This page was last updated : 140822.
File size is: 120 k.
Varia
Generatie 11
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Varia,
version 1.2,
Muiden, 2014.
© Copyright 2014 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Varia Gen. nr. 11

Fragment Hagerbeer / versie 1.6
Een (lopend) onderzoek naar de orgelmakersfamilie Hagerbeer in de zeventiende eeuw

Proloog

De onderstaande Fragment Genealogie Hagerbeer begint met Galtus Germersz (van Hagerbeer). Hij komt begin zeventiende eeuw vooral onder patroniem (in diverse varianten) voor in akten te Amersfoort. In 1598 verklaart hij bij het verkrijgen van het burgerschap en zijn huwelijk te Amersfoort afkomstig te zijn van Norden in West Friesland. Dit is een regio waarheen veel Nederlandse protestanten vluchtten in het laatste kwart van de zestiende eeuw vanwege de oorlog met Spanje. Mogelijk is Amersfoort de plaats waar Galtus oorspronkelijk vandaan kwam.
De onderstaande akte van 1602 biedt wellicht een aanwijzing voor die veronderstelling. Daarin is sprake van Fytjen Gerrits van Norden (vermoedelijk te lezen als Fytjen Gerrits, afkomstig uit Norden), die geld heeft beloofd aan haar neef Galtet Hermans. Hun vermoedelijk grootouders wonnen kennelijk jarenlang op Havik, en de vermoedelijke grootvader heeft het patroniem Germiss. Dit leidt tot de volgende hypothese:

A) Geryt Germiss, geb. vóór ca. 1540, ovl. vóór 1541, wiens erfgenamen in 1541 belenders zijn op Havik, schepen te Amersfoort (1533), tr. vóór 1541 Gerritge Spruijts, blijkbaar identiek met Gerytgen Jan Spruyts dochter, dr. van Jan Spruyt en Geertruyt NN, vermeld sinds 1540, en sinds 1541 als de weduwe van Gerrit Germerszoon (Germiss), belendster op Havik 1552, 1557, 1560, 1561, 1565, belendster aan de Lageweg binnen de vrijheid van Amersfoort 1556, behoudt haar lijftocht aan een rente t.l.v. Jan Spruyt Janszn 1561, universeel erfgename van haar broer heer Mr. Willem Spruijt 1571, verkoopt land 1573, verkoopt een half huis, hof en hofstede op Havik waarvan de ene helft behoort aan de erven van Gerrijt Germansz 1573,

    Uit hem:
  • 1. Germer (Hermer, Herman) Gerrits, mogelijk identiek met German Geritszn van der Nijkerck leninggever 1558, mogelijk identiek met German Geertz leninggever 1588, huw. get. te Amersfoort (German Gerrits"),
      Uit hem:
  • 2. Gerrit (Gerrits?), geb. vóór ca. 1565.
      Uit hem:
    • a. Fytjen Gerrits, geb. vóór ca. 1580, ovl. vóór 1602, noemt in 1602 Galtus Germersz haar neef, tr. vóór 1602 Thoenis Gerritssoon, mandemaker (1602).


I

Ia. Galtus (Baltus, Galtet) Germersz (Germans, Garmansz, Galmanssen, Garmis, Hermers) van Hagerbeer, beg. Alkmaar Grote Kerk 20-20-1653 ("Gerrit Galtes Hagerbeer (sic!) huijergraff S. Cap. nr. 7, ƒ 16,--), verkrijgt het burgerschap van Amersfoort 20-11-1598 al Galtet Garmis geboren van Norden in Vrijeslant, afkomstig van Norden (1598), treedt in 1601, 1616 op als getuige in notariële akten (Galtus Germerszn (Garmersen, Hermenzn), belender op Havik (1607), aan het eind van de Lavendelstraat in het kwartier Blommendaal (1627, 1638), woont te Amersfoort (1615), vermeld als Galtus Germersz, orgelmaecker, op de in 1621 opgemaakte lijst van de geref. lidmaten te Amersfoort (in margine "vertrocken"), orgelmaker (1621..1638), autodidact,[1] bouwt het orgel van de Grote of St. Jacobskerk in Den Haag (1626-1629),[2] [3] voltooide in 1635-1638 de bouw van het 24-voets orgel in de Sint Janskerk in Den Bosch, dat door Florent Hocque na zijn dood in 1632 had achtergelaten,[4] voert met zijn zoon reparaties uit aan het orgel van de St. Janskerk te Gouda (1636-1638),[5] herstelt met zijn zoon Germer het uit 1551 daterend orgel van de Sint Joriskerk in Amersfoort (1634-1636),[6] herbouwt met zijn zoons het orgel van de Sint Pieterskerk in Leiden (1638..1646), bouwt met zijn zoons het orgel van de Grote of St. Laurenskerk in Alkmaar (1646)[7] [8] (later herbouwd door Franz Caspar Schnitger), afkomstig uit Hagen bij Norden in Oostfriesland,[9] maakt deel uit van een viermanschap - de organisten Cornelis Jansz Helmbreecker uit Haarlem, Jonas Jacobs van Welt uit Groningen, en de orgelmakers Theodorus Faber uit Groningen en Galtus Germersz van Hagerbeer uit Amersfoort - dat op 13-4-1643 het nieuwe Bader-orgel in de St. Walburgiskerk te Zutphen komt keuren, [10] huw. get. (1644), doopget. te Gouda (1638), woont op Havik (1607..1635) te Amersfoort, otr./tr. 1o Amersfoort geref. 22/30-7-1598 (hij als "Galtes Germers") Anna Hendricksdr, ovl. 1609-1615, afkomstig van Amersfoort (1598), otr./tr. 2o Amersfoort geref. 12/20-4-1615 (hij als "Galtuss Germersz") Dorothea Amelis van Oortcamp (Oorcampius), ovl. 1617/18 (kinderloos), woont te Amersfoort (1615), verm. dr. van Amelis (Emilius) Oorcampius (bekend van diverse kinderen Oortcamp(ius)), otr. 3o Amersfoort geref. 11-7-1618 (met attestatie naar Schalckwijck) Aertgen Gerrits, ovl. na 1650, afkomstig van Zuilen, wonend te Amersfoort (1618), wordt geref. lidmaat te Amersfoort op belijdenis 24-12-1634 als Aertgen Gerrits huisvrouw van Galtus Hermenss.

Op 12-12-1602 (stilo veteri) compareert Thoenis Gerritssoon, mandemaker, wednr. van Fytjen Gerrits van Norden. Fytsch (Fytgen) heeft een neef Galtet Hermans (!), gehuwd met Anna Henricus, 50 carolus guldens beloofd. Om problemen met Thoenisson Gerritsson in de toekomst te voorkomen betaalt hij deze 50 guldens aan Galtet Hermans. Zijn borgen zijn Henrica Gerrits en Oth van Bladel. [11]
Akte betreffende de aankoop van het huis op Havic, zoek op Utrecht, Rechterlijk Archief inv.nr. 436 (2-6-1604) ZOEK OP
Op 5-11-1617 testeert Dorothea Oorcampius ziek van lichaam, te bedde liggende, echtgenote van Galtus Hermers. Zij legateert aan haar neef Amelis Oorcampius, zoon van haar broer Arnoldus Oorcampius, een gouden ring, wesende een "tron", aan Sophia, de oudste dochter van haar man, haar beste "turcx gromtgreynen rock", aan de 4 kinderen van haar man, 200 gulden (volgens de huwelijkse voorwaarden van haar en haar man), mits haar man hiervan de lijftocht zal genieten, aan haar broers Alert, Arnoldus en Jan Oorcampius en haar zuster Clara Oorcampius, haar clederen, cleynodiën, goud, zilver, linnen, wollen tot haar lijf behorende, niets uitgezonderd, hen hiermede instituerende tot haar erfgenamen. Getuigen: Esfelt Brant, Pouwels Henrickzn en Peter Herbers. [12]
Op 20-3-1621 verkoopt Willem Beerntsz voor zichzelf en zijn vrouw, tezamen erfgenamen van mr. Beernt van Laer hun vader en schoonvader, aan Baltus (!) Germansz een hof buiten de Bloemendalse Poort belend enerzijds de weduwe van Henrick de Berndt, anderzijds de erfgenamen van Dirck Cornelisz Craen en voor en opzij een gemeenschappelijke steeg. [13]
Op 20-3-1621 verkopen Baltus Germansz en zijn vrouw Aertgen Gerrits, aan Seven Cothenberch een hof buiten de Bloemendalse Poort, belend enerzijds de weduwe van Henrick de Berndt, anderzijds de erfgenamen van Dirck Cornelisz Craen en voor en opzij een gemeenschappelijke steeg. [14]
Galtus Harmanzn koopt (verkoopt?) een obligatie van 100 guldens hoofdsom gepasseerd op 10-11-1623 van (aan) Thobias Jeuniers? [15]
Archief Stadsbestuur Amersfoort:[16]
1634: Brieven van het stadsbestuur van Amersfoort aan dat van Den Bosch waarin wordt medegedeeld, dat toestemming werd verleend aan Galtus Garmansz en zijn zoon, orgelmakers te Amersfoort, om ten hoogste zes weken te werken aan de reparatie van het orgel in de Sint Jan en aan Galtus, met opdracht om terug te keren, daar de toegestane termijn ruim is verstreken en het orgel in de Sint Joriskerk noodzakelijk reparatie behoeft.
Inschrijving bij de Weeskamer te Amersfoort:
1636: Galtus Germansz te Amersfoort [17]
TEKST OPZOEKEN!
Brief van Mr Baltis (!) Germersz:[18]
Aende E.Heeren Burgemeesteren ende Regeerders der Stadt Haerlem.
Verthoont reve(re)ntelyk Uwer E.dienstwillige Mr. Baltis germersz. orgelmaeoker, hoe dat hy Supplt. van U. E. aengenomen hebbende te maecken het posityff onder tgrootte orgel inde groote kercke deser stadt voor de somme van acht hondert car. guldens volgens besteck daer van synde. Nu bevindt dat soo door tgeen buyten tselve besteck als tgeen door sonderlinge curieusheyt daer aen es gemaect hy suppliant op verre! nae met de bedungen somme niet en soude toecomen om een redelyck arbeytsloon daer aen te verdienen als claerlicken blijckende by tregister daer van gehouden datter aen materiaelen off knachts loon aen geconsumeert es omtrent seven hondert en vijftich ca. guldens, sulx datter vijftich guldens voor syne suppliants en syns: soons grooten arbeyt en naerstigheyt den tyt van vier en dertich weecken daer aen besteet soude overschieten. Ende alsoo hy suppliant meent redelick en rechtmatich te wesen, dat hy vant buyten werk ende ook van overtollige curieusheyden - extraordinaire behoort te werden betaelt dat mede uwer E. met syne enorme schade nyet gedient synde wel genegen syn den arbeytsman van syn verdiende dachloon in alle billicheyt te vergenoegen, soo keert hy hem seer reverentelijk tot Uwer E. versoeckende dat Uwer E. believen hem supplt. toe te voegen soodanige somme boven tbedongen loon als Uwer E. sullen oordeelen tot reparatie van syne schade te behooren twelck doende.
Ter zijde staat het volgende: 1634. No. 1. Burgem. ende regeerders der stadt haerlem ordonneren desen gestelt te werden in handen van den heer Auwel Akersloot out schepen Joost van der Graft ende Salomon de Bray om tversoeck t'examineren ende gelegenheyt tinspecteren ende hare E. te dienen van advyse actum ter camere den XII january 1634.
Volgt de gespecificeerde Nota van onkosten
Op 15-5-1650 verkoopt Harmen Bartsz, mandenmaker voor mr. Galtus Germansz en zijn vrouw Aertgen Gerrits aan Steven Geurts en zijn erven, een huis op Havik, door de koper bewoond, belend aan de ene zijde: Servaas Dercken Backer, aan de andere zijde: Peter Geeritsz Coedijck. [19]
Op 5-6-1665 verkopen Cornelis Jansz en zijn vrouw Jannitje Gerrits voor zichzelf, Cornelis Jansen de rato caverende voor Hilletgen Willems, zijn nicht, nagelaten dochter van Petergen Gerrits, Thomas Jansz als weduwnaar van Jacobgen Gerrits, Peter Jacobs Feer en zijn vrouw Neeltgen Gisberts, Henrick van Ommeren, schepen dezer stad, en Rogier Camerbeecq, procureur voor den Ed. Gerechte dezer stad, de rato caverende voor Lummitgen en Willemtgen Jacobs, Jan Jansen Palmen en zijn vrouw Fijtgen Galtus voor zichzelf en de rato c. voor de kinderen van mrs. Henrick en German Galtisz, tezamen erfgenamen van Thimon Henricksz en Theunisgen Lamberts, hun gewezen armen moeije(¥), aan Aeltjen Meerts jongedochter, een huis, hof en hofstede in de Kreupelstraat, belend: de kinderen van Sr. Jacob Temminck, Beernt Martelaar. De verkoop geschiedt op last van 1 gulden 16 stuivers t.b.v. St. Joriskerk. Onder de akte is bijgeschreven: compareerde ter secretarie der stad Amersfoort de heer oudburgemeester Henrick Both als executeur van het testament van Elbert van de Wall en zijn vrouw Jannitje van Deuverden, en vertoonde het volgende testament. [20]

