This page was last updated : 151103.
File size is: 108 k.
Fragment Genealogie Van Beeftingh
Generatie 4
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Fragment Genealogie Van Beeftingh,
version 1.1,
Muiden, 2015.
© Copyright 2015 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Van Beeftingh Gen. nr. 4

4a. Henrick Jansz van Beefting, ged. geref. Amersfoort 16-4-1625, ovl. 1669, j.m van en wonend te Amersfoort (1646), otr. Amersfoort 20-12-1645 (met betoon op Utrecht 13-1-1646) en ,[1] otr./tr. Utrecht geref. Catharijnekerk 21-12-1645/13-1-1646 Grietgen (Margareta) Peters van Aecken, beg. Utrecht 5-1-1710 (laat na Mondige kinderen), j.d. van Uijttrecht wonend aen de Geertenbrugge (1646), huw. get. (1678), woont in de Backersteegh (1710).

Op 1-11-1669 verleent: Margaretha van Aecke (tekent: Maergrietta van Beftingh) wed. van Henrick Jans Beeftingh, machtiging aan Henricus van Aecken, boekverkoper te Amsterdam. Getuigen: Thijmen Peters en Gijsbert Jans. [2]
Op 12-3-1678 verkopen Gerrit Barentsz Coster, deurwaarder als speciale gemachtigde en van Grietje Peters, weduwe, moeder en momberse over haar onmondige kinderen door wijlen Henrick Jansz van Beeftingh aan haar verwekt en van Albertus van Bemmel als man en voogd van Margaretha van Beeftingh, die de oudste dochter van deze Grietje Peters is, het 14e part in de Calandermolen en verder gereedschap. [3]
Archief Eemland: De Kalandermolen te Amersfoort:
1678: Akte van transport door Grietje Peters, weduwe van Hendrick Jans van Beeftingh c.s. aan de overige deelgenoten van haar aandeel in de kalandermolen. [4]
Op 10-7-1679 verleent Margareta van Aecken, wed. van Henrick Jansen van Beesting wonende te Utrecht machtiging aan Elisabeth van Beestingh, haar dochter tot inning van een vordering op de respectieve calandermeesters te Amersfoort. [5]
Op 17-7-1679 transporteert Margareta van Aecken, wed. van Hendrick Janss van Beeftingh wonende te Utrecht, met toestemming van haar kinderen met name: Willem van Cleeff gehuwd met Petronella van Beeftingh, Wilhelmina van Beeftingh, Johanna van Beeftingh en Elisabeth van Beeftingh, aan Cornelia van Aken, wed. van Pieter de Vries, een vordering op Hendrick Willemss, wegens koop van huis in Amersfoort. [6]
Op 16-8-1679 verleent Margareta van Aken, wed. van Hendrick Janss van Beeftingh machtiging aan haar dochter Johanna van Beeftingh tot het innen van vorderingen in Amersfoort. [7]
Op 29-3-1680 verleent Margareta van Aecken (tekent: Grietien van Befting), wed. van Henrick van Beeftingh wonend te Amersfoort, machtiging aan Mr. Daniel van de Houven, advocaat van het gerecht van Holland, wonend Delft, om te innen en te vorderen, schulden die zij als weduwe en boedelhoudster van verscheydene personen te Delft en andere plaatsen in Holland, volgens de boeken van haar overleden man heeft te vorderen. Getuige, o.a. Aelbertus van Bemmel, lector Octanovum, alhier. [8]
Op 29-11-1680 verkopen Aelbert van Bemmel en zijn vrouw Margaretha van Beeftingh, Margareta van Acken, weduwe van Henrick Jansz van Beeftingh, als gemachtigde van Petronella van Beeftingh, vrouw van Willem van Cleeff, en Willemina van Beeftingh jongedochter, en de voornoemde Willem van Cleeff voor zichzelf en als gemachtigde van Daniel van der Hoeve en zijn vrouw Elisabeth van Beeftingh en dan nog als gemachtigde van Johanna van Beeftingh, volgens procuratie 28-11-1680 voor Nots. Pieter Kiggelaer in 's-Gravenhage gepasseerd, tezamen kinderen en erfgenamen van wijlen Henrick Jansz van Beeftingh en mede-erfgenamen van Jan Joppen van Beeftingh en zijn vrouw Neeltgen Francken, aan Neeltje Obbens, weduwe van Douwe Obbens, huis, hof en hofstede aan de Langestraat 'daer de Ster uijthanght', belend aan de ene zijde: de erfgenamen van Willem Augustijns van Oudewater, aan de andere zijde: den Appeltoorn, op de lasten van zes gulden en tien stuiver voor het Kapittel van Sint Joriskerck en nog vijf en dertig stuiver ten behoeve van de erfgenamen van Cornelis Fredericxsz Taets. [9]
Op 7-1-1710 verklaart Wilhelmina van Beeftingh wonende te Utrecht, dat het begraven van haar moeder Margaretha van Aken, in leven wed. van Hendrik van Beeftingh, geschiedt zonder aanvaarding van de nalatenschap. [10]

4b. Willem (Wilhelmus) Jansz van Beeftingh, geb. vóór ca. 1625, beg. Delft Oude Kerk 4-7-1657 ("Willem Jansz Beeftin in de Choorstraat"), j.m. wonend in de Choorstraat (1646), doopget. te Delft (1650), otr./tr. Delft 23-6/12-7-1646[28] [29] Adriana Jacobsdr Goetgeluk, geb. Delft, ovl./beg. Delft Oude Kerk 2/5-4-1697, j.d. wonend op de Verwersdijk (1646), wed. van Willem Jansz van Besting wonend in de Choorstraat (1660), doopget. (1675), dr. van Jacob Ijdiersz Goedgeluk. Zij hertr. Delft geref. 19-6/07-7-1660 Hugo (Huijch) van Rijck, weduwnaar wonend in de Molslaan (1660), doopget. (1675).

