2a. Ds. Anthony van Harinckhouck, geb. vóór ca. 1555, ovl. 1621-1624, verm. identiek met
Antoni van Harinckhoeck, wordt poorter van Amsterdam 17-11-1594 als koopmansfaktoor van Steenvoerden,[1]
koopman en factor te Amsterdam (vanaf 1592),[2]
huwelijksget. te Amsterdam (1602..1611),
vermeld - met zijn huisvrouw Abigael - in de lijst van geref. lidmaten te Amersfoort 1621 (in margine: "doot"),
tr. vóór 1576
Abigael Mattheus Witz (Wijts), ovl. na 1631, huwelijksget. te Amsterdam (1608, 1624),
is als wed. van Anthonis van Harinck (sic!) belendster buiten de Koppelpoort te Amersfoort (1631),
dr. van Mattheus Wits uit Sandwich.[3]
Zij wonen vermoedelijk tot ca. 1592 te Sandwich in Engeland waarvandaan de eerste drie (vier) kinderen komen, dan kennelijk tot ca. 1615 in Amsterdam in de Betanienstraat waar mogelijk nog zes (vijf) andere kinderen worden geboren, en daarna te Amersfoort.
Op 25-1-1612 verkoopt Aert van Schadick, als momber over Jeremius van Schaick, soon van Jacob van Schadick, aan Anthonie van Harinckhoeck en Abigaheel zijn huisvrouw,
een hof gelegen alhier buiten de Koppelpoort strekkende voor van de sloten tot achter op de weteringe belend enerzijds de erfgename van Jacoba van Schadick, anderzijds Jan van Gelder.
[4]
Op 2-6-1615
verkoopt Anthoni van Harinckhouck aan Pelgrum van Dronckelaer,
een huis en erf in de Bethaniënstraat te Amsterdam.
[5]
s
-
1. Daniel van Harinckhoeck, geb. vóór ca. 1575, ovl. na 1620, volgt 3a.
filiatie niet bewezen.
-
2. Susanna van Haringhoek (Harinckhou(c)k), geb. vóór ca. 1575/76, beg. Amsterdam Oude Kerkhof 1-4-1655, afkomstig van Sandwich,
otr. 1o Amsterdam geref. 13-4-1602 (get. Dirck Looten sijn vader, en Antonie Harinkhouk, haer vader),[6]
Jan Lo(o)ten, geb. 1579/80, ovl. 1602-1606, beg. verm. Amsterdam Nieuwe Kerk 7-2-1604 (Jan Lotten), afkomstig van Brugghe, wonende op de Nieuwzijds Voorburghwal (1602),
zn. van Dirck Loten bierbrouwer, burgemeester en ontvanger te Aardenburg, koopman te Leiden, en NN van Assenburgh,
otr. 2o Amsterdam geref. 14-1-1606 (get. Antonie van Harinckhouk, haer vader),[7]
Thomas Cave, geb. 1575/76, beg. Amsterdam Oude Kerk 3-7-1652, afkomstig van Leijcester, wonend in de Hooghstraet (1606).
Op 22-5-1629
verkoopt Adriaen Pauw heer van Heemstede, raad, rekenmeester van Holland en West-Friesland
aan Thomas Cave,
en Eduart Man,
een tuin met getimmerte in de Reguliershof te Amsterdam.
[8]
Uit haar eerste huwelijk (Loten-Haringhoek):
-
a. Abigael Lo(o)ten, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 11-5-1603 (hier heet de moeder Susanna Looten), ovl. 1662, kinderloos, laat na aan Abraham Boddess, met uitzondering van 14 legaten à ƒ 3328,11,8 "aan hare 14 germains",
otr./tr. Amsterdam geref. 5/28-9-1625 ,[9]
Eduward Man, geb. Plymouth, ovl. 1662, koopman te Amsterdam op het Rokin (1625), bewindhebber der VOC,[10]
en der WIC.[11]
Op 22-5-1629
verkoopt Adriaen Pauw heer van Heemstede, raad, rekenmeester van Holland en West-Friesland
aan Thomas Cave,
en Eduart Man,
een tuin met getimmerte in de Reguliershof te Amsterdam.
