|
This page was last updated : 150803.
|
File size is: 40 k.
|
Kwartierstaat Lapikás Generatie 20 |
NB Het symbool voor een kwartiernummer leidt naar de vader en/of moeder
|
Refer to these data as:
L. Lapikás, Kwartierstaat Lapikás, version 10.1, Muiden, 2013.
|
© Copyright 2015
: L. Lapikás, Muiden, The Netherlands.
No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system,
or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical,
photocopying, recording or otherwise without the prior written
permission of the publisher. An exemption is made
for genealogical publications provided that adequate reference is
being made.
|
906304. ROELOF II ridder VAN DALEM, geb. ca. 1320, ovl. tussen 19-3-1361 en 15-9-1361, heer van Dongen, vermeld 1350-1361, baljuw van Zuid Holland 1344-1346,
tr. vóór ca. 1345[1]
906305. BEATRIX VAN DUIVENVOORDE, geb. ca. 1325, ovl. na 25-11-1387, vrouwe van Zwaluwe, op 20-6-1346 beleend met de Tol van Ammers en Zwalue door de Keiz(erlijke?) Ma(jesteit?).
|
Wapen Van Duivenvoorde : in goud drie wassenaars van zwart.
[2]
|
-
a. Willem Roelofsz van Dalem, geb. ca. 1360, ovl. Dongen voor 4-9-1422, (=kw. nr. 453152).
-
b. Aleid van Dalem, ovl. 19-2-1376, tr.[4]
Otte van Ghellichem, ovl. 3-3-1375.
-
c. Elsebene van Dalem, geb. vóór ca. 1345, ovl. na 17-2-1415, tr. 1o (huw. voorw. 29-11-1363),[5]
Gijsbrecht van Heukelom, ovl. 1366-1383, ridder (1365, 1366), rijdende onder graaf Jan van Bloys,
vermoedelijk zn. van Otto II heer van Heukelom en wellicht NN Gijsbrechtsdr van der Leck (zie kw. nr. ⇒ 7250560 sub a/1),
tr. 2o voor 1383 (1386)[6]
heer Paulus (Pouwels) van Haastrecht, ovl. vóór 1404, wednr. van NN (bij wie twee voorkinderen),
ridder, heer van Haastrecht, Loon op Zand, Tilburg, Goirle, Drunen en Gansoyen,
tresorier van Holland 1393-1394, vermeld van 17-9-1363 tot 5-10-1398,
reed 1371-1372 onder graaf Jan van Bloys,
hofmeester van Albrecht van Beieren (1393),
speelde in de Hoekse en Kabeljauwse twisten blijkbaar
een actieve rol, want op 5-10-1396 waren zijn goederen verbeurd
verklaard en 22-9-1397 verkocht aan heer Jan van Brederode,
ontvlucht uit slot Loevestein, waar hij gevangen had gezeten (vermeld op 5-10-1398),[7]
zn. van Dirk Alras van Arkel en Swanildis NN (zie kw. nr. ⇒ 14501120 sub a/1/aa).
Op 17-11-1387 verpandt Johanna hertogin van Brabant
aan heer Pauwels van Haastrecht voor 4000 oude franse schilden, de dorpen Tilborch, Goerle en Druenen
met de tol te Venlo en, om met zijn borch te Venloen
als leen te bezitten met hoge en lage heerlijkheid, uitgezonderd
het hof van Ghiertsberge, dat de abdis van der
Cameren toebehoorde, en behoudens het recht van klokslag
en bede met belofte, dat heer Pauwels bij aflossing
zijn borch te Venloen weder als vrij eigendom zal bezitten.[8]
Op 30-10-1393 oorkondde Albrecht van Beieren, dat na
onderzoek was gebleken, dat de heerlijkheid Leen zich
uitstrekte van de Sprangdijck tot het Grondelooze Meer
en van daar naar Noirmansput en dat hij, wat er bij een
scheiding tussen Brabant en Holland van die heerlijkheid
binnen de grenzen van Holland mocht komen te vallen,
aan heer Pauwels van Haestrecht, zijn hofmeester, in
erfleen gaf.[9]
Uit haar eerste huwelijk (van Heukelom-van Dalem):[10]
-
1. Otto Gijsbrechtszoon van Heukelom, geb. ca. 1365, vermeld 24-7-1389 als partijganger van de heer van Arkel,
en op 15-12-1407 onder de magen van Otto III heer van Heukelom.
