, zijn huisvrouw aan Gerrit van Borne en Jennicken, zijn huisvrouw, "huis hoff und berck gelegen buiten Sassenpoerte" te Zwolle. [1130]

Verpondingregister Twenthe (1601) : "Gert ten Kaette, gehoerich den erfgenamen van Beloe to Ghoer, groth 9 mudde gesei, 1 dach grasz meyens, gift ter pacht 7 mudde roggen, 2 mudde gersten, tienden aver 't lant in die probstie to Oldenseell, ƒ 4,15,0."
1602 : "Geert then Kotte, groodt achtehalff mudde bowlandt, een hoymate van anderhalven dach meyens" [1131]. Betreft het hier inderdaad onze Gerrit?

7234. =7288. NN VAN CALCKER, parentatie niet bewezen.

7264. BEREND HESSELINCK, geb. Bocholt ca. 1560, parentatie niet bewezen, vermoedelijk wegens geloofsovertuiging te Muenster gevangen gezet, vlucht via Suijtloon naar Zutphen (1590)[1138] of naar Wehl.[1139]

7288. NN VAN CALCKER, geb. vóór ca. 1560.

7290. EGBERT (ENGELBERT) (VAN) HACKENBROCK, geb. vóór ca. 1565, koopman en burgemeester te Vreden (1599), bezit een huis Groenlo [1153] tr. vóór ca. 1585

7291. GEERTRUID (TRUY) JACOBSDR VAN HUMMEL, geb. vóór ca. 1565.

De van Hummels zegelen in 1608 met een leeuw. [1154]

7292. HENDRIK BERENDS VAN DELDEN, geb. vóór ca. 1575, ovl. vóór 14-12-1621, burger van Deventer 5-11-1595. tr. Deventer 23-11-1595[1193]

7293. GRIETGEN PETER ARENTSDR, geb. vóór ca. 1575, tr. 2o [1194] GERRIT GERRITSEN.

7312. JAN NN.

7320. OTTO NN.

7322. TIACKO EGEBERTS, tr. vóór ca. 1575

7323. HEBELE NN.

7332. HARM NN, geb. vóór ca. 1610, tr. vóór ca. 1635

7333. GEPKE (HARMENS?), huw. get. (1656).

7334. IPO (IPKE) BOELENS, geb. vóór ca. 1605, ovl. vóór 1646, tr. vóór 1627[1196]

7335. METTE NN, ovl. na 1646. Zij hertr. wellicht voor 1648 Jan Hindricks.

Op 29-3-1627 verkopen Ipo Bolens en Mette een huis aan Berendt Harmens en Lucke. [1197]
Op 17-6-1646 heeft Mette Ippes, wed. van Ippo Boelens ontvangen van Claes Cornellis en Trintie 150 daler. [1198]
Op 11-3-1648 verkopen Doede Nannes voormond, Albert (Evets?) en Jan Datens sibbevoogden en vv over de kinderen van zal. Ippe Boeles aan Jan Hindricks en Mette een huis. [1199]
Ipke Boelens bij 't holt en Mettien sijn vr: gebr: 12 ackeren met nog de huijs plaatse van Egbert Haijens.[1200]
Op 22-2-1656 verkopen Dode Nannens, Albert Elst en Jann Datens, voormonden en voogden over de kinderen van zal. Ipo Boeles en Mette, en zwager Bauwke Renses, Jan Dates, ook namens de andere zwager Willem Sickens, aan Sander Harmens en Talle Ipes, ondertrouwde personen, bij uitspraak van kerkvoogd Peter Storm, Lubbert Hindricks en Peter Goes, het huis van zal. Ipo Boeles en Mette nagelaten voor 725 gld. [1201]

7336. (JAN?) NN.

7762. CLAAS GERRITS POTTER, te Jorwerd, secretaris van de Grieteny Baarderadeel (1577), later secretaris van de Grieteny Doniawerstal. Vermoedelijk behorend to het geslacht Potter te Sloten. [1205]

7874. FREERK DIRX.

7896. IDS HERCKES, geb. vóór ca. 1530.

7898. WATTHIE HESSELS RHEEN, geb. vóór ca. 1515, parentatie niet bewezen, op 26-2-1538 al meerderjarig, dorpsrechter te Lutkewierum (1558).

7904. WIJGER HEIJNSZ (HEINES), ovl. 1589-1593, tr. vóór 1593

7905. STIJN ROMPKEDR, ovl. Leeuwarden 30-11-1593 (huisvr. van Wyger Heynszn)[1209], testeert 9-1-1593.

In de Quaclappen (vonnissen van het Hof van Friesland) komt voor:
1-6-1576: Wycher Heines [1210]
1583: Wyger Heyns, vader van Geert, Syrck, Jacob, Wybe en Heyn Wygers [1211]
Of het hier tweemaal dezelfde persoon en bovenstaand kwartier betreft is vooralsnog onduidelijk.
In 1587 verkoopt Nanne Jansz aan Wyger Heynsz een half huis, loods en plaats te Leeuwarden.[1212]
In 1589 verkoopt Laurens Jansz. aan Wyger Heynz. een half huis, plaats en loods c.a. achter 't olde stins(¥) in de Grote Kerkstraat te Leeuwarden.[1213]

COMMENTAAR(¥) Volgens Ref. [1214] wordt met 't olde stins Camminghahorn bedoeld (het Leeuwarder Cammingahuis op de hoek). Wyger Heinsz is wellicht zoon van Heijn Dircx en Anna Henricx die ook in de Grote Kerkstraat wonen bij Camminghahorn. Zie De Friese Heinsii van Het Bildt
Op 1-12-1593 wordt te Leeuwarden boedelinventaris opgemaakt door Stijn Rompkedr wed. van Wijger Heijnsz.

7928. J(OH)AN HARMENS CRANS, geb. vóór ca. 1550, heeft een brouwerij ten noordenvan de A-Kerk te Groningen, tr. vóór ca. 1575[1215]

7929. JOHANNA GESTMA, ovl. na 1600, huw. get. (1600, 1610?).

Een oud manuscript (hierna te noemen Manuscript Crans) in 1917 nog in bezit van den Heer W. H. Ditloff Tjassens te Apeldoorn vermeldt:[1216]
"Jan Crans geslacht is groot geweest 5 soons ende 5 dogters ende hebben deese navolgende kinder en kintskinder nagelaten, dewelke sijn volle nigten en neven kinder ende kunnen te saamen uitbrengen 97 persoonen soo nog tegenwoordig in 't leeven sijn. act. Groningen den 13 Marty 1664."
waarna een lijst volgt waarvan de gegevens hieronder zijn verwerkt.

7936. HERE EPESZ, geb. vóór ca. 1515, ovl. na 1548, landbouwer op Rysselaerdt te Lollum, tr. vóór 1538[1259]

7937. YMCK WATTHIEDR, geb. vóór ca.1520, tr. 2o [1260] MINTSE JARICHS.

7938. RIENCK JELLES (BONNEMA).

7960. FRANS TIETTES (BAERDT), ovl. tussen 16-3-1558 en 24-4-1558,[1263] vermeld te Salwerd onder Franeker (1547, 1555), bloedmomber (1552) over de wezen van Epe Abbes (waarsch. zijn neef) en Ambrosia Romckedr te Welsrijp, tr. vóór 1555

7961. TIJAM SIJBEDR, ovl. 1558-1564, vermeld als zijn weduwe (24-4-1558), beiden vermeld als echtelieden (1555).

8016. PAULUS JANS ENNEMA, geb. vóór ca. 1595, parentatie niet bewezen, uit Harlingen, lid van het College van Gedeputeerde Staten van Friesland (1626-1629). [1264]


Fragment Ennema
Het verband met de hierbovenstaande Paulus Jans Ennema is vooralsnog onduidelijk.

Piebe Wietses van Abbema (Pibo Ovittius Abbema), geb. vóór ca. 1560, beg. Leeuwarden Jacobijnerkerk sept. 1629, was volgens Ref. [1265] "geen echte dominee", apotheker, medicus, pastoor en dominee, bedienaer de h. evangely te Zuilen in het Sticht van Utrecht, tr. vóór 1594 Waapke Sierks, ovl. 23-8-1594, beg. Oldeboorn in de kerk.
In "Ovittius' Metamorphosen, De onnavolgbare gedaantewisselingen van een (zielen)dokter in de Reformatietijd" beschrijft P.H.A.M. Abels het zonderlinge levensverhaal van Pibo Ovittius Abbema, een Fries die leefde in de zestiende eeuw en wiens lotgevallen niet zouden misstaan in een schelmenroman. Deze apotheker, verbannen uit Friesland wegens bigamie, begon aan een eindeloze zwerftocht, waarbij hij eerst als medicus, daarna als pastoor en ten slotte als dominee in zijn levensonderhoud voorzag. Telkens wist hij voor korte tijd het vertrouwen van hooggeplaatste personen in kerk en politiek te winnen, maar even zo vaak werd hij door geruchten over zijn verleden weer gedwongen om te vluchten. Met betrekking tot zijn amoureuze levenswandel werd duidelijk dat "er oan ien frou blykber net genoch hie", terwijl hij in kerkelijk opzicht met even groot gemak twee heren kon dienen. Als medicus genoot hij de twijfelachtige reputatie van tovenaar en weerwolf. Kortom, hij was een man met vele gezichten, iemand die zijn tijdgenoten in verwarring bracht met zijn voortdurende gedaanteverwisselingen. Deze metamorfosen deden denken aan de Romeinse dichter Ovidius, aan wie hij uiteindelijk ook de naam Ovittius ontleende. [1266]
In 1582 komt Pybe Wytthies Abbema (?) voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [1267]
In 1587 komt Pybe Wytties Abbema voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [1268]
Op 6-9-1587 komt Pybe Wyties Abbema voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [1269]
Grafsteen in de kerk te Oldeboorn:[1270]
Anno 1594 den 23 augusty sterf de erbare Waeb: Syrcksdr echte wyf va Pibo Witzes hier begrave.

Grafsteen in de Jacobijnerkerk te Leeuwarden:[1271]
Pibo ab Abbema ... filius ... gens ... die semptembris Ao 1629 h... ab Abbema ...et exspectat hic resurectionem.
Muursteen (in de kerk van?) Oldeboorn :[1272]
Abbema Bornstra
Ryoerdsma Aeytta
Bobbynga Wyarda

