You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Kwartierstaat Van Londen ⇒ Gen. nr. 5 |
16. JACOB EVERTSEN, geb. vóór ca. 1615, ovl. na 1659, is hij Jacob Evertsse, geref. lidmaat te Amersfoort op belijdenis 24-12-1641, wonend in de wijk Camp, backer,[1] huw. get (1659), betaalt nihil familiegeld wonend in de Groten Haag (1675),[2] tr. NN. Er zijn twee huwelijken geref. Amersfoort die in de betreffende periode in aanmerking komen : Jacob Evertsz, van Amersfoort, wonend te Deventer x 27-6-1621 Jannitgen Mets, van en wonend te Deventer, en Jacob Evertsen, j.m van Barneveld x 4/21-9-1624 Anna Jans, j.d. van Amersfoort.
Op 10-10-1702 verkopen Jan Henricksen van Bruuijnhoven en zijn vrouw Willemijntje Thomas van Londen, borgers, aan Henricus de Hoogh,
1. een huis, hof en hofstede, staande achter het Oude Weeshuis, belend aan de ene zijde aan de ene zijde Hubert de Wijse te Amsterdam, aan de andere zijde aan de andere zijde Jan Claas Miens. [3]
2. een huis, hof en hofstede, staande in de Teut, tegenwoordig bij Jan van Rhijs bewoond, belend aan de ene zijde aan de ene zijde de weduwe van Jan van Deventer, aan de andere zijde aan de andere zijde de kinderen van Claes Wouters van Bogerijden. [4]
3. een huis, hof en hofstede, staande in de Hellestraat, tegenwoordig door Amerent Aelten in huur gebruikt, belend aan de ene zijde aan de ene zijde Cornelis van Middendorp, brouwer, aan de andere zijde aan de andere zijde ..... [5]
4. het recht van koop aan zeker huis, hof en hofstede, staande op de Weverssingel, bewoond wordende bij Thomas de Linnenwever, belend aan de ene zijde geen. [6]
20. JAN PAUWELSEN, geb. vóór ca. 1620, beg. Amersfoort St. Joriskh. 5-5-1674, huw. get (1662), tr.
21. SIJTGEN PETERZ, ovl. na. 1668. Zij wonen binnen Amersfoort (1668).
Op 22-12-1668 verkopen Jan Bossier en zijn vrouw Jannitgen Aelten voor zichzelf en als gemachtigden voor Jacob Coopal en N. Tijerens als curatoren over de boedel van Wouter Caelbaert, aan Jan Pauwels en Sijtgen Peterz en hun erfgenamen, een vierde part van twee woningen in de Kamperbinnenpoort, waarvan de andere drie vierde parten reeds aan de kopers toebehoren, belend aan de ene zijde: de gemeene trap, aan de andere zijde: Jan Leendersen van de Duijst. [7]
Er worden in deze tijd drie personen van deze naam geref. lidmaat te Amersfoort :
Jan Pauwelsz, 30-6-1627, op de Weverssingel, met attestatie van Ijsselstein, cammer, obiit (1630?),
Jan Pauelssen, 27-6-1640, met attestatie van Rhenen, verwijst naar Stijntje Jans, 31-3-1632, op belijdenis, op de Nieuwemarckt, wed. van Jan Pauwelss (later bijgeschreven).
Jan Pauwels, 2-10-1664, op de Kortegraft, en zijn h.v. Helena Charles.
Voorts is er de inschrijving van
Jan Pouwelsz, afkomstig van en geboren in ter Gouw, burger van Amersfoort op 22-8-1625.
