You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Kwartierstaat Lapikás ⇒ Gen. nr. 16 |
48242. WILLEM STRAETMANS, ovl. ca. 1552.
Bij de boedelscheiding van Willem Straetmans in 1552 tussen zijn zoon Heynken en zijn dochters Jehen en Anna erfde de laatste 12 roe land in het Coestervelt, 8 roe "opt Verdt bruggen velt", de helft van de grote 'pot' aldaar, 6 roe "opt Vienster velt", 5 roe beemd "in die Couwe" en 5 1/2 roe beemd "tot Slegen brouck".[1]
49068. AELBERT PYTERSZ.
51344. MATTHEUS SNEUWATERS.
51348. NICASIUS (LE PETIT), verm. wonend te Doornik, zijdelakenkoper en burger te Utrecht (1602).
Op 27-1-1602 verlenen Gerrit van Meroode en zijn zuster Beatrix van Merode, garantie voor borgtochten ten behoeve van Nicasius le Petit, zijdelakenkoper en burger te Utrecht, en Geraert Croesz, waard in Den Hulck te Utrecht, aan Margareta van Cuylembourch wed. van NN tot Moncheau wonende te Utrecht op het St. Janskerckhoff, en aan Johan van Matenesse domheer t' Uytrecht, met land in Bonavontura en bij Huis Rijnegom in Zoeterwoude als zekerheid met garantie door Gerrit van Meroode ten behoeve van zijn zuster. [8] (akte nog lezen)
51368. FRANCHOIS CABELJAU(¥), geb. vóór ca. 1520, alleen bekend uit het patroniem van zijn zoon:
COMMENTAAR(¥) De afstamming van Franchois Cabeljau is nog onduidelijk. Hij zou identiek kunnen zijn met Frans Cabeliau, zevende heer van Mullem, x Jossine de Backere (zie ⇒ Fragment Cabeljau - heren van Mullem, nr. Va ) Onder de bekende kinderen van dit echtpaar komt echter geen Jan voor. Wellicht is er nog een eerder huwelijk van Frans Cabeliau, waaruit Jan zou kunnen stammen. Van belang in dit verband is nog dat Jan's zoon Jaecques Cabeljau zich bij zijn huwelijk te Leiden in 1592 ook heer van Mullem noemt. |
51370. NN VAN DER BRUGG(H)EN.
Van der Brugge | |||||||
(in 1592 is sprake van Maycken Ronbous(¥), wed. van Jan van der Brugge).
Ia. NN van der Brugge.
Ib. NN van der Brugge (Verbrugge), geb. vóór ca. 1565.
IIa. Pieter van der Brugge, geb. vóór ca. 1570, ovl. 1611-1623, afkomstig van van Gent,
huw. get. (1605, 1611),
otr. Leiden 9-4-1592 (get. voor hem: Franchoys Cabbeljau en Gilhame van der Brugge zijn broeder, voor haar: Proontgen Vrombout, haar zuster)
Abigel Vrombout, ovl. vóór 1623, afkomstig van Belle,
mogelijk dr. van Jacques Vromboult verbannen uit Hondschoote (1560-1570),[9]
of van Jehan Vromboult uit Poperinge van wie goederen werden geconfisceerd (1570).[10]
IIb. Jan van der Brugge, geb. vóór ca. 1575, mogelijk identiek aan Jan van de Brugge, drapier, schutter in het rot van Coster te Leiden 28-2-1617,[14]
IIc. Gilliame van der Brugge, geb. ca. 1548, ovl. na 1599, koopman te Leiden (1590..1596),
huw. get. (1592),
tr. vóór ca. 1580
Guiliamette de Balloin, woont in de Bredestrate naest Sint Catrijnne Gasthuijsse (1599),
dr. van Zeverijn de Balloin.
IId. Lieven van der Brugge, geb. vóór ca. 1555.
IIe. NN van der Brugge (Verbrugge), geb. vóór ca. 1565.
Op 13-9-1632 machtigt Jacob van der Brugge, coopman te Leyden, Jonas Cabeljau, coopman te Rotterdam, om namens hem van Jan Meesters 600 gld. te ontvangen die hij aan hem schuldig is. [22] Op 13-5-1633 machtigt Jacob van der Brugge coopman te Leyden, Abraham Cabbeljauw coopman te Rotterdam, om van Jan Meesters, compasmaecker te innen de schuld die hij bij hem heeft. [23] Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken): Op 23-9-1652 maken Jacob van der Brugge saeytrapier, sieckelijk en zijn huisvrouw Pieternelletje Thonisdr een langstlevende testament. [28] Bonboeken Leiden (tekst nog opzoeken):
|
51372. NN DU BOYS.
COMMENTAAR(¥)
In het Register op de Journalen van Constantijn Huygens Jr staat:
"Simon du Bois, zoon van Hendrick d. B. en Helena Leonora Sieveri, geboren te Antwerpen, † 1708. Leerling van Wouwermans, portretschilder, sinds 1685 te Londen gevestigd met zijn broer Edward, die geboren was 1622, † 1699, en een minder bekwaam schilder was dan hij. Verwijst naar NNBW dl I, 379. II, 316. |
Op 10-9-1639 verklaren Abraham Verlinden, 40 jaar oud, en Hendrick du Bois, 50 jaar oud, beiden schilders, op verzoek van Marie Bekemans, weduwe van Abrahem Janss de Bois, dat zij het huis van Marie, dat ongeveer 3 maanden geleden geverfd is, maar waarvan de verf of olie nog niet droog is, bekeken hebben. De verf is goed, maar de olie die daarvoor gebruikt is, niet, die is met traan vervalst. Zij verklaren verder dat zij van Josua Pieterss Offerman, schilder, gehoord hebben dat hij zijn wagen met olie, die hij evenals Marie bij Abraham Besemer gehaald heeft, geverfd heeft en hem hetzelfde overkomen is, zoals op nog meer plaatsen gebeurd is. [37]
Notitie in Journal tenu par Isaac Beeckman de 1604 à 1634. Tome 3: 1627-1634 (1635) (ed. C. de Waard).:
Sans doute Hendrik du Bois, né vers 1587. Il était en 1602 élève du peintre Hans de Wael à Anverse ou il se maria, en 1614, avec Helena Elandt Trompersdr, née à Rotterdam. C'est dans cette ville que du Bois se fixa peu après 1632 et Beeckman le mentionne en janvier 1634 dans ses notes personnelles (fol. 237recto). A Rotterdam Maria Beeckman, veuve du Abraham Jansz du Bois, invoqua, le 10 Septembre 1639, son témoignage de peintre et celui de collègue. La femme de Hendrick du Bois mourut en 1645, et lui en octobre 1646. Leurs portraits furent faits par Anthony van Dyck.
Geschilderd portret van Hendrick du Bois (ca. 1589-1646) door Anthony van Dyck (1599-1641).
(Olie?) op doek, hxb =100 x 82,5 cm Datering: na 1630 Locatie: Staedelsches Kunstinstitut, Frankfurt am Main (D) (blijkbaar in 1909, thans (2011) niet in Städel Museum aldaar) Bron: Emil Schaeffer, Van Dyck, Des Meisters Gemälde, Stuttgart, 1909 |
Geschilderd portret van Helena Dubois (=Helena Elandt Trompersdr (voor 1594-1645)) door Anthony van Dyck (1599-1641).
| (Olie?) op doek, hxb =100 x 83 cm Datering: na 1630 Locatie: Art Institute, Chicago (USA) (blijkbaar in 1909, thans (2011) niet in The Art Institute of Chicago aldaar) Bron: Emil Schaeffer, Van Dyck, Des Meisters Gemälde, Stuttgart, 1909 klik op plaatje(s) om te vergroten |
Gravures door Cornelis Visscher (1629-1662) gemaakt naar de bovenstaande schilderijen van Anthony van Dyck.
De geportretteerden heten hier nu Helena Leonora de Sieveri en Hendurukus du Booys!
Gravure, 21,2x18,4 cm Datering: ca. 1640 |
In beide gravures staat in de linkerbenedenhoek "Ant. van Dyck pinxcit", eronder "Corn. Visscher sculp.", en rechts: "Edewaert du Booys excudit".
| Gravure, 21,1x18,1 cm Datering: ca. 1640 klik op plaatje(s) om te vergroten |
COMMENTAAR(¥) In verschillende bronnen waaronder NNBW, heet zij Sara van den Velde, dr. van de schilder Willem van de Velde the Younger. In de trouwinschrijving van 1707 heet zij echter Sarah Atkins. Zij zou 1. een dr. Van de Velde kunne zijn die eerst trouwde met NN Atkins, en als diens weduwe (maar onder diens naam) hertrouwde met Simon Du Bois, of 2. van haar meisjesnaam Sara Atkins heten, getrouwd geweest zijn met een van de zonen van Willem van de Velde the Younger en daarna (na diens overlijden) hertrouwd met Simon Du Bois. |
Testament van Simon Du Bois: legaten aan zijn vrouw en relaties, laat na aan Lord Somers "my father's and mother's pictures drawn by Van Dyke, and my case of books and the books therein", en aan zijn vrouw "the copper-plates of my father and mother, and the prints printed from the same.". [43]
Portret van Simon du Bois (1632-1708) door onbekende kunstenaar.
Tekening? Datering: onbekend Locatie: onbekend Bron: Ref. [44] klik op plaatje(s) om te vergroten |
