This page was last updated : 191114.
File size is: 68 k.
Fragment Genealogie Hovius
Generatie 2
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Fragment Genealogie Hovius,
version 1.1,
Muiden, 2016.
© Copyright 2019 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Hovius Gen. nr. 2

Middelman

Ia. Paulus Middelman, woont verm. te Gaernevelt in het land van der Marck.



II

IIa. Pieter (Pauls) Middelman, geb. vóór ca. 1585, ovl. na 1655, bij huwelijk bakker en j.m. van Garnevel bij Ceulen (1608), bakker, wordt poorter van Leiden 12-12-1608, afkomstig van Gaernevelt in 't Lant van der Marck (D.)(borgen Pieter Gerritsz., Gerrit Pietersz. van der Mersch) vermeld te Leiden (1610, 1613, 1617,1619, 1630 1632, 1636, 1637 1639, 1641 1643. 1644 1645 1646 1647 1648 1649 1651 1652 1653 1655)[1], vermeld in buurquesties (1610, 1613, 1630) doopget. te Leiden (1622, 1623, 1628,1629, 1630, 1631 (1636, k.v. Cornelius Hovius) 1637 1638 1639 1640 1643 1644), borg (1631 1642), woont in de poort Kruisstraat w.z. (1632), wednr. van Belytgen Pieters van der Mersche wonende in de Molensteech (1636), wednr. van Stijntgen Jansdr wonende op de Coepoortsgraft (1644),

IIb. NN (Pouwels) Middelman.

IIc. Barent Pouwelsz Middelman, geb. vóór ca. 1600, ovl. 1627-1633, bakker te Vlaardingen (1624), borg (1624), hoofdman van het bakkersgilde (1625-1626),[2] koopt de helft van een tuin te Vlaardingen (1627), wordt op 6-10-1627 door de heren van de wet mede aangesteld tot het maken van de lijst van aangeslagenen voor het haardstede- of schoorsteengeld,[3] tr. vóór 1622 Grietge Jansdr, ovl. na 1633.

Procuratieboek Vierschaar Vlaardingen: [4]
1-5-1624: Barent Pouwelsz Middelman bakker dezer stede als borg voor Dirck Fransz Boomgaert, tot ontlasting van Jacob Willemsz originele debiteur voor de betaling van ¾ part van 3 jaren pacht tot ƒ 350,-- boven 5.000 stuks, de stad Schiedam belooft voor de huur van de steenplaats aldaar, constitueert voornoemde Jacob Willemsz.
Procuratieboek Vierschaar Vlaardingen: [5]
30-3-1627: Jannetge Jansdr weduwe Jan Sijmonsz kuiper wonende Brielle constitueert Mees Cornelisz Assendelft schepen dezer stede, om alhier gifte te geven t.b.v. Barent Pouwelsz Middelman van de helft van een tuin.
Op 8-1-1633 koopt Grietge Jansdr, wed. van Barent Pouwelsz Middelman, hun 4 minderjarige kinderen Lijsbet, Machtelt, Pouwels en Jan uit. Deze kinderen worden elk met hun exacte geboortedag vermeld. [6]
    Uit dit huwelijk minstens vier kinderen die in 1633 minderjarig zijn:
  • 1. Lijsbet Barentsdr Middelman, geb. (Vlaardingen?) 22-2-1622.
  • 2. Machtelt Barentsdr Middelman, geb. (Vlaardingen?) 18-11-1626, ovl. na 1683, doopget. te Leiden (1656, 1663), Heilige Geest- of Gasthuismoeder te Vlaardingen (1677-1680 en 1682-1683),[7] neemt de verzorging op zich van haar kleinkind (1682),
  • otr. 1o Vlaardingen 30-11-1652 (get. haar neef en voogd Aert Pietersz Mol)[8] Willem Jacobsz Hartoch, geb. 11 feb 1622, ovl. 1653-1656,[9] blokmaker, wednr. van Aechgen Willemsdr Clinckert (bij wie een voorzoon), zn. van Jacob Pietersz Hartoch en van Maritje Jansdr de Goejan,
  • otr. 2o Vlaardingen 23 sep 1656[10] Cornelis de Rijck, geb. Lille ca. 1625, beg. Vlaardingen sept. 1681,[11], wordt 11-12-1655 poorter van Vlaardingen, afkomstig van Lille, wijnkoper (1657, 1659, 1662, 1667), testeert met zijn eerste vrouw Hester Tresel te Schiedam 1-4-1655, bij zijn tweede huwelijk in 1656 wednr. van Hester Tresel, bij wie een voordochter, lid vande vroedschap (1676-1681), schepen (1675, 1676, 1678, 1679) en thesaurier (1677) van Vlaardingen, wordt op 3-6-1680 benoemd tot wijkmeester voor de belastingheffing op zout en zeep, is tot zijn dood deken van het bakkersgilde,[12] zn. van NN de Rijck en Meijntje Maertensdr, Uit haar beide huwelijken nageslacht bekend.
    Op 21-10-1682 laat Machtelt Barentsdr Middelman haar in 1680 weduwe geworden dochter Lijsbet Willemsdr Hartoch, die zich veelvuldig misdraagt en dronken is, opnemen in een verbeterhuis in Schiedam. Samen met de andere grootmoeder Ariaentje Doensdr van der Starre, wed. van Arij Woutersz Middelhoeck neemt zij daarom de zorg op zich over hun tweejarig kleinkind Adriaen Woutersz Middelhoeck. [13]
    In maart 1683 maakt zij een lijst op van haar kleding en huisraad en de heren van de wet staan haar toe dit te gelde te maken om alle kosten te betalen. [14]
  • 4. Jan Barentsz Middelman, geb. (Vlaardingen?) 25-7-1632, volgt IIIb.