Op 13-2-1677 verkopen Franchoijs van Beefting (voor zichzelf) en de testamentaire mombers van Johannis van Beefting, zijnde: - Peter Vastrick (Outschepen en Raad van Amersfoort) - Ds Arnoldus Crinius (predikant te Amersfoort) - Willem Anthonis van Beeftingh, in erfkoop een huijsinge in de Peperstraat, belend: Gosen Andries en Dirck van Cortrechts weduwe, aan Levi Hermans Kraen voor 600 Carolus gulden, te betalen in termijnen en tegen 5 % rente. Franchoijs en Johannes van Beefting zijn mede-erfgenamen van hun grootmoeder Neeltgen Francken saliger, weduwe en boedelharster van hun grootvader Jan Joppen van Beeftingh. Bij maaggescheid hebben zij het recht tot de huijsinge bekomen, en zij aan met approbatie van de moeder Adriana Goetgeluck. Akte ten huijse van Lambert Dibbits. Getuigen: Mr. Johan Sessel en Mr. Willem Teckman. [30] [31]

4c. Jan Jacobsz van Beefting, vóór ca. 1640, ovl. 1693-1700 (tussen 1693 en 1703)[42], wonend te Amersfoort (1664), wordt geref. lidmaat op belijdenis te Amersfoort 3-7-1664 als Jan Jacobs van Beeftingh wonend in de Utrechtsestraat, wijk Rotoorn, tesamen met zijn huisvrouw Geertruijt Pieters, bombasijdewerker (1682, 1693), not. get. en burger te Amersfoort (1690, 1692), otr./tr. Amersfoort geref. 29-1/14-2-1664 Geertruijt Peters van Zeebeeck, ovl. 1735-1737, wonend te Amersfoort (1664), belendster in de Hellestraat (1719), in de Nieuwstraat (1722), buiten de Arnhemsepoort aan de Dorresteinseweg bij de Wijnbergh (1722), in de Muurhuizen (1724), vermeld als de weduwe van Jan van Beefting met een "werkhuis gelegen op de Kamp" (1727), burgeres van Amersfoort (1722, 1729), is als weduwe van Jan Jacobsz van Beefting belendster in de Hellestraat (1730).

Inschrijvingen in de Weeskamer Amersfoort:
1736: Geertuyda van Zeebeek en Jan van Beefting [43]
Op 1-2-1609 lenen Willem Joosten en zijn vrouw Maijtgen, van Annitgen, weduwe van Gerrit Willemsz, 100 gulden, met als onderpand: een huis op de hoek van het Hellebruggetje, belend aan de ene zijde: de Stadssingel en aan de andere zijde: de erven van Henrickgen Kissen. Deze akte is geheel doorgehaald. In margine: Geertruijd Zeebeeck, weduwe van Jan Jacobs van Beeftingh en dochter en mede-erfgename van Peter Zeebeecq, verklaart van Peter Willemsz Blanckebijl als eigenaar van het huisje in het Hellesteegje de schuldsom ontvangen te hebben. Akte 8-5-1700. [44]
Op 1-7-1682 verkopen Jan van Munster en zijn vrouw Aeltie Meijns, welke Altie Meijns tevoren weduwe was van Jan Meijer, aan Jan Jacobse van Beeftingh, bombasijdewerker, huis, hof en hofstede op de Kamp, belend aan de ene zijde: Jan Gijsbertsz van Deventer, aan de andere zijde: de weduwe van Joost Backer, aan de andere zijde: het werkhuis van de weduwe van Wachtmeester, vrij van lasten, uitgezonderd 700 gulden ten behoeve van Peter Jacobsz Feer, daarin gevestigd. Verder twee gulden aan de Lieve Vrouwekapel en aan het Cremersgilde, ieder een gulden respectievelijk. [45]
Op 29-5-1693 testeren Jan Jacobs van Beeftingh, bombasijdewercker, "sieck te bedde leggende", en zijn echtgenote Geertruijd van Zebeecq, borgers van Amersfoort. In hun boedel zit zeker "stucke Vicarije godt" gelegen onder den Gerechte van Stoutenburch, genaamd 't Vliet, gebruiker: Claes Symons. Over en weer bemaken zij elkaar de levenslange lijftocht en vruchtgebruik van hun nalatenschap, inclusief de provisie van wol en gesponnen garen en al wat tot het bombasijdewerkerije behoort met een volkomen bewind en administratie. De bovengenoemde Vicarije zal toekomen aan hun oudste zoon Henrick Jans van Beeftingh. Zij hebben, om deze vicarie te verkrijgen, vele processen gevoerd en veel onkosten gemaakt, waarom zij willen dat de andere kinderen, na hun beider overlijden, ieder als legaat 250 Carolus gulden vooruit zullen trekken. De boedel mag niet gedeeld worden voordat het jongste kind 20 jaren oud zal zijn, die uit de gemene boedel groot gebracht moet worden, evenals de jongste kinderen. Zij secluderen de Weeskamer. Akte gepasseerd ter woonplaatse van de comparanten. Getuigen: Abraham Abrahamsen, bombasijdewercker, Robbert (Muller) en Godert van Brinckesteijn. [46]
Op 20-9-1703 verkopen de gemachtigde van Johan Gerritsen van Borculo, mitsgaders Henrick Gerritsen van Holst en zijn vrouw Magdalena van Blanckelaer, burgers, aan Geertruijd van Zeebeecq, weduwe van Johan van Beeftingh, een huis staande in de Nieuwstraat, belend aan de ene zijde: Johan Narot. er wordt verwezen naar een procuratie voor notaris Eduard van Coeverden op 2-9-1703. [47]
Op 10-5-1704 verkopen Hendrick Geurtsen van Holst en zijn vrouw Magdalena van Blanckelaer, burgers, welke Magdalena enige erfgenaam is van Jan Gerritsen van Borculo, haar overleden grootvader, aan Geertruijd van Zebeecq, weduwe van Jan Jacobsen van Beeftingh, twee huizen staande in de Muurhuizen bij de Ketelaarsbrug tegenover het huis van Gerard Codde en Johan van Dolre, belend aan de ene zijde: Jacobus Craan, bakker, aan de andere zijde: dezelfde Craan. [48]
Op 7-11-1713 testeert te Utrecht Geertruyd Zeebeeck, wed. van Jan Jacobsz Beeftingh wonende te Amersfoort. Erfgenamen zijn - de kinderen van Catharina Beeftingh, haar kleinkinderen, - de kinderen van Henrick Beeftingh, haar kleinkinderen, - Geertruyd Jans, onmondige dochter van wijlen Margareta Beeftingh en Jan Meesz, haar kleindochter, - Agnes Beeftingh gehuwd met Herman de Schryver, - Jacoba Beeftingh geh. met Wouterus van Liendert. Voorts een legitieme portie voor haar dochter Catharina Beeftingh, geh. met Jacob van Esvelt en haar zoon Henrick Beeftingh met benoeming van Otto van Bennecum en Johannes Oostercamp tot voogden. Er wordt verwezen naar de (bovenstaande) akte d.d. 29-5-1693 voor notaris A. van Brinckesteyn te Amersfoort. [49]
Op 31-7-1722 leent Jacobus Gerritsen van de Pol, bakker en burger te Amersfoort, als speciale gemachtigde van zijn moeder Maria Hendriks, weduwe en boedelharster van Gerrit Theunissen van de Pol medeborgerse alhier, van Geertruijd van Zeeburg, weduwe van Jan Jacobse van Beeftingh borgerse, 1000 gulden, met als onderpand: - (1) zes morgen land in het Nieuwe Land in de vrijheid van deze stad, strekkende van de Soesterweg af tot omtrent de Ysseltseweg tot aan het land van apotheker Noijen, belend aan de oostzijde: Lodewijck van Birckhoven en Jan Albertsen Schouten, aan de westzijde: Sint Pieters Gasthuis alhier, - (2) huis hof en hofstede in de Utrechtsestraat, belend aan de ene zijde: de Witte Swaen, aan de andere zijde: Rijck van Oort, chirurgijn, - (3) huis, hof en hofstede in de Arnhemsestraat (Slijkstraat), belend aan de ene zijde: de kinderen van Willem van Rootselaar, aan de andere zijde: Jacob Jacobse Schuijleman, glasblazer. [50]
Op 12-12-1725 en 3-6-1735 maakt Geertruyt van Zeebeecq, weduwe van Jan Jacobsen Beeftingh twee maal opnieuw haar testament op.[51]
Op 14-6-1727 lenen Aert van Arck en zijn vrouw Jannitje de Lingh, burgers, van Geertruijd Zeebeeck, weduwe van Jan van Beeftingh, burgers, 200 gulden, met als onderpand: huis, hof en hofstede op de Zuidsingel (Cingel), tussen de Korte Sint Jansstraa en de Sint Andriespoort (Triesjenspoort), belend aan de ene zijde: Jan Casparsen van Holten, aan de andere zijde: Albert Janssen Volquering,. De akte is doorgehaald en geroyeerd op 25-11-1738. [52]
Op 22-8-1729 lenen Cornelis van Blaricum en zijn vrouw Jannitje van Rossum, wonende buiten de Weespoort der stad Utrecht, van Geertruijd van Zeebeeck, weduwe van Jan Jacobsen van Beefting, burger, een plecht van 500 gulden, met als onderpand: huis, hof en hofstede in de Muurhuizen, door Johanna en Aletta van Dashorst, gezusters en meerderjarige dochters, op 3-1-1728 ten behoeve van bovengenoemde Cornelis van Blaricum voor dit gerecht beleden en gepasseerd, belend aan de ene zijde: Nicolaas Leys, aan de andere zijde: Wouter van Bogerijen. [53]
Op 20-4-1731 lenen Hendrik Schothorst en zijn vrouw Hendrikje Coninks, van Geertruijd van Zeebeecq, weduwe van Jan van Beesting, 300 gulden en tien stuivers, met als onderpand: hun huis en hof op de Breestraat, belend aan de ene zijde: Nicolaas Morre, aan de andere zijde: Gijsbertus van Witsenraad. De akte is doorgehaald en geroyeerd 29-6-1737. [54]
Op 29-6-1734 verkopen Wilhelmus Boelhouwer, zeepzieder als gemachtigde van zijn vrouw Aleijda de Bruijn, van Cornelis Boelhouwer en zijn vrouw Helena Pool, mitsgaders Gerrit Hegeman en zijn vrouw Ida Boelhouwer woonachtig te Amsterdam, aan Geertruijd van Zeebeecq, weduwe van Jan van Beefting, huis, erf en grond, staande aan de Langestraat bij de Varkensmarkt en achter met een gemeene gang aan de stadsgracht uitkomende, belend aan de ene zijde: Johannes Ebbenhorst, aan de andere zijde: Steven van Buuren. [55]
Op 18-9-1737 lenen Steven Brinckesteyn en Wulphert Heynen, meester-schoenmaker, executeurs in de nalatenschap van Geertruyd van Zeebeek, in leven weduwe van Jan Jacobsen van Beefting, van Regentes moeder van het Sint Elisabeth Gast- of Sieckhuis, een plecht-obligatie van 500 gulden, met als onderpand: een huis, hof en hofstede in de Muurhuizen, door Johanna en Aletta van Dashorst, gezusters en meerderjarige dochters op 3 jan 1728 ten behoeve van Cornelis van Blaricum en zijn vrouw gepasseerd en op 22-8-1729 aan de weduwe van Beefting gecedeerd, belend aan de ene zijde: Nicolaas Leijs (nu Hendrik van Bemmel, zijdereder) aan de andere zijde: Wouter van Bogerijen (tegenwoordig zijn zuster Francine van Bogerijen, weduwe van Daniel Sas), [56]
Archief Eemland: Sint Elisabeth Gast- of Ziekenhuis te Amersfoort[57]
1737: Akte van schenking ten overstaan van het gerecht door de executeurs van het testament van Geertruijd Zeebeek, weduwe van Jan Jacobssen van Beefting, van een schuldbekentenis ten laste van Johanna en Aletta van Dashorst, groot 500 gulden.

