This page was last updated : 180614. File size is: 72 k.	Genealogie Reinders Generatie 8	Refer to these data as: L. Lapikás, Genealogie Reinders, version 6.3, Muiden, 2009.
© Copyright 2018 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.

8a. ROELOF (RUDOLF) REINDERS, geb. Deventer 8-1-1832, ovl. Deventer 30-5-1879 (zelfdoding) ^[1], is te Deventer voor de Nationale Militie ingeschreven (loting nr. 157), maar in 1859 nog niet opgeroepen, dreef een concurrerende aardewerk- en porceleinzaak te Deventer, welke niet goed ging en waaruit schulden voortkwamen,^[2] koopman te Deventer (1859, 1863), tr. Deventer 8-9-1859 BERENDINA WILHEMINA JOHANNA BASTIAANS, geb. Deventer 2-10-1834, ovl. Haarlem 21-1-1906, woont Ruijsdaelkade 19 (1888-1901), Weteringschans 243 (1901-1906) te Amsterdam, dr. van Jacobus Rudolph Bastiaans, koopman, en Grada Johanna ten Harmsen.

Volgens de registers van de Oude begraafplaats aan de Diepenveenseweg te Deventer,[3] Roelof Reinders, beg. 3-6-1879, oud 47 jaren, in graf nr. 901, waarvan de eigenaar is D.J. Reinders. Berendina Jacoba Johanna Bastiaans, (sic!) beg. 25-1-1906, oud 71 jaren, wed. van R. Reinders, in graf nr. 901, waarvan de eigenaar is D.J. Reinders. Blijkbaar ligt tevens hun dochter Johanna Antonia Reinders (1863-1886) in dit graf. Foto: Costerus van Schothorst, 2005 klik op plaatje(s) om te vergroten

• 5. JOHANNA SOPHIA MAGDALENA REINDERS, geb. Deventer 28-11-1865, ovl. Arnhem 12-2-1937, woont te Ruijsdaelkade 19 Amsterdam (1892), vertrekt vandaar in 1892 naar Arnhem,^[9] tr. Amsterdam 11-8-1892 haar neef JOHANNES REINDERS, geb. Amsterdam 23-12-1864, ovl. Putten 6-3-1945 (aangifte Arnhem 24-7-1945), is in 1883 te Amsterdam ingeschreven voor de Nationale Militie (loting nr. 144) en heeft op 8-5-1884 een plaatsvervanger gesteld, woont Rembrandtplein 26 te Amsterdam (Bev. Reg. 1874-1893), woont te Arnhem (1892), dreef de aardewerkzaak te Arnhem, koopman aldaar (1892), zn. van Jacob Reinders en Arendina Dirkje van Eerten (zie nr. ⇒ 8c ). Voor nageslacht van dit echtpaar zie nr. ⇒ 9e)

• 6. RUDOLPH REINDERS, geb. Deventer 8-1-1867, ovl Haarlem 20-5-1921, volgt 9a.

• 7. HERMAN WILLEM, geb. Deventer 13-2-1868, ovl. Deventer 20-9-1868.

• 8. HERMAN WILLEM REINDERS, geb. Deventer 25-6-1869, ovl. Deventer 9-7-1869.

  Oude begraafplaats aan de Diepenveenseweg te Deventer,^[10]
  Herman Willem Reinders, beg. 12-7-1869, oud 14 dagen, in graf nr. 703, waarvan de eigenaar is D.J. Reinders.

• 9. MARGARETHA CORNELIA REINDERS, geb. Deventer 4-2-1871, ovl. Deventer 9-12-1871.

• 10. MARGARETHA CORNELIA ("Kee") REINDERS, geb. Deventer 17-3-1872, ovl. Utrecht 30-8-1957, beg. Bilthoven Den en Rust^[11], tr. Amsterdam 4-7-1901 haar neef GERRIT REINDERS, geb. Deventer 22-4-1875, ovl. Utrecht 18-4-1951, zn. van Hendrik Reinders en Bernardaa Mathilda Gerharda Weerman. Voor verdere gegevens en nageslacht van dit echtpaar zie nr. ⇒ 9b) .

• 11. JACOBA REINDERS, geb. Deventer 18-7-1873, ovl. Deventer 17-3-1875.

  Oude begraafplaats aan de Diepenveenseweg te Deventer,^[12]
  Jacoba Reinders, beg. 19-3-1875, oud 1 jaar, in graf nr. 703, waarvan de eigenaar is D.J. Reinders.

• 12. BERENDINA WILLEMINA JOHANNA REINDERS, geb. Deventer 20-9-1874, ovl. ..., komt in 1893 van Arnhem naar Amsterdam, vertrekt in 1894 weer naar Arnhem en komt in 1900 weer terug in Amsterdam uit Utrecht,^[13] woonde later huize "Mooiland" te Heelsum ^[14].

• 13. DERK REINDERS, geb. Deventer 31-8-1876, ovl. Deventer 21-5-1877.

  Oude begraafplaats aan de Diepenveenseweg te Deventer,^[15]
  Derk Reinders, beg. 24-5-1877, oud 9 maanden, in graf nr. 703, waarvan de eigenaar is D.J. Reinders.

8b. HENDRIK REINDERS, geb. Deventer 18-8-1833, ovl. Deventer 7-12-1916, is in 1852 te Deventer voor de Nationale Militie ingeschreven (loting nr. 157), maar in 1867 nog niet opgeroepen, koopman te Deventer (1867..1901), dreef de aardewerk- en porceleinzaak op de Brink te Deventer, tr. Delden 2-9-1867 BERNARDA MATHILDA GERHARDA WEERMAN, geb. Delden 29-7-1844, ovl. Deventer 9-12-1907, woont te Stad Delden (1867), te Deventer (1901), dr. van Gerrit Weerman ^[16], koopman, fabrikant, postdirekteur te Delden, en Daniella Johanna Reerink.

Oude begraafplaats aan de Diepenveenseweg te Deventer,^[17]
Hendrik Reinders, beg. 9-12-1916, oud 83 jaren, echtgenoot van B.M.G. Weerman, in graf nr. 550, waarvan de eigenaar is D.J. Reinders.
Bernarda Mathilda Gerharda Weerman, beg. 12-12-1907, oud 63 jaren, echtgenote van H. Reinders, in graf nr. 550, waarvan de eigenaar is D.J. Reinders.

