This page was last updated : 220612.
File size is: 984 k.
Kwartierstaat Lapikás
Generatie 13
NB Het symbool voor een kwartiernummer leidt naar de vader en/of moeder
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Kwartierstaat Lapikás,
version 11.1,
Muiden, 2017.
© Copyright 2022 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Kwartierstaat Lapikás Gen. nr. 13

5472. CAREL (CAROLUS) STEIJLS, geb. 1571/72, ovl./beg. Tienen (B) St. Germanuskerk 27/29-11-1644 (Carolus Styls), belastingpachter? (1641), tr. vóór 1625

5473. MARIA MEULEMANS, ovl. na 1627.

Karel Stijls van Ranst (1572-1644) op zijn doodsbed, geschilderd door Jacob Jordaens.
Olie op doek. 62 x 95 cm.
Locatie: Museum de Spoelberch, Leuven.
Bron: KIK-IRPA

klik op plaatje(s) om te vergroten
In de eerste helft van de 17de eeuw koopt Carel Steijls een tuin in de Ooievaarstraat te Tienen van de erven van Anthonius vander Borght. Steijls bezat ook de tuin ernaast. Van 1635-1651 zijn de tuinen en een naastgelegen boomgaard eigendom van Carel Steijls (eerst de zoon dan de vader?). De volgende eigenaar was Carel Steijls, zoon van de gelijknamige vader. In het cijnsboek heet hij Carel Steijls Carels sone. Tussen 1654 en 1698 is jonker Jaecq van Ranst de nieuwe bezitter. [1] [2]
Op 19-7-1641 komt Karel Stijls, "claeghen ende creunen" tegen het huis van Michiel vander Meeren, de eertijds bekende herberg "den dn (Roosen)nobel" op de Verckensmerckt te Tienen, omdat de cijns niet betaald wordt. De 2de augustus herhaalde Karel Stijls zijn klacht, daar de eigenaar geen voldoening gaf. [3]


De Gulden Boom op de Kalkmarkt - thans nr. 3 - in Tienen
Ref. [8]

Ia. Hendrik van Winde, kaarsenmaker in Den Gulden Boom 1555/56, laat na aan zijn zoon

Rekenboek van het Sint Laureinsgasthuis te Tienen:
1555-56: uitgave voor wassen kaarsen en toortsen, gemaakt door "Henricxken in Den Gulden Boem"

IIa. Hendrik van Winde, eigenaar van Den Gulden Boom (1590),

Rekeningen van het gemeen jaargetijde te Tienen:
1590: Henrick van Winde … van zynen huyse genaemt Den Gulden Boem
Hieruit:

IIIa. Catharina van Winde, is als "die achtergelaetene wedue van Willem Vreysers" eigenares van Den Gulden Boem 1612-1619, tr. 1o Willem Vreysers, ovl. verm. 1610, "die volgens De Ridder (?) een zoon was van Willem Vreysers alias Valkaerts", eigenaar van Den Gulden Boem 1598-1610, tr. 2o Libert Uten, die als "man ende momboir synder huysvrouwe Catheline van Wynde aan de kapelanen van O.L. Vrouw een rente van 13 stuivers en 8 groten betaalde, welke rente op de Gulden Boom was gekomen uit een legaat van Symon Wevels, een kanunnik van Sint-Germeins, die overleed begin 15de eeuw. betaalt in 1627-28 de rente nog uxoris nomine, waarna de Gulden Boom volgens de rekening "by deylinghe" toekwam aan zijn stiefzoon Servaes Vreysers.

IVa. Servaes Vreysers, verkrijgt de Gulden Boom "jertijts geheeten t' Halfhuijs" "by deylinghe" na 1627, is ook eigenaar van de hof toebehorende wijlen Jan Leenen, gelegen naast de Gulden Boom, verkoopt in 1670 de Gulden Boom aan Gregorius Cluckers den Jonghe

Op 5-3-1670 koopt Gregorius Cluckers den Jonghe de Gulden Boom, zijnde "zeker huis en hofken", gelegen aan de gracht, "tegens Servaes Vrijsens voor die tochte mede tegens Jan Vrijsens sijnen sone, hem sterck maeckende voor sijne bejaerde suster Catharina Vrijsens voor den erffdom.

Va. Gregorius Cluckers den Jonghe, eigenaar 1670-1679.

VIa. Elias Meus, ovl. ca. 1691, inwoner van Hoksem, wordt in 1679 als opvolger van Gregorius Cluckers eigenaar van de Gulden Boom.

VIIa. de erfgenamen van Elias Meus.

VIIIa. Godevaart Vranckx, sinds 1678 secretaris van het kwartier van Tienen, koopt verm. in 1697 de Gulden Boom van de erven Meus


--------

5172. GUILHELMUS (WILLEM) VREIJSERS, ovl. verm. 1610, "die volgens De Ridder (?) een zoon was van Willem Vreysers alias Valkaerts", eigenaar van Den Gulden Boem 1598-1610, zangmeester en doopget. (1622, 1623), tr. vóór ca. 1600

5173. CATHARINA VAN WINDE, geb. vóór ca. 1580, ovl. na 1627, is als "die achtergelaetene wedue van Willem Vreysers" eigenares van Den Gulden Boem 1612-1619. Zij hertr. LIBERT UTEN, ovl. na 1627, die als "man ende momboir synder huysvrouwe Catheline van Wynde aan de kapelanen van O.L. Vrouw een rente van 13 stuivers en 8 groten betaalde, welke rente op de Gulden Boom was gekomen uit een legaat van Symon Wevels, een kanunnik van Sint-Germeins overleden begin 15de eeuw, betaalt in 1627-28 de rente nog uxoris nomine, waarna de Gulden Boom volgens de rekening "by deylinghe" toekwam aan zijn stiefzoon Servaes Vreysers.

5174. NN ALAERTS, geb. vóór ca. 1580, verm. identiek met Jan Alaerts in de Geldenakenwijk, betaalt "Resten van de Contributie" voor de stad Tienen over de maanden oktober en november 1594.[9]

6080. SYMON TRUMPENERS, geb. omstreeks 1570, ovl. Velm (B) 6-3-1646 als "vir longe aevus, pius et pacificus (oude, vrome en vreedzame man)". In 1640 procedeerde hij voor de officiaal van de prins-bisschop te Luik tegen Leonardt Princen en Sebastiaen Smolders over een 'weiwas' te Herk, waarover hij de naaste pretendeerde te zijn, bij die gelegenheid werd hij bijgestaan door zijn 'schoonzoon' Jan Verbiest.[11] Hij tr.

6081. ANNA ROIJFEROIJ (sive RAVERLOOZ), ovl. 31-12-1657, tr. 1o JAN CROE(CH)S. Bij de huwelijksaantekening van Carel Trimpeneers in 1640 worden diens ouders Simon Trimpeneers en Anna Croechs genoemd. Anna testeerde in mei 1657, in het woonhuis van haar dochter Oda, met wie zij een geschil uit de weg wilde ruimen.[12] Als Symons weduwe lag Anna in 1653 voor de Luikse officialiteit in proces met haar 'neef' Johan Croes, die van zijn 'grootmoeder' Anna Raverlooz ƒ 300 eiste, die zij hem voor zijn bruiloft zou hebben beloofd.[13] In deze in genealogisch opzicht verwarende akte figureren voorts Anna's 'zoon' Symon Trimpeneers en 'schoonzoon' Jan Morren. 'Zoon' is korrekt, de 'schoonzoon' blijkt in andere akten te zijn getrouwd met Anna Trimpeneers Jans dochter. Bij de huwelijksinschrijving van haar zoon Caerl, in 1640, werd zij Anna Croechs genoemd. Uit het cijnsboek van Vuytenbroeck van 1587-1619 blijkt dat "Jan Croechs modo Symon Trumpeners nomine uxoris" een cijns gold uit een huis te Runkelen.[14] Voorts compareerde Jan Croechs in 1649 als een van de verwanten van Lambrecht Trimpeners bij de opstelling van de zoenbrief wegens diens doodslag.[15] Jan Croechs (de jonge), burger van Sint-Truiden, wordt in de Gingelomse gichtboeken gezien tot in 1679.[16]

6144. WILLEM WILLEMSZ FENT (de oude), geb. vóór ca. 1560, ovl. na 1631, vermeld als Willem Willemsz Fent, belender in het Zuideinde van Nieuwkoop aan de buitenweg (1603..1631), aan de binnenweg (1605..1627), aan de Achterweg (1603..1618), in het Noordeinde van Nieuwkoop aan de binnenweg (1611..1630), aan de Achterweg (1611..1631), in Noorden, aan de buitenweg (1631), vermeld als Willem Fent, belender in de Oude Meije (1620), in Zuideinde van Nieuwkoop aan de buitenweg (1621), aan de binnenweg (1620-1621), aan de Achterweg (1621..1630), in het Noordeinde van Nieuwkoop aan de binnenweg (1622, 1632), was Wees- of Heilige Geestmeester (armmeester) van Nieuwkoop en in die hoedanigheid in 1608 betrokken bij een nieuwe keur van 41 artikelen voor de Nieuwkoopse weeskamer,[26] treedt in 1615 op als voogd van Clara en Lijsbet Pieterdrs, kinderen van de overleden Pieter Cornelisz Langen wiens nageslacht zich Van der Pijl gaat noemen (zie Fragment Van der Pijl II ), bezit 4½ hond land in het Zuideinde van Nieuwkoop, gelegen in een perceel van 12 morgen (1626), tr. vóór ca. 1585

6145. MARITGEN DIRCXDR (VAN DER PIJL(EN)?), geb. vóór ca. 1565, ovl. na 1623. Zij wonen te Nieuwkoop, vermoedelijk in de Kerkbuurt (1603).

Wapen Van Pijlen: in rood 3 zwartgepunte pijlen schuinrechts geplaatst, gevederd van goud en zwart.
Dit wapen komt voor als deel van een alliantiewapen Van Pijlen - van Wieringen op een zerk in de NH Kerk te Nieuwkoop.[27] De kleuren zijn gebaseerd op een wapen Pijl in Rietstap.


Willem Willemsz Fent en Maritgen Dircxdr wonen te Nieuwkoop, en krijgen daar minstens vier zoons, die bij elkaars kinderen als doopgetuigen optreden en wier afstammelingen allen in de loop van de 17de eeuw de naam (Fent) Van (der) Pijlen gaan voeren. De voorzichtige conclusie moet luiden dat Maritgen Dircxdr uit een geslacht Van (der) Pijlen stamt. Haar mogelijke vader Dirck van Pijlen is echter (nog) niet gevonden. Er zijn wel diverse personen Dirck Pijll te Amersfoort en Utrecht in de 16de eeuw, met wie echter geen verband is aan te tonen.
Zerk in de NH Kerk te Nieuwkoop te voorschijn gekomen bij de restauratie van de kerk in 1984 (zie Ref. [28] voor een uitgebreid verslag hiervan). De tekst luidt: "Hier is begraven Willem Willemssoon Fent ende hij is gerust de ... OCTOBER ANNO 1634".
Bron: Ref. [29]

klik op plaatje(s) om te vergroten
In het Kohier van de Capitale Leninge van het jaar 1600 komen onder Nieuwkoop ca. twintig aangeslagenen voor. Daarbij is geen Willem Willemsz (Fent).
Op 12-11-1603 draagt Willem Willemsz Fent te Nieuwkoop op aan Marijtgen Cornelisdr een rentebrief d.d. 5-3-1603, inhoudend de koop van een huis en erf in de Kerkbuurt. Betaald met een schuldbrief van 290 gulden. [30]
Op 4-2-1604 koopt Willem Willemsz Fent van Laures Willemsz, smid, een perceel veenland in het Noordeinde van Nieuwkoop, binnenweg, strekkend van het land van Elias Jansz tot dat van Jan Pietersz, belend ten oosten Elijas Jansz en ten westen Jan Claesz, Jan Barentsz en Aper Fransz. Koopsom 398 gulden. [31]
Op 30-10-1605 is Pleun Barentsz 48 gulden schuldig aan Willem Willemsz Fent. Gesteld onderpand: een perceel veenland in het Zuideinde van Nieuwkoop over de Achterweg, strekkend van het land van Jan Corsz Plemp (?) tot dat van Aper Fransz, belend ten oosten Gerrit Jaep Pietersz en ten westen Jan Maerten Burgh.[32]
Op 22-12-1605 verkoopt Cornelis Anthonisz, secretaris, aan Willem Willemsz Fent een perceel veenland achter het dorp over de Achterweg, strekkend van het land van Cornelis Arien Jacobsz tot dat van Volck Jochumsz, belend ten oosten Pieter Cornelisz Lange en ten westen Ghijsbert Ariensz Quast. Koopsom 280 gulden. [33]
Op 10-3-1606 verkoopt Jan Willem Volckersz aan Willem Willemsz Fent een perceel in het Zuideinde van Nieuwkoop, binnenweg, verongeld voor 1 morgen, strekkend van de Voorendijk tot het land van Gerrit Jonge Dircken, belend ten oosten Theus Theuisz, dekker en ten westen Gerrit Gerritsz. Koopsom 375 gulden. [34]
Op 5-5-1608 verkopen Pieter Cornelisz voor zichzelf, Christoffel IJllisz, getrouwd met Marritgen Cornelisdr, met als voogden Cornelis Cornelisz Ouwe Neel en Cornelis Aelbertsz, aan Willem Willemsz Fent een perceel weiland in het Zuideinde buitenweg, verongeld voor 1 morgen 4½ hond, strekkend van het land van Cornelis Andriesz van de dam af tot het land van Heijnrick Willemsz, belend ten oosten Cornelis Adriaensz en ten westen de weduwe en kinderen van Jan Willem Volckersz. Koopsom 656 gulden. [35]
Op 28-2-1609 verkoopt Willem Willemsz Fent aan Abraham Jacobsz Trom een huis met een perceel land in het Zuideinde binnenweg, verongeld voor ½ morgen, strekkend van de Vorendijk tot het land van Willem Sijmonsz, belend ten oosten Theus Matheusz, dekker en ten westen Gerrit Gerritsz. Koopsom 600 gulden. [36]
Op 28-12-1609 is Pleun Barentsz te Nieuwkoop 88 gulden schuldig aan Willem Willemsz Fent. Gesteld onderpand: een perceel veenland in het Zuideinde van Nieuwkoop over de Achterweg, strekkend van het land van Aper Fransz tot Jan Corsz, belend ten oosten Gerrit Jacobsz en ten westen Jan Maertensz. [37]
Op 13-11-1613 is Lauris Dircxsz te Nieuwkoop 100 gulden schuldig aan Willem Willemsz Fent. Gesteld onderpand: een bruikweerland in het Zuideinde buitenweg, strekkend uit de Voorwetering tot het land van Geerte Buurman, belend ten oosten Philips Dircxsz en ten westen Arien Cornelisz. [38]
Op 11-12-1613 verkoopt Willem Jansz te Nieuwkoop aan Willem Willemsz Fent een perceel veenland in het Zuideinde over de Achterweg, strekkend van Pieter Lambertsz tot het land van Jan Eliasz, belend ten oosten Gerrit Cornelisz Staveren en ten westen Pieter Stoffelsz. Koopsom 30 gulden. [39]
Op 2-6-1615 is Lauris Dircxsz te Nieuwkoop 150 gulden schuldig aan Willem Willemsz Fent. Gesteld onderpand: een bruikweerland in het Zuideinde buitenweg, strekkend uit de Voorwetering tot het land van Geert Buijerman, belend ten oosten Philips Dircxsz en ten westen Adriaen Cornelisz. [40]
Op 14-10-1615 verkoopt Willem Willemsz Jonge Fent te Nieuwkoop aan Michiel Gerritsz Goetknecht een bruikweerland met huis en hof in het Noordeinde binnenweg, verongeld voor 1 morgen 5 hond, strekkend van de Vorendijk tot het land van de verkoper, belend ten oosten Claes Gerritsz en ten westen Adriaen Sijmonsz. Koopsom 1.650 gulden. Gestelde garantie: een perceel veenland in het Noordeinde over de Achterweg, strekkend van het land van Gerrit Dircksz tot dat van Cornelis Anthonis, belend ten oosten Cornelis Anthonisz en ten westen jonker Willem van Montfoort. [41]
Op 15-12-1615 verkoopt Willem Willemsz Fent te Nieuwkoop aan Arien Aelbertsz een stuk land, genaamd "de Loet" in het Noordeinde over de Meije, strekkend uit de Nieuwe Meije tot in de Oude Meije toe. Koopsom 470 gulden. [42]
Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623: "Willem Willemsz Fent ende Maritgen Dircxdr sijn huijsvr met Gerrit heur soon(¥) - 3 hoofden". [43]

COMMENTAAR(¥) De andere veronderstelde kinderen zijn kennelijk al vertrokken.
Op 20-10-1624 verkoopt Willem Willemsz Fent te Nieuwkoop aan Aert Jansz Heer een bruikweerland te Noorden buitenweg, verongeld voor 2½ morgen, strekkend uit de Voorwetering tot Willem Willemsz Fent, belend ten oosten Trijntgen Pietersdr te Amsterdam en ten westen Aeltgen Maertensdr. Betaald met een schuldbrief, groot 2600 gulden, ten laste van Aert Jansz, op genoemd bruikweer en op een perceel land in het Noordeinde binnenweg, strekkend van het land van Dirck Meesz tot Vreeck Maertensz toe, belend ten oosten Volcken Cornelisz en ten westen Elias Jansz, mede nog een obligatie op Marritgen Jansdr, weduwe van Lauris Leendertsz, groot 325 gulden. [44]
In 1633 besluiten de baljuw, ambachtsheemraden en gekwalificeerde ingelanden van Nieuwkoop en Noorden, om alle dijksloten noordwaarts de Nieuwkoopse Dijk, van de woning van Van Pijlen tot aan de Basgesbrug, ter breedte van de huiswerven af te dammen en de werven vast te maken. [45]
Dit is de vroegst gevonden vermelding van de naam Van Pijlen te Nieuwkoop. Het betreft hier mogelijk de woning van Willem Willemsz Fent of van een van diens zonen.

Zerk in de NH Kerk te Nieuwkoop te voorschijn gekomen bij de restauratie van de kerk in 1984 (zie Ref. [47] voor een uitgebreid verslag hiervan). De tekst luidt: "Hier is begraven Willem Willemssoon Fent ende hij is gerust de ... OCTOBER ANNO 1634".
Bron: Ref. [48]

klik op plaatje(s) om te vergroten

6146. PIETER CORNELIS ARISZ (ANDRIESZ) (PIETER CORNELIS BACKER), geb. ca. 1555, ovl. 1623-1625, weerbare man te Nieuwkoop (1599), kerkmeester te Nieuwkoop (1618), tr. vóór ca. 1580[49]

6147. MARITGEN DIRCXDR, geb. vóór ca. 1560, ovl. na 1623, doopget. (1620).

Kohier van de Capitale Leninge van het jaar 1600: Nieuwkoop
Pieter Cornelis Arysz op twintich ponden comt 40 gl.
Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623: "Pieter Cornelis Andriesz ende Maritgen Dircxdr sijn huijsvre met Geertgen Pietersdr ende Dirck Jansz Cool - 4 hoofden". [50]
Rinse Penningen Nieuwkoop:[51]
1625: vermelding van Pieter Cornelis Andriesz met zijn huisvrouw overleden. Erven van hem: Cornelis Pietersz Backer, Aris Pietersz Backer, de weeskinderen van de jonge Cornelis Pietersz, Maerten Pietersz Scheepmaecker te Boskoop, Aeltgen Pieters, Marytgen Pieters, Geertgen Pieters, de weeskinderen van Tryntgen Pieters te Bodegraven, erven van haar: Jan Jansz Cock, het weeskind van Dirck Jansz Cock. Keuntgen Jans ter Goude, de weeskinderen van Leuntgen Jans en Anntgen Jans te Alkemade.

6152. CORNELIS ANTHONIS WARRE, geb. vóór ca. 1545, ovl. 1606-1611, belender in het Noordeinde van Nieuwkoop aan de buitenweg (1605..1610), aan de binnenweg (1603..1607), tr. 2?) voor 1606 ANNA JACOBSDR, ovl. na 1606, mogelijk dr. van Aeltgen Willemsdr,

Op 31-12-1603 verkoopt Cornelis Thonisz Warre te Nieuwkoop aan Thomas Jansz een perceel land in het Noordeinde van Nieuwkoop, buitenweg, strekkend van het land van Ghijsbert Andriesz Quast tot Dirck Pietersz, secretaris te Zevenhoven, belend ten oosten de erfgenamen van Pieter Heijnricxsz te Woerden en ten westen de erfgenamen van Willem Poulisz te Amsterdam. Koopsom 100 gulden. [75]
Op 5-6-1606 delen Cornelis Anthonisz Warre, man en voogd van Anna Jacobsdr, ter ene en Jan Aertsz Poel, man en voogd van Jannetgen Willemsdr, ten andere zijde, beiden als erfgenamen van Aeltgen Willemsdr, de nalatenschap. Cornelis Thonisz komt toe een perceel weiland in het Noordeinde van Nieuwkoop, buitenweg, strekkend van het land van Cornelis Thonisz tot aan de Masloot, belend ten oosten Cornelis Thonisz zelf en ten westen Gerrit Willemsz Stichter, nog de helft van een huis en erf in het Noordeinde van Nieuwkoop, binnenweg, strekkend van de Voorendijk tot het land van Fijtgen Jansdr, belend ten oosten Ghijsbert Jheremiasz en ten westen Jan Aertsz Poel. Jan Aertsz komt toe een perceel land in het Noordeinde van Nieuwkoop, buitenweg, strekkend van het land van Jan Aertsz zelf tot dat van Cornelis Thonisz, belend ten oosten Jan Aertsz en ten westen Cornelis Thonisz, nog de helft van een huis en erf, welke hierboven is beschreven. [76]
Op 1-2-1611 verkopen Anthonis Cornelisz, Jasper Cornelisz, Dirck Jaspersz voor zichzelf en Dieloff Willemsz, getrouwd met Marritgen Cornelisdr, allen als erfgenamen van Cornelis Anthonisz Warre, aan Eijmbert Jansz een huis en erf in het Noordeinde van Nieuwkoop, buitenweg, verongeld voor 5 hond, strekkend uit de Voorwetering tot "aen 't slootgen" van het land van Jan Aertsz, belend ten oosten Lauris Mathijsz en ten westen IJillis, de wever. Koopsom 484 gulden. [77]

6220. DIR(C)K A(D)RI(A)E(N)SZ TWAELFFHOVEN, geb. vóór ca. 1585, ovl. 1640-1642, vermeld voor de weeskamer Bodegraven 4-12-1590,[80] belender te Zwammerdam (1609),[81] belender in het Noordeinde van Nieuwkoop aan de buitenweg (1612..1634), aan de binnenweg (1618..1638), aan de Achterweg (1623..1630), aan de bovenweg (1634), in het Zuideinde van Nieuwkoop aan de buitenweg (1630..1640), aan de binnenweg (1637, 1640), aan de overweg (1630), aan de achterweg (1631), treedt op als oom en bloedvoogd, wonend te Nieuwkoop, van de onmondige kinderen van Pieter Dircxsz en Geertgen Ariensz (1612),[82] vermeld voor de weeskamer Bodegraven 24-6-1623,[83] 7-4-1631.[84] tr. vóór ca. 1610

6221. NEELTGEN CORNELISDR, geb. vóór ca. 1590, ovl. 1623-1642.

Op 6-10-1607 verkoopt Claes Jan Claesz aan Dirck Ariensz Twaelffhoven een perceel veenland in het Noordeinde van Nieuwkoop, binnenweg, strekkend van Arien Maertensz tot het land van Arien Maertensz, belend ten oosten Maerten Col en ten westen Cornelis Jonge Lens, nog een perceel gelegen als het vorige, strekkend van het land van Arien Maertensz tot aan het land van Dirck Ariensz toe, belend ten oosten Laurens Lenertsz. Koopsom 207 gulden. [85]
Op 22-12-1611 koopt Dirck Ariensz Twaelffhoven van Goolte Sijmonsdr, weduwe van Pieter Heijnricxsz met haar voogd Sijmon Jansz voor de helft en Cornelis Dircxsz als oom en voogd over de vier onmondige kinderen van Pieter Heijnricxsz, voor de andere helft, een perceel land met huis en hof in het Zuideinde van Nieuwkoop, buitenweg, verongeld voor 2½ morgen, strekkend uit de Voorwetering tot de Masloot en het land van Dirck Lauwen, belend ten oosten Dirck Laurisz en ten westen Jacob Willemsz en Andries Ghijsbertsz Quast. [86]
Op 18-5-1612 verkoopt Willem Sijmonsz te Nieuwkoop aan Dirck Adriaensz Twaelffhoven een perceel veenland in het Noordeinde, binnenweg, strekkend van het land van Dirck Ariensz, belend ten oosten Cornelis Pietersz Boetenkees en ten westen Willem Jan Lauwen, Cornelis Leendertsz en Maerten Cornelisz. Koopsom 92 gulden. [87]
Op 1-8-1621 verkoopt Heijndrick Gerritsz te Bodegraven aan Dirck Ariensz Twaelffhoven een perceel veenland in het Zuideinde, binnenweg, strekkend van het land van Jacob Jochumsz tot de kinderen van Pieter Jansz, belend ten oosten de kinderen van Erm .... en Jaep Tol en ten westen Willem Fent. Koopsom 37 gulden 10 stuivers. [88]
Op 21-12-1622 verkopen Cornelis Pietersz en Claes Dircxsz aan de Meije aan Dirck Ariensz Twaelffhoven een perceel veenland in het Zuideinde van Nieuwkoop binnenweg, strekkend van het land van Dirck Ariensz tot het land van Egbert Willemsz, belend ten oosten Jaep Tol en ten westen Willem Willemsz Fent. Koopsom 42 gulden. [89]
Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623: "Dirck Ariensz Twaelfhoven ende Neeltgen Cornelisdr sijn huijsvrouwe met Arien, Cornelis, Huijbert, Arien, Pieter, Maritgen, Gerrichgen, Neeltgen ende Lijsbet heure kinderen - 11 hoofden". [90]
Op 1-11-1624 is Willem Pijnt den Ouden 130 gulden 16 stuivers 5 penningen schuldig aan Cornelis Jansz, scheepmaker te Spaarndam, wegens een pont. Gesteld onderpand: de pont "nae waterbrieffsrecht". Dirck Ariensz Twaelffhoven en Machteltgen Heijndricxdr, weduwe, zijn 125 gulden 10 stuivers 3 penningen schuldig aan Cornelis Jansz Floren wegens een nieuwe pont. Geroijeerd d.d. 3-1-1627. [91]
Op 18-4-1630 verkoopt Maritgen Claesdr, weduwe van Cornelis Anthonisz met als voogd haar broer Gerrit Claesz Heemskerck, aan Dirck Ariensz Twaelffhoven een perceel veenland in het Zuideinde van Nieuwkoop over de Achterweg, genaamd "Vossenland", strekkend van daar tot het land van Jan Heijndricxsz, belend ten oosten Jan Severtsz en ten westen Jan Heijndricxsz, schipper. Koopsom 500 gulden. [92]
Op 19-8-1636 verkoopt Jan Jansz, kleermaker te Nieuwkoop, aan Dirck Ariensz Twaelffhoven een perceel veenland in het Zuideinde binnenweg, strekkend van de verkoper zijn land tot dat van Jan Roelen, belend ten oosten Andries Gerritsz en ten westen Willem Dammasz "naesaet". Koopsom 600 gulden. [93]
Op 1-3-1639 verkoopt Dirck Ariensz Twaelffhoven te Nieuwkoop aan Pieter Luloffsz een perceel veenland in het Noordeinde binnenweg, strekkend van het land van Pieter Luloffsz tot het land van Aris Willem Jan Lauwen, belend ten oosten Arien Harmensz en ten westen de weduwe van Aert Cornelisz. Koopsom 202 gulden. [94]
Op 26-2-1640 verkoopt Dirck Ariensz Twaelffhoven te Nieuwkoop aan Jan Huijbertsz Brack een perceel veenland in het Noordeinde binnenweg, strekkend van het land van Cors Claesz tot dat van Arien Ariensz, belend ten oosten Jacob Sijmon Bouwensz en ten westen Dirck Ghijsz. Koopsom 75 gulden. [95]
Op 7-10-1642 delen Huijbert Dircxsz, Arien Dircxsz Twaelffhoven, Joost Pietersz, getrouwd met Gerritgen Dircxdr, Jasper Ghijsz, getrouwd met Lijsbet Dircxsdr en Marritgen Dircxsdr met haar broer Adriaen Dircxsz Twaelffhoven, Harmen Cornelisz Heer als voogd over het kind van de overleden (?) Adriaen Dircxsz Twaelffhoven en Cornelis Pieter Sijmonsz als voogd van Marritgen Pietersdr, weeskind van de overleden Pieter Dircxsz Twaelffhoven, samen kinderen van Dirck Ariensz Twaelffhoven en Neeltgen Cornelisdr, beiden overleden, de nalatenschap. Joost Pietersz ontvangt een voorhuis en erf in het Zuideinde van Nieuwkoop buitenweg, strekkend uit de Voorwetering tot het achterhuis van Marritgen Dircxsdr, belend ten oosten Gerrit Claes Gerritsz en ten westen Steven Cornelisz, nog een perceel veenland binnenweg, verongeld voor 4 hond, strekkend van het deel van Marritgen Dircxdr tot het land van Huijb Dircxsz, belend ten oosten Pieter Stoffel Jacobsz en ten westen Jacob Heijndricxsz. Marritgen Dircxsdr komt toe een achterhuis, berg, schuur en erf aan het Zuideinde buitenweg, strekkend van het genoemde voorhuis van Joost Pietersz tot het weiland van Huijbert Dircxsz, belend ten oosten Gerrit Claes Gerritsz en ten westen Steven Cornelisz, nog een deel van een stuk veenland in het Zuideinde binnenweg, strekkend van het land van Cornelis Willem Jacobsz tot het land van Joost Pietersz, belend ten oosten Pieter Stoffel Jacobsz en ten westen Jacob Heijndricxsz, schipper. Huijbert Dircxsz valt ten deel enkele wei- en hooilanden in het Zuideinde buitenweg, verongeld voor 8 hond, strekkend van de werf van Marritgen Dircxdr tot in de Masloot, belend ten oosten Gerrit Claesz en ten westen Pieter Huijgensz. Hij moet 650 gulden uitkeren aan de weeskinderen van Adriaen Dircxsz en Pieter Dircxsz. Jasper Ghijsbertsz, getrouwd met Lijsbet Dircxdr, ontvangt een kamp hooiland in het Noordeinde buitenweg, verongeld voor 2 morgen, strekkend van het land van Jan Claesz van Leijen tot in de oude Meije, belend ten oosten Cornelis Huijbertsz en ten westen de kinderen van Jacob Jochumsz. Lijsbet Adriaensdr en Marritgen Pietersdr, de genoemde weeskinderen, ontvangen een perceel veenland in het Zuideinde binnenweg, strekkend van het land van de kinderen van Jacob Jochumsz tot dat van Arien Bouwensz, belend ten oosten Lenert Roelen en ten westen Ghijsbert Cornelisz Crijger, nog een perceel veenland in het Zuideinde over de Achterweg, strekkend van daar tot het land van Cornelis Jan Heijndricxsz, genaamd "Vossenland", nog 650 gulden, uit te keren door Huijbert Dircxsz. [96]

6224. JAN ARIENSZ TEIJSTERMAN, ovl. na 1606 (voor 1623?), verm. afkomstig uit Aarlanderveen, vermeld te Nieuwkoop op 2-8-1583 [127], daagt Jacob Stoffelsz, die hem geld schuldig is, voor het gerecht op 22-11-1583,[128] betaalt als Jan Adriaensz Teysterman te Nieuwkoop capitale lening (vermogensbelasting) "op vijffentwintich ponden comt 50 gl." (1600), verkoopt op 1-4-1606 een gezegelde rentebief van ƒ 200,-- hoofdsom aan "de armen van Nieuwkoop",[129] koopt op 8-4-1606 voor 140 Car. gld. een perceel weiland van Jan Willem Volckertsz,[130] tr.

6225. (SYBURCH?) NN.

6230. DIRCK LOURISZ (WIT), geb. vóór ca. 1540, ovl. 1608/09, belender in het zuideinde in de ban en vrije heerlijkheid van Nieuwkoop (1561), [131] belender in het Zuideinde van Nieuwkoop aan de binnenweg (), aan de buitenweg (), belender in het Noordeinde van Nieuwkoop aan de binnenweg (1604..1608), (1609: (de erven van)), aan de buitenweg (1605..1608), in de Kerkbuurt buitenweg (1608), tr. vóór ca. 1595[132]

6231. DUYFKEN ADRIAENSDR, geb. vóór ca. 1575, ovl. 1613-1623, woont als weduwe ten huize van Aelbert Jacobsz te Nieuwkoop (1613).

Kohier van de Capitale Leninge van het jaar 1600: Nieuwkoop : Dirck Lourisz. op vijftien ponden comt 30 gl.
NB erlijken minstens twee personen Dirck Laurisz te zijn.
Op 26-4-1606 verkoopt Dirck Laurisz Wit aan Heijndrick Heijndricksz, buurman, een perceel land met schuur in het Noordeinde van Nieuwkoop, binnenweg, verongeld voor 2 morgen 1½ hond, strekkend van de Voorendijk en het erf van Gerrit Jaenen tot de Achterweg, belend ten oosten Gerrit Jaenen en ten westen Dirck Meesz. Koopsom 1.137 gulden 10 stuivers. [133]
Op 26-4-1606 verkoopt Dirck Laurisz Wit aan Gerrit Jaenen een huis, erf en een perceel land in het Noordeinde van Nieuwkoop, binnenweg, verongeld voor 2 morgen 1½ hond, strekkend van het huis van de Voorendijk af tot het land van Heijndrick Buijerman en het land van de Voorendijk tot aan de Achterweg, belend ten oosten Jacob Bouw ensz en ten westen Heijndrick Heijndricksz. Koopsom 1.137 gulden 10 stuivers. [134]
Op 18-4-1608 verkoopt Dirck Laurisz aan Claes Pietersz een huis en erf met land, strekkend uit de Voorwetering tot het land van Egbert Cornelisz, belend ten oosten Arien Sijmonsse en ten westen Egbert Cornelisz in de Voor- en Uitwetering. Koopsom 2.400 gulden. [135]
Op 8-5-1609 verkopen Adriaen Cornelisz en Adriaen Claesz als voogden over Duijfken Adriaensdr, weduwe van Dirck Laurisz voor een helft en Lauris Dircxsz voor zichzelf, Claes Fransz, getrouwd met Neeltgen Dircxsdr, Elbert Cornelisdr als oom en voogd van de kinderen van Jan Cornelisz en de overleden Alijdt Dircxsdr, Willem Jacobsz als vader en voogd van Jan Willemsz van wie moeder was voornoemde Alijdt Dircxdr voor de andere helft, aan Heijndrick Dircxsz Spijcker een erf in het Noordeinde van Nieuwkoop, binnenweg, strekkend van de Vorendijk tot het land van Claes Fransz, belend ten oosten Gijsbert Heijndricxsz en ten westen Claes Fransz. Borgen zijn Pieter Dominicusz en Philips Jansz. Koopsom 400 gulden. [136]
Op 8-5-1609 verkopen Lauris Dircxsz voor zichzelf, Claes Fransz, getrouwd met Neeltgen Dircxsdr, Elbert Cornelisdr als oom en voogd van de kinderen van Jan Cornelisz en de overleden Alijdt Dircxsdr, Willem Jacobsz als vader en voogd van Jan Willemsz van wie moeder was voornoemde Alijdt Dircxdr, als kinderen en erfgenamen van Dirck Laurisz, aan zijn weduwe Duijffgen Ariensdr de helft van een huis en erf in de Kerkbuurt van Nieuwkoop, buitenweg, waarvan de weduwe de andere helft toekomt, verongeld voor ½ morgen, strekkend uit de Voorwetering tot het land van Cornelis Cornelis Lauwen, belend ten oosten Cornelis Cornelis Lauwen en ten westen Willem Cornelisz. Koopsom 318 gulden. [137]
Op 8-5-1609 verkopen Elbert Cornelisz, oom en voogd van de kinderen van Jan Cornelisz en Willem Jacobsz als vader en voogd van Jan Willemsz, weeskinderen van Alijd Dircxsdr, als medeerfgenamen van hun grootvader Dirck Laurisz, aan Claes Fransz, getrouwd met Neeltgen Dircxsdr, de helft van 7 morgen maland, waarvan de kinderen 1/3 deel is toegewezen, waar Claes Fransz met zijn helft ten westen is gelegen, de andere helft behoort aan Lauris Dircxsz, in het geheel gelegen in het Noordeinde van Nieuwkoop, buitenweg, verongeld voor 1 morgen, strekkend van de Masloot tot het land van Aper Fransz, belend ten oosten Lauris Dircxsz en ten westen Jan Maertensz en Claes Gerritsz. [138]
Op 8-5-1609 verkoopt Duyfken Adriaensdr, wed. van Dirck Lourisz samen met haar kinderen Louris Dircksz, Neeltgen Dircksdr, gehuwd met Claes Fransz, alsmede Elbert Cornelisz, als oom en voogd van de kinderen van Jan Cornelisz en Alijdt Dircksdr, voor ƒ 325,-- een perceel land in het Noordeinde aan Hendrick Dircxsz Spijcker. Op dezelfde dag verkopen vorengenoemde kinderen hun helft van een huis in de Kerkbuurt voor een custingbrief van ƒ 318,-- aan hun moeder, die de andere helft reeds bezit.[139]
Op 1-6-1613 testeert Duijfgen Ariensdr, weduwe van Dirck Laurisz, woonachtig ten huize van Aelbert Jacobsz te Nieuwkoop. Ze schenkt aan de Armen van Nieuwkoop een rentebrief van 72 gulden, sprekend op het bruikweer van Cornelis Buurmannen voor een helft, die nu Dirck Lauwen Wit moet uitkeren en de andere helft op Thomas Jansz en Aris Cornelisz Quast. Aan de kerk van Nieuwkoop wordt toebedeeld een obligatie, groot 50 gulden op Cornelis Anthonisz, oud-secretaris, op voorwaarde dat ze een graf in de kerk zal krijgen. Haar goederen vallen ten deel aan Soetgen Claesdr of bij haar eerder overlijden aan haar kinderen. [140]

6256. JACOB (HOOGEVEEN).

6264. = 6144. WILLEM WILLEMSZ FENT.

6265. = 6145. MARITGEN DIRCXDR (VAN DER PIJL(EN)?).

6408. JACOP PIETERSZ BLOCK, geb. vóór ca. 1600, (huw. noch dopen van eventuele kinderen gevonden te Amsterdam en Sloten), ovl. na 1656, beg. verm. Amsterdam Karthuizer Kh 24-1-1675 ("Jacob Pietersz Block vooraen op de Lijndegraft naest de Vergulde Winckelhack, 1 (onvedoot?) van 14 (dragers) en roef"), heeft een werf te Rijckeroort (1625), erft in 1625 van zijn ouders een huis en "koijhuisscuer" met land in Rijckeroort, alsmede land in het gerecht Amstelveen, wordt in 1631 vermeld als schepen van Rijckeroort, wordt op 14-10-1636 door Adriaen Pauw benoemd tot schout van Rietwijck en Rijckeroort voor een periode van drie jaar (1636-1639), en legt als zodanig de eed af op 30-10-1636, koopt de helft van drie morgen land te Rijckeroort van de Staten van Holland en West-Friesland (1639), wordt in 1651 door Gerrit Pauw benoemd als schout van Rietwijck en Rietwijckeroort, woont te Rietwijkeroord (1639).

