You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Kwartierstaat Van Schothorst ⇒ Gen. nr. 15 |
16396. WOLF (WULF) VAN DRONCKELER.
Register van overleden keurmedigen van de Kelnarij van Putten :[1] 1502 : "Art Tymsen wijff in Nova Ecclesia, filia Wulff van Dronckeler in Barnefeld, de qua lis sed obtenta". "Aert Tijmansen wijff ende noch Wulff Aeltsen van Dronckeler doghter bij Barnevelt 6 fl".
17312. JELIS (GELIS) EVERSEN HAALBOOM (DEN OLDEN), geb. ca. 1450-1470, ovl. Ede 1525, woont ca. 1500 op "De Haalboom".[2].
Register van overleden keurmedigen van de Kelnarij van Putten :[3]
1525: Gelis Holboom obijt in Ede et filius Evert emit cormedam a Jacob van Ommeren pro 8 fl Phil. 30 stb. pro floreno inde habet Jacob 2 fl. pro parte sua.[4]
Register van overleden keurmedigen van de Kelnarij van Putten :
1520: Beel Gelissen filia Geliss Holboom vel Eversen nata de bernefunt (Barneveld?) sed obijt in Gerten (= Herten = Harten) prope Renkem habebat virum qui vocabatur Jan Reijnersen et reliquit unum puerum, solvit pro koer 6 Horn. gld. intercedente pro eo Drossato et patre in Renkem.[11]
COMMENTAAR(¥) Voeg toe aanvullingen Ter Maat. |
20080. GERRIT TER WITSLAGH, geb. ca. 1500, genoemd bij de veetelling (te Epe?) in 1526.[13]
21192. WILLEM GERRITSZ.
Rond 1575 bezat Aryen Wyllem Gerytsz met zijn weeskinderen een stuk eigen land in de hoef "Wyllem Heermansz (Harmansz.) XXVI Maerghen 500 Roeden" (of 5 hont) in Nieuw-Reyerwaard, van 2 morgen 3 hont, (in 1574 nog zonder zijn weeskinderen) [15]
21528. JACOB CORNELISZ (VAN (DER) VELDEN), geb. vóór ca. 1480, ovl. Wateringen 1536[16] ,[17] pachter (1502, 1516-1545), beleend (1509, 1513, 1517, 1519, 1521, 1522, 1533), bouwman, woont in het huis te Maasland (1537) [18](¥), te Wateringen (1513, 1521, 1533),[19] (1536),[20] belender te Maasland (1521) [21], tr. [22]
21529. KATHARINA (TRIJNTJE) DIRCKDR (THOEN VAN BRONKHORST), ovl. 1569-1588 of na 27-8-1560[23]
of Delft na 28-7-1555[24]
,[25]
tr. 1o [26]
[27]
. VRANCK NN.
Zij wordt beleend (1548),
is belendster te Vlaardingen (1548),
testeert (1557, zie hieronder), haar erfgenamen zijn belender (1588) te
Maasland.[28]
COMMENTAAR(¥) sic! in 1537 is hij al overleden. |
Wapen Thoen van Bronckhorst: een klimmende zilveren leeuw, goud gekroond, genageld en getongd op een schild van keel.
Dit wapen is met zekerheid gedragen door Willem Jansz Thoen, zijn zoon Joost Willemsz Thoen en zijn kleinzoon Jan Joostensz Buvs, hetgeen blijkt uit een akte opgemaakt voor de Maaslandse notaris Aelbrecht Willemsz van Roodenburg.[29] |
Uit de volgende acte blijkt een goed overzicht van al haar nazaten:
13-4-1595 : In de volgende conflicten zal ten huize van Vrederick Meesz in 't Voorhout te 's Gravenhage door 4 advocaten van het Hof van Holland aldaar op 29 maart e.k. recht worden gewezen en wel tussen Annetge Dirricsdochter, gehuwd met Lenaert Pietersz Goudtappel, en haar zuster Grietgen Dirricsdochter, gehuwd met Jan Lenaertsz backer te Ouderschie, enerzijds en de kinderen van hun zuster Marritgen Dirricsdochter, n.l. Dirrick Gerritsz. te Hodenpijl c.s., alle 3 dochters van wijlen Dirck Vranckenz die aan de Kintsheur(=Kwintsheul) te Wateringe woonde, en tussen Jacob Cornelisz van Velden en zijn broers en zuster Ariaen Cornelisz Pols (sic!), Vranck Cornelisz van Velden, Ermgaerd Cornelisdochter, gehuwd met Jan Lenaertsz van der Hoeff, mede namens hun broers en zusters, allen kinderen van Cornelis Jacobsz, enerzijds en Vranck Jacobsz te Vlaerdingen met zijn zuster, de kinderen van Jacob Vranckenz, die een zoon was van Ouwe Vranck Jacobsz. Vranck Pietersz van Velden te Maeslant met zijn broer, de kinderen van Pieter Vranckenz, die ook een zoon was van Ouwe Vranck Jacobsz. Cornelis Cornelisz Versijde te Vlaerdinge, zoon van Catrijn Vranckedochter, die een dochter was van Ouwe Vranck Jacobsz. Maritge Pieters, weduwe van Wigger Vranckenz en gehuwd met Adriaen Willemsz te Wateringe, mede namens Jacob Wiggersz, de zoon van Wigger Vranckenz, die een zoon was van Ouwe Vranck Jacobsz anderzijds. Het betreft de nalatenschap van Catrijn Dirricxdochter, weduwe van Jacob Cornelisz te Wateringhe, de moeder van Dirck Vranckenz, Cornelis Jacobsz en Vranck Jacobsz, de laatste hiervoor vermeld als Ouwe Vranck Jacobsz om hem te onderscheiden van een gelijknamige nakomeling. Zij testeerde op 28-7-1557.[30]
==== BELENINGEN ====
Grafelijkheid (nr. 20K) [31] : 2 morgen 2\*half hond land te Maasland (1546: aan de Westgaech in de woning van de wed. van Jacob Florijsz, belend ten westen de woning van Joost Adriaensz, ten oosten Ouwe Jan Jorisz met eigen en bruikwaar) :
1516-1535 : verpacht aan Jacob Cornelisz voor 5 pond 10 sc.
1536-1545 : verpacht aan Jacob Cornelisz voor 7 pond
Grafelijkheid (nr. 20C) [32] : 1\*half hond land te Maasland :
1538, 1540 : verpacht aan Jacob Cornelisz voor 4 sc.
1542-1545 : verpacht aan Jacob Cornelisz voor 4 sc.
NB staan de verpondingen na zijn dood nog op zijn naam?
Hodenpijl (nr. 8) 4 morgen land met een huis in Maasland,[33] bewoond door Boudijn van der Velde Muysz, (1517: Mees de weduwe van Nee1 Bouwensz, 1537: Jacob Cornelisz), in het Corteland, belend ten noorden: de Schede, ten oosten: (1521: de leenman , 1537: Vranck Jacob Cornelisz met zijn evenknieen en Len Vriesen, 1548: Pieter Vranckez met zijn evenknieen en Len Vriessen), ten zuiden: de weg, (1521: de Gaechweg, 1537: de Goechsweg), ten westen: (1521: de witte monniken te Haerlem, 1537: de bruikwaar van Jacop Aertsz).
17-7-1517: Jacob Cornelisz na overdracht door zijn broer Vries Cornelisz
17-7-1519: Jacob Cornelisz (22-10-1521: te Wateringen) na overdracht door zijn broer Vries Cornelisz
25-1-1537: Vranck Jacop Cornelisz te Wateringen bij dode van zijn vader Jacob Cornelisz
Wateringen (nr. 5) : 3 morgen land te Wateringen [34] :
17-1-1521 : Jacob Cornelisz te Wateringen na overdracht door Dirck Jan Symonszoonsz met toestemming van Cornelis Dircksz diens rechte leenvolger.
29-12-1536 : Vranck Jacob Cornelisz bij dode van zijn vader Jacob Cornelisz.
