This page was last updated : 120703.
File size is: 52 k.
Fragment Genealogie Specht
Generatie 3
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Fragment Genealogie Specht,
version 1.1,
Muiden, 2009.
© Copyright 2012 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Specht Gen. nr. 3

3a. Ds. Philippus Specht, geb. vóór ca. 1637, ovl. 1692, afkomstig van Utrecht (1655), ingeschreven als student aan de Universiteit van Utrecht feb. 1655 ("Philippus Specht, Ultrajectinus ")[1] predikant te Krimpen aan de Lek (1667), tr. Krimpen aan de Lek 9-5-1658[2] Maria van Wijckenburgh, ovl. na 1667, verm. dr. van Dirck van Wickenburg en Lyntje van Harmelen.

Op 23-11-1667 testeren te Ridderkerk Philippus Specht, predikant te Krimpen aan de Lek, gehuwd met Maria van Wijckenborch. Zij willen bijgezet worden in Utrecht in de keldergrafstede in het kerkje van Magdalena bij haar vader en voorouders of te Krimpen aan de Lek of elders, waar zij zullen overlijden. De huwelijkse voorwaarden gepasseerd bij notaris Johan van Snelderwaert te Utrecht d.d. 28 april 1658 worden nietig verklaard. De angstlevende erft alles. Kinderen dienen onderhouden te worden. Mocht hij eerder overlijden dan zijn vrouw, dan wil hij dat aan zijn oudste zoon, Hermanus Specht, de grote bijbel en een wapen van de Spechten en al zijn papieren, behorend bij het historieboek van Nederland, zal worden uitgereikt. Mocht die overlijden zonder nazaten dan zal alles aan diens broer, Jasper Specht, komen. [3]

3b. Ds. Philippus Specht, ged. Utrecht 20-8-1637, ovl. Opheusden 19-5-1703, beg. Opheusden geref. kerk, ingeschreven als student aan de Universiteit van Utrecht 1664 ("Philippus Specht, Rheno-Trajectinus")[7] rector te Culemborg (1663), wordt bevestigd als predikant te Curaçao (1668), predikant te Curaçao (1669), legerpredikant onder het regiment van George Frederik, graaf van Waldeck-Pyrmont en Kulenburg (ca. 1678),[8] wordt beroepen 3-4-1679 als predikant te Opheusden, predikant aldaar 1679-1703,[9] wordt lid van de classis 5-5-1679, doopget. te Rotterdam (1702), otr./tr. Culemborg/Utrecht Catharijnekerk 23-8/8-9-1663 (get. haar vader Jacobus van Vollenhoven),[10] Hillegonda van Vollenhoven, ovl. Zaltbommel of Opheusden feb. 1709[11], woont te Utrecht (1663), doopget. te Rotterdam (1702, 1707), en te Tuil (1702..1708), had een conflict met Ds. Johannes Hoisingius, de predikant die haar echtgenoot in Opheusden opvolgde maar niet tijdig de penningen had verrekend, waartoe hij volgens akkoord verplicht was,[12] dr. van Jacob Lubberts van Vollenhoven en Adriaentgen Peter van Ommerensdr.[13]

Grafschrift op een zerk in de kerk van Opheusden:[14]

Hier leyt PHILIPPUS SPECHT
Die kerck en armen recht
Verdedigt en het quaadt
Dat groot en klein begaat
Vrymoedigh heeft bestraft
Een Leeraar die kon staan
En 't Boose tegen gaan
Sijn Ziele na de Doodt
Rust nu in Abrams schoot
Sijn lichaam in dit graft.
gestorven den 19 May 1703 in't 66 jaer sijns
ouderdoms en 't 24 sijner bedieninge alhier.
