You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Botter ⇒ Gen. nr. 5 |
5a. Goris Aertsz Botter, geb. vóór ca. 1657, ovl. na 1696, j.m. wonend op Havick (1675)
wordt als Goris Aersen Botter, metselaar, Rem. lidmaat te Amersfoort 4-4-1675 (aangekomen)
treedt op als not. get. (1681, 1688),
huw. get. (1685),
meester metselaar (1691, 1696),
burger van Amersfoort,
otr./tr. Amersfoort geref. 8/24-1-1675
Petronella Jansz La Roche, ovl. na 1691, wonend te Amersfoort (1675),
burger van Amersfoort.
5b. Herman Aertsz Botter, ged. Rem. Amersfoort 15-3-1658 (get. de grootmoeder Fijtje van Schaak), ovl. 1717-1719, treedt op als not. get. (1674..1690),
j.m. (1685),
wonend te Amersfoort (1685, 1686),
meester-metselaar (1686..1713),
huw. get. (1711..1717),
otr./tr. 1o Amersfoort gerecht 30-10/17-11-1685 (met consent van zijn moeder Lijsbeth Henrickx, get. zijn broer Goris Aertsz Botter en haar vader Willem Davidts Verhouwe)
Petronella Willems Verhouwel, ovl. 1689/90, j.d. wonend te Amersfoort (1685),
verm. dr. van Wilhem Verhouwel en Marritgen Peters,
otr./tr. 2o Amersfoort gerecht 20-5/3-6-1690 (get. haar oom Jan Ulven Backer)
Maria Henrickx van Altena, ovl. 29-11-1734, j.d. (1690),
verm. dr. van Henrick Willemszn Altena en Marritgen Henrics.
5c. Gijsbert Gijsberts Botter, ged. geref. Amersfoort 16-12-1686, wednr. van Amersfoort (1728),
tr. 1o (niet gevonden te Amersfoort)
Jannitje Jans(en), otr./tr. 2o Amersfoort geref. 2/18-4-1728
Jannitje Everse van Geldenburg, j.d. van Amersfoort (1728).
5d. Harmen Jacobsz Botter / van Loenensloot, geb. vóór ca. 1635, ovl. 1681-1716, j.m. van en wonend te Amersfoort in het Scherbierstraetjen (1658),
otr./tr. Amersfoort geref. 30-9/17-10-1658 (hij als Herman Jacobsen van Loenensloot, get. zijn vader Jacob Peelen en zij als Geertjen Willemsz, get. voor haar Griettin Vossen)
Geertjen Willemsz Vastrick, j.d. van Amersfoort wonen in de Langestraat (1658).
Debiteurenboeken van Willem Botter, meestermetselaar
nr. 13: Akte van huwelijkse voorwaarden voor het huwelijk tussen Willem Harmanszoon Botter en Maasie Everts, weduwe van Evert Otten, 1681, authentiek afschrift, 1687.
nr. 14: Stukken betreffende een proces, aangespannen door Johannes de Bruijn, steenbakker te Utrecht, tegen Willem Botter, meestermetselaar, wegens achterstallige betalingen voor reeds geleverde stenen.
nr. 15 Kwitantie, afgegeven door Maesgen Everts, vrouw van Willem Botter, aan Gijsbert van Lilaer wegens de betaling van een rekening en de aflossing van een schuld.
Op 25-8-1684 verkopen
Marthen Adriaens van de Leempoel (tekent met huismerk)
en zijn echtgenote Marritgen Jacobs
zekere huijsinge en plaats of gang achter en naast deze huijsinge na 't secreet daaraan behorende is, op de Cingel bij de Verckensmerckt achter de Lieve Vrouwentoren, strekkende van de Cingel tot aan de grond waar de berg van Aert Suckel gestaan heeft, wat nu behoort aan Jan Jacobs van Loeveseijn. Belend aan de ene zijde Paulus Paulus Langestoud en aan de andere zijde de gemene steeg,
aan Goris Aerts Botter en zijn vrouw Petronella Jans.
