You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Cateau van Rosevelt ⇒ Gen. nr. 4 |
4a. Johannes François Adriaan Cateau van Rosevelt (RNL, RMWO en Legion d'Honneur)), geb. Hattem 6-9-1824, ovl. Paramaribo 20-10-1891[1], varensgezel op de grote vaart,
meldt zich in 1844 aan voor de militaire dienst in de overzeese gebiedsdelen,
en komt via het Koloniaal Werfdepot in Harderwijk op 9-1-1845 in Suriname aan,
wordt geplaatst als kanonnier bij de vestingartillerie in Paramaribo,
bevorderd tot korporaal en fourier, en in 1847 toegelaten tot de officiers-opleiding voor het wapen der artillerie,
tweede luitenant (benoemd 19-9-1849),
is betrokken bij diverse expedities naar de binnenlanden ter opsporing van weggelopen slaven en tegen onlusten (1852-1857),
bekwaamt zich in bouwkunde en geodesie,[2]
eerste luitenant bij het bataljon jagers,
adviserend lid van de Duitse Commissie tot onderzoek naar de geschiktheid van Suriname voor een Duitse kolonisatie (1853),
adviseur inzake de verbetering van het kanaal van Saramacca (1856),
keert in 1857 terug naar Nederland, en volgt met succes de officiers-vervolgopleiding in Nijmegen,
wordt, terug in Suriname, in 1861 hoofd van het Bouwdepartement (tot 1867), en tevens Beheerder der Koloniale Vaartuigen,
verricht talloze kartografische werkzaamheden samen met de infanterieofficier J.F.A.E. van Lansberge,
betrokken bij de oprichting van een weeshuis in Paramaribo (1862-1863),
verlaat in 1867 de militaire dienst om over te gaan naar de burgerlijke dienst,[3]
lid (1864-1867) en voorzitter (1875-1878) van de commissie van Onderwijs van het Schoolwezen te Suriname (1864-1867),
adviseur inzake het ontwerp van een zeewering nabij Nieuw-Rotterdam in Nickerie (1867-1869)
district-commissaris 3de klasse belast met het beheer van Beneden en Boven-Saramacca (1868-1871),
commissaris van de Afd. Suriname van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in Nederlandsch Indië. (1868-1880),
agent-generaal der emigratie/immigratie (1872-1891), belast met het toezicht houden op de koelie-immigratie en het behartigen van hun belangen in geval van arbeidsgeschillen,
verwierf als zodanig de bijnaam "Koelie-papa" vanwege het vertrouwen dat door de contractarbeiders in hem werd gesteld,[4]
lid van het Surinaamsch Genootschap tot bevordering van Kennis (1873-1874),
lid van de Koloniale Staten van Suriname (1874-1891),
buitengewoon lid (1874-1877) en lid (1878-1891, met verlof 1879-1880) van de Raad van Bestuur van de Kolonie Suriname,
chef van 't Loodswezen (1874-1878),
lid van het bestuur van de Surinaamsche Maatschappij van Landbouw en Nijverheid (1877-1878),
verkoopt samen met zijn mede-kartograaf J.F.A.E. van Lansberge voor ƒ 24.000,-- een door hen op eigen initiatief en buiten de diensttijd samengestelde nieuwe kaart van Suriname aan de regering, die de kaart nodig had voor de uitgifte van concessies in de binnenlanden,[5]
neemt in Londen deel aan een spiritistische séance met Kate Cook (1879),[6]
voorzitter van het bestuur van het Gesticht van Weldadigheid op 's lands grond Boniface (1881-1883),
commissaris van de Naamlooze Vennootschap tot Ontginning van Goudvelden in Suriname (1882-1884),
plaatsvervangend lid van het Hof van Justitie te Suriname (1886-1891),[7]
[8]
vervaardigt een kaart van Suriname in 10 bladen,
tr. district Beneden-Saramacca sept. 1870[9]
Josephina Leentje Haver, geb. Paramaribo 4-1-1832, ovl. Teteringen 16-12-1906 (oud 76, sic!), slavin (tot 1849), daarna huisbediende,
ontvangt in 1893-1895 als weduwe van Johannes François Adriaan Cateau van Rosevelt, agent-generaal, wonend te Suriname een pensioen van ƒ 3500,--,[10]
woont te Paramaribo (1893-1901), Amsterdam (1901),
vestigt zich vandaar op 28-4-1902 met haar vier nog levende dochters te Teteringen wijk J248e.
