3a. Pieter Pietersz Bom van Cranenburch (Bom de Oude), geb. Delft vóór ca. 1545, beg. Delft Oude Kerk 31-10-1623, wijnkoper te Delft, en waard in Het Schaeck te Delft, en in Het Gorcum te 's-Gravenhage,[1]
verpacht land te Nootdorp (1569),
vermeld als voogd te Delft (1575),
tr. vóór ca. 1570 verm.[2]
Johanna de Bie.
Wapen de Bie: zwarte beurtelings gekanteelde dwarsbalk in goud, merkwaardigerwijze zonder bijen![3]
De Honderdste Penning van Nootdorp (Delfland) 1569:[4]
Thoenys Joostensz bruyct noch van Pieter Pietersz Bom 3 margen ende vijff hont om 36
£ van date den 15en aprilis '67 : £ 7.18.6.
Dirrick Maertensz bruyct van Pieter Pietersz Bom 13½ hont om 13 £, by eede verclaert £ 2.17.3
Jan Dirricxz Cock bruyct een huys, een bogart, erff mittet landt, groot 3 margen,
van Pieter Pietersz Bom om 30 £, blijct van date den 16en january 1568, compt £ 6.12.0
Op 27-1-1586 verkopen
Aryaentgen Sentendr met haar gekozen voogd Joris Sentenz voor haar zelf, Claes Claesz Bregman en Joris Senten als voogden van het weeskind van Jonge Claes Claesz Bregman za. ged., Egbert Pietersz als
man en voogd van Anna Senten, als erfgenamen van Sent Jansz en Maertge Senten za. ged., aan
Pieter Bom Pietersz tot Delft een woning genaamd De Aeckerboom, groot 12 morgen, de hoop zonder maat in de hoefslag gelegen in Keeten (te Capelle aan de IJssel), strekkend uit de IJssel tot de landscheiding, ten oosten
Leendert Senten en ten westen Claes Jansz Vormer. Borg is Corstiaen Vincenten.
[5]
Op 15-9-1588
compareerde Pieter Pietersz Bom, ende transporteerde
midts desen Jan Jansz Bom syn cousin een gerechte
derdepaert van een rente van dertien gulden tsjrs verschijnende
in Martio met 't verloop sedert Marty Lestleden
verschenen. Sprekende op Jan Snouck tot Gorckum
die hem by cavelinge te buer syn gevallen in de
goederen van sa. Jan Willem in syn leven procureur
Shoffs van Hollant blyckende bij de caevel cedulle in
datum den xxviij September Anno XVC. acht en tachtig,
enz.[6]
Grafboeken der Groote of St. Jacobskerk te 's-Gravenhage:[7]
't XXVe graff behoort Pieter Bom van Delff ende sijnen
erven. (register begint 1620)
Dit graff behoort nu d, here Mr. Jacob Hamel, bewinthebber
van de West-Indische Compt: als t' selve
gecoft hebbende van d'here advocaet Johannes Bom
den 28 Januarij 1645, volgens het bescheyt daervan
vertoont, ende onder denselven Hamel berustende.
-
1. Pieter Pietersz Bom van Cranenburch (de Jonge), geb. vóór ca. 1585, commissaris der Staten-Generaal voor de ammunitie van den oorlog te velde (1620),
huw. get. (1607, 1620),
wonende te 's-Gravenhage (1608), Delft (1607, 1616),
otr. 's-Gravenhage 30-11-1608[9]
Margrieta den Dorst, wonende te Delft in 't Vlyes.
-
2. Adriana Bom van Cranenburch, geb. Delft 1567[10], beg. Delft Oude Kerk 1-8-1619 in haar mans graf, j.d. wonende aan de Voorstraat te Delft (1589),
otr. Delft 2-7-1589 (als Adriana Pieter Boms),[11]
[12]
Gabriël Vernatti, geb. Chieri (Savoye, Piemont)) 1559, beg. Delft Oude Kerk 5-9-1625, jongman Piemontois, wonende te Woerden (1589),
vermeld als tafelhouder te Woerden (feb. 1590),
krijgt in 1598 voor 9 jaar octrooi tot het houden van de bank van lening te Delft, (verlengd in 1604),
tafelhouder te Delft 1598-1625,
verkrijgt met zijn gezin "der Stede protectie en burgerrecht" te Delft (1604),
woont in De Lommerd aan de Verwersdijk, later aan de W.Z. Oude Delft bij de Oude Kerk,
bezit aandelen in de VOC en vaste goederen in de Beyerlanden en de Noord-Hollandse inpolderingen,[13]
zn. van Philiberto Vernatti en Catharina Brunazza.
|
Adriana Bom van Cranenburgh (1567-1619).
