This page was last updated : 191023.
File size is: 72 k.
Kwartierstaat Van Londen
Generatie 6
NB Het symbool voor een kwartiernummer leidt naar de vader en/of moeder
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Kwartierstaat Van Londen,
version 1.2,
Muiden, 2019.
© Copyright 2019 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Kwartierstaat Van Londen Gen. nr. 6

48. JAN AELBERTS VAN BEMMEL, geb. Wijk 1566, ovl. Wijk bij Duurstede juli 1653, cameraar, raad en kerkmeester te Wijk bij Duurstede,[1] tr. 2o Wijk bij Duurstede geref. 2-2-1617[2] HENDRICKGIEN HERMANS VAN BEMMEL, geb. Wijk bij Duurstede, tr. 1o vóór ca. 1600[3]

49. NEELTJE GOOSEN VAN SETTENDR (DETTEN?), ovl. 1615-1617, die voorkomt in het testament van Jfr. Anna van Zetten, huisvrouw van Evert van Netelroij (1591).

Neeltje Gosen van Settensdr, huisvrouw van Jan Aelbertsz van Bemmel testeert 6-8-1615 te Wijk bij Duurstede[4] waaruit blijkt dat het echtpaar slechts drie kinderen had, namelijk Aelbert, Gosen en Jan. Rutger is dus zeker geen zoon van dit echtpaar geweest.[5]

50. GERRIT GERRITSZ VAN GOOR (SCHOUTEN), geb. vóór ca. 1585, ovl. na 1623, als Gerrijt Schouten, afkomstig van Deventer, burger van Amersfoort op 1-9-1606, vermeld als geref. lidmaat te Amersfoort 1621, otr. Amersfoort (gerecht) 15(13)-8-1606 (hij als Gerrit Schouten van Deventer, zij als Hilletje Fransdr, zuster van Jan Fransz)

51. HILLETGEN FRANSDR, ovl. na 1623, als h.v. van Gerrit Geritsz van Goor geref. lidmaat te Amersfoort op belijdenis 5-7-1623 in de Langestraat tegenover de Groote Kerck.

56. PEEL MAESSEN BEECKMAN, geb. vóór ca. 1585, ovl. na 1621, wordt als Peel Maesz Beeckman, afkomstig van Nijkerk, burger van Amersfoort op verzoek 18-1-1609, treedt op als getuige in een akte (1615), rameacker (1615), otr./tr. Amersfoort geref. 2/10-4-1608