Anno 1612 Pibono Ovittsius van Abbemae bedienaer de h.evangely tot Suylen in Stich van Utrecht.
In de Verzameling D.D. Osinga[1273] bevindt zich informatie over Pybe Wytzes / (alias?) Pibo Ovitius Abbema.
    Uit dit huwelijk mogelijk:
  • a. Adolphus Pibonis, geb. vóór ca. 1585, ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Franeker 6-5-1603 ("Adolphus Pibonis, Leovardiensis, theol., alumnus", in het album voor hem eveneens een doorgehaalde inschrijving d.d. 13-5-1603),[1274]
  • b. Johannes Pibonis (Nauta), geb. Leeuwarden vóór ca. 1595, filiatie niet bewezen, ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Franeker 7-4-1611 ("Johannes Pibonis, Lewordiensis, theol., alumnus Frisiae")[1275] werd als student op 10-5-1613 schoolmeester te Engelum, "doch schijnt zich binnen het jaar weder naar de hoogeschool of ergens elders begeven te hebben om zijne studie te voltooien. Kandidaat geworden is hij in 1620 beroepen naar Hemelum, predikant aldaar, werd door de klassis afgezet den 23-5-1626, en verzocht in 1628 en '29 vruchteloos om weder tot den dienst te worden toegelaten.[1276]
      Uit hem mogelijk:
    • 1. Pibo Johannis, beroepen naar Wijnaldum 1645, maar niet verkozen, beroepen naar Garijp 1647, maar niet verkozen.[1277]
  • c. Wytse Abbema, afkomstig van Utrecht (1615), tr. Harlingen geref. 17-12-1615 Doed Eelckes, afkomstig van Harlingen (1615).
  • d. Ds. Vitus (Fitus) Pibonis (Pobones, Pibonus) (Wytse Pibes) E(e)nema, geb. vóór ca. 1600, ovl. 28-3-1652[1278], ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Franeker 30-9-1618 ("Vitus Pibonis, Frisius"),[1279] predikant te Longerhouw (1627-1631), Makkum (1631-1652), als kandidaat te Otterloo in 1624, van daar beroepen naar Longerhouw en Schettens en geapprobeerd als predikant aldaar 5-11-1627, verroepen naar Makkum, geapprobeerd en gedimitteerd 1-8-1631, ondertekende de formulieren bij de klassis van Dokkum als Vitus Pibonus Enema,[1280] otr./tr. Sneek geref. 25-12-1627/3-1-1628 Aefke Jelles, ged. geref. Sneek 16-7-1607, afkomstig van Sneek (1627), dr. van Jelle Feykes en Styn Jans.
    Universiteit te Franeker, Lijsten van Dossiers inzake Criminele en Civiele Processen:[1281]
    Op 2 en 3-6-1619 moeten V. Pibonis en vier medestudenten voorkomen in een proces terzake van het " Afhouwen van bomen op het kerkhof" te Franeker.
    Op 11-10-1620 zijn V. Pibonis en medestudenten betrokken bij "Tumult in de bursa" te Franeker.
    In het archief van de Familie thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg,[1282] bevindt zich een brief van Sixtus Pibe Enema uit Makkum aan Syds (of Keimpe Jr.) van Donia, gedateerd 1644.
    Muursteen (in/aan de kerk?) te Makkum:[1283]
    "Bonno Donia leyd hier de eerste steen
    Piecke Eelckes kerkenvooghden van 't gemeen
    Vitus Ennema alhier toen predicant
    syn stichters va dit werck aen yeder een bekant
    de 10 juny anno 1652"
      Uit dit huwelijk (o.a.?):
    • 1. Meijltje Enema, ged. geref. Makkum 20-1-1633 (geen moedersnaam genoemd).
    • 2. Stintje Vitus (Enema), geb. vóór ca. 1640, afkomstig van Makkum (1657), tr. Harlingen geref. 8-11-1657 Hendrick Pieters Ringers, gerechtsbode te Harlingen, afkomstig van Harlingen (1657),
        Uit dit huwelijk:
      • aa. Dr. Vitus (Wiete) Ringers (Rengers), geb./ged. geref. Harlingen Grote K. 22/29-1-1660, ovl. 23-2-1725, beg. Ried in de kerk, van moederszijde een kleinzoon van Ds. V. Enema te Makkum en Franeker,[1284] ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Franeker 1-3-1675 ("Vitus Henrici Rengers, Harlinganus),[1285] promoveert aldaar op 25-1-1681 in de filosofie (L(inquarum) A(rtiumque) M(agister)) na het houden van een disputatio,[1286] predikant te Britsum (1682-1684) en Ried (1684-1725), kandidaat, geapprobeerd 6-6-1682 als predikant te Britsum, lid der klassis Makkum den 3-7-1682, verroepen naar Ried, geapprobeerd aldaar 29-12-1684, otr. 1o Franeker gerecht 22-7/6-8-1682, tr. 1o Franeker geref. (attestatie afgegeven op 6-8-1682) Catharina (Tryntje) Johannes Meyer, ged. Franeker geref. 16-2-1659, ovl. juni 1703, beg. Franeker Martinikerk, afkomstig van Franeker (1682), dr. van Johannes (Hans) Bart Meyer en Jancke Hironimus Ens, tr. 2o Ried geref. 7-9-1704 Grietje Reneman, ged. geref. Harlingen 3-6-1674, ovl. 14-5-1729, beg. Ried in de kerk, dr. van Daniel Reneman(s) en Fokeltie Hendricks, legateerde in haar testament van den 3-6-1728 aan de diaconij te Ried 200 gulden om daarvoor te koopen een zilveren schotel ten gebruike bij het H. Avondmaal, waarop haar en haar mans wapenen moesten gesneden worden, welke schotel nog tot het bedoelde einde gebruikt wordt.[1287]
        Grafsteen in de Martinikerk te Franeker:[1288]
        Anno 1703 den (8?) iuny is in den heere gerust de eerbaer Tryntje Iohannes Bart Meyer de huisvrouw van Vitus Ringers phil:doct: en predicant tot Ried in't 44ste iaar en leit hier begraven.

        Grafsteen in de kerk te Ried:[1289]
        Anno 1725 den 23 febr sterf den erw: ... godz: wel.gel:d:Vitus Ringers dr.phil.art.lib.mag. en predicant int 40ste jaar sijnes dienstes hier en 2 te Britsum oud 65 iaeren en rust hier.
        "Hic cum Ringersi recubat defuncta labora
        Astemens in coelis cum Christo lacta triumphat."
        Ao 1729 den 14 may stierf des selfs huisvrou Grietie Reneman out 55 jaren en is hier ook begraven.
    • 3. Pybe Enema, ged. geref. Makkum 8-6-1634.
    • 4. Aeltie Witusdr Enema, geb. vóór ca. 1640, filiatie niet bewezen, afkomstig van Sneek (1656), otr. Sneek gerecht en geref. 12-7-1656 Jan Gerloffsz, afkomstig van Pingjum (1656).
    • 5. Wilhelmus Ennema, geb. vóór ca. 1650, filiatie niet bewezen, afkomstig van Makkum (1672), jongeman, notaris publicus, afkomstig van Leeuwarden (1672), otr. Bolsward gerecht 12-10-1672, tr. Makkum geref. 1-11-1672 (met attestatie naar Bolsward) Catalijne Lammeringh(a), j.d. afkomstig van Bolsward (1672).
        Uit dit huwelijk (o.a.?)
      • aa. Imcke Ennema, ged. geref. Makkum 20-7-1673 (geen moedersnaam genoemd), ovl. jong?
      • bb. Imcke Ennema, ged. geref. Makkum 22-11-1674 (geen moedersnaam genoemd).
      • cc. Marike Ennema, ged. geref. Makkum 16-1-1678 (geen moedersnaam genoemd).

======================
Anna Enema, geb. ca. 1538, ovl. 11-10-1617, beg. Tjerkwerd in de kerk, tr.[1290] Ds. Hendrik Bernards van Berkel, geb. 1533, ovl. 10-6-1612, diende in de Roomsche kerk van 1564 als Vicarius te Bedum, was reeds in 't genoemde jaar en waarschijnlijk vroeger in Goutum, werd verroepen naar Warns en Scliarl in 't laatst van 1598 of begin van 1599, werd volgens besluit van de Synode in 1599, de facto van zijnen dienst gedestitueerd, werd beroepen naar Tjerkwerd, en op attest van de klassis van Leeuwarden bij de klassis van Bolsward en Workum aangenomen en goedgekeurd den 18-5-1601. In 1604 waren er nieuwe moeilijkheden met hem, daar "een besluit van de klassis van Leeuwarden, aangaande de destitutie van hem, door 't collegie werd geapprobeerd, en de gemeente van Tjerkwerd geordonneerd, binnen 3 weken een anderen dienaar te verkiezen, den 14-11-1604. Dit vonnis schijnt weldra gemitigeerd te zijn, want volgens grafsteen overleed hij als predikant hier 10-6-1612, oud 79 jaren, nadat hij 48 jaren predikant geweest was.[1291] [1292]
Ds. Hendrik Bernards van Berkel werd bij 't Hof van Friesland aangesproken van Claes ten Boer, Ontvanger der contributien van de Ommelanden, als Curator litis, over Swane Henrici voor haar zelven, en mede als rechthebbende voor Geertruid Jansdochter, haar moeder. Als hebbende voor omtrent 20 of 19 jaren, toen hij vicarius in Bedum was, voorz. Geertruid Jans beslapen etc., en "hoewel hij haar behoorde te trakteren als een vader toekomt, en voorts als cessie hebbende van haar moeder, te betalen 19 jaar kostpenningen: tot 20 Gld. 's jaars, en voor haar defloratie , kraamgeld 500 Gld", waartegen hij protesteerde, op grond, dat zoo Swane zijn dochter was, zoude de moeder haar overlange wel aan hem gepresenteerd hebben. Bij sententie van den 26-10-1594, werd zij verklaart zijne natuurlijke dochter te wezen, en hij gecondemneerd om haar daarvoor te agnosceren, voorts gecondemneerd aan haar 't rechthebbende van Geertruid Jans ter zake van haar defloratie en kraamkosten te betalen 140 Carolus Guldens, sonder wijders, doch cum exp.
Grafsteen in de kerk te Tjerkwerd:[1293]
Ao 1617 de 11 october sterfd eerbaren duechtsame Anna Enema huisfrou ... Henrico Bernardi olt omtrent 79 iaren en leit hier begraven.

======================
In 1552 komt Sixtus Pibonis voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [1294]
In 1576 komt Enne Kempes Ennema voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [1295]

8018. TJEPKE RINTIES ABBEMA, geb. 1590/91, ovl. 10-1-1669, beg. Franeker Martinikerk, burger en koopman te Franeker, mogelijk identiek met Tyepcke Rinckes die ca. 1621 wordt vermeld als bewoner/eigenaar vaan en huis in het Noorderkwarter van Franeker,[1296] tr. vóór ca. 1625?;(¥)

8019. ANTIE WITSSESDR, geb. dec. 1589, ovl. 12-9-1660, beg. Franeker Martinikerk.

COMMENTAAR(¥) Volgens Ref. [1297] die daarvoor geen bronnen geeft, trouwt Tjepke Rintjes Abbema 1618 te Franeker met Heyltje Wopkedr Bants, dr. van Ryuerds Bants en Aaltje Jansdr. Kinderen uit dit huwelijk zouden zijn Aeltie Ibeltje en Rintje. Het zou een eerste huwelijk van Tjepke kunnen betreffen.

Grafsteen in de Martinikerk te Franeker:[1298]
Anno 1660 den 12 september is in den heere gerust de eerbare Antie Witssesdr de huisvrou van Tiepke Rinties Abbema oudt 70 iaer 10 maenten en leit alhier begraven.
Anno 1669 den 10 ianuari is in den heere gerust den eersamen Tiepke Rinties Abbema burger ende coopman binnen Franequer out int 78 iaer en leit hier begraven.

8020. ANDRIES (AGES BRUINIA)(¥), geb. vóór ca. 1590, vooralsnog alleen bekend uit het patroniem van zijn zoon:


Fragment Brunia
Wat is het verband met:
-- Gerryt Agges (Bru(y)nia), kapitein (te Dokkum?) ca. 1650.[1309]
-- Titia Brunia, aan de Oostermeulenstraat te Franeker [1310].
In de "Stukken afkomstig uit de nalatenschap van Edzard Hobbo van Burmania" [1311] bevindt zich een brief aan Imke van Dekema, wed. Brunia(¥), door Bernard Conders van Helpen, houdende invitatie tot bijwoning van een huwelijksplechtigheid, gedateerd 1624.

COMMENTAAR(¥) Dit is waarschijnlijk een leesfout. Doco van Botnia ovl. 1-10-1621, beg. Franeker Martinikerk, Ymck van Dekema, zijn vrouw, ovl. 2-4-1641, beg. Franeker Martinikerk. Brunia hierboven zal dus wel Botnia moeten zijn. Een huwelijk Dekema x Brunia is ook niet te vinden in Friesland.