De naam van de eigenaar doet vermoeden dat het gaat om de plantage Boston aan de boven Saramacca, in 1843 vermeld met 200 slaven voor de (verbouw van?) Kweek, eigenaar Permit en bewoond door de administrateur P.J. Brandon.[12]
Johannes François Adriaan Cateau van Rosevelt was in 1868-1871 district-commissaris van Beneden en Boven-Saramacca en zou Leentje daar dus ontmoet kunnen hebben. Uit de inventaris van zijn archief [13] blijkt dat hij in diezelfde periode aktief was met het doen van opmetingen en het maken van kaarten van de rivier de Saramacca en aangelegen plantages.
4b. Abraham Robbert (van) Rosevelt, geb. Groede 21-3-1823, ovl. Arnhem 31-1-1898, schildersknecht (1848),
schilder (1854, 1856),
kantoorbediende (1863),
opzichter bij de (staats)spoorwegen (1868..1873),
schilder (1877..1898),
tr. 1o IJzendijke 22-7-1848
Maria Johanna Tromp, geb. IJzendijke 11-11-1827 , ovl. IJzendijke 15-8-1863, naaister (1848),
dr. van Jannis Tromp en Maria la Rooij,
tr. 2o IJzendijke 31-3-1864
Elizabeth Jozina Mol, geb. IJzendijke 26-4-1833, ovl. Rotterdam maart 1909[17]
naaister (1864),
dr. van Marinus Mol, winkelier en Maria Catharina de Keuninck.
4c. Francois Adriaan van Rosevelt (Roseveld), geb. Schoondijke 20-8-1825, ovl. Schoondijke 8-5-1892, herbergier (1864..1869) en kleermaker (1864..1869), logementhouder (1892),
tr. 1o Schoondijke 19-9-1861
Maria Cornelis, geb. Breskens 1824/25, ovl. Schoondijke 15-12-1864, wed. van Jannis de Brauwer,
dr. van Jan Cornelis en Rosina Lauret.
tr. 2o Schoondijke 26-8-1869
Johanna Magdalena Lucieer, geb. Nieuwvliet 16-2-1836, ovl. Schoondijke 21-11-1918, logementhoudster (1895),
wed. van Izaak Jacobus Faro,
dr. van Jozias Lucieer en Johanna Faro.
Op 26-2-1849 verkrijgt de slavin Leentje manumissie, d.w.z. dat zij wordt vrijgekocht/vrijgegeven. Haar voornaam en geslachtsnaam worden Josephina Leentje Haver, terwijl haar beroep huisbediende wordt. Niet vermeld is of zij dat als slavin mogelijk ook al was. Als borgtocht wordt op 28-12-1848 ƒ 50,-- betaald. Haar eigenaar en vrijlater is A.M. Brandon.[11]
Voor een zeer uitvoerige biografie van Johannes François Adriaan Cateau van Rosevelt zie Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1894, Paramaribo 1893.[14]
Johannes François Adriaan Cateau van Rosevelt (1824-1891).
Beeld: plaats en datum onbekend
Bron:
⇒ Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1894, Paramaribo 1893
Overlijdensadvertentie in Het nieuws van den dag : kleine courant d.d. 24-10-1891, van Johannes François Adriaan Cateau van Rosevelt (1824-1891). NB het zijn zijn zuster en schoonzuster die de advertentie zetten, niet zijn nog levende echtgenote en dochters!
klik op plaatje(s) om te vergroten
Overlijdensadvertentie van Josephina Leentje Haver (1829/30-1906).
Bron: CBG
Overlijdensakte van Josephina Leentje Haver (1829/30-1906).
klik op plaatje(s) om te vergroten
Bericht in Het nieuws van den dag : kleine courant d.d. 23-4-1907:
De dames Cateau van Rosevelt, te
Breda, hebben aan het Rijks-Museum van Schilderijen
te Amsterdam ten geschenke aangeboden het
door den Spaanschen schilder Lovera verdienstelijk
geschilderde portret van hunnen vader Johannes Francois Adriaan Cateau van Rosevelt, in leven chef
van het Bouwdepartement in Suriname en later
Agent-generaal van de emigratie, welk portret hem
door de bevolking van de Kolonie indertijd werd
aangeboden.
Uit dit huwelijk (allen voorechtelijk geboren):
Uit zijn eerste huwelijk (van Rosevelt-Tromp):
Uit zijn tweede huwelijk (van Rosevelt-Mol):
Uit dit huwelijk:
Uit dit huwelijk (o.a.?):
Uit zijn eerste huwelijk (van Rosevelt-Cornelis):
Uit zijn tweede huwelijk (van Rosevelt-Lucieer):
Uit dit huwelijk (in 1917 in leven):
Referenties van de gegevens van generatie 4 staan ook hier
Referenties Fragment Genealogie Cateau van Rosevelt --- Generatie 4 ( 26 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
![]() genealogy page |
contents |
![]() index |
generation 5 |
generation 3 |
Directly go to generation : 1 2 3 4 5 |