57. GRIETGEN (MARGRIETA) PEELENDR, ovl. na 1621.

Op 1-3-1610 verkopen Peel Maes en Margrieta Pelen, zijn vrouw, een huis, hof en hofstede op de Kamp, strekkend tot achter aan de schuur van Dirck Meijnsz. belend 1. de straat aan de Stadswal 2. een stenen poort Opme. Op last van 600 gulden aan Gerritgen Jacobs; 200 gulden aan Lubbert Gerritsz. [42]
Op 20-5-1618 verkopen Peel Maesz en zijn vrouw Grietgen Peelen, aan Bruenis Peelen huis, hof en hofstede op de Kamp met schuur, berg en uitgang op de Sint Jansstraat belend 1. Cornelis Aertsz Moij, of die daarna het recht heeft verkregen, 2. Jacob Evertsz, brouwer. [43]
Op 20-5-1618 verkopen Willem Peelen en zijn vrouw Arisgen Wouters aan Peel Maesz en zijn vrouw Grietgen Peelen, een huis, hof en hofstede op de Kamp met een uitgang in de Sint Jansstraat, belend 1. Rijck Willemsz, 2. Gerrit Cornelisz. Opm: Last van 325 gulden hoofdsom, tegenwoordig het eigendom van Aert Aertsz Trichtenaer. [44]
Op 29-7-1618 lenen Peel Maesz Beekman en zijn vrouw Grijetgen Peelen van het St. Pietersgasthuis een losrente, hoofdsom 100 gulden, met als onderpand een huis en hofstede op de Kamp belend 1. Rijck Willemsz, Raijmaecker 2. Gerrit Cornelisz. In margine: "Compareerde Frans Jacobsen rentmeester indertijd van St. Pietersgasthuis, hoofdsom plus de rente betaald door Henrick Everts Brut als eigenaar van de hypotheek, geeft toestemming tot cassatie, 26-11-1623. [45]
Op 23-8-1618 lenen Peel Maesz Beekman en zijn vrouw Grijetgen Peelen van het rademakers-, kuipers- en stoelenmakersgilde te Amersfoort 50 gulden hoofdsom, met als onderpand huis en hofstede bij de Kamppoort, belend 1. Rijck Willemsz, 2. Gerrit Cornelisz. [46]
Op 9-12-1618 lenen Peel Maesz Beekman en zijn vrouw Grietgen Peelen van het St. Pietersgasthuis een refelijke losrente 200 gulden hoofdsom, met als onderpand huis, hof en hofstede met een uitgang in de Sint Jansstraat op de Kamp belend 1. Rijck Willemsz, 2. Gerrit Cornelisz. Opm. "voorz. hypotheek is niet meer bezwaard dan met een hoofdsom van 425 gulden". [47]
Op 25-4-1621 verkopen Peel Maes Beeckman en zijn vrouw Grietgen Pelen aan Henrick Evertsz Bout(h) en zijn vrouw Wijntgen Willems (tekent met een merk), een huysinge, hof en hofstede staande aan de Campstraet, met een vrije uitgang in de St. Jansstraet, belend aan de ene zijde: Rijck Willems, ramaecker, aan de andere zijde: Gerrit Cornelisz Het pand is in gebruik bij de verkopers. De kopers betalen 225 Carolus gulden en nemen bij de aanvaarding van dit perceel ook de lasten over van het kapitaal dat er op rust, zijnde 675 gulden en verdeeld als volgt: - 325 gulden ten behoeve van de kinderen van Aert den Trichtenaer; - 200 gulden ten behoeve van het Ste Elisabeths Gasthuys. - 100 gulden ten behoeve van het Ste Peters Gasthuys; - 50 gulden ten behoeve van het Ramaeckers Gilde. Bovendien mogen de kopers de koopsom met 125 gulden verminderen wegens het overnemen van de betaling van 125 gulden aan Geert van Sneul, cameraer van Amersfoort, die resteren uit de verkoop van bomen. Verder mogen de kopers de koopsom met 100 gulden verminderen wegens het overnemen van de betaling van een vordering die Gerrit Henricxs Smit op de verkopers heeft. Verkoop volgens erfkoopsrecht. De verkopers zullen het perceel meteen transporteren. Onder de koop is begrepen dat wat in de huysinge aard- en nagelvast is en het gereedschap behorende tot het ramaeckers ambacht. [48]
Op 26-4-1621 verkopen Peel Maesz Beeckman en zijn vrouw Grijertgen Pelen, aan Hendrick Evertsz Bouth en zijn vrouw Wijntgen Willems een huis, hof en hofstede aan de Kampstraat met een vrije uitgang aan de Sint Jansstraat, belend 1. Rijck Wursz, raaimaker 2. Gerrit Cornelisz. Opm.: Last van 325 gulden hoofdsom competerend de kinderen van Aert de Trichtenaer, nog 200 gulden competerende het St. Elisabeths Gasthuis, nog 100 gulden het St. Pieters Gasthuis, nog 50 gulden het raaimakersgilde. [49]