De verkoop gebeurt met instemming van Jan Ghijsberts van Deventer als gevestigde crediteur. De koper neemt het in dit pand gevestigde kapitaal over, groot 400 gulden ten behoeve van Jan Ghijsberts van Deventer en de van de koopsom resterende 100 gulden betalen de verkopers aan van Deventer ter voldoening van renten en reparatie. De verkopers machtigen Jan Ghijsberts van Deventer voor het transport.
Getuigen: Winand Pannekoeck en Rutger Dibbits.
[1]
Archief Remonstrants Gereformeerde Gemeente te Amersfoort:
[2]
1689: Schuldbekentenis van Goris Aertss Botter ten gunste van de Remonstrantse gemeente voor het lenen van ƒ 200,--.
Op 16-5-1691 verkoopt
Clementia van Middeldorp, wed. van Adriaen De Conicnk, Schepen en Raad van Amersfoort,
aan Goris Aerts Botter, meestermetselaar, en Gerard(us) Nieuwenburgh verwer, borgers van Amersfoort,
een huijsinge, hoff en hoffstede, staande op de Cingel, belend aan de ene zijde: de Calander molen en aan de andere zijde: de erfgenamen van borgermeester Triens saliger, Met alle serviteiten aangaande lichten, goten, heijningen etc. Aanvaarding per Maij 1691.
De verkoop vindt plaats tegen een jaarlijkse lijfrente van 60 Carolus gulden, zolang zij en/of Jacob de Hennin leeft, te betalen in 4 termijnen per jaar.
Getuigen: Johan van Birckhoven en Godert Brinckesteyn.
[3]
Op 2-6-1691 testeren:
Goris Aerts Botter, meestermetselaar en zijn echtgenote Petronella (Peternel) Jans, borgers van Amersfoort.
Over en weer bemaken zij elkaar de lijftocht en vruchtgebruik van hun na te laten goederen, inclusief de provisie van steen, kalk en wat verder tot het metselaarsambacht behoort, met een volkomen bewind en administratie, tot hun mundige of trouwdage gekomen zullen zijn. Zij secluderen de Weeskamer.
Akte ten huijse van de comparanten.
Getuigen: Lamphert Henricks, verwer, Peter Jacobs, karman (tekent met huismerk) en Johannis Johannis, (verwer).
[4]
Op 22-8-1696
verkoopt Pieter van Haverloo, zoon van Everardt van Haverloo zal: in zijn leven medicinae doctor, voor zichzelf en zich sterkmakend voor zijn twee zusters Margareta en Gerarda van Haverloo,
aan Goris Aertzn Botter, metselaar,
huis, hof en hofstede, staande en gelegen in de Hellestraat.
[5]
Op 2-10-1696
lenen Goris Aertzn Botter, metselaar en zijn vrouw Peternella Jans,
van Doctor Gerard Harderwijck, schepen,
400 carolij gulden a twintig stuivers per stuk,
met als onderpand:
1. huis, hof en hofstede staande en gelegen in de Hellestraat,
belend aan de ene zijde: de weduwe van Gerrit Thonisse, backer,
aan de andere zijde: Wouter Elissen,
2. huis, hof en hofstede staande en gelegen aan de Zuidsingel (op de Cingel) bij de Sint Andriesstraat (Triesjensstraat),
belend aan de ene zijde: Brant Reijerse,
aan de andere zijde: de weduwe van Jan Cornelisse,
3. de actie van coop op hun huis staande aan de Singel (op Cingel) bij de Varkensmarkt,
belend aan de ene zijde: Paulus Pauwelsen Langestond,
aan de andere zijde: de gemeene steeg,
4. de actie van coop van een hofje gelegen buiten de Arnhemsepoort (Slijkpoort) en door de comparanten gekocht van Margareta van Eede en haar zuster.
[6]
Op 16-12-1713
verkopen Jan van Dompselaar met zijn vrouw Fijtje Botter tevoren weduwe van Jan Corssennagel, Jan Botter met zijn vrouw Lijsbet Hagen, Francis Nigrelli met zijn vrouw Maijtje Botter, mitsgaders Isaacq Botter met zijn vrouw Marritje Jans, allen borgers, kinderen en erfgenamen van Goris Botter en Petronella Jans in hun leven echtelieden en borgers,
aan Jan Everts van de Posthoorn, borger,
een huis, tabaksschuur en hof, strekkende voor van de Zuidsingel (Cingel) met een uitgang door een poort in de Koesteeg (Koeijsteegh), waardoor men met wagen en paarden rijden kan, door Jan Evertsen bewoond, met de expresse voorwaarde dat de pomp achter de schuur zal wezen gemeen en gemeen moet onderhouden worden en dat de luiken van de schuur buitenwaards over de grond van het huis van Henrick van Zevender hun vrije opgang hebben, hetwelk hij moet gedogen
belend aan de ene zijde: de Calandermolen.