Op 2-4-1668 machtigen Philippus Specht, bevesticht predicant op't eylant Curacao, en zijn echtgenote Hillegonda van Vollenhoven, Jacob Vollenhoven, hun (schoon)vader, en Hermannus Specht, zijn broer, om gedurende hun afwezigheid belangen waar te nemen inzake reeds toegevallen en nog toe te vallen nalatenschappen. [15]
Archief voor de geschiedenis der Oude Hollandsche zending:[16]
Synode Amsterdam 1670. Brief van Ds. Specht te Curaçao 8 September 1669.
Geeft te kennen de goede beginselen van zijn dienst en lust, ijver en naarstigheid in denzelven. God heeft zijn arbeid zoodanig gezegend, dat 37 personen door de christelijke doop in de gemeente waren ingelijfd.
Handschriftenverzameling Rotterdam:[17]
Stukken betreffende Ds. Philippus Specht, gewezen predikant te Curaçao en thans in het leger onder het regiment van de graaf van Waldeck, gehuwd met Hildegonda van Vollenhoven. Datering: 1677-1679
Op 14-12-1678 bekent Frederick Jenel rector der triviale schoole binnen Maestricht, voor wie borgen zijn Jacobus Jenelt wonende te Utrecht, en Gerard Hulscher wonende te Utrecht, schuldig te zijn ƒ 300,- vanwege een lening, aan Philippus Specht, bedienaar des goddelycken woorts wonende te Utrecht. [18]
Op 2-1-1679 bekent Anna Beyer, wed. van Pieter van Kleeff, en dochter van wijlen Matthys Beyer, in leven drost van Amerongen ƒ 2000,-- schuldig te zijn aan dominus Philippus Specht, wegens lening voor restbetaling in verband met overname drostambt door haar overleden man, met obligaties als onderpand. De schuldbekentenis is gecasseerd op 19-1-1681. [19]
Op 12-8-1679 testeert Philippus Specht bedienaar des goddelycken woorts te Heusden x Hillegonda van Vollenhoven, wonend te Heusden. Ergenamen zijn de kinderen, op last van lyftocht, met benoeming van zijn broer Willem Specht en NN van Breen tot voogden, naast de langstlevende. [20]
Op 17-2-1680 (oude stijl) compareren 1. Wilhem Specht, koopman te Utrecht, die persisteert bij sijne acte van substitutie en constitutie op Aletta van Sonsbeeck, sijne huijsvrou (procuratie d.d. 21-01-1680 voor notaris J. van Paddenburgh), wegens het overlijden van Claesje van Vollenhoven, zijn moeder, wed. van Peter Specht, zijn vader, alsmede 2. Ds. Philippus Specht, zijn broeder, predicant gewesen tot Curassou in Westindien, ende alsnu hier te lande te Opheusden, 3. beiden tevens als gemachtigden (procuratie d.d. 01-12-1676 voor A. Bassingh, eerste klerk van het secretarie van Madoera, en akte d.d. 30-09-1677 voor J. Schoors, garnizoensboekhouder van Madoera) van hun broeder Ds. Hermannus Specht, predicant in dienst van de VOC gewesen tot Tutecorijn op de Madurese custen en naderhant op het eyland Ceylon, en van diens huijsvrou Susanna van de Kouter. Zij machtigen Aletta van Sonsbeeck om bij de bewindhebbers van de VOC ter kamer Amsterdam ƒ 200,10,11 te innen wegens een een origineele reeckeninghe gesloten op het comptoir Tutecorijn (specialijk gedisgneert in seeckere andere procuratie in dato 22-11-1677 voor J. Schoors, garnizoensboekhouder van Madoera) op naam van sijn comparants voornoemde moeder. [21]
Op 26-5-1680 deponeert Philippus Specht, bedienaar des goddelycken woorts wonende te Opheusden en gehuwd met Hillegonda Vollenhoven, een protest. Het begraven van Ariaentgen van Ommeren, zijn schoonmoeder, in leven weduwe van Jacob van Vollenhoven destijds in Utrecht gewoond hebbende, geschiedt zonder boedelaanvaarding. [22]

3c. Willem Specht, geb. vóór ca. 1640, ovl. Utrecht 16-1-1717, aangewezen als voogd over de kinderen van zijn broer Philippus (1679), cnoopmaker wonende te Utrecht, coopman (1680..1711), yzerkoper (1681, 1685), wonend te Utrecht (1679..1717), op de Voorstraat op den hoeck van de Bootestraet (1670..1717), belender op de Ambachtstraat te Utrecht (1685) tr. (huw. voorw. 23-11-1664) Aletta van Sonsbee(c)k, geb. vóór ca. 1645, ovl. Utrecht 5-10-1710, woont aen de Voorstraet op den hoeck van de Bootstraat (1710).