Referenties van de gegevens van generatie 13 staan ook hier
Referenties Kwartierstaat Van Schothorst --- Generatie 13 ( 1311 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
  • Eur-Stam-VIII = Europäische Stammtafeln, Neue Folge Bd. VIII Schwennike, Herausgabe 1980
  • Hagenbeek = ⇒ hagenbeek-013280-flodrop-gframeset.htm?hagenbeek-013280-flodrop-g.htm
  • Herckenrode1865 = Nobiliaire des Pays-Bas et du comte de Bourgogne (2, deel 2) M. de Vegianos d'Hovel (1724-94). Bewerkt door baron J. v. Herckenrode (1865).
  • Schmelzer2014 = W. Schmelzer, Genealogie Van Steenhuys, 2014
  • Steinen1749 = Johann Diederich von Steinen, Westphälischen Geschichte Volume 1(1755) p. 665 e.v.
  • Uil2015 = Huib Uil, De scholen syn planthoven van de gemeente. Het onderwijs in Zeeland en Staats-Vlaanderen, 1578-1801, Bergschenhoek, 2015, ISBN 978-90-820494-7-3, ⇒ onderwijsgevendeninzeeland.wordpress.com
  1. Leenb. Scherpenzeel, 141:49.RAG, Hof van Gelre, 2563.
  2. Mededeling A.J.W. van Voorthuijsen, Nederwoud, 2005
  3. Mededeling A.J.W. van Voorthuijsen, Nederwoud, 2005
  4. Mededeling A.J.W. van Voorthuijsen, Nederwoud, 2005
  5. E. L. Steinmeier, Register van overleden keurmedigen van de Kelnarij van Putten 1389-1681, Barneveld, 1993
  6. Register keurmedigen, 1560-1.Register keurmedigen, 1611-5/6
  7. E. L. Steinmeier, Register van overleden keurmedigen van de Kelnarij van Putten 1389-1681, Barneveld, 1993
  8. VG 11(1986)180
  9. VG 11(1986)180
  10. VG 11(1986)180
  11. VG 11(1986)180
  12. ter Maat, l.c.
  13. Herengoederen Veluwe dl. 1, n° 54
  14. ter Maat, l.c.
  15. Ter Maat, l.c.
  16. Ter Maat, l.c.
  17. Ter Maat, l.c.
  18. Ter Maat, l.c.
  19. Ter Maat, l.c.
  20. Ter Maat, l.c.
  21. VG 15(1990)262
  22. VG 15(1990)262
  23. VG 15(1990)262
  24. VG 15(1990)262
  25. zie ook VG 15(1990)262
  26. VG 34(2009)nr. 4/16
  27. VG 34(2009)nr. 4/16
  28. Herengoederen Veluwe, l.c., p332
  29. VG 33(2008)#3,30
  30. inv. RA Arnhem 1322, 1567-1599, fol. 75
  31. RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6626, f448v
  32. RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6611, f66
  33. RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6626, f448v
  34. RAL, ONA Leiden, Nots. Claes van der Laen, Archiefnr. 506, inv. nr. 84, akte nr. 080
  35. RAL, ONA Leiden, Nots. Salomon Lenaertsz van der Wurt, Archiefnr. 506, inv. nr. 37, akte nr. 130
  36. RAL, ONA Leiden, Nots. Jacob Jansz de Haes, Archiefnr. 506, inv. nr. 465, akte nr. 12 jan
  37. RAL, ONA Leiden, Nots. Jacob Jansz de Haes, Archiefnr. 506, inv. nr. 465, akte nr. 19 nov
  38. RAL, ONA Leiden, Nots. Laurens Vergeyl, Archiefnr. 506, inv. nr. 333, akte nr. 032
  39. RAL, ONA Leiden, Nots. Henrick Melchiorsz Brasser, Archiefnr. 506, inv. nr. 389, akte nr. 034
  40. RAL, ONA Leiden, Nots. Jacob Jansz de Haes, Archiefnr. 506, inv. nr. 480, akte nr. 17 apr
  41. RAL, ONA Leiden, Nots. Jacob Jansz de Haes, Archiefnr. 506, inv. nr. 486, akte nr. 25 nov
  42. RAL, ONA Leiden, Nots. Jacob Jansz de Haes, Archiefnr. 506, inv. nr. 464, akte d.d. 3 dec. 1631
  43. RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6616, f253v, f 254, f254v, f255, f256
  44. RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6616, f271
  45. OV 53(1998)603
  46. OV 53(1998)600
  47. OV 53(1998)600
  48. OV 53(1998)603
  49. OV 53(1998)600
  50. OV 53(1998)601
  51. OV 53(1998)604
  52. OV 53(1998)605
  53. IPEREN
  54. G.A. Delft, ONA Nots. A. Rijshouck, inv. nr. 1775
  55. Zeeuws Kwartierstatenboek, kwst. Neuteboom
  56. OV 42(1987)436
  57. OV 28(1973)285
  58. OV 38(1983)42
  59. OV 39(1984)168
  60. OV 20(1964)231
  61. OV 47(1992)534
  62. OV 47(1992)535
  63. OV 47(1992)535
  64. OV 47(1992)538
  65. OV 47(1992)534
  66. OV 47(1992)534
  67. OV 47(1992)538
  68. ORA Schiedam inv. nr. 606, Nr. 265 folio 216v. d.d. 23-01-1615
  69. NL 98(1981)354
  70. NL 98(1981)354
  71. NL 98(1981)354
  72. NL 98(1981)354
  73. NL 98(1981)354
  74. NL 98(1981)354
  75. NL 98(1981)354
  76. NL 98(1981)354
  77. NL 98(1981)354
  78. NL 98(1981)354
  79. NL 98(1981)354
  80. NL 98(1981)354
  81. NL 98(1981)354
  82. NL 98(1981)354
  83. NL 98(1981)354
  84. NL 98(1981)354
  85. NL 98(1981)354
  86. OV 43(1988)467
  87. OV 20(1965)400
  88. OV 48(1993)434
  89. OV 50(1995)327
  90. OV 50(1995)327
  91. OV 27(1972)234
  92. OV 9(1954)16
  93. OV 27(1972)235
  94. OV 20(1965)225
  95. OV 44(1989)206
  96. OV 44(1989)206, Thoentertijd 11(1988) nr. 21
  97. OV 21(1966)485
  98. OV 37(1982)160
  99. Thoentertijd 11(1988) nr. 21
  100. OV 38(1983)35
  101. OV 38(1983)42
  102. OV 41(1986)692
  103. zie OV 20(1965)400
  104. OV 28(1973)269,287 en J.N. Kuijvenhoven, Index Begraven Naaldwijk
  105. OV 34(1979)238
  106. OV 34(1979)238
  107. Prom. 15, p212
  108. ref OPZOEKEN
  109. Prom. 15, p212
  110. Prom. 15, p212
  111. NA, ONA Maassluis, Nots. Otto de Roij, inv. nr. 5488, f54
  112. NA, ONA Maassluis, Nots. Otto de Roij, inv. nr. 5488, f79v
  113. NA, ONA Maassluis, Nots. Heijnrick van Vlijet, inv. nr. 5490, nr. 343
  114. NA, ONA Maassluis, Nots. Otto de Roij, inv. nr. 5488, nr. f96 en f98
  115. NA, ONA Maassluis, Nots. Otto de Roij, inv. nr. 5488, nr. f96
  116. NA, ONA Maassluis, Nots. Heijnrick van Vlijet, inv. nr. 5490, nr. 343, 367, 370
  117. OV 37(1982)157
  118. OV 24(1969)217
  119. NA, ONA Maassluis, Nots. Otto de Roij, inv. nr. 5488, nr. f122v
  120. NA, ONA Maassluis, Nots. Niclaes van der Houff, inv. nr. 5489, nr. 101
  121. NA, ONA Maassluis, Nots. Niclaes van der Houff, inv. nr. 5489, nr. 40
  122. NA, ONA Maassluis, Nots. Otto de Roij, inv. nr. 5488, nr. f193
  123. ISIS Vlaardingen
  124. Bijl, Convooidienst, l.c.
  125. GA Vlaardingen, ORA inv. nr. 119
  126. ORA Schiedam, Inv. nr. 605, nr.76 f277, bew. A. van der Tuijn
  127. ORA Vlaardingen, inv. nr. 150, Certificatie en Attestatieboek, akte nr. 88 folio 43 d.d. 29-03-1623
  128. GA Schiedam, O.N.A. inv. no. : 748 blz. : 2143
  129. Vertichtingsboek van Vlaardingen, ORA inv. nr. 119, d.d. 14-5-1607
  130. ORA Schiedam, passim
  131. OV 56(2001)495 en 530
  132. OA Schiedam inv. nr. 1447, 200e penning anno 1628, bew. A van der Brugghe
  133. OA Schiedam inv. nr. 1447, 200e penning anno 1628, bew. A van der Brugghe
  134. ORA Vlaardingen, inv. nr. 150, Certificatie en Attestatieboek, akte nr. 91 folio 44 d.d. 15-05-1623
  135. ORA Vlaardingen inv. nr. 95, fol. 377v
  136. Weeskamer Vlaardingen inv. nr. 275, fol. 109
  137. ORA Vlaardingen inv. nr. 148, fol. 45
  138. ORA Vlaardingen inv. nr. 97, fol. 1 lOv
  139. ONA Vlaardingen inv. nr. 4, fol. 152
  140. WKA Vlaardingen inv. nr. 275, fol. 218
  141. ORA Vlaardingen inv. nr. 148, fol. 177v
  142. ORA Schiedam, Inv. nr. 608, nr. 126, bew. A. van der Tuijn
  143. GA Schiedam, O.N.A. inv. no. : 756 blz. : 739
  144. NA, ONA Maassluis, Nots. Heijnrick van Vlijet, inv. nr. 5490, nr. 397
  145. OA Schiedam inv. nr. 1447, 200e penning anno 1628
  146. OA Schiedam inv. nr. 1449, 200e penning anno 1623
  147. OA Schiedam inv. nr. 1650, 200e penning anno 1635
  148. OA Schiedam inv. nr. 1453, 200e penning anno 1644
  149. OV 43(1988)578
  150. OV 47(1992)535
  151. OV 38(1983)34
  152. OV 43(1988)578
  153. OV 47(1992)534
  154. OA Schiedam inv. nr. 1509 folio 384 d.d. 02-02-1577
  155. OV 25(1970)91 en 44(1989)449
  156. OV 44(1989)449
  157. OV 44(1989)437
  158. OV 43(1988)578
  159. OV 45(1990)436 en 46(1991)133
  160. OV 47(1992)534
  161. OV 47(1992)536
  162. OV 47(1992)538
  163. OV 38(1983)223
  164. Blom, l.c.
  165. NA, ONA Maassluis, Nots. Heijnrick van Vlijet, inv. nr. 5490, nr. 280
  166. zie ook ⇒ dat1026.htm
  167. NA, ONA Maassluis, Nots. Otto de Roij, passim
  168. OV 47(1992)100
  169. NA, ONA Maassluis, Nots. Niclaes van der Houff, inv. nr. 5489, nr. 7
  170. NA, ONA Maassluis, Nots. Heijnrick van Vlijet, inv. nr. 5490, nr. 368
  171. OV 43(1988)589
  172. zie ook Thoentertijd 15(1992)nr 29, p 12
  173. ⇒ dat1026.htm
  174. ⇒ sonneveldweb.nl
  175. ⇒ kstekst.htm
  176. ⇒ dat1026.htm
  177. ⇒ sonneveldweb.nl
  178. ⇒ dat1026.htm
  179. ⇒ sonneveldweb.nl
  180. ⇒ sonneveldweb.nl
  181. ⇒ sonneveldweb.nl
  182. ⇒ sonneveldweb.nl
  183. ⇒ kstekst.htm
  184. ⇒ kstekst.htm
  185. ⇒ kstekst.htm
  186. NA, ONA Maassluis, Nots. Otto de Roij, inv. nr. 5488, f44
  187. Jb CBG 52(1998)104
  188. NA, ONA Maassluis, Nots. Heijnrick van Vlijet, inv. nr. 5490, nr. 378
  189. zie ook ANF 9(1894)107
  190. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Duyfhuysen, inv. nr. 36 aktenr. 193 blz 469
  191. ANF 9(1894)107
  192. NA, ONA Maassluis, Nots. Niclaes van der Houff, inv. nr. 5489, nr. 140 en 228
  193. NA, ONA Maassluis, Nots. Heijnrick van Vlijet, inv. nr. 5490, nr. 38
  194. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  195. NL 70(1953)203
  196. ⇒ ~brouw268
  197. NL 70(1953)202
  198. Prom. 12, p343
  199. J. Bos-Bliek et al., Onze Voorouders III, Zoetermeer, 1998, p5
  200. Prom. 13, p210
  201. OV 54(1999)92
  202. Prom. X, p67
  203. Prometheus II/2e dr., p149, Kron. 6(1997)92, Onze Voorouders III, p5
  204. Prom IX, Prom. 12 p343
  205. NL 70(1953)202
  206. NL 70(1953)203
  207. NL 70(1953)203
  208. NL 70(1953)208
  209. NL 70(1953)208
  210. Prom. 12, p341
  211. Prometheus II/2e dr., p121, en Kuijvenhoven, l.c., en Prom. 13 p386
  212. Prometheus II/2e dr., p149
  213. Prom. X, p60
  214. Prom. IX, p280, Prometheus II/2e dr., p149, en Kuijvenhoven, l.c.
  215. Prom. IX, p280
  216. Kuijvenhoven, l.c.
  217. Kuijvenhoven, l.c.
  218. ⇒ ~brouw268
  219. ⇒ ~brouw268
  220. ⇒ ~brouw268
  221. ⇒ ~brouw268
  222. ⇒ ~brouw268
  223. ⇒ ~brouw268
  224. ⇒ ~brouw268
  225. ⇒ Kwartierstaat5.html
  226. Prom. VI, p49
  227. ORA Vlaardingen, inv. nr. 147, Procuratieboek van de Vierschaar, akte nr. 638 folio 67v. d.d. 21-03-1612
  228. OV 45(1990)322
  229. OV 45(1990)322, Prom. VI, p49
  230. RA Vlaardingerambacht 1895 XXXVIII nr. 19 fol. 235
  231. NL 70(1953)202
  232. NL 70(1953)202
  233. OA Schiedam inv. nr. 1443
  234. OA Schiedam inv. nr. 1444
  235. OA Schiedam inv. nr. 1448, 1449, 1450, 200e penning
  236. OA Schiedam inv. nr. 1451, 200e penning
  237. OA Schiedam inv. nr. 1451, 200e penning
  238. OV 45(1990)322
  239. OV 45(1990)322
  240. OV 45(1990)320
  241. OV 45(1990)320
  242. OV 45(1990)320
  243. zie ook OV 45(1990)320
  244. OV 45(1990)320
  245. zie ook OV 45(1990)320
  246. OV 45(1990)320
  247. zie ook OV 45(1990)320
  248. ISIS Vlaardingen
  249. OV 45(1990)320
  250. OV 45(1990)320
  251. zie ook OV 45(1990)320
  252. GA Schiedam, ONA, inv. nr. 856, blz. 543
  253. zie ook OV 45(1990)320
  254. zie ook OV 45(1990)320
  255. ISIS Vlaardingen
  256. ISIS Vlaardingen
  257. OV 45(1990)322
  258. OV 45(1990)322
  259. OV 45(1990)322
  260. ORA Vlaardingen, inv. nr. 147, Procuratieboek van de Vierschaar, akte nr. 701 folio 77v. d.d. 01-01-1614
  261. OV 37(1982)238
  262. D. van Baalen, Genealogie Dijkshoorn, Den Haag, 1960?
  263. ⇒ Kwartierstaat5.html
  264. D. van Baalen, Genealogie Dijkshoorn, Den Haag, 1960?
  265. OV 48(1993)430
  266. ORA Vlaardingen, inv. nr. 150, Certificatie en Attestatieboek, akte nr. 70 folio 34v. d.d. 13-07-1622
