|
This page was last updated : 150803.
|
File size is: 68 k.
|
Kwartierstaat Lapikás Generatie 23 |
NB Het symbool voor een kwartiernummer leidt naar de vader en/of moeder
|
Refer to these data as:
L. Lapikás, Kwartierstaat Lapikás, version 10.1, Muiden, 2013.
|
© Copyright 2015
: L. Lapikás, Muiden, The Netherlands.
No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system,
or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical,
photocopying, recording or otherwise without the prior written
permission of the publisher. An exemption is made
for genealogical publications provided that adequate reference is
being made.
|
7250432. FLORIS VAN DER LEEDE, geb. Langerak ca. 1175, genoemd 1204-1207, ridder,
tr.[1]
7250433. NN HUGODR. BOTTER, geb. ca. 1179,
Uit dit huwelijk (o.a.?) :
-
a. Herbaren II van der Le(e)de, (zie kw. nr. ⇒ 14501120 )
7250440. JAN PHILIPSZ VAN DUIVENVOORDE, op 22-11-1248 met broer Arend I vermeld.
-
a. Philips van Duivenvoorde, ovl. vóór 11-5-1309, (=kw. nr. 3625220).
7250442. ZWEDER I VAN BOSINCHEM EN VIANEN, ovl. 1-4-1285/87, ridder, vermeld 1248-1284,[3]
tevens maarschalk van de bisschop van Utrecht, kreeg de hofstede, later versterkt tot het Huis Vianen, eerst van zijn vader later van zijn broeder Hubert de Schenk in leen,
kreeg op 2-12-1271 van de elect Jan van Nassau het recht om twee maal per jaar een markt te houden in zijn heerlijkheid Vianen, gaf op 21-11-1281 samen met zijn neef Dirk Splinter van Bosinchem, diens broeder Hubert de Bosinchem toestemming
tot verkoop van het kasteel Culemborg aan Reinoud I graaf van Gelre, waarna de graaf er Hubert mee beleende,[4]
tr.[5]
7250443. NN (dr.) VAN VLOTSTALE (VAN LICHTENBERG).
-
a. Hubert heer van Vianen, geb. ca. 1255, ovl. 25-5-1318 (of 1319?), knape 1-4-1288, ridder 19-10-1289 (toen hij van Floris V graaf van Holland voor 236 pond en 15 stuivers het gerecht in Vreeswijk pandde), is op 23-7-1292 borg voor Arnold van Arkel, heer van Noordeloos, beloofde aan Reinoud graaf van Gelre op 6-12-1294 niet zonder permissie op de Veluwe te jagen, beloofde op 25-10-1294 hulp aan Floris V graaf van Holland, herhaalde deze belofte tegenover Jan I graaf van Holland op 24-6-1298,[7] pachtte op 18-7-1306 van het convent van Oostbroek de hofstede Vuthoff en het goed van Hulsdingen ten westen van Vianen, is op 19-10-1307 borg voor de heer van Culemblorg, leende op 13-11-1313 aan Reinoud I graaf van Gelre 1000 pond, zegelde nog op
6-5-1318,[8]
tr. vóór 1306[9]
Agniese van Langerak, geb. ca. 1255, ovl. 16-1-1317 of 1318, als gehuwd vermeld 18-7-1306 [10].
dr. van Wouter van Goye, en een jkvr. NN van den Berghe.[11]
-
1. Zweder II heer van Vianen, ovl. 4-12-1333, zegelde op 16-10-1317 als borg voor Wouter van Amstel van Mijnden ten overstaan van Willem III graaf van Holland, op 8-11-1323 namens de bisschop van Utrecht (die een dijkgraaf en heemraden voor de Lekdijk benoemde), en op 24-7-1328 de huwelijkse voorwaarden van Jan van Culemborg,[13]
tr. verm.[14]
NN (een dochter van heer Claes van Egmond).
Op 20-9-1326 beloofden graaf Willem III en Willem van Duivenvoorde aan heer Zweder II, die de burcht en de heerlijkheid van Vianen aan hen had overgegeven,
hem zijn goederen terug te geven, als hij uit zijn schulden "gered" was.[15]
-
aa. Heijlwich van Vianen, ovl. 13-2-1351, vrouwe van Vianen (1333-1351),
tr. (huw. voorw. 15-8-1326)[17]
Willem van Duivenvoorde alias Snickerieme, ovl. 12-8-1353, beg. te Brussel, ridder, heer van Oosterhout, burggraaf van Geertruidenberg enz., door keizer Lodewijk IV op 11-8-1329 gewettigde zn. van Philips heer van Duivenvoorde (zie kw. nr 1812610 ook voor verdere gegevens van dit echtpaar).
-
bb. Catharina van Vianen, ovl. 12-6-1351, erfde Vianen van haar zuster.
-
2. Hendrik I heer van Vianen, ovl. 3-10-1352, ridder, beloofde op 23-2-1346 de bisschop van Utrecht zijn huis Stoutenburg terug te geven na terugbetaling van aan de bisschop geleende 3000 pond,
is op 9-4-1347 borg voor de bisschop, en op 1-5-1351 borg voor zijn oudste zoon,
pachtte 23-1-1351 de hofstede Vuthoff en het goed van Hulsdingen van de abt van Oostbroek,
wordt op 4-8-1352 door de graaf van Holland beleend met de stad Vianen en het gerecht van Helsdingen,[18]
tr.[19]
Catharina uten Goye Gijsbrechtsdr, geb. verm. ca. 1300, ovl. tussen 24-8-1349 en 1-5-1351,[20]
burggravin van Utrecht,
wordt op 27-8-1349 door de Utrechtse Bisschop Johan van Arkel beleend met het burggraafschap van Utrecht,[21] en voorts
het erve, gerecht en tiende van Hedericwije,
een tiende, gelegen over de Ouden Rijn in Leemkolkervelt,
24 morgen land, gelegen boven Tullensteghe
het gerecht, tiende en tins van Nijencoep en
het gerecht en de tiende Harevelt en Vrijthof,[22]
dr. van Ghisebrecht uten Goye, burggraaf van Utrecht, en Margriete Hubertsdr van Bosinchem (zie kw. nr. ⇒ 14500885 sub a/1/bb).