[7]
Uit dit huwelijk:
Op 5-8-1686 testeren
Herman Aertszn Botter, meester-metselaar, wonend te Amersfoort, en zijn
echtgenote Petronella Verhouwel (tekent: Piternil Willems).
Zij hebben huwelijkse voorwaarden opgemaakt op 26-10-1685.
Zij vermaken elkaar thans de lijftocht en vruchtgebruik van hun bezit, waaronder stenen en calck.
Secluderen de weeskamer etc.
Getuigen: Matheus Witsenraadt (tekent Weitsevast), Jan Schreuyer (tekent: I.H.S.) en Jacobus van Liender (tekent: Lijnder), allen borgers van Amersfoort.
[8]
Op 28-11-1719 hebben
Nicolaas van Bogarijen en Anna Botter, echtelieden, ten eenre, en Maria van Altena, weduwe van Harmen Botter en moeder van genoemde Anna Botter, ter andere zijde, een accoord bereikt en uit de weg genomen het proces dat tussen hen voor dit gerecht liep over het vaders goed.
[9]
Op 2-10-1724 is overleden
Hendrik Krieker,
wednr. van Catharina Brouwer.
Boedelinventaris:
Het betreft een huysinge, erve en grond op 't Sand; 2/18 in de volmolen op Boesemberg buiten de Kleine Coppelpoort.
2 Huysingen bij de Bloemendaalse binnenpoort op de hoek van de Havik en op de hoek van de Muurhuijsen met een caemer in de Muurhuijsen,
verdere inboedel verkocht waaronder een ingelegde kast en een glasecast.
Ernwordt verwezen naar een
Akte van Boedelscheiding d.d 24-5-1720 voor Nots. S. van Brinckesteyn, naar een
Inventaris van de boedeltoestand van 1724 van voor de boedelscheiding met de voorkinderen van Herman Botter, zie: 7-11-1725, 21-2-1729 Nots. S. van Brinckesteyn AT 030b004: afrekening van de kinderen onderling.
De kinderen (4 zonen, 4 dochters) zijn: Willem Krieker te Amsterdam, overleden. Agnes Krieker, gehuwd met Arien van der Maath te Amersfoort . Pieter Krieker te Amersfoort.
Hendrina Krieker in 't Clooster tot Hulst in 't Ceulsland. Johannes Krieker, uitlandig.
Elisabeth Krieker (is 21-2-1729 weduwe), gehuwd met Herman Lemmerts, medicine doctor tot Amsterdam. Hendrik Krieker.
Catharina Krieker, gehuwd met Adam Bloedbergente Amersfoort.
[10]
Op 17-11-1725 vindt de boedelscheiding van Hendrik Krieker,
gehuwd geweest met Catharina Brouwer.
Het betreft een
huysinge, erve en grond bij de Bloemendaelse Binnenpoort met zijn gang in de Muurhuijsen uitkomende, een huysinge daarnaast in de Muurhuijsen.
een huysinge annex de bovengenoemde huysinge bij de Bloemendaelse Binnenpoort op de hoek van de Havik. Er wordt verwezen naar een eerdere akte Boedelscheiding: 17-11-1725 S. van Brinckesteyn AT 030b004, en een akte van
Verkoop: 14-12-1725 S. van Brinckesteyn AT 030b004.
Zij hebben zamen 8 kinderen: zie boedelinventaris en boedelscheiding. Boedelscheiding tussen de kinderen en erfgenamen van Hendrik Krieker: met name
Arien van der Maat, gehuwd met Agnes Krieker. Pieter Krieker, gehuwd met Marritje van Egdom.
