You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Kwartierstaat Lapikás ⇒ Gen. nr. 9 |
Volkstelling Hrustin 1715 |
In 1715 werd in Hongarije de eerste nationale volkstelling gehouden. Het doel was de belastingheffing te vergemakkelijken. Vrijgesteld waren de personen van adellijke families en hun huizen.[1]
In de lijst van Hrustin werden de volgende personen vermeld: Adózók neve: Paulus Hrustinszky, Georgius Gyurik, Georgius Kachel, Martinus Kachel, Georgius Pasko, Andreas Malatinec, Thomas Pasko, Mathias Hutira, Joannes Kanya, Martinus Hutyra, Matheus Bansky, Andreas Slinka, Adamus Kubany, Georgius Hriczko, Mathias Prekop, Mathias Slinka, Mathias Bela, Martinus Hriczka, Michael Zebrak, Mathias Mahuth, Joannes Hurak, Andreas Krirej, Adamus Chovanecz, Michael Zebrak, Georgius Chovanecz, Georgius Chovanecz, Paulus Chovanecz, Mathias Zebrak, Andreas Chovanecz, Mathias Kompan, Joannes Kovacsik, Paulus Chovanecz, Joannes Chludik, Mathias Chludik, Mathias Koselka, Joannes Chovanecz, Mathias Kolcsar, Jacobus Szviba, Andreas Malatin, Joannes Klubisz, Stephanus Szikorik, Jacobus Gomanik, Georgius Bardunik, Georgius Klopacka, Andreas Skunta, Georgius Skunta, Paulus Kusztrik, Martinus Vlcsicsak, Georgius Bednar, Georgius Mahuth, Georgius Starmak, Adalbertus Zila, Mathias Zila, Mathias Kolada, Michael Mahuth, Joannes Grenya, Martinus Stith, Andreas Maruna, Joannes Maruna, Georgius Stith, Georgius Romanik, Joannes Romanik, Michael Stith, Jacobus Zeleny, Thomas Szlinka, Andreas Kovacs, Joannes Hanulyak, Andreas Latko, Paulus Kolcsák, Michael Zacslyak, Mathias Chovanecz, Michael Kurany, Andreas Kacheby, Joannes Zeleny, Paulus Hutyra, Joannes Hutyra, Joannes Pasko, Paulus Pasko, Georgius Klubisz, Georgius Kolada, Mathias Mahuth, Michael Luticsak, Joannes Luticsak, Jacobus Zeleny, Michael Gyurik, Andreas Pasko, Georgius Chovanecz |
272. GORI(US) (GORY, GORG) (=Georgius) KOLEDA/KOLADA, geb. vóór ca. 1695, vermeld als Georgius Kolada in de volkstelling van 1715 van Hrustin,[2] tr. vóór 1714
273. CATHARINA NN. Zij wonen te Lehotka (1721..1734)..
320. JEAN VANHOUW(¥), ged. RK Tienen Onze Lieve Vrouw 6-8-1704 (filius legitimus Joannis Van Hauw et Mariae Vecoven quem, suscep: Egidius van Hauw nomine Joannis Vecoven en Clara van Hauw), doopget. (1723, 1724), tr. 1o verm. voor 1720 MARIA PLUIJMERS, tr. 2o Tienen RK St. Germanuskerk 21-4-1721 (Joannes van Houw et Joanna Maria Backers, testibus Gerardo Vive et Aegidio van Houw)
321. JOANNA MARIA BECKERS (BACKERS) (ook Johanna Catarina en Maria Anna!), heeft misschien een zuster Joanna Beckers.
COMMENTAAR(¥) Wie is: Jan van Hauw vermeld in de Volkstelling van Tienen 1755 als "Jan van Hauw, poiters neringdoender, met vrouw, zoon 2 jaar, dochter van 3 jaar. Item, in een caemer Hendrick Lambrecht wolspindersknecht met vrouw. Levende van de taefel" wonend in de Kruisboogwijk te Tienen,[3] |
Cijnsboek van Oranje te Tienen - 1735:[4]
Binnen d'oude vesten Thienen :
nr. 159. Jan van Houw, te vorens die Paters Jesuiten van Louen van eenen huijse, ende houe bij die binnen poorte van Hoegaerden, regenoten die Mene van achter, die nieuwe vesten, Jacobus Custermans, d'erffgenaemen Lenaert Cornelis, ende s'heeren straete van voren - j Cap. iiij Den. (1 cappuijn, 4 deniers)
322. MATHIAS CASTE(R)S (CASTEES), ged. RK Tienen St. Germanuskerk 23-2-1701 (get. Matthias Lamal nomine Matthias Maes en Elisabeth van Meer), ovl. na 1755 (23-2-1757?), vermeld in de Volkstelling van Tienen 1755 als Matthijs Casters, geringhen wolspinder, met vrouw, wonend in de Kolvenierswijk te Tienen,[8] tr. Tienen RK St. Germanuskerk 30-10-1728 (mediante dispensatione get. Jacobus van Mechter en Joannes Castees)[9]
323. MARGARITA VAN MECHTER(EN), ged. RK Tienen St. Germanuskerk 1-3-1696 (get. Joannes Franciscus Vervoe en Margarita Peijssens), ovl. na 1755 (15-5-1759?), doopget. (1721, 1724).
THIRY |
Een (ongetwijfeld aanwezig) verband van kwartier 324 met onderstaande vroeg-achttiende-eeuwse gegevens moet nog gevonden worden.
Ic. Margareta Tieri, doopget. (1714).
If. (Jean) Antoine Thiry(e) (Tirri), geb. Tienen 1743/44, ovl. Tienen 1811-1829; verm. broer van Henricus en Martinus,
vermeld in de Volkstelling van Tienen 1796 als Ant. Thirij werkman oud 52 jaar, met vrouw A. Mesmans oud 51 jaar, een kind onder de 12 jaar, en een dochter F. Thirij oud 15 jaar, wonend in de parochie Avendoren te Tienen sinds 25 jaar,[11]
dagloner (1810), cultivateur (1811),
wonend te Tienen (1770, 1810, 1811),
tr. Tienen RK St. Germanuskerk 8-11-1770 (get. Henricus Thirij & Martinus Thirij)
Anne (Marie) Mes(se)mans, geb. Winksele 1745/46, ovl. Tienen 1811-1829, uit Winksele bij Leuven maar feitelijk behorend tot onze parochie (st. Gemanus te Tienen) (ex Wincxele prope Lovanium sed de facto parochiana nostra) (1770),
wonend te Tienen (1810, 1811),
|
324. JOANNES TIERI, tr. vóór 1714
325. MARGARETA SMETS.
COMMENTAAR(¥) De moeder van de bruid heet hier ook Anne Catherine De Keyser! Klopt dat wel? |
332. NN LETIST, geb. vóór ca. 1695.
Wat is het verband met:
Volkstelling van Tienen 1755: "Jan Preuveneers, leeft ten dele van de invalide der hollanders, met vrouw. Levende van den H: Geest. Item op een caemer Jan Baptist Levrie, creupel, levende van den H: Geest. Item op een caemer Catharina Letist blindt Levende van den H: Geest." wonend in de Kruisboogwijk te Tienen,[18]
336. MATHIAS FESTRÉ, ged. RK Tienen Onze Lieve Vrouw 14-9-1710 (get. Mathias der Bent? en Maria Peijssens, ovl. vóór 1813, vermeld in de Volkstelling van Tienen 1755 als Mattijs Vestre, poiters neringdoender, met vrouw en 3 jongens van 4, 6 en 8 jaer, wonend in de Kruisboogwijk te Tienen,[21] bakker te Tienen, tr. Tienen RK St. Germanuskerk 3-5-1735 (get. Jacobus Foelen & Michael Hendrickx)
337. ANNE MASSAER(T), ged. RK Tienen Onze Lieve Vrouw 11-1-1710 ("Anna filia legitima Joannis Massar et Mariae Corten quam susceperunt Sebastianus Massar et Anna Corten"), ovl. vóór 1813, huishoudster te Tienen.
COMMENTAAR(¥)
Op wie het volgende slaat is vooralsnog onduidelijk:
vermeld in de Volkstelling van Tienen 1796 A. Vestrée, werkvrouw oud 46 jaar, met zoon M Vestrée oud 15 jaar, wonend in de Mulkstraat te Tienen sinds 1779.[22] |
340. NN NYS.
Nijs te Tienen ca. 1675-1800 | |||||
Ia. NN Nijs.
Ib. NN Nijs.
IIa. Joannis Nijs, geb. vóór ca. 1685, ouders onbekend,
doopget. (1705) (of IIb),
tr. vóór 1705
Anna Goossens (Echa.tis?).
IIb. Joannes Nijs, geb. vóór ca. 1685, verm. broer van Tossanus,
doopget. (1705) (of IIa),
doopget. (1724, 1738),
tr. vóór 1706
Elisabetha Geen(en)s.
IIc. Renerus N(e)ijs, geb. vóór ca. 1685, verm broer van Johannes IIa of IIb
tr. vóór 1705
Catharina Wi(e)rickx (Wieris).
IId. Josephus Nijs, geb. vóór ca. 1685, tr. vóór 1705
Anna Maria Baud(en)oels (Meenen?).
IIe. Tossanus Neijs, geb. vóór ca. 1690, doopget. (1706, 1716),
tr. vóór 1712
Margarita van Ham.
IIf. Guilelmus Neijs, geb. vóór ca. 1690, doopget. (1717),
tr. vóór 1714
(Anna) Gertrudis Verlat, doopget. (1716),
mogelijk dr. van Gilis Verlat en zijn huisvrouw Anna Raemaeckers die in 1683 een woning in de Ooievaarstraat te Tienen verkopen.[24]
IIg. Georgius Nijs, geb. vóór ca. 1690, tr. vóór 1714
Maria Vandewelde.
IIh. Henricus Nijs, geb. vóór ca. 1695, ovl. na 1755, vermeld in de Volkstelling van Tienen 1755 als Hendrick Neijs, cremer, met vrouw, dochter oud 40 jaer en soen oud 26 jaer, wonend in de Handboogwijk te Tienen,[26]
tr. vóór 1715
Angel(in)a Smets, ovl. na 1755.
IIi. Paulus Nijs, geb. vóór ca. 1700, verm. broer van Egidius
tr. vóór 1723
Anna Joanna van Cautem.
IIj. Henricus Nijs, geb. vóór ca. 1700, verm. broer van Joannes,
tr. vóór 1724
Joanna Maria Collon, verm. dr. van Godtgaff Collon.
IIIa. Hubertus Nijs, geb. vóór ca. 1710, ouders onbekend,
tr. vóór 1734
Anne Catharine van der Linden.
IIIb. Christina Nijs, geb. vóór ca. 1720, ouders onbekend,
doopget. (1738).
IIIc. Carolus Patritius Nijs, ged. RK Tienen Onze Lieve Vrouw 4-11-1705, tr. vóór 1738
Joanna Meugens.
IVa. NN Nijs, geb. vóór ca. 1740.
IVb. Henri Nys, geb. Kapellen (dépt. de la Dyle) 1728/29, verm. identiek met
Hendrick Nijs, vermeld in de Volkstelling van Tienen 1755 als Hendrick Nijs, nerinckdoener, met vrouw, en een soon van 6 jaar, een dochter van 2 jaar en een knecht of meijsen, wonend in de Jongmanswijk te Tienen,[31]
particulier, wonend te Tienen (1805),
tr. Grimde RK St. Petrus & Paulus 7-1-1758 (get. Henricus Aron & Henricus Snijders)
Anne Smed(t)s, geb. Tienen 1730/31, wonend te Tienen (1805).
IVc. Charles Joseph Nys, geb. vóór ca. 1750, brasseur de genièvre, wonend te Tienen (1797),
tr. vóór 1773
Anne Catherine Van Weddingen, wonend te Tienen (1797).
IVd. Jean Jacques (Joannes Jacobus) Nys, geb. vóór ca. 1740, ovl. Oplinter 2-4-1791, wonend te Oplinter,
tr. vóór 1763
Jeannette Catherine (ook Maria Catharina) Nys, ged. RK Tienen Onze Lieve Vrouw 21-4-1738, ovl. Oplinter 4-4-1803, wonend te Oplinter (1800),
dr. van Carolus Patritius Nijs en Joanna Meugens (zie IIIc).
IVe. Maria Nijs, geb. 1743/44, tr. vóór 1776
Jean Coekelberghs, geb. 1739/40, vermeld in de Volkstelling van Tienen 1796 als Jean Coekelberghs, tuinman op het Begijnhof oud 56 jaar, met vrouw Maria Nijs oud 52 jaar, dochter Peterenella Coekelberghs oud 18 jaar, zoon Patrice Coekelberghs oud 20 jaar, dochter Joanne Coekelberghs oud 15 jaar, en 1 kind onder de 12 jaar, wonend op het Begijnhof te Tienen,[32]
Vb. (Jean) Jacques Nijs, geb. Tienen 1760/61, ovl. vóór 1818?
vermeld in de Volkstelling van Tienen 1796 als Jacobus Neijs handelaar oud 35 jaar, met vrouw Anna Koeckenkoren oud 35 jaar, en de grootmoeder Gerardus (!) Koeckenkoren oud 70 jaar, wonend in de Langestraat te Tienen,[33]
kan schrijven (1797..1808),
marchand (1797), epicier (1803), directeur de l'attellier (1805, 1808),
wonend te Tienen (1797..1808) in de rue Longue (1797, 1803),
tr. vóór 1794
(Anne) Catherine Co(e)ckelcoren (Koeckelkoren), geb. Neerhespen 1861, menagere (1805, 1808),
woont te Tienen (1818, 1819) aan de grande Montagne (1818).
Vc. Angeline Nijs, geb. Tienen 1760/61, ovl. Tienen 1812-1820, wonend te Tienen (1812),
tr. vóór 1793
François Philippe Joseph Rassart, geb. Saint Vaest lez Binche, ovl. Tienen voor 1812, fabricant de bas.
Vc. Jean Henri Nijs, geb. 1764/65, ovl. na 1842, broer van Angeline hierboven
vermeld in de Volkstelling van Tienen 1796 als Hendrik Neijs herbergier oud 31 jaar, met vrouw Anna Materne oud 23 jaar, wonend in de Langestraat te Tienen,[34]
kan schrijven (1799..1826),
distillateur de l'eau de vie (1799, 1801),
vendeur de bière (1804),
huw. get. (1820),
sans profession (1842),
wonend te Tienen (1799..1842) in de rue Longue (1799, 1801),
tr. vóór 1794
Anne Marie Mat(h)erne, geb. 1772/73, ovl. vóór 1819.
Vd. Jean Baptiste Nijs, geb. Bierbeek 1768-1771, kan niet schrijven (1803..1817), kan wel (!) schrijven (1808),
conducteur (1803), journalier (1805), postillon (1808, 1817), domestique (1814),
wonend te Tienen (1803..1817),
tr.
Anne Marie Dewelde, geb. Tienen 1778-1781, menagere (1804, 1808),
wonend te Tienen (1803..1817) rue del petite montagne (1803).
|
342. HENRI (HENDRICK) STE(IJ)LS, ged. RK Tienen St. Germanuskerk 21-11-1707 (Gregorius Henricus, filius legitimus Henrici Stels et Elisabetha Smets, quem susceperunt Gregorius de Vos et Catharina Smets), ovl. 1768-1813, doopget. (1728, 1732, 1758, 1760, 1768), vermeld in de Volkstelling van Tienen 1755 als Hendrick Stels, brauwer, met vrouw en twee jongens van 4 en 5 jaer. Item op een caemer sijne moeder impotent, woort door Stels onderhauden, wonend in de Kruisboogwijk te Tienen,[35] tr. Tienen RK St. Germanuskerk 25-2-1728 (get. Franciscus Lacourt et Joannes Stevens);(¥)
343. (MARIE) CATHERINE STEVENS, geb. vóór ca. 1710, ovl. na 1741; heeft mogelijk broer of vader Joannes Petrus Matteus Stevens, doopget. (1728), en zuster Joanna Steven doopget. (1735), zuster Maria Anna Stevens doopget. (1737).
COMMENTAAR(¥)
Vermoedelijk, maar niet bewezen is een eerder huwelijk van kw. nr. 342:
Henri Stels, tr. Tienen RK St. Germanuskerk 7-2-1717 (get. Joannes Corbesier et Mathias Kimps) Barbe Matteus. en een tweede/derde huwelijk van kw. nr. 342: Hendrick (Henri) Stels, geb. vóór ca. 1730, tr. Tienen RK St. Germanuskerk 22-8-1751 (get. Guilielmus Peyssens en Petrus Franciscus de Wijnantz) Anne Marie (Theresia) Wuijts, ovl. na 1755, doopget. (1766, 1771). |
COMMENTAAR(¥) Deze Henri Steyls(¥), brasseur, 34, moet dus geboren zijn 1767/68 en is dus kennelijk Henry Steijls (Stels), geb. Tienen 15-12-1768, brouwer, zn. van Guillaume Ste(y)ls en Marie (Wilhelmina) (ook Anne Marie) Sloots. Dat zou betekenen dat Guillaume Ste(y)ls en Anne Catherine Stels broer en zus zijn. |
Liste ou tableau Des Noms Et Actions De Tous Les Scelerats, Couppe-Jarrets, Assassins, Chefs Des Pillards, etc. etc. Qui sous la direction et aux ordres du magistrat de Tirlemont, et de leurs dignes complices, se sont souillés dans la dite ville de Tirlemont, de toutes sortes de crimes et y ont exercé une barbarie inconnue meme aux sauvages, Tienen, 1791.
Nom de ceux qui avec les prédits ont assisté à la destruction de la maison et au meurtre de nommé Hubert (= Lambert Hubert, amidonnier)
Trois fils de Guillaume Steyls, brasseur, marché aux poulets.
Prentje: Meerhout, Druk van V.-J. Du Moulin..
Ste(ij)ls | |
Ic. Lamber(t) Strel(s), geb. vóór ca. 1715, vermeld in de Volkstelling van Tienen 1755 als Lamber Strel, fruijtenier, met vrouw en dochter van 16 jaar, wonend in de Kruisboogwijk te Tienen,[52]
tr. vóór 1736
Maria Anna Fontijn.
Id. Peeter (Pierre) Stels, geb. vóór ca. 1720, vermeld in de Volkstelling van Tienen 1755 als Peeter Stels, handtwercker, met vrouw, en jongens van 2, 3, en 4 jaer, levende van den H: Geest, wonend in de Kruisboogwijk te Tienen,[54]
tr. Tienen RK St. Germanuskerk 27-9-1744 (get. Henricus Stels & Jo(annes?) Franciscus Stels)
Barbe Lemaitre, ovl. na 1755.
Ie. Hendrick (Henri) Stels, geb. vóór ca. 1725, ovl. na 1755, vermeld in de Volkstelling van Tienen 1755 als Hendrick Stels, handtwercker, met vrouw en jongens van 2 en 3 jaar en een dochter van 2 jaar, levende van den H: Geest, wonend in de Kruisboogwijk te Tienen,[56]
parochiaan van de St. Germanuskerk (1786),
doopget. (1790) (echt?),
tr. Tienen RK St. Germanuskerk 30-12-1747 (get. Joannes Smeepers & Joannes Jugels)
Elisabeth Do(c)ke(n)s, ovl. na 1755.
If. Hendrick (Henri) Stels, ovl. na 1755, vermeld in de Volkstelling van Tienen 1755 als Hendrick Stels, inpotent, met vrouw, levende van den H: Geest, wonend in de Kruisboogwijk te Tienen,[57]
Ig. Anna Elisabeth Steijls, geb. vóór ca. 1745.
IIa. Lambert (Libert, Albert) Ste(y)ls, ged. RK Tienen St. Germanuskerk 9-4-1752 (filius Henrici Stels et Elisabethae Dokens conjug: quem suscep: Libertus Dokens et Agatha Vandereijcken), ovl. na 1823, vermeld in de Volkstelling van Tienen 1796 als Lamb. Steijls, wever oud 46 jaar, met vrouw An Hoebrechts oud 50 jaar en zoon Theod. Steijls oud 12 jaar, wonend in de Hoegaardenstraat te Tienen,[58]
wonend te Tienen (1804),
tisserand 54 jaar wonend te Tienen (1810),
huw. get. (1810),
kan niet schrijven (1782, 1783),
parochiaan van de St. Germanuskerk (1778, 1780, 1782, 1783),
tr. vóór 1776
Anne Gertrude Hoebrechts, geb. Tienen 1745/46, ovl. Tienen 15-1-1823 (in het burgerlijk gasthuys), parochiaan van de St. Germanuskerk (1778, 1780, 1782, 1783),
kan niet schrijven (1781, 1783),
wonend te Tienen (1804),
menagère 55 jaar wonend te Tienen (1810),
huw. get. (1810),
dr. van Joannes Hoebrechts en van Caroline Vanderlinden.
|
344. JACQUES (JACOBUS) DESAER, geb. vóór ca. 1720, ovl. vóór 1813, tr. Tienen RK St. Germanuskerk 21-10-1742 (get. Jo(annes) Franciscus Massaer & Antonius Massaer)
345. JEANNE/MARIE CATHERINE MASSAER, geb. vóór ca. 1725, ovl. vóór 1813, mogelijk identiek met: Marie Catherine Massa(e)rt, ged. RK Tienen Onze Lieve Vrouw 3-7-1719 ("Maria Catharina filia legitima Jo:i Massar et Mariae Corten suscep: Joe: Francesco Massaert ) et Maria Cath: Collet"), (zie kw. nr. ⇒ 675 sub f) verm. zuster van Jo(annes) Franciscus en Antonius.
Dusaer |
346. ARNOLDUS MICHIELS, geb. vóór ca. 1740, verm. identiek met ARNOLD(US) MICHIELS, tr. Tienen RK St. Germanuskerk 29-8-1762 (get. Petrus Franciscus de Wijnantz en Henricus Hendrickx)
347. ANNA (ook MARIA) CATHARINA HENDRICKX, geb. vóór ca. 1745.
Pachthof van Savooien:[65]
"Het is het pachthof gelegen in de hoek van de Vissenakenstraat en de Kattestraat, eertijds Wijngaardstraat genoemd en nu Kattenbos. De boerderij op D 270 (Vissenakenstraat 504) werd door het College van Savooien verhuurd. In 1670 bv. was de huurder van het pachthof Jan Pauwels. Deze mocht ook van de brouwerij gebruik maken die in de boomgaard stond. Op 19-9-1681 waren de huurders Jan, Lambrecht en Mathijs Peeters, ghebroeders op het hoff vant voorschreuen Collegie binnen Sinte Mertens vissenaecken. In 1743 woonde op het pachthof Jan Peeters, die getrouwd was met Maria van Haegendoren. Jan stierf echter op 3-8-1743. Twee maand later hertrouwde Maria met Arnoldus Michiels. Na Arnoldus’ dood bleef Maria van Hagendoren de hoeve verder bestieren, want op 20-4-1775 verhuurde het college de boerderij aan Maria, de weduwe wijlen Arnoldus Michiels. Uiteindelijk kwam de hoeve in volle eigendom aan de familie van Frederik Huens uit Boutersem."
Jan Peeters, ovl. 3-8-1743, woont in de pachthof van Savooien op de hoek van de Vissenakenstraat en de Kattestraat te Tienen (1743) tr. vóór 1743 Maria van Haegendoren, ovl. na 1775, blijft na de dood van haar tweede echtgenoot Arnoldus de pachthof besturen, huurt de pachtof op 20-4-1775 van het College van Savooien te Leuven. Zij hertr. okt. 1743 Arnoldus Michiels, ovl. vóór 1775.