COMMENTAAR(¥) Uit deze akte lijkt te volgen dat de erflater Thimon Henricksz een broer is van Galtus' eerste vrouw Anna Hendricksdr. Deze is inderdaad omstreeks dezelfde tijd getrouwd als Anna Henricksdr. : Thijman Henricxz otr. Amersfoort gerecht 22(21)-10-1596 (zijn getuige: Jan Quintijnsz, haar getuige: Nellitgen Maes) Toentgen Lambertsdr.
    Uit zijn eerste huwelijk (Germensz-Hendricks) (in 1617 zijn hiervan vier in leven):
  • 2. Hendrik Galtus Hagerbeer, geb. vóór ca. 1605, ovl. Gouda jan-mrt 1648, volgt IIa.
    • b. Fijtgen Stevens van Brinckesteijn, ged. geref. Amersfoort 7-8-1646, ovl. na 1668, wordt geref. lidmaat op belijdenis te Amersfoort 26-3-1665 als Fyttien Stevens van Brinckesteijn wonend op Havick, j.d. wonend te Amersfoort op Havick (1671), otr./tr. Amersfoort geref. 30-11/17-12-1671 Jan Petersz Feer, ovl. na 1693, j.m. wonend te Amersfoort op de Langegragt (1671), mede-schipper in 't Veer tot Amersfoort (1690), zn. van Peter Jacobs Feer en Neeltgen Ghijsberts Botter (zie Fragment Genealogie Botter nr. 3b sub 1 Hieruit verder nageslacht bekend.
    • c. Galtus Stevens, ged. geref. Amersfoort 14-9-1648, ovl. vóór 1666.
  • 8. Maria (Marritje) Galtus, ged. geref. Amersfoort 17-2-1628 (geen moedersnaam vermeld), afkomstig van Amersfoort, oud 25 jaar, wonende op de Bloemgracht, tekent Maria Galtus van Haber (1653), otr./tr. Amsterdam/Diemen geref. 12/27-4-1653 (zij met consent haers vaders) Ri(j)chart Heersen (Herszenn), geb. 1624/25, afkomstig van Hamborgh, droochscheerdersgesel oud 28 jaer, geen ouders hebbende, wonende op de Bloemgracht (1653).


II

IIa. Mr. He(ij)ndri(c)k Galtus (van) Hagerbeer, geb. vóór ca. 1605, ovl. jan-maart 1648,[41] (beg. niet gevonden te Gouda), j.m. van Amersfoort (1626), organist te Tiel (1626..1635), afkomstig van Amersfoort wonend ter Goude (1643), mr. organist van de St. Janskerk te Gouda (1636..1648),[42] dient verzoekschriften in aan stadsbestuur Gouda (1643, 1647),[43] weduwenaar en organist wonende op de Corte Thiendewech te Gouda (1643), otr./tr. 1o Amersfoort geref. 27-5/13-6-1626 Neeltje (Cornelia) Jans (Camp(en)), ged. geref. Amersfoort 30-8-1603, ovl. 1642, j.d. van Amersfoort (1626), doopget. te Gouda (1638), dr. van Jan Wichersen Camp en Neeltgen Jansdr(¥), otr. 2o Amsterdam geref. 23-1-1643 (zij geast. met Pr. Pietersz Bor en Dr. Jacobs Scheperus hand), en otr./tr. Gouda geref. 22-/10-2-1643 Magdalena Wessels, geb. 1619/20, ovl. na 1647, j.d. van Amsterdam, oud 23 jaar, geen ouders hebbend, wonend op de Lange Thiendewech te Gouda (1643), wonend in de Sonneveltsteech te Leiden (1663), huw. get. (1663).

