Next: Diepinelastische Verstrooiing
Up: HADRON STRUCTUUR
Previous: Ladingsverdeling uit Elektronenverstrooiing
Uit energie- en impulsbehoud voor een elastische verstrooiing van
een elektron aan een nucleon (massa ) krijgen we, indien de
terugstootimpuls , die overgedragen wordt op het nucleon,
voldoende klein is, , en als we voor het nucleon de
niet-relativistische kinematische betrekking
mogen gebruiken
In de hoge-energie fysica is het gebruikelijk om de werkzame doorsnede
als functie van (in plaats van ) uit te drukken.
We vinden dan
Hiermee vinden we voor de werkzame doorsnede de eenvoudige
relatie
We benadrukken nogmaals, dat de verstrooiing in een puur Coulombveld,
, overeenkomt met de factor
. Tot nu toe hebben we de spin
en de magnetische momenten van alle deeltjes verwaarloosd. In het volgende
dienen we nog de noodzakelijke correcties aan te brengen. In principe
moeten we, tenminste voor het elektron, een relativistisch correcte
beschrijving gebruiken. Echter omdat we in dit inleidend college
bewust afzien van het gebruik van de Diracvergelijking, moeten we
proberen, met een aantal meer of minder goed beargumenteerde
aannamen het correcte resultaat te raden52.
Een elektron dat zich met hoge snelheid in het elektrische veld van
een lading beweegt, `voelt' (in het rustsysteem) ook een
magnetisch veld . Dit magnetisch veld zal wisselwerken met
het magnetisch moment van het elektron. De grootte van deze correctie
werd door Mott afgeleid
In de limiet
krijgen we weer de Rutherford
werkzame doorsnede. Voor ultra-relativistische elektronen,
, worden de effecten van de magnetische velden
aanzienlijk
vooral voor grote verstrooiingshoeken,
.
Figure:
Elektron-proton verstrooiing met 188 MeV elektronen
(R.W. McAllister en R. Hofstadter, Phys. Rev. 102, 851
(1956)). De theoretische curves corresponderen met de volgende waarde
voor
en
: Mott (1,0), Dirac (1,1), anomaal (1, 2.79).
|
Indien we ook het magnetisch moment van het nucleon in
beschouwing nemen, dan treden er in plaats van twee
vormfactoren op: bevat de invloed van de ladingsverdeling,
terwijl die van de magnetische momenten bevat. We vinden
hiermee de Rosenbluth vergelijking
waarbij
.
Fig. 56 toont data verkregen met de verstrooiing van
188 MeV elektronen aan waterstof. De vergelijking van de diverse
theoretische uitdrukkingen voor de werkzame doorsnede met de data
leert dat het proton geen puntvormig deeltje is. Deze energie is
echter te klein om de vormfactoren over een groot gebied
te bepalen. Hogere energieën zijn vereist
voor een beter begrip van de structuur van het proton.
De individuele vormfactoren kunnen experimenteel verkregen worden
door de werkzame doorsnede voor een bepaalde waarde van te delen
door
en te plotten als functie van
,
zoals getoond wordt in Fig. 57. Deze procedure wordt de
Rosenbluth separatie genoemd.
Figure 57:
Een Rosenbluth plot voor elektron-proton verstrooiing bij
een vaste waarde van de overgedragen impuls,
fm
.
|
Meetgegevens voor de magnetische vormfactor
worden getoond in fig. 58. De vormfactor
representeert de Fouriergetransformeerde
van de verdeling van magnetisme in het proton.
Op analoge wijze vertegenwoordigt
de verdelingsfunctie van de lading. Uit de
data voor verstrooiing van elektronen aan het proton en neutron
volgt een schalingswet voor de vormfactoren53
en men kan eenvoudig nagaan dat uit de afhankelijkheid van
vormfactoren volgt dat
fm
.
De nucleonen zijn dus geen puntvormige `elementaire deeltjes'.
Figure 58:
Magnetische vormfactor
van het proton, genormeerd
door delen met het magnetisch moment van het proton, als functie
van het kwadraat van de overgedragen impuls. De getrokken curve toont
een empirische dipool fit aan de data.
|
De vormfactoren van het neutron worden bepaald uit verschilmetingen
voor verstrooiing aan waterstof- en deuteriumtargets. Tot nu toe is
het niet gelukt om de elektrische vormfactor van het neutron,
, die klein (de totale lading is nul) maar niet nul
(het neutron is uit geladen quarks samengesteld) is, met voldoende
nauwkeurigheid te bepalen. Wel zijn er nauwkeurige meetgegevens
voor . We kunnen schrijven
De eerste term (Foldy term)
geeft de bijdrage van de interactie van het magnetisch
moment van het neutron met het Coulomb veld van het elektron.
De bijdrage van de Foldy term bedraagt
De bijdrage van een eventuele elektrische lading `binnen' het neutron
geeft aanleiding tot de gemiddelde kwadratische straal van het neutron
en deze bedraagt
We vinden dus ruwweg dat het neutron alleen magnetisme bevat en
slechts heel weinig lading. Deze eigenschap is moeilijk te begrijpen
op basis van eenvoudige modellen.
In de nabije toekomst hoopt men de elektrische en magnetische
vormfactoren van het neutron met grote precisie te bepalen.
Dit kan in de komende jaren gebeuren met gepolariseerde
elektronenbundels ( GeV) en gepolariseerde deuterium en/of
He targets54.
Next: Diepinelastische Verstrooiing
Up: HADRON STRUCTUUR
Previous: Ladingsverdeling uit Elektronenverstrooiing
Jo van den Brand
2002-03-25