348. NN DELPORT(¥), tr.
349. NN NN(¥), geb. 1708/09, vermeld in de Volkstelling van Tienen 1796 als de wed. Delporte, arm oud 87 jaar, met (haar zoon?) Lamber Delporte werkman oud 55 jaar, en diens vrouw Maria Peeters, oud 37 jaar, en (haar zoon?) Anthoen Delport schoenmaker oud 44 jaar en diens vrouw Marjan Huijsecom, oud 39 jaar, wonend in de Langestraat in Aandoren te Tienen,[66]
COMMENTAAR(¥)
Mogelijke kandidaten voor dit echtpaar zijn:
Antoine Delport tr. Tienen RK St. Germanus 3-3-1737 (get. Gabriel van der Monden & Jacobus van der Stecksx) Anna Catharina Pinneur. Hij is mogelijk indentiek met Antoen Delport, geb. vóór ca. 1720, ovl. na 1755, vermeld in de Volkstelling van Tienen 1755 als Antoen Delport, schoenmaeckers cnecht, met vrouw en jongens van 12, 9 2 en 1 jaer, en dochter van 8 jaer, "Arm", wonend in de Kolvenierswijk te Tienen,[67] tr. vóór 1743 NN, ovl. na 1755. Antonie Delport tr. Tienen RK St. Germanus 24-10-1752 (get. Petrus Franciscus De Wijnantz & Jacobus Gillst) Maria Catharina Soupaert. |
COMMENTAAR(¥) Bij haar huwelijk in 1802 heten de ouders van Marie Delport Jean Delport en Anne Catherine Stels. Bij het huwelijk van haar dochter Anna Maria Mertens in 1829 treden de grootouders Maria Agnes Huycecom en Antoon Delport op als getuigen. Hoe zit dat? |
COMMENTAAR(¥) Bij het huwelijk Coenen-Delport in 1819 wordt Marie Lucie Delport dr. genoemd van Antoine Delport x Marie Agnes Huysecom, geb. 27-11-1781 en wed. van François Mertens. Een eerder huwelijk Mertens-Delport blijkt gesloten in 1802 maar daar heet zij Marie Delport en is dr. van Jean Delport x Anne Catherine Stels (zie kw. nr. ⇒ 175 sub c), geb. 28-11-1780 (sic! leesfout?). Hoe zit dat? |
Delport |
Een (ongetwijfeld aanwezig) verband van kwartier nr. 348 met onderstaande vroeg-achttiende-eeuwse gegevens moet nog gevonden worden.
Ia. Henri Delport, geb. vóór ca. 1690, tr. vóór 1708
Joanna Genus? (Guilielme Gilis).
Ib. Joh. Delport, tr. vóór 1704
Anna NN.
Ic. Lambertus Delport, tr. vóór 1707
Catharina Deieron. |
350. HENRI STELS (STAELS), geb. vóór ca. 1695, ovl. na 1729, tr. vóór 1717
351. BARBARA MATHIUS (MATTEUS, TEUNIS) (VAN DER ...), ovl. na 1729.
354. AEGIDIUS VOLLAERTS, geb. vóór ca. 1685, ovl. Tienen in het ziekenhuis 7-8-1714 (begraafboek Overlaer RK St. Lambertus: "obijt ex Mulck Aegidius Vollaerts in zenodochio Thenis premunitus sacramento extremae unctionis") afkomstig van Mulck (bij Thienen) (1714), tr. vóór 1705
355. MARIA PULINX, geb. vóór ca. 1685, ovl. (Tienen?) in het ziekenhuis jan. 1725, beg. Tienen? (begraafboek Overlaer RK St. Lambertus jan 1725: ("obijt in zenodochio Maria Pulinx vidua quondam Egidij Vollaerts ante premunita omnibus Sanctae Matris Ecclesiae sacramentis ibidemque sepulta est").
372. NN PEETERS.
Er zijn nog twee andere akten betreffende dit echtpaar Jean Louis Peeters x Marie Josephine Philips.
- Huwelijsakte Tienen d.d. 30-3-1799, waarin alleen de echtelieden en hun ouders worden vermeld, maar geen getuigen. Op deze datum gaat het huwelijk kennelijk niet door.
- Akte van erkenning d.d. Tienen 14-1-1818 (get. o.a. Philippe Poffé, kleermaker Libert Loriers maréchal ferrant, beiden wonend te Tienen), waarbij zij de onderstaande vier kinderen erkennen.
380. PETER TRUMPENEERS[78], ged. Gelinden (B) 31-1-1695, ovl. 1741-1771, tr. Engelmanshoven RK(B) 6-1-1721 (..Petrus Trumpenneers, parochianus de Gelinden et Anna Margarita Vanhove coram testibus Joanne Vanhove et Goulielmo Hanen et Anna Egge et Gertrude Egge),[79]
381. ANNA MARGRIET VAN DEN HOVE[80], ovl. Gelinden 21-4-1771.
Peter Trumpeneers en zijn vrouw kochten in 1723 van Lamber Warnosse en Elisabeth Trimpeneers de grond en weide waar de winninge oft huijs, schuere ende stallagien opgebouwt staet, groot drie bunder, gelegen te Mersnit onder Gelinden, en nog meer landerijen, gekomen van wijlen Jan Trimpeneers. Het koopkontrakt tekende Peter met een kruisje.[81]
382. JOANNES VAN HERCK(¥), geb. Retie, Antwerpen (B) ca. 1684[87], tr. Retie, Antwerpen (B) 10-2-1709[88]
383. ELISABETH LOOTS(¥), geb. Retie, Antwerpen (B) ca. 1688,[89]
COMMENTAAR(¥)
Wat is het verband met :
Anthony Hendriks Vercolcken x Margaretha van Herck hebben een dr. Margaretha Hendriks Vercolcken, ovl. 1720, tr. ca. 1683 Jan Hendrik Ansems van Mol1. Op 17-2-1677 verleende Lammert Henricx Vercolcken te Eersel als momber over de weeskinderen van Anthony Hendrix procuratie aan zijn medemomber, Jan van Herck te Retie om het ouderlijk huis van de weeskinderen te Retie te verkopen. [90] |
COMMENTAAR(¥)
Wat is het verband met :
Andreas Loots x Anna Lenders. Hieruit : Petrus Loots, ged. Retie (B) 5-12-1729, ovl. Goes 30-10-1760, tr 1) Goes 18-7-1753 Pieternella Zuijddijk, tr 2) Goes Vierschaar/RK 18-12-1756/15-4-1757 Cornelia Kastelein (Casteleijns). [91] |
384. JAN DIRKSZ VAN PIJLEN, ged. geref. Aarlanderveen 1-8-1683, ovl. na 1734, otr./tr. Nieuwkoop geref. 30-1/17-2-1709 ("pro deo") als j.m. van Nieuwkoop [93]
385. MARRITJE PIETERS OUDSHOORN (OUTSHOORN), ged. Rem. Nieuwkoop 24-2-1686, ovl./beg. Nieuwkoop geref. 15/21-1-1763 (gaarder 19-1-1763 ƒ 3,--), j.d. van Nieuwkoop (1709). tr. 2o [94] JAN TEUNISZN RUWAARDEN, ovl./beg. Nieuwkoop 5/9-10-1779 (begraven op kosten van de diakonie der Remonstrantse kerk).
Op 28-1-1730 komen voor in een akte in Not. Archief Woerden :[95]ZOEK UIT.
- 1) Geertje Pieters Outshoorn, wonend te Nieuwkoop, in de hoedanigheid van testateur huwelijkspartner.
- 2) Gerrit Geerlofsz van Vliet, wonend te Nieuwkoop, in de hoedanigheid van testateur huwelijkspartner.
- 3) Jan Dirksz van Pijlen, in de hoedanigheid van voogd.
- 4) Cornelis Willemsz van Leijden, in de hoedanigheid van voogd.
Op 14-11-1734 komen voor in een akte in Not. Archief Woerden :[96]ZOEK UIT.
- 1) Jan Dirksz van Pijlen, wonend te Nieuwkoop, in de hoedanigheid van huwelijkspartner bloedverwant 3.
- 2) Marrigje Pieters Outshoorn, wonend te Nieuwkoop, in de hoedanigheid van voogd huwelijkspartner erfgenaam.
- 3) Pieter Jansz van Pijlen, wonend te Nieuwkoop, in de hoedanigheid van bloedverwant erfgenaam 3.
- 4) Pieter Cornelisz van Staaveren, wonend te Nieuwkoop, in de hoedanigheid van voogd.
- 5) Gerrit Geerlofse van Vliet, wonend te Nieuwkoop, in de hoedanigheid van voogd.
386. GERRIT CORNELISZ (KORNELISSE) VERDUYN, geb. vóór 1695 (doop geref. Nieuwkoop 1684-1721 niet gevonden).
388. AAM WILLEMSZ VAN VEEN, ged. Rem. Nieuwkoop 30-8-1705, beg. Nieuwkoop geref. 18-7-1744, j.m. (1733), tr. 1o Nieuwkoop 3-2-1733 NEELTJE WILLEMS VAN VLIET, ged. Rem. Nieuwkoop 22-7-1708, ovl. 1733-1735, j.d. van Nieuwkoop (1733). dr. van Willem Philipsze van Vliet en NN, otr./tr. 2o Nieuwkoop gerecht 4/24-1-1735
389. TRIJNTJE JANSE TIJSTERMAN, ged. Nieuwkoop 13-6-1700, ovl./beg. Nieuwkoop 13/18-3-1783 (gaarder ƒ 3,--, aangever Willem Amen van Veen), tr. 1o (niet gevonden Nieuwkoop en omgeving)
PHILIPS VAN VLIET(¥), ovl. vóór 1735, tr. 3o Nieuwkoop schepenen 10-5-1745
T(H)OMAS CORNELISZ VAN Z(E)IJL, ged. Rem. Nieuwkoop 24-7-1701, ovl./beg. Nieuwkoop 5/8-8-1782 (gaarder ƒ 3,--, aangever Willem Ame van Veen), wednr. van Trijntje Jacobs van Vliet,
zn. van Cornelis Thomasz van Zijl,
COMMENTAAR(¥)
Mogelijk verwant aan Philips Geerlofsz van Vliet, veenman (1673), tr. 1. Neeltje Jans van Cats, tr. 2. Trijntje Ariens van Staveren, tr. 3. Nieuwkoop 3-2-1692 Heijndrickje Symons Vermey.[97] Uit diens eerste huwelijk:
|
390. MAARTEN PIETERSZ OUDSHOORN, ged. Nieuwkoop Rem. 15-8-1688, ovl./beg. Nieuwkoop geref. 21/24-11-1751, j.m. van Nieuwkoop (1719). tr. Nieuwkoop gerecht 11-4-1719
391. MARIJTJE (MARRIGJE) PIETERSE HOOGEVEEN, ged. Rem. Nieuwkoop 1-7-1691, ovl./beg. Nieuwkoop geref. 26-11/1-12-1762, j.d. van Nieuwkoop (1719).
Maarten Oudshoorn betaalt ƒ 6,-,- Personele Quotisatie (1745, 1746 geroyeert, 1747 op ƒ 15,-,-, 1748 geroyeert) [103] te Soeterwoude. Is hij dezelfde als kw. nr. 390?
398. JACOB JANSZ VAN VEEN(¥), ovl./beg. Nieuwkoop geref. 5/10-2-1773 (als Jacob van Veen), tr. geref. Nieuwkoop 13-2-1718[119]
399. WIJNTJE JACOBS (KRANENBURG), ged. Rem. Nieuwkoop 23-2-1687, ovl./beg. verm. Nieuwkoop geref. 6/10-10-1766 (graf 5, gaarder 7-10-1766 ƒ 6,--).
COMMENTAAR(¥)
Hij is mogelijk verwant aan
Cornelis Jacobse van Veen, uit wie een zoon Jan Cornelisse van Veen, ged. Nieuwkoop 1705. Jan Jacobs van Veen, uit wie kinderen Rem. gedoopt te Nieuwkoop vanaf 1700.[120] |
400. GERRIT ALBERTS BLO(C)K, ged. Amsterdam Nieuwe Zijdskapel 22-12-1706 (get. Gerrit Caspers, Lijsbet Cornelis), beg. Amsterdam Karthuizerkh. 2-12-1749 ("Gerrit Blok op de Goudsblomgragt bij de Baangracht, laat 2 kinderen na, 1baar 1 R)"), ingeboren poorter van Amsterdam 3-3-1733 als grutter, woonde Leidsegracht (1729), Anjeliersstraat (1733..37), Franse Pad (1741), Goudsblomgracht (1749), vermeld (1742) met een grutterswinkel (eigen huis) aan de Goudsblomstraat, huur ƒ 205,-- , inkomen ƒ 600,--,[128], greinwerker (voor 1759), otr. Amsterdam 7-10-1729 (get. Aeltje Blok, sijn moeder en Jan de Warm, haer vader)
401. SUSANNA DE WARM, ged. Amsterdam Westerk. 12-6-1711 (get. Aeltje Adrijaense, Abraham Stevens, Ammeroos de Warm, Susanna Claes) , ovl./beg. Amsterdam Westerk. ("Zusanna de Warm, wed. van Gerrit Blok, graf n° 19NK eyge grav, ƒ 8,--) 26-11/2-12-1788, woonde Prinsegracht (1729), Leidsegracht (1788),
doopget. (1755, 1756).
De grutter.
Gravure uit "Het Menselijk Bedrijf", door Johannes en Caspaares Luyken. Eerste uitgave : Amsterdam, 1694. |
Poorterbewijs van Gerrit Alberts Blok afgegeven te Amsterdam 3-3-1733.
| klik op plaatje(s) om te vergroten |
Op 10-4-1738 compareren Gerrit Alberts Blok en Dirk Alberts Blok, enige achtergelaten kinderen van Albert Gerritse, en Barent Luyken, echtgenoot van Marretie Sieuwerts en Ary Oostveen, echtgenoot van Catharina Sieuwerts. Marretie en Catharina zijn de enige achtergelaten kinderen van Jannetje Gerrits en Albert Sieuwerts. Albert en Jannetje Gerrits zijn enige achtergelaten kinderen van Marretie Roelofs van den Bergh, die een zuster is van Annetie Roelofs van den Bergh, in leven huisvrouw van Frans Carelse Geun. Comparanten, als erfgenamen ab intestato (zie onder kw. nr. 3203b) gerechtigd tot de helft van de nalatenschap van Annetie Roelofs van den Bergh, "haar oud moey" (= oudtante) en Frans Carel Geun, machtigen Hendrik Schuyl en Thomas Noorwijn, executeurs testamentair van Frans Carel Geun om de helft van de vaste goederen publiek te verkopen, n.l. :Getuigen zijn Hermannus van Steel en Jacobus Bodisco [129].
- een huis en erve, zijnde grutterij met toebehoren op de Goudsblomgracht of Fransepad zuidzijde bij de Baangracht.
- een huis met huisje, en een nieuw huis met erven op de hoek van de Oudezijdsachterburgwal en Bloetstraat en dito noordzijde.
- een huis en erf aan de Haarlemmerstraat noordzijde tussen de Orangestraat en de Eenhoornsluis.
- een huis in de Jonkerstraat noordzijde op de oosthoek van de dwarsstraat.
- een huis en erf op het oude Fransepad zuidzijde in de Gruttersgang.
Op 18-6-1738 verkopen Hendrik Schuyl en Thomas Noortwijn, executeurs testamentair van Frans Carel Geun, laatst echtgenoot van Anna Bouwater, en als gevolmachtigden van Dirk Alberts Blok en Marretie en Catharina Sieuwerts, gedrieen voor 3/8 gerechtigd in de nalatenschap van Annetie Roelofs van den Bergh, echtgenote van Frans Carel Geun en zuster van hun grootmoeder Marretie Roelofs van den Bergh, voor ƒ 5337:10:-- aan Gerrit Blok, winkelier, 7/8 van een grutterij met gereedschappen zoals "grutmolen, eest, backen en 'tgeen verder tot de grutterij werd vereijscht", gelegen aan de Goudsbloemgracht zuidzijde bij de Baangracht, belend Hendrik Claasz en Catharina Momma, wed. Jan Pietersz westzijde, Abraham Riemont oostzijde, de grutterij van de wed. Jan Pietersz en Sara Suttes achterzijde [130].
Op 27-12-1743 maken Gerrit Blok en Susanna de Warm een mutueel testament voor Nots. Philippus Pot te Amsterdam. TEKST nog opzoeken
Op 17-9-1750 compareren Dirk Blok en Suzanna de Warm, wed. van Gerret Blok, alsmede Zacharias Zijlmans, suppoost van de Weeskamer te Amsterdam, die op 10-6-1750 gemachtigd is inzake de nalatenschap van Aaltje Blok aan de twee minderjarige nagelaten kinderen, Jan Blok en Alida Blok, van Gerrit Blok van wie Zusanna de Warm de moeder is, blijkens extract uit het register van de Voogdijen ter Weeskamer. De erfgenamen zijn Dirk Blok, zoon voor een helft en de voornoemde Jan Blok en Alida Blok vanwege vooroverlijden van hun vader Gerret Blok, voor de andere helft, ingevolge testament van Aaltje Blok d.d. 7-9-1740 voor Nots. Izaak Angelkot. Aaltje Blok was laatst weduwe en erfgename gebleven van Albert Gerretsz Mr. kuijper, ook genaamt Albert Gerretsz Blok volgens testament d.d. 18-8-1705 voor Nots. Livinus Meijer te Amsterdam. Bij haar bovengenoemd testament van 1740 heeft Aaltje Blok verklaard dat zij aan haar jongste zoon Dirk Blok reeds voor ƒ 1000,-- had verkocht een gedeelte van de grond van de plaats agter haar testatrices huijs op de Leijdsegragt waar zij toen woonde en waarop Dirk Blok twee agterhuijsjens heeft laten zetten. Voorts heeft zij de twee laatste comparanten al door Heren Weesmeesteren op 3-9-1750 gemachtigd deze grond (zonder de huijsjes) te transporteren aan Dirk Blok. De grond, op de Leidsegracht (ZZ), tussen de Lange Leidsedwarsstraat en de Korte Leidsedwarsstraat, was op 11-6-1709 in eigendom gekomen van Albert Gerrits, en wordt thans overgedragen aan Dirk Blok. [131]
15-6-1771 vermeld: de wed. van Gerrit Blok, aktetype: testament,[132]
16-1-1773 vermeld: de wed. van Gerrit Blok, aktetype: procuratie,[133]
Erf en stal in het Gebed zonder End
Op 10-7-1767 compareert Wijntje Lindeman, geassisteerd door haar echtgenoot Jan Blok, weduwe van Johannes Gerardus de Helt, en wegens vooroverlijden van hun enig kind, enige en algehele erfgenaam van Gerrit de Helt ingevolge mutueel testament d.d. 5-8-1757 voor Nots. Hermannus de Wolf te Amsterdam. Uit de boedel krijgt zij d.d. 2-8-1752 eigendom van de helft van een Stal en erf in het Gebed Zonder End van ouds genaamt de Nieuwe Geroijde Sakstraat te Amsterdam, dat zij thans verkoopt aan Susanna de Warm, wed. van Gerrit Blok. Koopsom ƒ 1200,-- contant. [134]
Op 6-9-1774 compareert Dirk Verwaaij, die de andere helft van bovengenoemde de stal en het erf in het Gebed Zonder End heeft geërfd van zijn boeder Jan Verwaay. Hij verkoopt thans deze helft aan Susanna de Warm, wed. van Gerrit Blok. Koopsom ƒ 1490,-- contant. [135]
Op 15-3-1776 compareren Suzanna de Warm, wed. Gerrit Blok, wonende te Amsterdam en eigenaresse voor ¼ part in na te noemen perceel waarvan zij op 3-11-1767 de eigendom had verkregen, en haar dochter Alida Blok, die evenals haar broer Jan Blok wegens vooroverlijden van un vader Gerrit Blok ieder voor een ¼ erfgenaam is van hun grootmoeder Aaltje Blok laatst weduwe van Albert Gerritsz Blok (volgens haar testament d.d. 7-9-1740 voor Nots. Izaak Angelkot. Alida Blok heeft uit de boedel ¼ huis gekregen geadministeerd door de Weeskamer met haar voogd Gerrit Andries Scheer. Laatsgenoemde is tevens vierendeel. Suzanna en Alida verkopen thans aan Dirk Blok de helft van een huis en erf op Leidsegracht tussen de twee Leidsedwarsstraten. Koopsom ƒ 3000,--. [136]
Op .. maart 1805 (exacte datum niet vermeld) compareren
Ten eerste: Willem Slijper, wednr. van en in gemeenschap van goederen getrouwd geweest met Margaretha of Grietje Blok. Hij is bij mutueel testament op 31-5-1780 bij Nots. Johan Christoph Wagner te Amsterdam benoemd tot enige erfgenaam van zijn vrouw behoudens de legitieme portie aan hun tesamen verwekte kinderen, die allen nog minderjarig zijn, en benoemd tot hun enige voogd en administrateur, en volgens approbatie van schepenen te Amsterdam d.d. 18-1-1805 als zodanig gekwalificeerd.
Ten tweede Gerrit Blok. Genoemde Grietje Blok, deze Gerrit Blok en hun broeder Roelof Blok zijn enige nagelaten kinderen van Jan Blok, en volgens testament d.d. 11-8-1784 voor Nots. Abraham van Beem te Amsterdam met zijn drieën voor de helft erfgenaam met last van fidei commis van wijlen hun grootmoeder paternel Susanna de Warm, wed. Gerrit Blok. Genoemde Grietje, Gerrit en Roelof Blok hebben de bij dit testament gerequireerde acte van renunciatie keuze en approbatie op 10-1-1789 voor Nots. van Beem uitgebracht, die daarna met willige comndemnatie van den Hoge Rade in Holland is bekrachtigd. Bij de boedelscheiding van van Susanna de Warm, wed. Gerrit Blok op 24-6-1789 voor Nots. van Beem is het na te noemen perceel aan hun Grietje, Gerrit en Roelof Blok met den last van fidei commis toebedeeld is, waarna bij Decreet van 't Staatsbewind der Bataafsche Republiek van 20-6-1803 deze fideicommissaire erfportie uit den voornoemde band van fideicommis is ontslagen.
Dientengevolge hebben de administrateurs onder andere 't na te noemen perceel aan Grietje, Gerrit en Roelof Blok in volle vrije eigendom afgegeven bij acte van quitantie op 11?-9-1803 voor Nots. Aegidius Hanssin te Amsterdam, waardoor elk van deze kinderen voor 1/3 eigenaar werd. Het perceel was in zijn geheel aan wijlen Susanna de Warm, wed. Gerrit Blok opgedragen. d.d. 10-7-1767 en 23-8-1774. De comparanten verkopen thans aan Jacob Swart 2/3 van dit perceel bestaande stal en erf in de Nieuwe Gerooide Zakstraat (Gebed Zonder End). Koopsom ƒ 600,-- contant. [137]
Doopextract van Susanna de Warm (1711-1788) afgegeven te Amsterdam op 29-9-1719.
|
Persoonlijke uitnodiging aan Gerrit Andries Scheer (haar "goede vriend" en executeur testamentair) voor de begrafenis van Susanna de Warm (1711-1788).
| klik op plaatje(s) om te vergroten |
Op 11-8-1784 testeert te haren huize aan de Leidsegracht Susanna de Warm, ziekelijk, wed. van Gerrit Blok. Zij benoemt tot medeerfgenamen met plaatsvervulling de drie nagelaten kinderen Grietje, Gerrit en Roelof Blok van wijlen haar zoon Jan Blok en Wijntje Lindeman in de naakte legitieme portie, waarop in mindering zullen worden gebracht de schulden van Jan Blok, en tot enige universele erfgenaam haar dochter Aaltje Blok met plaatsvervulling. De kleinkinderen of hun voogd Johannes van Oyen kunnen afzien van hun legitieme portie, en in plaats daarvan de volgende verdeling accepteren: aan Aaltje Blok, indien zij nog ongehuwd is, bij prelegaat en tot gelijkstelling met wat Jan Blok als uitzetting heeft gekregen alle inboedel, waaronder "klederen van zijde, linnen, wollen en andere stoffen, goud en silver" en "haar tuyn gelegen buiten Raampoort op 't Weespad, vanouds genaemt de vogel struijs" met meubelen, inboedel en "tuincieraden". Voorts uit de boedel aan Aaltje Blok ƒ 150,-- en een heel jaar huur der kamers waarop testatrice nu woont met de bepaling dat zij zolang zij wenst op deze kamers kan blijven wonen zonder betaling. Voorts aan Aaltje Blok ƒ 260,-- uit de boedel ter gelijkstelling van wat Jan Blok volgens obligatie aan haar schuldig is. Aan Wijntje Lindeman komt nog ƒ 100,-- uit de boedel toe voor de rouw, terwijl aan de kleinkinderen niets in rekening mag worden gebracht van wat Jan Blok aan testatrice schuldig is. In de overige "roerende en onroerende goederen, acten, crediten en geregtigheden" zijn de enige universele erfgenamen met plaatsvervulling voor de ene helft Aaltje Blok, voor de andere helft de voornoemde drie kleinkinderen. Wat deze laatsten betreft onder het fidei-commis dat de erfporties overgaan van kinderen op kindskinderen. Wanneer er in deze staak geen verwanten meer zijn gaat de erfenis naar Aaltje Blok of haar erfgenamen. Verder wordt bepaald dat bij boedelscheiding aan de kleinkinderen in mindering op hun erfportie zal worden gebracht "haar huis en erve thans geapproprieert tot een stal, in 't Gebed zonder End" voor f 2700,--, waarvoor testatrice het heeft gekocht, met de bepaling dat het perceel noch aan de kleinkinderen, noch aan dier moeder mag worden verhuurd. Aan Wijntje Lindeman zullen gedurende de minderjarigheid der kinderen alle baten van hun erfportie toevallen. Tot slot benoemt zij tot executeurs Aaltje Blok en "haar goede vriend Gerrit Andries Scheer, clerq van de 100e en 200e penning" en tot voogden over de eventuele minderjarige belanghebbenden Gerrit Andries Scheer en Johannes van Oyen, wonende alhier. Laatstgenoemde wordt verzocht voor de minderjarige kleinkinderen de acte van keuze te passeren. Testatrice begeert op een ordentelijke wijze in de Westerkerk begraven te worden, zij behoudt zich het recht voor van onderhandse wijziging van dit testament. Getuigen zijn Lambertus Johannes Budde en Bartholomeus Barneveld [138].