Familiefoto ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van "tante Jo". V.l.n.r. zittend de drie zusters: Lambertha Johanna ("Bertha") Reinders (1873-ca. 1950-1960), Daniella Johanna ("Jo") Reinders (1868-1965), Johanna Antonia ("Toos") Reinders (1871-1959). V.l.n.r. staand hun drie nichtjes: Gerharda Bernarda Mathilda Reinders (1917-1992), Aagje Antonia Reinders (1920-2000), Anna Maria ("Iet") Reinders (1912-1994). Foto: Deventer (Boedekerstraat) 25-7-1948. klik op plaatje(s) om te vergroten

V.l.n.r.: Daniella Johanna ("Jo") Reinders (1868-1965) Lambertha Johanna ("Bertha") Reinders (1873-ca. 1950-1960), Elisabeth Mathilda ("Thil") Veen (1895-1986), Johanna Antonia ("Toos") Reinders (1871-1959). Foto: Gorssel (De Berkenkamp) 1950. Bron: Ref. [18] klik op plaatje(s) om te vergroten

Uit dit huwelijk:^[19]

• 1. DANIELLA JOHANNA ("Jo") REINDERS, geb. Deventer 25-7-1868, ovl. Eefde 14-4-1965, beg. Diepenveen, ongehuwd, dreef de aardewerk- en porceleinzaak W. Reinders & Co op de Brink samen met haar broer Wiechert.

  Volgens Mevr. A.A. van Schothorst-Reinders hing bij haar "tante Jo" boven het kabinet een portret van een man (Reinders, Weerman ?) die koerier des konings (Willem III ?) zou zijn geweest. Banden om zijn arm zouden duiden op een hoge rang. Portret en geschiedenisboek over de winkel zouden zich thans in de Waag te Deventer bevinden.^[20]
  Bij nader onderzoek bleek het te gaan om het geschilderd portret van Arend Loseman (1759-1826), statenbode van Overijssel, en overgrootvader van tante Jo (zie ⇒ Kwartierstaat Van Schothorst, nr. 50 ). Het schilderij is in 1956 door haar geschonken aan het Ned. Postmuseum (thans Ned. Museum voor Communicatie) te Den Haag, waar het thans (2004) nog in de collectie aanwezig is (inventarisnr.23033).
  Uit correspondentie met de Deventer Musea en het Stadsarchief bleek dat aldaar geen boek of manuscript te vinden is met de geschiedenis van de winkel Reinders. ^[21]

  Op 9-3-1967 wordt de eindafrekening en staat van verdeling opgemaakt van de nalatenschap van Daniella Johanna Reinders. Zij legateert ƒ 1100,-- aan Mej. Bruynsteen, terwijl haar verdere nalatenschap, bestaande uit contanten, obligaties, aandelen, haar woonhuis in de Boedekerstraat te Deventer (verkocht voor ƒ 33000,--) en een huis in de Burg. van Suchtelenstraat te Deventer (verkocht voor ƒ 6000,--), in negen gelijke delen toevalt aan de twee kinderen van haar zuster Lambertha Johanna Reinders bij Dr. François Wilhelm Wissel, de drie kinderen van haar broer Herman Reinders bij Femma Gijsberta Husselman, en de vier kinderen van haar broer Dr. Mr. Jan Bernard Reinders bij Anna Maria Veen. ^[22]

• 2. WI(E)CHERT REINDERS, geb. Deventer 14-11-1869, ovl. Deventer 29-5-1937, beg. Diepenveen, koopman, ongehuwd, dreef de aardewerk- en porceleinzaak W. Reinders & Co op de Brink samen met zijn zuster Daniella Johanna.

  De fa. W. Reinders & Co staat van 1921-1937 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Deventer, met als bedrijfsactiviteit de handel in glas, aardewerk en aanverwante artikelen. ^[23]

V.l.n.r. Anna Maria Reinders-Veen (1885-1937), Wiechert Reinders (1869-1937), Aagje Antonia ("Tonny") Reinders (1920-2000), Marianne Ritzema (vriendin van Tonny), Gerda Reinders (1917-1992), Truus Ritzema (vriendin van Tonny), Daniella Johanna ("tante Jo") Reinders (1868-1965), Jacoba Berendina Johanna ("Zus") Reinders (1893-??). Foto: Buitenhuisje De Berkenkamp te Gorssel, dat Jo en Wiechert Reinders hadden overgenomen van Jan Bernard Reinders na diens overlijden in 1933. Datum: tussen jan. 1933 en mei 1937, vermoedelijk zomer 1934.

Grafsteen van Wichert Reinders (1869-1937) en zijn zuster Daniella Johanna Reinders (1868-1965) op de begraafplaats te Diepenveen. Bron en copyright: ⇒ Graftombe.nl klik op plaatje(s) om te vergroten

• 3. JOHANNA ANTONIA ("Toos") REINDERS, geb. Deventer 25-8-1871 ^[24] , ovl. Haarlem 22-9-1959, beg. Heemstede Alg. Begraafplaats Herfstlaan 14-10-1959^[25] , handwerklerares, tr. Deventer 26-8-1896 Mr. AGE SOLCO MIEDEMA, geb. Sneek 29-6-1867, ovl. Heemstede 19-3-1945, beg. Heemstede Alg. Begraafplaats Herfstlaan 20-3-1945^[26], zn. van Arend Miedema, notaris te Sneek, en Rymke Tromp, volgde het gymnasium te Sneek en Arnhem,^[27] ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Groningen 4-11-1890,^[28] ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 24-10--1895,^[29] promoveerde op 25-10-1895 te Leiden in de rechtswetenschappen op een dissertatie getiteld "Sneek en het Sneeker stadrecht",^[30] advocaat en procureur te Sneek, gemeentesecretaris te Harlingen, commies aan het Departement van Oorlog (1899), secretaris van een commissie tot Onderzoek naar de Comptabiliteit op het Departement van Oorlog (1900), ambtenaar aan het Departement van Waterstaat, chef van de afdeling Comptabiliteit in diesnt van het hoofdbestuur van de PTT, directeur van de Haarlemsche Hypotheekbank (1903 - 1935), commissaris en lid van de raad van toezicht van deze bank (1936-..), medeoprichter (1906), bestuurslid (1906-1913) en voorzitter (1910-1913) van de Vereeniging van Directeuren van Hypotheekbanken, lid van de gemeenteraad van Haarlem (liberaal), lid (1927-1935) van de Provinciale Staten van Holland voor de Vrijheidsbond, lid van de Voogdijraad, bijna 25 jaar commissaris van de Nutsspaarbank te Haarlem, lid van de commissie van Toezicht Middelbaar Onderwijs, bestuurder (1915-..), en voorzitter (1934-..) van de Schuurman Schimmel-van Outeren Stichting (fonds voor studiehulp), bestuurder van de begrafenisbos "De vrijwillige liefdebeurs", factor van de rederijkerskamer "Trou moet blijcken", genealoog en heraldicus ^[31], vrijmetselaar. Hij woonde in 1915 in de Van Eedenstraat te Haarlem, ^[32] later in huize "De Wente", Heemsteedsche Dreef te Heemstede. Hieruit geen kinderen.