60. WILHEM AUGUSTIJNSZ VAN OUDEWATER (CREMER?), geb. vóór ca. 1590, ovl. 1647/48. afkomstig van Amersfoort (1611), borg (1611), treedt op als get. in akten (1612..1643), belender in de Lieve Vrouwestraat (1640), in de Goodschalckstraat (1644), in de Teut (1647, in 1648 zijn erfgenamen), wordt aangewezen als momber over de kinderen van zijn zwager Hendrik van Dael (1619), cruenier (=handelaar in kruiden) en borger van Amersfoort (1624), vermeld als ouderling en lidmaat van de Remonstrantse Gemeente te Amersfoort in de lijst van 24-9-1643, wiens erfgenamen belender zijn in de Langestraat (1680), en buiten de Kamppoort (1664), op de Kortegracht (1667), aan de Hof (1651), regent in de Broederschap der Lieve Vrouwe Capelle te Amersfoort (benoemd 1634),[54] raad van Amersfoort, rentmeester van het Spinhuis (1641), oud-raad (1642), otr./tr. Amersfoort geref. 12/20-1-1611

61. ELSGEN VAN DAELL, geb. vóór ca. 1590, ovl. 1669-1681. afkomstig van Amersfoort (1611), vermeld als particulier en lidmaat van de Remonstrantse Gemeente te Amersfoort in de lijst van 24-9-1643, ontvangt als weduwe van Willem Augustijns van Oudewater 3 gulden per jaar uit een berg en schuur met het afdak om deze berg, een hofje daarachter, in de Walikerstraat (1652),[55] borgerse en inwoonster van Amersfoort (1669), maakt een codicil (1660), testeert (1669), bezat een huysinge staande aan de Langestraet, op de hoek van de Vischmerckt (1660), belendster met een schuur bij de Muurhuizen (1664), is hypotheekgever (ƒ 50,--) van een huis op de hoek van de St. Jorisstraat (1660, 1663). Volgens haar testament bestaan er contrefeijtsels van dit echtpaar. Zij worden vermeld in de weeskamer Amersfoort 1645.

