This page was last updated : 171231.
File size is: 92 k.
Varia
Generatie 10
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Varia,
version 1.5,
Muiden, 2015.
© Copyright 2017 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Varia Gen. nr. 10

Fragment Genealogie Soolmans
Dit fragment werd samengesteld om te onderzoeken of de Antwerpse drukker Nicolaas Soolmans (..-1584/85 ) (zie Kwartierstaat Van Schothorst nr. 2713 ) verwant is aan een geslacht van vluchtelingen uit Antwerpen dat vanaf eind 16e eeuw in Amsterdam woont. Soolmans vrouw Marguerite van Bracht hertrouwt na diens dood met Jan van Waesberghe de Oude die met haar eveneens naar de Noordelijke Nederlanden vlucht.


I

Ia. NN Soolmans, geb. vóór ca. 1530, verm. te Antwerpen.



II
"De koopmansfamilie Soolmans had zich na de val van Antwerpen via Bremen uiteindelijk in Amsterdam gevestigd. [2]

IIa. Marten Soolmans, geb. vóór ca. 1555, beg. Amsterdam Oude Kerk 21-7-1625 ("Marten Solleman wonende op Het Water op het hoekjen van die Vrouwensteech ende begraven op het hoch koer, 16 (stuiver?)"), vermeld als Merten Soolmans op een plakaat d.d 9-6-1586 met namen van personen in Antwerpen die van de koning van Spanje een paspoort hebben verkregen om de stad te verlaten,[3] kremer,[4] buskruitmaker (in 1615 met vijf kruitmolens, en 14 paarden aan de Heiligeweg), begint met Abraham Verbeeck een maatschap voor het produceren en verhandelen van buskruit verm. tussen nov. 1598 en jan. 1599, en in najaar 1601 een tweede contract van compagnie voor twee jaar en tien maanden, bezit samen met Abraham Verbeeck een buskruitmolen (1609),[5] krijgt in 1613 na het overlijden van Abraham Verbeeck een conflict met diens weduwe over de afwikkeling van de maatschap, dat uiteindelijk in 1626 wordt beslist, waarbij blijkt dat Marten Soolmans nog recht heeft op ƒ 878,50,[6] leverde buskruit,"poijer" en "salpeeter" o.a. aan de Admiraliteit van Amsterdam en de Staten van Holland, aan de VOC en kooplieden in binnen- en buitenland,[7] heeft in 1600 een compagnie met Herman Heesters, Francois Rogiers, Jeronimus L'Hermite en Jacques Emerick, die wapens leverde aan de commissaris van de Deense koning,[8] koopt loten in de Haarlemse loterij van 1606,[9] huw. get. (1613), doopget. (1615), woont op Het Water op het hoekjen van die Vrouwensteech (1625), tr. vóór 1577[10] Cornelia van Eerthesen[11] (Herthesen?), ovl. na 1605.

Op 16-6-1590 verkoopt Johannes Kuchlinus aan Marten Soelmans, een huis en erf met woning in de Oudezijds Kerkstraat (Warmoesstraat) De Naam Jezus te Amsterdam. [12]
Op 11-2-1615 verkoopt Marten Solemans aan Joris Adriaensz en Pieter Jacobsz Ringh, een erf met vijf kruitmolens, stalling voor 14 paarden en hooihuis aan de Heiligeweg te Amsterdam. Archief van de Schepenen: kwijtscheldingsregisters [13]
Op 26-11-1615 verkoopt Marten Soolmans aan Abram Soolmans, een, huis en erf met woning De Naam Jezus in de Kerkstraat (Warmoesstraat) aan de Oude Zijde te Amsterdam. [14]
    Uit dit huwelijk (verm. allen geboren te Antwerpen):

IIb. Jan (ook Hans, Johan(nes)) Soolmans, geb. 1559/60, beg. Amsterdam Oude Kerk 24-7-1626 ("Jan Soleman van de Keizersgracht bij de Hartenstraat"),[20] afkomstig uit de koopmansfamilie Soolmans die zich na de val van Antwerpen via Bremen uiteindelijk in Amsterdam had gevestigd,[21] wordt als koopman van Antwerpen, poorter van Amsterdam 8-3-1591, handelt in peper (1591), suikerrafinadeur, "was blijkbaar geen gemakkelijk heer en bovendien een uiterst ruwe klant: tussen 1597 en 1609 komt zijn naam tachtig maal voor in de notulen van de kerkeraad wegens vechten, schelden etc., telkens weer met andere lidmaten, wordt herhaaldelijk buiten gesloten van de tafel des heren",[22] vermeld in 1598 met Hans Merchijs, Abraham de Marees en Vincent de Vlaming, als de compagnie nr. 1 van Barbarien, verklaart in een akte van 1609 49 jaar oud te zijn),[23] huw. get. (1613), koopt op 6-11-1618 graf nr. 158 in het Middenschip van de Oude Kerk,[24] tr. 1o voor 1592 IJtgen Backen (ook Ida Baster!), beg. Amsterdam Oude Kerk 4-11-1592 (IJtgen Backen, vrouw van Hans Soolman), otr. 2o Amsterdam (Extra-ordinaris intekenregister) 1-3-1608 Willemtje (Wilhelma) Zael (Saelen), geb. vóór ca. 1575, ovl. na 1641. afkomstig van Utrecht (1593), wed. van Guillaume van Kleef(¥), baljuw van Mijdrecht, wordt als Willemgen Salen, weduwe van Hans Solmans, geref. lidmaat te Amersfoort 19-7-1628 (in margine "doot, vertrocken"), wordt in het kohier van 1631 te Amsterdam als weduwe aangeslagen voor een bedrag van ƒ 5000,-- voor een huis op de Keizersgracht, doopget. (1636), dr. van Willem Zaelen.

COMMENTAAR(¥) DTB Utrecht: 16-8-1593
"den xvi(ste) augustii is versocht als boven van Guille van Cleeff van Antwerpen woenend tAmsterdam ende Willemtgen Willem Zaelen d(ochte)r van Vtrecht in margine: Gesolempniseert van Lansten? ende De Geijer? schepenen den iiii(den) september 1593."

DTB Amsterdam: 28-8-1593 (Extra-Ordinaris Intekenregister)
"Guillame van Cleef van Antwerpen oudt xxxviii jaeren woonende in de Nes geassisteert met Balthazar Baudelijn sijn oom ende versochten sijne dertiendaeghsche proclamatien van den puije deser stede met Willemtgen Willem Salendr wonende tot Vtrecht met den welke sij haer geboden tot Vtrecht waeren ingewilliget als bleek bij acte van S Van der Voort (vers?) ende naerdien sij op allen naer behooren geantwoort haden sijn hun haere geboden gewillicht".

Dus:
Willem (Guillaume) van Cleef, geb. 1554/55, afkomstig van Antwerpen en wonend te Amsterdam (1593) otr. Utrecht schepenen 16-8-1593 en Amsterdam schepenen 28-8-1593 en tr. Utrecht schepenen 4-9-1593 Willemtgen Willem Zaelen, afkomstig van en wonende te Utrecht (1593), dr. van Willem Zaelen.

Op 22-7-1591 verklaart Pieter Cornelisz, schipper, wonende te Delffshaeven, 40 jaar, op verzoek van Jan van Waesbergen , boeckdrucker, uit naam van Hans Soolmans, coopman te Amsterdam, dat hij ongeveer zeven weken geleden met zijn schip genaamd de Fortuijne, komende van Lixbona, tussen Heijssant en de Sourdels, acht Engelse schepen van oorlog is tegengekomen. De overste daarvan werd door het scheepsvolk Millord Kummerlandt genoemd. Deze overste is met wat volk bij hem aan boord gekomen en heeft enige goederen uit zijn schip gehaald. Daaronder twee zakken peepers die door een zekere Jan Vell in Lixbona waren ingescheept om gebracht te worden aan Hans Soolmans. [25].