[12]
Op 23-5-1656
verkoopt Eduard Man aan Jan de la Fonteijne,
een tuin en getimmerte in de Walengang (Walenhoek) buiten de Regulierspoort te Amsterdam.
[13]
Op 5-5-1660
verkopen de erven van Jan Barckhout aan Eduart Man,
een huis en erf, waar La Rochelle in de gevel staat, op de Oudezijds Voorburgwal (OZ) bij het Prinsenhof te Amsterdam.
[14]
Uit haar tweede huwelijk (Cave-Haringhoek):
-
a. Susanna Cave, ged. presb. Amsterdam Engels Presbyt. Kerk 20-5-1615.
-
3. Maria van Harinckhoek (Harinckhouck), geb. 1580/81, woonde in de Betanienstraat te Amsterdam (1611),
doopget. te Amersfoort (1632),
koopt een huis op het Damrak ("'t Water,") 1637-1638, en in de Nieuwe Doelenstraat 1637-1638,[15]
otr. Amsterdam geref. 24-3-1611 (get. Antonie Herinckhouk, haar vader)
Josua Nieuwgaer, wednr. van Annetje Peters,
afkomstig van (Slij..?) in Engeland, wonende te Enkhuijsen (1611),
verm. identiek met
Josue Nugardt, wordt poorter van Amsterdam 26-7-1602 als koopman van Lonnen (Londen?).
-
4. Abigael van Haringhoeck, geb. 1585/86, wonend in de Bethanienstraat te Amsterdam (1606),
afkomstig van Sandwich (1608),
wordt geref. lidmaat te Amersfoort 10-7-1630 op attestatie van Kampen (in margine: "wedergecomen van Campen" en "vertrocken"),
otr. Amsterdam geref. 12-7-1608 (get. haar ouders Antonie van Harinckhouck en Abigael Witz, voor hem zijn broer Jasper Braems, zijn ouders dood),[16]
Jan (Joannes) Bra(s)ems, geb. Dover mrt 1580[17], afkomstig van Dover in Engeland (1608),
koopman te Amsterdam (1648),
verm. zn. van Chaerles Braem, ouderlinck van de Hollandsche Gemeente te Dover.[18]
Loterij van 1606 t.b.v. de bouw van een Oudemannenhuis te Haarlem:
Abigael van Harinckhoeck in de Bethanienstraat op Amsterdam, 3 loten, ƒ 18,--.
Op 29-11-1614
verkoopt Henrick Gerritsz aan Jan Braemsz,
een erf op de Herengracht te Amsterdam.
[19]
Op "Den 7en november 1628 soo syn ten versoecke van Jan Braems vercocht de naervolgende goederen ende frayicheden".
Volgt een lijst van 9 schilderijen en borduurwerk, tesamen opbrengend ƒ 203,12,--.
[20]
-
a. Abijgael Braem, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 4-10-1609, beg. Amsterdam Oude Kerk 18-5-1610 (kind van Jan Braemesz).
-
b. Anthoni(s) Braems, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 17-10-1610, beg. verm. Amsterdam Wester Kerk 27-11-1644.
-
c. Daniel Braems, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 4-11-1612, ovl. in Engeland aan de pest 1644 of 1645[22]
[23]
, juwelier in Londen,[24]
tr. (niet gevonden in Amsterdam)[25]
Maria le Maire, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 5-2-1608, ovl. Batavia voor 1686, dr. van Ds. Johannes le Maire, predikant te Amsterdam, en Marie (Coquiel dite) Mercier.
-
aa. Johannes Braems, ged. Amsterdam geref. 7-1-1642 (get. Ds. Johannes le Maire en Marie Mercier[26]), ovl. zeer jong.
-
bb. Daniel Braems, geb. Londen ca. 1640, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 19-12-1689 (laat zes? kinderen na)
boekhouder-generaal der O.I.C.,
tr. Batavia ca. 1670[27]
Clara Reyers, ovl. Indie ca. 1681,
tr. 2o?
Maria Paviljoen, beg. Amsterdam Nieuwe Zijds Kapel 11-8-1687 (" vrouw van Daniel Braems").