13-7-1548 : Pieter Vranckez bij dode van zijn vader Vranck Jacobsz, zijn voogd Cornelis Jacopsz en zijn moeder Maritgen Wiggersdr dragen het leen over aan zijn grootmoeder Katharina Dirckdr.
Wateringen (nr. 10B) : 7\*half hond land te Wateringen [35] :
1-3-1533 : Jacob Cornelisz te Wateringen na overdracht door Vrederick Aemsz.
29-12-1536 : Vranck Jacob Cornelisz bij dode van zijn vader Jacob Cornelisz.
13-7-1548 : Pieter Vranckez bij dode van zijn vader Vranck Jacobsz, zijn voogd Cornelis Jacobsz en zijn moeder Maritgen Wiggersdr voor wie Claes Pietersz voogd is dragen het leen over aan zijn grootmoeder Katharina Dirckdr.
1-2-1588 : Dirck Vranckensz te Waterinck na overdracht door Claes Pietersz.
Lek (nr. 53B) : 2 morgen land te Maasland [36] :
29-10-1513 : Jacob Cornelisz (1521 te Wateringen) na overdracht door Pieter Jansz Brasser.
..-15.. (1569 volgens [37]): Cornelis Jacobsz bij dode van zijn vader Jacob Cornelisz.
Wassenaar (nr. 209A) : 3 morgen 1\*half hond land in Barnierswoning te Wateringen[38] :
25-5-1522 : Jacob Cornelisz na overdracht door Anssem Jansz.
8-1-1537 : Cornelis Jacobsz bij dode van zijn vader Jacob Cornelisz.
Hontshol (nr. 94) : 8 hond land te Maasland [39] en Hontshol (nr. 95) : 13 hond land te Maasland [40] :
30-6-1509 : Jacob Cornelisz na overdacht door zijn broer Vrijese Cornelisz.
29-12-1536 : Vranck Jacob Cornelisz bij dode van zijn vader Jacob Cornelisz.
13-7-1548 : Pieter Vranckez bij dode van zijn vader Vranck Pietersz (sic! moet zijn Vranck Jacobsz) en draagt met zijn moeder Maritgen Wiggersdr het leen over aan zijn grootmoeder Katherina Dircxdr, hulde door Claes Pietersz.
Swieten te Zoeterwoude (nr. 9) : Een huis en 4 morgen land in het Cortelant te Maasland, belend ten oosten Jacob Cornelisz te Wateringhe, ten noorden de Schee, ten westen de witte nonnen te Haerlem, ten zuiden de Gaeweg [41] :
..-15.. : Jacob Cornelisz (22-10-1521 te Wateringhe).
Heilige Geest Maassluis : Cornelis Jacobsz heeft 14 hond uiterdijk in Zuytmaeslant gemeen met Gerrit Koertsz (1502) [42], waarvoor 6 pond/jaar wordt betaald.
Verdere vermeldingen :
Op 4-11-1548 oorkonden Anthonis Pietersz en Aernt Jaspersz, schepenen te Waterijnge, dat Maritge Wiggersdr, wed. van Vranck Jacobsz, een losrente verzekert van 2 pond groot vlaams per jaar ten behoeve van het convent van St. Cecilia binnen Vlaerdinge op 14 hond land aldaar, belend (o.a.) ten oosten Katrijn, wed. van Jacob Cornelisz. Borg is Claes Pietersz, wonende op de Loserlaan [43].
COMMENTAAR(¥) vul aan OV 56(2001)509,510 |
COMMENTAAR(¥) vul aan OV 52(1997)778 |
In 1567 procederen de erfgenamen van Vranck Jacopsz contra Lenaert Vriesen [55].
==== BELENINGEN ====
Hontshol (nr. 94) : 8 hond land te Maasland gemeen met het godshuis van Maeslant, Symon Willemsz en Boudijn Wiggersz. met zijn vader.[56]
29-12-1536: Vranck Jacob Cornelisz. bij dode van zijn vader Jacob Cornelisz.
13-7-1548: Pieter Vranckez. bij dode van zijn vader Vranck Pietersz. en draagt met zijn moeder Maritgen Wiggersdochter het leen over aan zijn grootmoeder Katherina Dircxdochter, hulde door Claes Pietersz.
Wateringen (nr. 7A) : De helft van 4 morgen 1\*half hond land[57] :
22-12-1541 : Vranck Dircksz bij dode van Anna Wigger Gerritszoonsdr en draagt het leen over aan Vranck Jacopsz
13-7-1548 : Pieter Vrancksz bij dode van zijn vader Vranck Jacop Corneliszoonszn
24-3-1561 : Pieter Hubrechtsz te Wateringen na overdracht door Pieter Vrancksz.
Wateringen (nr. 7B) : De andere helft van het leen :
1540 : Vranck Jacop Corneliszoonszn na overdacht door Jan Heijnrick Aemsz.
overige beleningen als onder nr. 7A.
Hof van Holland 604. sententie 18, 5-2-1603: Betreft proces tussen Jan Boeckel Quirijnsz. van den Hooch te Delft en de erfgenamen van Catharina Dircksdr wed. van Jacob Cornelisz. (van der Velden). Een fragment uit deze acte luidt:... dat Jacob Vrancken ten tijde van het overlijden van Maritge Cornelisdr, zijn eerste huisvrouw, zijn kinderen genaamd Vranck Jacobsz en Trijntge Jacobsdr geprocreerd bij Maritge Cornelisdr heeft uitgekocht, gelijk ook na het overlijden van Jacob Vrancken de voorn. Maritge Adriaensdr (zijn tweede huisvrouw) de voogden van de kinderen had uitgekocht, in voege dat Willem Willemsz. Holy getrouwd met voorsz. Maritge Adriaensdr., de nagelaten weduwe van Jacob Vrancken, alle recht verkregen had op hetgeen wat Jacob Vrancken eertijds had gecompeteerd, enz.[59]
21530. ARENT PIETERSZ POLS(¥), geb. 1472-1497, ovl. kort voor 1531, vermeld (1493), beleend (1520), tr.
21531. NN (VAN DER MIJE??)(¥), parentatie niet bewezen.
COMMENTAAR(¥) Er lijkt geen verband te zijn met een geslacht Pols te Ouderkerk aan de IJssel, dat deze naam ca. 1600 heeft aangenomen.[64] |
COMMENTAAR(¥)
mogelijk verwant aan Jan van der Mije Jansz die land te Vlaardingerambacht verkoopt (1446)[65].
of aan Henrick Jansz van der Mije, belender te Rotterdam (1548)[66] , (1551)[67] |
Op 24-5-1493 is Arent Pols 10 scell. hollands rente verschuldigd voor een huis en erf in de Nyeupoert te Rotterdam.[68]
Op 20-10-1520 wordt Arent Pietersz beleend met 11 morgen land te Vlaardingerambacht tussen de Zeedijk en de Zuidbuurtseweg, leenroerig aan de hofstede Matenesse, na overdracht door Allert Jansz.
Op 19-10-1531 verkrijgt Pieter Arentsz Pols (voor hem zijn oom Vrenck Pietersz Pols) het leen na het overlijden van zijn vader Arent Pietersz Pols [69].
Arch. Hoogheemraadschap Delfland, serie kaarten nr. 1738 I: Op 20-3-1590 geven Willem Adriaensz. Holy, schout van Vlaardingerambacht, oud 77 jr. en Pieter Aertsz. Pols, burgemeestersbode te Vlaardingen, oud 68 jr., attestatie bij een kaart.[75]
Uitkoop van de kinderen van Pieter Adriaensz Puls en wijlen Neeltgen Gerritsdr te Vlaardingen 2-5-1554 [76].