COMMENTAAR(¥)
  • Wychert Janszn Camp, belender in de Utrechtsestraat (1580), tr. vóór 1577[44] Nellitgen Joest Thoniszn-dochter, zijn verm. ouders van:
  • Jan Wichersen Camp, ovl. 1620-1622, afkomstig van Amersfoort (1602), belender aan de Varkensmarkt (1608), koopt drie huisjes aan de Singel (1610), treedt op als Jan Camp Wijcherzn borg voor Thonis Henricxzn (1613), not. get. (1612, 1619), otr./tr. Amersfoort geref. 24-10/31-10-1602 Neeltgen Jansdr, afkomstig van Amersfoort (1602), Zij hertr. Amersfoort geref. 23/31-3-1622 als wed. van Jan Camp afkomstig van Amersfoort (1622) Gerrit Beernts, beg. en overluid Amersfoort dec. 1629[45], wordt geref. lidmaat op belijdenis te Amersfoort 30-9-1619 (in margine"doot"), is tweede op de nominatie voor het jaar 1624 voor het ambt van schepen te Amersfoort maar wordt niet gekozen, "is nu noch diaken, een mandemaecker van zijn handtwerck" (1623),[46] diaken (1623), raad (1625), ouderling (1626) te Amersfoort,[47] kramer te Amersfoort, wednr. van Barber Peters (huw. 29-4-1610, bij wie drie kinderen 1614-1620), afkomstig van Amersfoort (1622).
    Op 13-8-1610 verkopen Philips Joosten ook voor zijn broer Jacob Joosten, Goert Corneliss ook voor zijn vrouw Neeltgen en voor zijn schoonzuster Jannitgen Thonis, kinderen van wijlen Thonis Joosten, Joost Jansz en Claes Janss, kinderen van Jan Joosten, voor henzelf en voor Jan Jans hun halfbroer en Aeltgen Jans hun zuster, tesamen voor Hillitgen Joosten, weduwe van Ghijsbert Buijs en voor de twee dochters van wijlen Henrick Jooste: Anna en Catharina en samen voor Joost en Aert Wijchgerts Camp, aan Jan Wijchgerts Camp en zijn vrouw Neeltgen, drie huisjes aan elkaar aan de Singel tot aan het Hellebruggetje, behalve het derde deel van het zesde deel dat de kopers zelf al hebben, belend enerzijds Elbert Lambertsz, belend anderzijds Willem Joosten. Belast met 6 stuivers per jaar aan de Broederschap van de Heilige Geest. [48]
    Op 2-6-1620 verkopen Jan Wijckers Camp en zijn vrouw Neeltgen Jans voor een vijfde deel, Jannitgen Jans, vrouw van Beernt Maerschal, kapitein, geassisteerd met genoemde Jan Wijckertsz Camp en Jan Petersz van Opoteren voor twee vijfde delen aan , Peter Jansz van Opoteren, eigenaar van de andere twee vijfde delen
    - huis, hof en hofstede aan de Arnhemse Poort (Slijckpoort) belend enerzijds: de ontvangers, anderzijds: de stadswal. Er rust een last op het huis van 10 stuivers - volgens de brieven die daarvan zijn.
    - een hofje buiten de Slijckpoort. [49]
    Bij de boedelscheiding in 1620 van Anthonia Ghijsberts nagelaten weduwe van Johan Philips blijkt er in de nalatenschap onder meer een schuld van ƒ 350,-- te zijn aan Jan Camp Wijcherts.[50]
      Uit het huwelijk (Camp-Jansdr) (bij geen van de dopen moedersnaam vermeld):
    • 1. Neeltje (Cornelia) Jans (Camp(en)), ged. geref. Amersfoort 30-8-1603, ovl. 1642, otr./tr. 1o Amersfoort geref. 27-5/13-6-1626 Mr. He(ij)ndri(c)k Galtus (van) Hagerbeer. Zie verder hierboven onder Ia.
    • 2. Wichert Jans (Camp), ged. geref. Amersfoort 5-1-1609.
      Uit dit huwelijk verder mogelijk nog (filiatie niet bewezen):
    • 3. Geertgen Jans (Camp), ged. geref. Amersfoort 22-5-1614 (vader cremer).
    • 4. Geertgen Jans (Camp), ged. geref. Amersfoort 7-1-1616 (vader in de Schalen).
    • 5. Dirck Jans (Camp), ged. geref. Amersfoort 3-12-1618 (vader in de Schalen).
    • 6. Dirck Jans (Camp), ged. geref. Amersfoort 8-12-1620 (vader verkencoper).
  • Testament van Heindrick van Hagerbeer 17-2-1630 in Utrecht.[51] TEKST NOG OPZOEKEN Ref. [52]
    Op 17-2-1630 testeren Mr. Henrick Galtus (tekent: mr. Haijndrick Galtussen, organist tot Tyel, wonend te Tiel, en zijn echtgenote Neeltgen Jan Campendr wonend te Amersfoort. Zij vermaken elkaar de lijftocht van al hun bezittingen ter lester dood toe, mits eventuele kinderen die nog in leven zijn, eerlijk zullen worden onderhouden enzovoorts. Bij nalatigheid kan die langstlevende door de naaste familie hiervan worden ontslagen en moet de kinderen het erfdeel van de eerstoverledene uitbetalen. Dat laatste moet ook bij huwelijk of bereiken van de mundige jaren van de kinderen. In alle gevallen zal de langstlevende, het leven lang, in lijftocht bezitten 1.000 carolus guldens. Voor de langstlevende zal bij wederhuwelijk de lijftocht vervallen met uizondering van de 1.000 guldens. Als na de dood van een van beide comparanten, hun kinderen overlijden zonder geboorte na te laten, dan zal de langstlevende de lijftocht van alle goederen van de eerstoverledene genieten, het leven lang, en zal aan de naaste vrunden (= familie) behoorlijke staat en inventaris moeten leveren. Comparanten verklaren van waarde te houden de lijftocht te Tyel, voor de Schepenen gepasseerd, over de goederen aldaar gelegen. Zij secluderen de weeskamer van Amersfoort. Akte ter woonplaatse van Galtus Hermanzn. Getuigen: Ouwel Henrick Goortzn Henrickzn en Gerrit Henrickzn. [53]
    Op 26-2-1630 testeert te Amersfoort Neeltgen Jan Campendr, echtgenote van Mr. Henrick Galtus, organist tot Tiel. Zij handhaaft de lijftocht van 17-2-1630 voor notaris van Ingen (zie voorgaande akte) en vermaakt, indien zij zonder kinderen komt te overlijden, aan Galtus Hermanszn, haar man's vader, of bij zijn overlijden aan zijn kinderen, 1.000 carolus guldens eens, welverstaande dat haar man niet onder deze kinderen zal zijn inbegrepen. Zij legateert nog in dat geval aan Anna Galtus, voordochter van Galtus Hermanzn, 200 gulden eens en aan Hubertgen, nadochterken van deze Galtus, 2 gouden ringen, een wapenring en een hoepken. Getuigen: Frederick Janzn en Evert Verborch (tekent: Verburch). Er wordt verwezen naar een Brieve van octroy d.d. 18-2-1630 voor het Hof van Utrecht. [54]
    Inschrijving bij de Weeskamer te Amersfoort:
    1632: Hendrick Galtesen te Amersfoort. [55]
    TEKST OPZOEKEN!
    Inschrijving bij de Weeskamer te Gouda:
    1633: mr. Heyndrick Galtus Hagerbeer te Gouda.[56]
    TEKST OPZOEKEN!
    1633: mr. Heyndrick Galtus Hagerbeer te Gouda.[57]
    TEKST OPZOEKEN!
    Op 17-4-1635 verkopen Mr. Henrick Galtusz, organist binnen Thijel (Tiel) en zijn vrouw Neeltgen Jansdr, aan Peeter Loogen, wijncoper, een hof te Amersfoort gelegen buiten de Triesgenspoort (Andriespoort) bij het stenen bruggetje, belend enerzijds Aert Jansz, cramer, en anderzijds Evert Somer. Het pand is belast met jaarlijks 4 stuivers erfpacht ten behoeve van de erfgenamen van Hubert van Dael en met het derde deel van 5 stuivers aan de Melaten. [58]
    Heindrick van Hagerbeer koopt op 11-7-1642 een huis in Gouda.[59]
    TEKST NOG OPZOEKEN Ref. [60]
    Op 7-12-1638 sluiten de kerkmeesters van de St.-Janskerk te Gouda een contract met Hendrick Galtus van Hagerbeer om voor zes jaar het orgel te bespelen en reparaties uit te voeren. [61]
    Op 23-7-1642 machtigt Hendrick van Hagerbeer, organist binnen der Goude, wednr. van Neeltgen Jans, namens zyn onmondige kinderen, enige erfgenamen van hun moeder, die erfgename was van haar moeder Neeltgen Jans, in leven laatst gehuwd met Gerrit Beerntss, kramer te Amersfoort, Wilhelm van Galen, notaris 's hoffs van Utrecht, om voor het gerecht van Utrecht een plecht van ƒ 185,-- te transporteren ten behoeve van Aert Goossenss van Beest. Er wordt verwezen naar plecht d.d. 11-2-1583 voor het gerecht van Utrecht [62]
    Inschrijving bij de Weeskamer te Gouda:
    1649: mr. Heyndrick Galtus Hagerbeer te Gouda.[63]
    TEKST OPZOEKEN!
    1649: mr. Heyndrick Galtus Hagerbeer te Gouda.[64]
    TEKST OPZOEKEN!
    Op 7-5-1650 transporteren Johan Steenwijck, oud- schepen en vroedschap der stad Gouda en Cornelis de Bruijn als voogden over de nagelaten kinderen van zaliger Mr. Henrick Galtusz Hageweer (!), organist, en Cornelia Jans Campendochter, in leven echtelieden:
    1 - aan Jan Jansz Palmer, zijn vrouw en hun erven, eenn huis bij de Varkensmarkt te Amersfoort, belend aan de ene zijde: Aert Wouters, hoedenmaker, aan de andere zijde: Goosen Jansz van Bemmel [65]
    2 - aan Goosen Jansz van Bemmel, zijn vrouw en hun erven, een huis, hof en hofstede op de hoek van de Lieve Vrouwestraat alwaar de Vergulde Schael uithangt, belend enerzijds de Lieve Vrouwestraat, en anderzijds: de voorschreven kinderen met het huis door Jan Jansz Schoenmaecker bewoond. Het pand is belast met 6 stuivers per jaar aan de Heilige-Geestbroeders. [66]
    In sept. 1783 verkoopt Cornelis van Alphen q.q. aan Fop Capteyn voor ƒ 558,-- een lening van ƒ 600,-- (losrente ten gunste van mr. Hendrik Galtus en ten laste van het gemeneland kantoor G) daterend van 28-10-1637 te Gouda. [67]
      Uit zijn eerste huwelijk (Hagerbeer-Jans):
    • 1. Jan Hendriks, ged. geref. Tiel 31-7-1629 ("een sone van Henrick Galtussen get. Berent Rijcks en Willem Jansen").
    • 2. Anna Hendriks, ged. geref. Tiel 24-11-1630 ("een dochter van Mr. Henrick Baltus (!) organist, geen getuigen vermeld).
    • 3. Cornelia Hendriks Hagerbeer, ged. geref. Tiel 29-6-1632 ("een dochter van Mr. Hendrick Galtusz, get. Cornelis Udents secretarius" (zie voor laatsgenoemde Fragment Kirchgarten sub IIa/d/1 ), ovl. 1671-1684, wordt geref. lidmaat op belijdenis te Amersfoort 24-12-1650 als Cornelia van Haverbeeck (!) "Breda Palma" (leesfout? verm. wonend bij haar oom Jan Palmer), jd. geboren tot Thijel en wonend te Amersfoort (1653), huw. get. (1658), otr./tr. Amersfoort/Leusden geref. 24-3/11-4-1653 (beiden onder patroniem get. zijn vader Jan Maertensen, haar oom Jan Palmar en Reijntken Hermans Boschs) Gerrit Janzen Vos, ovl. na 1684, wordt als Gerard Jansen Vos in 1647 rem. lidmaat te Amersfoort na gedane belijdenis, j.m. van Amersfoort (1653), kleermaker (1658..1664), afkomstig van Amersfoort (1684), zn. van Jan Maertensen en Geertien Gerrits, in 1643 vermeld in het eerste overzicht van remonstrantse lidmaten te Amersfoort. Hij hertr. Amersfoort geref. 27-6/17-7-1684 Cattharijna van Deventer, j.d. van Amersfoort.
      Op 10-3-1658 verkopen de Weesmeesters der stad Amersfoort als voogden en Daem Petersz als oom en momber over de onmondige nagelaten kinderen van wijlen Dirck Petersz Damen en zijn vrouw Judith Henricks, aan , Gerrit Jansz, kleermaker, zijn vrouw Cornelia Henricx van Hagerbeer en hun erfgenamen, een huis aan de Hof op de hoek van de Lavendelstraat belend enerzijds Haeman Henrickz, meester-pasteibakker, man en voogd van Marritgen Claes Vosch en anderzijds Geertgen Swarten, weduwe van Cornelis Huijgen. Belast met 350 gulden aan Armen Noodhulp, in plaats van het gewezen Spinhuis; 750 gulden aan nagelaten kinderen van Harman Cornelisz Taets, mede-erven van Cornelis Fredericksz Taets hun overleden grootvader. [68]
      Op Op 20-1-1663 leent de gemachtigde van Gerrit Vosch, kleermaker en zijn vrouw Cornelia Henricx van Hagerbeer van Gerrit van Bemmel, bakker en zijn vrouw Grietgen van Hagerbeer, 250 carolusgulden tot 20 stuivers het stuk met als onderpand het huis bestaande uit twee woningen annex elkaar op de hoek van de Lavendelstraat genaamd Sint Nicolaes, belend enerzijds de erfgenamen van Cornelis Huijgen, anderzijds Mr. Herman Bosch nomine uxoris. [69]
      Op 1-7-1663 verkoopt de gemachtigde van Gerard Janz Vos, kleermaker en zijn vrouw Cornelis Hagerbeer, mede-erfgenamen van Henrick Baltis (!) Hagerbeer, aan Goort Cornelisz, bombasijdewercker en zijn vrouw Anna Jans, erfgenamen van Jan Janz van der Dalen en zijn vrouw Albertgen Jans, vier huizen aan de Cingel strekken van de Cingel tot aan de grond van acceptant belend enerzijds de erfgenamen van Huijgh Barentsz, schoenmaker, anderzijds de Herenstraat. [70]
      Op 19-11-1664 verkoopt de gemachtigde van Gerrit Jansz Vosch, kleermaker, en zijn vrouw Cornelia Henricx, aan Jan Jansz Palmet (!) en Jan Martens Vosch, mede kleermaker, voor 700 Carolus gulden tot twintig stuivers 't stuk, huis en hofstede in de Lavendelstraat daar "Sint Nicolaes" uithangt, belend: de wed. van Mr. Herman van Munster, en Evert Meeuwsen. [71]
      Op 19-5-1670 verkoopt de gemachtigde van Gerrit van Bemmel, backer, en zijn vrouw Grietgen van Haagerbeer, aan Johan Palmer en zijn vrouw Fijtjen Baltus(!), vier wooningen annez den anderen op de hoek van de Lavendelstraat genaamd St. Nicolaas, belend: de erfgenamen van Cornelis Huijgen, en Herman Bosch. Hier rust een plecht van 250 gulden tot 20 stuivers 't stuk ten laste van Gerrit Jansen Vosch en zijn vrouw Cornelia Henricx van Hagerbeer. [72]
        Uit dit huwelijk:
      • a. Hendrik Gerrits Vos, ged. rem. Amersfoort 15-3-1658 (get. Hilletje Assuerus).
      • b. Joannes Gerrits Vos, ged. rem. Amersfoort 25-2-16661 (get. zijn vader Jan Martensz Vos).
      • c. Galtus Gerrits Vos, ged. rem. Amersfoort 23-10-1665.
      • d. Annetje Gerrits Vos, ged. rem. Amersfoort 23-10-1665.
      • e. Willemtje Gerrits Vos, ged. rem. Amersfoort 3-5-1667.
      • f. Annetje Gerrits Vos, ged. rem. Amersfoort 3-5-1667.
      • g. Judith Gerrits Vos, ged. rem. Amersfoort 26-5-1671, wordt rem. lidmaat te Amersfoort Pasen 1691 ("aangekomen samen met zijn! broer? Jacobus Leijdekker van Schoonhoven").
    • 4. Margryta (Grietge Hendriks van Ha(a)gerbeer, ged. geref. Gouda St.-Janskerk 5-7-1637 (get. Aeltgen Maertens), ovl. na 1671, doopget. te Gouda (1656), otr./tr. Amersfoort/Utrecht 4/23-2-1658 (get. zijn vader Gooswijn Janssen van Bemmel en haar zuster Cornelia Hendrix) Gerrit Goossens van Bemmel, geb./ged. Amersfoort geref. 18/19-1-1637, j.m. van Amersfoort (1658), bakker (1659..1671), zn. van Gooswijn Janssen van Bemmel, koeckebacker, weesmeester en raad te Amersfoort, en Annitgen Gerrits (van Goor) (zie Kwartierstaat Van Londen nr. 24 ). Gerrit van Bemmel, backer, en zijn h.v. Griettien Hendrickx worden geref. lidmaat te Amersfoort op belijdenis 3-4-1659 in de Sevenhuijsen in de wijk Camp. Zij wonen op de hoek van de Zevenhuizen (1659, 1671). Hieruit verder nageslacht bekend. Zie Kwartierstaat Van Londen nr. 12 voor verdere gegevens en voor- en nageslacht van dit echtpaar.
      Op 17-5-1670 machtigen Gerrit van Bemmel, backer, echtgenoot van Grietgen van Hageweer, de deurwaarders van Amersfoort ten behoeve van Jan Palmen en Fijtgen Galtus. Het betreft een plechte dd. 20-1-1663 ten laste van Gerrit Jans Vosch en Cornelia Henricx van Hageweer (!), met als onderpand een huysing in 2 woningen op de hoek van de Lavendelstraat genaemt St. Nicolaes, belend door Cornelis Huygen en Mr. Herman Bosch. De possesseur is Matthijs van Gelder. Getuigen zijn Johan Naro(d)t en Johan van Sni(j)ddel. [73]
      Op 19-5-1670 verkoopt de gemachtigde van Gerrit van Bemmel, bakker en zijn vrouw Grietgen van Haagerbeer aan, Johan Palmer en zijn vrouw Fijtjen Baltus, vier woningen annex elkaar op de hoek van de Lavendelstraat genaamd Sint Nicolaas belend enerzijds de erfgenamen van Cornelis Huijgen en anderzijds Herman Bosch. De plecht is 250 gulden tot 20 stuivers het stuk ten laste van Gerrit Jansen Vosch en zijn vrouw Cornelia Henricx van Hagerbeer. [74]
      Op 9-2-1671 lenen Gerrit van Bemmel, bakker en zijn vrouw Grietje van Hagerbeer, van Aert Matheusen van der Maeth, weduwnaar van Agnietje Everts de Ruijgh 800 gulden tot 20 stuivers het stuk met als onderpand het huis op de hoek van de Zevenhuizen door de comparanten bewoond belend enerzijds Reynier Matheusen van der Maeth en anderzijds de erfgenamen van Cornelis Hermensen Spijcker De akte is geroyeerd, in margine betaald 18(?)-5-1693. [75]
    • 5. Geertruyt van Hagerbeer, ged. geref. Gouda St.-Janskerk 12-6-1639 (geen moedersnaam vermeld, "meester Heijndrick van Hagerbeer de vader present", get. Sara Jans en Annichien Maertens), beg. Gouda 11-6-1640.
    • 6. Geertruyt Heijndricks van Hagerbeer, ged. geref. Gouda St.-Janskerk 26-2-1642 (geen moedersnaam genoemd, "mr Heijndrick Galtus orgenist, de vader present", de h. schepen Johan Steenwijck en Jacomijntgen Fransen).
      Uit zijn tweede huwelijk (Hagerbeer-Wessels):
    • 7. Wessel van Hagerbeer, ged. geref. Gouda St.-Janskerk 17-4-1644 (de vader present, get. Martus van Velde, Sara Steenwijcks, Maertijntgen Verel), ovl. maart-december 1663 (beg. niet gevonden te Leiden), afkomstig van der Goude (1662), cassier binnen de Graeff, j.m. (sic!) van Gouda, wonend in de Sonneveltsteech te Leiden(1663), otr. 1o (¥) Groningen geref. 10-5-1662 (get. haar - niet met name genoemde - vader, attestatie 30-5-1662) Sophia Bruins, otr. 2o (¥) Leiden geref. 2-3-1663 (get. Maddeleentge Wessels, zijn moeder wonende in de Sonneveltsteech, en Cathalijntgen Jacobs haar schoonzuster wonend buyten de Sijlepoort) Elysabeth van R(h)oen, geb. Oestgeest, wonend in de Nieuwesteech (maart 1663), in de Commanduyrsteech (dec. 1663). Zij hertr. Leiden/Wassenaar geref. 21-12-1663/6-1-1664 (get. Jacobus Vermij, zijn bekende op het Noorteynde, en Lijsbeth van der Lucht, haar bekende wonende in de Bank van Leeninge) Jan le Per, geb. Leiden, wonend op de Papegraft (1663).

