You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Kwartierstaat Van Schothorst ⇒ Gen. nr. 16 |
32792. AELT (AERT) VAN DRONCKELER(¥), ovl. 1491,[1]
Register van overleden keurmedigen van de Kelnarij van Putten :[2] 1491: "Nonagesimo primo (1491), Dronckeler et 2 pueri"(zonen).
COMMENTAAR(¥)
Wat is het verband met :[3]
In de schatting van den Lande van Gelre van ca. 1325 wordt genoemd: "Willam van Droncler, II pond". Gosen van Dronckelaer wordt in 1386 genoemd als getuige bij een uitdaging met de handschoen tussen Jacob van Schaffeler en Richart van Roselaer. |
Register van overleden keurmedigen van de Kelnarij van Putten :[4] 1524: "Geertgen Aert van Dronckelers doghter obijt et solvit Elbert 24 stb. pro parte nostra.
34624. EVERHARD (EVERT) HAELBOEM (HOELBOEM), geb. ca. 1400-1430, levert de hertog van Gelre een paard voor de strijd (....) [5].
43056. CORNELIS BOUDIJN MUYSZOONSZ (VAN DEN VELDE), geb. vóór ca. 1440, ovl. tussen 9-7-1499[6] en 30-6-1509[7] ), leenman (1463..1499), belender te Maesland aan de Westgaegh (1488)[8], lijftocht zijn vrouw (1485), tr. vóór 22-9-1485[9]
43057. AGNIJS WILLEMSDR (VAN DER BURG), geb. vóór ca. 1455, ovl. na 1517 of na 22-9-1485[10] ,[11] woont te Maasland (1517).
==== BELENINGEN ====
Grafelijkheid (nr. 20K) : 2 morgen 2 1/2 hond land te Maasland :
1471-1475 : verpacht aan Cornelis Boudinsz voor 3 pond 15 sc.
1486-1515 : verpacht aan Cornelis Bouwensz voor 5 pond 1 sc. 6 d. [12].
Hodenpijl (nr. 8) 4 morgen land met een huis in Maasland,[13] bewoond door Boudijn van der Velde Muysz, (1517: Mees de weduwe van Nee1 Bouwensz, 1537: Jacob Cornelisz), in het Corteland, belend ten noorden: de Schede, ten oosten: (1521: de leenman , 1537: Vranck Jacob Cornelisz met zijn evenknieen en Len Vriesen, 1548: Pieter Vranckez met zijn evenknieen en Len Vriessen), ten zuiden: de weg, (1521: de Gaechweg, 1537: de Goechsweg), ten westen: (1521: de witte monniken te Haerlem, 1537: de bruikwaar van Jacop Aertsz).
29-12-1369: Boudijn van der Velde Muysz, gehuwd met Ymme, na overdracht door Wiger Jacobsz, bij kinderloos overlijden te versterven op zijn 2 jongste broers uit het laatste huwelijk van Muys van den Velde, nl. Boudijn en Muys.
.-.-1384: Muys van der Velde bij dode van zijn vader Boudijn van der Velde
.-.-1399: Boudijn van der Velde
26-7-1463: Cornelis Boudijnz
22-9-1485: Cornelis Boudijns lijftocht zijn vrouw Agnijs Willemsdr.
9-7-1499: Cornelis Boudijnsz
1-3-1511: Vries Cornelisz
17-7-1517: Jacob Cornelisz na overdracht door zijn broer Vries Cornelisz
17-7-1519: Jacob Cornelisz (22-10-1521: te Wateringen) na overdracht door zijn broer Vries Cornelisz
25-1-1537: Vranck Jacop Cornelisz te Wateringen bij dode van zijn vader Jacob Cornelisz
6-11-1548: Pieter Vranckez te Wateringen bij dode von zijn vader Vranck Jacopsz
.-.-1570: Cornelis Jacobsz, oom van - en na overdracht door Pieter Vranckenz
.-.-1572: Jacob Cornelisz van der Velde bij dode van zijn vader Cornelis Jacobsz
.-.-1594: Dirck van der Velde na overdracht door Jacob Cornelisz van der Velde
.-.-1621: Cornelis van der Velde bij dode van zijn vader Dirck van der Velde
Hontshol (nr. 94) : 8 hond land te Maasland gemeen met het godshuis van Maeslant, Symon Willemsz en Boudijn Wiggersz met zijn vader.[14]
22-3-1423: Floris Muysz na overdracht door Boudijn Muysz, bij kinderloos overlijden achtereenvolgens te versterven op zijn 2 zusters Katrijn- en Geertruyt Muysdochters, bij gebreke van haar voor de ene helft op de rechte zwaardzijde van Muys Muysz en de andere helft op die van Margriete Yewijn Heyendochter.
22-7-1463: Dirck Boudijn Muyszoonsz
5-12-1486: Cornelis Boudijnsz na overdracht door zijn broer Dirck Boudijnsz, te versterven op zijn oudste zoon Vrijese Cornelisz en bij gebreke van deze op zijn jongste zoon Jacob Cornelisz.
30-6-1509: Jacob Cornelisz na overdracht door zijn broer Vrijese Cornelisz.
29-12-1536: Vranck Jacob Cornelisz bij dode van zijn vader Jacob Cornelisz
13-7-1548: Pieter Vranckez bij dode van zijn vader Vranck Pietersz en draagt met zijn moeder Maritgen Wiggersdochter het leen over aan zijn grootmoeder Katherina Dircxdochter, hulde door Claes Pietersz
10-4-1570: Cornelis Jacobsz te Vlaerdinck, oom van- en na overdracht door Pieter Vranckenz
20-9-1572: Jacob Cornelisz van de Velde bij dode van zijn vader Cornelis Jacobsz
28-1-1598: Jan Jansz Thoen na overdracht door zijn vader Jacob Cornelisz van de Velde
10-3-1622: Cornelis Jansz Thoen na overdracht door zijn vader Jan Jansz Thoen.
17-1-1658: Ariaentge Cornelis Thoen, gehuwd met Andries Dircxz Bogaert, bij dode van haar vader Cornelis Jansz Thoen.
11-11-1674: Meester Jacob van Rhijn te Utrecht bij brieven van decreet van het Hof van Holland. etc.
43058. DIRK CLAASZ (THOEN VAN BRONKHORST), geb. ca 1470,[17]
COMMENTAAR(¥) voeg toe GN 49(1994)54 |
43060. PIETER VRANCKSZ POLS, geb. vóór ca. 1445, ovl. tussen okt. 1496 en 28-1-1497, vermeld 11-9-1554,[18], (1454?),
beleend (1473),
landgebruiker (1486, 1492),
wijnkoopsman te Rotterdam (1490) [19],
tr. 1o? vóór ca. 1472
43061. MARGRIET JACOBSDR(¥), geb. vóór ca. 1450, ovl. na 9-2-1501, Rotterdam 1514-1519[20], tr. 2o 1497-1501
HUYCH CLAESZ(¥), weesmr. (1501/02) te Rotterdam, huurt land te Overschie (1493/94),
schepen te Rotterdam (1509),[21]
betaalt losrente op stalhuis met tuin en erf betaalt als vleishouwer in 's Gravenstraat (1512),[22]
belender in de Lombertstraat (1522) [23],
bewaarder van Ste. Sebastiaans Capelle (1522) [24],
medepoorter te Rotterdam [25],
schepen(¥) [26]
, (1485) [27]
,
beheert de nagelaten goederen van Pieter Vranckenz Pols voor de onmondige
kinderen.