De executeurs vatten hun taak serieus op, getuige het "Boek van ontfangst en uytgaaff van de wed. Gerrit Blok", beginnende bij haar overlijden op 26-11-1788 en eindigend in 1798. [139]
"Vrugtrekening der erffportie van Grietie, Gerrit en Roeloff Blok, kinderen van wijlen Jan Blok, onder fidei-commis geset van hunne grootmoeder Susanna de Warm, wed. Gerrit Blok door de executeurs Gerrit Andries Scheer en Johs van Oyen gedaan" d.d. 9-12-1789. [140]
klik op plaatje(s) om te vergroten |
Op 24-6-1789 compareren Aaltje Blok ongehuwd, ter ene zijde, en Grietje Blok, vertegenwoordigd door haar echtgenoot Willem Slijper, Gerrit Blok en Roelof Blok, nagelaten kinderen van wijlen Jan Blok en Wijntje Lindeman, ter andere zijde, en Gerrit Andries Scheer en Johannes van Oyen, executeurs van het testament van Susanna de Warm, ter derde zijde. De inhoud van dit laatste testament wordt uitvoerig herhaald, waarna blijkt dat Susanna de Warm bij onderhandse disposities op 18-6-1787 en 26-11-1788 haar dochter Aaltje Blok heeft geexcuseerd als executrice en Johannes van Oyen heeft benoemd tot medeexecuteur. Tevens herroept zij daarbij de testamentaire beschikking over de stal aan 't Gebed zonder End, en bepaalt dat deze, thans verhuurd zijnde aan Gerrit Blok voornoemd voor f 150,--, aan hem verhuurd kan blijven voor dezelfde prijs "zo lang hij zulks goed vindt en voor de prompte voldoeninge der huurpenningen zorgt en langer niet". Voorts blijken de voornoemde kinderen van Jan Blok op 10-1-1789 de acte van keuze te hebben gepasseerd, die daarop is "geconfirmeert met willige condemnatie van de Hoge Raad in Holland". De executeurs verklaren dat zij na het overlijden van Susanna de Warm terstond "de contante penningen in haaren boedel gevonden, mitsgaders de effecten onder hunne bewaring hebben genomen" en het testamentair genoemde prelegaat zonder nadere inventarisatie aan Aaltje Blok hebben overgelaten. De tuin buiten de Raampoort blijkt reeds verkocht te zijn. Voorts troffen zij aan: de eigendomsbewijzen van het huis aan 't Gebed zonder End, een schepenkennis ten laste van Fredrik Coerssen en Alida Leister, echtelieden, groot ƒ 3000,--, een dito ten laste van Jan Gebert en Alberta Smook, echtelieden, groot ƒ 2000,--, een obligatie ten laste van Jan Blok, groot ƒ 260,--, een onderhandse obligatie ten laste van Jacob Velt, groot ƒ 100,--, een dito ten laste van Willem van der Linden en Johanna Smits, echtelieden, groot ƒ 300,--, en aan contant geld ƒ 1093,--. De overledene had voorts nog aan Gerrit Blok geleend ƒ 245--1. Jan Elias had ten behoeve van de overledene onder zijn berusting "wegens klokken en wekkers ƒ 200,-- en nog vijvtien vriese klokken en ses wekkers" verkocht voor ƒ 145,--. De executeurs hebben voorts nog een positieve post van ƒ 587,-- wegens geïnde rente, huren na voldoening van schulden, belastingen en kosten. Te verdelen blijft ƒ 8615,--, waarvan Aaltje Blok de helft krijgt in de vorm van de beide schepenkennisen na verrekening, en de kinderen van Jan Blok de resterende helft, waaronder het huis aan 't Gebed zonder End, in welke verdeling alle partijen toestemmen. Getuigen zijn Johannes van Beem en Jacob van Beek [141].
Jan Blok heeft zijn vaderlijk erfdeel ontvangen blijkens onderhandse quitantie d.d. 20-5-1759.[142]
15-6-1771 vermeld: Aaltje Blok, aktetype: testament,[144]
30-1-1783 vermeld: Aaltje Blok, aktetype: scheiding,[145]
29-8-1783 vermeld: Aaltje Blok, aktetype: testament,[146]
24-12-1788 vermeld: Aaltje Blok, aktetype: renuntia,[147]
24-5-1789 vermeld: Aaltje Blok, Grietje Blok, Gerrit Blok en Roelof Blok aktetype: scheiding,[148]
Op 23-4-1785 verkoopt Anna de Klopper, wed. van Cornelis van Dijk aan Gerrit Andries Scheer, en Christiaan Ditmar, een huis en erf op de Nieuwe Leliestraat (ZZ) het zevende huis van de Lijnbaansgracht te Amsterdam. [149] TEKST nog aanvullen.
In 1795 verkopen de erven van Christiaan Ditmar, echtgenoot van Anna Maria van Winshem aan Gerrit Andries Scheer, een ½ huis en erf zijnde een sleperij op de Nieuwe Leliestraat (ZZ) het zevende huis van de Lijnbaansgracht te Amsterdam. [150] TEKST nog aanvullen.
Op 16-5-1797 verkoopt Gerrit Andries Scheer aan Gerrit Blok, een Stalling en erf op de Nieuwe Leliestraat (ZZ) het zevende huis van de Lijnbaansgracht te Amsterdam. [151] TEKST nog aanvullen.
Op 16-5-1797 verkopen de erven van Johannes Dalemans aan Gerrit Andries Scheer, 1/6 huis en erf op de Nieuwezijds Achterburgwal (OZ) (Spuistraat) bezuiden de Paleisstraat (Stilsteeg) noordhoek Keizerrijk te Amsterdam. [152] TEKST nog aanvullen.
Op 28-3-1798 verkopen de erven van Johannes Dalemans, echtgenoot van Maria de Rhee aan Gerrit Andries Scheer, 1/6 huis en erf op de Nieuwezijds Achterburgwal (OZ) (Spuistraat) bezuiden de Paleisstraat (Stilsteeg) op de noordhoek Keizerrijk te Amsterdam. [153] TEKST nog aanvullen.
Op 15-11-1799 verkopen de erven van Dirk Blok en Maria de Ree, alsmede Gerrit Andries Scheer namens zijn echtgenote Aaltje Blok, aan Gerrit van Tijen een huis en erf, op de Nieuwezijds Achterburgwal (OZ), op de noorderhoek Keizerrijk bezuiden de Paleisstraat (Stilsteeg). [154]
Dagblad van de vergaderingen der representanten van het volk van Amsterdam, Volume 1
Vergadering van 17-10-1795:
Een verzoek van de burgers Gerrit Andries Scheer en Johannes van Oijen om een obligatie ter vekopen wordt door het commité van Justitie goedgevonden.
Handelingen van de Municipaliteit der stad Amsterdam, Volume 11:[155]
Vergadering van 21-11-1797:
Requesten om qualificatie to verkoop van effecten:
Van de burgers Gerrit Andries Scheer en Johannes van Oijen, als administrateurs van de verbondene nalaatenschap van wijlen Susanna de Warm, weduwe van Gerrit Blok.
Van de burgers Gerrit Andries Scheer en Hendrik Harbo als administrateurs van de verbondene erfportie aan Albertje van Winsheim, huisvrouw van Gerrit Smit uit de nalaatenschap van wijlen Christiaan Ditmar opgekoomen.
De requesten zijn in handen gesteld van het commité van Justitie om consideratiën en advies.
Doopextract van Aaltje Blok (1742-1806) afgegeven te Amsterdam op 6-6-1767.
klik op plaatje(s) om te vergroten |
Oproep in de Gazette d'Amsterdam (= Amsterdamsche courant) d.d. 12-3-1811 aan debiteuren en crediteuren van Gerrit Andries Scheer, die op 26-2-1811 door schepenen van Amsterdam onder curatele is gesteld, om zich bij de notaris te melden.
klik op plaatje(s) om te vergroten |
402. JAN LINDE(R)MAN(S), ged. Amsterdam 24-1-1702 (get. Johanna van Campen, Johan Linden), ovl. 1737-1757, beg. mogelijk Amsterdam Karthuizer Kh. 23-11-1746 (woont Fransepad, laat 1 kind na), of Amsterdam St. Anthonieskh. 18-1-1748 (woont Jonkerstraat, pro deo), woonde in de St. Annastraat (1726), Langebrugsteeg (1730) en Goudsblomstraat (1738), doopget. (1724..1737), otr. Amsterdam 19-4-1726 (get. Hendrikje Tops, sijn moeder en Cornelia Steur)
403. (MAR)GRIETJE JANSE (POSTER), geb. Meppel 1697/98, beg. Amsterdam St. Anthoniskh. 30-10-1765, woonde op 't Minland (1726), bij Langebrugsteeg (1765), huw. get. (1756..1761), doopget. (1733..1760).
Op 15-7-1740 verkoopt Gideon Mens, wednr., erfgenaam van Frederik Dirckse Walrot, voor ƒ 2950,-- aan Jan Linderman een huis en agterhuis en erf in de Goudsbloemstraat zuidzijde tussen de laatste dwarsstraat en de Lijnbaansgracht [156].
COMMENTAAR(¥) Mogelijk huwelijk Amsterdam pui 2-5-1760 met Anthoni Elderman. |
COMMENTAAR(¥) Mogelijk huwelijk Amsterdam geref. 5-3-1790 met Dirk van Iterson, wednr. van Odelia Maria van Boekhorst. |
COMMENTAAR(¥) Op 23-1-1763 wordt te Amsterdam beg. Leidsekh. Jan Lindeman, "kind van Barent Lindeman in de Reguliersdwarsstraat". Het is onzeker of het hier een kind van Barent Lindeman x (Joh)anna (van) Lunde(n) betreft. |
COMMENTAAR(¥) Op 30-9-1742 wordt te Amsterdam beg. Westerkh. "'t kind van Jan Lindeman genaamd Jan op 't Hoff van Parijs in de Elantstraat"). Het is onzeker of het hier dit kind Jan nr. g betreft. |
404. JOHANNES (JAN) MAT(T)ON (MOUTON)(¥), ged. geref. 's-Gravenhage Grote Kerk 28-2-1685, ovl. Rotterdam 29-2-1728 (als Johannes Mat(t)on echtgenoot van Johanna Bos (sic!), laat 2 minderjarige kinderen na, woont Bagijnestraat boven Portaal, vervoerd naar den Bergh op/'t kerkhof), beg. Hillegersberg 4-3-1728 (buiten, geen kleed, uit Rotterdam) ("Den 29e february 1728 is in den Heere ontslaape JOHANNIS MATON sondags naademiddagh omtrent de klokke halff vier Een dag naa seyn veryaardagh out seynde 43 Jaare, ende den 4 Maart op Een donderdagh tot den bergh begraaven"), wonende te Rotterdam (1709) in de Schrijnwerckerssteegh (1709), doopget. te Rotterdam (1707..1711), j.m. wonende te Oegstgeest (1713), doopget. te Leiden (1717), sijdelindverkoper wonend op de Hoogemorsch onder het ambagt van Oegstgeest (1718), wonende te Rotterdam (1723..1728) in de Lomberstraat (1723), op de Rotte (1723), in de Bagijnestraat (1725), in de Keysstraet (1726), in de Bagijnestraat boven Portaal (1728), tr. 1o voor 1709 (niet gevonden te Amsterdam, Rotterdam, Leiden, Delft, ZH/VIII, ZH/IX, ZH/X, ZH/XI, of heeft hij alleen een relatie met Sussanna?) SUSANNA COUPÉ (SOEPE, COUPÉ, COPEE, COUPE(E), KOPPE), geb. 18-4-1679 ("1679 Den 18 April savens ten 6 euire is gebore SUSANNA COUPE"), ged geref. Rotterdam 23-4-1679 (get. Bastiaen van Esch en Susanna Poleij), beg. Rotterdam Suijderkerkhof 29-1-1714 (Susanna Koppe in de Lombertstraet naest de Groenvrouw), doopget. te Rotterdam (1711), dr. van Jacob Coupé en Ariaentie van Esch, otr. 2o Oegstgeest geref. 19-10-1713 (pro deo, attestatie gegeven om in 's-Gravenhage te mogen trouwen 7-11-1713) en tr. 2o 's-Gravenhage (niet gevonden geref. okt. 1713-dec. 1714 en niet gerecht okt.-dec. 1713) zijn volle nicht
405. JOHANNA RO(E)SENBOS(CH), ged. RK Amsterdam RK Kerk De Krijtberg 19-2-1689, beg. Rotterdam Zuiderkerkhof 10-3-1768 (laat 2 meerderjarige kinderen na), j.d. wonende te Oegstgeest (1713),
doopget. te Leiden (1717),
doopget. (1730..1755),
woont op de Groote Markt te Rotterdam (1740), Nieuwstraat boven de bakker,
otr. Rotterdam, Schiebroek 12-4-1740 (gaarder ƒ 6,00),
otr./tr. 2o Rotterdam geref. 17-4/3-5-1740 (als weduwe van Johannes Mouton afkomstig van Amsterdam)
PIETER ARIENS DE KNEGT, ged. verm. geref. Bergschenhoek 25-8-1675 (get. Aeghje Willems), ovl. Schiebroek gaardere 6-4-1758 (aangifte door Dirk Sterreveld), overledene overgebracht naar Hillegersberg en aldaar begraven 10-4-1758 (in de kerk, kleed van 1? gld., geluid, ordenaar), weduwnaar van Pietertje Cornelis Kaet (Keet) (huw. 1704),
woont onder Schiebroek (1704,1740),
doopget. (1743..1751),
verm. zn. van Arij Cornelisse de Kneght en Willemtje Jonas.
Ondertrouwinschrijving van Johannes Matton en Johanna Rosenbos voor de geref. kerk te Oegstgeest d.d. 19-10-1713
klik op plaatje(s) om te vergroten |
Het is onzeker of kw. nr. 408 Johannes Mat(t)on identiek is met J. Maton die in de periode 1707-1727 driemaal optreedt als schrijver op een oorlogsschip:
College ter admiraliteit op de Maze, Scheepsjournaals: [157]
a. Journaal, gehouden door den schrijver J. Maton op 's Lands schip De Hoop, onder bevel van den luitenant R. Reijne, gedurende zijn reis naar het Kanaal en langs de kust van Portugal. 1707 September 30-1708 September 20.
g. Journaal, gehouden door den schrijver J. Maton op 's Lands schip Rossem, onder bevel van den kapitein A. van Hogeveen, gedurende zijn reis in de Noordzee. 1723 Mei 10-1723 Juli 7.
g. Journaal, gehouden door den schrijver J. Maton op 's Lands schip Matenes, onder bevel van den kapitein A. van Hoogeveen, gedurende zijn reis naar de Middellandsche zee. 1727 Februari 26-1727 September 7.
Op 10-11-1718 testeren Johannes Maton sijdelindverkoper en Johanna Roesenbosch, echteluijden wonende op de Hoogemarsch onder het ambagt van Oegstgeest. Zij maken een langstlevende testament en benoemen de langstlevende tot voogd over na te laten kinderen onder uitsluiting van de weeskamer etc. De akte wordt gepasseerd ten huize van de comparanten. [158]
COMMENTAAR(¥)
Ongeplaatste Fragmenten Mouton:
Jehanne Mouton (Lammerts, Schaep), ged. Leiden Waalse K. 17-2-1675, dr. van Arnould Mouton (van Rijssel) en Cathalijna Hennebo.[159] |
COMMENTAAR(¥)
Wellicht een verwant is
JAN JANS MATON, geb. vóór ca. 1685, jongeman afkomstig van Rotterdam, wonend in de Swanestraat (1707), doopget. (1707), otr./tr. Rotterdam geref. 20-11/6-12-1707 LIJSBET ANDRIES, wed. van Leendert Jans, afkomstig van Rotterdam, wonend in de Swanestraat (1707), doopget. (1707). |
COMMENTAAR(¥) Johan (Jan, Johannes) de Vries, doopget. te Rotterdam (1708, 1709, 1712), wednr. (van niet vermelde eerdere vrouw) van Rotterdam wonend op Oppert (1708), otr./tr. Rotterdam geref. 15/29-4-1708 Susanne Coupé, jongedochter van Delft wonend in de West Wagenstraat (1708), doopget. te Rotterdam (1708, 1709, 1712). |
De Knegt |
Pieter Ariens de Knegt (Knecht), ged. verm. geref. Bergschenhoek 25-8-1675 (get. Aeghje Willems), ovl. Schiebroek gaarder 6-4-1758 (aangifte door Dirk Sterreveld), overledene overgebracht naar Hillegersberg en aldaar begraven 10-4-1758 (in de kerk, kleed van 1½ gld., geluid, ordenaar, overledene werd uit Schiebroek vervoerd), wednr. wonend te Schiebroek (1704),
woont onder Schiebroek (1704,1740),
doopget. (1743..1751),
verm. zn. van Arij Cornelisse de Kneght en Willemtje Jonas,
tr. 1o voor 1701
Ingetie (Emmetie) Jans Langelaan, ovl. 1703/04, otr. 2o Overschie 25-1-1704
Pietertje Cornelis Kaet (Keet), ged. geref. Hillegersberg 10-10-1660 (get. Barbara Jans), ovl. Schiebroek (gaarder) 10-10-1739 (Pietertje Cornelis Keet, huisvrouw van Pieter Ariens de Knegt, "overledene overgebracht naar Hillegersberg en aldaar begraven, aangegeven door Jacobus Olijman"), beg. Hillegersberg 14-10-1739 (in de kerk met een kleed van 4 gld., overledene werd uit Schiebroek vervoerd), wed. (van Jan Jansz Vermeulen) wonend te Schiebroek (1704),
dr. van Cornelis Janse Keet en van Neeltgen Hendrix,
otr. 3o Rotterdam, Schiebroek 12-4-1740 (gaarder ƒ 6,00) en
otr./tr. 3o Rotterdam geref. 17-4/3-5-1740
Johanna Ro(e)senbos(ch), ged. RK Amsterdam RK Kerk De Krijtberg 19-2-1689, beg. Rotterdam Zuiderkerkhof 10-3-1768 (laat 2 meerderjarige kinderen na), weduwe van Johannes Mouton afkomstig van Amsterdam (1768).
Zie kw. nr. 405 hierboven.
|
406. GERRIT (VAN) DOESBURG(H) (DAUSBURG?), geb. vóór ca. 1700, beg. Zwolle Broerenkerhof 2-2-1757 ("Gerrit van Doesburg de klok 11 uur - voor rekening van de Elemoisenieren op de Broerenk:hof begraven geworden"), j.m. (1723), doopget. (1755), otr./tr. Zwolle geref. 2/18-10-1723 (get. sijn broer en haar moeder, "het Consent van de moeder vertoont")
407. MARIA K(E)ULDERS (KOLDERS, KELDERS, KUILDERS, COLDERS), ged. geref. Zwolle 28-8-1703, ovl. na 1765 (beg. niet gevonden Zwolle 1765-1790), j.d. (1723) huw. get. (1754, 1757), wed. van Gerrit van Dausburg (!) (1759), otr./tr. 2o Zwolle geref. 21-4/14-5-1759 (get. voor haar Janna van Hoorn, voor hem Jan Peters, in margine: "Beide moeten bewijs van Erfuitinge aen haer kinderen gedaen inbrengen.") RENSEN CLAESEN, weduwenaar (1759).
Op 15-4-1762 wordt in de Grote Kerk te Zwolle gedoopt Roelofjen, onegt kind van Gesina de Boixij, welke aan de vroedvrouw vrouw de Reus verklaart heeft geen vader van dit kind te kunnen noemen gelijk Hendrika van Doesburg, litmaat die het kind ten doop presenteerde aan Do. Van Zutphen die het doopte sulks mede geattesteerd heeft.
408. TEUNIS (LOENJERS)(¥), geb. vóór ca. 1705, alleen bekend uit het patroniem van zijn zoon:
COMMENTAAR(¥) Een Loentie Barents wordt in een akte genoemd te Zierikzee (1702) en heeft zich voor het leven ingekocht in het Gasthuis (1710). [161] Zou hij de grootvader van Gerrit Teunisse Loenjers zijn? |
410. CORNELIS PIETERS VAN KEULEN (CEULEN), ged. Elkerzee 15-10-1684, ovl. 2-4-1736, j.m. afkomstig uit Elkersee (1705), schoolmeester te Ellemeet (1708-1736)[162] als opvolger van zijn latere schoonvader, sollicitant te Haamstede (1712) en te Burgh (1723),[163] treedt op als getuige in een akte (1716, 1719), woont te Oudendijk (1717), onder Ellemeet (1725), schepen en waarnemend secretaris te Ellemeet,[164] tr. 1o Bruinisse 10-4-1705 JANNA GOVERTSE CAS, ovl. 1708-1717, j.d. afkomstig uit Bruinisse (1705), tr. 2o 12-6-1717[165] [166] GEERTRUIDT ROMBOUTS, geb. Brouwershaven 10-11-1693, ovl. 1717-1725, otr./tr. 3o Elkerzee 1/20-6-1725[167] [168]
411. GEERTRUIJT PIETERS BOUDEWIJNS, geb. Koudekerke, ovl. na 1745, j.d. van Kerkwerve (1725), tr. 2o (huw. voorw. 1736)[169] CORNELIS STOFFELS KISSER (KITSER), ovl. 1737-1745.
Op 11-12-1717 testeren Cornelis van Keulen, schoolmeester, wonend te Oudendijk, en Geertruijd Rombouts, wonend te Oudendijk. Get. Lieven Scheurbeque, Jan de Kanter. [170]
Op 13-7-1736 maken Cornelis Kisser, van Poortambacht, en Geertruijt Pieters, wed. van Cornelis van Keulen huwelijksvoorwaarden. Get. Adriaen Mulock en Jacob Boer, beiden te Zierikzee. [171]
Op 3-2-1745 machtigt Geertruijt Pieters, wed. van Cornelis Kisser, wonend te Zierikzee, Cornelis de Jonge, secretaris. Het betreft een huis, schuur en gevolge, oostzijde Zuidwellestraat te Zierikzee. Get. Barend van der Jaght en Isaac Hilleman, beiden te Zierikzee. [172]
Op 14-6-1782 testeert Elisabeth Kister, wonend te Zierikzee. Genoemd worden Maatje van Keulen, Gerrit Loenjers, overleden, Daniel Maurits de Brauw, burgemeester, Geertruijd Gerritse Loenders, Trijntje Gerritse Loenders, Henderik Gerritse Loenders. [175]
Akte van insinuatie en protest d.d. 15-6-1782. Personen: Elisabeth Kister, insinuant te Zierikzee, Dingeman Dekker Harmanus Faber, koopman te Zierikzee. Get. Corn: Mart: Sevenhuijsen, Anthoni Juijn. [176]
Akte van verzegeling, Zierikzee 28-9-1782. Genoemd worden Maatje van Keulen, requirant, Gerrit Teunisse Loenjers, overleden, Elisabeth Kister, overleden Catharina Doens, Hugo Lemson, overleden. [177]
412. JOANNES ROELANDSE VAN ECKE(¥), geb. Dordrecht?, parentatie niet bewezen, j.m. van Dordrecht, wonende te Zierikzee (1736), otr. Zierikzee geref. 10-8-1736
413. BASTIANA BOUDEWIJNS VAN DEN ENDE(¥), parentatie niet bewezen,
j.d. van Zierikzee, wonende te Zierikzee (1736).