Uit haar tweede huwelijk (van Haastrecht-van Dalem):[11]
-
1. Roelof van Haestrecht, ovl. na 1442, heer van Tienhoven, werd in 1386, na opdracht door zijn vader, beleend met de heerlijkheid Tienhoven en eind 1393 met 14 morgen in
de parochie van Sluipwijk, kreeg 1-6-1397 met zijn
vader en broeder een vrijgeleide en droeg 24-6-1408
de tiende van Crayenstein bij Schoonhoven over op Dirc Beijns,
werd op 22-2-1408 door Willem VI graaf van Holland beleend met goederen
te 's Heer Aerntsberge en enkele andere landerijen na opdracht
door zijn (half)broeder Dirk heer van Loon op Zand,
en droeg en deel hiervan op 24-8-1412 over aan zijn zwager
Jan van Renesse van Everingen, was in 1420 hoogschout
van 's-Hertogenbosch, en droeg op 8-8-1442, te oud en te ziek om
te reizen, aan zijn zoon Wouter van Haestrecht zijn rechten over op het veer
in Haastrecht en de visserij in de IJssel.[12]
Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
Uit Paulus Pouwels van Haastrecht voorts nog een bastaardzoon:
Jan van Haestrecht, op 26-9-1432 beleend met het dagelijks gericht van Baardwijk.[13]
-
d. Elisabeth van Dalem, ovl. 12-7-1368, tr.[14]
NN van Wisschel.
-
1. Robbrecht van Wisschel.
-
e. Christina van Dalem, ovl. 12-1-1402.
-
1. Roelof Jansz van Dalem.
-
g. Floris van Dalem, ovl. juli 1376, tr.[17]
Ave NN.
-
1. Jan (Florisz?) van Dalem(¥), ridder,
koopt goed van Gerrit de Bije (1379).[19]
COMMENTAAR(¥)
Volgens Ref. [20]
is deze Jan ex patre Floris van Dalem, volgens Ref. [21]
ex patre Jan van Dalem. Aangezien hij zijn kennelijk oudste zoon Floris noemt, houd ik vooralsnog de eerste mogelijkheid aan.
|
-
aa. Floris Jansz van Daelhem, ovl. vóór 1457.
-
bb. Jan van Daelhem, ovl. tussen 1457 en 6-4-1458, verkrijgt het goed Die Vloet onder Goirle in 1457 na de dood van zijn broer Floris van Daelhem.[23]
-
cc. Roelof Jansz van Dalem, geb. vóór ca. 1380.
-
aaa. Adriaan Roelofsz van Daelhem, geb. 1403/04, ovl. na 1476, bewindvoerder over de nalatenschap van wijlen Gerrit van Zevenbergen "tot behoef van joffr. Margriet ende Kateline", diens natuurlijke kinderen (1452),
stadhouder van de leenen des lands van Bergen op Zoom in de heerlijkheid Brecht (1457, 1476),
woonde te Brecht, oud 58 jaar, (1462),
erfde het leengoed Die Vloet onder Goirle, na het overlijden van Jan van Daelhem, volgens de bepalingen in het testament van diens neef Roelof van den Nuwenhuysen (eind 1462),[25]
tr. vóór 15-6-1465 (want dan met haar in een akte vermeld)[26]
joncfrou Antonie (van Zevenbergen), "natuerlike dochter wilen her Heynricx van Berghen", ridder.
Uit Adriaan van Daelhem (mogelijk uit dit huwelijk):[27]
-
aaaa. Sibilla van Daelhem, ovl. na 1492, tr. vóór 1492[28]
Jacob van Glymes gen. van Geldenaken. Hieruit een zoon Jacob van Glymes, die 20-7-1482 leenrechten betaalde voor Het Paradijs, een bos tusschen Geldenaken en Opgeldenaken.
-
2. Jan van Rijswijk Florensz van Dalem, ovl. vóór 24-8-1404, tr.[29]
Gheertrude Jansdr van IJspen.
-
aa. Jan van Rijswijk Jansz van Daelhem.
-
3. Roelof Florisz van Rijswijk.
-
bb. Florys Roelofsz van Daelhem, tr.[32]
Margriet van der Eijck. Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
-
aa. Cornelis Florisz van Rijswijc.