4d. Gerrit (Gerrard) (Hendriks?) (van) Beeftingh, ged. 22 Oct. 1654 (volgens Ref. [68] echter geen doop gevonden), ovl. 1728-1731, burger van Amersfoort, not. get. (1674), treedt op als momber over de onmondige kinderen van Susanne De Borculoo, weduwe van van Henrick Jans Beeftingh (1677), j.m. wonend te Amersfoort (1683), koopman in tabak (1683..1713), vermeld op de lijst van geref. lidmaten te Amersfoort opgemaakt in 1688 als Gerrit van Beeftingh en zijn huisvrouw Reijnira Kraan wonend bij de Ketelaarsbrug, wordt op 19-4-1703 gekozen tot Raad der stad Amersfoort,[69] nam deel aan het oproer dat te Amersfoort uitbrak na het overlijden van de Koning-Stadhouder Willem III, werd daarvoor door het Hof van Utrecht op 1-10-1703 veroordeeld als medeplichtige,[70] en werd door de Staten van Utrecht, die in deze ingrepen, uitgesloten van de amnestie, afgekondigd voor die van Amersfoort 16-10-1703, bleef echter in Amersfoort wonen, regent van de St. Joriskerk in 1713,[71] mederegent van de Sint Janskerk (1726), belender bij de Ketelaersbrug (1713), in de Pothstraat (1714), buiten de Bloemendalse Poort (1717, 1730) in de Eerste Steeg (1730), otr./tr. Amersfoort geref. 29-3/17-4-1683 Rei(j)nira Craen, beg. Amersfoort St. Joriskerkhof 14-4-1728 (laat kinderen na), j.d. wonend te Amersfoort (1683), verm. dr. van NN Kraan en NN Vastrick.[72] Reijniera Craanen, gehuwd met Gerard van Beeftinge, is in 1721 erfgename van haar zuster (!) Geertruijda Verhoeff.[73]