  In zijn wilsbeschikking van 3-12-1924 verklaart D.H. Vettewinkel om na zijn overlijden, als blijk van ondervonden vriendschap een sieraad te schenken aan mevrouw Dijserinck-Engelberts en mevrouw Miedema-Reinders. ^[33]

  Op 24-12-1952 testeert te Haarlem Johanna Antonia Reinders. Zij legateert een antieke staande klok aan haar neef Egbert Reinders en zilverwerk aan haar nicht Aagje Antonia Reinders. Tot enige algehele erfgenamen van haar volledige inboedel worden benoemd voor gelijke delen de vier kinderen van haar broer Jan Bernard Reinders en de twee kinderen van haar zuster Lambertha Johanna Reinders. Voorts legateert zij, niet vrij van lasten en kosten, aan Arend Posthuma, Jacobus Posthuma, en Yke Riemke Posthuma, kinderen van haar aanbehuwd zuster Lutgertje Miedema en wijlen de heer Miedema, ƒ 30.000,--. Tot executeur benoemt zij Mr. Jan Buisman Ebbinge, belastingconsulent te Haarlem. ^[34]

  Op 24-12-1952 maakt zij een onderhandse beschikking waarin in geval van verhindering of ontstentenis van bovengenoemde executeuer in diens plaats wordt benoemd Johannes Cornelis Stuart, notaris te Haarlem.

  Op 14-4-1954 maakt zij een onderhandse beschikking waarin zij aan haar aanbehuwd zuster Lutgertje Miedema, wed. van Sipke Miedema, legateert vier antieke geboortelepels, afkomstig uit de familie van haar echtgenoot Age Solco Miedema.

  Op 20-11-1954 testeert zij opnieuw en bepaalt in afwijking van het voorgaande testament dat het legaat aan de kinderen Posthuma nu wel vrij van lasten en kosten dient te worden gemaakt.^[35]

  Na het overlijden van Johanna Antonia Reinders op 22-9-1959 maakt de executeur Johannes Cornelis Stuart, notaris te Haarlem, in mei 1960 de memorie van aangifte van de nalatenschap op. ^[36] De nalatenschap bestaat uit: lijfsieraden en kleding, contanten, banksaldi, obligaties, aandelen, hypothecaire schuldvorderingen t.l.v. de heer A.H. Krans te Haarlem, de heer J.A.M. van Liemt te Haarlem, de heer E. Witjas te Heemstede, de heer J.P.A. Kuyten te Haarlem, de heer A.G. Wynands te Heemstede, de heer K.J. Helweg te Overveen, en een uitkering van een levensverzekering. De erfgenamen zijn de bovengenoemde zes neven en nichten. De legaten worden eveneens toebedeeld als boven beschreven.

Mr. Age Solco Miedema (1867-1945) en echtgenote Johanna Antonia Reinders (1871-1959) Foto: datum onbekend (ca. 1930)

Levensbeschrijving van Age Solco Miedema (1867-1945). [37] klik op plaatje(s) om te vergroten

Grafzerk van het echtpaar Miedema-Reinders op de Alg. Begraafplaats Herfstlaan te Heemstede. Foto: Louk Lapikás, 2012 klik op plaatje(s) om te vergroten

• 4. LAMBERT(H)A JOHANNA REINDERS, geb. Deventer 7-5-1873, ovl. Arnhem (huize Anajah) 10-2-1961, vertrekt na het overlijden van haar echtgenoot op 9-10-1930 naar Arnhem Couperusstraat 2 (de bestemming Brink 24 te Deventer bij fa. Reinders is doorgehaald in het Bev. Register), leefde na het overlijden van haar echtgenoot samen met Feite Hendrik Pijttersen (ovl. 1952) te Sneek,^[38] tr. Deventer 4-6-1902 Dr. FRANCOIS WILHELM WISSEL, geb. Sneek 5-3-1870, ovl. Bad Mondorf (Lux.) 20-8-1930 ^[39], ingeschreven als student geneeskunde aan de Universiteit van Leiden 7-10-1889,^[40] geslaagd aldaar voor het propedeutisch examen (juni 1891)^[41] en het doctoraal examen (juni 1896),^[42] , toegelaten tot het artsexamen 1ste gedeelte (jan. 1897),^[43] en bevorderd tot arts (juli 1897),^[44] promoveert aldaar op 28-9-1897 in de geneeskunde op een dissertatie getiteld Over het speeksel bij Diabetes mellitus,^[45] officier van gezondheid der tweede klasse (benoemd 16-7-1897), bevorderd tot eerste klasse sept. 1903,^[46] bij de Geneeskundige dienst der Zeemacht te NOI (1897-1902),^[47] wordt geplaatst als officier van gezondheid op Hr. Ms. wachtschip te Amsterdam (sept. 1897),^[48] werkt vervolgens in het hospitaal der Marine te Willemsoord, wordt geplaatst aan boord van Hr. Ms. artillerieinstructieschip Bellona (dec. 1897),^[49] wordt aldaar op 28-7-1898 op non-activiteit gesteld,^[50] wordt als officier van gezondheid geplaatst op Hr. Ms. flottieljevaartuig Siboya (okt. 1898)^[51] om mee te varen naar Batavia (vertrek dec. 1898), waar het schip gebruikt zal worden ten dienste van de Diepzee-expeditie in de zeeë van de Indische Archipel onder leiding van de Amsterdamse hoogleraar Prof. dr. Max Weber, en waar een aantal officieren weer van boord zullen gaan,^[52] wordt na aankomst in NOI overgeplaatst op het schip Gedeh (maart 1899),^[53] naar de Borneo (april 1899),^[54] daarna naar de Sumbawa, vervolgens naar de Madura (okt. 1899),^[55] naar de Friesland (nov. 1899),^[56] vandaar naar Hr. Ms. Makasser (nov. 1900),^[57] van de Friesland op de Koning der Nederlanden onder intrekking zijner overplaatsing aan boord van de Holland,^[58] daarna kennelijk weer terug op de Makasser, van de Makassar naar de Koning der Nederlanden met vergunning te repatriëren (feb. 1902),^[59] vaart terug naar Europa met het s.s. Koning Willem I, dat op 19-2-1902 vertrokken is uit Batavia en op 12-3-1902 is aangekomen te Genua, waar hij ontscheept,^[60] wordt op non-activiteit gesteld (april 1902),^[61] wordt gedetacheerd bij de directie der Marine te Hellevoetsluis (juli 1902),^[62] vertrekt van Vlissingen naar Southampton bestemd voor het s.s. Avondale Castle naar Zuid Afrika (sept. 1903),^[63] wordt geplaatst bij het hospitaal der Marine te Hellevoetsluis (juni 1904) ^[64] en vandaar op Hr. Ms. instructieschip Nautilus,^[65] krijgt op 16-7-1905 op zijn verzoek eervol ontslag uit den zeedienst,^[66] en vestigt zich in nov. 1905 als arts te Sneek (1905-1909), en te 's-Gravenhage (1909-1930), vestigt zich aldaar op 2-4-1909 op de Haringkade 147, vanaf 21-5-1915 op Frankenslag 124 en vanaf 19-6-1919 op Frankenslag 129,^[67] lid van de commissie voor geneeskundig onderzoek van aspirant machinisten bij de marine-machinistenschool te Hellevoetsluis (1924 en 1916),^{[68] [69]} zn. van Julius Constantinus Adrianus Wissel, luitenant ter zee en rijkshavenmeester, en Berber ten Cate (zie ⇒ Kwartierstaat Van Schothorst nr. 905 sub g/1 ) Zij wonen te Hellevoetsluis (1903-1904), Sneek (1905-1909), 's-Gravenhage (1909-1930).