COMMENTAAR(¥) Te Zierikzee wordt het overlijden geregistreerd van Jan Roelands in 1747, en van zes kinderen van Jan Roelants/Roelands(e) in de jaren 1744, 1748 (3x), 1749, 1750. Het is onduidelijk of het hier gaat om (kinderen van) Joannes Roelandse van Ecke. |
COMMENTAAR(¥)
Op 30-5-1710 gaan te Brunisse in ondertrouw Willem Bal afkomstig uit Zierikzee, wonend te Nieuwerkerke, en Bastiaentje Baudewijns, ongehuwd, afkomstig uit Sint Annalant, wonend te Bruinisse.
Na afkondigen van het eerste gebod zijn de gebode geschut (gestuit) door Lena Brestun.
Het is onduidelijk of het hier Bastiana Boudewijns van den Ende betreft. Zoja dan zal zij in 1710 minstens 20 jaar oud geweest zijn en dus uit een huwelijk op minstens 46-jarige leeftijd met Joannes Roelandsz van Ecke geen 5 kinderen meer gekregen kunnen hebben. |
Vermeldingen in de Weeskamer van Zierikzee[178] : Jan van Hekke, (1756, 1774), inv. nr. 4798. Zoek op!
Vermeldingen in de Weeskamer van Zierikzee[179] : Tanna van Hekke, (1765-1774), inv. nr. 1682. Zoek op!
414. JACOB FRANSE BLEIJKER, geb. Zierikzee 3-6-1696, ovl. Zierikzee 10-2-1777 [180], doopsgezind lidmaat te Zierikzee 1715 op belijdenis, vermeld 1715 in een akte te Zierikzee, tr. 1o Zierikzee 10-5-1716 [181] SAARTJE JACOBS DE BLEIJKER, geb. ca. 1695, ovl. Zierikzee 1728[182] of 15-4-1729 [183] , doopsgezind lidmaat te Zierikzee 1716 op belijdenis, tr. 2o Zierikzee 11-12-1729 [184] NEELTJE JANSE VERDUIJN, ovl. Zierikzee 7-10-1736 [185] (Neeltje Jans Verduijn, vrouw van Jacob Janse Bleijker, met haar twee kinderen), doopsgezind lidmaat te Zierikzee 11-12-1729 op belijdenis, vermoedelijk dr. van Jan Verduijn, koekebakker te Zierikzee, [186] otr./tr. 3o Zierikzee 10-4/5-5-1737 (get. Krijn Simonsz Loij en Jannetje de Blonde) [187]
415. BARBERA DE SUTTER (¥), geb. ca. 1710, ovl. Zierikzee 30-11-1781 [188], doopsgezind lidmaat te Zierikzee 30-4-1732, zij is mogelijk een zr. van Barendina de Sutter en Jelle de Sutter en een dr. van Jan de Sutter.
Attestatie, Zierikzee 26-1-1715. Genoemd worden Stoffel Franke, comparant, Pieter Crijns de Later, comparant, Cornelis Jacobse van den Berge, requirant, Frans de Blijker, Jacob Frans Blijker. Het betreft het oogsten van gewassen op het land snijden en binden. [189]
Vermeldingen in de Weeskamer van Zierikzee[190] : Jan de Sutter, (1724), inv. nr. 2005. Zoek op!
COMMENTAAR(¥)
Is er een verband met
Maria Leenderts de Zutter tr. Jan Gerritsz Roos, schepen van Goedereede (1659) [191], Lijntje Krijnsdr de Zutter tr. Jan Jansz Roos, schepen van Goedereede (1683) [192], Neeltje Leenderts (de Zutter), geb. Goedereede, tr. 1666 Daniel Jansz Roos [193], Egberta Leenderts de Zutter, geb. Goedereede, tr. 1669 Job Jansz Roos [194], Adriaantje Leonards de Zutter, tr. Goedereede 1673 Domus Kievit [195], Adriaantje Crijnse de Zutter, tr. Goedereede 11-8-1691 Domus Kievit [196]. Dit geslacht gaat terug tot Vlaanderen 16e eeuw.[197] zie ook aanvullingen hierover OV 48 (1993) 8,9,10,12,13,14,18,21,26,40 en OVO III, p309 |
COMMENTAAR(¥) In het register Overleden personen Zierikzee komt voor kind van Jacob Franse Bleijker, ovl. 1733. Het is onduidelijk om welk kind het gaat. |
Akte van insinuatie. Zierikzee 1-10-1798. Genoemd worden Anna Odenius, requirant, wonend te Zierikzee, Pieter Snoers, overleden, Marinus Klink. [208]
Akte van insinuatie. Zierikzee 9-10-1800. Genoemd worden Willem Janse, insinuant, Anna Oudinius, overleden, Adriaan Boks, overleden, Jan van de Waater, overleden, Cornelis van der Maas, overleden, Marinus Klink. [209]
Vermeldingen in de Weeskamer van Zierikzee[210] : Marinus Klink, (1804), inv. nr. 109. Zoek op!
Vermeldingen in de Weeskamer van Zierikzee[211] : Lena Marinusdr Klink, (1773-1775), inv. nr. 2129. Zoek op!
Attestatie. Zierikzee 4-5-1806. Genoemd worden Leenderd Adriaanszoon van Westenbrugge, comparant, wonend te Duivendijke, Marinus Klink, comparant, wonend te Looperskapelle, Cornelis Adriaansen, requirant, bouwman, Adriaan Leenderdszoon van der Wekken, Maatje Adriaansen, Jan Klink, knecht. [212]
COMMENTAAR(¥) Is Adriaan Klink, geb. Zierikzee 1-9-1770, schutter, kanonnier in de Zeeuwse Mobiele Schutterij 1830-1839, ook een zoon? [213] |
COMMENTAAR(¥) Goverina Schraver is als landbouwster en wed. van Marinus Klink, eigenaar van weilanden (totaal ruim 1 ha) te Zierikzee met een belastbaar inkomen van ƒ 12,55, ƒ 6,48 en ƒ 10,78 (1832).[216] Hieruit zou moeten worden geconcludeerd dat Marinus Klink dus voor of in 1832 is overleden. Echter bij haar overlijden in 1834 blijkt zij nog de echtgenote van Marinus Klink te zijn en diens trouwakte van zijn tweede huwelijk in 1835 staat wel degelijk dat hij wdnr. is van Goverina Schraver. Hoe zit dat? |
Op 19-12-1823 wordt Marinus Klink veroordeeld in een strafzaak voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Zierikzee.[219]
Marinus Klink (oud 40 jaar, NH), wonend te Zierikzee vertrekt in 1856 met vrouw en twee kinderen als emigrant naar Noord-Amerika ter "verbetering van zijn bestaan". [225]
COMMENTAAR(¥) Anna's kind Willem Annes van Oost van een onbekende vader overlijdt Ouwerkerk 21-8-1836 (5 dagen oud). |
Cafe en uitspanning Schuddebeurs (vanouds "Schoddeborre") te Schuddebeurs in 1914.
Het werd in de negentiende eeuw gekocht door Leendert van Gastel (1827-1905),
die er een café en kruidenierswinkel exploiteerde. [227]
Het pand bestaat thans (2007) nog steeds als
⇒ Hostellerie Schuddebeurs
.
klik op plaatje(s) om te vergroten |
In 1832 zijn de erven van Jan David Matthijse kadastraal eigenaar van een huis en erf (0,016 hectare, belastbaar : 21,96 gulden) in Zierikzee.
Akte van insinuatie. Zierikzee 1-8-1804. Genoemd worden Gysbregt Kerpesteyn, insinuant, bouwman, wonend te Zierikzee, Cornelis Nicolaas van de Velde, Francine Willemina de Vos, Thomas Adriaan van Adrichem, Dhr. J. C. Marchant, Adriana Wilhelmina de Vos Jan Gerard Blaauw, notaris en procureur, Dirk de Vos, overleden, Maria Baster, overleden, Francois de Vos, overleden, Dhr. J. J. Ruysenaar, Maria Johanna de Vos. [250]
Op 19-10-1804 testeren te Zierikzee: Gijsbregt Kerpesteyn en Sara Jacoba den Bleiker, beiden wonend te Zierikzee. Genoemd wordt Antony de Vlieger, overleden. Getuigen zijn Cornelis Jacobus Armstrong en Cornelis Hendrik Blaauw. De akte wordt verleden op de hofstede van de comparanten in Gooykensland (bij Schuddebeurs) [251]
Op 4-5-1805 passeert te Zierikzee een akte van borgtocht. Comparanten (borgen?) zijn Jacob Septer wonend te Zierikzee en Willem Kerpesteyn wonend te Oosterland. Zij zijn blijkbaar borg voor Gijsbrecht Kerpesteyn en Gerretje Kerpesteyn. Getuigen : C.J. Armstrong en P. van de Velde. [252]
Vermeldingen in de Weeskamer van Zierikzee[253] : Gysbregt Kerpesteyn en Sara Jacoba Bleyker, (1805, 1807), inv. nr. 143/3. Zoek op!
Op 2-10-1806 maken Gijsbregt Karpesteijn, bouwman, en Maatje Houtman, beiden wonend te Zierikzee, huwelijkse voorwaarden. Getuigen zijn Cornelis van der Thoorn en Gerardus Leonardus Sevenhuysen. [254]
Op 31-10-1806 en 17-11-1806 passeren te Zierikzee akten van verzegeling. Requiranten en executeurs zijn Jan Leegemaate en Gijsbregt Kerpesteyn. Verder genoemd Bartel Legemaate, overleden. Getuigen zijn Cornelis van Sandijk en Cornelis Kaan. [255]
Huwelijkse voorwaarden. Zierikzee 29-4-1807. Genoemd worden Jacob voor den Dag, comparant, wonend te Zierikzee, Cornelis voor den Dag, comparant, wonend te Zierikzee, Adriana van den Broeke, comparant, wonend te Zierikzee, Maria Broodman, comparant, Maatje Houtman, comparant, Job Broodman, overleden, Gijsbregt Karpesteyn, comparant, Frederik Willem Jan den Boer, comparant, Cornelis van den Polder, comparant, wonend te Zierikzee. Wie de aanstaande bruid en bruidegom zijn wordt uit deze samenvatting niet duidelijk. [256]
Op 5-9-1807 passeert te Zierikzee een akten van procuratie. Executeurs zijn Jan Leegemaate en Gijsbregt Kerpesteyn. Verder genoemd Bartel Legemaate, overleden, Willem Adriaan de Jonge, advocaat te Zierikzee. Getuigen zijn Pieter van de Velde en Cornelis van Zandijk. [257]
Akte van insinuatie. Zierikzee 14-9-1807. Genoemd worden Jan Gerard Blaauw, insinuant, notaris en procureur te Zierikzee, Jan Legemaat, wonend te Zierikzee, Gijsbregt Kerpesteijn, wonend te Zierikzee, Bartel Legemate, overleden. [258]
Op 30-3-1808 passeert te Zierikzee een akte van schuldbekentenis. Comparanten zijn Gysbregt Kerpesteijn, Jacob Septer en Willem Kerpesteijn allen woned te Zierikzee. Verder genoemd : Aaltje Legemaat, onmondig kind, en Bartel Legemaat, overleden. Getuigen zijn Pieter van de Velde en Cornelis van Sandijk. [259]
Op 11-5-1808 passeert te Zierikzee een akte van procuratie. Comparanten zijn Gysbregt Kerpesteijn, Jan Legemaat executeurs wonend te Zierikzee. Verder genoemd : Bartel Legemaat, overleden, Karel Willem de Jonge, te Zierikzee, Abraham Legemaate en Willem Kik Getuigen zijn Cornelis van Zandijk en Jan Hendrik Stang. [260]
Op 24-11-1808 passeert te Zierikzee een akte van verzegeling. Requiranten en executeurs zijn Frederik Willem Jan den Boer, Cornelis van de Polder wonend te Zierikzee. Verder genoemd : Maatje Houtmans, overleden, Gijsbregt Kerpesteyn. Getuigen zijn Cornelis van Zandijk en G. van de Polder. [261]
Op 5-12-1808 passeert te Zierikzee een akte van verzegeling. Requiranten en executeurs zijn Jacob Voordedag, Frederik Willem Jan den Boer, Cornelis van de Polder wonend te Zierikzee. Verder genoemd : Maatje Houtmans, overleden, Gijsbregt Kerpesteyn. Getuigen zijn Cornelis van Zandijk en Gerrit van de Polder. [262]
Op 28-4-1809 verkoopt Gijsbregt Kerpesteyn aan Antony Bastiaanse, beiden wonend te Zierikzee een woning aan de westzijde van de Korte Nobelstraat. Getuigen zijn Cornelis van Zandijk en Antony de Kater. [263]
Op 31-8-1810 passeert te Zierikzee een akte van insinuatie en protest. Insinuant is Gijsbregt Kerpesteyn wonend te Zierikzee. Verder genoemd : Teunis Hameete, wonend te Noordgouwe. Getuigen zijn Marinus Plating en Gabriel van Don. [264]
Advertentie in de Zierikzeesche Courant d.d. 4-10-1814 waarin Gijsbregt Kerpesteyn aankondigt op 19-10-1814 de buitenplaats 't Huis in 't Bosch te zullen verkopen.
klik op plaatje(s) om te vergroten |
Advertentie in de Zierikzeesche Courant d.d. 5-5-1852 betreffende de veiling van de hoeve van Jacob de Vlieger en Johanna de Fei(j)ter te Zonnemaire.
klik op plaatje(s) om te vergroten |
Attestatie. Zierikzee 11-10-1798. Genoemd worden Dorothea Specht, comparant, dienstmeid, Willem Haan, comparant, huisbediende, Jan Bezuyen, comparant, hovenier, Jacobus Jansen, comparant, dorser, wonend te Noordgouwe, Samuel Boeye, wonend te Noordgouwe, Jan van IJsselsteyn van Renesse en Moermond, requirant, Rentmeester-Generaal, Jan Anth. de Vlieger. [267]
Attestatie. Zierikzee 11-10-1798. Genoemd worden Jan Anthonisse de Vlieger, comparant, wonend te Schuddebeurs, Willemina Leegemaate, comparant, wonend te Schuddebeurs, Johanna Kouwen, dienstmeid, Samuel Boeye, Johanna Nikerk, comparant, Jan van IJsselsteyn van Renesse en Moermond, requirant, Rentmeester-Generaal. Akte gepasseerd te Noordgouwe. [268]
Op 4-3-1808 testeert te Zierikzee: Gerretje Karpesteyn, wonend te Zierikzee. Verder genoemd : en Gysbregt Kerpesteyn. Willem Adriaan de Jonge, advocaat te Zierikzee. Getuigen zijn Pieter van de Velde en Cornelis van Sandijk. [270]
Fragment Kerpe(n)stei(j)n/Kirpe(n)stei(j)n | ||||||
Gerrit van Kirpestijn, geb. vóór ca. 1735, ovl. 1766-1768, j.m. van Leersum (1757), huysman wonende te Doorn (1762), otr./tr. Doorn 3/19-6-1757 Gerrigje Gijsbertse van Velpen, ged. geref. Doorn 23-9-1736 (in margine : att. geg. 5-2-1808), ovl. na 1808, wonende te Doorn (1757, 1768), j.d. van en wonende te Doorn (1756), wed. van (Johan) Coenraad Deijler (ook Seiler), dr. van Gijsbert Roelofse van Velpen, ouderling te Doorn, en Geurtje Jacobs van Hamersvelt. Zij hertr. Doorn 5/21-2-1768 Teunis van de Legemaat. Op 11-11-1762 verhuren Gerrit Selfhout wonende te Bennekom en Gysbert van Velpen wonende te Bennekom, aan Gerrit Kirpesteyn huysman wonende te Doorn, een huysinge en hofsteede c.a. met de tanden (? landen?), genaamd de Paardskeutel. [271]
|
418. CORNELIS ARIENSZ VAN LEEUWEN, tr. vóór 1696
419. ANNA WOUTERS BAKKER.
424. GIJSBERT(US) (JANSZ) (STEUR, STUR)(¥), geb. vóór ca. 1695, beg. verm. Laren impost 6-12-1777, vermeld als Gijs Steur in de lijst van koptiendplichtigen te Laren 1740,[282] betaalt als Gijsbert Stuer ƒ 1,3,-- verponding voor een huis te Laren getaxeerd op ƒ 14,--,--, (1733),[283] tr. 2o Laren impost/RK 28/30-4-1735[284] GERRITIE JANS, otr. 1o Laren RK/impost 2/3-12-1719 (als Gijsbert Jansen)
425. HARMTIEN GERRITS, ovl. 1731-1735.
Het is niet onmogelijke dat er tussen het eerste en tweede huwelijk van Gijsbert Jans Steur nog een huwelijk geweest is. In aanmerking komt Gijsbert Jansen otr. Laren impost/geref? 3/4-5-1732 Claasje Claas
Gijsbert Jansz Steur wordt genoemd in enkele processen
- te Laren 28-3-1735 tesamen met zijn echtgenote Gerritje Jans, en Harmpje Gerrits als erflaatster, Elbert Bitter als erflater, Lambert Jacobsz Bitter en Meijns Dekker als voogden,[285]
- te Laren 3-12-1753 als gedaagde, tesamen met Jannetje Gijsberts, erflaatster (zijn dr.zie nr. e?),[286]
- te Laren 24-5-1756 als borg, tesamen met Cornelis Hogeveen, procuratiehouder, Alexander Reuvekamp, erflater, en Hendrik Crijnen Bus, Jan Lambertsz Bus en Gijsbert Jacobz Bus, als borgen,[287]
COMMENTAAR(¥) De volgende begravingen Steur konden nog niet geplaatst worden : Jacob Steur, beg. Laren impost, RK 30-3-1790 (woont te Bussum). Claasje Steur, beg. Laren impost 9-6-1795. Wijgje Gijsberts Steur, beg. Laren impost 23-7-1791(woont te Bussum). |
COMMENTAAR(¥) Er worden diverse kinderen van Gijsbert Steur begraven Laren 1724-1736, ZOEK OP. |
In een akte van 1831 voor het vredegerecht Naarden[291] komen de volgende personen voor: Cornelis Elbertse van den Brink, werkman te Laren, Marretje Elbertse van den Brink te Laren, Jannetje Pieterse de Jong te Laren, Harmen Wiegers, kleermaker te Laren, Pietje Pieters de Jong, naaister te Weesp. Elbert Cornelise van den Brink, arbeider te Laren, Geertruij Jacobsz Steur, werkster te Weesp, Pieter de Jong te Weesp, Jan Cornelisz van den Brink, fabrikant te Laren, Jacob Willard te Laren, Lambert Hendrik de Wit te Laren, Cornelis Barth Majoor te Laren Ruth Janse Calis te Laren, Jacob Klasen Majoor te Laren, Gijsbert Jacob Smit te Laren, Tijmen Brouwer te Laren.
COMMENTAAR(¥) ZOEK OP |
Geertrui Steur, werkster te Weesp, komt voor in een aktes van 1820 voor het vredegerecht Weesp.[293]
COMMENTAAR(¥)
Wie is :
Willem Steur, geb. 1816, woont te Weesperkarspel, kledenbleker, uit wie kinderen. Willem Gijsbert Steur, te Bussum, komt voor in een akte van 1824 voor het vredegerecht Naarden.[301] Willem Steur, veehouder te Bussum, komt voor in een akte van 1837 voor het vredegerecht Naarden.[302] |
Gijsbert Steur, wever te Bussum, komt voor in een akte van 1819 voor het vredegerecht Naarden.[303]
Hendrik Steur, wever te Bussum, komt voor in een akte van 1830, 1832 voor het vredegerecht Naarden.[307]
Aart Steur, wever te Bussum, komt voor in een akte van 1828 voor het vredegerecht Naarden.[313]
In november 1813 vielen plunderende Franse soldaten Bussum binnen, die onder andere de winkel plunderden van Hendrik Banis, die zelfs zijn eigen sokken moest afstaan. Volgens het daarover door de pastoor geschreven verslag gebeurde er daarna het volgende :" Terwijl hij hiermee bezig was, kwam de vrouw van Jan Steur bij hem om ƒ 200 te lenen, waarvoor men haar vergund had de levering van haar koeien af te kopen. Enige soldaten die nog in de winkel waren, werden belust op haar gouden ijzer en trokken haar dat zonder meer van het hoofd. Toen Banus daarover zijn verontwaardiging te kennen gaf, ontliep hij het gevaar aan de bajonet gestoken te worden alleen door spoedig het huis uit te vluchten. En zo ging het in het hele dorp".[315] Voorts blijken er in het dorp ten gevolge van de oorlogshandelingen twee huizen te zijn afgebrand. Het ene huis was een boerderij met stallen en een schuur van Jan Steur, die in de nacht van 21 op 22-1-1814 in vlammen opging. Jan Steur schrijft een rekest aan koning Willem I, omdat hij wist dat een aantal hoge officieren die getuige waren van de brand een inschrijving voor hem hadden georganiseerd, waarbij zij een dag van hun maandtraktement ter beschikking stelden. Steur schrijft dat er " reeds zoals hij ondergetekende vernomen heeft eene aanzienlijke somme ingezameld" was, maar dat hij niet weet waar hij "zich tot bekoming dier penning moet vervoegen". Zijn schade bedroeg ƒ 3000,--.[316]
COMMENTAAR(¥) CHECK hier f) en g). |
426. JAN (JOANNES) GU(E)R(T)SE(N) (DE WIT), geb. vóór ca. 1695, beg. RK Laren (doodboek) 9-8-1748 ("Jan Geurtsen de Wit"), verm. identiek met de NN de Wit die in 1732 ƒ 1,7,- verponding betaalt voor een huis te Laren getaxeerd op ƒ 16,-,-, vermeld als Jan Guertse de With in de lijst van koptiendplichtigen te Laren 1740,[318] belender te Laren (1731, 1736, 1739, 1740), tr. Laren RK/impost 7-5-1718/7-5-1718
427. ANX((T)IEN) PETERS(ZEN), geb. vóór ca. 1695, beg. RK Laren 31-12-1762, (CHECK!)
COMMENTAAR(¥) In de verponding van 1732 te Laren komt voor het huis van Anx Pitersz getaxeerd op ƒ 10,-,-, aanslag ƒ 0,17,- verponding. Praktisch alle aangeslagenen zijn mannen. Deze Anx Pitersz is waarschijnlijk een man zijn. |
COMMENTAAR(¥) Mogelijk verwant aan Jan Ceesen de Wit(d), in 1698 vermeld in de Brandkeur (bevel tot het zich voorzien van brandweer gereedschap) te Laren, [319] en tr. Laren 20-7-1703 Claasje Tijmensz. |
Op 5-9-1725 komen Jan Geurtsz de Wit en Cornelis Geurtsz de Wit (en anderen) voor in een akte van Schuldbekentenis te Laren. TEKST nog opzoeken. [320]
Op 23-1-1730 transporteert Jacob Cornelisz Vos aan Jan Geurtz de Wit een perceel land te Laren, belend door Meijns Roelen en Roel Pandelaar. TEKST nog opzoeken. [321]
Op 26-5-1732 transporteert Jan Geurtz de Wit aan Frans Snel een perceel land te Laren, belend door Meijns Roelen en Roel Pandelaar. TEKST nog opzoeken. [322]
Op 22-1-1731 transporteert Meijns Hendriksz Huijsman aan Jan Geurtz de Wit een perceel land te Laren, belend door Lambert Jacobz en Jacob in de Bergen. TEKST nog opzoeken. [323]
Op 10-12-1731 transporteert Jan Geurtz de Wit aan Huybert Cornelisz een perceel land te Laren, belend door Lambert Jacobz en Jacob Jansz Berger. TEKST nog opzoeken. [324]
Op 22-1-1731 is Jan Geurtsz de Wit borg in een akte te Laren. TEKST nog opzoeken. [325]
Op 28-9-1733 komen Jan Geurtsz de Wit (en anderen) voor in een akte van Schuldbekentenis te Laren. TEKST nog opzoeken. [326]
Op 21-1-1737 transporteren met name genoemde verkopers aan Jan Geurtz de Wit een perceel land te Laren, belend door Jan Lubbertz en Heyndrik Meynz. TEKST nog opzoeken. [327]
Op 10-3-1738 vindt een proces plaats tussen Tymen Mayoor, eiser, en de gedaagden Crijn Jacobsz Groot, Cornelis Jansz Brouwer, Jan Roelen Calis, Jan Geurtsz de Wit. TEKST nog opzoeken. [328]
Op 1-6-1744 is Jan Geurtsz de Wit een van de gedaagden in een proces te Laren door Mr. Jacob Pennokius, eiser. TEKST nog opzoeken. [329]
Op 21-12-1744 is Jan Geurtsz de Wit borg in een akte te Laren. TEKST nog opzoeken. [330]
Op 10-7-1747 vindt een proces plaats tussen Jan Ruyter, eiser, en de gedaagde Jan Geurtsz de Wit, voor wie als borgen optreden Cornelis Hendriksen Koster en Lambert de Wit. TEKST nog opzoeken. [331]
Op 23-10-1747 vindt een proces plaats tussen Johan Swaning, eiser, en de gedaagde Jan Geurtz de Wit. TEKST nog opzoeken. [332]
428. PIETER HENDRIKS (VAN) (VEEN), geb. vóór ca. 1700, ovl. 1739-1751, tr. ca. 1715-1723 (niet gevonden te Weesp alle bronnen, niet te Ouder-Amstel 1725, niet te Abcoude RK statie Waveren (1710-1723), niet Abcoude gerecht 1710-1723, niet Diemen tr RK 1700-1724, niet RK Nieuwer Amstel 1714-1724)
429. CLAASJE TATI(C)KS (TADEKSE, TADEKE) (TOP), ged. RK Abcoude 13-11-1696 (get. Lijsbeth Cornelis), beg. Weesp 28-6-1757 (impost) als wed. van Pieter Hendriks Veen,[333] en Weesperkarspel impost 28-6-1757, doopget. (1720..1731), wordt bij de doop van haar zoon Hendrick in 1727 Taticks Top genoemd, is op 16-4-1757 (tweee maanden voor haar overlijden) nog getuige bij het huwelijk van haar zoon Hendrick, woonde Abcoude Proosdij (1752). Dit echtpaar laat van 1723-1734 kinderen dopen in Ouder-Amstel (Bullewijk) en vervolgens van 1735-1737 te Abcoude-Proosdij.