Kopie van een schilderij van Michiel Jansz. van Mierevelt uit 1610.
Olie op doek, 64 x 54 cm
Locatie: particuliere collectie
Bron:
klik op plaatje(s) om te vergroten |
Wapen Vernatti: In goud 3 populieren op groene grond, met een 6-puntige gouden ster
in een blauw schildhoofd.[14]
Adriana Pietersdr Bom en Gabriël Vernatti
testeerden 5-6-1612.[15]
Gabriël Vernatti testeert alleen op 31-8-1625.[16]
Op 3-4-l626 machtigen Jacob Bom van Cranenburg te Utrecht en Mr Berney Rems, Engelsch koopman te Delft als executeuren testamentair van zaliger
Jhr. Gabriel Vernatti, Mr. Philibert Vernatti om ter Csmer
der Oost-Indische Compagnie te Amsterdam het kapitaal. groot ƒ 27.000 staande ten
name van den overledene op zijn kinderen over te dragen, n.1. op
Johanna, Gabriel, Anna, Margaretha, Pieter, Anthony , Abraham,
Maximiliaan en Maria Vernatti.
Gedaan ter presentie van den heer Michiel Bom van Cranenburg
advt. te Utrecht, en Pieter Anthonisz Bom, lakenkooper te Delft.
[17]
Uit dit huwelijk (zeven zoons en vier dochters)
-
a. Sir Mr. Philibert Vernatt(i), geb. Delft 14-7-1590, ovl. Edinburgh mei/juni 1643 (op de vlucht met de Engelse koning),[18]
afkomstig van Delft,
ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 16-11-1610 ("Philibertus Vernat", Delfensis, 20(jaar)"),[19]
gepromoveerd met het verdedigen van de Privatis et publicis criminibus,[20]
ingeschreven als student aan Universiteit van Herborn 16-2-1615 ("Philibertus Vernat, Holandus "),[21]
begeeft zich in 1616 met de hulp-expeditie van Graaf Johan Ernst van Nassau-Siegen naar Venetië, waar hij in hooge gunst kwam te staan bij de Venetiaansche regeering, die hem in 1617 de orde van St. Marco schonk,[22]
vertrekt na de dood van zijn eerste vrouw naar Engeland,
vermeld als eigenaar van grote partijen land gelegen in de nieuwe dijkage van Hathfield-Chase, in de provincies York, Lincoln en Nottingham,
woont met zijn laatste echtgenote bewoonde eenigen
tijd in het huis Nieuwburg onder Rijswijk, dat hij 12 Aug.
1624 had gekocht, en 8 Juli 1630 voor ƒ 30.000 aan
de Prins van Oranje overdroeg,[23]
verheven tot Baronet (1634),[24]
ontvangt een concessie van land in Nova Scotia,[25]
woont nog te Londen (1640),
otr. 1o Delft 22-8-1620[26] en
Rotterdam 22-8-1620[27]
Genevive (Wijveke, Wijvina) van der Meyden, geb. Rotterdam 1590-1595, ovl. 9-11-1624 (in de kraam van een levenloze zoon), dr. van Fop Pietersz van der Meyden, kaaskoper, haringreder en -handelaar, handelaar in zout, wijn en andere inheemse, Westerse en Oosterse koopmanschappen, vroedschap, schepen, burgemeester, heiliggeestmeester, admiraliteit, weesmeester, boonheer, fabrijkmeester, tresorier, kerkmeester te Rotterdam, gedeputeerde
ter dagvaart, mede-oprichter en bewindhebber der Oost-Indische Compagnie, en Maritje Leendertsdr Schilperoort,
otr. 2o Amsterdam 12-6-1626 (zij verclaerde omtrent een jaer wede geweest, te hebben, en geasst. met Margrietie Huysmans en Anna van Valckenburgh
haer moeye ende nichte woonende op de Heregracht),[28]
tr. 2o Rijswijk 29-6-1626 (zij als "De weduwe van Smitt, wel voorsien van goudt, doch daerbij een weinich oudt")[29]
Susanna Huysmans, geb. Antwerpen 1587, beg. Delft Oude Kerk 9-3-1661, wed. van Frederik Smitt(s), zeer vermogend koopman,
dochter van Herman Huysmans en Anna van Valkenburg.
Uit zijn beide huwelijken nageslacht bekend.
Sir Philibert Vernatti (1590-1643), alsmede diens
nakomelingen, voerde sedert zijn verheffing tot Baronet in
1634 een sterk vermeerderd wapen: Gedeeld: rechts: Vernatti,
links: rechts-geschuinbalkt van rood en goud van 6 stukken.