Uit dit huwelijk (in 1689 in leven):[28]
-
aaa. Maria Braems, ovl. na 1689,[29]
-
bbb. Abigael Braems, geb. Mazulipatnam 1674, ovl. Cuyk 23-4-1753, tr. Amsterdam 8-5-1696[30]
Mr. Cornelius Heinsius, ged. Loosduinen 10-4-1672, ovl. Cuyk in 1737, landschrijver en griffiers van 't land van Cuyk 1695,
ontvanger der verponding in het ressort der stad Grave en 't land van Cuyk 1699,
zn. van Ds. Johannes Heinsius, predikant te Loosduinen, en van Roelandina la Porte.
Hieruit verder nageslacht bekend.
|
Geschilderde portretten van Mr. Cornelius Heinsius (1672-1737) en Abigael Braems (1764-1753)
Bron: Ref. [31]
klik op plaatje(s) om te vergroten |
-
ccc. Clara Sara(h) Braems, geb. in Indie 1680/81, ovl./beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 1/8-12-1750, afkomstig van Batavia, oud 18 jaar (1699),
tr. Amsterdam 7-4-1699 (haar ouders dood, zijn ouders dood)[32]
Jan van der Burgh, ovl./beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 16/21-12-1743, makelaar van Amsterdam, oud 30 jaar,
zn. van Gerrit van der Burgh en Anna Marcelis?
Hieruit verder nageslacht bekend.
Op 22-5-1744
verkopen Elisabeth van Alsem en de erven van Jacob Frederik du Faij,
aan Clara Sara Braams, wed. van Jan van der Burgh,
een stal, koetshuis en erf op de Amstelkerkstraat (Kerkstraat) tussen Utrechtsestraat en Reguliersgracht te Amsterdam.
[33]
Op 22-5-1744
verkopen de erven van Jacob Frederik du Faij en Elisabeth van Alsem,
aan Clara Sara Braams, wed. van Jan van der Burgh,
een huis en erf op de Keizersgracht (ZZ) tussen Utrechtsestraat en Reguliersgracht te Amsterdam.
[34]
-
ddd. Antonio Braems, ovl. na 1689,[35]
-
eee. Johannes Braems, ovl. na 1689,[36]
-
d. Joannes Braems, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 18-11-1614.
-
e. Samuel Braems, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 14-3-1617.
-
f. Pieter Braems, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 17-2-1619, ovl. 1667-1683, beg. verm. Amsterdam Fransch of Waalsch Gereformeerde Kerk 22-9-1673, wordt poorter van Amsterdam 29-5-1646 als apotheker van Amsterdam,
doopget. (1661),
otr. 1o Amsterdam geref. 25-5-1647
Maria Crispiaens (Cristiaens), ovl. 1648-1653, beg. verm. Amsterdam Nieuwe Kerk 21-6-1651 ("Mari Cristiaensz"), bij wie nageslacht (1648),
otr. 2o Amsterdam geref. 14-11-1653
Elisabeth Braems, ovl. 1653-1667, beg. verm. Amsterdam Fransch of Waalsch Gereformeerde Kerk 2-10-1666 ("Elisabeth Braems"):
bij wie nageslacht (1655),
wed. van Ariaan Teunisse Ploos (huw. 1640),
otr. 3o Amsterdam geref. 16-11-1667 , zijn volle nicht
Margrita de la Plancke (Planque), ovl. Haarlem juni 1721(¥)[37], dr. van Ds. Nicolaus de la Planche (Planque), predikant te Keulen, Kampen en Haarlem , en Sara van Haring(s)houck (zie hieronder).
Zij hertr. Amsterdam geref. 19-8-1683
Jacob van Hattum, wednr. van Rebecca van Oosterhout.
-
g. Abijgael Braems, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 17-12-1620, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 16-8-1661, van Amsterdam oud 25 jaar, geen ouders hebbend, wonend op de Nieuwendijk (1648),
otr./tr. Amsterdam/Ouderkerk geref. 18-7/9-8-1648 (hij met vaders consent, get. haar oom J. Hardenbergh)
Jacobus Galtus van Hagerbeer, ged. geref. Amersfoort 11-1-1622, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 26-2-1670 ("Jacob Galtus van Hagerbeer"), orgelmaecker van Amersfoort oud 25 jaar (1648),
zn. van Galtus Germersz van Hagerbeer, orgelmaker en diens derde vrouw Aertgen Gerrits. Zie
⇒ Fragment Genealogie Hagerbeer
voor verdere gegevens over het echtpaar Van Hagerbeer-Braems, hun voor- en nageslacht en de orgelmakersfamilie Van Hagerbeer.