ONA Abcoude:
6-1-1734: Huurcedullen tussen dhr. Bancheris van der Mey op Pieter Hendrikse van Veen. TEKST nog opzoeken. [334]
ONA Abcoude:
26-12-1738: Insinuatie afvragingen en protestatie van Pieter Hendriksen Veen, wonende onder Abcoude aen Jan Stevense wonende onder Boxhol. TEKST nog opzoeken. [335]
ONA Abcoude:
17-1-1739: Attestatie van Cornelis Scheepmaker, Cornelis Soetelief, Cornelis Roemer, Bruijn Martense en Reijer Jansz de Jong t.b.v. Pieter Hendrikse Veen. TEKST nog opzoeken. [336]
430. KORS (KORS, COS(MAS)) HUIBERTSE BOS(CH), ged. Abcoude-Proosdij RK 14-7-1701, ovl. 1752-1760, doopget. (1736), woonde Abcoude Wilhelms (1752), tr. (huw. voorw.) 1732 (otr. niet voor commissarissen te Weesp, en gerecht Abcoude-Proosdij en Abcoude-Berchsgerecht 1730-1735, en geref. Abcoude-Proosdij en Abcoude-Berchsgerecht 1700-1750 gevonden)
431. GIJSBERTJE WILLEMS VAN DIJK, geb. vóór ca. 1715, ged. (niet gevonden Abcoude RK en geref. 1700-1722), beg. Abcoude-Proosdij 7-1-1784 (impost ƒ 5,4,--, eigen graf), doopget. (1753..1761).
ONA Abcoude:
1-11-1732: Huw. voorw. tussen Cors Huijbertse Bos en Gijsbertje Willemse van Dijk. TEKST nog opzoeken. [337]
ONA Abcoude:
14-5-1733: Acte van voogdije tussen Cors Huijbertse Bos en Gijsbertje Willemse van Dijk. TEKST nog opzoeken. [338]
ONA Abcoude:
19-2-1748: Procuratie van Stijntje Huijbertse Bos op haer broeder Cors Huijbertse Bos. TEKST nog opzoeken. [339]
ONA Abcoude:
20-5-1750: Acte van voogdije gepasseert bij Stijntje Huijbertse Bos op haer broeder Cornelis Huijbertse Bos. TEKST nog opzoeken. [340]
ONA Abcoude:
24-8-1760: Acte van voogdije gepasseert bij Gijsbertje Willemse van Dijk weduwe en boedelhoudster van Cors Huijbertse Bos. TEKST nog opzoeken. [341]
ONA Abcoude:
1-11-1760: Acte van quitantie van erfenisse wegens de nalatenschap van Jan Huijbertse Bos, gepasseert bij Eldert van Veen en Aaltje Cossen Bos, echtelieden. TEKST nog opzoeken. [342]
ONA Abcoude:
11-3-1762: Huurcedullen tussen de Heere van de Grooteland en Gijsbertje Willemse van Dijk. TEKST nog opzoeken. [343]
In een in 1766 opgemaakte lijst van gebouwde huizen te Abcoude wordt voor 1742 of 1743 vermeld : Wed. van Kors Huibertsz Bos met "een huis zijnde drie daghuurders woningen" [344].
De wed. van Cos Huibertsz Bos is als ingeland van Abcoude Berchsgerecht aanwezig op een vergadering in het Gerechtshuis van Abcoude 8-5-1775 [345]. Op 17-9-1777 is Huijbert Corsz Bos aanwezig voor zijn moeder, hier abusievelijk de wed. Huijbert Corsz Bos genoemd [346].
ONA Abcoude:
13-7-1760: Procuratie van dhr Pieter van Buijtene en Huijbert Corsen Bos, op den schipper Hendrik de Jong. TEKST nog opzoeken. [357]
ONA Abcoude:
21-5-1762: Quitantie van Huijbert Corsse Bos t.b.v dhr. Paulus van Spyk en Pieter van Buijtene gepasseert. TEKST nog opzoeken. [358]
ONA Abcoude:
23-5-1762: Surrogatie van executeursschap en voogdije door Huijbert Corsse Bos op Cornelis Dirk abd. TEKST nog opzoeken. [359]
Huybert Corsz Bosch verschijnt op 6-10-1778 voor schout en schepenen van Abcoude-Proosdij teneinde de begrafenis te regelen van de onbemiddelde Antje van der Vaart voor wier lijkbezorging de armmeesters van Weesp, Abcoude en Ouderkerk a/d Amstel geen van allen de kosten willen betalen. Huijbert Corsz Bosch krijgt toestemming een en ander te regelen. [360]
Rooms-Katholieke Parochie H. Laurentius te Weesp:
9-3-1811: Geleend, van Klaasje Plomp weduwe van Huijbert Bos wonende onder Abcoude, een somma van 1500 gulden contant hollandsch klinkend geld van 20 stuivers het stuk. Rente 5%. Afgelost op 27-1-1840.[361]
1-12-1821: Schuldbekentenis. Kerk- en Armmeesteren verklaren schuldig te zijn aan Klaasje Plomp, weduwe van Huijbert Bos, wonende te Abcoude of aan den wettigen houder dezes de somma van ƒ 500, -- contant Hollandsch klinkend geld van van twintig stuivers het stuk. Rente 4½ %. Vinkeveen, 27-1-1840 geheel en al met rente voldaan.[362]
1-12-1821: Brief van Klaasje Plomp, weduwe van Huijbert Bosch. Betreft: wijziging rentepercentage, van de obligatie van 9-3-1811 groot 1500 gulden, van 5% in 4½ %. [363]
Archief RK Parochie H.H. Cosmas en Damianus te Abcoude:[364]
n° 354, 1832: Codicil van Clara Pietersdr Plomp, weduwe van Huibert Corszoon Bosch, met betrekking tot de (gefundeerde) legatering van 8/15e deel van een broodbakkerij op de hoek van de Heiligebuurt nrs. 44a en 44b.
n° 355 1854-1855, met retroacta, 1827-1835: Stukken betreffende de verkoop door het kerkbestuur van een 8/15e deel van een huis en erf, zijnde een broodbakkerij, op de hoek van de Heiligebuurt nrs. 44a en 44b, sectie A nrs. 372 en 373, , 1854-1855, met retroacta, 1827-1835. 1 omslag
Jan Ruijg, veehouder, geb. 1-1-1752 is ingezetene van Abcoude (1811).[367]
Gijsbert van Tol, veehouder te Abcoude, komt voor in een akte van 1825 voor het vredegerecht Weesp.[370]
432. RUT (SPOORMAKER)(¥), geb. vóór ca. 1645, tr.
433. GUURTJE KORNELIS, geb. ca. 1645, ovl. na 1704, mogelijk in Kudelstaart, doopget. (1698..1704).
COMMENTAAR(¥) IS er verband met Pieter Spoormaecker, wonende ten huyse van Jacob Toorhout, op de Nieuwe Straet to Leyden, wednr. van de wed. van Gerit Thonisz Poortenburgh (1677, Kohier van de 2e 200e penning Rijnland)[371]. |
434. PIETER AERTS SETHOVEN, geb. vóór ca. 1650, j.m. van Langeraar (1671), otr./tr. Ter Aar geref. 22-5/7-6-1671 (hij als Pieter Aerts)
435. JANNETJE CORNELIS, ovl. na 1710, j.d. van Langeraar (1671), doopget. (1675, 1689, 1696, 1710).
Op 28-3-1721 verkopen Pieter Klaasz Kleijwegh voor zichzelf en handelend namens Jelis Klaasz Kleijwegh als voogden over Klaas en Saartje Joris Kleijwegh, en Aart Sethoven als vader en voogd over Neeltje Aartsdr Sethoven, aan Arij Engelsz Mulder een huis en erf aan de Lage Zijde onder Aarlanderveen, belend ten oosten de kinderen van Klaas Arij Stevensz, ten westen juffrouw van der Dussen, ten zuiden het Jaagpad en ten noorden de Lage Rijndijk. Belast met een pacht toekomende de weduwe van Johannes Kool. De koopsom 130 gulden. [384]
Op 21-1-1729 is Cornelis van Leeuwen, wonende te Alphen, schuldig aan Aart Pieterse Sethooven, mede van Alphen, een bedrag van 250 gulden. Gesteld onderpand: een huis aan de oostzijde van de Gouwe, op het jaagpad van de Stad Gouda, belend ten oosten Jan Langhoorn, ten westen de Gouwe, ten zuiden Floris van der Sluijs, ten noorden Claas Zaal. [385]
Op 24-12-1738 is Hendrik van der Neut, wonende te Alphen, schuldig aan Aart Pietersz Sethooven, mede wonende te Alphen, een bedrag van 300 gulden. Gesteld onderpand: een huis en erf even buiten het Zuideinde van Alphen, tussen Rijn en Hoge Rijndijk, belend ten zuiden de ambachtsheer van Alphen, ten noorden Jan van der Klugt. [386]
Op 4-9-1741 is Jan Clase Verwoert, wonende in de Steekt, schuldig aan Aart Pieterse Sethooven, wonende te Alphen, een bedrag van 200 gulden. Gesteld onderpand: een huis en erf in de Steekt, strekkend van de Hoge Rijndijk tot in de Rijn, belend ten oosten Cornelis Swaanenbeek, ten westen Jan Janse van der Burgh. Schuld geroijeerd 19-3-1761. [387]
Op 8-10-1754 verkoopt Maartje Barendsdr Vergunst, weduwe van Klaas Jorisz Kleijweg te Aarlanderveen, aan Grietje Luijte van Vliet, weduwe van Aart Pietersz Zethoven te Aarlanderveen, een huis en erf aan de Lage Zijde van de Rijn te Aarlanderveen, strekkend van de Herenstraat tot in de Rijn, belend ten zuiden de weduwe van Jan Ariensz Stortenbeeker en ten noorden de weduwe van Jan Naijer. De koopsom is 500 gulden. [388]
Op 11-7-1757 verkoopt Cornelia Rijker Schaap, meerderjarig, ongehuwd, universeel erfgenaam van Grietje Luijten van Vliet, weduwe van Aart Pietersz Sethoven, aan Klaas Naijer te Aarlanderveen aan de Lage Zijde van de Rijn een huis, erf en schuur aan de Lage Zijde van de Rijn, kohiernr. 316, strekkend van de Herenweg tot in de Rijn, belend ten zuiden Arij Jansz Stortenbeker en ten noorden de weduwe van Jan Naijer. De koopsom is 545 gulden. [389]
436. JAN PIETERSZE VAN STRATEN (VERSTRAETEN)(¥), geb. Woerden vóór ca. 1675, ovl. na 1719, kleermaker in de Lokhorststraet te Leiden (1696), geboortich van Woerden en wednr. van Lijsbeth Pieters Bosboom wonend te Langeraar (1703), otr./tr. 1o Valkenburgh/Leiden (schepenen) 22-6/7-7-1696 (get. Pieter de Swijger, zijn bekende wonend op de Waertgraft, en Magtelt Teunis van der Does, haar nicht wonend in de Koersteeg), tr. Leiden RK Statie Jorissteeg 8-7-1696 (get. voor hem Agnes van Leuwen, voor haar Cornelia van der Sys) LIJSBETH PIETERS BO(R)SBOOM, ovl. 1701-1703, woont in de Koersteeg te Leiden (1696), verm. dr. van Pieter Pietersz Bosboom, otr./tr. 2o Ter Aar geref. 7/25-3-1703
437. NELLIGJE PIETERS OUDSHOORN, geb. vóór ca. 1685, ovl. na 1739, j.d. geboortigh van Amsterdam en wonend te Langeraar (1703),
mogelijk een dr. van kw. nr. 770, doopget.(1736, 1739).
COMMENTAAR(¥) Is Pieter van Straaten, belender in de Haverstraat te Woerden (1685), zijn vader? [390] Is Ary van Straten, commies op 't postcomptoir te Oudshoorn, die ƒ 8,-,- Personele Quotisatie betaalt (1745) [391] verwant? |
COMMENTAAR(¥) Op 14-9-1698 wordt te Leiden gedoopt in de RK Bakkersteeg: Maria, onwettige dochter ("filia illegitima") van Jan van Straeten en Maria Jansens. Getuigen zijn Henrick Schoren, nood-doopheffer ("patrinus necessitatis") en Helena Rondebeen. Zou het hier kw. nr. 436 betreffen? |
De kleermaker.
Gravure uit "Het Menselijk Bedrijf", door Johannes en Caspaares Luyken. Eerste uitgave : Amsterdam, 1694. klik op plaatje(s) om te vergroten |
438. JAN JANSZ WITTEBOL(L), geb. Hazerswoude ca. 1672, beg. Ter Aar 9-11-1750[392], j.m. geboortigh van Haserswoude en wonende onder Oudshoorn (1700), otr. 2o Ter Aar geref. (gaarder pro deo) 13-12-1743[393] JAAPJE (JACOBA) WAR(DEN)AAR VAN DER HORST, geb. vóór ca. 1710, ovl. Ter Aar 5-5-1760 (gaarder, impost pro deo, aangever Willem Nederstigt), wed. van Jan Alberts van Vliet, (bij wie kinderen van haar gedoopt 1730, 1731), otr. 1o Hazerswoude geref. 31-10-1700 (attestatie gegeven 4-11-1700), en otr./tr. 1o Ter Aar geref. 29-10/14-11-1700 (get zijn vader Jan Cornelisz Wittebol, haar vader Frans Maertensz van Zuijlen),[394] en
439. MARIG(T)JE (MAARTJE) FRANSE (VAN) ZUIJLEN, geb. Korteraer vóór ca. 1680, ovl. 1735-1743, j.d. geboortigh van Korteraar en wonende te Oudshoorn (1700), vele malen doopget. (1701..1735), vroedvrouw.
Op 9-11-1750 heeft Jan Wittebol ter begraving te Ter Aar aangebracht het lijk van Jan Wittebol de oude.[395]
Jan Wittebol, brengt aan ter begraving te Ter Aar op 26-6-1748 het lijk van Nelletje van Straten, op 25-1-1748 het lijk van David van Straten en op 26-12-1748 het lijk van Jan van Straten.[400]
Op 24-6-1750 heeft Jan Jansz Wittebol ter begraving te Ter Aar aangebracht het lijk van Annetje Huigens Wezelenburg.[401]
Op 4-9-1774 overleden en 7-9-1774 begraven: Huijg Wittebol heeft aangifte gedaan, van de dood van Geertje Spoormaker, zijn moeder (sic! eigenlijk stiefmoeder), weduwe van Jan Wittebol.[402]
Op l5-l-1757 heeft Huig Wittebol ter begraving te Ter Aar aangebracht het lijk van zijn vrouw Marijtje Spekman.[411]
Op 4-10-1763 heeft Huigen Wittebol ter begraving te Ter Aar aangebracht het lijk van zijn vrouw Gijsje Thijsse van der Meulen.[412]
440. DIRK SYMONSZ SCHANSHEER (SCHANSMAN), ged. Rijsoord 29-3-1665, tr. vóór 1698
441. BASTIAENTJE ELDERTS VAN STRATEN, geb. vóór ca. 1680.
Op 19-3-1764 leggen Bastiaan Sloof, Krijn Smouter en Jacob Smouter op verzoek van Pieter, Arij, Jorissie en Pietertie van Driel (allen kinderen van Cornelis Pieterse van Driel) een verklaring af over Bastiaan Slooff, die gewoond heeft in het huis van Cornelis Leenheer aan de Drogedijk, alsmede inzake het huis en erf die toebehoord hebben aan Adriaan van der Hoeve en nu eigendom is van de Armen van Rijsoord. [422]
442. MACHIEL JANSZ DE GELDER(¥), j.m. van Hendrik Ido Ambacht, en wonend aldaar (1706). tr. Barendrecht 7-2-1706
443. LIJSBET CORNELIS NOOTEBOOM, ged. Barendrecht 7-9-1681,[423]
j.d. van Carnis in West-Barendrecht, wonend aldaar (1706).
COMMENTAAR(¥)
Is er verband met het volgende :
Voor 5000 Car. gld. transporteert juffr. Margrieta de Gelder te Dordrecht, op 15-5-1694 aan de onder Carniswonende Aert Bastijaense van der Caa 14 mr. 300 r. in het Binnenland van West-Barendrecht. Tien mergen land bezaaid met "teruw, spelt en boone" wordt op 700 gld. getaxeerd202. [424] |
Welke de Gelder tr. Jan Bastiaen Keizer? ZOEK OP Kron. 7(1998)38.
446. JAN MARIJNISSE VAN HOUTEN, geb. (geen Marijnis van Houten als vader gevonden), j.m. van de westzijde van de Oude Watering, tr. Leimuiden 19-8-1725
447. ANTJE CORNELISSE CLOOSTER, ged. Leimuiden geref. 24-4-1701, j.d. van de westzijde van de Oude Watering (1725), doopget. (1732).
450. P(I)ETER (CORNELIS) BREES, ged. geref. Amersfoort 10-11-1700, beg. Amersfoort Lieve Vrouwe Kapel 10-10-1735, wordt als Pieter Brees geref. lidmaat te Amersfoort op belijdenis (april 1721), j.m. wonende te Veenendaal (1725), otr./tr. Veenendaal geref. 21-1/04-2-1725
451. ELIZABETH (LIJSBETH) DIRKS VAN WEEZEL (WE(E)SEL)(¥), geb. vóór ca. 1705 (doop geref. Amersfoort niet gevonden), beg. Amersfoort St. Jorisk. 13-8-1757, j.d. wonende te Veenendaal (1725),
belendster in de Muurhuijsen bij de Bloemendalse binnenpoort (1730).
COMMENTAAR(¥)
Gezien het feit dat Elizabeth Dirks van Wesel, geb. vóór ca. 1705, later blijkbaar in de Muurhuizen bij de Bloemendalse binnenpoort woont, ligt het voor de hand dat zij verwant is met de leden van een geslacht Van Wesel (zie
Fragment Van Wesel
hieronder) waarvan leden op dezelfde locatie wonen.
Een Dirk (van Wesel) zou dan haar vader moet zijn, doch een kandidaat van die naam is er niet. Dirk Boudewijns van Wezel, ged. geref. Amersfoort 24-1-1695 kan onmogelijk haar vader zijn.
Waarom Pieter en Lijsbeth in Veenendaal trouwen is onduidelijk. Pieter is in elk geval in Amersfoort gedoopt, Lijsbeth misschien ook wel. In Veenendaal vallen verder geen personen Van We(e)sel / We(e)zel te vinden.
Er is mogelijk een verband met Jan Dirkse van We(e)sel / Wezel, vermeld te Veenendaal (1741) hospes in Veenendael aen het Verlaat (1754, 1756, 1762), in het Veense Wapen (1760, 1761). [425] Zijn weduwe wordt vermeld 1766. |
Fragment Van Wesel | |
Op 3-11-1653 verkopen Herman Cornelisen Spijcker en Aeltgen Thonis zijn vrouw, aan Thomas Richolt van Ruijtenbeeck en Constantia Boote, zijn vrouw, 'n huis en uitgang op de Nieuwe Markt aan 't St. Joriskerkhof, belend aan de ene zijde: de stadswaag, aan de andere zijde: de weduwe van Willem Beerntsz Coster. Op laste van 300 gulden aan oud-burgemeester Willem van Hardevelt; 300 gulden aan Matthijs Cornelisen en 400 gulden aan Cornelis Hermans Spijcker. Voldaan. [431] Op 17-5-1669 verkopen Frederick Gerritsen, binnenvader in het weeshuis en zijn vrouw Constantia Boothe, aan Jan Willemsen van Raelt en zijn vrouw Margareta Anthonis Lambrecht, een zekere behuizing staande aan het St. Joriskerkhof met de gerechtigheid en uitgang op de Appelmarkt, belend aan de ene zijde de stadswaag, aan de andere zijde Peter Willemsen Coster. [432] Op 7-7-1669 testeren Lambertus Brinck en Elisabeth Padbrue, borgers van Amersfoort. Zij vermaken hun bezit aan elkaar en secluderen de heeren Weeskamer en andere collegien over onmondigen. Verder indien Elisabeth zonder kinderen overlijdt, dan wordt mr. Frederick Gerrits te Amersfoort haar erfgenaam. Getuigen o.a.: Brant Reyerszn en Aert van Bitterschoten, wonend Amersfoort. [433] Op 29-10-1678 machtigt Constantia Boote, wed. van Mr. Frederick Gerrits en eerder van Thomas van Ruytenbeeck, als erfgename van Catharina van Ruytenbeeck, haar overleden dochter, Anthoni van Raalt, procureur. [434]
IIa. Boudewijn Frederijcks, ged. geref. Amersfoort 5-3-1667, ovl. na 1707, j.m. van Amersfoort (1690), woont te Amersfoort (1705),
vermeld als geref. lidmaat te Amersfoort in de lijst van 1688, wonend op de Singel,
rentmeester (1699-1706)[435] van het Burgerweeshuijs te Amersfoort,
otr./tr. 1o Amersfoort geref. 7/23-2-1690
Jannetje Dirks van Ou(de)water, ged. Rem. Amersfoort 23-7-1665, ovl. 1691-1705, vermeld als geref. lidmaat te Amersfoort in de lijst van 1688, wonend op de Singel,
j.d. van Amersfoort (1690),
dr. van Dirck Willems van Oudewater, busmeester van de St. Lucas Broederschap te Amersfoort, en Delijaentge Barents (zie kw. nr. ⇒ 3694 ),
otr./tr. 2o Amersfoort geref. 6-11/1-12-1705
Johanna Bake (Baak), wed. van Hendrijck Bloemendael,
woont te Amersfoort (1705),
wordt geref. lidmaat te Amersfoort juli 1706 met attestatie,
verm. dr. van Joost Jans Bake en Walburgh van Borculo.