Pieter Adriaensz Pols huurt van de stede van Vlaardinck een camp groot ca. 3 morgen in de polder Den Vetten Oert, 10e penning 21 gld. 15 dt. (1561)[77], en huurt het zevende weer van Ot Gerijtsz te Leiden met de Heijligen Geest te Delft elk de helft : 4 morgen in de polder Hoochstadt [78], en met de Heijligen Geest te Delft eerste stuck 2 morgen van de hoeylanden leggende opt buijtewater, 12 gld.[79]
De boomgaard van Pieter Aertsz Pols wordt genoemd in een belending (1567).[80]
De kinderen van Cornelis Domisz hebben een rentebrief op Pieter Aertsz Pols (4-3-1562).[81]
COMMENTAAR(¥) voeg toe OV 51(1996)254 |
Op 21-11-1556 gebruikt Pieter Aertsz Pols een boomgaard met een huis erop staande, belast met een rente van 1 pond per jaar te Vlaardingen, als eigen door huwelijk met Neeltgen Gerrit Jan Brantszoondr, leenroerig aan de Lek en Polanen [82].
Tiende penning Vlaardingerambacht (1558): "Huijtges hoeck Eijgen. Pieter Aertsz Pols poirter tot Vlaerdingen bruijckt 1½ morgen eijgelants ende es gescat de morgen jaers te gelden f 3-06-00, ffacit 4-19-00 Beloept den 10e penninck 0-09-14." [83]
Tiende penning Vlaardingerambacht (1558): "Huijtges hoeck Huijer (huur). Cornelis Jan Heijmansz bruijckt van Pieter Aertsz Pols tot Vlaerdingen 3 ½ morgen, den hoop mit sijn buijtelant jaers om £ 17 \*half Hollants, ffacit 13-2½-00 Verclaert bij eedt." [84]
Pieter Aertsz Pols betaalt 15 st. 10e penning (1561) voor 1\*half morgen laag hooiland in eigendom, getaxeerd op 6 Car. gld., gelegen in Vlaardingerambacht over de Poeldijcxe wateringe [85].
Op 24-11-1588 verkoopt Pieter Aertsz Pols, wonende te Vlaardingen aan jonge Arien Ariensz, weeskind van Arien Ariensz en Tringe Ariensdr een jaarlijkse losrente [86].
Pieter Aertszn Pols wordt benoemd tot gemachtigde voor de erfgenamen van Cornelis Dirckszn Speck (2-10-1584) [87], en voor Cornelis Corneliszn den jongen Bot (19-5-1587) [88].
Tiende penning Vlaardingerambacht (1558): "An de Ketel wech. Eijgen. Vranck Pietersz Pols off nu sijn orven bruijcken 5 morgen lants ende es hem eijgen ende es gescat de morgen jaers te gelden f 4\*half, ffacit 22\*half-00-00 Beloept den 10e penninck 2-05-00." [91]
COMMENTAAR(¥) Waarom heet zij later Pols van der Mije, is haar vader soms een Pols en haar moeder (grootmoeder?) een Van der Mije? |
COMMENTAAR(¥) voeg toe 47(1992)39,40,38,43,45 |
5-6-1590: Jan Vranckensz. Brasser verkoopt aan Adriaen Pols een woning aan de Oostgaeg te Maeslant met 4 morgen eigenland, waarvan 1 morgen in het huisweer en 3 morgen in de Duyfpolder, en 3 morgen in het huisweer, leenroerig aan Honingen (f. 102', zie O.V. 1962, blz. 84, leen 90). [105]
20-3-1596: Adriaen Cornelisz. koopt van de Staten van Holland 6 morgen land te Maesland in de Cralingerpolder, afkomstig van het Sint Aechtenconvent te Delft, gemeen in 17 morgen, waarop zijn huis staat, met 4 morgen van het Sint Jeronimushuis te Delft, de 4 morgen van de koper, met 1 morgen van Joost van Alckemade en 2 morgen van Persijn. Belend ten zuiden: de Gaegvliet, ten noorden: de Schee, ten oosten: Thijs Jorisz. met eigen en bruikwaar, ten westen: Trijn Duyst te Delft. [106]
21-3-1596: Adriaen Cornelisz. van den Velde koopt van de Staten van Hol- land 4 morgen land te Maesland in de Cralingerpolder, afkomstig van de Jeronimyten te Delft, gemeen in 17 morgen, belend ten zuiden: de Gaeg, ten noorden: de Schee: ten oosten: Thijs Joritsz, het convent van Sint Aechten te Delft C.S., ten westen: Trijn Duyst te Delft. [107]
20-5-1614: Adriaen Cornelisz. van den Velde verkoopt mede namens zijn kinderen aan Willem Alewijnsz. van der Woert een woning aan de Oestgaeg te Maeslant in de Cralingerpolder met 14 morgen klooster- en eigenland, waarop de woning ten dele staat, gemeen met 3 morgen bruikwaarland. [108]
In het archief van de Weeskamer Delft bevinden zich: Stukken betreffende de boedel van Vranck Cornelisz Pols en Neeltgen Maertensdr van Ruijven (1622-1637).[114]
LENEN VAN DE HOFSTAD TE WERVE te Schipluiden
nr. 1 14 morgen land op 't Wout:[126]
13-6-1623: Blasius Pietersz wonende te Delft, bij overdracht door Herman van Middelcoop wonende te 's-Gravenhage, voor de somme van 9100 gld.
29-3-1647: Pieter Blasius den oude, bij dode van Blasius Pietersz, t.b.v. hemzelf en zijn mede-erfgenamen.
Het leen is gesplitst: nr. 1A De helft van 14 morgen land in 't Wout: 1652: vermeerderd met 1/4 van voorn. 14 morgen. 1656: 13 morgen 2 hond land, belend ten westen: Elisabeth Adriaense de Zeeuw en Pieter Blasius Dijcxhoorn den ouden, ten oosten: het ampt van Vrijenban en Pieter Blasiussen Dijcxhoorn den jongen.
29-3-1647: Arent Blasius, bij dode van zijn vader Blasius Pietersz.
6-3-1656: Elisabeth Adriaens de Zeeuw, bij dode van haar man Arent Blasius Dijcxhoorn, bouman, wonend op 't Wout buiten Delft, bij brieven van octroy van 14 sept. 1650 op grond van het testament van haar man van 24 dec. 1648 opgemaakt door notaris Johan van Steelander te Delft, bij erfdeling van 28 febr. 1652 van Pleuntgen Blasius Dijcxhoorn.
4-8-1664: Pieter Arendtsz Dijcxhoorn, oud 25 jaar, wonend op 't Wout, bij overdracht door zijn moeder Elisabeth Adriaense de Zeeuw.
1B. De helft van 14 morgen land in 't Wout: 1648 de helft van 13 morgen 2 hond of volgens leenregister 14 morgen land, gelegen in Wout Harnesse strekkende uit de wateringe, genaamd de Meer, noordwaarts tot in de Sweth, belend ten westen: Arent Blasius en de erfgenamen van Pleuntge Blasius en de voorn. Pieter Blasius. 1659: Elisabeth Adriaens de Zeeuw en Pieter Blasius Dijcxhoorn. 1686: Pieter Arentsz Dijcxhoorn, ten oosten: het ambacht van Vrijenban en de voorn. comparant en zijn broer 1686: het ambacht van de Vrijenban en Pieter Blasius Dijcxhoorn, ten zuiden 1659: de Molensloot, genaamd de Meer, ten noorden 1659: de Weth. Op 28 febr. 1652 verminderd met 1/4 part in 14 morgen. 1686: 1/4 part in 14 morgen land op de Harnesse in de parochie van 't Wout.
29-3-1647: Pleuntgen Blasius, bij dode van haar vader Blasius Pietersz.
18-11-1648: Pieter Blasius, innocent, bij dode van Pleuntge Blasius, als oudste broeder, hulde door notaris Gerridt van den Wel te Delft bij procuratie gemaakt voor notaris Cornelis Coeckebacker te Delft van 13 aug. 1648 door Pieter Blasius Dijcxhoorn wonende in de ambacht van de Vlaerdinge en Philips Blasius Dijcxhoorn voogden over Pieter Blasius den ouden hun innocenten broeder.
27-5-1659: Pieter Blasius Dijcxhoorn den ouden, wonend op 't Wout, bij brieven van investituur van 28 nov. 1648 en verkregen bij deling van 28 febr. 1652 van wijlen Pleuntgen Blasius Dijcxhoorn, zijn zuster , hulde door Mr. Hugo de Rijck bij procuratie van 19 mei 1659 voor notaris T. van Hasselt te Delft opgemaakt.