Een hartschild: In blauw een zilver schuinkruis, beladen met
een tweede hartschild: In goud een klimmende rode leeuw.[30]
Op 6-8-1620 werden te Rotterdam de huwelijksvoorwaarden opgemaakt
tusschen : den Ehrentfesten heer Philibert Vernatt, ridder
der Orde van St. Marco van de Serenissime Seignorie van
Venetie, jonkgezel, en Genevive (Wijveke, Wijvina) van der Meyden, jonge
dochter. De bruidegom werd geassisteerd door zijn vader
Gabriël Vernatt wonende te Delft, zijn broeder Gioan Vernatt koopman te Amsterdam, benevens door een-viertal
leden der familie Bom van Cranenburch, onder wie Pieter Bom van Cranenburch, commissaris der Staten-Generaal voor
de ammunitie van den oorlog te velde.
[31]
In dec. 1630 is Jhr. Philibert Vernatti, Ridder, Edelman van de privé-kamer van Z. Kon. Majesteit van Groot-Brittagne, Heer van Finningley en Athorp, te Rotterdam
om voor zijn beide dochtertjes Geneviva Maria
en Adriana heur moederlijk erfdeel te regelen.
[32]
-
b. Johanna (Jeanne) Vernat(ti), geb. vóór ca. 1599, tr. 1o voor 1617[33]
Pieter van der Wel, beg. Delft Oude Kerk 27-8-1617, kornet onder den Hr. van Brederode,
tr. 2o Delft 4-4-1626
Vernat, ,[34]
[35]
[36]
Pierre de Durfort, Seigneur d'Antigue, ovl. Utrecht (overluid)5-2-1645, hugenoots edelman,
kapt. eener compagnie Fransche voetknechten in 't regiment van den Hr. de Chatillon in garnizoen te Rhenen ("120 koppen voetvolk van den heer de Chastillon, doende in de 42 dagen 1655 gulden, staende ter repartitie van Holland"),[37]
luitenant-kolonel bij 't regiment van den Graaf van Coligny,
later Gouverneur der Stad Utrecht.
Hij hertr. verm. vóór ca. 1635 Maria de Cock van Delwijnen,[38] bij wie een dochter.
-
c. Johan (Gioan) Vernatt(i), geb. Delft 1595, ovl./beg. Delft Oude Kerk 5/9-8-1637 ("in syn vaders graft, synde een steene kelder alwaar aan de naeste pilaer hong syn vaders en moeders wapen"),[39]
[40]
koopman te Amsterdam (1620) en Delft, huw. get. (1620),
de enige der 7 Vernatti gebroeders die niet naar Engeland was getrokken, en, na een débacle in zijn affaires in Amsterdam, met zijn gezin "Uit consideratie" in het ouderlijk huis het Blauwe Schaap in Delft, dat door zijns vaders erfgenamen in onverdeeld bezit gehouden werd, mocht wonen,[41]
leefde in onmin en in processen verwikkeld met zijn broers en zusters die hem desondanks financieel steunden,[42]
otr. Delft 22-2-1620 (huw. voorwaarden 28-2-1820),[43]
otr. Amsterdam geref. 20-2-1620 ,[44]
Sara van G(h)eel, ged. nerderduits geref. kerk Keulen 3-9-1599 (get. Pieter Dablyn (d'Ablaing) de jonge in plaats van Maximiliaen van Geel, en Susanna Dragon in plaats van Margariet van Geel)[45], ovl. ten huize van haar zoon Constantijn in Old Ford bij Londen, beg. St. Mary, Stratford le Bow 1-11-1678 (Vergunning voor haar rouwbord (Hatchment) afgegeven door het College of Heralds te Londen 4-11-1678), dr. van Pieter van Gheel en Sara Masquelier.
Hieruit verder nageslacht bekend.