IIIa. Frederick Boudewijns (van Wesel), ged. geref. Amersfoort 13-6-1690, beg. Amersfoort Lieve Vrouwe Kapel 19-10-1723, j.m. wonend te Amersfoort (1714),
meesterkistenmaker (1714..1720),
otr./tr. Amersfoort geref. 9/27-3-1714 (beide onder patroniem)
Margrietje (Margarita) Jans (Schrijver(s)), ged. geref. Amersfoort 26-8-1686, beg. Amersfoort St. Joriskh. 24-6-1762 (laat kinderen na),
wordt geref. lidmaat te Amersfoort op belijdenis (dec. 1705),
en okt. 1710 met attestatie,
j.d. wonend te Amersfoort (1714),
is als wed. van Frederik van Wesel belendster in de Nieuwestraat (1758, 1759),
bewoont als weduwe van Fredrik van Wesel in 1724 het kleine huisje in de Lieve Vrouwestraat, waarvan eigenaars zijn Steven van Brinkesteijn notaris, en Maria Gabrij,
dr. van Jan Harmsz Schrijvers ende Annitje van Daal (zie
⇒ Fragment Schrijver
voor verder voorgeslacht Schrijver.
|
452. WILLEM GERRITSEN KRAIJKAMP (KREIJKAMP), ged. Amersfoort 2-12-1697, beg. Amersfoort Lieve Vrouwe Kh. 14-9-1780 (impost ƒ 1,--), j.m. van 't Hoog(e)land (1726), woont op den Tholik onder het gerecht van Hoogland (voor 1740) woont te Amersfoort (1740, 1741), wonend te Hoogland (1773), betaalt ƒ 5,--,-- huisgeld van een huis in de Kooningsstraat (1755),[451] otr. 2o Amersfoort geref. 21-7-1741 (als wednr. van Aaltjen Jans, met attestatie naar Soest) JANNETJE CORNELISSEN DE WAAL, ovl. 1754-1773 (beg. te Amersfoort niet gevonden), j.d. van Soest wonend te Amersfoort (1741), otr./tr. 3o Amersfoort gererf. 13-8/7-9-1773 (als wednr. van Jannetje de Waal, met attestatie van Leusden en Soest) JANNETJE GIJSBERTS, van Soest, wed. van Jan Verschuur, otr. 1o Barneveld geref. 2-2-1726 en otr./tr. 1o Amersfoort geref. 1/19-2-1726
453. AALTJEN JANS, ovl. op den ouden Tholick te Hoogland 1737-1741 (beg. niet gevonden, tenzij haar laatste kind Elisabeth na haar dood is gedoopt, dan komt in aanmerking beg. Amersfoort 2-3-1737), j.d. van Barneveld (1726).
Op 26-5-1740 verkopen Andries Evertsen van Helmenhorst en zijn vrouw Claasje van Eldert aan Willem Craijkamp, gewoond hebbend op den Tholik onder het gerecht van Hoogland en nu wonend binnen deze stad, een bouwhuis, met hof en hofstede en overweg terzijde de Stadswalle aan de Coninckstraat (Koningstraat) aan de westzijde bij de trap van de wal, belend aan de ene zijde het huis door Evert Roelen bewoond. [452]
Op 11-11-1740 leent Willem Kraijkamp, van Sophia Verhoeff, weduwe van Carel Gabrij, in leven schepen, een bedrag van 300 gulden, met als onderpand bouwhuis met hof en hofstede en overweg terzijde de Stadswalle, in de Coninckstraat (Koningstraat) aan de westzijde bij de trap van de wal, belend aan de ene zijde: naast het huis door Evert Roelen bewoond. [453]
Op 28-6-1741 vindt te Amersfoort de boedelscheiding plaats van Aaltje Jans, overleden op den ouden Tholick te Hoogland, echtgenote van Willem Craijkamp, wonend in Amersfoort. Het betreft moeders goed: 5 Mergen land genaamd het Breede Land op Hoogland met uitweg aen de Zevenhuysenweg, een huysinge, hof en hofstede of bouwhuijs in Amersfoort, in de Krommestraat aen de stadswal met een berg van 4 roeden buiten de poort, een koeyhouderij met vee, gouden bellen met krollen, en silveren gespen. Erfgenamen zijn de 2 minderjarige kinderen Aaltje Craijkamp en Gerrit Craijkamp. Mombers zijn: hun grootvader Jan Dirksen te Barnevelt en hun aangehuwde oom Steven Bos op de Bryland. [454]
COMMENTAAR(¥) Onder de 6 nagelaten kinderen van Dirk van Munster, vleeshouwer, en Diliana van de Pol, komen voor Johanna van Munster en Geertruijd van Munster (boedelscheiding Amersfoort 4-6-1743). [455] Zou dat deze Johanna Geertruy zijn en de geb. plaats Amstelveen een leesfout? |
Op 20-12-1802 krijgt Geertruida Kraijkamp samen met Jannetje Kraijkamp en Willemijntje Kraijkamp een verklaring van indemniteit van de Gereformeerde gemeente te Amersfoort voor vertrek naar Hoogland.[456]
Op 7-1-1799 vindt de boedelscheiding met uitkoop plaats van de naltenschap van Gerritje Groenest eijn, overleden april 1798, laatst wonend te Amersfoort op Liendert, echtgenote van Anthonij Crijcamp. [457]
Op 26-10-1822 wordt verkocht uit de nalatenschap van Jannetje Walet, overleden Amersfoort 23-9-1821, echtgenote van Anthonij Kreijkamp, tabaksplanter : te Amersfoort een huis met achterhuis, tabaksschuur en hof aan de Koningstraat (Kamp 304, 305). [458]
Aangenomen dat de leeftijdvermelding 25 jaar bij zijn begraven correct is dan moet hij dus een zoon uit het tweede huwelijk zijn, en de eerste Evert jong overleden.
454. LEENDERT (HESSELTSE) BROM (BOOM?), ged. Nijkerk 26-11-1713, beg. Amersfoort Lieve Vrouwe Kh 1-11-1745 (laat kinderen na), j.m. van Hoogland (1735), als Leendert Hessels Brom, afkomstig van en geboren op Klein Emiclaar te Hoogland, burger van Amersfoort op 2-1-1736, otr./tr. Amersfoort 14/30-1-1735
455. KLARA (DIRKS) BOON(ERD), ged. (geref. en overig Amersfoort niet gevonden), beg. Amersfoort Lieve Vrouwenkh. (overluiden) 7-12-1776, j.d. van Amersfoort (1735).
otr./tr. 2o Amersfoort geref. 24-4/12-5-1750
ARIEN VAN TILBURG(¥), geb. (wellicht ex Jan Mattheus van Tilburg x Annitje Michielsz Kubes, doch doop op achternaam niet gevonden Amersfoort geref. en overig), ovl. Amersfoort (reg. ovl. RK Kromme Elleboog) 5-11-1792 (als Adrianus van Tilburg), j.m. van Amersfoort (1750).
Hij hertr. als haar wednr. 1778.
COMMENTAAR(¥) Is Mattheus van Tilburg, die 16-2-1739 indemniteit van Amersfoort krijgt voor vertrek naar Haarlem,[459] verwant? |
Op 31-5-1745 verkopen Dirk Boom, meerderjarige Jongman, Jan Boom en zijn vrouw Elsje van Westeneng, Leendert Boom en zijn vrouw Claartje Boom, Adam Binksteen en zijn vrouw Cornelia Boom, Jan Willemsz en zijn vrouw Willemijntje Boom, enige nagelaten kinderen en behuwdkinderen van Dirk Boom en Jannitje Bonekamp, gewezen echtelieden (coopcedule d.d. 5-4-1745), aan Coenraad Temmink, Raad in de Vroedschap en Schepen dezer stad, een tabakschuurtje van 5 vakken met het huisje daar annex, het hofje daarachter en de grond daarbij, belend aan de ene zijde Johannes Ebbenhoven, aan de andere zijde de Stadswal. [460]
Op 26-4-1750 vindt de boedelscheiding plaats van Leendert Hesselsen Brom overleden, echtgenoot van Clara Dirks Boon. De drie kinderen Hessel Leenderts Brom, Dirk Leenderts Brom en Metje Leenderts Brom zijn erfgenamen. [461]
Op 28-9-1765 verkopen Barend van de Bagijnekamp en zijn vrouw Dirkje van de Kortelet, Dirk Brom en zijn vrouw Weijntje van de Bagijnekamp, en voorts voornoemde Barend van de Bagijnekamp en Pieter van der Heijde als momboirs en voogden over Franciscus van de Bagijnekamp, aan Cornelis van Dompselaar, een huis, hof en hofstede met een schuur, in de Hellestraat op de hoek van de Molensteeg, belend aan de ene zijde de erfgenamen van Johannes van Kempen. [462]
Willem Prins, timmerman, geb. 31-3-1772, is ingezetene van Amersfoort (1811).[463]
456. JOANNIS (JAN) (DE) COCK, ged. Amersfoort RK Kromme Elleboog 13-2-1699 (get. Wilhelma van Liender), beg. verm. Amersfoort Lieve Vrouwe Kerk 2-1-1762, meerderjarige j.m. van Amersfoort (1726), otr./tr. 2o Amersfoort gerecht 14/28-10-1749 (als wednr. van Cornelia Pijpers, zij als ouderloze j.d. geast. met haar grootvader Jordanus Botter) en tr. RK Kromme Elleboog 28-10-1749 ANNA MARIA GERRITS (BOTTERS), geb. ca. 1728 (doop niet gevonden te Amersfoort op achternaam), ovl. Amersfoort (reg. ovl. RK Kromme Elleboog) 7-12-1779, beg. Lieve Vrouw Kh. (oud 51 jaar), otr./tr. 1o Amersfoort gerecht 19-11/7-12-1726 (get. haar vader Johannes Pijpher) en RK Kromme Elleboog 7-12-1726 (hier heet zij Maria Pippers)
457. CORNELIA PIPPERS (PIJPHER), ged. Amersfoort Kromme Elleboog RK 12-12-1706 (get. Rickie Jacobs), ovl. 1743-1749 (beg. niet gevonden te Amersfoort op achternaam en patroniem).
Op 14-8-1775 verkoopt Antje Kok, meerderjarige dochter, voor zichzelf en voor haar zwager en zuster Johannes Helmerhorst en zijn vrouw Grietje Kok, aan Jan Meis en zijn vrouw Willemeijntje van de Fijnenbergh, een huis, hof en hofstede, genaamd de Oude Munt in de Valkestraat, met de zes losse platen daarin staande, met een waterlossinge door de heul, belend aan de ene zijde een armhuisje, en aan de andere zijde een armhuisje. [465]
Op 28-7-1781 verkopen Aartje Kok(¥) en Johannes Helmerhorst en zijn vrouw Margaretha Kok, aan Johannes Andreas Kolverschoten, borger, twee huizen met de erven en grond, gelegen naast elkaar in de Hellestraat, met een uitgang aan de Singel, belend aan de ene zijde de erfgenamen van Michiel van Schendel, aan de andere zijde Johannes Andreas Kolverschoten. [466]
COMMENTAAR(¥) Zou dit een leesfout zijn? Gezien de vorige akte wellicht Antje Kok. |
458. JOANNIS (JAN) BOTTER, ged. Amersfoort Kr. Elleboog RK 31-10-1699, ovl. verm. Amersfoort (reg. ovl. RK Kromme Elleboog) 20-5-1769, huw. get. (1761), betaalt ƒ 8,--,-- en ƒ 1,7,-- huisgeld voor twee huizen in Bloemendal buijten (na 1755),[467] otr./tr. Amersfoort gerecht 21-5/4-6-1720 (get. zijn vader Jordanus Botter)
459. PETRONILLA JANS KEMP(S), geb. Düsseldorf (D) vóór ca. 1695, beg. Amersfoort (impost, naar Leusden) 28-2-1765 (als vrouw van Jan Botter), als Peternella Kemp, afkomstig van en geboren te Dusseldorp, burger van Amersfoort op 25-3-1720 ("voor haer ende haer soon Willem "), meerderjarige j.d. (1720), doopget. (1761), tr. 1o voor 1720 vermoedelijk in Duitsland NN.
COMMENTAAR(¥) Check of hij wellicht als Willem Botter nog voorkomt. |
zoek dopen EK 19/16
461. ELISABETH VAN OUWERKERK, ged. geref. Amersfoort 25-11-1718, beg. Amersfoort St. Joriskh. 12-3-1768, j.d. van Amersfoort (1756), tr. Amersfoort geref. 10/26-12-1756 ARNOLDUS (AART) BINKSTEEN, ged. geref. amersfoort geref 29-12-1733, beg. Amersfoort St. Joriskh. 22-11-1779 ("Aart Binksteen op de hoek van het Schepelstraatje"), j.m. van Amersfoort (1756), zn. van Leendert Adamse Bingsteen en Barbara Aarts van Riet. Hij hertr. Amersfoort geref. 25-11/16-12-1768 Lena van Gulik, bij wie nog vier kinderen.
Weeskamer te Amersfoort: 1768 Elisabeth Ouwerkerk en A. Bingsteen. [468]
Weeskamer te Amersfoort: 1779 Aart Binksteen. [469]
COMMENTAAR(¥)
Er is lang gezocht naar de ouders van kwartier nr. 230
Gerrit Wouters (van Londen), geb. ca. 1752.
De doop van Gerrit Wouters (van Londen) rond 1752 (in 1802 overlijdt hij op 50-jarige leeftijd) kon niet gevonden worden onder de kinderen van het meest in aanmerking komende echtpaar Wouter Van Londen x Maria (Mietje, Marrijtje) Hendriks (Van Bemmel) (zie Van Londen/Van Bemmel voor de kinderen van dit echtpaar). Wel viel op de volgende doop: Gerrit, ged. geref. Amersfoort 18-3-1751, als natuurlijke zoon van Elisabeth Ouwerkerk. Zijn doopdatum klopt vrijwel met zijn overlijden op 50-jarige leeftijd in 1802. Zou deze Gerrit opgevoed zijn in het gezin van Van Londen-Hendriks? Of was Gerrit wellicht een buitenechtelijk kind van Wouter bij Elisabeth Ouwerkerk. De familie Van Ouwerkerk was kennelijk niet onbekend bij de familie van Londen, gezien het huwelijk tussen Wouter van Londens oudste dochter Beatrix met Reinier van Ouwerkerk. Op zoek dus naar Elisabeth van Ouwerkerk Als ze minimaal 16 jaar was bij de geboorte van Gerrit dan zou zij geb./ged. moeten zijn vóór ca. 1735. De enige die redelijkerwijs in aanmerking komt is Elisabeth van Ouwerkerk, ged. geref. Amersfoort 25-11-1718, als dr. van Jan Reinertsen van Ouwerkerk en Hendrikje Reijers den Elsen, en daarmee een zuster van Reinier van Ouwerkerk, Wouters latere schoonzoon! Genoeg redenen om voorlopig Elisabeth van Ouwerkerk als kwartier nummer 461 uit te werken en de vader 460 vooralsnog onbekend te verklaren. |
462. TIL(L)EMAN ARIEN PRONK(ERS), ged. geref. Amersfoort 1-1-1705, beg. Amsterdam Karthuizer Kh. 7-10-1770 (Tieleman Pronk op het Franse Pat), woont te Amersfoort (1722), in de Roosestraat (1731), bij de Loojersstraat (1750) te Amsterdam, doopget. te Amsterdam (1735, 1736), krijgt indemniteit van Amersfoort 13-6-1757 voor vertrek naar Hilversum, met zijn echtgenote Anna Maria van Couwenhoven en hun dochters Adriaantje Pronkers en Kaatje Pronkers, met marginale aantekening d.d. 7-9-1761 dat aan Tileman Pronkers een vergelijkbare akte is afgegeven, otr./tr. 1o Amersfoort geref. 20-11/6-12-1722 als Tileman Arien Pronker (beiden wonen te Amersfoort) JANNA MARIA JACOBS, ovl. 1727-1750, otr. 2o Amsterdam 24-8-1731 (hij oud 29 jaar (sic!), get. zijn moeder Geertje Tieleman, haar moeije Jannetje Hendriks, haar ouders dood) ELISABETH (LIJSBETH) HENDRIKS, geb. Amersfoort 1698/99, beg. Amsterdam Wester Kh. 13-5-1750 (hv. van Tieleman Pronkers in de blinde hoek bij de Loojersstraat, pro deo, geen kinderen), wonend op de Baangraft (1731), bij de Loojersstraat (1750), te Amsterdam, doopget. te Amsterdam (1735, 1736), otr./tr. 3o Amersfoort geref. 17-7/2-8-1750 (hij als Tileman Pronker, wednr. van Elisabeth Hendriks, zij als wed. van Evert van Vredenheim)
463. (ANNA) MARIA (VAN) KOUWENHOVEN, ged. vóór ca. 1725 (geref. Amersfoort niet gevonden, check tzt op patroniemen), beg. Amersfoort St. Joriskh. 23-7-1785 (als Maria Kouwenhoven, in de Muurhuizen achter doctor Sas), j.d., van Amersfoort (1747), geb. en wonend te Amersfoort (1750), krijgt als echtgenote van Tilleman Pronkers met hun dochter Ariaantje Pronkers, oud 1 jaar, geboren te Amersfoort, indemniteit van Amersfoort 17-2-1753 voor vertrek naar Soest, krijgt als echtgenote van Tilleman Pronkers met hun dochter Adriaantje Pronkers, oud 2½ jaar, geboren te Amersfoort, indemniteit van Amersfoort 6-10-1755 voor vertrek naar Naarden, doopget. (1766), otr./tr. 1o Amersfoort geref. 6-1/5-2-1747 EVERT VAN VREDENHEIM (VULDENHEIM), ovl. 1747-1750 (beg. niet gevonden te Amersfoort), j.m., soldaat in de Compagnie van der Capellen, otr./tr. 3o Amersfoort gerecht 21-5/4-6-1773 (hij als wednr. van Jannitje Scholtz, zij als wed. van Thileman Pronk) en tr. RK 't Zand 4-6-1773 ARNOLDUS VAN GRONINGEN, ged. Amersfoort RK 't Zand 17-9-1721 (get. Joanna Hendrixe), beg. Amersfoort St. Joriskh. 14-1-1811, (=kw. nr. 238). soldaat in het bataljon van Gen. Maj. Becker, Comp. van Kapt. Schutter, in garnizoen te Amersfoort.
470. JAN GERRITZN TIEL(E)MAN, ovl. 1725-1731, beg. wellicht Amersfoort St. Joriskh. 5-9-1725 (als Jan Gerritsen, laat kinderen na), grenadier in het Regiment Van Maleprade, j.m. (1722), otr./tr. Amersfoort geref. 6/22-2-1722
471. JUDITH HENDRIKS DIEPERING, ged. geref. Amersfoort 27-10-1693, ovl. na 1735, beg. te Amersfoort tot 1811 niet gevonden, j.d. van Amersfoort (1722), otr./tr. 2o Amersfoort geref. 12/28-10-1731 (als wed. van Jan Gerritsz Tieleman wonend te Amersfoort) WILLEM VAN LIENDERT, ged. verm. Amersfoort Kr. Elleboog 3-9-1695, ovl. na 1735, beg. te Amersfoort tot 1811 niet gevonden, zn. van Albert van Liender en Mechtelt Willems, j.m. wonend te Amersfoort (1731).
472. REINIER HEERE(N), ged. Amersfoort 13-10-1696, beg. Amersfoort St. Joriskh. 12-4-1770, geref. lidmaat te Amersfoort op belijdenis (okt. 1721), j.m. wonend te Amersfoort (1724), mr. schoenmaker (1741), belender in de Nieuwstraat (1735..1741), in de Grote Haag (1768, 1772), schoenmaker (1755), betaalt ƒ 4,--,-- voor een huis in de Nieuwe straat (1755),[474], otr./tr. Amersfoort geref. 28-4/21-5-1724
473. HESTER (DE) ROGIER (ROSIJ), ged. Amersfoort 16-7-1699, beg. Amersfoort St. Joriskh. 11-1-1776, als Hester Cornelis de Rogie geref. lidmaat te Amersfoort op belijdenis (mrt 1719),
j.d. wonend te Amersfoort (1724).
De schoenmaker.
Gravure uit "Het Menselijk Bedrijf", door Johannes en Caspaares Luyken. Eerste uitgave : Amsterdam, 1694. klik op plaatje(s) om te vergroten |
Op 23-2-1776 wordt verkocht uit de nalatenschap van Hester Rosier, overleden te Amersfoort (woonde Nieuwestraat), wed. van Reynier Heere, : te Amersfoort: een huis in de Nieuwestraat, een huis in de Groote Haag op de hoek van de Koeysteeg en een huis in de Groote Haag. [475]
Op 1-5-1776 verkopen Maria van Lingh, huisvrouw van de absente Heereman Heere, en Johannes Heere, soldaat in de compagnie van kapitein Boonakker onder het regiment van generaal Doeglas, mitsgaders Hendrik van Veltwijk en Jacobus Schuijleman als momboir over de kinderen en erfgenamen van Hester Rosier, weduwe van Reinier Heere aan Gerrit Vogelesang, notaris alhier, een huis en grond in de Nieuwstraat, belending aan de ene zijde notaris Abraham van Bemmel, aan de andere zijde Willem Taasen. Het huis is het laatst bewoond door de overledene Hester Rosier, weduwe van Reinier Heere. [476]
474. (NI)C(O)LAAS VAN LING(EN) (LIJN), ged. Amersfoort Rem. 25-4-1675 (vader heet hier van Lijn), beg. Amersfoort St. Joriskh. 25 of 26-4-1768, j.m., wonend te Amersfoort (1705), kuiper (1721..1735), mr. kuijper (1723..1741), kuipersbaas (1754), gewezen kuipersbaas (1759), belender in de Kampstraat (1721..1746), op de Kamp (1728), in de Langestraat (1735), op de Langegraft (1735), op Bloemendal (1737..1758), possesseur (1741) van een hypotheek op seekere huijsinge, hoff en hoffstede, staande op Bloemendal,[480] krijgt als Nicolaas van Ling in de Langestraat te Amersfoort op 5-12-1747 2 Dragonders van het Waalse Regiment Mattha ingekwartierd,[481] otr./tr. Amersfoort geref. 27-2/19-3-1705
475. AGN(I)ES (VAN) STUYVENBERG, ged. geref. amersfoort geref 5-11-1680, beg. Amersfoort St. Joriskh. 22-8-1746 (laat kinderen na), als Agnes Stuijvenberg geref. lidmaat te Amersfoort op belijdenis (29-6-1700),
j.d., wonend te Amersfoort (1705).
De kuiper.