  267. ORA Vlaardingen, inv. nr. 150, Certificatie en Attestatieboek, akte nr. 85 folio 41v. d.d. 21-01-1623
  268. ORA Vlaardingen, inv. nr. 150, Certificatie en Attestatieboek, akte nr. 86 folio 42 d.d. 21-03-1623
  269. ORA Vlaardingen, inv. nr. 150, Certificatie en Attestatieboek, akte nr. 191 folio 77v. d.d. 06-09-1631
  270. OA Schiedam inv. nr. 1443
  271. OA Schiedam inv. nr. 1444
  272. OA Schiedam inv. nr. 1445
  273. OA Schiedam inv. nr. 1450, 200e penning
  274. OA Schiedam inv. nr. 1443
  275. OA Schiedam inv. nr. 1444
  276. OA Schiedam inv. nr. 1445
  277. OA Schiedam inv. nr. 1448
  278. OA Schiedam inv. nr. 1451, 200e penning
  279. OA Schiedam inv. nr. 1453, 200e penning anno 1644
  280. D. van Baalen, Genealogie Dijkshoorn, Den Haag, 1960?
  281. D. van Baalen, Genealogie Dijkshoorn, Den Haag, 1960?
  282. ⇒ www.vanderkrogt.net
  283. ⇒ www.vanderkrogt.net
  284. ⇒ www.vanderkrogt.net
  285. ORA Vlaardingen, inv. nr. 150, Certificatie en Attestatieboek, akte nr. 17 folio 9v. d.d. 29-11-1619
  286. ORA Vlaardingen, inv. nr. 150, Certificatie en Attestatieboek, akte nr. 44 folio 21 d.d. 29-05-1622
  287. ORA Vlaardingen, inv. nr. 150, Certificatie en Attestatieboek, akte nr. 182 folio 73v. d.d. 28-09-1631
  288. van Waesberghe, l.c.
  289. Le Parchemin 22(1975)13
  290. F. Melis Taeymans, De Antwerpse Poortersboeken 1533-1608, Stadsarchief, Antwerpen, 1977
  291. GA Rotterdam inv. 51 Weeskamer Rotterdam , index nummer nr. 268, f. 27 v
  292. G. Van Havre, Marques Typographiques des Imprimeurs et Libraires Anversois, Uitg. nr. 14 Maatschappij der Antwerpsche Bibliophilen, Antwerpen, 1884
  293. geciteerd in Briels, l.c, en Ledeboer, l.c.
  294. Rombouts, Certificat Plantin (1881) 22-23, geciteerd in Briels, l.c.
  295. Bron: Requestboek 1576-77, fol. 189 en A.A.B. Deel 23, blz. 428, ⇒ fonds_plaisier.htm
  296. GA Rotterdam, ONA, Nots. J. Symonsz, dl. 4, f152r
  297. GA Rotterdam, ONA, Nots. J. Symonsz, dl. 6, f36
  298. GA Rotterdam, WK dl. 545 nr. 778
  299. ⇒ meer035lett01_01_0030.htm
  300. zie ook ANF 56(1883)6
  301. Castendijk, l.c.
  302. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jan van Aller Az., inv. nr. 79 aktenr. 24 blz 94
  303. GA Rotterdam, Nots. J. Symonsz, dl4, f49v
  304. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Duyfhuysen, inv. nr. 46 aktenr. 62 blz 95
  305. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Duyfhuysen, inv. nr. 49 aktenr. 169 blz 287
  306. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jan van Aller Az., inv. nr. 84 aktenr. 71 blz 190
  307. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jan van Aller Az., inv. nr. 79 aktenr. 132 blz 471
  308. GA Rotterdam, ONA, Nots. Adriaan Kieboom, inv. nr. 148 aktenr. 126 blz 206
  309. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Duyfhuysen, inv. nr. 47 aktenr. 165 blz 238
  310. GA Rotterdam, ONA, Nots. Duyfhuysen, inv. nr. 36 aktenr. 43 blz 92
  311. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jan van Aller Az., inv. nr. 78 aktenr. 119 blz 255
  312. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz., inv. nr. 61 aktenr. 1 blz 1
  313. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jan van Aller Az., inv. nr. 78 aktenr. 443 blz 809
  314. GA Rotterdam, ONA, Nots. Nicolaas v.d. Hagen, inv. nr. 119 aktenr. 71 blz 149
  315. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Hofflant, inv. nr. 255 aktenr. 93 blz 146
  316. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Hofflant, inv. nr. 255 aktenr. 97 blz 150
  317. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Hofflant, inv. nr. 255 aktenr. 134 blz 209
  318. GA Rotterdam, ONA, Nots. Nicolaas Vogel Adriaansz, inv. nr. 157 aktenr. 33 blz 70
  319. GA Rotterdam, ONA, Nots. Nicolaas Vogel Adriaansz, inv. nr. 157 aktenr. 33a blz 73
  320. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz., inv. nr. 74 aktenr. 100 blz 414
  321. GA Rotterdam, ONA, Nots. Gerrit van der Hout, inv. nr. 269 aktenr. 45 blz 78
  322. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Duyfhuysen jr, inv. nr. 198 aktenr. 209 blz 310
  323. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Hofflant, inv. nr. 262 aktenr. 169 blz 254
  324. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Hofflant, inv. nr. 255 aktenr. 97 blz 150
  325. ⇒ www.rijksmuseum.nl
  326. ⇒ www.dbnl.org
  327. ⇒ www.rijksmuseum.nl
  328. ⇒ www.dbnl.org
  329. GA Rotterdam, ONA, Nots. J. Symonsz, dl. 6, f36
  330. GA Rotterdam, WK dl. 545 nr. 778
  331. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jan van Aller Az., inv. nr. 97 aktenr. 143 blz 336
  332. ⇒ www.rijksmuseum.nl
  333. ⇒ spieghel.html
  334. ⇒ spieghel.html
  335. Putman, Octrooien, l.c.
  336. Utrechtse Parentelen, dl. 6, p182
  337. Utrechtse Parentelen, dl. 6, p182
  338. Utrechtse Parentelen, dl. 6, p182
  339. Utrechtse Parentelen, dl. 6, p182
  340. NL 67(1950)242
  341. Utrechtse Parentelen, dl. 6, p182
  342. NL 67(1950)242
  343. OV 42(1987)580,582
  344. Prometheus II/2e dr.
  345. F. van Hoorn, Geervliet 600 jaar stad, Geervliet, 1980
  346. zie ook Prometheus II/2e dr.
  347. OV 51(1996)154 en 157, en OV 52(1997)334, 337
  348. OV 6(1951)114
  349. OV 7(1952)16
  350. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 30
  351. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 104
  352. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 175
  353. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 185
  354. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 380
  355. GA Rotterdam, ONA, Nots. Gerrit van der Hout, inv. nr. 291 aktenr. 53 blz 75
  356. zie ook J. en M. Benne, Bent u een Benne, Hoek van Holland, 1990, p44
  357. NL 93(1977)365
  358. Van Hoorn, l.c., p 229
  359. OV 7(1952)16
  360. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Toegangsnummer: 048, Ambacht Spijkenisse en Braband, Regesten van transportregisters, nr. 480
  361. NL 93(1977)365
  362. NL 93(1977)365
  363. OV 6(1951)113
  364. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 463
  365. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 495
  366. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 496
  367. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 517
  368. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 525
  369. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 545
  370. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 546
  371. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 569
  372. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 570
  373. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 571
  374. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 583
  375. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 594
  376. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 619
  377. GA Rotterdam, ONA, Nots. Gerrit van der Hout, inv. nr. 309 aktenr. 60 blz 101
  378. GA Rotterdam, ONA, Nots. Gerrit van der Hout, inv. nr. 276 aktenr. 73 blz 165
  379. NL 93(1977)365
  380. NL 93(1977)365
  381. OV 43(1988)257, 385
  382. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Toegangsnummer: 048, Ambacht Spijkenisse en Braband, Regesten van transportregisters, nr. 1176, 1263
  383. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 772
  384. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 797
  385. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Toegangsnummer: 048, Ambacht Spijkenisse en Braband, Regesten van transportregisters, nr. 1402
  386. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Toegangsnummer: 048, Ambacht Spijkenisse en Braband, Regesten van transportregisters, nr. 1403
  387. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 942
  388. Van Hoorn, l.c., p 229
  389. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 327
  390. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 472
  391. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 475
  392. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 497
  393. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 505
  394. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 528
  395. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 629
  396. Prometheus II/2e dr.
  397. Prometheus II/2e dr.
  398. Prometheus II/2e dr.
  399. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 523
  400. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 564
  401. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 566
  402. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 594
  403. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 619
  404. ⇒ 1076576873
  405. ⇒ 1076576873
  406. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 648
  407. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 656
  408. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 4
  409. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 4
  410. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 18
  411. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 34
  412. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 80
  413. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 87
  414. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 179
  415. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 182
  416. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 209
  417. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 227
  418. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 281
  419. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 55
  420. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 63
  421. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 68
  422. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 69
  423. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 141
  424. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 153
  425. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 160
  426. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 174
  427. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 209
  428. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 192
  429. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 190
  430. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 316
  431. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 348
  432. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 362
  433. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 370
  434. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 373
  435. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 381
  436. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 390
  437. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 391
  438. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 417
  1. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 419
  2. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 416
  3. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 418
  4. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 420
  5. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 52
  6. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 61
  7. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 69