Op 13-2-1639 lenen Michiel Paijs en zijn vrouw Lucretia Carelsdr, van Willem Augustijnssen van Oudewater en zijn vrouw Elsgen van Dael, 225 gulden, met als onderpand voor sooveel het noot sij met advies en gevolge van Henric van Dael en Gerard Willemsen als aangestelde mombers over de onmondige kinderen van Lucretia Carelsdr behouden van haar voor-man Helmich Lubbertsen, 1. hun huis gelegen in de Arnhemsestraat (Slijkstraat), belend aan de ene zijde Jan Helmichsen, aan de andere zijde Johan Cornelissen, 2. hun huis gelegen in de Haegh, belend aan de ene zijde Cornelis Joosten van Utrecht, aan de andere zijde zij komparanten met dezelfde Cornelis Joosten nog onverdeeld, 3. mitsgaders nog de helfte van zeker hun hof gelegen in de Koesteegh gemeen met Alracom Davidtsen. [56]
Op 9-2-1626 verkopen Adriaen van Westrenen en Johan van Dael, schepenen voor de onmondige weeskinderen van Jacob Maesen, Henrick van Dael als vader van zijn kinderen bij Geertgen Maes zaliger, Gijsbert Gijsbertsen van de Karsbergen als man en voogd van Gerritgen Maes, samen erven van zaliger Jannitgen Maes, vrouw van Henrick van Haeckxbergen, aan Willem Augustijnsen van Ouwater, zijn vrouw en hun erven, huis, hof en hofstede in de Teutstraat, belend aan de ene zijde de erfgenamen van Henrick Dircksen van Rijnesteijn, aan de andere zijde Grijetgen Kuijckens. [57]
Op 8-6-1648 transporteren Elsgen van Dael, weduwe van Willem Augustijnsz van Oudewater met Augustijn van Oudewater, haar zoon, erfgenamen van Willem Augustijnsz, voor zichzelf en samen voor hun zonen en dochters, zwagers, broers en zusters, tezamen voor de ene helft, en Gerard Thins, Willem van Schaick en Henrick van Dompselaer, wees-meester als oppervoogden en Wouter van Veen als oom en momber van de onmondige nagelaten kinderen van Jan van Gelder zaliger en Catarina van Oudewater, zijn weduwe, samen voor de andere helft, aan Hessel Breecker, schout, zijn vrouw en hun erven, een hof met een houten huisje, met alle bomen en plantsoen, voor de Sint Andriespoort, nagelaten door Sophia van Oudewater zaliger, en voor de helft bij testament vermaakt aan de onmondige kinderen van voorschreven Jan van Gelder, belend aan de ene zijde: oosten: een gemene watergang of sloot, aan de andere zijde: zuiden: Jan Claesz, vleeshouwer, noorden en westen: de gemene weg. De koopsom is voldaan. Er is een lening van 200 gld. aan zaliger Maria van Hoorn. [58]
Op 27-4-1650 lenen Elbert Jansz, timmerman en burger voor hemzelf en voor Wulphertje Claes- dochter zijn vrouw, van Elsgen van Dael, weduwe en boedelhoudster van Wilhelm Augustijnsz van Oudenwater en haar erven, een losrente 6 gulden per jaar. Hoofdsom obligatie 100 gulden bij Evert Willemsz, timmerman en Marrichjen Jansz in leven echtelieden, nu aan Willem Augustijns erven, met als onderpand 'n huis, hof en hofstede aan de Weverssingel, belend aan de ene zijde Brant Gijsbertsz, aan de andere zijde Reijer Brantsz, zijdewerker, [59]
Op 28-8-1658 schenkt Elsgen van Dael, weduwe van Willem Augustijnse van Oudewater aan de Remonstrautse gemeente in Amersfoort de huizen en plaatsen in de Vijver, waarop het getimmerte staat van 't Predikhuis van die gemeente, alleen door die gemeente te gebruiken. [60]
Op 2-5-1661 verkopen Dirck Andriez, borger en zijn vrouw Elbertgen Remmerts aan Elsgen van Dael, weduwe van zalige Willem Augustijnz van Oudewater, een huis staande in de Langestraat belend aan de ene zijde den acceptant. aan de ander zijde Jan Willemz, cleermaecker Opm.: Belast met 10 st. jaarlijks ter saecke van Maker van de Niebrugh t'eijnde de Crommestraet, losbaer met tien carolus gulden. [61]