16-6-1666: Willem Pietersz Dijcxhoorn wonende Vlaerdingen-ambacht, bij dode van Pieter Blasius Dijcxhoorn den ouden zijn neef. 7-3-1686: Pieter Willemsz Dijcxhoorn, oud omtrent 26 jaar, wonende Vlaardingen-ambacht, bij dode van Pieter Willemsz Dijcxhoorn zijn vader, hulde door Laurens van Dijcxsloot, baljuw en schout van de heerlijkheid Warmont, bij procuratie van 1 mrt. 1686 opgemaakt voor Jan van Leeuwen en Goris Baers schepenen van Warmond.
(23)-11-1695: Pieter Arentsz Dijcxhoorn, oud 56 jaar, wonende op 't Wout, bij overdracht van Pieter Willemsz Dijcxhoorn wonende Vlaardingenambacht, voor de som van 1000 gld.
In een akte te Delft d.d. 11-1-1648 wordt genoemd Chrietien Leenders van der Houven, wed. van Blaes Pietersz Dijckxhoorn, verhuurster, Elisabeth van den Brouck, huurster van een huis. Voorts Arnoldus van Veen en Pieter Carelsz Huigebaert. ZOEK OP! [127]
200e penning Vlaardingerambacht 1628: [132] Pieter Blasius, ƒ 30-00-00.
200e penning Vlaardingerambacht 1631:[133] Pieter Blasius van Dijcxhoorn, solvit 23-1-1632 en 20-5-1632 ƒ 30-00-00.
200e penning Vlaardingerambacht 1631:[134] Pieter Blasius van Dijcxhoorn, ƒ 30-00-00.
200e penning Vlaardingerambacht 1635:[135] Pieter Blasius Dijcxhoorn, ƒ 30-00-00.
200e penning Vlaardingerambacht 1638:[136] Pieter Blasius Dijcxhoorn, ƒ 35-00-00.
200e penning Vlaardingerambacht 1644:[137] Pieter Blasius Dijcxhoorn met de erffenis van sijn vader.
200e penning Vlaardingerambacht 1646:[138] Pieter Blasius Dijcxhoorn, ƒ 55-00-00.
200e penning Vlaardingerambacht 1652:[139] Pieter Basius Dijcxhoorn, solvit 30-5-1653 ƒ 55-00-00. Den selve aengeschreven van Delft. Solvit 13-4-1654 ƒ 10-00-00.
COMMENTAAR(¥) Volgens Ref. [151] echter ovl. voor 16-11-1625. |
COMMENTAAR(¥) Zij wordt door Van Baalen [155] niet als dochter genoemd, door De Keijzer [156] wel als mogelijke dochter aangemerkt. |
In de parochieschreven (belasting voor inwoners van de parochie) van De Lier komt Cornelis Pietersz Dijkshoorn voor van 1629-1634.[162] Het is onzeker of het hier bovenstaande Cornelis betreft.
21680. JAN ARENTSZ TOU(WES) (VAN (DER) BURGH)[166], geb. ca. 1460, ovl. vóór 1498. Heilige Geestmr. te Naaldwijk (1497),[167] beleend 1464,[168] tr. ca. 1485
21681. LIJSBETH NN, ovl. na 6-7-1504[169]
,[170]
verkoopt 6-7-1504 een losrente.[171]
COMMENTAAR(¥)
vul aan Kron. 6(1997)130
Is Thou Jansz, geb. 1490, gezworene, een zoon? VUL AAN OV 52(1997)663. |
21682. PIETER GIJSBRECHTS, parentatie niet bewezen.
COMMENTAAR(¥) vul aan Prom. 13, p242 |
21684. KERSTANT (CORS) JACOBSZ (VAN DER VLIET), geb. ca. 1470, ovl. (verm. Naaldwijk) 2-7-1515,[181] ,[182] woont op de hofstede Hoge Werf (1495-1513),[183] woont op de Vlietwoning te Naaldwijk,[184] Heilige Geestmr. van Naaldwijk 21-4-1470[185] en 14-7-1497,[186] [187] kerkmr. aldaar 15-2-1477, 1478,[188], beleend 1464, tr. 1o [189] TRIJNTGEN CLAES JANSZDR, tr. 2o (verm.),[190] [191] ALIJT NN, ovl. 28-3-1497[192] [193] , tr. 3o na 28-3-1497[194]
21685. MACHTELT BARTHOLOMEUSDR (MEESEN) (VAN DORP), geb. verm. Naaldwijk ca. 1475[195] , ovl. (verm. Naaldwijk) 11-10-1524[196] [197] [198] [199] .
Alijt Kerstant Jacobsz (!) bespreekt bij testament een aantal legaten, o.a. 5 £ aan het kapittel van Naaldwijk voor een eeuwige memorie.[200]
Rekening van de Heiliqe Geest van Naaldwijk van 1515: Een ontvangst van "die wedewe van Kors Jacop" wegens betaalde landrente en een "va(n) Machtelt Kors Jacobsz wedu(we) van Kors Jacobszs haer' mans testame(n)t".[201]
Op 8 juli 1560 verklaren Kors Tonisz. wonende op 't Woud, Willem Tonisz wonende in Maasland, Cornelis Tonisz wonende in Hodenpijl, Jan Tonisz wonende te Schipluiden, Marijcken Tonisdr wonende te Delft, weduwe van wijlen Dirck Jansz Verburch, Machtelt Tonisdr, weduwe van Claes Claesz Tou, mede wonende te Delft, Jan Jansz Potter te Delft als man en voogd van Aefken Tonisdr, en Floris Jansz als man en voogd van Grietge Tonisdr, samen kinderen van Antonis Dircxz van Dijck en Aelken Korssendr beiden zaliger, dat hun moeder, na het overlijden van hun vader in het jaar 1550 omtrent mei, aan hun broer Dirck Antonisz 4½ hond land in de ban van Naaldwijk heeft verkocht.[218]
COMMENTAAR(¥) voeg toe Prometheus VII, Kron. 6(1997)144 |
Het Cartularium van Heer Christiaen Cruys van Adrichem, pater van het Sint Barbara Convent te Delft:[255]
Nr. 12. 10-1-1565: Notaris Heyndrick Antuenisz instrumenteert dat Baergen Corssdochter, weduwe van Adriaen Claesz testeert. Zij vermaakt aan haar zoon heer Christiaen Adriaensz Crucijn het gebruiksrecht van haar huis en erf, waarin zij woont aan de westzijde van de Oude Delff, genaam Jherusalem, met tuin en achterhuis tot aan de vest met alle houtwerk. Verder het bed in de neerkamer met de gordijnen, alle boeken, een zilveren schaal die uit de loterij van Delff hem ten deel was gevallen, en een zilveren bierbeker, waaruit hij dagelijks drinkt. Heer Christiaen revoceert zijn vorige testamenten en benoemt zijn moeder tot zijn erfgename en bij haar vooroverlijden zijn broers en zusters. Hij legateert de aartsbisschop, de aartsdiaken en de fabriek te Uytrecht, de provisoer en de deken van Delffland elk 6 stuiver, de fiscaal en de notaris van Delfflandt elk 3 stuiver, de 12 priesters genaamd de 12 apostillen in de Oude Kerck te Delff elk 1 hoornsgulden. Getuigen: Adriaen Arlewijnsz, Frans Pietersz Ouwerschie, Phillips van der Goes, Claes Adriaensz, zwagers en kinderen van Baertgen. In dorso: Baertgen is overleden op 8-1-1575. Heer Christiaen doet met oog op haar 2 jonge weeskinderen afstand van het genoemde vruchtgebruik, zodat het huis kan worden verkocht, volgens een overeenkomst d.d. 8-1-1577.