Uit het Doodenboek der Momber-kamer te Utrecht:[24]
5 October 1710 - Aletta van Zonsbeek, huysvr. van Wilhelmus Specht, laet na haer man met mundige kinderen , aen de Voorstraet op den hoeck van de Bootstraat , gesonken, 63 gulden. - Catrijnekerk
16 Januari 1717. - Willem Specht; 1. n. mundige kinderen , op de Voorstraat op den hoeck van de Bootestraet, gesonken, 63 gl. - Catharine-kerk.
Op 23-11-1664 maken Willem Specht en Aletta van Sonsbeek huw. voorwaarden voor notaris E. van Rhee te Utrecht. ZOEK OP tekst.
Niet afgemaakte akte: 1670: Henrick Heynis wollelaeckenmaker wonende te Utrecht, verhuurt aan Willem Specht cnoopmaker wonende te Utrecht aan de NZ van de Voorstraete, een huysinge erve ende grontaan de NZ van de Voorstraete, tegenover de Bootstraete te Utrecht. Borgen zijn Gerrit van Vollenhoven, leercoper wonende te Utrecht, en Abraham van Vollenhoven leercoper wonende te Utrecht. [25]
Op 20-3-1679 verleent Willem Specht wonend te Utrecht, goedkeuring voor overdracht van een obligatie door zijn moeder Claasgen van Vollenhoven, in leven wed. van Pieter Specht, afgegeven aan haar zoon Philippus Specht voor aflossing schulden van zoon Hermannus Specht. Er wordt verwezen naar een procuratie d.d. 1-12-1676 ter secretarie te Tutecoryn in Indië, een procuratie d.d. 30-9-1677 voor boekhouder Jacob Schoors te Tutecoryn, en een procuratie d.d. ----- voor notaris H. van Zuylen. [26]
Op 21-1-1680 (oude stijl) compareert Wilhem Specht, koopman te Utrecht, als gemachtigde van zijn broeder Ds. Hermannus Specht, predicant in dienst van de VOC op het eyland Ceylon, voor zichzelf en als testamentaire voogd over Maria van Leesten, dochter en erfgenaem van haar vader Nicolaes van Leesten uijt Den Haagh in sijn leven kranckbesoecker in VOC dienst (twee procuraties d.d. 6-12-1678 voor H. Schoock, secretaris van het gouvernement van Ceylon). Hij verklaart te machtigen Aletta van Sonsbeeck, sijne huijsvrou, om volgens de procuraties te handelen. [27]
Op 17-2-1680 (oude stijl) compareren 1. Wilhem Specht, koopman te Utrecht, die persisteert bij sijne acte van substitutie en constitutie op Aletta van Sonsbeeck, sijne huijsvrou (procuratie d.d. 21-01-1680 voor notaris J. van Paddenburgh), wegens het overlijden van Claesje van Vollenhoven, zijn moeder, wed. van Peter Specht, zijn vader, alsmede 2. Ds. Philippus Specht, zijn broeder, predicant gewesen tot Curassou in Westindien, ende alsnu hier te lande te Opheusden, 3. beiden tevens als gemachtigden (procuratie d.d. 01-12-1676 voor A. Bassingh, eerste klerk van het secretarie van Madoera, en akte d.d. 30-09-1677 voor J. Schoors, garnizoensboekhouder van Madoera) van hun broeder Ds. Hermannus Specht, predicant in dienst van de VOC gewesen tot Tutecorijn op de Madurese custen en naderhant op het eyland Ceylon, en van diens huijsvrou Susanna van de Kouter. Zij machtigen Aletta van Sonsbeeck om bij de bewindhebbers van de VOC ter kamer Amsterdam ƒ 200,10,11 te innen wegens een een origineele reeckeninghe gesloten op het comptoir Tutecorijn (specialijk gedisgneert in seeckere andere procuratie in dato 22-11-1677 voor J. Schoors, garnizoensboekhouder van Madoera) op naam van sijn comparants voornoemde moeder. [28]