Op 24-8-1682 verklaren Anthoni van Bemmel, Gerrit Beeftingh, Nicolaes Beeftingh en Willem Carton allen burgers wonende te Amersfoort, het akkoord te confirmeren dat op 1-7-1682 is gesloten tussen enerzijds Jacobus de Groot pachter van de impost van de tabacq over de stad, steden en plattelande van Utrecht en anderzijds Johan Bennis. [74]
Op 20-5-1683 testeren Gerrit van Beeftingh, toebackscooper, en Reynera Craanen, zijne vrouw. (TEKST) [75]
Op 19-2-1689 lenen Jan van Dijk en Maria Wijnen, van Gerrit van Beeftingh, 400 gulden van 20 stuivers het stuk, met als onderpand: (verwezen wordt naar vorige akte). In margine: geld betaald aan Gerrit van Beeftingh 9-9-1692. [76]
Op 24-4-1699 leent Pieter van Aken procureur als gemachtigde van Gerritje Aarts, weduwe Gerrit Aertse, smid, tevens van Henrick van Holst en zijn vrouw Magdalena van Blanckelaer, van Gerard van Beeftingh, koopman in tabak, 500 gulden, met als onderpand: een huis, bestaande in twee woningen met de hof daarachter, gelegen in de Teut (Teutstraet), belend aan de ene zijde: Gijsbert Jansen, aan de andere zijde: Gerrit Jacobsen Muller. Procuratie op 22-4-1699 voor notaris De Goeije. [77]
Op 17-10-1704 verkoopt Hendrik Geurtsen van Holst, burger als gemachtigde van Gerritje Aarts, weduwe van Gerrit Aartsen, aan Gerrit van Beeftingh en zijn vrouw Reijniera Cranen, burgers, een huis, bestaande in twee woningen met de hof daarachter, staande achter de Kamp (Camp) in de Teut (Teutstraat), belend aan de ene zijde: Gijsbert Jansen, aan de andere zijde: Gerrit Jacobsen Muller. Er wordt verwezen naar een procuratie voor notaris Elias Verschuer op 7-10-1704 te Renswoude. [78]
Op 18-11-1707 verkoopt Simon Schoon, klerk ter secretarie als gemachtigde van Aert van Rheenen en zijn vrouw Anna Willemina Tusschede, burgers, aan Gerard van Beeftingh, burger, een hof, gelegen buiten de Bloemendalse Poort, voorbij de Derde Steeg, strekkende van deze steeg tot aan de sloten van de Horseweijden, belend aan de ene zijde: Peel Maassen Robbert, aan de andere zijde: de gemeen steeg. Er wordt verwezen naar een procuratie voor notaris De Goeije op 18-11-1707. [79]
Op 13-5-1709 verkopen Gerard en Sara Jacoba van Malsen, wonende te Dresden in Saxen, meerderjarige kinderen van Bartholomeus van Malsen en zijn vrouw Margareta Liseers, aan Arent van Veenhuijsen, luitenant-schout en burger voor de ene helft en Gerard van Beeftingh, burger voor de andere helft, een huis, hof en hofstede, staande in de Lieve Vrouwestraat, belend aan de ene zijde: de stal van burgemeester Camerbeek, aan de andere zijde: het huis dat de weduwe Hendrik ten Brink op 14 december heeft gekocht. [80]
Op 19-11-1725 verkopen Gerard van Beefting en zijn vrouw Reijnira Craanen, burgers, aan Abraham Italiaander (Benjamins), burger en koopman, huis, open plaats en tabaksschuur daarachter, strekkende van de Muurhuizen tot op 't Zand toe, belend aan de ene zijde: Everard van de Ruijgenduijst, cum sorore (met zuster), aan de andere zijde: Elisabeth van Weessel, en de erfgenamen van de karman de Pals, de weduwe van Bartholomeus van der Maath en de transportans principaelen selfs. Dit alles met de gerechtigheden dat de vensters en luiken van deze schuur over de grond van huis en hof van de transportants principalen, tegenwoordig door Willem van Dijk bewoond wordend, zullen mogen open gaan zonder zulks te beletten en dat ook deze hof niet zal mogen werden bepoot met bomen of op ander wijze de schuur belemmerd worden [81]
Op 1-6-1726 verkopen Gerard van Beefting en zijn vrouw Reinira Craanen, burgers, aan Willem Stevensen Versteegh en zijn vrouw Weijmtje Willems, een huis en erf staande in de Muurhuizen, op de hoek van de Koekoekstraat, belend aan de ene zijde: Geurt Bosch, aan de andere zijde: de hiervoor genoemde Koekoekstraat. [82]
Op 1-6-1726 verkopen Gerard van Beefting en zijn vrouw Reinira Craanen, burgers, aan Johannes Thins en zijn vrouw Cecilia Jans, huis en grond in de Breestraat, belend aan de ene zijde: Klaas Morre, aan de andere zijde: Maria Nigrellie, weduwe van Lambert van Ouvers. [83]
Op 27-7-1726 verkopen Gerard van Beefting en zijn vrouw Reinira Craanen, burgers, aan Willem van Dijk en zijn vrouw Sophia van Meijn, burgers, huis, erf en grond met den hof daarachter, gelegen aan de Bloemendalse Binnenpoort en hierbij gedogen moet dat de vensters en luiken van de schuur, ten behoeve van Abraham Italiaander Benjamin, over de grond van dit huis en hof zullen mogen open gaan zonder zulks te beletten en dat deze hof niet zal mogen worden bepoot met bomen of op ander wijze de schuur gehinderd mag worden, belend aan de ene zijde: Lambert Gijsbertsen, aan de andere zijde: de weduwe van Bartholomeus van der Maath, grutter, [84]
Op 24-10-1726 geven Gerard van Beeftingh, mederegent van de Sint Janskerk, en zijn vrouw jonkvrouwe Reijnira Cranen te kennen dat op 16-1-1711 tussen Diderik Loogen, raad in de vroedschap, jongman en jonkvrouwe Elsebea van Beefting, jongedochter, was besloten een echt huwelijk onder huwelijkse voorwaarden. Uit dit huwelijk is verwekt een zoon genaamd Antonie Gerard Loogen waarna deser wereld is komen te overlijden deze dochter van de comparanten, nalatende als haar enige en universele erfgenaam deze zoon Antonie Gerard. Laatstgenoemde leent nu 200 gulden, aan Gerard van Beeftingh en Reijnira Cranen, met als onderpand: - (1) een gelatte tabaksschuur, groot tien gebinten, buiten de Bloemendalse poort, op de hoek van de Tweede Steeg, gebruiker voor de ene helft de weduwe van Everdt Evertsen van Grootweede, - (2) een tabakshofje achter de schuur, buiten de Bloemendalse Poort op de hoek van de Tweede Steeg, waarvan gebruiker is Brant van de Pol, - (3) twee hofjes, staande in het ene een tuinhuisje, gebruiker de weduwe van Pieter van Wasbergen, warmoesier, liggende achter elkaar tot aan de Eerste Steeg, buiten de Bloemendalse Poort op de hoek van de Twee deSteeg, waarvan gebruiker is Brant van de Pol, - (4) een tabakshofje eveneens buiten Bloemendal, in de Horsseweijde, gebruiker Brand van de Pol. [85]
Op 22-11-1728 verkoopt Gerard van Beefting, weduwnaar van Reijnera Craanen, samen met Hendricus en Franciscus van Beefting als erfgenamen van hun overleden moeder Reijnera Craanen, aan Johannes van Eldert en zijn vrouw Elisabeth Fennis, huis en grond in de Lieve Vrouwestraat, achter het huis van burgemeester Camerbeecq, belend aan de ene zijde: de stal van de heer Camerbeecq, aan de andere zijde: Bernardus de Bruijn. [86]