Advertentie in de Leeuwarder Courant d.d. 6-11-1905 waarin Dr. Francois Wilhelm Wissel zijn vestiging als arts te Sneek aankondigt.

Overlijdensadvertentie in Het Vaderland d.d. 21-8-1930 van Dr. Francois Wilhelm Wissel (1870-1930), en van zijn echtgenote Lamberta Johanna Reinders (1873-1961) (collectie CBG). klik op plaatje(s) om te vergroten

Uit haar eerste huwelijk (Wissel-Reinders) :

• a. Bernarda Berber ("Bé") Wissel, geb. Nieuw Helvoet 19-3-1903, ovl. Zoetermeer 28-9-1993, beg. Bennekom Begraafplaats Kerkhoflaan, heeft wellicht Duits gestudeerd, vertrekt op 28-9-1921 naar Wiesbaden, komt op 8-6-1922 vandaar weer terug naaar Den Haag, geeft bijlessen en converstielessen Engels aan HBS en gymnasiumleerlingen (1927),^[70] vertrekt op 6-12-1928 van 's-Gravenhage naar Arnhem Rijnkade 94, woont te 's-Gravenhage (1930), otr. Sneek okt. 1938^[71] en tr. Arnhem 11-11-1938^[72] Ir. Jan Jacob Kwak, geb. Amsterdam 11-12-1907, ovl. 19-11-1986, beg. Bennekom Begraafplaats Kerkhoflaan ,^[73] slaagt voor het prop. examen(juni 1927),^[74] voor het kandidaatsexemen (juni 1929),^[75] en cum laude voor het ingenieursexamen (feb. 1930)^[76] werktuigkunde aan de Technische Hogeschool te Delft, komt met zijn ouders op 5-9-1920 (1910?) uit Zeist naar Rotterdam, vertrekt vandaar op 26-2-1930 naar Hengelo (O), komt op 28-4-1933 uit Haarlem naar zijn ouders in Rotterdam en vertrekt vandaar op 28-8-1937 naar Arnhem,^[77] verm. betrokken bij de hernieuwde inbedrijfstelling van de kunstzijdefabriek in Pizzighettone (I) (1939),^[78] hoofdingenieur bij de AKU (1960), bedrijfsdirecteur van de kunstzijdefabriek Enka in Ede (okt. 1964 - jan. 1971),^[79] zn. van Jacob Kwak, tekenaar en bedrijfsleider, en van Guurtje van Heek. Zij wonen te Velp (1941), Arnhem (1941..1960), Ede (1968).

Overlijdensadvertentie van Bernarda Berber Wissel (1903-1993). (collectie CBG). klik op plaatje(s) om te vergroten

Uit dit huwelijk:

• aa. Jojo Kwak, vermeld als Jojo Reribo-Kwak (!), leerkracht (voor 2005) op de Delftse Montessorischool,^[80] tr. Ede 14-7-1967 Albert Francis Rebibo, geb. Casablanca (Marokko) 11-1-1940^[81], metaalhandelaar te Evreux (2009). Zij wonen in Frankrijk te Epernon (1968), Le Plessis-Grohan (1993, 2018), Evreux (2009). Hieruit verder nageslacht bekend.

• bb. Ir. Frans Jacob Kwak, geb. Pizzighettone (I) 5-9-1939, ovl. Benthuizen 11-6-2018,^[82] volgt het Stedelijk Gymnasium te Arnhem (1953),^[83] bezoekt de Neptunusschool te Scheveningen (1957),^[84] werkzaam bij Rijkswaterstaat, lid van de Old Grand-Dad Club (2004),^[85] tr. Velp 27-12-1963^[86] Agniete Huidekoper, geb. ca. 1939, volgde het Stedelijk Gymnasium te Arnhem (1951-1957),^[87] voorzitter van de Evenementencommissie Benthuizen (1969),^[88] dr. van Ir. Anne Willem Huidekoper, landbouwconsulent in NOI Sumatra, leraar M.L.S., en Catherina Reiniera Jacobson.^{[89] [90]} Zij wonen te Benthuizen (1968..2018). Hieruit verder nageslacht bekend.