51760. CONRAD BEER, der in der Wiener Neustadt lebte.
56064. JAN JANSZOON (WITTEBOL), geb. vóór ca. 1490, ovl. vóór ca. 1560, tr. vóór ca. 1510
56065. NN, als zijn weduwe genoemd 1559-1567.
Register van inkomsten en uitgaven, van den pastoor Philips van Hogesteijn, herder van 1559-1567 te Hazerswoude (zie Bijdragen Bisdom Haarlem 1881):
Jan Janszoon's weduwe ende Pieter Wittebol, op haer lant, buytenwech. Petri s' jaers X st. en 3 mand(en) turf:
Joosgien Jacopsdr weduwe van Dirk Wittebol is sculdich jaerlicx op de Dresschcamp after die Westvaert: IIIJ st. 4 korf turf.[46]
In feb. 1557 verkopen Jacob Hugensz, Cornelis Hugensz en Jan Hendricksz, man en voogd van Katrijn Hugensdr, aan Pieter Jansz Wittebol hun deel van de erfenis welke hen is aanbestorven van Maritje, weduwe van Neel Jansz, eerst in een woning met 14 morgen land met twee huizen, schuren en bergen, strekkende van de Voorweg noordwaarts tot de Poeten, belend ten oosten Neel Adriaensz en de erfgenamen van Gerrit Pietersz en ten westen Aelbert Brunensz, Jacob Cornelisz Craen en Adriaen Brunensz, nog in een binnenweg saet, strekkende van de Voorweg tot de Achterweg, groot 11½ hond, belend ten oosten Neel Claesz Woutersz en ten westen Marie Pouwels. [48]
Op 16-2-1557 geeft Jan Jacobusz, schipper en wonende te Leiden, procuratie op Pieter Jansz Wittebol en Cornelis Gerritsz Keijser. [49]
Op 15-12-1565 is Toenis Adriaensz schuldig aan Pieter Jansz Wittebol 2 gulden per jaar met hypotheek op zijn huis en erf, zo hij dit nu bewoont, gelegen buiten weg, belend ten oosten Pieter Dircksz, ten westen Cornelis Gerritsz Keijser en Jacob Corsz, ten noorden de Nieuwe vaart en ten zuiden de Voorweg. Afgelost 8-12-1587. [50]
Op 28-8-1569 verkoopt Adriaen Willem Hendricksznz aan Pieter Jansz Wittebol een schepenbrief van 130 gulden van 13-12-1568 ten laste van Adriaen Jacob Govertsznz met waarborg zijn huis en erf, belend ten oosten Wouter Cornelisz, ten westen Jacob Lourisz, Louris Pietersz en Maritje Proeijten, ten zuiden de Voorweg en ten noorden Aernt Gerritsz. [51]
Op 1-2-1570 verkoopt Claes Jacobsz van Leeuwen aan Pieter Jansz Wittebol 13 hond land met een vogelkooi volgens de oude brieven en zal de koper schadeloos houden van 5 gulden 5 stuivers per jaar ten behoeve van de kerkmeesters van Hazerswoude, met waarborg 2½ morgen land gelegen binnen weg, belend ten oosten Pons Gerritsz, ten westen Maritje Cornelisdr, ten zuiden de Achterweg en ten noorden Pieter Dircksz en Dirck Adriaensz. [52]
Op 1-3-1570 is Jacob Jansz Wittebol schuldig aan Claes Jacobsz alias Claes van Leeuwen 300 gulden met hypotheek op 13 hond land daarvan de penningen roerende zijn, die Pieter Jansz Wittebol van Claes had gekocht en van wie Jacob de koop heeft overgenomen, daarin begrepen een vogelkooi, belend ten oosten Jasper Engebrechtsz, ten westen Reijer Gerritsz, ten noorden Hendrick Engebrechtsz en de weduwe van Aem Jansz, ten zuiden dezelfde weduwe, alsmede op 4½ morgen 1½ hond weiland, gelegen binnen weg, belend ten oosten de Oostka, ten westen de weduwe van Wouter Cornelisz, ten zuiden de Achterweg en ten noorden de Voorweg. [53]
Op 1-3-1570 verkoopt Claes Jacobsz van Leeuwen aan Jacob Jansz Wittebol 13 hond land, welke hij betaalt met een schuldbrief, welk land is belast met 5 gulden 5 stuivers ten behoeve van de kerkmeesters van Hazerswoude, welke rente Adriaen Jansz daarna op zich genomen heeft, met waarborg 2½ morgen land gelegen binnen weg, belend ten oosten Pons Gerritsz, ten westen Maritje Cornelisdr, ten zuiden de Achterweg en ten noorden Pieter Dircksz en Dirck Adriaensz. [54]
Op 14-11-1570 is Engebrecht Hendricksz schuldig aan Maritje Dircksdr, weduwe van Pieter Jansz Wittebol 3 gulden per jaar met hypotheek op zijn woning, als huis met berg en schuur en 3 morgen land, belend ten oosten Jan Claesz en Dieuwer Claesdr wonende te Leiden, ten westen Michiel Boeijenz, ten zuiden de Voorweg en ten noorden de nieuwe vaart, afgelost 26-6-....? [55]
Op 24-12-1570 is Cornelis Corstensz schuldig aan de erfgenamen van Pieter Jansz Wittebol 47½ stuivers per jaar met hypotheek op 8 hond land gelegen boven weg, belend ten oosten Pieter Corstensz, ten westen Govert Jacobsz, ten noorden de Achterweg en ten zuiden Gerrit Claesz. [56]
Op 19-3-1571 is Neeltje Adriaensdr, weduwe van Jan Cornelisz Schoeneman met Cornelis Willemsz van Hout, haar zoon, schuldig aan Maritje Dircksdr weduwe van Pieter Jansz Wittebol 6 gulden per jaar, met hypotheek op haar woning als huis met berg en schuur alsmede 13 morgen 1½ hond land gelegen buiten weg, belend ten oosten de erfgenamen van Pieter Jansz Wittebol, ten westen Jacob Pietersz Craen, Cornelis Hugenz en Pieter Claesz backwer, ten zuiden de Voorweg en ten noorden Pieter Claesz voorsz. en de dwarswetering. Afgelost 12-3-1572. [57]
Op 19-3-1571 is Eeuwout Cornelisz Schoeneman schuldig aan Maritje Dircksdr weduwe van Pieter Jansz Wittebol 1000 gulden met hypotheek op haar huis en erf met berg en schuur alsmede 14 hond land, strekkende van de Voorweg zuidwaarts tot de Achterweg, belend ten oosten Jan Cornelisz, Dirck Jansz en Eeuwout Cornelisz, ten westen Gijsbert Mattheusz erfgenamen en Cornelis Jansz Wittebol, daarvan de penningen roerende zijn, met waarborg.... hond land liggende ten oosten van deze woning, belend ten oosten Adriaen Jacob Bouwensznz, ten westen de voorsz. woning, ten zuiden de Achterweg en ten noorden Jan Cornelisz Jut en Dirck Jansz.
Vervolg a. 19-3-1571. Overdracht van de voorsz. woning met waarborg de helft van 4 morgen 1½ hond land, waarvan de wederhelft toebehoort aan Aeltje, Jan Adriaensz weduwe, haar zuster, strekkende uit de Rijn zuidwaarts tot de dwarswetering toe, belend ten oosten Bouwen Willemsz tot Heemskerck en Jan Willemsz te Koudekerk en ten westen Bouwen Willemsz. [58]
Op 29-7-1571 is Vranck Gerritsz schuldig aan Thijs Jacobsz te Leiden ?40 gulden wegens geleend geld, met hypotheek op zijn woning als huis met berg en schuur alsmede de helft van 7 morgen land, belend ten westen Dirckje Adriaen Pietersz weduwe en ten oosten Gerrit Jansz Koeij, waarvan de wederhelft toebehoort aan de boedel van Maritje Pouwels Adriaensz weduwe, strekkende tezamen van de Voorweg en de Kerk van Hazerswoude zuidwaarts tot de Achterweg, te betalen ½ jaar na de dood van Maritje Dircksdr, zijn moeder(¥), weduwe van Pieter Jansz Wittebol. [59]
COMMENTAAR(¥) Wordt hiermee bedoeld dat Vranck Gerritsz een zoon is van Maritje Dircksdr, weduwe van Pieter Jansz Wittebol? Deze Maritje zou dan blijkbaar eerder gehuwd geweest moeten zijn met een Gerrit NN, anders kan het patroniem van Vranck niet verklaard worden.
Op 9-1-1572 is Eijmbrecht Hendricksz schuldig aan Maritje Dircksdr, weduwe van Pieter Jansz Wittebol, 3 gulden per jaar met hypotheek op zijn woning met huis, berg en schuur alsmede 3 morgen land, belend ten oosten Jan Claesz en Dieuwertje Claesdr, wonende te Leiden, ten westen Michiel Boonen, ten zuiden de Voorweg en ten noorden de nieuwe vaart. Afgelost 18-6-1595. [60]
In 1572 schijnt Pieter Jansz Wittebol overleden te zijn. In een koopcontract 14-1-1572, waarvan het begin luidt: Wij Harmanszoon van Poli, Bailjuw en Schout, Doe Jacopszoen en Frans Cornelisz beijden Schepenen van den Ambagte en Heerlyckheit van Hasaertswoude doen kondt dat voor ons gecomen en gecompareert hebben, selfs in persoon: Marijtje Dircks wed. van Pieter Janszoon Wittebol en heur soon en gekosen voight in deesen, ende bekende voor heuren erfgenamen en nacomers wettelijck vercoft te hebben aen Jan Anthonisz. Timmermans, een huijs met erven belent enz. enz.[61]
Op 15-8-1570 is Cornelis Jansz Wittebol schuldig aan Machteltje Gerritsdr, weduwe van Jeronimus Maertensz wonende te Leiden, 6 gulden per jaar met hypotheek op een woning als huis met schuren, berg en het land daar achter liggende, groot 4 morgen gelegen binnen weg, belend ten oosten Pieter Jansz Wittebol en de erfgenamen van Gijsbrecht Mattheusz, ten westen Pieter Jacobsz Craen, ten noorden de Voorweg en de voornoemde erfgenamen en ten zuiden de Achterweg; 3 morgen 4½ hond land in de Waterganck, belend ten oosten Leendert Adriaensz, schout te Koudekerk, ten westen Pieter Jansz Wittebol, ten zuiden Andries Claesz en ten noorden de Kerkwegswetering. [63]
Op 27-2-1572 is Adriaen Jacobsz Craen schuldig aan Cornelis Jansz Wittebol 8 gulden per jaar met hypotheek op zijn woning als huis met berg en schuur alsmede 12½ morgen 2½ hond land gelegen binnen weg, belend ten oosten Cornelis Gerritsz Keijser en ten westen Jacob Cornelisz, strekkende van de Voorweg zuidwaarts tot de Achterweg. Hij is voldaan door Stijntje Claesdr van wie hij land gekocht had en die aan Cornelis Jansz Wittebol schuldig was. Borg Jacob Cornelisz Craen zijn vader met 3 morgen land, belend ten oosten Adriaen Cornelisz Craen, ten westen Cornelis Aelbertsz, ten zuiden de Voorweg en ten noorden de nieuwe vaart. Afgelost 9-12-1598. [64]
Op 20-8-1582 testeren Cornelis Cornelisz jonge Coninck en Gerritje Philipsdr, echtelieden. Zij verwijzen naar ongedateerde huwelijksvoorwaarden gepasseerd voor schout en schepenen van Hazerswoude. Bij kinderloos overlijden de langstlevende het vruchtgebruik van de nalatenschap en na overlijden van de langstlevende moet de nalatenschap gedeeld worden tussen hun beider naaste erfgenamen half bij half. Sijmon Dircksz, man en voogd van Aef Jansdr, Pouwels Gerritsz voor hem zelf en zich sterk makende voor zijn zwagers erfgenamen en kinderen van Gerrit Jansz Koeij en Jan Jacobsz Wittebol voor hem zelf en vervangende Anna Jacobsdr, zijn zuster, kinderen van Jacob Jansz Wittebol, Adriaen Lambrechtsz namens zijn vrouw en zich sterk makende voor Cornelis Dircksz Wittebol, Dirck Cornelisz, man en voogd van Maritje Dircksdr en andere zijn huisvrouwen zusters allen kinderen van Dirck Jansz Wittebol en overzulks naaste vrienden en bloedverwanten van Cornelis Cornelisz jonge Coninck. Zij verklaren dat zij gelijkelijk zijn gerechtigd tot de goederen van Cornelis Jansz Wittebol, de vader van de voorsz. Cornelis Cornelisz jonge Coninck achtergelaten volgens testament, waarmee zij beloofden hen nu te behelpen en hij mag alles verkopen. [65] [66]
Op 27-1-1586 verkoopt Gerritje Philipsdr met Cornelis Cornelisz Wittebol, haar man, aan Dirck Adriaen Jansznz 13 hond land gelegen buiten weg, belend ten oosten de erfgenamen van Dirck Mouwerijnsz, ten westen de Piswetering, ten noorden Gijsbert Florisz en ten zuiden de Otweg, belast met 45 stuivers per jaar (zijnde een gedeelte van meerder) ten behoeve van jonkheer IJsbrant van Merode, met waarborg 2 morgen land Gerritje aangekomen van Sijmon Philipsz haar broer, welke in gebruik zijn bij Dirck Cornelisz Keijser, ook gelegen buiten weg, belend ten oosten Reijer Pietersz, ten westen en ten noorden Engebrecht Jansz en ten zuiden Dirck Cornelisz voorsz. Er wordt overgelegd zekere akte waarbij de naaste vrienden van Gerritje hebben toegestaan het voorsz. land te verkopen niettegenstaande het haar bij testament van Philips Gerritsz en Maritje Gijsbertsdr haar ouders was verboden, betaald met een rentebrief.