4e. Jacobus Cornelisz van Beeftingh, geb. vóór ca. 1645, ovl. 1696-1711, treedt op als borg voor Wilhelm Roos (1670) j.m. van Amersfoort (1679), wednr. van Dirckje Gijsberts Prins wonend te Amersfoort (1692), herbergier (1693, 1695), otr./tr. 1o Amersfoort geref. 20-9/10-10-1679 Dirckje Gijsberts Prins, ovl. 1682-1692, beg. Amersfoort Joriskerk 15-11-1691 ("vrouw van Jacobus van Beeftingh"), wed. van Jan Jacobs wonend te Amersfoort (1679), otr. 2o Amersfoort geref. 18-3-1692 Dirckje (Dorethe) Daniels Mansfelt, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 1-1-1658, beg Amersfoort 9-1-1734 ("Dirkje Mansvelt"), wed. van Willem Claessen (=Willem Boelen de oude) (huw. 1683, twee voorkinderen 1685, 1687) wonende te Amsterdam (1692), wed. van Jacobus van Beefting wonende te Amersfoort (1716), is als Dirckje Mansvelt, vrouw van Evert Drakenburgh belendster in de Krommestraat (1711), en Theodora van Mansveld, gesepareerde vrouw van Evert van Drakenburg belendster in de Haversteeg (1729), gesepareerde vrouw van Everd van Drakenburg (1726-1733), dr. van Daniel Mansvelt en Dirkje Bartels. Zij hertr. Amersfoort geref. 29-5/30-6-1716 (en scheidt 1724-1726 van) Everd van Drakenburg, j.m. wonende te Amersfoort (1716).