Hendrik Krieker, meerderjarig. Adam Bloetbergen, gehuwd met Catharina Krieker en verdere kinderen.
en de voorkinderen van Herman Botter (mr. metselaar alhier) met Petronella Willems Verhouwel:
Evert van Ginkel, gehuwd met Geertruijd Botter. Aart Botter, gehuwd met Johanna van Oort.
Willem Botter. gehuwd met Marritje van Stuijvenberg.
[11]
Uit zijn eerste huwelijk (Botter-Verhouwel):
Op 3-2-1728 wordt verkocht uit de nalatenschap van
Anthony van Ginckel:
een huysinge met den hoff en schuur daar achter aan de Slijkstraat naast het Blockland Gasthuijs; 5 vierendeel tabaxland buiten de Slijkpoort, een gelatte tabaxschuur met 9 gebinten met spijlen, pomp en tabaxkist, van de Leusderweg tot aan het steegje of Grote Haick noordelijk van het Pieters Gasthuijs.
1 Dammaat tabaxland bij de voetstoot buyten de Slijkpoort even over de Papensteeg.
Erfgenamen zijn de zoons en schoonzoons:
Jan van Ginckel, mr. kistemaker, gehuwd met Fennitje Rijcken van Stuijvenbergh. Evert van Ginckel bakker, gehuwd met Geertruijt Botter. Adam Rijkenberch, gehuwd met Cornelia van Ginckel. Hendrik Siecker, gehuwd met Margareta van Ginckel, tot Amsterdam. Gijsbert van Waterdaal, gehuwd met Evertje van Ginckel.
[12]
Op 9-8-1728
verkopen Jan van Ginckel, mr. kistenmaker, en zijn vrouw Fennetje Rijks van Stuijvenberg, tevens Evert van Ginckel, bakker, en zijn vrouw Geertruijd Botter burgers, voor haer selven en als bij maaggescheijd het recht bekomen hebbende van Adam Rijkenbergh en zijn vrouw Cornelia van Ginckel, alsmede Hendrik Sierker en zijn vrouw Margaretha van Ginckel, wonende tot Amsterdam en eijndelijk Gijsbert van Waterdaal en zijn vrouw Evertje van Ginckel, tesamen eenige erfgenamen van haare vader en schoonvader Anthony van Ginckel saliger,
1. aan Reijer van Guuttikhoven, borger,
huis met hof en schuur daarachter in de Arnhemsestraat (Slijkstraat)
belend aan de ene zijde: het Bloklands Gasthuijs,
aan de andere zijde: Pieter de Bruijn,
[13]
2. aan Machiel van de Bergh, borger,
vijf vierendeel morgen tabaxland, edog bij de voetstoot en soo groot en kleijn als 't solterland gelegen seijd buijten de Arnhemsepoort (Slijkpoort), met een gelatte tabaxschuur, groot negen gebinten, met spijlen, pomp en een tabaxkist van twee luijken, strekkende het voorzegde land uijt de halve Leusderweg (Leusderbroecksewegh) tot aan het steegje off groote hoeck toe
belend aan de ene zijde: het St. Pieters Gasthuijs,
aan de andere zijde: ten noorden Cornelis van Loeveseijn en de schansjes van 't weeshuijs naast gelegen zijn, met het houtgewas daerop en omme, voor en achter op de weg staande.
[14]
3. aan Machiel van de Bergh, borger,
een dammaat tabaxland, bij de voetstoot en soo groot en kleijn als 't selve gelegen seijd buiten de Arnhemsepoort (Slijkpoort) over het Monnikenpad
belend aan de ene zijde: ten zuiden Didrik Wijborgh, tegen de heg van dit land,
aan de andere zijde: ten westen Aart ten Bosch, achter de opgaande hegh,
aan de andere zijde: ten noorden voorzegde Monnikenpad (Papensteegh),
aan de andere zijde: ten oosten Cornelia van Sandendaal.
[15]
Op 24-8-1737
lenen Evert van Ginkel en zijn vrouw Geertruijd Botter, burgers,
van Hendrik van Halteren en zijn vrouw Maria van Sonsbeek,
399 gulden en 18 stuiver,
met als onderpand: huis, hof en hofstede op het Grote Spui (Spui aan de Oostzijde),
belend aan de ene zijde: Gerrit Overkamp,
aan de andere zijde: de weduwe van Willem Feer.