Vervolg a. 27-1-1586. Rentebrief van 18 gulden per jaar met hypotheek op het gekochte alsmede op 2 morgen land die de koper had gekocht van Leendert Dircksz Roes, belend ten oosten de Piswetering, ten westen de erfgenamen van Mr Gerrit Melisz, ten zuiden Willem Claesz en ten noorden de weduwe van Claes Florisz en Pouwels Willemsz. [67]
Op 20-3-1586 verkoopt Cornelis Cornelisz Wittebol alias jonge Coninck aan Maritje Dircksdr, weduwe van Jacob Jansz Wittebol, 17 hond land gelegen buiten weg, belend ten oosten Neeltje Adriaensdr, ten westen Hubrecht Adriaensz, ten zuiden de nieuwe vaart en ten noorden Pieter Thomasz weduwe met waarborg zijn woning met 8 morgen land gelegen buiten weg, belend ten oosten Jan Jansz en Maritje Hendricksdr, ten westen Maritje Hendricksdr en Dirck Boeles, ten zuiden de nieuwe vaart en ten noorden Gerrit Lourisz kinderen en Joris Claesz Oosterlinck. [68]
Op 30-1-1587 heeft Jacob Sijmonsz ontvangen van Sijmon Gerritsz en Cornelis Cornelisz jonge Coninck 120 gulden 8 stuivers toebehorende Leendert Woutersz, onmondig weeskind van Wouter Adriaensz Pollandt, die ene Gijsbert Florisz heeft gelost, met waarborg zijn woning alsmede 6 morgen 2½ hond land gelegen binnen weg, belend ten oosten Cornelis Dircksz Wittebol, ten westen Mees Willemsz en de westvaart, ten zuiden Mees Willemsz voorsz. en de Achterweg en ten noorden de Voorweg. [69]
Akte zonder datum (protocollen Hazerswoude 1555-1557). Cornelis Claesz Woutersz verkoopt aan Aelbrecht Jansz, priester te Leiden, een rentebrief d.d. 14-6-1556 van 20 gulden op Jacob Jansz Wittebol met waarborg 4 morgen land buiten weg, strekkende van de Nieuwe vaart tot de Dwarswetering, belend ten westen Machtelt, weduwe van Nijs Gerritsz en Jacob Gerritsz en ten oosten Jacob Eeuwoutsz, Cornelis Claesz en Jan Claesz. [71]
in okt. 1557 is Jacob Jansz Wittebol schuldig aan Steffenie Jacobsdr 100 pond hollands met hypotheek op al zulke delen en porties die hij gekocht heeft van de gemene erfgenamen van Maritje Neel Jansz, eerst in de woning waar hij in woont met beide huizen, bergen, schuren en 14 morgen land, strekkende van de Voorweg noordwaarts tot de Poeten toe, belend ten westen Adriaen Brunensz, Jacob Cornelisz Craen en Aelbert Brunensz en ten oosten de erfgenamen van Gerrit Pietersz en Cornelis Adriaensz, nog een binnen weg saete, groot 12½ hond land, strekkende van de Voorweg tot de Achterweg, belend ten oosten Cornelis Claesz Woutersz en ten westen Maritje Pouwels. Borg Cornelis Claesz. [72]
Op 21-10-1567 stellen Cornelis Claesz, houtkoper te Leiden en Leendert Adriaensz, wonende te Hazerswoude, naaste vrienden van Maertje Mattheusdr, Elijsabeth Mattheusdr en Elsgen Mattheusdr, in 1559 verkocht te hebben aan Jacob Jansz Wittebol 3/26 delen van een woning en landen zoals de drie dochters hadden geërfd van hun moeder Maritje, weduwe van Neel Jansz, te weten 14 morgen met twee huizen, twee bergen en twee schuren, strekkende van de Voorweg noordwaarts over de dwarswetering tot aan Rijnenburgerlaan, belend ten oosten de erfgenamen van Cornelis Adriaensz en van Gerrit Pieter Cornelisznz en ten westen Aelbrecht Bruijnensz backer, Jacob Cornelisz Craen en Dirck Pietersz, nog in een zaat gelegen binnen weg, groot 11 hond 56 roeden, strekkende van de Voorweg tot de Achterweg, belend ten oosten Cornelis Claesz en ten westen Marij Pouwels. [73]
Op 6-1-1570 verkoopt Jacob Jansz Wittebol aan Pieter Claesz 2 bezegelde brieven van de eigendom van 4 morgen land, strekkende van de Voorweg tot de Delft toe, belend ten oosten Joris Cornelisz Schoeneman en Cornelis Hugenz en ten westen Boeijen Dircksz en Huijch Florisz, met waarborg 11½ hond land, belend ten oosten Cornelis Claes Woutersznz en ten westen Maritje Pouwels, strekkende van de Voorweg zuidwaarts tot de Achterweg.
Vervolg a. 6-1-1570. Schuldbrief van 230 gulden met waarborg de voornoemde 4 morgen, waarvan de penningen roerende zijn. [74]
Op 1-3-1570 is Jacob Jansz Wittebol schuldig aan Claes Jacobsz alias Claes van Leeuwen 300 gulden met hypotheek op 13 hond land daarvan de penningen roerende zijn, die Pieter Jansz Wittebol van Claes had gekocht en van wie Jacob de koop heeft overgenomen, daarin begrepen een vogelkooi, belend ten oosten Jasper Engebrechtsz, ten westen Reijer Gerritsz, ten noorden Hendrick Engebrechtsz en de weduwe van Aem Jansz, ten zuiden dezelfde weduwe, alsmede op 4½ morgen 1½ hond weiland, gelegen binnen weg, belend ten oosten de Oostka, ten westen de weduwe van Wouter Cornelisz, ten zuiden de Achterweg en ten noorden de Voorweg. [75]
In een contract te Hazerswoude van 1570, verkoopt Jan Dircksz Wittebol, 100 morgen lands, terwijl Jacop Jansz. Wittebol, dertigh honds lands van Claes Jacops. van Leeuwen koopt, en in een schuldbekentenis ten name van Pieter Claesz Verdeleer, geteekend 3-1-1570, heeft hij te vorderen de somma van acht honderd Carolus guldens.[76]
Op 20-12-1583 verkoopt Maritje Dircksdr, weduwe van Jacob Jansz Wittebol met Jan Jacobsz, haar zoon, aan Pouwels Gerritsz 13 hond land gelegen boven weg, belend ten oosten Thees Engebrechtsdr, ten westen Cornelis Adriaensz Lodder, ten zuiden jonge Jan Ponsz, ten noorden dezelfde en Cornelis Hendrick Engebrechtsznz weeskind, waarvan 7 hond in erfpacht worden gehouden van de heer van Cruijningen tegen 5 groot per jaar onder overhandiging van 3 oude brieven met een copie van een voorgaande brief, waarvan de zesde (sic) ten behoeve van Jacob Jansz Wittebol van 1-3-1570. [77]
Op 20-3-1586 verkoopt Cornelis Cornelisz Wittebol alias jonge Coninck aan Maritje Dircksdr, weduwe van Jacob Jansz Wittebol, 17 hond land gelegen buiten weg, belend ten oosten Neeltje Adriaensdr, ten westen Hubrecht Adriaensz, ten zuiden de nieuwe vaart en ten noorden Pieter Thomasz weduwe met waarborg zijn woning met 8 morgen land gelegen buiten weg, belend ten oosten Jan Jansz en Maritje Hendricksdr, ten westen Maritje Hendricksdr en Dirck Boeles, ten zuiden de nieuwe vaart en ten noorden Gerrit Lourisz kinderen en Joris Claesz Oosterlinck. [78]
Op 6-1-1587 is Maximiliaen heer van Cruijningen etc. schuldig aan Roelof Adriaensz 200 gulden en zolang dit niet is terugbetaald zal Roelof 6 gulden inhouden vanwege de erfpacht van landen eertijds bij Aelbert Bruijnenz in erfpacht genomen en hij mocht sijn behouff ontvanghen 20 stuivers per jaar die Melten Aelbrechtsz uit dezelfde pacht tijnsbaar is alsmede 4 gulden 10 stuivers als Roelof Adriaensz, Maritje Jacob Wittebol en Alijdt Willemsdr schuldig zijn. Afgelost 12-3-1607. [79]
Op 3-4-1588 verkopen Maritje Dircksdr, weduwe van Jacob Jansz Wittebol en Annetje Jacobsdr en Jan Jacobsz Wittebol elk voor hen zelven en Jan nog als voogd van zijn moeder en zuster aan Sijmon Dircksz hun broer en oom 1/3 gedeelte van 11 morgen 1½ hond land met huis, berg en schuur op hetzelfde 1/3e gedeelte, strekkende van de Voorweg noordwaarts tot de kopers land toe, zodat nu de koper het gehele weer competeert, strekkende voorts tot de oude dwarswetering toe, belend ten oosten Jacob Vasz werff en Bertge Gijsbrechtsdr, weduwe van Jan Engebrechtsz en ouwe Cornelis Joostensz, haar zwager en ten westen Leendert Crijnenz, onder overhandiging van de oude brieven die zij van hetzelve goed hadden als gekomen van Pieter Jansz Wittebol, die gehuwd was met de weduwe van Gerrit Jacobsz Craen als een erfpachtsbrief van schepenen van Leiden waarbij het gehele weer land, strekkende van de Voorweg tot de Rijn eertijds in erfpacht was uitgegeven aan Govert Jacobsz voor 13 pond hollands per jaar met een transport onder het zegel van Willem Jacobsz Craen daarbij het voorsz. goed op Gerrit Jacobsz Craen voorsaet van Pieter Jansz Wittebol van 19-8-1526 is overgegeven en nog een brief beginnende "Ick Willem Jacobsz Craen schout van Hazerswoude" van 10-12-1525 waarbij Pieter Dirck Willemsznz van Govert Jacobsz 8½ morgen 1 hond land, strekkende van uit de Rijn tot aan de oude dwarswetering om 13 pond holl. per jaar uit kracht waarvan Sijmon Dircksz jaarlijks dezelve pacht ontvangen mag van Gerrit Clementsz te Koudekerk en moet die weder uitkeren aan heer Aernt Thou als possesseur van zekere vicarij, nog een brief onder het zegel van Deken en Capittel van de Hooglandse Kerk te Leiden van 1519 daarbij de uitgifte van de voorsz. eerste erfpacht is geratificeerd en nog een rentebrief beginnende "Ick Sander Jansz Block houdende op enen Claes Hendricksz 2 pond hollands per jaar die de voorsz. Sijmon Dircksz uit kracht van dien zijnde van 22-1-1538 jaarlijks zal ontvangen en moet uitkeren aan de Kerkmeesters van Hazerswoude. Betaald met penningen en met zekere schuldbrief.