III

IIIa. Hendrick Middelman, geb. vóór ca. 1625, ovl. na 1663, bakker geboren te Gaernevelt, wonende opt Hogewoert (1646), bakker, wordt poorter van Leiden 22-11-1646 (borgen Pieter Paulsz Middelman en Cornelis Houwaert, bode met de busse), backer en wednr. van Jannetgien Weuytens wonende int Nortent (1649), bakker en wednr. van Grietgien Heyndricks wonende int Noortendt (1650), bezit twee tuinen te Zoeterwoude waaraan volgens diens almanakaantekeningen de Leidse koopman en lakendrapenier Jan Hubrecht als tuinliefhebber in 1655 een bezoek bracht,[15] wednr. van Volckgen Jans wonende op de Coepoortsgraft (1657), wednr. van Volckje Jans afkomstig van der Marckt wonend tot Leijden (1657), wednr. wonend te Leiderdorp (1661), voogd over de minderjarige kinderen van Bernardus Hovius (1665), doopget. te Leiden (1657, 1659, 1663), te Rotterdam (1663) (k.v. Maria Hovius), vermeld te Leiden 1645 1652 1653 [16]

  • otr. 1o Leiden geref. 18-9-1646 (get. Pieter Paulsz Middelman zijn oom wonende op de Koepoortsgraft, Susanna Weijten haar moeie wonende op de Houtstraet) Janneken Weijten, ged.. geref. Leiden Pieterskerk 5-2-1625 (get. Cathalina Cabeliau, Jaques Treij, Guiliaame Cabeljau), ovl. 1648/49, j.d. van Leyden, wonende opte Houtstraet (1646), dr. van Jacob Weuijten(s), verver en schutter, en van Janneken Taeye (zie Fragment Weijten n° IIb. ),
  • otr. 2o Leiden geref. 10-2-1649 (get. Pieter Middelman zijn oom wonende op de Coepoortsgraft, en Neeltgien Everts haar nicht wonende in de Maersmansteech) Grietgien Heyndricxdr, ovl. 1649/50, j.d. van Nieuwenveen in Overijsel, wonende op de Pieterskerckgraft (1649),
  • otr. 3o Leiden geref. 29-12-1650 (get. Pieter Middelman zijn oom wonend op de Coepoortsgraft, en Machtelt Pietersdr haar moeye wonend op de Middelstegraft) Folckgien (Volckje) Jansdr, ovl. 1655-1657, wed. van Andries Jansz wonende in de Groenesteech (1650),
  • otr. 4o Leiden geref. 3-1-1657 (bruid "niet gecompareert, maer es bij den bruidegom behoorlijcke attestatie van harentwege overgebracht", in margine: den 6-1-1657 moet attestatie van Amsterdam overbrengen) en otr. Amsterdam geref. 4-1-1657 (get. Magdalena de Brull haer suster, in margine: "de geboden sijn tot Leijden gegaen") Catrina (Katelijna) de Brul(l), ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 5-12-1606 (get. Catelijn van Geel), ovl. 1657-1661, j.d. tot Amsterdam, oud 40 jaer (sic!) wonend op de Egelantiersgraft (1657), dr. van P(i)eter de Brul en Catrina Hermans.[17]
  • tr. 5o Leiderdorp geref. 3-12-1661 Neeltje Wiggers, j.d wonende te Leiderdorp (1661).
    Op 12-5-1656 bekent Hendrick Middelman wonende te Leiden 1400 gulden schuldig te zijn aan Dominus Barnardus Hovius, conrector aan de Latijnse school te Rotterdam. De schuld zal met rente worden terug betaald met ingang van Juni 1656. [18]
      Uit zijn eerste huwelijk (Middelman-Weijten):
    • 1. Elisabeth Middelman, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 19-4-1648 (get. Bernardus Hovius, Margareta Middelmans en Catelijntien Vermeulen).
      Uit zijn derde huwelijk (Middelman-Jansdr):
    • 2. Cornelia Hendricx Middelman, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 7-4-1652 (get. Jan Middelman, Maertje Pieters en Maghtelt Pieters), j.d. van Leiderdorp (1677), otr. Leiderdorp geref. 29-7-1677 Gerrit Willemsen Rosenvelt, j.m. van Sevenhuisen.
    • 3. Pieter Middelman, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 4-1-1654.
    • 4. Maria Middelman, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 7-2-1655.

    IIIb. Jan (Jo(h)annes) Barentsz Middelman, geb. 25-7-1632[19], ovl. na 1674, doopget. (1652, 1672), wordt poorter van Leiden 22-5-1654 als bakker van Vlaardingen (borgen de landmeter Joris Geestecoorn en Pieter van der Meulen), bakker en j.m. van Vlaerdingen, wonende op de Maren te Leiden (1654), bakker te Leiden (1654, 1664), koopt (1657) en verkoopt (1671) een tuin met tuinhuis te Zoeterwoude, koopt (1664) en verkoopt (1674) een (speel)tuin te Zoeterwoude, vermeld te Leiden (1667),[20] otr. Leiden geref. 25-3-1654 (get. Pieter Middelman sijn oom op de Koepoortsgraft, Susanna Weytens haer moeder in de Houtstraet) Catharyna Gee(r)stecoorn, ged. geref. Leiden Pieterskerk 8-2-1634 (get. Aernout Huijbert, Catalina Weitens, Catalina Melchior ), ovl. na 1673, j.d. wonende in de Houtstraet te Leiden (1654), dr. van Joris Geerstecoorn, landmeter, en van Susanna Weytens (zie Fragment Weijten n° Ia sub 5.

