You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Specht ⇒ Gen. nr. 2 |
2a. Herman Specht, geb. vóór ca. 1610, ovl. 1664-1667, werkzaam als boekverkoper (1643-1664) en kunstverkoper (1651) te Utrecht, wonend bij de Heeren Staten Camer 1648-1655,[1]
[2]
tr. 1o Utrecht Buurkerk 22-5-1631[3]
Cornelia Jans van Cleef, ovl. 1642-1650, tr. 2o Utrecht Buurkerk 19-7-1650[4]
Heijltje Jaspers van Harmelen, ovl. na 1674.
2b. Petrus (Pieter) Specht, ged. Utrecht 17-3-1613, ovl. Utrecht 19-12-1667,[28]
schoenmaker te Utrecht (1653, 1657),
treedt op als gemachtigde (1563),
tr. Utrecht 4-11-1635[29]
Clarisse (Claesje) van Vollenhoven, ovl. 1675-1679, dr. van Gerrit (Gaerard) Hendricksen van Vollenhoven, leerkoper te Utrecht, en Sophia (Feychien) Collaerts Cornelisdr.
Portret van Carel de Maets (1597-1651).
graveur: Steven van Lamsweerde,
ontwerper: Hendrick Bloemaert,
uitgever: Herman Specht.
gravure op papier
Datering: 1659
Bron:
⇒ Collectie Centraal Museum, Utrecht
klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 3-8-1667 vindt de boedelscheiding plaats van
Heyltgen van Hermelen, wonende te Utrecht, wed. van Herman Specht, in leven constvercoper,
tussen de erven van Herman Specht, te weten:
enerzijds
Philippus Specht predikant wonende te Crimpen,
de onmondige kinderen ende erfgenamen van Herman Specht, met name
Jaspar Specht, Maria Specht,
Dirck Goyertsen van Wickenburgh,
Henricus Schyns (sic! moet zijn Selyns), bedienaer des goddelycken woorts wonende te Waverenveen, gehuwd met Mechtelt Specht,
en anderzijds
Anna Specht
en Cornelia Specht.
Het betreft een huysinge in twee woningen gerepareert - naar Anna Specht en Cornelia Specht - aan de WZ van de Tolingstraet te Utrecht.
[5]
Op 24-8-1671 vindt de
uitkoop plaats door Heyltgen Jaspers van Harmelen, wed. van Herman Specht, ter voldoening van het vaderlyk erfdeel van de
kinderen van wijlen Herman Specht en Heyltgen Jaspers van Harmelen, met name
Jasper Specht en Maria Specht, voor wie
voogd is Philippus Specht, hun halfbroer, en predicant tot Crimpen op de Leck.
[6]
Op 24-8-1671
benoemt
Heyltgen Jaspers van Hermelen, wed. van Herman Specht, wonende te Utrecht
tot voogden over haar onmondige kinderen
Johannes Verbrugge, haar neef,
en Philippus Specht, predicant tot Crimpen op de Leck.
[7]
Uit zijn eerste huwelijk (Specht-van Cleef):[8]
Op 25-1-1685
machtigt
Henricus Seleyns, bedienaer des goddelycken woords, gehuwd met Mechteld Specht,
Jasper Specht constverkoper wonende te Utrecht,
en Henrick Beuckelaer coopman wonende te Amsterdam,
tot het ontvangen van de aflossing van een plecht van mevr. NN Brouwer en tot het beleggen van het ontvangen geld.
Er wordt verwezen naar
een procuratie d.d. 10-4-1682 voor notaris A. van Santen te Amsterdam.
[12]
Ds. Henricus Jansz Selijns testeert op 13-11-1700 te New York in Amerika.
Op 6-1-1702
kwiteren
Jasper Specht,
Harmannus Specht predicant wonende te Brouwershaven.
Cornelia Specht,
en Jan van Alen en zijn echtgenote Anna Specht,
de gemachtigde Willem Banker van de erven Henricus Selyns,
voor ontvangst van gelden, gelegateerd door Henricus Selyns, in leven predikant, overleden te New York in Amerika.
Er wordt verwezen naar
een testament d.d. 13-11-1700 te New York in Amerika.
[13]
Uit dit huwelijk (o.a.?):
In 1670 zijn Anna Specht en Cornelia Specht een van de crediteuren van de boedel van Johan van Dalen, in leven luitenant (1670). In 1671 wordt een akkoord gesloten over betaling van 78% van de vordering aan elke crediteur.[15]
Op 6-11-1673
machtigen
Anna Specht en Cornelia Specht,
beiden wonende te Utrecht,
Henricus Geleyns, hun zwager,
om by de VOC te Amsterdam uit het traktement van predikant Hermannus van Beeck hun vordering, vanwege geleverde winkelwaren, te ontvangen
[16]
Op 5-5-1674 vindt de scheiding plaats
van gemeen gebleven nagelaten goederen van de overleden ouders
van Anna Specht wonende te Utrecht, WZ van de Telinghstraet,
en Cornelia Specht wonende te Utrecht, WZ van de Telinghstraet.