  8. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 106
  9. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 140
  10. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 171
  11. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 172
  12. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 190
  13. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 226
  14. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 197
  15. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 227
  16. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 312
  17. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 322
  18. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 365
  19. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 386
  20. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 322
  21. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 532
  22. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 281
  23. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 311
  24. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 322
  25. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, Stad Geervliet, Regesten Transportregisters nr. 395
  26. ORA Dordrecht, inv. 733, f181v, d.d. 16-1-1579, gecit. in ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  27. v.d. Aa, l.c., sub voce Targier
  28. Karin Bout, Het Aemstels Vreugde-Beeckje, Utrecht, 2007, ⇒ Het%20Aemstels%20Vreugde-Beeckje.doc
  29. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  30. CBG, Oost-Indische Bronnen
  31. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21637071
  32. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21637125
  33. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21637581
  34. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21667720
  35. Hessel Miedema, De Archiefbescheiden van het St. Lukasgilde te Haarlem, 1497-1798, Dl. 2, Alphen a/d Rijn, 1980
  36. ⇒ www.lustigegeesten.nl
  37. ⇒ www.lustigegeesten.nl
  38. W.N.M. Hüsken, B.A.M. Ramakers en F.A.M. Schaars (eds.) Trou moet blijcken. Bronnenuitgave van de boeken der Haarlemse rederijkerskamer 'de Pellicanisten'. Deel 8: de boeken I, N, M en R. Assen 1998
  39. ⇒ www.lustigegeesten.nl
  40. ⇒ www.lustigegeesten.nl
  41. Jb. CBG 3(1949)85
  42. Tiel, Schepen Signaten 1570-1583 f133v
  43. Tiel, Schepen Signaten 1570-1583 f194
  44. Jb. CBG 3(1949)85
  45. Tiel, Schepen Signaten 1590-1598 f1
  46. zoek op Tiel, de betreffende acte
  47. Jb. CBG 4(195)73
  48. Tiel Schepen Signaten 1570-1583 f90 en f111v
  49. zoek op Tiel, Schepen Signaten 1563-1570 f55v
  50. zoek op Genealogie Wijnandts van Resandt, p111a
  51. OV 40(1985)205,206
  52. Jb. CBG 3(1949)85
  53. Tiel Schepen Signaten 1599-1615, fol. 246v
  54. Jb. CBG 3(1949)85
  55. GA Dordrecht, Register 50e penning Dordrecht 1580, nr. 3, inv. 3962, ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  56. NL 109(1992)289 e.v.
  57. NL 109(1992)289 e.v.
  58. Admissions a la bourgeoisie de Liege
  59. NNBW II p1420, en v.d. Aa sub voce Terwen
  60. NL 109(1992)289 e.v.
  61. W.J.C. Moens (red.), The Walloon Charch of Norwich, London, 1887
  62. Balen, l.c., passim
  63. zie ook NL 74(1957)46
  64. Menn. Encycl., l.c., sub voce Terwen en Dordrecht
  65. Dordrecht, Kohier van het hoofdgeld 1622, ⇒ www.regiodiep.nl
  66. GA Dordrecht, Register 1000e penning van Dordrecht (1626), nr. 3, inv. inv. 3975, ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  67. zie ook Balen, l.c. passim, em Mededeling P. Kuiperi te Amsterdam, 1999
  68. zie ook Balen, l.c. passim, en Mededeling P. Kuiperi te Amsterdam, 1999
  69. NL 74(1957)46
  70. Detailinventaris van de Insolvente boedel Van de Gevel - Van Ophoven - Van Ems, 1619-1699. Antwerpen, 1999, ⇒ www.felixarchief.be
  71. ORA Dordrecht, inv. 766, f50, d.d. 17-10-1626, gecit. in ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  72. Balen, l.c. deel II, p. 1268-1269, en Mededeling J.L. Kuipéri te Amsterdam, 1999
  73. zie ook NL 74(1957)46
  74. GA Utrecht, nr. 228 (archief Doopsgezinde Gemeente Utrecht), invent.nr. 17, ff.74v.-75r., gecit. inSt. Her. 30(1995)32
  75. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Cornelisz van der Swan, inv. nr. 183 aktenr. 170 blz 228
  76. GA Utrecht, nr. 228 (archief Doopsgezinde Gemeente Utrecht), invent.nr. 17, ff.74v.-75r., gecit. inSt. Her. 30(1995)32
  77. GA Utrecht, nr. 228 (archief Doopsgezinde Gemeente Utrecht), invent.nr. 17, ff.74v.-75r., gecit. inSt. Her. 30(1995)32
  78. A.M.L. Hajenius, Dopers in de Domstad, Hilversum 2003
  79. NL 74(1957)47
  80. NL 74(1957)47
  81. NL 74(1957)47
  82. GAU, Nots. P. Leechburch, Utrecht, inv.nr.U97a5, aktenr. 75, d.d. 21-12-1689
  83. GAU, Nots. P. Leechburch, Utrecht, inv.nr.U97a6, aktenr. 26, d.d. 27-06-1691
  84. GAU, Nots. P. Leechburch, Utrecht, inv.nr.U97a7, aktenr. 21, d.d. 30-03-1693
  85. GAU, Nots. P. Leechburch, Utrecht, inv.nr.U97a7, aktenr. 43, d.d. 25-08-1693
  86. GAU, Nots. P. Leechburch, Utrecht, inv.nr.U97a7, aktenr. 47, d.d. 19-09-1693
  87. GAU, Nots. P. LEECHBURCH, Utrecht, inv.nr.U97a7, aktenr. 78, d.d. 13-02-1694
  88. Kuiperi, l.c.
  89. GA Utrecht, nr. 228 (archief Doopsgezinde Gemeente Utrecht), invent.nr. 17, ff.74v.-75r., gecit. inSt. Her. 30(1995)32
  90. A.M.L. Hajenius, Dopers in de Domstad, Hilversum 2003
  91. GAU, Nots. A. Duerkant , Utrecht, inv.nr.U126a2, aktenr. 13, d.d. 25-10-1701
  92. GAU, Nots. M. van Lobbrecht, Utrecht, inv.nr.U123a3, aktenr. 238, d.d. 10-12-1704
  93. GAU, Nots. M. VAN Lobbrecht , Utrecht, inv.nr.U123a3, aktenr. 241, d.d. 17-12-1704
  94. GAU, Nots. A. Duerkant, Utrecht, inv.nr.U126a2, aktenr. 152, d.d. 22-08-1710
  95. GAU, Nots. A. Duerkant, Utrecht, inv.nr.U126a3, aktenr. 31, d.d. 16-02-1712
  96. GAU, Nots. A. Duerkant, Utrecht, inv.nr.U126a3, aktenr. 32, d.d. 16-02-1712
  97. GAU, Nots. H. van Hees, Utrecht, inv.nr.U110a11, aktenr. 61, d.d. 12-11-1720
  98. zie ook Kuiperi, l.c.
  99. zie ook St. Her. 6(1955)3
  100. St. Her. 6(1955)3
  101. GAU, Nots. C. F. Pronckert, Utrecht, inv.nr.U162a9, aktenr. 46, d.d. 05-04-1728
  102. GAU, Nots. C. F. Pronckert , Utrecht, inv.nr.U162a11, aktenr. 160, d.d. 04-11-1730
  103. GAU, Nots. H. van Hees, Utrecht, inv.nr.U110a15, aktenr. 19, d.d. 29-6-1733
  104. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  105. GAU, Nots. P. van Liender, Utrecht, inv.nr.U122a2, aktenr. 148, d.d. 19-07-1699
  106. GA Utrecht, ONA, Nots. P. Van Liender , inv.nr. U122a002, akte nr. 154
  107. GAU, Nots. M. van Lobbrecht, Utrecht, inv.nr.U123a3, aktenr. 237, d.d. 10-12-1704
  108. GA Utrecht, ONA, toeg.nr. 34-4, Nots. G. Marthens , inv.nr. U150a007, akte nr. 19
  109. GA Utrecht, ONA, toeg.nr. 34-4, Nots. H. Van Hees, inv.nr. U110a008, akte nr. 198
  110. GA Utrecht, ONA, toeg.nr. 34-4, Nots. H. Van Hees , inv.nr. U110a008, akte nr. 200
  111. GA Utrecht, ONA, toeg. nr. 3-4, Nots. J. Bosch , inv.nr. U146a001, akte nr. 177
  112. GA Utrecht, ONA, toeg.nr. 34-4, Nots. J. Bosch , inv.nr. U146a001, akte nr. 237
  113. GA Utrecht, ONA, Toeg. nr. 34-3, Nots. G. Marthens, inv.nr. U150a009, akte nr. 82
  114. St. Her. 7(1961)573
  115. GAU, Nots. H. van Hees, Utrecht, inv.nr.U110a8, aktenr. 247, d.d. 09-09-1711
  116. St. Her. 7(1961)573
  117. St. Her. 3(1961)573
  118. NL 81(1964)337
  119. Dordrecht, Kohier van het hoofdgeld 1622, ⇒ www.regiodiep.nl
  120. GA Dordrecht, Register 1000e penning van Dordrecht (1626), nr. 3, inv. 3975, ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  121. ORA Dordrecht, inv. 766, f6v, d.d. 20-2-1626
  122. Tijds. 1340, 6(1992)140
  123. ORA Dordrecht, inv. 766, f47v, d.d. 2-10-1626, gecit. in ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  124. Weeskamer Dordrecht inv. 17, f. 238 e.v.: akte voor nots. Blasius van Haerlem de Jonge d.d.19-4-1627
  125. ONA Dordrecht, Nots. D.S. Coplaer, inv. 79, f. 95v e.v.
  126. Tijds. 1340, 6(1992)140
  127. ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  128. Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins, Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid-Holland, Utrecht, 1922
  129. zie ook Van Zeeuwse Stam 68(1990)9
  130. zie ook Van Zeeuwse Stam 68(1990)9
  131. GA Dordrecht, Toegangsnummer: 85, Collectie van bescheiden met betrekking tot de familie Balen en aanverwante geslachten
  132. GAU, Nots. W. Zwaerdecroon, Utrecht, inv.nr.U80a5, aktenr. 425, d.d. 01-11-1679
  133. GAU, Nots. H. van Woudenbergh, Utrecht, inv.nr.U93a9, aktenr. 98, d.d. 28-10-1684
  134. GAU, Nots. H. van Woudenbergh, Utrecht, inv.nr.U93a10, aktenr. 29, d.d. 30-03-1685
  135. GAU, Nots. H. van Hees , Utrecht, inv.nr.U110a2, aktenr. 124, d.d. 17-03-1687
  136. GAU, Nots. H. van Hees , Utrecht, inv.nr.U110a5, aktenr. 98, d.d. 10-04-1697
  137. GAU, Nots. H. van Hees , Utrecht, inv.nr.U110a6, aktenr. 108, d.d. 09-03-1700
  138. GAU, Nots. H. van Hees, Utrecht, inv.nr.U110a6, aktenr. 186, d.d. 21-07-1701
  139. GA Dordrecht nr. 3, inv. 3979 (200e penning Dordrecht anno 1652)
  140. GA Dordrecht, Weeskamer inv. 25, f. 284, gecit. in ⇒ www.uwpassieonline.nl
  141. GA Dordrecht, Weeskamer inv. 28, f. 95v, gecit. in ⇒ www.uwpassieonline.nl
  142. GA Dordrecht, ONA Dordrecht, Nots. J. Hellu, inv. 341, d.d. 28-6-1677
  143. GA Dordrecht, Weeskamer Dordrecht inv. 28 f. 96, gecit. in ⇒ www.uwpassieonline.nl
  144. ONA Dordrecht, 507, akte 28, d.d. 21-5-1715, gecit. in ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  145. GA Dordrecht, Archief nr. 3, inv. nr. 3988, Impost coffij etc.
  146. GA Dordrecht, Archief nr. 3, inv. nr. 3988, Impost coffij etc. 1714
  147. GA Dordrecht, Archief 3, inv. nr. 3989
  148. ONA Dordrecht, 507, akte 28, d.d. 21-5-1715, gecit. in ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  149. GA Dordrecht, ORA, inv. 813, f. 132v e.v. gecit. in ⇒ www.uwpassieonline.nl
  150. ONA Dordrecht, 507, akte 28, d.d. 21-5-1715, gecit. in ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  151. ⇒ www.uwpassieonline.nl
  152. GA Dordrecht, ORA inv. 817, f. 9 e.v., gecit. in ⇒ www.uwpassieonline.nl
  153. GA Dordrecht, ORA, inv. 789 f. 90 e.v., gecit. in ⇒ www.uwpassieonline.nl
  154. Dordrecht, Kohier van het hoofdgeld 1622, ⇒ www.regiodiep.nl
  155. OV 40(1985)76
  156. GA Dordrecht, Register 1000e penning van Dordrecht (1626), nr. 3, inv. 3975, ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  157. GA Dordrecht, Register 1000e penning van Dordrecht (1626), nr. 3, inv. 3975, ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  158. GA Dordrecht, Register 1000e penning van Dordrecht (1626), nr. 3, inv. 3975, ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  159. NL 100(1983)491
  160. NL 100(1983)491
  161. zie ook NL 100(1983)491
  162. NL 100(1983)491
  163. Nav 80(1931)281
  164. NL 100(1983)490
  165. Wap. 14(1910)346
  166. Stadsarchief no. 3965, fol. 256. Verpondingskohier
  167. ORA Dordrecht no. 744, fol. 135 v. Transportreg.
  168. ORA Dordrecht no. 746, foll. 101 v. Transportreg.
  169. ORA Dordrecht no. 748, fol. 1. Transportreg.
  170. ORA Dordrecht no. 749, fol. 12. Transportreg.
  171. ORA Dordrecht no. 749. fol. 109. Transportreg.
  172. ORA Dordrecht no. 751, fol. 128 v. Transportreg.