Op 20-7-1681 testeren Willem Specht x Aletta van Sonsbeeck wonend te Utrecht. Erfgenamen zijn Hillegonda Specht hun dochter, en Gerardus Specht, hun zoon, op last van lyftocht voor de langstlevende en met benoeming van de langstlevende tot voogd. [29]
Op 13-10-1685 machtigen de erven van wijlen Johan van Zuylen, Gysbertus van Zuylen, zoon van Hendrick van Zuylen der medicinen doctor wonende te Hulst, tot transport van de helft van een huis, gelegen aan de oostzyde van de Ambachtstraat te Utrecht aan Willem Specht, yzerkoper, en van de helft van een huis, de Vosch, gelegen op de hoek van de Ambachtstraat aan de oostzyde aan Godert van Balckeschooten De erven zijn Richarda van Zuylen, geasst. met zijn grootvader Albertus van Overmeer, wonende te Utrecht, zijn voogd, Andreas van Mareshal x Margareta van Zuylen, dochter van Johan van Zuylen, wonende te Koningsbergen. [30]
Op 11-2-1703 testeert Willemina van Sonsbeeck wonende te Utrecht, op de Oudegracht ontrent de Smeebrugh. Erfgenamen zijn Gerardus Specht, haar neef, en Hillegonda Specht, haar nicht, met benoeming van zwager Willem Specht tot executeur en voogd. [31]
Op 12-1-1711 wordt de boedel beschreven van Willem Specht en Aletta van Sonsbeek ten behoeve van de belanghebbende: Willem Specht, wednr. van Aletta van Sonsbeek, wonende te Utregt in de Voorstraat. Assistenten zijn Gerard Specht, hun zoon, en Hillegonda Specht, hun dochter. Er wordt verwezen naar huw. voorwaarden d.d. 23-11-1664 voor notaris E. van Rhee, en een testament d.d. 20-7-1681 voor notaris W. Zwaerdecroon Gerard Specht en Hillegonda Specht keuren deze boedelbeschryving goed, Gerard Specht zal, na overlyden van zyn vader, vier huizen, gelegen in de Viesteeg, Vrouwjuttenstraat, Heerenstraat en Steenweg, aannemen voor ƒ 4300,--. Deze huizen zyn onderpand voor afdracht van het haardstedengeld door Gerard Specht. [32]
Op 3-2-1711 testeert Willem Specht, coopman wonend te Utregt op de Voorstraat hoeck Botestraat, wednr. van Aletta van Sonsbeek. Erfgenamen zijn de kinderen van Gerardus Spegt, en Hilligonda Spegt, zijn dochter. Zijn zoon Gerardus Spegt ontvangt een legitieme portie, en Gerardus Spegt en echtgenote Machtelt van Helsdingen krygen lyftocht aan de helft van de nalatenschap, zolang hun kinderen onmondig zyn. Tot voogd wordt benoemd Everardus Harscamp, die in overleg met Hillegonda Spegt moet handelen. Er wordt verwezen naar: huw. voorwaarden d.d. 23-11-1664 voor notaris E. van Rhee. een testament d.d. 20-7-1681 voor notaris W. Zwaerdecroon. [33]