Nr. 1. 25-8-1571: Cornelis Pouwelsz en Michiel Adriaensz, gezworenen van het Honderlant, oorkonden dat Baertgen Corssendochter, weduwe van Adriaen Claesz in het Dubbel de Cruys te Delf, met haar zwager Adriaen Arlewijnsz van der Maede, overdraagt als vaderlijk erfdeel aan haar zoon heer Christiaen Adriaensz, priester en pater van het Sint Barbaren convent, 3 morgen land, die zij van haar vader Cors Jacobsz te Naeltwijck heeft geërfd, en 11 hond land, door haar man gekocht van Pieter Jacobsz te Naeltwijck, gelegen gemeen met elkaar in het Honderlandt, volgens de doorstoken brieven d.d. 9-6-1552, 2-3-1494, 16-3-1544, 2-3-1494, 13-12-1432, 31-2-1502, 6-3-1488 en 6-10-1483 en belast als de buurlanden. Bezegeld door Aper Pietersz van Dijck, baljuw en schout van Naeltwijck en Honderlandt, ondertekend door Corvynck.
Nr. 8. 30-7-1577: Christiaen Adriaensz Cruys van Adrichem regelt met zijn broer Claes de goederen, afkomstig van wijlen hun moeder Baertge Corsdochter. Hij draagt over aan zijn broer 4 morgen 5 hond land, volgens de oude brieven gelegen aan de Maesdijk in het Honderlant, verpacht aan Cornelis Pouwelsz, en 1 morgen leenland aldaar, gemeen met 1 morgen van de pastorie in de Lier, verpacht aan Maertijn Cornelisz; 6 morgen land in het Noorteynde van Delfgaeu in het Vrouwenrecht, waarop vroeger de woning, huizen, berg en geboomte van Nee1 Corszen stond, met al het erop staande steenwerk, belast ten behoeve van de vrouwe van Reynsburch met 6 stuiver per jaar; 10½ hond land in het Noorteynde van Berckel bij de Noortwindaes, zijnde de helft van 3 morgen, waarvan de andere helft van de heilige geest van Berckel is, genaamd de Thuyn of Windaescamp, belast als de buurlanden met monnickengeld, die hij deels heeft ontvangen in plaats van zijn eventuele huwelijksgoederen en deels geërfd van hun moeder. Van het land in het Honderlant zal hij nog over 1577 de pacht ontvangen. Hij ontvangt terug 8 morgen 4 hond 40 roeden hofland op de Hooren bij het convent van Syon in de hoefslag van het Cleyne Hoff, staande op 8 pond schot, waarop gestaan heeft de grote woning met huis, schuur, berg en geboomte, waarop Lenart Aertsz Poortman woonde, met het erop aanwezige muurwerk, belast met 6 stuiver 6 penning gravenhuur, en een met rijshout bepoot uiterdijkje, groot 88 roede, tussen de Swethkade en de Swetwatering, met de noordoosthoek gelegen naast de quakelbrug, onbelast. Zijn broer heeft het verschil in waarde bijbetaald. Gedaan in het huis te Delff van Adriaen Arlewijnsz en mede ondertekend door hun broer Jacob Adriaensz van Adrichom.
Op 6-2-1572 betaalt Baertgen Corssen aan het klooster Sint Agatha t.b.v. Bartelmees Heyndricx een pachtsom (van het jaar 1571) van 10 pond groot i.v.m. 10 morgen land op 't Woudt.[256]
==== BELENINGEN ==== De Hofstad Van Der Wateringe
Nr. 27B. De helft van 2 morgen land in De Lier.[257]
...
3-5-1556: Adriaen Claesz te Delft na overdracht door Jan Vos Claesz
l0-7-1560: Korstiaan Adriaensz te Delft bij dode van zijn vader Adriaen Claesz
25- 8-1577: Claes Adriaensz van Adrichem na overdracht door zijn broer Kerstiaen Adriaensz
4-6-1608: Maritge Claes van Adrichem, hulde: Harman Cornelisz van Overgauw, bij dode van haar vader Claes Adriaensz van Adrichem en draagt het leen over aan Willem Pietersse van der Hoeff.
Nr. 9E. De helft van 6 morgen 1½ hond land,[258]
... 7-12-1575: Claes Adriaensz te Delft na overdracht door Sasbout Beukelsz van den Borch
1-4-1580: Adriaen Arlewijnsz te Delft na overdracht op 2-5-1579 ten overstaan van Cornelis Korstiaensz van der Duyn, schout-, Adriaen Aertsz Waert en Cornelis Aertsz, schepenen te Wateringe, door Pouwels Comelisz te Leyden (1580: te Goude), borg: zijn broer Michiel Cornelisz te Goude.
17-8-1588: Machtelt Adriaensdochter van Adrichem te Delft, hulde door haar zwager Simon Ariënsz, na overdracht door Claes Adriaensz van Adrichem te Delft, die het leen bezat na overdracht door jonkvrouwe Maria Duyst van Voorhout
18-7-1598: Hadewyh Adriaensdochter van der Made, gehuwd met Simon Adriaensz van Groenewegen, bij dode van haar moeder Machtelt Adriaensdochter van Adrichem en draagt het leen over aan Beatrix Adriaensdochter van Adrichem, gehuwd met Gielis Comelisz Fyck.
Het Cartularium van Heer Christiaen Cruys van Adrichem, pater van het Sint Barbara Convent te Delft.[262]
Nr. 9. 21-11-1555: Burgemeesters, schepenen en raad van Delff verkopen volgens octrooi d.d. 26-10-1555 aan Christiaen, oud 22 jaar, zoon van Baertgen Corssendochter, een lijfrente van 2 pond Vlaams per jaar, vervaldag op 21 november.
Nr. 14. 17-11-1557: Burgemeesters, schepenen en raad van Delff verkopen ten behoeve van Baertgen Corssendochter en haar man Adriaen Claesz in het Dubbel de Cruys, een lijfrente van 2 pond Vlaams aan- en ten lijve van Christiaen Adriaensz, oud 24 jaar, vervaldag op 17 november.
Grafschrift in de Oude Kerk te Delft:[263]
Op 't Choor. Hier leyd begraven ADRIAEN ARLEWIJNSZ VAN DER MADE en starff Anno 1580, den 20 Febr. en MACHTELD ADRIAENSdr VAN ADRICHEM syn huysvr. starff 1597, den 30 Aug. en BEATRIX ADRIAENSdr. VAN DER MADE, starff 30 Oct. 1620. Met het wapen van VAN DER MADE en dat van zijne dochter.
Op 27-7-1535 schenkt Willem Korssen een pillegift van 32 stuivers aan Machteld, dr. van Adriaen Claesz van Adrichem, wier oom en peet hij is.[264]
In 1555 werden lijfrenten verkocht ten name van Marijtje Fransdr oud 16 jaar en jonge Marijtje Fransdr, oud 12 jaar "daer moeder aff is Lijsbeth Boeckelsdr, renteheffer Frans Dirck Govertsz". [270]
Lijfrentenregister van 1557:[277]
Arien Claes in 't dubbele Cruys en Baertge Corssendr zijn hv. kopen een lijfrente voor hunne 9 kinderen, waaronder Ariaentje oud 15 jaar.
Weeskamer van Delft: akte waarvan de datum niet bewaard is gebleven: "Cavelinge geraemt bij Pieter Fransz van Ouderschye voor hem selven, Claes ende Jacob Adriaensz van Adrichem, vervangen Pieter Cornelisz brouwer in den aecher en noch Pieter Fransz voirs als voochden van Aeltgen Fransdr, Adriaen Fransz, Jan Fransz ende Trijntgen Fransdr van alle de goederen heurluyden aenbestorven door overlijden van Frans Pietersz van Ouderschye heur vader za. mitsgaders die goederen van mr. Harman Harman Fransz en Franzijntgen Fransdr haer broeder en suster geprocedeert van svaders zijde" etc. [278]
Op 16-12-1581 maakt Jan Hugensz de Groot, vergeselschapt van zijn oom Willem Jans van Heemskercke, optredende met procuratie van Elsken Jans, zijn zuster en moeder van de bruidegom, en van Mr. Cornelis Huygen de Groot, broer van de bruidegom, dit alles blijkens een akte van procuratie verleden voor nots. Willem Claesz van Oudevliet te Leiden d.d. 16-12-1581, en van zijn schoonbroeder Abraham van Almonde, voor schepenen van Delft huwelijks voorwaarden met Aeltgen Francken Overschie, vergeselschapt van haar broer (=halfbroer!) Pieter Francken, haar ooms en voogden Jan Reyers van der Burch en Claes Adriaens van Adrichem.[280]
Thesauriersrekening van Delft 1587:[281] "Lijfrente vercoft onder Mr. Frans Duyst van Santen den 28-8-1577: Aeltgen Frans Pietersz Overschie dochter out omtrent 16 jaren daar moeder af was Adriana Adriaen Claesz.dr. van Adrichem, heffer Mr. Jan de Groot".