[16]
Op 9-4-1742
lenen Evert van Ginkel en zijn vrouw Geertruyd Botter, burgers,
van Hendrik van Halteren, en zijn vrouw Maria van Sonsbeek,
600 gulden,
met als onderpand: hun huis, hof en hofstede op het Grote Spui (Spoeij aan de oostzijde),
belend aan de ene zijde: Gerrit Overkamp,
aan de andere zijde: de weduwe van Willem Feer.
[17]
Op 22-1-1752
verkopen Evert van Ginkel, bakker en zijn vrouw Geertruijd Botter, burgers,
aan Hendrik van Halteren en zijn vrouw,
een huis, hof en schuurtje aan de noordzijde van 't Spui,
belend aan de ene zijde: naar de Koppel de weduwe van Hendrik Overkamp,
aan de andere zijde: de kinderen van de weduwe Willem Feer, grutster.
[18]
Op 12-5-1719
verkopen Teuntje van Oort bejaarde dochter, Willem van Oort, koekebakker, Grietje van Oort, meerderjarige dochter, Aert Botter metselaar en zijn vrouw Johanna van Oort, Cornelis van Oort koekebakker en Christina van Domselaar mede echtelieden, welke Teuntje, Willem, Grietje, Johanna en Cornelis van Oort de enige nagelaten kinderen en erfgenamen zijn van Gerrit Anthonissen van Oort en Jannitje Willems, in haar leven echtelieden,
aan Arend Vrindt wedunaar van Annitje Pieters van Ouwerkerck voor de eene helfte en aan de erfgenamen van de voornoemde Annitje Pieters van Ouwerkerck voor de andere helfte,
huis hof en steeg in de Hellestraat
belend aan de ene zijde: de weduwe Gerrit Teunissen van de Poll en mr. Hendrick Colverschooten,
aan de andere zijde: aan de oostsijde Jan Jacobsen van Loeveseijn en desselfs zuster,
aan de andere zijde: de Hellestraat.
[19]
Uit zijn tweede huwelijk (Botter-van Altena) bij alle dopen moedersnaam alleen met patroniem):
Op 7-10-1724
verkopen Cornelia Taats weduwe en boedelhoudster van Hendrik Visscher, borgerse alhier (zij heeft met haar man zaliger op 16-8-1722 verkocht),
aan Hendrik Botter, meestermetselaar en Hendrina Jans Tops echtelieden en borgers,
huis, hof en hofstede aan het St. Jans kerkhof
belend aan de ene zijde: voor aan 't kerkhof de weduwe van Jan Spoor,
aan de andere zijde: Dirck Methorst havenmeester met zijn schuur.
[20]
Op 7-10-1724
verkopen Hendrick Botter, meestermetselaar en Hendrina Jans Tops, echtelieden en borgers,
aan Laurents Keijser en Jannitje Withoos echtelieden en borgers,
huis, hof en hofstede cum annexis aan het Janskerkhof
belend aan de ene zijde: aan 't kerkhof de weduwe van Jan Spoor,
aan de andere zijde: Dirck Methorst, havenmeester met zijn schuur.
De verkoop is met de staande en leggende platen, behalve de bedstede in de kamer die gebruikt wordt door Dirck Jacobsen en de bedstede in de kamer die gebruikt wordt door Samuel Leijdenhorst, tevens met de duivenhokken die boven op zolder en in de stal opgeslagen zijn mitsgaders het varkensschot op de plaats, en met de voorwaarde dat de acceptanten in de hof langs de daar gelegen schuur nooit enige bomen of ander gewas zullen planten waardoor de wind van de schuur van de voornoemde Methorst verhinderd wordt.
[21]
Op 7-10-1724
lenen Hendrick Botter, meestermetselaar en Hendrina Jans Tops, echtelieden en borgers,
van Pieter van Bloemhuijsen, kostkooper in 't Blocklands Gasthuijs,
300 gulden,
met als onderpand: haar halve huis op het St. Janskerkhof, in huur gebruikt door Jan van Doornik,
belend aan de ene zijde: de weduwe van Aert Dalecamp,
aan de andere zijde: de weduwe van Herman Geurtsen van Oostrum.