Attestere ick onderschreven eerste clercq ter secretarie der stad Amersfoort, dat de huwelijcksproclamatiën tusschen Philips Werck, jongman ende bruydegom van Utrecht, ende Geertjes Jans van Fickraad, jongedochter ende bruyd, met consent van vrunden ter secretarie alhier sijn aangetekent, met belasting van deselve tot Utrecht mede te doen verkondigen ende daervan behoorlijck betoon overbrengen. Actum den 31en martii 1668. Wilhem van Hoorn, 1668" [10]
Op 18-10-1674 sluiten Elisabeth Weylens, laatst wed. van Pieter Fykes in leven schoenrepareerder, wonende te Utrecht, WZ Joffrouwenstrate tegenover het Apostelengasthuys, De Rode Klomp, enerzijds en Philips Werck, zoon uit haar eerste huwelyk met wijlen Nicolaus Werck en Henrick Fykes, haar zoon uit haar tweede huwelijk, anderzijds, een overeenkomst inhoudende dat comparante geheel in eigendom behoudt haar huis met inboedel, inclusief alle winkelwaren en het gereedschap van haar overleden tweede echtgenoot en alle vorderingen. Voorts zal zy de schulden voldoen. Philips Werck en Henrick Fykes zien af van hune vaderlyk en moederlyk erfdeel en gaan ermee akkoord dat hun jongste broer, Johan Fykes, die by zyn moeder in woont, na haar overlyden alles zal erven op voorwaarde dat hy in het levensonderhoud van zyn moeder voorziet en haar begrafenis betaalt. [11]
Op 7-4-1681 krijgt Pouwels (Paulus) Jansen, schoenlapper, weduwnaar en boedelhouder van Machteltie Jans sijne overleden huisvrouw en als vader en voogd van zijne kinderen, van Heijltie Tonis, weduwe van Jan Beernts, schoenmaker, een lening van 300 Car. gulden van 20 stuiver het stuk, ter zake van een borchtocht van 200 gulden bij Jan Beernts, ten behoeve van Maria Aleyda van Ingen gepasseerd, item 100 gulden uithanden van de weduwe voorzegd, ontvangen. Als onderpand dient het huis in de Kamperbinnenpoort, belend aan de ene zijde comparants broeder Jacob Jansz, aan de andere zijde Dirck Jansz. [14]
24. GOOSSEN JANSEN VAN BEMMEL, geb. Wijk bij Duurstede 4-8-1604, ovl. Amersfoort 18-4-1660, j.m. van Wijck bij Duerstadt (1627), als Goossen Jansz, afkomstig van Bemmel burger van Amersfoort op 29-1-1627, als Gosen Jansen van Bemmel, koeckebacker, geref. lidmaat op belijdenis te Amersfoort 19-7-1628, huw. get. (1654, 1658), weesmeester en raad te Amersfoort,[18] otr./tr. Amersfoort geref. 20-1/4-2-1627 volgens Ref. [19] 2-3-1627, tr. Wijk bij Duurstede geref. 24-1-1627 (met attestatie naar Amersfoort)
25. ANNITGEN GERRITS (VAN GOOR), geb. Amersfoort, ged? 25-12-1608, ovl. na 1654, als Annetgen Gerrits, h.v. van Gosen van Bemmel, geref. lidmaat op belijdenis te Amersfoort dec. 1630, huw. get. (1653, 1654).
COMMENTAAR(¥) Vermoedelijk zal hier de beroepsaanduiding, het Latijnse "Alutarius", waarvan de betekenis is bereider van zacht leer, leerlooier, lerenschoenenmaker, aangezien zijn voor de achternaam. |
Bij het huwelijk van zijn zoon (zie kw. nr. ⇒ 477 sub e) heet hij Johannes Clausingh de jonge, dus de volgende burgerinschrijving betreft wellicht zijn vader :
Jan Clausingh, luthers, afkomstig van en geboren te Amsterdam, burger van Amersfoort op 10-1-1687 ("als Luijters in crachte van den resolutie van den 25e october 1686 geconcedeert ").