-
aa. Gijsbrecht heer van Vianen en van den Goye, ovl. 21-8-1391, burggraaf van Utrecht (1351), werd op 24-1-1353 door de graaf van Holland met Vianen beleend,
werd op 21-3-1355 vermeld als raadsheer van graaf Willem V, en evenzo op 30-6-1356 bij de verzoening met bisschop Jan van Arkel, zegelde 15-8-1361 het testament van Arnoud heer van Ysselstein, is op 12-5-1370 en 16-12-1372 raadsheer van Albert van Beieren (de ruwaard), zegelde 17-5-1375 (samen met zijn broer Zweder van Vianen) een overeenkomst van bisschop Arend van Hoowe met het Nedersticht,[24]
tr. kort voor 24-4-1353[25]
Beatrix van Egmond, ovl. na 14-3-1389 en voor 1403, kreeg op 1-1-1355 als huwelijksgoed het land tussen de poort van IJsselstein en de IJsseldam (18-6-1355 bevestigd door graaf Willem V),[26]
dr. van Jan I heer van Egmond en Guyote van IJsselstein.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
bb. Reinoud van Vianen, deken van Sint Jan en postulaat van Utrecht onder de tegenpaus Clemens VII, vermeld in 1380.[27]
-
cc. Hubert van Vianen, ridder, vermeld sedert 1330, was op 9-4-1368 met de heren van Montfoort betrokken bij het levend begraven van een misdadig geestelijke.[28]
-
dd. Hendrik van Vianen, ovl. 1392-1394, ridder, heer van Jaarsveld, knape 1355, ridder 10-2-1389,[29]
tr. vóór 6-6-1381[30]
Lutgard van Kuinre, vermeld 1368-1394,
wed. van Hendrik van Vernenburg alias van Endenich (gesneuveld te Goor 27-10-1368),
dr. van Herman I graaf en heer van Kuinre en Mechtelt van der Ese.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht (Van Vianen van Jaarsveld).
-
ee. Zweder van Vianen van Beverweerd, ovl. vóór 1403, ridder, knape 22-12-1358,
kocht 1-9-1366 in Werconde 12 morgen land, verwierf 4-4-1368 het goed ten Vene aldaar, ridder 10-12-1375, kocht 23-10-1378 wederom landerijen en hofsteden o.a. te Werconde, te Jufaas en in Schalkwijk,
verwierf in 1381 het goed Ten Winkel in Werconde, 30-3-1386 door zijn broeder Gijsbrecht beleend met het haankoren wit Houten en 10-2-1389 met het huis ten Goye, kocht 2-11-1392 land in Driebergen en pachtte 12-6-1393 land in Odijk,[31]
tr. vóór 7-8-1354[32]
Machteld van Zuilen, vrouwe van Beverweerd, vermeld 27-2-1356, sedert 1353 weduwe van Otto van IJsselstein.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht (Van Vianen van Beverweerd).
-
3. Nicolaas van Vianen, ridder, vermeld 29-9-1326 en 31-10-1339.[33]
-
4. Steven van Vianen, vermeld 29-9-1326.[34]
-
5. Catharina van Vianen, vermeld 29-9-1326,
tr.[35]
Gijsbrecht Bokel, ovl. in mei 1301 (vermoord), knape.
-
6. Reinoud van Vianen, is dood in 1320.
-
b. Alaerd van Bosinchem, vermeld in 1321 land hebbende in Tulle.[36]
-
c. NN (dr.) van Bosinchem, otr. (verloofd 12-3-1262),[37]
Hendrik I burggraaf van Montfoort, ovl. 9-1-1299/1300, zn. van Roelof de Rover.
-
d. Elizabeth van Vianen, ovl. na 1307, (=kw. nr. 3625221).
7250460. AELBRECHT heer VAN VOORNE, ovl. 30-12-1287[38]
, beg. Loosduinen jan. 1288 (grafschrift: "Anno Domini MCCLXXXVIII .... calendas Januarii obiit dominus de Voirn, pie memorie, mole .... lapidis jacet hic Albertus")[39]
, heer van Voorne, vermeld vanaf 1261,
burggraaf van Zeeland beooster Schelde (1261),[40]
volgde tussen 1259 en 1261 zijn vader op als heer van Voorne en burggraaf van Zeeland,
was een der voornaamste edelen aan het hof van Floris V graaf van Holland,
verwierf voor de inwoners van Brielle tolvrijheid door 's graven landen,
verleende aan de kooplieden van Hamburg voorrechten,
richtte vuurbakens op ter beveiliging der scheepvaart,
breidde zijn bezit o.m. uit met Dirksland en delen van Riederwaard,
ontvangt bij zijn tweede huwelijk van zijn schoonvader
Gerard van Luxemburg, heer van Durbuy, 100 pond parisis 's jaars, te
nemen uit de 200 pond jaargeld, die de heer van Durbuy
uit den tol te Damme van de graaf van Vlaanderen in leen hield,
[41]
tr. 1o [42]
[43]
(¥)
JOHANNA (ALEID(IS) VAN LOON, wed. van Dirk II van Valkenburg (gedood bij de aanslag op Keulen),
dr. van Arnold V van Loon, graaf van Loon en Chiny, en Johanna van Chiny,[44]
tr. 2o 1280[45]
of 1281[46]
.
7250461. KATHARINA VAN DURBUY, ovl. 26-9-1326, door Floris V graaf van Holland na Aelbrechts dood beleend met Teijlingen,[47]
[48]
tr. 2o 1297[49]
WOLFAERT I VAN BORSELEN, ovl. (vermoord) Delft 1-8-1299, heer van Veere, Zandenburg en Borsele,
wednr. van Sybille van Praet,
wordt door Floris V graaf van Holland benoemd tot baljuw van Zeeland,
krijgt op 16-6-1299 het land van Woerden geschonken door de dan nog onmondige Jan I graaf van Holland die na zijn aankomst uit Engeland in jan. 1297 onder de hoede (en macht) stond van Wolfert I,[50]
had sindsdien enige jaren de feitelijke macht in Holland in handen,
wordt op 1-8-1299 te Delft door tegen zijn gezag opsgetane poorters vermoord
zn. van Hendrik Wisse, ridder.
COMMENTAAR(¥)
Volgens Ref. [51] zou Aelbrecht van Voorne nog een eerder huwelijk gehad hebben met
Margaretha van Hornes, dochter van Willem van Hornes en van Belwich van Wickenrode.
|
==== BELENINGEN ====
Grafelijkheid nr. 92: De poort van Oudewater en alles binnen het kerspel, rente, tiende, erf en
gerecht, hoog en laag, leenroerig aan de Grafelijkheid.[52]
24-4-1298: Heer Wolfert van Borsele, heer van Sandenburg, na de dood van heer
Herman van Woerden en die van de vader van de leenheer.