Op 10-6-1682 verkoopt Johanna van Blanckendael, laatst weduwe van Peter Luts, in leven schepen van deze stad, aan Jacobus van Beeftingh en zijn vrouw Dirckgen Gijsbertsz Prins, een huis met annexe woningen, staande op de hoek van de binnensingel aan de Varkensmarkt, daar 'waar het Roode Hert uithangt'., belend aan de ene zijde: de gemeene straat, aan de andere zijde: Frans Veen. [104]
Op 22-2-1693 verkopen Cornelis Jansen van Beeftingh, portier aan de Bloemendalse Poort en Jacobus van Beeftingh, herbergier en zijn vrouw Dirckje Daniels Mansfelt, aan Jan Thonissen van Hoef, timmerman, zekere omtrent drie morgen land, genaamd de Molencamp, gelegen buiten de Bloemendalse Poort, belend aan de ene zijde: de molenwerf en Fijtgen Jans, weduwe van Willem Hesselse van Nieuwendorp, aan de andere zijde: Johanna van Ommeren, aan de andere zijde: de gemeene of Meulenbroekseweg en de Oude Eem, [105]
Op 13-3-1693 verkopen Cornelis Janszn van Beeftingh, portier aan de Bloemendalse Poort alhier en Jacobus van Beeftingh, herbergier en zijn vrouw Dirckje Daniels Mansfelt, aan Pieter van Osch, tinnegieter en zijn vrouw en hun erfgenamen, twee woningen met een hof, alsook de volle eigendom van de poort en steeg, staande en gelegen alhier in de Walickersteeg (Walikerstraat), belend aan de ene zijde: de koper zelf, aan de andere zijde: Herman van de Ruijgenduijst. [106]
Op 24-12-1695 leent de gemachtigde van Jacobus Beeftingh, herbergier en zijn vrouw Dirckje Daniels Mansvelt, burgers, van Frederick Endenburgh, burger en zijn erfgenamen, 400 carolusgulden ˆ 20 stuivers per stuk, met als onderpand: een huis, hof en hofstede, staande en gelegen aan de noordzijde van de Varkensmarkt, op de hoek van de Weversingel (Singel), 'waar het Rode Hart uithangt', belend aan de ene zijde: de herberg 'waar Utrecht uithangt', competerende de weduwe Frans Veen. [107]
Op 20-6-1716 passeert de boedelscheiding van wijlen Willem Boelen de oude, echtgenoot van Dirckje Daniels Mansvelt Het betreft een huis op de hoek van de Cingel aan de Verckensmerckt te Amersfoort, genaamd het Rode Hert, waar Dirckje nog woont en twee woningen naast elkaar in de Langestraat, aan de ene zijde naast de Bonte Os, en nog een huisje in 't Haverstraatje. De comparanten zijn Dirckje Daniels Mansvelt, laatst weduwe van Jacobus van Beestingh ten eenre, en Willem Boelen met Maria Maas, echtelieden, ter andere zijde. Dirckje is in eerste huwelijk getrouwd geweest met Willem Boelen de oude, vader van de tweede comparant, uit welk huwelijk nog een zoon Nicolaas Boelen (thans uitlandig). Dirckje was ten tweede male en ten derde male gehuwd zonder staat en inventaris van hun overleden vaders goederen. Nu wil zij een vierde huwelijk aangaan en wel met Evert van Draackenburgh en Willem Boelen heeft daartegen bezwaar gemaakt. Er is reeds een proces gekomen over een bewijs van zijn vaders goed. Zij willen het in der minne schikken met een som van 600 gulden. Willem heeft met betrekking tot de huizen geen pretenties. [108]
Op 17-2-1720 verkopen Evert van Drakenbrugh en zijn vrouw Dorothea Mansvelt, burgers, aan Jan van Urdingen en zijn vrouw Jannitje van den Toorn, burgers binnen deze stad, een huis staande alhier aan de noordzijde van de Langestraat, belend aan de ene zijde: Johannes van Eck, koekebakker, aan de andere zijde: de transportanten zelf, belast met een jaarlijkse uitgang van twaalf stuivers ten behoeve van de mansconventen alhier [109]
Op 28-7-1723 lenen Johan van Goudoever, apotheker en zijn vrouw Sara de Goye, burgers, van Regenten van het Blocklandsgasthuis, een restant van een plecht van 350 gulden ten laste van Jacobus van Beefting en zijn vrouw Dirckje Daniels van Mansveld, welke Dirckje Daniels van Mansveld na het overlijden van haar man nu getrouwd is met Everard van Draackenburgh, met als onderpand:
n° 1: twee huizen staande naast elkaar op de Langestraat tussen de Krommestraat en de Zevenhuizen,
n° 2: een huis staande achter hun huis ('daer 't Roode Hert uijtgehangen heeft') dat aan de Varkensmarkt staat, in de richting van de Doelen ,
n° 3: op hun huis aan de Varkensmarkt 'daer 't Roode Hert uijtgehangen heeft'
Verbonden volgens een akte ten behoeve van Fredrik Endenburgh verleden en gepasseerd, waarvan Maria Endenburgh in leven de vrouw van Johan de Goeije, de enige nicht en erfgename is geweest. Het genoemde kapitaal is nog verbonden aan twee andere huizen en overgegeven door Johan de Goeije aan zijn dochter Sara de Goeije tot voldoening van haar huwelijksgoed, de akte is doorgehaald, in de marge: geroyeerd 15-8-1739 [110]
Op 24-5-1724 verkoopt Anthonia van Bemmel weduwe van Anthonie van Brinckesteijn in leven schepen, aan Evert Draackenburgh en zijn vrouw Theodora Mansvelt, burgers, een huis aan de Langestraat op de hoek van de Scherbierstraat, met het achterhuis ofwel de aparte woning annex in de Scherbierstraat uitkomende, belend aan de ene zijde: van de Langestraat Jan Pontkaes, chirurgijn, aan de andere zijde: van de Scherbierstraat Jacobus de Koningh. In deze akte mede genoemd: Beatrix Gouw, weduwe van Abraham van Marenland (voor een derde part). Willem van Cleeff en zijn vrouw Dorothea Gouw, die het recht verkregen hebben bij magescheid van haar oom Johannes Gouw, overleden te Haarlem (voor het tweede derde part), idem de genoemde Willem van Cleeff en Dorothea Gouw voor zich zelf en tevens het recht verkregen hebbende bij magescheid van haar broeder Dirck Gouw en zijn vrouw Cornelia Henricks, tevens de genoemde Beatrix Gouw de rato caverende voor Berent Gouw en zijn vrouw, wonende te Amsterdam, van Gijsbert Pronck en zijn vrouw Henrickje Gouw en tenslotte Frans Gouw en zijn vrouw Hermina van Daal (voor het laatste derde part). De genoemde Dirck Gouw die gehuwd was met Dirckje Oudendoelen is respectievelijk hun vader en grootvader [111]
Op 19-7-1726 leent Dirkje van Mansvelt, gerechtelijk gesepareerde vrouw van Evert van Drakenburgh, tevoren laatst weduwe van Jacobus van Beefting, burgers, van Theodorus van Lielaar, burger, 450 carolusgulden van 20 stuiver het stuk, met als onderpand: hun huis cum annexis genaamd 'het Roode Hart', gelegen aan de Varkensmarkt op de hoek van de Cingel, na de Doelen, bewoond door Joseph de Beer, jood, [112]
Op 27-9-1726 leent Everardus Drakenburgh, gesepareerde man van Dorothea van Mansveld, van Johannes van Veerssen en zijn vrouw Johanna Fojerts, 300 gulden, met als onderpand: huis, hof en hofstede aan de Langestraat, belend aan de ene zijde: Jan Verdingen, aan de andere zijde: Geertje Jacobs. [113]
Op 1-10-1731 verkoopt Theodora Mansveld, gesepareerde vrouw van Everardus van Drakenburg, aan Willem Schothorst meester-chirurgijn, en zijn vrouw Maria Hermens, n° 1 een huis in het Haversteegje, n° 2 huis aan de Varkensmarkt op de hoek van de Cingel beide huizen belend aan de ene zijde: de voornoemde Schothorst zelf, aan de andere zijde: Jurphaas van der Linden. [114]
Op 6-3-1733 verkopen Hendrik Colfschoten, meester-timmerman, speciale gemachtigde van Dirkje Mansveld, laatst weduwe van Jacobus van Beefting en gesepareerde vrouw van Everd van Drakenburg, aan Hendrik van Colffschoten in sijn prive, huis, erven en grond aan de Varkensmarkt op de hoek van de Cingel na den Doelen 'daar het Roode Hart uithangt' alsmede de woninkjes daarachter op de Cingel, belend aan de ene zijde: daar voor aan de Varkensmarkt de weduwe Jan Geurdz van den Grooten Brand met huis en herberg 'daar Utrecht uithangt' en achter een steeg. [115]

4f. Claes (Nicolaes) Hendriks van Beeftingh, ged. geref. Amersfoort 2-2-1644 (gmv, vadersnaam onder patroniem), ovl. na 1690, wordt geref. lidmaat te Amersfoort 25-9-1670 als Niclaes van Beeftingh op attestatie van Parijs (!), j.m. wonende op de Nieuweweg te Amersfoort (1672), betaalt ƒ 6,5,0 Familiegeld als Claes van Beeftingh voor een huis op de Langegracht (1675),[116] vermeld als Nicolaes van Beeftingh te Amersfoort (1679), not. get. en burger van Amersfoort (1681, 1690), vermeld op de lijst van geref. lidmaten te Amersfoort opgemaakt in 1688 als Claas van Beeftingh met zijn huisvrouw Mechtert Gerrits wonend in de Langestraat otr./tr. Amersfoort geref. 11/30-5-1672 Magtelt Gerrits van Wijck, ovl. na 1688, wed. van Evert van Kempen, wonend op de Langegracht te Amersfoort (1672).