-
5. Gratiana (Gracia) van Harinckhouck, vóór ca. 1585, filiatie niet bewezen,
woont in de Bethanienstraat tegenover "de Blaauwen Leeu" te Amsterdam (1606),
woont te Amersfoort (1615),
otr./tr. Amersfoort geref. 28-9/3-10-1615
Peeter Sallaert, wonend te Londen in Enghelant (1615).
Loterij van 1606 t.b.v. de bouw van een Oudemannenhuis te Haarlem:
Gracia Haerynckcouck in de Betaniestraate teeghen over "de Blaauwen Leeu" tot Ampsterdam, 1 lot, ƒ 6,--.
-
6. Anthonis van Harinckhoeck, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 3-12-1592 (hier heet de moeder Abigael Matheus, get. Anneke (Nieras?)), ovl. jong?
-
7. Matheus (Matewes) van Harinckhouck, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 20-3-1594 (get. Franssaes de Raet), ovl. 1629-1634 (volgens Ref. [38] waarschijnlijk in Londen), volgt 3b.
-
8. Judit(h) van Haringhouck, geb. vóór ca. 1595, beg. Amsterdam Oude Kerkhof 10-7-1663, filiatie niet bewezen,
wonend te Amersfoort (1615),
vermeld in de lijst van geref. lidmaten te Amersfoort 1621 (in margine: "vertrocken"),
wordt geref. lidmaat te Amersfoort 10-7-1630 op attestatie van Kampen (in margine: "wedergecomen van Campen" en "vertrocken",
otr./tr. Amersfoort geref. 14/23-8-1614
J(oh)an Paschier, ovl. vóór 1663, wonend te Amersfoort (1615).
Uit Judit van Haringhouck een natuurlijk kind, ged. geref. Amersfoort 28-8-1614.
-
9. Sara van Haring(s)houck, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 12-5-1596 (get. Arnt ten Groetenhuijse), deuchtsame j.d. gheboren tot Amsterdam, woonachtich te Amersfoort (1620),
vermeld in de lijst van geref. lidmaten te Amersfoort 1621 (in margine: "vertrocken"),
otr./tr. Amersfoort St. Joriskerk geref. 5/10-11-1620 (met attestatie van Kampen),[39]
Ds. Nicolaus de la Planche (Planque), geb. Keulen ca. 1590, ovl. Haarlem 1-1-1634, studeerde theologie te Seaumur en Sedan,
werd op 13-4-1613 op de synode der Fransche kerken te Kampen tot de predikdienst toegelaten en vier maanden later beroepen tot predikant der Nederlandsche kerk Keulen,
predikant aldaar (1613-1619), beroepen naar Kampen 13-4-1619, predikant aldaar (1619-1634), bedankt voor beroepen naar Den Haag (1631) en Amsterdam (1632), maar acepteert dat van Haarlem (nov. 1633), waar hij op 1-1-1634 wordt bevestigd maar na 8 maanden reeds overlijdt.[40]
[41]
-
a. Nicolaas de la Planque, geb. 1625/26, ovl. Amsterdam 8-8-1701 (volgens Ref. [43] 8-8-1702, ingeschreven als student aan de Universiteit van Leiden mei 1646 ("Nicolaus de la Planque", Campensis, 20 (jaar)"),[44]
predikant te Beverwijk 1657, Kampen 1665, te Amsterdam 1668,[45]
tr.[46]
Catharina Quast, ovl. Amsterdam 21-1-1702 (volgens Ref. [47] in 1717). Hieruit verder nageslacht bekend.