Gravure uit "Het Menselijk Bedrijf", door Johannes en Caspaares Luyken. Eerste uitgave : Amsterdam, 1694. klik op plaatje(s) om te vergroten |
Op 28-12-1723 verkopen de kinderen van Hendrik van Souten en Rijckland van Voorthuijsen aan Claas van Lingh, meesterkuiper en borger, een wel ter nering staende huijsinge in de Krommestraet op de hoek van de Peperstraet bewoond door Catharina van Zouten, weduwe van Gillis Schreuijer, belend aan de ene zijde deselve straat, aan de andere zijde Hermanus Caan, procureur. [482]
Op 24-12-1725 verkoopt Volcquert Aartsen Mom, burger, aan Nicolaas van Lingh, mr. kuijper en burger, met zijn vrouw Agnes van Stuijvenbergh, een huis, hof en hofstede, gelegen op Bloemendal, belend aan de ene zijde Jan Cornelisse, voerman, aan de andere zijde de erfgenamen van Volcquertje Alberts. [483]
Op 26-5-1734 verkopen gemagtigde van Nicolaas Methorst borgermeester en Theodora Tiedeman, egtelieden voor de eene helfte ende van Willem Westerhoff en desselfs huijsvrouw Catharina van Kouwenhove wonende tot Utregt voor de andere helfte, aan Nicolaes van Ling, meesterkuijper, sekere huijsinge, hof en hofstede, staande op de Campstraat belend aan de ene zijde: Gerrit Overkamp, smith, aan de andere zijde: Joost Voogd, kleermaker. Procuratie gepasseerd 6-2-1734 voor notaris Antony Methorst. [484]
Op 3-9-1734 verkoopt de gemagtigde (procuratie gepasseerd 14-12-1731) van Willem Gerrits Bloemhoff en Johanna van Deden, echtelieden wonende tot Amsterdam, aan Nicolaas van Ling, een sekere huijsinge, staande op Bloemendal aan de Bloemendalse Binnenpoort, belend aan de ene sijde de weduwe Pieter van Hoppesteijn, meestertimmerman, aan de andere sijde Jan Rijksen van Meijn. [485]
Op 8-3-1741 vindt het vervolg plaats van de boedelscheiding van Reijnier van Ling, overleden, wednr. van Maria van Groenenburgh. Het betreft een deel uit de nalatenschap dat de kinderen nog gemeenschappelijk bezitten, te weten een huysinge met een kleijn huijsje dien annex en hoven daarachter op de Wevercingel. Erfgenamen zijn de kinderen: Anthony van Ling, mr. timmerman, meerderjarig, Nicolas van Ling, mr. kuijper, gehuwd met Agnes van Struijvenbergh, Dirkje van Ling, gehuwd met Evert Kerkhoven, zijdereder. [486]
Op 2-10-1747 vindt de boedelscheiding plaats van Angenis Stuijvenberg, overleden (woonde Amersfoort op de Camp), echtgenote Nicolaas van Ling. Het betreft te Amersfoort 2 huizen op de Camp, een huis in de Crommestraat, een huis in de Lavendelstraat, 2 huizen op Bloemendal, een huis op de Weverscingel, en een huis op de Cingel. De drie kinderen Bartholomeus van Ling, Maria van Ling, en Aleijda van Ling (eveneens overleden) zijn erfgenamen. [487]
Op 10-6-1754 verkopen Gerrit van Beek en zijn vrouw Geertruijdt van Oij, burgers, aan Nicolaas van Linge, kuijpersbaas en burger, voor 200 gulden een huis, hof en hofsteede op Bloemendal, zijnde het tweede van de Bolderstraat af, naar de Bloemendalsepoort toe, belend aan de ene zijde op de hoek van de eerst genoemde straat Hermanus van Wijs, metselaar, aan de andere zijde Arnoldus Heijman [488]
Nicolaas van Lingh betaalt in 1755 het volgende huisgeld [489]: ƒ 6 huis aan de oversijde van de Kamp van de poort af, ƒ 8 huis aan de oversijde van de Kamp van de poort af, ƒ 4 huis op de weverssingel van de Kamp naar Bloemendal, ƒ 4.huis op de weverssingel van de Kamp naar Bloemendal, ƒ 9 huis in de Crommestraat aan de vijversijde, ƒ 6 huis in de Lavendelstraat oversijde bij het houte bruggetjen over Havik, ƒ 3 huis aan de oversijde van de Binnepoort, ƒ 3 huis aan de oversijde van de Binnepoort, ƒ 8 huis aan de oversijde van de Binnepoort, ƒ 4 huis op Bloemendal beginnende aan het Zand, ƒ 4 huis op Bloemendal oostzijde beginnende aan de poort.
Op 4-8-1759 verkoopt Nicolaas van Ling, burger en gewezene kuijpersbaas, aan Jacobus Sijnen en zijn vrouw Hendrikje van Beek d.m.v. een plegtbrief of rentebrief van 200 gulden, een huis, hof en hofstede op Bloemendal, zijnde het tweede huijs van de Bolderstraat af, naar de Bloemendalsche poort, belend op de hoek de weduwe Hermannus de Wijs, aan de andere zijde Arnoldus Heijmans. Het pand wordt gebruikt door Gerrit van Beek en zijn vrouw Geertuijd van Oij. Doorgehaald en geroyeerd op 6-10-1785. Inventarisnummer 436-37 Aktenummer 37 Bladzijde 158 [490]
Barth(olomeus) van Lingh betaalt in 1755 het volgende huisgeld [491]: ƒ 3 huis aan de oversijde van de Binnepoort, ƒ 4 huis op Bloemendal oostzijde beginnende aan de poort, ƒ 6 huis aan de oversijde van de Kamp van de poort af, ƒ 8 huis aan de oversijde van de Kamp van de poort af, ƒ 4 huis op de Weverssingel van de Kamp naar Bloemendal, ƒ 9 huis in de Crommestraat aan de vijversijde, ƒ 6 huis in de Lavendelstraat oversijde bij het houte bruggetjen, ƒ 4 huis op Bloemendal beginnende aan het Zand, ƒ 4 huis in de Grooten Haagh aan de walsijde, ƒ 14,6,1. huis in de Muurhuijsen van Cortegr. naast brug Rommelenburg naar de Kamperbinnepoort.
Op 16-1-1760 wordt Margerita Warneke genoemd (bij plaatsvervulling?) als laatste van de 5 kinderen die de gezamenlijke boedel verdelen van Helmig Warneke, lakenkoper, en Arnolda van Veenhuijsen. Het betreft te Leusden een Erf en Goed genaamd Bavoord, tegenover de Bavoordse Molen, en de verhuur van een hofstede te Leusden met land genaamd De Zuijdwind aan het einde van Hamersveld, van de Grift tot over de Linie. [492]
Op 30-5-1763 verkopen Bartholomeus van Ling en zijn vrouw Anna van den Noord, burgers, aan Jan van den Treek, burger, huis, hof en hofstede met een schuurtje daarachter staande op de Verkemerkt belend aan de ene zijde: Geertruijd van Lilaar, aan de andere zijde: de gemeene steeg. [493]
Op 21-6-1766 wordt procuratie verleend voor de ontvangst van een legaat door nicht Anna van de Noort, echtgenote van Bartholomeus van Ling te Amersfoort, uit de nalatenschap van Aleijda van de Noort, overleden, laatst wonend te Amsterdam, echtgenote van Gerrit Middeldorp. [494]
Op 6-5-1800 vindt de verkoop plaats van een huis aan de Weverscingel te Amersfoort uit de nalatenschap van Bartholomeus van Ling(h), overleden, echtgenoot van Anna van den Noort. De weduwe is testamentaire erfgename. [495]
Op 29-4-1779 verkopen Bartholomeus van Ling en zijn vrouw Anna van den Noord (borgers), aan Salomon Gerson, Jode (wonende binnen Amersfoort), zekere huizinge, erve en grond met den hof daarachter en de grond daarnaast, staande aan de zuidzijde van de Grooten Haag, op de hoek bij de wal. belend aan de ene zijde: de verkopers. Namens de verkopers treedt op als gemachtigde: Arnoldus van Doornik (clerk ter Secretary alhier) volgens procuratie opgenomen in de koopcedulle d.d. 5-2-1779 voor Notaris Cornelis Suyck. Dit huis wordt bewoond door Thomas van Londen. [496]
Op 5-8-1803 wordt een boedelvolmacht verleend aan Anna van den Noort, wed. van Bartholomeus van Ling te Amersfoort vanwege de nalatenschap van haar zuster Gesina van den Noort, overleden te Amsterdam, wed. van Cornelis Kosters. [497] Er wordt verwezen naar een testament d.d. 5-2-1801. [498]
Op 25-2-1811 vind de verkoop plaats van een aantal huizen uit de nalatenschap van Anna van den Noort, overleden 11-1-1811 te Amersfoort, wed. van Bartholomeus van Lingh. Het betreft : te Amersfoort: een huis in Krommestraat hoek Peperstraat (Breul 6), een huis aan Lavendelstraat hoek Havik (Bloemendal 369), een huis op Bloemendal (Bloemendal 214), een huis op Bloemendal (Bloemendal 218), een huis op Bloemendal (Bloemendal 200), een huis op Bloemendal (Bloemendal 180), een huis in de Muurhuizen met hof tot Stadscingelgracht (Camp 493), een huis met loods aan Groote Haag (Breul 197). [499] Er wordt verder verwezen naar een Testament d.d. 30-8-1802. [500]
Op 18, 20 en 24-5-1811 vinden de verkopingen plaats van een aantal huizen uit de nalatenschap van Anna van den Noort, overleden 11-1-1811 te Amersfoort, wed. van Bartholomeus van Lingh. Het betreft : 1) te Amersfoort: een huis op Bloemendal nabij de plaats waar de Bloemendalsche Binnenpoort stond (Bloemendal 214), [501] 2) te Amersfoort: een opbouw bestaande uit 11 woningen en een loods aan de Groote Haag (Breul 197), strekkende tot aan de Stadswal, [502] 3) te Amersfoort: een huis met hof in Muurhuizen strekkende tot aan Stadscingelgracht (Camp 495), [503] 4) te Amersfoort: een huis in Krommestraat op hoek van Peperstraat (Bloemendal 6), [504] 5) te Amersfoort: een huis met hof op Bloemendal (Bloemendal 200), [505] 6) te Amersfoort: een huis in de Lavendelstraat op de hoek van het Havik (Bloemendal 369), [506] 7) te Amersfoort: een huis op Bloemendal (Bloemendal 180), [507] 8) te Amersfoort: een huis op Bloemendal (Bloemendal 218). [508] Er wordt verder verwezen naar een Testament d.d. 30-8-1802. [509]
476. GERRIT (GERARD) VAN GROENING(EN), geb. vóór ca. 1685, beg. Amersfoort St. Joriskh. (impost) 8-7-1738, huw. get. (1727, 1730), otr./tr. Amersfoort geref. 27-3/12-4-1705
477. TEUNTJE (ANTONIA) JANS (VAN) COELEN, geb. vóór ca. 1685, ovl. na 1738 (diverse Teuntje Jans komen in aanmerking), woont te Amersfoort (1705), huw. get. (1738).
478. (AN)DRIES WILLEMSEN (SCHONS), ged. wellicht Amersfoort 6-4-1699 als zn. van Jan Willemsz en Geertruijd Andries, beg. Amersfoort Lieve Vrouwe Kerk 12-5-1749 (als Dries Schons), j.m. wonend te Amersfoort (1722), otr./tr. Amersfoort 10-7/2-8-1722 (beide onder patroniem)
479. MARIETJE (MARIA) BERENTS (BARENTS) (BEEK), ged. (niet gevonden te Amersfoort), beg. Amersfoort Lieve Vrouwe Kapel 23-1-1745 (als Maria Beerends), j.d. van Amersfoort (1722). Parentatie van dit echtpaar niet bewezen, zoek uit!
COMMENTAAR(¥) Wie is Lodewijk Vrolijk, ovl Amersfoort 21-8-1827 (oud 82 jaar), ouders niet vermeld, weduwnaar van Adriana Driesman? Hieruit Hendricus Vrolyk, geb. Amersfoort, oud 22, tr. Amersfoort 13-12-1815 Johanna Pel, geb. Amersfoort, oud 34, dr. van Jurrien Pel en Johanna de Hoog. |
COMMENTAAR(¥) Mogelijk is deze Barend Schons degene die trouwt met Helena Vos, en is Barend genoemd hierboven onder c) jong overleden. |
480. MATTHIJS (SENTEN) LAVOOR (LIEVOOR), geb. (Amsterdam ?) vóór ca. 1695, ovl. 1733-1739 (beg. niet gevonden te Amersfoort op achternaam en patroniem), otr./tr. Amersfoort geref. 29-6/15-7-1714 als j.m. van Amsterdam, wonend te Amersfoort
481. GRIETJE STOFFELS (VAN DE(R) LINDEN), ged. geref. Amersfoort 19-1-1696, beg. Amersfoort St. Joriskh. (impost, naar Leusden) 7-10-1739 (als Grietje van der Linden), j.d. wonend te Amersfoort (1714), otr./tr. 2o Amersfoort geref. 5/26-6-1739 EVERT EVERTSE HOOGLAND, ged. geref. amersfoort geref 13-11-1705 (als Everardus), beg. Amersfoort St. Jorisk. 25-10-1766, zn. van Anthoni Fransz Hoogland en Aaltje Everts Spoeijenburg (het patroniem komt dus blijkbaar van zijn moeder!), j.m. wonend te Amersfoort (1739), vermoedelijk , en eigenaar betaalt als tabaksplanter ƒ 8,--,-- huisgeld voor een huis aan de Breedestraat (1755) en tesamen ƒ 8,--,-- voor vijf huizen aan de Singel (1755),[513] vermeld als borger en tabaksplanter te Amersfoort (1757). [514] Hij hertr. als haar wednr. Amersfoort geref. 13/31-5-1740 Margarietje Daniels, j.d., waaruit twee kinderen geref. gedoopt Amersfoort 1741, 1744.
Op 6-10-1739 worden de kinderen Jacobus, oud 6 jaar, Hanna, oud omtrent 11 jaar, en Hendrik oud 16 jaar, van Matthijs Lavoord en Grietje Stoffels opgenomen in het Stadskinderhuis te Amersfoort.[515] De zoon Stoffel (geb. 1730) is dan mogelijk al overleden. Voorts heeft Grietje's tweede echtgenoot Evert Evertse Hoogland blijkbaar geen zin, geld of tijd om de voorkinderen van Grietje te verzorgen.
Op 17-5-1753 worden voogden aangesteld over (de kinderen van?) Jannitje van Geelkerk, borgeresse, wed. van Cornelis van Wageningen volgens kontrakt met haar man van 29-9-1727. De voogden zijn Willem Clercq, zwager en Evert Hoogland, vriend. [516]
Aanstelling van soldaat Mathias Lavoor als "bijlegger" in de Kolonie Berbice, 1778.
[519]
klik op plaatje(s) om te vergroten |
Nicolaas van Gulik, warmoes(ier), geb. 28-12-1759, is ingezetene van Amersfoort (1811).[520]
In 1793 verklaart Claas van Gulik, warmoesier, in de wijk Bloemendal, gehuwd met Johanna Lavoor, met een inwonende dochter, onder presentatie van eed geen duizend guldens te bezitten, doch heeft iets vrijwillig gecontribueerd den 17e Augustus 1793, voor de Liberale Gift 1793. [521]
Op 30-7-1850 treedt Jan Mulder (rogsteker en wever), gehuwd met Johanna Lavoor, wonend te Amersfoort, op als executeur van het testament van zijn oom Hendrik Mulder. Laatstgenoemde legateert aan neef Jan Mulder het stuk land buiten de Kleine Koppelpoort, en aan Jan Mulder jr., zoon van genoemde Jan Mulder, het huis met toebehoren op het Spuij. Hij benoemt tot zijn enige erfgenaam zijn zuster, Gerritje Mulder, weduwe van Barend Ruitenberg, (visverkoopster) te Amersfoort. Zijn executeur Jan Mulder ontvangt een legaat van 25 guldens. [522]
Hendr(ik) Lavoor, dagh(uurder), geb. 6-12-1778, is ingezetene van Amersfoort (1811).[527]
COMMENTAAR(¥) van haar geen gegevens te Amsterdam gevonden. |
Gerrit ter Beek, wever, geb. 11-3-1766, is ingezetene van Amersfoort (1811).[534]
482. JAN VAN HET HOFF, geb. vóór ca. 1710, ovl. 1764-1792, parentatie niet bewezen, j.m. wonende te Amersfoort (1731), wednr. van Barbara Reinierze wonende te Amersfoort (1747), krijgt als Jan van 't Hoff in de Utrechtsestraat te Amersfoort op 20-11-1747 zes Dragonders van het Waalse Regiment Mattha ingekwartierd "sonder beddegoed".[535] is mogelijk een zoon van Hendrick Elbertsz van 't Hoff x Susanna Teunis(sen) van den Brinck,(¥) otr./tr. 2o Amersfoort geref. 19-5/6-6-1747 KATRIJNTJE (CATHARINA) VAN DOORNIK, ged. geref. amersfoort geref 22-5-1727, beg. Amersfoort Lieve Vrouwenkh. (impost) 26-1-1792 (als wed. Van Doornik, oud 65 jaar), j.d van en wonend te Amersfoort (1747), dr. van Reijmert van Doornik, huiseigenaar in de Langestraat en de Utrechtsestraat, en Jacomijntje (van) Hardevelt, otr./tr. 1o Amersfoort geref. 23-11/11-12-1731
483. BARBERA REINIERZE, geb. vóór ca. 1710, beg. Amersfoort St. Joriskh. 26-9-1744 (als Barendina Reijniersen, laat kinderen na), j.d. wonende te Amersfoort (1731). Woont dit echtpaar mogelijk eerst (1731-1747 ?) te Deventer, alwaar Hillegonde (=kw. nr. 241). dan geboren is?
Weeskamer te Amersfoort:
1755: Jacomina van 't Hoff. [536]
Weeskamer te Amersfoort:
1771: Gerritje van 't Hoff. [539]
NB is dit Geertuida?
Weeskamer te Amersfoort:
1770: Jan van 't Hoff. [540]
COMMENTAAR(¥) NB de getuige (en wellicht de vader?) bij de geboorteakte is haar neef Rijmert van 't Hof, ged. geref. Amersfoort 10-11-1793. |
- Alfabetische klapper op de stamboeken van de in 1802 naar West-Indië uitgegane onderofficieren en minderen, met vermelding van overlijden of vertrek. 1802 - 1809
Sander Bommelshoofd: soldaat [541]
Sandert Bommelshoofd Bataljon Artillerie van Linie no 4 - 1813-1815 [542]
COMMENTAAR(¥) Wie is Reimert van 't Hoff wordt geref. lidmaat te Amersfoort jan. 1820 op attestatie van Antwerpen. |
- Oorlog voor 1813, Stamboeken: Infanterie
Reumert van 't Hoff: soldaat, 5de Halve Brigade, 1ste Bataljon [543]
Reumert van 't Hoff: soldaat, 7de Regiment Infanterie van Linie 1ste Bataljon 1805 - 1807[544]
Romert van 't Hoff: soldaat, 6de Regiment Infanterie van Linie 3de Bataljon 1805 - 1807[545]
- Landmacht: Stamboeken supplement
Reymert van 't Hoff: 5de Regiment Infanterie van Linie, Uittreksels 1806 - 1810 [546]
- Overlijdensakten Nederlandse militairen in Franse hospitalen, 1792-1815
Remert van 't Hoff, geb. Amersfoort[547]
484. I(J)SAAQ (ISAAK) JACOBSZ KOOL (VAN PIPPIN), geb. vóór ca. 1680, beg. Amersfoort St. Joriskh. (impost) 11-6-1740 (als Isaac van Pippen), j.m., lakendrapiersknecht (1698), soldaat in de Compagnie Marchel (1704), otr./tr. 1o Amersfoort gerecht 19-4/3-5-1698 (get. zijn broeder Roeloff Jacobsz van Pippingh (elders Pepijn!), haar oom Hertgert Elisz, bombasijdewerker), RK Kr. Elleboog 4-5-1698 CATHARIJNTJE EVERTS, ovl. 1698-1704 (beg. niet gevonden te Amersfoort), verm. dr. van Evert Elissen en Dirckgen Hendricks, doch doop niet gevonden, otr./tr. 2o Amersfoort geref. 25-1/10-2-1704 als Isaak Jacobsen
485. ALEIJDA JACOBSZ BOS(CH), ged. geref. Amersfoort 22-2-1680, beg. Amersfoort St. Joriskh. 11-7-1742 (laat kinderen na), j.d. wonend te Amersfoort (1704).
Een Grietjen Staal wordt in 1742 te Amersfoort genoemd als een van de vier kinderen die erfgenamen zijn van Hendrik Staal, bakker, en Maria Peters. [550]
Hendrik Hartogsveld, daghuurder, geb. 17-9-1748, is ingezetene van Amersfoort (1811).[552]
Jan Hastogtveld, wever, geb. 11-8-1783, is ingezetene van Amersfoort (1811).[555]
486. ALBERT ALBERTSZ VAN NIEKERK (NIJKERK), ged. (geref. Amersfoort niet gevonden), ovl. na 1742 (beg. verm. Amersfoort 14-10-1758 als Aelbert Aelberts, "van Hoogland naar Leusden"), j.m. van Amersfoort (1722), krijgt met zijn echtgenote Johanna van Edelingh indemniteit van Amersfoort 13-8-1742 voor vertrek naar Soest, otr./tr. Amersfoort geref. 9/27-10-1722 als Albert van Nijkerk
487. (JO)HANNA JANS (VAN) EDELIJN (EDELING(H)), ged. geref. Amersfoort 14-9-1704, ovl. na 1742, j.d. van Amersfoort (1722).
COMMENTAAR(¥) Verwarring zou kunnen ontstaan met Willemijntje, geref. gedoopt te Amersfoort 19-2-1726 als dr. van Pieter van Nijkerk (Nieuwkerk) x Hendrikje Cornelisse (van den) Oudenallert. Deze is echter niet het gezochte kwartier |
COMMENTAAR(¥) Wie is Jannitje van Niekerk otr/tr Amersfoort geref. 14/30-5-1779 Jan van Binnendijk, j.m. van Amersfoort (1779). Hieruit kinderen Peter en Hendrikje 1780, 1782. |
488. P(I)ETER CLERCK, ged. Utrecht Domk. 25-5-1692, beg. Amersfoort St. Joriskh. 14-5-1751 (laat kinderen na), boekdrukker aan de Hoff of Koornmerkt te Amersfoort (1749-1750), maakt wel stadsdrukwerk maar heeft niet de titel stadsdrukker zoals zijn vader,[563] otr./tr. Amersfoort 22-11/10-12-1715 als j.m. van Amersfoort
489. EVERTJE WILLEMS VAN RAALT, ged. geref. Amersfoort 23-8-1685, beg. Amersfoort St. Joriskh. 31-1-1761 (als wed. van Pieter Clerck, laat kinderen na), j.d. van Amersfoort (1715), boekdrukster aan de Hoff te Amersfoort als wed. van P. Clerck (1751-1753),[564] betaalt als wed. van Pieter Clerck, boekdrukker, ƒ 6,13,8 huisgeld voor een huis op de Korenmarkt (1755).[565] Later (na 1755) betalen de erven van Pieter Clerck dit bedrag, en tevens ƒ 2,13,8 voor een huis op Bloemendal tussen de Teut en de Weverssingel [566]. Zij is als weduwe van Pieter Clerk belendster op den Hoff of Koornmarkt (1758). De kinderen en erven van Pieter Clerk zijn belenders op den Hof of Koornmarkt (1766).