Op 24-8-1682 verklaren Anthoni van Bemmel, Gerrit Beeftingh, Nicolaes Beeftingh en Willem Carton allen burgers wonende te Amersfoort, het akkoord te confirmeren dat op 1-7-1682 is gesloten tussen enerzijds Jacobus de Groot pachter van de impost van de tabacq over de stad, steden en plattelande van Utrecht en anderzijds Johan Bennis. [117]
Op 9-9-1685 bekennen Nicolaes van Beeftingh en zijn echtgenote Mechteld Gerrits van Wijck, wonend te Amersfoort, schuldig te zijn 291 gulden + 8 penningen + 1 stuiver schuldig te zijn aan Ferdinandus Beerdinck, cleermaker, borger van Amersfoort en zijn huysvrouw en hun beide erfgenamen. Dit bedrag hebben zij op 9-2-1685 in contanten ontvangen, afbetaling in 2 termijnen tegen 4,5% rente (1e helft 1686, 2e helft 1687). Tot waarborg, hun portie van de Wittenoorsen thiend onder de heerlijkheid van Renswoude en leenroerig aan de Ed. Heeren Staten der provincie. Ze zullen binnen 1 maand de leenbrief leveren. [118]

4g. Anthony (Teunis) van Beeftingh, ged. geref. Amersfoort 23-1-1624, ovl. 1682, j.m. wonend op den Hoff (1667), wordt benoemd tot notaris te Amersfoort 8-1-1667 en legt op 12-1-1667 de eed af,[128] wednr. van Wilhelmina Buys wonend te Amersfoort (1674), betaalt ƒ 18,15,0 Familiegeld als Anthoni van Beeftingh voor een huis op Havik (1675),[129] vermeld in 1677 als lid van het regentencollege van de Broederschap van de Lieve Vrouwe Capelle,[130] belender op de Singel (1677), procureur te Amersfoort (1679, 1682), tr. 1o Amersfoort geref. 13-6/04-7-1667 Willemina Buys, ovl. 1668-1674 j.d. wonende in de Crommestraet (1667), otr. 2o Amersfoort geref. 15-2-1674 en tr. Renswoude geref. 28-6-1674 Agnes (Agniete) de Marchand (Merchant, Marsjan), ovl. na 1684, j.d. wonend te Amersfoort (1674). Zij hertr. Amersfoort geref. 27-10-1682 Willem Verhoef(f), j.m. van Amersfoort, wijnkoper.

Op 25-3-1668 testeert Jacobus Buys jongeman, borger van Amersfoort, soldaat van de Compagnie van Capitein van de Vrijlo (Weyloe ?) garnisoen houdende binnen Schiedam. Hij legateert aan: - Helena Buys (zijn zuster) 100 guldens; - de kinderen van Renburgh Buys (zijn zuster) 150 guldens; - Willem Visscher (zijn zwager) de clederen, linnen en wollen tot zijn lijf behorende en tot die van zijn vader zaliger; - Willem Gerrits 25 guldens alles uitkeren binnen 6 weken na zijn dood. Al zijn verdere roerende en onroerende goederen, obligaties, rente, actes, crediten, gelt, gout en silver, gemunt en ongemunt, waar die gelegen of uitstaan, vermaakt hij boven de genoemde legaten, zijn bezit in gelijke porties aan Renburgh Buys huysvrouw van Willem Visscher, Maria Buys Willemina Buys huysvrouw van Anthoni van Beeftingh (mede-notaris) en Helena Buys, bij vooroverlijden aan hun resp. kinderen. Verder secludeert hij de Heeren Weeskamer en alle andere collegies tot opzichters van onmondigen. [131]
Op 19-4-1679 lenen Dirck Canter, alias Fits, enige erfgenaam van Gerrit Dircksz Canter alias Fits en Teuntje van Surckesteyn, van Anthony van Beeftingh, notaris en procureur te Amersfoort, een plechte van 200 gulden, met als onderpand: huis, hof en hofstede aan de Hof (Coornmerkt) op de hoek van de Wijnsteeg (Windsteeg?), belend aan de ene zijde: de Wijnsteeg, aan de andere zijde: Arnout van Veen, "sijnde de plechte van 3-2-1641" [132]
Op 29-4-1682 testeren Anthoni van Beeftingh, Notaris en Procureur te Amersfoort, "sieck te bedde leggende", en zijn echtgenote Agnes de Marchand (tekent: Angenis Marschandt). Zij revoceren de reciproke lijftocht d.d. 27-11-1674 voor Notaris Reijnier van Westrenen te Amersfoort, en disponeren opnieuw. Zij bemaken elkaar over en weer de lijftocht en vruchtgebruik van alle nalatenschap met een volkomen bewind en administratie, uitgezonderd de klederen en cleynodien ten lijve. Zij secluderen de Weeskamer. Getuigen: Mr. Arnoldus Vlugh, chirurgijn, Johan de Wijs en Cornelis van Geemen. Er wordt verwezen naar Open brieven van Octroij van den Hove van Utrecht en Octroij bij den Prince van Orangien als Baron en Leenheer van Isselsteijn. [133]
Op 24-9-1682 verleent Agnes Marschand (ook: Angenis Marschandt, wed. en boedelharster van Anthoni van Beeftingh, Notaris en Procureur van Amersfoort, machtiging aan Willem Visscher, mede-notaris en Procureur, om namens haar te verschijnen voor de Stadhouder en Mannen van Leen van de Baronnije van Ysselsteyn en te verzoeken dat zij mag worden verleent en verlijdt met het halve Erff Den Engh en Thientgen ter Beerten (?) onder den Gerechte van Stoutenburgh, waarmee haar man verlijdt is geweest, en eed, huld en manschap te doen en van hetzelve leen afstand te doen ten behoeve van Jan Haverman. Akte ten huize van de weduwe. Getuigen: Wouter van Bogerijen en Reijnerus Morraij. [134]
BELENINGEN
Lenen van de hofstede Luttike Weede[135]
n° 6A. 1/6 deel van een halve tiende genaamd Stevens twee hoeven van Weede, gemeen met Jan van Weede, in Weede en Emmiklaar
* ...
* 9-12-1682: Cornelis Sinapius, schepen van Amersfoort, bij overdracht door Willem Verhoeft, wijnkoper, voor Agnes Marchant, diens vrouw, boedelhoudster van Anton van Beefting, bevestigd door Willem Visscher, oom van de onmondige kinderen van Anton van Beefting bij Willempje Buis.
* 6-1-1693: Gerbrechte van Outerff.
Op 16-1-1684 compareren Willem Verhoeff en zijn echtgenote Agnes Marchand, eerder wed. van Anthoni Beeftingh, borgers van Amersfoort. De comparanten zijn aan Roeloff Goudoever, deurwaarder tot Amersfoort, 200 Carolus gulden schuldig vanwege een borgtocht van dit zelfde bedrag door Anthoni Beeftingh, de eerste man van Agnes, gepasseerd voor Buijsch, tot een jaarlijkse losrente aan Goudoever. Zij dragen tot onderpand aan Goudoever over een hoofdsomme van 200 gulden als resterende penningen van de boven vermelde huijsinge. De ouders der comparanten hebben het recht bij cessie verkregen op 3-4-1674 voor mij notario van Dr. Arnoldus Vonckius, welke erfgenaam was van Henrick Geurts en diens vrouw Cunertgen Willems, die dit recht bij cessie op 26-4-1646 bekomen hadden van Ysbrand Ghijsberts. Mochten de comparanten de jaarlijkse renten niet betalen, dan mag voornoemd kapitaal publiekelijk verkocht worden. Getuigen: Rutger Morray, secretaris van Woudenberg en Jacobus Geythoorn. De borg betrof een Huijsinge in het Paternosterstraatgen, door Claes Cornelis, rietmaker, verkocht aan Albert Huygen, linnewever, waarvan nu possesseur is Wouter Jans, mede-linnewever, koopcedulle d.d. 3-12-1611. Recht van cessie. [136]