      COMMENTAAR(¥) De vraag is of na de ondertrouw van Wessel van Hagerbeer en Sophia Bruins op 10-5-1662 te Groningen wel een huwelijk is gevolgd. Bij alle ondertrouwinschrijvingen staat in de marge hetzij de trouwdatum hetzij de datum van attestatie naar elders. Bij deze ondertrouw staat niets. Wessel ondertrouwt 10 maanden later ten tweeden male in Leiden (waarbij niet vermeld wordt dat hij weduwnaar is). Van Sophia Bruins valt ook geen overlijden te Groningen te vinden, wel echter Sophia Bruins, otr./tr. Groningen geref. 31-1/17-2-1663 (get haar broeder Marten Bruins) Hindric Geerts, soldaat onder de guarde van sijne Excell. Stadth.
      Zou Wessel zich bedacht hebben na zijn ondertrouw en naar Leiden vertrokken zijn? Het lijkt er wel op.
    • 8. Magdelena Heijndricks van Ha(e)gerbeer, ged. geref. Gouda St.-Janskerk 7-1-1646 (de vader present, get. Willemtge Harmens), ovl. na 1702, doopget. te Leiden (1672), te Rotterdam (1693), jongedochter van Gouda wonend in de Nieuwesteegh te Leiden (1680), koopvrouw (1702), otr. Leiden geref. 31-10-1680 (met attestatie naar Rotterdam, get. zijn bekende Mr Marichall op de Hogewoert, en haar bekende Cornelia Elspeet wonend bij de Waegh) en otr. Rotterdam geref. 3-11-1680 Hendrick Michell (Miesel, Mickhel, Micgielse), geb. Rotterdam, ovl. na 1702, j.m., instrumentmaker wonend te Rotterdam in de Korte Wagestraat (1680), is in 1702 in Oost-Indië.(¥) Zij wonen in de Westwagestraet (1684), Waegestraet (1686) te Rotterdam.
      Op 29-10-1702 machtigt Magdalena van Hagerbeer, koopvrouw, gehuwd met Henrik Mitchél, momenteel in Oost-Indië verblijvend(¥), Theodorus Verburgh, om voor haar op te treden in rechtzaken. [76]
      Op 24-11-1702 machtigt Magdalena van Hagerbeer, koopvrouw, gehuwd met Henrik Mitchél, die in Oost-Indiën is,(¥) Jacob Vink, procureur, om voor haar op te treden in rechtzaken. [77]

      COMMENTAAR(¥) Hoe Henrik Mitchél in Oost-Indië is gekomen is onduidelijk. Hij valt niet te vinden als opvarende van een van de VOC schepen die daarheen vertrokken in de periode 1680-1705.[78]
      In 1704-1705 procedeert Magdalena Hagerbeer, eiseres, voor hrt Hof van Holland tegen Gerard Bijlwerf, gedaagde, over gepleegde injuriën beschuldiging van laste ten nadele van de eiseres waarbij een som geld aan de armen moest worden betaald (appel). [79]
        Uit dit huwelijk (o.a.?):
      • a. Johanna Hendericks Michell, ged. geref. Rotterdam 18-6-1682 (get. Abraham van Eeuwick en Petronella van Broeckhorst), beg. Rotterdam 27-7-1682 (een kind van Henderijck Mijchgieltssen in de Westwagestraet over scheuijn).
      • b. Andries Hendericks Micgielse, ged. geref. Rotterdam 29-8-1683 (get. Barent van der Klip en Petronella van der Bouckhorst).
      • c. Henderices Hendericks Mickhel, ged. geref. Rotterdam 22-1-1686 (get. Abram van Euwic en Pieternelle van Boechorst).
    • 9. Galtus van Hagerbeer, ged. geref. Gouda St.-Janskerk 7-12-1647 (de vader absent, get. Willemtgen Spaarooch huijsvrou van de schepen).