Ondertekening van het morgenboek van het jaar 1656 door schout en schepenen van Rietwijck en Rietwijckeroort, onder wie Jacob Pietersz Block, substitituut schout.[148]
klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 9-9-1632 legt Cornelis Dirxsz Camper, wonende tot Sloten, out schepen tot Rijck en Rijckeroort een verklaring af op verzoek van Jacob Pietersz Block doen schepen tot Rijckeroort. Hij verklaart dat hij, getuige op 26-4-1631 metter producent geweest is ten comptoir van de Ed. Heer Rentmeester Koolwijk tot Delft alwaer hij, getuijge, gesien heeft dat de producent aan de voorn. Ed. Heer ontfanger aentellen wilde in gelde 26 gulden 10 stuivers over een jaer vant huer dat Jan Jacobsz schuldig was, verschenen anno 1630, van wien hij producent seijde deselve penningen ontfangen te hebben om voor hem , Jan Jacobs, die aen de heer ontfanger te betaelen ende dat de heer ontfanger Koolwijck seijde dat hij producent deselve penningen gaen soude betaelen aen Jan Stachouwer, en dat Jan Stachouwer die aenteijckenen soude ende hem tselve in rekeninge soude brengen, dat het dan well was, dat sulx de producent mettet gelt ende hij getuijge t'samen weder wech gegaen sijn. Alle twelck hij attestant verclaert alsoo warachtig te wesen, presenteert des noot ende daertoe versocht t'selve breder bij Eede te verclaeren. Gedaen binnen der voorsz. stede ten woonhuijse mijns notaris ter presentie van Gerbrant Warnaertsz ende Casper Meijnertsz als getuigen. (akte is niet ondertekend) [149]
Regest
Op 15-5-1639 verkopen Mr. Jacob de With en Dirck de Vlamingh, heere van Outshoorn, gecomitteerde raden van de Staten van Holland en West-Friesland, aan Jacop Pietersz Block, schout op Rijckeroort, de helft van een perceel van drie mergen lants leggende op hemselven, daervan de wederhelft competeert de kercke van Amsterveen, streckende van de lantscheijdinge tot aen de Noortwech, belent aen de noortsijde t'Kerckepadt, ende aen de suijtsijde Cornelis Jacobsz Manck, gecomen van't Cruijs Autaer tot Amsterveen. Koopprijs \380 £ , 13 sch. te betalen aan de ontvanger generaal van den gemeenen kerckendienst Dirck van Schilperoort. W.g. Den Haag (A). Vossenburch, Henrick Nobel, P. Wagenaer.

Transcriptie
1 De Ridderschap, Edelen ende Steden van Holland ende Westvrieslandt, representerende den staten van denselven landen doe(n?) te weten dat wij tot vermeerderinge van de incomsten van geestelijcke goedren tot onderhout van den dienaren des goddelijcken woorts gedestineert ten eijnde op de betaelinge dersever (te) beter voorsien mochte werden, bevonden ende geordonneert hebben dat tot vercopinge van eenige derselven goedren alsnog geprocedeert souden werden, mits dat de penningen daaervan procederende op Renten jegens den penningen sestien ? souden beleijt ende beheert worden, ten meesten diesnte ende onderhout van de selve dienaren, ende dat wij daerop deur de heeren Mr. Jacob de WIth ende Dirck de Vlamingh, heere van Outshoorn, onse gecomitterde Raden naer voorgaende (affectie?) van (Billiette), binen de stadt Amsterdam onder anderen int openbaar vercocht hebben ende vercopen bij desen JAcop Pietersz Block, schout op Rijckeroort, de helft van een perceel van drie mergen lants leggende op hemselven , daervan de wederhelft competeert de kercke van Amsterveen, strckende van de lantscheijdinge tot aen de Noortwech, belent aen de Noortsijde t'Kerckepadt, ende aen de suijtsijde Cornelis JAcobsz Manck gecomen vant Cruijs Autaer tot Amsterveen, bij den hoof sonder maet mette voet gestoten sonder dat den voorn. coper van de overmaet uet sal betaelen, ofte van den ondermaet ijet sal mogen 2 corten ofte eijschen, daervooren den voorn. coper opt overleveren van den brieff gereet betaoelen sal den somma van drie hondert en tachtich ponden dertie schellingen te xl (40) groet t'pont in handen van onsen ontvanger generaal van den gemeenen kerckendienst, Dirck van Schilperoort, ende alsso wij den voorn. coper belooft hebben een brieff van de voorsz landen te passeren, .. soo (versijen?) wij ten behouve ende proffijten van den voors. coper van alle rcht, actie ende toeseggen, dat ons ofte t'voorn. Cruijs Autaer, daaraen gecompeteert heeft ofte competerende is , cederende, overdragende ende gevende, alle t'selven actie ende toeseggen, den vorrn. coper, Sijne erfgenamen ofte actie van den selves vercrijgende van nu voort(aen) ten eeuwigen dagem, omme t'voorn. landt te mogen aenvaerden, beruijcken ende daermede sijnen wille te doen sonder dat wij daeraen reserveren, nocht bij ijemant ander voor dese eerste (reijse?) geprtendeert sal mogen werden eenich recht van anecoop, naestinge, lossinge ofte ander vrij gelijck buijrlandt, sonder opstal van eenige renten, uijtgesondert de thijnsen, excijnsen , pachten, nijet hebbend natuijr van erffpacht, ofte andere diergelijcke cleyne beswaarnissen die welcjke cpmen ende blijven sullen tot laste van den voorn. coper., sulcx uit oplesen van de voorwaardende wel expresse .. geconditioneert 3 ende sal den voorn.coper vrij sijn nopende de eene helft van den xl peninge voor soveel t'landt ofte den voorn. comptore balangt, ende alleen gehouden sijn te betalen den tachtighsten penningh, ende dat voor dese reijse alleen en vorder nijet. Wort het voors. landt voorts vercoft, met sodanigen voordelen en lasten van servituijten, ende anders als't selve van outs gecompeteert ende geincubeert heeft, nijettegenstaende den bruijcker sijnen aen ende aff, ofte uijtganck vandien eenigen tijt herwarts elders te sijnen meesten diesnten, ende gemach (gemack/) genomen mochten hebben gehadt, ende wat (Questen?) den voorn. coper dienthalven? souden mogen werden e(i?)noveert, ofte die hij andere souden mogen moveren sal deselve gehouden sijn te vervolgen ende uijt te staen 't sijnen costen alleen des sal men hem vans'lants wegen alle assistenti, ende addres doen als naer behoren, item mede uut alsulcke lasten van dijckagie. Banwercken ende andere ongelden, als 't selve van outs heeft moeten dragen, dat oock den voorn. coper hem sal moeten reguleren ofte gedragen, nopende de huijsinge, schuure ofte ander getimmerte, mitsgaders houten heijningen t welc opt voorsz lant souden mogen staen alsmede 't g(eent) daerinnen besijt soude mogen wesen achtervolgende den voorgemelde conditie den ommestaende voorgelesen, daerinne 4 dien aengaaende oock breder (meutie?) is gemaect ende hem vorder alles hebben te reguleren nae de selve daertoe men sich om cortheijts willen is refererende,. Belovende voorts deze vercopinge te doen approberen ende staende te houden, bij alle tractaten van peijse ... reves ? off anders, oock tegens eenen ijegelijcken ende dat wij de selve landen ten eeuwigen dagen, voor alle lasten, calangen?, beco..r.grn 't sij generael ofte speciael voor dat(e) deses daerop gestelt sullen vrijen ende waren-ende den eijgenaers in't vrije gebruijck ende possessie der selver mainteneeren tegens eenen ijegelijck, nemende tot onsen laste alle feijtelijcken en rechtelijcken beswaernissen, die tot eenigen tijden souden mogen opcomen, aff te weeren ende den eijgnaers van dien costeloos ende schadeloos te houden tegens eenen ijegelijck. Verbindende voor de onderhoudenisse van elle ende een ijder der voors. pointen de goederen ende incomsten van t gemeene lant van Hollandt ende Westvrieslandt, stellende deselve ende elck van dien tot bedwanck van alle rechten ende rechteren te voldoen , Renuncieerende toto dieneijnde alle privilegien ende rschten , ende alle 't genen dat tot wederlegginge ofte enervatie van desen ofte eenich point vandien, soude mogen bedacht, ofte voorgestelt werden ofte sonderlinge 5 de rechten seggende, dat generale reninciatie van geender waarden is, tenzij de speciale renunciatie voorgaeett. Derogeerende ook mede soo veel des (Niet?) sij, allen rechten , wetten ende ordonnantien, die hier tegens souden mogen strijden, ofte desen verhinderen in eeniger manieren ende gemerct dat nae boorgaende ordonnatie ende placaten optr vervreemdinge van onroerende goederen gemeaect, t'voors. verccohte lant, behoort getransporteert, ofte overgedragen te werden, voor den gerechten daer t'selve gelegen is. Soo hebben wij nochtans verstaen ende verstaen mits desen dat den. voorn. coper genouch sal wesen d'opdrachten, die wij hem bij desen tegenwoordigen sijn doende alleenlijck dat hij desen onsen brieff sal denuncieren aen die van den ggerechte daeronder de voorsz landen gelegen sijn om van dese onse opdrachten en transporte kennis te hebben, ende 't selve in hare registrendoen registreren. Des 't' oirconden hebben wij onsen grroten segelen aen desen doen hangen ende bij onse gecommitteerde Raden ende secretaris gedaen teijckenen in Den Hage op den vijftienden meij in t jaer ons heeren duijsent ses hondert negen en dertich. w.g. ... (A). Vossenburch, Henrick Nobel, P. Wagenaer 1639
Ontvangstbewijs d.d. 18-7-1639 (slecht leesbaar)
"Ontfangen door handen van Guilijaem Dassengi vanwegen Jacob Pietersz Block tot Rijckeroort de somme van driehondert tachtig ponden van xl gl. 't pont over de volle betalinge van de cooppen(ningen) van de helft van iii mer(gen) lants in desen vermelt naer advenant bij mij S(ecre)t(ari)s op dato ter ... te betalen volgens den coopvoor waerden, doen(de?) in contant op de eerstdurijtie? der? voors. somme, Actum op xviii July 1639." In margine: ".. aens xx Julij .. heden dat.." W.g. D. Schilperoorts. [150]
Generale Privilegien ende Hantvesten van Kennemer-landt ende Kennemer-ghevolgh[151]

Rietwijck ende Rietwijcker-oort
De Heerlijckheydt van Rietwijck belendt aen Nieuwer-kerck, Sloten ende de nieuwe Meyr. Rietwijcker-oort over de voorschreven Meyr gheleghen, scheydt sich zuydt-oost met Amster-veen, ende noord-west met het oost-eynde van 't Schips-hol.
d' Ingesetenen deser plaetsen zijn tol-vry, ende waren van oudts gewoon hare Beden, Subventien, schot ende lasten te vinden uytten schot-ponden, die sy-luyden onder malkanderen niet hoogher estimeerden, als tot twee hondert Rijnsch gulden. De selve zijn mede jaerlijcks schuldigh aen de Graeflijckheyt van Hollant, van Herfst-bede die Bartholomei verschijnt twintigh schellingen, ende van Boddinghe die eens te drie Jaren Sinte Maertens dage vervallen, thien schellingen.
Zijn van de voor-ghemeldte Graeflijckheydt ghescheyden ende ghesepareert gheworden, in middele ende lage Jurisdictie, als vooren is aenghewesen.
Ende hebben nu tot haren Heere Joncker Gerrit Pauw, Rentmeester van de Espargne des meer-gemeldte Graeflijckheydts, die tot sijnen Schout over de voorsz Ambachten heeft ghestelt Jacob Pietersz Block, ende tot Schepenen voor den loopenden Jare sesthien hondert een-en-vijftigh (1651), Gijs Willemsz, Willem Jansz Bes, Theunis Dircksz, Jan Pieters, ende Claes Jansz, midtsgaders tot Secretaris Pieter Jacobsz Block, die 't bewindt van Justitie, ende verdere regeeringe werdt vertrout, die mede nae Kennemer zede jaerlijcks verkiesen een Kerck-meester over Rietwijck, eenen Polder-meester over Rietwijcker-oort stellen.

6412. GERRIT GERRITSE (DE OUDE), ovl. na 1631.

6414. ISAAC WEDDINGH, geb. vóór ca. 11580, tr. vóór 1605

IIIa. Barend (Be(e)rent, Beernt) Wedding(h), geb. vóór ca. 1650, ovl./beg. Utrecht juni 1714/15-6-1714 ("Berend Weddingh laet na sijn vrouw met minderjarig(e) kind(eren), wonend op de Oudegracht ontrent 'Stadhuijs"), j.m. van Breda wonend aan de Besembrugge (1675), doopget. (Ut. 1684, 1709, 1710), huw. get. (Ut. 1690) wdnr. (1684), wdnr van Agnietje Eel (1698),
- otr./tr. 1o Utrecht Buurkerk 12/29-9-1675 (hij ouderloos, "Baack haar broeder getuijgt van moeders consent") Elisabeth Baeck, ovl./beg. Utrecht Buurkerk 29-11/10-12-1683 in de kraam van haar vijfde kind ("Elizabeth Baeck huijsvrouw van Berent Wedding, laet na haaer man met inmondige kinderen, wonend aen de Besembrug, ƒ 9:9:0), j.d. van Wesel wonend bij de Suijlestraat (1675). Zij wonen op de hoek van de Beijerbrugh (1676), Besembrugh (1678, 1679, 1683). Hij
- otr./tr. 2o Utrecht Catharijnekerk 22-6/8-7-1684 Agnietje (Angenietjen, Anganeta) Eel(l), ovl./beg. Utrecht 30-1/7-2-1698 ("Anganeta Eel huijsvrouw van Barent Wedding laat nae haer man meet een inmondig kind, wonend in de Snippevlucht") j.d. (1684). Zij wonen bij de Besembrug (1688). Hij
- otr./tr. 3o Utrecht AGh 23-10/8 -11-1698 (get. N Haring en vrouw) Hillitje ten Ham, ovl./beg. Utrecht Buurkerk dec. 1714/20-12-1714 ("Hillichje ten Ham, wed. van Berent Weddingh laat na mundige erfgenamen, wonend aen d' Backerbrugh"), doopget. (1709, 1710).

Notariële akte op 29-6-1676 Bernt Weddingh, wonende te Utrecht, Snippevlucht DOEN
Notariële akte op 12-4-1678 Constituant Anneken Besenbroeck, wonende te Utrecht Frans Baeck, zoon, wonende te Utrecht Bernt Weddingh, wonende te Utrecht Geconstitueerde Johannes van Hoorn, zoon en zwager, wonende te Wesell, DOEN
Notariële akte op 9-8-1682 Overdrager Annigie van Biesenbroeck Francois Baeck Barent Weddingh Ontvanger Johannes van Hoorn DOEN
Notariële akte op 12-3-1684 Constituant Barent Wedding, wonende te Utrecht Geconstitueerde Frans Baeck zwager DOEN
Notariële akte op 3-5-1684 Uitkoper Barent Weddingh Tweede partij Justus Weddingh Aletta Weddingh Anna Elisabeth Weddingh Louisa Maria Weddingh Machtelt Weddingh Overige belanghebbenden Francois Baeck, oom, Voogd van beroep
Notariële akte op 3-6-1684 Notaris A. WECHTER, Notaris van beroep Uitkoper Barent Weddingh Overige belanghebbenden Hun kinderen voogd Francois Baeck, oom, Voogd van beroep Tweede partij Justus Weddingh Aletta Weddingh Anna Elisabeth Weddingh Louisa Maria Weddingh Machtelt Weddingh .DOEN
Notariële akte op 23-6-1686 Notaris E. VAN RHEE, Notaris van beroep Constituant Barent Weddingh, wonende te Utrecht, Snippevlucht Geconstitueerde langstlevende DOEN
Notaris C. VAN DOORN, Notaris van beroep Constituant Barent Weddingh, wonende te Utrecht, onder de Snippenvlucht Geconstitueerde echtgenote Nicolaes Hoeningh, bedienaer des goddelyken woorts tot Utrecht van beroep DOEN
Notariële akte op 27-5-1693 Notaris H. VYANDT, Notaris van beroep Testateur Elisabeth Isaacx Weddingh, wonende te Utrecht, in leven schipper op de straet van beroep Erfgenaam Tryntje Gerrits, nicht Barent Weddingh, neef, zoon van Joost Isackss Weddingh twee kinderen van Tryntje Gerrits
Notariële akte op 20-10-1698 Bruidegom Barent Weddingh, wonende te Utrecht, cruydenier van beroep Bruid Hillichje Ham Notaris H. VYANDT, Notaris van beroep Overige belanghebbenden Elisabeth Weddingh, tante, Assistent van beroep Nicolaus Haringh, wonende te Utrecht, bedienaer des goddelycken woorts van beroep DOEN
Notariële akte op 19-3-1700 Notaris H. VYANDT, Notaris van beroep Eerste partij Barend Weddingh, eerder wedr. Elisabeth Baack, wonende te Utrecht, cruydenier van beroep Bronvermelding DOEN
Notariële akte op 26-4-1701 Notaris C. VAN DOORN, Notaris van beroep Overige belanghebbenden Mede-erfgenamen van Nicolaes Eel en Judith Mone Eerste partij Thyman van der Well, schoonzoon Pieter Eel, zoon Johan van der Well, schoonzoon overige mede-erfgenamen Tweede partij Barent Weddingh Isaacq Weddingh, zyn onmondige zoon DOEN
Notariële akte op 24-1-1707 Notaris H. VYANDT, Notaris van beroep Eerste partij Barent Weddingh, eerder wedr. Elisabeth Baeck, wonende te Utrecht, ontrent de Cronen, cruydenier van beroep DOEN
Notariële akte op 26-9-1714 Notaris G. VAN VIANEN, Notaris van beroep Overige belanghebbenden Erven Baerendt Weddingh, in leven geh. met Hillitje ten Ham Eerste partij Justus Weddingh Gerrit de Wael Isaacq Weddinch DOEN

6416. AMBROSIUS (DE WARM), geb. vóór ca. 1610, beg. Amsterdam Karthuizer Kerkhof 1-3-1637 (Aembroeis de Waerm), tr. vóór 1627

6417. NN, ovl. vóór 1649.

6418. CORNELIS JANSEN SNEEWATER, geb. 1612/3, beg. Amsterdam Karthuizer Kh. 7-1-1683 (met een baar, laat 2 kinderen na), caffawerker van 's Gravenhaeghe, oud 20 jaar, wonend op de Bloemgracht (1633), verblijft kennelijk in 1641 met zijn broer Lyon te Naarden, alwaar zij beiden in dat jaar een kind laten dopen, podesoywercker (1660), treedt op als borg voor zijn zwager (=schoonzoon!) Pieter Janse Water(mee) (1660), woonde Egelantiersgracht (1683) tussen de eerste twee bruggen, huw. get. (1663), trouwt na zijn eerste huwelijk nog driemaal (zie Cornelis Sneewater's volgende huwelijken ), otr. 1o Amsterdam 1-1-1633 (get. sijn moeder Cathalina Petit, en haer moeder Marritje Jans)

6419. MARRITJE JANS, ged. Amsterdam 5-7-1611 (get. Margriete Mat(tij)s), ovl. 1669-1673, afkomstig van Amsterdam, oud 22 jaar, wonend op de Prinsegracht (1633), doopget. (1633, 1646, 1663, 1669).


Cornelis Sneewater's volgende huwelijken
Kennelijk is Marritje Jans (kw. nr. 6419) kort na 1669, wanneer zij de laatste maaal als doopgetuige vermeld wordt, overleden. Haar wednr. Cornelis Sneewater hertrouwt in 1673. Tussen 1669 en 1673 is in Amsterdam 112 maal een Marretje Jans begraven. Cornelis Sneewater hertrouwt driemaal maar krijgt bij geen van deze volgende vrouwen nog kinderen.

CORNELIS SNEEWAETER, sijwercker van 's Gravenhage, wednr. van Marritje Jans, wonend in de Nieuwe Leliestraet (1673), caffawercker van de Haaghe, wednr. van Stijntje Tomas, wonend in de Leliestraat (1678), zijlakenwerker van Schravenhage, wednr. van Susanna Mulders, wonend op de Kijsersgraft (1680),

- otr. 2o Amsterdam geref. 30-9-1673 STIJNTJE THOMAS, geb. 1616/17, ovl. 1673-1678, beg. verm. Amsterdam Karthuizer Kerkhof 2-7-1678 ("Stijntie Tomas"), afkomstig van Amsterdam oud 26 jaar wonende op de Egelantiersgracht (1643), wed. van Huijbert Janse wonend in de Goutsblomdwarsstraet (1673).
Zij otr. 1o Amsterdam geref. 3-10-1643, Huijbert Janse, ovl. 1652-1673, arbeijder van Ouderkerck wonend in de Calverstraet (1643), verm. identiek met Huybert Jansz wordt poorter van Amsterdam 18-11-1643 als varensman van Ouderkerck.
    Uit haar eerste huwelijk (Janse-Thomas):
  • a. Anneken Huijberts, ged. geref. Amsterdam Noorderkerk 2-10-1644, ovl. jong?
  • b. Annetje Huijberts, ged. geref. Amsterdam Noorderkerk 11-10-1646, ovl. jong?
  • c. Annetien Huijberts, ged. geref. Amsterdam Noorderkerk 18-1-1649.
  • d. Jan Huijbertsz, ged. geref. Amsterdam Noorderkerk 21-1-1652.

- otr. 3o Amsterdam geref. 3-9-1678 (get. haer moeder Susanna Mulders (!)) SUSANNA (SLACH)MULDERS, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 6-12-1635, ovl. 1678-1680, afkomstig van Amsterdam, oud 45 jaar (!), wonend in de Leliestraat (1678), dr. van Claes Rotterdam en Susanna (de) Slachmulders (Mulders),

- otr. 4o Amsterdam geref. 3-8-1680 (in margine staat doorgehaald: "'t 2de gebodt) opgehouden den 18 augsuti 1680, mans doot goet ingeb(raght)" en vervolgens niet doorgehaald: "en gaat 't 3de gebod voort 26 ja(nua)rio 1681") TRIJNTJE HOOGHVELT, geb. 1619/20, beg. Amsterdam Karthuizer Kerkhof 18-2-1707 (Trijntje Hoogvelt, wed. van Cornelis Sneeuwater), afkomstig van Amsterdam, oud 26 jaar, wonend op de Oude Turfmarct (1646), wed. van Huijbert Hoeve(r)nael afkomstig van Haerlem, en wonend op de Egelantiersgraft (1680).
Het huwelijk tussen Cornelis Sneeuwater en Trijntje Hooghvelt wordt kennelijk opgehouden door Trijntjes dochter en schoonzoon die ontdekt hebben dat Cornelis en Trijntje trachteen geld aan de boedelinventarisatie van Trijntje te ontrekken, en daarover twee werkmeiden een verklaring hebben laten afleggen (zie hieronder).
Zij otr. 1o Amsterdam pui 28-7-1646 (get. haar moeder Nelle? ..ers) Huijbert Hoeve(r)nael, ovl. 1662-1680, beg. verm. Amsterdam Karthuizer Kerkhof 24-3-1675 ("Huijbert Hoevernaer"), goutblakmaker? van Haerlem wonend op de Gel.t..gracht (1646).
Op 20-8-1680 leggen Lijsbeth van Haecht, out 22 jaren en Hester Willems, out 21 jaren, beiden ongehuwde dochters te Amsterdam een verklaring af ten verzoeke van Hendrick Roseus gehuwd met Catharina Hoevernael.
Hester Willems, werckmeijt ten huize van Trijntie van Hooghvelt, wed. van Huijbert Hoevernael zijnde zijn producents (=Hendrick Roseus) schoonmoeder, verklaart dat Trijntie van Hooghvelt omtrent drie weken geleden met eenen Cornelis Sneeuwater, aen wien sij verlooft was, gegaen is voor de commissarissen van de huwelijcxe saecken ten eijnde om haer gebooden aldaer te laten inschrijven ofte aentekenen, naer dat sij doen ter tijt daer te vooren haer goederen ten haren huijse door een notaris genaemt - soo haer getuijge onderrecht is - Loosdrecht hadt doen inventariseeren, om daer uijt te bewijsen sijn producents vrouws vaderlijcke goederen. Voor deze inventarisatie heeft sij getuijge mede gesien dat de bruidegom van Trijntie van Hooghvelt een dach voort inventariseren tot twee distincte reijsen met eenige sacken met gelt uijt haer huijs gegaen is. Verder verclaert sij gehoort te hebben dat de schatster int inventariseren aen Trijntie van Hooghvelt gevraecht heeft ofte geen gelt bij haer berustende was, daer op sij antwoorde van neen en seijde dat sij geen gelt en hadde, maer dat sij t uijt haer huijs hadt laten dragen voor haer schulden.
Lijsbeth van Haecht verclaert ter selver tijt mede aldaer voor werckmeijt gedient te hebben en dat sij ten teijde als wanneer Trijntie van Hooghvelts bruijdegom het gelt uijt haer huijs soude hebben gedragen, gehoort heeft dat sij met haer gemelte bruijdegom wet twee uijren langh op haer beste camer geweest is en dat sij continuelijck die tijt met gelt te tellen te samen doende waren, en nadert ophouden vant tellen vant voors. gelt de bruijdegom van Trijntie van Hooghvelt de trappen affgecomen ende alsoo haer deur uijtgegaaen is. Ook zij verclaert dat de schatster van de goederen, int inventariseeren sijnde, ook aen Trijntie van Hooghvelt gevraecht heeft offer geen gelt in huijs en was en dat sij daerop antwoorde van neen en seijde dat sij dat voor haar schulden had laten uijdragen.
Eijndelijck verclaeren de getuijgen noch gesamentlijck dat Trijntie van Hooghvelt op gisteren, sijnde den 19den deser loopende maent Augustus, aen haer getuijden vertelt ofte verhaelt heeft dat sij bij een rechtsgeleerde hadde geweest en die ondervraecht off sij haer bruijdegom niet wel meerder konde maecken dan een hondert daelders en dat sij daerop van hem tot antwoort hadde gecregen van jae en wel meerder, alsoo sij aen hem haer staet ende gelegentheijt hadde bekent gemeackt, oft geopenbaert. W.g. Lijsbeth van Haecht, en een getuige, Hester Willems tekent met een merck. [153]
Op 26-6-1651 verkopen Jacob Paets, Claes van den Driesche, Huijbert Houvernael en Maurits Jansz van der Weijde, aan Gillis Arnoudts, een huis en erf op de Nieuwezijds Achterburgwal (Spuistraat) te Amsterdam. [154]
Op 12-9-1654 verkoopt Henrick Hoogvelt aan Huijbert Hoevernael, een leeg erf en gang op de Prinsengracht (OZ) te Amsterdam. [155]
Op 15-10-1654 verkoopt Huijbert Hoevernael aan Henrick van Wullen, een ledig erf op de Prinsengracht (OZ) in een gemene gang te Amsterdam. [156]
Op 10-2-1655 verkoopt Henrick Hoogvelt aan Huijbert Hoevernael, een huis en erf en gang op de Prinsengracht (OZ) te Amsterdam. [157]
Op 1-3-1655 verkoopt Huijbert Hoevernael aan Lucretia Boudaen, wed. van Jean Oort, een huis en erf in een gang op de Prinsengracht te Amsterdam. [158]
Op 11-5-1656 verkoopt Huijbert Hoevernael aan Lucas Harmensz, een erf en getimmerte op de Rozenstraat (ZZ) tussen Prinsengracht en eerste dwarsstraat te Amsterdam. [159]
Op 30-1-1657 verkoopt Henrick Hoogvelt aan Huijbert Hoevernael, een huis en erf in een gang op de Prinsengracht (OZ) te Amsterdam. [160]
    Uit haar eerste huwelijk (Hoevernael-Hooghvelt) (o.a.?):
  • a. NN Hoevernael, beg. Amsterdam Karthuizer Kerkhof 22-2-1662 (een kind van Huijbert Hoevernael).
  • b. Catharina Hoevernael (Hoevenaars), otr. Amsterdam geref. 3-2-1674 Hendrik R(o)eseus.
  • c. Johannes Hoevenagel (Hoevenaer), filiatie niet bewezen, otr. Amsterdam geref. 14-2-1670 Geertruijd de Vries(t).
    Op 7-9-1685 verkoopt Hendrik de Schepper aan kinderen van Catarina Hoogveld, een erf op de Leidsegracht (NZ) tussen Keizersgracht en Prinsengracht te Amsterdam. [161]

Op 16-8-1660 sluiten Elias Suderman, passementwercker en Pieter Jans Water, podesoywercker te Amsterdam een contract van compagnieschap voor het bewerken van podesoyen of toerssen. Cornelis Sneewater, podesoywercker te Amsterdam, zwager van Water stelt zich borg. Suderman woont in de Lombertstraet. [162]
Op 4-10-1664 compareren te Schiedam Anthonie Heemstede wonende Rotterdam, Jan Pietersz de Zeeu wonende Delft en Cornelis Sneewater wonende Amsterdam tezamen ab intestato erfgenamen van Leentgen Cornelisdr (Crael) alhier overleden en vervangendede verdere erfgenamen. Zij verkopen aan Joris Galeijnsz Keijser, raad en schepen alhier, een huis en erf gelegen achter op de Haven bij de Vlaardinger poort, belend O Reijn Cornelisz Hartigh en W de koper, strekkende voor van de straat tot achter aan de voorsz. Reijn Cornelisz, alles volgensde oude waarbrief van 14-5-1639 (gekocht door Cornelis Jansz Crael), voor 125 gld in gereed geld ontvangen. [163]

Leiden, ca. 1650.
Kaart uit "Toneel der Steden", door Joan Blaeu. Eerste uitgave : Amsterdam, 1652. Scan http://grid.let.rug.nl/~welling/maps/blaeu.html

klik op plaatje(s) om te vergroten

6420. (NI)C(O)LAES BEKAUD (BECAUD, BEKOE, BEKOU(B), BEKAUB, BOCOUW), geb. vóór ca. 1600, ovl. na 1628 (laatste vermelding bij doop van zijn zoon in mrt 1629), afkomstig van Leiden (1621), vachtenploter (1621-1628), vettewarier (1626) te Leiden, is ca. 1628 naar Oost Indien gevaren (en keert daarvan mogelijk niet terug), woont in de Jan Vossensteech (1628), in de Nieuwerstadt (1628), tr. Leiden gerecht 9-4-1621 (hij als Nicolaes Bocouw, zij als Susanna Cabbeljaeus)

6421. SUSANNA CABBELJAEUS (VERSCHEURE), geb. ca. 1597 (in 1631 ca. 34 jaren oud), ovl. na 1631, afkomstig van Leiden. Zij noemt zich bij de dopen van haar kinderen naar haar stiefvader Susanna Verscheure.

Wapen Cabeliau: In rood twee ruggelings toegewende zilveren kabeljauwen. [168]
Op 4-3-1626 bekent Claas Bekou eertijts velleploter ende jegentwoordich vettewarier te Leiden schuldig te zijn aan Jan en Pieter Longespee gebroeders coopluijden 736 gulden tot 40 groten tstuc ende 12 stuvers ter saecke ende als reste der cope van schaepsvellen door hem van de gebroeders gekocht, welke som hij belooft te betalen op 1-5-1626 eerstcomende 100 gulden en voorts telcken half jare daer aen volgende 50 gulden tot aan de 36 gulden 12 st. [169]
Op 17-7-1628 compareerden Sara du Boijs eertijts weduwe van Jacob Cabbeljau en Susanna Cabbeljaus huijsfrouwe van Claes Boccou, velleploter, beide wonend te Leiden, erfgenamen van za: Isaac Cabbeljau, respectievelijk hun zoon en broeder, die jongman sijnde omtrent twee jarens geleden van Amsterdam op t'jacht genaemt Diemen naar Oost Indie gevaeren en op de selve reijse deser wereldt aflevig is. Zij comparanten machtigen Jacob Cabbeljau, mede wonend te Leiden, respectievelijk hun zoon en broeder, om te innen alle openstaende gagien ende verdiensten als voors. Isack Cabbeljau op sijn Oost Indische reijse verdient heeft, mitsgaders sodanige andere penningen als van wegen de voors. Isack Cabbeljau nae sijn doot ontfangen ende geprofijteert ofte desselfs ondergemachtigden van hare ontfang, handelinge ende tgeven soingeaande desen wegens gedaen, gehouden blijven te verantwoorden als naer behoeren etc. Get. Jacob Jacobszvan Nieustad en David Davit Davitsz, beiden schippers. W.g. Sara Du Bois, Susanna Cabeliaus. [170]
Op 3-12-1631 compareerde Susannetgen Cabbeljaeus, oud omtrent 34 jaren, huijsfrouwe van Claes Bekou, die omtrent vuer drie jaren geleden naer Oostindien is gevaren, de welcke bij heure vro.. ware woorden conscientie ende siele zaligheijt in plaetse van eede, ten versoucke ende instantie van Pieter Arentsz van Kegelenberg, statds stratemaecker alhier wonende, verclaerde warachtich te wesen, dat zij deposante opte voorn. requirant niet ter werelt t'zij van troubelofte ofte anderssints en heeft te pretenderen, noch te oock noijt des dagens haers levens met hem requirant ijts (ves?) uijtstaende gehadt te hebben. Wijders met tuijhes? presenterende zij getuige tegen en es? des noot ende versocht zijnde met solempnele eede naerder te bevestighen. Van t welck de voorn. req(uiran)t versocht acte. Aldus gedaen binnen der voorsz. stadt Leijden ten huijse van Jan Passchiersz waert in de Stadt van Haerlem, ter presentie van Warnaer Jans Coppendraijer ende Geerloff Garbrantsz de oude, als getuijgen hiertoe versocht. W.g. Susanna Cabelijaus en getuigen. [171]

Zou de requirant Pieter Arentsz van Kegelenberg een oogje hebben gehad op de al enige jaren zonder haar naar Oost Indie vertrokken man, alleen levende Susannetgen Cabbeljaeus. De requirant, Pieter Arentsz van Kegelenbergh, geb. vóór ca. 1580, ovl. na 1646, zoon van Arent (van Kegelenbergh) (zie Kwartierstaat Van Schothorst nr. 5218) trouwt driemaal waarvan de laatste maal te Leiden 26-11-1631, een week voor de datum van bovenstaande akte. wat zou er tussen de twee zijn voorgevallen?


COMMENTAAR(¥) Van het onderstaande huwelijk Becu-Angloes worden vijf kinderen in Amsterdam gedoopt. Of de vader Nicolas Becu (en naamsvarianten) identiek is met kw. nr. 6420, is twijfelachtig. Hij zou dan na zijn vertrek ca. 1628 naar Oost Indië reeds begin 1630 teruggekomen moeten zijn en, hoewel zijn vrouw in Leiden nog leeft, getrouwd moeten zijn (niet gevonden te Leiden en te Amsterdam) met Jeanne Angloes. Omdat de huwelijksakte niet gevonden is, kan daarover niets met zekerheid worden vastgesteld. Trouwens, als hij een bigamist was, zou dat ongetwijfeld niet in de huwelijksakte staan.

Nicolas Becu (Beccené, Belcust, Begienne, Beque, Beccu), tr. vóór 1630 (niet gevonden te Leiden en te Amsterdam) Jeanne (Janne, Jenne) Angloes (l'Anglois, l'Anglex, l'Anglesz, Lengle(t)), ovl. na 1656, huw. get. (1656). Als de naam Langlois (en varianten) erop duidt dat zijn van Engelse afkomst is dan zou zij kunnen zijn Jeane, ged. Amsterdam Engels Presbyt. Kerk 3-5-1610 als dr. van Henry Toppen, of Jeane, ged. Amsterdam Engels Presbyt. Kerk 29-5-1613 als dr. van Thomas Johnson.
    Uit dit huwelijk (Becu-Langlet):
  • a. Marie Beccené, ged. Waals-geref. Amsterdam Oude Waalse kerk 11-12-1630 (vader: Nicolas Beccené, moeder: Jeanne l'Anglex).
  • b. Jeanne Belcust, ged. Waals-geref. Amsterdam Oude Waalse kerk 8-3-1637 (vader: Nicolas Belcust, moeder: Janne l'Anglesz), ovl. jong?
  • c. Margeritte Begienne, ged. Waals-geref. Amsterdam Oude Waalse kerk 16-1-1639 (vader: Nicolas Begienne, moeder: Jeanne Lenglet).
  • d. Jenne Beque, ged. Waals-geref. Amsterdam Oude Waalse kerk 12-7-1641 (vader: Nicolas Beque, moeder: Jenne Lenglet), ovl. jong?
  • e. Jeanne Beccu, ged. Waals-geref. Amsterdam Oude Waalse kerk 10-5-1643 ( vader: Nicolas Beccu, moeder: Jeanne Lengle).

6422. JASPER JANSSEN (KEIJSER), ged. Amsterdam Nieuwe K. 27-11-1605 (get. Ot Jansz), beg. Amsterdam Karthuizer Kh. 22-3-1685 (laat 1 kind na), tabackpijpmaecker van Amsterdam oud 24 jaer wonend in de Passeerdersstraat (1630), arbeider (1657), woont vooraan in de Looyersstraat (1685), otr. Amsterdam 11-5-1630 (get. Cornelisge Gisbers, zijn moeder en Aeltje Jans, haer petemoei, haar ouders dood)

6423. TRIJNTJE JEURIAENS, geb. 1605/6, ovl. na 1678 (dan is zij doopgetuige), beg.. verm. Amsterdam Heligewegs- en Leidsche Kh. 6-4-1684, afkomstig van De Rijp oud 24 jaren en wonend op de Heregracht (1630).

Op 26-4-1650 verkoopt Simon Bonte, zadelmaker, voor ƒ 760,-- aan Jasper Jansz een huis en erve in de Looiersstraat [172].

6424. STEVEN (STRUIJS), ovl. vóór 1645.


Schrijver


Jan Jansz (Schrijver), otr. Amsterdam geref. 7-11-1620 Magdaleen(tje) Cornelis, huw. get. (1657).
    Uit dit huwelijk:
  • a. Coenraat Janse Schrijver, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 19-10-1631, beg. Amsterdam Karthuizer Kerkhof 14-1-1666 (Coenraet Schrijver), doopget. (1665), afkomstig van Amsterdam, droogscheerder out 25 jaer, wonend op de Bloemgraft (1657), otr. Amsterdam pui 5-5-1657 (get. sijn moeder Magdaleentje Cornelis) Marike (Marretje) (Ariaens) Riemers, afkomstig van Amsterdam, wed. van Wilkus Jacobsz woont op de Prinsegraft (1657). Zij hertr. Amsterdam geref. 11-5-1668 Jeronimus Janse, wednr. van Trijntje Pieters.
      Uit dit huwelijk:
    • 1. NN Schrijver, beg. Amsterdam Karthuizer Kerkhof 21-4-1658 (een kind van Koenraet Schrijver).
    • 2. NN Schrijver, beg. Amsterdam Karthuizer Kerkhof 5-3-1662 (een kind van Coenraet Schrijver).
    • 3. Joannes Schrijver, ged. geref. Amsterdam Westerkerk 20-12-1665 (get. Isack Struijs en Hendrickie Schrijvers).
  • b. Jan Janse Schrijver, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 27-11-1635, beg. verm. Amsterdam Karthuizer Kerkhof 10-9-1659 ("Jan Schrijver"), slotenmaker, tr. vóór 1665 Hendrikje (Schrijvers?), doopget. als Hendrickje Jans (1649)? (dan zou zij 18 zijn) Zij hertr. Amsterdam 12-12-1664 Issack (Stevens) Struijs zie hierboven.

