Next: Heliciteit van leptonen
Up: Spiegeling in de ruimte
Previous: Spiegeling in de ruimte
  Contents
Pariteitschending in -verval
De schending van de pariteit werd voor het eerst eenduidig bewezen
door mevrouw Wu en haar medewerkers62. Het concept van dat experiment wordt in figuur 52
schematisch voorgesteld.
Figuur 52:
Schematische voorstelling van de experimentele opstelling die
door Wu en medewerkers gebruikt is om de schending van pariteit te
demonstreren bij -verval van Co.
|
Een gepolariseerde kern met spin emitteert elektronen met
een impuls . Rechts in figuur 52 is
de pariteitgetransformeerde experimentele situatie geschetst.
Spiegelinvariantie eist dat we beide situaties niet kunnen onderscheiden,
en dat dus de telsnelheden en
gelijk dienen te zijn.
Het experiment werd uitgevoerd met de isotoop Co. Deze kern heeft
een spin en vervalt met een halfwaardetijd van
jaar bij voorkeur ( %) naar een
aangeslagen toestand (met ) van Ni. De Co
kernen kunnen gepolariseerd worden, als men ze in een sterk magneetveld
plaatst en afkoelt. De reden is dat de toestanden met een
verschillend magnetisch quantumgetal , waarbij
,
in een magnetisch veld een verschillende energie hebben,
|
(729) |
De relatieve bezettingsgraad van toestand ()
wordt door de Boltzmann-factor gegeven,
|
(730) |
Voor
is enkel het laagste niveau bezet en is de
kern volledig gepolariseerd (afhankelijk van het teken van is
dan parallel of antiparallel aan ).
De Co bron werd opgesloten in een kristal van cerium magnesium nitraat.
Wanneer dit materiaal geplaatst wordt in een relatief zwak extern
magnetisch veld ( T) dan zullen de elektronische momenten
zorgen voor een lokaal magnetisch veld in de orde van 10 - 100 T.
Door de hyperfijn interactie zal dan het Co gepolariseerd worden,
indien een temperatuur van ongeveer 10 mK bereikt wordt63. De kernpolarisatie werd gemeten door naar
het verval te kijken van Ni naar de grondtoestand. Voor een
E2 transitie wordt een hoekverdeling van de vorm
verwacht.
Men meet de -anisotropie coëfficiënt
met twee NaI detectoren.
Figuur 53:
(a) Experimentele opstelling zoals
door Wu en medewerkers gebruikt om de schending van pariteit te
demonstreren bij -verval van Co; (b) foton asymmetrie gemeten met
detector A () en detector B () als functie
van de tijd als het kristal opwarmt; het verschil tussen de curves
is een maat voor de netto polarisatie van de kernen; (c) -asymmetrie
in de telsnelheid gemeten met het anthracene kristal voor twee
richtingen van het magnetisch veld (, down ;
, up ).
|
Figuur 53
toont nogmaals het principe van de experimentele opstelling alsook
het resultaat voor de -asymmetrie.
Men meet de telsnelheid van de uitgezonden elektronen met een
anthracene kristal voor de twee verschillende oriëntaties van het
aangelegde externe magnetische veld.
Bij voldoende lage temperaturen
observeert men inderdaad een asymmetrie
die het bestaan van de pariteitschending
bewijst. Als het radioactieve preparaat opwarmt, dan verdwijnt de
asymmetrie, omdat de polarisatie kleiner wordt (het laatste is een
belangrijke systematische contrôle).
Next: Heliciteit van leptonen
Up: Spiegeling in de ruimte
Previous: Spiegeling in de ruimte
  Contents
Jo van den Brand
2004-09-25