Op 23-7-1591 verklaart Claes Jacobsz, schipper, wonende te Schijedamme, 30 jaar, op verzoek van Jan van Waesbergen , boeckdrucker, uit naam van Hans Soolmans, coopman te Amsterdam, dat hij ongeveer zeven weken geleden met zijn schip, een vlijboote genaamd St. Jacob, komende van Lixbona, tussen Heijssant en de Sourdels, acht engelse schepen van oorlog is tegengekomen. De overste daarvan werd door het scheepsvolk Millord Kummerlandt genoemd. Deze overste is met wat volk bij hem aan boord gekomen en heeft daar enige goederen uit gelicht. Daaronder waren twee zacken peepers en een tonneken gember. Deze waren te Lixbona ingescheept door een zekere Jean Vell, om gebracht te worden naar Hans Soolmans. Ook de brieven en geschriften die door de coopluijden en facteurs te Lixbona waren meegegeven werden in beslag genomen. [26].

Op 9-3-1598 laat Sebault de Weert , koopgesel te Amsterdam, voor zijn vertrek naar Indie aanzegging doen aan Hans Merchijs, Hans Solemans, Abraham de Marees en Vincent de Vlaming, uitmakende de Compagnie nr. 1 van Barbarien dat hij zijne kwestien met de maatschappij voor zijn vertrek in het reine wilde hebben, waarin zij wilden treden. [27]
Op 20-12-1606 verkoopt Jacob Gerritsz aan Jan Soolmans twee huizen en erven op de N.Z. Achterburgwal bij 't Slot van Gelder. Borg was zijn broer Marten Soolmans.[28]
Jan Soolmans bouwde hier in 1607 verm. de Suikerraffinaderij 't Vagevuur.
Op 19-4-1617 verkoopt Jan Soolmans aan Hendrick Barentsz, een ledig erf in de Lavendelstraat (Eerste Rozendwarsstraat) te Amsterdam. [29]
Op 2-4-1622 verkoopt Jacob Barthoutsz aan Jan Soolmans, een huis en erf Sterrenburg op de Keizersgracht (OZ) bij de Hartenstraat te Amsterdam. [30]
Op 17-12-1627 verkopen Gerrit Crijnen voor de ene helft, Maes Gerritsz en zijn vrouw Lucia Jacobs, Gerrit Dircksz, mandenmaker te Utrecht voor hemzelf en voor zijn vrouw Crijntgen Gerrits (procuratie te Utrecht) en Joachim Joachims en zijn vrouw Henrickgen Gerrits, voor de andere helft, aan Juffrouwe Willemina Saelen, weduwe van Johan Soolmans en haar erven, huis, hof en hofstede aan de Breestraat belend 1: Michiel Mertensz, 2: Willem van Lielaer, brouwer [31]
Op 26-2-1629 verkopen - Cathelijn Pierre, soldaat en Thoontgen Henricx zijn vrouw, - Gerrit Jansz ook voor zijn vrouw Stijntgen Henricx, - Marritgen Henricx, - Jan Henricxsz, ook voor zijn vrouw Gontgen Jacobs, momenteel in het kraambed en tevens voor Jacob Jansz en zijn vrouw Roeloffgen en procuratie hebbend van zijn broers en hun vrouwen, Reyer Henricx, metselaar in Veenendaal en zijn vrouw Aerltgen Cornelis (gepasseerd voor Aert Aertss Bull, notaris aldaar), Gerrit Henricx te Utrecht (procuratie te Utrecht), Jacob Henricx te Wijk bij Duurstede (procuratie aldaar) en Evert Henricx en zijn vrouw Elbertgen van Diermen te Nijkerk (procuratie aldaar), allen samen erfgenamen van Marrichgen Reijers, weduwe van Jacob de Goijer aan , Juffrouwe Wilhelma Salen, weduwe van Johan Solemans, een huis, hof en hofstede in de Lieve Vrouwestraat te Amersfoort, belending 1: Neeltgen Choudron 2: Jacb Aertss, timmerman. Belast met 250 gulden aan Petertgen Jans te Soest [32]
Op 13-7-1632 verklaart Willemina Salen wed. Soolmans, met handen van Martinus Soolemans (haar zoon en gecoren momber in deze zaak) gecedeerd te hebben ten behoeve van Henrick Wouterzn en Jan Maeszn, haar recht op hypotheek op de boedel van wijlen Brant Wouterzn en zijn huysvrouw, van 40 guldens. Dit is rest van een jaarpacht van het erf De Rosmolen (verschenen Pinksteren 1629) en nog twee jaren pacht van voornoemd erf (verschenen Pinksteren 1630 en 1631), tot 140 guldens jaarlijks. Zij bekent voor deze cessie betaald te zijn door Henrick Wouterzn, met 200 guldens, en door Jan Maeszn met 120 guldens. Zij behoudt het recht van hypotheek dat berust op de have en mobile goederen van voornoemd erf, ten bedrage van nog een jaar pacht van 140 gulden (verschenen Pinksteren 1632). Henrick Wouterzn en Jan Maeszn zijn mede-comparanten en accepteren de regeling. Getuigen: Jacob van Achtevelt en mr. Adriaen Mol(l), borgemeester. [33]
Op 1635-6-12 verleent Rijck van Diest (oud-burgemeester, wonend te Amersfoort), gehuwd met Jkvr. Theodora van Wely, machtiging aan Hans van Es (boekhouder op 't West Indische huys te Amsterdam), om van Jkvr.(?) Wilhelma Saelen, weduwe van Johan Soolmans, op de plaats waar dat behoort, te ontvangen het transport van een actie van 300 gulden kapitaal op de West Indische Comp. ter kamer te Amsterdam, en deze op zijn, comparants, naam te stellen. Verder dient hij Jkvr.(?) Wilhelma Saelen mededeling te doen over de betaling van de kooppenningen en verder alles te doen wat hijzelf zou doen. Getuigen: Henrick Aertszn van Os en Cornelis van Ingen (mede-notaris). [34]
Op 11-8-1641 verkoopt de gemachtigde van juffrouwe Wilhelmina Sael, weduwe van Johan Solmans en van de heer Marten Solmans met zijn vrouw Oopgen Coppit (procuratie te Naarden), aan Rutger Jansz, metselaar, zijn vrouw Agnies Dircxz en hun erven een huis en erf in de Breestraat te Amersfoort, belend 1:Willem van Lielaer, brouwer 2: Michiel Martens. [35]
    Uit zijn eerste huwelijk (o.a.?):
  • 1. Sara Soolmans, geb. ca. 1591, ovl. 1614-1620, otr. Amsterdam 18-10-1614[36] [37] Tielman van Beringen, geb./ged. Deventer 15/19-5-1589, ovl./beg. Amsterdam Oude Kerk 3/9-4-1660, zijdelakenverkoper, zn. van Tielman van Beringen en van Maria van Wickevoort. Hij hertr. Amsterdam 16-1/17-2-1620[38] Elisabeth de Marez, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 16-5-1602, ovl./beg. Amsterdam Oude Kerk 2/25-9-1652, dr. van Abraham de Marez en Maria Gemaert, bij wie nageslacht.
    Op 15-1-1620 maken Tielman van Beringen en Elisabeth de Marez huwelijks Voorwaarden De bruidegom is geassisteerd met zijn moeder, broer Jan, en oom Jasper van Vickevoort, de bruid met haar ouders, broers Jan en Abraham de Marees, en ooms Jan Sandra en Herman Hesters. [39]
      Uit dit huwelijk:
    • a. NN van Beringen, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 3-1-1616 (een kind van Tileman van Beringen).
  • 2. Hans So(o)lmans, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 22-10-1592 (moeder heet hier Itgen Soolmans"), beg. verm.Amsterdam Oude Kerk 30-12-1592 (een kind van Hans Soolman).
    Uit zijn tweede huwelijk (o.a.?):
  • 3. Ma(a)rten (Martinus) Soolmans, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 18-3-1613, ovl. Naarden, beg Amsterdam Oude Kerk 14-8-1641 in het familiegraf, volgt IIIc)