6440. WI(J)CHMAN GERRITSEN (TOP), geb. vóór ca. 1585, ovl. 1648-1652, gildebroeder (1604, 1630), gildemeester van het schoenmakersgilde te Elburg (nieuw 1609, 1627-1628, 1635-1637, 1640-1641), [183] belender met land buitendijks (1648) te Elburg, tr. vóór ca. 1615

6441. EGBERTIEN GERRITS, ovl. na 1652.

Egbertien Gerrits weduwe van wijlen Wichman Gerritsen geass. met haar zoon Lambert Wichmansen Topp mitsgaders Momme Wichmans en Hermen Baeck gezamelijke broeders en zwagers en hun respective vrouwen zusters en kinderen verkopen aan Gerrit Andriesen muller en Betje Peters echtel. een schepel gezaai naast Gerbert Jansen west en noordw de weg en oostw Abraham Noeyen voor een som hun ten danke betaald get 30 oct 1652. [184]


COMMENTAAR(¥) FRAGMENTEN TOP
Lambert Hendriksz Top, burger van Elburg, woont in 1725 al 2 jaar in Elburg, brouwer, wesemr. ald., beg. Elburg 11-3-1729, otr 2) Epe 12-2-1719 Weintje Gerrits, ged. Epe, 24-3-1699 (woonden 1725 Beekstraat 45)
Hendrik Top, 1725 burger van Elburg, woont in 1725 al 2 jaar in Elburg, schoenmaker, beg. Elburg 10-4-1751, otr Elburg 19-6-1701 Susanna Hendriks Bast, beg. Elburg 13-9-1730 (woont Ellestraat 27). [185]
Johan Top Jr. te Elburg, geerfde op de Veluwe 21-12-1734, van wie genoemd worden een wapen monogram van de letters J en T. Helmteken een boom.[186]
In de civiele procesdossiers in het rechterlijk archief van Elburg [187] komt voor onder nr. 11 Top Lamberts contra Tijs Greve (1586) en onder nr. 14 Top Lamberts contra Johan Heinecke (1587).
Top Lamberts is belender in de Beekstraat te Elburg (1618). [188]
ZOEK UIT tzt diverse geslachten Top met herengoederen in het dorp Nunspeet.[189]

6468. KAER(E)L LENAERTSZ, geb. vóór ca. 1560, ovl. na 1634, wordt poorter van Amsterdam 8-1-1582 als Karel Lenairtsz kruidenier van Tongheren (=Tongeren), kruidenier (1582..1590), diaken (1587, 1591, 1595) en ouderling (1605) van de Gereformeerde Nederduytsche gemeente te Amsterdam,[250] vermeld in het Kohier van de 200ste penning te Amsterdam 1631 als Carel Lenartsz aen de Westsijde van de Nes £ 100,--,[251] huw. get. (1608, 1611, 1634), doopget. (1612, 1617), tr. vóór 1582

6469. GRIETGEN (MARGRITA) (KAERLS) (VAN DER HART), geb. vóór ca. 1565, doopget. (1596, 1603), huw. get. (1608, 1611).

Weeskamer Amsterdam:[252]
Op 8-2-1636 zijn de nagelaten goederen van Carel Leendertsz(¥), boekhandelaar wonend in de Nes in Amsterdam, vercocht. De opbrengst is ƒ 2527,10,--. Onder de goederen bevinden zich een aantal bortges (wandborden?) 9 schilderytgens, 1 schilderij f 1:15:--, een portret van keyser Karel, en een conterfeijtsel van een onbekend persoon. [253]

COMMENTAAR(¥) Is dit deze Karel Lenaartsz (kw. nr. 6468) of zijn gelijknamige zoon?
Op 21-6-1617 verkoopt Dirck Thonisz Swol van Gouden aan Carel Lenertsz, een huis en erf in de Sint Pieterssteeg tegenover de Oude Hal te Amsterdam. Archief van de Schepenen: kwijtscheldingsregisters [254]
Op 8-5-1621 verkoopt Gijsbert Cloeck aan Carel Lenartsz, een huis en erf op de Nieuwendijk tussen Smaksteeg en Gouwenaarssteeg bij de Oude Haarlemmerpoort te Amsterdam. Archief van de Schepenen: kwijtscheldingsregisters [255]

Inscriptie d.d. 15-4-1613 door Daniel Plancius (1580-1618) in het Album Amicorum van David Mostart (1554-1615), notaris, schoolmeester, conrector en secretaris van huwelijkse zaken te Amsterdam.[265]
Bron: Koninklijke Bibliotheek.
Frontpagina van de "Reden-strijdt van de ketters gheen gheloove te houden, wt het decreet van Constantz : schriftelijck ghehandelt tusschen eenen Antwerpschen Jesuwyt, ende Danielem Plancium..."
Uitg. Dirck Pietersz, Amsterdam, 1609
Bron: Google Books

klik op plaatje(s) om te vergroten

6470. Ds. JOHANNES URSINUS, geb. Bretten (Palts) ca. 1560[276], beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 14-12-1620 (in de klapper staat Visinus), predikant te Iperen (1580-1584), nam na de inname van Iperen door Parma op 1-4-1584 de wijk naar Frankenthal (Pfalz), wordt predikant aldaar (1591),[277] verwisselde op aandrang van Franciscus Junius, in het najaar van 1594 die standplaats voor Utrecht, waar hij voor zijn trouwe diensten vereerd werd met met een dubbeldukaat,[278] maar waar hij in 1599 door de Magistraat van Utrecht werd afgezet vanwege zijn verzet tegen het beroepen van een Arminiaans predikant aldaar,[279] [280] krijgt van de Classis Dordrecht als tijdelijke standplaats Schwijndrechtsche veer aangeboden (nov. 1599), maar wordt op 25-1-1600 beroepen van Utrecht naar Amsterdam,[281] [282] predikant aldaar (1600-1620), praeses van de kerkenraad te Amsterdam (1603),[283] waar hij in 1620 sterft "als heftig vijand van de aanhangers van Arminius", doopget. te Amsterdam (1612, 1614), tr. Frankenthal 12-6-1585[284]

6471. TANNEKEN SCHOONJANS, dr. van Willem Schoonjans.

Innscriptie door Johannes Ursinus, predikant, in het Album Amicorum van Joannes Narsius (1580-1637), predikant en historicus.
Datering: Amsterdam, 1-9-1605
Bron: Koninklijke Bibliotheek, via Ref. [285]

klik op plaatje(s) om te vergroten
Besluiten van de Classis IV vergadering, gehouden binnen Dordrecht den 2en ende 3en novembris 1599:[286]
48. Tijdelijke standplaats voor Johannes Ursinus
Alsoo D. Ursinus, dienaer des Woorts geweest sijnde tot Utrecht, tegenwoor- dich sonder dienst, soe is 't dat hem in den name der gedeputeerden sal gepre- senteert worden voor eenen tijt die plaetse van 't Schwijndrechtsche veer.

Meer Ursinus voor 1700
niet de nakomelingen van Michiel des Ursijns te Leiden

Ia. Ds. Carolus Ursinus (Urchinus), geb. 1628/29, ovl. Hellevoetsluis 16-9-1666, ingeschreven als student aan de Universiteit van Leiden 30-10-1647 ("Carolus Ursinus", Leidensis, 18 (jaar)"),[289] geref. predikant te Hellevoetsluis (1655-1666), doet als kandidaat zijn intrede aldaar op 25-4-1655, bij huwelijk j.m. van Leiden en dienaar des Goddelijcken Woorts tot Hellevoetsluijs en wonend aldaar (1658), otr. Leiden 31-10-1658 (get. Chaerl de Hoorn syn neev op de Bredestraet, en Grietje Appelmans haar schoonmoeder (=stiefmoeder!) op de Bredestraet, in margine: moet attestatie van Hellevoetsluijs overbrengen, ..e gebodt acht daaeghen op te houden ten versoucke van de bruijdegom),[290] otr. Hellevoetsluis geref. 3-11-1658 (attestatie naar Leiden 17-11-1658) en tr. Leiden geref. 26-11-1658 (met gedicht door Franciscus Ridderus) Clara Bontius, ged. geref. Leiden Pieterskerk 25-11-1637 (get. Jacobus Ferreris en Aeltje Bontius), ovl. 1669-1672, bij eerste huwelijk j.d. van Leiden, woonende tot Leiden in de Houtstraat (1658), bij tweede huwelijk wed. van Ds. (Dr?) Karolus Urchinus wonend in de Houtstraet te Leiden (1669), wonend in de Houtstraat (1658, 1669), dr. van Gerrit Bontius en van diens eerste vrouw Cathalina Jorisdr van Herweynen. Zij hertr. Leiden geref. 19-9-1669 (get. Daniel Lomme zijn neef opte St Jacobsgraft, Hillegont Louris, schoonsuster op de Mieuwe Mare, in margine: moet attestatie van Den Bommel overbrengen). Ds. Henricus de Valois. geref. predikant op Den Bommel en Vlackee, wednr. van Jannetge Lomme wonende op Den Bommel.[291]

Geref. Kerkeraadsboek Hellevoetsluis:
2-3-1655" "Dewijl het dan noodig was dat naar het vertrek van d. Petrus Kintius onse kerke op Hellevoetsluijs wederom van een goed herder ende leeraar soude mogen werden versien, soo heeft den ouden ende nieuwen kerken-raad ten overstaan van een gedeputeerde des e classis ende twee naastgesetene predikanten, naar aanroepinge vanden naame gods volgens de kerkelijke ordre, op den 2 maart des jaars 1655 wettelijk beroepen door de bestieringe gods tot haaren predikant den godsaligen, welgeleerden d. Carolus Ursinus. De selve, is na examen ende approbatie des e. classis gehouden op Middel-Harnas den 6 April, driemaal in sijn gemeijnte voorgesteld, ende sonder eenige verhindering alhier op den 25 april in sijnen dienst bevestigd van d. Franciscus Ridderus, dienaar des h. evangeliums inden Briel."
25-3-1655 "op Hellevoetsluijs komende bevond ik, Carolus Ursinus, de gemeijnte bestaan uijt deese navolgende ledematen," volgt lidmatenlijst.
27-6-1655 Carolus Ursinus en Trijntje Jansdr, aangekomen met att. van Leiden
NB is Trijntje Jansdr mogelijk zijn huishoudster, zuster of moeder?
Bonboeken Leiden.
Huis op de Binnenvestgraft suijtsijde, bon: Nieuwe Maren
10 6-1644: is bij de erfgenamen van Pt Pietersz vercoft aen Carel Barnaert van der v..ch stelling.. aen Anthonij de Cocq (er nog meer achter ... 22-8-1650)
13-12-1657: is bij Ds Carolus Urchinus bedienaer des H. Evangeliums tot Hellevoetsluijs ende Johan Bernard bleckveruwer beijde voor haer selfs cum sociis kinderen, kintskinderen en de erffgenamen van wijlen Caerl Bernard in sijn leven bleckveruwer verkocht aen Jan Jansz Schrijver in de Marepoort vrij om 950 gld te betalen met 4 gld gereet leev gld hius? den 1e november 1658 ... telckens metten interest vant onbetaelt jegens den penning 16.

Soortgelijke vermelding betreffende een huis op de Nieuwe Mare: bon Nieuwe Maren. nog uitwerken
    Uit haar eerste huwelijk (Ursinus-Bontius):
  • a. Carolus Ursinus, ged. geref. Hellevoetsluis 5-10-1659 (get. Gerard Bontius, en Sara Beerenaard).
  • b. Catharina Ursinus, ged. geref. Hellevoetsluis 25-3-1663 (get. Jacobus Ferreris en Grietje Appelmans beneffens Gerrit Bontius), jongedochter van Hellevoetsluijs, wonend in de Keijserstraat te Rotterdam (1681), otr./tr. Rotterdam geref. 23-3/10-4-1681 Joannes van Meurs, jongeman van Rotterdam, wonend op 't Hangh te Rotterdam (1681). Hieruit verder nageslacht bekend.
  • c. Maria Ursinus, ged. geref. Hellevoetsluis 28-6-1665 (get. Jakob van Velsen, en Susanna de Hoorn).

Ursinus Leiden - West Friesland - Rotterdam

Ib. Jan des Ursijns, ovl. na 1606, komt in 1581 te Leiden aan als Jan des Ursijns, van Iperen uit Vlaanderen, lakenwever met zijn huisvrouw, vermeld vermeld in de lijst schoorsteengeld 1606 aangeslagen naar 5 schoorsteenen. tr. 1o voor 1581 Marytgen Bruneels Jansdr, ovl. vóór 1602, mede van Iperen, zij wonen Korenbrugsteeg Oostzijde Zuidwaarts (1581), tr. 2o 16-4-1602 Lowysken van Damme, wed. van Harmen van Otten. Uit dit tweede huwelijk mogelijk nog kinderen.

IIa. Johannes Ursinus (Ursynus), geb. 1590/91, ovl. Enkhuizen 13-8-1624 ("toen hij aldaar vertoefde om de Synode van de Noord-Hollandsche predikanten bij te wonen"), beg. Medemblik, ingeschreven als student letteren aan de Universiteit van Leiden 15-4-1603 ("Joannes Ursinus", Leidensis, 12 (jaar)"),[292] in 1611 als proponent beroepen naar Wervershoof, alwaar hij tot 1615 predikant is in 1615 beroepen naar Medemblik alwaar hij tot zijn dood in 1624 als predikant heeft gestaan, afgevaardigde namens de classis Enkhuizen naar de pariculier synode van Noord-Holland op 27-8-1619 te Edam,[293] doopget. 1621, otr. Leiden geref. 13-4-1612 (get. Jan des Ursijns zijn vader, en Lowysken Ursijns, hare Moeye (=Louwisken van Damme)) Sara Schroys, geb. na 1584 (onmondig in 1609), jonge dochter van Leyden (1612), dr. van Jan Jacobsz Schroy en Jaentgen van Damme.

Op 10-9-1609 bevestigen te Leiden Henric van Damme, oom van moederszijde, en Jasper Schroy, bloedvrunt (=bloedverwant) van vaderszijde, bij gebreke van voogden over Sara Schroy, onmondige en minderjarige dochter van Jan Schroy, filius Jacob en Jaentgen van Damme, het contract, dat Jacob Schroy, filius Jans, grootvader van de voorz. dochter, gemaakt heeft met Pieter Wils aangaande de goederen, die Sara's vader aangekomen zijn door het overlijden van Clays de Pol, zijn grootvader maternel, alsmede die haar aangekomen zijn door het overlijden van Clays de Pol (junior), zoon van Michiel de Pol, jongman te Hontschoten overleden. [294]
Op 18-8-1622 compareert te Leiden Johannes Ursinus, bedienaer des godd. woorts tot Medenblick mede naegelaten zoon van Jan des Ursijns, die een broeder was van Cathelijne des Ursijns, zijn compts za. moeye, in dier qualite voor hem zelven en vorder hem starck maeckende enz. voor Jan Maertensz, getrout hebbende Mayken des Ursijns, zijn zuster, noch Jan Jansz Muts getrout hebbende Debora des Ursijns in dier qualite mede voor hem zelven en Mathieu de Paau, naegelaten zoon van Mathieu de Paau den ouden, gewonnen bij Jannetgen des Ursijns die mede een zuster was van voorn. Cathelyne des Ursijns, in dier qualite voor hem zelven en in desen vervangende en hem starck maeckende voor Abraham de Paau, wonende tot Delff, noch voor Joris de Paau, wonende binnen deser stede en voor Anthony de Pluwijs, getrout zijnde met Jannetgen de Paau, wonende tot Amsterdam, mitsgaders noch voor Judith des Ursijns. wedue van Daniel de Witte, altsamen erffgen. van voors. za. Cathelijne des Ursijns en machtigen Johannes de Paau, mede erffgenaem van zelve Cathelijne des Ursijns etc.[295]
    Uit dit huwelijk (o.a.?):

IIIa. Ds. Johannes Ursinus, geb. 1611/12, beg. 5-5-1675[297], ingeschreven als student artes liberales aan de Universiteit van Leiden 3-11-1627("Johannes Ursinus", Medemblicensis, 15 (jaar)"),[298] wordt in 1637 als proponent beroepen te Oosterland en Strue (classis Alkmaar), wordt in 1640 beroepen te Groote Broek en in 1652 te Enkhuizen,[299] afkomstig van Grootebroek, beroepen 25-9-1652 en bevestigd 19-11-1652[300] als geref. predikant te Enkhuizen, tr. 1o voor 1635 NN, bij tweede huwelijk: D. Joannes Urouius (!) (Ursinus) bedienaar des godlijcken woorts te Enkhuizen woonende op d'(Bre?)destraat, weduwnaar (beide voor desen getrout geweest) (1661), otr./tr. 2o Enkhuizen/Wervershoof geref. 2/18-4-1661 (in margine: betoogh gegeven om tot Werverhove te mogen trouwen den 17den aprill 1661 en weder ons getoont dat zij daer getrout zijn op den 18den april 1661) Neeltjen Jans, wonend in de Cabbeljaustraat, weduwe (beide voor desen getrout geweest) (1661).

IVa. Johannes Ursinus, ged. geref. Medemblik 27-6-1635 (geen moedersnaam genoemd, vader heet Jan Jansz Ursijnus), ovl. 8-1-1688 (laat na 2 meerderjarige kinderen), beg. Rotterdam Grote Kerk op het hoogkoor 12-1-1688, ingeschreven als student aan de Universiteit van Utrecht 1652 ("Joannes Ursinus Batavus"),[301] wordt in 1656 als proponent beroepen te Driehuisen, in 1658 te Zuidschermer, woont in de Breedstraat te Enkhuizen (1658), bij huwelijk vermeld als D. Joannes Ursinnus bedienaer des godtlijken woorts tot Driehuijsen ende Suijtschermeer (1658), predikant in 1661 te Nieuwe Niedorp en op 7-9-1664 te Rotterdam bevestigd,[302] [303] legerpredikant ten dienste den Heer Prince Willem III van Orangien (1676 en 1677),[304] over wie de Prins volgens Constantijn Huygens in diens Journaal getuigt: "que le Ministre Ursinus avoit plus d'esprit, qu'il ne paroissoit d'avoir",[305] werkte met Borstius mee aan de moord op de gebroeders de Witt, doopget. (1683..1687), otr./tr. Enkhuizen geref. 9-7-1658 (in margine: van D. Ursinus getrouwt den 7 Julij 1658, van (Ds.) Saldenus getrouwt den 9-7-1658),[306] [307] Freekje Timmans, wonend in de Oude Westerstraet (1658), Frederika (Greekje) IJsbrants Timman (Tieman(s), Tumman), geb. feb 1631, ovl. 21-6-1706, beg. Rotterdam Grote Kerk eigen graf 26-6-1706, woont te Enkhuizen in de Oude Westerstraat (1658), te Rotterdam op de Delfsse Vaert (1688, 1706), doopget. (1683..1689), dr. van IJsbrandt Pietersz en Pietermoer Gerrits. Zij wonen te Rotterdam op de Delfsse Vaert (1688).

Grafschrift in het koor van de Grote Kerk te Rotterdam:[308]
Nr. 448. Hier leit begraven Johannes Ursinus, in sijn leven predikant alhier, geboren den.. Juny Ao. 1635 ende gestorven den 8 January 1688 ende Frederika ... sijne huysvrouwe geboren den .. February 1631 ende gestorven den 21 Juny ... (No. 18).
    Uit dit huwelijk:[309]
  • a. Petronella Ursinus, geb. verm. 1658-1664 (doop niet gevonden te Rotterdam), beg. Rotterdam Grote Kerk (eijge (graf op het) hoogk(oor)) 4-2-1730 (Petronella Ursinus, huisvrouw van Cornelis v/d Bergh Hr. en Mr. Oud Presedent schepen wonend in de Weste Wagestraat, laat na 1 meerderjarig kind), jongedochter , wonend in de Hoogstraat te Rotterdam (1683), doopget. (1701..1722), otr./tr. Rotterdam geref. 7/24-3-1683 Mr. Cornelis van den Bergh, beg. Rotterdam Grote Kerk (eijge (graf op het) hoogk(oor)) 30-7-1731 (laat na 1 meerderjarig kind), jongeman, wonend op de Leuvehaven te Rotterdam (1683), president schepen van Rotterdam, doopget. (1701..1722). Zij wonen op de Delfsevaert (1687, 1689).
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Frederica van den Bergh, ged. geref. Rotterdam 7-12-1683 (get. Johannes Ursinus, Frederica Tumman, Johan van der Cloot en Ignatia van der Bergh), ovl. jong?
    • 2. Anto(n)ia van den Bergh, ged. geref. Rotterdam 10-12-1684 (get. Johannes Ursinus, Jan van der Cloot, Ignatie van den Bergh, Margreta van den Bergh).
    • 3. Frederika van den Bergh, ged. geref. Rotterdam 23-3-1687 (get. Johannes Ursijnus, Frederica Timman, Catarijna Ursijnus).
    • 4. Cornelija Petronella van den Bercht, ged. geref. Rotterdam 30-8-1689 (get. Fredericka Timman, wed. van Do Johannes Ursinius in zijn leven predikant alhier)
  • b. Catharina Ursinus, geb. verm. 1658-1664 (doop niet gevonden te Rotterdam), jongedochter van Rotterdam wonend op de Delfse Vaart (1687), doopget. (1687), otr./tr. Rotterdam geref. 3/20-8-1687 Prof. Dr. Johannes à Marck, geb. Sneek 10-1-1656, ovl. Leiden 30-1-1731, wednr. van Helena Bukholt (bij wie zes voorkinderen) en "der G. Theologije Doctor en Prof" wonend te Groningen (1687), wordt na het overlijden van zijn moeder opgevoed door zijn grootmoeder, Elisabeth Bessels, de weduwe Cloppenburg, gaat als veertienjarige studeren te Franeker, ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Franeker 10-2-1670 ("Joannes van der Marck, Sneca Frisius") [310] en zet deze studie drie jaar later voort aan de universiteit van Leiden, ingeschreven als student theologie en humaniora aan de Universiteit van Leiden 19-9-1673 ("Johannes a Marck", Sneecanus, 17 (jaar)"),[311] keert terug naar de Universiteit van Franeker, waar hij zich op 14-6-1675 inschrijft als Johannes van der Marck, phil. et med. cand. et v. d. min. in Midlum en twee weken later promoveert op 28-6-1675 in de filosofie op een dissertatie getiteld Ad selectas quasdam positiones philosophicas ("Johannes a Marck, ecclesiasticus Midlumensis"), en daags daarna, 29-6-1675, in de theologie,[312] wordt als negentienjarige vervolgens predikant te Midlum, en aanvaardde een jaar later, op 15-9-1676, een hoogleraarspost te Franeker, met een inaugurele rede getiteld De augmento scientiae theologicae, rector van de Universiteit te Franeker (1681), wordt rector van de Groninger universiteit (1688),[313] hoogleraar (1689-1731) en rector (1712) aan de Universiteit van Leiden in de Godgeleerdheid, benoemd 17-10-1689 (oratie 5-12-1689), tevens in de Kerkelijke Geschiedenis, benoemd 24-12-1701 (oratie 8-1-1702),[314] bij wiens overlijden in 1731 J. Wesselius een Oratio funebris in obitum JOH. A MARCK th. pr. L. houdt, zn. van Willem à Marck, rector van de Latijnse School te Sneek, en Margaretha Cloppenburg.[315] Hieruit verder nageslacht bekend (9 kinderen).
  • c. Isebrant Ursinus, ged. geref. Rotterdam 1-10-1665 (get. Catharina Schagen en Margriet Timmans, hier heet de moeder Freckie Ursinus).
  • d. Margrieta Ursinus, ged. geref. Rotterdam 12-2-1668 (get. Margriet Tiemans en Catharine Schagen).
  • e. Johannes Ursinus, ged. geref. Rotterdam 15-8-1669 (get. Ds. Johannis Ursunis, Catrina Schagen, Maergrieta Timmans).

6586. JAN HERCKELSE (HERCULISSE), geb. 's-Heer Hendrikskinderen (in 't land van der Goes), ovl. feb/maart 1660, woont onder Rengerskerke, otr. 1o Noordgouwe 18-4-1610[316] Janneke Willems, geb. Nieuwerkerke (Sch.), woont te Zierikzee, otr. 2o Noordgouwe 14-4-1620[317] Adriaenken Claes, woont te Rengerskerke.

6948. = 3112. SYMON JANSZ TEIJSTERMAN.

6949. = 3113. GEERTGEN JANSDR.

6950. CORNELIS GERRITSZ (VAN STAVEREN), ovl. verm. voor 1623.

7008. CORNELIS CORNELISZ WITTEBOL (alias CLEYN NEES), geb. vóór ca. 1565[342], ovl. 1647-1649, veenman (1598), woont op de Voorweg te Hazerswoude (1593), te Waddinxveen (1597), koopt en verkoopt land te Hazerswoude (1591-1613), belender aan de Voorweg (1598), Bovenweg (1591..1617), Binnenweg (1593..1647), in 1647 in het Westeinde, in 1658 de erfgenamen van Cornelis Cornelisz Wittebol Buitenweg (1593..1646) in 1595 met een vogelkooi, in 1639 omtrent de Westbrug, op het Dorp in het Westeinde (1619), te Hazerswoude (1590..1647), maakt zich sterk voor Matheus Fransz, brouwer in de Laars te Delft (1592), is borg voor Machtelt Cornelisdr, weduwe van Pons Gerritsz (1598), tr. 2o 1618-1622 GRIETGEN MAERTENSDR, ovl. na 1649 (verm. voor 1659),[343] tr. 1o voor 1591

7009. ANNA PONSDR, geb. vóór ca. 1570, ovl. Hazerswoude voor 16-4-1618,[344]

Op 9-5-1591 verkoopt Dirck Adriaensz aan Cornelis Cornelisz Wittebol een huis en erf gelegen boven weg, belend ten oosten Maritje Jacob Houweling en Cornelis Hendricksz weduwe, ten westen Dirck Adriaensz en Cornelis Cornelisz zelf, ten noorden de Achterweg en ten zuiden Dirck Adriaensz zelf, belast met 6 gulden ten behoeve van Dirck Adriaensz, 4½ gulden en 6 gulden en 3 gulden erfpacht ten behoeve van de heer van Cruijningen, waarvan de verkoper 30 stuivers draagt, de koper 15, Dirck Pietersz 7½ stuivers en Gerrit Sijmonsz 7½ stuivers, betaald met een rente- en een schuldbrief.
Vervolg a. 9-5-1591: Cornelis Cornelisz Wittebol alias Cleijn Nees is schuldig aan zijn zwager Dirck Adriaen Reyersz 192 gulden met hypotheek op het gekochte.
Vervolg b 9-5-1591: Dezelfde is schuldig aan dezelfde 6 gulden per jaar met hypotheek op het gekochte. [345]
Op 8-9-1591 verkoopt Cornelis Ponszn met Jan Gerritszn en Willem Gerritszn, zijn omen en bloedvoogden, aan Cornelis Corneliszn Wittebol, hun zwager, de helft van 10 hond land gelegen buiten weg, belend oost Machtelt Cornelisdr, wed. van Pons Gerritszn, de voorsz. Cornelis Ponszn moeder, west Cornelis Dirckszn Roos, zuid Bastiaen Thijszn en noord de Voorweg daarvan de andere helft aan de koper als gehuwd met Anna Ponsdr toekomt. Cornelis Corneliszn voorsz. verkoopt Gerrit Ponszn zijn zwager de gehele 10 hond land, waarvoor hij een custingbrief passeert. [346]

Op 8-9-1591 is Gerrit Ponszn met Jan Gerritszn en Willem Gerritszn zijn omen en gekoren voogden schuldig aan Cornelis Corneliszn Wittebol zijn zwager 304 Kar. gld. met hypotheek op het gekochte. [347]
Op 24-5-1592 verkoopt Johan van der Meer, baljuw van Hazerswoude, met procuratie van Mattheus Fransz van der Houve, brouwer te Delft, aan Cornelis Cornelisz Wittebol 2 huizen en erven gelegen buiten weg, belend ten oosten Adriaen Claesz molenaar en ten westen Lijsbeth Jansdr, weduwe van Eeuwout Willemsz en de erfgenamen van Cornelis Jansz Buijtewech, strekkende van de Voorweg noordwaarts tot de nieuwe vaart toe, belast met 5 gulden 10 stuivers per jaar ten behoeve van IJsbrant Sterck deurwaarder, 6 gulden per jaar ten behoeve van Jacob Sijmonsz, onder overhandiging van de oude brief d.d. 27-4-1591 waarbij Gerrit Sijmonsz het voorsz. land aan Mattheus had verkocht, voldaan met een schuldbrief van 900 gulden.
Vervolg a. 24-5-1592. Volgt schuldbrief met hypotheek op het gekochte. [348]
Op 26-4-1593 verkoopt Cornelis Cornelisz Wittebol anders gezegd Cleijn Nees aan Adriaen Cornelisz een huis en erf gelegen buiten weg, belend ten oosten Adriaen Claesz molenaer, ten westen de verkoper met zijn huis en erf, ten zuiden de Heerweg en ten noorden de verkoper. Cornelis vrijwaart de koper van alle custingpenningen en rente als hij nog schuldig is wegens de koop van twee huizen en erven van Matheus Fransz, brouwer te Delft, voldaan met een schuldbrief van 500 gulden.
Vervolg a. 26-4-1593: Volgt schuldbrief met hypotheek op het gekochte. [349]
Op 26-4-1593 verkoopt Dirck Pietersz Cabouter aan Cornelis Cornelisz Wittebol, wonende aan de Voorweg, 13 hond land of slagturfakkers gelegen boven weg in de woning van Garbrant Jansz, belend ten oosten Jan Cornelisz Wittebol en Jan Aemsz, ten westen de weeskinderen van Pieter Jansz en jonge Jan Craen met een turfschuur, ten noorden jonge Jan Jan Ponsz en Jan Cornelisz Wittebol en ten zuiden de landscheiding, voldaan met een schuldbrief.
Vervolg a. 26-4-1593. Volgt schuldbrief van 150 gulden met hypotheek op het gekochte. [350]
Op 6-2-1594 is Jan Jacobsz Ket schuldig aan Cornelis Cornelisz Wittebol alias Cleijn Nees 228 gulden wegens koop van een huis en erf met 3 hond land, dat Cornelis verkocht had van Claes Cornelisz en door Jan genaast gelegen boven weg, belend ten oosten Maritje, weduwe van Jan Jaepen, Cornelis Adriaensz en Maritje Hugendr, weduwe van Cornelis Hendricksz, ten westen de schuldeiser en Dirck Adriaensz, ten zuiden Dirck Adriaensz voorsz. en ten noorden de Achterweg.
Vervolg a. 6-2-1594: Volgt de overdracht. [351]
Op 20-3-1594 verkoopt Cornelis Rippertsz, timmerman, aan Cornelis Cornelisz Wittebol alias Cleijn Nees een huis en erf met schuur gelegen buiten weg, belend ten oosten Adriaen Jacobsz Craen, ten westen Cornelis Toenisz Ruijter, ten noorden de nieuwe vaart en ten zuiden de Voorweg, groot 2½ hond, zoals hem aangekomen is van Dirck Willemsz, timmerman, volgens de brieven, waarvan de laatste is van 31-1-1588 en twee oude brieven mentionerende van 15 stuivers op rente waarmede het goed is belast alsmede het transport ten behoeve van Jacob Cornelisz Craen verleden op 10-12-1581, voldaan met een schuldbrief.
Vervolg a. 20-3-1594: Volgt schuldbrief van 800 gulden met hypotheek op het gekochte. [352]
Op 1-5-1594 verkoopt Cornelis Cornelisz Wittebol alias Cleijn Nees aan Jacob Sijmonsz een huis en erf gelegen buiten weg, belend ten oosten Adriaen Cornelisz lindewever, Bastiaen Cornelisz en Crijntje Claesdr, ten westen Lijsbeth Jansdr en Cornelis Dircksz, ten zuiden de Voorweg en ten noorden de nieuwe vaart, belast met 5½ gulden per jaar die IJsbrant Sterck deurwaarder ontvangt als rentmeester en 6 gulden ten behoeve van de koper. De verkoper indempneert de koper van de custingpenningen die hij nog schuldig is aan Mattheus Fransz van der Houve, brouwer te Delft.
Vervolg a. 1-5-1594. Volgt schuldbrief van 355 gulden met hypotheek op het gekochte. Afgelost 18-11-1595. [353]
Op 2-1-1595 is Cornelis Cornelisz Wittebol schuldig aan zijn zwager Daem Jacobsz, man en voogd van Lijsbeth Ponsdr, 153 gulden met hypotheek op 2 morgen 2 1/2 hond land gelegen buiten weg, welke hij van zijn zwagers Daem Jacobsz en Gerrit Ponsz gekocht heeft en zoals de penningen uit de helft van de koop spruitende zijn, belend ten oosten Adriaen Cornelisz 't Jeuter, ten westen Crijn Adriaensz backer, ten zuiden de nieuwe vaart en ten noorden Cornelis Claesz brouwertgen.
Vervolg 2-1-1595. Volgt de overdracht door Cornelis Cornelisz Wittebol, nu anders genaamd Cleijn Nees. [354]
Op 27-2-1595 verkoopt Cornelis Cornelisz alias Cleijn Nees met zijn vader Cornelis Dircksz Wittebol met consent van zijn vader aan Margriet Bruijnendr, weduwe van Inge Leendertsz, de helft van 9½ hond land gelegen binnen weg, belend ten oosten de koopster met land achter haar woning, ten noorden de koopster met de andere helft, ten zuiden de Achterweg en ten westen Dirck Hendrick Ruttenz, Cornelis Cornelisz Adelborst en Jacob Leendertsz Roos, voldaan met een obligatie. [355]
Op 28-3-1595 verkoopt Leendert Crijnenz aan Cornelis Cornelisz Wittebol alias Cleijn Nees en Cornelis Tonisz Ruijter 3 morgen land met turfschuur zoals hij van Jan van der Meer heeft gekocht volgens de brief van 3-7-1594, belend ten oosten Claes Jansz en Clement Claesz en ten westen Dirck Adriaen Reijersz, strekkende van de Achterweg zuidwaarts tot de Snijdelwijckse ka toe. Voldaan met een schuldbrief van 900 gulden.
Vervolg a. 28-3-1595. Volgt schuldbrief met hypotheek op het gekochte, hetwelk nog is belast met 495 gulden ten behoeve van Jan van der Meer. De schuldbrief wordt overgedragen aan Jan van der Meer totdat deze is afbetaald. [356]
Op 24-10-1597 verkoopt Cornelis Cornelisz Wittebol anders genaamd Cleijn Nees, aan Johan van der Meer, baljuw en schout van Hazerswoude, een bezegelde schuldbrief d.d. 26-4-1593 ten laste van Adriaen Cornelisz, linnenwever te Naaldwijk. [357]
Op 18-12-1597 is Cornelis Cornelisz alias Cleijn Nees schuldig aan Roelof Adriaensz, secretaris van Hazerswoude, 108 gulden wegens verschoten penningen, zo van de afkoop van de erfpacht als lastgeld met hypotheek op 14½ hond land gelegen buiten weg, belend ten oosten Adriaen Cornelisz, ten westen Gerrit en Trijn Adriaen backers, ten zuiden de nieuwe vaart en ten noorden niet ingevuld; 12½ hond turf- en houtland gelegen boven weg, belend ten oosten de kinderen van Aem Jansz en zijn broer Jan Cornelisz, ten westen jonge Jan Cornelisz Craen, ten noorden jonge Jan Ponsz en ten zuiden de landscheiding, nog zijn huis en erf, belend ten oosten Cornelis Cornelisz Buijtewech, ten westen Cornelis Toenisz Ruter, ten zuiden de Voorweg en ten noorden de nieuwe vaart, belast met 29 gulden ten behoeve van Jan Sijmonsz, stoeldraaier in den Haag, het huis met 300 gulden ten behoeve van Cornelis Rippertsz. Roelof heeft hem nog verschoten 120 gulden in handen van Johan van der Meer. Borg zijn vader Cornelis Dircksz Wittebol, die aan Roelof Adriaensz overgedragen heeft een obligatie op zijn zoon Jan Cornelisz houdende boven de 700 gulden welke daarop betaald zijn nog 900 gulden, volgens de obligatie van 1-11-1592. [358]
Op 23-3-1598 is Cornelis Cornelisz alias Cleijn Nees schuldig aan zijn moei Lijsbeth Jansdr(¥), weduwe van Eeuwout Willemsz, wegens gehaald brood en andere waren 100 gulden met hypotheek op zijn huis en erf gelegen buiten weg, belend ten oosten Cornelis Cornelisz Buijtewech, ten westen Cornelis Toenisz Ruijter, ten zuiden de Voorweg en ten noorden de nieuwe vaart. [359]