Uit zijn eerste huwelijk (van Voorne-van Loon):[53]
[54]
-
a. Mabelia van Voorne, ovl. verm. 26-2-1313, kreeg van haar stiefmoeder voor haar erfenis al het goed, dat haar vader liggende had in Poeldijk,[55]
vermeld 1293-1313,
wordt op 5-12-1305 getocht aan tienden gelegen rond Leerdam, waarmee haar echtgenoot door de bisschop van Utrecht beleend wordt,
tr. verm. 1293[56]
of 1305[57]
. Jan III van Arkel, ovl. 1324/25.
vermeld 1297-1324,
is in 1298 als knaap getuige voor de graaf van Gelre, doch wordt reeds het volgende jaar als ridder vermeld, zet de politiek van zijn vader Jan II voort en steunt ook Jan van Avesnes, die in 1299 graaf van Holland was geworden, ontvangt door deze houding in 1305 van de graaf de verbeurd verklaarde goederen van de verdronken Jan II van der Leede, waarbij waarschijnlijk ook Haastrecht dat hij in 1316 in leen krijgt van het kapittel van Oud-Munster, levert diverse diensten aan de graven van Holland en Gelre: dient met 1300 man in het leger van graaf Willem III dat op 27-8-1315 optrekt tegen Vlaanderen, staat in 1319 hij met anderen borg voor een mogelijk op te leggen boete voor graaf Willem III als deze zich niet zal houden aan een uitspraak in een geschil met graaf Reinald van Gelre, wordt in 1311/12 op verzoek van de graaf van Holland raad van bisschop Guy van Utrecht, leidt na de dood van die bisschop in 1319 een Hollands leger dat de nieuwe bisschop Frederik van Zirk steunt tegen het opstandige Sticht,[58]
zn. van Jan II van Arkel.
Uit dit huwelijk (o.a.?):[59]
-
1. Jan IV van Arkel, ovl. verm. mei 1360, volgde zijn vader begin 1325 op, treedt in 1322 als gemachtigde van zijn ouders op bij de huwelijkse voorwaarden tussen Hendrik van Brederode en Isabel van Fonteynes, n 1327 vermeld als knaap, in 1328 reeds vermeld als ridder, versterkt net als zijn vader de positie van de Arkels door afwisselend steun te verlenen aan Holland, Brabant en Gelre en het bisdom Utrecht, neemt in 1335 met 55 andere ridders deel aan een kruistocht in Pruisen met de graaf van Oostervant, de latere graaf Willem IV en is getuige en arbiter in vele belangrijke geschillen, leent in 1335 en 1339 geld aan en staat borg voor de schulden van hertog Reinald II van Gelre, neemt namens graaf Willem IV in 1341 de voogdij over het Sticht Utrecht op zich, maar nadat zijn halfbroer Jan in 1342 bisschop van Utrecht is geworden trekt hij zich terug uit de Stichtse politiek, steunt zijn halfbroer in 1349 nog wel in diens strijd tegen de Bronkhorsten-partij in het Oversticht, waarschijnlijk uit eigenbelang, omdat hij zijn boer voor die strijd veel geld had geleend, steunt het jaar daarna hertog Reinald III van Gelre in diens strijd tegen zijn broer Eduard bij het beleg van Tiel dat op 24-8-1350 door Reinald III werd veroverd, is tevens betrokken bij de twisten over de opvolging van graaf Willem IV van Holland en steunt daarbij de 'Verbeider' Willem V tegens diens moeder Margaretha van Beieren en treedt in 1350 toe tot het Kabeljauwse verbond, wordt als lid van de Raad van Willem V bij diens afwezigheid op 30-12-1351 ruwaard van Holland, wordt in 1352 als baanderheer benoemd, een eretitel slechts verleend aan vier adellijke heren, wordt - nadat in 1351 graaf Willem V de goederen van zijn Hoekse tegenstanders verbeurd verklaart - op 21-4-1351 beleend met een deel van de heerlijkheid van der Lek, die toebehoord had aan Jan II van Polanen. Toen echter in 1357 graaf Willem V krankzinnig verklaard werd en opgesloten, werd zijn broer Albrecht, zijn plaatsvervanger, "ruwaard". Deze laatste verzoent zich met de verbannen Hoeken en Jan IV van Arkel wordt verzocht de Polanen-goederen te retourneren, waarover Arkel in strijd raakt met Albrecht van Beieren en in 1358 de opstandige stad Delft met troepen steunt in de strijd tegen de ruwaard. Op 29-5-1359 verzoent hij zich met Albrecht en overlijdt waarschijnlijk begin mei 1360.[60]
Hij
tr. 1329[61]
Irmengard van Kleef, geb. 1307, ovl. 6-8-1362, dr. van Otto van Kleef en Adelheid van de Mark.
Uit het huwelijk (van Arkel-van Kleef) nageslacht en voorts uit Jan van Arkel minstens een bastaarddochter.
-
2. Mabelia van Arkel, tr.[62]
Sweder van Abcoude, heer van Abcoude en Wijk (1304-1347).
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
Uit zijn tweede huwelijk (van Voorne-Durbuy)(¥):[63]
COMMENTAAR(¥)
Dr. H. Obreen [64] geeft verder als mogelijke dochter uit dit huwelijk ook Katharina van Voorne(burg), doch zij blijkt een dr. van Hendrik van Voorne en (Aleyda) van Kuijc (zie kw. nr. ⇒ 3625230 ).
|
-
b. Gerard van Voorne, geb. ca. 1280, ovl. 20-4-1337, heer van Voorne en burggraaf van Zeeland,
stond eerst onder voogdij van zijn moeder
doch werd aan het grafelijk hof opgevoed,
was schildknaap van Floris V (1296),
in 1304 tot ridder geslagen,
zeer vermaard ridder,
geraakte in twist met zijn stiefvader Wolfert I Borsele, die
hem in de gevangenis deed sluiten, doch sloot zich na diens gewelddadigen dood (1-8-1299)
onvoorwaardelijk aan bij graaf Jan II de troonsopvolger uit het huis van Avesnes,
was in Maart 1304 aanwezig bij het beleg van Zierikzee en kreeg daar
van 's graven zoon, joncheer Willem, den ridderslag,
nam in augustus 1315 aan het hoofd van 2000 man deel aan de krijgstocht
tegen Vlaanderen,
mengde zich in 1318 in de twisten, die de graaf van Gelre en diens zoon verdeelden,
en vergezelde 1326-1327 's graven broeder, Jan heer van Beaumont,
op diens romantische expeditie naar Engeland,
waakte ondertussen voor de belangen van zijn onderdanen door
o.m. stederechten aan Brielle te verlenen,
van de graaf tolvrijheid voor de poorters van Bergen-op-Zoom te bedingen,
en mede te werken aan de nieuwe keur voor die van Beooster-Schelde,[65]
tr. 1o 1297 [66]
[67]
de dochter van zijn stiefvader. Heilwig (Heylewyf) van Borsele, ovl. 1327-1329.