COMMENTAAR(¥) Zij is mogelijk een zuster van Huych Jacobsz Rus, weesmr. (1485..1495) te Rotterdam [28] en van Claes Jacobsz Rus, die ovl. 1505 [29]. |
COMMENTAAR(¥) ZOEK op OV 55(2000)401 voor Huych Claes |
==== BELENINGEN ====
Capelle aan de IJssel nr. 47: 4 morgen land e Hillgersberg,[30] belend ten westen: Jan Tyemansz, ten oosten: Engebrecht Heynricxsz, ten noorden: de Broeckse wat/ring, ten zuiden: de hoefsloot. (1472174: in Berchpolre.)
27-3-1365: Jan Arentsz na opdracht uit eigen, bij kinderloos overlijden te versterven op zijn zusters zoon Dirck Treveysz
23-3-1439: Diedewair Dirck Pols.
.-1473: Dirck Pols Vranckenz (als leenmannen voor o.a. dit leen worden 1472/74 vermeld Pieter Vrancken en Dirck zijn broer).
27-2-1502: Jacob van Dorp, baljuw van Schielant, krijgt het leen ten vrij eigen in ruil voor het leen 52.
In 1486 heeft Pieter Pols 8 morgen 4 1/2 hont land liggende in Berchpolre in gebruik, waarop de weeskinderen van wijlen Dirc de Vet een rente houden.[31]
In dec. 1492 heeft Pieter Pols van Aechte Evert Corneliszoons, weduwe, gehuurd 3 morgen land in heer Heinric van Naeldwijcx ambocht voor 15 jaren, tegen "6 pond hollands payements, vrij geld" [32].
In 1493 wordt vermeld een stuk lands liggende bij Ouwe Pieter Pols [33].
Op 28-1-1497 verschijnen voor de Weeskamer van Rotterdam Floris Adriaensz Biscop en Bertelmeeus Heinricxz, voogden over de onmondige kinderen Jan, Arent, Ode, Katrijn, Dieuwer, Maritgen, Neeltgen en Russen van wijlen Pieter Vranckenz Pols en Margriet Jacobsdr, benevens de weduwe zelf en haar mondige zoon Vranck Pietersz, om het goed van de kinderen te boek te stellen. Vranc Pietersz verkrijgt 5 morgen leengoed in Berchpolre, 4 hont land liggende aan de Ouden Dijck en 4 hont land in Berchpolre bij de molen, en doet hiermee afstand van alle verdere aanspraak. De acht jongste kinderen samen houden : 6 morgen 2 hont land aan Bokelsdijck, 4 morgen 1 hont land in Berchpolre, 4 1/2 morgen land in Berchpolre in de Leencamp, 16 hont land in Berchpolre in de Breecamp, alle vier voornoemde percelen in gebruik bij de weduwe, voorts nog 7 morgen land liggende gemeen met Arent Jacobsz schout van den Berch in de zate waarhij nu woont. De weduwe blijft de acht kinderen schuldig van huizinge, bergen, hooi, paarden, koeien en van huisraad 50 pond 7 1/2 sch. groot vlaams. Jan Pietersz (nu blijkbaar mondig?) bekende voldaan te zijn van 1/8 deel van laatstgenoemde som. De kinderen zijn verder nog diverse renten en lijfrenten schuldig. [34].
Op 9-2-1501 verklaren Jan Pietersz, Ariaen Coliinsz als man en voogd van Oede Pietersdr zijn wijve en Cornelis Heinricxz als man en voogd van Katrijn Pietersdr van hun vaderlijk erfdeel voldaan te zijn door Huych Claesz hun oom (=stiefvader), als man en voogd van Margriet Jacobsdr.
Op 16-2-1501 verklaart Vranc Pietersz voor de weesmeesters bovengenoemde 4 hont land aan de Oudendijck, en 4 hont land in Berchpolre bij de molen verkocht te hebben aan zijn oom Huych Claesz.[35].
COMMENTAAR(¥) Hillegondt Pols is belendster in de Lombertstraat te Rotterdam (1538) [36]. Is zij een (klein?)kind uit dit huwelijk? |
COMMENTAAR(¥)
zoek op belening in OV 1962 en OV (1967)44, OV 47(1992)32, Jb. OV 1956/46 Mathenesse 5c, Capelle aan de IJssel 11 OV 1963/76
Jan Meesz, als opvolger in de boedel van Vranck Pols, 3 1/2 morgen hooiland tot de Strecksloot in Berchpolre (1561), getaxeerd op xxx. voeg toe OV 53(1998)298,299(2x),300, OV 25(2000)398 vul aan OV 55(2000)398 : 10 sch. per jaar Odulphi (12 juni) Nyepoort: 1530 : Vranck Polsen huys an de bregge 1531-1532 : Vranck Vranckenz. |
De gebroeders Vranck Pietersz Pols en Jan Pietersz Pols komen frequent voor in de Vonnissen van de hoogheemraden van Schieland:
In Sinte Oels Scouwe anno 1509: Uvijtgestelt van Vranck Pols ende Jan Pols gebrueders roerende hoe dat sii met die van Schyelant te lantweer geweest hebben opten Riindiick ende sijn vandien heymelicken wech ende thuys geloepen. [39]
In Sinte Oels Scouwe anno 1511. Wytgestelt van Vranck Pols ende Jan Pols sijn brueder tot de Wytspraeck van de Burgemeesters van Rotterdam. [40]
Vranck Pols ende Jan Pols beboet met 9 rijnsgld. roerende vande Riindiick tot Bougraefen, dat si! thuys gegaen sijn. [41]
In Sinte Pyeters Scou anno 1516: De H.H. hebben wytgestelt ter n. sc. van Vranck Pols roerende van dat hii van die molen geweest heeft doen sii maelde,[42]
In Sinte Oedulphus Scou anno 1516: Vranck Pols is beboet met 2 pont holl. roerende van dat hij van die watermolen gegaen (is) doen sii stont ende moel in een storm. [43]
In Sinte Oels Scouwe anno 1523: Jan Pols ende Neel Dyrcksz hebben gethuycht bij hoeren eede hoe dat sii gesijen hebben dat Neel Heynesoen, Arien Aelbrechtsz, Pouwels Claesz ende Dyrck Claesz op die kade geweest sijn ende Jan Pols sijn knecht die was mede op die kade ende dese voersz. personen gafen dese knecht quade woerden ende een van hem allen sloech nae hem met een haeck mar hij kende hemluiiden niet, dat heeft den knecht voersz. Jan Pols vertelt. Noch thuijgen Willem Jacopsz ende Jan Beriich, hebben geseijt bij hoeren eede, dat Neel Heynesoen ende Arien Aelbrechtsz nader sonnenonderganc op die kade waren ende hebben hoeren seggen, dat daer een was die nae Jan Pols sijn knecht met een back geslagen soude hebben. [44]
1525 : Jan Pols is ofgeseyt 5 rijnsgld. ende die boden te betalen 12 stuyvers ende sul betalen die tosten vant gelach. [45]
1525: De dijkgraaf heeft aengesproecken Vranck Pols ende Jan Berych molenmrs. van Berych polder ende Blomersdiick, hoe dat hoer kaden overgeloepen hebben. [46]
1528: Jan Pietersz Pols is ofgeseyt te betalen 6 rijnsgl'd. ende die boden 10 stuyvers,[47]
In Sinte Louwerijs Scouwe anno 1528 opten 21en dag in Augusto: Jan Pietersz Pols is ofgeseijt te betalen 3 rijnsgld. [48]
In Sinte Martijns Scou anno 1528 opten 20sten dach in Novembry: Dese naegescreven personen sijn elix ofgeseijt 25 stuijvers roerende van willegen ende boemen op die wegen: Neel Bruijnsoen, Jan Pols, Arien Jans Louwesen, etc. [49]
In Sinte Pieters Scou anno 1529 opten vijfden dach in Maert: Hubrecht Huiichesoen ende Jan Pietersz Pols sijn ofgeseijt te betalen 30 stuijvers ende die bode 6 stuijvers. [50]