Het betreft:
een huysinge in 2 wooninge gesepareert - naar Cornelia Specht - aan de WZ van de Telinghstraet.
[17]
Uit dit huwelijk:
Op 20-6-1674 testeert Cornelia Specht, j.d., sieckelijk te bedde leggende in haar huis in de Telinghstraet te Utrecht.
Zij herroept haar testament van 18-3-1666 met haer suster Anna Specht gemaakt.
Zij prelegateert aan
1) Cornelia Specht CHECK huisvrouw van Do. Hendricus Gelijns, predikant te Waverveen, haar testatrices oorbandanten? met fijne steentjes, haar goude halskettingen, .. spiegel, ende groote swarte sijde sluijer,
2) aan Maria Specht, dr. van Heijltgen Specht, haer halve suster, haer testatrices beste sijde tabbert met een coleurde ende swarte sijde rock, een swarte sijde tabberd, ende cleijne swarte sijde sluijer alsmede noch hare twee beste neusdoecken met cant,
3) aen Jasper Specht, haer halve broeder, haer testatrices goude diamant ring met alle de maeckelature van Telingh.
Zij legateert verder
1) aen Heijltgen Specht haer testatrices behout ofte stiefmoeder haer testatrices fulpe jack en swarte sijde schorteldoeck,
2) aen voorn. Do Selijns, haer susters man, alle de prenten ende boecken daervan sij testatrice hem voor ofte hiernae niet expres gedisponeert heeft,
3) aen Anna Specht, haer suster, haer testatrices silver sautvath,
4) aen Cornelia Specht, dr. van Philippus Specht, haer broeder, haer comparantes silver op haer sijde met een roode rock ende een coleurde sijde jack (erthet? stor?) vandien,
5) aen Catalijntje Specht, tweede dr. van voorsz Philippus Specht, haer testatrices coleurde ende nemparelje? rock,
6) aen Hermannus Specht, soone van deselve Philippus Specht, haer testatrics bijbeltje in swart segerijn leder gebonden met silveren sloote,
7) aen Cornelia van Snelderweert, dochter van Jan van Snelderweert, in sijn leven procureur voor den Ed. Hove van Utrecht, haer testatrices dagelijxe clederen, vier hemden, vier witte schortelcoecken, ses neerckels (?), ses treckmutsen, mitsgaders een gladt gouden hoepruichje (?).
Zij benoemt verder tot haar erfgenamen in alle haere vordere goederen die sij comparante boven schult ende dootschult sal comen na te laten, Philippus Specht ende Mechtelt Specht, haer testatrices volle broeder en suster voor twee gerechte derde parten, mitsgaders Jasper Specht ende Maria Specht, haer testatrices halve broeder en suster voor een derde part, en bij vooroverlijden van een van hen de langstlevende. Voorts bepaalt zij dat indien Philippus Specht ende Mechtelt Specht voor haar testatratrice zijn overleden hun kinderen hun plaats vervullen.
Zij stelt to mombers over haer na telaten onmondige erven de voorn Philippus Specht ende Ds. Henricus Gelijns haer broeder ende swager.
Gepasseerd ten huize van de testatrice staaende inde Telinghstraet te Utrecht,
get. Anthonij Versteech ende Johannes Witjens.
[18]
Op 26-2-1714 testeert
Cornelia Specht wonend te Utregt. Erfgenaam is haar
zuster Maria Specht.
Voorts is er een legaat van schilderytje van Van Ostade, voorstellende een
boertje, aan juffrouw NN Webbers te Maarssen.
Notaris Abraham Bredie wordt benoemd tot
executeur.
[19]
Uit zijn tweede huwelijk (Specht-van Harmelen):[20]
Afbeelding van een wapenkaart met de wapens en namen van de leden van de Edelen en de Ridderschap, vertegenwoordigers van de tweede stand in de Staten van Utrecht, vanaf 1597 tot 1745.
Anonieme prent (ets) uit 1708, uitgegeven door Casper Specht in dat jaar, op de etsplaat bijgewerkt tot 1745 en in dat jaar gedrukt en uitgegegeven door Cornelis Kribber
Bron:
⇒ Het Utrechts Archief
klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 22-6-1698
machtigen
Ambrosius Charlier, francekramer, geh. met Cornelia van Cuylenborch,
en Gaspar Specht, constvercoper en kaertvercoper, wonende te Utrecht,
Cornelia van Cuylenborch
en Maria Specht, zuster van Gaspar Specht,
tot het innen van geld uit de boedel van NN Houwert, advocaet.