    Op 28-4-1657 verkoopt de rechtsopvolger van Wouter Pietersz Bon aan Johannes Middelman, een tuin met tuinhuis in de derde laan uitkomende aan de Heereweg buiten de Koepoort te Zoeterwoude, belend NZ Jan le Jeu, WZ de gemene laan, ZZ. mr. Arent Roqius, OZ Michiel van Poelgeest Teunisz. Koopsom: ƒ 400,--. Waarbrief: 15-7-1630. Kaart: 4771. [21]
    Op 5-4-1664 verkoopt Cornelis van Rosenburch, baljuw van Esselijkerwoude, als voogd over zijn zes minderjarige kinderen gewonnen bij Anna van Merwen, aan Johannes Barentsz Middelman, bakker wonende te Leiden, een tuin op de trekweg buiten de Witte Poort te Zoeterwoude, belend NZ juffr. Schilperoort, WZ heer de Haes, ZZ. mr. Petrus Burgersdijk, pensionaris, OZ de trekweg. Koopsom: ƒ 500,--. Waarbrief: 20-6-1658. Kaart: 4419. [22]
    Op 3-9-1671 verkooptJohannes Middelman aan Johannes Maarschalk, een tuin met tuinhuis in de derde laan buiten de Koepoort te Zoeterwoude, belend NZ Antony Assee, WZ de laan, ZZ Gillis van Nieuwenhuizen, OZ Michiel Teunis van Poelgeest. Koopsom: ƒ 70,--. Waarbrief: 28-4-1657. Kaart: 4049. [23]
    Op 20-12-1674 verkoopt Johannes Middelman aan Adriaan van Thielen, de grond van een afgebroken speeltuin aan de trekweg buiten de Witte Poort te Zoeterwoude, strekkende vóór van de trekweg tot achter aan Simon de Haas, ter ene zijde Pieter de Voys, ter andere zijde Nicolaas Walkier. Koopsom: ƒ 365,--. Waarbrief: 28-4-1657. Kaart: 3924. [24]
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Susanna Middelman, ged. Leiden Pieterskerk 17-1-1655 (get. Susanna Weitens en Willem Hartog), ovl. jong?
    • 2. Margriet Middelman, ged. Leiden Pieterskerk 16-2-1656 (get. Maghtelt Barens Middelman en Joris Gerstecoren).
    • 3. Susanna Middelman, ged. Leiden Hooglandsche Kerk 13-9-1657 (get. Heijndrick Middelman en Susanna Gerstecoren), ovl. jong?
    • 4. Carolus Middelman, ged. Leiden Hooglandsche Kerk 14-8-1659 (get. Carolus Gestekoren en Annetje Weijtens).
    • 5. Apolonia Middelman, ged. Leiden Hooglandsche Kerk 25-10-1661 (get. Apolonius Cabeljau en Susanna Gerstecoren).
    • 6. Elisabeth Middelman, ged. Leiden Pieterskerk 23-3-1663 (get. Hendrick Middelman en Machtelt Middelman), ovl. jong?
    • 7. Susanna Middelman, ged. Leiden Pieterskerk 22-4-1665 (get. Susanna Wijtens en Jacobus Vergeijnst).
    • 8. Maerten Middelman, ged. Leiden Pieterskerk 9-1-1667 vesperi (get. Hendrick Jacobsz Balbiaen en Lijsbet Jacobsdr Balbiaen).
    • 9. Barent Middelman, ged. Leiden Hooglandsche Kerk 18-11-1668 (get. Jacobus Vergenst en Susanna Lupaerts).
    • 10. Elisabet Middelman, ged. Leiden Hooglandsche Kerk 5-7-1673 "Woensdach biddach" (get. Justus Gerstecoren, Sara Hurtges en Ruijsgen Burchgraef).


    Wie zijn dit

    Xa. Cristin Middelmans, doopget. te Rotterdam (1640 k. v. Margarita Hovius).


  • Fragment Genealogie Verbeeck

    Ia. Pieter Verbeeck, geb. vóór ca. 1555, huw. get. te Leiden (1605).

    IIa. Jan Pietersz Verbeeck (van der Beecq), ovl. 1629-1634, j.m. van Leiden, schoenmaker (1605), schoenmaker en wednr. van Tryntgen Cornelisdr (1615), vermeld in de aflezingboeken van Leiden als Jan Pietersz Verbeeck, schutter in het rot van Job Jansz 28-20-1617, en eigenaar van een perceel grenzend aan dat van Dirck Ragot in de Kamperstraat 5-5-1626,[25] vermeld als Jan Pietersz Verbeeck in het Kohier van het Hoofdgeld te Leiden 1621,[26] doopget. te Leiden (1622),
    - otr. 1o Leiden geref. 8-11-1605 (get. zijn vader Pieter Verbeeck en haar moeder Lyntgen Henricxdr) Tryntgen Cornelisdr, j.d. van Leiden (1605), vermeld als Trijntgen Cornelis, huisvrouw van Jan Pietersz Verbeecke in de Getuigenisboeken van Leiden 1605-1609[27]
    - otr. 2o Leiden geref. 7-8-1615 (get. zijn vader Pieter Verbeeck en haar moeder Cathelyne Cabbeljaus) Anneken W(e)yten(s), geb. vóór ca. 1595, ovl. 1659-1668, afkomstig van Leiden (1615), vermeld als Annetgen Weytens vrouw van Jan Pietersz Verbeeck in het Kohier van het Hoofdgeld te Leiden 1621,[28] doopget. te Leiden (1623, 1625, 1626, 1633, 1635, 1638, 1659), huw. get. (1631, 1637), wonend op de Rijn (1631), wed. van Jan Verbeeck wonend op de Nyeuwen Rhijn te Leiden (1634), wonend op de Rijn (1639), doopget. te Utrecht (1642), dr. van Joost Weyten(s en van Cathelyne Jansdr Cabbeljau (zie
    Fragment Genealogie Cabeljau nr. 2b sub 2 ).

    COMMENTAAR(¥) Er zijn twee vermeldingen van een Jan Verbeecke, schoenlapper die lijken te passen bij bovenstaande Jan Pietersz Verbeecke, ook schoenlapper:
    - vermeld als Jan Verbeecke, schoelapper op het Rapenburg (zuid) in het Register van Broodprijsverlaging te Leiden (1597),[29]
    - vermeld als Jan Verbeecke, schoenmaker 54 jaar, in de Getuigenisboeken van Leiden 1599-1605,[30]
    Uit de tweede vermelding concludeert men dat deze Jan geboren is ca. 1545-1550. Hij kan dus vrijwel zeker niet identiek zijn met Jan Pietersz Verbeecke van wie nog in 1629 een zoon wordt gedoopt.

      Uit zijn eerste huwelijk (Verbeeck-Cornelisdr) mogelijk (parentatie niet bewezen):[31] (CHECK AL DEZE GEGEVENS)
    • 1. Annetje Verbeek, afkomstig van Leiden (1635?), krijgt als Annetje Verbeek, huisvrouw van Nathanael Douw op 10-7-1639 attestatie naar Rotterdam, otr. Leiden 22-2-1635 Natanael Douw, geb./ged. Leiden 25-10/6-11-1612, hosenverwer (kousenverwer?), ovl. na 1647, zn. van Jan Pietersz Douw, landmeter, wijnroeier, gezworen meter van de rietdaken, vroedschap, en notaris te Leiden, en van diens tweede vrouw Josijna de Sadelaer.[32]
      Op 26-11-1635 maken Nathanael Douw en Annetje Verbeek wonende op de Botersloot te Rotterdam een mutueel testament. Susanneke Douw, jongste zuster van Nathanael wordt bedeeld met een legaat van tweehonderd gulden. Dat gold eveneens voor Annetjes broer Hendrik Verbeek.[33]
      Nathanael Douw verhuurde in 1647 aan Hendrick van Wijck een tegelbakkerij en twee woonhuizen en erven in Rotterdam voor een periode van zes jaar tegen zeshonderd gulden per jaar.[34]
        Uit dit huwelijk:
      • a. Anneken Douw, ged. Rotterdam 4-8-1637 (get. Annetgen Hovius (= Annetgen Weitens vrouw van Adrianus Hovius), Annetgen Herdewius).
      • b. Johannes Douw, ged. Rotterdam 24-7-1640 (get. Ariaantje Huius (Hovius?), Annetgen Weitens).
      • c. Joosijna Douw, ged. Rotterdam 17-12-1641 (get. Hendrick Verbeeck, Elisabeth Hardewijn).
      • d. Johannes Douw, ged. Rotterdam 1-1-1643 (get. Hendrick Verbeeck, Elisabeth Hardewijns).
      • e. Catharina Douw, ged. Rotterdam 5-1-1645 (get. Hendrick Verbeeck, Anneken Hardewijns).
      • f. Nathanael Douw, ged. Rotterdam 26-7-1646 (get. Hendrick Verbeeck, Lijsbeth Harduin).
    • 2. Hendrick Verbeeck, vermeld in het testament van zijn zuster Annetje (1635), doopget. te Rotterdam (1641, 1643, 1645, 1646).
      Uit zijn tweede huwelijk (Verbeeck-Weytens):
    • 1. Maritgen Verbete(!), ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 25-4-1621, (geen moedersnaam vermeld, get. Jacob Weitens en Maertgen de Hont), ovl. jong?
    • 2. Catharina (Cathalina) Verbeeck, geb. vóór 1621, ovl. na 22-5-1643,[35] j.d. van Leiden wonend op de Rijn (1639), doopget. te Utrecht (1641), otr. Leiden geref. 16-6-1639 (get. sijn swager Jasper Cornelisz wonend in de Coorenbrugsteech, en haar moeder Annetgen Weuyten wonend op de Rijn, in margine: moet attestatie van Amsterdam overbrengen) en otr. Amsterdam (extraordinaris intekenregister, beijden tot Leijden) 18-6-1639 Melchior van Slingelan(d)t, geb. 1615/16 of sep. 1613[36], beg. Utrecht 9-4-1649 ("Melchior van Slingelandt bij de Reguliersbrug nalatende een echt onmundich kynt daervan van Slingelandt tot Dordrecht, ƒ 6,0,0"), ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Leiden 14-5-1636 ("Melchior van Slingerlandt", Dordrechtanus, 20 (jaar)"),[37] j.m. en cousseveruwer van Dordrecht wonend in de Coorenbrugsteech (1639), doopget. te Leiden (1640), wonend te Utrecht 1643 aan de Gracht bij de Reguliersbrug, zn. van Jan Hendricks van Slingelandt en Adriana Melssen van der Brouck.
      Op 22-5-1643 benoemen Melchior van Slingerlant en Cathalyna Verbeeck echtelieden wonende te Utrecht, aen de grafte by de Reguliersbrugh, Johan Hendrixss van Slingerlant, zijn vader, wonende te Dordrecht, en Adrianus Hovius, rector tot Gorcum, haar schoonvader (=stiefvader(¥)), tot voogden over hun onmondige na te laten kinderen en erfgenamen. [38]
        Uit dit huwelijk nageslacht bekend, waaronder:
      • a. Anna van Slingelandt, ged. geref. Utrecht 25-1-1642 (get. Jan Heijndrickssz van Slingerlant en Anna Hovius), beg. Amsterdam Westerkerk 2-2-1714 ("Anna van Slingelandt op de Keisersgragt, ƒ 8,--"), tr. Stockholm 2-2-1664 Anthonij Grill (II), geb./ged. Amsterdam Nieuwe Kerk 15/27-2-1639 (get. Margrieta Staets), ovl. Stockholm 27-12-1703, goudsmid te Stockholm, zn. van Anthony Grill (de Oude), goud- en zilversmid en esaaieur te Amsterdam die met zijn hele gezin in 1659 naar Zweden emigreert,[39] en van Catharina Staes.

    Medaillonportret van Anthonij Grill (II) door ivoorsnijder Jean Cavalier.
    Ivoor (Ø 9,5 cm) en hout (Ø 16,5 cm)
    Randschrift: Anthonius Grill 1696.
    Datering: 1696
    Bron en locatie: Rijksmuseum Amsterdam [40]

    klik op plaatje(s) om te vergroten
      • b. NN van Slingerlant, beg. Utrecht 4-11-1644 ("een kynt van Melchior van Slingerlant nalatende de vader en moeder, ƒ 2,-,-").
    • 3. Jan Verbeeke, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 24-4-1622 (geen moedersnaam vermeld, get. Jan Weijtens, Janneken Taijl).
    • 4. Maria Verbeeck, geb./ged. geref. Leiden Pieterskerk 24/29-5-1624 (geen moedersnaam vermeld, get. Lucas Dircx, Maria Weijtens), ovl. Gorinchem 1-9-1666, j.d. van Leyden, wonende tot Gorcum(1645), otr./tr. Gorinchem geref. 24-12-1645/7-1-1646[41] [42] Franck de Bruyn, geb. Gorinchem 2-12-1608, ovl. Gorinchem 5-2-1673, ingeschreven als student Artes Liberales aan de Universiteit van Leiden 28-10-1627("Franco de Bruyn", Leidensis, 15 (jaar)"),[43] j.m. van Gorcum (1645), schepen en koopman in zuidvruchten te Gorinchem,[44] zn. van Floris Francken de Bruyn speldenmaker en verm. Jannetje Adriaansdr.[45]
        Uit dit huwelijk behalve 3 jong-overleden kinderen:
      • a. Johannes de Bruyn, ged. geref. Gorinchem 24-12-1647, ovl. Breda 5-4-1681, ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Leiden 14 sep 1665("Joannes de Bruin", Leidensis, 20 (jaar)"),[46] cornet onder ritmr. de Glimes 1673, otr. Gorinchem 23-4-1673[47] Anna van der Meer van Berendrecht, ged. Delft Oude Kerk 4-3-1642, dr. van Mr. Maximiliaan van der Meer van Berendrecht, advocaat voor den Hove van Holland,[48] en Emerentia van de Merwede van Clootwijk. Hieruit verder nageslacht bekend.
      • b. Ds. Floris (Florentius) de Bruyn, geb./ged. geref. Gorcum 16/21-6-1650 (get. Dom. Georgius Velthuysen ende Neesken van der Hielen (=Neesken de Bruijn vr. van Hans van der Hielen), ovl. Gorinchem 5-7-1724, regimentspredikant bij de Graaf van Hornes 1678,[49], doet in 1681 als kandidaat zijn intree te Schelluinen, geref. predikant aldaar 1581-1691, neemt afscheid 22-10-1690, doet zijn intree te Gorinchem 29-10-1690, geref. predikant aldaar 1690 tot overlijden in 1724,[50] is bij huwelijk predikant te Schelluinen, afkomstig van Gorcom, oud 30 jaar (1681), otr. Amsterdam geref. 9-5-1681 (get. zijn neef Johannes van der Hiele, zijn ouders dood, en haar vader Adriaan Eekhout, in margine: Schelluinen acte verleent den 25-5-1681), tr. Diemen 26-5-1680[51] Anna (Annetje) Eekhout, ged. Amsterdam Nieuwe Kerk 12-8-1664 (get. Albert Jansz en Luitje Joppen, ovl. Gorinchem 13-9-1728, afkomstig van Amsterdam, oud 17 jaar, wonend op de Binnen Amstel (1681), dr. van A(d)riaan Florisse Ee(c)khout, glasemaecker, en Sara Thomas. Hieruit verder nageslacht bekend.
      • c. Wilhelmus de Bruyn, geb. Gorinchem 23-12-1654, ovl. Doetinchem 17-3-1702, kapitein in garnizoen te Doetinchem, tr. Doetinchem 13-6-1677[52] Everdina Planten, geb. Doetinchem 23-8-1654, ovl. Doetinchem 31-12-1728, dr. van Herman Planten en Susanna Meijerink. Hieruit verder nageslacht bekend.
        Fragment van een brief van Mr. E.G. Planten te Bloemendaal aan Mevrouw Maarschalkerweerd te Zutphen, d.d. 12e van Louwmaond 1985:[53]
        Lao'w east den Deutekomsen tak es bekieken. Der is vuile onderling 'etrouwd in de"regenten-families" (aj dat in zo'n klein landstadjen zo neumen meugti), in 't besunder met de families Cremer en de Bruyn. De de Bruyn's komt overigens neet oet den Achterhook. Willem dèn met Everdina trouwt kwamp van Gorinchem en lag in Deutekom in garnizoen. Kinder van Willem en Everdina bunt Ds.Hermanus de Bruyn en Floris de Bruyn. Den lesten was burgemeister van Deutekom en trouwden met Elisabeth Ketjen. Eur kinder waren Franco de Bruyn, burgemeister van Deutekom en Everdina de Bruyn. Everdina trouwt dan wier (1749) met Adriaan Planten, secretaris van Deutekom.
      • d. Johanna de Bruyn, geb. Gorinchem 16-12-1658, ovl. Stockholm na 1732, tr. Stockholm Maerten Mijtens, ged. 's-Gravenhage 1-6-1648, ovl./beg. Stockholm juli/6-8-1736[54], hofschilder aan het Hof van Zweden, zn. van Isaac Mijtens, hofschilder van de Koningin van Portugal,[55] en Hendrickje Harbers. Hieruit verder nageslacht bekend.[56]
    • 5. Susanna Verbeeke, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 13-5-1627 (hier heet de moeder Amelys(!) Weyten, get. Benjamijn van Rijswijck, Susanna Verbeeke).
    • 6. Pieter Verbeecke, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 10-6-1629 (hier heet de moeder Anna Verbeecke, get. Mauritius Agache, Elisabeth Denys).

    Fragment Weijten


    I

    Ia. Joost Weyten(s), beg. Leiden Pieters Kerk 15-3-1613, reserve-schutter in de schutterij van Leiden (1599), huw. get. (1588, 1609), otr. 1o NN, otr. 2o Leiden geref. 11-3-1581 (get. voor haar Jan Cabbeljau, haar vader, voor hem: Johannes Bogaert) Caterina (Cathelyne) Jansdr Cabbeljau(s), geb. vóór ca. 1565, ovl. na 1637, doopget. te Amsterdam (1606), te Leiden (1623..1637), huw. get. (1615), woont te Leiden (1606..1625).