Vervolg a. 3-4-1588. Schuldbrief van 1000 gulden, terwijl er al 300 gulden is betaald, waarin begrepen een losrente van 6 gulden per jaar, met hypotheek op het gekochte. [80]
Kohier van de Capitale Leninge van het jaar 1600: Hazerswoude : in 't dorp van Oosten aen:
Jacob Jansz. Wittebol's weduwe 100 pond. Jacob Jansz. Wittebol (sic! moet zijn Jan Jacobsz Wittebol) heeft vanwegen sijne moeder gedoleert ende bij waere woorden in plaetse van eede hare goederen begroot op 17000 gl., daerom in de verdubbelinge 180 gl.
COMMENTAAR(¥) De weduwe van Jan Jacobsz Wittebol is belendster te Hazerswoude 1616. Dat klopt niet met het Hoofdgeld van 1622 wanneer zij nog leeft. Zijn er twee personen Jan Jacobsz Wittebol? |
Op 28-10-1609 verkoopt Dirck Leendertsz aan Jan Jacobsz Wittebol een huis en erf gelegen buitenweg, belend ten oosten Gerrit Sijmonsz, ten zuiden de Voorweg, ten westen Jacob Cornelisz en Cornelis Jacob Doesz, onder overhandiging van de oude brief. Voldaan met een schuldbrief.
Vervolg a. 28-10-1609. Volgt schuldbrief van 475 gulden met hypotheek op het gekochte. Afgelost 18-10-1616. [84]
Op 17-12-1609 compareert Anna Jaspersdr, weduwe van Govert Jacobsz met Gerrit van Tol, secretaris van Hazerswoude als haar gekoren voogd voor de helft, Jasper Govertsz, Cornelis Govertsz en Pieter Govertsz elk voor henzelf, Jan Jacobsz Wittebol, man en voogd van Emmetje Govertsdr, Adriaen Jansz met Reijer Hugenz, voogden over de vier kinderen van Maritje Govertsdr bij Cors Hugenz, waarvan de voorsz. Adriaen Jansz de oudste Geertje Corsdr heeft gehuwd, elk voor 1/5 in de wederhelft, allen erfgenamen ab intestato van Jacob Govertsz en Anna Jaspersdr. Zij ontvangt voor haar helft 16 hond weiland gelegen binnenweg, belend ten oosten de boedel van Christiaen Cornelisz en de boedel van Jan Jansz van Velsen, ten westen Aelwijn Dircksz en Roelof Jansz, strekkende van de Achterweg noordwaarts tot de Voorweg, een losrente van 7 gulden per jaar welke zij zelf schuldig was volgens obligatie welke mits deze gecasseerd is, een nieuwe schuit met zeil en gereedschap en het bed dat Jacob toekwam, des zij een ander bed dat minder waard is geven zal, de andere erfgenamen elk 1/5 en wel Jasper Govertsz 3 morgen en 4½ hond slagturfland of water gelegen bovenweg, tezamen belend ten noorden Anna Jaspersdr en Trijn Dircksdr, ten oosten Adriaen Cornelisz uit de wilde venen, Trijn Dircksdr voorsz., ten zuiden Adriaen voorsz. en de landscheiding en ten westen dezelfde Adriaen, mits dat de voorsz. 4½ hond subject zijn zekere jaarlijkse erfpacht ten behoeve van de heer van Hazerswoude, waarvoor hij 5 stuivers moet betalen. Cornelis Govertsz ontvangt 3 percelen slagturfland of water gelegen bovenweg, als eerst 3 morgen belend ten oosten Jan Jacobsz Wittebol voorsz., ten westen IJsbrant Pietersz de Bije, ten noorden Martijn Adriaensz en ouwe Cornelis Joostenz; 3 hond land belend ten oosten Jan Adriaen Sijmonsz, ten westen ouwe Cornelis Joostenz voorsz., ten zuiden Jasper Govertsz voorsz. en ten noorden Pieter Govertsz voorsz., de helft van 3½ hond belend deze helft ten oosten Dirck Aemsz, ten zuiden Jan Jacobsz Wittebol voorsz. en ten westen en noorden ouwe Cornelis Joostenz en moet betalen aan de andere erfgenamen 200 gulden. Pieter Govertsz ontvangt een turfschuur met schuurstaal gelegen bovenweg, belend ten oosten Michiel Bonenz, ten zuiden Sijmon Eeuwoutsz en Cors Pietersz, ten westen Cors Pietersz voorsz. en ten noorden de Achterweg met alle turf en moet de andere erfgenamen uitkeren 10 gulden. Jan Jacobsz Wittebol ontvangt 200 gulden, de vier kinderen van Maritje Govertsdr ontvangen 1/3 van 550 gulden custingpenningen die Jan Daemsz van Oultshoorn te Kortenhoef schuldig is van koop van land en waarvan de kinderen al 2/3 deel bezitten, 1/3 van 48 gulden welke 48 gulden uitstaan onder Cornelis Gerritsz Versloet te Vreeland alsmede de 10 gulden voorsz. en nog 8 gulden uit de boedel. Gemeen blijft de helft van 5 morgen 5½ hond land, waarvan de andere helft Jan Jacob Willemsz gelegen in Bocxhol behoort, belend ten oosten Jasper Govertsz en Cornelis Govertsz, ten westen Adriaen Andriesz, ten zuiden de Vinkeveense wetering en ten noorden Jan Leendertsz.
Vervolg a. 18-12-1609. Anna Jaspersdr, weduwe van Govert Jacobsz met haar zoon Jasper Govertsz en haar zwager Jan Jacobsz Wittebol als haar gekoren voogden, aan haar zoon Cornelis Govertsz, wonende aan de Achterweg, de voorsz. 16 hond land. Voldaan met een rentebrief van 1000 gulden.
Vervolg b. 18-12-1609. Volgt rentebrief van 1000 gulden met hypotheek op het gekochte. Afgelost 2-2-1620. [85]
Op 1-12-1610 is Roelof Jansz, timmerman, schuldig aan Jan Jacobsz Wittebol een jaarlijkse losrente van 8 gulden 10 stuivers met hypotheek op een huis en erf gelegen binnenweg, belend ten oosten Anna Jaspersdr, ten zuiden Aelwijn Dircksz, ten westen de weduwe van Pieter Hubertsz en Claes Woutersz en ten noorden de Voorweg; 2 morgen 4 hond 86 roe land gelegen buitenweg, belend ten oosten de heer van Hazerswoude en Wouter Hugenz, ten westen Vranck Jacobsz, ten zuiden de Voorweg en ten noorden de nieuwe vaart; 4 morgen 5 hond land gelegen bovenweg in de Watergang, belend ten oosten Tuenis Jacobsz, ten westen het Gasthuis te Leiden en de weduwe van Jan Tuenisz, ten zuiden de Voorweg en ten noorden de nieuwe vaart. [86]
Op 1-5-1611 verkoopt Dirck Leendertsz aan Jan Jacobsz Wittebol een bezegelde losrentebrief d.d. 8-1-1608 van 25 gulden per jaar ten laste van Pieter Adriaensz als schuldenaar en Rut Adriaensz als borg, voor 400 gulden, welke de koper zal betalen aan Grietje Jansdr, weduwe van Jan niet ingevuld, drapier te Leiden, als kwijting van een rente van 25 gulden per jaar die ene Dirck Cornelisz alias Cleijn Dirck eertijds op de voorsz. Grietje c.s. had verleden en de verkoper door koop aangekomen was. [87]
Op 29-11-1611 is Adriaen Cornelisz Voshol schuldig aan Jacob Doesz en Jan Jacobsz Wittebol 4 gulden 10 stuivers per jaar met hypotheek op een huis en erf groot 8 hond gelegen bovenweg, belend ten oosten Martijn Adriaensz en Jan Gerritsz, ten zuiden Adriaen Adriaensz Vogelaer, ten westen de heer van Hazerswoude en ten noorden de Achterweg. [88]
Op 9-8-1612 verkoopt Cornelis Fransz Somer aan Jan Jacobsz Wittebol 1/5 gedeelte van een schuldbrief hem nomine uxoris aangekomen van zijn schoonvader Joost Claesz, pro resto groot 175 gulden ten laste van Dirck Jacobsz Rijck van 4-6-1611. Koopsom 157 gulden. [89]
Op 4-10-1612 verkopen Jacob Cornelisz, man en voogd van Geertje Joostendr, Aeltje Joostendr en ...... Joostendr geholpen door Gerrit van Tol, hun gekoren voogd te dezer zake en Jacob Cornelisz, kuiper, man en voogd van Maritje Claesdr vervangende zijn zwagers Joost Claesz en Claes Claesz, kinderen van Claes Joostenz, allen kinderen en kleinkinderen van Joost Claesz de Blindt, aan Jan Jacobsz Wittebol 4/5 deel van een schuldbrief hen in kwaliteit als voren opgekomen, pro resto 1075 en dus 4/5 deel 860 gulden ten laste van Dirck Jacobsz Rijck van 4-6-1611. Koopsom 612 gulden 10 stuivers. [90]
Op 19-4-1613 verkoopt Hendrick Jansz Koij aan Jan Jacobsz Wittebol een bezegelde schuldbrief ten laste van Jan Willemsz en Martijn Dircksz, gehuwd met Maritje Willemsdr, groot 1/3 van 1650 gulden, zijnde 550 gulden d.d. 8-4-1613. Koopsom 377 gulden 7 stuivers. [91]
Op 25-9-1614 compareert Anna Jaspersdr, weduwe van Govert Jacobsz met haar gekoren voogd Gerrit Hendricksz van Tol ter eenre, Jasper Govertsz, Cornelis Govertsz en Pieter Govertsz, Jan Jacobsz Wittebol, man en voogd van Emmetje Govertsdr, Adriaen Jansz, man en voogd van Geertje Corsdr, Jan Cornelisz, man en voogd van Maertje Corsdr en Jasper Govertsz en Reijer Hugenz als voogden over Lucas en Govert Corsz, kinderen van Maritje Govertsdr bij Cors Hugenz, allen kinderen en kindskinderen van Anna Jaspersdr ter andere zijde. Anna is hoog bejaard en impotent en de kinderen komen overeen, dat moeder al haar goederen afstaat en dat de kinderen haar zullen onderhouden en wel elk kind 20 gulden per jaar. Anna heeft buiten de betaalde 100 gulden per jaar nog 75 gulden per jaar inkomsten aan losrenten, mocht Anna daar niet van kunnen komen dan zullen de kinderen samen nog 25 gulden per jaar betalen. De goederen worden verdeeld. Jan Jacobsz Wittebol ontvangt een huis en erf met 3 morgen 50 roe land en 4 hond 25 roe land of water daar achter gelegen aan de Achterweg, belend ten oosten Cornelis Adriaensz Voshol c.s., ten zuiden Cornelis Govertsz en ten westen de weduwe van Adriaen Sijmonsz en Cornelis Govertsz en moet toegeven 950 gulden. Pieter Govertsz ontvangt 16 hond weiland gelegen binnenweg, strekkende van de Voorweg zuidwaarts tot de Achterweg, belend ten oosten Jan Hendricksz Koeij en ten westen Aelwijn Dircksz en Hubert Cornelisz Lock, 3½ hond slagturfland of water, belend ten noorden Dirck Gerritsz, ten oosten Jan Wouter Hugenz c.s., ten zuiden de weduwe van Adriaen Sijmonsz en ten westen Dirck Gerritsz c.s. en moet toegeven 400 gulden. Cornelis Govertsz ontvangt 4 morgen 5½ hond land in het Rietveld, belend ten noorden Jan Cornelis Bruijnenz, ten oosten ........... en 10½ hond slagturfland gelegen bovenweg, belend ten noorden de Achterweg, ten oosten Dirck Pieter Corsz c.s., ten zuiden Jasper Govertsz en ten westen ouwe Neel Joostenz c.s. en 3 hond slagturfland of water gelegen bovenweg, belend ten oosten en zuiden Jasper Govertsz, ten westen en noorden Trijn Dircksdr, weduwe van Pieter Corsz, de 10½ hond belast met een erfpacht waarvan deze partij moet betalen 10 stuivers per jaar en moet toegeven 350 gulden. Jasper Govertsz en de kinderen van Maritje Govertsdr ontvangen ieder 850 gulden. [92]
Op 26-11-1614 verkopen Maritje Hendricksdr, weduwe van Jacob Vasz, timmerman met haar zoon Michiel Jacobsz en Michiel voorsz. ook voor zichzelf, aan Cornelis Matthijsz, schoolmeester, een huis en erf met schuur en schuitenhuis gelegen buitenweg, belend ten noorden en oosten de gemeenweg, ten zuiden de Voorweg en ten westen Jan Martijnsz backer, belast met 3 gulden per jaar ten behoeve van de erfgenamen van Gerrit Bueckelsz, alles volgens de oude brieven, waarvan de laatste is van 14-10-1605, welke brieven worden overhandigd. Voldaan met 2 schuldbrieven.