-
d. Sir Gabriel Vernatti, geb. ca. 1596/97, beg. Hatfield (Yorkshire 1-10-1655,[46]
ingeschreven als student aan Universiteit van Herborn 1616 ("Gabriel Vernat, Delphensis-Holandus"),[47]
vergezelde zijn broer Philibert op de expeditie naar Venetië, waar hij in 1617 tot Ridder van San Marco gemaakt werd, op grond
waarvan hij later, ten onrechte, in Engeland de stijl voerde
van Sir Gabriel Vernatti,
was mede een der aanzienlijke deelhebbers in de droogmakerijen
in Engeland, te midden waarvan hij zijn leven doorbracht,
in het gehucht Northtofts bij Hartfield, overleed
kinderloos en noemt geen vrouw in zijn testament, doch er
zijn aanwijzingen dat hij de Vernatti was wiens weduwe als
Dame Mary Vernatti in 1666 overleed.[48]
-
e. Anna Vernatti, geb. Delft ca. 1598, ovl. vóór haar man verm. in Londen, woont ca. 1640 te Londen,
testeert met haar man 12-10-1629,[49]
tr. Delft Franse Kerk 19-2-1623[50]
Barney Reymes, ged. Overstrand (Norfolk) 3-6-1588. Merchant Adventurer, aanvankelijk in het Engelse Court in Delft, tussen 1640 en 1643 residerende in Grace Church Street, Londen, vanaf 1648 te Rotterdam, Courtmaster aldaar, en na 1655 te Dordrecht,
zn. van William Reymes, 11th Lord of the Manor of Overstrand, en van Mary Payne.
-
f. Margaretha Vernatti, geb.. ca. 1600, ovl. in Norfolk voor 1658, genaturaliseerd in Engeland 21-4-1634,
tr. (huwelijksvoorwaarden Delft 6-12-1630)[51]
Nathaniel Knyvett, ged. Ashwell Thorpe 4-10-1598, ovl. Intwood (Norfolk), beg. Ashwell Thorpe 18-11-1659. Lord of the Manor of Westhall, Denver, Norfolk 1648/49,
Merchant Adventurer in de Court of Rotterdam.
zn. van Sir Thomas Knyvett, Lord of the Manor of Ashwell Thorpe, en van Elizabet Bacon.
-
g. Pieter (Pietro) Vernatti, geb. 1599-1603,[52]
ingeschreven als student filosofie 5-9-1620 ("Petrus Vernat", Delphensis, 20 (jaar)") en als student rechten 22-6-1628 ("Petrus Vernat", Delphensis, 25 (jaar) (sic!)") aan de Universiteit van Leiden,[53]
machtigde 5-12-1628 Hendrick Withecker, Engelsch koopman te Amsterdam , om aldaar de uitkeering van
25 pCt. te ontvangen op zijne ƒ 3176 aandeelen in de Oost-indische Compagnie, en op 2-5-l629 droeg hij zijn zwager Reijmes op die te verkoopen,[54]
tr.[55]
Elizabeth NN. Hieruit verder nageslacht bekend.
-
h. Anthony Vernatti, geb. 1602/03, ingeschreven als student filosofie aan de Universiteit van Leiden 7 -10-1627("Antonius van der Nat", Delphensis, 24 (jaar)"),[56]
deponeerde 8-10-1627 zijn besloten testament,[57]
deelgenoot in de droogmakerijen in Hatfield Chase, wonende in Northtofts.[58]
-
i. Abraham Vernatti, geb. 1603/04, ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 16-5-1626 ("Abraham Vernat", Delphensis, 22 (jaar)"),[59]
testeerde 27 Sept. 1627,[60]
deelgenoot in de droogmakerijen in Hatfield Chase, wonende in Northtofts.[61]
-
j. Maximiliaen Vernatti, geb. 1605/06, ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 25-4-1626 ("Maximiliaen Vernat", 's-Gravenhage, 20 (jaar)"),[62]
draagt op 6-10-1631 zijn aandeel in de Oost-Indische Compagnie over aan zijn broeder Philibert.
-
k. Maria Vernatti, werd het slachtoffer van
de berekenende ijdelheid van haar broer Sir Philibert Vernatti die
haar in 1634 uithuwelijkte:
tr. 1634[63]
William Armiger III, zn. van William Armiger II, Lord of the Manor of North
Creake, die woedend was over dit huwelijk en zichzelf en zijn
nageslacht ruïneerde aan processen over Maria's bruidsschat, door Sir
Philibert beloofd, doch nimmer uitbetaald.
-
3. Johan Bom van Cranenburch, geb. vóór ca. 1580, ovl. Dordrecht 1628-1630, volgt 4a.
-
4. Jacob Bom van Cranenburch, geb. Delft vóór ca. 1570, ovl. Utrecht, beg Buurkerk 5-10-1640, volgt 4b.
-
5. Cornelis Pietersz Bom, ovl. Haarlem (kort?) voor 20-9-1618, volgt 4c.
-
6. Annetje Pietersd. Boms, filiatie niet bewezen,
woont in de Vergulde Staeck (1585),
tr. 1o
Jan van de Spont, tr. 2o Delft 29-1-1585[64]
Gilles van Soutelande, j. g. wonend aan oostzijde van de Korenmarkt (1585).
3b. Willem (Jansz?) Bom van Cranenburch (van Donckebeeck?), geb. vóór ca. 1560, alleen bekend uit het patroniem van zijn dochter.