-
b. Margaretha de la Planque, ovl. Haarlem juni 1721(¥)[48].
otr. 1o Amsterdam geref. 16-11-1667 , haar volle neef
Pieter Braems, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 17-2-1619, ovl. 1667-1683, beg. verm. Amsterdam Fransch of Waalsch Gereformeerde Kerk 22-9-1673, wednr. van Maria Crispiaens (Cristiaens) en van Elisabeth Braems,
wordt poorter van Amsterdam 29-5-1646 als apotheker van Amsterdam,
doopget. (1661),
zn. van Daniel Braems, juwelier in Londen, en van Maria le Maire (zie hierboven),
tr. 2o Amsterdam geref. 19-8-1683
Jacob van Hattum, ovl. vóór 1721, wednr. van Rebecca van Oosterhout,
vroedschap te Utrecht.[49]
COMMENTAAR(¥)
Dus niet: beg. verm. Amsterdam Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof 12-3-1724 ("Grietie de la Planke").
|
-
c. Abigael de la Planque, ovl. in 1696,[50]
-
d. Hester de la Planque, ovl. in 1717,[51]
-
10. Ds. Antonius van Harinchouck (Haringhoek), geb. ca. aug. 1599(¥), ovl. Amsterdam 25-2-1636, volgt 3c.
COMMENTAAR(¥)
De doop van Antonius is vooralsnog niet te Amsterdam gevonden.
Bij zijn inschrijving als student te Leiden 19-9-1615 is hij 18 jaar, dus geb. 1596/97. Om toelating te bewerkstelligen werd geregeld gesmokkeld met de leeftijd, dus deze schatting moeten we niet te letterlijk nemen.
Bij zijn huwelijk 15-8-1624 is hij 25 jaar oud, dus geb. aug. 1698 - aug 1699,
bij zijn ovl. 25-2-1636 wordt hij genoemd "naauwelijks zes en dertig jaren oud", dus geb. medio 1599 - feb. 1600. Deze laatste twee gegevens samenvoegend leidt dit tot een geboortedatum ca. aug. 1599. Rond deze datum werd echter geen doop te Amsterdam gevonden.
|
-
11. Jesijnken van Harinckhouck, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 23-9-1601 (get. Barbara Uxor?), ovl. jong?
-
12. Josijntgen van Harinckhoeck, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 13-7-1603, ovl. jong?
-
13. Samuel Harinhoec, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 3-10-1604 (hier heet de vader Antonis Harinchoec, de moeder Abigael van Harinhoec).
-
14. Josijnken (Josina, Josijns) van Harinckhoeck, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 26-2-1606, ovl. 1648-1662, wordt - als jongedochter - geref. lidmaat te Amersfoort op belijdenis 1-7-1626 (in margine later bijgeschreven "obiit"),
j.d. van Amsterdam (1628),
otr./tr. Amersfoort geref. 7/14-6-1628
Johannes (Jan) van Hardenberch, geb. Kampen 19-5-1600, ovl. 1648-1662, j.m. van Campen (1628),
zn. van Lubbertus van Hardenbergh, ouderling en burgemeester van Kampen, en van Swaantje van Olst.
Geslagt Register van Hardenbergh:[52]
Lubbertus van Hardenbergh, geb. 7 Maij 1574.
Deze Lubbertus is onse Overgrootvader, heeft
in de Generaliteyts Rekenkamer in 's Hage (anno 1631
voor den tijt van vier jaaren) en andere hoge Collegien
sessie gehadt, en ook 18 jaren Burgermeester
te Campen geweest, alsmede ouderling aldaar sijnde
heelt Hij een predikant die in de Bovenkerke Arminiaans
predikte eerst als ouderling versogt en daarna
als Borgermeester geordonneert van de predikstoel
te koomen, waarvan Hij in het Synode Nationaal te
Dordregt verslag gedaan, gelaudeert, bedankt en
verder met een goude penning, waarop gegraveert
't Synode van Suythollandt ° 1618 en 1619 ter
eenre en den Berg Sion ter andere sijde, vereert
is, waardig omtrent hondert guldens.
Lubbertus van Hardenberg onse Overgrootvader
is den 30 Aug. 1598 getrouwt met Swaantje van Olst.
Lubbertus van Hardenberg onse Overgrootvader
ob. 30 Aug. 1638, begraven in de Bovenkerke op het
Choor tot Campen en Swaantje van Olst, onse Overgrootmoeder
ob. 12 Sept. 1656 en begraven bij haar man.
de oudste van hun 12 kinderen is:
Jan van Hardenberg, geb. 19 Maij 1600.