• b. Ir. Frits Julius Wissel, geb. Sneek 21-1-1907, ovl. Arnhem 9-10-1999, vertrekt op 28-11-1927 uit 's-Gravenhage naar Zürich,^[91] studeert aldaar aan de ETH, officier vlieger der derde klasse (..-1932), der tweede klasse (1933-1937)^[92] bij de Kon. Marine te NOI (1933), krijgt op zijn verzoek eervol ontslag uit de zeedienst en wordt op 5-12-1937 benoemd tot officier vlieger der tweede klasse^[93] en is in 1944 officier-vlieger der eerste klasse bij de Koninklijke Marine-Reserve te NOI, onderneemt met Anton Colijn, Jan Jacques Dozy en acht Dayaks van 29-10-1936 (vertrek uit Aika) tot 24-12-1936 (terugkomst in Aika) een expeditie naar het Carstensz gebergte in Nieuw-Guinea,^[94] is ontdekker van de Wisselmeren in een hooggelegen vallei in het Maoke-gebergte te Nieuw Guinea, komt op 25-1-1938 uit Soerabaja terug naar 's-Gravenhage, en wordt vandaar weer uitgeschreven naar BalikPapan 20-5-1938, reisde met zijn familie op het schip Baloeran dat op 16-3-1938 van Rotterdam naar Batavia is vertrokken,^[95] is in 1940 employé van de Bataafsche Petroleum Mij. te Balikpapan,^[96] werkte tijdens de Tweede Wereldoorlog in Australië voor de Allied Geographical Section als NEFIS Liaison Officer (1942-1946) in Brisbane (1942),^[97] wordt bij K.B. no. 2 van 21-3-1944 onderscheiden met het Vliegerkruis "toegekend aan militairen, in dienst van het Koninkrijk der Nederlanden, die zich door daden van initiatief, moed en volharding tegenover de vijand, dan wel in verband met vijandelijke actie, hebben onderscheiden en deze daden hebben bedreven gedurende een of meer vluchten in een luchtvaartuig",^[98] keerde na de oorlog als marinepiloot terug naar Nieuw-Guinea, met als basis het Molukse eiland Morotai, was hij 1957 tot aan zijn pensioen in 1972 als docent verbonden aan de Hogere Technische School in Delft, Den Haag en Arnhem,^[99] woont te 's-Gravenhage (1930), Weltevreden (NOI)(1933),^[100] 's-Gravenhage (1938), te Balikpapan (1940),^[101] 's-Gravenhage (1960), Arnhem (1961-1968), tr. 1^o Zürich (CH) 23-3-1938 Erna Reis, woont te Zürich (1938), is tijdens de Tweede Wereldoorlog in Australië werkzaam voor de Allied Geographical Section (1942-1946),^[102] tr. 2^o Bryntirion Datchet (Buckinghamshire, GB) 20-10-1950 Ellen Margrethe Bang, geb. Frederiksberg (DK) 3-4-1920, ovl. Arnhem 14-1-2002^[103], vertaalster Deens-Nederlands, woont te Arnhem (1968).

Leden van het expeditieteam naar het Carstensz gebergte in Nieuw Guinea, bepakt met 275 kilo bagage voor vertrek in Babo. Vooraan de acht Dayaks Bintang, Imang, Tadong, Oengga, Bong, Besi, Njoeb en Emab, daarachter Frits Wissel en Jan Jacques Dozy. Foto : 1936 Bron A. Colijn, Naar de eeuwige sneeuw van tropisch Nederland, Amsterdam, 1937, en Ref. [104]

Frits Wissel vlak voor de laatste poging de Carstenszpiramide te bereiken. Foto : 1936 [105] klik op plaatje(s) om te vergroten

Ir. Frits J. Wissel met op de achtergrond de Carstenszweide en de Grasberg tijdens de expeditie naar de Carstensz-toppen op Nieuw-Guinea Foto: Nieuw-Guinea, november 1936 Bron: origineel is te vinden op ⇒ KITLV

Paniai (Wisselmeren), gezien vanuit het zuiden, links de delta's van een van de twee oostelijke vlakke toegangsdalen te Nieuw-Guinea Foto: Ir. Frits J. Wissel, Nieuw-Guinea, 1937 Bron: origineel is te vinden op ⇒ KITLV klik op plaatje(s) om te vergroten

Verslag in Het Vaderland d.d. 10-5-1937, van het jaardiner van de Nederlansche Alpenvereeniging waarop Dr. A. H. Colijn, Dr. J.J. Dozy en Ir. F. Wissel als leden van de Nieuw-Guineaexpeditie naar het Carstenszgebergte, met hun dames, als eregasten aanwezig zijn.

Bericht in Het Vaderland d.d. 18-11-1937 waarin wordt aangekondigd dat het door Ir. Frits Julius Wissel ontdekte meer in de onderafdeling Mimika op Nieuw Guinea naar hem "Wisselmeer" zal worden genoemd. klik op plaatje(s) om te vergroten

Ondertrouw- en huwelijksannonce van Frits Julius Wissel en Erna Reis. Bron: Collectie Familieadvertenties ⇒ CBG Het is onduidelijk hoe zij op 23-3-1938 te Zürich getrouwd kunnen zijn, terwijl het schip de Baloeran waarmee zij naar Indie reizen al op 16-3-1938 uit Amsterdam vertrokken is. Blijkbaar zijn zij te Marseille opgestapt waarvandaan de Baloeran op 24 maart vertrekt (of was er nog een tussenstop in Genua?).

De eerste klas eetzaal van het ms. Baloeran van de Stoomvaartmij. Nederland. Met dit schip reisden Frits Julius Wissel en Erna Reis direct na hun huwelijk naar Indië. Bron: Nedlloyd/Maritiem Museum klik op plaatje(s) om te vergroten

Grafzerk op de begraafplaats Moscowa te Arnhem van Frits Julius Wissel (1907-1999) en zijn tweede vrouw Ellen Margrethe Bang (1920-2002). Bron: ⇒ Graftombe.nl klik op plaatje(s) om te vergroten

Uit zijn tweede huwelijk (Wissel-Bang):

• a. Anne Wissel, geb. 1951.

• b. Pia Wissel, geb. 1954.

• 5. GERRIT REINDERS, geb. Deventer 22-4-1875, ovl. Utrecht 17-4-1951, volgt 9b.