vermeld 1297-1328,
dr. van Wolfert I Borsele, heer van Veere, Zandenburg en Borsele, en Sybille van Praet,
tr. 2o (krijgt octrooi van de graaf 20-9-1332 voor tochting op zijn goederen ten noorden
van de Maas, lijftocht 11-6-1332),[68]
[69]
Elisabeth van Kleef, ovl. 13-11-1382, beg. Marburg St. Elisabethskerk, dr. van Dirk van Kleef en Margaretha van Gelre.
Zij liet Gerard waarschijnlijk geen kinderen na en sloot in 1338
huwelijksvoorwaarden met Otto van Hessen, zn. van landgraaf Hendrik van Hessen.[70]
Toen op 23-6-1296, wanneer Floris V graaf van Holland, uit Utrecht uitgereden,
door de edelen gevangen genomen werd, was hij vergezeld
door "den kinde van Vorne" (=Gerard van Voorne) en Jan van Avesnes, oudste zoon van den lateren Jan II graaf van Holland.
Beide knapen ontliepen het en brachten bericht
van het gebeurde in de bisschopsstad, waar de
heer van Arkel ze onder zijn hoede nam en ze eerst
naar Gorkum, vandaar naar Dordrecht in veiligheid
voerde.[71]
Uit zijn eerste huwelijk (van Voorne-van Borsele):[72]
[73]
-
1. Willem van Voorne, ovl. 1319.
-
2. Albert (Aelbrecht) van Voorne, ovl. 1329/30, heer van Bergen-op-Zoom
vermeld 1325-1331,
werd in 1313, nog kind zijnde, ten huwelijk beloofd
aan jkvr. Machtild, jkvr. van Bergen-op-Zoom,[74]
tr. 1325 (na pauselijke goedkeuring)[75]
[76]
Mechteld van Wezemaal, ovl. in 1343[77]
of na 1353[78]
, vrouwe van Bergen op Zoom,
vermeld 1313-na 1353,
dr. van Arnold van Wezemaal, heer van Bergen-op-Zoom, en Johanna van Loon, vrouw van Quaetbeke.
Zij hertr. Reynoud van Kleef.
-
aa. Johanna (Janne) van Voorne, ovl. 1349, vrouwe van Bergen op Zoom 1341-1349,
kreeg van haar grootvader van Voorne een jaargeld van 1000
ponden g.g., en van den graaf de belofte dat zij Voorne
zou erven, indien haar tante Machteld kinderloos zou overlijden,
waarna in 1340 haar moeder en stiefvader,
ten overstaan van den leenheer, de hertog van Brabant,
haar het land van Bergen-op-Zoom met alle toebehooren
opdroegen, tegen een belangrijke jaarrente,[80]
tr. 1340[81]
Jan van Valkenburg, ovl. 1352, heer van Bütgenbach, Valkenburg en Monschau 1333-1352,
ridder,
zn. van Reinoud van Valkenburg en Marie van Boutersem.
-
bb. Elisabeth (van Voorne), geb. ca. 1325-1335, ovl. na 1354, tr. vóór 1348[82]
[83]
Maurijn van der Does, ovl. na 1354, zn. van Dirk van der Does en Clementia van Zandhorst.
==== BELENINGEN ====
Grafelijkheid nr. 167. Een halve hoeve in Leiderdorp, leenroerig aan de Grafelijkheid
. .-.- 1281: Dirk van der Does vermeld
16-10-1321: Lijftocht van Clementia, gehuwd met Dirk van der Does, op woning
en land en de Venne
23-4-1322: Lijftocht van Clementia, gehuwd met Dirk van der Does, op zijn land,
30-1-1348: Lijftocht van Elisabeth, dochter van heer Albert van Voorne, gehuwd
met Maurijn van der Does
26-5-1354: Maurijn van der Does, knaap van de leenheer, die door die van Montfoort
gevangen was genomen, krijgt 15 morgen ten eigen
14-5-1354: Lijftocht van Elisabeth, gehuwd met Maurijn van der Does, op 13 en
12 morgen
17-10-1364: Lijftocht van Kunigonde Jansd, gehuwd met Maurijn van der Does Hugenz, op de mindere helft van 2½ morgen met boomgaard
10-1-1388: Maurijn van der Does ten eigen in ruil voor leen nr. 170
Hofstede Brederode nr. 99: De woning ter Does in Leiderdorp, leenroerig aan de Hofstede Brederode:[84]
14-5-1354: Lijftocht van Elisabeth, gehuwd met Maurijn van der Does, op 16 pond
16-8-1433: Dirk van der Does, die er stenen op mag slaan
etc.
Uit dit huwelijk (o.a.):[85]
-
aaa. Simon van der Does, filiatie niet bewezen,
tr.[86]
Bartha van de Coulster van Alkemade. Hieruit verder nageslacht bekend.
-
3. Mechteld van Voorne, ovl. 1370/71 (kinderloos), vrouwe van Voorne ingevolge beleening bij dode haars vaders (30-9-1337) en burggravin van Zeeland,
vermeld 1321-1372,
kiest in de strijd over de opvolging van graaf Willem IV,
de partij van Willem V,
aan wiens hof zij verkeerde,
leeft lang maar blijft kinderloos zodat
na haar overlijden haar goederen met de grafelijkheid
vereenigd worden,[87]
tr. 1o 1321[88]
[89]
Dirk Loef, ovl. na 1332, ridder, graaf van Hülchrath en heer van Tomberg en Kervenheim,
vermeld 1309-1332,
werd in 1288 bij Woeringen gevangen genomen,
had na de moord op graaf Floris V (1296) korte tijd in Holland zeggenschap,
sloot in 1323 huwelijks voorwaarden met Mechteld van Voorne,
weduwnaar van Elisabeth gravin van Kessel,
zn. van Dirk VII graaf van Kleef en Aleidis van Heinsberg,
tr. 2o voor 1336[90]
[91]
Dirk van Valkenburg, ovl. (gesneuveld in het gevecht te) Vottem bij Luik 19-7-1346 (zonder kinderen na te laten), ridder,
opvolger van zijn broer Jan (zie boven) als heer van Valkenburg en Monschau 1333-1346,
erfde de goederen zijns vaders in 1333,[92]
zn. van Reinoud van Valkenburg en Maria van Boutersem.
