Next: Neutrino oscillaties
Up: Quantumfysische verschijnselen in het
Previous: Witte dwergen, supernovae en
Contents
Er is één deeltje dat kan ontsnappen uit het inwendige
van een dichte ster: het neutrino. Neutrino astronomie, alhoewel uitermate
ingewikkeld, maakt het mogelijk om in het inwendige van sterren, bijvoorbeeld
de zon, te kijken. De
eigenschappen die het neutrino uniek maken, kunnen als volgt worden samengevat:
- De absorptie van neutrino's en antineutrino's in materie is
klein. De werkzame doorsnede voor absorptie kan geschreven worden als
|
(66) |
met en de impuls en energie van het elektron in de
eindtoestand in de reactie
. We vinden
dat de gemiddelde vrije weglengte van een 1 MeV neutrino in water ongeveer
m is. Dit is vele malen groter dan de lineaire afmetingen van
sterren, die in het algemeen kleiner zijn dan m.
- Men kan neutrino's en antineutrino's onderscheiden door verschillen
in wisselwerkingen met water. De luminositeit van neutrino's op aarde
wordt gedomineerd door de zon, omdat die zo dichtbij staat. We geloven
echter dat de primaire galactische bronnen van neutrino's supernovae
en hun restanten zijn. In het koelproces van supernovae worden neutrino
en antineutrino paren van alle flavors29 uitgezonden via reacties
met neutrale stromen30,
zoals
.
Verder worden elektron neutrino's en antineutrino's gegenereerd door
kernreacties met geladen stromen, zoals
.
Figuur 17 toont dat
de neutrino's van SN1987a zijn waargenomen.
Figuur 17:
Tijd- en energieverdeling van neutrino's waargenomen met
het Kamiokande en het IMB experiment.
|
In het volgende zullen we de zonneneutrino's nader beschouwen. We
hebben in sectie 3.2
gezien dat vier reacties van de -cyclus neutrino's produceren.
Fig. 18 geeft de voorspelling van het SSM voor deze neutrino's.
Figuur 18:
Energieverdeling van het SSM voor reacties van de -cyclus waarbij
zogenaamde zonneneutrino's worden geproduceerd.
|
Bahcall en Davis hebben erop gewezen dat het mogelijk zou moeten zijn
het bestaan van de fusiereacties in de zon te bewijzen, door
zonneneutrino's te detecteren met behulp van de reactie
|
(67) |
Elektron neutrino's, maar niet de antineutrino's, met een energie van meer
dan 0,814 MeV kunnen worden ingevangen door Cl. Dit resulteert in
Ar en een elektron. Hoewel de werkzame doorsnede voor dit proces klein is,
is het zeer wel mogelijk om een dergelijk experiment uit te voeren. De
redenen hiervoor zijn als volgt samen te vatten:
- De neutrinoflux van de zon is zeer groot, in de orde van
neutrino's/m-s, op het aardoppervlak. Uit Fig. 18
volgt dan een flux van energetische neutrino's van ongeveer
neutrino's/m-s.
- Men kan de detectoren zeer groot maken. Op dit moment worden detectoren
ontworpen ter grootte van 1 kubieke kilometer. Icecube is het vervolg van
het Amanda experiment op Antartica, terwijl KM3Net het vervolg wordt
van het Antares experiment in de Middellandse zee. De beide
detectoren zijn weergegeven in figuur 19.
- Het Ar kan in uiterst kleine hoeveelheden worden waargenomen,
omdat het radioactief is. Het vervalt door elektronvangst,
|
(68) |
met een halfwaardetijd van 35 dagen. Het elektron wordt gewoonlijk gevangen
uit de -schil en laat daar een gat achter. De energie die vrijkomt
als een ander elektron van hoger gelegen schillen het gat opvult, wordt
uitgezonden als een -foton of het wordt gebruikt om een elektron uit
een hoger gelegen schil te emitteren (men noemt het dan een Auger elektron).
Het Auger elektron heeft een goed-gedefinieerde energie van 2,8 keV en
kan relatief eenvoudig worden waargenomen.
- Argon is een edelgas. We kunnen het daarom relatief eenvoudig
scheiden van het chloor om het vervolgens in een klein volume te concentreren.
Figuur 19:
Boven: schematische voorstelling van het Icecube experiment
op Antartica. Beneden: weergave van het Antares experiment in de
Middellandse zee.
|
Het experiment van Davis maakte gebruik van een tank met
390.000 liter CCl (tetrachloorethyleen, een schoonmaakvloeistof).
De tank werd 1,5 km ondergronds geplaatst in de Homestake goudmijn in
Lead, Zuid Dakota. De 1,5 km rots boven het experiment diende als
afscherming om de kosmische straling te reduceren. De abondantie van
de cruciale isotoop Cl is 25 %. Een neutrino interactie met
dit chlooratoom produceert Ar. Het radioactieve argon werd over
een periode van 2 maanden verzameld en dan verwijderd door helium door
de tank te stromen. Het argon werd van het helium gescheiden door absorptie
op een gekoelde koolstofval. Vervolgens werd het in een volume van
0,5 cm geteld met een proportionele teller. Het resultaat wordt
uitgedrukt in zogenaamde solar neutrino units, uitgesproken als `snew',
waarbij 1 SNU = gebeurtenissen/s chloor atoom. De verwachting
was dat Davis ongeveer 8 SNU zouden moeten meten. Het
experiment bepaalde
SNU. Dit resultaat werd bevestigd
door een experiment in de Kamiokande mijn, waarbij een fractie
van
werd gemeten van de voorspelling door het standaard
zonnemodel.
Lange tijd heeft men gezocht naar verklaringen voor de puzzle van de
zonneneutrino's. De oplossing is onlangs gevonden en heeft te maken met
de transformatie van elektron neutrino's naar muon (en tau) neutrino's
in het inwendige van de zon. Als de neutrinomassa niet gelijk is aan
nul, dan kan een dergelijke transformatie plaatsvinden. In het inwendige
van de zon wordt een dergelijke conversie geholpen door de aanwezigheid
van elektronen. Door de geladen-stromen interactie krijgen de
neutrino's effectief een verandering in hun massa en deze verandering
maakt de transformatie in muon neutrino's mogelijk. Dergelijke veranderingen
staan bekend als neutrino oscillaties en zijn onlangs ontdekt.
De neutrale-stroom interactie draagt niet tot een dergelijke versterking
bij, omdat de resulterende werkzame doorsnede van lage-energie neutrino's
niet van de neutrinosoort afhangt.
Next: Neutrino oscillaties
Up: Quantumfysische verschijnselen in het
Previous: Witte dwergen, supernovae en
Contents
Jo van den Brand
2009-01-31