COMMENTAAR(¥) Mogelijk een tante van zijn moederskant?
Op 5-4-1598 bekende Cornelis Cornelisz alias Cleyn Nees schuldig te zijn aan Jan van der Meer, schout van Hazerswoude, 7 termijnen van 90 gulden volgens de brief van 28-3-1595 bezet op slagturfland en zal dit land niet slagturven aleer de termijnen zijn voldaan en heeft daarvoor nog verbonden zijn huis en erf, belend ten oosten Cornelis Cornelisz Buijtewech, ten westen Cornelis Toenisz Ruyter, ten zuiden de Voorweg en ten noorden de nieuwe vaart. [360]
Akte d.d. 13-11-1600. Op 14-1-1600 heeft Jan Jacobsz Ket, bode van Hazerswoude, ter instantie van Jan van der Meer in zijn privé naam als actie en transport hebbende van Cornelis Cornelisz Wittebol in arrest genomen ..........., belend ten oosten Bastiaen Cornelisz cuper met zijn vrouws zuster, ten westen en noorden Jacob Sijmonsz en ten zuiden de Voorweg, laatst toebehoord hebbende Adriaen Cornelisz, linnenwever te Naaldwijk, om daaraan te verhalen 36 gulden volgens de schuldbrief op het huis en erf groot 180 gulden ten behoeve van Jan van der Meer. [361]
Op 13-2-1612 verkopen Adriaentje Jansdr, weduwe van Cornelis Jacob Doesz met haar vader Jan Joostenz als haar gekoren voogd en Jacob Doesz met ..........., aan Cornelis Cornelisz Wittebol een stuk land met turfschuur, zijnde het noordeinde van een kamp land, te verongelden in het geheel voor 8 hond, gelegen buitenweg, strekkende uit het noorden van de nieuwe vaart zuidwaarts tot de tweede dwarssloot toe daar het zuidwesteinde van het voorsz. perceel nu gekocht is door Sijmon Meesz voorsz., belend ten oosten de weduwe en kinderen van Cornelis Jacob Doesz en ten westen Jacob Cornelisz. Voldaan met een schuldbrief.
Vervolg a. 13-2-1612. Volgt schuldbrief van 600 gulden ten behoeve van Gillis Thijmansz, korenkoper te Leiden als actie hebbende van de weduwe en de voogden van de vier nagelaten weeskinderen van Cornelis Jacob Doesz met hypotheek door Cornelis Cornelisz Wittebol op het gekochte land en op zijn huis en erf gelegen buitenweg, belend ten noorden de nieuwe vaart, ten oosten Andries Gerritsz, ten zuiden de Voorweg en ten westen Cornelis Toenisz Ruijter en door zijn borg Adriaen Jansz Moij op een derde gedeelte van een huis en erf gelegen buitenweg, waarvan twee derde delen toekomen aan Claes Boeijenz, belend in zijn geheel ten noorden de nieuwe vaart, ten oosten Sijmon Cornelisz, ten [362]
Op 29-4-1613 verkoopt Cornelis Cornelisz Wittebol aan zijn zoon Jan Cornelisz Wittebol en Adriaen Pietersz 14½ hond land eensdeels geheel en eensdeels gebroken gelegen buitenweg, belend ten oosten Pouwels Woutersz, ten zuiden de nieuwe vaart, ten westen Sijmon Cornelisz en Florisz Cornelisz en ten noorden dezelfden, voldaan met een schuldbrief. [363]
In vervolg hierop verklaren op 29-4-1613 Jan Cornelisz Wittebol en Adriaen Pietersz, zwagers, schuldig te zijn 425 gulden met hypotheek op het gekochte. Borg Pieter Adriaensz voor respectievelijk zijn zwager en zijn zoon. [364]
Op 2-12-1616 verkoopt Cornelis Cornelisz Wittebol aan Jan Cornelis Willemsz 13 hond slagturfland of water gelegen bovenweg, belend ten noorden Jacob Dirck Florisz, ten oosten Willem Adriaensz Boer en Adriaen Cornelis Pieter Corsz, ten zuiden de landscheiding en Adriaen Jacob Woutersz en ten westen Pieter Leendertsz c.s. Koopsom 150 gulden. [365]
Op 2-1-1617 verkoopt Cornelis Cornelisz (Cleijn Nees doorgehaald) Wittebol aan Jan Cornelisz Soontgen 5 hond 25 roe land of water en een turfschuur, gelegen bovenweg, belend ten oosten Joost Dircksz en de koper zelf, ten zuiden Cornelis Hugenz coman of zijn kinderen, ten westen de weduwe van Dirck Pietersz Cabouter en ten noorden de Achterwegse wetering, onder overhandiging van de oude brieven. Koopsom 120 gulden. De koper draagt het goed op aan Adriaen Gerritsz Schoutlenen. Voldaan met een schuldbrief.
Vervolg a. 3-1-1617. Volgt schuldbrief van 169 gulden met hypotheek op het gekochte. [366]
Op 20-10-1617 verkoopt Cornelis Cornelisz Wittebol aan aan Huijch Cornelisz comen een perceel land of water met daarop een turfschuur, zijnde het noordwaartse eind van een kamp land van 8 hond en waarvan deze partij groot is 4½ hond gelegen buitenweg in het Westeind, belend en belast volgens de oude brief van 13-2-1612. Verkoper vrijwaart de koper van 3 x 75 gulden 13 stuivers aan custingpenningen die hij wegens de voorgaande koop nog verschuldigd is. Voldaan met een schuldbrief van 700 gulden.
Vervolg a. 20-10-1617. Volgt schuldbrief van 700 gulden met hypotheek op het gekochte. Afgelost 10-6-1624. [367]
Op 3-4-1618 is Cornelis Cornelisz Wittebol alias Cleijn Nees schuldig aan Claes Jansz en Martijn Jacob Vasz, Heilige Geestmeesters van Hazerswoude, een rente van 6 gulden 5 stuivers per jaar met hypotheek op zijn huis en erf gelegen buitenweg, belend ten oosten Aris Gerritsz, ten zuiden de Voorweg, ten westen Cornelis Tuenisz Ruijter en ten noorden de Voorweg. [368]
Op 12-5-1619 verkoopt Cornelis Cornelisz Wittebol alias Cleijn Nees aan de Heilige Geestarmen van Hazerswoude een schuldbrief d.d. 20-10-1617 houdende boven de 200 gulden welke daarop zijn afgelost een bedrag van 500 gulden ten laste van Huijch Cornelisz comen, met waarborg een huis en erf gelegen in het Westeinde van het Dorp, belend ten noorden de Nieuwe vaart, ten oosten Adriaen Gerritsz, ten zuiden de Voorweg en ten westen Cornelis Toenisz Ruijter. Voldaan met contant geld. [369]
Op 1-6-1620 verkoopt (...onleesbaar...) aan Cornelis Cornelisz Wittebol 1 hond land gelegen Buitenweg, belend ten oosten en zuiden de verkoper, ten westen Leendert Adriaensz Preuijt en ten noorden Cornelis Hugenz Comen. Voldaan met een obligatie van 145 gulden. [370]
Hoofdgeld Rijnland 1622 en Hoofdgeld Hazerswoude 1623:
Te Hazerswoude : Cornelis Cornsz en Grietgen Maertensdr, sijn huijsvrouwe. Kinderen: Jan, Maerten, Lijsbet. 5 hoofden.
Op 2-4-1628 verkoopt Cornelis Cornelisz Wittebol aan Jan Cornelisz Wittebol 1/3 van 7 hond slagturfland of water gelegen Binnenweg, belend ten oosten Geleijn Adriaensz, ten westen en noorden Louris Jansz Smetser en ten zuiden de Achterweg. Koopsom 60 gulden. [371]
Op 5-7-1649 verkopen Grietje Maertensdr, weduwe van Cornelis Cornelisz Wittebol, Jan Cornelisz Wittebol, Jacob Jacobsz Rijsdam, gehuwd met Maritje Cornelis Wittebol, Willem Gerritsz Schout, gehuwd met Joosje Cornelisdr Wittebol, Cornelis Jansz Vonck, Joseph Jansz Vonck, Jan Cornelisz Wittebol en Jacob Jacobsz Rijsdam als ooms en voogden over Pieter Jansz Vonck en Emmerentia Jansdr Vonck, geprocureerd bij Neeltje Cornelisdr Wittebol, Cornelis Jansz Goethart, weduwnaar van Judith Jansdr voor zichzelf en als vader en voogd van Maritje Cornelisdr bij Judith Jansdr, Mouring Sijmonsz Hoochbrugge, gehuwd met Lijsbeth Cornelisdr Wittebol, Maerten Cornelisz Wittebol en jonge Jan Cornelisz Wittebol, allen kinderen en kleinkinderen van Cornelis Cornelisz Wittebol, aan Jan Claesz Soontgen een huis en erf met schuur en berg in het Westeinde, belend ten oosten Aris Gerritsz Keijser, ten westen Cornelis Pietersz, scheepmaker, ten zuiden de Voorweg en ten noorden de Nieuwe vaart, belast met 100 gulden ten behoeve van de Heilige Geest armen, 100 gulden ten behoeve van Pieter Fransz, klompmaker en 100 gulden ten behoeve van Leendert Leendertsz Smetser. Voldaan met een schuldbrief van 1.645 gulden.
Vervolg 5-7-1649. Bovengenoemde schuldbrief met hypotheek op het gekochte. Borg Cornelis Pietersz, scheepmaker. [372]
Op 5-7-1649 verkopen dezelfden aan Leendert Cornelisz Craen 2½ hond slagturfland of water gelegen Buitenweg, belend ten oosten en ten zuiden Gerrit Cornelisz Buijtewech, ten westen Jan Claesz Soontgen, Pieter Corsz en Adriaen Hendricksz en ten noorden Jacob Cornelisz Comen. Voldaan met een schuldbrief van 190 gulden.
Vervolg a. 5-7-1649. Bovengenoemde schuldbrief met hypotheek op het gekochte. Borg Cornelis Leendertsz van Tol. [373]
Op 22-9-1659 verkopen Maerten Cornelisz Wittebol en Jan Cornelisz Wittebol, Mouring Sijmonsz Hoochbrugge, gehuwd met Lijsbeth Cornelisdr Wittebol, elk voor zichzelf en de voornoemde Hoochbrugge vervangende Maertje Cornelisdr Wittebol, Willem Gerritsz Outshoorn, gehuwd met Joosje Cornelisdr Wittebol, Trijntje Pietersdr, weduwe van Jan Cornelisz Wittebol, Joseph Johannesz, timmerman voor zichzelf en vervangende zijn absente broer en zusters, kinderen van Neeltje Cornelisdr Wittebol, allen kinderen, kleinkinderen en erfgenamen van Cornelis Cornelisz Wittebol en Grietje Maertensdr, aan Dirck Jansz Verburch een partij slagturfland of water gelegen Binnenweg, belend ten oosten Cornelis Florisz, ten zuiden Cornelis Jansz Backer, ten westen Willem Cornelisz Hoogeveen, Teunis Jansz van Kempen en Leendert Cornelisz Craen en ten noorden Adriaen Cornelisz Hoochbrugge. Koopsom 80 gulden. [374]

7010. PIETER ADRIAENSZ (CORDT?), ovl. na 1617, is borg voor zijn zoon Adriaen Pietersz en zijn zwager (hier te lezen als schoonzoon) Jan Cornelisz Wittebol (1613, 1617).

Op 29-4-1613 verkoopt Cornelis Cornelisz Wittebol aan zijn zoon Jan Cornelisz Wittebol en Adriaen Pietersz 14½ hond land eensdeels geheel en eensdeels gebroken gelegen buitenweg, belend ten oosten Pouwels Woutersz, ten zuiden de nieuwe vaart, ten westen Sijmon Cornelisz en Florisz Cornelisz en ten noorden dezelfden, voldaan met een schuldbrief. [388]
In vervolg hierop verklaren op 29-4-1613 Jan Cornelisz Wittebol en Adriaen Pietersz, zwagers, schuldig te zijn 425 gulden met hypotheek op het gekochte. Borg Pieter Adriaensz voor respectievelijk zijn zwager en zijn zoon. [389]
Op 11-4-1617 verkoopt Pieter Adriaensz aan zijn zwager (=schoonzoon) Jan Cornelisz Wittebol een huis en erf gelegen binnenweg, belend ten noorden Sijmon Meesz, ten oosten de Westvaartskant, ten zuiden de verkoper en ten westen de kinderen van Aernt Gerritsz. Koopsom 150 gulden. De koper heeft het huis en erf doorverkocht aan Jacob Dircksz Cluijt en is voldaan met een partij slagturfland in Hoogeveen, hetwelk Jacob aldaar zal beschrijven. [390]
Op 11-4-1617 verkoopt Claes Adriaen Hugenz aan Jan Cornelisz Wittebol 1 morgen weiland zoals de verkoper op 9-3-1616 met opdrachtbrief van Aelwijn Pietersz verkregen had, belend en belast volgens de brief. Voldaan met een custing van 240 gulden.
Vervolg a. 11-4-1617. Jan Cornelisz Wittebol als principaal schuldenaar en Pieter Adriaensz, zijn borg, indempneren de voorsz. verkoop voor 240 gulden als Claes Adriaen Hugenz pro resto nog schuldig was vanwege de voorsz. koop van Aelwijn Pietersz volgens de oude brief, welke Jan zal betalen. [391]
Hoofdgeld Rijnland 1622 en Hoofdgeld Hazerswoude 1623:
Te Hazerswoude : Pieter Adriaensz Loot en Grietgen Woutersdr met Adriaen, Claes ende Maritgen hun kinderen, 5 hoofden.

COMMENTAAR(¥) Zou het Cordt of Loot zijn?

7016. CORS JACOBSZ HOUWELING, geb. vóór ca. 1540, ovl. 1617-1622, belender te Hazerswoude (1591, 1595) aan de Bovenweg (1584..1593), aan de Buitenweg (1588), vermeld als Cors Jaep Houwelinc, boven jaeren, wonende aan den Achterwech, in de lijst van weerbare mannen (leeftijd 18-60 jaar) te Hazerswoude (1599),[392] is in 1617 "door oudheid onbekwaam om zijn goederen te regeren", tr. vóór ca. 1580

7017. JANNETGEN SIJMONSDR, ovl. na 1624, woont in 1622 bij haar zoon Cornelis Corsz aan de Achterwech te Hazerswoude.

Weeskamer Hazerswoude: Op 11-8-1610 heeft Anna Cornelisdr dr. van za. Cornelis Jacobszn Houvast met Martijn Jasperszn haar zwager, ontvangen van Cors Jacobszn Houwelingh haar oom 56 Car. gld. 1 st 7 p, haar aangekomen bij overlijden van Martijntgen Thijsdr haar za. bestemoeder van vaders zijde. Borg Martijn Jasperszn. [393]
Op 13-3-1611 verkoopt Cors Jacobszn Houweling aan Thijs Corszn zijn zoon 5½ hond slagturfland of water gelegen bovenweg, belend O IJsbrant Claeszn, Z Ignaertje Claesdr, W Claes Dirckszn en Adriaen Huych Bruynenznzn en N de Achterweg. Voldaan met een custingbrief. [394]
Op 16-2-1617 verkopen Jannetje Symonsdr gehuwd met Cors Jacobszn Houweling die door oudheid onbekwaam is om zijn goederen te regeren met Jacob Corszn, Symon Corszn en Thijs Corszn haar zonen en Claes Corneliszn Soontgen haar dochters man, aan Cornelis Corszn mede haar zoon een huis en erf met barg en schuur gelegen bovenweg, belend O de navolgende partij, Z Aelwijn Pieterszn, W Pieter Ponszn en N de Achterweg, een camp geheel land mede gelegen bovenweg, belend O en Z Leendert Adriaenszn, W Aelwijn Pieterszn en de voorsz. huiswerf, N de Achterweg, 122 hond slagturfland of water, belend O Pieter Ponszn, Z Cornelis Janszn en Symon Claeszn, W Jacob Corszn en N de Achterweg, belast de camp geheel land van 9 hond met 11 KG per jr. Cors Jacobszn en zijn vrouw mogen nog 1 jaar op de woningh blijven wonen en zij mogen daarna op het noordeinde van de 9 hond wonen in een woning die zij daar mogen timmeren. Voldaan met een schuldbrief. [395]

Op 16-2-1617 volgt de schuldbrief van 1450 KG met hypotheek op het gekochte. Afgelost 22-7-1629. [396]
Op 30-12-1624 verkoopt Jacob Corszn aan Claes IJsbrantszn 2 hond land gelegen binnenweg (onleesbaar) de koper, W Pieter Reyerszn, (onleesbaar) Corneliszn Speelman voor 200 KG gereed geld en met een obligatie van 100 KG. Mede compareren Jan Jacobszn Wittebol, Jacob Doeszn, Jannetje Symonsdr wed. van Cors Jacobszn met Symon Corszn haar zoon, dezelfde Symon Corszn in zijn privé, Jacob Corszn, Thijs Corszn, Cornelis Corszn en Claes Corneliszn Soontgen gehuwd met Jannetje Corsdr en royeren het verband van het verkochte land. [397]

7018. JAN GERRITS VAN GENEUCHTEN, geb. vóór ca. 1565, ovl. 1617/18,[405] belender te Hazerswoude (1595..1611), in de vrouwe van Opdams polder (1595, 1611), aan de Binnenweg (1613), aan de Bovenweg (1616, 1621 (zijn erven vermoedelijk)) [406] woont op de Achterweg te Hazerswoude (1617), tr. vóór ca. 1590

7019. ANNA JANSDR, geb. vóór ca. 1570, ovl. 1628-1643,[407] belendster te Hazerswoude aan de Bovenweg (1621, 1623, 1628), Binnenweg (1622, 1624), ("de wed. van Jan Gerritszn van Geneuchten"), als wed. van Jan van de Geneuchten vermeld in de transportregisters van Hazerswoude (1-5-1643).

Op 27-9-1598 verkoopt Jan Corneliszn Koeyer aan Jan Gerritszn van Geneuchten 3 hond land gelegen boven weg in de polder, belend O Dirck Adriaenszn Vennit, W Pieter Adriaen Corneliszn, Z Dirck Pieterszn Cabouter en N de verkoper met gelijke 3 hond, zoals hij hetzelve in het geheel voor 1 morgen van Jacob Doeszn verkregen heeft volgens de brief van 12-2-1595, met waarborg de andere 3 hond welke hij behoudt. [408]
Op 3-1-1599 verkoopt Jan Corneliszn Koeyer aan Jacob Doeszn een bezegelde brief ten laste van Jan Gerritszn van Geneuchten pro resto 216 KG van 7-9-1595. Voldaan door "doverstapelinge oversettinge van penningen" die hij aan Jacob Doeszn schuldig was volgens de brief van 12-2-1595. [409]
Op 1-4-1618 Anna Jansdr wed. Jan Gerritszn met Claes Janszn haar broer voor 1/2, Jan Janszn, Claes Janszn en Cornelis Janszn elk voor hen zelve, Thijs Corszn gehuwd met Maritje Jansdr in die kwaliteit voor hem zelve, Jan Claeszn wonende Boskoop met Ruth Adriaenszn wonende alhier, omen en voogden over Pieter Janszn, Neeltje Janszn en Dirck Janszn minderjarige weeskinderen van za. Jan Gerritszn voor de andere helft verkopen Eeuwout Ponszn en Jacob Corneliszn een perceel land gelegen binnenweg, groot 3 morgen 1½ hond, belend O Claes Corneliszn en Jan Claeszn en W Maritje Jacob Houwelings en Cornelis Claeszn, strekkende van de Voorweg zuidwaarts tot de Achterweg met servituten volgens de brief van 11-12-1583, waarvan een copie wordt overhandigd en met voorwaarde van het bepoten en omdat van de voorwaarden als eertijds jegens de predecesseurs van Symon Cormeliszn waren gemaakt op 10-2-1587 daarvan het bescheid wordt vermist, belast met 836 KG aan verscheidene renten als (onleesbaar) 136 KG, (onleesbaar) van Heussen te Leiden 200 KG, Jacob van Bockenberch te Leiden 150 KG, Pouwels Claeszn te Leiden 200 KG en Neeltje Lourisdr te Boskoop 150 KG. Voldaan met een custingbrief. [410] Op 1-4-1618 volgt deschuldbrief van 2400 KG waarvan de belasting zal worden afgetrokken, met hypotheek op het gekochte. [411]
Op 23-11-1618 compareren Anna Jansdr wed. van Jan Gerritszn wonende aan de Achterweg met Claes Janszn haar broer ter eenre, Jan Janszn, Claes Janszn, Cornelis Janszn, Thijs Corszn gehuwd met Maritje Jansdr, Jan Claeszn wonende Boskoop met Ruth Adriaenszn omen en voogden over Pieter Janszn, Neeltje Jansdr die pasen verleden jaar 18 jr was en Dirck Janszn die Hazerswoudse kermis laatstleden 16 jr was ter andere zijde. De wede behoudt de gehele boedel en moet de kinderen 1330 KG uitkeren en wel elk 190 KG, waarvan Jan, Claes, Cornelis en Thijs reeds elk 100 KG hebben ontvangen, met hypotheek op haar huis en erf gelegen bovenweg, belend N de Achterweg, O Jacob Jacobszn, Z de wede van Leendert Leendertszn, W Cornelis Janszn Wittebol en Pieter van Eyndoven, 10 hond 75 roe land gelegen binnenweg, belend N Jan Adriaen backers, O dezelfde, Z de Achterweg en W Pieter Adriaenszn Loot. [412]
Op 2-6-1617 verkoopt Jan Gerritszn van Geneuchten wonende aan de Achterweg te Hazerswoude, aan Adriaen Leendertszn Tol zijn zusters zoon 18 hond hooiland gelegen in de Opdamse polder, belend N de Kerkwegsevaart, O Jan Symonszn, Z de Molenwatering daar Jan Gerritszn en Jan Janszn aangeland zijn en W Maritje Corsdr, belast met 250 Car. gld hoofdsom tbv Pieter van Heussen te Leiden welke hypotheek ook rust op het land dat de verkoper ten zuiden van dit land of de voorsz. molenwatering heeft liggen, onder overhandiging van de oude brieven, voor 375 Car. gld gereed geld. [413]
Op 24-4-1622 verkoopt Anna Jansdr wed. van Jan Gerritszn van de Geneuchten met Jan Janszn van de Geneuchten haar zoon en gekoren voogd aan Cornelis Janszn Wittebol 3 hond slagturfland of water gelegen binnenweg, belend O Jan Koyer c.s., W Jan Corneliszn Koyer voorsz., Z de Achterweg en N Cornelis Dirckszn. Voldaan met een obligatie van 10 Car. gld. [414]
Hoofdgeld Rijnland 1622 en Hoofdgeld Hazerswoude 1623:
Te Hazerswoude aan de Achterwech: Anna Jansdr, wed. van Jan Gerritsz met Claes, Pieter, Dirck, Neeltgen hare kinders, 5 hoofden.
Op 21-11-1622 verklaren Claes Janszn en Pieter Janszn alsnu bejaarde kinderen van za. Jan Gerritszn van Geneuchten bij Anna Jansdr hebben alles dat hun toekwam ontvangen. [415]
Op 14-3-1624 verkopen Cornelis Janszn van Geneuchten wonende Benthuizen, Pieter Janszn van Geneuchten, Thijs Corszn man en voogd van Maritje Jansdr van Geneuchten en Ruth Adriaenszn oom en voogd over Dirck Janszn van Geneuchten en Neeltje Jansdr van Geneuchten, minderjarig elk voor 1/7e deel, mitsgaders allen tezamen erfgenamen van Claes Janszn van Geneuchten hun overleden broer en zwager tezamen voor de helft van 1/7 en Anna Jansdr hun moeder en schoonmoeder met Claes Janszn haar broer als haar gekoren voogd voor de wederhelft van 1/7, mede erfgenamen van Jan Claeszn, varkensdrijver gewoond hebbende te Boskoop, haar overleden vader halve broer, aan Jan Janszn van Geneuchten 6/7 van de custingpenningen uit de boedel van Jan Claeszn waarvan de kinderen de rest toekomt groot 144 Car. gld. [416]
Op verm. 14-3-1624 (datum voorgaande akte) delen Anna Jansdr, wed. van Jan Gerritszn van Geneuchten met Claes Janszn, haar broer voor de helft en haar hiervoor genoemde kinderen voor de andere helft, erfgenamen van Claes Janszn haar zoon en broer, de boedel. Jan Janszn van Geneuchten 3 morgen 4 hond slagturfland of water gelegen bovenweg, belend O Wouter Corneliszn comwen, W Aem Dirckszn, Z de landscheiding en N Bastiaen Thijszn en Jan Corneliszn Soontgen, belast met 780 Car. gld. als nog te betalen custingpenningen alsmede 1200 ton turf liggende in de schuur (onleesbaar) en zal betalen aan Anna zijn moeder 250 Car. gld. Cornelis, Pieter, Neeltje, Thijs Corneliszn gehuwd met Maritje Jansdr tezamen 168 Car. gld. Ruth Adriaenszn namens Dirck Janszn de helft van 5 morgen 1 hond 14 roe slagturfland of water op de Grote Plas onder Hogeveen, belend O de Ruyge Kade of land, Z Cornelis Govertszn, W Jan Dirckszn van Montfoort en N Jan Claeszn belast met 345 Car. gld. custingpenningen. [417]
Op 22-11-1628 vindt scheiding en uitkoop plaats van de minderjarige kinderen van Jan Gerritszn van Geneuchten bij Anna Jansdr, van wie voogden waren Jan Claeszn Tol grootvader van vaderszijde (sic! dat valt lastig te begrijpen, misschien een stiefgrootvader?) en Gerrit Arienszn oom van vaderszijde. Jan Claeszn voorsz. is overleden en deze kinderen zijn zijn mede-erfgenamen. In zijn plaats werd tot mede-voogd benoemd Claes Janszn oudste broer van de kinderen. Claes Janszn de mede-voogd is overleden in november 1623 nalatende de kinderen als zijn mede-erfgenamen. In zijn plaats wordt tot voogd benoemd Jan Janszn van Geneuchten. Dirck Janszn en Neeltje Jansdr tot hun mondigen dage gekomen hebben hun stukken gelicht op 18-10-1627. [418]

7020. PIETER GOVERTS (HIJSELENDOORN), beg. Hazerswoude 26-12-1627,[432] belender aan de Achterweg (1598), aan de Binnenweg (1598..1622), Buitenweg (1600, 1622), in de Hogeveen (1610), aan de Bovenweg (1611, 1615), in het Dorp (1613..1621), in het Rietveld (1620, 1628(!)), te Hazerswoude (1617), Heilige Geestmeester van Hazerswoude (1615),[433] treedt op als borg (1622), tr. vóór ca. 1595

7021. CLAESJE CLAESDR, beg. Hazerswoude 17-2-1648[434] (ontvangst wegens begraven diaconie 18-2-1648).

Op 22-8-1593 verkoopt Cornelis Corneliszn Wittebol anders genaamd jonge Coninck, aan Pieter Govertszn en Cornelis Govertszn broers, 13 hond 25 roe slagturfland of dobbe zoals hij die te anderen tijde gekocht had van Joachim Aertszn smidt, blijkende bij twee brieven, de leste van 5-3-1591, onder overhandiging van de oude brieven. [435]
Op 15-12-1598 verkoopt Bastiaen Thijssen aan Pieter Govertszn, Cornelis Govertszn en Emmetje Govertsdr 12½ hond land gelegen boven weg, belend O Claes Willemszn en Cornelis Govertszn, W Anna Govertsdr (sic!) moeder van de kopers of haar kinderen, Z Jasper Govertszn en N de Achterweg. Voldaan met een schuldbrief van 500 KG. [436]

Op 15-12-1598 volgt de schuldbrief met hypotheek op het gekochte. [437]
Op 23-1-1600 verkoopt Adriaen Dirckszn Gool poorter van Leiden, aan Anna Jaspersdr wed. van Govert Jacobszn met Jacob Govertszn haar zoon en gekoren voogd, 10 hond land gelegen buiten weg, belend O Cornelis Corszn, W de kinderen en erfgenamen van Cornelis Hugenzn, Z Pieter Govertszn met 2 morgen 3 hond 50 roe welke hij van de voorsz. Adriaen Dirckszn had gekocht en N de nieuwe vaart, onder overhandiging van de oude brief op 21-4-1597 door Cornelis Corneliszn Wittebol wonende Waddinxveen gepasseerd. Voldaan met 125 KG gereed geld en een rentebrief van 300 KG. [438]

Op 23-1-1600 verkoopt dezelfde aan Pieter Govertszn 2 morgen 3 hond 50 roe land gelegen buiten weg, belend O Cornelis Corszn, W de kinderen en erfgenamen van Cornelis Hugenzn, N de verkoper en nu Anna Jaspersdr moeder van de koper met 10 hond land en Z de Voorweg, onder overhandiging van twee oude brieven, de leste van 15-12-1597. Voldaan met 200 KG gereed geld en een rentebrief van 300 KG. [439]

Op 23-1-1600 is Anna Jaspersdr wede Govert Jacobszn schuldig aan dezelfde 300 KG met hypotheek op het gekochte. Afgelost 29-7-1601. Afgelost 30-4-1619. [440]

Op 23-1-1600 is Pieter Govertszn schuldig aan dezelfde 18 KG per jr met hypotheek op het gekochte. [441]
Op 25-3-1600 verklaart Jan van der Meer baljuw en schout van Hazerswoude dat hij in zijn privé 3 jaar geleden getransporteerd aan Pieter Govertszn 9 hond land gelegen boven weg, eerst toebehoord hebbende Hendrick Adriaenszn Proeyt, welk land hij bij decreet van de vierschaar van Hazerswoude heeft gekocht op 12-2-1596, belend O Cornelis Corszn en Christiaen Corneliszn, W Toenis Jan Hugenznzn en Willem Symonszn Holbol, Z Jacob Govertszn en N Crijn Pieter Corsznzn, onder overhandiging van de oude brief. [442]
Op 10-10-1612 verkoopt Pieter Govertszn aan Jan Dirckszn van Montfoort burger te Leiden een schuurstael met torfschuur daarop staande gelegen bovenweg, belend en belast volgens de oude brief van 2-11-1608, daarbij Jacob Govertszn zijn broer de voorsz. schuurstaal gekocht heeft en uit welke boedel dezelfde staal met schuur aan hem is toebedeeld en welke brieven worden overhandigd, voor 150 KG. [443]
Op 27-5-1613 verkoopt Gijsbert Ponszn aan Pieter Govertszn ...(onleesbaar) binnenweg, belend N de nieuwe vaart, O Claes Leendertszn, Z de Achterweg en W de koper, ...(onleesbaar), betaald met twee obligaties. [444]
Op 25-9-1614 Anna Jaspersdr wede Govert Jacobszn met Gerrit Hendrickszn van Tol haar gekoren voogd ter eenre, Jasper Govertszn, Cornelis Govertszn en Pieter Govertszn elk voor hen zelve, Jan Jacobszn Wittebol man en voogd van Emmetje Govertsdr, Adriaen Janszn man en voogd van Geertje Corsdr, Jan Corneliszn man en voogd van Maertje Corsdr en Jasper Govertszn en Reyer Hugenzn voogden over Lucas en Govert Corszn, kinderen van Maritje Govertsdr bij Cors Hugenzn, allen kinderen en kindskinderen van Anna Jaspersd. Anna is hoog bejaard en impotent en de kinderen komen overeen, dat moeder al haar goederen afstaat en dat de kinderen haar zullen onderhouden en wel elk kind 20 KG per jr. Anna heeft buiten de betaalde 100 KG per jr nog 75 KG per jr inkomsten aan losrenten, mocht Anna daar niet van kunnen komen dan zullen de kinderen samen nog 25 KG per jr betalen. De goederen worden verdeeld.
- Jan Jacobszn Wittebol een huis en erf met 3 morgen 50 roe land en 4 hond 25 roe land of water daar achter gelegen aan de Achterweg, belend O Cornelis Adriaenszn Voshol c.s., Z Cornelis Govertszn en W Adriaen Symonszn wede en Cornelis Govertszn en moet toegeven 950 KG.
- Pieter Govertszn 16 hond weiland gelegen binnenweg, strekkende van de Voorweg zuidwaarts tot de Achterweg, belend O Jan Hendrickszn Koey en W Aelwijn Dirckszn en Hubert Corneliszn Lock, 32 hond slagturfland of water, belend N Dirck Gerritszn, O Jan Wouter Hugenzn c.s., Z Adriaen Symonszn wede en W Dirck Gerritszn c.s. en moet toegeven 400 KG.
- Cornelis Govertszn 4 morgen 52 hond land in het Rietveld, belend N Jan Cornelis Bruynenznzn, O ...(onleesbaar) en 102 hond slagturfland gelegen bovenweg, belend N de Achterweg, O Dirck Pieter Corsznzn c.s., Z Jasper Govertszn en W ouwe Neel Joostenzn c.s. en 3 hond slagturfland of water gelegen bovenweg, belend O en Z Jasper Govertszn, W en N Trijn Dircksdr wede Pieter Corszn, de 102 hond belast met een erfpacht daarvan deze partij moet betalen 10 st per jr en moet toegeven 350 KG.
- Jasper Govertszn en de kinderen van Maritje Govertsdr elk 850 KG. [445]
Op 11-12-1614 verkoopt Pieter Govertszn aan Jasper Govertszn zijn broer wonende Benthoorn 16 hond land als hem uit de boedel van zijn moeder is aanbestorven gelegen binnenweg, belend O Jan Hendrickszn Koy, Z de Achterweg, W Aelwijn Dirckszn en Hubert Corneliszn Lock en N de Voorweg voor 1030 KG gereed geld. [446]
Op 28-10-1615 verkoopt Pieter Govertszn aan Cors Evertszn 3½ hond slagturfland gelegen bovenweg, belend O de koper en Cornelis Hendrick Engebrechtsznzn, Z de wede van Adriaen Symonszn, W de kinderen van Gerrit Willemszn Koy en Dirck Gerritszn en N Dirck Gerritszn voorsz. Voldaan met een obligatie van 196 KG. [447]
Op 13-2-1616 verkoopt Cornelis Govertszn aan Pieter Govertszn zijn broer 4 morgen 5½ hond hooiland in het Rietveld, belend N Jan Cornelis Bruynenznzn, O de boedel van Cornelis Willem Louwen en Cornelis Hugenzn wede, Z de Kerkwegsewatering en W Dirck Corneliszn Val, belast met zekere penningen. Voldaan met 140 KG gereed geld in betaling waarvan de koper aan verkoper overdraagt 1/5 van de helft van 1/4 part van 24 morgenland in Bocxhol omtrent Waverveen en de koper uit de erfenis van za Jacob Govertszn aangekomen en met een custingbrief tbv Adriaen IJsbrantszn. [448] Op 13-2-1616 volgt de schuldbrief van 1050 KG wegens schuld van Cornelis Govertszn tbv Adriaen IJsbrantszn. [449]
Op 30-4-1619 verkoopt Pieter Govertszn aan Willem Meeszn 15½ hond land gelegen buitenweg, belend N Jan Jacobszn Wittebol, O de koper, Z de Voorweg en W Anna Cornelis Hugenznsdr, onder overhandiging van de oude brief. Voldaan met een custingbrief door Dirck Gerritszn Keyser bij assignatie van de koper op de verkoper verleden en een obligatie, tezamen 1500 KG. [450]

Op 30-4-1619 verkoopt Willem Meeszn aan Dirck Gerritszn Keyser 3 morgen 1 hond land volgens de oude brief van 10-11-1606, welke wordt overhandigd, gelegen buitenweg voor 300 KG gereed geld en een custingbrief tbv Pieter Govertszn. [451]

Op 30-4-1619 volgt de schuldbrief groot 1200 KG tbv Pieter Govertszn met hypotheek op het gekochte, gelegen buitenweg, belend N Jan Pieter Gerritsznzn, O Cornelis Gerritszn Nijss en Bastiaen Thijszn, Z de Kercklaen en W Jan Adriaen backers. [452]
Hoofdgeld Rijnland 1622 en Hoofdgeld Hazerswoude 1623:
Te Hazerswoude: Pieter Govertsz ende Claesgen Claesdr met Cors, Jacob, Anna ende Machtelt heure kinderen, 6 hoofden.
Op 27-2-1628 verklaren Claesje Claesdr wed. van Pieter Govertszn voor de ene helft, Govert Pieterszn Broer, Claes Pieterszn, Cors Pieterszn, Hendrick Corneliszn Oosterwijck gehuwd met Neeltje Pietersdr, Willem Corneliszn cramer gehuwd met Maritje Pietersdr, Jan Janszn anders Jan Dammaszn als mede testamentaire voogd over Annetje Pietersdr, Machtelt Pietersdr en Jacob Pieterszn voor de andere helft, dat Cornelis Govertszn wonende aan de Achterweg, mede testamentaire voogd van de voorsz. onmondige kinderen gekocht heeft en dat zij hem nu overdragen 4 kleine morgen 52 hond hooiland in het Rietveld, belend O Symon Dirckszn Buyren cs., W Govert Corneliszn Val cs., Z de nieuwe vaart en N Jan Cornelis Bruynenznzn voor 906 KG gereed geld. [453]
Op 2-4-1628 stellen Claesje Claesdr wede Pieter Govertszn met de baljuw als haar gekoren voogd voor de ene helft, en Govert Pieterszn Broer, Claes Pieterszn, Willem Corneliszn cramer gehuwd met Maritje Pietersdr voor hun zelve en vervangende Hendrick Corneliszn Oostenrijck gehuwd met Neeltje Pietersdr wonende Alphen, Cornelis Govertszn en Jan Janszn anders Jan Dammaszn als testamentaire voogd over Cors Pieterszn, Machtelt Pietersdr en Jacob Pieterszn, allen bejaarde en onbejaarde kinderen van Pieter Govertszn bij Claesje Claesdr voor de andere helft, dat Symon Gerritszn gehuwd met Annetje Pietersdr op een openbare ziddach heeft gekocht en dat zij hem nu overdragen 7 hond slagturfland of water met schuur, belend O de wede van Claes Corneliszn Lock c.s., W Adriaen Janszn Koy, N Symon Corneliszn Wittemoer en Z de Bentvaert. Voldaan met een schuldbrief van 530 KG. [454]

Op 2-4-1628 volgt de schuldbrief met hypotheek op het gekochte. Borgen Claes Pieterszn en Ariaen Janszn Koy. [455]
Op 2-4-1628 verkopen dezelfden met Symon Gerritszn gehuwd met Annetje Pietersdr, aan Govert Pieterszn Broer voorsz. 6 hond slagturfland of water met een schuur, belend O Jan Claeszn en Andries Claeszn, W Jacob Corneliszn Put, Z Cornelis Govertszn en N de wede van Jan Jacobszn Wittebol. Voldaan met een schuldbrief van 155 KG. [456]

Op 2-4-1628 volgt de schuldbrief met hypotheek op het gekochte. Borgen Adriaen Janszn Koy en Govert Corszn [457]
Op 31-5-1628 heeft Cors Pieterszn met Cornelis Govertszn zijn oom en Jan Janszn anders Jan Dammaszn als zijn bijstaande voogden, ontvangen uit handen van Claesje Claesdr wed. van Pieter Govertszn zijn moeder 77 KG 18 st als vaderlijk erfdeel en kwiteert haar daarvoor. [458]

7022. DIRCK ARIENS JANSE, geb. ca. 1560, beg. Hazerswoude 22-7-1625,[469] tr. 2o vóór ca. 1605[470] MAERTGEN CORNELISDR, geb. ca. 1560, ovl. na 1623, tr. 1o voor 1595[471]

7023. AELTJE FLOREN, ovl. vóór 22-11-1595, beg. Hazerswoude,[472]

Kohier van de Capitale Leninge van het jaar 1600: Hazerswoude : Den Bent : Dirck Adriaensz met zijn ongehuwde kinderen 30 £, comt 60 gl.
Hoofdgeld Rijnland 1622 en Hoofdgeld Hazerswoude 1623:
Op den Bent te Hazerswoude : Dirck Arien Jansz ende Maritgen Cornelisdr met Cornelis heur kint en Aeltgen Jacob Wouterszdr haer dienstmaecht, 4 hoofden.

