You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Vitringa ⇒ Gen. nr. 3 |
3a. Prof. Dr. Keympe (Campegius) Vitringa, geb./ged. Leeuwarden 16-5/18-5-1659 (geen moedersnaam genoemd), ovl. Franeker 31-3-1722 (aan een beroerte), doorloopt de Latijnsche school te Leeuwarden,[1]
wordt tesamen met zijn broer ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Franeker 7-5-1675 ("Wijgerus Vitringa, Leowardiensis, phil., Campegius Vitringa, Leovardia, phil, fratres"),[2]
waar hij drie disputen houdt getiteld "De origine monachatus",[3]
promoveert op 11-7-1679 in de theologie aan de Universiteit van Leiden op drie(!) dissertaties waaronder een getiteld "De Sensu Psal. 2:7",[4]
[5]
wordt geref. lidmaat te Leeuwarden met attestatie van Leiden 26-8-1679,
doet op 3-1-1680 voor de Leeuwarder classis het proponentsexamen,[6]
hoogleraar Hebreeuws (benoemd 19-8-1680, oratie 11-1-1681, tractement ƒ 700,--), theologie (benoemd 18-7-1682, oratie 10-5-1683 De amore veritatis), en kerkgeschiedenis (benoemd 6-5-1693, "op voorstel Van Curatoren om de professor Vitringa, wegens desselfs groote geleertheijt en bequaemheijt toetevoegen de professie Historiae sacrae, op 't tractement 't welcke de professor Perizonius dienaengaende tot noch toe heeft genoten") aan de Universiteit van Franeker,[7]
[8]
[9]
schrijft vervolgens zes boeken en een groot aantal andere geschriften, commentaren op de bijbel en theologische werken,
assesor vanwege de theologische faculteit (1683-1686, 1690, 1692, 1695, 1699, 1703, 1706) en
rector (1691, 1705) in de Senaat van de Universiteit van Franeker,
heeft in 1690/91 een hooglopend geschil met zijn collega Prof. Dr. Hermannus Alexander Röell over de menswording van Christus, waarin de hoogleraren Prof. dr. Johannes van der Waeijen en Prof. Dr. Henricus Philipponeus de Hautecour tevergeefs bemiddelen, zodat uiteindelijk Gedeputeerde Staten van Friesland een bemiddelingsvoorstel van de theologische faculteit goedkeuren om het geschil bij te leggen en voorts alle theologen gebieden over deze kwestie verder te zwijgen,
houdt lijkredes naar aanleiding van het overlijden van zijn collegae theologen Prof. Dr. Ulrik Huber (1694) en Prof. Dr. Henricus Philipponeus de Hautecour (1715),[10]
wordt in 1698 uitgenodigd voor het hoogleraarschap in Utrecht maar blijft in Franeker, nadat Voetius dit aanbod door Willem III ongedaan weet te maken,
slaat in 1702 nogmaals een dergelijk aanbod van Utrecht af,[11]
werd vanaf 1702 geplaagd door - al sinds zijn jeugd aanwezige - doofheid,
otr. Franeker gerecht 28-10-1681,
otr. Franeker geref. 30-19-1681 (attestatie gegeven 6-11-1681)
Willemina Hellius (van Hell), geb. 1650-1660, ovl. juli 1728[12], dochter van Ds. Simon Hellius, predikant te Overschie, Weesp, Hoorn en Haarlem, en diens eerste vrouw Margaretha van Leek.[13]
[14]
Voor een uitvoerige beschouwing over het theologisch werk van Prof. Dr. Campegius Vitringa zie Boeles.[15]
Onder de Handschriften en Handtekeningen van bekende Leeuwarders,[16]
bevindt zich een "Getuigschrift voor Henricus van Thoon door C(ampegius) Vitringa (sr.) te Franeker" (1697).
Over de doofheid van Campegius Vitringa schrijven de
Gebr. van Uffenbach, die hem in 1710 bezochten:[17]
"Wir mussten uns verwundern, dass dieser Mann so elend und slecht
von Gesicht aussahe, noch mehr aber, dass er so taub war, dass er
fast gar nichts höret. Er nöthigte uns nieder zu sitzen, und langte
sogleich aus seinem Schlaf-Rock ein dergleichen Horn von Blech mit
Schwarzem Leder überzogen, dergleichen wir bey Herrn Wohlfahrt zu
Cassel gesehen hatten. Dieses Horn hielte er vor das rechte Ohr, und
neigete sich ganz zu mir, dass ich ihm ganz nahe dahinein ruffen sollte.
Ob ich nun gleich zimlich laut redete, verstunde er mich doch nicht, sogar hat der gute Mann das Gehör verlohren. Ich musste also so
stark, als ich konnte, reden, man kan sich also leicht einbilden, was
vor eine Conversation gegeben".
Prof. Dr. Campegius Vitringa (1659-1722), hoogleraar Hebreeuws, theologie ne kerkgeschiedenis aan de Academie van Franeker.
Portret door W(illiam) B(oele) S(ophius) Boeles.
Datering: onbekend
Bron: Ref. [18]
Hoofdgestel in een van de gebouwen van de Academie van Franeker anno 1650.