    IIb. Germer (Germen, Harmen, Hermanus) Galtus (van) Hagerbeer, geb. vóór ca. 1600, beg. Alkmaar Grote Kerk 24-4-1646 (Germer Hagerbeer, orgelmaker ƒ 4,--), j.m., orgelmaker van en wonend te Amersfoort ("Germen Galtes") 1631, wordt als Germer Galtessen op den Cyngel geref. lidmaat op belijdenis te Amersfoort 24-12-1634, orgelmaker (1625-1646), vernieuwt in 1625 het orgel van de Grote Kerk in Nijkerk, dat in 1673 vernield werd door de Franse troepen die de kerk als hoofdkwartier gebruikten,[80] [81] bouwde met zijn vader in 1634 het orgel van de St. Jan in Den Bosch, voert met zijn zoon reparaties uit aan het orgel van de St. Janskerk te Gouda (1636-1638),[82] werkt te Leiden aan het orgel van de Sint Pieterskerk en aan dat van de Sint Pancraskerk (1637),[83] [84] bouwde in 1641 een orgel in de Haagse Hofkapel (kapel van het stadhouderlijk hof),[85] [86] werkt in 1644 aan de restauratie van het koororgel in de Nieuwe Kerk te Amsterdam (1644), dat werd onderbroken door brand in de kerk, maar kon het herstel wegens zijn overlijden niet voltooien, waarna zijn broer Jacobus het werk in 1651 afrondde,[87] begon in 1638 met het nieuwe orgel in de Grote Kerk te Alkmaar,[88] sterft in 1646 vlak voor de voltooing van dit orgel, waarna zijn broer Jacobus er de laatst hand aan legt,[89] otr. Amersfoort geref. 29-1-1631 (met attestatie naar Amsterdam), tr. Amsterdam extra-ordinaris intekenregister 15-2-1631 (op acte van Amersfoort ingetekend, get. haar vader Harman Allertsz) Marritjen (Maria) Harmensz (Harmis, Hermans), ged. geref. Amsterdam 29-10-1613, ovl. na 1649, afkomstig van Amsterdam, oud 19 jaar (sic!) en wonend op de Deventer Houtmarckt (1631), j.d. wonend te Amsterdam (1631), wed. van Mr. Harmen Galtesz wonend aan de Nieuwe Kerk te Amsterdam (1649), dr. van Herman Allersz Koster en Hilgont Rijcken. Zij hertr. Amsterdam/Weesp geref. 23-10/7-11-1649 (zij voldoet Weeskamer 28-10-1649) Adriaen Heijndrix Cleijnmeel, brouwer.

    Archief Stadsbestuur Amersfoort:[90]
    1634: Brieven van het stadsbestuur van Amersfoort aan dat van Den Bosch waarin wordt medegedeeld, dat toestemming werd verleend aan Galtus Garmansz en zijn zoon, orgelmakers te Amersfoort, om ten hoogste zes weken te werken aan de reparatie van het orgel in de Sint Jan en aan Galtus, met opdracht om terug te keren, daar de toegestane termijn ruim is verstreken en het orgel in de Sint Joriskerk noodzakelijk reparatie behoeft.
    Akte geciteerd door Servaas van Rooyen:[91]
    Sijn Hoogh. ordonn. hiermede enz., te betalen aen Germer van Hagebeer de somme van ƒ 733--6-10, sijnde de tweede paye ende derden deel van ƒ 2200,-- bij hem bedongen voor 't maecken van een orgel in de Cappelle op het Hoff in 's-Gravenhage volgens het bestek daer aff synde in dato 12 May lestleden. w.g. Int leger tot Oeffelen den 25 Aug. 1641.
      Uit dit huwelijk (bij geen van de dopen een moedersnaam genoemd):
    • 1. Henrick Germersz, ged. geref. Amersfoort 16-12-1631.
    • 2. Elbertgen Germers, ged. geref. Amersfoort 30-6-1633.
    • 3. NN Harmens, beg. Amersfoort St. Joriskh. 27-4-1635 ("een kind van Harmen Galtus"), mogelijk identiek met een van de twee voorgaande kinderen.
    • 4. Johannus (Johannes) Germersz Hagerbeer, ged. geref. Gouda St.-Janskerk 19-11-1638 (get. Mr. Galtus Hagerbeer, Neeltgen Jans Camp en Janneken Harmans), ovl. 1663-1669, afkomstig van der Goude, varentgesel, oud 25 jaar, wonend op de Nieuwendijc (1663), otr. Amsterdam geref. 10-11-1663 (get. sijn (stief?)vader Absolon Barentse, haer nicht .ainsie? Jurriaens) Tietje Egberts, geb. 1633/34, ovl. na 1669, afkomstig van Amsterdam, oud 29 jaar, woont op de Angeliersgracht (1663) woont op de Angeliersgracht (1669). Zij hertr. Amsterdam geref. 15-3-1669 François Paludanus, wednr. van Harmpje Uijtenbogaerd, schilder op de Anjeliersgracht.
    • 5. Jacobus van Hagerbeer, ged. geref. Leiden Pieterskerk 30-1-1641 (get. Lijsbeth Mabesens), verm. identiek met Jacobus van Hagerbeer, ovl. 1674-1676, doopget. (1674), tr. vóór 1674 Maria van der Straten, doopget. (1674..1680), wed. wonend te Rotterdam (1676). Zij hertr. Rotterdam schepenen 01/16-2-1676 Adrianus Bens, jongeman van Rotterdam, wonend te Rotterdam.

    IIc. Jacobus Galtus van Hagerbeer (Hagesbeec!), ged. geref. Amersfoort 11-1-1622, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 26-2-1670 ("Jacob Galtus, van Hagerbeer aen de Oude Kerck, ƒ 15,--"), orgelmaecker(¥) van Amersfoort oud 25 jaar (1648), mr. orgelmeacker van Amersfoort wonend aen de Oude Kerk (1661), orgelmaker (1645..1661), een van de bouwers (1645) van het nieuwe orgel in de Grote Kerk te Alkmaar, verbouwde 1655 het orgel in de Kapelkerk en 1659 en 1669 dat van de Oude Kerk te A'dam,[92] werkzaam te Alkmaar 1645-1656,[93] organist te Haarlem (1668), woont te Amsterdam (1650), te Utrecht omtrent de Weertpoort (1651), te Groningen achter de A-Kerk (1663), op de Dobbens (1665), te Amsterdam aan de Oude Kerk (1670), herstelt het orgel in de Grote Kerk te Alkmaar (1651), bouwt het orgel in de kerk van Purmerend (1656), voltooit het herstel van het Faberorgel in de Aa-Kerk te Groningen in 1667, dat vier jaar later door een brand in de kerk vanwege blikseminslag verloren ging,[94] [95] otr./tr. 1o Amsterdam/Ouderkerk geref. 18-7/9-8-1648 (hij met vaders consent, get. haar oom J. Hardenbergh) Abi(e)gael Braems (Brams), ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 17-12-1620, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 16-8-1661, van Amsterdam oud 25 jaar, geen ouders hebbend, wonend op de Nieuwendijk (1648), dr. van Jan Braems, koopman te Amsterdam, en van Abigael van Haringhoeck (zie Fragment Genealogie Harinckhouck nr. 2a sub4 ), otr. 2o Amsterdam geref. 10-12-1661 (get. haar grootmoeder Marritje Gerrits, in margine "de weeskamer voldaen 23-12-1661") Maria van Campen (Kamp), geb. 1632/33, ovl. na 1701, afkomstig van Amsterdam, oud 28 jaar, ouders dood, wonend op de Leligragt (1661), huw. get. (1687), doopget. (1701).

    Op 14-4-1650 legt Wouter van Gelder, organist, wonende te Utrecht, een verklaring af op verzoek van Jacobus van Hagerveer(!), orgelmaecker wonende te Amstelredam, over diens vakbewaamheid. [96]
    Op 22-8-1651 benoemen Jacobus van Hagerbeer en zijn vrouw Abigaell Braems, wonende te Utrecht omtrent de Weertpoort, tot voogd over de onmondige na te laten kinderen en erfgenamen, de langstlevende, en haar broer Pieter Braems, wonende te Amsterdam. [97]
    Archief Stadsbestuur Amersfoort:[98]
    1657: Brief van het stadsbestuur van Amersfoort aan het stadsbestuur van Amsterdam met verklaring omtrent goed gedrag en vakbekwaamheid als orgelmaker ten behoeve van Jacob Galtus, zoon van de Amersfoortse orgelmaker Galtus Galmanssen, 1657. Minuut. 1stuk
    Stadsrekeningen van Amsterdam
    31-5-1668: De Heeren Tresorieren syn geautoriseert met Galtus Hagerbeer(¥), organist tot Haerlem, te convenieren op het meest doenlijke wegens het repareren van 't Groot Orgel in de Nieuwe Kerck volgens 't grootste besteck mits dat hy alle materialen en gereetschappen selffs zal moete becostigen, niets uytgesondert alleenlyk het maken van steijgeringe op de plaetse daer hy sal comen giete. [99]

    COMMENTAAR(¥) Volgens Ref. [100] betreft het hier Jacobus Galtus Hagerbeer
      Uit zijn eerste huwelijk (Hagerbeer-Braems) (o.a.?):
    • 1. Jacobus van Hagerbeer, ged. geref. Alkmaar Grote Kerk 12-3-1655, ovl. na 1714, volgt IIIc.


    III

    IIIa. Jacobus Hagerbeer, ged. geref. Groningen A-kerk 15-10-1663, beg. Amsterdam Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof 24-10-1737 ("Jacobus van Hagerbeer in de Heijsteeg bij de Heeregragt", betaalt ƒ 3,--, laat kind(eren) na), afkomstig van Amsterdam, schoenlapper, oud 24 jaar, wonend in de Beerestraat (1687), huw. get. doopget. (1701, 1722), woont in de Beerestraat (1687), in de Heijsteeg (1714..1737), otr. Amsterdam geref. 9-8-1687 (get. zijn moeder Marritje van Kampen en haer moeder Annetje Jacobs), Hendrikje (Hendrijna) van (den) Heuvel, ged. evang. Amsterdam Lutherse Kerk 28-2-1667, beg. Amsterdam Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof 26-7-1725 (Hendrikje van den Heuvel, h.v. van Jakobus van Haagerbeer), afkomstig van Amsterdam, oud 20 jaar, wonend op de Lojersgracht (1687), doopget. (1716, 1722), dr. van Hendrick Jansz (van de Heuvel) en Annetje Jacobs.