Mr. Hugo de Groot (1583-1645).
|
Stripverhaal avant-la-lettre over de ontsnapping van Hugo de Groot uit Loevestein (1622).
| Bron [286] klik op plaatje(s) om te vergroten |
"Op huyden den lesten January anno XVcLXXXVI (31-1-1586) comp. voor weesmr. Arien Fransz van Overschye en Jan Fransz van Overschye, gebroeders als nu bijnae haer jaeren hebbende, versoecken aen heeren weesmrn omme selve haer eygen goederen te mogen behandelen, regeeren en heur selffs voioht te wesen etc. op welck versoeck weesmrn gehoort hebben tguede advys en consent van Pieter Fransz van Overschye, mr Jan de Groot en Claes Hals huerl. broeder en schoonbroeders resp., mitsgaders Pieter Cornelisz brouwer, Claes Adriaensz van Adrichem en Jacob Ariens van Adrichem huerl. voochden etc. [301]
"Op huyden den XXIIJ febr. anno XVcLXXXIIJ (23-2-1583) hebben weesmrs ten versoucke van Pieter Fransz Overschye, Claes Adriaensz van Adrichem en Jacob Adriaensz van Adrichem voochden van Adriaen Fransz Overschye en Jan Fransz Overschye nu ter tijt studeren tot Parijs in Vrankrijck geconsenteert ende denselven geauthoriseert omme seecker oirsaecken en redenen daartoe moveren, dat men den selffen tot Delf souden beschrieven metten en daer beneffens den stadtsbode Rogyer Wyckhuysen met missiven ter ordonnantie van weescamer en voochden metten daet afvaerdigen souden omme den selffden te haelen en tot Delft te brengen."[302]
Op 3-7-1568 maakt Ysbrant Govertsz, vergeselschapt van zijn ouders Govert Ysbrantsz, brouwer, en Fransie Cornelisdr, voor schepenen van Delft huwelijks voorwaarden met Geertruyt Adriensdr, vergeselschapt met haar moeder Baertge Corssendr.[309]
Grafzerk in de Oude Kerk te Delft:[310]
Hier leyd begraven Jan Reyersz van der Burch sterft den 14 Juli 1587 en zijn huisvr. Geertruyda Adriaensdr van Adrichem, sterft 22 November 1600.
"Op huyden den XIII febr. 1613 cp. voor weesmrn te Delft Ysbrandt Govertss d'Overschie als vader van sijn vijf kinderen gewonnen bij Sophia Lambrechtsdr sijn sa. huysvrouw, bij namen Margareta out 10 jaren, Lambrecht out 8 jaren, Govert out 6 jaren, Jan out 6 jaren en Corstiaen out 2 jaren en leverde over inventaris van alle de goederen etc.[314]
21688. CLAES (NN).
COMMENTAAR(¥) vul aan OV 54(1999)128 en ZHSN 86/p113 |
21700. JAN ROELANTS(¥) (VAN DEN LANGENBERGHE?), woont verm. te Zundert (ca. 1500).
COMMENTAAR(¥) "Een familie Roelants woont ca. 1520-1570 te Breda, deze familie stamt waarschijnlijk uit het Zuidnederlandse geslacht Roelants de Langenberghe" [320], een verband met bovengenoemde Jan Roelants is vooralsnog niet aan te geven. |
21708. GOYVAERT VAN POSTELE, woont vermoedelijk te Turnhout (ca. 1525).
21784. GIJSBERT JOOSTEN VAN LANGERAK, ovl. tussen 29-2-1500 en 8-3-1501[321] of tussen 7 Juni en 11 November 1500[322] , woont te Utrecht, raad aldaar (1484), tr. vóór 1491 HADEWICH (HAZE) CLUETINCK, ovl. na 5-1-1517, dochter van Tijman Cluting en Alith NN, heeft een relatie met
21785. CELY VAN COLEN.
In 1505 transporteert Alith, toen zij ziek zijnde, de helft van een huis op den noordhoek van de Smeesteech aan de oostzijde van de Oude Gracht, aan haar schoonzoon Hendrick van Heusden en haar dochter Hadewich, weduwe van Gijsbert van Langheraec. [323]
Op 6-10-1506 draagt Joncfr. Hase Tyman Cloetincksdr, weduwe van Ghijsbert van Langeraeck, over: haar halve hoeve lands weer aan haar leenheer, den Domproost van Utrecht. [324]
Op 19-3-1510 compareerden voor schout en schepenen der stad Utrecht joncfrou Hadewich Ghijsberts weduwe van Langheraeck ende Henrick van Amerongen met Margriet van Heusden, de dochter van Heinrick van Heusden en Heinrick van Heusden met joncfrou Alijd en sijnen wive (dochter van Tyman Cluetinck en Alith) ende gaven over den Prior en ghemeen Convent der reguliere Canoniken binnen Utrecht, elks haer aendeel aen den thien gouden Iohannes Beyersche guldens siaers erffelijke oude renthen, gaende wter husinghe ende hoffstede ghelegen bij die Smeebrug. Item noch hair aendeel aen drie gouden Ioh. Beyersche gld. wt eenre husinghe ende hoffstede ghelegen in die Vuylsteghe. [325]
21786. HUBERT WIJNANTSZ (WINOUTSZ) VAN BATENBURCH; 'kassenaer' (1511), tr.[327]
21787. DELIANA (DELIJAEN) NN, is volgens Ref. [328] DELIANA VAN WYCKERSLOOT, beg. St. Catharina, laat 3 dochters na.
Volcken Verborch was raad van Utrecht 1530-1531 (N.L. 1913, k. 151) en wordt met zijn vrouw Margriet, dr. van Hubert van Batenborch en Deliana met Gheryt van Langerack en Cornelis Schaey genoemd in acte van 2 juni 1530. [329]
NB Hoe zit dat precies?
21936. = 43046. CORNELIS BOUDIJN MUYSZOONSZ.
21937. = 43047. AGNIJS WILLEMSDR.
22160. JACOB VAN GENT(¥), ovl. vóór dec. 1534 [332], richter (1512-1520), deken van de St. Anthonybroederschap (1522) en burgemr. (1523, 1524) te Tiel, tr. (zij brengt een huis in de Waterstraat aan)
22161. MECHTELD VAN CLEVE, ovl. vóór 18-11-1548 [333].
COMMENTAAR(¥) Is Jan van Gent, burger van Tiel (1513),[334] mogelijk zijn broer? |
Wapen Van Cleve : vijf lelies (3,2) geplaatst en een schildhoofd beladen met een ster. Dit wapen komt voor op het zegel van Johannes van Cleve (kw.nr. 88644) [335]. |
Op 26-12-1534 dragen Mechtildis (van Cleve), wed. van Jacob van Gent, en haar kinderen Dom. Gerrit, Dom. Mertyn, Joachim, Willem, en NN (=Judoca) van Gent, gehuwd met Wemmer van Erkelens, over aan de ambtman Joost van Swieten een huis in de Bagynestraat te Tiel, belend de erfgenamen van Otto van Senth en Gerardus van Leeuwen [336].
In 1546 compareren Mechteld (van Cleve), Mertyn, Joachim en Willem, haar zoons, bij een renteoverdracht.
Op 26-4-1549 wordt de boedel gescheiden van Mechteld van Cleve onder Dom. Merten, Joachim, Willem en Judoca van Gent en een Willemke Jan Ottendr, die vermoedelijk een voor- of nadochter van Mechteld (met Jan Otten?) is [337].