1539: Van tscaeftghelt van die ziecke- tot die eerste hoel toe: Alzoe Willem Woelfferssz met hem gevocht Jan Pietersz Pols als bruicker van sekere vicarie lant daer Willem Wolfferssz voersz. ghijfter off seijde te wesen, daer die ambachtsbewaarders van Coel sekere aerde vuijt gesteicken hadden ende daer mede gemaect hadden har cade, waervan Willem Wolfferssz begeerde te hebben tscaeftghelt, apponteren de H.H. na partyen int lange gehoert, dat die ambachtsbewaarders zullen betalen. [51]
1540 : De dijkgraaf contra Cornelis Hobbensz, Vranck Pietersz Pols ende Jan Pols opgeset, verdaagd naar de eerstkomende schouw ende De Hohe Heemraden sullen die cade besien. [52]
1540: Die ambachtsbewaarders van Coel contra Jan Pietersz Pols angaende dat wt sijn lant aert gehaelt is, opgeset verdaagd naar de eerstkomende schouw. [53]
1540: Item Vranck Pols out ontrent 64 jaren, sijt bii siinen eede, dat tambocht altijt die cade heeft gemaect ende seijt voert dat die eiigenaer vant lant heeft altijt tlant ende cade mit malkanderen verhuert ende gebruijckt, zo moet hem God helpen. [54]
1540: De dijkgraaf contra Jan Pietersz Pols, angaende van aerde op die caede, opgeset verdaagd naar de eerstkomende schouw. [55]
1542: Vranck Pols out ontrent 69 iaren, rechteliicken verdaecht wesende ter instantie van Mr. Jan van Almonde: seijt die deposant dat hem niet een hoecht dat dar verlaetten gestaen hebben, maer hem hoecht wel dat men die vierscaer van Schielant opt Hoeff van Wenae gehouden heeft . . . . [56]
1544: Die Burgemeesters der Stede van Rotterdam tegen Jan Pols met zijn consorten angaende het Rietvelt. [57]
1544: De dijkgraaf tegen Jan Pols, Jacob Pietersz, Jan Vranckensz, Arij Lourissz, Vranck Cornelisz, Vranck Pols, Jan Pols, Cornelis van Bergen, Louris Jansz, haer bomen niet off gehouwen, staende tuisschen die eerste hoel ende den Berch, andie suiitziide vanden wech, elcke pzoen 20 stuijvers, tot negenen toe, zonder meer. [58]
Opden 31en Augusty anno 44 compareren Vranck Vrancke Pols (sic!) out ontrent 70 iaren, Willem Cornelisz het Hoeft out ontrent 73 iaren, rechtelicken verdaecht ter instantie van die Burgemeesters der Stede van Rotterdam... en verklaren met gelijke strekking aangaande die vaert van Jan Pols nae die tweede hoel toe, Willem Cornelisz heeft bovendien daer dikwijls liggen vissen met een poecknet ende met vuicken, daer nu het riet staet. [59]
1544/45: Den dach van die kenning tuisschen die Burgemeesters der Stede van Rotterdam ende Jan Pols CS. opgeset tot der naester scou toe, om daer in binnen elcx zijn besceijt in te brengen ... M.H. hebben geapponteert dat den dijkgraaf van Schielant sal gaen zien wije zijn cade nie gebloet een heft tuisschen die hoel van Jan Pols tot die stede toe ende brengen die opt scrieft bii naem ende toenaem ... [60]
1547: Mr. Jan Adriaensz als taelman van Jan Pietersz Pols, ambachtsbewaarder van Blomersdijck, vervangende zijn mede-ingelanden, leijt een kenning an tegens Jan Willemsz Molenaer als verweerder. De bezitter van het land (Jan Willemsz) moet dijkgedeelte maken. Volgt verweer van Jan Willemsz. Uitspraak van H.H.: Jan Willemsz Molenaer wint de kenning, p7 [61]
1551: ... Jan Pols ambachtsbewaarder van Boeckelsdiick. [62]
COMMENTAAR(¥) zoek deze ref op |
COMMENTAAR(¥) ZOEK OP (o.a. OV ..285 en 192) |
Vranck Pietersz Pols debit ....(¥)
COMMENTAAR(¥) ZOEK OP OV 42(1987)205 |
Schuldboek Rotterdam : 15-10-1521 Schout en schepenen van Schoenreloe oorkonden dat Arent Vranckez Puls met Vranck Pietersz Puls en Jan Pietersz Puls, zijn voogden, verklaard heeft schuldig te zijn Arent Pieter Jansz een losrente van 4 pond hollands per jaar, verzekerd op zijn 10 hont land, liggende in Scoenreloe, belend Pieter Dammasz wonende te Dordrecht, oostzijde, westzijde strekkende van de dijk tot de Coelsewech. Te lossen met 16 voor 1, de goudgulden van gewichte voor 28 st., de philipsgulden voor 25 st. [68].
Schuldboek Rotterdam : 22-10-1521 Vranck Pietersz Puls debit Jan Pieter Jansz 2 pond hollands losrente per jaar, verzekerd op zijn huis en erf, poting en beplanting binnen de stedevrijheid, belend west de steile oude weg en verder hijzelf [69].
Weesboek Rotterdam : Op 17-1-1550 bewijst Maritge Maertensdr aan Jan, 19 jr, Kathryn, 16 jr, en Jonge Kathryn, 14 jr, de weeskinderen van wijlen Meeus Vranckenz Pols en haarzelf, samen 500 Car. gld. en elk kind 5 pond groot vlaams en de helft van 3 morgen land, dat aan haarzelf is verhuurd tegen 4 pond hollands per morgen gedurende 5 jaar. Tot zekerheid strekt haar huis en erf binnen de stadsvrijheid bij de Heul [70].
De weeskinderen van Coppen Floren hebben een losrente van 10 pond hollands per jaar op "Vranc Pieter Pols huis, schuren, bergen, poting en planting, waar hij nu woont" binnen de stedevrijheid van Rotterdam (1497-1502) [71].
Op 17-2-1533 bewijst Arent Jacobsz aan zijn dr. Cornelia bij wijlen Kathrijn Dircsdr, o.a. een losrentebrief van 5 pond hollands op het huis en erf van Vranck Pietersz Pols, belend hijzelf zuidzijde, noordzijde en oostzijde, en de kade van de Berchpolder westzijde, d.d. 12-7-1536 [72].
Claes Jorisz heeft 4 morgen land in de grote Holyehouxen polder te Spaland tot de Vlaerdingerweg in huur van Vranck Pietersz Pols(¥) (1562) [73].
COMMENTAAR(¥) of mogelijk van zijn erfgenamen?
Op 23-....1538 is Vranc Pols belender aan een huis en erf in de Nieupoort te Rotterdam [74].
Op 11-5-1541 brengt Arent Jacobsz een losrentebrief in van 3 Car. gld. op 15 morgen land van Vranck Pietersz Pols in Berchpolder, belend de polderwatering oostzijde, het Grote Gasthuis van Rotterdam zuidzijde, de ambachtskade noordzijde. Op 7-10-1545 licht Vranck Pols de brief om deze af te lossen in ruil voor een brief van 6 Car. gld. ten laste van Thonis Pietersz, verleden ten overstaan van Willem Cornelisz, schout van Sevenhuijsen op 6-7-1541 [75].
Op 5-10-1557 blijken de weeskinderen van Kathryn Adriaen Kerst... en wijlen Symon Pietersz te Rotterdam, o.a. een (losrente)brief te hebben van 12 Car. gld. per jaar op Franck Pietersz Pols, verschijnende Alreheyligendach (1-11)-1550 [76].