  173. ONA Dordrecht. nes. 10, blz. 159. Nots. P. Eelbo
  174. ORA Dordrecht no. 754, fol. 73. Transportreg.
  175. ORA Dordrecht no. 764, fol. 66 v. Transportreg.
  176. ONA Dordrecht. no. 57, fol. 824 v. Nots. D. Eelbo.
  177. ONA Dordrecht. no. 58, fol. 366. Nots. D. Eelbo
  178. NL 100(1983)494
  179. Nav 80(1931)280
  180. Dordrecht, Kohier van het hoofdgeld 1622, ⇒ www.regiodiep.nl
  181. NL 100(1983)494
  182. Dordrecht, Kohier van het hoofdgeld 1622, ⇒ www.regiodiep.nl
  183. GA Dordrecht, Register 1000e penning van Dordrecht (1626), nr. 3, inv. 3975, ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  184. Nav 80(1931)281
  185. NL 100(1983)495
  186. NL 100(1983)495
  187. Dordrecht, Kohier van het hoofdgeld 1622, ⇒ www.regiodiep.nl
  188. GA Dordrecht, Register 1000e penning van Dordrecht (1626), nr. 3, inv. 3975, ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  189. W. Nijman, Hier leyt begraven, grafzerken in de Grote Kerk van Dordrecht, Dordrecht z.j.
  190. Nav 80(1931)281
  191. NL 100(1983)496
  192. zie ook NL 100(1983)496
  193. ORA Dordrecht, inv. 775, f42v, d.d. 24-6-1645, gecit. in ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  194. GA Dordrecht, ONA, inv. nr. 365, d.d. 29-1-1674, ⇒ d-compu.dyndns.org
  195. ORA Dordrecht inv. 791, f. 35v
  196. Nav 80(1931)281
  197. zie ook NL 100(1983)498
  198. NL 100(1983)498
  199. GA Utrecht, nr. 228 (archief Doopsgezinde Gemeente Utrecht), invent.nr. 17, ff.74v.-75r., gecit. inSt. Her. 30(1995)32
  200. GA. Utrecht. Nats. F. Zwaardecroon
  201. GA. Utrecht. Nots. G. Houtman
  202. NL 100 (1983)498
  203. NL 100(1983)498
  204. Nav 80(1931)281
  205. SA Dordrecht, DTB 78, f37, d.d. 20-2-1649
  206. NL 100(1983)499
  207. GA Dordrecht, ONA, inv. nr. 196, 2-1-1664, ⇒ d-compu.dyndns.org
  208. ⇒ default.asp?action=deepLink&database=ChoiceArtists&%250=19499
  209. Nav 80(1931)281
  210. Nav 80(1931)281
  211. GA Dordrecht, ORA nr. 9, Akten hypotheek, inv. nr. 797 f119
  212. Nav 80(1931)281
  213. NL 100(1983)500
  214. Nav 80(1931)281
  215. R.J. Castendijk, Notities over de familie Van Bracht, Bussum, 1982
  216. NNBW VIII, sub voce Cuyp, en Veerman, l.c.
  217. Castendijk, l.c.
  218. NNBW VIII, p355
  219. NNBW VIII, sub voce Cuyp
  220. Veerman, l.c.
  221. Castendijk, l.c.
  222. Veerman, l.c., p14
  223. GA Dordrecht, Register 1000e penning van Dordrecht (1626), nr. 3, inv. 3975, ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  224. NNBW VIII, p355, en Veerman, l.c.
  225. NNBW, sub voce Cuyp
  226. Veerman, l.c., p14
  227. NNBW, sub voce Cuyp
  228. Castendijk, l.c.
  229. Castendijk, l.c.
  230. Castendijk, l.c.
  231. Castendijk, l.c.
  232. NNBW VIII, p355
  233. GA Dordrecht, gilden 16.884 II f59, geciteerd in Castendijk, l.c.
  234. idem, f74v
  235. idem, f96
  236. NNBW VIII
  237. GA Dordrecht, Weeskamer, inv. nr. 889, 12-7-1622, ⇒ d-compu.dyndns.org
  238. GA Dordrecht, ONA 20 A 46 f172, geciteerd in Castendijk, l.c.
  239. NNBW VIII, p355
  240. Veerman, l.c., p14
  241. Veerman, l.c., p14
  242. zie NNBW VIII, sub voce Cuyp
  243. Dordrecht, Kohier van het hoofdgeld 1622, ⇒ www.regiodiep.nl
  244. GA Dordrecht, Register 1000e penning van Dordrecht (1626), nr. 3, inv. 3975, ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  245. NNBW VIII, p356
  246. Veerman, l.c.
  247. NNBW VIII, p356
  248. NNBW VIII, p356
  249. NNBW VIII, p356
  250. Veerman, l.c. p19
  251. NNBW VIII, p356
  252. GA Dordrecht, Archief 3, inv. nr. 3989
  253. Castendijk, l.c.
  254. NNBW VIII, Veerman, l.c., p15
  255. GA Dordrecht, ORA 9.774 f117, geciteerd in Castendijk, l.c.
  256. Veerman, l.c.
  257. Veerman, l.c. p14
  258. Veerman, l.c. p14
  259. Veerman, l.c. p17
  260. GA Dordrecht, Register 1000e penning van Dordrecht (1626), nr. 3, inv. 3975, ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  261. GA Dordrecht, Register 50e penning Dordrecht 1580, nr. 3, inv. 3962, ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  262. ORA Dordrecht, inv. 759, f83v, d.d. 22-10-1618, gecit. in ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  263. ORA Dordrecht, inv. 747, f. 31v, d.d. 2-7-1603, gecit. in ⇒ www.andredenhaan.ismijnpassie.nl
  264. DTB Dordrecht nr. 78 (kerkboek van de Doopsgezinde gemeente), f. 45, 18 febr. 1653
  265. Prom. 12, p76
  266. Prom. 12, p76
  267. Sprang, ORA, Protocol van transport en obligaties, 1628 - 1631, f 4v, ⇒ www.doekefkes.nl
  268. Prom. 12, p69
  269. Sprang, ORA, Protocol van transport en obligaties, 1628 - 1631, f 202v, ⇒ www.doekefkes.nl
  270. ⇒ kwartierstaatvervolg.htm
  271. Steinen1749
  272. Her. Bib. 7(1880)14
  273. Steinen1749
  274. HRvA, coll. Souckaert 4256 Kwartierwapenboek Joost van Atteveld
  275. Gen. Her. Bld. 2(1907)118
  276. Her. Bib. 7(1880)14
  277. Nav. 44(1984)351
  278. Steinen1749
  279. zie ook NL 20(1902)118
  280. NL 80(1963)109
  281. Mededeling W. Schmelzer, Genealogie Van Steenhuys, 2014
  282. Mededeling W. Schmelzer, Genealogie Van Steenhuys, 2014
  283. Nav. 39(1889)125
  284. Gen. Her. Bld. 2(1907)118
  285. Her. Bib. 7(1880)14
  286. Nav. 44(1984)351
  287. Steinen1749
  288. zie ook NL 20(1902)118
  289. NL 80(1963)109
  290. Mededeling W. Schmelzer, Genealogie Van Steenhuys, 2014
  291. Gen. Her. Bld. 2(1907)118
  292. Her. Bibl. 2(1880)7
  293. Steinen1749
  294. zie ook NL 20(1902)118
  295. Steinen1749
  296. Her. Bibl. 2(1880)7
  297. A. G. van Dalen, Rondom het tolhuys aan Rijn en Waal, Zutphen, 1972
  298. ⇒ kastelen-in-de-achterhoek.html
  299. Her. Bibl. 2(1880)9
  300. Jona Willem te Water, Historie van het Verbond en de Smeekschriften der Nederlandsche Edelen, Dl. 4, Middelburg, 1796
  301. Her. Bibl. 2(1880)9
  302. Wap. 22(1918)126
  303. A. G. van Dalen, Gelderse historie in de Liemers, N&vD, 1971
  304. Gelders Archief, Toegangsnr. 371 Huis Aerdt
  305. Gen. Her. Bld. 2(1907)118
  306. Gen. Her. Bld. 21907)118
  307. GN 45(1990)503
  308. Steinen1749
  309. Steinen1749
  310. Her. Bib. 7(1880)14
  311. Her. Bibl. 7(1880)16
  312. Her. Bibl. 7(1880)11
  313. J. Kuys, De ambtman in het kwartier Nijmegen
  314. NL 91(1974)145
  315. Steinen1749
  316. NL 91(1974)145
  317. S. Pr. 1691, 16 maart (ORAN 1890, f. 38v)., gecit. in GN 34(1979)98
  318. Inv.Nr. 0190 ORA Rijk van Nijmegen, Deel 144 - "Vierde Prothocoll van Bezwaar van Oy Rijks 1709 1 Aug 1722 24 Jan"
  319. Staatsarch. Düsseldorf, Landgericht Kleve VI, inv. 79, f. 141 ff., gecit. in GN 41(1986)228
  320. GN 45(1990)391
  321. GA 1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798, bloknr. 0012 inv. nr. 0S29 f97-101
  322. RAL; L.v.O. 5324 (Eisden, gichten 1573-1602), f. 23 v.
  323. Limb. Leeuw 8(1960)119
  324. Limb. Leeuw 8(1960)119
  325. G.W.G. van Bree, Inventaris van de Oude Archieven van de stad Roermond, 1259 - 1796, Roermond, 1989
  326. R.A.L; L.v.O. 5201 (Eisden, rolregister 1567-1582), f. 218 v.
  327. RAL; L.v.O. 5324, f. 114
  328. RAL; Brabants Hooggerecht Maastricht, reg. 6415 (gichten 1580-1586), f, 284.
  329. Limb. Leeuw 8(1960)119
  330. RAL; Brabants Hooggerecht Maastricht, reg. 6415 (gichten 1580-1586), f, 284.
  331. RAL; L.v.O. 5203 (Eisden, civ. gedingen 1595-1601).
  332. RAL; L.v 0. 5206 (Eisden, rolreg. 1607-1613), f. 338.
  333. cfr De Limb. Leeuw 3 (1954-'55) 18-19.
  334. RAL; L.v.O. 5133 (Eisden, gerechterijke attesten).
  335. RAL; L.v.O. 5202 (Eisden, rolreg. 1583-1595), f. 134 v.-135 v..
  336. Limb. Leeuw 8(1960)120
  337. RAL; L.v.O. 5326 (Eisden, gichten 1601-1614), 18 nov. 1614.
  338. RAL; L.v.O. 5133 (Eisden, gerechterijke attesten).
  339. GN 50(1995)349
  340. Mededeling Paul Frambach, 2002
  341. RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
  342. RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
  343. RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
  344. RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
  345. RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
  346. RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
  347. RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
  348. RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
  349. RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
  350. RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
  351. RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
  352. Mededeling Paul Frambach, 2002
  353. Prom. 17 p63
  354. Prom. 17 p63
  355. Prom. 17 p63
  356. GN 50(1995)348
  357. RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
  358. RA Limburg, Processen van de Schepenbank Breust
  359. GN 50(1995)348
  360. Wap. 3(1899)202
  361. OV 51(1996)41
  362. NL 102(1985)25
  363. ⇒ bertdelange
  364. NL 102(1985)25
  365. ⇒ bertdelange
  366. ⇒ bertdelange
  367. ⇒ bertdelange
  368. ⇒ bertdelange
  369. ⇒ bertdelange
  370. ⇒ Oude-beroepen-M.html
  371. Jb. Bentheim 90(1987)1144
  372. Jb. Bentheim ...(1985)...
  373. GN 42(1986)234
  374. Jahrbuch Bentheim, l.c., 77(1974)33
  375. Hans Jürgen Warnecke, Die Räte des Grafen Arnold IV. von Bentheim und ihre Familien, Burgsteinfurt 1978.
  376. Niedersaechisches Staatarchiv Osnabrueck, Bestand 125 I, nr. 796, Van Wimersma Greidanus, l.c., p141
  377. Abels, l.c.
  378. NP 4(1913)273
  379. NL 46(1928)147
  380. NP 4(1913)273
  381. NL 46(1928)147
  382. NP 4(1913)273
  383. Jb. Bentheim 113(1988)
  384. HCO, inv. nr. 0285.1 Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis (VORG), collectie archivalia, nr. 508, Regestnrs. 154 en 233
  385. NP 4(1913)273
  386. Jb. Bentheim 90(1987)10
  387. NL 46(1928)147
  388. Hans Jürgen Warnecke, Die Räte des Grafen Arnold IV. von Bentheim und ihre Familien, Burgsteinfurt 1978.
  389. ⇒ johann_westenberg.html
  390. Ver. tot Beoefening van Oberijsselsch Regt en Geschiedenis, Verslagen en Mededeelingen, 25, 2de reeks, 31ste stuk, Deventer, 1939
  391. NP 31(1945)326
  392. Jahrbuch Bentheim, l.c., 75(1972)28
  393. Beiträge zur Westfalischen Familienforschung 36-37(1978-79)217
  394. Ver. tot Beoefening van Oberijsselsch Regt en Geschiedenis, Verslagen en Mededeelingen, 25, 2de reeks, 31ste stuk, Deventer, 1939
  395. ⇒ johann_westenberg.html
  396. ⇒ johannes_hubertus.html
  397. ⇒ stenv_buetkamp_14.html
  398. ⇒ stenv_buetkamp_14.html
  399. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  400. Hans Jürgen Warnecke, Die Räte des Grafen Arnold IV. von Bentheim und ihre Familien, Burgsteinfurt 1978.
  401. ⇒ stenv_buetkamp_14.html
  402. ⇒ www.stenvorde.de
  403. Genealogisch-Heraldische, Gesellschaft Göttingen e.V., Mitglieder-Info Nr. 7 - Dezember 2002
  404. Bauks, l.c., nr. 6669
  405. GN 54(1999)116
  406. Genealogisch-Heraldische, Gesellschaft Göttingen e.V., Mitglieder-Info Nr. 7 - Dezember 2002
  407. ⇒ ~ricpalthe
  408. ⇒ ~ricpalthe
  409. GN 54(1999)116
  410. Genealogisch-Heraldische, Gesellschaft Göttingen e.V., Mitglieder-Info Nr. 7 - Dezember 2002
  411. GN 54(1999)116
  412. GN 54(1999)116
  413. Genealogisch-Heraldische, Gesellschaft Göttingen e.V., Mitglieder-Info Nr. 7 - Dezember 2002
  414. GN 54(1999)116
  415. GN 54(1999)116
  416. GN 54(1999)116
  417. GN 54(1999)116