22188. ADRIAEN REPELAER, geb. vóór ca. 1500.
22528. GERRIT CORNELIS DE LEEU, ovl. Sprang na 1577,[347]
22529. KATHERIJN NN, ovl. na 1562,[348]
23296. HENRICH VAN STEENHUYS, geb. geb 1475-1484, heer van Beckestein,[350] tr. vóór ca. 1510[351]
23297. SOPHIA DE JEGER (SJEGHERS)(¥).
COMMENTAAR(¥)
Volgens Ref. [352] trouwt Henrich van Steenhuys in 1554 met Johanna van Hackfort! en hebben zij een zoon Dirk van Steenhuys. Het lijkt er op dat dit de zoon Henrich van Joost van Steenhuys en Francisca von Mascherel betreft.
Ook de vermelding : Henrich van Steenhuys koopt op 19-09-1558 een hofstede met landerijen te Oploo van Goesse Peters,[353] lijkt dus eerder deze Henrich te betreffen. |
Op 20-10-1530 verschenen voor de schepenen van Helmond: Goessen Sjegers en zijn vrouw Isabeel Schenck van Nedeghen samen met Mechteld Sjegers (die in het klooster Binderen zat). Zij droegen over aan Willem van Schewick en zijn vrouw Margriet van Steenhuys het erfrecht aan de Bollenwerdt in de heerlijkheid Wel(l) in de (gemeente) van Bergen (Limburg).[356]
1626: Testament van Bertruyt van Twenborgen, vrouwe van Oploo, vrouw van Godert van Steenhuys. Notarieel afschrift
1627: Testament van Godert van Steenhuys, heer van Oploo, en zijn vrouw Bertruyt van Twenborgen. Afschrift
23298. WALRAVEN VAN NIJDEGHEN (NIDEGGEN), geb. vóór ca. 1470, schepen van Kuik (1491, 1498, 1499, 1518),[366] tr. vóór ca. 1520[367]
23299. NN SCHEWIJCK.
COMMENTAAR(¥)
Wat is het verband met:
Agnes van Nijdeggen, tr. vóór 1529[369]
[370]
Sibrecht van Galen, ovl. 14-9-1529 beg. Wichen, beleend te Lynden (verm. Linden in het land van Kuik,
schout van Grave.
|
23426. CLAES NN.
Op 21-1-1585 werd "Peter Noelens van Eysden" te Maastricht gegicht in een huis gelegen langs de Maas aldaar, welk huis hij geerfd had van wijlen Gertrudis Claessen, de echtgenote van Thonis Rutten van Keer en zuster van zijn moeder [374].
23490. = 23426. CLAES NN.
24068. PIETER BAENE, geb. Sliedrecht ca. 1515, ovl. Sliedrecht na 1553.
24070. JAN BAENE, geb. ca. 1517, tr. Sliedrecht ca. 1540 NN.
26752. HERMAN PALTE, schepen en burgemeester van Schüttorf, vermeld 1442-1479, keurnoot in 1470, 1478.[380]
1-12-1442 : Herman Palte, burger van Schüttorf, verkoopt een tiend van Dobben erf en Oesmans erf in de boerschap Zwendorp, kerspel Brandlecht.[381]
27040. JOHAN VAN MIDDACHTEN, ovl. vóór 1453, knape, heer van ten Weerde (1400) en Nettelhorst (1424-1428), bezegelt de verbondsbrieven tusschen de ridderschap en de steden van Gelre van 1418 en 1436, tr. 2o voor 8-11-1429[382] MARGARETHA VAN BAECK, ovl. na 1458. tr. 1o ca. 1415[383]
27041. NN VAN WACHTENDONCK.
27044. WIJNAND VAN ARNHEM GERRITSZ TOT PRESIKHAAF, ovl. Arnhem 27-2-1486 (St. Juliaansavond), vermeld 1438 (onmondig)-1486, schepen (1447, 1459, 1462) en burgemeester (1462, 1475) van Arnhem, riddder van Jeruzalem,[388] tr. 1453[389]
27045. SOPHIA VAN RECHTEREN GENAAMD VOORST, ovl. Arnhem 16-11-1509, vermeld 1460, dr. van Frederik van Hekeren genaamd Rechteren, heer van Voorst, en Cunegonda van Polanen, vrouwe van Asperen, Voorst en Keppel.
voeg toe akten
27046. ALBERT VAN BEMMEL, tr.[391]
27047. STEYNE VALCKENAER, vrouwe tot Kernhem.
27144. PELGROM COST, geb. Enschede Stad 1475-1515, ovl. na 1535, tr.[392]
27145. JUTTE CLANT, geb. 1475-1515.
Stadgericht Oldenzaal d.d. 23-11-1577:[395]
Die Edelfeste Herman van Hoevel richter tho Aldenzal constituert ende maeckt vulmechtich die ersamen Wilhem Oscamp, Joenn Hamsinck und Hermannum Goedden coniuctum vel divisie, omme van sijn E.L. wegen tho compareren voer dem gerichte tho Enschede, und die sake tho vertreden mith frundtschap off rechte tegens Arndt Knoep off sijnen vulmechtigen ock tho procederen bij denn Borgemesteren jegen Roloff Cost als gemelthen Arndt Knopes borgen besz ten utersten execution tho, ende vortz tdoen und tlaten off hie constituant zulx in eigener persoen dede, gelavende zulx altoes in werden tho holden, ende sijne vulmechtigen vorsz schadeloes tho [396] in meliori forma.
27200. ARNDT STRODINCK, geb. waarschijnlijk Goor ca. 1485, ovl. Delden na 1547, koopman en herbergier te Delden, burger van Delden (1512), koopt met zijn vrouw Heylle een huis in de Monnickstraat te Delden (1520) van Rijtze de Meijers Albersdr.[408]
27201. HEYLLE NN.
Vanaf 1333 komt de naam Strodin(c)k geregeld voor te Goor. Hier zou de herkomst van dit geslacht kunnen liggen. De betekenis van de naam is : woonplaats ("ink") bij een beek of rivier ("stroot") [409].
Richterambt Ootmarsum, buurschap Geesteren :[410]
De tiende over Vrilinc en Hillbeding gelegen in Twente in de buurschap to Gheesteren in Oetmersemer kerspel :
ca. 1379-1382 : Rutgher Stroedinc.
Is hij mogelijk een voorvader van Arndt?
vul aan Stroink p21
Op 12-2-1547 treedt Egbert Stroynck op voor hemzelf en als gemachtigde van Katharina Klaphouwers in proces tegen Goessen van Raesfelt, Drost van Twenthe, over een schuld wegens gemaakte schoenen. Hij treedt samen met zijn broeder Rotger Stroynck op als gemachtigde van zijn vader Arent Stroynck tegen Goessen van Raesfelt over landgebruik en drank [411].
COMMENTAAR(¥) vul aan Stroink p23 |
27240. = 13568. GERT TO LASONDER (alias: Lasunder den Olden).
27241. = 13569. NN.
27256. JOAN COST, geb. Enschede Stad 1495-1514, burgemeester te Enschede Stad, tr.[413]
27257. ANNA VAN DELDEN (??), geb. 1485-1514, ovl. na 1577, woonde te Enschede Stad.
27258. JOHAN TO LASONDER, geb. 1495-1535, ovl. na 1575, woonde te Enschede Stad, tr.[421]
27259. FENNA NN (alias Lasonder), geb. 1510-1535, ovl. vóór 1575.
27276. =13568. GERT TO LASONDER (alias Lasunder den Olden).
27278. =13570. WOLTER BROUWER.
27648. JOHAN AELBERTSZ RERINCK, geb. vóór ca. 1450, ovl. (kort?) voor 1495, beleend met Rederinck (1468).
Beleningen van het goed Rederinck te Hengelo (Gld) :[423]
Dat gued "to Redering", in groten : die hofstat ende 35 maldersaets hoges lants, to gueder maten. Item een weidemait, schiit an Mennynck, geheiten "Rederinx-weidemait". Item 1 stuck beneven Widenstraet, geheiten "Rederinx slach". Item 1 slageken in den Ongevoirde. Ende 1\*half slegekijn in den Eketghoir, myt al des gudes tobehoir, als dat leget in den kirspel van Hengel, to 5 marcken.