-
c. Hendrik van Voorne, (=kw. nr. 3625230).
-
d. heer Zweder van Voorne, kanunnik, deken en scholaster ten Dom te Utrecht, vermeld tot 1334.[93]
-
e. Aelbrecht (van Voorne), ovl. 1318, ridder, wordt later een geprofesside Minnebroeder.[94]
Uit Aelbrecht heer van Voorne :[95]
-
a. Nicolaes van Voorschoten, waarschijnlijk bastaard, die in 1300 van zijn broeder Gerard van Voorne de waard in Akoy in leen kreeg.
7250462. JAN I VAN KUYC, geb. ca. 1230, ovl. 13-7-1308, vermeld 1260-1308, heer van Kuijc en Grave 1254-1308, Merum en Neerloon,
leenman en raadsman van de vorsten van Engeland en Brabant,[96]
tr. 1255/60[97]
[98]
7250463. JUTTA VAN NASSAU, ovl. ca. 1313, vermeld 1285-1313.
Uit dit huwelijk (o.a.?):[99]
[100]
-
a. (Aleyda) van Kuijc, (=kw. nr. 3625231).
-
b. Kunegonde van Kuijc, tr.[101]
Ruprecht II graaf van Virneburg, ovl. vóór 1-8-1308, vermeld 1270-1306.
Uit dit huwelijk mogelijk:[102]
-
1. Kunegonde van Virneburg, ovl. 20-6-1328, filiatie niet bewezen,
vermeld 1291, testeert 20-4-1328,
tr. 1o voor 1293[103]
Johan II van Reifferscheid, tr. 2o [104]
Jan III van Arkel(¥), geb. ca. 1265/70, ovl. 24-12-1324, heer van Arkel.
Uit haar tweede huwelijk nageslacht.
COMMENTAAR(¥)
Merkwaardig! Hierboven trouwt Jan III van Arkel verm. 1293 met Mabelia van Voorne. Betreft het hier dezelfde persoon?
|
-
c. Willem van Kuyk, geb. ca. 1265, ovl. 12-8-1303, ridder,
tr.[105]
Sophia van Gymnich, erfgename van Hoogstraten,
dr. van Wenemar I van Gymnich en Johanna van Elsloo.
Uit dit huwelijk (o.a.?):[106]
-
1. Wennemar van Hoogstraten (van Kuyk), ovl. vóór 1379, ridder, had gewettigde kinderen bij Elisabeth Wouter Smeets.
7250560. OTTO I heer VAN HEUKELOM VAN ASPEREN, vermeld 1254-1283,[107]
[108]
,
akte van opdracht 1314 aan Willem III graaf van Holland tot open stad = Asperen [109]
-
a. Jan I van Heukelom, ovl. vóór 22-4-1312, vermeld als knape 7-5-1293.[111]
-
1. Otto II heer van Heukelom, ovl. na 1346, treedt op 14-8-1311 als getuige,
zegelde als heer van Hokelem (knape) op 22-4-1312,
schuldeiser van de bisschop van Utrecht 21-3-1328 en borg voor Willem III graaf van Holland op 9-8-1330,
zegelde nog op 25-12-1346 (volgens de Kerststijl 25-12-1345) een verklaring van bisschop Jan van Arkel,[113]
tr. wellicht[114]
NN, dochter van Gijsbert van de Leck.
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
Uit hem voorts vermoedelijk twee bastaarden:[115]
-
2. Johannes (van Heukelom), treedt 6-5-1301 op als borg ("Johannes filius domini Johannis de Hokelem"),
was nog in 1313? schepen te Gorinchem en werd 1-12-1321 te Deil vermeld.
Hieruit vermoedelijk 4 kinderen.[116]
-
3. Mr. Arnt van Hoekelem, vermeld 24-6-1348 ("Sint Jansdach te Midzomer"),
mogelijk dezelfde als Aernt van Hoekelem vermeld in 1371,
die blijkens zijn zegel hoorde tot de tak Noordeloos,
tr.[117]
Weijndelmoet Willem Hor... dochter.
-
b. Bertha van Heukelom, ovl. 25-2-1322, beg. IJsselstein, vermeld 1297/98,
tr.[118]
Gijsbrecht van IJsselstein, ovl. 1343, heer van IJsselstein en Benschop (1310),
zn. van Arnoud van IJsselstein en Johanna NN.
-
c. Otto II van Heukelom/van Asperen en Hagestein, ovl. 1344/45, (=kw. nr. 3625280).
-
d. Arnold (Arent?) van Heukelom, geb. vóór ca. 1295, heer van Leijenburg, vermeld 1318-1336,
is getuige bij een voogdijakte (1318) (zie kw. nr. ⇒ 3625280 ),
stamvader van de heren van Leijenburg en van Schonauwen,
VUL AAN NL 1943 "Arkeliana Vetera",
tr. 1o [119]
Geertruijd van Wijfliet, tr. 2o [120]
Mechteld de Kok van Weerdenburg.
Uit zijn eerste huwelijk (van Heukelom-van Wijfliet) (o.a.?):[121]
-
1. Jan (van Arkel) van Heukelom, ridder, heer van Leijenberch, vermeld 1327-1343,
tr.[122]
Clementia van Sconouwen, ovl. in 1353, dr. van Hubert van Bosinchem (zie kw. nr. ⇒ 14500877 sub a/2/aa).
-
e. Herbaren van Heukelom, geb. vóór ca. 1295, ovl. 1331-1333, vermeld 13-11-1318 tot 30-4-1331,[123]
is getuige bij een voogdijakte (1318) (zie kw. nr. ⇒ 3625280 ),
stamvader van de heren van Acquoy,
tr.[124]
Agnes(e) (van Mirlaer?). Zij hertr. 1333 Johan de Cock van Weerdenburg (zie kw. nr. ⇒ 14501137 sub b/1/aa).