III

IIIa. Abraham Martensz Soolmans, geb. vóór ca. 1590, beg. Amsterdam Oude Kerk 1-1-1652 ("Abram Sollemans"), otr. 1o Amsterdam geref. 20-3-1613 Sara Bruijnes (Drumez!, Druijmes, Derwijs, Drijmij, Drumees), beg. Amsterdam Oude Kerk 6-5-1626 ("Saertijen Dermaes vrouw van Abram Solleman), otr. 2o Amsterdam geref. 23-12-1628 Elisabeth Brugge(n), ovl. in de kraam van Martijn, beg Amsterdam Oude Kerk 14-12-1638 ("Eelijsabet Brugge vrouw van Abram Sollemans").

Op 26-11-1615 verkoopt Marten Soolmans aan Abram Soolmans, een, huis en erf met woning De Naam Jezus in de Kerkstraat (Warmoesstraat) aan de Oude Zijde te Amsterdam. [40]
Op 24-10-1652 verkopen de erven van Abram Sollemans aan Elias ter Elburgh,
- een huis en erf in de Buitensingel buiten de Heiligewegspoort te Amsterdam, [41] - een Tuin en erf met huizinge in de Heiligeweg (ZZ) buiten de Heiligewegspoort te Amsterdam. [42]
    Uit zijn eerste huwelijk:
  • 1. Marten Soolmans, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 15-6-1614.
  • 2. Abraham Soolmans, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 12-7-1615, ovl. jong?

IIIb. I(J)saack So(o)lmans, geb. 1585, ovl./beg. Amsterdam Oude Kerk 16/20-6-1662 (77 jaren oud),[50] oud 27 jaar en wonend in de Warmoesstraet (1613), woont in 1631 op het Water bij de Vrouwesteeg, blijkens het kohier van de 200ste penning, waarop het aangeslagen is voor ƒ 75,--,[51] woont in een huis genaamd De Lieve Vrouw,[52] in 1638 op de hoek van de Vrousteech,[53] aandeelhouder van de WIC (ca. 1625), tekent in op 100 balen peper "in de Doose van de Kamer van Amsterdam" van de VOC (1639),[54] ondertekende in 1644 samen met diverse andere textielhandelaren een petitie waarin wordt opgeroepen tot regulering van de waarde van de gulden,[55] kerkmeester van de Oudezijds-Kapel te Amsterdam (1646),[56] otr. Amsterdam geref. 21-12-1613 (get. zijn vader Marten Soolmans, haar moeder Maria van Kockereel(!)) Maria van Be(e)ring(h)en, ged. Deventer 10-11-1588[57], beg. Amsterdam Oude Kerk 8-5-1665 ("Elisabeth van Beringen wed. van Isacq Soolmans"), oud 26 jaar en wonend in de Warmoesstraet (1613), dr. van Tieleman van Beringen, zijdelakenkoper, en Maria (Maijken) van Wickevoort.[58]

Op 16-7-1616 protesteert Isacq Solemans tegen de niet-betaling van een wisselbrief ten behoeve van Jacob Poppen.[59]
Op 21-9-1619 machtigt Maria van Wickevoort, weduwe van Thielman van Beringen haar dochter Maria van Beringen, de vrouw van Isaack Solmans, om te innen van Claes Jansz Coning, wonend in Deventer, het bedrag dat hij haar verschuldigd is. [60]


COMMENTAAR(¥) Montias:[61] CHECK Isaack Soolmans (vader van Marten !) (koopt prenten van Durer op de Gommer Spranger sale van 1638.
Groot-kapitaalboek van de WestIndische Compagnie Kamer Amsterdam, Kapitaalboek van aandelen. 1623-1626:[62]
Isaac Soolmans ƒ 600.-.-.
Isaacq Soolmans ƒ 466.14.-.
Op 4-12-1613 maken I(J)saack So(o)lmans en Maria van Be(e)ring(h)en huwelijks Voorwaarden De bruidegom is geassisteerd met zijn vader, zijn oom Hans Soolmans en Govert Dircxsen Wuijtiers zijn neef, de bruid met haar moeder, haar oom en voogd Jaspar van Vickevoort en broer Jan van Beringen. [63]
Familiearchief Cousebant: [64]
1635: Financiële aantekeningen betreffende de verkoop van een dubbele grafstede in het koor van de Nieuwe kerk te Amsterdam, die in 1539 op naam stond van dr. Haijo Hompen en diens echtgenote Anna Popius Occo, door mr. Adriaen van Hellemijs van Welle namens diverse familieleden aan Isaac Soolmans. 1635
Met bijgeschreven kwitanties betreffende uitkeringen onder meer aan leden van het geslacht De Coninck.
Op 20-5-1647 verkoopt Isaack Soolmans - aan Gijsbert Cornelisz, een huis en erf op de Buitensingel buiten de Sint Antoniespoort aan de dijk te Amsterdam. [65] - aan Theunis Willemsz, een huis en erf met gangetje daar naast op de Buitensingel buiten de Sint Antoniespoort aan de dijk te Amsterdam. [66]
Op 20-11-1647 verkoopt Abraham Soolmans aan Isaack Soolmans, een huis en erf met woning De Naam Jezus in de Warmoesstraat te Amsterdam. [67]
Op 31-7-1658 verkoopt Isaac Soolmans aan Isaac Alvares, een huis en erf op de Verversgracht (ZZ) (Raamgracht) hoek Verversstraat te Amsterdam. [68]
Hof van Holland: [69]
II V 54. 1657-1684: De erfgenamen van Pieter van der Venne Lucassen, procederen contra de erfgenamen van Isaacq Sollemans. In eerste aanleg werd arrest ingesteld op twee obligaties, in het vervolg van het proces bleef over genoemde obligaties kwestie.
    Uit dit huwelijk (o.a.?):
  • 1. Marten Solmans, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 27-9-1615 (get. Marten Solmans), ovl. jong?
  • 2. Marten Solmans, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 13-4-1617, beg. verm. Amsterdam Oude Kerk 6-9-1666 ("Martin Soolmans"), maeckelaer van Amsterdam oud 48 jaren, woont opt Rockin (1665), otr. Amsterdam pui 15-6-1665 Elisabeth Schoonhoven (Schonauw Schoonnout), wed. van Jurriaen Wese van Angermunde? wonend op de Turfmarct (1640), Zij hertr. Amsterdam pui 9-12-1667. Lambert Keller (Heller). wednr. van Annetje Jans Vos.
    Op 20-12-1667 voert Reynier Hals een proces tegen Juffr. Elisabeth Schonauw, wed. wijlen Martem Sollemans. Zij machtight Lambert Keller met wie zij in ondertrouw staat. [70]