Oct. 1417 : Ailbert Redering. Hulder is Henric Redering.
11-12-1420 : Ailbert Redering, mondig, doet zelf den eed, na doode van zijn oom en hulder Henric.
27-5-1468 : Johan Rederinck Aelbertsz.
23-1-1495 : Derick Rederinck na doode van zijn vader Johan.
12-12-1517 : Johan Rederinck, onmondig, na doode van zijn vader Derick, en na verzuim. Derick Putzeller, rentmr. van het land van den Berge, is hulder.
30-1-1560 : Idem doet zelf den eed, en lijftocht zijn vrouw Elisabeth Ridders.
11-4-1570 : Derick Rerinck, na doode van zijn vader Johan.
27650. JOHAN GOLTSMIT, burgemr. van Doesburg,[424] stadhouder, richter van het Ambt Doesburg 1-6-1509,[425] en 19-11-1509.[426]
28160. WESSELUS WESTENBERG, in 1482 aan het hof van keizer Frederik III in betrekking geweest, legt in 1491 zijn ambt door onenigheid en tweespalt aan het hof neer, in 1496 met een zoon uit Duitsland vertrokken vestigt zich in het graafschap Bentheim, bij Gildehaus, op de Hof ten Westenberg.[427]
28656. HARMEN (HERMANN) JOHANSZ HESSELINCK, geb. Bocholt ca. 1486,[428] koopt met echtgenote een rente 15-5-1521,[429] tr.[430] ca. 1520,[431]
28657. MECHTELD NN.
28928. JAN (VAN BORNE).
29164. JOHAN VON HUMMEL, geb. vóór ca. 1525.
31840. FOLPERT TIETTEZN, meier te Oosterend (1511).
Folpert Tiettezn is waarschijnlijk via zijn huwelijk in een relatie gekomen met een familie Baerd-Aesgama, vermoedelijk bezitters van de Baardazathe nabij Wommels en Oosterend. De naam Baarda is vermoedelijk te ontleden in de mansnaam "Ba(e)" en het woord "wert" = hoogte, terp. Reeds in 1433 komen voor "Hepka en Sybrent to Bawert".[433].
31842. SJOERD VAN AESGAMA (alias Sjoerd in de Poelen), ovl. Franeker 16-7-1500, sneuvelde bij de opstand tegen de hertog van Saksen in de slag bij Franeker,[435] tr.
31843. DOEDT OFFKES VAN DOTINGA, ovl. na 1511.
COMMENTAAR(¥)
vul aan brief Kuiper
zoek op GJB 2005-172 |
Wapen Aesgama. Zie Rietstap p 321.
|
Wapen Dotinga. Zie Rietstap p 321.
| |
COMMENTAAR(¥) In Ref. [455] en Ref. [456] wordt zijn vrouw ten onrechte Auck Popckedr Buma genoemd. Zie diverse onderstaande akten. |
In 1547 wordt een Sjoerd Aesgema vermeld op Aesgemastate te Dronrijp (zie Grafschriften IV-106).
Op 18-3-1577 vermeld te Leeuwarden bij een lening aan de overheid.
Op 24-11-1552 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Mr. Syeurt Aesgema. [457]
In 1555 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Mr. Sieurdt Aesgema namens zijn echtgenote Auck Bunge (Bonga). [458]
Op 17-10-1555 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Mr. Syeurt Aesgema namens Worp van Tiessens. [459]
In 1558 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Suyert Aesgema gehuwd met Auck Bonga. [460]
In 1558 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Syurdt Aesgama. [461]
Op 6-5-1559 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Suyrt Aesgema als voogd van het weeskind van Sytse Haersma [462]
Op 10-5-1561 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Mr. Zuyert Aesgema namens zijn echtgenote Auck Bonga en dier broer en zuster. [463]
In 1561 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Mr. Zyardt Aesgema curator over de kinderen van Wlcke Tjepkes. [464]
In 1561 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Auck Bonga cum sociis. [465]
Op 10-5-1562 treedt op Mr.Sjoerd Aesgema als man en voogd van Auck Bonga, mede voor Hessel en Fed, zwager en schoonzuster. [466]
Op 11-4-1564 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Hoyte Taeckes namens Mr. Zuyrt Aesgema cum sociis. [467]
In 1565 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Mr. Zuyrt Aesgema, advocaat, voogd van het weeskind van Jelcke Minnema en Zuyrd Bockema. [468]
Op 9-3-1571 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Mr. Suyrt Aesgema. [469]
In 1573 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Mr. Suyrt Aesgema. [470]
In 1579 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Mr. Suyrt Aesgema. [471]
In 1580 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Mr. Suyrt Aesgema. [472]
Op 25-9-1580 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Mr. Suyrt Aesgema, te Marssum. [473]
Op 23-10-1581 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Abbe Aesgema, te Dronrijp, Saepke Aesgema, Duetke Aesgema, Sydts Aesgema, te Dronrijp, Fed Aesgema, erfgenamen van Mr. Syurdt Aesgema en Auck Bonga, beiden overleden.[474]
In 1584 komt voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Syds van Aesgema te Leeuwarden, Abbe van Aesgema, Fed van Aesgema, Duetke van Aesgema, kinderen en erfgenamen van Syurdt Aesgema en Auck. [475]
In 1590 komen voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: de zusters Doed Aesgama, Sydts Aesgama en Fed Aesgama, allen dochters van Syurdt Aesgama, erflater. [476]
32072. TJEP(C)KE (VAN) ABBEMA, geb. vóór ca. 1540, ovl. 23-7-1577, beg. Rauwerd, parentatie niet bewezen, vermeld 1575, 1576 tr. vóór 1577 (voor 1565?)
32073. MARY YGES SICKAMA, ovl. na 1590, woont te Roordahuizum (1582), te Amsterdam (1586), tr. 2o 1577-1586 GERBRANT (GERBEN) GERRITS, ovl. na 1587.
In 1575 komt Tjepcke Abbema, cum sociis, voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [477]
In 1575 komt Tiepke Abbema voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [478]
Op 8-10-1576 komt Tiepcke Abbema voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [479]
Op 31-1-1582 komen voor Sipke Abbema te Akmarijp, curator over de weeskinderen van wijlen Floris Abbema, en Douwe Tialckes, te Schettens, curator over Sipke Abbema, Mary Yges, te Roordahuizum, weduwe van Tiepke Abbema in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [480]
In 1586 komen voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Rincke Jelmers, erflater, en grootmoeder van Sipcke Abbema, de erfgenamen van Floris Abbema als mede-erfgenamen van Rincke Jelmers, Aleff Saeckes, schoonvader van Sipcke Abbema, Sipcke Abbema zoon van Ede Abbema, erflater, en kleinzoon van Rincke Jelmers, erflater, Mary Yges te Amsterdam, wed. van Tiepke Abbema, thans gehuwd met Gerbrant Gerryts. [481]
In 1587 komen voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Rinck Jelmers erflater, Sipcke Abbema te Akmarijp, kleinzoon van Rinck Jelmers, erfgenaam van wijlen Eede Abbema, Aleff Saeckes, schoonvader (!) van de kinderen van Floris Abbema, erfgenaam van Rinck Jelmers, Mary Iges, weduwe van Tiepke Abbema thans gehuwd met Gerben Gerrits. [482]
In 1590 komt voor Mary Yges Sickama, weduwe van Tiepcke Abbema, in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [483]
Grafsteen op het kerkhof te Rauwerd (verdwenen): [484]
Intiaer ons heeren MVC en LXXVII den 23 iuly sterf de achtbaere ende voornamen man Tiepke van Abbema.
32080. SIEBREN BRUINIA, geb. vóór ca. 1540, alleen bekend uit het patroniem van zijn zoon
Referenties Kwartierstaat Van Schothorst --- Generatie 15 ( 484 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
Back to the genealogy page |
Back to the contents |
Go to the index |
Forward to next generation 16 |
Back to previous generation 14 |
Directly go to generation : 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 |