[22]
Op 22-8-1721
verkopen Aelt Hendricks van de Vlier, wonende tot Nijkerk in Gelderland voor hem selve en als gemachtigde niet alleen van sijn huisvrouw Maria de Bruijn maar ook van de mondige en mombairs van de onmondige kinderen en erfgenamen van docotor Gualtherus de Bruijn in zijn leven predikant tot Hoevelaken en Alijda Noijer egtelieden,
aan Jan van Raalt Assueruszoon en Elisabeth Botter echtelieden en borgers dezer stad,
huis, hof en hofstede met een achterwoning strekkende voor van de Nieuwstraat tot achter in de Stovestraat
belend aan de ene zijde: de kinderen en erfgenamen van Jacob Oudendoelen,
aan de andere zijde: Bessel van Butselaar,
[23]
Op 15-9-1731
leent Jhr. Aloijsius van Muijlwijk als speciale gemagtigde van Jan Assuerussen van Raalt en zijn vrouw Elisabeth Botter,
van Juffrouwen Geertruijd en Ida van Lielaar,
2200 gulden,
met als onderpand:
1. huis, erve en grond in de Nieuwestraat en agter in de Stovestraat uytkomende, haarlieden getransporteerd door de erfgenamen van Do. Gualterus de Bruijn.
Akte is doorgehaald en geroyeerd 23-10-1773.
2. een dammaat tabaxland buijten de Camppoort aan de Lage wegh,
belend aan de ene zijde: sijn principalen selfs,
aan de andere zijde: Wouter van de Pegh,
3. de helfte, zijnde het westereijnd van een tabaxschuur aan de Hogewegh,
4. de helfte, van de oostsijde te rekenen, van sekere tabaxschuur staande aan 't voetpad aan de Hogewegh
5.
6. een mergen tabaxland aan't voetpad aan de Hogewegh
belend aan de ene zijde: de principalen selfs,
aan de andere zijde: de kinderen van Matthijs Otterspoor,
7. de helfte van een halve vierendeel tabaxland strekkende van de Hogeweg tot aan de Lageweg, belend aan de ene zijde: het mergen aan de Lageweg daar aan de oostsijde Reynier Coedijk, aan de westsijde Jacob Peelen en Jan Kuijper.
[24]
Op 4-6-1736
lenen Jan Assuerussen van Raalt en zijn vrouw Elisabeth Botter, burgers,
van Geertruyd en Ida van Lilaar, gezusters,
1000 gulden,
met als onderpand:
1. huis, erf en grond in de Nieuwstraat, achter de Stovestraat uitkomend,
2. een dammaat tabaksland aan de Lageweg, buiten de Camppoort
belend aan de ene zijde Wouter van de Pegs erfgenamen
3. de helft van een tabaksschuur van 15 gebinten en 14 vakken, het westereind staande aan de Hogeweg
4. de helft, van de oostzijde te rekenen, van een tabaksschuur van 18 vakken, aan het Voetpad
5. een morgen tabakssland aan het Voetpad
belend aan de ene zijde de principalen zelf,
aan de andere zijde de kinderen van Matthijs Ottenspoor,
6. de helft van 'n halve vierdeel tabaksland van de Hogeweg tot aan de Lageweg
belend aan de Lageweg oostzijde Reynier Coedijk
aan de westzijde Jacob Peelen en Jan Kuypers erfgenamen.
Deze akte is geheel doorgehaald. In margine: de juffrouwen van Lilaar verklaren dat de schuld op 10-3-1742 is afgelost, waarvan akte 2-4-1748.