De gemene erfgenamen van Vranck Pols zaliger worden aangeslagen voor de 10e penning met eigen huizinge en grond aan de vaart van Rotterdam naar Overschie noordoostzijde, welke boedel "Alreheyligen laatstleden" gedeeld werd, getaxeerd op 15 Car. gld., aanslag 15 st. (1561) [77]. Een Jan Pols woont (1561) aan diezelfde vaart [78], is hij hun zoon?
De erfgenamen van Frans Pols worden aangeslagen voor de 10e penning met het 2e bindt van het riet in deze vaart van Berchpoldermolen tot Scharpendreyschemolen, getaxeerd op 7 pond 15 st., aanslag 15 1/2 st. (1561) [79].
Aeltgen Vranck Pietersz, wed. tot Rotterdam verhuurt 2 1/2 morgen land binnen de Jurisdictie van Crooswick en Ruybroeck (1561) [80]. Is zij de wed. van Vranck Pieters Pols?
COMMENTAAR(¥) ZOEK OP Weesk. 580/f31, Nass. Dom. Arch.nr. 6225f404 d.d.10-8-1527 en OV 42(1987)306 |
In 1561 is sprake van Jan Polsenwoning in Berchpolre te Hilligersberg.
VUL AAN OV 53(1998)298, 299
Jan Pietersz Puls koopt een huis Oppert WZ 17-5-1554, dat weer wordt verkocht 31-12-1589(¥)
COMMENTAAR(¥) ZOEK OP Weesk. 582/f29 |
Is hij dezelfde als Jan Pietersz Pols, ambachtsbewaarder van Beukelsdijk (1550, 1551)?[85]
Schuldboek Rotterdam : Jan Puls etc(¥)
COMMENTAAR(¥) ZOEK OP OV 42(1987)199 |
COMMENTAAR(¥) VUL AAN OV 53(1998)299 |
COMMENTAAR(¥) zoek op in Engelbrecht |
Op 11-9-1549 verkoopt Pieter Jansz Pols, vervangende Claes Adriaensz voor 1/6 part, en anderen, 5/6 deel van een huis en erf in de Nupoort aan Willem Pieters Biscop, belast met 3 groten .. geld per jaar.[100]
Op 12-9-1549 verkoopt Pieter Jansz Pols een huis en erf in de Nupoort aan Kers Adriaensz, belast met 4 pond hollands en 7 groten per jaar.[101]
COMMENTAAR(¥) voeg toe schuldboek 1550,[102] |
Weesboek Rotterdam :
Op 5-9-1550 zijn Pieter Jansz Pols en Cornelis Jacobsz voogden over de weeskinderen van Dirck Pietersz, snijer, en wijlen Hilgont Alewijnszdr [103].
Op 25-9-1554 zijn Pieter Pols en Gijsbrecht Jacobs voogden van Maritge, die op 20-1-1533 het weeskind is van Arien Kerstantsz en wijlen Geerte Pieterdr [104].
COMMENTAAR(¥) ZOEK OP OV 40(1985) |
Op 22-12-1541 verklaart Dirric Arntz van de Zouteveen, dat hij twee kinderen had bij zijn huisvrouw Gheertgen Jan Polsendr. Hij is ten tweedenmaale getrouwd met Marritgen Jansdr en legt nu een verklaring af over vererving aan zijn voorkindern[105].
Op 17-12-1552 testeert Dirck Airtsz van de Zouteveen, wednr. van Grietgen Jansdr, dr. van Jan Pietersz Pols. Hij doet een verklaring over de vererving van Jans goederen op Grietjes kinderen[106].
COMMENTAAR(¥) voeg toe OV (1992)33,32 |
COMMENTAAR(¥) ZOEK OP OV 40(1985)445 |
Schuldboek Rotterdam : 28-2-1523 Kers Matthijsz van Rwven wonende te Rotterdam, verklaart verkocht te hebben aan Cornelis Matthijsz zijn broeder al het land hem geerfd van zijn ouders en van Ariaen, wijlen zijn zuster, het land liggende in Rwven in Pinnakel (Pijnacker?) en in de Abtsrecht, bezwaard met 1 pond hollands per jaar oude rente [109].(¥)
COMMENTAAR(¥) ZOEK OOK OP OV 42(1987) 282,286,289,295 en OV 47(1992)456 |
43360. ARENT JANSZ TOUWEN, geb. ca. 1435[111]
, ovl. vóór 21-1-1464,[112]
koopt grond in 't Wout 20-12-1456 en 25-6-1458,[113]
tr. ca. 1460[114]
43361. LIJSBETH NN, ovl. 2-6-1498[115]
,[116]
COMMENTAAR(¥)
vul aan Kron. 6(1997)141 en Prom 13, p251, OV 52(1997)773
Pieter Touwen, Pieter Tou Arensz, VUL AAN OV 52(1997)664, 760 Wie is Suete Arent Jans wed. (1464),[117] en waarschijnlijk dezelfde Zuete Arent Tou Jansz wed. (1474),[118] |
9-8-1505: Claes Arent Touwenzoon verkoopt aan de voogden van de weeskinderen. van Adriaan Aelbrechtszoon 6 1/2 morgen gelegen in Wateringen in Naaldwijkerbroek, waarvan 4 morgen en een hont belend: 0. Jan Adriaansz, W. het godshuis te Egmond, Z. de Heilige Geest van Naaldwijk, over de weg met een rijstuin en N. Claes Claesz, en 2 morgen en 2 hont gemeen met Sille Gerrit Gerritszoons en Gerrit Gerritszoons erfgenamen en met de Heilige Geest van Naaldwijk, belend: 0. het godshuis te Egmond en de Heilige Geest van Naaldwijk, W. en N. Huge Willem Jacob Brouxzoon, Z. de banwatering aan de werf. Bezegeld door Claes Andrieszoon: gedwarsbalkt (als Pijns) en Hendrik Janszoon (een vogel?, vergezeld van 3 sterren).[122]
23-9-1479: Willem Aernt Touwenz, doctor, en Claes Aernt Touwenz, priester, verkopen aan de Carthusers buiten Delff 1 1/2 morgen land te Maeslant gemeen met de kopers en verpacht aan Willem Danelsz. Bezegeld door Pieter Aernt Rutgaertsz: een dwarsbalk, in het midden beladen met een sterretje, vergezeld van 3 leeuwenkoppen 2, 1, en door Danel Gerijt Colijnsz: een gaande vogel, beneden in het midden vergezeld van een driebladig, gesteeld klaverblad.[123]
43368. JACOB KERSTANTSZ (VAN DER VLIET), geb. ca. 1445[124]
of 1455[125]
, ovl. "in de Hij" (buurtschap tussen Westerlee en de Vlietwoning) [126]
Naaldwijk Pasen 1482 (7-4-1482)[127]
[128]
,[129]
Heilige Geestmr. te Naaldwijk (1470),[130]
kerkmr. aldaar (1480),[131]
tr.[132]
[133]
.