3d. Ds. Harmanus (Hermanus) Specht, geb. vóór ca. 1645, ovl. Colombo 1697 (1699?)(¥), afkomstig van Utrecht, ingeschreven als vierdejaars leerling aan de Hieronymus-school te Utrecht 1658,[50] ingeschreven als student aan de Universiteit van Utrecht 1661 ("Hermannus Specht, Ultrajectinus") en 20-12-1662 ("Hermannus Specht, Ultrajectinus"),[51] vertrok op 9-5-1672 als predikant in dienst van de VOC aan boord van het schip Pijnacker(¥) naar Indië, was aanvankelijk predikant te Tutucorijn (Madurese kust), daarna predikant te Colombo 1674-1691 (maar is blijkbaar in 1676 en 1677 in Tutucorijn, zie akten), repatrieerde vandaar en vertrok in 1693 opnieuw als predikant aan boord van het fluitschip Agatha (vertrek Texel 17-1-1693, aankomst Kaap 19-8-1693) en stapte te Kaap de Goede Hoop over op het pinas-schip Faam met bestemming Ceylon (vertrek uit de Kaap 8-9-1693, aankomst Ceylon 11-12-1693),[52] was opnieuw predikant te Colomb 1694-1699,[53] bezat een uitstekende kennis van de Singalese en Tamil talen,[54] tr. 1o voor 1676[55] [56] Susanna (van) de Kouter, ged. Batavia Hollandse K. 13-3-1659 (get. Louis Baffart, Martinus Huisman, vertegenwoordigd door Anthoni Huismans en Margrieta Michiels), ovl. (Colombo?) voor 1682,[57] reist met haar moeder tussen 1662 en 1665 vanuit Azie terug naar Nederland, en vertrekt met haar stiefvader Pieter van Dielen weer naar Indië,[58] dr. van Jacob (van) de Kouter, onderkoopman in dienst van de VOC, en Susanna Huysman (zie Kwartierstaat Van Schothorst nr. 2713 ) tr. 2o dec. 1682[59] Susanna van Schaijck, ged. Colombo 5-5-1661, ovl. Malacca 4-2-1707, wed. van Hendrik Schook, koopman bij de VOC, dr. van Andries van Schaijck en Abigail Ketelaar. Zij hertr. maart 1702 Care1 Bolner, commandeur te Galle, wednr. van Magdalena Snevens en van Maria van der Heyden.[60]

COMMENTAAR(¥) De bronnen spreken elkaar tegen over zijn sterfjaar.

Biografie van Ds. Hermannus Specht in Journal of the Dutch Burgher Union[61]
Hermannus Specht, Spegt or Speght was born at Utrecht about the year 1647 and had also studied there. As proponent offered himmself for the Indian Ministry on the 9th May 1672. He was twice predikant at Colombo from 1674 to 1691 and from 1694 to 1699. After his first arrival in Ceylon in the fly-boat "Pijnaker"(¥) he was to commence with, posted to Tuticorin. In order that he might study Tamil there were assigned to him at the company's expense three interpreters and writers, viz. a learned Brahmin, a native schoolmaster and a Netherlander who excelled in both dialects of Tamil. In 1691 he returned to the Netherlands on leave. On his return from the fatherland he was appointed to Ceylon and touched at the Cape in 1693. Having arrived in Ceylon for the second time he was again stationed at Colombo in 1694. In 1697 he was ill and bedridden. He died in 1699. He was an upright man, of an amiable disposition and reputed to be a profound student and possessed of much skill (with which) "to stalemate the Romish pope."

COMMENTAAR(¥) Deze reis van het fluitschip Pijnacker is in de VOC archieven niet beschreven.