-
5. Sophia van Dalem, ovl. 1376-1383, tr. 1o [34]
Jan Berwoutssoon, tr. 2o vóór ca. 1360[35]
Jan van Blois-Chatillon, geb. vóór 1340, ovl. Schoonhoven 19-5-1381, wednr. van Mechtild van Gelre,
zn. van Lodewijk I van Chatillon en Johanna van Avesnes.
Uit haar tweede huwelijk (Blois-van Dalem):[36]
-
aa. Jan van Blois, geb. ca. 1360, ovl. ca. 1435, tr. 1386[37]
Maria Jans van Heemstede. Hieruit nageslacht, (nog) niet verder onderzocht.
Uit Roelof II ridder van Dalem wellicht een bastaard:[38]
906306. JOHAN II GRAAF VAN SALM, vermeld 1347-1401,
tr. 22-5-1355[39]
906307. PHILIPPA VAN VALKENBURG, geb. ca. 1337, ovl. 21-2-1388.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
-
a. Jkvr. Sophia van Salmen, ovl. na 26-6-1438, (=kw. nr. 453153).
906320. OTTO HERBERTSZ VAN ASPEREN VAN VUREN, geb. vóór ca. 1360, ovl. na 1425?
als Otto Herberts van Asperen (alias van Heukelum?) beleend met Hellouw en Haaften (1371),[40]
heer van Rumpt 1371 (HKWB),
ridder (1383),
pachter van de tienden van Hellouw en Haaften (1417..1425),
tr. 2o [41]
NN GIJSBERTSDR DE COCK VAN NEERIJNEN, (Wapenheraut 1914) ZOEK UIT
tr. 1o vóór ca. 1385
906321. GEERTRUID DE COCK VAN OP(P)IJNEN.
Over de heerlijkheid Hellouw lezen we in Ref. [42]:
"maar in het jaar 1417
gaf de abdij (Abdinghof) die tienden (van Hellouw) en kerkgift in erfpacht aan Otto van Asperen genaamd van Vuren en het is te gelooven dat hij ook de tienden van Haaften ontving, want den 25 augustus 1425 gaf de proost van Soest als Pausselijke Commissaris een vonnis van kerkelijken ban tegen hem,
dewijl hij de pacht der tienden van Haaften en Hellouw aan de abdij niet betaalde, welk vonnis den 3 mei 1426 te Utrecht in het Kapittelhuis werd afgekondigd en gedurende de mis aan de roode deur (valvis rubris) der kerk aangeplakt."
8 morgen te Deil 1360 (OV 1987) ZOEK OP
akte van kwijtschelding voor Dirk van Polanen 1379 (archief Familie van Boetzelaer), schatting landen van Gelre 1369 (P.N.v.Doorninck)
ZOEK OP
-
a. Herbaren Ottensz van Asperen van Vuren, ovl. 1424/25, (=kw. nr. 453160).
-
b. Otto (Ottensz) van Asperen van Vuren(¥), woont naast zijn broer Herbaren 1424 [44],
beleend met Enspijk 1403,[45]
dagelijks gerecht te Hellouw 1412 (OV 1997). ZOEK OP
pachter van de tienden van Hellouw en Haaften (1417..1425).
COMMENTAAR(¥)
Verwarring is mogelijk met Otto van Asperen, zoon van Dirk van Polanen (1383-1429)
|
906324. JOHAN DE COCK VAN OPPIJNEN, ovl. 1396 (nalatende 3 kinderen), ridder, had "grooten twist" met zijn oudoom den domproost van Utrecht,
en met de heer Hendrik van Est,
tr.[46]
906325. ROS(S)ELLA VAN BUYREN, "heer Allerds oudste dochter".
-
a. Arend de Cock van Oppijnen, ovl. 1422, (=kw. nr. 453162).
-
b. Gerrit de Cock van Oppijnen, ovl. ongehuwd.
-
c. Elisabeth de Cock van Oppijnen, tr.[48]
Johan van Ymerzeelen, heer van Ameyen en Drost van Brabant.
906326. heer ALPHARDT VAN DER HORST, tr.[49]
906327. juffrouw BELIA VAN BRAECKEL.
Uit dit huwelijk (o.a.?):[50]
-
a. Christina van der Horst, ovl. 14-9-1439, (=kw. nr. 453163).