    IIIb. Galtus van Hagerbeer, ged. geref. Groningen A-kerk 4-7-1665, beg. Amsterdam St. Anthonis Kerkhof 16-5-1728 ("Galtus van Haagerbeer in de Kerkstraat"), afkomstig van Groeningen, schoenlapper, oud 21 jaar, (1687), wonend in de Berestraet (1687), in de Kerkstraat (1722..1728), huw. get. (1716..1725), doopget. (1724), otr. Amsterdam geref. 17-5-1687 (get. sijn moeder Marritje van Kampen en haer vader Gerrit Wegge) Maria Wegge(n) (Wiggers), geb. 1666/67, ovl. na 1727, afkomstig van Amsterdam, oud 20 jaar, wonend op de Prinsegracht (1687), huw. get. (1727), doopget. (1724, 1725).

    IIIc. Jacob(us) (van) Hagerbeer, ged. geref. Alkmaar Grote Kerk 12-3-1655, ovl. na 1714, j.m. van Haerlem (1690), verkrijgt als Jacobus van Hagerbeer, geboortigh van Haerlem (sic!) het burgerrecht te Amersfoort 11-7-1692, wednr. afkomstig van Haerlem, wonend te Amsterdam op de OZ Bierkaij (1696), woont te Haarlem (1710), otr./tr. 1o Amersfoort geref. 30-10/18-11-1690 (Jo)Hadewig Nieuw(en)burg, ged. geref. Amersfoort 13-3-1666 (moedersnaam niet vermeld), ovl. 1693-1696, j.d. van Amersfoort (1690), dr. van Marten Gerritsen van Nieu(wen)burg en Margrieta de Roij, otr. 2o Amsterdam geref. 3-11-1696 (get. haer moeder Dieuwera van der Heck), otr. 2o Amersfoort geref. 8-11-1696 (met attestatie naar Amsterdam), en tr. 2o Alkmaar Grote Kerk geref. 11-11-1696 (echtscheiding 1704), Alida Adolfs Ti(e)leman(s), geb. 1674, ovl. na 1744?,[101] j.d. afkomstig van en wonend te Alkmaer, oud 22 jaar (1696), vermeld in het Kohier Familiegeld Alkmaar 1716 als Alida Tieleman, dr. van Mr. Adolf Ti(e)leman(s), schepen van Alkmaar, en van Dieuwer (Debora) van der Heck.

    Op 7-10-1691 testeren Jacobus Hagerbeer en zijn vrouw Hadewigh van Nieuwenburgh te Amersfoort. Over en weer bemaken zij elkaar de levenslange lijftocht en vruchtgebruik van hun na te laten goederen, zowel in Holland als hier gelegen, met een volkomen bewind en administratie. Mochten de erfgenamen van de eerstoverledene een borge eisen voor de lijftocht (wat testamentair niet werd vastgelegd), dan zullen de erfgenamen zelf borge moeten worden. Akte ten huijse van de comparanten. Getuigen: Jan Reijers, Gerrit Remmerts (tekent: Geerrijdt Rendersen) en Henrick Anthonis, inwoonders van Amersfoort. [102]
    Inschrijving bij de Weeskamer te Amersfoort:
    1695: Hadewich Nieuwenburgh te Amersfoort, en Jacobus Hagerveen (sic! leesfout, moet zijn Hagerbeer!) [103]
    TEKST OPZOEKEN!
    Bij de Amsterdamse ondertrouwakte d.d. 3-11-1696 staat in margine:
    - acte verleent 9-12-1696
    - het derde gebod opgehouden 17-11-1696 (doorgehaald)
    - hij weeskamer voldaen tot Amersfoort op 7-10-1696
    - en gaet het derde gebot voort op 8-12-1696
    - de bruijd sal voort darde gebod haar admissiebrief aen de Heeren Commissarissen vertoonen (doorgehaald)
    Op 19-2-1697 leent de speciaal gemachtigde van Jacobus Hagerbeer voor zichzelf en als weduwnaar en boedelharder van Hadewigh van Nieuwenburgh, van , Evert van Nieuwenburgh en zijn vrouw Elisabeth van Ruijtenbeecq, schoonvader en schoonmoeder van de principaal,(¥) 320 gulden met als onderpand de helft van zijn huis, staande op de Kortegracht, door zijn schoonvader en schoonmoeder, naast andere goederen, ten houwelijck gegeven, belend de erfgenamen van de burgemeester Van Schaeck. [104]

    COMMENTAAR(¥) Als we "schoonvader en schoonmoeder" letterlijk nemen dan zou dat dus moeten betekenen dat Jacobus' vrouw Hadewig Nieuw(en)burg een dochter is van Evert van Nieuwenburgh en zijn vrouw Elisabeth van Ruijtenbeecq. In het Amersfoortse doopboek is echter maar ée\*n Hadewig te vinden, n.l. ged. geref. Amersfoort 13-3-1666 als dr. van Marten van Nieuweburg. Zou zij opgevoed zijn in het gezin van Evert van Nieuwenburgh en zijn vrouw Elisabeth van Ruijtenbeecq of is er sprake van een verschrijving van de predikant of koster, die dan Marten i.p.v. Evert als vaders voornaam genoteerd zou moeten hebben (moedersnamen werden niet vermeld)? in de reeks kinderen (1658-1677) van Evert van Nieuwenburgh en zijn vrouw Elisabeth van Ruijtenbeecq zou een doop in 1666 er prima tussen passen!
    Archief Haarlem: 5-4-1695 betaald aan mr. Jacobus Galtus van Hagerbeer, orgelmaker de som van 100 gulden door order van heeren Kerkmeesters.[105]
    In 1704 vindt de echtscheiding plaats tussen Jacobus (van) Hagerbeer x Alida Adolfs Tieleman, waarbij de brouwerij en 'florijn 3000,-- aan Alida zijn toegewezen.[106]
    Op 16-5-1704 verkoopt Jacobus van Hagerbeer aan Hendrik de Keijser een lijfrente ten laste van de verkoper van 240 gld per jaar geregistreerd tlv het gemene land van Holland en West-Friesland ten comptoire Haarlem van 2-6-1692, voor 1000 gld.[107]
      Uit zijn eerste huwelijk (Hagerbeer-Nieuwenburg) (o.a.?):
    • 1. Jacobus Hagerbeer (de Jonge), ged. geref. Amersfoort 12-10-1693, ovl. na 1740, wordt in 1704 leerling van de vijfde (=laagste) klas van de Latijnse School te Alkmaar,[108] verm. identiek met Jacobus Hagerbeer vermeld (24-7-1731-1740) op de lijst van Naamen der Broederen van de Kamer der Pellikaanisten, onder't woord : "Trouw Moet Blycken", primo Januari 1727-primo Januari 1796 van de rederijkerskamer te Haarlem,[109] neemt deel aan de windhandel in hyacinten in de jaren 1733-1734, treedt op als sequester (curator) in boedels te Haarlem (1732..1740),[110] clercq (1735) en opper clerq (1738) ter secretarie der stad Haerlem,[111] clerq en Secretaris te Haerlem (1735).[112]
      Op 19-9-1709 compareren Antonetta van Nieuwenburgh, weduwe van Paulus Bor, Anthonij van Nieuwenburgh als vader en voogd over Everarda van Nieuwenburgh, bij Anna van Nieuwenburgh zijn huisvrouw in echt verwekt, Henrick Vermeer en Jacoba van Nieuwenburgh, echtelieden, mitsgaders Jacobus van Hagerbeer, wonende te Haarlem, als vader en voogd over zijn zoon Jacobus van Hagerbeer de jonge, verwekt bij Hadewig van Nieuwenburgh, zijn eerste huisvrouw, en allen gezamenlijk voor Andries van Nieuwenburgh, thans in Oost Indië, Anthonij Antonetta, Hadewig, Jacoba en Andries zijn kinderen en erfgenamen van Everard van Nieuwenburgh en van Elisabeth van Ruytenbeecq. Zij machtigen Anthonij van Goudoever, Raad in de vroedschap en schepen van Amersfoort en Johan de Goeije, 1e klerk ter secretarie, om alle obligaties ten laste van particulieren uit de boedel op te zeggen enz. , de vaste goederen van de boedel te verkopen enz. [113]
      Op 3-3-1710 verkopen , Anthonij van Goudoever en Johan de Goeije, notarissen als gemachtigden van Antonetta van Nieuwenburgh, weduwe van Paulus Bor, Anthonij van Nieuwenburg als vader en voogd over zijn onmondige dochter Everarda van Nieuwenburgh bij Anna van Nieuwenburg zijn vrouw in echte verwekt, Henrick Vermeer en zijn vrouw Jacoba van Nieuwenburg, mitsgaders Jacobus van Hagerbeer, wonende te Haarlem als vader en voogd over zijn minderjarige zoon Jacobus Hagerbeer de jonge door hem aan Hadewich van Nieuwenbug, zijn overleden eerste vrouw in echte verwekt en zich sterkmakende en de rato caverende voor Andries van Nieuwenburgh, thans in Oost-Indië, hun uitlandige broeder, zijnde Anthonetta Anthonij en Jacoba, mitsgaders Hadewigh en Andries van Nieuwenburg kinderen en erfgenamen van Everard van Nieuwenburg en Elisabeth van Ruijtenbeecq in leven echtgenoten en alhier overleden, aan , Dirk van Ommeren, oud-schepen een huis, staande aan de oostzijde van de Kortegracht (Cortegraft), met het gouden leren behangsel in de kamer, met de schuur in de Valkestraat uitkomende belend, aan de ene zijde: de erfgenamen van Johan van Zevender, aan de zuidzijde van de schuur de erfgenamen van juffrouw Hillegunda Verhoeff, aan de andere zijde: Henrik de Hoog, aan de noordzijde de weduwe van Johan van Daal. Procuratie voor notaris Erasmus van Goudoever op 19-9-1709, vermits sedert het passeren van de vermelde procuratie in toro et bonis van haar voornoemde man Henrik Vermeer was gesepareerd (in toro et bonis gesepareerd = van bed en goed gescheiden) [114]
      Op 4-11-1713 verkopen Anthonetta Nieuwenburg, weduwe van Paulus Bor, en Jacoba Nieuwenburg gesepareerde huisvrouw van Hendrik Vermeer, als erfgenamen ieder voor een vierde part van Andries Nieuwenburgh hun broer, overleden in Oost-Indié, aan , Dirk van Ommeren, oud-schepen en raad,
      1- de helft van een camp bouwland, genaamd den Grooten Hoek, gelegen aan de Woestijgerweg (in de Woesteijgen), belend aan de zuidzijde de voornoemde Van Ommeren, aan de noordzijde deze heer Van Ommeren
      2 - de helft van drie morgen land gelegen aan de Woestijgerseweg (in de Woesteijgen), voor de ene helft en de comparanten met hun broer Anthonij Nieuwenburg en hun overleden zusters zoon Jacobus Hagerbeer de Jonge voor de andere helft naastgelegen zijn, met de helft van de opstal van het huis, berg, schot en wagenhuis, gebruikt en bewoond door Hendrik Janssen op Nimmerdor, waarvan de gemelde heer Ommeren de wederhelft competeert
      3 - de helft van de helft van zeven morgen, gelegen bij de Wijnberg onder Heiligenberg, de wederhelft toebehorende aan genoemde Ommeren, belend aan de ene zijde Albert van Hoogbetrum, aan de andere zijde Jacobus de Coninck
      4 - de helft van de helft van drie morgen land, competerende de voornoemde Ommeren de wederhelft van de gehele drie morgen, gelegen aan de Woestijgerweg (in de Woesteijgen) belend aan de noordzijde genoemde heer Ommeren. [115]
      Op 15-3-1714 transporteert Gerrit Feck, raad en oud schepen van Woerden, een lyfrentebriefvan ƒ 2000,- ten laste van provincie Utrecht, aan Jacob van Hagerbeer, onmondige zoon van Jacobus Hagerbeer den ouden en Hadewich van Nieuwenburgh, voor wie Jacobus van Hagerbeer als voogd optreedt. [116]
      In het boek Flora's Bloem-warande in Holland, alwaar haare Heerlykheid weer ten troon werd verheven, geviert en aangebeden van Flora's Lievelingen. Beschreven door 't Kunstgenootschap E Musis Aeternitas. t'Amsterdam, By Dirk Swart, Boekverkoper in de Oude Lelystraat wordt de windhandel in hyacinten beschreven die in 1733-1734 plaats vond. In een bijzonder exemplaar van dit werk, in bezit van Prof. Tydeman, staan de namen bijgeschreven "der in dit werkje onder gefingeerde namen voorkomende bedoelde personen". Een dezer personen is Jacob Hogerbeer. [117]
      Uit zijn tweede huwelijk (Hagerbeer-Tielemans) (deze kinderen noemen zich na de scheiding van hun ouders in 1704 Tieleman):
    • 2. Adolf van Hagerbeer / Tieleman, ged. geref. Alkmaar Grote Kerk 28-11-1697, ovl. Egmond aan Zee 17-5-1733, noemt zich later Ds. Adolphus Tieleman, wordt als alumnus van het Collegium Ordinum te Leiden ingeschreven als student theologie aan de Universiteit van Leiden 24-10-1715 ("Adolphus Tileman", Alcmarianus, 17 (jaar)"),[118] predikant te Egmond aan Zee 1722-1731, tr. Alkmaar geref. 24-6-1731[119] Margaretha Susanna van Oudensteyn, ged. 19-6-1704, ovl. Egmond Binnen 1776, dr. van mr Jacob van Oudesteyn, vroedschap, burgemeester, raad, etc. te Alkmaar en van Machteld Samuels Coorne. Zij hertr. 26-6-1735[120] Ds Isaac(us) Hanedoes, predikant te Egmond Binnen en den Hoef (1726-1776).
    • 3. Maria van Hagerbeer, ged. geref. Alkmaar Grote Kerk 29-3-1699, ovl. jong?
    • 4. Maria van Hagerbeer, ged. geref. Alkmaar Grote Kerk 25-3-1700.
    • 5. Debora van Hagerbeer, ged. geref. Alkmaar Grote Kerk 17-3-1701, ovl. jong?
    • 6. Debora van Hagerbeer / Tieleman, ged. geref. Alkmaar Grote Kerk 19-3-1702, beg. Alkmaar Grote Kerk 4-9-1784 (klasse: ƒ 30.-.-), noemt zich later Debora Tieleman, otr./tr. 1o Alkmaar geref. 12/28-6-1735[121] Mr. Jacob Jacobsz van Oudensteyn, ged. 15-4-1703, ovl. 9-12-1739 (kinderloos), beg Alkmaar Grote Kerk 16-12-1739 (klasse: ƒ 30,--),[122] ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Harderwijk 26-7-1723 ("Jacobus Oudensteyn, Alcm.-Bat."),[123] promoveert aldaar op 24-11-1725 in de rechten na een dispuut getiteld De justis nuptiis ("Jacobus ab Oudenstein, Alcmaria-Batavus")[124] schepen (1726), vroedschap (1727) van Alkmaar,[125] dr. van mr Jacob van Oudesteyn, vroedschap, burgemeester, raad, etc. te Alkmaar en van Machteld Samuels Coorne, otr./tr. 2o Alkmaar geref. 18-9/4-10-1746[126] Zacheus Stoesak, geb. Uithoorn ca. 1700, beg. Alkmaar Grote Kerk 18-5-1779, wednr. van Henrietta Sonmans en van Louisa Jacoba Helvetius, in dienst van de VOC als Ondercoopman (1718), Administrateur der Compagnie Pakhuizen op Cuyper en Onrust (1721-1731), Coopman (1731-1738), Oppercoopman, Licentmeester en Oppersabandar (Opperhavenmeester) (1738-1743), schepen v. Alkmaar (1750-1754), zn. van Engel Stoesak en Maria de Jager (de Jonge).[127]
    • 7. Johanna van Hagerbeer, ged. geref. Alkmaar Grote Kerk 11-11-1704.