Op 24-11-1673 machtigt Hermannus Specht, beroepen predicant naer Oost-Indiën, zijn broer Wilhelmus Specht, om zaken waar te nemen tydens zyn uitlandigheid [62]
Francois Valentijn's description of Ceylon:
In the year 1674: The Rev. Hermanus Specht arrived here =Colombo, and he departed from Colombo for the Fatherland in the year 1691.
In the year 1694: The Rev. Hermanus Specht was stationed at Colombo and he died there in the year 1697. [63]
Op 18-8-1675 machtigt Hermannus Specht bedienaer des goddelycken woorts wonende te Ceylon, Willem Specht, zijn broer, gehuwd met Aletta van Sonsbeeck, wonende te Utrecht, en Claesje van Vollenhoven, zijn moeder, wed. van Pieter Specht, om by de VOC in Amsterdam ƒ 405,-- te innen. Er wordt verwezen naar een procuratie d.d. 15-11-1674 voor secretaris Aernout Fae te Ceylon. [64]
Op 17-2-1680 (oude stijl) compareren 1. Wilhem Specht, koopman te Utrecht, die persisteert bij sijne acte van substitutie en constitutie op Aletta van Sonsbeeck, sijne huijsvrou (procuratie d.d. 21-01-1680 voor notaris J. van Paddenburgh), wegens het overlijden van Claesje van Vollenhoven, zijn moeder, wed. van Peter Specht, zijn vader, alsmede 2. Ds. Philippus Specht, zijn broeder, predicant gewesen tot Curassou in Westindien, ende alsnu hier te lande te Opheusden, 3. beiden tevens als gemachtigden (procuratie d.d. 01-12-1676 voor A. Bassingh, eerste klerk van het secretarie van Madoera, en akte d.d. 30-09-1677 voor J. Schoors, garnizoensboekhouder van Madoera) van hun broeder Ds. Hermannus Specht, predicant in dienst van de VOC gewesen tot Tutecorijn op de Madurese custen en naderhant op het eyland Ceylon, en van diens huijsvrou Susanna van de Kouter. Zij machtigen Aletta van Sonsbeeck om bij de bewindhebbers van de VOC ter kamer Amsterdam ƒ 200,10,11 te innen wegens een een origineele reeckeninghe gesloten op het comptoir Tutecorijn (specialijk gedisgneert in seeckere andere procuratie in dato 22-11-1677 voor J. Schoors, garnizoensboekhouder van Madoera) op naam van sijn comparants voornoemde moeder. [65]
Op 23-8-1687 draagt Andries van Bronckhorst, wonende te Utrecht, over een deel van zyn gage van de VOC te Amsterdam voor afdoening schuld van ƒ 35,--, aan Hermanus Specht, predicant wonende te Colombo, voor wie als gemachtigde optreedt Willem Specht, zijn broer. Er wordt verwezen naar een schuldbekentenis d.d. 14-1-1687 voor secretaris Zachareas Caeckelaer te Punthegalo. [66]
Op 15-4-1692 draagt Willem Specht coopman wonende te Utrecht, als gemachtigde van Harmen Specht, dominee, als medeërfgenaam van Otto van Bilsen, twee obligatie over van ƒ 400,-- en ƒ 160,-- ten laste van de provincie Utrecht, aan Angenietie van Pes, dochter van wijlen Jacobus van Pes, voor wie als voogden optreden Jan Andriesz van Aken en Matthys van Dulcken. Er wordt verwezen naar een procuratie d.d. 31-12-1689 voor Cl. Alebos te Ceylon, en een overdracht d.d. 5-7-1680 voor notaris H. Vyandt. [67]