7046. CORNELIS NN, alleen bekend uit het patroniem van zijn dochter:

7080. LAMBRECHT FRANSZ SNOE(C)K, geb. Gorinchem voor 1540, ovl. vóór 22-3-1623 (1614-1625), woonde aanvankelijk te Gorinchem, later te Sleeuwijk, tr. 1o voor 1567[476] [477] [478] GEERTGEN ADRIAENS, ovl. 1567-1577, tr. 2o Gorinchem 21-1-1590[479] [480] [481]

7081. LIJSKE JANSDR, geb. Spijk ca. 1570, ovl. Arkel voor 1621.

In 1567 verkopen Lambert Fransz Snoeck en zijn vrouw Geertgen Adriaens land te Rietveld. [482]


COMMENTAAR(¥) Wie is Jacob Snoeck, afkomstig uit Gorkum, varend als gemeen soldaat op het schip Tortelduijf behorend bij het regiment Van den Brande, die sneuvelt op 19-2-1649 in de strijd bij Guarapes in Brazilie tegen de Portugezen? [483]

7084. ARIEN MELISZ VERSCHOOR, geb. ca. 1570, ovl. vóór 9-4-1632, eigenaar van land te Sleeuwijk en Uppel, collecteur van de verpondingen te Sleeuwijk (1604-1607), secretaris van Sleeuwijk (1617/18),[491] tr.[492]

7085. MAIJKEN CORSTENDR, geb. ca. 1580, ovl. na 1631.

7326. HENRICK MEIJNSEN, ovl. vóór 1660? tr. vóór ca. 1635

7327. EVERTGEN BRANTS, ovl. vóór 1660?

Op 29-3-1660 verkopen Henrick Bossch en zijn vrouw Mechteltgen Henricx, borgers, Willem Henricksen, de broeder van Mechtelgen Henricx, en de kinderen van Gerritgen Henricx, allen erfgenamen van Henrick Meijnsen en zijn vrouw Evertgen Brants, aan Maes Cornelisen als enige erfgenamen van Cornelis Maesen en zijn vrouw Claesgen Martens, een huis, hof en hofstede, gelegen op Bloemendal met het hofken daarachter met planken afgevreet (omheind) belend aan de ene zijde: Henrick Meijnsen, maar nu Gerritgen Cornelis, cremster, aan de andere zijde: de weduwe van Rijck Heijmansen. [493]

7232. HENDRICK GERRITSZN. VAN CRAEIJENKAMP, geb. Barneveld ca. 1572, landbouwer. tr. Amersfoort geref. 30-6-1603

7233. WILLEMPJE JANSDR, j.d. van Amersfoort.

7246. REIJMER (REIJNER) PEELEN BEECK(MAN), geb. vóór ca. 1580, ovl. Nijkerk kort voor of in 1660, bouwman in de buurschap Holck te Nijkerk (1602) wonende op het goed die Rys, horig, kerkmeester te Nijkerk (1634),[494] tr. Nijkerk 11-3-1602[495] [496]

7247. ELBERTGE ARRIS (alias Elbertje van Rys), geb. vóór ca. 1585, ovl. Nijkerk 31-8-1647, woont op de Holck (1602), onhorig.

In 1624 heeft Reyner Beek als man van Elbertje van Rys sijnde de outste dochter van Anna van Rys oprockinge versocht en verkregen namelijk van Het Goett ten Rys.[497]

7292. WILLEM REIJERSZ, tr. vóór 1612[501]

7293. HAESGEN NN.

7294. CORNELIS EVERTSZ.

7296. AERT OLOFSEN, huurt een huis achter aan de Coornmerct (voor 1644), tr. vóór 1644

7297. ANNA CLAES.

COMMENTAAR(¥) Aert Oloffzn not. get. (1616..1640), boeckbijnder (1632, 1637) Aert Olofszn. van Ceulen (1644-1646),

Aert Oloffsz (boekvercoper) en zijn huysvrouw (of hun kinderen) 25 gulden en zes van de "hembden" van de comparante. Semmendochter, Arisgen Wouter legateert [503]

Is Aert Oloffsz, beg. Amersfoort St. Joriskh. 15-10-1646,
Aert Olofsz, ovl Amersfoort (reg. beg. Pietersgasthuis) 8-3-1586

Op 13-5-1644 verkopen Thijman Reijersen Calveen en Petertgen Henricx echtelieden., aan Peter Petersz Both, wieldraaier en Maijken Lasson zijn huisvrouw en hun erven, 'n huis achter aan de Coornmerct, bestaande in voorhuis, keuken en kamer, laatst door Aert Oloffssen in huur gebruikt, strekkende voor van de straat waar 'n huis staat tot' de Krommestraat daarachter. belend aan de ene zijde: Gijsbert Gijsbertsz van Lilaer, tinnegieter, aan de andere zijde: Jan Abrahamsz Cool. Op last van 1 gld en 10 st. t.b.v. St Joriskerk en 2 gld, en 18 st, jaarlijks aan zekere Vicarije. Nog ƒ 500,-- hoofdsom, t.b.v. Maritgen Gijsberts, weduwe van Aert Verhell. Overeenkomst over bewoning en betimmering van de woning. [504]
Op 9-6-1646 verkopen Peel Henricsz Koest (Roest?) voor hem en zijn erfgenamen., aan Aert Oloffsz en Anna Claes zijn huisvrouw en hun erven., een huis en hofstede in de Crommestraet, belend aan de ene zijde: een gemene steeg, aan de andere zijde: de kinderen van Herman Woutersz Buijs. [505]

7408. A(D)RIAEN JANSSEN COUWENHOVEN (COUNOVEN), geref. lidmaat te Amersfoort 24-12-1619 (als Adriaen Jansz), getuigt in een notariële aktie te Amersfoort(1622), otr. Amersfoort geref. 13-5-1615 (met attestatie naar Leusden)

7409. JANNITGEN CORSSEN, beg. Amersfoort St. Joriskh. 5-11-1653 (als Jannetie Korsen), van Amersfoort, geref. lidmaat te Amersfoort 24-12-1622 als h.v. van Arien Jansz ("doot"), otr./tr. 1o Amersfoort 22/30-10-1608 PEETER JANSEN (DAMEN), ovl. 1612-1615, zn. van Jan Willemsz Daems.

Op 30-4-1612 verkkopt Peter Jan Willemsz voor zichzelf en zich sterkmakende voor Jannitgen, zijn huisvrouw, aan Mathijs Egla Gorotsz van 't Wout en Machtelt, zijn huisvrouw, de helft van alle stuk goederen en land gelegen in de stadsvrijheid aan de Berch genaamd de Vijerdel, wesende omtrent een of twee en vijftig morgen so aengemaect als onaangemaeckt land, zo groot en klein als Willem Daemsz zijn comparants grootvader gehad en de achtergelaten heeft, wezende thient ..., gelegen boven d'birckt ter einde aan de Engge, strekkende van Cossijnsweg tot aan attenderpfore daer noordwaarts d'onde Utrechtseweg naast gelegen zijn. Bekende hij comparant van de cooppenningen ter volle betaald te zijn. [507]
Op 19-4-1619 sluit Jan Petersz, wednr. van Goutgen Claes Vluggendr een accoord met Frans Jansz van Dael als getrouwd met Anna Jansdr en met Adriaen Jansz Couwenhoven (Counoven) als getrouwd met Jannitgen Corsdr, moeder van de onmondige kinderen van zaliger Peter Jansz.[508]
Op 27-4-1619 verkoprn Jannitje Cornelisdr als moeder, Peter Daemsz en Henrick Both als naaste bloedveranten van de onmondige kinderen van zaliger Peter Jansz verwekt aan Jannitgen Cornelisdr voornoemd, aan Jan Jansz een halve hof in de eerste steeg buiten de Bloemendalse poort, zoals door Goutgen Claes Vluggedochter is nagelaten, belend enerzijds St. Pietersgasthuis anderzijds de erfgenamen van Bernt Schade. [509]

7416. P(I)ETER KERCKHOF(F), geref. lidmaat van Amersfoort 29-3-1651 met attestatie van Wijck te Duerstede, wonend in de Hellestraet.

7570. JAN JACOBSZ (JOPPEN) VAN BEEFTINGH, geb. vóór ca. 1590, ovl. 1634-1677, afkomstig van Amersfoort (1613), intercesseur (1621), koopt een huis in de Peperstraat te Amersfoort (1631), not. get. (1621), huw. get. (1634), tr. 1o NN, otr./tr. 2o Amersfoort geref. 20/28-1-1613 (beiden onder patroniem) GRIETIEN REIJERS, ovl. na 1613, van Amersfoort (1613). Zie Fragment Genealogie Van Beeftingh nr. 2b voor verdere gegevens en nageslacht van Jan Jacobsz van Beefting en zijn twee echtgenotes.

Op 17-4-1613 verklaart Jan Jacobzn burger van en wonende te Amersfoort, gehuwd met Geertje Reyers en eerder weduwnaar, "cranck van lichaam te bedde liggende, verstand naar behoren", te willen dat de staat van zijn boedel wordt beschreven. Hij wil zijn in- en uitschulden toelichten opdat men zich daarnaar bij zijn "afflijvicheid" zou kunnen richten.
- Ten eerste het huis, hof en hofstede met schuurtje, door hem tegenwoordig bewoond. Met de last van 100 gulden hoofdsom, Aert van Schadijck toekomende. Nog 100 gulden, Gerrit Jacobzn smith toekomende. Nog 50 gulden, zijn vorige huisvrouws' moeder, en 50 gulden de armen van de Poth toekomende. Voor een vicarije die eigendom is van de zoon van Thonis Egbertzn, moet 15 stuivers jaarlijks betaald worden. Aan een zekere broederschap moet 1 gulden jaarlijks betaald worden, alles vanuit het voornoemde huis.
- Er zijn nog erfenissen door de dood van zijn vader die hij heeft ontvangen tijdens het leven van zijn vorige huisvrouw en die Geertgen Jans, diens weduwe, nog in lijftocht bezit.
- De inschulden zijn als volgt: van Meyns, onderschout te Bunschoten krijgt hij nog 7 stuivers voor gehaalde waren, te weten een buidel "hoosebanden" (kousebanden) en van diens dochter Jacobgen 5 stuivers voor een paar hoosebanden. Van Jan van Spaengien te Bunschoten voor een mes, 5 gulden. Van Jan Stevenzn te Bunschoten voor een paar hoosebanden, 8 stuivers. Van Jan Wouterzn bij d'Aller Moelen, voor een buidel, 12 stuivers. Van Cornelis de wever te Barnevelt voor een paar hoosen (kousen) 9 stuivers. Van Jacob Jobszn 8 stuivers voor een mes. Van Job Jacobzn, de vader van J.Jobszn, 6 stuivers voor een mes. Van Jan de leertouwer op de Speuij (Spui), in het huis van Jan Eliszn, 8 stuivers voor een mes en buidel.
- De inboedel luidt als volgt: Een bed plus hoofdkussen, 3 oorkussens, een rode en een witte deken, 2 slaaplakens, 6 slopen, 6 mans hemden en een beste lakense mantel, een "nachtabbert" (nachthemd), een oude mantel, 2 pak zwarte clederen, 2 pak daagse werk clederen,: 2 koperen potten, een koperen blaker, 2 handblakers, 2 koperen "schuijfpannen" enzovoort. (Er volgt nog een opsomming van kleine artikelen, waaronder: 10 mutsen zonder lijsten ten huize van Hubrecht van Walburch). Hieronder is niet begrepen hetgeen Geertgen Reyers, comparants huisvrouw, aan huisraad in de boedel heeft gebracht.
- De uitschulden van de boedel luiden als volgt: Voor Aert van Schadijck zal mei 1613 vervallen zijn 6 gulden en 5 stuivers voor een jaar rente. Idem Gerrit Jacobzn, mei 1613, 12 gulden en 10 stuivers voor 2 jaar rente. Idem de Armen de Poth, mei 1613, 2 jaren rente. Voor de vicarije zal Kermisse een jaar vervallen waarop haar 3 stuivers is betaald. Voor de broederschap zal in de herfst een jaar rente vervallen zijn. Voor Harman Warnerzn te Utrecht in de Vergulde Cam, 9 gulden. Voor Henrick Sanderzn, op de hoek van de Saelstraat, omtrent 13 gulden. Voor de zeepzieder in de Drije Gecroonde Schuppen, 6 gulden. Voor Jan van Tyel in de Gortsteech, 2 gulden. Voor mr. Jan de Rymaecker, naast 't Schoonhuys, 1 gulden en 6 stuivers. Voor Aeltgen in het Schoonhuys, 11 stuivers. Voor Gerrit Aertzn, zijdelakenkoper, 4 gulden of 3½ gulden. Voor Dirck Janzn, zijdelakenkoper, 3 gulden plus 1 stuiver, min of meer. Voor Jelis Peterzn, 2 gulden en 11 stuivers. Voor Aert Gijsbertzn Noom, omtrent 2½ gulden. Voor Jan Eliszn, bakker, 1 gulden en 7 stuivers. Voor Jacob Peterzn van Gelder, 15 stuivers. Voor Marrichgen Veenen, 1 gulden en 10 stuivers. Voor Armgert Willems, 2 gulden van ....? Voor Goort Bosch van sparren, 15 stuivers. Voor Anna Vrancken, 1 gulden en 8 stuivers. Voor Aert Janzn, comparants oom, "per reste" 1 gulden. Voor Claes Francken, 16 gulden en 17 stuivers. Voor Folten cremer, 10 stuivers. Nog 25 gulden die door Henrick Beerntzn aan de comparant en zijn huidige huisvrouw geleend zijn. Nog aan Dirck Verhoeff voor gehaalde laken, 10 gulden.
Hij verklaart nog dat de huisvrouw van Walburch voor hem 20 mutsjes zou maken, waarvan zij er 10 heeft gemaakt en daarvoor 2 gulden en 7 stuivers heeft ontvangen. De andere 10 mutsjes zijn bij haar gebleven. Getuigen: Henrick Beerntzn en Claes Francken. [513]
Op 28-6-1631 verkoopt Gosen Andrijesz van Setten, met handen van Andries Cornelisz zijn vader en momber, aan Jan Jacobsz van Beeftingh een huis, hof en hofstede, gelegen in de Peperstraat, belend aan de ene zijde: Otto van Gessel, apothecaris, aan de andere zijde: genoemde vader van de verkoper, belast met 100 gulden kapitaal Cornelis Cornelisz, goudsmid competerende. [514]
Op 28-1-1643 verkopen Gerrit Roetersz en zijn vrouw Jannitgen Willems, aan Grietgen Jans, weduwe van Jan Jacobsz van Beeftingh en haar erven een stuk grond van hun schuur op Bloemendal belend aan de ene zijde: Grietgen Jans aan de andere zijde: Goosen Roeloffss Vlugh. [515]

7574. CHARLE(S) (CAERL) CHAUDRON (CHOUDRON), geb. Ekelsbeecke (B) vóór ca. 1565, ovl. na 1641, tamboerijn (1589), slotenmaker (1613), getuige in notariële akten (1609..1635),[548] belender in de Crommestraat (1611) te Amersfoort, aan wie in 1636 bij resolutie van het stadsbestuur van Amersfoort, als ziekentrooster, een hoger salaris wordt toegekend wegens de heersende pestziekte,[549] tr. 2o voor 1608 (niet gevonden te Amersfoort) HESTER(A) CHRISTIAENS, ovl. 1621-1641, vermoedelijk afkomstig uit (de omgeving van) Xanten / Wesel, tr. 1o Amersfoort geref. 27-7-1589

7575. MARTIJNTJE JACOBS SCHERPIJNCK, geb. Eeklo (B) ca. 1570, ovl. 1589-1610.

Op 21-7-1609 verkoopt Eechtgen, weduwe van Seger Gerritsz, met Rijck Bosch, haar momber, aan Chaerle Choudron en Hestera, zijn vrouw, een plaatsje achter het huis van Caerl, door hem betimmerd en een afvoer achter het huis nu van Goesen Roeloffsz Vlug, aan de Hof. [550]
Op 8-6-1610 machtigt Chaerl Choudron, borger te Amersfoort, Samuel Mostert, wonende binnen Santen, om uit zijn naam te vorderen alzulke erfenisse en besterfenisse als hem als man en voogd van Hester Christiaens (Cristiani) aanbestorven is door de dode van saliger Trijn Jannes, gestorven binnen Wesel (Hester's oude moije) en alles te doen wat hij zelf present zijnde zou doen. Get.: Andries van Wayenborch en Frederick Jans. [551]
Op 5-11-1618 leggen Caerl Choudron (tekent: Caerle Chaudron) en Jan Janss, borgers van Amersfoort, de volgende verklaring af:[552]
  • Harman Thomas Celens is als curateur aangesteld over de goederen van de minderjarige Willem Cornelis. De comparanten waren op diens verzoek in het sterfhuis van Jan Willems saliger. Zij vonden daar Evert Janss Snel, die door de genoemde curateur en de Weesmeesters belast was met de bewaring van de goederen die zich in het sterfhuis bevinden, en waartoe Willem Cornelis gerechtigd zou zijn, volgens de heden gepasseerde akte. De Lieutenant scholt met twee dienaren van justitie verklaarden opdracht te hebben van het Gerecht om Evert Janss Snel uit het sterfhuis te zetten. Bij navraag bleek de lieutenant scholt daarvan geen akte van te hebben, maar mondeling opdracht te hebben gekregen en geen akte van node zou hebben. Voor een uitzetting had hij echter wel een akte nodig, zodat de door de curateur gemachtigde in het sterfhuis zou blijven. De curateur had Evert Jans in zijn plaats gecommitteerd, welke een eerlijk man was. Deze bewaringe mocht men niet weigeren, omdat men partij in de boedel was. De lieutenant scholt heeft Evert Jansz Snell door de dienaars van justitie uit het sterfhuis doen leiden, waartegen de curateur geprotesteerd heeft. De comparanten, die daarbij aanwezig waren, hebben dit gehoord. Evert Jans Snel, mede-comparant, verklaart dat de Lieutenant Schoudt zijn akte van commissie in het sterfhuis heeft gelezen en hem als voorschreven, uit het sterfhuis heeft doen leiden. Akte ten woonplaatse van Gysbert van Raesfelt. Get.: de genoemde van Raesfelt (tekent: Gysbert van Raesvelt) en Symon Gerbrandss van Alphijn (tekent: Symon van Alphyn).
  • De comparanten leggen deze verklaring af op verzoek van Gijsbert van Langevelt d'Jonge en van Gysbert van Langevelt d'oude (als vader en optredend voor zijn dochter Agneta van Langevelt en als voogd van zijn onmundige kinderen). Zij waren heden aanwezig in het sterfhuis van Jan Willems zaliger, alwaar zij de kinderen van Gysbert van Langevelt met Gysbert van Langevelt d'Jonge hebben helpen bewaren de door Jan Willems nagelaten roerende goederen, die zich in het sterfhuis bevonden. Aldaar kwam de lieutenant scholt met twee dienaren van Justitie, namens het Gerecht, om de kinderen Van Langevelt uit het sterfhuis te zetten. Op de vraag van Langevelt of hij daarvoor een akte had, bleek hij slechts mondeling belast te zijn, zodat Van Langevelt van mening was dat zijn kinderen daar bleven. Daarop heeft de Lieutenant-Schoudt de dienaars opgedragen Gysbert van Langevelt d'Jonge met de kinderen Agneta, Weymtgen en Mauritius van Langevelt uit het sterfhuis te zetten, waartegen Van Langevelt protesteerde. Akte ten woonplaatse van Gysbert van Raesfelt. Getuigen: Dezelfde Raesfelt (tekent: Gysbert van Raesvelt) en Sijmon Gerbrantsz van Alphyn.
Caerl Chaudron wordt vermeld als geref. lidmaat te Amersfoort in de lijst van 1621 en sijn huisvrouw (in margine "doot", "doot").
Op 15-7-1641 verkoopt Mr. Carel Chaudron voor hemzelf als weduwenaar van Hester Christiaens en voor Cornelis Balthessen en Stijntgen Carels zijn vrouw en voor Martijntgen Carels zijn dochters en schoonzoon samen voor hun kinderen, zusters en broeders, aan Jan Henricxz van Osch, zijn vrouw en hun erven, een huis in de Krommestraat, belend enerzijds Mr. Lodewijck van Muijlenborch, anderzijds Evert Verburch. Opm.: 200 gulden aan Henrickgen van Schaeck, nu vrouw van Johan van Schadijck. Voldaan. [553]

7592. CLAS CLASZ VAN GROENENBERCH, geb. vóór ca. 1545, verm. verwant aan een geslacht Groenenberch te Utrecht (zie Groenenberch ), tr. Utrecht RK Parochie St. Jacob 1566 (tussen Pasen (14 april) 1566 en 1 jan 1567)[584]

7593. HILLIGUNT JAN DJONGHENDR.

7754. JAN REMMELAER, geb. vóór ca. 1560.

7760. GIJSBERT WILLEMSZ BOSCH, geb. vóór ca. 1530, ovl. na 1573 voor 1608 verm. voor 1598, belender aan De Hof te Amersfoort (1562), tr. vóór 1561[601]

7761. LUTGEN JACOBS (JACOB JANSZNDOCHTER)(¥), geb. vóór ca. 1530, ovl. 1611-1614, wordt vermeld als Lutgen Bossen, belendster buiten de Utrechtsepoort (1606).[602] NB op 7-5-1591 is een zekere Lutgen, wed. Willem Bosch getuige bij een huwelijk voor schepenen te Amersfoort.

COMMENTAAR(¥) Is zij de weduwe van Ghijsbert Bosch, belendster in de Zochstraat (1596) en op de Kamp (1596) te Amersfoort.

Op 13-5-1561 verkopen Henrick van Weynckum en zijn vrouw Elysabeth van Dompseler aan Ghijsbert Willemszn Bosch en zijn vrouw Lutgen Jacob Janszndochter, een huis met de hofsteden, gelegen aan De Hof (Den Hoff) en in de Krommestraat, strekkende voor van Den Hoff tot achter in de Krommestraat, belend aan de ene zijde Ghijsbert Ghijsbertszn Suffoyeken, aan de andere zijde Barbera Aelten, achter aan de ene zijde Peter Peterss en aan de andere zijde Evert van Heesen erfgenamen. Het huis is belast met 7½ stuiver sjaars die de broederschap van Sint-Jan gewoonlijk zijn te manen. [603]
Op 17-11-1573 verkopen Jan Jansz en Adriaen Aertsdochter wonende te Eemnes, aan Ghijsbert Bosch en zijn vrouw Lutgen de helft van een schuur en hofstede in de Coninckstraat, deel van en samen met het onmondig kind van genoemde Adriaen Aertsdochter uit haar huwelijk met Steven Cornelisz, haar vorige man, belend door de Poth en achter: de erfgenamen van Evert Ram en door de erfgenamen van Geerlof Evertsz. Op last van 50 gulden aan de erven van Gheerlof Evertsz. Gerrijt Willemsz stelt zich borg. [604]
Op 4-2-1576 lenen , Gerrijt van Spuel als rentmeester indertijd van armen genaamd de Poth en Maes Jacopsz van Rijck Goort Aeltsz 50 gulden met als onderpand: , een koopmansbrief van 50 gulden bij Ghijsbert Willemsz Bosch en zijn vrouw Lutgen ten behoeve van Maes Jacopsz en zijn vrouw Katharina. Maes Jacopsz krijgt uit de rente zijn lijftocht. [605]
17-11-1608. De weduwe Lutgen, met haar momber Cornelis Fredericxs, verklaart bij het Amersfoorts gerecht dat ze een huis, hof en hofstede aan de Hof, achter met een uitgang in de Krommestraat, heeft verkocht aan Henrick Huijgen van Ancoop en zijn vrouw. Het huis is belast met zeven stuivers per jaar aan de broederschap van Sint Jan.[606]
15-9-1610. Lutgen Jacobs, de weduwe van Gijsbert Bosch met Jacob Bosch als haar momber, verklaart bij het gerecht dat ze ƒ 100 heeft geleend van de molenaar Gerrit Gerritsz en zijn vrouw op de molen buiten de Arnhemsepoort als huurder. Ze zal de interest korten op de huur van de molen, die met het land daarvoor dient als onderpand. Gerrit Gerritsz stelt zijn huurderschap veilig, zolang de hoofdsom met interest nog niet is afgelost.[607]
25-6-1611. De weduwe Lutgen, vergezeld door haar gekozen momber Henrick van Rijn, verklaart voor het gerecht een "zeekere borch met een cleijn hofgen, staande in de Pothstraat" te hebben verkocht aan Goossen Cornelis Taets en zijn huisvrouw. Zowel kopers als verkoper zijn belendend hieraan.[608]
20-4-1614. Jacob Bosch en de Rijck Bosch voor zich zelf en zich sterkmakende voor Anthonis Bosch en Anthonia Bosch zijn broeder en zuster, allen tezamen erfgenamen van Lubgen Boschgen haar zaliger moeder, beleiden voor het gerecht schuldig te zijn aan de erfgenamen van Servaes Jansz een jaarlijkse losrente van 5 gulden over een hoofdsom van 83 gulden en voorts alle andere goederen die Lutgen Bosch zal toebehoord hebben. Het onderpand is een zekere schuur staande bij de Poth in de Coninckstraat aan de Gemeene straat. Op 30-9-1648 verklaart Tijelleman Servaes dat de schuld is afgelost.[609]
Op 26-8-1614 wordt door Nots. J. van Ingen te Amersfoort, op verzoek van Elisabeth Rijcx, weduwe van Dirck van der Wall, uit naam van Elisabeth Jacobs, weduwe van Adriaen vander Wall, Thomas en Pouwels Henricxzn, Anthonis (Thoenis) Bosch, vanwegen Sophia Jacobs, zijn moeye, Rijck Bosch, vanwegen Geertruyt Roeloffs, zijn nicht, Roelof Dircxzn te Baarn, Joost Gerritszn, als man en voogd van zijn vrouw, wonend te Baarn, het besloten testament voorgelezen van Wilhelmina Lumans, echtgenote van Jkhr. Gerrit Soudenbalch. Volgt inhoud testament. [610]

COMMENTAAR(¥) Men zou hieruit kunnen concluderen dat Sophia Jacobs een zuster is van Lutgen Jacobs (kw.nr. 7761) en daarmee dus de tante (=moeye) van Anthonis (Thoenis) Bosch. Mogelijk is ook Elisabeth Jacobs, weduwe van Adriaen vander Wall, een zuster van Lutgen Jacobs.
Op 14-2-1619 worden de Condities vastgelegd voor de openbare verkoop van een tiendvrij leengoed veen en grond, gelegen in het Hateveen, gelegen onder het Gerecht van 't Hoochlandt, belend aan de ene zijde: Jorden van der Maeth, aan de andere zijde: Reijer Jan Gouwen belend voor: een gemeene weg en achter: die Laeck. De koper zal de koopsom in twee termijnen (400 gulden per mei 1619 en de resterende kooppenningen per mei 1620) moeten betalen aan Rijck Bosch of aan Albert van Rijn. Boven de kooppenningen betaalt de koper van iedere gulden "een oortgen tot rantsoen en een oortgen te gelage". Namens Jorden van der Maeth wordt voor ƒ 640 het veen en grond verkocht, waarna Jacob Ghijsberts Bosch, met consent van zijn broeders en zijn zwager, en Jorden van der Maeth op 16-2-1619 de koopakte tekenen. Akte op 't Hoochlant ten huyse van Thomas Volckenss Weerdt. [611]
Op 14-7-1631 compareren de broeders en zuster Anthonis Bosch, Rijck Bosch en Anthonia Bosch en verklaren dat zij totnutoe alle goederen in gemeenschappelijk bezit hadden, maar dit nu wensen te scheiden. Aan Rijck Bosch wordt toegedeeld een stukje veen in Vrouweclooster Veen, gekocht van Jan Aertszn, een zeker eigendom in gerecht Baarn, gekocht van de erven van Marichgen Jan Lamphertzn, een zekere "afgrifte" van de veenen in gerecht Amerongen in het kerkeveen gelegen, gekocht van de weduwe van Johan van Loersum, en een zeker "afgrifte" van veen genaamd de Rosmolen, gekocht van Henrick Janszn Drost te Amerongen. Anthonis en Anthonia verklaren dat Rijck hiervoor jaarlijks de som van 350 gulden moet betalen, gedurende zijn leven en langer niet, waartegen zij beiden voor zichzelf en hun erfgenamen alle andere goederen behouden zullen, dus huys, hoff, land en alle roerende en onroerende goederen zowel aangekocht als aanbestorven, niet alleen in de provincie Utrecht, maar ook in Gelderland en elders en daartoe alle acten, credieten, inschulden enzovoorts en op voorwaarde dat zij daarvoor alle lasten betalen, waarin Rijck voordien nog deelde en dat Rijck zijn best zal doen voor het innen van pachten enzovoorts die nog uitstaan. Getuigen: Frederick Janzn. van Ham en Henrick Peelen. [612]
De boedelscheiding wordt teniet gedaan door een nieuwe op 6-3-1642 ondertekend door Rijck Bosch en Anthonia Bosch.
Op 19-7-1631 compareren Anthonis Bosch, Rijck Bosch en Anthonia Bosch te Amersfoort en verklaren voor notaris Johan Moll, op 13-7-1630 een testament gepasseerd te hebben, welke zij hierbij revoceren en te niet doen, 't selve te dien einde in ons presentie aan stukken scheurende. Getuigen: Frederick Janzn. van Ham en Henrick Peelen. [613]

7768. JAN PALMER(¥), ovl. vóór 1620? tr. vóór ca. 1580

7769. JANNICHGEN MEEUWEN, ovl. vóór 1620?

COMMENTAAR(¥) mogelijk verwant aan Pieter de Palma van Antwerpen, poorter van Leiden op getuigenis van Andries Janszone Schoth en Jan de Feijer, 10-10-1589. Hij is zelf borg 23-5-1590.[663]

7808. WILLEM CLERCK(¥), geb. vóór ca. 1590, ovl. 1639-1665, engelsman en soldaat onder de Comp. van den Kolonnel Cicil (1608), verkoopt op 12-1-1633 een huis in de Schalckwijckse stege te Utrecht aan Maychgen Gerrits, van wier erven de kinderen en erfgenamen van Willem Clerck, in leven hantschoenmaker en burger van Utrecht, het huis op 17-5-1665 weer terugkopen, vraagt octrooi aan om te testeren, 7-11-1634 (Nots. Gerrit van Waey)?[703] vraagt als handschoenmaker van Utrecht, echtgenoot van Aeltgen Aelbertsdr, van Utrecht, octrooi aan om te testeren, 22-6-1639, (Nots. Jan van Vechoven)?[704] otr./tr. Utrecht schepenen 09/09-1-1608 (in margine: gesolemniseert voor Mr Haft van der Lits? schepen op den 9-1-1608)

7809. AELTGEN AELBERT JANSDOCHTER, geb. vóór ca. 1590, ovl. na 1639, wonende te Utrecht (1608).

COMMENTAAR(¥) Niet goed is hier:
Willem Clerck, wednr. van Hendrickgen Jans wonende in Jan Messsensteechge (1611) otr. Utrecht geref. St. Jacobsk. 8/18-9-1611 (in margine: getrout in St. Jacob den 18 sept.) Aeltge Rutgers, j.d. van Wesel wonende int Vissersteechijen (1611).

"Anno 1665 den 17e Mey. Cornelus van Wijckerslooth coorncoper ende borger alhier, weduwenaer ende boedelharder van Annichge Gerrits eenige dochter ende erfgenaem van Maychgen Gerrits weduwe van Gerrit Dircks haer vader ende moeder zal., die weduwe ende boedelharster was van Herman van Meervelt, in sijn leven mede coorncoper ende borger alhier binnen Utrecht, in dier qua- lite voor hem selven ende trecht totten geheelen boedel1 ende nalatenschap van hem ende sijn voornoemde huysvrouw bekomen hebbende, vermits renunchiatie, abstinentie ende afstant bij de kinderen ende erfgenamen van de voornoemde sijn huysvrouw van den selven boedel ende goederen gedaen, volgens acte voor Henrick van Zuyien notaris ende seeckere getuygen den 21 Juny 1664 gepasseert ende opgevolchde approbatie van de Ed. Vroetschap der stad Utrecht in date den 25 January 1665 voor- leden. Ende heeft hij comparant in de voors. qualite gecedeert, getransporteert ende overgegeven aen ende ten behoeve van de kinderen ende erfgenamen van Willem Clerck in sijn leven hantschoenmaker ende borger deser stadt, seeckere huysinge, erve ende allen sijnen toebehoren aert ende nagelvast sijnde, staende ende gelegen in de Schalckwijckse stege alhier, streckende voor van de strate tot achter aent erve van de erfgenamen van Cor. van Riebeeck, alsnu competerende de heer Mr. Gijsbert de Reuver, canoniek St. Jans t Utrecht toe, daer ten oosten Jan Corneliss van Beeck, nu Jan Thoniss van Asbergen, ende ten westen Jacob Jacobss, nu Beernt Van Haeften naestgehuyst ende geerft sijn, ende daertoe noch een eycke bedstede mit een eycke slaepbanck, een eycke schermkiste, mitsgaders een vuere slaepbanck, twee vuere bedsteden met alle de kanneborden, een ijsere haelboom ende een hael, alles breder vermogens de coopcedulle diens aengaende tusschen den voornoemde Maychgen Gerrits ende de gemelte Willem Clerck opgerecht, in date den 12en January 1633. Renuncierende den comparant in de voors. qualite van de voors. huysinge ende tgeene voorschreven staat, alsmede van alle actie, rechts ende toeseggens hij daer aen hadde, mitsgaders van alle oude brieven ende bescheyden daervan spreeckende geheel, claerlijck ende al ten behoeve als voren, belovende den comparant de voors. huysinge ende erve te vrijen ende waren op de laste van thuysgelt ende alle vordere voorcommer ende voorplechten af te doen als erfcoop recht is naer coustume slants van Utrecht, bekennende den comparant ter cause deses transports van de totale cooppenningen ten vollen voldaen ende betaelt te sijn. Sonder arch." [705]

7812. LUCAS (VAN AMMEL), geb. vóór ca. 1570.


OBITUARY - Rouwcedulle van Gerard van Voorst ---- Source: Ref. [720]
Onder de kinderen en kleinkinderen van Gerrit Eersten van Meerwijck en Grietjen Everts van Voorst worden bij de onderstaande kwartier nrs 7820/21 velen vermeld op de bewaard gebleven "rouwcedulle" van Gerard van Voorst, beg. Utrecht 1-11-1669. De volledige lijst luidt:

Gysbert van Voorst, Willem van Voorst, Antonis van Voorst, Martinus van Voorst, Eduard van Voorst, Dirk van Voorst, Martinus van Voorst, Lucas van Voorst, de Heer en Mr. Antonis Schoock, advocaet 's Hofs van Utrecht, Arnoud Schoock, Henrik Schoock, Jacobus Schoock, Damiaen van Meerwyck, Steven van Meerwyck, Peter Minnen, Johan Muncks, Gysbert van Zyl, Johan de Wilt, Willem van Velpen, Johannes Muncks, Gerardus Muncks, Garel van Lamsweerde, Jacobus van Sevender, Theodorus van Velpen, Lumen Vosch, d'Heer Lambert Pauw, cameraar van de Leckendyck, de Heer en Mr. Johan Ram, raad in de vroetschap der stadt Utrecht ende drossard tot Vreeswyk, de Heer en Mr. Egidius Blok, advocaet 's Hoofs van Utrecht, Gerardus van Wintershoven, Johannes Versteegh, Jacobus Versteegh, de Heer en Mr. Lucas van de Pol, advocaet 's Hoofs van Utrecht, de Heer en Mr. Cornelis van de Pol, advocaet 's Hoofs van Utrecht, de Heer Henrik van Leeuwen, de Hr. Henrick van Wyckersloot, raad in de vroetschap der stadt Utrecht , de Hr. Cornelis Booth, oud burgemr. der stadt Utrecht, de Hr. Johan van Nellesteyn, out burgemr. der stadt Utrecht, de Hr. Everard Booth, raad ter admiraliteyt tot Harlingen, Gerard van Eede, Everard van Eede, de Hr. en Mr. Albert Becker, advocaet 's Hoofs van Utrecht, Matthias van Beek, de Hr. Wilhelmus van Someren, de Hr. Franciscus Burmannus, professor en bedienaar dos Goddelijken woords, de Hr. Doctor van Beest, Abraham Tol, Antonis van Helsdingen.

7820. GERRIT EERSTEN VAN MEERWIJCK, geb. ca. 1567 (is ca. 43 jaar in 1600), ovl. Utrecht 25-6-1603 (1602?), doopget. (1586, 1590, 1593),[721] zilversmid, juwelier en burgerhopman (1586/87) te Utrecht, sysmeester van de visexzys (1600), pachter van diverse imposten en accijnzen, lakenkoopman, woont op de Groensteeg ZZ,[722] raad van Utrecht (1586/87),[723] tr. Utrecht 6-6-1579[724]

7821. GRIETJEN EVERTS VAN VOORST, geb. daechs nae Vroulichmis 1563, ovl. Utrecht 23-6-1601, doopget. (1684).[725]

Op 15-1-1564 testeert Eerst Cornelisz wonende te Zuylen, cranck sijn lichames int bedde leggende, en benoemt tot erfgenamen zijn zoons Cornelis Eerstensz, en Gerrit Eerstensz en dochters Arriantghen Eerstens en Merrichgen Eerstens. Zij erven 6 merghen lants gelegen in het gerecht Marsenbroeck. Testateurs jongste broer, Cornelis Cornelisz, wordt benoemd tot voogd over zijn kinderen. Testateurs jongste zoon Gerrit, zal worden opgevoed door voornoemde voogd in ruil voor zijn vaders en moeders goed. [726] TEKST nog uitwerken.
Familieregister in het notitieboek van Evert Thoenisz van Voorst:[727]
"Item doe men screff 1563 tjaer daeges nae vroulichmis smorgens tussen drie een vier ueren wort Grietjen gheboeren cn(de) die peten sin heer Claes va(n) Aemelenberch en(de) Lysken ons suster en(de) Niesjen Cruven Hubert oms wyf, ee(n) goet mensge moet het worde(n) ofte vroech in de(n) hemel."
"De dochter van Evert Teunisz van Voorst genaemt Grietjen Everts van Voorst is A° 1579 den 6 Juny getrout met Gerrit Eersten van Meerwyck, die doenmaels t Utrecht Borgerhopman is geweest, hiervan syn geprocreert elf kinderen en is Grietjen Everts gestorven A° 1601 den 23 Juni en Gerrit van Meerwyck is gestorven A° 1603 den 25 Juny. Ontrent de kinderen nopen(de) de overige dient dit aengetekent, de outste soon Eernst Gerritsz van Meerwijck is t Utrecht een silversmit geweest, dan heeft hem verlopen met veel andere borgers t Utrecht in den jare 1610 waar o(ver) hy uyt de stadt is gebannen en heeft hem een wyl tyts t' Antwerpen onthouden en daarnae weder in comende is hy leven langh geappoincteert als dobbel adelborst, deses soon is Adriaen van Meerwyck wonen(de) te Fredrickstadt int lant van Holsteyn, alwaar hy heel wel vaert, vorders isser geweest een Evert Gerritsz van Meerwyck, geboren Ao l582 op den 31 Octob(er), is een ?? (doorgehaald woord) geweest ten duytschen huys is gestorven A° 1636, vorders Elisabet Gerrits van Meerwyck is geboren A° 1592 den laetsten Juny en getrout met Carel Pauwelsz van Merck den sevenden May A° 1616, hiervan comt Paulus van Merck, rentmr van(de) Omlanden." [728]
Op 11-7-1600 (oude stijl) verklaren Bartholomeus Lubbertsz Knijff, oud 82 jaar, Cornelis Hendrysz van der Horst, oud 77 jaar, Thomas Roelofsz van Wyckerslooth, oud 60 jaar, Hans van den Bosche, oud omtrent 40 jaar, allen viscopers en borgers te Utrecht, en Gerrit Eerstensz van Meerwyck, omtrent 43 jaar, sysmeester van den vischexzijs, op verzoek van Cornelis Aertsz van Rotterdam dat zij vaak te doen hebben gehad met rekwirant als schipper van het marktschip van Rotterdam en als koopman en dat hij betrouwbaar en eerlijk is. [729]

Bijdrage d.d. 18-3-1659 (NS) van Martinus Schoock (1614-1669) aan het Album Amicorum van Jacob Heyblocq, praeceptor en rector, aan de Latijnsche school te Amsterdam.
Bron: KB Den Haag

klik op plaatje(s) om te vergroten

7822. DAAM (DAMAS, ADAM) JACOBSZ BOR, geb. vóór ca. 1580, ovl. vóór 1620, otr./tr. 2 Utrecht geref. 01/11-12-1603 JACOBKEN STEVENS VAN DOORN(¥), ovl. na 1620, j.d. van Utrecht (1603), wed. van Daem Jacobszen Bor wonend in de Schoutensteegh (1620), tr. 1o 22-1-1600[775] [776]

7823. MARIA (HENDRICKS) VAN VOORST, geb. vóór ca. 1580, ovl. 16-10-1602 (naelatende 2 kijnderen).

COMMENTAAR(¥) Jacobken Stevens van Doorn, otr./tr. Utrecht geref. St. Jacobskerk 9/30-1-1620 Adriaen van Blanckendael, j.g. van Utrecht wonend aan de Neu(de) (1620).