IIIc. Ma(a)rten Soolmans, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 18-3-1613, ovl. Naarden, beg Amsterdam Oude Kerk 14-8-1641 in het familiegraf ("Marten Sollemans"). ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 30-9-1628 ("Martinus Solemans", Amsterodamensis, 20 (jaar) sic!"),[75] treedt op als momber voor zijn moeder (1632), woonde bij zijn huwelijk op het Rapenburg te Leiden(1633),[76] maar had na vijf jaar studie in Leiden echter geen titel behaald,[77] afkomstig van Amsterdam, oud 22 jaar (sic!) en wonende tot Leijden (1633), gaat met zijn echtgenote Oopjen wonen in het huis van haar ouders in de Nieuwe Hoogstraat in de Levantsvaarder woonden, hetzij in een huis daar vlak bij,[78] otr. Leiden geref. 8-6-1633 (bruid is niet gecompareert, attestatie is gebracht) en otr. Amsterdam geref. 9-6-1633 (get. voor hem Willemina Zael, voor haar Heijndrik Coppit en Celitgen Prins haer vader ende moeder, in margine: de geboden sijn tot Leijden sonder verhinderinge gegaen ende was geteckent Festus Hommius predicant) Oopje (Opina, eigenlijk Obrecht) Cop(p)it, geb./ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 19/20-1-1611, ovl./beg. Alkmaar Grote Kerk (op het choor graf nr. 25) 1/6-11-1689 ("juffrouw Soolemans, 4 poosen geluijt en te laet 20 gld"),[79] afkomstig van Amsterdam, oud 20 jaar (sic!) wonende in de Nieuwe Hoochstraet (1633), brengt ƒ 35000,-- aan huwelijksgoed mee, is, als Martin Solmans weduwe, eigenares van de suikerrafinaderij 't Vagevuur te Amsterdam (1647-1655), van 1659-1661 als Martin Solmans weduwe samen met Capt. Day, alsmede Jan Soolmans, en van 1662-1664 als Martin Solemans weduwe en Capt. Day weduwe, woont in 1674 blijkens het belastingkohier samen met haar zoon Jan, in een huis op de Herengracht, waarbij zij werden aangeslagen voor een vermogen van ƒ 6000,-- (hij) en ƒ 12000,--,[80] verhuist tenslotte naar Alkmaar, waar haar zoon Hendrik Daey woonde, en overlijdt aldaar, waarna haar erfgenamen waren haar zonen Johannes Soolmans en Hendrik Daey.[81] Zij hertr. 1646-1651[82] Martijn Daey, geb. Breda 15-3-1604, ovl. Amsterdam 11-9-1659, kolonel, wednr. van Johanna Machteld Aelbertsdochter van Doorn,[83] eigenaar van een buitenplaats in Maartensdijk en huizen in Naarden. Zij vestigen zich in 1650 te Amsterdam.

Portretten van Marten Soolmans (1613-1641) en zijn echtgenote Oopjen Coppit (1611-1689) geschilderd door Rembrandt Harmensz van Rijn.
Olie op doek, 210x135 cm
Datering: 1634[84]
Locatie: afwisselend Rijksmuseum, Amsterdam en Musée du Louvre, Parijs
Zoals door Dr. Isa van Eeghen ondubbelzinnig aangetoond[85] is de man Marten Soolmans, de eerste echtgenoot van Oopjen Coppit en niet haar tweede echtgenoot Martijn Daey en is de vrouw evemin Daey's eerste echtgenote Machteld van Doorn.
klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 20-6-1646 verkoopt Opina Copit, wed. van Martinus Soolmans,
- aan Jan Hendricksz, een huis en erf in de Lavendelstraat (OZ) (Eerste Rozendwarsstraat) te Amsterdam, [86]
- aan Pieter de Riemer, een huis en erf in de Lavendelstraat (Eerste Rozendwarsstraat) te Amsterdam. [87]
- aan Pieter Ransson, een huis en erf, hoek in de Lavendelstraat (Eerste Rozendwarsstraat) bij de Rozenstraat te Amsterdam. [88]
Op 28-4-1660 verlenen Pieter Day, Opina Coppit, wed. van Marten Day, in leven capitain, Johan Solemans, de 2 onmondige voorkinderen van wijlen Marten Day en Nicolaes de Gyselaer, machtiging aan Willem van der Eem, apothecaris wonende te Utrecht, om het proces waar te nemen voor het Hof van Utrecht tegen Ghysbert Jacobss, als pachter van de landeryen behorende aan Voortaen, gelegen aan de Groenekan onder Oostveen. [89]
    Uit dit huwelijk:[90]
  • 1. Henrick Soolman, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 25-7-1634 (get. Celijtje Prinsen en Henrick Copit, beg. Amsterdam Oude Kerk 16-6-1635 (een kind van Marten Solmans).
  • 2. Jan Soolmans, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 28-2-1636 ("Marten Soolmans, Willempjen Salen, Wilmijna Sael, wed. van Jan Solmans, Abram Solmans ende Frederick de Vries, secretaris brachten (ten doop) - Jan"), ovl. Alkmaar herfst 1691 (ongehuwd), beg. niet gevonden te Alkmaar en Amsterdam. verkrijgt bij de boedelscheiding op 2-6-1660 na het overlijden van zijn stiefvader, van zijn moeder Oopjen als vaderlijk erfdeel verschillende zaken, waartegenover zij o.a. een schilderij van Joseph en Maria, gedaen door Rembrandt zou behouden,[91] ontvanger (1674), woont in 1674 blijkens het belastingkohier samen met zijn moeder, in een huis op de Herengracht, waarbij zij werden aangeslagen voor een vermogen van ƒ 6000,-- (hij) en ƒ 12000,--,[92] wordt van 1669-1681 te Amsterdam genoemd als auteur en vertaler van een zevental kluchten en komedies, was op 5-9-1680 een van de genomineerden voor een plaats als regent van de Amsterdamse Schouwburg, maar werd niet verkozen.[93]
    Publicaties van Jan Soolmans:[94]
    • De ontdekte Heerschappij, bly-eyndend treurspel, Amsterdam, 1669
    • Snaekse schaking van de juffer in de kleer-ben, kluchtspel, Amsterdam, 1669
    • De geveynsde Alcibiade, bly-eyndend treurspel. Amsterdam, 1671
    • De gedwongen Doctor, klucht van Molière door Jan Soolmans vertaelt en in rijm gestelt. Amsterdam, 1671
    • De Gemeenzame Geest, klucht-spel, Amsterdam, 1679
    • De vercierde onttoovering van de Gravin Trifoldi, door de dolende Ridder Don Quichot de la Mancha, en zijn schildknaap, Sanche Pance, Pots-spel, Amsterdam, 1681
    • Het verandert Houwelijk, klught. Op 't spreekwoord: Onkunde maakt Onmin. Z.pl. en j., gedrukt in Leiden bij C. van Hoogeveen junior (werkzaam 1761-1787, 1790)
    Alle werken zijn in de schouwburg te Amsterdam opgevoerd.

Frontpagina van "Het verandert Huwelijk" door Jan Soolmans.
Datering: geen plaats en jaar genoemd.
Bron: Google Books.
Frontpagina van "De geveynsde Alcibiade" door Jan Soolmans.
Datering: 1671
Bron: Google Books.

klik op plaatje(s) om te vergroten
  • 3. Cornelija Soolmans, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 18-10-1637 (get. Hendrik Reinst, Johan Stachouwer ende Catarina Soolmans, ovl. jong?


IV

IVa. Abraham (Aberham) So(o)l(le)mans, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 17-4-1622, verm. identiek met Abraham Solmans de Jonge, geb. vóór ca. 1625, ovl. na 1659, otr. Amsterdam geref. 17-10-1648 Trijntje Sijmons, ovl. na 1659.

Op 20-11-1647 verkoopt Abraham Soolmans aan Isaack Soolmans, een huis en erf met woning De Naam Jezus in de Warmoesstraat te Amsterdam. [95]
    Uit dit huwelijk:
  • 1. Joannes Sollemans, ged. geref. Amsterdam Nieuwezijds Kapel 15-3-1651.
  • 2. Catharina Sollemans, ged. geref. Amsterdam Noorderkerk 25-1-1654.
  • 3. Aberham Sollemans, ged. geref. Amsterdam Noorderkerk 4-10-1656.
  • 4. Arijaen Sollemans, ged. geref. Amsterdam Noorderkerk 5-10-1659.