OP 17-9-1669 (oude stijl) testeert Elsgen van Daell, borgerse en inwoonster van Amersfoort, wed. van Wilhem Augustijnsz van Oudewater, onder verwijzijng naar een brief van Octroy (Hove van Utrecht) d.d. 7-8-1612.
Zij herroept, alvorens dat zij haar codicil herroept van 2-11-1660 voor Nots. Cornelis van Ingen: - het prelegaat aan haar zoon Gerard van Oudewater, Raad van Amersfoort, waarin hij kreeg toebedeeld het beste bed met toebehoren, servietten, een zilveren bierbeker; - van kracht blijft dat Gerard de contrefeijtsels krijgt van haar en haar man met de lijsten. - zij herroept dat gewin aan hem gedaan en ook de jaarlijkse rente van een kapitaal van 1000 gulden; - en zij herroept het prelegaat aan haar zoon betreffende de huysinge staande aan de Langestraet, op de hoek van de Vischmerckt met de somme van aanneminge. - zij herroept het prelegaat van haar klederen tot haar lijve behorende, aan haar dochters Thoontgen, Jannitgen, Annitgen en Goutgen van Oudewater.
Onverminderd de lijftocht prelegateert zij aan: - haar dochter Thoontgen van Oudewater, resp. haar kinderen samen, 300 gulden; - de kinderen van haar overleden dochter Anna van Oudewater 300 gulden. - haar zoon Gerard van Oudewater 300 gulden; - Wilhem van Raelt, enige zoon van haar overleden dochter Armgert van Oudewater, 300 gulden. - haar dochter Goutgen van Oudewater 200 gulden; - haar zoon Dirck van Oudewater 200 gulden. - de twee zonen (of de langstlevende van hen beiden) van haar overleden zoon Augustijn van Oudewater, 200 gulden.
Deze prelegaten moeten uitgekeerd worden voordat de kinderen van haar overleden dochter Jannitgen van Oudewater, tot Barnevelt in haar boedel mee zullen mogen delen. Zij prelegateert aan de 4 voorkinderen van deze Jannitgen van Oudewater en haar overleden man Maes van Geijn, uit haar boedel samen 500 gulden, alvorens de 3 nakinderen van voornoemde Jannitgen van Oudewater zaliger en Henrick Morren, brouwer tot Barnevelt, haar nagelaten weduwnaar, ter deling in haar nalatenschap mogen komen. Verder is het haar uitdrukkelijke wens dat haar erfgenamen de open staande schulden aan haar van haar overleden dochter Jannitgen van Oudewater en haar weduwnaar Henrick Morren, niet mogen vorderen of korten aan de voornoemde 4 voorkinderen van Jannitgen van Oudewater, noch aan Henrick Morren of aan haar 3 nakinderen.
Zij prelegateert aan haar zoon Gerard van Oudewater, de hoff en het huysgen daarin staande, gelegen buiten de Slijckpoort, welke hoff afkomstig was van Johan de Ridder zaliger. mits haar zoon daarvoor 800 Carolus gulden in zal brengen in de gemene boedel. Zij prelegateert aan haar nichte Aerntgen van Geijn die bij haar woont, 100 Carolus gulden tot een rouwkleed. Akte gepasseerd te Amersfoort ten woonplaatse van de comparante, zijnde ten huyse van haar zoon Gerard van Oudewater, Raad van Amersfoort. Getuigen: Rijck Evertsz van Horssevoord, Harman van Ingen en Johannes de Bruijn, sijde- en wolle-lakencoper, borgers en inwoonders van Amersfoort. [62]
Op 6-6-1687 compareren: Johan van Dael, out-raad, wonend Amersfoort en Willem van Raelt, out-schepen van Amersfoort. Zij zijn erfgenamen van Elsje van Dael, hun overleden grootmoeder en machtigen Dirck Woertman, notaris/procureur van het gerecht van Utrecht, om te innen 4 jaar rente als verschenen op zekere plechte bij Cornelis Helmerts, voor henzelf en als mede-boedelhouders van wijlen Dirck Cornelis van Busbroeck, geassisteerd met Paulus van Nieudorp, haer schoonzoon, voor schout en gerecht van Leusderbroeck, den 5e May 1676 gepasseerd en verschenen 5-5-1687 onder afslag van 2 gulden daarop betaald. Getuige, o.a. Aert van Osch. [63]