-
1. Dr. Jacob Willems Bom van Cranenburch, geb. 1581/82, ovl. 1613-1625, volgt 4d.
-
2. Dr. Mr. Willem Bom van Cranenburch, geb. 1584/85, ovl./beg. Utrecht 4/11-6-1649 (1649 IV Jun. den e. Hr Mr Willem Bom van Cranenborch, Doctor in Beyden Rechten, en advocaet 's hoofs van Utr.),[65]
filiatie niet bewezen,
ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 20-6-1612 ("Gulielmus Bom", Ultrajectinus 27 (jaar)"),[66]
advokaat bij het Hof van Utrecht (1638, 1647).
BELENINGEN
Hofstede Montfoortnr. 194B. Een viertel van en halve hoeve land in Linschoterhaar, leenroerig aan de Hofstede Montfoort.[67]
24-8-1638: Willem Bom, advokaat bij het Hof van Utrecht, bij overdracht
door Octavianus del Ponte.
Op 18-9-1647 is Jan Pietersz Haselaer, tafelhouder van de bank van lening binnen Vlaardingen 5600 gld schuldig aan Willem Bom van Cranenburch wonende te Utrecht, wegens cassatie van 2 distincte obligaties, de ene van 4000 gld tlv Willem Bom's vader en de andere van 1600 gld tbv Octaviaen Dalponto za(liger) hem comparant neffens deze gecasseerd overgeleverd, welke 5600 gld hij onder zich houdt op rente tegen 6¼% per jr, te lossen met 400 gld per jr. Waarborg de helft van de bank van lening met de penningen daarvan binnen Schiedam daarvan Charel Lavia de wederhelft bezit en bij dezelve in het geheel gebruikt wordt ingevolge contract van 14-9-1643.
Kanttekening 3-3-1665. David Maertensz Olsthoorn en Mr Franciscoo Lavia jegenwoordig tafelhouder binnen Schiedam vertonen de originele rentebrief van het kapitaal hier nevens geroerd, zijnde de rentebrief afgelost en voldaan door de voorsz. Olsthoorn.
[68]
-
3. Adriana Bom van Cranenburch, geb. vóór ca. 1590, beg. Leiden Mooglandse Kerk 14-10-1621, j.d. uyt Gravenhage, wonend tot Delff (1611) en
noemt zich dan Adriana Willem Bomsdochter van Donckebeeck,
is zuster van Dr. Jacob Bom van Cranenburch, geneesheer te Rotterdam,
otr./tr. Leiden/Delft 12/28-8-1611 (get. zijn vader Dirck van Egmont, zijn oom Hendrick van Heemskerck),[69]
Dr. Mr. Maerten van Egmond, geb. Leiden 1585/86, ovl./beg. Brielle 3/8-9-1648, ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 11-11-1600 ("Martinus ab Egmont", Leidensis, 14 (jaar)"),[70]
promoveert aldaar 14-4-1616,[71]
advocaat voor het Hof van Holland,
woont volgens het register van het Hoofdgeld als haar weduwnaar in 1622 met zijn kinderen, Jan, Mary en Janneken op de Overwulffde Voldersgracht WZ = Langebrug) te Leiden,[72]
vestigt zich met zijn derde vrouw op 9-8-1638 in Den Brie1,[73]
zn. van Dirck Pietersz van Egmond, notaris publiek en secretaris van het Hoogheemraadschap van Leiden, en Jannetgen Allertsdr van Heemskerck.
Hij hertr. 1o Leiden 15-1-1626 Asseltgen Egbertus Lottering (bij wie 3 kinderen),
en hertr. 2o Leiden 18-8- 1632 Odilia Bets (bij wie 3 kinderen). [74]
Voogden
over de nagelaten kinderen van Adriana Bom van Cranenburch waren haar "neven en naaste
bloedverwanten" Jacob Bom van Cranenburch, raad te
Utrecht, en Cornelis Bom van Cranenburch te Rotterdam.
Uit het huwelijk (van Egmont-Bom van Cranenburch) 4 kinderen (NB doopregister Leiden begint 1621):[75]
-
a. Jan van Egmond, ovl. na 1622.
-
b. Mary van Egmond, j.d. van Leiden (1639),
otr. Brielle 15-5-1639 (met attestatie van Rotterdam),[76]
Andries Bex, j.m. van Rotterdam.
-
c. Janneken van Egmond, ovl. na 1622.
-
d. Pieter van Egmond, ged. Leiden Hooglandse Kerk 4-7-1621, beg. Leiden
30-10-1621.
Referenties van de gegevens van generatie 3 staan ook hier