26. HENDRICK NN, alleen bekend uit het patroniem van zijn dochters.
28. JACOB PEELEN BEEKMAN, geb. vóór ca. 1615, ovl. 1673-1675, j.m. van Amersfoort (1638), wordt als Jacob Peelen, wonend in de Slijckstraet, geref. lidmaat te Amersfoort op belijdenis 5-7-1645, huw. get. (1658), belender in de Slijckstraat (1660, 1664), buiten de Slijckpoort (1666), smid (1641..1673), treedt op als getuige in akte (1673), otr. Amersfoort geref. 13-1-1638 (hij als Jacob Peelen, geast. met zijn oom Jan Peelen, zij als Fuijsie Jans, geast. met haar moeder Grietgen Willems, met attestatie naar Woudenberg)
29. FUIJSJE (FEUSJE, VOUSGE, VEUSGEN) JANS (SUIJDWIND), ovl. 1679/80, wordt als Feusge Jans, huisvrouw van Jacob Pelen wonend in de Slijcstraet, geref. lidmaat te Amersfoort op belijdenis 6-7-1650. betaalt, als wed. van Jacob Peelen wonend in de Slijkstraat te Amersfoort, ƒ 12,10,00 Familiegeld (1675),[62] is als weduwe van Jacob Peelen Beeckman belendster in de Slijkstraat (1678), in 1694 de erfgenamen van Jacob Peelen, smith.
Op 14-4-1641 verkopen Wouter Thonisz en zijn vrouw Trijntgen Jansdochter van Goor, erfgenamen van Theunis Henricxz Smit en 't recht bij erfloting hebbende gekocht van Jacob Rutgersz Buijs, aan Jacob Pelen Smit en zijn vrouw Haesgen Jans (sic!), 1) een huis met een uitgang, strekkende achter op 't buurgen (?) aan de wal in de Arnhemsestraat (Slijkstraat), belend aan de ene zijde: Looch? Woutersz, brouwer, aan de andere zijde: Jacob Rutgersz Buijs, 2) een hof tegenover 't voorzijde buurtje achter het genoemde huis, gekocht van Jacob Rutgersz Buijs belend aan de ene zijde: Abraham Aertsz met Willem Hermansz, aan de andere zijde: met de hof van voornoemde Abraham Davidts. Op last van 200 gulden t.b.v. Sint Joosten Broederschap, idem een last toekomende 't convent van Sint Barbara. [63]
Op 19-10-1648 leent Jan Cornelis Timmerman aan Jacob Pelen Smith, zijn vrouw en hun erven, en transporteert 1) 'n huis met vierkante muren in de Slijckstraat, namelijk het voorhuis, de keuken en kamer, belend aan de ene zijde: Jacob Pelen aan de andere zijde westzijde Jan Cornelisz en Jan Dole, 2) de helft van de hof over de gemene steeg naar de Stadswal tot aan de grond van Lambert Gerritsz en Marritgen Morren zijn vrouw, belend aan de andere zijde: een gemene steeg. Beide dienen als onderpand van de lening. Belast met 18 stuivers per jaar aan. St. Agatha Convent. Voldaan, [64]
Op 31-10-1650 transporteren de executeurs van het testament van zaliger Grietgen Jans, in leven weduwe van Thonis Claesz IJserman aan Jacob Pelen, smid, voor de ene helft en Rutger Henricxsz, timmerman, hun vrouwen en erfgenamen, 'n perceel goeds, bestaande in drie woningen, naast elkaar, met schuur en berg, hof en hofstede aan de Singel: tussen de Varkensmarkt en het Weeshuis, van de Singel tot aan de grond of steeg van Wulphert Stevensz en de Koestraat, belend aan de ene zijde: Wulphert Stevens met zijn grond, aan de andere zijde: Henrick Goortsz, voor 390 gulden. Voldaan, [65]