62. BEERNT JOACHIMZEN, geb. vóór ca. 1595, ovl. 1655-1658, bombasijdewercker (1653), belender onder het bolwerk van de stad in de Haag (1653), aan de Kortegracht (1654) otr./tr. Amersfoort gerecht 22(21)/26-8-1620

63. NEELTGEN ELIS (VAN ARNHEM), geb. vóór ca. 1600, ovl. na 1663.

Op 7-6-1628 sluiten Wouter Beerentss en Beernt Joachimsz, zijn neef (lees kleinzoon?), een overeenkomst. Beernt Joachims zal Wouter Beerntss, zijn grootvader (bestevaer) onderhouden in kost, drank, kleren zowel wollen als linnen, vuur en licht, bewassing en andere zorg, zijn levenlang. Wouter cediert dan aan Beernt Joachim zijn vrouw en hun erven, de helft van huis, hof en hofstede in de Haag aan de waal en helft van 200 gulden hoofdsom op Reijer Arisz en de helft van een huisje en hofje in de Haag op de hoek van de Koestraat, helft van inboedel en huisraad. Nu door Beernt Joachimsz gebruikt en de andere helft aan Wouter Beernts overleden vrouw behoort hij in lijftocht bezit. Cedeert nog aan Beernt en zijn erven bij zijn overlijden: kleren, wollen en linnen, uitgezonderd het beddegoed Op last van 1 gulden, 1 stuivers per jaar aan de erven van Catharina Brants; 20 stuivers aan de erven van Wouter Beernts zaliger huisvrouw. [79]
Op 23-6-1629 lenen Beernt Jochumsz en Neeltgen Elis zijn vrouw, van Joost van Sundert, zijn vrouw en hun erven, 200 gulden, met als onderpand huis, hof en hofstede in de Haag, belend aan de ene zijde Elbert Maesz, schoenmaker, aan de andere zijde de stadswallen. [80]
Op 19-7-1654 lenen Beerent Joachimsz en Neeltgen Elis zijn vrouw, aan Gijsbertgen Nagels, weduwe van Cornelis Cornelisz en hun erven, een losrente van 18 gulden per jaar over een hoofdsom van 300 gulden, met als onderpand 'n huis, hof en hofstede aan de Kortegracht, belend aan de ene zijde aan de ene zijde: Haesgen Rijcx, weduwe van Evert Sijmonsz van Velsen, aan de andere zijde: Aert Rijcksz van Rhijn. [81]
Op 28-4-1655 lenen Beernt Jochumsz en zijn vrouw Neeltgen Everts (sic!), van Johan Block, koopman te Amsterdam, 200 Carolus gulden voor levering van Brunswijksgaren tegen een rente van 20 gulden per jaar, met als onderpand huis, hof en hofstede aan de Kortegracht, belend aan de ene zijde aan de ene zijde: Haesgen Rijcke, weduwe van Evert Simonsz van Velsen, aan de andere zijde aan de andere zijde: Aert Rijcksz van Rhijn. [82]
Op 23-10-1658 lenen Neeltgen Elis, laatst weduwe van Beernt Joachimzen en Dirck van Oudewater, haar schoonzoon, man van Deliana Beernts haar enige nagelaten dochter, van Gijsbertgen Nagels, weduwe van Cornelis Cornelizen en haar erven een hoofdsom van 100 gulden, met een Losrente van 6 Carolus gulden per jaar, met met als onderpand huis, hof en hofstede aan de Korte Gracht, belend aan de ene zijde Gerard van Bornbergen, brouwer, aan de andere zijde Aert Rijcksen van Rhijns, weduwer. In margine: Peter Camp en Frans Boelhouwer namens zijn vrouw, mede-erfgenamen van Jan Camp den Oudsten, verklaren bij legaat van Gisbertgen Nagels het recht op voorstaande plechte bekomen te hebben, mede handelend voor voornoemde Jan Kamp. Verklaren de schuldsom van Lourens Charles ontvangen te hebben. Akte 23-3-1669. [83]
Op 26-6-1661 verkopen Neeltgen Elis, voor haarzelf en als weduwe en boedelharster van Beernt Jochemz haar overleden man, geassisteerd met haar schoonzoon Dirck van Oudenwater als haar gekozen momber, aan Aert Looghz, brouwer, raad en borger, kapitein van deze stad en zijn vrouw Reijntgen Thomas een huis, hof, hofstede gelegen alhier in Den Haegh, belend aan de ene zijde Frans Goris, brouwer en oud-cameraar, aan de andere zijde Gerrit Janz van Lin, timmerman. [84]
Op 23-7-1663 verkopen Dirck van Oudewater en zijn vrouw Johanna (sic!) Beernts voor de ene helft en Driel v. O. als gemachtigde van Neelgen van Arnhem, weduwe van Beernt Joachims voor de andere helft, aan Sr. Lourens Clarles, koopman tot Amsterdam, een huis, hof en hofstede aan de Kortegracht. Opm. Op dit huis is een last gevestigd van 400 gulden t.b.v. Gisbertgen Nagels en 200 gulden t.b.v. Sr. Johan Block tot Amsterdam, idem 112 gulden twee stuivers toekomende de regeerders dezer stad ter zake van 't maken van de wef en een jaarlijkse uitgang van 1 gulden 10 stuivers op zekere vicarie gefundeerd op het St. Stevens ende Laurens altaar in de Joriskerk. [85]

