Newton besprak in zijn `The Mathematical Principles of Natural Philosophy' (1687) een
experiment waarbij een met water gevulde emmer aan een touw hangt. We draaien de emmer
rond zijn as en op deze wijze wordt het touw strak opgewonden. Nu laten we de emmer
los, en deze begint snel rond zijn as te draaien, niet alleen ten opzichte van de waarnemer,
maar ook ten opzichte van het water erin.
Alhoewel op dit moment de relatieve beweging maximaal is, blijft het oppervlak van
het water vlak, hetgeen aangeeft dat het water geen neiging heeft of weg te bewegen
van de rotatieas. Uiteindelijk als het touw ontwonden is, neemt het water een
concave vorm aan terwijl het de beweging aanneemt van de emmer die ten opzichte
van de waarnemer roteert. Deze concave vorm toont dat het water roteert, ondanks
het feit dat het water in rust is ten opzichte van de wanden van de emmer. Met
andere woorden het is niet de relatieve beweging van water en emmer die de
concave vorm van het water veroorzaakt, in tegenstelling tot het idee dat bewegingen
enkel relatief kunnen zijn, en dat absolute beweging niet bestaat. Is het mogelijk
dat de concave vorm van het water de rotatie toont relatief ten opzichte van iets
anders, laten we zeggen de absolute ruimte?!
Volgens Ernst Mach zegt Newton's experiment met de roterende emmer water ons eenvoudig
dat de relatieve beweging van het water ten opzichte van de wanden van de emmer geen
merkbare centrifugale krachten produceert, maar dat dergelijke krachten geproduceerd
worden door de relatieve rotaties ten opzichte van de massa van de aarde en de
andere hemellichamen.
Op basis van het bovenstaande kunnen we ons afvragen of een object in een leeg
heelal inertia heeft. Het principe van Mach stelt dat lokale fysische wetten bepaald
worden door de structuur van het universum op grote schaal. Albert Einstein
leek het principe Mach te interpreteren als `... traagheid wordt veroorzaakt door
een soort interactie tussen lichamen...'18. Einstein meende in het Lense - Thirring effect bewijs
te vinden voor het principe van Mach. In een brief naar Ernst Mach schrijft hij:
`Het ... blijkt dat inertia haar oorsprong vindt in een soort interactie tussen
lichamen, zoals uw beschouwingen van Newton's emmer experiment aangeven... Als men
een zware schil materie roteert, relatief ten opzichte van de vaste sterren rond
een as die door het centrum gaat, ontstaat er een corioliskracht in het binnenste
van de schil; dat het vlak van een Foucault slinger heen en weer wordt gesleept
(met een praktisch ontmeetbaar kleine hoeksnelheid)'. We zullen dit Lense - Thirring
effect later in detail bespreken.