Op 26-2-1652 verkoopt Jonker Anthonis van Wijnbergen voor hemzelf en voor Beatris Barta Ram zijn vrouw (procuratie te Utrecht voor Notaris Nicolaes de Cruijff), en transporteert aan Jacob Pelen Smith en Teusgen Jans zijn vrouw en hun erven, 'n perceel land van 8 morgen in de Woesteijgen belend aan de ene zijde: de weduwe van Jan Gerritsz Hooft, aan de andere zijde: Dr. Theodorus Schuth. [66]
Op 29-6-1652 verkopen Jacob Pelen, smid en Teusgen Jans, zijn vrouw voor een helft en Evertgen Gerrits, weduwe van Rutger Henricxz, timmerman voor de andere helft, en transporteren aan Peter Willemsz Menheer en Adriaentgen Dircx zijn vrouw en hun erven, een huis en bergschuur aan de Koestraat belend aan de ene zijde: de comparanten, aan de andere zijde: Wulpher Stevensz. [67]
Op 9-3-1658 verkopen Jacob Dirckz Keerom, weduwnaar van Rutgen Loogen. Thobias Gerritzen en Lijsberth Jacobs zijn vrouw. Jacob Janzen en Jannitgen Jacobs zijn vrouw, Jacob Dirckz, mede voor zijn onmondige kinderen, Samen kinderen en schoonzoons van Rutgen Loogen, aan Jacob Pelen(¥) en zijn vrouw, een halve vierdel land aan de Hogeweg, waarvan de andere helft aan Peter Reyeren van Haverloo behoort belend aan de ene zijde: Reyer van Butselaer, aan de andere zijde: St. Peters Gasthuis, Belast met 1000 gulden aan verschillende personen en de helft van 3 gulden aan zekere Vicarie. Jaarlijks. Voldaan [68]
COMMENTAAR(¥) Is dit onze Jacob?
Op 18-4-1661 verkopen Lambert Evertsz en zijn vrouw Marritgen Tobias aan Jacob Peelen, smith, een hof met de bepoting en beplanting, gelegen in de Buijrsteech, strekkende voor van deselve steech af tot aan de huijsinge van Evert Helmichsz en Franck Jansz belend aan de ene zijde Theunis Jansz, smith, aan de andere zijde den acceptant. [69]
Op 18-4-1661 verkopen Lambert Evertsz, cramer, en zijn vrouw Marritgen Tobias, alsmede Jacob Peelen en zijn vrouw Feusie Jans, borgers aan Teunis Jansz, grofsmid, een schuerberch met de grond en twee hoven, nu geapproprieert tot enen hoff, gelegen in een steeg, ingaande aan de Slijckstraet en uitkomende in den Koeijsteech belend aan de ene zijde Theunis Jansz, smith, aan de andere zijde Jacob Peelen. [70]
Op 13-6-1662 verkoopt Henrick Rutgerz, deurwaarder als gemachtigde van Rijckgen Barents voor haarzelf als weduwe ende boedelharster van zal. Peter Gisbertz van Apeldoorn, smith, aan Jacob Pelen, smith, een huis, hof ende hofstede, staande in de Utrechtschestraet belend aan de ene zijde: Jan Aertz, sadelmaker, aan de andere zijde: Jan Ernst, timmerman. 250 gld. Proc. voor notaris Marten van Kempen op 12-6-1662. [71]
Op 25-2-1665 leent de gemachtigde van Margareta Peters, weduwe en boedeharster van Jan Peelen van Jacob Peelen, smit, 610 gulden met als onderpand a. huis, hof en hofstede aan de Kampstraat, b elend 1. Claes Henrickzen van Gemen, schepen, 2. Wouter Jacobsz, smit, b. huis, schuur, schuurberf, hof en hofstede achter de kamp, strekkende tot aan het erf van Henrick Cornelisz de Prins toe, belend 1. de weduwe van Wulphert Evertrsz, 2. Dirck van Roomen. Opm: 610 gulden, het geld zowel door Jacob Peele verstrekt en voorgeschoten voor de comparante en haar man zaliger voor het geld verstrekt aan Melis Henriks in de Gort voor de verpander van Rhijn alsmede aan Jacob Peelen zeker te stellen van de borgtocht die hij voor comparante en haar man zaliger t.b.v. Jannitgen Henricx, jongedochter heeft gegeven, verder ter zake van andere geleende penningen door Jacob Peelen aan Margaretha Peters of haar man zaliger voorgeschoten. In margine: "Compareerde Seger Wouters ten Bosch, gehuwd met Jannitje Peelen die verklaart van Wouter Rijksz van de Berg als koper van het in deze akte gemelde huis ontvangen te hebben het restant van deze plecht van 250 gulden. Hij stemt daarom toe in de cassatie 3-4-1719. [72]