    IV

    IVb. Galt(e)us (Galtes) (van) Hagerbeer(¥) (Hagerbier, Hogerbeer, Hagerbeen), ged. geref. Amsterdam Westerkerk 27-1-1692, beg. Amsterdam St. Anthonis Kerkhof 14-5-1741 (Galtus van Hagerbeer), afkomstig van Amsterdam, oud 35 jaar, wonend in de Kerkstraat (1727), doopget. (1716..1730), otr. Amsterdam geref. 22-8-1727 (get. sijn moeder Maria Wegge, haar moeder Swaantje van Zuijlen) Catrina van Weerst (Wierst), geb. 1704/05, beg. Amsterdam Oude Kerk 14-7-1789 afkomstig van Amsterdam, oud 22 jaar, wonend op de Weesperstraat (1727), doopget. (1730). Zij hertr. Amsterdam geref. 20-4-1742 Jan Bloemink.

    COMMENTAAR(¥) Het is onzeker of hij identiek is met Galtus (Gastus) Haverbeek, vaart op 23-1-1728 als Gastus Haverbeek, afkomstig van Amsterdam in de rang bosschieter voor de kamer Amsterdam van de VOC met het schip Gaasperdam naar Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 22-5-1728), stapt in Kaap de Goede Hoop als Galtus Haverbeek, afkomstig van Amsterdam, in de rang bosschieter over op het schip Wickenburg dat op 14-6-1728 vertrekt naar Batavia alwaar aankomst 26-8-1728, vaart op 9-12-1728 met het schip Windhond voor de kamer Zeeland via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 24-2-1729 en vertrek 22-3-1729) terug naar Nederland alwaar aankomst 30-7-1729 (hij heeft geen maandbrief, en geen schuldbrief).[128]

    IVc. Engelbert (Albertus, Bart, Engelbaart) van Hagerbeer, ged. geref. Amsterdam Westerkerk 2-1-1701 (get. Jacobus Hagenbeer en Marritje van Campen), beg. Amsterdam Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof 6-10-1745 ("Albertus van Hagebeeren"), afkomstig van Amsterdam, oud 25 jaar, wonend in de Kerkstraat (1725), wednr. afkomstig van Amsterdam, wonend op de Weesperstraat (1731), otr. 1o Amsterdam geref. 28-12-1725 (get. zijn vader Galtus Hagerbeer, in margine "mans doot goet ingebracht")(NB een identieke akte van 21-12-1715 is doorgehaald, eronder staat "niet geholpen") Marritje Barents, beg. Amsterdam St. Anthonis Kerkhof 1-4-1731 (Marritje Barents en haar kind), wed. van Gerrit Abrahams (huw. 1711), afkomstig van Amsterdam, wonend in de Kerkstraat (1725), otr. 2o Amsterdam geref. 18-10-1731 (get. haar moeder Aaltje Jacobs, in margine "hij weeskamer voldaan 17-10-1731") Anna(tje) Bruijnikhof, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 11-5-1689, beg. Amsterdam Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof 7-7-1763 (Johanna Bruijninkhoff, wed. van Bart Hagerbeer), afkomstig van Amsterdam, oud 41 jaar, wonend in de Voetboogstraat (1731), dr. van Claes Gerritsz (Bruijne) en van Aeltje Jacobs.

    In 1740 verkopen de erven van Hester Lopes Henriques aan Engelbert van Hagenbeer, een 1/2 huis en erf in de Lange Houtstraat hoek Babeljoensgang te Amsterdam. [129]
      Uit zijn eerste huwelijk (Hagerbeer-Barents):
    • 1. Aeltie van Hagerbeer, ged. geref. Amsterdam Zuiderkerk 2-10-1726 (get. Galtus van Haagerbeer en Willempie Meeuwis), verm. identiek met Alida van Hagerbeer, ovl. na 1772, tr. vóór 1763 (niet gevonden te Amsterdam) Jan Hendrik Schreuder, ovl. 1763-1772.
      Op 8-7-1772 verkopen de erven van Petronella ter Schoppe, wed. van Barent Berts aan Alida van Hagerbeer wed. Johan Hendrik Schroder, een huis en erf in de Amstelkerkstraat (NZ) (Kerkstraat) tussen Amstel en Utrechtsestraat te Amsterdam. [130]
      Op 25-8-1772 verkopen de erven van Geurt Janse Top en de erven van Hendrika Mulder, aan Alida Hagerbeer, wed. van Johan Hendrik Schroder, een huis en erf, waar Abraham in de gevel staat, in de Amstelkerkstraat (NZ) (Kerkstraat) tussen Amstel en Utrechtsestraat te Amsterdam. [131]
        Uit dit huwelijk:
      • a. Willem Cornelis Schreuder, ged. geref. Amsterdam Noorderkerk 3-8-1763 (get. Willem Schrimp en Isabella Cornelia Jacobi).
    • 2. Albartus van Hagerbeer, ged. geref. Amsterdam Zuiderkerk 28-3-1731 (get. Gerrit Morsman en Christina Hendricks), beg. Amsterdam St. Anthonis Kerkhof 1-4-1731 (Marritje Barents en haar kind).