COMMENTAAR(¥) In een vonnis van het Hof van Utrecht d.d. 8-10-1571 betreffende een diefstal[777] komt de naam voor van (de benadeelde?) Daem Bortsz. Is hij kw. nr. 7822?


Fragment Van Blanckendael

Wapen Van Blanckendael: een keper vergezeld van drie hoefijzers.
Dit wapen bevindt zich in de Geertekerk te Utrecht op de "Inganc van de kelder van Tymen (! = Simon) Claesz. van Blanckendael". [786]


I

Ia. Claas (Nicolaas) Symonsz van Blanckendaal, zeer vermoedelijk identiek met de Claes Symens, aan wie de kerkmeesteren van St. Gertruydt A° 1576 een grafstede schenken bij het St. Annenaltaar naast het graf der St. Anna Broederschap, transporteert op 16-6-1580 als Claes Symonsz van Blanckendaell met "Elysabeth, zyn huysfrouw" en Jan Jheroumusz een huis aan de westzijde "in de Lynmerckt" aan Wouter Jacobsz Vuytewaell en Evertgen Coenraetsdr, zijn huisvrouw,[787] tr. 1o [788] Elbregje van Rossem, tr. 2o voor juni 1580[789] Elisabeth NN, wed. van NN.

    Uit zijn tweede huwelijk ("uyt het tweede bedt"):[791]
  • f. Elberta (Elbregtje) Claes van Blanckendaalsdr, geb. vóór ca. 1590, ovl. Utrecht (overluid ten Dom 9 juli) 1650, tr. Utrecht (procl. Utrecht 23/30 sept.) 1609 J(oh)an Folckerts Wttenboga(e)rt, ovl. na 1650 beyde wonende binnen Utrecht.
  • g. Cornelia Claes Symons van Blanckendaalsdr, geb. vóór ca. 1595, ovl. Utrecht (overluid ten Dom 14 maart) 1654, wonende te Utrecht (1613), tr. (proclamaties Utrecht 2/9 jan.) 1613 Jan Hendrickss van de Poort, ovl. (overluid ten Dom 11 sept.) 1636 (Jan Hendricksz van de Poort), wonende te Utrecht (1613).
    Uit een van zijn huwelijken:
  • h. Adriaengen van Blanckendael, wordt in 1651 door Geertruyt Simons van Blankendaal (zie IIa/g) "haer moeye" genoemd.


II

IIa. Symon Claess Symonss van Blanckendael, geb. 24-7-1562, ovl. (overluid ten Dom 31 aug.) 1618 "in obitu et funere Simonis Nicolai de Blanckendael", beg. Geertekerk; over hem veel meer in Ref. [792], schepen te Utrecht, ontvanger van de gebenificeerde goederen, secretaris van den Lekkerdijk Bovendams van 15-1-1591 tot sept. 1615, en rentmeester van de domproostrey & thesaurie ten Dom,[793] otr. (proclamatie Utrecht 30-12-1587 en 6-1-1588)[794] en tr. Utrecht RK 6-1-1588 Anna Gerrit Claesz van Overmeersdr, ovl. (overluid ten Dom) 7-1-1610, dr. van Gerrit Nicolaasz van Overmeer, borger, houtcoper en raad te Utrecht, en van Petertgen Wyer Gysbertsdochter.

Van dit echtpaar bestaan portretten.
Op 7-9-1613 testeert Symon Claess van Blanckendael, "outschepen der stadt Utrecht", en noemt dan zijn zonen Claes Blanckendaal en Gerrit van Blanckendaal [795]
3-11-1617: Ghysbert Gerritsz van Overmeer, Jan Gerritsz van Overmeer, Gerrit Symonsz van Blanckendael, Johan Strick, procureur 's Hooffs van Utrecht als man ende voocht van Elbrecht Symon Claes van Blanckendaalsdr, mitsgaders Symon Claes van Blanckendael als vader ende voocht van Claes ende Jan, sijne sonen, Peterken, Claesgen ende Geertruyt zijne dochteren, die hij geprocreert heeft bij Anna Gerrit Claesz van Overmeersdr, sijn overleden huysfr. za. gedachten. [796]
Op 8-4-1621 compareren Nicolaes Symonss van Blankendael voor hem zeiven, Johan Strick, procureur in den voors. Hove als man ende voocht van Elbrechgen Symonsdr van Blanckendael, Cornelis van Royen als man ende voocht van Petronella van Blanckendael, Hendrick van Mansfeit als man ende voocht van Claesgen van Blanckendael, mitsgaders Adriaen Claess van Blanckendael ende Ghysbert Gerritss van Overmeer als oomen en voochden over Jan ende Geertruydt van Blanckendael, tsamen kynderen ende erffgenaemen van den voorn. Symon Claess. van Blanckendael. [797]
    Uit dit huwelijk:[798]
  • a. Elbrechtgen Simons van Blanckendael, geb. 29-1-1589 ("woensdag voor Vrouwe Ligtmis"), ovl. (aanbreng Momboirkamer 3 maart) 1673, jongedochter van Utrecht, woonende in Kindtgenshaven (1611), wed. wonende aan de Martensdam (1629), tr. 1o Utrecht geref. Geertekerk 8-12-1611 Mr. J(oh)an Conraetss Strick, geb. 1587, ovl. (overluid ten Dom 23 juli) 1624 (Johannes Strick) (aanbreng Momboirkamer 24 juli) 1624, beg. Buurkerk, jongesel, woonende aen de Plaetse (1611), procureur voor den Ed. hove van Utregt (1612..1621), heeft op 10-10-1612 in de camere van den Raede als procureur eedt gedaen (Hof Provinciaal van Utrecht), zn. van Coenraad Strick, heere van Plettenberg, canonik en thesorier ten Dom, cameraar der stadt Utrecht en drossaart van de hoge en vrije heerlijkheyt Heedel, en van Maria van Botteycken, otr./tr. 2o Utrecht geref. Buurkerk 1-12-1628/11-1-1629[799] [800] Cornelis van Praet, ovl. (aanbreng Momboirkamer 27 dec.) 1659, wedr. van Jacomina Hendricks van Berchem, wonende in de Winsesteech (1629), pander van de Generale middelen 's lants van Utregt over de Stad en Vrijheid van dien, solliciteur van de comp. van den grave van Dhona, capitein en colonel van 't Geldersche regiment", huw. get. (1647).
    Op 28-5-1613 maken Mr. Johan Strick, wonende aan het Oudkerkhof, en zijn vrouw een mutueel testament. Hij deponeert op 22-10-1621 bij dezelfde notaris een besloten testament, dan wonende "omtrent St. Maertensdam" (dit huis gekocht — transport 13-5-1614 — van Anthonis de Bruyn, procureur van het gerecht der stad, en Catharina Velthuys, echtelieden) en testeert voor dezelfde notaris 17-7-1624 "sieckelijk te bedde leggende". [801]
      Uit haar eerste huwelijk (o.a.?):
    • 1. Mr. Johan Strick, geb. vóór 1629, ovl. 1673, ingeschreven als student aan de Universiteit van Utrecht 1643 ("Johannes Strick, Ultrajectinus."),[802] advocaet voor het Hof van Utrecht (1651).
    • 2. Maria Strick, geb. vóór 1629, ovl. Utrecht 15-9-1690 ("Juffr. Maria Strick wede. van Cornelis van Velthuysen, laet nae mondige kinderen en onmondige kindskinderen, op de Mariaplaets, gesoncken ƒ 37-16-", beg. Buurkerk, jonge dochter van Utrecht (1638), tr. Utrecht geref. Catharinekerk 18-12-1638[803] Cornelis van Velthuysen, ovl. (register van overledenen, aangebracht bij de Momboirkamer 16 okt.) 1676, "de hr. Cornelis van Velthuyse aen de Besembrug, laedt nae zijn vrouw met mondige en onmondige kinderen, begraven 16 dragers, een knecht, een uyr beluyt met het twede geluy, te laet", beg Utrecht Buurkerk, jongesel van Utrecht (1638), koopt (transport 18-2-1641, dan "wijncoper" genoemd) een huis aan de Oudegracht "tusschen St. Jans ende Backersbruggen", wordt in 1649 aangesteld tot "pander van den Quartiere van Eemland", in okt. 1657 tot "ontfanger van 't huysgelt", eigenaar van een huis en hof genaemt Cleyn Groenewoude aen de Oudegrafte ontrent de Besembrugge" zn. van Huybert Wernartsz van Velthuysen, exploicteur der Heeren Staten en van Gerarda Dircksdr van Rynevelt. Hieruit verder nageslacht bekend.
    • 3. Coenraad Strick, ovl. 1635 ("jonggestorven"), aanbreng op 21-9-1635 van het overlijden van Coenraed Strick, jongman, arme buyten Catarinen, zoon van za. Johan Strick, in zijn leven procur. voor de Hove Provinciaal van Utrecht, nalatende de egte moeder met derselve mundige en onm. kinderen, Buurkerk, 8 gld. luiden Dom en Buurkerk,[804] (overluid ten Dom 24-9-1635 Coenraet Strick, zoon van wylen Johannes Strick, procureur aan de Hove van Utrecht).
      Uit haar tweede huwelijk (o.a.?):
    • 1. Jacomyntje van Praet, geb. na 1629, ovl. na 1651.
  • b. Gerrit (Gerard) Sijmonsen van Blanckendael, geb. vóór ca. 1590, ovl. Harmelen 1643, (overluid ten Dom 21-4-1643 Gerard Blankendael, dykgraaf en heemraad van Leckendivk Bovendams), beg. Utrecht Geertekerk, j.m. van Utrecht (1614), secretaris van de dykgraaf en heemraden van de Lekdijk Bovendams van sept. 1615 tot 3-2-1643,[805] betaalt in 1617 aan de Staten van Utrecht een jaarlijkse bijdrage van 11 £ als schout tot Honswijck, en 1 £ als secretaris tot Honswijck,[806] otr./tr. Utrecht geref. Geertekerk 10/19-7-1614[807] Anna (Annetgen) Gerrits van Stooflandt (Stovelandt), ovl. Utrecht 14-11-1671, beg. Utrecht Geertekerk, j.d. van Schoonhoven (1614), dr. van Gerrit van Stooflant en NN Montfoort. Zij wonen bij de Staten Camer (1629) Zij hertr. Utrecht geref. 9/25-4-1648 Johan van Hogenhoeck, wedr. van Debora Snyckersdr van Mostart.
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Adriaentgen van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 26-5-1625 (hier heet de moeder Annigen van Blanckendael).
    • 2. Petronella van Blanckendael, ged. geref. Utrecht Jacobikerk 11-3-1629 (get. de vader en Elbert (=Elbrecht?) van Blanckendael).
    • 3. Gerard van Blanckendael, ovl. (overluid ten Dom 22 december) 1627 (Gerard van Blanckendael, zoon van Gerard Simons van Blanckendael).
    • 4. Anna van Blanckendael, ovl. (overluid ten Dom 23 september) 1636 (Anna van Blanckendael, dochter van Gerrit van Blanckendael, secretaris van de dykgraaf en heemraden van den Leckendyck).
  • c. Petronella (Petertgen) Sijmons van Blankendaal, geb. 16 of 17-11-1593, ovl. 26-10-1626 [808], overluid ten Dom 17-10-1626 Petronella van Blanckendael, huisvrouw van Cornelis Nicolaes van Royen), j.d. van Utrecht, wonende aan de Backerbrugh (1621), otr./tr. Utrecht geref. St. Geertekerk 7/14-1-1621[809] [810] Cornelis Claessoon van Roy(en), geb. 1598, ovl. 10 -9-1670, j.g. van Utrecht wonende aan de Backerbrugh (1621), wednr. wonend in de Saelstraat? (1627), diaken (1628-1630) van de geref. gemeente te Utrecht, lakenkoper op de Oude Gragt in de Vlesch, is in 1675 raad in de vroedschap te Utrecht, huw. get. (1647), zn. van Nicolaas Corneliszn en Metje van Werkhoven (zij tr 2) Jelis Joostens van Roeyen van Cornelis dus de achternaam heeft aangenomen).[811] Hij hertr. (otr.) 1) Utrecht 20-5-1627 [812] Aletta van Rijneveld, geb. 1605, j.d. van Utrecht, won. aen de Gaertbrugge (1627), dr. van Jan van Rijneveld en Aaltje van Schendel, bij wie acht kinderen,[813] [814] CHECK! hertr. 2o 1631[815] Emerentiana van der Poort.
    Van dit echtpaar bestaan portretten.
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Anna (Annetta) van Royen, geb. 9-10-1625, ovl. 25-10-1669, tr. 4-11-1664[816] Petrus Witte, ovl. Leiden 22-8-1669.
    • 2. Nicolaas (Claes) van Royen, geb. Utrecht 12-3-1626, ovl. 1-3-1l675, raad van Utrecht, tr. 1o 28-11-1643[817] Anna van Nieuwstad, ovl. 18-11-1644, dr. van David van Nieuwstad en van Catharina van Sonderen, tr. 2o 26-10-1645[818] Anna van Solingen, ovl. 29-5-1696, dr. van Caspar van Solingen en van Josina van Duijven. Hieruit verder nageslacht bekend.
  • d. Claasjen van Blankendaal, "jonggestorven".
  • e. Nicolaas (Claas) Symonsz van Blankendaal, geb. 1598, ovl. (overluid ten Dom 28 feb.) 1651 (Nicolaes van Blanckendael, bejaarde jongman) "sonder nasaat", huw. get. (1647). Blanckendael, van 28-2-1651 Nicolaes van Blanckendael, bejaarde jongman. 51p94
  • f. Claasjen (Nicolaa) Simonsdr van Blankendaal, geb. (onmondig 1617), ovl. (overluid ten Dom 2 dec.) 1638 (Nicola Simon Claesz van Blanckendael, huisvrouw van Henrick van Mansvelt, raad in de vroedschap van Utrecht, drost op de Vaert),[819] j.d. van Utrecht wonende op de Summewal? (1619), otr./tr. Utrecht geref. Buurkerk 20/27-6-1619 Hendri(c)k van Mansvelt, geb. 27-1-1597, ovl. 21-9-1652[820], j.g. van Utrecht wonende omtrent het Statshuijs (1619), diaken (1624-1626) van de geref. gemeente te Utrecht, vroedschap (1631-1652) en schepen (1634-1636) van Utrecht,[821] wednr. te Utrecht (1640), drossaart van de vaart (1640), doopget. te Delft (1643), Drossaart van Vreeswijk (1651), zijdelakenkoper, burgerkoopman te Utrecht,[822] zn. van Jan Hansz van Mansvelt en van Margaretha van Dompselaer.[823] Hij hertr. (otr.) Utrecht geref. 5-1-1640 (met attestatie tot Leerdam) / Vreeswijk geref. 4/28-1-1640 Martina van Werkhoven, wed. van Adriaen Roelants, burgemeester van Leerdam.
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Johan Hendrickszn van Mansvelt, geb. 17-8-1621, ovl. 2-4-1673, raad in de vroedschap en burgemr van Utrecht,[824] tr. (huw. voorw. 14-12-) 1647 Anna van Oort (van Waveren), ovl. 1714[825] dr. van Hendrick van Oort en van Alidt van Bronckhorst.
      Op 14-12-1647 worden de huwelijksvoorwaarden opgemaakt tussen Johan van Mansvelt en Anna van Oort. Getuigen voor hem zijn: Hendrick van Mansvelt, raad in de Vroedschap van Utrecht, Drossaart van Vreeswijk, en Martina van Werkhoven, echtelieden, vader en behoudtmoeder, Anthonis van Mansvelt Nicolaas van Blanckendael, Dr. Johan van Blanckendael, Cornelis van Praet en Cornelis van Royen, oomen van Johan van Mansvelt. Getuigen voor de bruid zijn: Alidt van Bronckhorst, wed. van Hendrick van Oort, moeder, Christina van Nellesteyn, wed. van Marcelis van Oort, grootmoeder, Marcelis Uittenwaell, ontvanger van de convoyen en licenten op de Vaart, grootvader, Cornelis Booth, Raad in het Provinciaal Hof van Utrecht, Johan van Doorn te Utrecht, Adriaen Hessel, Gijsbert Uittenwaell Frederick Uittenwaell, canunnik van St. Pieter, oomen, Johan van Nellesteyn, raad in de Vroedschap van Utrecht, en Henrick van Nellesteyn, canunnik ten Dom, neven van de bruis. [826]
        Uit dit huwelijk nageslacht onder wie :[827]
      • aa. Clasina van Mansvelt, ged. geref Utrecht Domkerk 26-10-1648, ovl. 's- Gravenhage 28-8-1715, tr. 's- Gravenhage 22-10-1684 (haar achterneef) [828] Cornelis Bor, ged. geref. Utrecht Domkerk 25-2-1663, ovl. 's-Gravenhage 5-1-1739, commies ter griffie van de Koning-Stadhouder Willem III, commissaris ter Domaine-kamer te 's Gravenhage,[829] zn. van Johan Bor, pander of exploicteur van de Staten van Utrecht, en diens tweede vrouw Willemina Verwey. Hieruit verder nageslacht bekend.
      • bb. NN van Mansvelt, ovl. (overluid ten Dom 6 sept.) 1651 (zoontje van Johan van Mansvelt).
  • g. Geertruyt Simons van Blankendaal, geb. (onmondig 1617 en 1621), ovl. na 1651 ("ongetr. gestorven").
    Op 24-4-1651 testeert Geertruydt Symon van Blanckendaelsdr. Zij legateert aan Mr. Johan van Blanckendael, doctor medicine, haren broeder, of aan zijn zoon Symon van Blanckendael 500 gld. "die zij spreeckende heeft tot laste van Adriaengen van Blanckendael, haer moeye", alsmede "aen Mr. Johan Strick, advocaet in de voors. Hove, Maria Strick en Jacomyntje van Praet, alle drie kinderen van haer comparantes zuster Elbrechtje van Blanckendael, "Noch an Claes ende Annetta van Royen, nagelaten kinderen van haar zuster Petronella van Blanckendael . . . mitsgaders aen Johan van Mansfelt, nagelaten zoon van haer zuster Claesge van Blanckendael, mede 50 gulden", en stelt tot erfgenaam "haere zuster Elbrechtje van Blanckendael, huysvrou van Cornelis van Praet". [830]
  • h. Dr. J(oh)an van Blankendaal, geb. 1608/09, ovl. 1668-1691, ingeschreven als student geneeskunde aan de Universiteit van Leiden 9-12-1629 ("Johannes Blanckendael", Ultrajectensis, 20 (jaar)"),[831] ingeschreven als student aan Universiteit van Padua (I) 5-10-1633 en promoveert aldaar 1-7-1634 ("Joan. de Blanckendael, Ultrajectinus") ,[832] j.m., doctor in de medecijnen tot Utrecht (1641), huw. get. (1647), doctor medicine, (1651), doopget. te Delft (1642, 1659), "medicus dcotor in 's-Gravenhage" (1668), otr. Utrecht geref. 7-11-1641 (attestatie gegeven naar Delft 21-11-1641), otr./tr. Delft 16-11/3-12-1641 Em(m)erentia Heijndricx van der Linde(n), geb. vóór ca. 1610, beg. Delft Oude Kerk 13-4-1687 ("Emmerentia van der Linden weduwe van Joris d' Aquet (sic!), wonend op de Oude Delft"), j.d. wonend op de Oude Delft (1627), wed. van Joris Dacquet (Dacket) (huw. 1627) wonend op de Oude Delft (1641), doopget. te Delft (1659), verm. dr. van Ds. Henricus Arnoldij van der Linde, predikant te Delft (1605-1637), en van Jannitge Reijers.
    Op 9-2-1691 wordt een akkoord gesloten over de aflossing van een schuldbekentenis aan de erven van Johan van Blanckendael. Deze erven van Johan van Blanckendael zijn Wilhem Huytinck x Petronella van Blankendael, Anna van Blankendael, Hubert van Velthuysen Johan van Velthuysen, Nicolaes Boudi x Gerarda van Velthuysen, Gerard van Thiel x Anna van Velthuysen, Willem van Vloten x Jacomina van Velthuysen Cornelis van Royen raad ordinaris in den hove van Utrecht, Caspar van Royen raad in de vroedschap ende schepen van Utrecht, Henrick van Mansveld, Willem van Mansveld, raed in de vroedschap ende ontfanger van 't eene deel der generale middelen 's lands van Utrecht, Cornelis Bor x Clasina van Mansveld Johan van Mansveld, Aletta van Mansveld, Anna van Mansveld, Margareta van Mansveld, Christina van Mansveld, Maria van Mansveld, de erven van Emmerentia van der Linden, in leven wed. van Johan van Blanckendael, Hendrick d' Acquet, borgermeester van Delft. De andere partij: bestaat uit Johan Pabst, borgermeester ende dyckwalter van Sevenaer, wedr. van Elisabeth Geertruyd de Bye, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, zijn zoon Hermanus Paabst, en de erven van Elisabeth Geertruyd de Bye, met name: Mechtelina Elisabeth de Bye, Marcus de Bye, Everhard de Bye, Mechtelina de Bye, Adriana Philippina de Bye, vertegenwoordigd door hun gemachtigde Henrick Becher dykheimraed wonende te Sevenaer. Er wordt verwezen naar procuraties d.d. 15-12-1690 voor het gerecht van Zevenaar. [833]
      Uit dit huwelijk (o.a.?):
    • 1. Symon Jansz van Blanckendael, ged. Delft 26-4-1643 (get. Heijndrick van Mansvelt en Maritgen van der Linde).

IIb. Adriaan Claasz van Blanckendaal, geb. vóór ca. 1570, ovl. 1640-1654, doopget. (1627..1631), tr. vóór ca. 1595[834] Adriana Adriaansdr Hermans, ovl. 1640-1654.

Op 1-2-1640 testeert Adriaan Claasz van Blanckendaal met zijn vrouw Adriana Adriaans. Als hun kinderen worden dan genoemd: Claas van Blanckendaal, bakker te Utrecht. Adriaan van Blanckendael, schoenmaker aldaar, tr. in 1642 Metgen van Houten, wed. van Jacob Daems Bor;, Gijsbert van Blanckendael, ondertr. 30-6-1634 met Aaltgen Jans Berreyen, "woonende tot Alckmaer", Cornelis van Blanckendaal, Johan van Blanckendael (de jongste zoon, geb. 2-11-1615), Elbrecht van Blanckendael, weduwe van de korenkoper Peter Cornelisz Bor. Gijsbertgen van Blanckendael, huisvrouw van Bartholomeus van der Cley (haar tweede man, zij testeerde 5-12-1629 voor nots. Van Schadebroeck als weduwe van Gerrit Hendricksz van Baren). [835]
Niet gepasseerde akte luidende: Op (niet genoemde datum, verm. ca. 12-9-1654) compareren de erven van Adriaen Claess van Blanckendaell en Adriana Adriaensdr, in leven echtelieden, met name Niclaes van Blanckendael, zoon wonende te Utrecht in de Voorstrate, Cornelis van Blanckendael, zoon, Bartholomeus van de Cley gehuwd met Gysbertgen van Blanckendaell, dochter, de onmondige kinderen van wijlen Adriaen van Blanckendaell, zoon, vertegenwoordigd door hun moeder Metgen van Houten, de 2 onmondige kinderen van Peter Corneliss Bor en wijlen Elbrecht van Blanckendaell, dochter, de onmondige kinderen van wijlen Gysbert van Blanckendaell, zoon en Aeltgen Jans, en de verdere kinderen en mede-erfgenamen. Zij machtigen Barent van Cuylemburch advocaet voor den Hove van Utrecht, om een van de vier huizen aan de zuidzyde van de Neude in Utrecht te verkopen en transporteren en uit de opbrengst lasten van de boedel te voldoen. [836]
    Uit dit huwelijk:[837]
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Adriaentgen van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 23-4-1637.
  • e. J(oh)an Adriaan Claaeszn van Blanckendael, geb./ged. Utrecht geref. 2/12-11-1615 (de jongste zoon)(datum wordt betwijfeld zie Ref. [839]), tr.[840] Petertgen Aartsdr Hoedt, wed. van Cornelis Gerrits Sloth, procedeert vanaf 6-2-1629 tegen Gerrit Cornelis Sloth te Vreeland.
  • f. Elbrechien (Elbrecht) Aryens van Blanckendael(¥), geb. Utrecht vóór ca. 1600, ovl. 1640-1654, j.d. van Utrecht wonende op de Neun (1622), wordt als huisvr. van Pieter Cornelisz Bor op de Neu geref. lidmaat te Utrecht 27-6-1627, waarbij haar man getuige is,[841] doopget. (1629), otr./tr. Utrecht geref. Geertekerk 11/20-8-1622[842] Pieter (Pe(eter) Cornelisz Bor, geb. Utrecht vóór ca. 1600, ovl. 1634-1640 (HOEZO?) genoemd in akte van 1654 of dan al dood?) j.g. van Utrecht wonende achter de Wijstraet (1622), korenkoper en brouwer in de Eenhoorn. [843]22 (zie kw. nr. 15644 sub a/1). Zij wonen voor 1640 nog te Buren.

    COMMENTAAR(¥) Zij is blijkbaar niet identiek met:
    Elburgh (Elbrecht) van Blanckendael, j.d. van Utrecht wonend op de Neu (1626), otr./tr. Utrecht geref. St. Jacobskerk 22/29-10-1626 (in margine: proclamatie tot Rijswijc en Amsterdam) Adriaen van Suirmondt (Zuermont), j.g. van Rijswijck in de Betuwe en aldaar wonend (1626).
    Op 3-9-1634 bekent Peter Cornelisz brauwer in de De Eenhoorn wonende te Utrecht, schuldig te zijn aan Cornelis van Blanckendael, zijn zwager wonende te Utrecht, ƒ 565,-- wegens een lening. Tevens vindt overdracht plaats van alle goederen, die Peter Cornelis Bor en zyn vrouw zijn aangekomen door overlyden van Claes van Blanckendaell, neef van van zyn vrouw, van wie hy en zyn vrouw universele erfgenamen zyn, indien by scheiding van de boedel met de broers en zusters van Claes van Blanckendaell het aan Cornelis toevallende deel meer bedraagt dan ƒ 565,--, dan zal het overschot gerestitueerd worden aan comparant, in het tegenovergestelde geval zal comparant moeten bybetalen. [844]
    Op 5-6-1640 verleent Harman Stevenss van Heymenberch, vleyshouder, gehuwd met Annichgen Jans, wonende te Utrecht in de St. Jansstraet, machtiging aan zyn vrouw en aan Dirck Vogelsangh procureur tot Buyren om van de erfgenamen van Peeter Bor en Elbrecht van Blanckendaell, in leven echtelieden en woonachtig geweest te Buren, ontlasting te eisen van de borgtochten van twee maal ƒ 600,-- ten behoeve van Willem Janss van Gennep gepresteerd en daartoe alle rechtsmiddelen aan te wenden en de in onderpand gegeven goederen te gelde te maken. [845]
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Adriaen Borr, ged. geref. Utrecht Buurkerk 4-11-1627 (get. Adriaen Claessen van Blanckendael en Adriaen Adriaenssen van Blanckendael).
    • 2. Cornelis Pieters Bor, ged. Utrecht Jacobikerk 21-3-1632 (get. de vader).
  • g. Gijsbertgen Adriaens van Blanckendael, ovl. na 1654, doopget. (1628), j.d. van Utrecht wonend op de Neug (1628), wed. wonend op de Neude (1630), otr./tr. 1o Utrecht geref. Buurkerk 7/21-9-1628 Gerrit Heijndrickxen van Baren (Baern), ovl. 1628-1630, j.g. van Utrecht wonend in de St. Jansstraet (1628), otr./tr. 2o Utrecht geref. 14/31-3-1630 Bartholomeus Janszn van de Kley, ovl. na 1654, j.g. van Utrecht wonende op de Neude (1630), verm. zn. van Johannes Bartholomeus van Cley en van Jodoca Paulus. Hieruit verder nageslacht bekend.

IIc. Aart (Art, Arnoldus) Claasz van Blanckendaal, geb. vóór ca. 1580, ovl. Utrecht (overluid ten Dom 19 sept.) 1630 (Arnout Nicolaes van Blanckendael, schout van Houten, Goy en Wulven), (register van overledenen, aangebracht bij de Momberkamer 27-9-1630), beg. Utrecht Buurkerk, wednr. wonende aen de Neu (1622), schout van Houten, 't Goy en Wulven, tr. 1o Margaretha Schoormans (Schoormondt!), ovl. Utrecht (overluiding Dom 13 dec.) 1619 (Margaretha Schoormans, huisvrouw van Aernout Nicolaes van Blanckendael), otr./tr. 2o Utrecht geref. St Jacobskerk 3/10-2-1622[846] Gerrichje (Gerriken) Jansdr (later Van Hattem), j.d. van Hattum wonend bij de St. Janskerk achter 't Kintgenshaven (1622), Zij hertr. 23-10-1631 Gerrit Mattheuszn van Oostrum, wedr. van Fennetje Dircks van den Elburch.

      Uit dit huwelijk:
    • 1. Aert van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 16-10-1632, ovl. jong?
    • 2. Aert van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 21-4-1635, ovl. jong?
    • 3. Aert van Blanckendael, ged. geref. Utrecht Catharijnekerk 4-8-1640.
  • c. Adriaan Aartsz van Blanckendaal, geb. vóór ca. 1605, huw. get. (1631).
  • d. Simon Aartsz van Blanckendaal, geb. vóór ca. 1610, j.m. van Utrecht (1631), huw. get. (1631), raad in de vroedschap van Utrecht, wordt als Simon van Blanckendael, camelaar van Hermelen, geref. lidmaat Utrecht Pasen 1651, wonende op de Nieuwegracht bij de Magdalenbrug, woont met zijn eerste vrouw in de Marienstraat (1635..1651), otr. 1o Utrecht 4-9-1631 (attestatie afgegeven om te Amersfoort te trouwen), otr./tr. 2o Amersfoort geref. 17-8/11-9-1631 Elsken Teunis (Anthonis), j.d. van Amersfoort (1631), otr./tr. Utrecht geref. Catharijnekerk 15/31-1-1654 (bij beiden staat !) j.d./j.m. van Utrecht[852] Maria Bor, geb. 4-2-1627, ovl. (overluid Utrecht ten Dom 14-9-) 1657. verm. identiek met Maria Bor, ged. geref. Utrecht Domkerk 19-4-1627, dr. van Cornelis Bor, cruydenier te Utrecht, drost tot Vreeswijk, raad in de vroedschap van Utrecht, en van diens tweede vrouw Alidt alias Aeltien van Mansfelt.
      Uit zijn eerste huwelijk:
    • 1. Aert van Blanckendael, ged. geref. Utrecht Domkerk 16-7-1635, ovl. jong?.
    • 2. Aert van Blanckendael, ged. geref. Utrecht Jacobikerk 23-10-1636 (get. de vader).
    • 3. Aertgen van Blanckendael, ged. geref. Utrecht Jacobikerk 29-5-1642 (get. de vader).
    • 4. Eva van Blankendaal, ged. geref. Utrecht Buurkerk 26-12-1651.
  • e. Jannetgen Aerts van Blanckendael, geb. vóór ca. 1610, filiatie niet bewezen, j.d. van Utrecht wonende in de Marijenstraet (1631), otr. Amersfoort geref. 10-12-1631 (betoogh gegeven om te Utrecht te trouwen 26-12-1631), otr./tr. Utrecht geref. Geertekerk 11/27-12-1631 (in margine: proclamaties tot Amersfoort) Hendrick Teunissen, j.g. van en wonende te Amersfoort (1631).
  • f. Aefken Aerts van Blanckendael, geb. vóór ca. 1620, filiatie niet bewezen, j.d. van Utrecht (1642), otr. Amersfoort geref. 29-1-1642 attestatie om in Wijck te trouwen 17-2-1642 Cornelis Gerritsz, wednr. van Anneken Jansz afkomstig van Amersfoort (1642).
  • g. Catharina van Blanckendaell, ged. geref. Utrecht 8-12-1616


III

IIIa. Claes Adriaense van Blanckendael, geb. vóór ca. 1605, ovl. na 1654, wonend in de Voorstraat (1624, 1659), geref. lidmaat te Utrecht 5-7-1621 op belijdenis, bakker te Utrecht (1640),[853] doopget. (1644), tr. 1o voor 1623 Sietjen Wouters de Hont, otr./tr. 2o Utrecht geref. St. Jacobskerk 11/18-1-1624 Neeltgen Damen Bor(r(en)), geb. vóór ca. 1605, geref. lidmaat te Utrecht 21-12-1620, als j.d. wonend op de Homburgerbrugge, naast de rode ..., (get. Aeltge Dirckx en J... van Doorn), j.d. van Utrecht wonend in de Schoutensteeg (1624). Zij wonen achter het Weeshuijs (1626), bij het Weeshuijs (1636). Dit echtpaar vraagt 23-11-1624 octrooi aan om te testeren (Nots. Willem Hendriksz Nijpoort).[854]

    Uit zijn tweede huwelijk:
  • a. Belighen van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 8-12-1624.
  • b. Josijntgen van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 29-5-1626 (get. de vader en Grietgen Damen), ovl. jong?
  • c. Adriaen van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 16-7-1628 (hier heet de moeder Neeltjen Claes !, get. Arijen Claessen, Cornelis Gerritsen en Ghijsbertjen van Blanckendael).
  • d. Maijgen van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 12-8-1630, ovl. jong?
  • e. Joostien van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 9-10-1631 (hier heet de moeder Neeltien van Blanckendael!).
  • f. Maijgen van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 8-1-1634.
  • g. Daem van Blanckendael, ged. geref. Utrecht Jacobikerk 28-12-1636 (get. de vader).

IIIb. Adriaan Adriaans van Blanckendael, geb. vóór 1595, ovl. 1652-1654, j.g. van Utrecht wonend aan de Neu(de) (1620), doopget. (1627), schoenmaker te Utrecht (1640),[855] wednr. van Jacobie van Doorn (1642), otr./tr. 1o Utrecht geref. St. Jacobskerk 9/30-1-1620 Jacobken Stevens van Doorn, ovl. vóór 1642, wed. van Daam Jacobsz Bor wonend in de Schoutensteegh (1620), otr./tr. 2o Utrecht geref. St. Jacobskerk 24-7/7-8-1642 Metgen (Mechtelt) van Houten, ovl. na 1654, wed. van Jacop Daems Bor, dr. van Dirck Janssen van Houten, bakker te Utrecht, en Maria Ottendr van Asperen. Zij hertr. voor 1655 J(oh)an Joosten de Grauw.

Op 19-6-1655 machtigen Maria Otten van Asperen wed. van Dirck Janss van Houten, in leven backer wonende te Utrecht, op de Oudegrafte tusschen Viebrugge ende St. Jacobsbrugge, Jan Joosten de Grauw, gehuwd met Metgen van Houten, wonende te Utrecht, Oudegrafte tusschen Viebrugge ende St. Jacobsbrugge, en Daem van Meerveldt gehuwd met Anna van Houten wonende te Utrecht. Cornelis van Weesch wonende te Utrecht, om voor het gerecht van Utrecht ten behoeve van Peter Bullaert gehuwd met Clara Willemsdr van Rhyn, woonachtig te Utrecht, een plecht van ƒ 1200,-- te vestigen op huis en hofstede c.a. genaamd de Bybel op de oostzyde van de Lynmarkt. [856]
Op 29-8-1655 cedeert Johan Joosten de Grauw gehuwd met Metgen van Houten, eerder wed. van Jacob Borren wonende te Utrecht, tusschen de Viebrugge ende Jacobibrugge, aan Hillichgen Borren, haar voordochter, en Maria Ottendr van Asperen, de grootmoeder, wed. van Dirck Janss van Houten, een huysinge c.a. ende hoffstede met hoff, kelder en cluyse, in twee woningen gesepareert, op de ooszijde van de Oudegrafte tusschen de Viebrugge ende Jacobibrugge, gelegen in het gerecht Utrecht. Deze overdracht komt in mindering op haar vaderlyk erfdeel en van hetgeen haar overleden zuster Jannichgen Borren van haar vader te goed had. Metgen van Houten was na Jacob Borren gehuwd geweest met wijlen Adriaen van Blanckendaell. [857]
Op 6-3-1664 testeert te Utrecht Hillegunda Borren, dochter van Metgen van Houten wonende te Amstelredamme. Zij benoemt tot erfgenamen de dochters van Adriaen van Blanckendaell en wijlen Metgen van Houten, met name: Jacomina van Blanckendaell en Dirckgen van Blanckendaell, en legateert ƒ 500,-- aan Anna van Houten en haar man Daem van Meerwyck, haar tante en oom, die by kinderloos overlyden van de erder genoemde erfgenamen tot erfgenamen worden gesubstitueerd. [858]
    Uit zijn tweede huwelijk:
  • a. Jacomijna van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 17-10-1641, ovl. jong?
  • b. Adriaen Blanckendael, ged. geref. Utrecht 24-9-1643.
  • c. Adriaen van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 1-10-1644 (get. Dirck Janssen van Houten en Claes van Blanckendael), tweeling met
  • d. Jacomina van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 1-10-1644 (get. Dirck Janssen van Houten en Claes van Blanckendael), ovl. na 1664.
  • e. Dircgen van Blanckendael, ged. geref. Utrecht 20-8-1648, ovl. na 1664.
  • f. Adriaantjen van Blanckendaal, ged. geref. Utrecht 12-12-1652.

IIIc. Gijsbert Adriaans van Blanckendael, ovl. vóór 1654, otr. 30-6-1634 Aaltgen Jans Berreyen, woonende tot Alckmaer (1634).

7826. ARIS WILLEMSEN VAN SCHA(D)IJCK (SCHAECK)(¥), afkomstig van Amersfoort (1595), belender in O.L. Vrouwestraat te Amersfoort (1614), vermeld als Aris van Schaeck, wonende in de wijk Bloemendal, vermeld in het overzicht van geref. lidmaten te Amersfoort van 1621 (in margine "doot"), otr. Amersfoort geref. 26-1-1595

7827. GOERTGEN (GUERTGEN) ANDRIJJSENDR (ARIS), geb. vóór ca. 1575, afkomstig van Amersfoort (1595), wordt als Guertjen Aris, huisvrouw van Aris van Schaick geref. lidmaat te Amersfoort 2-4-1622 (in margine "doot").