Referenties van de gegevens van generatie 6 staan ook hier
Referenties Kwartierstaat Van Londen --- Generatie 6 ( 85 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
  1. Nav. 98(1960)20
  2. zie ook Nav. 98(1960)20
  3. Nav. 98(1960)20
  4. Wijk bij Duurstede 580-7 fol 127 dd 6-8-1615
  5. GN 40(1985)540,545
  6. Nav. 98(1960)20
  7. GN 40(1985)213
  8. GN 40(1985)213
  9. GN 40(1985)540
  10. GN 40(1985)213
  11. Nav. 98(1960)20
  12. Nav. 98(1960)20
  13. GN 40(1985)540,545
  14. Nav. 98(1960)20
  15. Nav. 98(1960)83
  16. zie ook Nav. 98(1960)20
  17. zie ook Nav. 98(1960)20
  18. EK 29
  19. Nav. 98(1960)83
  20. EK
  21. Nav. 98(1960)83
  22. EK
  23. Nav. 98(1960)83
  24. GN 40(1985)213
  25. EK
  26. Mededeling J. de Lange, 2001
  27. Nav. 98(1960)83
  28. Nav. 98(1960)83
  29. Mededeling J. de Lange, 2001
  1. EK 29
  2. Nav. 98(1960)84
  3. EK 29
  4. EK
  5. Nav. 98(1960)85
  6. Mededeling J. de Lange, 2001
  7. Nav. 98(1960)85
  8. EK
  9. EK 29
  10. Nav. 98(1960)20
  11. EK
  12. Nav. 98(1960)21
  13. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-13
  14. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-15
  15. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-15
  16. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-15
  17. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-15
  18. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-15
  19. GA Amersfoort, ONA, Nots. E. van Mulenborch, AT003 b001 folio 155 R
  20. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-15
  21. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-20
  22. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-20
  23. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-25
  24. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-28, blz. 269r
  25. GN(1959)123
  26. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-22, 1652-05-17
  27. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-18, blz. 143 verso
  28. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-16
  29. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-21
  1. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-21
  2. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-23
  3. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-24
  4. GA Amersfoort, ONA, Nots. R. van Ingen, AT008 a002, folio 235 R
  5. GA Amersfoort, ONA, Nots. A. van Brinckesteyn, AT 015a005, f1.
  6. GA Amersfoort, ONA, Nots. A. v. Brinckesteyn, d.d. 22-09-1684
  7. GA Amersfoort, ONA, Nots. A. v. Brinckesteyn AT 015a005 folio 35 V - 38 V
  8. GA Amersfoort, ONA, Nots. A. van Brinckesteyn, AT015 a006 folio 39 V
  9. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-21
  10. GA Amersfoort, ONA, Nots. A. v. Brinckesteyn, AT 015a003, folio 28/29
  11. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-29, blz. 89v
  12. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-29, blz. 101r
  13. GA Amersfoort, ONA, Nots. A. van Brinckesteyn, AT 015a005, f15.
  14. zie ook NL 82(1965)28
  15. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-23
  16. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-21
  17. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-25
  18. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-25
  19. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-25
  20. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-25
  21. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-16
  22. GA Amersfoort, ONA, Transporten, inv.nr. 436-16
  23. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-22
  24. GA Amersfoort, ONA, Transporten, inv.nr. 436-22
  25. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-23
  26. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-24
  27. GA Amersfoort, Transporten, inv. nr. 436-25

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 7
Back to previous
generation 5
Directly go to generation :
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12