-
1. Otto van Heukelom, heer van Acquoy, ovl. 1381-1384, stond 1333 onder voogdij van zijn oom Otto heer van Asperen,
daarna van zijn stiefvader, met wie hij in 1340 en 1343 wordt vermeld,
werd 28-5-1353 beleend met 6 morgen in het gericht van Beesd.
en trad 25-3-1357 als getuige op bij de verkoop van Haegenshoeve werd door Otto heer van Arkel op 11-11-1363 beleend met tienden te Borchmalsen en Buurmalsen,
komt voor als ridder op 1-9-1365 en als leenman van
de vrouwe van Valkenburg 30-6-1369,
oorkondde op 8-4-1370 i.v.m. een watergang,
koopt op 15-8-1371 van Godevaert van Loon, heer van Heijnsberch, de heerlijkheid Acquoy, waarna hij 5 dagen later werd beleend,
zegelde nog op 1-3-1381 als getuige met
de Arkelfiguur en 1 mereltje in het schildhoofd,[126]
tr. 1o [127]
NN, misschien een (schoon)zuster van Mechteld van Voorne, echtgenote van Dirk heer van Montigny en Valkenburg, die Otto "onze lieve zwager" noemde,
tr. 2o voor 1384[128]
Elisabeth van Maldeghem, ovl. na 7-3-1410, vermeld 3-5-1384.
Uit zijn eerste huwelijk nageslacht.
Uit Herbaren van Heukelom voorts een bastaard:[129]
-
2. Laurens (van Heukelom?), vermeld 1329 en 1339,
was gegoed te Roemde.
-
f. Mabelia van Heukelom, vermeld 1318,
tr.[130]
Willem de Cock van Weerdenburg tot Eisendoorn, vermeld 1318-1345,
zn. van Roelof II de Kok van Weerdenberg tot Isendoren en Margriet van Batenburg (zie kw. nr. ⇒ 14501137 sub b/1/bb)
VUL AAN NL 1943 "Arkeliana Vetera".
Uit hem : volgens Ref. [131]
maar niet volgens Refs. [132]
[133]
-
g. Elisabeth van Heukelom, tr. 1324
heer Gerard van den Vliet.
7250566. GER(H)ARD VAN BATENBURG, ridder, heer van Batenburg, eerst vermeld 20-7-1247, vermeld 1260-1290,
bannerheer en raad van Reinald I van Gelder 1271,
laatst vermeld 13-4-1289,
blijkt op 13 mei 1250 schepen te zijn van de stad
Nijmegen, waarschijnlijk benoemd door graaf Otto,
is in 1255 en 1257 getuige voor graaf Dirk van Kleef, de schoonvader van Otto II,
is in 1260 eerste van vier scheidsrechters die zich in opdracht van Hendrik van Lotharingen uitspreken over geschillen tussen Gelre en Kleef.
treedt in 1269 hij op voor graaf Otto,
wordt in een oorkonde van 1268 als eerste ridder genoemd na Reinald, de zoon van de graaf,
zegelt in de jaren 1271-1286 een groot aantal oorkonden met graaf Reinald,
is op 4-5-1282 getuige van het huwelijk tussen graaf Reinald met Margaretha van Vlaanderen,[134]
tr. 2o ca. 1255[135]
ELISABETH VAN ELSLOO, geb. ca. 1235-1240, dr. van Arnold V van Elsloo, heer van Elsloo (1248) en Ida NN,
tr. 1o ca. 1245[136]
7250567. MABELIA (BELE) VAN MEURS.
In 1254 zou Rooms-Koning Willem van Holland tijdens zijn verblijf in
Nijmegen een oorkonde hebben getekend over de onafhankelijkheid van
Batenburg van Gelre, Batenburg is rechtstreeks in leen van de Rooms-Koning.
[137]
Uit zijn eerste huwelijk (van Batenburg-van Meurs):[138]
-
a. Margareta (Margriet) van Batenburg, (=kw. nr. 3625283).
-
b. Mabelia van Batenburg, abdes te Elten.
Uit zijn tweede huwelijk (van Batenburg-van Elsloo):[139]
-
c. Arnold van Batenburg, ovl. vóór 1282.
-
d. Dirk heer van Batenburg, geb. Batenburg ca. 1264, ovl. ca. 1315, heer van Batenburg, bannerheer, vermeld 1286-1311,
tekent in 1286 met graaf Reinald in Namen een overeenkomst als Tieris de Batemburgh,
is betrokken in 1288 bij de slag bij Woeringen tussen Gelre en Vlaanderen,
wordt gevangen genomen, per schip naar Keulen gebracht, raakt een deel van
zijn vermogen kwijt,
schenkt op 18-9-1291 aan het klooster Camp een jaarlijkse uit de
markten in Batenburg om missen op te dragen voor de zielerust van
zijn vader Gerard en moeder Elisabeth,
treedt op in oorkonden van 1307 (kerken van Spankeren en Hengelo) en
1311 (bisschop van Utrecht),[140]
tr.[141]
Mechteld (Mechtildis) NN, geb. Batenburg ca. 1268.
-
1. Mabilia van Batenburg, tr.ad in het klooster en werd abdis van Elten.[143]
Abbatisse Altinensi, de twaalfde abdes van Hoog-Elten, genaamd
Mabilia Jonkvrouwe van Batenburg, 1308-22 december 1333. Het klooster Sint
Vitus van Hoog-Elten had alleen al op de Veluwe 65 goederen of boerderijen,
o.a. te Appel in de kerspel Voorthuijsen. Deze werden beheerd door het
rentmeestershuis dat gevestigd was te Kemna ook Kemmenade vlakbij Nijkerk.
Deze goederen werden door de Veluwse bevolking "Vrouwengoederen" genoemd
omdat het Sint Vitus een klooster was uitsluitend voor hoogadelijke dames.
Bron: Internet, website van A.J.W. van Voorthuijsen met genelaogie Bernhardus van Voorthusen.
-
2. Johanna van Batenburg, geb. Batenburg ca. 1290, ovl. 28-11-1351, wordt op 27-6-1349 door Rooms-Koning Karel IV beleend met de stad
en de heerlijkheid en al zijn "bona et iura", voor welke gelegenheid hij hertog Reinald machtigt om haar namens hem de eed af te nemen omdat zij te zwak is om naar Aken te komen,[144]
tr. 1315[145]
Willem heer van Bronckhorst, geb. Bronkhorst ca. 1280, ovl. Hasselt (O) 25-9-1328 (gesneuveld in een gevecht).
In 1328 werd de erfenis verdeeld: Gijsbert werd heer van Bronkhorst,
Diederik is jong gestorven, Boudewijn bleef met moeder Johanna in
Batenburg.[146]
-
aa. Gijsbert I heer van Bronckhorst.
