Het begrip differentieerbare variëteit komt voort uit het werk van
Gauss en Riemann. In de `Elementen' van Euclides wordt de meetkunde
opgebouwd uitgaande van postulaten en axioma's. Eén van deze postulaten,
het vijfde, lijkt minder vanzelfsprekend dan de overige, en men heeft
in de loop der eeuwen gepoogd dit postulaat te bewijzen met behulp van de
andere postulaten. Het vijfde postulaat stelt het volgende: laat en
rechten zijn die de rechte
snijden met hoeken
en
,
dan impliceert
dat
en
elkaar
snijden, aan die kant van de rechte
waar ook de hoeken
en
liggen. Er is een aantal equivalente formuleringen van het vijfde postulaat.
Twee ervan luiden als volgt: