You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Van Ling ⇒ Gen. nr. 2 |
2a. J(oh)an Cornelis van Lijn, geb. vóór ca. 1595, ovl. 1662-1674, afkomstig van Amersfoort (1617),
vermeld als Johan Cornelissen van Lijng, gehuwd met Neeltien Jans, op de lijst van Remonstrantse lidmaten te Amersfoort opgemaakt op 24-9-1643,
belender in de Grotehaag (1632), in de Slijkstraat (1639..1657), in de Canostraat (1662),
timmerman (1632..1662),
otr./tr. Amersfoort geref. 26-4/4-5-1617 (beiden onder patroniem)
Neeltien Jans, geb. vóór ca. 1600, ovl. 1674-1685, afkomstig van Woudenberg (1617),
doopget. (1658..1662).
2b. Anthony (Thonis) Cornelis van Lijn(g), geb. vóór ca. 1590, ovl. 1649-1666, afkomstig van Amersfoort (1615),
belender in de St. Jansstraat (1620),
timmerman (1622),
vermeld als Tonis Cornelissen van Lijng op de lijst van Remonstrantse lidmaten te Amersfoort opgemaakt op 24-9-1643,
otr. Amersfoort geref. 15-10-1615 (beiden onder patroniem, met attestatie naar Woudenberg)
Dirckgen Aerts, ovl. na 1649, afkomstig van Woudenberg (1615).
Zie voor dit echtpaar ook
⇒ Kwartierstaat Lapikás nr. 1896.
Op 6-6-1646
verkopen Johan Dole en Annitgen Meertens, echtelieden,
aan Jan Cornelisz timmerman en Neeltgen Jans zijn huisvrouw en hun erven,
'n schuur of huis met de hoofjes erachter en ervoor, aan de Stadswal, met doorgang in de steeg in de Slijcstraat,
belend aan de ene zijde: Jan Cornelisz, als boven,
aan de andere zijde: Jacob Pelen Smith.
[1]
Op 26-4-1649
lenen Leendert Jansz, korenkoper en Henrick Temminck en hun respectieve erfgenamen,
van Tonis Cornelisz en Dirckjen Aerts zijn vrouw. Jan Cornelisz en Neelgen Jans zijn vrouw. Teunis Gerritsz en Neeltgen Cornelis zijn vrouw,
met als onderpand:
twee huizen met hof en hofstede:
1) de eerste in de Sint Jansstraat, belend aan de ene zijde: Claes Evertsz, kistenmaker, aan de andere zijde: Atris Willems,
2) de andere op de Singel, belend aan de ene zijde: Jan Henricksz, kleermaker,
aan de andere zijde Wiecheman Jansz, linnenwever.
Voldaan.
[2]
Op 16-2-1650
lenen Jan Cornelisz, timmerman en zijn erven,
van Casper Christiaens en Fijtgen Claes, zijn vrouw,
met als onderpand
een hof met de bomen daaraan en de halve steeg buiten de Sint Andriespoort, over de bleek van Jacob Everts, bleker,
belend aan de ene zijde: Juffrouwe Margareta van Weede,
aan de andere zijde: Evert Woutersz Kalff.
Voldaan.
[3]
Op 29-5-1674
verkopen Neeltje Jans, weduwe en boedelhoudster van Jan Cornelisz van Tijn (sic!, leesfout?) ende Jan Jansz van Tijn (sic!, leesfout?) voor sijn selve en voor Grietje Jans, ende de onmondige kinderen van Gerrit Jans en de verdere erfgenamen van Jan Cornelisz van Tijn,
aan Elbert Jans Backer en zijn vrouw Jacobje Fennis,
hof gelegen buijten de St. Andriespoort (Triesgenspoort)
belend aan de ene zijde: ten oosten: Evert Wouters erfgenamen,
aan de andere zijde: ten westen: de erfgenamen van juffrouw Verdelft,
aan de andere zijde: ten noorden: Anthoni Matheusz van Staverden.
[4]
Op 27-5-1685
verkopen Jan Janssen van Lijn en Jan Gou, zich sterkmakende voor de erfgenamen van de wed. van Jan Cornelissen van Lijn zaliger,
aan Dirck van Sonsbeecq en zijn vrouw,
huis, hof en hofstede aan Sint Janskerkhof
belend aan de ene zijde: Daniel van Esch, schepen,
aan de andere zijde: Jacobus van Lienden.
[5]
Op 30-12-1685
verkopen Jan Jansen van Lijn en Jan Goud voor hunzelf en zich sterkmakende en in rato caverende voor de verdere erfgenamen van de wed. van Jan Cornelissen van Lijn,
aan Anthonie Jacobsen Buijs en zijn vrouw,
twee huisjes achter elkaar in de Slijkstraat met de hoven daaraan en daarachter en daarnaast een gemene steeg en vrije uitgang
belend aan de ene zijde: de kinderen van Gerrit Janssen van Lijn,
aan de andere zijde: de erfgenamen van Jan Dole.
[6]
Op 4-2-1688 compareren
voor hemzelf: Johannes van Kempen (enige nagelaten zoon van Aeltje Jans van Lijn, die een mede-dochter was van Jan Cornelis van Lijn),
en voor de kinderen van Gerrit Jans van Lijn (wonende te Amsterdam),
Jan Gou(d)(zoon van Petertje Jans van Lijn, voor hemzelf en voor zijn zuster Atride (Atris) Gou(d) en voor de geconstitueerde kinderen van Petertje Jans van Lijn en in die qualite nevens de weduwe van Jan Jans van Lijn, hun overleden oom,
Tesamen zijn zij kinderen en descendenten van Jan Cornelis van Lijn en voor 1/3 part erfgenamen van het 1/5 part van de nalatenschap van Neeltje Gerrits, overleden te Amsterdam.
Voornoemde comparanten zijn de notaris wel bekend en dat er niet meer kinderen of nakomelingen van Aeltje Jans van Lijn zijn, als de eerste comparant van Petertje Jans van Lijn als hierboven genoemd.
Zij machtigen in naam van allen: Peter Gou(d), respectievelijk hun neef en broer om hun erfportie te ontvangen van de heren Diakonie van Amsterdam, als executeurs van het testament van Neeltje Gerrits, of anders ter secretarie van de stad Amsterdam, of het gerecht van de stad of de Rekenmeesters van Amsterdam.
Dat betreft: de cooppenningen van het halve huys en erve op de Nieuwedijck uit voornoemde boedel zoals bij de scheiding voor notaris Nicolaas Brouwer te Amsterdam op 14 en 15-10-1687 is gepasseerd.
Verder de borgen te beloven "te bevrijden en afschrijvinge te doen" zoals dat aldaar gebruikelijk is, penningen te ontvangen, quitantie te passeren en alles te doen wat nodig is.
Getuigen: Albertus van Bemmel en Godert van Brinckesteijn.
[7]
Op 13-2-1688
verkopen Jan Jansz van Lijn en Jan Goud voor hunzelf en zich sterkmakende en in rato caverende voor de verdere erfgenamen van de weduwe van zal. Jan Cornelisz van Lijn,
aan Mighiel de Langh en zijn vrouw,
huis, hof en hofstede op de Zuidsingel, aan de Sint Andriesstraat
belend aan de ene zijde: het huis genaamd het vergulde hooft,
aan de andere zijde: de erfgenamen van Wighman Jansz.
[8]
Uit dit huwelijk:(¥)
COMMENTAAR(¥)
Op 24-12-1654 wordt een Jacobje geref. gedoopt te Amersfoort als dr. van Jan Cornelis van Lijn en een niet genoemde moeder. Dat kan gezien haar leeftijd (dan zeker 50 jaar oud) Neeltie Jans niet zijn. Neeltie Jans leeft in 1654 nog wel, dus Jan Cornelis kan ook hiet hertrouwd zijn. Is hier sprake van een andere Jan Cornelis van Lijn?
Op 6-6-1668 verkrijgt
Petertgen Jans, voor haarzelf en als weduwe en boedelharster van zal. Adam Jansen Gouw,
van Evert Willemsen van Kempen,
een lening van 500 gulden.
Als onderpand dient huis, hof en hofstede staande en gelegen op Bloemendaell,
belend aan de ene zijde Bessel Geurtsen,
aan de andere zijde Claas Woutersen.
[9]
Uit dit huwelijk (in 1688 de enige nagelaten zoon):
Op 20-9-1722
is Notaris A. van der Maath op verzoek van Jan van Ling, executeur van het testament van Johannes van Kempen naar 't sterfhuis geweest om te protesteren tegen 't opbreken van de geldkast.
[13]
Op 10-10-1722 vindt de boedelscheiding plaats van
Johannes van Kempen,
echtgenoot van Gijsbertje van Wolfswinkel zijn weduwe en lijftochteresse.
Haar gemachtigden is
Erasmus van Goudoever,[14]
Dirk Logen, presiderend burgemeester van Amersfoort
burgemeester van Amersfoort, is gemachtigde[15] van Jan Harsveld, getrouwd met Willemina van Kempen, met Jan van Ling (blauwverver) executeur test. van Johannes van Kempen.
Zij zijn vereengekomen de meubile goederen en de winkelwaren te verkopen.
[16]
Op 3-7-1725 machtigen Jan Goudt (of Gouw), Willem van Ling, Pieter Gouw (of Goudt) en Gijsbert van Ling, allen te Amersfoort wonende, allen samen gesubst. erfgenamen van Johannes van Kempen en mede gedonateerden van Gijsbertje van Wolfswinkel, diens weduwe, mede voor Neeltje van Ling te Hoorn en Rijkje van Ling te Alkmaar, mitsgaders Gerrit van Ling uitlandig, mede gesubst. erfgenamen en -gedonateerden, Jan van Ling, blauwverver en borger alhier, om voor hen en voor Jan Harsveld (Hartveld), geïnst. erfgenaam nomine uxoris op te treden met betrekking tot de inventaris en de boedelscheiding voor de naaste in den bloede van Geertruijd ter Steeg, in haar leven eerste huisvrouw van genoemde Johannes van Kempen. (N.B. ook geschreven Jan Hartveld)
[17]
Op 15-5-1726
compareren Cornelis Alberts van 't Willaer en zijn vrouw Hermtje Willems van Wolfswinkel. Willemina van Barmentlo als moeder en voogdesse over haere drie onmondige kinderen met naemen Anna, Reijnier en Willem van Wolfswinkel door Willem van Wolfswinkel, zaliger, aan haer in huwelijk verwekt, tevens van Geijsbertje van Wolfswinkel, meerderjarige dochter van de voornoemde Willem van Wolfswinkel, door hem bij Anna Wolpherts in voorgaande huwelijk geprocreeert en verder als gemachtigde van Judith van Ghemen, weduwe van Pieter Robert, allen wonende tot Scherpenzeel, van Anthonie van Ghemen, wonende tot Barneveld, en eijndelijk nog als gemachtigde van Claas Decker, koekebakker en zijn vrouw Jannitje van Wolfswinkel, wonenden tot Amsterdam. Zijnde de voornoemde Hermtje van Wolfswinkel voor een derde part, Anthonij en Judith van Ghemen voor het tweede derde part en Jannitje, Judith, Gijsbertje, Anna, Reijnier en Willem van Wolfswinkel voor het resterende derde part, geinstitueerde erfgenamen van Gijsbertje Willems van Wolfswinkel in haar leven weduwe van Johannes van Kempen, volgens testament op 6-10-1722 voor notaris Erasmus van Goudoever gepasseerd voor d'eene helfte. Tevens als belanghebbende in dit testament Jan Haarsveld en zijn vrouw Willemina van Kempen, wonende tot Amsterdam als erfgenamen van de voornoemde Johannes van Kempen, tevens Jan van Lingh, blauwverver en burger, voor de andere helfte.