IVb. T(h)iel(e)man Soolmans, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 30-4-1619, ovl./beg. Amsterdam Oude Kerk 31-12-1689/3-1-1690, lakenkooper wonend op 't Water, daarna op de Keizersgracht,[96] verkozen tot diaken van de geref. gemeente te Amsterdam 1659, 1663, en 1667,[97] kerkmeester van de Amstelkerk (1669-1689),[98] [99] treedt op als voogd over de onmondige kinderen van zijn zuster Maria Soolmans (1670), en als executeur van het testament van zijn moeder Maria van Beringen, luitenant der Burgerij 1672,[100] verwerft op 26-4-1678 een aandeel in de suikerrafinaderij 't Vagevuur, otr./tr. Amsterdam geref. 29-4/19-5-1654[101] Catharina Schuyt, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 23-5-1628, beg. Amsterdam Oude Kerk 22-2-1669 ("Katarina Schuijt vrouw van Thielman Soolmans"), dr. van Arnout Schuyt, koopman, en Jannetge de Steur.[102]

Archief van de Oudezijds Kapel te Amsterdam:[103]
nr. 70: 1650: Brief van Thielman Soolmans aan zijn vader Isacq Soolmans waarin hij hem names Jan Brugman verzoekt diens zaak met Willicqeau tot morgen op te houden.
Willig decreet voor het Hof van Holland: d.d. 17-6-1670:[104]
De impetranten zijn Tielman Soolmans, voor hemzelf en als voogd over de onmondige kinderen van zaliger Maria Soolmans en als executeur van het testament van zijn moeder Maria van Beringen, weduwe van Isaaq Soolmans voor een staeck. Cornelis van Heemskerck, getrouwd geweest met Maria van Beringen zaliger voor hemzelf als ook Dionijs Bailli, getrouwd met Johanna van Beringen, voor hemzelf en nog samen voogden over de kinderen van de voorschreven Maria van Beringen zaliger. Jan van Beringen, voor hemzelf en het recht hebbende van Meester Jan Wijck, kannunik van Sint Mariën te Utrecht. Elisabeth van Beringen, weduwe van wijlen Doctor Henricus van Lint, en Gerrit Reijensz Elias, getrouwd met Catharina van Beringen zaliger, tesamen kinderen en erfgenamen van Tielman van Beringen zaliger, ook voor een staeck. David Verdonck. Jan van den Heuvel, als vader en voogd van zijn kinderen, verwekt bij Adriane Verdonck, zijn overleden vrouw en ook Tielman en de erfgenamen van Maurits Verdonck, kinderen en erfgenamen van Anna van Beringen, ook voor een staeck. Bartholomeus Aukema, getrouwd met Maria van Beringen, dochter en erfgename van Jasper van Beringen, voor een staeck. De voorschreven Maria van Beringen, weduwe Soolmans. Tieleman van Beringen, Anna van Beringen, Jasper van Beringen en Daniël van Beringen, broeders en zusters van wijlen Jan van Beringen, tesamen voor 2/3 deel. Rutger Purmerent, hij staat garant voor Maria Purmerent, weduwe van zaliger Adam van Halmael. Lammeken Purmerent, weduwe van zaliger Gijsbert van Hooghvelt en Annetge Purmerent, bijgestaan door haar man Pieter Hendricksz Hagen, niet in gemeenschap van goederen getrouwd en de administratie van dien aan haar behouden. Ze zijn allen kinderen van Maijcken Rutgers zaliger voor een staeck. Geertruijdt Dircx Niesen, echtgenote van Adriaen van Loosvelt, uitlandig, maar door het Gerecht van de stad Amsterdam hiertoe speciaal geauthoriseert. De voorschreven Loosvelt, een zoon van Cornelis Rutgers, ook voor een staeck. Rein Aertsen, voor hemzelf en ook Rutgert Vlieck, medevoogden over Rutgers Aertsen. Egbert Aertsen. Martinus de Leeuw, getrouwd met Elisabeth Aertsen, voor hemzelf en nog haar moeder en schoonmoeder Baefje Bisschops, weduwe van Rutgert Aertsen, erfgenaam van Simon Aertsen, haar zoon zaliger, voor een staeck. Zijnde de voorschreven Maijcken en Cornelis Rutgers, evenals Rutgert Aertsen, zusters en broeders van Elisabeth Rutgers, tesamen voor het andere derde deel, erfgenamen respectievelijk van Jan van Beringen en Elisabeth Rutgers, in hun leven echtgenoten.

De namen van de eigenaren zijn Tielman Soolmans, voor hemzelf en als voogd over de onmondige kinderen van zaliger Maria Soolmans en als executeur van het testament van zijn moeder Maria van Beringen, weduwe van Isaaq Soolmans voor een staeck. Cornelis van Heemskerck, getrouwd geweest met Maria van Beringen zaliger voor hemzelf als ook Dionijs Bailli, getrouwd met Johanna van Beringen, voor hemzelf en nog samen voogden over de kinderen van de voorschreven Maria van Beringen zaliger. Jan van Beringen, voor hemzelf en het recht hebbende van Meester Jan Wijck, kannunik van Sint Mariën te Utrecht. Elisabeth van Beringen, weduwe van wijlen Doctor Henricus van Lint, en Gerrit Reijensz. Elias, getrouwd met Catharina van Beringen zaliger, tesamen kinderen en erfgenamen van Tielman van Beringen zaliger, ook voor een staeck. David Verdonck. Jan van den Heuvel, als vader en voogd van zijn kinderen, verwekt bij Adriane Verdonck, zijn overleden vrouw en ook Tielman en de erfgenamen van Maurits Verdonck, kinderen en erfgenamen van Anna van Beringen, ook voor een staeck. Bartholomeus Aukema, getrouwd met Maria van Beringen, dochter en erfgename van Jasper van Beringen, voor een staeck. De voorschreven Maria van Beringen, weduwe Soolmans. Tieleman van Beringen, Anna van Beringen, Jasper van Beringen en Daniël van Beringen, broeders en zusters van wijlen Jan van Beringen, tesamen voor 2/3 deel. Rutger Purmerent, hij staat garant voor Maria Purmerent, weduwe van zaliger Adam van Halmael. Lammeken Purmerent, weduwe van zaliger Gijsbert van Hooghvelt en Annetge Purmerent, bijgestaan door haar man Pieter Hendricksz. Hagen, niet in gemeenschap van goederen getrouwd en de administratie van dien aan haar behouden. Ze zijn allen kinderen van Maijcken Rutgers zaliger voor een staeck. Geertruijdt Dircx Niesen, echtgenote van Adriaen van Loosvelt, uitlandig, maar door het Gerecht van de stad Amsterdam hiertoe speciaal geauthoriseert. De voorschreven Loosvelt, een zoon van Cornelis Rutgers, ook voor een staeck. Rein Aertsen, voor hemzelf en ook Rutgert Vlieck, medevoogden over Rutgers Aertsen. Egbert Aertsen. Martinus de Leeuw, getrouwd met Elisabeth Aertsen, voor hemzelf en nog haar moeder en schoonmoeder Baefje Bisschops, weduwe van Rutgert Aertsen, erfgenaam van Simon Aertsen, haar zoon zaliger, voor een staeck. Zijnde de voorschreven Maijcken en Cornelis Rutgers, evenals Rutgert Aertsen, zusters en broeders van Elisabeth Rutgers, tesamen voor het andere derde deel, erfgenamen respectievelijk van Jan van Beringen en Elisabeth Rutgers, in hun leven echtgenoten.