Foto: Louk Lapikás , 2010
klik op plaatje(s) om te vergroten
Uit dit huwelijk (bij geen van de dopen moedersnaam genoemd)(¥):
COMMENTAAR(¥)
Volgens Ref. [19] had Campegius Vitringa (Sr.) vijf kinderen, van welke Campegius het vierde en tevens de jongste zoon was. In de doopregisters van Franeker zijn vier van deze kinderen te vinden, wie de vijde dan was is vooralsnog onzeker.
COMMENTAAR(¥)
Het is vooralsnog onzeker of deze Dr. Horatius Vitringa dezelfde is als onderstaande, die ook zijn gelijknamige neef (ex patre Martinus) zou kunnen zijn. De vernoeming van zijn kinderen lijkt eerder op de tweede mogelijkeid te wijzen. Anderzijds is van deze laatste Horatius weer geen inschrijving of promotie aan een Nederlandse universiteit te vinden.
Dr. Horatius Vitringa, advocaat afkomstig van Leeuwarden (1709),
pensionaris (1710, 1711),
otr./tr. Leeuwarden gerecht/geref. 11/20-1-1709
Janneke (Jancke) Bolman, ged. geref. Leeuwarden 8-2-1688, afkomstig van Leeuwarden (1709),
dr. van Jelle Bolman, koopman en burger vaandrig, en Maria Siccama.
Uit dit huwelijk (bij geen van de dopen een moedersnaam genoemd):
COMMENTAAR(¥) Ref. [39] geeft een fout overlijdensjaar. |
COMMENTAAR(¥)
Haar herkomst is onzeker. Ref. [40] identificeert haar zonder verder bewijs met
Trijntje Lambarts, geb. Leeuwarden 5-4-1663, ovl. Leeuwarden 9-6-1722, beg. Westerkerk, dr. van Lambert Jansen en Hylric Tarkes.
Een doop van haar is niet te vinden in Leeuwarden. Wel: Trintie Lammerts, ged. geref. Harlingen 8-2-1663, dr. van Lammert Jansen en Hylcktjen Tackes. Voorts is er: Tryntje Lammerts die geref. lidmaat wordt te Leeuwarden op belijdenis 13-3-1700. |
In 1700 verkoopt M. Vitringa aan H. Tiensma een huis op de Huizumer Zuupmarkt te Leeuwarden.[41]
In 1701 verkoopt M. Vitringa aan W. de la Rieve een huis in de Oude Oosterstraat te Leeuwarden.[42]
In 1701 verkoopt M. Vitringa aan Wijbinga, E. een huis in de Tuinen n.z., Wijbe Doijessteeg te Leeuwarden.[43]
In 1701 verkoopt M. Vitringa aan A. Jansen een huis in de Zuupsteeg te Leeuwarden.[44]
3c. Horatius Vitringa, ged. geref. Leeuwarden 12-8-1664 (geen moedersnaam genoemd) (volgens Ref. [50]
geb. 15-8-1664 (!)), ovl. 1700[51]
, wordt geref. lidmaat te Leeuwarden op belijdenis 1-12-1686,
notaris publicus (1688, 1689), rentmeester der stad Leeuwarden (1689..1697),
otr./tr. Leeuwarden gerecht/geref. 5/14-10-1688
Dieuke Duijff, beg. Leeuwarden Jacobinerkerk 11-10-1723 ("vrouw van Rentmeester Vitringa), afkomstig van Leeuwarden.
In 1697 verkoopt A. Hamerster aan H. Vitringa een huis bij de Ossekop te Leeuwarden.[52]
In 1720 verkoopt D. Vitringa-Duijff aan G.H. Bijker een huis in het Naauw te Leeuwarden.[53]
In 1720 verkoopt D. Duijff aan G. Hendrix een huis in het Naauw te Leeuwarden. Niaarnemer is E. Vitringa.[54]
Uit dit huwelijk (bij geen van de dopen moedersnaam genoemd):
Uit dit huwelijk (o.a.):[59]
In 1720 verkoopt W.T. de Vries aan P. v. der Kemmen een huis Achter de Hoven te Leeuwarden.[63]
In 1742 verkoopt T. Bosma aan P. van der Kemmen een huis op de Eewal te Leeuwarden.[64]
COMMENTAAR(¥)
In 1710 wordt te Franeker ingeschreven als student theologie Johannes Vitringa, Leovardia Frisius. Hij wordt door Romein [65] aangeduid als neef van Prof. Dr. Campegius Vitringa (Jr.) en moet derhalve een zoon zijn van Martinus (3b) of Horatius (3c) Vitringa. Van wie is vooralsnog onduidelijk.
Ds. Johannes Vitringa(¥), geb. vóór ca. 1690, ovl. (Arum?) 19-8-1719, ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Franeker 1710("Johannes Vitringa, Leovardia Frisius"),[66]
afkomstig van Leeuwaren (1710),
als kandidaat bevestigd te Wons 5-10-1716, verroepen naar Arum 1719 , geapprobeerd en gedimitteerd 30-5-1719,
deed zijn intreerede te Arum in 't midden van Junij 1719 maar overleed reeds twee maanden later.[67]
[68]
Referenties van de gegevens van generatie 3 staan ook hier
Referenties Fragment Genealogie Vitringa --- Generatie 3 ( 68 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. |
||
|
|
|
![]() genealogy page |
contents |
![]() index |
generation 4 |
generation 2 |
Directly go to generation : 1 2 3 |