Op 25-5-1669 verkopen Mor en Dirck Lambertsen, gebroeders en geassisteerd door Teunis Morren en Evert Evertz hun oom, aan Jacob Pelen Beeckman en zijn vrouw Feusje Jans, huis en erf gelegen in de Arnhemsestraat (Slijkstraat) in de Buersteegh belend aan de ene zijde: Jacob Pelen Beeckman, aan de andere zijde: Jacob Pelen Beeckman,. [73]
Op 13-5-1670 verkopen Jacob Pelen Beeckman en zijn vrouw Loeisie (!) Jans aan Vincentio van Deuren, bedienaer des Goddelicken Woordt binnen deze stadt, acht morgen land in de Woesteijgen, belend noordzijde Samuel Thiens, zuidzijde de koper, oostzijde Diderick Schut, medecine doctor, westzijde de kinderen van Jan Gerritsen Hooft. [74]
Op 4-11-1673 (ouden stijl) machtigen Jacob Peelen Beeckman, smith, en zijn echtgenote Feusgen Jans, borgers van Amersfoort, hun zoon Peel Jacobs Beeckman om uit hun naam voor het gerecht van Amsterdam of voor de "Commissarisen van d'hijlicx saken" de geboden en huwelijks proclamatien op te houden van Echbert Verbrugh en hun dochter Grietgen Jacobs, omdat zij niet in het huwelijk van hun dochter willen consenteren voor ende aleer behoorlijke huwelijksvoorwaarden ten overstaan van de comparanten zijn opgericht. Getuigen: Steven Versteech en Dirck Breecker (borgers deser stad). [75]
Daaronder: Machtiging van dezelfde comparanten aan hun zoon Peel Jacobs Beeckman, om uit hun naam te eisen en ontvangen door middelen van vrintschap. (N.B. in de kantlijn staat: "Den 13e november 1673 sijn de Fransen vertrocken".) [76]
Op 12-12-1679 testeert Veusgen Jans, sieck te bedde liggende, wed. van Jacob Peelen Beeckman, smith te Amersfoort. Zij prelegateert aan haar jongste zoon, Jan Peelen Beeckman, een bed met toebehoren plus 100 car. gulden plus uit de gemeene boedel een mantel, een pack clederen. Getuige, o.a. Wouter Henricks, bakker. [77]
Op 30-3-1680 verdelen Peel Jacobs Beeckman, tevens als mede-momber van Anthon Jacobs van Ghenen, soon van wijlen Jannitgen Jacobs Beeckman. Jan Jacobs Beeckman, minderjarig, geassisteerd door Peel Jacobs Beeckmen. Egbert ter Brugh, als man en voogd van Grietge Jacobs Beeckman. Ghijsbert Rijks Schouten, als man en voogd van Fijtge Jacobs Beeckman, de erfenis. Zij zijn tesamen kinderen en erfgenamen van Jacob Peelen Beeckman en Vousge Jans. Er is wat onenigheid over de verdeling en thans komen ze tot een accoord dat: - Peel Jacobs Beeckman zal ontvangen 130 gulden plus de zilveren beecker; - de dochters hoeven niets inbrengen van het zilverwerk dat ze reeds hebben ontvangen. - Jan Jacobs Beeckman zal voor 't costgeld, het gelacht (= gelag) van deze avond betalen. Akte ten huyze van Frans Veen (of Veer). Getuigen: Frans Veen (of Veer), Aert en Anthoni Jacobs Buys. [78]