Op 21-7-1692 verkopen Harmanus Specht, beroepene predicant van de VOC te Colombo, en zijn echtgenote Johanna (sic!) van Schayck aan Willem Specht wonende te Utrecht, een huysinge ende erve aan de ZZ van de Heerestraat te Utrecht, belend achter: Dirck van Doeyenburch, OW: NN, wed. van Cornelis Bor, WW: nakomelingen van Antonis Pelt Bijzonderheden medeërfgenaam van Otto van Bilsen, die erfgenaam was van zijn vader Adriaen van Bilsen. Het kapittel van Oudmunster heeft het recht van voorkoop. [68]
Op 23-3-1696 compareert Willem van Walcheren voorleser in de Domkerk en borger te Utrecht, die wegens twee obligaties aan Dr. Otto van Bilsen of diens erven schuldig is ƒ 400,-- + ƒ 300,--. De geinstituuerde erfgenamen zijn Egidius van Muyden, raed in de vroedschap en schepen van Utrecht, en Hermannus Specht, bedienaer des goddelijken woords tot Colombo op t Eijland Ceilon in OostIndien. Gemachtigde (procuratie d.d. 10-6-1692 voor nots. J. Wantenaar te Utrecht) van laatsgenoemde is Wilhelmus Specht, koopman en borger te Utrecht. Willem van Walcheren verklaart ƒ 100,- per jaar als aflossing te zullen voldoen uit zijn tractement als voorleser, ingaande primo januarij 1697. [69]
Trouwboek Colombo:[70] 5 Maart 1702 - De E. Hr. Cairel Bolner van Dantzig, Commandeur der Stad en Landen van Gale en Mature, weduwenaar, met De Eerbare Juffr. Susanna van Schaik van Colombo, laast weduwe van den Eerw. Hr. Harmanus Specht, saliger, in syn leven Bedienaar des H. Evangelius ter deser plaats.

Referenties van de gegevens van generatie 3 staan ook hier
Referenties Fragment Genealogie Specht --- Generatie 3 ( 73 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
  1. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  2. ⇒ ~rclarke
  3. GA Rotterdam, ONA Ridderkerk, Nots. Engelbrecht Cornelisz van der Grijp, inv.nr. 15, aktenr./blz. 217/293
  4. ⇒ ~rclarke
  5. GA Rotterdam, ONA, Nots. Everard Maes, inv. nr. 3084, aktenr./blz. 59/229
  6. GA Utrecht, ONA, Nots. H. VAN WOUDENBERGH, inv.nr. Inventarisnummer U93a50, akte nr. 48
  7. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  8. Wap. 1(1897)61
  9. ⇒ dominees.nl
  10. NL 73(1956)375
  11. Nav. 47(1897)237
  12. Wap. 1(1897)61
  13. NL 78(1961)267
  14. Wap. 22(1918)200
  15. GA Utrecht, ONA, Nots. H. van Zuylen, inv.nr. U048a003, akte nr. 434
  16. J. A. Gothe, Archief voor de geschiedenis der Oude Hollandsche zending, 1884, ⇒ archiefvoordege01gothgoog
  17. GA Rotterdam, 33.01 Handschriftenverzameling
  18. GA Utrecht, ONA, Nots. W. Zwaerdecroon, inv.nr. U080a005, akte nr. 219
  19. GA Utrecht, ONA, Nots. r. van cuylenborch, inv.nr. U086a002, akte nr. 201
  20. GA Utrecht, ONA, Nots. W. ZWAERDECROON, inv.nr. U80a5, akte nr. 381
  21. GA Utrecht, ONA, Nots. J. van Paddenburgh, inv. nr. U81a1, aktenr. 240
  22. GA Utrecht, ONA, Nots. W. Zwaerdecroon, inv.nr. U080a006, akte nr. 82
  23. NL 57(1939)576
  24. ANF 16(1903)434
  25. GA Utrecht, ONA, Nots. A. Houtman, inv.nr. U075a001, akte nr. 265
  1. GA Utrecht, ONA, Nots. W. ZWAERDECROON, inv.nr. U80a5, akte nr. 294