• 6. HERMAN REINDERS, geb. Deventer 9-11-1876, ovl. Deventer 31-7-1960, volgt 9c.

• 7. JAN BERNARD REINDERS, geb. Deventer 14-12-1882, ovl. Bloemendaal 17-1-1933, volgt 9d.

8c. JACOB REINDERS, geb. Deventer 11-12-1837, ovl. Amsterdam 2-5-1868, kok (1862..1868), woont Heerengracht 137 (1863/64), Singel 515 (1865..1868) te Amsterdam.^[106] tr. Amsterdam 28-5-1863 ARENDINA DIRKJE VAN EERTEN, geb. Amsterdam 21-8-1841, ovl. Amsterdam 22-12-1902 ^[107], woont Rembrandtplein 26 te Amsterdam (Bev. Reg. 1874-1893), woont te Amterdam (1892), dr. van Bastiaan van Eerten, commissionair te Amsterdam (1841), en Antonia Maria ten Hove, woont Weteringschans 243 (1891-1901) te Amsterdam.^[108]

Uit dit huwelijk:^[109]

• 1. BASTIAAN WICHERT REINDERS, geb. Amsterdam 22-11-1863, ovl. Amsterdam 12-1-1910, zonder beroep, op 21-3-(1882?) aangenomen voor de militaire dienst, maar heeft verklaard een vervanger te zullen stellen,^[110] woont Rembrandtplein 26 te Amsterdam (Bev. Reg. 1874-1893), woont Keizersgracht 152hs (1901-1910) te Amsterdam,^[111] dassenfabrikant.^[112] In 1926 ^[113] en 1928 ^[114] verschijnen nog advertenties in de NRC waarin B.W. Reinders, Keizersgracht 306, wordt vermeld als importeur van witte boorden. Zijn dit zijn erven?

• 2. JOHANNES REINDERS, geb. Amsterdam 23-12-1864, volgt 9e, woont Rembrandtplein 26 te Amsterdam (Bev. Reg. 1874-1893).

• 3. HERMAN REINDERS, geb. Amsterdam 27-11-1865, ovl. Amsterdam 14-6-1866.

• 4. ANTONIA MARIA REINDERS, geb. 6-5-1867, beg. Amsterdam De Nieuwe Ooster 5-5-1931, woont Rembrandtplein 26 te Amsterdam (Bev. Reg. 1874-1893), tr. Amsterdam 10-9-1896 GERRIT VAN 'T ENDE, geb. Zwolle 8-10-1862, ovl. Amsterdam 11-6-1906 (beg. Amsterdam De Nieuwe Ooster 14-6-1906), aannemer (1906), zn. van Gerrit van 't Ende en Josina Elisabeth Meuleman.

• 5. JACOB REINDERS, geb. Amsterdam 24-5-1868, ovl. Amsterdam 31-3-1920, volgt 9f.

8d. HERMAN JAN REIJNDERS^(¥), geb. Zwolle 28-6-1831, ovl. Ladismith (RSA) 16-6-1893 (laat roerende en onroerende goederen na), emigreerde voor 1874 naar Zuid Afrika, meubelmaker (1893),^[115] tr. vóór 1874 de twintig jaar jongere ELIZABETH SUSANNA MATHILDA LANE^(¥), geb. Knysna mei/juni 1851, ovl. Ladismith 16-1-1920 (oud 68 jaar 7 maanden, laat roerende en onroerende goederen na), is Brits onderdaan (1920), woont in Ladismith (1893.. 1920), ondersteund door haar zoon (1920), dr. van John Thomas Lane, slager, en Emma Hall. Zij hertr. Ladismith 1893-1900 Robert Charles Rice, geb. 1833/34, ovl. Ladismith 30-10-1909, colonial pensioner,^[116] waaruit een zoon (zie hieronder).

COMMENTAAR(¥) In de overlijdensakte d.d. 16-6-1893 van Herman Jan Reinders worden 7 kinderen genoemd (nummers 3 t/m 9 hieronder), Frederick Robert is daar niet bij! In de overlijdenskate van Frederick Robert wordt zijn vader Herman JACOB Reinders genoemd! In de overlijdensakte d.d. 16-1-1920 van Elizabeth Susanna Mathilda Lane wordt haar eerste man Herman JACOBUS Reinders genoemd. Voorts geeft de akte een lijst van haar kinderen uit haar eerste huwelijk (Frederick Robert, en Emma Elizabeth plus de nrs 3 t/m 8 hieronder, nr. 9 William Henry worst niet vermeld, die is dan vermoedelijk al overleden. Uit haar tweede huwelijk wordt vermeld Hope Percival Rice. Alle kinderen zijn meerderjarig (ouder dan 18 of 25?).

Op 22-12-1919 testeert te Ladismith Elizabeth Susanna Matilde Rice, geboren Lane, eerder weduwe van Herman Jacobus Reinders, weduwe wonend te Ladismith (Kaapprovincie). Zij benoemt tot enige algehele erfgenamen van haar onroerende goederen, voor vier gelijke delen: haar dochter Emma Elizabeth ((Reinders) gehuwd in gemeenschap van goederen met Johannes Lodewyk Birk, haar zoon Dirk Johannes Reinders, en haar zoon Hope Percival Rice, tesamen met het oudste - ten tijde van haar overlijden in leven zijnde - kind van haar dochter Zwaantje Johanna (Reinders) gehuwd in gemeenschap van goederen met Philippus Jacobus Snyman. De executeur dient de onroerende goederen in openbare veiling te verkopen, en het deel voor het kleinkind aan de moeder Zwaantje Johaan uit te betalen ten behoeve van haar opvoeding. De genoemde vier erfgenamen dienen de overige goederen en bezittingen gelijkelijk onder elkaar te verdelen. Tot executeur benoemt zij haar zoon Dirk Johannes Reinders.

• 1. FREDERICK ROBERT REINDERS, geb. Riversdale District (RSA) 1865/66, ovl. Oudtshoorn (Oudtshoorn, RSA) 29-1-1930, volgt 9g.

• 2. EMMA ELIZABETH REINDERS, geb. verm. voor 1874, ovl. na 1920, tr. vóór 1919 (in gemeenschap van goederen) Johannes Lodewyk Birk, verm. zn. van Barend Johannes Jacobus Birk en van Johanna Catharina Vrey (huw. 1879 Prins Albert).^[117]

Uit het huwelijk (Reinders-Lane):^[118]

• 3. PIETER JOHANNES REINDERS, geb. 6-10-1874, volgt 9h.