Op 4-8-1676 machtigen Peel Jacobs Beeckman, als mede-erfgenaam van Jan Peelen Gootschalck en als gemachtigde namens de vordere erfgenamen, Thiman Wulpherts (tekent met Thijmen) als 't rechthebbende van de kinderen van Zeger ....(niet ingevuld), mede-erfgenamen van Grietgen Peters, in leven huijsvrouw van Jan Peelen, en als gemachtigde van de vordere erfgenamen, Anthoni van Beeftingh, Procureur voor het Gerecht van Amersfoort. Getuigen: Gerrit Wouters en Anthoni van der Houve. [79]
Op 13-2-1738 scheiden Peel Jacobsz Beekman, Grietjen Beekman en Jan Jacobs Beekman de boedel van Jacob Peelen Beekman en zijn echtgenote Fuijsje Suijdwind, "jaren geleden" overleden te Amersfoort. Het betreft een huis, hof en hofstede in de Slijkstraat. [80]
Op 4-11-1673 (ouden stijl) machtigen Jacob Peelen Beeckman, smith, en zijn echtgenote Feusgen Jans, borgers van Amersfoort, hun zoon Peel Jacobs Beeckman om uit hun naam voor het gerecht van Amsterdam of voor de "Commissarisen van d'hijlicx saken" de geboden en huwelijks proclamatien op te houden van Echbert Verbrugh en hun dochter Grietgen Jacobs, omdat zij niet in het huwelijk van hun dochter willen consenteren voor ende aleer behoorlijke huwelijksvoorwaarden ten overstaan van de comparanten zijn opgericht. Getuigen: Steven Versteech en Dirck Breecker (borgers deser stad). [82]
Daaronder: Machtiging van dezelfde comparanten aan hun zoon Peel Jacobs Beeckman, om uit hun naam te eisen en ontvangen door middelen van vrintschap. (N.B. in de kantlijn staat: "Den 13e november 1673 sijn de Fransen vertrocken".) [83]
Op 10-2-1681 bekennen Egbert Ter Brugh en zijn echtgenote Grietje Jacobs Beeckman, wonend Amersfoort, schuldig te zijn aan Herman van Ruygenduyst, zijn vrouw en beider erfgenamen, een som van 400 car. guldens en beloven dit met 5% rente terug te betalen op Ossemerckt 1681. [84]
Op 11-12-1683 verkopen Eghbert ter Brugh en zijn vrouw Grietie Jacobs mitsgaders Peel Jacobse Berkman (!) en zijn vrouw Jannitgen Peelen, aan de heeren regeerders van de stad Amersfoort, de eerste comparanten helft van een huis, hof en hofstede staande aan de (Slijckstraat??), belend aan de ene zijde Rutger Hermans, aan de andere zijde Gijsbert Schouten De koopsom is 400 gulden. [85]
Op 22-12-1677 machtigt Peel Jacobs Beeckman, borger van Amersfoort, als man en voogd van Jannitge Pijl, Franck Claes, haar zwager, wonend te Amsterdam, om te ontvangen van de bewinthebbers van de Oost Indische Compagnie 1/7 part van de gagie verdient bij Lucas Pijl. Jannitge Pijl is voor 1/7 part erfgenaam van Lucas Pijl, in zijn thuisreis van Oost Indie op het schip 't Romerswael overleden, met het jacht Rhenen in 1672 uitgevaren. [88]
Op 19-8-1681 verkopen Peel Jacobsz, smid en zich sterkmakende voor zijn broer, zwagers en zusters, voor de ene helft, en Willem Adriesz als gemachtigde van Henrick Breunisse en Willem Breunisse, beiden wonende te Rhenen, vermogens procuratie op den 31-8-1677 voor Anthonie van Brinckesteyn gepasseerd, voor de andere helft, erfgenamen van Jan Peelen Thimon Wulphertsz, wonende op Schaffelaar, mede erfgenaam van Grietgen Peters en zich sterkmakende voor de verdere erfgenamen van Grietgen Peters, welcke Jan Peelen en Grietgen Peters geweest zijn echtelieden, a) aan de erfgenamen