43369. MACHTELD WILLEMSDR DIPPIJN.
43370. BARTHOLOMEUS (MEES) HE(Y)NDRIKSZ VAN DORP, geb. verm. 's-Gravenzande ca. 1440(¥), ovl. Den Haag 16-5-1520,[137]
[138]
woont te Naaldwijk (1475..1509), daarna te Den Haag,
kerkmr. te Naaldwijk 1475, 1477, 1478,
rentmr. van de memorie- en kostrijgoederen in Rijnland, Delfland
en Schieland van de Abdij van Egmond (1494-1506, 1519),
rentmr. van de Heer van Naaldwijk (1496),
schepen (1509, 1510, 1514-1516),[139] vroedschap (1516/17) en weesmr. (1517) van 's-Gravenhage,
leenman van Hontshol (1477), Lek en Polanen (1475),
en de Abdij van Egmond (tot 1520),
treedt op als getuige in akten (1490),[140]
koopt land in Honterland (1501),
tr. ca. 1470[141]
43371. BAERTGEN WILLEMS HOECK of BAERTGEN JACOBS(¥), ovl. (verm. Naaldwijk) 13-3-1508,[142]
COMMENTAAR(¥) Ref. [143] noemt haar Baertgen Jacobs, verm. zuster van Arientje Jacobsdr gehuwd met Coeman Jan Bruinsz die in in akte van 1515 Mees Heijnricxz zijn zwager noemt. Daarmee komt een afstamming van Baertgen Jacobsdr en Arientje Jacobsdr uit de IJsselsteinse tak van het geslacht Van Egmond in beeld. Harde bewijzen ontbreken echter. |
COMMENTAAR(¥) Zij heeft een broer, Jacobus Hoeck of ook wel Angularius (Latijn voor 'Hoek'), kanunnik en deken van Naaldwijk, die zijn bibliotheek vermaakte aan Martinus Dorpius, een zoon van zijn zuster.[144] Dit gegeven wordt zonder duidelijk argumentatie betwist in Ref. [145] |
COMMENTAAR(¥) Bij de bespreking van Dorpii Vita - de levensbeschrijving van Martinus Dorpius - is sprake van een brief aan Erasmus van 28-11-1519, waarin Martinus van zijn vader Bartholomeus zegt 'vir senex ac pene octoqeniarius' (een bejaarde man, bijna 80 jaar oud). Bartholomeus zal dus rond 1440 geboren zijn.[146] |
![]() | Bartholomeus (Mees) He(y)ndriksz van Dorp zegelt met drie afgerukte leeuwekoppen. Zie Rietstap. |
15-6-1494: Mees Heynricxz huurt van de commandeur van Sint Jansklooster te Haerlem voor 10 jaar met ingang van 1-1-1494 tegen 13 zakken tarwe en 1 hoet gerst 14 morgen land in de Poeldijck te Monster, zoals Dirck Martijnsz deze in pacht had.[147]
12-3-1500: Schepenen te Monster oorkonden dat Bartolomees Pietersz verkoopt aan Cornelis Adriaensz een jaarrente van 2 rijnsgulden van 40 groot, verzekerd op Colijns woning te Monster, nl. 4 morgen land van de Memory in den Hage, belend ten zuiden: de kerk te Monster, ten noorden: de kinderen van Dirck Poes in den Hage, ten westen: Duyst Henricxz te Delff, ten oosten: de Cruysweg bij Monstermolen.
25-3-1500: Schepenen in Monster oorkonden dat Cornelijs Adriaensz verkoopt aan Bartelmees Heynricxz de in de vorige acte vermelde rente.
31-3-1501: Bertolmees Henricksz te Naeldwijck verkoopt aan heer Symon van Zaenen de in de vorige acten vermelde rente. [148]
7-5-1501: Meester Claes Jacobsz en Barbara Jacobsdochter met hun voogden Dirck Jansz, Mees Henricksz en Willem Dircksz verkopen aan Bartolmees Henricsz te Naeldwijc 3 morgen land in Honterland, belend ten noorden: de erfgenamen van Machiel Huych Vryessendochter en Cornelis Phillipsz, gelegen tussen de Maesdijck en de Oudendijck. De 2 zuidelijkste morgen zijn belast met een jaarrente van 4 pond hollands ten behoeve van de koper en de noordelijkste morgen met een jaarrente van 3 pond hollands, die door Tyeman Willemsz is vermaakt aan de heilige geest van 's Gravenzande. Dit land hebben zij geerfd van hun ouders Jacob Tyemansz en Marijgen en van hun stiefvader Cornelis Buys. Bezegeld door meester Jacob Hoeck, doctor in de godgeleerdheid en deken van Naeldwijck, en Jan die Burchgraeff Jansz.[149]
1-3-1501: Dezelfden als in de vorige acte verkopen aan Bertolmees Henrycksz te Naeldwijck een jaarrente van 4 pond hollands, verzekerd op 2 morgen land in het Honterlant, verpacht aan Gerijt Vriesenz, belend ten noorden: de verkopers met 1 morgen land, waarop de heilige geest van 's Gravensande een jaarrente van 3 pond hollands heeft, ten zuiden: Cornelis Phillipsz, strekkende aan de Maesdijck tot aan de Oude Dijck. Bezegeld als de vorige acte.[150]
Testament van Bertelmees Henricsz en Baertgen:[151] Bertelmees Henricsz vermaakt aan het Kapittel te Naaldwijk ten behoeve van het Onze Lieve Vrouwenlof in de parochiekerk van Naaldwijk 53 schellingen Hollands per jaar, waarvan 8 schellingen op een huis en erf gelegen in Naaldwijk toebehorende aan Jacob Aerntsz en 45 schellingen op twee huizen, erven en geboomten toebehorende aan Gerijt Michiels Snijder en Geertruyt Cronqerts, ook gelegen in Naaldwijk.
Op 13-3-1508 sterft Baertqen en Mees Henricsz heeft voor hen beiden vermaakt aan het Kapittel een halve morgen, gemeen met Geryt Claesz' weduwe op Hontsholredijc, aan de Heilige Geest de helft van de Hoqewerff op de geest, groot 14 hond, gemeen met dezelfde Heilige Geest, bruiker Gerijt Adriaensz, aan het Godshuis 10 schellingen per jaar op een huis en erf van Joost Willemsz aan de rooster van het kerkhof.
Mees Henricsz is overleden 16-5-1520. Voor de eeuwige memorie te houden in de Sint Jacobskerk te 's-Gravenhage op Sint Greqoriusdaq ten behoeve van Baerte Mees Heynricksz wijff' bewijst Mees Heynricksz 2 pond Hollands met een schepenbrief op het huis van Claes Klinkaert op de Voldersgracht. Anno 1509.
Mees Heynricksz vermaakt nog 2 pond anno 1520.
Beleningen:
Lenen van de Abdij Egmond: nr. 151. De helft van een weer van 4½ morgen 17½ roeden in het nieuwland van 's-Gravenzande, strekkend van de nieuwe dijk tot de Noordlandse dijk. Belend noord: de kerk aldaar, zuid: het gasthuis te Den Haag.[152]
..-.-15..: Bartholomeus Hendriksz, rentmeester, als getuige vermeld 1510-1518.
6-12-1520: Willem Bartholomeusz, rentmeester in Delfland en Rijnland, bij dode van Bartholomeus Hendriksz, zijn vader, te komen op Dirk, zijn zoon.
Rond 1514 was Martinus Dorpius verwikkeld geraakt in een controverse met Erasmus. In een brief van september 1514 had hij diens Lof der Zotheid gelaakt en gewaarschuwd tegen Erasmus' filologische kritiek op de gangbare Latijnse bijbeltekst (Vulgaat). Erasmus' weerwoord (mei 1515) lokte een nieuwe brief uit (27 augustus) die werd beantwoord in een tractaat van de Engelse humanist Thomas More (21 oktober). Hierna zocht Dorpius weer Erasmus' vriendschap en verdedigde hij een humanistische benadering van de theologie in een academische redevoering (Oratio in praelectionem Pauli, uitgesproken 6 juli 1516, gedrukt in 1519), wat hem in problemen bracht met zijn faculteit. Vermoedelijk om verdere conflicten te vermijden publiceerde hij na 1519 niet meer.[157]
Mr. Martijn van Dorp sticht op het altaar van de H. Petrus in de Grote of Sint Jacobskerk te 's-Gravenhage een vicarie. In 1574 wordt Willem Jansz van Dorp (kleinzoon van Willem Meesz, broer van Martinus) in de bediening van de vicarie opgevolgd door Jacob Dircksz, klerk.