Jan is getrouwt den 14 Junij 1658 met Josijntje van Harenthoek (!),
dese hebben gehad agt kinderen,
waarvan de seven oudste in de pesttijt
gestorven sijn en alleen bleeft de jongste
soon Jan over, die getrouwt is geweest met
een volle nigt van Ds La Planke, predicant
te Amsterdam, en hebben twee kinderen geprocreert
een Soon en een Dogter dog waar
dese gebleven sijn weten wij niet.
Uit dit huwelijk (volgens Geslagt Register van Hardenbergh zijn zeven kinderen in de pesttijt overleden (!), en is alleen de zoon Jan in leven gebleven)
-
a. Anneken van Herdenberch, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 25-9-1631, ovl. jong?
-
b. Abigael van Herdenberch, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 28-8-1633, otr. Amsterdam geref. 23-6-1660
Isaac Lutma.
-
c. Joannes van Hardenberg(h), ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 1-5-1635, beg. verm. Amsterdam Noorder Kerk en Kerkhof 1-10-1669 ("Johannes van Hardenberg"), verfverkooper van Amsterdam, oud 27 jaar, ouders dood, wonend op de Singel (1662),
otr. Amsterdam geref. 16-2-1662 (get. sijn vooght Antonij Vrieuwgaard?, en haar vooght Abrahma van der Hoeve)
Hester van der Hoeven, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 31-12-1637, beg. verm. Amsterdam Noorder Kerk en Kerkhof 10-5-1673 ("Hester van der Hoeve"), afkomstig van Amsterdam, oud 24 jaar, ouders dood, wonend in de Warmerstraat (1662),
"een volle nigt van Ds La Planke, predicant te Amsterdam",
dr. van Jacob van der Hoeven en Hester van Soest.
Uit dit huwelijk (volgens Geslagt Register van Hardenbergh "hebben twee kinderen geprocreert een Soon en een Dogter dog waar dese gebleven sijn weten wij niet"):
-
aa. Johannes van Hardenbergh, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 1-4-1663, beg. Amsterdam Noorder Kerk en Kerkhof 24-11-1663 (een kind van Johannis van Hardenberch).
-
bb. Jacobus van Hardenbergh, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 6-4-1664, ovl. jong?
-
cc. Josina van Hardenbergh, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 21-4-1666, beg. verm. Amsterdam Noorder Kerk en Kerkhof 15-9-1667 (een kind van Johannes van Hardenberg).
-
dd. Jacobus van Hardenbergh, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 4-9-1669.
-
d. Anneken van Hardenberg, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 22-3-1637.
-
e. Susanna van Hardenberch, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 2-10-1639.
-
f. Sara van Hardenberch, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 8-11-1643 (hier heet de moeder Josijna van Harinck!).
-
g. Josina van Hardenberch, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 8-10-1645, ovl. jong?
-
h. Josijna van Hardenberch, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 8-10-1648.
2b. Willem van Harinchouck, geb. vóór ca. 1565, vooralsnog alleen bekend uit de patroniemen van zijn kinderen:
-
1. Anthoni Willemsz van Harinckhouck, geb. 1586/87, beg. Amsterdam Oude Kerk 18-12-1612 (ƒ 8,--), woont bij de Gasthuijsbrugge (1611), buiten de Stoofsteeg (1612),
otr. Amsterdam geref. 10-9-1611 (get. Eefje Joosten, haer moeder)
Lijsbeth Pauwelsdr, geb. 1588/89, wonende op de Oudezijds Achterburghwal (1611).
Zij hertr. Amsterdam kerk 6-10-1617 Christoffel Jansz.
-
2. Daniel Willems van Haringhoeck, geb. ca. 1594 (in 1634 out omtrent 40 jaar), beg. Amsterdam Oude Kerkhof 4-12-1637 ("komt van de Kneveliersborghwal vandaan", ƒ 8,--), coopman, afkomstig van Sandwich, wonend op de Herengracht (1634).
otr./tr. Amsterdam geref. 14-7-1634 (get. Neeltie Cornelis Canter)
Elisabeth Benninckx, geb. 1608/09, beg. Amsterdam Oude Kerk 18-8-1637 ("Lijsbet Bennynckx hv van Daennel Harenckkock ! komt bij de Emstelsbrugh vandaan", ƒ 8,--)
afkomstig van Amsterdam, woont op de Zeedijk (1634).