925712. JOHAN VAN DOMSELER, ovl. na 14-3-1452, gerichtsman te Barneveld 1433-1452, peinder aldaar (o.a. 1434),
bezweert de verbondsbrief van 1436,
krijgt op 4-9-1436 de belofte van Jan van Koet het goed Oteler binnen vier maanden op te leveren en verkrijgt van hem de bediening van het ambt Doornspijk,
beleend met het Stichtse leen de tienden van het goed Bryler en Schoonhorst als leenvolger van zijn vader (1425), vernieuwt de eed 11-3-1434,
krijgt op 1-8-1430 met zijn vrouw van hertog Arnold van Gelre het goed Buitenhuis in het kerspel Voorthuizen, buurschap Harselen, dat vroeger horig was als vrij en riddermatig voor hem en zijn kinderen uit zijn tweede huwelijk,
wordt met zijn goed Schoonderbeek in 1435 van de schatbaarheid ontslagen,
wordt met zijn halve goed Bryler in 1436 van de horigheid gevrijd waarbij het tot tynsgoed wordt gemaakt,
lid van de ridderschap van Veluwe 1436,[51]
tr. 2o [52]
MECHTELD VAN EMELER, tr. 1o [53]
925713. MARGRIET VAN DELEN.
"De kinderen uit het tweede huwelijk van Johan van Domseler zijn, in
tegenstelling tot die uit het eerste huwelijk, riddermatig. Die uit het
eerste huwelijk komen alleen voor als dienstlieden."[54]
Uit zijn eerste huwelijk (van Domseler-van Delen):[55]
-
a. Evert van Domseler, ovl. vóór 10-5-1457, (=kw. nr. 462856).
oudste zoon.
-
b. Alijda van Domseler, tr.[56]
NN van Colveschoten, waaruit één dochter.
Uit zijn tweede huwelijk (van Domseler-van Emeler):[57]
-
c. Mor (Jansz) van Domseler, ovl. na 5-3-1506 en voor 8-3-1518, beg. naast zijn broeder Gijsbert voor het St. Anna altaar in de kerk te Barneveld, wordt soms ook Gerrit Mor van Domseler genoemd,
vermeld op een riddercedul ca. 1460, op landdagen 1471, 1474, 1484,
gerichtsman te Ede 1485, Barneveld 1456-1458 (in het laatste jaar als Mor Jansz van Domseler), 1474, 1484, 1492, 1498, 1501, Nijkerk 1474, Putten 1488, 1493, Elburg 1491, Heerde 1488, Ermelo 1506, Apeldoorn 1499,
opgeroepen voor een vergadering over bijstand aan de hertog tegen Venlo 1461,
bezit het halve goed Bryler en Schoonderbeek,
klaagt in 1463 over gewelddadigheden van de hertog aan zijn goed Bryler,
koopt de Vedelaerskamp te Doorn in 1478 en transporteert dat in 1492 aan zijn dochter Margriet,
verpandt met zijn vrouw Fye en zijn broeder Gerrit het land het Barrebroek
of Bernevelderbroek 28-11-1464,[58]
tr. 1o [59]
Sophia van Broeckhuysen, dochter van Dirk van Broeckhuysen en Fye NN.
geeft haar (of zijn tweede vrouw) volmacht 24-9-1499,
tr. 2o
Geertruid "van Nieuwkerck", geb.
(geslachtsnaam of afkomstig uit Nijkerk?) ,
die hij in 1506 volmacht geeft.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
d. Gijsbert van Domseler, ovl. na 1500, beg.. naast zijn broeder Mor voor het St. Anna altaar in de kerk te Barneveld, wordt ook wel Gijsbert van Emeler genoemd,
in de ridderschap van Veluwe, 1471, 1484,[60]
tr. mogelijk[61]
Bertraet, tr.[62]
Agnes van Byler, tr.[63]
Margriet van Meeckeren. Hieruit verder nageslacht bekend.
-
e. Gijsberta van Domseler, ovl. na 19-5-1501, tr.[64]
[65]
Egbert Wemmers, ovl. vóór 12-12-1481, op ter Horst.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
f. Hendrika van Domseler, ovl. na 19-7-1481, voor 24-4-1522, wordt beleend met het halve goed Hel te Putten na opdracht door haar eerste man,
tr. 1o (huw.voorw. 1459)[66]
[67]
Hendrik Casijnsz van der Hel(l) (ook de jonge), ovl. na 6-10-1473
(obiit sine prole 1480),
beleend met goed en huis (ter) Hell (1453), waarvan hij de helft bij de huwelijks voorwaarden aan zijn vrouw schonk,
zn. van Casijn van der Hel (riddermatig) en Nese van Aller,[68]
tr. 2o [69]
Albert van Eek.