van Aeltgen Baltus, een vervallen huis of schuur, staande achter de Kamp ofwel de Lange Sint Jansstraat, belend aan de ene zijde Hendrick Jansz, rademaker, aan de andere zijde de gang van het huis van Aeltgen Cooth nu Thimon Jacobse, smid competerende, b) aan de kinderen van Geertie Geurts, gewese weduwe van Henrick Cornelisse Prins, een schuur, staande achter de Kamp, belend aan de ene zijde de gang van het huis nu competerende Thiman Jacobsz, smid, aan de andere zijde Cornelis Jansz Schoe. [89]
Op 12-7-1686 verklaren Peel Jacobs Beeckman en zijn echtgenote Jannetje Jacobs, wonend te Amersfoort, schuldig te zijn de rest van een obligatie van 300 gulden aan Thomas Thomaszn, beenhacker, en Sara Willemsen, echtelieden, t.w. 220 gulden en enige jaren rente hierover. Zij beloven dit te voldoen per datum: Ossenmarkt 1686. Zij machtigen mr. Leonard Ruytenbeecq, chirurgijn te Amersfoort om, ingeval zij in gebreke blijven, dan publiek te verkopen: - de helft van zekere beeck vierdel lands aan de Hogeweg, waarvan de wederhelft toekomt aan Jkvr. de wed. van Reynier van Jonge (?); - idem hun huis, hof, hofstede c.s. in de Utrechtsestraat, door hen bewoont. - + een portie van zekere plechte van 350 gulden gevestigt in de huysinge van Maes Eliszn op de Camp. Getuige, o.a. P. Gomperts. [90]
Op 22-11-1711 passeert de inventaris van Jannitje Jacobs Peijl wed. van de overleden Peel Jacobsen (Beeckman), Zijn weduwe Jannitje Jacobs Peijl en zijn erfgenamen, zijn zuster en broeder Grietje Jacobs Beeckman en Jan Jacobsen Beeckman, willen scheiding van de boedel als volgt, doch onverminderd de lijftocht die de weduwe haar leven lang van alle goederen des boedels toekomt. De weduwe belooft aan de erfgenamen te betalen binnen 3 maanden de somma van 28 gulden, zij zal ook de schulden en lasten van de boedel betalen. Het huisraad is tussen hen verdeeld. De weduwe krijgt de koeien, hooi e.d. en de inschulden. Tussen partijen blijft gemeenschappelijk een kapitaal van 300 gulden ten laste van Grietje Jacobs Beeckman, alsmede een plecht van 290 gulden op een huis op de Camp aan de oostzijde, zijnde het 2e huis van de poort. Alsook de helft van een vierdel land buiten de Kamppoort aan de o.z. van de Hogewegh naast de vierdel van St. Peters gasthuijs, belast met een kapitaal van 400 gulden en ook nog 1/6 portie in 't huis aan de z.o. zijde van de Slijckstraat met 1/6 part in de schuur en hof annex. Volgens de lijftocht zal dit pas na de dood van de weduwe worden verdeeld. [91] Er wordt verwezen naar de Boedelscheiding: d.d.22-1-1711. [92]
Op 14-3-1720 scheiden Jannetje Jacobs eerst weduwe van Peel Jacobse Beekman en thans weduwe van Seger Wouterse ten Bosch en Wouter Segersen ten Bosch enige nagelaten zoon van Seger ten Bosch, de boedel. Zij komen overeen als volgt. Jannetje zal niet genieten het voordeel van de gemeenschappelijke boedel, zij zal het huis waarin zij woont ruimen ten behoeve van de 2e comparant, maar dat hij bij haar in kost en inwoning zal blijven tot 1 mei eerstkomende. Zij zal nemen de ene kast in de kamer staande en een kleine kast plus het linnen en wollen goed dat daarin is. Zij zal uit de boedel krijgen een som van 475 gulden uit de kooppenningen van de verkochte tabak en al haar kleding en gouden en zilveren juwelen en kleinodiën. Tevens behoudt zij alle kapitaal en goeden die zij voor haar tweede huwelijk bezat. De tweede comparant zal de beekvierdel gelegen buiten de Camppoort in de stadsvrijheid voor 6 jaar huren, behalve een klein hoekje weiland midden in 't land dat aan de eerste comparant blijft. [93]
