next up previous
Next: Matrix Representatie van Spin Up: Aspecten van de Interpretatie Previous: Dirac Notatie

Impulsmoment van een Systeem

De operatoren ${\bf J}$ voor impulsmoment zijn gedefinieerd als de drie Hermitische operatoren ${\bf J_x}$, ${\bf J_y}$ en ${\bf J_z}$ die aan de commutatieregels

\begin{displaymath}
\left[ {\bf J_x}, {\bf J_y} \right] = i\hbar {\bf J_z}, ~~~{etc.}
\end{displaymath} (39)

voldoen. Alle eigenschappen van impulsmoment van een systeem volgen direct uit deze commutatierelaties en we hoeven bij de operatoren ${\bf J}$ niet direct aan de differentiaal operatoren te denken.

Als ${\bf J^2}$ gedefinieerd is door

\begin{displaymath}
{\bf J^2} = {\bf J_x}^2 + {\bf J_y}^2 + {\bf J_z}^2 ,
\end{displaymath} (40)

dan kan met behulp van relatie (39) bewezen worden dat geldt
\begin{displaymath}
\left[ {\bf J_j}, {\bf J}^2 \right] = 0, ~~~j=x,~y, ~z.
\end{displaymath} (41)

Omdat de componenten van ${\bf J}$ niet met elkaar commuteren, kan slechts één ervan simultaan met ${\bf J^2}$ worden gespecificeerd. Hiervoor kiezen we conventioneel ${\bf J_z}$. Teneinde de simultane eigentoestanden van ${\bf J^2}$ en ${\bf J_z}$ te bepalen, dienen we de eigenwaardenvergelijkingen,
\begin{displaymath}
\begin{array}{ll}
{\bf J^2} \vert J,M > & = \hbar^2 J(J+1) \...
...
{\bf J_z} \vert J,M > & = \hbar M \vert J,M>, \\
\end{array}\end{displaymath} (42)

op te lossen, waarbij $\vert J,M >$ de gezamelijke eigentoestand van ${\bf J^2}$ en ${\bf J_z}$ is met eigenwaarden $\hbar^2 J(J+1)$ en $\hbar M$. Men noemt $J$ en $M$ het impulsmoment en magnetisch quantumgetal, respectievelijk.


Men vindt de volgende belangrijke resultaten

Eigentoestanden die behoren bij verschillende eigenwaarden van een observabele zijn orthogonaal. We zullen ook aannemen dat deze toestanden genormeerd zijn, waarbij geldt dat
\begin{displaymath}
<J^\prime, M^\prime \vert J, M > = \delta_{JJ^\prime}\delta_{MM^\prime}.
\end{displaymath} (45)

We hebben in hoofdstuk 5 gezien dat het quantumgetal van baanimpulsmoment, $l$, enkel integerwaarden kan aannemen, $l=0,~1,~2,~...$, terwijl we nu ontdekken dat $J$ ook halftallige waarden kan aannemen. We zullen zien dat deze halftallige waarden gerelateerd zijn aan de spin van deeltjes. Verder is het niet zo dat alle waarden van $J$ optreden voor een bepaald systeem, maar voor elke waarde van $J$ die optreedt, zijn er altijd $2J+1$ waarden voor $J_z$. Als er geen voorkeursrichting in de ruimte is, omdat er bijvoorbeeld geen magnetisch veld aanstaat, dan zijn deze $2J+1$ waarden ontaard (ze hebben dezelfde energie).



Subsections
next up previous
Next: Matrix Representatie van Spin Up: Aspecten van de Interpretatie Previous: Dirac Notatie
Jo van den Brand
2002-11-23