    Bonboeken Leiden (tekst nog opzoeken):
    1593-1609: Joost Wijten, Dwarskamp, Bon Hogewoerd [57]
    Leiden Aflezingsboeken (publicaties van de overheid):[58]
    Joost Weyten
    1-4-1599: Aangesteld tot reserve-schutter
    Op 18-7-1614 machtigt Catheline Cabbeljaus weduwe van Joost Weijten wonende te Leiden Benjamin van Rijswijc bedienaer des heiligen evangeliums te Eertswoude, haar zwager, om ƒ 186,-- te innen van Jan Jansz wonende te Hoorn ter zake van geleverde waren volgens haer register en verklaring dienaangaande heden voor schepenen van Leiden gedaan. W.g. Catheline Cabbeljaus. [59]
    Op 24-1-1624 machtigt Cathalina Cabbeljaus weduwe van Joost Weijten wonende te Leiden Abraham Cabbeljau, reeckenmeester van zijne Ed. Majesteijt van Sweden, haar broeder, om de roerende en onroerende goederen te aanvaarden en te verkopen die haar aanbestorven zijn door het overlijden van Jan Weijten, in zijn leven coopman tot Stocholm in Sweden, haer zoon, mitsgaders door het overlijden van zijne kinderen, en de nalatenschap te scheiden met de nagelaten weduwe van voorsz Jan Weijten. [60]
      Uit een mogelijk eerste huwelijk van Joost Weyten met NN:.
    • 5. Susanna Weytens, geb. vóór ca. 1610, afkomstig van Delft, wonend op de Rijn (1631), in de Houtstraet (1634), doopget. (1637, 1643), otr. Leiden geref. 15-4-1631 (get. voor hem Pieter Belijs, zijn cosijn wonend in de Bredestraet, voor haar Anna Weijtens, haar zuster wonend op de Rijn) Jo(o)ris Geerstecoorn, geb. 1592/93, afkomstig van Leyden, wonend in de Houtstraet (1631), landmeter (1620..1642), mathematicus (1635), landmeter en ingenieur (1636, 1639), landmeter 49 jaar oud (1642), te Leiden,[64] huw. get. (1637).
        Uit dit huwelijk:
      • a. Cataline Geestecoren, ged. geref. Leiden Pieterskerk 8-2-1634 (get. Aernout Huijbert, Catalina Weitens, Catalina Melchior ), ovl. na 1673, j.d. wonende in de Houtstraet te Leiden (1654), otr. Leiden geref. 25-3-1654 (get. Pieter Middelman sijn oom op de Koepoortsgraft, Susanna Weytens haer moeder in de Houtstraet) Jan (Jo(h)annes) Barentsz Middelman, geb. vóór ca. 1630, ovl. na 1674, bakker te Vlaardingen en Leiden, zn. van Barent Pouwelsz Middelman en van Grietge Jansdr. Zie Fragment Middelman n° IIIb.
    • 6. Sara Weuyten, geb. vóór ca. 1620, afkomstig van Delft, wonend in de Pieters Coursteech (1637), doopget. (1635), otr. Leiden geref. 4-3-1637 (get. voor haar Anna Weuyten, haar zuster, voor hem Joris Geestecoorn, toekomstig zwager) Mr. Christoffel Bonaert, wednr. van Elisabeth Harmansdr van Reyck, wonend op het Noorteynde (1637).
    • 7. Fransijntjen (Franchyna) Weijtens, geb. vóór ca. 1615, filiatie niet bewezen, afkomstig van Leyden, wonend op de Hoygraft (1634), doopget. (1628..1643), otr. Leiden geref. 21-2-1634 (get. voor haar Maria Cornelisdr, haar schoonmoeder wonend op de Hoygraft, voor hem Abraham de Hoorne, zijn oom wonend op de Bredestraet) Carel de Hoorne, afkomstig van Leyden, wonend op de Middelstegraft (1634). Hieruit verder nageslacht bekend.
    • 8. Cathelijne Weytens, geb. vóór ca. 1595, otr. Leiden geref. 24-8-1612 (get. Jorys Pietersz, zijn vader, Cathalijna Weytens, haar moeder) Ds. Benjamin Jorisse (van) Rijswijck, geb. Ziercxzee 1588/89, ovl. Buren 1637[65], ingeschreven als student letteren aan de Universiteit van Leiden 17-6-1605 ("Benjaminus Ryswyck, Ziericzeus, 16 (jaar)"),[66] doet in 1612 intrede als predikant te Aartswoud (NH), predikant aldaar 1612-1617, beroepen naar Bruinisse 1617, intrede juli 1617, predikant aldaar 1617-1624, vertrokken naar Rotterdam dec 1624,[67] [68] predikant aldaar (1624-1631), heeft te Rotterdam een conflict met andere predikanten over het recht van beroeping door de magistraat,[69] [70] wordt daarom in 1630 door de magistraat geschorst wegens "Arminiaanse Moderatie" en in 1631 door de Zuid-Hollandse synode ontslagen,[71] schrijft hierover met zijn contra-remonstrantse collega em medestander Ds. Henricus Alutarius een drietal pamfletten (1630,1631), beroepen naar Buren 1635,[72] predikant aldaar (1635-1637),[73] zn. van Joris Pietersz, raad, schepen, thesaurier, overman, weesmeester, overdeken, heemraad en kolonel van de schutterij te Zierikzee, en Maria NN.[74] Hieruit verder nageslacht bekend. [75]


    II

    IIa. Cristiaen Weytens (Veitens), geb. vóór ca. 1575, ovl. 1638-1640. huw. get. (1630), doopget. (1624..1638), afkomstig van Hontschoten, vachtenploter (1609), wolkoper (1631?), woont op de Hooigracht (1605..1619), otr. 1o Leiden 18-9-1593 (get. voor hem Joost Veitens, zijn vader, en Franchoys Liber, voor haar Lijsbeth van Hamme, haar moeder, en Cathelina NN, huisvrou van Cabbeljau(¥)) Franchijntgen van Hamme, beg. Leiden Hooglandse Kerk 15-4-1609 (huisvrouw van Crystiaen Weytens op de Hooigracht), afkomstig van Halewijn, otr. 2o Leiden geref. 7-11-1609 (get. Joost Weyten, zijn vader, Pieter van der Schuyre, haar vader, Sara van der Schuyre, haar moeder (=stiefmoeder!) Susanna van der Schuyre, geb. vóór ca. 1590, beg. Leiden Hooglandse Kerk 16-7-1619 (huisvrouw van Christiaen Weyten op de Hooigracht), afkomstig van Leyden, dr. van Pieter van der Schuyre en Fransijn Dirck Christiaensdr (zie Fragment Van der Schuyre), otr. 3o Leiden geref. 18-8-1622 Mary Cornelisdr van Delff, ovl. na 1640, weduwe van Pieter van Os.

    COMMENTAAR(¥) Wie zou deze Cathelina NN, huisvrou van Cabbeljau zijn. Kennelijk niet Cristiaens moeder want dan zou ze "huisvrou van Weyten" genoemd zijn. Een tante wellicht, echter onder de broers van Cristaens moeder komt geen huisvrouw genamaand Cathelina voor. Blijft over de grootmoeder. Dat is echter Anna van der Brugge.