Op 2-5-1740 verkoopt Jannitje Jacobs Pijl, laatst weduwe van Seger Woutersen ten Bosch aan Jacob Beekman, burger, a. ¼ part van de beekvierel zijnde tabaks- en weiland aan de Hogeweg, in huur bij Wouter ten Bosch en Dirk van Bemmel, belend aan de oostzijde zeker vicarije land, aan de westzijde de heren Regenten van 't Pieters Gasthuis, [94] b) 1/12 part van een huis en schuur met hof daarachter in de Arnhemsestraat (Slijkstraat), grotendeels gebruikt door Jochum Gerritsen Tanwaard, beledn aan de ene zijde: Johan Dalekamp, aan de andere zijde: Cornelis Ebbenhorst. [95]
30. DIRCK WILLEMS VAN OUDEWATER, geb. vóór ca. 1625, ovl. 1669-1675, van en wonend te Amersfoort (1650), busmeester van de St. Lucas Broederschap te Amersfoort (1662), tr. Amersfoort/Nijkerk geref. 15-6/4-7-1650
31. DELIJAENTGE BARENTS, geb. vóór ca. 1640, ovl. na 1675, van en wonend te Amersfoort (1650), betaalt, als wed. van Dirk van Oudewater wonend in de Utrechtsestraat te Amersfoort, ƒ 6,5,00 Familiegeld (1675).
Op 23-10-1658 lenen Neeltgen Elis, laatst weduwe van Beernt Joachimzen en Dirck van Oudewater, haar schoonzoon, man van Deliana Beernts haar enige nagelaten dochter, van Gijsbertgen Nagels, weduwe van Cornelis Cornelizen en haar erven een hoofdsom van 100 gulden, met een Losrente van 6 Carolus gulden per jaar, met met als onderpand huis, hof en hofstede aan de Korte Gracht, belend aan de ene zijde Gerard van Bornbergen, brouwer, aan de andere zijde Aert Rijcksen van Rhijns, weduwer. In margine: Peter Camp en Frans Boelhouwer namens zijn vrouw, mede-erfgenamen van Jan Camp den Oudsten, verklaren bij legaat van Gisbertgen Nagels het recht op voorstaande plechte bekomen te hebben, mede handelend voor voornoemde Jan Kamp. Verklaren de schuldsom van Lourens Charles ontvangen te hebben. Akte 23-3-1669. [96]
Op 23-7-1663 verkopen Dirck van Oudewater en zijn vrouw Johanna (sic!) Beernts voor de ene helft en Driel v. O. als gemachtigde van Neelgen van Arnhem, weduwe van Beernt Joachims voor de andere helft, aan Sr. Lourens Clarles, koopman tot Amsterdam, een huis, hof en hofstede aan de Kortegracht. Opm. Op dit huis is een last gevestigd van 400 gulden t.b.v. Gisbertgen Nagels en 200 gulden t.b.v. Sr. Johan Block tot Amsterdam, idem 112 gulden twee stuivers toekomende de regeerders dezer stad ter zake van 't maken van de wef en een jaarlijkse uitgang van 1 gulden 10 stuivers op zekere vicarie gefundeerd op het St. Stevens ende Laurens altaar in de Joriskerk. [97]
Referenties Kwartierstaat Van Londen --- Generatie 5 ( 97 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
Back to the genealogy page |
Back to the contents |
Go to the index |
Forward to next generation 6 |
Back to previous generation 4 |
Directly go to generation : 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 |