In 1606 is Juffrouw Barbara van Dorp, huisvrouw van Adriaan Duick, secretaris van de Heren Staten van Holland, gifterse en patrona van deze vicarie. Barbara van Dorp is een dochter van Willem Jansz van Dorp voornoemd en was in eerste echt gehuwd met Johan de Rechtere. Uit haar eerste huwelijk had zij een zoon Willem de Rechtere, op wie het begevingsrecht en patronaat in 1606 overging.
Op 30-10-1668 draagt Anna de Wilhem, vrouw van Arent van Dalen, die na het overlijden van haar moeder Anna de Rechtere (zuster van Johan de Rechtere voornoemd) en haar broer Johan de Wilhem patrones en collatrice is geworden, het ambt over aan haar zoon Michiel van Dalen. [158]
Beleningen
Hofstad Hontshol: nr. 12. 5½ hond land, belend ten oosten: de weduwe van Claes Claes Bloemenz, ten zuiden: Gerrit Florisz en Ysbrant Olyslager, ten westen: een banwatering van Naeldwijck en ten noorden: het kind van Floris van Foreest.[159]
... 2-8-1476: Claes Pietersz.
.-.-.: Willem Meesz na zijn broer meester Maertijn.
28-4-1526: Jan Willem Bertelmeesz na zijn vader Willem Meesz.
1-7-1546: Willem Korsz na overdracht door Jan Willemsz
Hofstad Hontshol: nr. 96. 2½ morgen land in Borgerdijck, belend ten oosten.: de heer van Nassauwe, ten westen: het gasthuis te Noortdijck, strekkende van de Sceede tot het land, dat Arnt Rotemuyl uyter Lyer in leen houdt van Dirck van Aernhem.[160]
...
5-2-1496: Cornelis Jan Rotemuylsz bij dode van zijn vader.
.-.-.: Bertelmeus Heynricxz.
17-6-1520: Meester Maertijn Bertelmeusz, doctor in de theologie, hulde door zijn broer Willem Bertelmeusz, bij dode van zijn vader Bertelmeus Heynricxz.
28-4-1521: Jan Willem Meesz bij dode van zijn vader Willem Meesz, die kort na zijn broer meester Maertijn stierf.
29-11-1562: Willem Jansz bij dode van zijn vader Jan Willemsz.
5-7-1593: Aelbrecht Jan van Dorp bij dode van zijn vader Willem Jansz.
3-5-1606: Jonkvrouwe Barbara van Dorp, gehuwd met Adriaen Duyck, secretaris van de Staten van Holland, bij dode van haar broer jonkheer Aelbrecht Jan van Dorp.
25-3-1611: Willem de Rechtere, onmondig, voogd: Jacob Heermael, bij dode van zijn moeder jonkvrouwe Barbara van Dorp.
...
OP 27-7-1510 wordt Beatris Jan Doezoonsdochter, gehuwd met Willem Meusz, beleend met 4 hond land te Naaldwijk, geerfd van haar vader Jan Doez. Het leen gaat op 28-4-1526 over op haar zoon Jan Willemsz.[168]
Willem Meeusz bezit leengoederen van Hontshol, Duivenvoorde, de Lek en Polanen en van de abdij van Egmond.[169]
Willem Bertelmeesz verkoopt op 31-12-1523 een rente van drie pond Hollands per jaar aan de kerkmeesters van Rijswijk. Het uithangende zegel is te zwaar beschadigd om zijn wapen te kunnen identficeren.[170]
==== BELENINGEN ====
Lenen van de Abdij Egmond:
nr. 151. De helft van een weer van 4½ morgen 17½ roeden in het nieuwland van 's-Gravenzande, strekkend van de nieuwe dijk tot de Noordlandse dijk. Belend noord: de kerk aldaar, zuid: het gasthuis te Den Haag.[171]
..-.-15..: Bartholomeus Hendriksz, rentmeester, als getuige vermeld 1510-1518.
6-12-1520: Willem Bartholomeusz, rentmeester in Delfland en Rijnland, bij dode van Bartholomeus Hendriksz, zijn vader, te komen op Dirk, zijn zoon.
Hofstad Hontshol:
nr. 12. 5½ hond land, belend ten oosten: de weduwe van Claes Claes Bloemenz, ten zuiden: Gerrit Florisz en Ysbrant Olyslager, ten westen: een banwatering van Naeldwijck en ten noorden: het kind van Floris van Foreest.[172]
... 2-8-1476: Claes Pietersz.
.-.-.: Willem Meesz na zijn broer meester Maertijn.
28-4-1526: Jan Willem Bertelmeesz na zijn vader Willem Meesz.
1-7-1546: Willem Korsz na overdracht door Jan Willemsz
Namens de mede-erfgenamen van zijn vader procedeert Jan Willemsz van Dorp voor de Grote Raad te Mechelen tegen Aernd Dircksz, priester, die de erfgenamen van Jacob Claesz, priester te Den Haag, vertegenwoordigt, in beroep tegen een vonnis van het Hof van Holland dd. 4-6-1548, waarbij twee vonnissen van het Haags gerecht resp. van 20-9-1532 en 26-6- 1533, en een vonnis van 21-3-1533 vernietigd werden, alle betrekking hebbend op een stuk land in het Nieuweland onder 's-Gravenzande, dat vroeger toebehoord had aan het klooster Abcoude te Leiden, en waarvan partijen het bezit betwisten. De Grote raad verklaart op 19-11-1552 het beroep ongegrond en wijst het land toe aan de verweerder.[185]
Op 28-4-1526 wordt Jan Willem Meesz bij dode van zijn vader beleend met 5½ hond land te Naaldwijk. Hij draagt dit leen op 1-7-1546 over aan zijn neef Willem Korsz. Van zijn vader erft Jan ook een leen van 2½ merger! in Burgersdijk waarmee hij ook op 28-4-1526 wordt beleend, en een leen van enkele weren in het Nieuweland van 's-Gravenzande waarvoor hij pas Op 27-2-1535 hulde doet. Beide laatstgenoemde lenen vererven op zijn zoon Willem en vervolgens op diens dochter Barbara.[186]
Jan Willem Meesz wordt op 21-7-1530, bij dode van zijn broer Adriaen, beleend met 2 morgen land met een woning te Monster.[187]
Op 18-6-1545 wordt Floris van Dam, rentmeester 'bewester Scheldt', beleend met het achtste tiendblok en de smaltienden van der Made in Delfland. Na zijn dood doet Joost van Dam op 18-10-1564 hulde namens de erfgenamen van Floris.[192]
![]() |
Geschilderde portretten van Floris van Dam (1507/08-1563) en zijn echtgenote Maria van Dorp (1508/09-..) toegeschreven aan Hendrik Grudii (Hendrik vander Heyden).
| ![]()
Datering: 1548.
| Locatie en Bron: ⇒ Haags Historisch Museum klik op plaatje(s) om te vergroten |
Op 2-2-1545 is Claertgen Corssens in Den Haag, de huisvrouw van Jacop Willemsz van Dorp een van de peten bij de doop van Geertruijt Adriaensdr, dochtertje van Adriaen Claesz en Baertgen Corssen. Ze geeft 38 stuivers als pillegift.
Op 11-11-1570 transporteert Jacob Willemsz van Dorp aan Dirk Pauw Jansz een rente op zijn huizen en erven in de Hoogstraat genaamd De Valck en Het Gouden Hooft.