-
bb. Diederik van Bronckhorst, ovl. jong.
-
cc. Boudewijn van Bronckhorst.
7250564. GERRIT (GERARD) DE COCK VAN WEERDENBURG, geb. vóór ca. 1270, ovl. na 1318, vermeld als heer van Puiflik (1318).
Oorkonden Gelre:[148]
No. 181. d.d. 13-11-1318: Verdrag tusschen Gerard van Weerdenberg, heer van Puiflik, en de
weduwe van Willem de Kok aangaande de voogdij van Willem de Kok van Yzendoren, zoon der laatstgenoemde, aangegaan ten overstaan
van Otto heer van Asperen(¥), Gijsbert van Malsen, Arnold van Hoekelem, Jan de Kok(¥), Steeske van Brakel, Herbert van Hoekelem en Ricoud zoon van Gijsbert de Kok.
13 November 1318.
Int jaer ons heren Goeds dusent CCC. ende XVIII. des manendaghes nae S. Martynsdach in den wynter.
COMMENTAAR(¥)
Deze Otto heer van Asperen kan zowel Otto II van Asperen en Hagestein (zie kw. nr. ⇒ 3625280 ) zijn, als diens zoon.
|
COMMENTAAR(¥)
Deze Jan de Kok kan zowel J(oh)an de Cock van Opijnen (zie kw. nr. ⇒ 7250568 ) als
Johan de Cock van Weerdenburgh (zie hieronder) zijn.
|
-
a. Johan de Cock van Weerdenburgh, geb. vóór ca. 1310, ovl. ca. 1360, ridder, anno 1335 en 1345,
tr. 1333 vermoedelijk
Agnes(e) van Mirlaer, wed. van Herbaren van Heukelom (zie kw. nr. ⇒ 7250560 sub e).
Uit hem (dit huwelijk?):[150]
-
1. Gerrit de Cock van Weerdenburg, vermeld in 1358 tot 1378 en 1385 ten tijde van Willem hertog van Gelderland,
tr.[151]
NN van Mierlaer.
-
aa. Gerrit van Weerdenburgh, ovl. Bommel ("die in een gevecht binnen Bommel dood bleef").
-
bb. NN Gerritsdr de Cock van Weerdenburg, erfdochter,
tr.[153]
Johan heer van Broekhuizen en Ammerzooi, ovl. 1438. Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
2. Sweeder van Weerdenburg, wiens nakomelingen alleen de naam van Weerdenburg voerden.
-
3. Agnes van Weerdenburgh, geb.
tr.[154]
Arend de Cock van Oppijnen, ovl. 1422, (zie kw. nr. ⇒ 453162 )
zn. van Johan de Cock van Oppijnen en Rosella van Buyren.
Hij hertr. vóór ca. 1395 Christina van der Horst.
-
b. Rudolf II de Cock van Weerdenburgh tot Eisendoorn, (=kw. nr. 3625282).
-
c. Willem de Cock van Eisendoorn, geb. vóór ca. 1295, ovl. vóór 1318, tr. vóór 1318
NN, ovl. na 1318.
Uit hem 3 kinderen die de naam de Cock hebben verlaten en die van van Eisendoorn aaangenomen hebben anno 1335:[155]
-
1. Willem de Kok van Eisendoorn, geb. vóór 1318, ovl. na 1318, onmondig in 1318 (zie voogdij oorkonde hierboven).
-
2. Boudewijn van Eisendoorn.
-
3. Adelard van Eisendoorn.
7250568. J(OH)AN DE COCK VAN OPPIJNEN, ovl. 1334[156], ridder, de eerste uit dit geslacht die de naam De Cock van Oppijnen voert,
tr.[157]
7250569. ALYT (AARTSDR) VAN BAEX (BAER).
-
a. Arend de Cock van Oppijnen, ovl. 10-5-1363 (=kw. nr. 3625284).
-
b. Hendrick de Cock van Nyenbeeken, ovl. 1348 (nalatende 2 kinderen), alzoo genaamd omdat hij
tr.[159] de
vrouw van Nyenbeeken.
-
1. Johanna de Cock van Nyenbeeken.
-
2. Elisabeth de Cock van Nyenbeeken, tr.[160]
Hendrik van Nieuwlant, waaruit Willem van Nieuwland.
-
c. Roelof de Cock, ovl. 1403, ridder,
tr.[161]
Belia van Suylen. "Zijne kinderen zijn gestorven".
-
d. Heer Dirk de Cock van Oppijnen, liet na een zoon die geestelijke was.
-
e. Johan de Cock van Oppijnen, had twee zonen jong gestorven.
-
f. Jutte de Cock van Oppijnen, tr.[162]
Peter Moulard.
-
g. Catharina de Cock van Oppijnen, tr.[163]
Johan van Appeltern.
-
h. Elisabeth de Cock van Oppijnen.
-
i. Gijsbert de Cock van Oppijnen.
-
j. Klaas de Cock van Oppijnen.
-
k. Roelof de Cock van Oppijnen.
7250570. NN VAN BROECKHUYSEN.
-
a. Geertrui van Broeckhuysen, (=kw. nr. 3625285).
"zuster van heer Otto van Broeckhuysen".
-
b. heer Otto van Broeckhuysen.
7421504. NEUDE EVERTS VAN WESTENAPPEL, wordt in 1325 vermeld in een lijst van inwoners van Terschuur bij Barneveld als Neude van Westenappel.[165]
-
a. Everhardus Neudes van Westenappel, (=kw. nr. 3710752).