• 4. JOHN THOMAS REINDERS, geb. Ladismith (Eastern Cape, RSA) 16-2-1877, ovl. Calvinia (Eastern Cape, RSA) 23-4-1926, volgt 9i.

• 5. HERMAN JACOBUS REINDERS, geb. Ladismith (Eastern Cape, RSA) 20-5-1880, ovl. Cape 1948, wednr. "port v telegraph assistent" wonend in King Williamstown (1920), tr. 1^o NN, tr. 2^o Grahamstown, East London, St Alban 8-4-1920 Francis Anne Bucknall, geb. 1881/82, woont in King Williamstown (1920).

• 6. DIRK JOHANNES REINDERS, geb. Ladismith (Eastern Cape, RSA) 9-8-1882, ovl. Eastern Cape (RSA) 1932, ondersteunt zijn moeder in Ladismith (1920), en is haar executeur testamentaair en mede-erfgenaam, is volgens familieoverlevering overleden door een schot uit zijn eigen geweer dat afging toen hij tijdens de jacht over prikkeldraad klom.

• 7. ELIZABETH SUSANNA MATHILDA REINDERS, geb. Ladismith (Eastern Cape, RSA) 9-6-1884, ovl. jan. 1973, j.d. wonend in Lady Grey (1909), tr. Kimberly St Cyprian's Church (RSA) 14-4-1909 ^[119] Esme Nourse Erskine, geb. 1884, ovl. Pietermaritzburg, Natal (RSA) 7-7-1962,^[120] j.m. boer wonend in Mafeking (1909),^[121] majoor in de King's African Rifles (..-1924), werkzaam bij de Military Administration Northern Frontier Kenya, (1919-1928), Brits consul in West-Abessinië (1928-1937) waar hij planten verzamelde, botanist,^[122] ontving het Military Cross en was Companion of the Order of St. Michael and St. George, zn. van St Vincent Whitshed Erskine, ontdekkingsreiziger en Surveyor General van Zuid Afrika, en van Alice Lindley Buchanan. Tijdens zijn verblijf in West-Abessinië heeft Esme Nourse Erskine kennelijk een relatie met Muriele Gladys Smith, geb. Dum Dum (India) 1904-1906, dr. van Busty Gate-Smith, kolonel in het Norfolk Regiment, bij wie twee dochters (zie hieronder).

  History of the Anuak to 1956 by Robert O. Collins^[123]
  (... The British consul) "Walker was succeeded at Gore by Captain E. N. Erskine in August 1928 by which time the value of coffee and other products passing through Gambella were now averaged E£ 300,000 annually. Like Walker, Esme Erskine soon became a dominant figure in western Ethiopia. He established a special mixed court to protect foreigners over whom the Ethiopian government did not exercise jurisdiction. With Sudan government funds, Erskine created an imperial residency on a hill overlooking Gore, with a sumptuous residence, outbuildings, barracks to house ten special constables, a stable, and a pack of hounds."

  The Sydney Morning Herald, Wednesday 30-9-1936^[124]
  UNSETTLED ABYSSINIA. British Consul Leaves Gore. (British Official Wireless.)
  LONDON, Sept. 29.
  Under the authority which he was given some time ago, the British Consul at Gore, in western Abyssinia (Captain E. N. Erskine), has decided to close the Consulate, at least temporarily, until the situation becomes more settled. Captain Erskine left Gore yesterday, and he is going to Gambela, nearer to the border of Sudan. British nationals in the district were informed of the Consul's intention, and most of them have already left.

Esme Stephenson Erskine (1914-1982), zijn zuster Swanzie Erskine (1916-2000) en hun moeder Elizabeth Susanna Mathilda Reinders (1884-1973). Locatie: South Africa? Datering: ca. 1920 Bron: particuliere collectie

Elizabeth Susanna Mathilda Reinders (1884-1973). Locatie: South Africa? Datering: ca. 1930-1940 Bron: particuliere collectie klik op plaatje(s) om te vergroten

Grafsteen van Elizabeth Susanna Mathilda Reinders (= Elizabeth Erskine) (1884/1886?-1973) en Esme Nourse Erskine (1884-1962) op de begraafplaats All Saints, Noodsberg, New Hanover district, Kwazulu-Natal (RSA). Bron: ⇒ eGGSA library Gravestones in South Africa

Esme Nourse Erskine (1884-1962) en Muriele Gladys Smith met een van hun twee dochters. Locatie: Gore, West-Abessinië Datering: ca. 1932 Bron: Ref. [125] .end klik op plaatje(s) om te vergroten

Uit dit huwelijk (Erskine-Reinders):^[126]

• a. Sevilla Erskine, ovl. jong.

• b. Esme Stephenson Erskine, geb. 1914, ovl. 1982,^[127] tr. 1941^[128] Jean Meriel Boyd, studeerde aan de Universiteit van Edinburgh,^[129] dr. van Henry Crawford Boyd.

Uit dit huwelijk:^[130]

• aa. Stephen St. Vincent Erskine, geb. 1947, woont in Natal (2003), tr. 1975^[131] Bridget Grey Norton, dr. van Derrick Grey Norton en van Joan Edna Guttridge.^[132] Hieruit verder nageslacht bekend.

• bb. Andrew Stuart Erskine, geb. 1949, woont in Natal (2003), tr. 1972^[133] Margaret Ann Johnson, dr. van Austin V. Johnson. Hieruit verder nageslacht bekend.

• cc. David Boyd Erskine (BSc), geb. 1954, mede-oprichter van Erbacon Construction Company en CEO van Erbacon Investment Holdings Ltd,^[134] woont in Natal (2003), tr. 1981^[135] Marilyn-Gene Dodd, dr. van Harold Dodd. Hieruit verder nageslacht bekend.