43568. JOOST VAN LANGERAK GIJSBERTSZ, ovl. tussen 27-6-1471 en 5-7-1473, schout van Haastrecht (1436), burger van Utrecht (1450),
tr.[200]
43569. joncfr. GEERTRUYT JANSDR, ovl. tussen 25-4-1480 en 5-2-1484.
Utrechtsche Stads-lijfrentenregister van 1468:
Joncfr. Geertrwt van Langerac, de vrouw van Joost van Langeraec, vestigt tot live joncfr. Alijden Florensdochter van Jutfaes een lijfrente van XV £ in het Cordewaniersgilde (Schoenmakersgilde) telkens te betalen op de termijnen van Paschen en Victoris (10 October).[201]
Op 29-5-1497 wordt Floris van Jutfaes van Blochoven door bisschop Frederik van Baden beleend met "een blocktiende int carspel Scalcwijk stervende sonder kynderen te erven op Yde Dircx weduwe van Jutfaes, sijn moeder.[205]
43574. REYER ROELOFSZ VAN WYCKERSLOOTH, ontving in 1439 van Hendrick van Grevenbroeck 7 morgen te Cothen,
wordt vermeld in 1460 en 1470.[209]
Op St. Willebrordsdag 1490 verklaarde Roelof Reyersz van Wykerslooth twee morgen lants in de dertighoeven te Nederlangbroek af te staan aan Bernt Grauwert als hij desen jaerlijks niet behoorlyk uitkeerde eene som van twee gouden keurvorster gulden, of die uitkeering met dertig van die guldens afloste.[211]
43872. = 86092. BOUDIJN MUYSZ (VAN DEN VELDE).
44322. GERRIT VAN CLEVE [214], schepen van Tiel (1472), heeft een huis in de Waterstraat zuidzijde,
dat vererft op zijn dochter Mechteld.
44323. YWAEN(¥) LOTTHUMSDR [215].
COMMENTAAR(¥) In 1458 wordt Aleyt Yewaensdr borger van Tiel [216] Is Yewaen nu een mans of een vrouws naam? Zijn Jacop Lottemss, burger van Tiel (1469) en Dirck Lotthumss, burger van Tiel (1487) [217] mogelijk haar broers? |
Ywaen van Cleve had een rente uit het goed van Henrick van Avensaet (24-3-1493). Is zij identiek met Ywaen Lotthums of mogelijk dier (klein)kind [218]?
45056. CORNELIS GERRITSZ DIE LEEU,[221] vermeld te Sprang sinds 1539, tr.
45057. MARIKE NN, ovl. Sprang na 1561,[222]
46592. GODERT (GODFRIED, GODEFROID) VAN STEENHUYS(EN), geb. vóór ca. 1450, ovl. 1506. Hauptmann unter der Garde des Herozgen zu Geldern
tr. 1475[224]
[225]
[226]
[227]
46593. (ELISABETH alias REGINE?) VON DER VOOR(D)T, ovl. 1484. Hieruit "de tak Steenhuysen van Oploo, die zich splitste in de families van Steenhuys van Heumen en Malden, Poederle en Hernen.
![]() | Wapen Van Der Voordt: [228] |
Gotfrid von Steenhuys hat 1481 Montag nach Judica versprochen, den Herzog Johan von Cleve mit Pferden und harnisch Reisiger wijse, als een Schilburtig Man te dienen, of reisige Graive? tot Dinst te senden.[229]
Zerk in de kerk te Harderwijk:[240]
Anno 1583 den 2 Marty stilo veteri sterf die Edele Erentricke joffer ANNE VAN BRIENEN weduwe . . . . . . STEINHUYS hier begraven.
COMMENTAAR(¥)
Verwanten zijn vermoedelijk:
- NN van Steenhuys, "uit het Kleefsche geslacht", tr. vóór ca. 1600[251] NN van Lievendael.
|
46594. NN (SJEGERS?).
Op 20-10-1530 verschenen voor de schepenen van Helmond: Goessen Sjegers en zijn vrouw Isabeel Schenck van Nedeghen samen met Mechteld Sjegers (die in het klooster Binderen zat). Zij droegen over aan Willem van Schenick en zijn vrouw Margriet van Steenhuys het erfrecht aan de Bollenwerdt in de heerlijkheid Wel(l) in de (gemeente) van Bergen (Limburg).[257]
48136. BAEN JANSZ, geb. Sliedrecht ca. 1486, tr. Sliedrecht ca. 1510[258]
NN.
48140. = 48136. BAEN JANSZ.
53504. BERND PALTE, vermeld met zijn vrouw Bele in acten 10-10-1438 en 3-8-1439,
burger te Schüttorf, zij bezaten in die jaren huis en grond aldaar, geerfd van
Herman Palte, waarschijnlijk zijn vader,
tr. vóór 1438
53505. BELE NN.
3-8-1439 : Bernd Palte en zijn vrouw Bele verkopen land.[261]
54080. EVERT VAN STEENRE geheeten U(Y)TEN WEERDE, later genaamd VAN MIDDACHTEN, geb. ca. 1335, ovl. 1392-1400, knape, heer van Wten Weerde, Middachten (1357) enz.,
tr. 1364[262]
54081. ARNOLDA VAN WACHTENDONCK, ovl. 1402.
Evert Wtenweerde richt in vereeniging met vele andere edelen 25 Jan. 1359) den Landvrede op. In tegenwoordigheid van hem en vele andere edelen worden l November 1368 de huwelijksvoorwaarden vastgesteld tusschen Eduard hertog yan Gelre en Catharina van Beieren, oudste dochter van hertog Albrecht van Eeieren, alsmede de overeenkomst tot teruggave der morgengave. Door Sligtenhorst, (Geld. Geschied. blz. l46a) Everhard Vteweerde genoemd.
Nota. Evert wten Werde van Middach (Middachten, te Reden), die den Landvrede van 6 Januari 1377 op de veluwe met twee ruiters moest helpen handhaven, dunkt ons een Evert van Middachten te wezen, gelijk men i.d. 6 Maart 1315 en September/October 1331 eenen Everardus de Middacht aantreft. Zie ook Slichtenhorst, Geld. Gesch. blz. 1608. [263]
1378: Met den aanvang des Jaers verbond sig, als Lid van de Ridderschap, Evert Wten weerde, met Chatiljon Hertog van Gelre, om, neffens de Edelen des Lands, twee Ruyters op syn eygen beurs te houden. Slichtenhorst p. 159,160. [264]
54088. GERRIT VAN ARNHEM WIJNANDSZ, ovl. 12-4-1436, beg. klooster Mariëndaal te Arnhem[266], vermeld met zijn vader (1424),[267]
schepen (1413..1436) en burgemeester (1422, 1424, 1431) van Arnhem
tr. 1442[268]
[269]
54089. CUNEGONDA VAN KUINRE, zegelt met vijf schuinbalken,[270]
54090. FREDERIK VAN HEKEREN genaamd RECHTEREN, ovl. 1-2-1462, beg. Dalfsen,
heer van Reohteren, Hekeren en Rhaen, en Bredenhorst (1425, door koop)
lid der ridderschap van Salland 1411, drost van Coevorden en Drenthe 1420-1432,
beleend met Voorst 1436,[271]
tr. ca. 1432[272]
[273]
[274]
[275]
54091. CUNEGONDA VAN POLANEN, ovl. tussen 12-10-1436 en 19-12-1437, vrouwe van Asperen, Voorst en Keppel.
54288. JAN COST, geb. 1450-1520, ovl. vóór 1574, woonde te Enschede Stad.
54290. BEREND (CLANT).
54512. = 54288. JAN COST.
55296. AELBERT RE(DE)RINCK, geb. ca. 1395, ovl. (kort?) voor 1468, beleend met Rederinck (1417, onmondig), (1420, mondig).