Vervolg a. 26-11-1614. Volgt schuldbrief van 612 gulden 10 stuivers met hypotheek op het gekochte. Vervolg b. 26-11-1614. Cornelis Matthijsz, schoolmeester, is schuldig aan zijn zwager Michiel Jacobsz wegens koop van de helft van het voorsz. huis en schuur aan Jan Jacobsz Wittebol 612 gulden 10 stuivers met hypotheek op het gekochte. [93]
Op 3-2-1615 verkoopt Adriaen Cornelisz Thoen aan Jan Jacobsz Wittebol een bezegelde schuldbrief van 978 gulden 10 stuivers ten laste van Willem Meesz d.d. 14-8-1614. Koopsom 767 gulden 18 stuivers 8 penningen. Afgelost 1622. [94]
Op 11-10-1615 verkoopt Anthonis Jansz aan Jan Jacobsz Wittebol een bezegelde schuldbrief verleden op 13-5-1615 door Adriaen Cornelis Corsz als principaal en Aelwijn Pietersz en Cornelis Pietersz als zijn borgen, groot 174 gulden 5 stuivers 11 penningen. Koopsom 138 gulden. [95]
Op 11-9-1618 is Willem Adriaensz Boer, biersteker, schuldig aan Jan Jacobsz Wittebol een jaarlijkse losrente van 12 gulden 10 stuivers met hypotheek op zijn huis en erf gelegen buitenweg in het Westeinde op het Dorp, belend ten noorden de nieuwe vaart, ten oosten Volckaert Claesz Korffbreijer, ten zuiden de Voorweg en ten westen de Westvaart. [96]
Op 9-11-1618 verkoopt Dirck Jansz Rijck aan Jan Jacobsz Wittebol een schuldbrief, welke verkoper sprekende had op Jan Hugenz, wonende alhier in het Westeind, d.d. 1-4-1613, groot 625 gulden. Koopsom 460 gulden 16 stuivers 8 penningen. [97]
Hoofdgeld Rijnland 1622 en Hoofdgeld Hazerswoude 1623:
Te Hazerswoude : Jan Jacobsz Wittebol ende Emmeken Govertsdr met Maritgen, Anna ende Sara heure kinderen, 5 hoofden.
Hazerswoude 1624 : Akte van transport door Gerrit van Tol, notaris te 's-Gravenhage, van een losrente op veertien morgen en een hont met een vogelkooi in de Behouwen Costpolder, aan Jan Jacobsz. Wittebol (1 charter, gecancelleerd). [98]
Op 9-1-1628 verkoopt Jan Jacobsz Speijert aan Emmetje Govertsdr, weduwe van Jan Jacobsz Wittebol, 200 gulden als rest van een schuldbrief, alhier door zijn zonen Huijch Jansz en Cornelis Jansz ten behoeve van hem gepasseerd op 5-7-1620. Koopsom 200 gulden. [99]
Op 1-5-1628 is Jan Cornelisz Koij schuldig aan Emmetje Govertsdr, weduwe van Jan Jacobsz Wittebol, 1.500 gulden met hypotheek op zijn huis met berg en schuur alsmede 3 morgen 4 hond land, strekkende uit de Rijn zuidwaarts tot de Molenwatering en voorts daarover tot het land van het weeskind van Adriaen Eeuwoutsz, belend ten oosten Pieter Heeren en Adriaen en Jan Pieter Gerritsz, belast met 20 stuivers erfpacht zijnde een gedeelte van 9 gulden waarvan de rest staat ten laste van Pieter Heeren en Adriaen Dircksz ten behoeve van de Heilige Geest armen van Hazerswoude en nog 24 stuivers per jaar ten behoeve van de kerk van Koudekerk, de helft van 3 schild per jaar ten behoeve van het Kruisgilde te Hazerswoude, waarvan de wederhelft betaald wordt door het weeskind van Adriaen Eeuwoutsz; 3½ morgen land gelegen in het Rietveld in de Kijffpolder, belend ten oosten Adriaen Stalpaert te Leiden, Govert Cornelisz en Jan Gijsenz, ten westen en zuiden Jan Gijsenz voornoemd en Sijmon Jan Reijersz en ten noorden Wouter Jansz te Leiden. Afgelost 9-5-1632. [100]
Op 28-5-1628 verkopen Cornelis Sijmonsz Stoopenburgh, Agniesje Anthonisdr, weduwe van Dirck Sijmonsz, Emmetje Govertsdr, weduwe van Jan Jacobsz Wittebol en Maritje Dircksdr, weduwe van Dirck Cornelisz Keijser, gezamenlijk erfgenamen van Cornelis Cornelisz jonge Koning, aan Luijt Reijersz, wonende te Haechambacht, 9 hond hooiland in het Rietveld, belend ten oosten de koper, ten westen Huijch Jan Thonisz, ten zuiden de Voorweg en ten noorden Pieter Jansz. Koopsom 248 gulden. [101]
Op 15-6-1628 verkoopt Gijsbert Ponsz, bakker, aan Emmetje Govertsdr, weduwe van Jan Jacobsz Wittebol, een schuldbrief ten laste van jonge Cornelis Adriaensz, molenaar, pro resto 116 gulden 13 stuivers 8 penningen. Koopsom 100 gulden. [102]
Op 1-2-1629 verkoopt Adriaen Ponsz aan Emmetje Govertsdr, weduwe van Jan Jacobsz Wittebol, negen schuldtermijnen, elk van 200 gulden, ten laste van Claes Ruttenz alles volgens de brief van 15-3-1628. Koopsom 1.155 gulden 17 stuivers 8 penningen. [103]
Op 7-7-1678 verkopen Willem van Bilderbeeck, koopman en Gijsbertus Sittert, med. dokter, wonende te Leiden als executeurs van het testament van Pieter Rooijaert, in leven koopman te Leiden, en als voogden over de nagelaten minderjarige erfgenamen van Anneke Wittebol, aan Hubert van Spruijtenburgh een rentebrief van 300 gulden, pro resto 150 gulden, ten laste van Bastiaen Mathijsz en IJsbrant Claesz, nu ten laste van Pieter Jansz Vonck als eigenaar van een huis en erf gelegen op het Dorp Hazerswoude zijnde een gedeelte van de hypotheek, alles volgens de brief van 31-10-1595. [106]
56072. PONS NN, geb. vóór ca. 1495, ovl. na 1568? staat borg voor zijn kleinzoon (1568).
Op 23-2-1555 is Jan Ponsz schuldig aan Cornelis Coenraetsz 18 gulden met hypotheek op een huis en erf met 3 morgen land, belend ten westen Engebrecht Hendrick Florisz c.s., ten noorden de Achterweg, ten oosten Alijt, weduwe van Jan Schouten en ten zuiden Dirck Engebrechtsz. [107]
Jan Ponsz is schuldig aan Cornelis Claesz 9 gulden (ca. 1555-1560). [108]
In nov. 1555 is Jan Ponsz schuldig aan Cornelis Claesz 20 gulden wegens de koop van twee koeien. [109]
Jan Ponsz is schuldig aan Cornelis Claesz 36½ gulden, daaronder stellende twee beesten, het ene een pikzwarte koe en het andere een witvale vaars, de vaars gekomen van Floris Gerritsz en de koe van Dirck Jansz in het Rietvelt (ca. 1555-1565). [110]
Op 15-12-1563 is Jan Ponsz schuldig aan Adriaen IJsbrantsdr, weduwe van Pel Dircksz, 12 pond groot vlaams wegens koop van linnen met hypotheek op een woning met 3 morgen land, belend ten oosten Ael Jan Schouten, ten westen Eijmbrecht Hendricksz, IJsbrant Cornelisz en Bruijn Ponsz, ten zuiden Dirck Eijmbrechtsz en ten noorden de Achterweg. [111]
Op 15-10-1568 is Adriaen Jan Ponsznz schuldig aan Cornelis Adriaensz 3 gulden 10 stuivers per jaar met hypotheek op een huis en erf, zoals hij het thans bewoont, belend ten westen Hendrick Engebrechtsz, ten oosten en zuiden Jan Ponsz en ten noorden de Achterwegsewetering, met waarborg door de vader van Jan Ponsz met een woning met 2 morgen 5½ hond land (elke morgen 7 hond), strekkende van de Achterweg tot Dirck Engebrechtsz, belend ten oosten Alijt, weduwe van Jan Schouten en ten westen Hendrick Engebrechtsz, Dirck Engebrechtsz, IJsbrant Cornelisz, Huijbert Pietersz en Bruijn Ponsz. [112]
Op 26-3-1592 testeert Neeltje Jansdr, ongehuwd persoon. Zij vermaakt Neeltje Toenisdr die lang bij haar woont en haar vele diensten bewezen heeft al haar inboedel, huisraad en 100 gulden die Hubrecht Adriaensz backer van haar onder zich heeft. Zij benoemt tot erfgenamen haar broer Jan Jansz voor 1/4, Ermpje Adriaensdr, dochter van haar overleden broer Adriaen Jansz voor 1/4, Geertje Ponsdr, dochter van haar broer Pons Jansz voor 1/4 en Neeltje Tonisdr voorsz. met haar broer Adriaen Tonisz, kinderen van haar zus Meijnsje Jansdr bij Tonis Bouwensz tezamen voor 1/4. [113]
Op 1-3-1610 verkopen Jannetje Chijsdr, weduwe van Jan Jan Ponsznz met Jan Jacobsz Craen, haar gekoren voogd voor de helft, Geertje Ponsdr, weduwe van Dirck Pietersz Cabouter met Jan Jacobsz Craen haar gekoren voogd, Adriaen Tonisz voor zichzelf en Sijmon Bastiaensz, man en voogd van Neeltje Tonisdr en vervangende Ermpje Adriaensdr, allen als erfgenamen van Jan Jan Ponsz, voor de andere helft, aan Aem Dircksz een turfschuur met de staal gelegen bovenweg, belend ten oosten Adriaen Adriaensz Vogelaer en voorts rondom de verkopers. Het goed is verbonden voor een jaarlijkse erfpacht ten behoeve van de heer van Hazerswoude. Voldaan met een obligatie. [114]
Op 2-3-1610 verkopen Jannetje Chijsdr, weduwe van Jan Jan Ponsznz met Jan Jacobsz Craen, haar gekoren voogd voor de helft, Geertje Ponsdr, weduwe van Dirck Pietersz Cabouter met Jan Jacobsz Craen haar gekoren voogd, Adriaen Tonisz voor zichzelf en Sijmon Bastiaensz, man en voogd van Neeltje Tonisdr en vervangende Ermpje Adriaensdr, allen als erfgenamen van Jan Jan Ponsz, voor de andere helft, de heer van Hazerswoude alzulke erfpacht als Jan Jan Ponsz van de koper in erfpacht had en zoals hij verkocht had op 12-2-1610 aan Jacob Dircksz, maar door de koper genaast werd, namenlijk een huis met berg en schuur alsmede 5 morgen 2 hond land gelegen bovenweg, belend ten oosten Adriaen Cornelisz Voshol, Adriaen Adriaensz Vogelaer, Cornelis Sijmonsz Tange, Pieter Jansz van Luijck en Willem Gerrit Ponsz en ten westen Adriaen Adriaensz Vogelaer voorsz., strekkende van de Achterweg tot Aem Dircksz zijn schuurstaal toe. Voldaan met twee schuldbrieven.