Zij verkopen
aan Casper Spil, burger,
huis en grond op de hof of Coornmerkt, tegenover het stadhuijs en nagelaten door Johannes van Kempen en zijn vrouw Gijsbertje Willems van Wolfswinkel
belend aan de ene zijde: Johan de Goeije, raad in de vroedschap en schepen,
aan de andere zijde: Aart van Eemdre, wieldrayer.
[18]
Op 19-3-1662
verkopen Adam Gouw, timmerman en zijn vrouw Petertje Jans van Lingh,
aan Weijer Arissen van Roeijen, rademaker,
een huis, hof en hfostede, staande aan de Bloemendalschestraat
belend aan de ene zijde: Bessel Geurtz van de Rouweduijst,
aan de andere zijde: Jan Geurtz,
aan de andere zijde: en achter Roelof Hermanz.
Belast met 200 gld tbv Gisbertje Nagels en 150 gld tbv. Cornelia Ridders wed. van Amelis de Frooe.
[20]
Op 6-6-1662
verkopen Adam Gouw, timmerman en zijn vrouw Petertgen Jan van Lingh, borgers,
aan Gijsbertgen Jans Nagels,
een huis, achterhuis, schuur, hof en hofstede
belend aan de ene zijde: Bessel Geurtz van de Rouweduijst, schoenmaker,
aan de andere zijde: Claes Woutersz,
aan de andere zijde: Thonis Pelen Robbert,
aan de andere zijde: de Bloemendalschestraet,
Een losrente van 16 gld 10 st. uitzake van een hoofdsom van 500 gld.
[21]
Op 3-5-1666
lenen Adam Gout, timmerman en zijn vrouw Petergen Jans van Ling, borgers, 200 gulden
van Gijsbertjen Jans Nagels, met als onderpand
huis, achterhuis, schuur, hof en hofstede,
belend aan de ene zijde: Bessel Geurtsz van de Rouweduijst,
aan de andere zijde: Claes Wouters,
aan de andere zijde: Thonis Peelen,
aan de andere zijde: de Bloemendalse straat.
[22]
Op 6-6-1668 verkrijgt
Petertgen Jans, voor haarzelf en als weduwe en boedelharster van zal. Adam Jansen Gouw,
van Evert Willemsen van Kempen,
een lening van 500 gulden.
Als onderpand dient huis, hof en hofstede staande en gelegen op Bloemendaell,
belend aan de ene zijde Bessel Geurtsen,
aan de andere zijde Claas Woutersen.
[23]
Op 4-2-1688 compareren
voor hemzelf: Johannes van Kempen (enige nagelaten zoon van Aeltje Jans van Lijn, die een mede-dochter was van Jan Cornelis van Lijn),
en voor de kinderen van Gerrit Jans van Lijn (wonende te Amsterdam),
Jan Gou(d) (zoon van Petertje Jans van Lijn, voor hemzelf en voor zijn zuster Atride (Atris) Gou(d) en voor de geconstitueerde kinderen van Petertje Jans van Lijn en in die qualite nevens de weduwe van Jan Jans van Lijn, hun overleden oom,
Tesamen zijn zij kinderen en descendenten van Jan Cornelis van Lijn en voor 1/3 part erfgenamen van het 1/5 part van de nalatenschap van Neeltje Gerrits, overleden te Amsterdam.
Voornoemde comparanten zijn de notaris wel bekend en dat er niet meer kinderen of nakomelingen van Aeltje Jans van Lijn zijn, als de eerste comparant van Petertje Jans van Lijn als hierboven genoemd.