Uit haar eerste of tweede(¥) huwelijk (o.a.?):[70]
COMMENTAAR(¥)
De literatuur is hier niet consequent. Volgens Ref. [71] ovl. Hendrik Casijnsz van der Hel zonder nageslacht 1480 ("obiit sine prole"). Waarom heet onderstaande dochter dan toch "van der Hel"?
|
-
1. Jutte van der Hel, tr. verm. 1492[72]
[73]
Gijbert van Domseler, ovl. na 4-7-1506, gerichtsman,
wednr. van Elisabeth van der Hel,
zn. van Gijsbert van Domseler (zie d. hierboven) en een van diens drie (twee?) vrouwen.[74]
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
g. Wijnanda van Domseler, tr.[75]
Willem de Ridder.
925714. HENDRIK VAN DER SCHUUR.
-
a. Sophia van der Schuur, (=kw. nr. 462857).
927688. EVERHARDUS MAESSEN VAN WESTENAPPEL.
-
a. Hendrick Everts van Westenappel, (=kw. nr. 463844).
1001088. KORSTIAEN VAN VOERST, geb. Rhenen ca. 1330, ovl. na 1393, beg. Utrecht St. Pauluskerk, vermeld als Korstiaen van Voerst Johannes soen van Renen borger tUtrecht (1360),[78]
tr. vóór ca. 1370
1001089. ALIJT GERRITSDR VAN ISSELSTEIN.
Anno 1393: "Korstiaen van Voerst ende Alijt sijn wijf ende haere
husinge tusschen de Niegraft ende Nustraet bij S.Pauwelsstege."
[79]
"Ontrent den jaere 1380 leefden Christiaen van Voorst
borger tUtrecht als men can speuren uuyt seeckeren
gerecbtsbrieff ende badde drie soonen. Ick meene dat
sijn vader Christiaen was genaempt ende sijn huysfrou
Alijt Gerritsdochter van Isselstein ao. 1397 nisi ad filium
huius Christianum haec sint referenda."[80]
-
a. Johan van Voerst, geb. ca. 1370, ovl. na 1421, (=kw. nr. 500544).
-
b. Christiaen van Voerst, ovl. 1421.
Anno 1421: "droech Johan van Voerst 8
mergen lants tot Zeyst hem aengecomen bij Korstiaen
sijnen broeder aen Albert van Anxter. Register 173.[82]
Anno 1419: Korstiaen van Voerst vermeld in de registren van
St. Pauwels.[83]
Anno 1410: "soo gaven Johan, Cristiaen ende Gerrit
gebroeders Jacob Dircz van der A over de huysinge
genaempt de Croywagen, in de clagelicx statsregisters fol. 47.[84]
-
d. Borwicht van Voerst, tr.[85]
Gerard Bogaert.