Op 17-11-1715 verkoopt Elisabeth Braams, weduwe van Willem van Raalt aan Evertje van Raalt, jongedochter voor 300 gulden een tabaksschuur met alle landerijen daarbij behorende, staande buiten de Arnhemsepoort (Slijckpoort), strekkende van de stadsbuitengracht tot aan de Watersteeg en in de breedte tot aan de Utrechtseweg, zoals het in huur gebruikt werd bij Johan van Raalt, organist en klokkenist. De akte is doorgehaald en geroyeerd op 24-2-1717 door Pi eter Clercq, borger, getrouwd met Evertje van Raalt, die verklaarde van Elisabeth Braams, weduwe van Willem van Raelt de 300 gulden ontvangen te hebben. [567]
Op 22-11-1715 maken Pieter Clerck, minderjarige j.m. en Evertjen van Raalt, minderjarige j.d., "ten overstaen van de naeste ondergeschreven vrinden" huwelijks voorwaarden. Beiden verklaren vrij te zijn "en sonder lasten oft schulden". Johannes Klerk, vader van de bruidegom, brengt aan "een somme van twee honderd ca: guldens" en "een eerlijcke uijtset". De bruid brengt aan " een capitael somme van acht honderd gulden, staende geregtight in de schuijt en landerije van de wed. Willem van Raalt, in sijn leven organist deser stad, gelegen even buijten de Slijckpoort, mitsgaders een sesde part in sekere toebacxschuijt staende bij Sterrenbruggetjen tusschen 't selve en de Stroop(aft?), item nogh een sesde in de huisinge staende aen de Langestraat, bewoont en gebruijckt wordende bij de wed. van Raalt voors., ende eijndelijck nogh een sesde part in het huijs staende in de Langstraat bij de pomp bij Wouter ...(niet ingevuld) in huijs gebruijckt wordende". Beiden zullen voor de helft delen in winst en verlies, erfenissen uitgezonderd. Indien een van beiden mocht komen te overlijden zonder kind(eren) uit dit huwelijk dan zullen de aangebrachte en aangeerfde goederen teruggaan naar de zijde waar ze vandaan zijn gekomen, naast de helft van de winst. Indien er wel kinderen zijn dan erven dezen alles, indien ze komen te overlijden dan erven ze van elkaar tot de laatste toe, anders gaan de goederen weer terug als boven. Was getekend, Pieter Clerck, Eevertie van Raalt, Johannes Clerck, Jan van Raalt, Josua Craanen.[568]
Op 30-3-1717 verkopen Pieter Clercq en zijn vrouw Evertje van Raelt aan Anthonij van Bemmel, medicine doctor en raad in de vroedschap een obligatie van 500 gulden, met als onderpand zeven morgen tabaksland met een woning en tabaksschuur, gelegen tussen de Utrechtsepoort en de Arnhemsepoort (Slijckpoort), belend aan de oostzijde de stadsgracht, ten zuiden de Steenstraat en weg buiten de Slijckpoort, ten westen de Watersteeg, ten noorden de Steenstraat buiten de Utrechtsepoort. De obligatie van 500 gulden is het restant van een lening van 1000 gulden die Elisabeth Braams op 17-11-1708 verkregen heeft van Evert en Evertje van Raalt, waarvan de helft is afgelost en geroyeerd. [569]
Op 3-1-1724 verkopen Jan Kraaker en Anna Willemina Foeijt, echtelieden en borgers, aan Pieter Clerk en Everarde van Raalt. echtelieden en borgers, een huis aan de Hof of Coornmerkt, "met alles wat in huis gevonden wordt, behalve de staende plaet in de agter keuken", belend aan de ene zijde Geurt Bosch, aan de andere zijde Cornelis van Oort,. [570]
Op 24-6-1724 verkopen Wessel Craanen, notaris en procureur alhier, en Geertruijd van IJsselt, echtelieden en borgers binnen dese stad, en Elisabeth Craanen, meerderj. dochter en mede wonende binnen deze stad voor de ene helft, mitsgaders Pieter Clercq, getrouwd met Everarda van Raalt, benevens dezelve Everarda van Raalt, Alida van Deventer, weduwe en boedelhardster van Jan van Raalt en als moeder en momberse over haar vijf onmondige kinderen door voornoemde Jan van Raalt bij haar in echte verwekt, en Luijtje Dove, wonende tot Amsterdam, weduwe en boedelhardster van Evert van Raelt, voor zichzelf en als moeder en momberse over haar vier onmondige kinderen door Evert van Raalt bij haar in echte verwekt, voor de andere helft, aan Anna Gort, weduwe Lielaer, veertien gebinten van een tabakschuur buiten de Kamppoort beginnende voor van de Steenstraat af en strekkende tot aan de vijftiende stijl, welke stijl gemeen blijft met het achterste gedeelte van de schuur benevens zo veel grond van het hofje naast de schuur langs het steegje als de voorsz. gebinten strekken, mitsgaders nog het hofje dat opzij ligt bij het achterste gedeelte van de schuur, tussen de schuur van de echtgenote van Dirck van Bemmel en het hofje van Arnoldus Coedijck, belend aan de ene zijde de acceptanten, aan de andere zijde de erfgenamen van Dirck van Bemmel en nu ook de acceptanten met de vaaltstede en berg. [571]
Op 24-6-1724 verkopen dezelfden aan Matthijs Scheerder, tabaksplanter en borger binnen deze stad, een huis, hof en hofstede met het gebouw voor dezen gebruikt tot een melterije en een stallinge aan de Langestraat met een vrije uitgang uitkomende in de Muurhuizen, belend aan de ene zijde Joffer Draackenborgh, aan de andere zijde Cornelis van Birckhoven. [572]
Op 24-6-1724 verkopen dezelfden aan Evert Jansz Roelen elf gebinten of vakken van een tabakschuur buiten de Kamppoort aan de Beek bij 't stenen bruggetje, beginnende van de vijftiende stijl, benevens zoveel grond van het hofje naast de schuur langs het steegje als de genoemde gebinten of vakken strekken, belend aan de ene zijde het voorsz. hofje, aan de andere zijde doctor Arnoldus Koedijk met zijn hofje. [573]
Op 30-4-1732 verkopen Pieter Clerk en zijn vrouw Everarda van Raalt aan Arnoldus van Dijk voor 300 gulden een huis, hoff en hoffsteede op den Hoff off Coornmerkt in den hoek, belend aan de ene zijde Geurt Bosch, aan de andere zijde Cornelis van Oort. De akte is doorgehaald en geroyeerd op 29-2-1754. [574]
Op 18-9-1737 verkopen Pieter Clerk en zijn vrouw Everarda van Raalt, burgers, aan Abraham van Bemmel, notaris en procureur voor 200 gulden een huis, hof en hofstede op de Hof of Korenmarkt, in de hoek, belend aan de ene zijde: Geurt Bosch, aan de andere zijde: Cornelis van Oort De voorstaande akte is geheel doorgehaald. In de marge: op 16-9-1747 en 29 jan 1749 is de schuld afgelost. Hiervan akte 19-2-1749. [575]
COMMENTAAR(¥) In ref. [579] wordt de affiliatie ten onrechte anders verondersteld. |
Op 4-6-1758 compareert te Utrecht Pieter Clerq die verklaarde gehuurd te hebben van heer Pesters een huysinge aan de Groenesteegh, den huurder bekend als bij hem enige jaren in gebruik geweest. De huur gaat in per 1-5-1758 voor twee jaar voor de somme van ƒ 65,-- per jaar, te betalen in gelijke delen op 1 november en 1 mei van ieder jaar. Voorts wordt bepaald dat wanneer het secreet, dat gemeenschappelijk is met het huis van de verhuurder op de Nieuwe Gracht, vol is het moet worden geloosd in het huys van de verhuurder. Getuigen zijn Jan Cornelis Oskamp en Jan Hendrik Schouten, klerken van de notaris. Hij ondertekent Pieter de Klerk.[580]
Is dit onze Pieter?
Op 10-6-1771 lenen Pieter Clerck, stadsdrukker, en zijn vrouw Gouda ten Bosch, van Cornelis van Deventer, notaris, een bedrag van 399 gulden en 19 stuiver, met als onderpand huis, erf en grond, aan de Hof of Koornmerkt, belend aan de ene zijde Jan Blok, aan de andere zijde de kinderen van Jacobus Korssen van den Oudenallen. De akte is doorgehaald 2-6-1802. [581]
492. CORNELIS ME(I(J))NSE(N(S)) (MEIJSEN)(¥), beg. mogelijk Amersfoort St. Joriskh. 17-12-1739 (als Cornelis Rijksen van Meijn), j.m. van Woudenberg, wonend te Amersfoort, otr./tr. Amersfoort geref. 12/30-6-1711[582]
493. EIJGJE (AECHT(JEN), ECHTJE, EEGJEN, AERTIE) P(I)ETERS, beg. Amersfoort St. Joriskh. (impost, naar Leusden) 30-12-1745 (als Eghtje van de Grift), uit Rijswijk, wonend te Amersfoort.[583]
COMMENTAAR(¥)
Is er verband met Meijnsje Hendriks van de Grift, won. te Amersfoort, otr/tr. Amersfoort geref. 16-8/8-9-1715, Hendricus Coornbloem.[584]
Meijnsje van der Grift krijgt indemniteit van Amersfoort 20-3-1741 voor vertrek naar Hilversum.[585]
De in [586]
geuite veronderstelling dat Meijnsje Cornelis moeder zou zijn lijkt gezien de jaartallen onwaarschijnlijk.
In het register van het Familiegeld Woudenberg [587] worden vermeld : Meijns Jacobsz, 1688-1694, betaalt nihil tot ƒ 2,10,--, Meijns Thonisz, op Heijnschoten, 1688-1705, betaalt ƒ 6,3,-- tot ƒ 12,0,--. Beiden komen op de lijst van Woudenberg 1675 nog niet voor. In het register staat Meijns Jacobsz vlakbij bij Evert Hendricksz, "op de Grift". Zou een van beide Meijnsen de vader van Cornelis Meijnsen kunnen zijn? |
494. WULFERT WOUTERSE (WOLFERTSZ) (VAN MIDDELDORP)(¥), ged. verm. Amersfoort Oud Kath. Muurhuizen 15-3-1677 als zn. van Joannis Wulpherse en Everarda Aerts, ovl. vóór 1744, otr. 1o BERENTJE CORNELIS VAN DE HANEPOEL, beg. Amersfoort St. Joriskh. 11-11-1724 (als Berentje van de Haanenpol, laat kinderen na), otr./tr. 2o Amersfoort geref. 1-12/17-12-1724 (hij als wednr. van Berentje Cornelis van de Hanepoel)
495. STIJNTJE (CHRISTINA) (AN)DRIESSE ELDERS, geb. vóór ca. 1705, beg. Amersfoort St. Joriskh. 16-4-1778 (als Steijntje Elderts in de St. Jansstraat) of ovl. Amersfoort (reg. ovl. RK Kromme Elleboog) 24-7-1784, doopget. (1730) (zie EK 22/30)
j.d. wonend te Amersfoort (1724).
COMMENTAAR(¥)
Is er verband met Heymen Everts van Middendorp tr. 1689 Aaltje Cornelis Ter Beek etc. [602]
,[603]
.
Evert Heijmen van Middendorp tr. Nijkerk 1667 Lucia Rengers Opstal [604]. |
498. ANTHONIJ LEVINJE (LAVINJE)(¥), j.m. wonend te Amersfoort (1701), otr./tr. Amersfoort geref. 3/26-6-1701
499. WILLEM(IJN)TJE GIJSBERTS, ovl. na 1724
j.d. wonend te Amersfoort (1701).
COMMENTAAR(¥)
Is hij verwant aan
Anne la Vigne en Samuel Aubri, geref. lidmaat te Amersfoort 15-4-1666, met attestatie van Haarlem.[605] Malachias de Lavigne : Akte van transport door Malachias de Lavigne van een obligatie van 1000 gulden en een obligatie van 600 gulden, authentiek afschrift, 1757, met hierop betrekking hebbende stukken, 1745, 1748, 1755. [606] Hij is wellicht een zn. van Jan Lavange, j.m. wonend te Amersfoort buiten de Koppelpoort, otr/tr Amersfoort geref. 24-12-1667/14-1-1668 (hij geast. met Robbert Doley, zij geast. met Marij Meljé) Maria Dorleijn, wonend te Amersfoort. Uit dit huwelijk geen dopen geref. te Amersfoort gevonden. |
COMMENTAAR(¥) Van geen van onderstaande kinderen, uitgezonderd Marritje, valt te Amersfoort op de achternaam Levinje, Lavinje een huwelijk of begrafenis te vinden. Wel op Le Vinge, La Vinge, ZOEK UIT (op patroniem?). |
500. MACHIEL (MICHIEL) LOURENSZ, j.m. wonend te Amersfoort (1714), otr./tr. Amersfoort geref. 22-6/10-7-1714
501. (HE)LENA ABRAMSEN, j.d. wonend te Amersfoort (1714).
COMMENTAAR(¥)
Is er verband met Bartholomeus van der Velden, burger van Amersfoort
9-2-1703, komend uit Rotterdam?
Er is ook een echtpaar Laurentius van der Velde x Gertrudis Hendriks van Nieuwkerck van wie vier kinderen gedoopt te Amersfoort RK Kr. Elleboog 1718-1726. |
Hij trouwt wel heel erg oud, klopt dit wel? Echter geen eerder huwelijk of dopen geref. te Amersfoort gevonden.
504. GEERARDUS (GERHARDUS) NOEST, ged. Utrecht Buurk. 1-7-1704 ("vader bereids overleden"), ovl. na 1775? (beg. niet gevonden te Utrecht tot 1804), woont Boterstraat (1730), bij de Tolsteegpoort (1730..1743), genoemd als geref. lidmaat te Utrecht (1730..1743), is borg voor Leenderd Monné (1770), [608] tr. Utrecht Catharijnek. 9-5-1730
505. (CHRISTINA) ELIZABETH ROEMERS, geb. vóór ca. 1710(¥), ovl./beg. aang. Utrecht Buurkh. 9/18-4-1775 ("gratis", laat 2 mondige kinderen na), woont bij de Jerusalemsteeg (1730), Boterstraat (1730), bij de
Tolsteegpoort (1730..1743), buiten de Wittenvrouwenpoort in 't
Kruisgasthuis (1775),
genoemd als geref. lidmaat te Utrecht (1730..1743).
COMMENTAAR(¥) doop te Utrecht 1696-1714 niet gevonden. Er zijn in die tijd wel diverse kinderen Romerus in de katholieke kerken te Utrecht gedoopt. |
508. JOHANNES GIJSBERTS (VAN) BEKBERGEN, ged. geref. Amersfoort 26-12-1708, ovl. na 1755 (diverse beg. Jan Giesbertsen komen in aanmerking), j.m. van Amersfoort (1732), mogelijk als Johannes van Bekbergen geref. lidmaat te Amersfoort sept. 1755 met attestatie van Namen (zou hij militair zijn?), en wederom als Johan van Bikbergen geref. lidmaat te Amersfoort feb. 1783 met attestatie van Namen (dan is hij al 75 jaar!), otr./tr. Amersfoort geref. 18-1/3-2-1732 (hij als Johannes van Bekbergen, zij als Neeltje Asbak)
509. NEELTJE WILLEMS ASBAK (ASBAG, ASBACH)(¥), geb. vóór ca. 1700, ovl. na 1755 (beg. Amersfoort niet gevonden onder achternaam, er zijn wel diverse Neeltje Willems die in aanmerking komen), j.d. van Amersfoort (1718),
geref. lidmaat te Amersfoort op belijdenis april 1731,
j.d. wonend te Amersfoort (1732), otr. 1o Montfoort/Amersfoort gerecht 4-2-1718 (zij als Neeltje Asbach)
JAN BAESDORP(¥), ovl. na 1747 (sic!), j.m. van Montfoort (1718).
COMMENTAAR(¥) Met Neeltje Asbak/Asbach is iets merkwaardigs aan de hand. Zij lijkt tweemaal te huwen, in 1718 en in 1732, beide keren echter vermeld als j.d. van Amersfoort en niet de tweede keer als weduwe. Voorts blijkt dat haar (eerste?) echtgenoot Jan Baasdorp, vader van Bartha Baasdorp in 1747 nog leeft (zie onderstaande akte van huw. voorwaarden van zijn dochter). Dat lijkt niet te kloppen met een tweede huwelijk van Neeltje Asbag in 1732 met Johannes Gijsberts (van) Bekbergen. Zijn zij gescheiden? Zijn er twee vrouwen met de naam Neeltje Asbach? Anderzijds is het vreemd dat Bartha Baasdorp bij haar huwelijkse voorwaarden niet geassisteerd wordt door haar eigen vader, die wel leeft, mede compareert en tekent met een kruisje, maar door haar aangetrouwde oom Jacobus Graves, gehuwd met haar tante Helena Asbach. Is er iets met Jan Baasdorp aan de hand? Een en ander zou kunnen blijken uit nadere lezing van het testament van Jacobus Gravers en Helena Asbag te Montfoort in 1738. |
OP 2-2-1723 treedt Jan Baasdorp op als voogd verkoper in een akte te Montfoort. Zoek op tekst. [609]
Op 16-5-7138 legateert Beatrix Vernoij, wed. van Baltus van den Nieuwendyk aan haar kleinzoon Jacob van den Nieuwendyk.[610]
Op 22-7-1747 compareren te Utrecht ter ene zijde Jacobus van den Nieuwendyk, bruidegom, wonend onder het gerecht van de stad Wyk, geast. met zijn voogden Gysbert van den Houdyk en Jacobus van Oort, en ter andere zyde Barta Baasdorp, bruid, meerderjarige dochter te Montfoort, wonend te Montfoort, geast. met haar oom Jacobus Graves, gehuwd met Helena Asbach, voor het maken van huwelijkse voorwaarden. De aanbreng van de bruidegom is 15 mergen boomgaerd, bouw- en wylanden, gelegen onder de vrijheid der stad Wijk, waarvan 3 morgen leenroerig aan het kapittel van de Dom en 9 morgen aan het kapittel van Oudmunster. Voorts brengt hij aan een vierdepart in huysinge, hofstede met 46 mergen boomgaerd, bouw- en wylanden gelegen onder het gerecht der stad Wijk, mitsgaders goud en zilver tot zijn lijf behorende. De bruid brengt aan goud en zilver tot haar lijf behorende en een capitaal van ƒ 500,--. Het huwelijk wordt gesloten buiten elke gemeenschap van ingebrachte en nog tijdens het huwelijk in te brengen goederen. Mocht de bruidegom voor de bruid komen te overlijden zonder achterlating van kinderen uit dit huwelijk dan dan verkrijgt de bruid het vruchtgebruik van de gehele nalatenschap. Mocht de bruid voor de bruidegom komen te overlijden zonder achterlating van kinderen uit dit huwelijk dan dan erft de bruidegom de gehele nalatenschap, onder de voorwaarde dat hij aan de oom em moeij Jacobus Graves en Helena Asbach, echtelieden, of de langstlevende van hen, zal overgeven uit de na te laten goederen van de bruid, haar klederen, goud en zilver. De "vader van de bruid, Jan Baasdorp die mede compareerde", doet afstand van de legitieme portie die hem bij overlijden van de bruid mocht toekomen. Bruid en bruidegom verklaren voorts dat de langstlevende wordt benoemd tot enige en absolute voogd van eventuele kinderen, onder uitsluiting van alle anderen. Getuigen zijn Mr. Jacob Smit en Jan Jacob Vlaer. Was getekend door allen, behalve Jan Baasdorp die een merk (+) zet.[611]
Op 7-2-1748 verdelen de kleinkinderen van Baltus van den Nieuwendyk de nalatenschap van hun grootvader. Jacob van den Nieuwendyk ontvangt o.a. 3 morgen land gelegen in 8 morgen land, leenroerig aan het huis Roetert. Op 28-6-1750 volgt de nadere verdeling waarbij Jacob en zijn zusters Hermina en Maria ieder ƒ 147,-- betalen aan hun brier Cornelis ter compensatie van door hem betaalde schulden. [612]
COMMENTAAR(¥) Wie is Jan van Bikbergen (Bekbergen), gevlucht patriot uit (het gewest) Utrecht, die verblijft te St. Omaars en Grevelingen (jan. 1788 - mei 1791), fabrikant (1788), wever en barbier (1789), ontvangt 7 livres (1788) en 22 livres (1789) per week vluchtelingengeld van de Fransen.[613] |
Op 1-5-1780 lenen Albert Bakker(¥) en zijn vrouw Anna van Bokbergen(¥), van Geertruid Anthonia Scheerder, wed. van Wilhelmus van Dashorst, en hare kinderen, een bedrag van 350 gulden, met als onderpand huis erve en grond met de hof daarachter in de Muurhuizen op de hoek van de Stovestraat. Opmerking: genoemd onderpand is heden aan de comparanten getransporteerd. De plecht is geroyeerd op 10-6-1899.(¥) [615]
COMMENTAAR(¥) Er staan diverse lees/schrijffouten in deze akte : Albert Bakker moet zijn Albert Bosch, Anna van Bokbergen moet zijn Anna van Bekbergen, en het royement op 10-6-1899 moet vermoedelijk zijn 10-6-1799 (zie akte hieronder).
Op 12-2-1799 vindt de verkoop plaats van een huis in de Muurhuizen, hoek Stovestraat te Amersfoort uit de nalatenschap van Aalbert Bosch,, overleden op 25-11-1798 te Amersfoort, wednr. van Antje Bekbergen. [616]
Op 14-6-1799 verkopen Johannes Bekbergen, als in huwelijk hebbende Aaltje Bosch (echtelieden, wonende te Amersfoort) alsmede de gecommitteerden ter directie van de Monboir- en Weeskamer van Amersfoort, over: Frederika Bosch (minderjarige dochter), en Adrianus Bosch (mede minderjarig), voor ƒ 300,-- aan Hermanus Winters, zekere huizinge, erve en grond, met een een tuin daarachter, staande binnen deze stad in de Muurhuizen op de hoek van de Stovestraat, belend ter ene zijde: de Stovestraat ter andere zijde: Reijer van Kusen. Namens de verkopers treedt op als gemachtigde: Jan Ter Horst H. Zn (clercq ter Secretarye van Amersfoort), volgens procuratie opgenomen in de publieke koopconditien d.d. 12-2-1799 voor Notaris Gerrit Vogelesang te Amersfoort. Aaltje, Frederika en Adrianus Bosch zijn de enige kinderen en erfgenamen van Albert Bosch (overleden binnen Amersfoort d.d. 25-11-1798), weduwnaar van Antje Bekbergen. De gecommitteerden ter Weeskamer zijn geauthoriseerd d.d. 28-1-1799 door het gemeentebestuur. [617]
COMMENTAAR(¥) Bij haar huwelijk in 1805 laat Frederika Bos, wier ouders dan al overleden zijn, zich bijstaan door haar grootvader van moederszijde Willem Bekbergen. Dat zou betekenen dat Antje van Bekbergen (hierboven nr. g) een dr. is van Willem Bekbergen, hierboven nr. a. Deze heeft geen dochter Antje laten dopen. Wel is hij de oom (van moederszijde) van Frederika en 45 jaar ouder dan zij, dus mogelijk wel (abusievelijk) als haar grootvader aan te merken. |
Op 15-7-1829 wordt inventaris opgemaakt van de boedel van Frederica Bosch, overleden 21-6-1829, wed. van Wouter de Wit laatst wonend te Amersfoort (Scherbierstraat: Breul 255). De boedel bestaat uit een , huis Scherbierstraat hoek Mooijerstraat: Breul 255 + het huis er naast: Breul 254 te Amersfoort (koop 24-5-1811 Nos. S.van Wisselingh). Er wordt verwezen naar een Testament: 22-9-1827 Nos. L. Hondius AT 055f013 rep 1184. [620]
Op 3-10-1857 verkopen Gerrit van Plateringen, weduwnaar van Elisabeth de Wit, en hun kinderen: Aleida van Plateringen, Aart van Plateringen, visser, en Frederica van Plateringen, gehuwd met Wouter van Egdom, smidsknecht, aan Wessel van Daal, huis en grond in de Scherbierstraat, kad. E 2089 (belend: de verkopers en hr. Abrahamson). Gerrit bezat 9/16 deel uit de gemeenschappelijke boedel, gekocht op 25-2-1837 (not. Scheerenberg), de kinderen erfden van hun moeder 7/16 deel, zij erfde dit van haar ouders en wijlen haar broer Jan de Wit. [621]
COMMENTAAR(¥) Zij is blijkbaar identiek met de Aaltje Bosch, die in 1798 trouwt met Johannes Bekbergen die haar halfbroer is! Er was kennelijk haast bij dat huwelijk want zij gaan op 9-11-1798 in ondertrouw (met consent van haar - kennelijk dan al zieke - vader Albert Bosch) en trouwen op 29-11-1798, de dag waarop vader Albert Bosch ook begraven wordt. Of zou haar bruidegom Johannes Bekbergen toch niet identiek zijn met de natuurlijke zoon Hannes Bekbergen van haar moeder Antje Bekbergen? |
COMMENTAAR(¥) In de lijst met "Kinderen welke in het stads Ambachts Kinderhuis te Utrecht worden opgevoed" (Actum Utrecht den 15-7-1807)[623] wordt vermeld: Adrianus Bosch, oud 18 jaar. Uit de lijst wordt niet duidelijk of de genoemde leeftijd slaat op het jaar van samenstelling van de lijst (1807) of mogelijk op dat van inschrijving. Als het laatste het geval is dan zou genoemde Adrianus identiek kunnen zijn met Adrianus geb. 1785, die dan in 1803 in het kinderhuis zou moeten zijn ingeschreven, nadat hij in 1798 volledig wees was geworden. |
COMMENTAAR(¥) Er wordt nog driemaal een onbenoemd kind van Aelbert Bosch begraven te Amersfoort (St. Joriskh. (impost)) : 23-3-1780 (naar de Lieve Vrouwe Kapel), 17-10-1788, 11-12-1788. Hieronder zouden Willem en Albert kunnen zijn. |
510. (JO)HANNES STOFFELSEN VAN DER LINDEN, ged. geref. Amersfoort 8-7-1698, ovl. na 1740 (beg. diverse J(oh)an(nes) van der Linden komen in aanmerking), doopget. (1725), otr./tr. Amersfoort geref. 12/28-5-1719 (beiden van en wonende te Amersfoort)
511. (JOH)ANNA REIJERS VAN LEUVERDEN, ged. (geref. Amersfoort niet gevonden), ovl. mogelijk Amersfoort (reg. ovl. RK Kromme Elleboog) 19-2-1788 (als Jannitje Rijers).
Op 8-7-1786 verkoopt Wichmoed de Wilde, wed. van Jan Barneveld, aan Hermanus van der Linden, een huis, erve en grond gelegen op de Weverssingel, belend aan de ene zijde Nicolaas van Vaaneveld, aan de andere zijde Hendrik Nimmerdor. De akte is gepasseerd 15-5-1786. [625]
Referenties Kwartierstaat Lapikás --- Generatie 9 ( 626 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
Back to the genealogy page |
Back to the contents |
Go to the index |
Forward to next generation 10 |
Back to previous generation 8 |
Directly go to generation : 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 |