    Bonboeken Leiden (tekst nog opzoeken):
    1625: Christiaen Weuijten en Susanna Schuyre, Hooigracht, Bon Kerkvierendeel [76]
    1625: Christiaen Weuijten en Susanna Schuyre, Middelweg, Bon Kerkvierendeel [77]
    1625: Christiaen Weuijten en Susanna Schuyre, Sint Pancrassteeg, Bon Kerkvierendeel [78]
    1631-1634: Christiaen Weuijten, wolkoper, Knotterstraat, Oost-Nieuwland [79]
    Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
    1618: Christiaan Weijtens [80]
    1619: Christiaen Wijtens [81]
    1622: Christiaan Weijtens [82]
    1623: Christiaen Wijtens [83]
    1630: Christiaan Weijten [84]
    1630: Christiaen Weuten [85]
    1640: Marijtgen Cornelisdr, wed. van Christiaen Wenijtens(!) [86]
      Uit zijn eerste huwelijk (Weytens-van Hamme) verm:
    • 1. Christiaen Weytens (de Jonge), geb. Leiden, ovl. 1633-1646, volgt IIIa.

    IIb. Jacob Weuijten(s), geb. vóór ca. 1595, ovl. 1635-1637, afkomstig van Leiden (1619), schutter in de schutterij van Leiden (1617), verver (1630), wonend op de Hogewoert (1630, 1634), doopget. (1625..1635), huw. get. (1632). afkomstig van Hondschoten Vlaanderen (1581), otr. 1o Leiden geref. 8-8-1619 Janneken Taeye (Treij), ovl. 1628-1630, afkomstig van Haerlem, tr. 2o Leiden geref. 20-8-1630 (get. voor hem Cristiaen Weytens, zijn broeder, voor haar Susanna la Matere, haar moeder) Cathalina (Cathalijntgen) Andries(dr), afkomstig van Leiden, wonend op de Rijn (1630), op de Hogewoert (1637), doopget. (1632), dr. van Susanna de Matere. Zij hertr. Leiden geref. 21-10-1637 Pieter Vermeulen, wednr. van Maeycken van der Meulen.

    Leiden Aflezingsboeken (publicaties van de overheid):[87]
    Jacob Weyten
    28-2-1617: Schutter in het rot van Van de Waert
    Benjamin Weyten(¥)
    28-2-1617: Schutter in het rot van Van de Waert

    COMMENTAAR(¥) Is Benjamin wellicht Jacobs broer?
    Op 29-11-1628 bekent Jacob Cabbeljau wonende te Leiden, schuldig te wesen aen Franchoijs van Hove, mede wonende te Leiden 80 Car. gld. en 5 stuivers ter zake van huijshuijr. Hij belooft te betalen op meijedage in den toecomende jaere 1629 precijs. Mede comparant is Jacob Weuijten, verwer wonend te Leiden die zich borg stelt. W.g. o.a. Jacob Cabbeljau en Jacob Weuijten. [88]
      Uit zijn eerste huwelijk (Weijten-Taye):
    • 1. Janneken Weijtens, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 10-2-1622 (get. Jan Verbeke, Perijntien Treije), ovl. jong?
    • 3. Catalina Weijtens, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 28-3-1627 (get. Christiaen Weijtens, Catalina van Rijswijck), ovl. jong?
    • 4. Cathalina Weijtens, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 7-5-1628 (get. Jonas Cabeliau, Catalina Rijswijck, Willemtgen Bolijts).


    III

    IIIa. Christiaen Weytens (de Jonge), geb. Leiden, ovl. 1633-1646, otr. Leiden geref. 5-4-1622 Jannetgen Cra(u)(we)laers, geb. Leiden, ovl. na 1658.

    Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
    1646: Jannetgen Crawelaers de weduwe van Christiaan Weijtens de jonge,[89]
    1652: de weduwe van Christiaan Weijtens de jonge,[90]
    1653: Jannetgen de Crauwelaer de weduwe van Christiaen Weuijten,[91]
    etc. elk jaar wel een akte tot 1658.
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Elisabeth Weitens, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 5-2-1623, ovl. jong?
    • 2. Elisabeth Weitens, ged. geref. Leiden Pieterskerk 27-3-1624 (get. Andries de Getere, Francyntgen Weytens).
    • 3. Paulus Weitens, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 16-11-1625 (get. Andries de Getere, Francyntgen Weytens).
    • 4. Maria Weitens, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 30-5-1628 (get. Andries de Geeter, Elijsabeth Craulaers, Francijntgen Weijtens).
    • 5. Johannes Weytens, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 22-12-1630 (get. Paulus Crauwelaer, Josintien Crauwelaer).
    • 6. Pieter Weytens, ged. geref. Leiden Hooglandsche Kerk 28-3-1633 (get. Pieter Marcus Craulaer, Elizabeth Noven Jans).
      Gemeente-archief Goedereede:[92]
      1658 Stukken betreffende een proces van Daniel Climmer en Daniel Jans Roos contra Pieter Crijns Weijtens wegens nalatigheid in de afdracht van gelden uit door hen gedreven zoetelerij in bieren, brood, zuivel etc.