Namen van de kopers zijn Jacob van Lennep en Jan van Lennep

Het betreffende onroerend- en roerend goed staat te Amsterdam, Warmoesstraat, een huis en erf waar van ouds De twee lepelaren en De beer met ringen uithingen. (goed 1). Amsterdam, Schoutendwarssteegje, twee woningen en erven daarachter met nog een erfje daarbij, alsmede twee uitgangen die tot dit perceel behoren, de één in het voorschreven steegje en de andere onder het huis dat toebehoorde aan Salomon Davits Questiers (goed 2 ).

Op 11-5-1672 verkoopt Hendrik Janssz Gardenier aan Tielman Soolmans, een erf op de Kerkstraat in park D strekkend tot achter aan de erven van de Keizersgracht te Amsterdam. [105]
Op 22-1-1677 verkopen de kinderen van Aeltje Gardeniers, echtgenote van Dirck van Helmont aan Tileman Solemans, een erf op de Amstelkerkstraat (Kerkstraat) achter de Keizersgracht te Amsterdam. [106]
Op 4-6-1683 verkoopt Thielman Soolmans aan Clara Laermans, wed. van Anthonij Nieugaerd, een huis en erf op de Nieuwe Keizersgracht (ZZ) bij de Vijzelstraat te Amsterdam. [107]
Op 24-4-1686 verkoopt Tielman Soolmans aan Jan van Oosterwijck, een 3 erven in de Kerkstraat in park D te Amsterdam. [108]
    Uit dit huwelijk:
  • 2. Arnauld (Arnoldus) Soolmans, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 23-5-1657, ovl. verm. in Azie, reist naar Indië met het jacht Rammekens,[111] dat voor de kamer Amsterdam van de VOC op 14-9-1676 uit Texel vertrekt en via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 12-2-1677 en vertrek 9-3-1677) in Batavia aankomt op 3-6-1677[112] onderkoopman (1684), ondercoopman te Coromandel (1688, 1689), ondercoopman en gewese secunde tot Nagapatnam (1691), onderkoopman (1693), plaatsvervangend coopman en administrateur te Souratta (1695), provisioneel administrateur (voor 1699), koopman (1695) en hoofd (1700-1702) tot Amedabath.[113] tr. (verm. in Indie)[114] Cornelia Elisabeth van der Woert. Zij hertr. voor 1705[115] Jan Albert Beeldsnijder, koopman in dienst der VOC te Batavia.
    Dagjournalen van het Kasteel Batavia: [116]
    7-4-1693: 't Vaartuygh den Aap vertrekt na Tanjongpoura met provisiën en goede maanden onder opsight van de ondercoopluyden Arnoldus Soolmans en Pieter de Vos.[117]
    15-11-1695: Vanwege het overlijden van den commissaris en directeur Pieter Ketting te Souratta wordt 't gesag aldaer tot nader ordre door den opperkoopman en seconde Joan Scholten waargenomen en de administratie voor soo lange door den plaatsvervangend coopman Arnoldus Soolmans.
    Archief VOC: Overgekomen brieven en papieren [118]
    • 1688 Rapport van den ondercoopman Arnoldus Soolmans wegens sijn verrichten aan 't hoff van Tansjouwer aan den commandant Floris Blom en raed tot Nagapatnam overgegeven in dato 8-12-1688. Afkomstig uit Coromandel.
    • 1689 Copie rapport van de ondercoopluijden Joannes Eduwarts en Arnoldus Soolmans wegens hun verrichten tot Madraspatnam en St.Thomé in dato 28-11-1689. Afkomstig uit Coromandel
    • 1691 Extract uijtte particuliere missive door den ondercoopman Johan Noodt tot Paleacatte aenden ondercoopman en gewese secunde Arnoldus Soolmans tot Nagapatnam geschreven, in dato 26-11-1691 over het verkopen van een podt levendige swavel. Afkomstig uit Coromandel
    • 1699 Memorie van den gewesen provisioneel administrateur Arnoldus Soolmans wegens de vercoopsprijsen van eenige specerijen en staefcoper in November 1699 in Souratta verkoght. Afkomstig uit Surat
    • 1700 Copie missive door den directeur Hendrick Swaardecoon en den raad in Souratte aan het opperhooft tot Amedabath Arnoldus Soolman de dato 21-12-1700. Afkomstig uit Surat
  • 3. Johanna Cat(ha)rina Soolmans, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 1-10-1658, ovl. 16-5-1741, beg. Amsterdam Oude Kerk 20-5-1741 ("Johanna Catharina Soolmans wed. van Arnout Schuijt"), regentes van het Aalmoezeniershuis te Amsterdam 1709-1741,[119] nalatende een vermogen van ƒ 84.274,--, otr. Amsterdam geref. 13-4-1690 Aarnoud (Arnout) Schuyt, ged. geref Amsterdam Nieuwe Kerk 12-8-1663, ovl. 3-5-1735 (kinderloos), nalatende een vermogen van ƒ 263.000,--, handelaar en reeder op Moscovie, woonde op de Keizersgracht, tusschen de Wolven- en Huidenstraten, in 't huis "daer de witte gevel voor staet", dat hij op 10-11-1703 voor ƒ 22.000 kocht, was eigenaar van de hofstede Oost-Rust aan de Amstel (in 1746 waard: ƒ 19.000), bewindhebber der VOC 1707, vaandrig der Burgerij 1681, regent van het NZ Huiszittenhuis 1699, commissaris van het Touwwerk 1702,[120] [121] zn. van Arnout Schuyt, lakenkoper en hndelaar op Smirna, en van Eva Rothé. ---- b. Catharina Schuyt, gedt. N . K . 23-5-1628, begr. O. K . 22 Febr. 1669, tr. 1 9 Mei 1 6 5 4 Thieleman Soolmans, geb. 1620, st. 31-12-1689, lakenkooper (/) op 't Water, daarna op de K e i - zersgracht, Kerkmr. Amstelk. 1669, Luitt. der Burgerij 1 6 7 2 , zoon van Isaac Soolman, koopman in de Warmoesstraat ,,in den Naem Jesus" {m), en van Maria van Beeringen. Hunne dochter was o. a.: Johanna Catharina Soolmans, tr. Arnout Schuyt (zie hiervóór).[122] ----
  • 4. Maria So(o)l(le)mans, ged. geref. Amsterdam Oudezijds Kapel 9-5-1660, beg. Amsterdam Oude Kerk 25-11-1741 ("Maria Soolmans wed. van Jacobus Roman"), voor een derde eigenaar van de suikerrafinaderij 't Vagevuur (1689), otr. Amsterdam geref. 7-1-1694 Dr. Jacob(us) Roman, geb. 1662/63, ovl. vóór 1741, ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Franeker 25-8-1682, ("Johannes (Jacobus) Rooman", Amstelodamensis")[123] ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Leiden 22-9-1683 ("Jacobus Roman", 20 (jaar)"),[124] ingeschreven als kandidaat filosofie aan de Universiteit van Franeker 13-8-1687, ("Jacobus Roman", Medioburgo Zelandus")[125] promoveert op 17-6-1689 aan de Universiteit van Leiden privaat in de geneeskunde op een dissertatie getiteld De Renum et vesieae affectu calculoso ("Iacobus Roman", Mediob. Zeland."),[126] medicus, doopget. (1702), zn. van Francois Roman en Anna Blommaart.[127]