• c. Prof. Swanzie Erskine, geb. Heidelberg Transvaal (RSA) 9-6-1916, ovl. Edinburgh 28-9-2000, beg. Galloway familie mausoleum in Locknaw Castle, ging op school in Pietermaritzburg (RSA), studeerde geografie aan de Universiteit van Edinburgh (1932-1937), en aan het Collège des Ecosses aan de Universiteit van Montpellier (1937-1938) en begon daar haar doctoraal onderzoek (1938-1939), hetgeen werd onderbroken door het begin van de Tweede Wereldoorlog, waarna zij terugkeerde naar Edinburgh, werd lector geografie aan de Universiteit van Edinburgh (1939-1947), lector geografie aan McMaster University 1946-1947 (Ontario , CDN), vertrekt naar Zuid Afrika (1947), waar haar echtgenoot in 1948 een boerderij begint in Natal, docent op Harburg School (1947-1952), lector en hoofd van de faculteit geografie aan Universiteit van Fort Hare (1955-1960), de enige universiteit in Afrika bezuiden de Sahara die universitaire graden verstrekte aan zwarte studenten (o.a Nelson Mandela) en die in 1960 gesloten werd wegens apartheidsactiviteiten, werd als Brits onderdaan vervolgens uit Zuid Afrika gezet en keerde terug naar Engeland, directrice van de Royal Ballet School, White Lodge, Richmond Park, Londen (1960-1965), keert terug naar Afrika, hoogleraar geografie aan de Universiteit van Malawi (1965-1976), nam aldaar ontslag vanwege het repressieve regime van president Banda, keerde terug naar Edinburgh "pursuing painting, pottery and poetry",^[136] tr. Londen 9-10-1937^{[137] [138]} Sir Fulque Melville Gerald Noel Agnew of Lochnaw (BSc), geb. Bangalore (India) 6-10-1900, ovl. Mzuzu (Malawi) 28-8-1975, tiende houder van het Agnew baronetschap (1928), verliet school in 1917, diende bij verschillende onderdelen van het Britse leger: soldaat bij het Machine Gun Corps (1917), cadet bij het Royal Flying Corps, honorair tweede luitenant in 1920, diende bij de 17th Lancers in Ierland (1921-1922), nam deel aan een expeditie over de Atlantische Oceaan, werkte in Hollywood (menner van een strijdkar in de film Ben Hur), diende bij de US Cavalry en vervolgens bij het US Marine Corps in China, keerde in 1928 terug naar Engeland, luitenant in het 4th Bn East Sussex Regiment, studeerde aan de Universiteit van Heidelberg en trok door Zuid-Duitsland, over de Donau per kano en lopend in de Balkan gedurende welke tijd hij vermoedelijk werkte voor de Britse geheime dienst (ca. 1934-1937), weigerde militaire dienst tijdens de Tweede Wereldoorlog als gewetensbezwaarde en diende in the Friends Ambulance Unit in Londen en Griekenland, ging in 1948 naar India werkte aldaar in vluchtelingenkampen en emigreerde in hetzelfde jaar uiteindelijk naar Zuid-Afrika waar hij in 1948 een boerderij begint in Natal, secretaris van de Universiteit van Fort Hare (RSA) (1952-1960), werd als Brits onderdaan uit Zuid Afrika gezet en keerde terug naar Engeland (1960), waar hij werkt op de faculteit Education aan de Universiteit van Cambridge (1960-1965), adjunct-secretaris van de Universiteit van Malawi (1965), kort waarna hij werd gepensioneerd en "indulged his hobby of Bird Watching",^[139] zn. van Charles Hamlyn Agnew, majoor, en van Lady Louisa Noel.

Swanzie Erskine (1916-2000). Locatie: Edinburgh Datering: ca. 1945-1950 Photo: Newton Barrie Bron: particuliere collectie klik op plaatje(s) om te vergroten

Uit dit huwelijk:^[140]

• aa. Sir Crispin Hamlyn Agnew of Lochnaw, geb. 13-5-1944, volgde zijn vader op in 1975 als elfde houder van het Agnew baronetschap, advocaat, heraut en ontdekkingsreiziger, tr. 27-9-1980^[141] Susan Rachel Strang Steel, geb. 13-4-1952, journalist, presentator en loopbaanadviseur, dr. van Jock Wykeham Strang Steel en van Lesley Graham. Hieruit verder nageslacht bekend.

Uit de relatie van Esmé Nourse Erskine en Muriele Gladys Smith:^{[142] [143]}

• d. Lyndley Aleda Erskine, geb./ged. Gore (Ethiopie) 29-6-1931/24-4-1934, ovl. 13-6-1994, studeerde aan Rhodes University in Grahamstown (RSA), tr. Port Elizabeth (Cape Province, RSA) 8-1-1951^[144] Frederick Rudolph van Rensburg. Hieruit verder nageslacht bekend (6 kinderen).

• e. Gyneth Fiona Erskine, geb. Ethiopie 25-5-1933, ovl. 5-9-2014, tr. 1^o (huwelijk door echtscheiding ontbonden 1951) Nick van Doesburg, tr. 2^o 1953 Rodney Francis John Holland, geb. 6-8-1922, ovl. 14-4-1984. Hieruit verder nageslacht bekend (2 kinderen).

• 8. SWAANTJE JOHANNA REINDERS, geb. Ladismith (Eastern Cape, RSA) 28-9-1886, ovl. na 1920, tr. vóór 1919 (in gemeenschap van goederen) Philippus Jacobus Snyman.

• 9. WILLIAM HENRY REINDERS, geb. Ladismith (Eastern Cape, RSA) 30-8-1888, ovl. 1893-1920.

Uit het huwelijk (Rice-Lane):

• 1. HOPE PERCIVAL RICE, geb. 1893-1900, ovl. na 1921, is meerderjarig in 1919, tr. Cape Town (Cape of Good Hope, RSA) geref. 20-1-1919 Anna Elizabeth Carstens. Zij wonen te Kaapstad (1919..1921).

Uit dit huwelijk (o.a.?):

• a. Douglas Charles Rice, geb./ged. geref. Woodstock (Cape of Good Hope, RSA) 9-12-1919/8-2-1920 (get. Johannes Christiaan Carstens en Catharina Christiana Carstens geb. Kersten). Hieruit verder nageslacht bekend.

• b. Catharina Elizabeth Rice, geb./ged. geref. Woodstock (Cape of Good Hope, RSA) 11-3/26-6-1921 (get. David Johanna Roode, Hester Johanna Magdalena Roode, Johannes Christiaan Carstens en Catharina Christiana Carstens geb. Kersten). Hieruit verder nageslacht bekend.

---

Referenties van de gegevens van generatie 8 staan ook

Back to the genealogy page

Back to the contents

Go to the index

Forward to next generation 9

Back to previous generation 7

Directly go to generation : 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11