  2. GA Utrecht, ONA, Nots. J. van Paddenburgh, inv. nr. U81a1, aktenr. 238
  3. GA Utrecht, ONA, Nots. J. van Paddenburgh, inv. nr. U81a1, aktenr. 240
  4. GA Utrecht, ONA, Nots. W. ZWAERDECROON, inv.nr. U80a6, akte nr. 340
  5. GA Utrecht, ONA, Nots. W. Zwaerdecroon, inv.nr. U080a008, akte nr. 275
  6. GA Utrecht, ONA, Nots. H. van Woudenbergh, inv.nr. U093a044, akte nr. 21-1
  7. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Wantenaar, inv.nr. U114a008 , akte nr. 62
  8. GA Utrecht, ONA, Nots. J. WANTENAAR, inv.nr. U114a8, akte nr. 66
  9. GA Utrecht, ONA, Nots. J. WANTENAAR, inv.nr. U114a8, akte nr. 68
  10. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Both , inv.nr. U142a004, akte nr. 124
  11. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Both, inv.nr. U142a004, akte nr. 131
  12. GA Utrecht, ONA, Nots. P. H. Lindsay, inv.nr. U165a003, akte nr. 220
  13. GA Utrecht, ONA, Nots. G. van Vianen, inv.nr. U152a004, akte nr. 134
  14. GA Utrecht, ONA, Nots. D. van Vianen, inv.nr. U210a003, akte nr. 25
  15. GA Utrecht, ONA, Nots. H. van Dam, inv.nr. U184a017, akte nr. 145
  16. GA Utrecht, ONA, Nots. H. VAN DAM, inv.nr. U184a028, akte nr. 170-1
  17. GA Utrecht, ONA, Nots. W. Zwaerdecroon, inv.nr. U080a006, akte nr. 382
  18. Amstelodamum 58(1971)64
  19. GA Utrecht, ONA, Nots. J. MUNSTER, inv.nr. U124a1, akte nr. 86
  20. GA Utrecht, ONA, Nots. A. Van Meerwyk, inv.nr. U132a005, akte nr. 20
  21. GA Utrecht, ONA, Nots. H. van Dam, inv.nr. U184a017, akte nr. 179
  22. GA Utrecht, ONA, Nots. I. van Runnenburgh, inv.nr. U158a002, akte nr. 243
  23. GA Utrecht, ONA, Nots. H. Van Hees , inv.nr. U110a016, akte nr. 50
  24. GA Utrecht, ONA, Nots. A. Hoevenaar , inv.nr. U229a002, akte nr. 79
  25. Lijsten van leerlingen der Hieronymus-school te Utrecht, gedurende de jaren 1631, 1632, 1633, 1658 en 1659, Utrecht, 1877
  1. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  2. ⇒ www.vocsite.nl
  3. Jb. CBG 56(2002)55
  4. JDBU 32(1942)63
  5. Nav. 51(1901)304
  6. Jb. CBG 56(2002)55
  7. Jb. CBG 56(2002)55
  8. Wap. 1(1897)118
  9. Nav. 51(1901)304
  10. Nav. 50(1900)238
  11. JDBU 15(1925)#2,p72
  12. GA Utrecht, ONA, Nots. H. van Zuylen, inv.nr. U048a005, akte nr. 80
  13. JDBU 62(1985)#1, p34
  14. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Duerkant , inv.nr. U070a00, akte nr. 73
  15. GA Utrecht, ONA, Nots. J. van Paddenburgh, inv. nr. U81a1, aktenr. 240
  16. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Wantenaar , inv.nr. U114a002, akte nr. 21
  17. GA Utrecht, ONA, Nots. C. de Coole, inv.nr. U113a001, akte nr. 317 en 318
  18. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Wantenaar , inv.nr. U114a003, akte nr. 84
  19. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Munster, inv. nr. U124a1, aktenr. 103
  20. JDBU 17(1927)#1, p18
  21. Nav. 51(1901)304
  22. Jb. CBG 56(2002)55
  23. Nav. 54(1904)684

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 4
Back to previous
generation 2
Directly go to generation :
1 2 3 4 5