[25]
Op 24-8-1738
leent Elisabeth Botter, weduwe en boedelhoudster van Jan Assuerissen van Raalt, burgeres voor zich en als moeder en momberse over haar minderjarige kinderen Assuerus, Maria en Dirk van Raalt,
van Geertruyd en Ida van Lilaar, gezusters,
1000 gulden,
met als onderpand:
1. huis, erf en grond in de Nieuwstraat en achter met het klein huisje en poort in de Stovestraat uitkomend,
belend aan de ene zijde: Elisabeth Oudendoelen, weduwe van Hendrik van der Maath en de nagelaten zoon van Anna Maria Oudendoelen en Pieter Krieker,
aan de andere zijde: Jan Putoor,
2. eem dammaat tabaksland buiten de Kamppoort aan de Lageweg
belend
aan de ene zijde: Elisabeth Botter zelf,
aan de andere zijde: Cornelis van Lochum,
3. de helft van een tabaksschuur van 15 gebinten en 14 vakken aan het westereind, aan de Hogeweg,
4. de helft van de oostzijde te rekenen van zekere tabaksschuur van 18 vakken, aan het voetpad,
6. een morgen tabaksland aan 't voetpad
belend
aan de ene zijde de kinderen van Matthijs Otterspoor,
aan de andere zijde Elisabeth Botter zelf,
6. de helft van halve viertel tabaksland, strekkende van de Hogeweg tot aan de Lageweg
belend
aan de ene zijde: aan de Lageweg aan de voorzijde Reimer Coedijk
aan de westzijde Jacob Pelen en Jan Kuypers erfgenamen.
Akte geheel doorgehaald. In margine: schuld afgelost waarvan akte 2-4-1743
[26]
Op 13-1-1742 vindt de boedelscheiding plaats van
Jan Assuerussen van Raalt
echtgenoot van Elisabet Botter.
Het betreft te Amersfoort: eenhuis in de Nieuwstraat, tabaksland met schuur buiten de Camppoort, een tabaksschuur aan Hogeweg, tabaksland aan de Lageweg.
Er wordt verwezen naar een
Testament: 16-2-1719 Nots. J. de Goeye AT 025a, en een
Voogdbenoeming: 13-1-1742 Nots. A. van Veerssen AT 033a006 rep 2.
Erfgenamen zijn de 2 Kinderen: Maria van Raalt en Dirk van Raalt.
[27]
Op 8-7-1747
leent Elisabeth Botter, weduwe van Jan Assuereszen van Raalt, burgeres,
van Jufrouw Sophia Gabrij, weduwe van Reynier van Coeverden, in leven schepen en raad dezer stad,
300 gulden,
met als onderpand:
1. 'n huis hof en hofstede in de Nieuwstraat uitkomende met zijn gang en poort in de Stovestraat,
belend aan de ene zijde: de wed van Hendricus van der Maath,
aan de andere zijde: Jan Putoor,
2. 'n huis in de Stovestraat.
belend aan de ene zijde: Jan Putoor met zijn gang en poort
aan de andere zijde: de poort en gang van het eerstgenoemde huis.
[28]
Op 18-11-1747
verkoopt Elisabeth Botter, weduwe van Jan Assuerussen van Raalt,
aan Assuerus van Raalt en zijn vrouw Odilia Lilaar, burgers,
'n morgen tabaksland in de vrijheid der stad aan de zuidzijde van de Lageweg
belend aan de ene zijde: Reijnier Coedijk,
aan de andere zijde: Jacob Peelen.
[29]
Uit dit huwelijk:
Op 1-9-1719
verkopen Hendrik van Herden en Johanna van Overeem echtelieden, Maria van Overeem weduwe van Ratius Oudendoelen, Willemina van Overeem bejaarde dochter, Aleijda van Overeem en Aelt Barentsen van Puerveen als oom en mombair over hare onmondige zusters Willemina en Maria van Overeem, kinderen van Arien van Overeem de Jonge, Nicolaas van Bogerijen en Johanna Botter, echtelieden voor haar zelf en de voornoemde Nicolaas van Bogarijen als voogd over sijn onmondige broeder en zuster Arien en Engel van Bogarijen, mitsgaders Wouter ter Linden en Leduina van Bogarijen echtelieden, kinderen van Wouter van Bogarijen aan Sophia van Overeem verwekt, tezamen respectieve kinderen en kindskinderen, mitsgaders erfgenamen van Arrien van Overeem en Ledia Jans zaliger, in haar leven echtelieden,
aan Hendrik van Houdema ende Grietje van Westerhoff echteluijde ende borgers,
seeckere huijsinge ende erve staande alhier aan de Langestraat bij de Vismarkt, strekkende voor van de straat tot aan de Vismarkt, alwaar het selve met een poort is wijtcomende
belend aan de ene zijde: Marcus Romanby,
aan de andere zijde: Jacobus de Koningh,
Bij de poort hoort het recht om daarover met paard en wagen naar welgevallen te mogen varen.
