Next: Tijdevolutie van een Systeem
Up: Impulsmoment van een Systeem
Previous: Impulsmoment van een Systeem
De natuur realiseert de half-integer waarden voor impulsmoment
in de vorm van het intrinsieke impulsmoment in het rustsysteem van
deeltjes, zoals elektronen, protonen, neutronen, quarks, neutrino's, enz.
Conventioneel gebruikt met symbool
voor de operator van
dit zogenaamde spin impulsmoment, terwijl
en
de geassocieerde spin en
magnetische quantumgetallen zijn. Er geldt dat
de waarde
heeft. De projectie
heeft slechts twee eigenwaarden
met
, die corresponderen met de spin parallel
(spin up:
) en spin antiparallel (spin down:
)
aan de
-as. De corresponderende eigentoestanden van
kunnen
geschreven worden als
 |
(46) |
en dus
 |
(47) |
Omdat de toestanden
en
behoren
bij verschillende eigenwaarden van
, zijn ze orthogonaal. We
nemen verder aan dat ze genormeerd zijn. Er geldt
 |
(48) |
Spin-
impulsmoment kan eenvoudig worden behandeld door
de spinoperatoren voor te stellen als
matrices en
de spintoestanden door twee-component kolomvectoren. We schrijven
en
als
 |
(49) |
en de spinimpulsmoment operatoren door
 |
(50) |
waarbij
de Pauli matrices
zijn, gedefinieerd door
 |
(51) |
Met behulp van bovenstaande relaties kunnen we direct een aantal
resultaten afleiden. Er geldt
 |
(52) |
hetgeen de matrixvorm is van de eerste uitdrukking in
vergelijking (47).
De spinmatrices voldoen aan de
commutatieregels voor impulsmoment,
,
waarbij men gebruik dient te maken van de regels voor
matrixvermenigvuldiging1.
De algemene spintoestand
kan geschreven worden als
 |
(54) |
Verder definieren we het scalaire product. Stel dat
 |
(55) |
dan is het scalaire product hiervan met de toestand
, gegeven door vergelijking (54), gelijk aan
 |
(56) |
Het laatste deel van deze uitdrukking is de matrixvorm van het
scalaire product. Hierbij wordt de ket
voorgesteld als
een kolomvector, terwijl de bra
wordt voorgesteld
als een rijvector. Het scalaire product volgt uit de regels van
matrixvermenigvuldiging.
We gaan het matrixformulisme voor spin-
deeltjes nu
toepassen. Allereerst berekenen
we de verwachtingswaarde van
voor de spintoestand
.
We vinden
 |
(57) |
Evenzo berekenen we
. Er geldt
 |
(58) |
en dus
 |
(59) |
waarmee we vinden
![\begin{displaymath}
< \chi \vert s_z \vert \chi >
= {\hbar \over 2} \left[ \ver...
...over 2} \left[ \vert a_1 \vert^2 - \vert a_2 \vert^2 \right] .
\end{displaymath}](img139.gif) |
(60) |
We zien dat respectievelijk
de eerste en tweede term de waarschijnlijkheid geven dat het
deeltje in de spintoestand
spin up of spin down heeft.
Tenslotte beschouwen we de eigenwaarden en eigenfuncties van een
component van de spinoperator
in de richting van een
eenheidsvector
. Dit komt neer op het oplossen van de
eigenwaardenvergelijking
 |
(61) |
Ter vereenvoudiging nemen we aan dat
in het
-vlak ligt en de componenten
heeft, met
en
 |
(62) |
Gebruik maken van de Pauli matrices levert
 |
(63) |
Bovenstaande vergelijking kan eenvoudig worden opgelost. We
vinden de equivalente vergelijkingen
 |
(64) |
Elk van deze vergelijkingen geeft een uitdrukking voor
de verhouding
en het is eenvoudig na te gaan dat
de vergelijkingen enkel consistent zijn
als geldt dat
.
De eigenwaarden van
zijn dus
en hiermee zijn ze
hetzelfde2 als die van
.
We vinden de relaties
 |
(65) |
De normalisatieconditie
leidt
tot de genormeerde eigenvectoren
 |
(66) |
voor
en
respectievelijk.
De willekeurige fasefactor in elk van deze eigenvectoren is
zodanig gekozen dat voor
(corresponderend met
in de richting van de
-as) de vectoren
samenvallen met de eigenvectoren
en
.
We duiden de eigenkets van
met
eigenwaarden
aan met
, dan vinden we
 |
(67) |
Uit bovenstaande vergelijking kan men eenvoudig de waarschijnlijkheid
afleiden dat een meting van de
spincomponent
van een deeltje in de
toestand
(dus met spin parallel aan de eenheidsvector
in de richting van de positieve
-as) het resultaat
oplevert. Deze waarschijnlijkheid kan
verkregen worden door de expansie van
te beschouwen
in termen van de orthonormale spin eigentoestanden
en wordt gegeven
door
. We vinden
 |
(68) |
Dit belangrijke resultaat zullen we nodig hebben tijdens de discussie van
de ongelijkheid van Bell.
Next: Tijdevolutie van een Systeem
Up: Impulsmoment van een Systeem
Previous: Impulsmoment van een Systeem
Jo van den Brand
2002-11-23