Vervolg 2-3-1610. Volgt schuldbrief van 500 gulden met hypotheek op gekochte ten behoeve van Jannetje Gijsdr, weduwe Jan Jan Pietersz. Borg Gerrit van Tol.
Vervolg 2-3-1610. Volgt schuldbrief van 500 gulden ten behoeve van de ... [115]
Op 25-8-1613 verkoopt de heer van Hazerswoude aan Leendert Dircksz al zulke goederen die Jan Jan Ponsz van de verkoper in erfpacht had gehad en door zijn weduwe en erfgenamen verkocht aan Jacob Dircksz en door de verkoper genaast, te weten een huis en erf met berg en schuur alsmede 5 morgen 2 hond land gelegen bovenweg, belend ten oosten Adriaen Cornelisz Voshol, Adriaen Adriaensz Vogelaer, Cornelis Sijmonsz Tange, Pieter Jansz van Luijck en Willem Gerrit Ponsz en ten westen Adriaen Adriaensz Vogelaer, strekkende van de Achterweg tot de schuurstaal van Aem Dircksz toe, vrij van erfpacht. Voldaan met een schuldbrief.
Vervolg 25-8-1613. Volgt schuldbrief van 1675 gulden met hypotheek op het gekochte. Borgen Cornelis Dircksz Verkade en Cornelis Vranckenz. Afgelost 1-8-1621. [116]
Op 6-3-1618 verkoopt Geertje Ponsdr, weduwe van Pieter Dircksz Cabouter met haar gekoren voogd Pieter van Eijndoven, aan Cornelis Elbertsz 11 hond slagturfland of water gelegen bovenweg, belend volgens de oude waarbrief welke wordt overhandigd. Voldaan met een schuldbrief.
Vervolg 6-3-1618. Volgt schuldbrief van 690 ton turf te leveren binnen 6 eerstkomende jaren, met hypotheek op het gekochte gelegen bovenweg in de polder, belend ten oosten Pieter Toenisz Geldersman en Willem Govertsz, ten zuiden de Snijdelwijckerkade, ten westen Sijmon Adriaensz en ten noorden de boedel van Jan Gerritsz. Afgelost 19-4-1626. [117]
Op 18-8-1561 verkoopt Govert Jacobsz aan Bruijn Ponsz, wonende aan de Achterweg, een slagturfakkertje aan de boven weg, belend ten oosten Jan Ponsz, ten westen de koper en Wouter Cornelisz, ten zuiden Stijntge Boonen en Dirck Engebrechtsz, ten noorden Jan Adriaensz en IJsbrant Cornelisz, betaald met een rentebrief, met waarborg 3 morgen land, belend ten oosten Mees Adriaensz, ten westen Cornelis Willemsz Craen, ten zuiden Govert Jacobsz zelf en ten noorden de Achterweg.
Vervolg 18-8-1561. Volgt schuldbrief ten behoeve van Govert Jacobsz groot 6 pond hollands per jaar met hypotheek op het gekochte alsmede op 14 1/2 hond slagturfland waarvan de penningen roerende zijn, alsmede op zijn huis, berg, schuur en 2 morgen land, belend ten oosten Adriaen Roelofsz, ten westen Mees Adriaensz, ten noorden de Achterweg en ten zuiden de schuldenaar, 9 1/2 hond land waarin een vogelkooi is, belend ten oosten Jan Adriaensz en IJsbrant Cornelisz en de schuldenaar, ten westen Mees Adriaensz en Adriaen Willem Hendriksz, ten zuiden Wouter Cornelisz en ten noorden de schuldenaar en Adriaen Roelofsz.
Vervolg 1-9-1561. Govert Jacobsz verkoopt aan Aernt Gerrit Eeuwoutsz, poorter te Leiden, de voornoemde rentebrief op Bruijn Ponsz van 6 pond hollands. [118]
Op 14-2-1564 is Bruijn Ponsz schuldig aan Adriaen Roelofsz met actie van Pieter Jacobsz 10 gulden 10 stuivers per jaar volgens de brief d.d. 10-6-1553. [119]
Op 12-10-1580 verkoopt Roelof Adriaensz als curator op eigen verzoek van Jan Ponsz over 3 morgen 1½ hond land gelegen aan de boven weg met het huis daarop staande, belend ten oosten en ten zuiden Huijch Jansz en zijn kinderen, ten westen het weeskind van Hendrick Egbertsz en ten noorden de Achterweg. Gemijnd door Adriaen Jacobsz alias Adriaen Broer voor 441 gulden en schepenen hebben Jan Ponsz onterfd. Adriaen Jacobsz had gemijnd voort Claes Dircksz van Montfoort. [120]
Op 31-10-1580 Roelof Adriaensz curator van de desolaten boedel van Bruijn Ponsz heeft ten verzoeke van Vincent van Wijeringen, Mr Gerrit van Hogeveen als bewindhebber van de boedel van Sijmon Jan Reijersznz en Maritje Sijmonsdr, weduwe van Adriaen Roelofsz, crediteuren van de boedel met consent van Soetje Jansdr, weduwe van Bruijn Ponsz, verkocht 6 morgen ½ hond land aan elkander beoosten de landen van Claes Dircksz van Montfoort, zijnde zowel het land dat Bruijn Ponsz gekocht had van Govert Jacobsz als het land en de woning die hij gedurende lange jaren bezeten heeft en er wordt nu verkocht 3 morgen 4 hond land met timmerage gelegen boven weg, belend ten oosten Adriaen Roelofsz weduwe, Adriaen Sijmonsz, IJsbrant Cornelisz en Hubert Pietersz alsmede de boedel van Bruijn Ponsz zelf en ten westen Claes Dircksz van Montfoort tot Leiden en Jan Mattheusz, ten noorden de Achterweg en ten zuiden Wouter Cornelisz belast met de helft van 4 stuivers 1 blanc waarvan Wouter Cornelisz de wederhelft betaald als eeuwige erfpacht ten behoeve van de heer van Cruijningen en gekocht door Pieter Claesz Tas voor 202 gulden. [121]
Op 19-5-1555 geeft Cornelis Brunenz procuratie op Reijer Maertensz, Jan Woutersz, Willem Brunenz, Adriaen Vranckensz, Cornelis Alewijnsz en Roelof Adriaensz. [122]
Manslag op Cornelis Brunenz(¥). Op 11-5-1559 ...... (compareren?) zijn broer Cornelis Roelofsz, zijn oom Adriaen Eeuwoutsz en Toenis Cornelisz aan de andere zijde vervangende voorts hun andere vrienden Adriaen Roelofsz en Roelof Adriaensz namens Bruijn Ponsz en zijn vrienden, en Gerrit Bouwensz, schout van Boskoop en Jan Willemsz, wonende te Berkenwoude, namens Adriaen Geerlofsz en zijn vrienden. Het betreft de manslag door Adriaen Geerlofsz op Cornelis Brunenz. Adriaen Geerlofsz zal Bruijn Ponsz en zijn vrienden vrij, kosteloos en schadeloos houden van ..... Adriaen moet binnen 14 dagen 5 gulden betalen en tot onderhoud van de arme weeskinderen van Cornelis Brunenz 22 gulden. (Getuigen?:)Gerrit Ponsz en Jan Ponsz en aan de andere zijde Gerrit Bouwensz en Jan Willemsz. [123]
1-1-1561 Huwelijksvoorwaarden tussen Cornelis Bruijnenz(¥) en Maritje Cornelisdr. Bij kinderloos overlijden gaat alles terug naar de kant waarvan het goed gekomen is. Op 22-1-1569 heeft Cornelis Brunenz toen hij was gekwetst door Toenis Adriaensz, zijn uiterste sacramenten ontvangen in presentie van de pastoor en buren. [124]
COMMENTAAR(¥) Uit beide bovenstaande akten is niet duidelijk of Cornelis Brunenz de manslag in 1559 nu overleefd heeft of niet. Trouwt hij in tweede echt met Maritje Cornelisdr?