[30]
30-11-1734 verwerpt Johanna Botter, gehuwd met Nicolaas van Bogarijen, te Amersfoort
de nalatenschap van haar moeder
Maria van Altena,
overleden 29-11-1734 laatst wonend te Amersfoort,
wed. van Herman Botter
ten behoeve van haar broeder en zuster Goris Botter en Elisabeth Botter.
[31]
Uit zijn eerste huwelijk (Botter-Jansen):
Uit dit huwelijk:
Archief Maesje Everts, 1618-1702:[33]
nr. 10: Stukken betreffende een rechtzaak tussen Jan Herres als voogd van de kinderen uit het huwelijk van Aertje Jans en Lambert Willems, en Willem Botter, echtgenoot van Maesje Everts, inzake de nalatenschap van Evert Otten, in leven zowel echtgenoot geweest van Aertje Jans als Maesjen Everts.
Datering: 1677, 1684-1685,[34], 1693, 1697
Datering: 1679-1694
Datering: 1691-1694
Datering: 1702
Op 24-6-1724
lenen Reijnier van Wijk en Jacomina Mandshert, echtelieden en borgers,
van Jacobus Botter, verwer en Elsje Bonecamp echtelieden en borgers.
Het onderpand is een huis met hof daarachter in de Utrechtsestraat, "met alle 't geene daer inne aart en nagelvast is waer onder mede begrepen zijn platen, bedplanken, onderlagen",
belend aan de ene zijde: naar de poort toe Jacob Craanen,
aan de andere zijde: de weduwe van Johannes Nieuburg.
Het huis is belast met 500 gulden ten behoeve van Willem van Domselaar, secretaris van Hoevelaken,
Op de last van drie gulden per jaar ten behoeve van het Sint Pietersgasthuis en zestien stuivers per jaar t.b.v. de kerk van Hoevelaken. Verkoop geschiedt met de voorwaarde dat verkopers tot mei 1725 blijven wonen "in een buijten camertje en int voorhuijs tot haar gebruick hebben een venster tot haer neringe, sonder daer over huur te geven".
[35]
Op 8-8-1746 vindt te Amersfoort de boedelscheiding plaats van
Jacobus Botter, overleden te Amersfoort, echtgenoot van
Elsje Dirks Boonekamp.
Er wordt verwezen naar een testament: d.d. 19-9-1746
[36]
Erfgename is hun enige kind: Geertruijd Botters.
[37]
Op 17-3-1751
lenen Peter Bonekamp en Elsje Bonekamp, weduwe van Jacobus Botter, burgers,
van Catharina Gabrij, meerderjarige dochter,
300 gulden,
met als onderpand:
(1) hun huis, hof en hofstede aan de zuijdzijde van de Utrechtsestraat,
belend aan de ene zijde: de weduwe Nicolaas Methorst,
aan de andere zijde: de erfgenamen van Hendrik Petersen, lijnslager,
(2) hun huis, hof en hofstede aan de noordzijde van de Utrechtsestraat
belend aan de ene zijde: Aert van Doornik
aan de andere zijde: de erfgenamen van Gerrit van Beek.
Deze akte is geheel doorgehaald.In de Marge: Catharina Gabrij, koper geworden van de twee huizen, vraagt ontslag van huis, hof en hofstede aan de noordzijde van de Utrechtsestraat, met behoud van de andere plechte (akte 5-2-1753). Hendrik van Westerhof verklaard ontvangst van ƒ 300 met rente, waarvan akte 5-2-1798.
[38]
Op 19-12-1753
verkoopt Eefje (sic!) Bonekamp, weduwe van Jacobus Botter,
aan Gerrit van Westerhof, bombazijdewerkersbaas,
Uit dit huwelijk:
Referenties van de gegevens van generatie 5 staan ook hier
Referenties Fragment Genealogie Botter --- Generatie 5 ( 39 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
![]() genealogy page |
contents |
![]() index |
generation 6 |
generation 4 |
Directly go to generation : 1 2 3 4 5 6 7 8 |