Referenties van de gegevens van generatie 23 staan ook hier
Referenties Kwartierstaat Lapikás --- Generatie 23 ( 166 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. |
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
- Asch1849 = Jhr. A.M.C. van Asch van Wijck, De schut- of schuttengilde in Nederland, Utrecht, 1849
- Buchelius = Arnoldus Buchelius, Observationes Ecclesiasticae en Ecclesiastica Ultraiectina, Editie en vertaling: Kees Smit, Utrecht, 2011
- Burman1750 = Kaspar Burman, Utrechtsche jaarboeken van de vyftiende eeuw, vervattende het merkwaardige in het Gesticht, en voornamentlyk in de stadt Utrecht : zedert den jare 1402 en vervolgens voorgevallen, dl. 1, Utrecht, 1750 en dl. 2 Utrecht 1758
- Dobson2009 = The New York Genealogical and Biographical Record 140(2009)13
- Dobson2010 = The New York Genealogical and Biographical Record 141(2010)292
- Dobson2015 = John Blythe Dobson, The descendants of Lenaert Lenaerts and Margaretha van Sassenbroeck of Cologne, Winnipeg, 2015 (to be published)
- Engelberts1927 = Lyte (F.J.G.W.C.) Engelberts (L.E.), Anna Maria de Sandra, Zeist, 1927
- Gedenkwaardigheden-Drenthe = Mr. J. Belonje en J. Westra van Holthe, Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de Kerken der Provincie Drenthe, Assen, 1937
- Godgeleerden-1 = Hugo Visscher en Lambregt Abraham van Langeraad, Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1. Utrecht 1907
- Heussen1733 = H.F. Van Heussen, Historia episcopatuum foederati Belgii, Antwerpen, 1733
- Matthaeus1704 = Antonius Matthaeus, Fundationes et fata ecclesiarum, praesertim quae Ultrajecti, et in ejusdem suburbiis, et passim alibi in dioecesi. Libri dvo, Leiden, 1704
- Montias = The Montias Database of 17th Century Dutch Art Inventories, ⇒ montias
- Placaetboek1729 = Johan van de Water, Groot Placaatboek vervattende alle de Placaten, Ordonantien en Edicten, der Edele Mogende Heeren Staten 'S Lands Van Utrecht, Utrecht, 1729
- Studenten-Herborn = G. Zedler und H. Sommer, Die Matrikel der Hohen Schule und des Paedagogiums zu Herborn, Veröffentlichungen der historischen Commission für Nassau V, Wiesbaden, 1908
- Tienen1755 = P. Kempeneers, De Bevolking van Tienen in 1755, Publ. 041, VVF Leuven, 2011
- Tienen1796 = P. Kempeneers, De Volkstelling van Tienen Jaar IV (1796), Publ. 52, VVF Leuven, 2015
|
- ⇒ gd-hoofd.htm
- ⇒ gd-hoofd.htm
- NL 92(1975)125
- NL 92(1975)125
- NL 92(1975)125
- NL 92(1975)125
- NL 92(1975)125
- NL 92(1975)125
- NL 92(1975)125
- NL 1950, kol. 199-202
- NL 92(1975)125
- ⇒ www.vanderkrogt.net
- NL 92(1975)126
- NL 92(1975)126
- NL 92(1975)126
- NL 92(1975)126
- NL 92(1975)126
- NL 92(1975)127
- NL 92(1975)127
- NL 1949, kol. 381-384
- NL 92(1975)127
- OV 56(2001)550
- NL 92(1975)127
- NL 92(1975)127
- NL 92(1975)127
- NL 92(1975)127
- NL 92(1975)127
- NL 92(1975)127
- NL 92(1975)130
- NL 92(1975)130
- NL 92(1975)132
- NL 92(1975)132
- NL 92(1975)126
- NL 92(1975)126
- NL 92(1975)126
- NL 92(1975)125
- NL 92(1975)125
- Kron. 8(1999)61
- NL 46(1928)289
- Van Wimersma Greidanus, l.c.
- NL 46(1928)289
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- NL 46(1928)289
- Van Wimersma Greidanus, l.c.
- NL 46(1928)289
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- Van Wimersma Greidanus, l.c.
- NL 46(1928)298
- NL 46(1928)298
- NL 48(1930)136
- Nav. 54(1904)537
- OV 46(1991)360
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- OV 42(1987)1
- NL 46(1928)289
- ⇒ www.kareldegrote.nl
|
- OV 42(1987)1
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- OV 42(1987)1
- NL 46(1928)300
- NL 46(1928)298
- NL 46(1928)299
- OV 42(1987)1
- NL 46(1928)299
- OV 42(1987)1
- NL 46(1928)299
- NL 46(1928)298
- NL 46(1928)300
- OV 42(1987)1
- NL 46(1928)300
- OV 42(1987)1
- NL 46(1928)300
- NL 46(1928)300
- OV 42(1987)1
- OV 42(1987)1
- NL 46(1928)300
- OV 42(1987)1
- NL 46(1928)300
- Nav. 54(1904)538
- OV 52(1917)161
- Nav. 31(1881)631
- Nav. 31(1881)631
- NL 46(1928)301
- OV 42(1987)1
- NL 46(1928)301
- OV 42(1987)1
- NL 46(1928)301
- NL 46(1928)301
- NL 46(1928)300
- NL 46(1928)300
- NL 46(1928)300
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- OV 42(1987)1
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- OV 42(1987)1
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- ⇒ www.kareldegrote.nl
- NL 83(1966)301
- NL 1952, kol. 136
- verspreide Charters ARA
- NL 83(1966)301
- NL 83(1966)301
- NL 83(1966)302
|
- NL 83(1966)302
- NL 83(1966)302
- NL 83(1966)302
- NL 83(1966)302
- NL 83(1966)302
- NL 83(1966)301
- Mededeling A. Lommen-de Heer, 2007
- Mededeling A. Lommen-de Heer, 2007
- NL 92(1975)86
- NL 92(1975)86
- NL 83(1966)324
- NL 83(1966)324
- NL 83(1966)324
- NL 83(1966)324
- NL 83(1966)324
- NL 83(1966)324
- NL 83(1966)324
- NL 83(1966)301
- Mededeling A. Lommen-de Heer, 2007
- ⇒ www.vanderkrogt.net
- NL 83(1966)301
- ⇒ 1160510358
- ⇒ 1160510358
- ⇒ 1160510358
- ⇒ 1160510358
- ⇒ 1160510358
- ⇒ 1160510358
- ⇒ 1160510358
- ⇒ 1160510358
- ⇒ 1160510358
- ⇒ 1160510358
- ⇒ 1160510358
- ⇒ 1160510358
- ⇒ 1160510358
- ⇒ 1160510358
- I.A. Nijhoff, Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland door onuitgegevene oorkonden opgehelderd enbevestigd, Arnhem, 1830-75, zes delen
- Wap. 18(1914)366
- Wap. 18(1914)367
- Wap. 18(1914)367
- Wap. 18(1914)367
- Wap. 18(1914)367
- Wap. 18(1914)367
- Wap. 18(1914)366
- ⇒ kstekst.htm
- Wap. 18(1914)318
- Wap. 18(1914)319
- Wap. 18(1914)319
- Wap. 18(1914)319
- Wap. 18(1914)319
- Wap. 18(1914)319
- Wap. 18(1914)319
- Wap. 18(1914)319
- www.veluwsegeslachten.nl/vgn/schueren.pdf
- ⇒ wilbrink.htm
|