[23]
Op 1-8-1709 testeert
Caspar Specht, constvercoper wonend te Utrecht, gehuwd met Johanna Elisabet de With.
Erfgenamen zijn zijn
zuster Maria Specht, en
Cornelia van Alen, dochter van Anna Specht,
in die goederen, die hy niet aan zyn echtgenote mag bespreken.
Eri is een lyftocht ten behoeve van zyn vrouw.
[24]
Uit het Doodenboek der Momber-kamer te Utrecht:[25]
25 September 1710. - Caspar Specht, laet na sijn vrouw, in de Mindebroerstraet, gesonken, 63 gulden. -
Buerkerk.
Op 9-5-1711 vindt de uitkoop plaats
door Johanna Elisabeth de With,
wed. van Caspar Specht, in leven konstvercoper en kaartvercoper,
van de erven van Caspar Specht, met name
Maria Specht, en Cornelia van Alen, dochter van Anna Specht.
[26]
Uit dit huwelijk:[27]
GA Utrecht, verzameling losse aanwinsten:
nr. 743 Akte van vrijwillig gerechtelijk transport door Peter Specht aan Gerrit Claessen van Milhuysen van een huis aan de oostzijde van de Lijnmarkt.
Datering: 1664.
Op 26-4-1667 testeert
Abraham van Vollenhoven wonende te Utrecht.
Ergenamen zijn
de kinderen van Claesgen van Vollenhoven, zijn zuster, gehuwd met Peter Specht,
Philips Specht c.s.,
de kinderen van Aletta van Vollenhoven, zijn zuster, eerder weduwe van Lambert Witsingen, gehuwd met Joriaen Halstee,
de kinderen van wijlen Judith van Vollenhoven, zijn zuster, in leven gehuwd met Johannes van Hulshuysen.
De nalatenschap is op last van lyftocht ten behoeve van testateurs vader Gerard van Vollenhoven,
en na zyn overlyden ten behoeve van de zusters van testateur, moeders van de erfgenamen. Mochten
erfgenamen de lyftocht door Gerard van Vollenhoven verstoren dan zyn zy van erfenis uitgesloten
en zal testateurs vader de enige erfgenaam zyn vererving zal hoofd voor hoofd gebeuren en niet
per staak de vaders van gestelde erfgenamen zullen niet van de erfporties van hun kinderen profiteren
noch hieraan het vruchtgebruik genieten, noch hierover het beheer voeren, met benoeming
van Philips Specht, Henrick Specht en Hermannus Specht, zijn neven, tot
executeurs en
voogden.
Aletta van Vollenhoven en Joriaen Halstee wonen te 's-Gravenhage, de testateur is
op Pasen 31-3-1678 in het Apostelgasthuis overleden.
[30]
Op 31-12-1667 passeren de kinderen van Peter Specht een akte van protest.
Het begraven van hun vader Peter Specht geschiedt zonder aanvaarding van de nalatenschap.
Wilhelmus Specht,
Hermannus Specht,
Philippus Specht,
Henrik Specht,
en Cornelis Specht.
Zij verklaren dat
Peter Specht en zyn echtgenote Claesgen van Vollenhoven afzonderlyk woonden en behalve hun dagelykse kleren geen goederen bezaten.
[31]
Op 6-11-1671
machtigt
Gerrit Henrixss van Vollenhoven, wonende te Utrecht,
Claesgen van Vollenhoven, zijn dochter, wed. van Peter Specht,
Abraham van Vollenhoven, zijn zoon,
Henrick Specht, zijn neef (sic! =kleinzoon!),
Herman Specht, zijn neef (sic! =kleinzoon!),
om in Amsterdam ƒ 600-- en ƒ 300-- met rente te innen van Hermannus Schut, echtgenoot van Catarina Verbeeck of de debiteuren (of hun borgen) van een weesmeesterskennis en om andere vorderingen te innen
Er wordt verwezen naar
procuratie d.d. ... voor notaris N. van Vechten, een weesmeesterskennis d.d. 13-2-1658 voor weesmeesters (van Amsterdam?).
De
weesmeesterskennis is gepasseerd door Catalyntgen Dominicus ten behoeve van het onmondige kind van Barent Janss Verbeeck en overgedragen door Hermannus Schut onder herroeping van procuratie op Jurriaen Alstee.
[32]
Op 26-11-1674 machtigt
Johannes Hulsthuysen, boeckbinder wonend te Utrecht, wednr. van Judith van Vollenhoven
namens zijn
2 onmondige kinderen (waarover voogd is zijn zwager Abraham van Vollenhoven),
zijn (schoon)zuster Claesgen van Vollenhoven, wed. van Pieter Specht, in leven schoenmaker te Utrecht,
om te Amsterdam schuld te innen van Harmannus Schuth en Catharyna Verbeeck, echtelieden.