    Referenties van de gegevens van generatie 2 staan ook hier
    Referenties Fragment Genealogie Hovius --- Generatie 2 ( 92 refs.)
    Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
    Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
    • Wiersum-1918 = E. Wiersum, Het receptenboek van Barent Hovius 1678-1696, chirurijn te Rotterdam, Ned. Tijdschr. voor de Geneeskunde, jrg. 18, tweede helft, No 16
    1. ONA
    2. ASV 44-52v en 54
    3. ASV 44-58), ⇒ www.geschiedenisvanvlaardingen.nl
    4. ORA Vlaardingen Procuratieboek Vierschaar Vlaardingen, inv. nr 146, Nr. 358 folio 75 d.d. 01-05-1624
    5. ORA Vlaardingen Procuratieboek Vierschaar Vlaardingen, inv. nr 146, Nr. 488 folio 94v. d.d. 30-03-1627
    6. ASV 275-153v, ⇒ www.geschiedenisvanvlaardingen.nl
    7. ⇒ www.geschiedenisvanvlaardingen.nl
    8. ⇒ www.geschiedenisvanvlaardingen.nl
    9. RAV 151-32v, ⇒ www.geschiedenisvanvlaardingen.nl
    10. ⇒ www.geschiedenisvanvlaardingen.nl
    11. ⇒ www.geschiedenisvanvlaardingen.nl
    12. ⇒ HAZA
    13. ASV 35-50-50v, ⇒ www.geschiedenisvanvlaardingen.nl
    14. ASV 35-52-52v, ⇒ www.geschiedenisvanvlaardingen.nl
    15. Leids Jb. 88(1996)197 e.v.
    16. ONA
    17. Jb. 30 CBG 1976)140
    18. 50
    19. ⇒ www.geschiedenisvanvlaardingen.nl
    20. ONA
    21. ELO, Zoeterwoude, toeg.nr. 0500D Transportregisters, inv.nr. 72, blad 120
    22. ELO, Zoeterwoude, toeg.nr. 0500D Transportregisters, inv.nr. 74, blad 189
    23. ELO, Zoeterwoude, toeg.nr. 0500D Transportregisters, inv.nr. 76, blad 376
    24. ELO, Zoeterwoude, toeg.nr. 0500D Transportregisters, inv.nr. 77, blad 149
    25. GA Leiden, 15-11 Aflezingsboeken 1574 - 1649 NL-LdnRAL-0501A Inv.nrs. 17-308 en 18-211v
    26. GA Leiden, Hoofdgeld Leiden 1622, fol. 19
    27. GA Leiden, Getuigenisboeken, ORA, Archief inv.nr. 79, I 1605 maart-1609 mei, f139v
    28. GA Leiden, Hoofdgeld Leiden 1622, fol. 19
    29. SA Leiden, II inv.nr. 6388
    30. GA Leiden, Getuigenisboeken, ORA, Archief inv.nr. 79, H 1599 september-1605 maart, f60
    31. GN 60(2005)136
    1. GN 60(2005)125
    2. Van Lieburg, Repertorium, pag. 234, gecit. in GN 60(2005)136
    3. ONA Rotterdam, inv. nr. 158, akte 38, gecit. in. GN 60(2005)136
    4. Med. Ton Fransen, 2019
    5. Med. Ton Fransen, 2019
    6. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
    7. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Houtman, inv.nr. U022a015, akte nr. 69
    8. Jb. Amstelodamum 62(1970)50
    9. ⇒ RM0001.COLLECT.317991
    10. NP 73(1956)27
    11. NL 50(1932)167 e.v.
    12. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
    13. NP 39(1953)27
    14. NL 50(1932)167 e.v.
    15. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
    16. NP 39(1953)27
    17. NL 71(1964)162
    18. NP 39(1953)27
    19. Dominees.nl
    20. NP 39(1953)27
    21. NP 39(1953)27
    22. OTGB 2(1985)85.50
    23. RKD
    24. RKD
    25. RKD
    26. RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. XXX, f 349v
    27. GA Leiden, 15-11 Aflezingsboeken 1574 - 1649 NL-LdnRAL-0501A Inv.nrs. 16
    28. RAL, ONA Leiden, Nots. Ewout Hendricxz Craen, Archiefnr. 506, inv. nr. 125, akte nr. 096
    29. RAL, ONA Leiden, Nots. Ewout Hendricxz Craen, Archiefnr. 506, inv. nr. 144, akte nr. 024
    30. GA Leiden, SA2 7460 (1588), f. 469v
    31. GA Leiden, SA2 7460 (1588), f. 469v
    1. ONA Rotterdam, Nots. Arnout Wagensvelt, inv. nr. 138, Aktenummer/Blz. 257/411
    2. Nav. 38(1688)104
    3. Jb. OV (1955)113
    4. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
    5. Nav. 24(1874)#23
    6. ⇒ www.dominees.nl
    7. A. Fris, Inventaris van de archieven behorend tot het 'Oud Synodaal Archief' van de Nederlandse Hervormde Kerk, 1566-1816, 1991
    8. Jb. OV (1955)113
    9. Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme, dl. 5
    10. W.M.C. Regt, Naamlijst der Predikanten van Zeeland, deel I, pagina 143
    11. Knuttel, Acta der Particuliere Synoden van Zuid-Holland 1621-1700, dl. 1, p149, 's-Gravenhage, 1908
    12. ⇒ 6000000010359467204
    13. Jb. CBG 55(2001)94
    14. RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. XXX, f 127v
    15. RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. XXX, f 174v en f 204, 205, 205v
    16. RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. XXX, f 202v
    17. RAL, Bonboeken Leiden, Archiefnr. 501A, inv. nr. XXX, f 477
    18. RAL, ONA Leiden, Nots. Ewout Hendricxz Craen, Archiefnr. 506, inv. nr. 132, akte nr. 125
    19. RAL, ONA Leiden, Nots. Ewout Hendricxz Craen, Archiefnr. 506, inv. nr. 134, akte nr. 055,56
    20. RAL, ONA Leiden, Nots. Ewout Hendricxz Craen, Archiefnr. 506, inv. nr. 139, akte nr. 155
    21. RAL, ONA Leiden, Nots. Ewout Hendricxz Craen, Archiefnr. 506, inv. nr. 139, akte nr. 143, en 046
    22. RAL, ONA Leiden, Nots. Jan van Kuyck, Archiefnr. 506, inv. nr. 121, akte nr. 019,32
    23. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 430, akte nr. 099
    24. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 433, akte nr. 129
    25. GA Leiden, 15-11 Aflezingsboeken 1574 - 1649 NL-LdnRAL-0501A Inv.nrs. 17
    26. RAL, ONA Leiden, Nots. Pieter Joosten Warmont, Archiefnr. 506, inv. nr. 364, akte nr. 036
    27. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 439, akte nr. 135
    28. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 445, akte nr. 061
    29. RAL, ONA Leiden, Nots. Kaerl Outerman, Archiefnr. 506, inv. nr. 446, akte nr. 150 en 266
    30. GA Goedereede 2641, 1658, gecit. in GN 54(1999)396

    Back to the
    genealogy page
    Back to the
    contents
    Go to the
    index
    Forward to next
    generation 3
    Back to previous
    generation 1
    Directly go to generation :
    1 2