Next: Matrix Representatie van Spin
Up: Aspecten van de Interpretatie
Previous: Dirac Notatie
De operatoren
voor impulsmoment zijn gedefinieerd als
de drie Hermitische operatoren
,
en
die aan de commutatieregels
![\begin{displaymath}
\left[ {\bf J_x}, {\bf J_y} \right] = i\hbar {\bf J_z}, ~~~{etc.}
\end{displaymath}](img87.gif) |
(39) |
voldoen. Alle eigenschappen van impulsmoment van een systeem volgen
direct uit deze commutatierelaties en we hoeven bij de operatoren
niet direct aan de differentiaal operatoren te denken.
Als
gedefinieerd is door
 |
(40) |
dan kan met behulp van relatie (39) bewezen worden dat geldt
![\begin{displaymath}
\left[ {\bf J_j}, {\bf J}^2 \right] = 0, ~~~j=x,~y, ~z.
\end{displaymath}](img90.gif) |
(41) |
Omdat de componenten van
niet met elkaar commuteren,
kan slechts één ervan simultaan met
worden gespecificeerd.
Hiervoor kiezen we conventioneel
. Teneinde de
simultane eigentoestanden van
en
te bepalen,
dienen we de eigenwaardenvergelijkingen,
 |
(42) |
op te lossen, waarbij
de gezamelijke eigentoestand van
en
is met eigenwaarden
en
. Men noemt
en
het impulsmoment en magnetisch
quantumgetal, respectievelijk.
Men vindt de volgende belangrijke resultaten
Eigentoestanden die behoren bij verschillende eigenwaarden van een observabele
zijn orthogonaal. We zullen ook aannemen dat deze toestanden genormeerd
zijn, waarbij geldt dat
 |
(45) |
We hebben in hoofdstuk 5 gezien dat het quantumgetal van baanimpulsmoment,
, enkel integerwaarden kan aannemen,
, terwijl we
nu ontdekken dat
ook halftallige waarden kan aannemen. We zullen
zien dat deze halftallige waarden gerelateerd zijn aan de spin
van deeltjes. Verder is het niet zo dat alle waarden van
optreden
voor een bepaald systeem, maar voor elke waarde van
die optreedt,
zijn er altijd
waarden voor
. Als er geen voorkeursrichting
in de ruimte is, omdat er bijvoorbeeld geen magnetisch veld aanstaat,
dan zijn deze
waarden ontaard (ze hebben dezelfde energie).
Subsections
Next: Matrix Representatie van Spin
Up: Aspecten van de Interpretatie
Previous: Dirac Notatie
Jo van den Brand
2002-11-23