COMMENTAAR(¥) (NB als Aris=Aert dan zijn er wel wat akten te vinden, bijv. Aert Willemsz.. van Schaijck en Anna zijn vrouw 1588)
Een mogelijk eerder huwelijk zou zijn: Aris Willemsz van Schayck, otr. Amersfoort schepenen 21-5-1586 (get voor hem Mr. Gerrit van Schayck, voor haar Luman ter Lindt) Sophia Gijsbertsdr.

7828. MATHEUS (THEEUWES) P(I)ETERSZ, geb. Pruisen vóór ca. 1590, ovl. na 1656, jongeman, woont tot Naerden, komt uijt 't lant van Pruisen (1612), als Mathijs Petersz, afkomstig van Naarden, burger van Amersfoort op 28-4-1623, bakker (1624..1656), is als Matheus Peters, backer, get. bij een notariele akte (1624),[915] als bakker belender op het Spui bij de Koppelpoort (1642..1656),[916] tr. Naarden geref. 16-12-1612

7829. MARRIJTGEN JANS, geb. vóór ca. 1595, jongedochter, woont tot Naerden (1612).

Op 6-9-1641 verkoopt Dirck Matheuws, notaris, gemachtigde van Maes Elertsz en Aeltgen Elerts zijn zuster, als mede-erfgenamen van zaliger Maritgen Gerardts (procuratie burgemeesters en schepenen van Harderwijk) aan Mattheuwes Petersz, bakker, zijn vrouw en hun erven, een huis, hof en hofstede op het Spui, belend door Gabriel Cornelissen, pottenbakker, en Geerbrant Paulssen. Opmerkingen: 100 gulden aan Jacob van Cleeff te Utrecht, 100 gulden aan Maria Dirck Creylisdochter, vrouw van Johan Bleijlant. Voldaan. [917]

7838. HUIBERT JANSEN, geb. ca. 1575, ovl. na 1634, tr. Amersfoort 20-1-1600[920]

7839. EVERTGEN EVERTSDR, geb. ca. 1570.

8064. JACOB HENRIX NOEST, geb. vóór ca. 1590, ovl. 1643-1646, vermeld als getuige te Utrecht (1628), wordt op 18-3-1629 door Jan Gerritss Clincket tot voogd benoemd , hetgeen drie dagen later wordt herroepen, wtmaender van 't huysgelt binnen Utrecht (1632), borger te Utrecht (1635, 1643), tr. vóór ca. 1615(huwelijk geref. te Utrecht niet gevonden)

8065. HUBERTGEN WILLEMS (SCHADE), ovl. 1643-1646. Jacob Henricxz Noest, burger van Utrecht, en echtgenote Huijbertgen Willems van Schade, vragen octrooi aan om te testeren, 28-10-1643, (Nots. Niclaes van Lostadt)?[924]

In het archief van het RK Kartuizerklooster Nieuwlicht bij Utrecht bevindt zich een verzoekschrift door Jacob Noest Henrickssoon te Utrecht aan de Staten van Utrecht om een ambt of een uitkering. Het verzoek is ingewilligd, met betalingsopdracht door Gedeputeerde Staten aan Johan van Beeck, rentmeester van de Kartuizer goederen, en kwitantie (1626). [925]
Op 18-5-1632 bekent Geurt van Piesa, orguelmaecker wonende te Utrecht, schuldig te zijn aan Jacob Henrixsz Noest, wtmaender van 't huysgelt binnen Utrecht, ƒ 27,-- inzake anderhalf jaar huisgeld van het huis aan de Plompetorengracht, tot nu toe bewoond door zyn moeder. [926]
Op 30-1-1643 komen voor in een akte in Not. Archief Woerden : 1) Heijndrickge Jacobsdr Noest, wonend te Woerden, in de hoedanigheid van huwelijkspartner machtiger verkoper bloedverwant 3. 2) Jacob Heijndricksz Noest wonend te Utrecht, in de hoedanigheid van gemachtigde bloedverwant 3. 3) Floris de Ruijter, wonend te Woerden, in de hoedanigheid van huwelijkspartner machtiger voogd. ZOEK UIT. [927]
Op 27-10-1646 machtigen Floris de Ruiter, borger tot Woerden, gehuwd met Hendrickgen Jacobsdr Noest, Christiaen Martens, borger tot Leijde, gehuwd met Willemtgen Jacobs Noest, Anthoni van Hemert, borger te Utrecht, gehuwd met Willemijntgen Jacobsdr. Noest, erfgenamen van zaliger Jacob Hendrix Noest en Hubertgen Schade, hun ouders, Cornelis Jacobsz Noest en Aelbert van Hattum, gehuwd met Geertgen Jacobs Noest, haren swaegers en medeerfgenamen. [928]
Op 27-10-1648 machtigen de mede-erfgenamen van Jacob Hendrixss Noest en Huybertgen Willems Schade, in leven echtelieden, Cornelis Jacobss Noest, broer en mede-erfgenaam, en Aelbert van Hattem gehuwd met Geerten Jacobs Noest, zuster en mede-erfgename, om voor het gerecht van Utrecht ten behoeve van Johan van Hemert x Geertgen Jacobs Noest afstand te doen van huis, erf en hofstede aan de zuidzyde Steenweg tegen de Buurkerk, hun by scheiding toebedeeld. De mede-erfgenamen zijn Floris de Ruyter x Hendrickgen Jacobs Noest, dochter, wonend te Woerden, Christiaen Martens x Willemtgen Jacobs Noest, dochter wonende te Leyden, Anthoni van Hemert x Willemyntgen Jacobs van Noest, dochter, wonende te Utrecht. [929]
Op 6-11-1648 transporteren Cornelis Jacobsen Noest, voor hemzelf en als lasthebber van Maijcken Jacobs zijn zuster, Aelbert van Hattem, als man en voogd van Geertruijd Jacobs Noest, in die kwaliteit mede voor hemzelf en beiden als gemachtigden van Floris de Ruijter, burger te Woerden, als man en voogd van Hendrickgen Jacobs Noest, en Christoffel Martens, burger te Leiden, als man en voogd van Willemtgen Jacobs Noest, mitsgaders Anthonij van Hemert, burger te Utrecht, als man en voogd van Willemtgen Jacobs Noest zijn vrouw volgens procuratie van 27-10-1648 voor notaris Gerrit Houtman, met Johan van Hemert en Geertruijd Jacob Noestdr zijn vrouw, kinderen erfgenamen van Jacob Hendricks Noest, burger te Utrecht, en Huijbertje Willems Schade, in leven echtelieden, hun zal. vader en moeder, schoonvader en schoonmoeder, etc. (ZOEK OP) [930]

8066. PIJNEAS EDEWAERTSZ (VAN STEENWIJCK), geb. Santwits (in Engeland) vóór ca. 1580, ovl. Leiden (Cecilia Gasthuis) 31-8-1643, j.m. van Leiden (1602), kousenmaker (1602..1624), poorter van Leiden 2-10-1607 op vertoning van de poortersacte van zijn vader Eduwaert Willemsz van Steenwijck van dato .. juli 1577, woont op de Beestenmarkt (1626), otr. Leiden geref. 9-4-1602 (get. zijn vader Eduwaert Willemsz, coussemaker) (zij zijn niet gecompareerd, attestatie overgeleverd)

8067. WILLEMTGEN ADRIAENS (ARENTS) VAN DER MEER, geb. vóór ca. 1585, ovl. na 1648, j.d. van Utrecht (1602), wonend in de Jan Vossensteech (1626), op de Achtergraft (1636) te Leiden , doopget. (1635..1648), huw. get. (1626).

Op 26-3-1603 koopt Pynias Eduwaertsz, kousenmaker, een huis te Leiden, in de Vrouwensteeg bon Overmare-Rijnzijde, en op 6-4-1604 verkoopt hij het weer. [1077]

Op 4-8-1610 koopt Pineas Eduwaert, koussemaecker een huis te Leiden in de Nonnensteeg bon Zuid-Rapenburg.
Op 5-6-1614 verkoopt Pineas Eduwaert, koussemaecker ditzelfde huis aan Henrick Richardt Engelsman van Santwits, die het op 13-2-1627 weer verkoopt. [1078]
Buurquestieboeken Leiden:[1079]
13-2-1623: Jan Pietersz van Brunsdorp, weduwnaar van Jacquemijntgen Maertensdr, met Pineas Eduwaert en Jacques Robault als man en voogd van Sara Eduwaerts, voorkinderen en erfgenamen van Jacquemijntgen Maertensdr hebben een huis in de Jan van Dorten- of Moy Japensteech verkocht aan Evert Wesselsz, kleermaker. Evert eist verwijdering van een secreetzetel van een buurhuis, inspringende in de muur van zijn nieuw gekocht huis.
Op 6-5-1624 compareert Pijneas Eduwaertsz coussemaecker wonende te Leiden als man en voocht van Willemtjen Adriaensdr van der Meer. Hij machtigt Claes Adriaens van der Meer, zijn behuwde broeder wonende te Utrecht, om uit zijn naam en van zijnent weeghen te ontvangen soedanige somme als Jan Henricxs van Hees ende Trijntje Jansdr zijn huijvrou, belooft zijn te betaelen als gecoft hebbende zeeckere huijs en erve gelegen te Utrecht, daer uijthangende is Het Strelthal?, welcken brief te beurte bij lotinge is gevallen comparants huijsvrouw als medeerfgenaem van Gerrit Jaobsz, haer bestevader. [1080]
Op 9-6-1645 testeert Niclaes van der Meer, out scheepen ende raet in de vroetschap van Utrecht wonende te Utrecht, in de Oudemunsters Trans. Erfgenaam is Willemtgen Adriaens van der Meer, zijn zuster, wed. van N.N. Pineas van Steenwyck, met benoeming van neef Adriaen Pineas en aangehuwde neef Cornelis Jacobss Noest, gehuwd met Aeffgen Pineas, tot voogden. [1081]

8068. MICHIEL ANTHONISS CONINCK, ovl. vóór 1639, tr. vóór ca. 1605

8069. JACOBGEN GOOSENS VAN TIELT, geb. vóór ca. 1585, ovl. na 1639, huw. get. (1639).

Op 25-4-1639 worden huwelijkse voorwaarden gemaakt tussen Anthoni Conincx, bruidegom, geassisteerd met Jacobgen Goosens van Tielt, zijn moeder, Hermen Weerntss Bouwcamp, zijn broer, Dirck Conincx, zijn broer, en Grietgen Daemen, bruid, wed. van Johan Gerritssen van Kesteren, geassisteerd met Annichgen Thonis, wed. van Daem Bastiaenssen, haar moeder, Hendrick Gerritss van Kesteren, haar zwager, Wernert Janss Hassingh, haar zwager. [1094]
Op 7-3-1656 testeren Anthonis Coninck en zijn vrouw Margareta Damen wonende te Utrecht in de Vinckenborgerstege. Zij make een lyftocht op de langstlevende, en benomen hun zwager Warnardt Hassingh te Culemborg en neef Gilles van Thiell(¥) te Utrecht tot voogden. [1095]

COMMENTAAR(¥) Blijkbaar Gillis (Jelis) Jannsen van Thiel groffschilder te Utrecht op de Oudegrachte ontrent de Geertruydenbrugge, x Cecilia Jans, die in 1660 testeert.

Van Thiel
Een mogelijke opstelling

Ia. NN van Thiel. Hieruit mogelijk

IIa. Jan van Thiel, geb. vóór ca. 1610, ovl. na 1652.

8070. DAEM BASTIAENSS, ovl. vóór zijn vrouw, tr. vóór ca. 1610

8071. ANNA (ANNICHGEN) THONIS, ovl. 1639-1668, huw. get. (1639).

Op 16-1-1668 wordt een akkoord gesloten over de aanspraken van partyen op de erfenissen van Anna Thonis, (groot)moeder, in leven weduwe van Daem Bastiaenss en op die van de vaders van eerste party. De eerste partij wordt gevormd door: De kinderen en erven Jan Gerritss van Kesteren, met name : 1. Adam van Kesteren en Geurt Willemss Smetzer x Heyltgen van Kesteren 2. De kinderen en erven van Antoni Koninck, met name Michiel Koninck en Jacobus Noest x Johanna Coninck. De tweede partij is: Grietgen Damen, eerder wed. van Jan Gerritss van Kesteren en laatst wed. van Antoni Koninck. Bijzonderheden: toewyzing van een prelegaat door Grietgen Damen [1102]