Gravure van Jacobus Roman (1663-1703) door Pieter Schenk.
Papier, mezzotint, 280 x 205 mm
Rondschrift: IACOBUS ROMAN. Medicus et Philosophus. aetat: 35
Opschrift links: Pet: Schenk fec: et exc: Amstelod: cum Privil:
Datering: vierde kwart 17de eeuw

klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 4-4-1696 verkopen de erven van Thieleman Soolmans aan Jacobus Roomans, 1/3 deel van een huis en erf zijnde een suikerbakkerij Het Vagevuur in de Nieuwezijds Achterburgwal (WZ) (Spuistraat) te Amsterdam. [128]
In 1696 en 1697 dragen Jacobus en Thielman Soolmans hun derde part in 't Vagevuur over aan hun zuster Marya Soolmans, gehuwd met Dr. Jacob Roman. Dit echtpaar verkoopt op 16-11-1702 de helft aan Jan Geur(t)sen, koopman, en de andere helft aan Thomas Jansz van Ditmar, roymeester.
      Uit dit huwelijk:
    • a. Franciscus Jacobus Roman, ged. geref. Amsterdam Nieuwezijds Kapel 24-11-1694, blijkbaar identiek met Jacob(us) Roman, ovl. 2-12-1737[129], vaart op 1-6-1720 als Jacob Roman, afkomstig van Amsterdam in de rang Onderkoopman voor de kamer Amsterdam van de VOC met het schip Kockengen via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 4-10-1720 en vertrek 8-11-1720) naar Batavia alwaar aankomst 23-1-1721, vaart op 15-1-1738 met het schip Patmos voor de kamer Zeeland via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 22-3-1738 en vertrek 9-4-1738) terug naar Nederland alwaar aankomst 7-7-1738, (hij heeft geen maandbrief, wel een schuldbrief),[130] secretaris te Makasser 1723, gezaghebber te Bantam 1734, opperhoofd van Soerabaia 1735, boekhouder-generaal te Batavia 1736,[131] regent van het Burgerweeshuis te Amsterdam (?) tr. Indie[132] [133] Agnieta Margaretha Gobius, dr. van Johannes Fredericus Gobius, opperkoopman O.I.C., gezaghebber van Java's NO kust, gouverneur van Celebes, gouverneur van Malakka, en van Margareta Elisabeth Heijnen.[134] [135]
    • b. Francois Roman, ged. geref. Amsterdam Nieuwezijds Kapel 15-11-1697.
    • c. Catrina Cornelia Roman, ged. geref. Amsterdam Amstelkerk 21-2-1700.
    • d. Zacharias Roman, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 21-3-1702 (get. Zacharias Roman, Cornelia Meur, Isaak Verdonck, Jacoba Ewerwegen), ovl. jong?
    • e. Zacharias Roman, ged. geref. Amsterdam Amstelkerk 18-7-1703 (get. Zacharias Roman, Cornelia Muur).
  • 5. Thielman Soolmans, ged. geref. Amsterdam Oudezijds Kapel 3-7-1661, beg. Amsterdam Noorder Kerk en Kerkhof 27-11-1716 ("Thileman Soolmans"), is voor een derde eigenaar van de suikerrafinaderij 't Vagevuur (1689), vaart op 17-12-1697 als Tielman Soolmans, afkomstig van Amsterdam in de rang Adelborst voor de kamer Amsterdam van de VOC met het schip Unie via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 11-4-1698 en vertrek 4-5-1698) naar Batavia alwaar aankomst 4-8-1698, vaart op 20-12-1698 met het schip Hof van Ilpendam via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 13-2-1699 en vertrek 20-3-1699) terug naar Nederland alwaar aankomst 29-6-1699 (hij heeft geen maandbrief, en geen schuldbrief).[136]
    In 1684 verkrijgt Thielman Thielmansz Soolmans te Amsterdam venia aetatis van de Staten van Holland. [137]
    Op 28-2-1697 machtigt Mr. Okker Gevaerts, pensionaris van Brielle, als in huwelijk hebbend Maria Aarnoudina Briel, mede-erfgename van Paulus Briel, in leven baljuw en opperdijkgraaf van Voorne, Lambertus Walterman, schepen van Enkhuizen, tot transport aan Andries Bernard te Amsterdam van zijn aandeel in een deelname van ƒ 3000 in de kamer Enkhuizen van de Oost Indische Compagnie, door Paulus Briel genomen samen met Pieter van Dam, Tieleman Sollemans, Andries Bernard voornoemd en Guillaume van der Voort. Getuige Willem Heath. [138]
  • 6. Jacobus Soolmans, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 27-12-1662, ovl. in Azie 12-12-1706, voor een derde eigenaar van de suikerrafinaderij 't Vagevuur (1689), vaart op 30-10-1685 als Jacobus Soolmans, afkomstig van Amsterdam in de rang Assistent (=helper van de (opper)koopman) voor de kamer Amsterdam van de VOC met het schip Huis te Spijk via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 26-3-1686 en vertrek 24-4-1686) naar Batavia alwaar aankomst 5-7-1686, vaart op 7-12-1693 met het schip Waterman via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 1694-3-12 en vertrek 16-4-1694) terug naar Nederland alwaar aankomst 27-7-1694, (hij heeft geen schuldbrief, wel een maandbrief met als begunstigde zijn vader Thielman Soolmans),[139] assistent te Banda (1692), boekhouder by de VOC te Amsterdam (1696), vaart op 2-5-1698 als Jacobus Soolmans, afkomstig van Amsterdam in de rang Adelborst voor de kamer Amsterdam van de VOC met het schip Huis te Loo via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 23-8-1698 en vertrek 8-9-1698) naar Batavia alwaar aankomst 6-11-1698, waarna zijn dienstverband met de VOC eindigt door zijn overlijden in Azie 12-12-1706 (hij heeft geen maandbrief, en geen schuldbrief).[140]
    In 1684 verkrijgt Jacobus Thielmansz Soolmans te Amsterdam venia aetatis van de Staten van Holland. [141]
    Archief VOC: Overgekomen brieven en papieren [142]
      1692 Briefje van den assistent Soolman aen haer Eds. tot Batavia (ontfangen 15-10-1692 per 't jagt Jambij). Afkomstig uit Banda
    • 1692 Copie missive door den adsistent Jacobus Soolman in Banda aen den generael en de raden geschreven in dato 22-9-1692. Afkomstig uit Banda
    Op 10-10-1696 machtigt Johan van Dinter Gerard van Hoey tot het innen van geld van Albert Schuyt, koopman, en Ambrosius Pool, brouwer in den dubbelden Arend, te Amsterdam, als voogden over Jacobus Soolmans, boekhouder by de VOC, volgens schuldbekentenis d.d. 3-12-1693 voor notaris D. van Es te Batavia. [143]
  • 7. Albartus Soolmans, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 12-12-1666, beg. verm. Amsterdam Wester Kerk 29-12-1710 ("Albertus Soolmans), vaart op 30-12-1687 als Albert Soolmans, afkomstig van Amsterdam in de rang Adelborst voor de kamer Amsterdam van de VOC met het schip Java via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 11-4-1688 en vertrek 7-5-1688) naar Batavia alwaar aankomst 26-7-1688, vaart op 25-1-1689 met het schip Maas via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 5-4-1689 en vertrek 17-4-1689 terug naar Nederland alwaar aankomst 8-8-1689, (hij heeft een maandbrief met als begunstigde zijn vader: Tielman Soolmans, maar geen schuldbrief).[144]


Onbekend
Thonis Soolmans, schoolmeester (1597), tr. vóór 1597 Trijn Thonis.
    Uit dit huwelijk:
  • 1. Maeijken Soolmans, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 15-1-1597.