Referenties van de gegevens van generatie 20 staan ook hier
Referenties Kwartierstaat Lapikás --- Generatie 20 ( 85 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. |
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
- Asch1849 = Jhr. A.M.C. van Asch van Wijck, De schut- of schuttengilde in Nederland, Utrecht, 1849
- Buchelius = Arnoldus Buchelius, Observationes Ecclesiasticae en Ecclesiastica Ultraiectina, Editie en vertaling: Kees Smit, Utrecht, 2011
- Burman1750 = Kaspar Burman, Utrechtsche jaarboeken van de vyftiende eeuw, vervattende het merkwaardige in het Gesticht, en voornamentlyk in de stadt Utrecht : zedert den jare 1402 en vervolgens voorgevallen, dl. 1, Utrecht, 1750 en dl. 2 Utrecht 1758
- Dobson2009 = The New York Genealogical and Biographical Record 140(2009)13
- Dobson2010 = The New York Genealogical and Biographical Record 141(2010)292
- Dobson2015 = John Blythe Dobson, The descendants of Lenaert Lenaerts and Margaretha van Sassenbroeck of Cologne, Winnipeg, 2015 (to be published)
- Engelberts1927 = Lyte (F.J.G.W.C.) Engelberts (L.E.), Anna Maria de Sandra, Zeist, 1927
- Gedenkwaardigheden-Drenthe = Mr. J. Belonje en J. Westra van Holthe, Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de Kerken der Provincie Drenthe, Assen, 1937
- Godgeleerden-1 = Hugo Visscher en Lambregt Abraham van Langeraad, Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1. Utrecht 1907
- Heussen1733 = H.F. Van Heussen, Historia episcopatuum foederati Belgii, Antwerpen, 1733
- Matthaeus1704 = Antonius Matthaeus, Fundationes et fata ecclesiarum, praesertim quae Ultrajecti, et in ejusdem suburbiis, et passim alibi in dioecesi. Libri dvo, Leiden, 1704
- Montias = The Montias Database of 17th Century Dutch Art Inventories, ⇒ montias
- Placaetboek1729 = Johan van de Water, Groot Placaatboek vervattende alle de Placaten, Ordonantien en Edicten, der Edele Mogende Heeren Staten 'S Lands Van Utrecht, Utrecht, 1729
- Studenten-Herborn = G. Zedler und H. Sommer, Die Matrikel der Hohen Schule und des Paedagogiums zu Herborn, Veröffentlichungen der historischen Commission für Nassau V, Wiesbaden, 1908
- Tienen1755 = P. Kempeneers, De Bevolking van Tienen in 1755, Publ. 041, VVF Leuven, 2011
- Tienen1796 = P. Kempeneers, De Volkstelling van Tienen Jaar IV (1796), Publ. 52, VVF Leuven, 2015
|
- ⇒ gd-hoofd.htm
- ⇒ hs-45.htm#JvDuvenvoorde
- ⇒ ~gomes
- ⇒ ~gomes
- NL 83(1966)305
- NL 83(1966)351
- NL 83(1966)351
- NL 83(1966)351
- NL 83(1966)351
- NL 83(1966)305
- NL 83(1966)351
- NL 83(1966)359
- NL 83(1966)351
- ⇒ ~gomes
- ⇒ ~gomes
- ⇒ ~gomes
- ⇒ ~gomes
- ⇒ ~gomes
- Taxandria 45(1938)
- ⇒ ~gomes
- Taxandria 45(1938)
- Taxandria 45(1938)
- Taxandria 45(1938)
- Taxandria 45(1938)
- Taxandria 45(1938)
- Taxandria 45(1938)
- Taxandria 45(1938)
- Taxandria 45(1938)
- ⇒ ~gomes
|
- ⇒ ~gomes
- ⇒ ~gomes
- ⇒ ~gomes
- ⇒ ~gomes
- ⇒ ~gomes
- ⇒ ~gomes
- ⇒ ~gomes
- ⇒ ~gomes
- ⇒ ~gomes
- ⇒ gd-hoofd.htm
- HKWB 28.2, 19
- Mededeling A. Lommen-de Heer, 2007
- Aa, A.J. van der. Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden. J. Noorduyn en Zoon, Gorinchem, 1844, deel 5, letter H, pp. 393-396.
- Mededeling A. Lommen-de Heer, 2007
- Verzameling oorkonden Gelre door J.J.S. Sloet, blz 598
- HKWB 32.2, p62
- Wap. 18(1914)320
- Wap. 18(1914)321
- Wap. 18(1914)321
- Wap. 18(1914)321
- Wap. 18(1914)321
- NL 2(1884)86
- NL 79(1962)266
- NL 79(1962)266
- NL 79(1962)266
- NL 79(1962)266
- NL 79(1962)266
- NL 79(1962)266
- NL 79(1962)281
|
- NL 79(1962)281
- NL 79(1962)285
- NL 79(1962)285
- NL 79(1962)285
- NL 79(1962)285
- NL 79(1962)266
- NL 79(1962)289
- NL 79(1962)266
- NL 72(1955)86
- NL 72(1955)86
- NL 79(1962)266
- NL 79(1962)266
- NL 79(1962)266
- NL 79(1962)266
- NL 79(1962)288
- NL 79(1962)288
- NL 79(1962)266
- NL 79(1962)276
- ⇒ wilbrink.htm
- NL 24(1906)51
- NL 24(1906)51
- NL 24(1906)51
- ⇒ ~brouw268
- NL 24(1906)51
- NL 24(1906)51
- NL 24(1906)51
- ⇒ ~brouw268
|