"Met schepenen van Hoogeveen". Op 6-2-1563 zijn Pieter Dircksz Cabouter en Cornelis Brunenz schuldig aan Claes Lambrechtsz te Leiden 270 gulden roerende van 4 morgen veenland gelegen in Hoogeveen, belend ten noorden Adriaen Jacobsdr, ten zuiden het Sint Katharijnen Gasthuis te Leiden, ten westen het kleine vaartje en ten oosten bijnops vaart, met hypotheek op het gekochte en Pieter Dircksz op zijn huis en erf, belend ten westen Anthonis Adriaensz cuijper, ten zuiden de Heerweg en ten noorden de Nieuwe vaart en door Cornelis Brunenz op 2 morgen land, belend ten westen Pieter Dircksz, ten zuiden de Heerweg, ten noorden Neel Vrericksz en ten oosten Alijt, weduwe van Jan Adriaensz. [125]
Op 6-10-1563 is Cornelis Brunenz schuldig aan Jan Thijmens timmerman 106 gulden met hypotheek op een huis en erf, strekkende van de Voorweg noordwaarts tot de nieuwe weg toe, belend ten oosten Willem Dircksz en ten westen Dirck Jansz. [126]
56074. CORNELIS ADRIAENSZ CRAEN, geb. vóór ca. 1500, ovl. vóór 25-1-1566.
Op 25-1-1566 verkopen Jacob Cornelisz Craen, Adriaen Cornelisz, Cornelis Cornelisz Craen, ouwe Jan Cornelisz, jonge Jan Cornelisz, Crijn Aertsz, man en voogd van Maritje Cornelisdr, Pieter Sijmonsz als voogd van zijn moeder Fije Cornelisdr, weduwe van Sijmon Jacobsz, Magdalena Cornelisdr, weduwe van Adriaen Willemsz Veltheer, Anna Cornelisdr, weduwe van Jeroen Foppensz met hun broer Adriaen Cornelisz als voogd, allen kinderen en erfgenamen van oude Cornelis Adriaensz, aan Eeuwout Cornelisz Schoeneman 16 hond land te Hazerswoude, belend ten oosten Cornelis Eeuwoutsz en Jan Woutersz, ten westen Jan Willem Lourisznz, ten zuiden de dwarswetering en ten noorden Jan Woutersz, betaald met een obligatie. [127]
Op 8-1-1581 verkoopt Gerrit Ponsz aan Jacob Cornelisz Craen, zijn oom, een stuk land strekkende van Trijn Cornelisdr, de zuster van Gerrit Ponsz (sic! verschrijving, moet zijn zuster van Jacob Cornelisz Craen), land af noordwaarts tot de dwarswetering toe, belend ten oosten Eeuwout Gerritsz en de heer van Cruijningen en ten westen Willem Pietersz, wel verstaande dat Trijn Cornelisdr daarin een henneptuin heeft aan de dwarswetering op de oostkade groot de helft van 5 morgen 15 roe, belast met de helft van 30 gulden, waarvan Trijn Cornelisdr de wederhelft moet betalen; 18 gulden ten behoeve van Aelbrecht Hendricksz en 12 gulden ten behoeve van Joost Jacobsz te Leiden. [129]
Op 16-3-1556 passeren de voorwaarden tot verkoop door Cornelis Coenraetsz Messingh van een huis, schuur, berg en 3 morgen 1½ hond weg gelegen binnen weg, belast met 5½ pond hollands per jaar, 2 morgen 26 roeden zo slachturf- als houtland, gelegen boven weg, zoals gekocht van Jasper Thomasz met een schuur daarop staande. Gekocht door Jan Cornelisz Craen voor 612 gulden, borg zijn broer Jacob Cornelisz Craen. [130]
56160. GOVERT NN.
In augustus 1555 hebben Wouter Govertszn ter eenre en Joost Jacobszn als voogd van Neeltje, Govert, Maritge en Sijtge, Wouter Govertszn kinderen(¥), ter andere zijde hebben hun moeders erfenis gescheiden. De vader voor zijn helft het land gelegen buiten weg naast de meerlaan groot 5 morgen 2 hond belast met 2 pond per jr en nog een schip en een schuit met gereedschap en voorts alle schulden te betalen volgens de voorwaarden op 5 april gemaakt, de kinderen de hofstede met 5 morgen min 2 hond land, belend O Claes Dirckszn Een Ooch en W Neeltje Jacob Heynen wede, belast met 20 KG 7 2 st per jr losrente behalve 2 KG eeuwige rente. Van het huisraad krijgt ieder de helft. [131]
COMMENTAAR(¥) Dit zijn andere kinderen dan Jannetge en Lucia! ZOEK UIT!
In (augustus 1555? volgt direct op voorgaande akte) Wouter Govertszn is schuldig aan zijn weeskinderen een jaarlijkse rente van 6 KG met hypotheek op 5 morgen min 2 hond land buiten weg, belend O Adriaen Reyerszn en Cornelis Corneliszn Craen, W de Meerlaan, Jan Janszn, Vranck Bouwenszn en Jacob Bouwenszn, strekkende van de Voorweg tot Dirck Jan Symonsznzn land. [132]
Op 20-5-1582 zijn Jan Joostenszn voor de helft en Anna Jaspersdr wede Govert Jacobszn met Jacob Govertszn haar oudste zoon voor de helft, schuldig aan Jannetge Woutersdr haar nicht voor haar zelve en namens Lucia Woutersdr haar zuster 450 KG met hypotheek op 4 morgen 5 hond 69 roe land gelegen buiten weg, strekkende het zuideinde van de Voorweg het noordeinde aan het land van de erfgenamen van Dirck Jan Symonsznzn eertijds wonende te Coudekerck bel. O Aert Symonszn rietdekker en Grietje Cornelis Craen wede en W de gemene laan, Michiel Boonenzn en Roelof Adriaenszn. [133]
Op 20-5-1582 verkopen Jannetje Woutersdr wonende Leiden voor haar zelve en haar sterk makende voor Lucia Woutersdr haar zuster, met Roelof Adriaenszn haar gekoren voogd, aan Jan Joostenszn en Anna Jaspersdr wede Govert Jacobszn het voorsz. land hetwelk hen is aangekomen bij erfenis van Wouter Govertszn hun vader, behalve dat het land binnen weg gelegen is neffens dit land en eertijds bij Pieter Andrieszn als hetzelve van haar comparanten ouders gekocht hebben een oppad of oftocht, met waarborg een rente van 9 KG 7½ st per jr te lossen met 150 KG die de kopers tbv Anna Jaspersdr daarop gevestigd hebben. [134]
Op 23-6-1560 verkopen Joost Jacobszn en Adriaen Jacobszn broers, Willem Symonszn lijmzieder en voogd over Lucia Wouter Govertsznsdr met consent van de weesmeesters van Leiden, aan Mr Pieter Aertszn priester pater en confrater van de convente van Roodenburch te Leiden een rentebrief van 9 KG met de oude brief. [135]
In 1558 wordt door het gerecht te Hazerswoude geregistreerd een kopie van een voogdijstelling over Stijntje Govertsdr (sic!) onmondig weeskind van wijlen Wouter Govertszn van Hazerswoude, die tot Leiden gestorven is, gewonnen bij Maritje Cornelisdr. Voogden zijn: Joost Jacobszn tot Hazerswoude, Willem Symonszn lijmzieder en Mr. Cornelis Aertszn chirurgijn, waarschijnlijk gepasseerd te Leiden. [136]
56640. JAN JACOBSZ SNOECK, geb. vóór ca. 1460, ovl. ca. 1527[137], wonende aan het Marktveld te Gorinchem, aangesteld (1501) tot secretaris van Gorinchem (1501-1517), en het Land van Arkel, werkzaam als zodanig 1501-1517, Heilige-Geestmeester van Gorinchem (1519,1520),[138] [139] tr. vóór 1484[140]
56641. MARGRIET (MARGARETHA) AERTSDR.
In april 1515 treden Jan Jacobsz. Snoeck en Roelof Melsersz op als testamentaire erfgenamen van Maria Evertsdr Loeff.[141]
Op 19-12-1517 deelt Jan Jacobsz Snoeck met zijne zwagers de goederen, nagelaten door zijne schoonouders Aert Adriaensz en Aleyt, alsmede door zijn zwager Heer Adriaen Aertsz, priester. Bij die verdeeling verkreeg Jan Jacobsz Snoeck een rentebrief van 7 schilden 's jaars, terwijl bovendien aan zijn zoon Jacop eene jaarlijksche rente van 6 rijnsgulden werd verzekerd. Deze Jacop beloofde in 15-4(??) aan zijne ouders levenslang 4 rijnsgulden maandelijks, welke uitkeering, wanneer een hunner zou komen te overlijden, verminderd zou worden tot 3 rijnsgulden ten behoeve van den langstlevende. [142]
Op 20-8-1525, testeren Jacop Jansz Snoeck en Adriana Ketelaer ten overstaan van schepenen van Gorinchem, en maakten zij elkander over en weer tot erfgenaam van al hun goed. [149]
"Jacop Snoeck Janssoen ende Adriana Dircxdochter sijn geechte wijff maken deen den anderen ende den lancxsten levende van hen beyden allen hooren goeden ruerende ende onruerende die sij hebben ende vercrijgen moegen zee wnir die gelegen sijn ende bevonden moegen worden omme den lancxsten levende van hen beyden sijnen vrijen wille ende believen daermede te moegen doen, mit, voirwaerden dat die lancxste levende van hen beyden gehouden sall wesen uuyt te rovcken Jan Snoeck hoeren zoen zoo wanneer hii huwelickte bii goetduncken van vader ofte moeder off bij goetduncken van twee sijne naeste vrienden ende magen v... off sess hondert rijnsgulden, sonder argelist.
In 1532 procedeerde Adriana Ketelaer voor de vierschaar over de levering van een door haar gekochten koralen paternoster ter waarde van 100 philipsgulden. [150]
In 1540 geeft Adriana Ketelaer een volmacht aan haar zwager Aert Snoeck. [151]
Zerk in de NH Kerk te Gorinchem:[159]
nr. 51. Wapen gedeeld: I. Snoeck. II. Drie St. Andrieskruisjes (Sevenbergen).
Hier leyd begraven Jan Snoeck Jacobsen borgemeester eersaen (3) die anno 42 tot welvaert deser stede was uytgegaan buyten dede graven het nieuwe diep off haven, sterft 1585 den 24 Augustus en Anna van Sevenbergen Huygenszdogter sijn huysvrouw sterft 1586 den 6 November naar dat se 54 jaren met malkanderen in den egtstaet geleeft hadde.
Zerk in de NH Kerk te Gorinchem:[161]
nr. 60. Wapen gedeeld: I. Twee afgewende zalmen vergezeld van negen herkruiste kruisen met spitsen voet (3,3,3) (Van Rijswijck), II. Snoeck. Vier kwartieren: 1. Van Rijswijck 2. Snoeck 3. drie sterren 4. drie rozen.
Hier leyt begraven Joost van Rijswijck Joostensoon, sterft den 12-9-1557 en Anna Snoeck Jacobsdogter sterft......
Op 16-1-1560 heeft de scheiding van goederen plaats tusschen Marcelis van Aelst, en zijn zoon Aert uit zijn huwelijk met Belyken Dirck Jansdr en de drie voorkinderen van zijn vrouw.
Op 26-1-1564 heeft de scheiding plaats van de nalatenschap van Margriet Joostdr van Rijswijck tusschen Marcelis van Aelst en de twee kinderen, uit dit huwelijk gesproten, over wie voogden waren Jacob van Rijswijk als oom, Jan Snouck Jacobsz als oud-oom, en Jan de Feyter Brienensz, man van Elisabeth van Rijswijck, als behuwdoom. Op 16-6-1579 scheidden Peterken Jan Mathijssdr en zijn eenig overgebleven zoon van Marcelis van Aelst de nalatenschap van Marcelis van Aelst. [165]
==== BELENINGEN ====
Grafelijke Lenen In Het Land Van Altena:
nr. 33A. Een hophof te Woudrichem.[167]
8-9-1542: Jan Schellart zoals Gillis, zijn vader
13-9-1553: Maria Schellart bij overdracht door Jan, haar vader met het eerste perceel
26-7-1561: Jacob van Rijswijk voor Maria Schellart, zijn vrouw
..-.-1569: Maria Schellart, gehuwd met Jacob van Rijswijk
nr. 43. 3 morgen land in Woudrichem in de Hengemenge[168]
20-10-1515: Gillis Schellart bij overdracht door Jacob Sasse Jansz.