Referenties van de gegevens van generatie 10 staan ook hier
Referenties Varia --- Generatie 10 ( 144 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
  1. P. Rombouts en T. van Lerius, De liggeren en andere historische archieven der Antwerpsche sint Lucasgilde, Den Haag, 1871
  2. M.A.G. de Jong, Staat van oorlog: wapenbedrijf en militaire hervorming in de Republiek der Verenigde Nederlanden, 1585-1621, Hilversum, 2005
  3. Nav. 53(1903)466
  4. GN 60(2005)737
  5. Wijnroks
  6. M.A.G. de Jong, Staat van oorlog: wapenbedrijf en militaire hervorming in de Republiek der Verenigde Nederlanden, 1585-1621, Hilversum, 2005
  7. Gelderblom
  8. Wijnroks
  9. The Montias Database
  10. zie ook Wap. 2(1898)182
  11. GN 60(2005)737
  12. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21596918
  13. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21606926
  14. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21607480
  15. Wap. 2(1898)182
  16. NL-HaNA, OWIC, 1.05.01.01, inv.nr. 18B
  17. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21618746
  18. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21622497
  19. zie ook John Michael Montias, Art at Auction in 17th Century Amsterdam, Amsterdam, 2002
  20. Amstelodamum 54(1967)228
  21. M.A.G. de Jong, Staat van oorlog: wapenbedrijf en militaire hervorming in de Republiek der Verenigde Nederlanden, 1585-1621, Hilversum, 2005
  22. Amstelodamum 43(1956)87
  23. Amstelodamum 54(1967)228
  24. Amstelodamum 43(1956)87
  25. GA Rotterdam, ONA, Nots. J. Symonsz, dl. 3, Aktenummer/Blz. 196/254
  26. GA Rotterdam, ONA, Nots. J. Symonsz, dl. 3, Aktenummer/Blz. 197/255
  27. GA Amsterdam, ONA. Nots. J.F. Bruyningh Z45
  28. REF
  29. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21608413
  30. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21611397
  31. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-16
  32. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. , akte.nr.
  33. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, inv.nr. AT 002a003, folio 260,260V
  34. GA Amersfoort, ONA, Nots. J. van Ingen, inv.nr. AT 002a003, folio 358V - 359
  35. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-19
  36. GN 60(2005)737
  37. zie ook Wap. 2(1898)82
  38. Wap. 2(1898)82
  39. NAA 193, fol. 144-146
  40. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21607480
  41. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21574258
  42. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21730819
  43. Pieter van Dam's Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie 1639-1701, Rijks Geschiedkundige Publicatien, Den Haag, 1927
  44. Pieter van Dam's Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie 1639-1701, Rijks Geschiedkundige Publicatien, Den Haag, 1927
  45. Dagjournalen van het Kasteel Batavia, file 2496, folio 165, ⇒ www.sejarah-nusantara.anri.go.id
  46. NA, Nummer toegang: 1.04.02, VOC: Overgekomen brieven en papieren
  47. Pieter van Dam's Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie 1639-1701, Rijks Geschiedkundige Publicatien, Den Haag, 1927
  48. Dagjournalen van het Kasteel Batavia, file 2505, folio 680-684, ⇒ www.sejarah-nusantara.anri.go.id
  49. NA, Nummer toegang: 1.04.02, VOC: Overgekomen brieven en papieren
  1. Wap. 2(1898)182
  2. Wap. 2(1898)182
  3. The Montias Database
  4. The Montias Database
  5. ANF 3(1886)93
  6. Van Dillen , Bronnen tot de Geschiedenis Van Het Bedrijfsleven, RGP 144, 1974
  7. Jan Wagenaar, Amsterdam
  8. GN 60(2005)737
  9. GN 60(2005)737
  10. The Montias Database
  11. GA Amsterdam, ONA, Not. Jacob and Nicolaes Jacobsz, inv. nr. 381 , fol. 87, gecit. in The Montias Database
  12. John Michael Montias, Art at Auction in 17th Century Amsterdam, Amsterdam, 2002
  13. NL-HaNA, OWIC, 1.05.01.01, inv.nr. 18B
  14. NAA 192, fol. 68, gecit. in GN 60(2005)737
  15. NA 3.20.09 Inventaris van het familiearchief Cousebant ca. 1400-1800, nr. 944
  16. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21620322
  17. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21620323
  18. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21620593
  19. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21625721
  20. NA 3.03.01.01 Inventaris van het archief van het Hof van Holland, 1428-1811, 2.2.1.1 Proceszakken (3.03.01.04)
  21. Oud Holland 40/41
  22. zie ook Wap. 2(1898)183
  23. ⇒ VOC%20verdon-c-k%20op%20VOC.htm
  24. ⇒ VOC%20verdon-c-k%20op%20VOC.htm
  25. Wap 3(1899)156
  26. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  27. Amstelodamum 43(1956)87
  28. Amstelodamum 43(1956)87
  29. Amstelodamum 43(1956)87
  30. zie ook Wap. 2(1898)41
  31. Amstelodamum 43(1956)87
  32. Amstelodamum 43(1956)87
  33. Wap. 2(1898)41
  34. Wap. 2(1898)41
  35. Amstelodamum 43(1956)91
  36. Amstelodamum 43(1956)87
  37. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21619990
  38. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21619988
  39. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21619989
  40. GA Utrecht, ONA, Nots. L. Van Vuyren , inv.nr. U036a014, akte nr. 46
  41. Amstelodamum 43(1956)87
  42. Amstelodamum 43(1956)87
  43. Amstelodamum 43(1956)87
  44. Rudolf Rasch, Om de armen dienst te doen. Holland Historisch Tijdschrift 4-5(1991)243
  45. Short Title Catalogue Netherlands
  46. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21620593
  47. E;ias
  48. R. en J. Ottens, Naam-register der ouderlingen, diaconen en diaconessen, van de Gereformeerde Nederduytsche gemeente Jesu Christi binnen Amsterdam; zoo als dezelve zedert de Reformatie van den jaare 1578 , in rang verkooren geweest en nog zijn, Amsterdam, 1748 - 86
  49. Jb. Amstelodamum 4(1906)88
  1. Elias
  2. Elias
  3. zie ook Wap. 2(1898)182
  4. Elias
  5. GA Amsterdam, inv. nr. 378.OZ: Archief van de Oudezijds Kapel
  6. NA toegang: 3.03.01.01, inventarisnummer: 3410 akte: 3410/1670/043
  7. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21631173
  8. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21729999
  9. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21576861
  10. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21635341
  11. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  12. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  13. Pieter van Dam's Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie 1639-1701, Rijks Geschiedkundige Publicatien, Den Haag, 1927
  14. ⇒ www.vocsite.nl
  15. Pieter van Dam's Beschrijvinge van de Oostindische Compagnie 1639-1701, Rijks Geschiedkundige Publicatien, Den Haag, 1927
  16. Elias
  17. Elias
  18. Dagjournalen van het Kasteel Batavia, file 2505, file 2514, folio 694, ⇒ www.sejarah-nusantara.anri.go.id
  19. file 2510, folio 312
  20. NA, Nummer toegang: 1.04.02, VOC: Overgekomen brieven en papieren
  21. Jb. Amstelodamum 4(1906)109
  22. Elias
  23. Wap. 2(1898)182
  24. Elias
  25. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
  26. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  27. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
  28. P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugduno Batavae 1575-1812, 's-Gravenhage 1913-1924
  29. NL 11(1893)67
  30. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21640912
  31. Nav. 30(1880)539
  32. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  33. Nav. 30(1880)539
  34. NL 11(1893)67
  35. Nav. 30(1880)539
  36. NL 11(1893)67
  37. NP 39(1953)100
  38. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  39. NA toegang: 3.01.04.01, inventarisnummer: 2098, folionummer: 31
  40. Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, ONA, Nots. Paulus van Brakel, Toeg. 110, inv.nr. 1025
  41. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  42. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  43. NA toegang: 3.01.04.01, inventarisnummer: 2098, folionummer: 35
  44. NA, Nummer toegang: 1.04.02, VOC: Overgekomen brieven en papieren
  45. GA Utrecht, ONA, Nots. H. Van Hees , inv.nr. U110a005, akte nr. 66
  46. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 11
Back to previous
generation 9
Directly go to generation :
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13