Zij overlijden blijkbaar kinderloos.
Op 16-4-1619 tekenen Jonas Cabbeliau (zie
⇒ Fragment Genealogie Cabeljau nr. 3a
), mede voor zijn ondergeschikten, te weten zijn neef Jan Luijtens, Marinus Huybrechts en Adriaen Huybrechts, zijn broer, allen de rato caverende, Pieter Denijs en zijne ondergeschikten, te weten Pieter van der Voorde, Abraham Willemsz van Beyerlandt, Jan van Haringhoeck voor Daniel Willemsen van Harinhoeck, en Pieter Jacobsz, een contract om een vennootschap op te richten (om civet? exploiteren). Het totaal bedrag bijgedragen door de ondertekenaars was ƒ 21.000,--.
[53]
Op 21-11-1637 testeert Daniel van Haringhoeck. Hij legateert ƒ 2000,-- aan de Nederduits Geref. Kerk, ƒ 2000,-- aan de Engelse Kerk, en ƒ 2000,-- aan de Franse Kerk. Als universele erfgenaam benomet hij zijn zuster Maria van Haringhoeck, echtgenote van Gerard van Santen (van R 26494 van Montias2), voormalig burgemeester van Campen. De executeurs, Thomas Cave en Eduart de Man, krijgen de opdracht om alle goederen in de nalatenschap te verkopen en de opbrengst om te zetten in onroerend goed, dat niet mag worden vervreemd, maar waarvan de huuropbrengst ten goede dient te komen aan de erfgename.
Op 20-1-1638 wordt inventaris gemaakt van de nalatenschap van Daniel van Haringhoeck en Lysbeth Bennincx ten behoeve van een veiling. De inventaris bevat 18 schilderijen en twee kaarten. De opbrengst bedraagt ƒ 5451,7.
[54]
Op 23-6-1638
verkoopt Jaques Bourse aan Maria van Harinckhoek, echtgenote van Gerard van Santen,
een huis en erf genaamd De Drie Meetonnen op 't Water (Damrak) te Amsterdam.
[55]
Op 31-7-1638
verkoopt Mr. Fredrick de Vries aan Maria van Harinckhoek, echtgenote van Gerard van Santen,
een huis en erf in de Nieuwe Doelenstraat (ZOZ) te Amsterdam.
[56]
Op 8-2-1639 verklaart Samuel Monio, kanmaker in Leiden, 36, op het verzoek van Jacob Ras, dat hij van Ras had ontvangen vier balen wol die waren gekocht van Daniel van Haringhoek.
[57]
-
a. Petronelle Harinchoeck, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 8-7-1635, beg. Amsterdam Oude Kerk 29-2-1636 (Harijnckkoeck)
-
b. Cornelia Harinchoeck, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 14-9-1636, beg. Amsterdam Oude Kerk 1-11-1636 (kind van Daniel Harenhoeck).
-
3. Maria Willems van Harinckhoek, geb. 1598/99, ovl. maart 1654, wordt vermeld als universeel erfgenaam van haar broer Daniel (1637),
otr. Kampen 20-1-1615[58]
Gerrit (Ger(h)ard) van Santen, geb. 1595/96, ovl. 1645/46, burgemr. en oud-burgemr. (1637) van Kampen.
Gerard van Santen, oud 41 jaren, neemt op 29-5-1637
lijfrenten ten lijve zijner vrouw Maria Harinckhoek oud
38, van zijne dochter Maria van Santen 16 en van zijnen
zoon Daniel Frederik oud 9 jaar.
Maria van Harinckhoek wed. van de Camper
Burgemr Gerhard van Santen neemt op 6-3-1653 lijfrenten op de kinderen van Gerrit Blankvoort en
van Maria van Santen, geheeten: Maria Antonia Blankvoort,
oud 9, Joannes 8 en Elisabeth 7 jaren.[59]
[60]
-
a. Daniël Frederik van Santen, geb. 1627/28, ovl. na 1637.
-
b. Maria van Santen, geb. 1620/21, tr. vóór 1644
Gerrit Blank(e)voort. Hieruit verder nageslacht bekend.
Referenties van de gegevens van generatie 2 staan ook hier