14-12-1534: Jan Schellart bij dode van Gillis, zijn vader.
9-9-1561: Mr. Jan Dimmer, advokaat bij het Hof van Holland, voor mr. Gillis Schellart bij dode van Jan, diens vader, waarna overdracht aan mr. Joost van Rijswijk, advokaat bij het Hof van Holland, voor Maria Schellart, gehuwd met Jacob van Rijswijk, Gillis' zuster.
5-3-1563: Jacob van Rijswijk voor Maria Schellart, zijn vrouw
18-10-1578: Cornelis van Wijtvliet voor Maria Schellart, zijn vrouw
15-9-1593: Joost van Rijswijk bij dode van Maria Schellart, zijn moeder
15-9-1593: Hendrik van Nispen, dijkgraaf van het land van Altena, voor Antonia, dochter van Jacob van Rijswijk, bij dode van Maria Schellart, haar moeder
20-7-1616: Mr. Dirk de Cocq, advokaat bij het Hof van Holland, voor Johan van Rijswijk, zijn neef, ook voor Maria, diens zuster, bij dode van Joost van Rijswijk, baljuw van Woudrichem en het land van Altena, hun vader
24-4-1626: Hulde van Johan van Rijswijk
13-4-1638: Johan van Engelen te Woudrichem bij overdracht door Johan van Rijswijk ook voor Maria, diens zuster
Rechtboek Van Uitwijk:[169] Anno 1579 heeft Jan de Feyter Brienensz den oude als voogd van de wezen van wijlen Jacob van Rijswijck arrest gedaan op zeker gemeyt raapzaad liggend op land gekomen van de oude Jan Gerritsz Boot, laatst gebruikt door Arent Reyniersz, uit oorzaak van een jaarlijkse rente van 12 car. gld. van vele verlopen paschen daar men te dage dienende breder bewijs van zal geven. Akte voor schout Wouter Schrieck en heemraden Ocker Woutersz en Jasper Gijsbertsz. (De akte is niet gedateerd maar ingeschreven tussen 25 mei en 21-6-1579.)
==== BELENINGEN ====
Lenen van de Hofstede Arkel in het Land van Arkel
nr. 11. 3 morgen land in Rietveld, strekkend van de Lingestroom tot de achterdijk
9-2-1541: Joost van Rijswijk Joostenz bij overdracht door Adriaan Adriaansz. voor Elisabeth, diens vrouw
31-8-1558: Joost van Rijswijk, advokaat bij het Hof van Holland, bij dode van Joost, zijn vader
5-3-1563: Jacob van Rijswijk voor Joost van Rijswijk, zijn neef, bij dode van Joost, diens vader
22-12-1590: Brien de Feiter bij dode van Joost van Rijswijk, zijn neef
7-11-1598: Dammas van Bleijenburg voor Jan de Feiter bij dode van Brien, diens vader, met lijftocht van Maria van Hofwegen, Jans moeder
29-5-1611: David de Feiter bij koop van de voogden van Jan de Feiter
28-7-1622: Johan Doedijns Cornelisz., secretaris van Gorinchem, voor Haasje de Feiter, zijn vrouw, bij dode van David, haar oom,
11-12-1626: Dirk de Reuver voor Brien Doedijns Jansz. bij dode van Haasje de Feiter, diens moeder
4-1-1640: Filips Doubleth te den Haag voor Jacob van Paffenrode, drost van Gorinchem en het land van Arkel, bij overdracht door Brien Doedijns
56644. ROELOF (PETERSZ ???) VAN DALEM(¥), vermeld 1436-1442, tr. vóór ca. 1480[177]
56645. NN WALRAVENDR VAN ASPEREN VAN VUEREN, geb. vóór ca. 1460.
COMMENTAAR(¥) Zijn filiatie is onzeker. In Ref. [178] wordt hij niet genoemd als een van de (bastaard)kinderen van Roelof Willemsz van Dalem, heer van Dongen, en Engele NN. |
56646. LAMBERT DAENEN, ovl. vóór 1584, woont te Gorinchem, tr.[179]
56647. ALIJT NN.
57856. NN VAN DE CRAEIJENKAMP, tr. vóór ca. 1520
57857. LYSBETH (ELISABETH) EVERTS VAN DOMSELER.
Wapen Van Domseler: Een rood ankerkruis op zilver.[180] Helmteken: op een wrong van rood en zilver, een ijzeren vuurmand, waaruit gele en rode vlammen opstijgen. Dekkleden : rood en zilver.[181] |
57968. MAAS WOLTERS BEEKMAN, geb. vóór ca. 1480, ovl. na 1547, moet verschijnen voor het Hof van Gelre (1547). woont op dat guet ten Rys, kemerlinck (1558).
Herengoederen op de Veluwe:[184]
nr. 208. Beeckmansgoet in het buurtschap Holk, kerspel Nijkerk, ambt Nijkerk
12-3-1547 Maes Beeckman consent 4 mrg. uit zijn goed nog niet in te lossen maar nog acht jaar te Taten aan Ghertruijdt, weduwe van Henrick Reijners.
7-5-1567 Pelgrom Beeckman oprukking (05-2-1574). N.B. Vorige oprukking 9-7-1558.
10-2-1574 Pelgrom Beeckman approbatie inzake de redemptie van versterf wegens het overlijden van zijn tante Griet Maessen.
22-5-1592 De momber van de kinderen van Pelgrom Beeckman oprukking.
25-4-1597 Wolter Peelen Beeckman oprukking (14-3-1604).
19-3-1610 Wolter Peelen Beeckman x Henrisken Aertsz van Moerseler oprukking.
21-8-1613 Gevrijd en tot een thinsgoed gemaakt.
De veetelling van 1526 vermeldt Maas Wolters Beekman als eigenaar van 9 paarden, 8 koeien, 4 tweewinters (=tweejarige koeien), 5 eenwinters, en 2 tweejarige vette koeien. [185]
Het register van paarden 1534 stelt dat Maas Wolters Beekman in oorlogstijd een wagenpeerd aan de Hertog ter beschikking moet stellen.[186]
Brieven van het Hof van Gelre en Zutphen aan het Kwartier van Veluwe:
nr. 115, 29-1-1547(?): Missive van het Hof aan den Schout van Nijkerk. Maes Beeckman en zijn tegenpartij Gerrit Heynrickss moeten met de 4 scheidslieden Ott van Spuell, Lubbert van Ryes, Henrick Elbertss en Reymer van ...aetzller op 18 februari a.s. voor het Hof verschijnen om gehoord te worden.[187]
Gegevens betreffende sterfgevallen op het platteland van de Veluwe uit het Archief der Geldersche Rekenkamer [189] [190]
9-7-1558: Van Griete, Claes van Hemmels huysfr., Maes Beeckmans dochter, was kemerlinck en is gestorven tot Nykerck ....
9-7-1558. Van Wolter Beeckman, Maes Beeckmans zoen, was kemerlinck ende is toe Nykerk gestorven ....(Laat weduwe en kinderen na)
57980. GISBERT WOLTERS VAN RYS(CH), geb. vóór ca. 1510, ovl. Nijkerk 1558 op Hollick, boer op Ten Rys, voor wie de keurmede wordt afgekocht door zijn zoon Gerrit Gijsbertsen van Rys.
De veetelling van 1526 vermeldt Gisbert van Rys als eigenaar van 5 paarden, 1 koe en twee eenwinters. [191]
Het Goet ten Rys is de oudst bekende boerderij op Holk en wordt al sinds 1325 vermeld.
59268. CORNELIS PIETERSZ (alias de Soos), parentatie niet bewezen, woont te Gouda (1567).
Verlijboek van Gouda d.d. 3-1-1567 (1557?):[192]
"Compareerde Cornelis Ps. alias de Soos, ende heeft tot vorder ypoteecque gestelt zijn enthuys daer hy tegenwoordich op woont gecomen van Wm Hendrickssz Omme off de huysinge gecomen van Claes Vercoel bevonden mochte werden nyet goet genouch voor zeeckere custingbrieff verleden by Claes Vercoel voorsz dien hy comparant tzyn Laste genomen heeft, Te betaelen elcke termyn alreheiligen, en mits desz den dag geprolongeert wert elcke termyn van betaelinge paesschen."
62560. WILLEM EERSTEN PAEU, ovl. tussen 1517 en 9-6-1520, tr. vóór 1471[194]
62561. NN AKRYN JANSZDR.
62568. EVERT WILLEMSZ VAN VOORST, geb. vóór ca. 1490, ovl. 1576, ouderman (1509) en raad (1512) te Utrecht,[196] tr. vóór ca. 1520[197]
62569. AELTGEN VAN VELPEN, tr. 2o WILLEM BARENTSZ BEVERDINCK.
"Isser geweest eenen Evert van Voorst, dewelcke scheynt een iverich en voornaem borger geweest te syn, of dese sy geweest de vader van Teunis Evertsz van Voorst onse bekende grootvader en kan ik niet vast seggen, dan mene waarachtich te syn dat dese aen ons geslacht aennex is, om dat ik meermaels van peetvaders za: heb hoeren seggen waarvan ik goede geheugenis heb met hen gaende tot Cornelis Petersz van Swaenenburch en daar haelende de duytsch historie van Holtentius, de metib. Ultrajectinorum de welcke in quaet duyts overgeset ik hem geheel heb moeten lesen, en hy indigneren(de) dat daar in Van Voorst vergeten was, den welcken ik naemaels by Bommelium gevonden hebbe." [198]
COMMENTAAR(¥) [207] Een Hendrick Jansz van Ratingen, lakenkooper en burger te Utrecht, is blijkbaar gehuwd (vóór ca. 1575) met NN van Broeckhuijsen of NN van Mauderingh waaruit een dr. Jannichgen Hendrickxen tr. Utrecht 13-11-1594 met Jacob Woutersz Lieftinck. |
63570. JACOB GHYSBERTSSOEN.
62584. WILLEM VAN VOORST, geb. ca. 1470, ovl. 1519 [214] of ovl. 1525, beg Utrecht St. Janskerk,[215] ouderman (1514) en raad (1511) te Utrecht,[216] woonde in St. Joost achter het Vleyshuys,[217] tr.[218]
62585. JOOSTGEN WILLEMS VAN VELPEN, geb. ca. 1475, ovl. 1566, "sij leefden noch nae Haer mans doot anno 1525 als blijct bij seeckeren erffpachtsbrieff van het capittel van St. Jan".[219]
COMMENTAAR(¥) Volgens Ref. [227] is deze Beernt een zoon uit het huwelijk (van Voorst-van Velpen) en dus identiek met de hieronder sub f genoemde Beernt. |
62586. SANDER HENDRIKSZ VAN RODENBURCH, tr.[236]
62587. CLAESSGEN HENRICKS.
Referenties Kwartierstaat Lapikás --- Generatie 16 ( 236 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
Back to the genealogy page |
Back to the contents |
Go to the index |
Forward to next generation 17 |
Back to previous generation 15 |
Directly go to generation : 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 |