Er wordt verwezen naar een kennis d.d. 13-2-1658 van de weesmeesters van Amsterdam.
Beide partyen zyn medeërfgenamen van hun (schoon)ouders
Gerrit van Vollenhoven en Sophia Collaerts, in leven echtelieden
[33]
Op 1-4-1678
dienen
Philippus Specht, predicant ten dienste des legers van desen staet, gehuwd mmet Hillegunda van Vollenhoven,
en Willem Specht een protest in.
Zij verklarene dat het begraven van hun oom Abraham van Vollenhoven geschiedt zonder aanvaarding van de nalatenschap.
[34]
Op 20-3-1679
verleent
Willem Specht wonend te Utrecht, goedkeuring voor overdracht van
een obligatie door zijn moeder Claasgen van Vollenhoven, in leven wed.
van Pieter Specht, afgegeven aan haar zoon Philippus Specht voor aflossing schulden van zoon Hermannus Specht.
Er wordt verwezen naar een procuratie d.d. 1-12-1676 ter secretarie te Tutecoryn in Indië,
een procuratie d.d. 30-9-1677 voor boekhouder Jacob Schoors te Tutecoryn,
en een procuratie d.d. ----- voor notaris H. van Zuylen.
[35]
Op 17-2-1680 (oude stijl) compareren
1. Wilhem Specht, koopman te Utrecht, die
persisteert bij sijne acte van substitutie en constitutie op
Aletta van Sonsbeeck, sijne huijsvrou (procuratie d.d. 21-01-1680 voor notaris J. van Paddenburgh),
wegens het overlijden van Claesje van Vollenhoven, zijn moeder, wed. van Peter Specht, zijn vader, alsmede
2. Ds. Philippus Specht, zijn broeder, predicant gewesen tot Curassou in Westindien, ende alsnu hier te lande te Opheusden,
3. beiden tevens als gemachtigden (procuratie d.d. 01-12-1676 voor A. Bassingh, eerste klerk van het secretarie van Madoera, en akte d.d. 30-09-1677 voor J. Schoors, garnizoensboekhouder van Madoera) van hun broeder Ds. Hermannus Specht, predicant in dienst van de VOC gewesen tot Tutecorijn op de Madurese custen en naderhant op het eyland Ceylon, en van diens huijsvrou Susanna van de Kouter.
Zij machtigen Aletta van Sonsbeeck
om bij de bewindhebbers van de VOC ter kamer Amsterdam ƒ 200,10,11 te innen wegens een
een origineele reeckeninghe gesloten op het comptoir Tutecorijn (specialijk gedisgneert in seeckere andere procuratie in dato 22-11-1677 voor J. Schoors, garnizoensboekhouder van Madoera) op naam van sijn comparants voornoemde moeder.
[36]
Uit dit huwelijk:[37]
Deze filiatie wordt in Ref. [38] ten onrechte betwijfeld.
Op 11-8-1679
benoemen Hendrick Specht en zijn echtgenote Claesje Jans van Remmers wonende te Utrecht in de Stroysteech,
de langstlevende tot voogd over de onmondige kinderen en erfgenamen.
[39]
Op 23-9-1699 woordt een
akkoord gesloten over betaling van ƒ 300,- aan Cornelis Specht wonende te Curacao
door
de erven van Claesje Jans Remmes, in leven wed. van Hendrik Spegt.
De erven zijn Jan Willemsz Roos, zoon Willem Roos alias Willem Remmes,
schipper wonende te Enkhuysen,
Simon Jansz Remmes, broer van Claesje Jans Remmes
Henrikje Willems Roos, dochter van Willem Roos wonende te Sardam,
Tys Gerridsz Smit, zusterszoon van Claesje Jans Remmes wonende te Blokziel,
Jan Gerridsz Smit, zusterszoon van Claesje Jans Remmes.
Willem Spegt wonende te Utrecht treedt op als gemachtigde van Cornelis Specht.
Er wordt verwezen naar
een procuratie 2-10-1699 voor nots. G. van den Groe te Amsterdam,
[40]
Archief tweede WIC:[41]
Taxatie op de burgers ende opgesetenen deeses Eijlands (=Curaçao) ingevolge de resolutie van den Raed opgenomenin dato 10 feb. 1705 ende bij deselve geapporbeerd sub dato 11 aug. desselven jaers.
nr. 1: Cornelis Specht, 30 pesos.
Referenties van de gegevens van generatie 2 staan ook hier
Referenties Fragment Genealogie Specht --- Generatie 2 ( 41 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. |
||
|
|
|
![]() genealogy page |
contents |
![]() index |
generation 3 |
generation 1 |
Directly go to generation : 1 2 3 4 5 |