|
In het geval van gestimuleerde emissie verkrijgt het elektromagnetische
veld een energie
van het atoom. Er komt één foton
in, maar er komen twee fotonen uit: het originele foton dat de
overgang induceerde en een ander foton van de overgang zelf. We zien
dus dat we hier een principe voor het versterken van licht hebben,
want als ik een vat atomen heb, die zich allemaal in de aangeslagen
toestand bevinden, en ik schijn daar één foton op, dan
veroorzaakt dit een kettingreactie van uitgaande fotonen, allemaal
met dezelfde frequentie en allemaal op hetzelfde moment. Op dit
principe berust de werking van een laser. Hierbij is het essentieel om
de meerderheid van de atomen in een aangeslagen toestand te krijgen.
Dit wordt populatie inversie genoemd.
Naast absorptie en gestimuleerde emissie is er een derde mechanisme
voor de interactie van licht met materie: spontane emissie.
Hierbij gaat een atoom van een aangeslagen toestand over naar de
grondtoestand en zendt in het proces een foton uit. Er is geen
noodzaak voor een extern elektromagnetisch veld om de overgang te initiëren.
Dit mechanisme vormt de grondslag voor de normale deëxcitatie
van aangeslagen atomen. Op het eerste gezicht is het verre van
duidelijk waarom spontane emissie op zou treden. Als het atoom zich
in een stationaire toestand bevindt, ook al is dit een aangeslagen
toestand, en er is geen externe verstoring, dan zou het voor altijd
in die aangeslagen toestand moeten blijven. En dat is ook zo,
als er echt geen externe verstoringen zouden zijn. Echter in
quantum elektrodynamica zijn de velden nooit gelijk aan nul, zelfs niet in
de grondtoestand. Er is altijd een nulpuntsenergie en de hiermee
corresponderende elektromagnetische straling is voldoende om spontane emissie
te initiëren.