Referenties van de gegevens van generatie 13 staan ook hier
Referenties Kwartierstaat Lapikás --- Generatie 13 ( 1102 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
  • Asch1849 = Jhr. A.M.C. van Asch van Wijck, De schut- of schuttengilde in Nederland, Utrecht, 1849
  • Buchelius = Arnoldus Buchelius, Observationes Ecclesiasticae en Ecclesiastica Ultraiectina, Editie en vertaling: Kees Smit, Utrecht, 2011
  • Burman1750 = Kaspar Burman, Utrechtsche jaarboeken van de vyftiende eeuw, vervattende het merkwaardige in het Gesticht, en voornamentlyk in de stadt Utrecht : zedert den jare 1402 en vervolgens voorgevallen, dl. 1, Utrecht, 1750 en dl. 2 Utrecht 1758
  • Dobson2009 = The New York Genealogical and Biographical Record 140(2009)13
  • Dobson2010 = The New York Genealogical and Biographical Record 141(2010)292
  • Dobson2015 = John Blythe Dobson, The descendants of Lenaert Lenaerts and Margaretha van Sassenbroeck of Cologne, Winnipeg, 2015 (to be published)
  • Engelberts1927 = Lyte (F.J.G.W.C.) Engelberts (L.E.), Anna Maria de Sandra, Zeist, 1927
  • Gedenkwaardigheden-Drenthe = Mr. J. Belonje en J. Westra van Holthe, Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de Kerken der Provincie Drenthe, Assen, 1937
  • Godgeleerden-1 = Hugo Visscher en Lambregt Abraham van Langeraad, Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1. Utrecht 1907
  • Heussen1733 = H.F. Van Heussen, Historia episcopatuum foederati Belgii, Antwerpen, 1733
  • Kohier1631 = J.G. Frederiks en P.J. Frederiks, Kohier van den 200sten penning voor Amsterdam en onderhoorige plaatsen over 1631, Amsterdam, 1890
  • Matthaeus1704 = Antonius Matthaeus, Fundationes et fata ecclesiarum, praesertim quae Ultrajecti, et in ejusdem suburbiis, et passim alibi in dioecesi. Libri dvo, Leiden, 1704
  • Montias = The Montias Database of 17th Century Dutch Art Inventories, ⇒ montias
  • Placaetboek1729 = Johan van de Water, Groot Placaatboek vervattende alle de Placaten, Ordonantien en Edicten, der Edele Mogende Heeren Staten 'S Lands Van Utrecht, Utrecht, 1729
  • Predikanten-Amsterdam1692 = P.H. van Leeuwen, Verzameling van alle de Nominatien ... 1578-heden, Amsterdam, z.j. (1692)
  • Sluijter-1988 = E.J. Sluijter et al., Leidse fijnschilders : van Gerrit Dou tot Frans van Mieris de Jonge 1630-1760, Zwolle, 1988
  • Studenten-Herborn = G. Zedler und H. Sommer, Die Matrikel der Hohen Schule und des Paedagogiums zu Herborn, Veröffentlichungen der historischen Commission für Nassau V, Wiesbaden, 1908
  • Tienen1755 = P. Kempeneers, De Bevolking van Tienen in 1755, Publ. 041, VVF Leuven, 2011
  • Tienen1796 = P. Kempeneers, De Volkstelling van Tienen Jaar IV (1796), Publ. 52, VVF Leuven, 2015
  • UP5 = Utrechtse Parentelen, dl. 5, Rotterdam, 2015
  • Uil2015 = Huib Uil, De scholen syn planthoven van de gemeente. Het onderwijs in Zeeland en Staats-Vlaanderen, 1578-1801, Bergschenhoek, 2015, ISBN 978-90-820494-7-3, ⇒ onderwijsgevendeninzeeland.wordpress.com
  1. ⇒ sprokkel-6-138.html
  2. ⇒ sprokkel-2-012.html
  3. ⇒ sprokkel-2-009.html
  4. ⇒ sprokkel-6-141.html
  5. ⇒ sprokkel-6-141.html
  6. Annuaire de la noblesse de Belgique, Volume 17, 1863
  7. Annuaire de la noblesse de Belgique, Volume 17, 1863
  8. P. Kempeneers, Oost-Brabantse Sprokkel 8 – De Gulden Boom, 31-12-1995, ⇒ oost-brabantse-sprokkel-8-de-gulden-boom
  9. HHD, SISO-nr, 938.2(H122) geïndexeerd door P. Kempeneers, De inwoners van Tienen in 1594, Tienen, 2013
  10. ⇒ zijsprokkel-43-erfgoeden-en-renten-van-henrick-neve-eigenaar-van-de-wanne-1589-1624
  11. RA.Ht, N 4818, 24 maart 1640
  12. R.A.Ht, N 4462, ongef., 22 mei 1657.
  13. RA.Ht, N 4822,19 april 1653
  14. RA.Ht, Sint-Truiden S.B. 203, f28v
  15. 111) RA.Ht, N 4461, 4 mei 1649.
  16. R.A.Ht, Gingelom S.B. 23, f6v, 1 december 1662; f89v, 20 november 1666; f120, 9 mei 1668; f239, 4 mei 1675; f323v, 10 maart 1679.
  17. RA.Ht, Velm S.B. 6, f14, 31 januari 1646.
  18. RA.Ht, Velm S.B. 6, f34, 29 maart 1648.
  19. RA.Ht, Kleine Familiearchieven no 803, 515 folio's dikke procesbundel, 1699-1708
  20. RA.Ht, N 4462, ongef., 22 mei 1657
  21. RA.Ht, N 4818, 19 augustus 1639. N 4821, 8 juli 1651. Velm S.B. 8, p. 229, 3 juli 167?
  22. RA.Ht, N 4818, 19 augustus 1639
  23. R.A.Ht, N 161,16 maart 1647.
  24. R.A.Ht, N 4821, 8 juli 1651.
  25. RA.Ht, Velm S.B. 8, p. 229, 3 juli 1671
  26. Mededeling Hendrik Battjes te Amsterdam, 2008
  27. Hendrik Battjes, Zerken in de NH Kerk te Nieuwkoop, Nieuwkoop, 2008
  28. Hendrik Battjes, Zerken in de NH Kerk te Nieuwkoop, Nieuwkoop, 2008
  29. Hendrik Battjes, Zerken in de NH Kerk te Nieuwkoop, Nieuwkoop, 2008
  30. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 54, blz. 9
  31. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 54, blz. 20v
  32. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 54, blz. 64v
  33. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 54, blz. 71v
  34. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 54, blz. 87v
  35. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en sNoorden, inv. nr. 55, blz. 10
  36. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 55, blz. 49v
  37. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 55, blz. 106v
  38. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 55, blz. 350v
  39. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 55, blz. 360
  40. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 56, blz. 78
  41. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 56, blz. 99
  42. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 56, blz. 127v
  43. GA Leiden, Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623, inventarisnr. 4025 ff 1095-1164)
  44. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 58, blz. 155II
  45. OA Nieuwkoop en Achttienhoven Nieuwkoop en Noorden 1633, inv. nr. 150, ac-code 162.1.01
  46. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005
  47. Hendrik Battjes, Zerken in de NH Kerk te Nieuwkoop, Nieuwkoop, 2008
  48. Hendrik Battjes, Zerken in de NH Kerk te Nieuwkoop, Nieuwkoop, 2008
  49. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p44
  50. GA Leiden, Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623, inventarisnr. 4025 ff 1095-1164)
  51. Rinse Penningen Nieuwkoop
  52. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p44
  53. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p45
  54. GA Leiden, Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623, inventarisnr. 4025 ff 1095-1164)
  55. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p44
  56. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p46
  57. GA Leiden, Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623, inventarisnr. 4025 ff 1095-1164)
  58. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p49
  59. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p49
  60. Mededeling A.M.L. van Wieringen, 2010
  61. GA Leiden, Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623, inventarisnr. 4025 ff 1095-1164)
  62. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p63
  63. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p63
  64. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p63
  65. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p63
  66. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p63
  67. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p65
  68. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p66
  69. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p63
  70. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p63
  71. Mededeling A.M.L. van Wieringen, 2010
  72. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p45
  73. RA Nieuwkoop, invnr. 55, fol. 236
  74. P.D. Meijer en A.M.L. van Wieringen, Van Wieringen in Rijnland, Schoorl, 2005, p45
  75. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 54, blz. 19
  76. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 54, blz. 98
  77. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 55, blz. 185v
  78. GN 40(1985)419
  79. GN 40(1985)265
  80. Groenehart Archieven, inv. nr. 5, blz. 003
  81. Groenehart Archieven, protocollen Zwammerdam 1607-1615, inv. nr. 16, blz. 32
  82. Groenehart Archieven, protocollen Zwammerdam 1607-1615, inv. nr. 16, blz. 90v, 91, 93
  83. Groenehart Archieven, weeskamer Bodegraven 1623, inv. nr. 6, blz. G
  84. Groenehart Archieven, weeskamer Bodegraven 1631, inv. nr. 2, blz. 004
  85. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 54, blz. 140v
  86. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 55, blz. 55
  87. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 55, blz. 256v
  88. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 58, blz. 16v
  89. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 58, blz. 75v
  90. GA Leiden, Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623, inventarisnr. 4025 ff 1095-1164)
  91. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 58, blz. 28, Losliggend en zwaar beschadigd.
  92. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 59, blz. 188v
  93. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 61, blz. 104v
  94. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 62, blz. 72
  95. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 62, blz. 144v
  96. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 63, blz. 2v
  97. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 61, blz. 105
  98. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 62, blz. 16v
  99. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 62, blz. 17
  100. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 62, blz. 172v
  101. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 63, blz. 10v
  102. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 63, blz. 11
  103. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 66, blz. 29v
  104. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 65, blz. 239v
  105. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 67, blz. 84v
  106. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 63, blz. 192v
  107. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 64, blz. 120
  108. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 67, blz. 135
  109. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 67, blz. 151v
  110. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 67, blz. 161
  111. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 61, blz. 170v
  112. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 61, blz. 172
  113. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 61, blz. 219v
  114. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 63, blz. 87v
  115. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 66, blz. 181v
  116. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 66, blz. 285v
  117. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 66, blz. 331v
  118. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 66, blz. 332v
  119. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 66, blz. 471v
  120. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 67, blz. 51
  121. OV 27(1972)272
  122. GN 63(2008)625
  123. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 66, blz. 180v
  124. OV 40(1985)171
  125. ORA Zwammerdam, 20, 104, gecit. in OV 40(1985)172
  126. ORA Zwammerdam, 24, 320, gecit. in OV 40(1985)173
  127. ORA Nieuwkoop 33, gecit. in GBLO 8(1993)127
  128. ORA Nieuwkoop 33, gecit. in GBLO 8(1993)127
  129. ORA Nieuwkoop 54, gecit. in GBLO 8(1993)127
  130. ORA Nieuwkoop 54, gecit. in GBLO 8(1993)127
  131. Groenehart Archieven, regesten archief Leprooshuis Gouda 1561, inv. nr. 38
  132. Kuipers, l.c.
  133. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 54, blz. 93v
  134. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 54, blz. 94
  135. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 55, blz. 4
  136. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 55, blz. 59v
  137. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 55, blz. 60
  138. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 55, blz. 61
  139. ORA Nieuwkoop 55, gecit. door Kuipers, l.c.
  140. SRM, ORA, protocollen Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 55, blz. 331
  141. Groenehart Archieven, protocollen Zwammerdam 1618-1622, inv. nr. 17, blz. 10
  142. GA Leiden, Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623, inventarisnr. 4025 ff 1095-1164)
  143. Onze Voorouders, dl.II, p44
  144. Kron 5(1996)204
  145. Onze Voorouders, dl.II, p44
  146. Onze Voorouders, dl.II, p44
  147. GBLO 9 (1994)140
  148. Hoogheemraadschap van Rijnland, Morgenboeken van Rietwijk en Rietwijkeroord, 1604-1772 (vierjaarlijks, Arch.nr. 1.1.1., inv.nr. 6493, f94, ⇒ 48986849727044FF8C25C68B55C17B69
  149. SAA, ONA, Nots. Palm Mathijsz, archief nr. 5075, inv.nr 446, akte nr. 269847
  150. SAA, WK Burgerweeshuis, inv. nr. 2030, losse akte
  151. B. van Santen, Generale Privilegien ende Hantvesten van Kennemer-landt ende Kennemer-ghevolgh, 1652, transcriptie door Dé Wintersteijn, ⇒ www.wintersteijn.nl
  152. Kwijtscheldingen, arch.nr. 5062, inv.nr. 71, ⇒ 71
  153. GA Amsterdam, ONA, Nots. Jan Coemans, akte nr. 10 (of 20), file.pub/eknwvjpbw
  154. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21622541
  155. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21582836
  156. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21623662
  157. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21582862
  158. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21623583
  159. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21624310
  160. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21583167
  161. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21634938
  162. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Duyfhuysen jr, inv. nr. 234, aktenr./blz. 12/25
  163. ORA Schiedam, inv. nr. 346, f89v
  164. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Duyfhuysen jr, inv. nr. 234, aktenr./blz. 12/25
  165. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  166. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  167. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jan van der Hoeven, inv. nr. 1048, aktenr./blz. 33/546
  168. NL 79(1962)242
  169. RAL, ONA Leiden, Nots. Ewout Hendricxz Craen, Archiefnr. 506, inv. nr. 150, akte nr. 079
  170. RAL, ONA Leiden, Nots. Pieter Joosten Warmont, Archiefnr. 506, inv. nr. 364, akte nr. 026
  171. RAL, ONA Leiden, Nots. Jacob Jansz de Haes, Archiefnr. 506, inv. nr. 464, akte d.d. 3 dec. 1631
  172. GAA, Kw. Sch. Z f25v
  173. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21584381
  174. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21584915
  175. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21638750
  176. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21638884
  177. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21639243
  178. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21639248
  179. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21639319
  180. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21639312
  181. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21639331
  182. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21588575
  183. ⇒ www.streekarchivariaat.nl, Transcriptie op de archiefstukken van het Schoenmakersgilde Elburg 1594 - 1810
  184. Ref. ...
  185. Burgerboek Elburg 1725-1806
  186. VG 18(1993)263
  187. ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  188. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1615-1641
  189. Herengoederen Veluwe, l.c., p316, 321, 336
  190. Ref ...
  191. Ref. ...
  192. ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  193. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  194. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  195. ORA Elburg Criminalia (1549) 1558 - 1809, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  196. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1615-1641
  197. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1615-1641
  198. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1615-1641
  199. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1615-1641
  200. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1615-1641
  201. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1615-1641
  202. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1615-1641
  203. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1615-1641
  204. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1615-1641
  205. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1647-1656, inv.nr. 121, f8
  206. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  207. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  208. VG 8(1983)278
  209. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  210. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  211. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  212. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  213. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  214. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  215. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  216. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  217. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  218. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  219. ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  220. ORA Elburg, Breuckcedulen 1678-1741
  221. ORA Elburg, Breuckcedulen 1678-1741
  222. zie ook VG 9(1994)10
  223. Publ. Arent thoe Boecop, nr. 7, Schoorsteengeld Elburg 1676-1678
  224. ORA Elburg Criminalia (1549) 1558 - 1809, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  225. ORA Elburg Criminalia (1549) 1558 - 1809, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  226. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  227. ORA Elburg Criminalia (1549) 1558 - 1809, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  228. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  229. Medeling Ronald Blancke, 2010
  230. ORA Elburg, civiele procesdossiers
  231. ORA Elburg, Protocollen van vrijwillige rechtspraak, 1678-1707, inv. nr. 123, f270
  232. Medeling Ronald Blancke, 2010
  233. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  234. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1615-1641
  235. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1615-1641
  236. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1615-1641
  237. ref..
  238. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  239. ORA Elburg, Breuckcedulen 1678-1741
  240. Begraafboek Elburg 1657 - 1726, Arent thoe Boecop 1996, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  241. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1647-1656, inv.nr. 121, f15
  242. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  243. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  244. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  245. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1584-1609, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  246. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  247. Protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1647-1656, inv.nr. 121, f9
  248. ....
  249. Samenvattingen protocollen van vrijwillige rechtspraak, Elburg 1646-1674, ⇒ www.streekarchivariaat.nl
  250. Naam-register der ouderlingen, diaconen en diaconessen, van de Gereformeerde Nederduytsche gemeente Jesu Christi binnen Amsterdam, uitg. R. en J. Ottens, Amsterdam, 1748
  251. Kohier1631
  252. WK 5073/962, Kohier, fol. 235, p. 54
  253. GA AMsterdam, ONA, Nots. Daniel Jansz. van Beuningen, inventaris
  254. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21608623
  255. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21610943
  256. zie ook NL 39(1921)99
  257. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  258. P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugduno Batavae 1575-1812, 's-Gravenhage 1913-1924
  259. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  260. Basel, Universit\*:tsbibliothek, AN II 4, f. 24v - Rektoratsmatrikel der Universität Basel, Band 2 (1568-1653) (⇒ AN-II-0004)
  261. Herman de Vries, Genève pépinière du calvinisme hollandais, Volumes 1-2, Fribourg, 1918
  262. J. de Wal, Nederlanders, en personen, die later met Nederland in betrekking stonden, studenten te Heidelberg en te Genève, in: Hand. en Med. Mij. der Ned. Letterkunde 1865; en Nederlanders, studenten te Heidelberg, 1886
  263. ⇒ www.dominees.nl
  264. ⇒ www.dominees.nl
  265. A.I. Bosma, Repertorium van Notarissen residerende in Amsterdam, Amstelland, ambachtsheerlijkheden en geannexeerde gemeenten, 1524 - 1810, Amsterdam, 1998
  266. zie ook ANF 1(1883)#61
  267. The Montias Database, ⇒ montias
  268. GA Amsterdam, ONA 911, film 1147, Not. Pr. Lodewycx, gecit. in The Montias Database, ⇒ montias
  269. Dobson2015
  270. Dobson2015
  271. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  272. Dobson2015
  273. Streekarschief Langstraat, Heusden en Altena, ORA, toeg. nr. 0322, inv. nr. T1296
  274. NL 52(1934)285
  275. NL 53(1934)246
  276. ⇒ handelinge-der-gedeputeerden-des-synodi-in-der-saecken-der-kercken-des-stichts-van-utrecht-1602
  277. Croese, l.c.
  278. NNBW, dl. 3, sub voce Ursinus
  279. Nav. 87(1938)180
  280. Croese, l.c.
  281. Naamlijst der Nederduitsche Gereformeerde predikanten te Amsterdam, uitg. A.B. Saakes, Amsterdam, 1840
  282. Croese, l.c.
  283. Jacobus Kok, Jan Fokke, Vaderlandsch woordenboek, dl. 4, 1786
  284. Nav. 87(1938)180
  285. ⇒ www.europeana.eu
  286. ⇒ www.historici.nl
  287. Nav. 87(1938)180
  288. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  289. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  290. zie ook Nav. Bijblad 3(1853)73
  291. Nav. Bijblad 3(1853)73
  292. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  293. ⇒ www.kerkrecht.nl
  294. Leiden, Rechterl. Archief Nr 84. Procuratieboek D. fol. 113v., gecit. in Jb. CBG 16(1962)197
  295. ONA Leiden, Nots. Paets, reg. 182., gecit . in NL 31(1913)69
  296. POSTMA, waar
  297. POSTMA, waar
  298. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  299. Nav. 87(1938)180
  300. POSTMA
  301. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  302. Nav. 87(1938)180
  303. Jb. OV 1956, p79
  304. Jb. CBG 23(1969)292
  305. Jb. OV 1956, p79
  306. zie ook Nav. 87(1938)181
  307. zie ook Jb. CBG 23(1969)292
  308. Nav. 87(1938)181
  309. zie ook Jb. OV 1956, p79
  310. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
  311. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  312. Th.J. Meijer, Album Promotorum Academiae Franekerensis (1591-1811), Franeker, 1972
  313. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  314. C.A. Siegenbeek van Heukelom-Lamme, Album Scholasticum Academiae Lugduno-Batavae 1575-1940, Leiden, 1941
  315. ⇒ oprecht-theoloog-van-de-schrift
  316. Zeeuwse Kwartierstaten, Kwartierstaat Triest de Jonge
  317. Zeeuwse Kwartierstaten, Kwartierstaat Triest de Jonge
  318. Zeeuwse Kwartierstaten, Kwartierstaat Triest de Jonge
  319. GBLO 6(1991)64
  320. GA Leiden, Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623, inventarisnr. 4025 ff 1095-1164)
  321. GBLO 6(1991)64
  322. SRM, NA, repertorium Nieuwkoop en Noorden, inv. nr. 68, akte nr. , blz. 34
  323. zie ook GBLO 8(1993)54
  324. GA Leiden, Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623, inventarisnr. 4025 ff 1095-1164)
  325. Meijer en Van Wieringen, l.c., p519
  326. Meijer en Van Wieringen, l.c., p519
  327. Groenehart Archieven, inv. nr. 126, blz. 194 volgnr. 416
  328. GBLO 6(1991)64
  329. GA Leiden, Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623, inventarisnr. 4025 ff 1095-1164)
  330. zie ook GBLO 6(1991)64
  331. GBLO 6(1991)64
  332. GBLO 6(1991)64
  333. GBLO 6(1991)64
  334. GA Leiden, Hoofdgeld van Nieuwkoop anno 1623, inventarisnr. 4025 ff 1095-1164)
  335. ORA Nieuwkoop 61, d.d. 13-12-1637, gecit. in GBLO 6(1991)64
  336. ORA Nieuwkoop 63, d.d. 6-11-1643, gecit. in GBLO 6(1991)64
  337. ORA Nieuwkoop 65, d.d. 30-12-1652 gecit. in GBLO 6(1991)64
  338. ORA Nieuwkoop 69
  339. GBLO 6(1991)64
  340. GBLO 6(1991)64
  341. GBLO 6(1991)64
  342. Prom. 17, p82
  343. zie ook Prom. 17, p301
  344. Prom. 17, p82
  345. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 76, 77, 78
  346. ORA Hazerswoude, inv. 20 f122v, gecit. door Teun van der Vorm (2008)
  347. ORA Hazerswoude, inv. 20 f123v, gecit. door Teun van der Vorm (2008)
  348. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 233, 234v
  349. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 312v, 313
  350. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 313v, 314
  351. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 378v, 379
  352. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 394v, 395
  353. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 415, 416
  354. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 377
  355. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 418
  356. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 434v, 435
  357. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 537v
  358. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 562v
  359. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 608v
  360. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 614
  361. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 20, blz. 778
  362. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 22, blz. 84, 85
  363. Groenehart Archieven, protocollen Hazerswoude 1611-1618, inv. nr. 22, blz. 227v
  364. Groenehart Archieven, protocollen Hazerswoude 1611-1618, inv. nr. 22, blz. 228
  365. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 22, blz. 560v
  366. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 22, blz. 574, 574v
  367. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 22, blz. 667, 667v
  368. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 22, blz. 729v
  1. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 23, blz. 58
  2. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 23, blz. 306v
  3. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 24, blz. 83v
  4. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 26, blz. 426v, 427
  5. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 26, blz. 428, 428v
  6. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 31, blz. 62v
  7. Prom. 17, p288
  8. zie ook Prom. 17, p288
  9. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 25, blz. 206v, 207v
  10. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 34, blz. 75v en 76v
  11. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 34, blz. 77 en 78v en 79
  12. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 27, blz. 328
  13. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 26, blz. 288v, 289
  14. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 29, blz. 87
  15. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 33, blz. 98, 98v
  16. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 24, blz. 502v
  17. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 34, blz. 114v
  18. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 34, blz. 462v, 463
  19. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 31, blz. 62v
  20. Groenehart Archieven, protocollen Hazerswoude 1611-1618, inv. nr. 22, blz. 227v
  21. Groenehart Archieven, protocollen Hazerswoude 1611-1618, inv. nr. 22, blz. 228
  22. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 22, blz. 599
  23. SRM, ORA, protocollen Hazerswoude, inv. nr. 22, blz. 599v, 600
  24. Hoogheemraadschap van Rijnland OAR 9479, Weerbare mannen Hazerswoude, 1599
  25. Hazerswoude WK, f17v.
  26. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 21, f 187v
  27. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 21, f 584
  28. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 21, f 584v
  29. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 23, f 712
  30. Hoogheemraadschap van Rijnland OAR 9479, Weerbare mannen Hazerswoude, 1599
  31. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 33, f 378
  32. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 33, f 378v
  33. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 33, f 408v
  34. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 33, f 257
  35. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 33, f 521
  36. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 20, f 231
  37. zie ook Prom. 17, p351
  38. Hazerswoude ORA inv.nr. 16, 20, 22, passim
  39. Prom. 17, p351
  40. Hazerswoude ORA inv.nr. 20, f707
  41. Hazerswoude ORA inv.nr. 20, f665v
  42. Hazerswoude ORA inv.nr. 22, f709v
  43. Hazerswoude ORA inv.nr. 22, f711
  44. Hazerswoude ORA inv.nr. 22, f 798
  45. Hazerswoude ORA inv.nr. 22, f631v
  46. Hazerswoude ORA inv.nr. 23, f446v
  47. Hazerswoude, WK f49
  48. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 23, f574v
  49. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 23, f575
  50. Hazerswoude, WK f62
  51. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 32, f25
  52. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 32, f26v
  53. Hazerswoude ORA inv.nr. 23, f430v
  54. Hazerswoude ORA inv.nr. 23, 431v.
  55. Hazerswoude ORA inv.nr. 23, f432v
  56. Hazerswoude ORA inv.nr. 23, 434.
  57. Hazerswoude, WK f55v.
  58. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 23, f673
  59. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 23, f673v
  60. Hazerswoude ORA inv.nr. 33, f356v
  61. Hazerswoude ORA inv.nr. 33, f502v
  62. Hazerswoude ORA inv.nr. 33, f503
  63. Hazerswoude, WK f70
  64. Prom. 17, p351
  65. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 22, f 407
  66. Prom. 17, p351
  67. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 20, f 337v
  68. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 20, f 649v
  69. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 20, f 650
  70. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 20, f 719v
  71. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 20, f 720
  72. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 20, f 721
  73. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 20, f 721v
  74. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 20, f 737v
  75. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 22, f 148
  76. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 22, f 240
  77. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 22, f 353
  78. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 22, f 370
  79. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 22, f 435
  80. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 22, f 462v
  81. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 22, f 463
  82. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 23, f 54
  83. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 23, f 54v
  84. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 23, f 55
  85. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 24, f 56v
  86. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 24, f 71v
  87. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 24, f 73
  88. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 24, f 74v
  89. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 24, f 75v
  90. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 24, f 131
  91. RA Hazerswoude, inv. nr. 26 f509v
  92. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 32, f 131
  93. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 32, f 132v
  94. OV 41(1986)646
  95. OV 41(1986)646
  96. OV 41(1986)646
  97. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 24, f 131
  98. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 24, f 292v
  99. Hazerswoude, ORA, inv.nr. 24, f 293v
  100. Hazerswoude, WK d.d. 6-6-1654, fol. 136v
  101. Prom. 17, p93
  102. R.Kuijsten, 2000, home.wxs.nl/~sxw/rottger.htm
  103. R.Kuijsten, 2000, home.wxs.nl/~sxw/rottger.htm
  104. Prom. 17, p93
  105. Prom. 17, p82
  106. Prom. 17, p82
  107. zie ook Prom. 17, p69
  108. ⇒ huisman_w_ks.htm
  109. ⇒ snoek01.html
  110. NL 27(1909)104
  111. ⇒ huisman_w_ks.htm
  112. ⇒ snoek01.html
  113. NL 27(1909)104
  114. NL 27(1909)104
  115. GN 60(2005)504
  116. NL 27(1909)104
  117. NL 27(1909)104
  118. NL 27(1909)104
  119. NL 27(1909)104
  120. NL 27(1909)104
  121. NL 27(1909)104
  122. NL 27(1909)104
  123. ⇒ verschoor01.html
  124. ⇒ verschoor01.html
  125. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-24
  126. NL 46(1928)180
  127. GN 23(1968)226
  128. VG 5(1989)266
  129. VG 5(1989)266
  130. GN 23(1968)226
  131. Arch. Kelnarij van Putten nr 268
  132. VG 5(1989)262
  133. ⇒ Kwartierstaat.htm
  134. ⇒ Kwartierstaat.htm
  135. Testament: 08-04-1624 (ouden stijl) Notaris J. van Ingen AT002 a002 folio 347 R
  136. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-20
  137. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-20
  138. GA Utrecht, ONA, Nots. N. De Cruyff , inv.nr. U034a002, akte nr. 394
  139. GA Amersfoort, Transportregisters ORA, inv. nr. 436-14
  140. GA Amersfoort, NA AT002b006, gecit. in Jb. CBG 50(1996)178
  141. GA Amersfoort, Transportregisters ORA, inv. nr. 436-15
  142. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, AT 002a003 folio 36 V - 37 V
  143. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, AT 002a003 folio 42
  144. Putman, Octrooien, l.c.
  145. GA Amersfoort, ONA, Nots. Johan van Ingen, inv. nr. AT 002b003, Aktenummer nr. 195.
  146. GA Amersfoort, ORA, Transporten toeg. nr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811, inv.nr. 436-17, blz. 33v
  147. GA Amersfoort, ORA, Transporten toeg. nr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811, inv.nr. 436-19
  148. zie ook NL 70(1953)25
  149. zie ook NL 70(1953)25
  150. ⇒ kwst_verhoef03.html
  151. GA Amersfoort, toeg.nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, 1435-1811, inv.nr. 13, p433,434
  152. GA Amersfoort, toeg.nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, 1435-1811, inv.nr. 7
  153. GA Amersfoort, ORA, Transporten toeg. nr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811, inv.nr. 436-23
  154. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-24, akte.nr.
  155. GA Amersfoort, ORA, Transporten toeg. nr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811, inv.nr. 436-20
  156. NL 70(1953)23, Nots. Cornelis van Ingen nr. 1677b, 3de lias, acte nr. 13
  157. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-22, akte.nr.
  158. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-24, akte.nr.
  159. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-25, akte.nr.
  160. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-26, akte.nr. , blz. 84r
  161. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-26, akte.nr. , blz. 133r
  162. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv.nr. AT015 a002 folio 11 V
  163. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv.nr. AT015 a002 folio 4 V
  164. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 89v
  165. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 91r en 92r
  166. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 105r
  167. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. v. Brinckesteyn, inv.nr. AT 015a003 folio 4.
  168. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. Akten: Borgtocht: 14-03-1678 A. v. Brinckesteyn, inv.nr. AT 015a003 folio 45.
  169. NL 70(1953)26
  170. NL 70(1953)24, Nots. Joh. van Ingen dl. nr. 1674b
  171. GA Amersfoort, ORA, Transporten toeg. nr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811, inv.nr. 436-20
  172. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 192r
  173. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv.nr. AT015 a004 folio 44 R
  174. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-30, akte.nr. , blz. 70v
  175. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-30, akte.nr. , blz. 77r
  176. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-23, akte.nr.
  177. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 20v
  178. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 265r
  179. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv.nr. AT015 a004 folio 35 V
  180. GA Amersfoort, ONA, passim
  181. GA Amersfoort, Stadsbestuur Amersfoort, inv. nr. 282
  182. GA Amersfoort, Transportregisters ORA, inv. nr. 436-13
  183. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, AT 002a001 folio 116 - 116 V.
  184. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, AT002 a002 folio 53 R
  185. GA Amersfoort, Transportregisters ORA, inv. nr. 436-19
  186. zie ook ⇒ Kwartierstaat5.html
  187. GA Amersfoort, ONA, passim
  188. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-22, d.d. 1654-02-08
  189. GA Amersfoort, Burgerrechtverleningen, Stadsarchief inv. nr. 22, f399v-1
  190. ⇒ Kwartierstaat5.html
  191. ⇒ Kwartierstaat5.html
  192. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-26, blz. 25 verso, d.d. 1667-07-02
  193. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-26, blz. 91, d.d. 1668-06-06
  194. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-26, blz. 124, d.d. 1668-12-22
  195. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-26, blz. 180 verso, d.d. 1669-06-29
  196. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-28, blz. 33
  197. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-28, blz. 34v
  198. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-28, blz. 35
  199. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-28, blz. 35
  200. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-28, blz. 35
  201. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-28, blz. 37v
  202. ⇒ ~brouw268
  203. ⇒ ~brouw268
  204. Wap. 20(1916)212
  205. ⇒ Kwartierstaat5.html
  206. ⇒ Kwartierstaat5.html
  207. ONA Amersfoort, Nots. Anthonis van Brinckesteyn, inv. nr. 1685-8, gecit in Jb. CBG 32(1978)
  208. ⇒ Kwartierstaat5.html
  209. GA Amersfoort, ONA, Nots. A. v. Brinckesteyn AT 015a003 folio 29, d.d. 31-12-1677
  210. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-28, blz. 145 verso, d.d. 1678-02-17
  211. ⇒ Kwartierstaat5.html
  212. GA Amersfoort, ONA, Nots. A. v. Brinckesteyn AT 015a001 folio 28 V, d.d.29-02-1670
  213. ⇒ Kwartierstaat5.html
  214. GA Amersfoort, St. Pieters- en Bloklandsgasthuis, inv. nr. 7, f280 en 282
  215. GA Amersfoort, Transportregisters ORA, inv. nr. 436-14
  216. Jb. CBG 15(1961)220
  217. Nav. 35(1885)262
  218. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Houtman , inv.nr. U022a010, akte nr. 99
  219. GA Utrecht, ONA, Nots. F. Zwaerdecroon , inv.nr. U028b001, akte nr. 123
  220. GA Utrecht, ONA, Nots. C. Van Nienrode , inv.nr. U026a001, akte nr. 70
  221. GA Utrecht, ONA, Nots. C. Van Vechten , inv.nr. U031a001, akte nr. 73
  222. GA Utrecht, ONA, Nots. C. Van Vechten , inv.nr. U031a008, akte nr. 90-1
  223. GA Amersfoort, ORA, Transporten 0012 , 1435-1811, inv.nr. 436-15
  224. GA Amersfoort, ORA, Transporten 0012 , 1435-1811, inv.nr. 436-16
  225. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen AT002 a002 folio 529 R
  226. GA Amersfoort, ORA, Transporten 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811, inv.nr. 436-17, blz. 11r
  227. GA Amersfoort, ORA, Transporten 0012 , 1435-1811, inv.nr. 436-17, blz. 14r
  228. GA Amersfoort, ORA, Transporten 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811, inv.nr. 436-17, blz. 131v
  229. GA Amersfoort ONA, Nots A. J. van Ingen AT 002a004 folio 122 - 123
  230. GA Amersfoort, toeg.nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, 1435-1811, inv.nr. 57
  231. GA Amersfoort, toeg.nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, 1435-1811, inv.nr. 46
  232. GA Amersfoort, toeg.nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, 1435-1811, inv.nr. 57
  233. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  234. GA Amersfoort, Transportregister, 436-13, d.d. 1606-08-12
  235. GA Amersfoort, Transportregister, 436-04, blz. 341 verso
  236. GA Amersfoort, ORA, Transporten 0012, inv.nr. 436-7, akte.nr. , blz. 125v
  237. GA Amersfoort, ORA, Transporten 0012, inv.nr. 436-7, akte.nr. , blz. 203
  238. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  239. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  240. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  241. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  242. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, AT 002a001, folio 371 V - 374
  243. GA Amersfoort, ONA, Nots. E. van Mulenborch AT003 b001 folio 9 R, en 9V
  244. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, AT 002a003, folio 220 - 220V
  245. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, AT 002a003, folio 221
  246. zie ook Mededeling Ton van Ooik, 2009
  247. GA Amersfoort, ONA, Nots J. van Ingen, inv. nr. AT 002b001, Aktenummer: 394
  248. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-15, d.d. 1616-09-13
  249. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-15, d.d. 1621-05-03
  250. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-16, d.d. 1623-10-03
  251. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-16, d.d. 1624-03-02
  252. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  253. GA Amersfoort, ORA, Transporten 0012, inv.nr. 436-16, akte.nr.
  254. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-18, d.d. 1638-06-23
  255. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-19, d.d. 1641-03-15
  256. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr.436-20, d.d. 1644-10-26
  257. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr.436-20, d.d. 1644-10-26
  258. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-16, d.d. 1626-06-21
  259. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  260. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  261. GA Amersfoort, ONA, Nots. E. van Mulenborch, AT003 b001, folio 116 R
  262. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  263. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  264. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  265. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, AT 002a003 folio 469V - 471V
  266. AE Transp Amersfoort inv. nr. 436-21
  267. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  268. ⇒ fragment-464
  269. ⇒ fragment-464
  270. AE Transp Amersfoort inv. nr. 436-21
  271. AE Transp Amersfoort inv. nr. 436-21
  272. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, AT 002a001, folio 270
  273. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  274. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, AT 002a003, folio 362V
  275. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-11, d.d. 1597-11-19
  276. GA Amersfoort, Burgerweeshuis, inv. nr. 225
  277. GA Amersfoort, ONA, Nots. E. van Mulenborch AT003 b001, folio 77 R
  278. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-15, d.d. 1621-04-28
  279. GA Amersfoort, Burgerweeshuis, inv. nr. 225
  280. GA Amersfoort, ONA, Not. J. van Ingen, AT002 a002, folio 334 R
  281. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen AT002 a002 folio 533 R
  282. Mededeling Ton van Ooik, 2009
  283. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-18, d.d. 12-6-1639
  284. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-15, d.d. 1621-04-28
  285. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-18, d.d. 1639-03-26
  286. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-18, d.d. 12-6-1639
  287. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-20, d.d. 1645-03-11
  288. GA Amersfoort, ONA, Not. J. van Ingen, AT 002a003, folio 122 V - 123 V
  289. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-20, d.d. 1644-12-06
  290. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-20, d.d. 1647-01-20
  291. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-22, d.d. 8-4-1653
  292. GA Amersfoort, ONA, Not. J. van Ingen, AT002 a002 folio 130 V
  293. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv. nr. 436-16, d.d. 19-6-1623
  294. GA Amersfoort, Transportregister, 436-14, d.d. 1612-05-29
  295. Desreumaux
  296. GA Amersfoort, Nots. E. van Mulenborch, inv. nr. AT003 b001, folio 134 R
  297. GA Amersfoort, Nots. E. van Mulenborch, inv. nr. AT003 b001, folio 136 R
  298. GA Amersfoort, Nots. J. van Ingen, inv. nr. AT002 a002, folio 316 V
  299. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr. 436-16
  300. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr.436-23 en 436-25
  301. GA Amersfoort, Nots. R. van Ingen, AT008 a002 folio 65 V
  302. EK 29
  303. zie ook Prometheus II/2e. dr, p 125
  304. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr. 436-21
  305. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr. 436-23
  306. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr. 436-21
  307. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr.436-24
  308. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr.436-25
  309. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr.436-25
  310. GA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv. nr. AT 015a001, folio 23 + 24
  311. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr. 436-26
  312. GA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv. nr. AT 015a001, folio 30
  313. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr. 436-26 blz. 162r
  314. GA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv. nr. AT 015a001, folio 18
  315. GA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv. nr. AT 015a001, folio 44 V + 45
  316. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr. 436-27
  317. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr. 436-27
  318. GA Amersfoort, Nots. A. v. Brinckesteyn AT 015a003 folio 22 V - 23
  319. GA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv. nr. AT 015a003, folio 25 - 27
  320. GA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv. nr. AT015 a006, folio 9 R
  321. NL 70(1953)58
  322. Putman, Octrooien, l.c.
  323. GA Amersfoort, Nots. A. v. Brinckesteyn AT 015a001 folio 21
  324. GA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv. nr. AT015 a006, folio 22 V
  325. GA Amersfoort, ONA, Nots. Anthony van Goudoever, nr. 1695, gecit. in NL 69(1962)142
  326. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-31, blz. 113 verso
  327. Mededeling John van Erve, 2009
  328. Mededeling John van Erve, 2009
  329. NL 70(1953)58
  330. NL 75(1958)485
  331. NL 69(1952)142
  332. NL 70(1953)58
  333. EK, dl. 1, l.c.
  334. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-26, blz. 51, d.d. 1667-12-26
  335. Putman, Octrooien, l.c.
  336. Putman, Octrooien, l.c.
  337. Gen. Her. Bl. 3(1908)216
  338. Mededeling J.R.W. Sinninghe te Breda
  339. Putman, Octrooien, l.c.
  340. GA Utrecht, ONA, Nots. P. Leechburch , inv.nr. U097a004, akte nr. 29
  341. GA Utrecht, ONA, Nots. P. Leechburch , inv.nr. U097a004, akte nr. 30
  342. GA Utrecht, ONA, Nots. G. de Coten, inv.nr. U038a002, akte nr. 260
  343. GA Utrecht, ONA, Nots. C. De Coole , inv.nr. U113a001, akte nr. 236
  344. GA Utrecht, ONA, Nots. P. Leechburch , inv.nr. U097a008, akte nr. 94
  345. GA Utrecht, ONA, Nots. P. Leechburch , inv.nr. U097a008, akte nr. 135
  346. GA Utrecht, ONA, Nots. P. Leechburch , inv.nr. U97a010, akte nr. 46
  347. GA Utrecht, ONA, Nots. C. vaan Doorn , inv.nr. U060a040, akte nr. 6
  348. GA Utrecht, ONA, Nots. P. Leechburch , inv.nr. U97a011, akte nr. 82
  349. GA Utrecht, ONA, Nots. P. Leechburch, inv.nr. U097a012, akte nr. 53
  350. GA Utrecht, ONA, Nots. H. Van Der Mark , inv.nr. U138a003, akte nr. 96-1
  351. GA Utrecht, ONA, Nots. H. Van Der Mark , inv.nr. U138a003, akte nr. 96-2
  352. NL 44(1926)7
  353. NL 43(1925)67
  354. Annette Weber, Schutterij of Geschutter, Oud-Utrecht 54 (1981)149
  355. Nav. 56(1906)658
  356. NL 44(1926)2,47
  357. NL 43(1925)67
  358. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Van Haller , inv.nr. U002a001, akte nr. 69
  359. NL 43(1925)67
  360. NL 44(1926)47
  361. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Van Herwaerden , inv.nr. U003a013, akte nr. 128
  362. NL 44(1926)47
  363. Nav. 56(1906)658
  364. NL 44(1926)47
  365. GN 36(1981)385
  366. NL 44(1926)47
  367. J.A.M. Mensinga, De Hollandsche Familien In Frederikstad aan de Eider, Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde II, 9(1877)331 e.v.
  368. J.A.M. Mensinga, De Hollandsche Familien In Frederikstad aan de Eider, Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde II, 9(1877)331 e.v.
  1. Gesellschaft für Friedrichstadter Stadsgeschichte, 43(1992), gecit. in GN 48(1993)146
  2. zie Antiek 26(1992)6
  3. Nav. 48(1898)634
  4. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Van Aelst , inv.nr. U049a001, akte nr. 21
  5. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  6. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
  7. Album Promotorum Rijksuniversiteit Utrecht 1815-1936, Leiden, 1963
  8. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  9. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  10. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  11. J.C. van Slee, De Illustre School te Deventer 1630-1878. 's-Gravenhage, 1916
  12. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  13. Nav. 56(1906)652
  14. ⇒ poortman.kb.nl
  15. ⇒ ohc69b.htm
  16. Nav. 56(1906)652
  17. Gen.Her. Bl. 4(1909)398
  18. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  19. Gen.Her. Bl. 4(1909)398
  20. Gen.Her. Bl. 4(1909)398
  21. Gen.Her. Bl. 4(1909)398
  22. Nav. 95(1954)12
  23. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
  24. Th.J. Meijer, Album Promotorum Academiae Franekerensis (1591-1811), Franeker, 1972
  25. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  26. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  27. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  28. NL43(1925)236
  29. Nav. 56(1906)652 en Nav. 37(1887)449
  30. NL 44(1926)8
  31. Nav. 37(1887)449
  32. NL 44(1926)8
  33. J.A. Gruys en J. Bos, Adresboek. Nederlandse drukkers en boekverkopers tot 1700, Den Haag,1999
  34. zie ook Mededeling F. Simons (2005)
  35. GA Utrecht, ONA, Nots. W. Van Beeck , inv.nr. U057a001, akte nr. 50
  36. GA Utrecht, ONA, Nots. W. Van Velpen , inv.nr. U072a001, akte nr. 13
  37. ONA Utrecht, Nots. R. van Cuylenborch, inv.nr. U86a2, aktenr. 1, d.d. 05-01-1677
  38. NL 44(1926)47
  39. NL 44(1926)4
  40. NL 24(1906)53
  41. UA, toeg. nr. 239-1 Hof van Utrecht, inv. nr. 99-04, f109r-109v
  42. NL 94(1977)308
  43. NL 94(1977)308
  44. Putman, Octrooien, l.c.
  45. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Vastert , inv.nr. U021a016, akte nr. 112
  46. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Vastert , inv.nr. U021a021, akte nr. 124
  47. NL 94(1977)308
  48. GA Utrecht, ONA, Nots. C. Van Vechten , inv.nr. U031a006, akte nr. 188
  49. GA Utrecht, ONA, Nots. C. Van Vechten , inv.nr. U031a010, akte nr. 28
  50. Gedenkwaardigheden uit de kerken der provincie Utrecht
  51. NL 94(1977)139
  52. NL 94(1977)139
  53. NL 94(1977)139
  54. NL 94(1977)139
  55. NL 94(1977)139
  56. NL 94(1977)133
  57. GN 14(1959)250
  58. NL 94(1977)308
  59. GA Utrecht, ONA, Nots. J. A. Wtenwael, gecit. in NL 94(1977)308
  60. GA Utrecht, Catalogus van het Archief der Stad, 2e afd., no. 4, 174; machtiging, gecit. in NL 94(1977)134
  61. GA Utrecht, ONA, Nots. Willem van Galen, gecit. in NL 94(1977)134
  62. NL 94(1977)133
  63. zie ook NL 94(1977)133
  64. zie ook Buchelius
  65. GA Utrecht, ONA, Nots. L. van Leeuwen, gecit. in NL 94(1977)133
  66. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  67. NL 94(1977)126
  68. NL 94(1977)131
  69. NL 94(1977)308
  70. GN 57(2002)30
  71. zie ook NL 66(1949)415
  72. ANF 16(1903)69
  73. zie ook ANF 16(1903)69
  74. zie ook GN 14(1959)250
  75. GN 14(1959)250
  76. zie ook Buchelius
  77. ANF 16(1903)69
  78. GN 14(1959)250
  79. Buchelius
  80. ANF 16(1903)69
  81. ANF 16(1903)70
  82. ANF 16(1903)70
  83. zie ook Nav. 35(1885)311
  84. Nav. 35(1885)311
  85. Buchelius
  86. GN 14(1959)250
  87. Nav. 35(1885)311
  88. Nav. 35(1885)311
  89. Nav. 37(1887)506
  90. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Uittenwaell, gecit .in SH (1962)#04-34
  91. SH (1962)#04-34
  92. GN 43(1985)456
  93. Nav. 37(1887)506
  94. GA Utrecht, ONA, Nots. Gerard Vastert, gecit. in NL 94(1977)134
  95. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  96. J.J. Poelhekke, Nederlandse leden van de Inclyta Natio Germanica Artistarum te Padua 1553-1700, Med. Ned. Hist. Inst. Rome, deel XXXI
  97. GA Utrecht, ONA, Nots. H. Van Hees , inv.nr. U110a003, akte nr. 165
  98. NL 94(1977)308
  99. GA Utrecht, ONA, Nots. G. van Waey, gecit. in NL 94(1977)308
  100. GA Utrecht, ONA, Nots. C. Van Vechten , inv.nr. U031a006, akte nr. 68
  101. NL 94(1977)308
  102. UA, toeg. nr. 239-1 Hof van Utrecht, inv. nr. 99-08, f023v-023v
  103. NL 99(1982)487
  104. NL 99(1982)487
  105. GN 43(1988)471
  106. zie ook GN 43(1988)471
  107. GN 43(1988)471
  108. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Van Waey , inv.nr. U019a006, akte nr. 163
  109. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Houtman , inv.nr. U022a012, akte nr. 63
  110. zie ook NL 99(1982)487
  111. NL 94(1977)308
  112. NL 94(1977)308
  113. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Van Waey , inv.nr. U019a006, akte nr. 163
  114. zie ook NL 94(1977)308
  115. GA Utrecht, ONA, Nots. C. Verduyn, gecit. in NL 94(1977)308
  116. zie ook GN 43(1985)467
  117. NL 94(1977)308
  118. Putman, Octrooien, l.c.
  119. NL 94(1977)308
  120. GA Utrecht, ONA, Nots. C. Van Vechten , inv.nr. U031a006, akte nr. 161
  121. GA Utrecht, ONA, Nots. C. Van Vechten , inv.nr. U031a006, akte nr. 188
  122. GA Utrecht, ONA, Nots. C. Van Vechten , inv.nr. U031a010, akte nr. 28
  123. GA Amersfoort, toeg. nr. 0039, Weeskamer te Amersfoort, nr. 64
  124. GA Amersfoort, toeg. nr. 0039, Weeskamer te Amersfoort, nr. 1
  125. GA Amersfoort, toeg. nr. 0039, Weeskamer te Amersfoort, nr. 177
  126. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-18, blz. 201 recto
  127. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-18, blz. 219 recto
  128. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-19
  129. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-19
  130. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-20
  131. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-21
  132. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-22
  133. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-19
  134. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-19
  135. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-13
  136. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-13
  137. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-14
  138. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-16
  139. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-16
  140. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-16
  141. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-16
  142. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-18, blz. 96v
  143. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-18, blz. 238v
  144. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-19
  145. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-20
  146. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-21
  147. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-21
  148. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-22
  149. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-28, blz. 76r
  150. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-28, blz. 77 recto
  151. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-28, blz. 77v
  152. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-28, blz. 78 recto
  153. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-28, blz. 78 recto
  154. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-28, blz. 270v
  155. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-20
  156. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-20
  157. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-21
  158. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-21
  159. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-21
  160. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-22
  161. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-23
  162. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-24
  163. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-25
  164. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-25
  165. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-28, blz. 39v
  166. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-23
  167. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-25
  168. Mededeling Maarten van der Tas, 2016
  169. Mededeling Maarten van der Tas, 2016
  170. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. Akten: Schuldbekentenis: 25-05-1674 A. v. Brinckesteyn, inv.nr. AT 015a002 folio 15 V
  171. GA Utrecht, ONA, Nots. P. Leechburch , inv.nr. U097a003, akte nr. 1
  172. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-26, blz. 144 recto
  173. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-17
  174. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-17
  175. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-20
  176. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-22
  177. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-23
  178. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toegangsnr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, inv.nr. 436-28, blz. 217r
  179. GA Amersfoort, Nots J. van Ingen, AT002 a002 folio 384 R, Testament: 28-09-1624
  180. GA Amersfoort, Transportregisters in het oud rechterlijk archief, passim
  181. GA Amersfoort, Transportregisters in het oud rechterlijk archief, inv. nr. 436-19, d.d. 6-9-1641
  182. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-22, d.d. 1654-05-01
  183. GA Amersfoort, Transportregisters in het oud rechterlijk archief, inv. nr. 436-23, d.d. 23-7-1656
  184. ⇒ Kwartierstaat5.html
  185. ⇒ Kwartierstaat5.html
  186. ⇒ Kwartierstaat5.html
  187. ⇒ Kwartierstaat5.html
  188. Putman, Octrooien, l.c.
  189. GAU, Toegangsnummer: 1006-3, RK Kartuizerklooster Nieuwlicht bij Utrecht
  190. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Van Waey , inv.nr. U019a004, akte nr. 94
  191. ONA Woerden, WO54, inv. nr. 8510, p2
  192. GA Utrecht, Nots. G. Houtman, ...., d.d. 27-10-1646
  193. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Houtman, inv.nr. U022a019, akte nr. 162
  194. Utrecht, Transporten 06-11-1648
  195. ⇒ hattemh01_nl.htm
  196. ⇒ hattemh01_nl.htm
  197. ⇒ hattemh01_nl.htm
  198. ⇒ hattemh01_nl.htm
  199. ⇒ hattemh01_nl.htm
  200. Utrecht, Not. H. Ruijsch 23-07-1628
  201. Utrecht, Transporten 31-07-1638
  202. GA Utrecht, Not. N. van Lostadt, d.d. 10-04-1639
  203. GA Utrecht, Not. H. Ruijsch, d.d. 16-07-1651
  204. GA Utrecht, Not. L. van Vuijren d.d. 16-11-1663
  205. GA Utrecht, Transporten 16-11-1663
  206. GA Utrecht, Not. G. Houtman d.d. 13-11-1668
  207. GA Utrecht, Nots. H. Vyandt, inv.nr. U78a2, aktenr. 75, d.d. 13-12-1675
  208. Achttienhoven, nr. 825, fol. 31, 30-06-1676, gecit. in ⇒ hattem_nl.htm
  209. GA Utrecht, Nots. H. Vyandt, inv.nr. U78a3, aktenr. 115, d.d. 22-05-1680
  210. Achttienhoven, nr. 825, fol. 67, 09-06-1680, gecit. in ⇒ hattem_nl.htm
  211. ⇒ hattemh01_nl.htm
  212. ⇒ www.janvanhout.nl
  213. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 441, akte nr. 235
  214. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 442, akte nr. 079
  215. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 445, akte nr. 075
  216. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 445, akte nr. 051
  217. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 445, akte nr. 170
  218. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 446, akte nr. 118
  219. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 447, akte nr. 162
  220. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 449, akte nr. 15?
  221. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 450, akte nr. 082
  222. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 450, akte nr. 110
  223. RAL, ONA Leiden, Nots. Mr Joachim Tierens, Archiefnr. 506, inv. nr. 1113, akte nr. 1668-03-02
  224. RAL, ONA Leiden, Nots. Mr Joachim Tierens, Archiefnr. 506, inv. nr. 1114, akte nr. 1669-11-05
  225. GA Leiden, Seclusies nr. G, fol. 71, 05-11-1669
  226. RAL, ONA Leiden, Nots. Mr Joachim Tierens, Archiefnr. 506, inv. nr. 1116, akte nr. 080
  227. RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. 6611, f60v
  228. GA Utrecht, Not. G. Houtman, d.d. 09-02-1655
  229. GA Utrecht, Transporten 9-2-1655
  230. GA Utrecht, Nots. H. van Woudenbergh, inv.nr. U93a1, aktenr. 39, d.d. 18-11-1675
  231. GA Utrecht, Nots. H. van Woudenbergh, inv.nr. U93a5, aktenr. 28, d.d. 15-10-1680
  232. GA Utrecht, Nots. W. Zwaerdecroon, inv.nr. U80a8, aktenr. 294, d.d. 08-12-1685
  233. GA Amersfoort, nr. ??, d.d. 11-06-1686
  234. ⇒ www.janvanhout.nl
  235. NL 85(1968)30
  236. NL 85(1968)30
  237. GA Utrecht, Not. A. van Ewijck, 05-04-1648
  238. ⇒ hattemh01_nl.htm
  239. zie ook ⇒ hattemh01_nl.htm
  240. GA Utrecht, Transporten 27-2-1654
  241. GA Utrecht, Not. G. Vastert, 12-02-1664
  242. Rhenen, nr. 516.1, 16-07-1669
  243. GA Utrecht, Nots. W. van Velpen inv.nr. U72a3, aktenr. 136, d.d. 09-08-1669
  244. GA Utrecht, Nots. W. van Velpen inv.nr. U72a4, aktenr. 25, d.d. 11-05-1670
  245. GA Utrecht, Nots. W. van Velpen inv.nr. U72a4, aktenr. 24, d.d. 11-05-1670
  246. GA Utrecht, Nots. W. van Velpen inv.nr. U72a3, aktenr. 156, d.d. 23-10-1669
  247. IJsselstein 648.10, fol. 93v, 28-06-1675
  248. GA Utrecht, Nots. H. Vyandt, inv.nr. U78a2, aktenr. 113, d.d. 28-10-1676
  249. GA Utrecht, Nots. H. Vyandt, inv.nr. U78a3, aktenr. 15-1, d.d. 18-05-1678
  250. GA Utrecht, Nots. H. Vyandt, inv.nr. U78a3, aktenr. 15-2, d.d. 18-05-1678
  251. GA Utrecht, Nots. A. Houtman, inv.nr. U82a6, aktenr. 49, d.d. 07-12-1678
  252. GA Utrecht, Nots. H. Vyandt, inv.nr. U78a3, aktenr. 71, d.d. 05-09-1679
  253. GA Utrecht, Nots. H. Vyandt, inv.nr. U78a3, aktenr. 77, d.d. 27-09-1679
  254. Rhenen nr. 521.2, 06-10-1679
  255. GA Utrecht, Nots. H. Vyandt, inv.nr. U78a3, aktenr. 86, d.d. 15-11-1679
  256. GA Utrecht, Nots. H. Vyandt, inv.nr. U78a3, aktenr. 90, d.d. 19-12-1679
  257. GA Utrecht, Nots. H. Vyandt, inv.nr. U78a3, aktenr. 91, d.d. 20-12-1679
  258. GA Utrecht, Overdrachten, Nots. R. van Cuylenborch, inv.nr. U86a2, aktenr. 337, d.d. 21-01-1680
  259. GA Utrecht, Nots. H. Ribbius, inv.nr. U94a1, aktenr. 83, d.d. 19-03-1680
  260. GA Utrecht, Stadsarchief II, nr. 1385, 09-05-1680
  261. Achttienhoven, nr. 825, fol. 67, 09-06-1680, gecit. in ⇒ hattem_nl.htm
  262. GA Utrecht, Nots. H. Ribbius, inv.nr. U94a1, aktenr. 188, d.d. 25-11-1686
  263. GA Utrecht, Stadsarchief II, nr. 3254, 30-03-1688
  264. GA Utrecht, Nots. H. Vyandt, inv.nr. U78a4, aktenr. 18, d.d. 17-05-1689
  265. GA Utrecht, Nots. A. Duerkant, inv.nr. U126a1, aktenr. 32, d.d. 24-10-1694
  266. GA Utrecht, Nots. A. Duerkant, inv.nr. U126a1, aktenr. 36, d.d. 08-11-1694
  267. ⇒ hattem_nl.htm
  268. ⇒ hattem_nl.htm
  269. GA Leiden, Collectie Van Rijckhuijsen, deel V, fol. 97v, 00-01-1675
  270. Rhenen, nr. 521.1, 17-11-1665
  271. GA Utrecht, Not. D. Woertman, d.d. 05-01-1675
  272. GA Utrecht, Nots. H. Ribbius, inv.nr. U94a2, aktenr. 57-2, d.d. 02-12-1690
  273. GA Utrecht, Nots. H. Ribbius, inv.nr. U94a2, aktenr. 57-1, d.d. 02-12-1690
  274. GA Utrecht, Nots. H. Ribbius, inv.nr. U94a2, aktenr. 55, d.d. 08-12-1690
  275. GA Utrecht, Transporten, 10-4-1691
  276. GA Utrecht, Nots. H. Ribbius, inv.nr. U94a2, aktenr. 96, d.d. 28-06-1692
  277. GA Utrecht, Nots. H. Ribbius, inv.nr. U94a2, aktenr. 105, d.d. 08-12-1692
  278. GA Utrecht, Transporten, 14-02-1693
  279. GA Utrecht, Nots. H. Ribbius, inv.nr. U94a2, aktenr. 276, d.d. 05-04-1702
  280. GA Utrecht, Transporten, 16-05-1731
  281. ⇒ hattem_nl.htm
  282. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  283. Nav. 31(1881)176
  284. NL 56(1938)430
  285. ⇒ hattemh01_nl.htm
  286. Posthumus, Bronnen tot de geschiedenis van de Leidsche textielnijverheid 1333-1795, 's-Gravenhage, 1910
  287. zie ook ⇒ hattemh01_nl.htm
  288. GA Utrecht, Not. N. de Cruijff d.d. 22-03-1648
  289. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 446, akte nr. 099
  290. GA Utrecht, Nots. H. Vyandt, inv.nr. U78a2, aktenr. 143, d.d. 30-05-1677
  291. GA Utrecht, Nots. H. van Capel, inv.nr. U71a1, aktenr. 133, d.d. 21-07-1670
  292. ⇒ www.gekaaptebrieven.nl
  293. Jb. Amstelodamum 57(1965)82
  294. Archiefnummer nl-hana_hca30-227.2_2_0093, scan-id 3296, ⇒ 3297
  295. ?
  296. ?
  297. lburg
  298. zie ook NP 71(1987)272
  299. Nav. 31(1881)177
  300. NL 20(1902)184
  301. NL 20(1902)184
  302. Nav. 44(1894)197
  303. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  304. NL 20(1902)184
  305. Nav. 31(1881)177
  306. Naamwijzer Utrecht, bij J. van Poolsum, Utrecht 1746
  307. Nav. 23(1873)431
  308. Nav. 31(1881)176
  309. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  310. ⇒ hattemh01_nl.htm
  311. Woerden, ONA, Not. G. van Gorcum 12-4-1656
  312. GA Utrecht, Nots. H. van Hees, inv.nr. U110a1, aktenr. 37, d.d. 21-04-1682
  313. GA Leiden, Seclusies nr. G, fol. 71, 09-03-1688
  314. GA Utrecht, Nots. C. de Coole, inv.nr. U113a1, aktenr. 229, d.d. 28-03-1690
  315. RAL, ONA Leiden, Nots. Dirck Camper, Archiefnr. 506, inv. nr. 1365, akte nr. 125
  316. NL 97(1980)196
  317. GA Utrecht, Nots. N. Verduijn, ...., d.d. 11-9-1635
  318. ds. J.J. Bos, Uit de geschiedenis van Soest. Nederduitsch-Hervormde Gemeente, Soest, z.j., Uitgave van de historische Vereniging Soest, ⇒ ~soest-ok
  319. A.J. van der Aa, Aaardrijksk. Woordenboek der Nederlanden i.v. Loevestein. Huisvriend. 1885, blz 263
  320. C.A. Abbing, Geschied. Der stad Hoorn. II bl94 der Bijll.- Huisvriend. 1885. blz 263
  321. G. Berandt, Historie der Reformatie. IV. Bl. 1096 tot 1101.- J. Regenboog, Historie der Remonstranten II bl. 356 tot 358
  322. J. van Vloten, Paschier de Fijne; bl. 184, 345, 373 en de Aantt. Bl. 15
  323. G.N.M. Vis, Het weeshuis van Woerden, 1996, ISBN:9065505288, ⇒ books.google.nl
  324. GA Utrecht, Nots. N. Verduijn, ...., d.d. 20-8-1637
  325. ONA Woerden, WO54, inv. nr. 8510, p2
  326. Woerden transportregisters 1602-1811 (W017), inv. nr. 47, f47v , nr. 00806
  327. ONA Woerden, inv. nr. 8505 p 20
  328. ONA Woerden, inv. nr. 8532 p 13
  329. ONA Woerden, inv. nr. 8519 p 39
  330. ONA Woerden, inv. nr. 8533 p 78-79
  331. ONA Woerden, inv. nr. 8535 p 127
  332. ONA Woerden, inv. nr. 8535 p 117
  333. ONA Woerden, inv. nr. 8510 p 202
  334. ONA Woerden, inv. nr. 8538 p 62
  335. ONA Woerden, inv. nr. 8539 p 78
  336. ONA Woerden, inv. nr. 8521 p 13
  337. ONA Woerden, inv. nr. 8513 p 130
  338. G.N.M. Vis, Het weeshuis van Woerden, 1996, ISBN:9065505288, ⇒ books.google.nl
  339. GA Utrecht, Nots. N. Verduijn, ...., d.d. 10-8-1643
  340. GAU, ONA, Nots. J. van Lienden, Akte nr. U105a1-212, d.d. 5-2-1689
  341. GA Leiden, Bonboeken, arch. nr. 501A, inv. nr. 6626, f413
  342. GA Leiden, Bonboeken, arch. nr. 501A, inv. nr. 6615, f354v
  343. GA Leiden, NL-LdnRAL, ORA Leiden, 508, inv.nr. 48, Buurquestieboeken, Deel-Folio: D-123
  344. RAL, ONA Leiden, Nots. Jan Mote, Archiefnr. 506, inv. nr. 284, akte nr. 063
  345. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Houtman, inv.nr. U022a016, akte nr. 73
  346. GA Utrecht, ONA, Nots. L. van Vuyren , inv.nr. U036a011, akte nr. 108
  347. zie ook ⇒ lucasriemens.nl
  348. ⇒ lucasriemens.nl
  349. zie ook NL 49(1931)343
  350. NL 49(1931)343
  351. GA Utrecht, Nots. J. Duerkant, akte U070a004 - 89, d.d 13-09-1670
  352. GA Utrecht, Nots. H. van Zuijlen, akte U048a004 - 297, d.d. 05-05-1671
  353. GAU, ONA, Notaris W. Pronckert, Utrecht, inv.nr. U117a001, aktenr. 60, d.d. 05-01-1687
  354. GAU, ONA, Notaris G. van Lochem, Utrecht, inv.nr. U085a001, aktenr. 200, d.d. 04-01-1676
  355. GA Utrecht, Nots. A. Houtman, akte U82a9 - 29, d.d 22-09-1684
  356. zie ook NL 49(1931)343
  357. NL 49(1931)343
  358. GA Utrecht, ONA, Nots. A. Hoofft , inv.nr. U023a001, akte nr. 5
  359. GA Utrecht, ONA, Nots. C. Van Vechten , inv.nr. U031a007, akte nr. 12
  360. GA Utrecht, ONA, Nots. L. Van Vuyren , inv.nr. U036a007, akte nr. 62
  361. GN 54(1999)89
  362. GN 54(1999)89
  363. GN 54(1999)89
  364. GN 54(1999)89
  365. GN 54(1999)89
  366. GAU, ONA, Notaris W. van der Houve, Utrecht, inv.nr. U047a005, aktenr. 12, d.d. 16-01-1668

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 14
Back to previous
generation 12
Directly go to generation :
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43