In 1445 procedeert voor het Hooge Gericht van de Veluwe Aelbert van Suderas namens zijn vrouw, over den halve hof ter Borch geheeten Silvolden, welke vrouw na doode van haar eersten man Herman van Silvolden, 20 a 25 jaar lang reeds de lijftocht van diens goederen genoot, contra Aelbert Rederinck, die ingevolge opdracht van Jufre Lansing, erfgename van haar broeder Aelbert Lansing, met dat goed beleend was geworden. [286]
Schoutambt Voorst, buurschap Silvolde :
Die borchstede geheten Selveholt end den Hof to Selveholt ende Hertelaer. Item 't guet to Overenck, 't guet tot Hoenschoten. Item Bolcshorst, gelegen in den kerspell van Twenlo.[287]
29-9-1448 : Aelbert Rederyng na opdracht door Jutte, dr. van Geryt Lansing.
28-1-1450 : Werner Veens na opdracht door Aelbert Redering.
Beleningen van het goed Rederinck te Hengelo (Gld) :[288]
Dat gued "to Redering", in groten : die hofstat ende 35 maldersaets hoges lants, to gueder maten. Item een weidemait, schiit an Mennynck, geheiten "Rederinx-weidemait". Item 1 stuck beneven Widenstraet, geheiten "Rederinx slach". Item 1 slageken in den Ongevoirde. Ende 1 1/2 slegekijn in den Eketghoir, myt al des gudes tobehoir, als dat leget in den kirspel van Hengel, to 5 marcken.
Oct. 1417 : Ailbert Redering. Hulder is Henric Redering.
11-12-1420 : Ailbert Redering, mondig, doet zelf den eed, na doode van zijn oom en hulder Henric.
27-5-1468 : Johan Rederinck Aelbertsz.
23-1-1495 : Derick Rederinck na doode van zijn vader Johan.
12-12-1517 : Johan Rederinck, onmondig, na doode van zijn vader Derick, en na verzuim. Derick Putzeller, rentmr. van het land van den Berge, is hulder.
30-1-1560 : Idem doet zelf den eed, en lijftocht zijn vrouw Elisabeth Ridders.
11-4-1570 : Derick Rerinck, na doode van zijn vader Johan.
57312. JOHAN BERNTSZ HESSELINCK, geb. Bocholt ca 1445, koopt resp. 15-10-1470 en 16-6-1486 een rente van een huis te Bocholt.[289]
63686. OFFKE DOTINGA, grietman van het Marsumer Nieuwland (Menaldumadeel) in 1467 en 1470, tr. 1o [291] DOEDT OEDTSMA, tr. 2o [292]
63687. LUTS FEDDES MERNSTRA (HAERDA).
![]() | Wapen Haerda, zie Rietstap p 337 |
64144. SIPKE TIEPKES ABBEMA, geb. vóór ca. 1515, ovl. 1542-1562, vermeld 1542, tr. vóór ca. 1540
64145. RINCKE JELMERS, geb. vóór ca. 1520, ovl. 1562-1586, vermeld 1561, 1562.
In 1542 komt Sipke Tiepkes Abbema voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [293]
In 1561 komt Rincke Jelmers, moeder van Edo Abbema te Sneek voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [294]
Op 2-3-1562 komt Rincke Jelmers, wed. van Sipcke Abbema namens haar minderjarige kinderen voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [295]
In 1586 komen voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Rincke Jelmers, erflater, en grootmoeder van Sipcke Abbema, de erfgenamen van Floris Abbema als mede-erfgenamen van Rincke Jelmers, Aleff Saeckes, schoonvader van Sipcke Abbema, Sipcke Abbema zoon van Ede Abbema, erflater, en kleinzoon van Rincke Jelmers, erflater, Mary Yges te Amsterdam, wed. van Tiepke Abbema, thans gehuwd met Gerbrant Gerryts. [296]
In 1562 komt Eedo Abbema namens zijn echtgenote Eduwaer NN voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [297]
In 1572 komt Ede Abbema voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [298]
In 1583 komt voor Sipcke Abbema universeel erfgenaam van zijn broer Eede Abbema in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [299]
In 1587 komen voor in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland: Rinck Jelmers erflater, Sipcke Abbema te Akmarijp, kleinzoon van Rinck Jelmers, erfgenaam van wijlen Eede Abbema, Aleff Saeckes, schoonvader (!) van de kinderen van Floris Abbema, erfgenaam van Rinck Jelmers, Mary Iges, weduwe van Tiepke Abbema thans gehuwd met Gerben Gerrits. [300]
In 1588 komt voor Sipke Eedes Abbema, te Akmarijp, in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [301]
In 1588 komt voor Sipcke Aedes Abbema in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [302]
In 1589 komt voor Sipcke Abbema, zoon en enige erfgenaam van Eduwar Popma, in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [303]
Op 26-4-1632 verkoopt Rinck Abbema, echtgenote van Jencke Dirckszn, te Akmarijp, aan Hessel van Sminia te Akkrum, land te Akmarijp. [304]
Grafsteen in de kerk te Akmarijp: [305]
Anno 1629 den 2 september sterf den edelen erentfeste Ede Abmae en leit hier begraven.
Op 31-1-1582 komen voor Sipke Abbema te Akmarijp, curator over de weeskinderen van wijlen Floris Abbema, en Douwe Tialckes, te Schettens, curator over Sipke Abbema, in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [306]
In 1583 komt voor Sipcke Abbema universeel erfgenaam van zijn broer Eede Abbema in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [307]
In 1586 komt voor Sipke Abbema in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [308]
In 1590 komt voor Sipke Abbema te Akmarijp in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [309]
In 1590 komt voor Sipcke Abbema te Grouw, in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [310]
In 1566 dienen Foppe van Douwema te Langweer, Floris Abbema te Akkrum en Auke Aedesz te Langweer een rekest in aan de Gedeputeerden, houdende het verzoek om uitbetaling van hun vacatiegelden voor de dagen door hen te Leeuwarden in november wegens 's Lands zaken doorgebracht. [311]
Grafsteen in de kerk te Roordahuizen: [312]
Intia(er ons) heeren MVC en LXXVI den XIX ianuary sterf den eersamen seer diskreeten ma Floris Abbema.
In 1576 komt voor Florys Abbema in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [313]
Op 31-1-1582 komen voor Sipke Abbema te Akmarijp, curator over de weeskinderen van wijlen Floris Abbema, en Douwe Tialckes, te Schettens, curator over Sipke Abbema, in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [314]
In 1586 komen voor de erfgenamen van Floris Abbema als mede-erfgenamen van Rincke Jelmers in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [315]
In 1586 komt voor Pybe Jorryts Wyaarda curator over de weeskinderen van Floris Abbema, in een proces gevoerd voor het Hof van Friesland. [316]
Fragmenten Abbema |
Ds. Florentius Abbema, geb. 1595/96, ovl. 17-1-1644, beg. Wirdum in de kerk, ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Franeker 22-2-1616 ("Florentius Abbema, Leovard(iensis), theol, alumnus patriae"),[317]
ingeschreven als student aan de Universiteit van Groningen 20-5-1620 ("Florentius Abbema, Leowerd. Frisius",[318]
kandidaat, predikant te Wirdum (1622-1644),[319]
otr. Leeuwarden gerecht 3-8-1622 (derde procl. 18-8-1622),
tr. Wirdum geref. 1622
Maaike Jans, afkomstig van Leeuwarden (1622).
Grafsteen in de kerk te Wirdum: [320] |
Referenties Kwartierstaat Van Schothorst --- Generatie 16 ( 320 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
![]() genealogy page |
contents |
![]() index |
generation 17 |
generation 15 |
Directly go to generation : 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 |