    Niet geplaatst
    Jacobus van Hagerberg (Hagerborg), beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 21-6-1661

    DIVERSEN


    COMMENTAAR(¥) Personen met patroniem Germens van wie verwantschap met het bovenstaande geslacht (nog) niet is gebleken.
    Gijsbert Germensz die in 1637 als diaken te Amersfoort optreedt als huwelijksgetuige. Is hij identiek met Galtus?
    Is de volgende persoon mogelijk een broer van Galtus?
    Haeij Germers, afkomstig van Eemderlant (1610), otr./tr. Amersfoort geref. 19/28-5-1610 Merritgen Pouwels.
    En de volgenden zusters?
    Jannitgen Germensdr, afkomstig van Harderwijck (1606), otr./tr. Amersfoort geref. 21-6/18-12-1606 Thomas Ruij, engelsman, soldaet (1606).
    Bijetgen Germe(n)sdr, afkomstig van Amersfoort (1594..1604), otr. 1o Amersfoort geref. 19-3-1594 Aert Goertsz, afkomstig van Amersfoort (1594), otr./tr. 2o Amersfoort geref. 9/17-1-1600 Marcus Wijedenaer, soldaet afkomstig van Grootemusolter(?) (1600), otr./tr. 2o Amersfoort geref. 14/23-12-1604 Jacob Meijer, soldaet afkomstig van Draeckesteijn (1604).

    Referenties van de gegevens van generatie 11 staan ook hier
    Referenties Varia --- Generatie 11 ( 131 refs.)
    Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
    Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
    • Gv1600 = Genealogie voor 1600, http://users.skynet.be/lovawa/verwantschappen/genealogie%20vr.%201600/genealogie.htm
    1. Mens en Melodie 43(1988)
    2. Noordegraaff
    3. Douglas Earl Bush, Richard Kassel, The Organ: An Encyclopedia, New York, 2006
    4. Noordegraaff
    5. Groenehart Archieven, inv. nr. 0566 Archief van de kerkmeesters van de St.-Janskerk te Gouda, 1572-1820, nr.189-194
    6. The Organ
    7. Noordegraaff
    8. The Organ
    9. Med. Auke H. Vlagsma, 2014
    10. Fred Matter, Herschapen schoonheid, Zutphen 1997
    11. GA Amersfoort, ONA, Nots. E. van der Schuer, inv. nr. AT 001a001, Blad I
    12. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, inv. nr. AT 002a001 folio 554V - 555
    13. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toeg. nr. 0012, inv.nr. 436-15
    14. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toeg. nr. 0012, inv.nr. 436-15
    15. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, inv. nr. AT 002a003, folio 446 - 446 V. Transport d.d. 03-03-1637
    16. GA Amersfoort, Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810 toeg. nr. 0001.01, nr. 280
    17. GA Amersfoort, Toeg nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, inv. nr. 174
    18. Nav. 26(1876)189
    19. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toeg. nr. 0012, inv.nr. 436-21
    20. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr.436-25
    21. zie ook Prometheus II/2e. dr, p 125
    22. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr.436-23 en 436-25
    23. GA Amersfoort, Nots. R. van Ingen, AT008 a002 folio 65 V
    24. EK 29
    25. GA Amersfoort, ORA, toeg. nr. 0012, Transporten, inv.nr. 436-22
    26. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-22
    27. GA Amersfoort, ONA, Nots. R. van Ingen, inv. nr. AT008 a001, folio 68 R
    28. GA Amersfoort, ONA, Nots. R. van Ingen, inv. nr. AT008 a001, folio 68 V
    29. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toeg. nr. 0012, inv.nr. 436-22
    30. GA Amersfoort, Toeg nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, inv. nr. 178 boek nr. 178
    31. GA Amersfoort, Toeg nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, inv. nr. 1 boek nr. 1
    32. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toeg. nr. 0012, inv.nr. 436-24
    33. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr.436-24
    34. GA Amersfoort, ONA, Nots. A. van Brinckesteyn AT015 a004, folio 18 R
    35. GN 37(1982)479
    36. GA Amersfoort, ORA, Transporten, Toeg. nr. 0012, inv.nr. 436-21
    37. GA Amersfoort, ONA, Nots. R. van Ingen, inv. nr. AT008 a002, folio 198 R
    38. zie ook GN 37(1982)479
    39. EK 29
    40. zie ook Nav. 98(1960)21
    41. Med. Auke H. Vlagsma, 2014
    42. zie ook Rudolf Rasch, Geschiedenis van de Muziek in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1572-1795, ⇒ Republiek07-Steden.pdf
    43. Streekarchief Midden-Holland, Gouda, passim
    44. Transporten Amersfoort
    1. NL 109(1992)299
    2. NL 109(1992)299
    3. NL 109(1992)299
    4. GA Amersfoort, ORA, Toeg nr, 0012, Transporten, inv.nr. 436-13
    5. GA Amersfoort, ORA, Toeg nr, 0012, Transporten, inv.nr. 436-15
    6. GA Amersfoort, ONA, Nots. E. van Mulenborch, inv. nr. AT003 b001 folio 77 R
    7. Med. Auke H. Vlagsma, 2014
    8. Rechterlijk Archief Utrecht, nr. 1674a, fol. 146
    9. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen AT 002a003 folio 146 - 147 V
    10. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen AT 002a003 folio 149 V
    11. GA Amersfoort, Toeg nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, inv. nr. 173
    12. SAMH, Weeskamer Gouda, Toeg. nr. ac3, inv. nr. 7, blz. 259
    13. SAMH, Weeskamer Gouda, Toeg. nr. ac3, inv. nr. 7, blz. 346v
    14. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-17
    15. Med. Auke H. Vlagsma, 2014
    16. Rechterlijk Archief Gouda, nr. 351, fol. 164vo
    17. Groenehart Archieven, inv. nr. 0566 Archief van de kerkmeesters van de St.-Janskerk te Gouda, 1572-1820, nr.193
    18. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Houtman , inv.nr. U022a014, akte nr. 100
    19. SAMH, Weeskamer Gouda, Toeg. nr. ac3, inv. nr. 8, blz. 064
    20. SAMH, Weeskamer Gouda, Toeg. nr. ac3, inv. nr. 8, blz. 081v
    21. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr. 436-21
    22. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-21
    23. Streekarchief Midden-Holland, gaarder 40e/80e penning Gouda 1783, toeg. nr. ac59, inv. nr. 141, blz. 020
    24. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-23, akte.nr.
    25. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-25, akte.nr.
    26. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-25, akte.nr.
    27. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr.436-25
    28. GA Amersfoort, ORA, Transportregister, inv. nr. 436-27
    29. GA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv. nr. AT 015a001, folio 44 V + 45
    30. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-27, akte.nr.
    31. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-27, akte.nr.
    32. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jan van der Hoeven, inv. nr. 1056, aktenr./blz. 101/295
    33. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jan van der Hoeven, inv. nr. 1056, aktenr./blz. 107/321
    34. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
    35. NA, Hof van Holland, inv. nr. 3.03.01.04 Dossier II B 73
    36. ⇒ Orgel_van_de_Grote_Kerk_in_Nijkerk
    37. ⇒ index.php?id=172
    38. Groenehart Archieven, inv. nr. 0566 Archief van de kerkmeesters van de St.-Janskerk te Gouda, 1572-1820, nr.189-194
    39. Leo Noordegraaf (red.), Glans en glorie van de Grote Kerk: het interieur van de Alkmaarse Sint Laurens, Hilversum, 1996
    40. The Organ
    41. The Organ
    42. Med. Auke H. Vlagsma, 2014
    43. The Organ
    44. GA Alkmaar, Alkm Jb. 3 (1967) 71, J.W.Enschede, Ger.Havingha (1908) 12,28-29
    1. Noordegraaff
    2. GA Amersfoort, Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810 toeg. nr. 0001.01, nr. 280
    3. ANF 12(1895)39
    4. GA Alkmaar, Alkm Jb. 3 (1967) 71, J.W.Enschede, Ger.Havingha (1908) 12,28-29
    5. J.P. Heije, Toonkunstenaars, ... Nav. 22(1872)517 en 602
    6. Stichting Groningen Orgelland, Westerkwartier, Groningen, 1994
    7. The Organ
    8. GA Utrecht, ONA, Nots. L. Van Vuyren , inv.nr. U036a005, akte nr. 51
    9. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Houtman , inv.nr. U022a022, akte nr. 134
    10. GA Amersfoort, Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810 toeg. nr. 0001.01, nr. 1849
    11. Stadsrekeningen van Amsterdam, 31 Mei 1668 fol. 183V0, gecit. in Oud Holland 22(1906)189
    12. Med. Auke H. Vlagsma 2014
    13. GA ALkmaar, GEN: AHR 7, 123
    14. GA Amersfoort, ONA, Nots. A. van Brinckesteyn, inv. nr. AT015 a006 f 38v
    15. GA Amersfoort, Toeg nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, inv. nr. 1 boek nr. 1
    16. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-30, akte.nr. , blz. 183r
    17. Nav. 28(1876)193
    18. GA Alkmaar, GEN: AHR 7, 123
    19. ORA Hillegom, inv.no. 4, akte nr. 1
    20. ⇒ kempher-e.htm
    21. ANF 15(1902)305
    22. Oprechte Haerlemsche courant 31-01-1732, 31-01-1737, 16-01-1740
    23. Oprechte Haerlemsche courant, 03-02-1735, 12-06-1738
    24. Jb. Vereniging Haerlem (1943)91
    25. GA Amersfoort, ONA, Nots. E. van Goudoever, inv. nr. AT 028b001, 3e lias.
    26. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-31, blz. 134v
    27. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-31, blz. 186v
    28. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Van Den Doorslag , inv.nr. U139a005, akte nr. 12
    29. Jb. Mij. der Nederlandse Letterkunde 1866, Leiden, 1866, ⇒ www.dbnl.org
    30. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
    31. zie ook ANF 16(1903)320
    32. zie ook ANF 16(1903)320
    33. ANF 16(1903)320
    34. zie ook ANF 16(1903)320
    35. D.G. van Epen, Album Studiosorum Academiae Gelro-Zutphanicae 1648-1818, 's-Gravenhage, 1904
    36. O. Schutte, Het Album Promotorum van de Academie te Harderwijk, Arnhem. 1980
    37. ANF 16(1903)320
    38. zie ook ANF 16(1903)320
    39. GN 25(1980)139
    40. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
    41. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21672155
    42. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21696111
    43. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21696457

    Back to the
    genealogy page
    Back to the
    contents
    Go to the
    index
    Forward to next
    generation 12
    Back to previous
    generation 10
    Directly go to generation :
    1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11