  418. Genealogisch-Heraldische, Gesellschaft Göttingen e.V., Mitglieder-Info Nr. 7 - Dezember 2002
  419. ⇒ ~ricpalthe
  420. W.G. Doornbos et al., Lidmatenboek van de Geref. Kerk van de Stad Groningen 1594-1660, Groningen 2001
  421. ⇒ ledematen
  422. Heino Hermannus Brucherus, Gedenkboek van Stad en Lande, Groningen, 1792
  423. Heino Hermannus Brucherus, Gedenkboek van Stad en Lande, Groningen, 1792
  424. ⇒ ~ricpalthe
  425. W.G. Doornbos et al., Lidmatenboek van de Geref. Kerk van de Stad Groningen 1594-1660, Groningen 2001
  426. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  427. GN 25(1970)53
  428. ⇒ ledematen
  429. Heino Hermannus Brucherus, Gedenkboek van Stad en Lande, Groningen, 1792
  430. ⇒ ledematen
  431. ⇒ ~ricpalthe
  432. zie ook GN 25(1970)53
  433. zie ook ⇒ ~ricpalthe
  434. ⇒ ~ricpalthe
  435. ⇒ ~ricpalthe
  436. ⇒ ~ricpalthe
  437. ⇒ ~ricpalthe
  438. ⇒ ledematen
  1. zie ook GN 25(1970)53
  2. ⇒ ~ricpalthe
  3. ⇒ ledematen
  4. zie ook ⇒ index.html
  5. W.G. Doornbos et al., Lidmatenboek van de Geref. Kerk van de Stad Groningen 1594-1660, Groningen 2001
  6. zie ook ⇒ Lijst_van_burgemeesters_van_Enschede
  7. ⇒ ~ricpalthe
  8. ⇒ twentebestand
  9. NL 98(1981)68
  10. Aold Hoksebarge 14(1981)889
  11. Snuif, l.c., p77
  12. ⇒ historie.htm
  13. GEE 141, ⇒ index.php?pagina=media_historisch&p=35
  14. ⇒ ~ricpalthe
  15. ⇒ ~ricpalthe
  16. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  17. VG 12(1987)56
  18. VG 12(1987)56
  19. resolutieboeken, gecit. in ⇒ ~ricpalthe
  20. resolutieboeken, gecit. in ⇒ ~ricpalthe
  21. VG 12(1987)56
  22. ⇒ ~ricpalthe
  23. Frans Verkade, Predikantenbord en boek tellen een "herder" teveel, uit. HErsteld Hervorms Elspeet, 2008
  24. zie ook ⇒ 1-Lontius.htm
  25. resolutieboeken, gecit. in ⇒ ~ricpalthe
  26. resolutieboeken, gecit. in ⇒ ~ricpalthe
  27. resolutieboeken, gecit. in ⇒ ~ricpalthe
  28. Frans Verkade, Predikantenbord en boek tellen een "herder" teveel, uit. HErsteld Hervorms Elspeet, 2008
  29. ⇒ ~ricpalthe
  30. D.G. van Epen, Album Studiosorum Academiae Gelro-Zutphanicae 1648-1818, 's-Gravenhage, 1904
  31. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  32. ⇒ ~ricpalthe
  33. zie ook VG 12(1987)56
  34. ⇒ ~ricpalthe
  35. resolutieboeken, gecit. in ⇒ ~ricpalthe
  36. VG 12(1987)56
  37. ⇒ ~ricpalthe
  38. ⇒ ~ricpalthe
  39. ⇒ www.oosterbaan.info
  40. Transportacte Almelo, inv.nr. 2646, folio nr.14.15.??, gecit. in ⇒ ~ricpalthe
  41. ORA Doornspijk, Protocol van bezwaar 1777-1790, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  42. ⇒ twentebestand
  43. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  44. Heino Hermannus Brucherus, Gedenkboek van Stad en Lande, Groningen, 1792
  45. W.G. Doornbos et al., Lidmatenboek van de Geref. Kerk van de Stad Groningen 1594-1660, Gronigen 2001
  46. NL 113(1996)23
  47. Nav. 61(1912)581
  48. NL 113(1996)23
  49. Van Doorninck, Middachten, o.e., nr. 137, gecit. in NL 113(1996)23
  50. Van Doorninck, Middachten, o.e., nr. 144, gecit. in NL 113(1996)23
  51. 220
  52. Aantekeningen in een Nederlandse bijbel uit ca. 1430, berustende in het British Museum. De Ned. Leeuw 1922, 378-380.
  53. Nav. 61(1912)581
  54. Nav. 61(1912)581
  55. NL 113(1996)23
  56. Van Wimersma Greidanus, l.c., p141
  57. Wap. 2(1898)264
  58. Wap. 2(1898)264
  59. NL 99(1982)478
  60. NL 99(1982)478
  61. Wap. 2(1898)264
  62. NL 99(1982)478
  63. NL 108(1991)214
  64. NL 113(1996)483
  65. NL 108(1991)214
  66. OV 45(1990)57
  67. OV 56(2001)270
  68. NL 113(1996)483
  69. ARA, Archief van de Staten van Holland voor 1572 inv.nr. 2280, d.d 14-5-1554, fol. 6vo, fol, 39vo-46, fol. 50, fol. 74vo-78, gecit. in NL 116(1999)457
  70. ARA, Archief van de Staten van Holland voor 1572 inv.nr. 2280, d.d. 14-5-1554, fol. 6vo, fol, 39vo-46, fol. 50, fol. 74vo-78, gecit. in NL 116(1999)458
  71. ARA, Archief van de Staten van Holland voor 1572 inv.nr. 2289, d.d. 24-2-1565, fol. 6vo-9vo, gecit. in NL 116(1999)467
  72. NL 113(1996)483
  73. NL 108(1991)214
  74. GN 60(2005)651
  75. Stadsarchief Antwerpen, Certificatieboeken 14, fol. 320V, gecit. in GN 60(2005)649
  76. Stadsarchief Antwerpen, Certificatieboeken 16, fol. 470,470V, gecit. in GN 60(2005)649
  77. Stadsarchief Antwerpen, Certificatieboeken 19, fol. 258V., gecit. in GN 60(2005)649
  78. ONA Lier, Nots. Henrick van den Dornhoven, fol. 134,134V, gecit. in GN 60(2005)649
  79. Stadsarchief Antwerpen, SR357,fol.202V, gecit. in GN 60(2005)649
  80. Zorn, l.c.
  81. Zorn, l.c.
  82. ⇒ twentebestand
  83. Zorn, l.c.
  84. Zorn, l.c.
  85. Zorn, l.c.
  86. Zorn, l.c.
  87. Zorn, l.c.
  88. Snuif, l.c., p116
  89. Zorn, l.c.
  90. Zorn, l.c.
  91. Zorn, l.c.
  92. Zorn, l.c.
  93. Zorn, l.c.
  94. Twente Gen. 5(1989)1, p9
  95. Twente Gen. 5(1989)1, p9
  96. Zorn, l.c.
  97. ⇒ twentebestand
  98. ⇒ twentebestand
  99. ⇒ twentebestand
  100. HCO, Toeg. nr. 0045.2, Stadgericht Delden, nr. 3
  101. Stroink, l.c.
  102. Verpondingregister Twenthe, l.c.
  103. ⇒ twentebestand
  104. HCO Zwolle, ORA Stad Oldenzaal, toegang 65.1, inv. nr. 19
  105. HCO Zwolle, ORA Stad Oldenzaal, toegang 65.1, inv. nr. 19
  106. ⇒ twentebestand
  107. ⇒ twentebestand
  108. ⇒ twentebestand
  109. ⇒ twentebestand
  110. ⇒ twentebestand
  111. ⇒ twentebestand
  112. Benthem, l.c. p76, p129, en Elderink, l.c. p331 en Snuif p228
  113. HCO Zwolle, ORA Stad Oldenzaal, toegang 65.1, inv. nr. 39
  114. HCO Zwolle, ORA Stad Oldenzaal, toegang 65.1, inv. nr. 39
  115. Verpondingregister Twenthe, l.c.
  116. HCO Zwolle, ORA Stad Oldenzaal, toegang 65.1, inv. nr. 58
  117. F.W.J. van den Berg, Inventaris van het archief van het richterambt Almelo, 1554-1811. Zwolle, 1992, inv. nr. 3169
  118. ⇒ twentebestand
  119. Elderink, l.c. passim
  120. HCO Zwolle, ORA Landgericht Oldenzaal, toegang 65.1, inv. nr. 5
  121. Elderink, l.c. p333
  122. HCO Zwolle, ORA Landgericht Oldenzaal, toegang 65.1, inv. nr. 6
  123. ⇒ twentebestand
  124. ⇒ twentebestand
  125. Snuif, l.c., p77
  126. ⇒ twentebestand
  127. ⇒ twentebestand
  128. ⇒ twentebestand
  129. ⇒ twentebestand
  130. ⇒ twentebestand
  131. ⇒ twentebestand
  132. ⇒ twentebestand
  133. ⇒ twentebestand
  134. ⇒ twentebestand
  135. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  136. ⇒ twentebestand
  137. ⇒ twentebestand
  138. ⇒ twentebestand
  139. ⇒ twentebestand
  140. ⇒ twentebestand
  141. J.C. van Slee, De Illustre School te Deventer 1630-1878, 's-Gravenhage, 1916
  142. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  143. Album Promotorum Rijksuniversiteit Utrecht 1815-1936, Leiden, 1963
  144. ⇒ twentebestand
  145. Her. Bib. 9(1882)311
  146. ⇒ twentebestand
  147. Leget et al, l.c., Burgerboek Zutphen
  148. W.F.M. Ahoud et al., De Gelderse Leeuw, Arnhem, 1992, p198, verwijst naar RAG, Arch Hof van Gelderland 4948, civ. proces nr. 17
  149. A.P. Van Schilfgaarde, Register lenen Huis Bergh, Arnhem, 1929, p168-169
  150. Leget et al, l.c., Burgerboek Zutphen
  151. Leget et al, l.c., Burgerboek Zutphen
  152. Leget et al, l.c., Burgerboek Zutphen
  153. Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 251 f143
  154. NL 104(1987)310
  155. RA Stad Lochem, inv. nr. 254 f144, d.d. 14-2-1648
  156. RA Stad Lochem, inv. nr. 248
  157. Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 251 f195
  158. Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 255 f38
  159. Regesten Lochem RAGld, inv. nr. 255 f162v
  160. RA Borculo, inv. nr. 395 f88v
  161. NL 104(1987)309
  162. ⇒ twentebestand
  163. NL 104(1987)306
  164. NL 104(1987)306
  165. NL 104(1987)306
  166. Borculo, procesdossiers, vonissen, inv. nr 236, f1, ⇒ www.heerlijkheidborculo.nl
  167. Borculo, procesdossiers, vonissen, inv. nr 335, f12, ⇒ www.heerlijkheidborculo.nl
  168. ⇒ twentebestand
  169. NL 104(1987)307
  170. VWG p271
  171. zie ook NL 104(1987)310, en VWG p271
  172. zie ook NL 104(1987)310
  173. VWG p 271
  174. Nav. 14(1864)211
  175. Nav. 14(1864)211
  176. Gudrun Anne Dekker, Ubbo Emmius, 2010
  177. Gudrun Anne Dekker, Ubbo Emmius, 2010
  178. RAG 598 ss inv. nr. 11, gecit. in Fokke Akkerman, Gerda C. Huisman (red.), Wessel Gansfort (1419-1489) and northern humanism, Leiden, 1993
  179. Gudrun Anne Dekker, Ubbo Emmius, 2010
  180. Jahrbuch Bentheim 75(1972)28
  181. Snuif, l.c., p93
  182. B.J. Finke, W. Heerspink, Heerscopinc: de geschiedenis van de erven en geslachten Heerspink 1325-2000, Hilversum, 2008
  183. Streekarchivariaat Regio Achterhoek, Gasthuis en Provisorie Groenlo, Toegangsnummer: 137, ⇒ www.archieven.nl
  184. G.J. ter Kuile, Geschiedkundige aantekeningen op de havezathen van Twenthe, Almelo, 1911
  185. .. Gevers en .. Mensema, De Havezathen in Salland en hun bewoners, ..
  186. Sloet et al, l.c., p 472,477,480
  187. Eijken, l.c., nr. 2017
  188. Mededeling E. Roscam Abbing te Nijmegen, 1999
  189. RA Heerlijkheid Borculo, inv.nr. 396, f. 153r-v (12 februari 1635)
  190. Roe\"ll, Zutphensche Kentenissen, 1630-33, f. 240, 1633-36, f. 32
  191. RA Stad Zutphen, inv.nr. 515. Opgave Te Walvaart
  192. RA Bredevoort, inv.nr. 423, f7r
  193. K Scholz, 'Zur Geschichte der Gegenreformation in Vreden Quellenstu\"cke zu den Jahren 1624/1625', in: "Im Geschichte vor Stadt und Stift Vreden in 17. and 18. Jahrhundert" Heimatverein Vreden, 7, Vreden 1977, p. 50 (noot 9)
  194. ⇒ kerk.html
  195. GN 29(1974)62 e.v.
  196. ⇒ kerk.html
  197. ⇒ kerk.html
  198. ⇒ www.heerlijkheidbredevoort.nl, Volontaire protocollen Bredevoort, d.d. 15-4-1641, f22
  199. ⇒ www.heerlijkheidbredevoort.nl, Volontaire protocollen Bredevoort, d.d. 8-5-1645, f57v
  200. Mededeling E. Roscam Abbing te Nijmegen, 1999
  201. ⇒ kerk.html
  202. Personenschatsregister van de Stadt Vreden" volgens "Im Geschichte vor Stadt und Stift Vreden in 17. und 18. Jahrhundert" Heimatverein Vreden, 7, Vreden 1977, p. 86
  203. RA Heerlijkheid Bredevoort, inv.nr. 131. Opgave Te Walvaart
  204. GN 29(1974)62 e.v.
  205. Aantekeningen van Roell over het geslacht Volmer in het Centraal Bureau voor Genealogie uit de 'Zuthpensche Kentenissen', f. 98.
  206. ⇒ www.heerlijkheidbredevoort.nl, Volontaire protocollen Bredevoort, d.d. 14-3-1639, f18
  207. RA Bredevoort, inv.nr. 115, f209r
  208. Mededeling E. Roscam Abbing te Nijmegen, 1999
  209. NL 1926
  210. RA Heerlijkheid Borculo, inv.nr. 399 (7 maart 1646)
  211. RA Stad Zutphen, inv.nr. 518. Opgave Te Walvaart
  212. GN 29(1974)62
  213. GN 29(1974)62
  214. GN 29(1974)62
  215. GN 29(1974)62
  216. A.J. Maris, 'De leen- keurmedige en tynsgoederen van de Sint Salvator-Abdij te Pru\"m in Gelderland', in: Gelre, 1934, p88.
  217. A.J. Mans, 'De leen- keurmedige en tynsgoederen van de Sint Salvator-Abdij te Prum in Gelderland', in: Gelre, 1934, p. 88, en RASZ, inv.nr. 518
  218. GN 37(1982)133
  219. GN 37(1982)133
  220. GN 37(1982)133
  221. zie ook GN 37(1982)133
  222. GN 37(1982)133
  223. GN 37(1982)133
  224. GN 37(1982)133
  225. GN 37(1982)133
  226. zie ook GN 37(1982)133
  227. zie ook GN 37(1982)133
  228. GN 37(1982)133
  229. zie ook GN 37(1982)133
  230. zie ook GN 37(1982)133
  231. GN 37(1982)133
  232. GN 37(1982)135
  233. GN 37(1982)135