Zij machtigen in naam van allen: Peter Gou(d), respectievelijk hun neef en broer om hun erfportie te ontvangen van de heren Diakonie van Amsterdam, als executeurs van het testament van Neeltje Gerrits, of anders ter secretarie van de stad Amsterdam, of het gerecht van de stad of de Rekenmeesters van Amsterdam.
Dat betreft: de cooppenningen van het halve huys en erve op de Nieuwedijck uit voornoemde boedel zoals bij de scheiding voor notaris Nicolaas Brouwer te Amsterdam op 14 en 15-10-1687 is gepasseerd.
Verder de borgen te beloven "te bevrijden en afschrijvinge te doen" zoals dat aldaar gebruikelijk is, penningen te ontvangen, quitantie te passeren en alles te doen wat nodig is.
Getuigen: Albertus van Bemmel en Godert van Brinckesteijn.
[24]
Uit dit huwelijk (in 1687 in leven):
Op 30-3-1666
verkopen Johan Vercammen en zijn vrouw Margaretha van Voorthuijsen,
aan Salomon Hendricsz van Leijderhorst en zijn vrouw Rutjen Jans van Lijn,
huis, hof en hofstede in de Muurhuizen bij de Kamperbinnenpoort
belend aan de ene zijde: Baerent van Wilshuijsen,
aan de andere zijde: Maria en Catharina Vercammen en Achten Rutgers Dibbits.
[25]
Uit dit huwelijk:
Op 21-6-1620
verkopen Tonis Cornelisz en zijn vrouw Dirrickgen Aerts,
aan Steven Claesz,
een huis op de hoek van de Sint Jansstraat
belend aan de ene zijde: de St. Jansstraat,
aan de andere zijde: de transportanten.
[26]
Op 2-7-1622
verkopen Thonis Cornelisz, timmerman, en zijn vrouw Dirckgen Aerts,
aan Reijer Cornelisz Taets en zijn vrouw Anna Thonis,
een huis op de Singel
belend aan de ene zijde: Henrick Both,
aan de andere zijde: Peter Crijnen.
Op een last van 100 gulden hoofdsom toekomende de weduwe en erfgenamen van Evert Claesz, kistemaker, nog 225 gulden t.b.v. Mr. Henrick Willebrantsz, captein der Armes, nog 100 gulden hoofdsom t.b.v. Anthonia Melis van Dronckelaaersdochter
[27]
Op 26-4-1649
lenen Leendert Jansz, korenkoper en Henrick Temminck en hun respectieve erfgenamen,
van Tonis Cornelisz en Dirckjen Aerts zijn vrouw. Jan Cornelisz en Neelgen Jans zijn vrouw. Teunis Gerritsz en Neeltgen Cornelis zijn vrouw,
met als onderpand:
twee huizen met hof en hofstede:
1) de eerste in de Sint Jansstraat, belend aan de ene zijde: Claes Evertsz, kistenmaker, aan de andere zijde: Atris Willems,
2) de andere op de Singel, belend aan de ene zijde: Jan Henricksz, kleermaker,
aan de andere zijde Wiecheman Jansz, linnenwever.
Voldaan.
[28]
Uit dit huwelijk:(¥)
COMMENTAAR(¥)
Geen geref. dopen te Amersfoort gevonden. Wellicht waren zij al Remonstrants.
Uit dit huwelijk (in 1687 in leven) :
COMMENTAAR(¥)
De volgende hoort hier vermoedelijk niet thuis:
Er komt tweemaal een Cornelis Thonisz voor die
nihil familiegeld betaalt, wonende in de St. Jorisstraat (1675),[29]
Referenties van de gegevens van generatie 2 staan ook hier
Referenties Fragment Genealogie Van Ling --- Generatie 2 ( 29 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
![]() genealogy page |
contents |
![]() index |
generation 3 |
generation 1 |
Directly go to generation : 1 2 3 4 5 |