  234. ORA Scholtambt Lochem, Protocol van Opdrachten en Vestenissen, inv. 132, f. 28
  235. GN 37(1982)135
  236. R.A. Lochem 26-3-1670. gecit. in GN 37(1982)135
  237. zie ook GN 37(1982)135
  238. GN 37(1982)136
  239. zie ook GN 37(1982)136
  240. GN 37(1982)136
  241. R.A. stad Lochem. inv. nr 259. dd. 25.11.1743, gecit. in GN 37(1982)136
  242. GN 37(1982)136
  243. GN 37(1982)136
  244. GN 37(1982)136
  245. GN 37(1982)136
  246. GN 37(1982)136
  247. zie ook GN 37(1982)135
  248. GN 31 (1976) 345
  249. NL 104(1987)308
  250. GN 37(1982)137
  251. zie ook GN 37(1982)133
  252. Ten Cate, l.c.
  253. Transportenboek Zwolle, 1566
  254. Verpondingregister Twenthe, l.c.
  255. Fam. blad Ten Cate, l.c.
  256. ⇒ twentebestand
  257. ⇒ twentebestand
  258. ⇒ twentebestand
  259. ⇒ twentebestand
  260. ⇒ twentebestand
  261. Kron. 1 (1992)190
  262. G. Hesselink, Genealogie van het geslacht Hesselink, Blarcum, 1992
  263. Hesselink, l.c.
  264. Hesselink, l.c.
  265. Hesselink, l.c.
  266. Hesselink, l.c.
  267. Hesselink, l.c.
  268. Kron. 1(1992)192
  269. Hesselink, l.c.
  270. Hesselink, l.c.
  271. Kron. 1(1992)192
  272. Kron. 1(1992)192
  273. Hesselink, l.c.
  274. Hesselink, l.c.
  275. Ten Cate, l.c.
  276. NL 49(1931)375, NL 49(1931)156
  277. NL 49(1931)205
  278. NL 49(1931)205
  279. NA 41(1948)134
  280. NL 49(1931)375
  281. NA 41(1948)134
  282. NL 49(1931)205
  283. NA 41(1948)134
  284. J.C. van Slee, De Illustre School te Deventer 1630-1878, 's-Gravenhage, 1916
  285. NL 49(1931)203
  286. NA 41(1948)134
  287. NL 49(1931)203
  288. NL 49(1931)203
  289. NL 49(1931)199 ev
  290. NL 49(1931)199 ev
  291. NA 41(1948)134
  292. zie ook Mededeling Nico Berendsen, 2011
  293. zie ook Mededeling Nico Berendsen, 2011
  294. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 399, Volontaire protocollen Bredevoort 1626
  295. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 400, Volontaire protocollen Bredevoort 1627
  296. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 403, Volontaire protocollen Bredevoort 1630
  297. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 404, Volontaire protocollen Bredevoort 1631
  298. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 404, Volontaire protocollen Bredevoort 1631
  299. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 408, Volontaire protocollen Bredevoort 1635
  300. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 409, Volontaire protocollen Bredevoort 1636, f33v
  301. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 409, Volontaire protocollen Bredevoort 1636, f34v
  302. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 409, Volontaire protocollen Bredevoort 1636, f35v
  303. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 409, Volontaire protocollen Bredevoort 1636, f35v
  304. ⇒ www.heerlijkheidbredevoort.nl, Volontaire protocollen Bredevoort, d.d. 24-10-1639, f45
  305. RA Heerlijkheid Bredevoort, inv.nr. 107, f. 129v.
  306. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 415, Volontaire protocollen Bredevoort 1646/47
  307. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 415, Volontaire protocollen Bredevoort 1646/47, f63
  308. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 415, Volontaire protocollen Bredevoort 1646/47, f70v
  309. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 417, Volontaire protocollen Bredevoort 1650/51, f40
  310. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 417, Volontaire protocollen Bredevoort 1650/51, f71
  311. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 417, Volontaire protocollen Bredevoort 1650/51, f71v
  312. RA Heerlijkheid Bredevoort, inv.nr. 411. Opgave Te Walvaart
  313. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 418, Volontaire protocollen Bredevoort 1652-54, f115
  314. ORA Bredevoort, toegang 0136, inv. nr. 424, Volontaire protocollen Bredevoort 1663, f36
  315. NL 49(1931)205
  316. GN 36(1981)22
  317. GN 36(1981)22
  318. S.H. Abels, Doopsgezinde familie in het Oldambt, dl. 1, Eexterzandvoort, 2002
  319. Uit Spanheim: 16 pl: Hilligerlee Ibid:H:T:Fol:286, volgens mededeling Hans Homan Free, 2013
  320. RA Westerlee d.d. 29-03-1627, volgens mededeling Hans Homan Free, 2013
  321. RA Westerlee d.d. 17-06-1646, volgens mededeling Hans Homan Free, 2013
  322. RA Westerlee d.d. 11-03-1648, volgens mededeling Hans Homan Free, 2013
  323. Uit Spanheim: 16 pl: Hilligerlee Ibid:H:T:Fol:286, volgens mededeling Hans Homan Free, 2013
  324. RA Westerlee d.d. 22-02-1656, volgens mededeling Hans Homan Free, 2013
  325. ⇒ Meeden.htm
  326. ⇒ Meeden.htm
  327. RA Westerlee d.d. 31-05-1690 (6v), volgens mededeling Hans Homan Free, 2013
  328. NL 99(1982)460
  329. NL 99(1982)460
  330. GN 45(1990)137
  331. GN 45(1990)137
  332. HCL, Aanvulling op de Stadsbegraafboeken ca. 1550-1805
  333. Archief Hof van Friesland, quaclappen Toegang 14, inv. nr. 16696 (v/h deel YY10), blad 215
  334. Archief Hof van Friesland, quaclappen Toegang 14, inv. nr. 16700 (v/h deel YY14), blad 201
  335. Proclamatieboek Folio: 164
  336. GA Leeuwarden, 1589, Proclamatieboek Folio: 256
  337. Mededeling F.N. Heinsius, 2007
  338. GN 57(2002)539
  339. Wap. 21(1917)32
  340. NP 37(1951)172, 67(1983)298
  341. NP 37(1951)172, 67(1983)298
  342. NL 56(1938)4
  343. 56(1938)558
  344. NL 56(1938)4
  345. 56(1938)558
  346. zie ook WVH 1906)275
  347. WVH 1906)276
  348. WVH (1906)276
  349. WVH (1906)276
  350. Wap. 20(1916)495
  351. WVH 1906)276
  352. NL 30(1912)383)
  353. WVH 1906)276
  354. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  355. NL 62(1944)31
  356. zie ook NL 65(1948)367
  357. NL 87(1970)349
  358. Wap. 20(1916)243
  359. zie NL 56(1938)558
  360. zie ook NL 56(1938)12
  361. zie ook Wap. 20(1916)243
  362. NL 56(1938)12
  363. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  364. zie ook Wap. 20(1916)243
  365. Wap. 20(1916)495
  366. NL 65(1948)367
  367. WVH 1(1906)275
  368. WVH 1(1906)275
  369. WVH 1(1906)275
  370. zie ook WVH 1(1906)275
  371. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  372. WVH 1(1906)275
  373. WVH 1(1906)275
  374. NL 56(1938)6
  375. WVH 1(1906)275
  376. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  377. Jb. CBG 28(1974)231
  378. GN 32(1977)234
  379. zie ook GN 32(1977)234
  380. GN 32(1977)234
  381. GN 32(1977)234
  382. NP 86(2005)366
  383. NP 86(2005)366
  384. NP 86(2005)366
  385. NP 86(2005)366
  386. Prom. 7, p178
  387. ⇒ naamlijst.htm
  388. H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 2007, Franeker, 2007, ⇒ books.google.nl
  389. ⇒ 18012
  390. RAF, Archief Hof van Friesland, Quaclappen, Toegang 14, inv. nr. 16700, blad 97
  391. RAF, Archief Hof van Friesland, Quaclappen, Toegang 14, inv. nr. 16702, blad 259
  392. RAF, Archief Hof van Friesland, Quaclappen, Toegang 14, inv. nr. 16702, blad 304
  393. H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 2007, Franeker, 2007, ⇒ books.google.nl
  394. H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 2007, Franeker, 2007, ⇒ books.google.nl
  395. H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 2007, Franeker, 2007, ⇒ books.google.nl
  396. RAF, Toegangsnummer: 328, Archieftitel: Verzameling D.D. Osinga, ⇒ www.archieven.nl
  397. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
  398. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
  399. Ds. T.A. Romein, Naamlijst der predikanten, sedert de hervorming tot nu toe in de hervormde gemeenten van Friesland, Leeuwarden, 1886-1888
  400. Ds. T.A. Romein, Naamlijst der predikanten, sedert de hervorming tot nu toe in de hervormde gemeenten van Friesland, Leeuwarden, 1886-1888
  401. Ds. T.A. Romein, Naamlijst der predikanten, sedert de hervorming tot nu toe in de hervormde gemeenten van Friesland, Leeuwarden, 1886-1888
  402. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
  403. Ds. T.A. Romein, Naamlijst der predikanten, sedert de hervorming tot nu toe in de hervormde gemeenten van Friesland, Leeuwarden, 1886-1888
  404. RAF, Toegangsnummer: 181, Archieftitel: Universiteit te Franeker, Lijsten van Dossiers inzake Criminele en Civiele Processen, ⇒ www.archieven.nl
  405. RAF, Toegangsnummer: 326, Archieftitel: Archieftitel: Familie thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg, Inventaris van de papieren van de Familie van Donia, nr. 1107 ⇒ www.archieven.nl
  406. H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 2007, Franeker, 2007, ⇒ books.google.nl
  407. Ds. T.A. Romein, Naamlijst der predikanten, sedert de hervorming tot nu toe in de hervormde gemeenten van Friesland, Leeuwarden, 1886-1888
  408. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
  409. Th.J. Meijer, Album Promotorum Academiae Franekerensis (1591-1811), Franeker, 1972
  410. Ds. T.A. Romein, Naamlijst der predikanten, sedert de hervorming tot nu toe in de hervormde gemeenten van Friesland, Leeuwarden, 1886-1888
  411. H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 2007, Franeker, 2007, ⇒ books.google.nl
  412. H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 2007, Franeker, 2007, ⇒ books.google.nl
  413. H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 2007, Franeker, 2007, ⇒ books.google.nl
  414. Henricus Grevenstein, Naamlyst der predikanten ... in de Steden en Dorpen der Classis Bolswert en Workum, Leeuwarden, 1751, ⇒ books.google.nl
  415. Ds. T.A. Romein, Naamlijst der predikanten, sedert de hervorming tot nu toe in de hervormde gemeenten van Friesland, Leeuwarden, 1886-1888
  416. H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 2007, Franeker, 2007, ⇒ books.google.nl
  417. RAF, Archief Hof van Friesland, Quaclappen, Toegang 14, inv. nr. 16690, blad 255
  418. RAF, Archief Hof van Friesland, Quaclappen, Toegang 14, inv. nr. 16696, blad 223
  419. ⇒ inwprof.htm
  420. ⇒ www.kstaneke.nl
  421. H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 2007, Franeker, 2007, ⇒ books.google.nl
  422. ⇒ www.kstaneke.nl
  423. H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 2007, Franeker, 2007, ⇒ books.google.nl
  424. ⇒ www.kstaneke.nl
  425. H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 2007, Franeker, 2007, ⇒ books.google.nl
  426. H. de Walle, Friezen uit vroeger eeuwen, 2007, Franeker, 2007, ⇒ books.google.nl
  427. RAF, Archief Hof van Friesland, Quaclappen, Toegang 14, inv. nr. 16699, blad 46, 250
  428. RAF, Archief Hof van Friesland, Quaclappen, Toegang 14, inv. nr. 16701, blad 75, 228, 237
  429. RAF, Archief Hof van Friesland, Quaclappen, Toegang 14, inv. nr. 16702, blad 388, 436
  430. RAF, Archief Hof van Friesland, Quaclappen, Toegang 14, inv. nr. 16703, blad 51, 312
  431. RAF, Archief Hof van Friesland, Quaclappen, Toegang 14, inv. nr. 16704, blad 387
  432. Voet, l.c.
  433. Decretale Verkopingen III, Hof van Friesland 1659-1671 III dl. 17 /222
  434. HCL, Toegangsnummer: 179, Archieftitel: Burmania, nr. 109, Stukken afkomstig uit de nalatenschap van Edzard Hobbo van Burmania

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 14
Back to previous
generation 12
Directly go to generation :
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56