COMMENTAAR(¥) Wie zijn:

Kornelia van Beefting, geb. vóór ca. 1685, j.d., geboren te Amersfoort, wonend te Den Haag (1705), otr. Katwijk aan de Rijn 15-11-1705 (met attestatie na Den Haag),[138] Jan Scheurken, j.m. uit het land van Gulik, wonend te Katwijk aan de Rijn (1705).

Paulus Antonisz van Beefting, geb. vóór ca. 1720, j.m. van Nieuw Loosdrecht (1745), tr. Nieuw Loosdrecht 2-5-1745[139] Marritje Hendriksdr Evenblij, j.d. van Nieuw Loosdrecht (1745), doopget. (1745, 1748).


Referenties van de gegevens van generatie 4 staan ook
hier
Referenties Fragment Genealogie Van Beeftingh --- Generatie 4 ( 140 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
  1. NL
  2. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. v. Brinckesteyn, inv.nr. AT 015a001 folio 5 V
  3. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 151v
  4. Archief Eemland, toeg. nr. 0085 Kalandermolen te Amersfoort, 1656-1833, inv. nr. 17
  5. GA Utrecht, ONA, Nots. N. Van Vechten , inv.nr. U064a008, akte nr. 119
  6. GA Utrecht, ONA, Nots. H. Ribbius , inv.nr. U094a001, akte nr. 73
  7. GA Utrecht, ONA, Nots. H. Ribbius , inv.nr. U094a001, akte nr. 75
  8. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. v. Brinckesteyn, inv.nr. AT 015a003 folio 32 V.
  9. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 235v
  10. GA Utrecht, ONA, Nots. M. Van Lobbrecht , inv.nr. U123a004, akte nr. 253
  11. OV 56(2001)26
  12. NP 16(1926)5
  13. OV 56(2001)26
  14. OV 56(2001)26
  15. OV 56(2001)26
  16. zie ook NL 70(1953)22
  17. NL 68(1951)93
  18. Familiegeld Eemland, EK 29
  19. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. R. van Ingen, inv.nr. AT008 a002 folio 142 V
  20. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. Akten: Boedelscheiding: 14-08-1710 E. van Goudoever, inv.nr. AT 028b002 4e lias. Testament: 24-12-1708 E. van Goudoever -o-.
  21. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Duerkant , inv.nr. U070a006, akte nr. 396
  22. GA Utrecht, ONA, Nots. C. De Coole , inv.nr. U113a003, akte nr. 63
  23. GA Utrecht, ONA, Nots. G. Marthens , inv.nr. U150a005, akte nr. 18
  24. GA Utrecht, ONA, Nots. H. Ribbius , inv.nr. U94a002, akte nr. 143
  25. GA Utrecht, ONA, Nots. M. Van Lobbrecht , inv.nr. U123a005, akte nr. 180
  26. GA Utrecht, ONA, Nots. M. Van Lobbrecht , inv.nr. U123a004, akte nr. 253
  27. GA Utrecht, ONA, Nots. C. De Munnik , inv.nr. U155a002, akte nr. 96
  28. zie ook NL 70(1953)20
  29. zie ook NP 16(1926)4
  30. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv.nr. AT015 a002 folio 39 V
  31. NL 44(1926)69
  32. zie ook NL 70(1953)22
  33. zie ook NP 16(1926)5
  34. NP 16(1926)5
  35. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 174r
  36. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 221v
  37. NP 16(1926)5
  38. zie ook NP 16(1926)5
  39. NP 16(1926)5
  40. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. v. Brinckesteyn, inv.nr. AT 015a003 folio 16.
  41. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 225r
  42. ⇒ kwst_verhoef03.html
  43. GA Amersfoort, toeg.nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, 1435-1811, inv.nr. 2
  44. GA Amersfoort, ORA, Transporten toeg. nr. 0012 Stadsgerecht Amersfoort, 1435-1811, inv.nr. 436-13, blz. 35r
  45. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 307r
  46. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv.nr. AT015 a006 folio 25 V
  47. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-31, akte.nr. , blz. 78r
  1. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-31, akte.nr. , blz. 85r
  2. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Woertman , inv.nr. U144a002, akte nr. 249
  3. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-32, akte.nr. , blz. 167r
  4. ⇒ kwst_verhoef03.html
  5. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-33, akte.nr. , blz. 84r
  6. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-33, akte.nr. , blz. 220v
  7. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-34, akte.nr. , blz. 60r
  8. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-34, akte.nr. , blz. 193r
  9. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-35, akte.nr. , blz. 42r
  10. Archief Eemland, toeg.nr. 0102 Sint Elisabeth Gast- of Ziekenhuis te Amersfoort, 1500-1990, inv. nr. 232
  11. zie ook ⇒ kwst_verhoef03.html
  12. GA Amersfoort, toeg.nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, 1435-1811, inv.nr. 2
  13. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. Akten: Boedelscheiding: 20-11-1707 E. van Goudoever, inv.nr. AT 028b001.
  14. ORA Barneveld 0203, boek 836, dorp Barneveld, folio 2 en 2v , dd. 03-10-1733.
  15. ORA Barneveld 0203, boek 836, dorp Barneveld, folio 2 en 2v , dd. 03-10-1733.
  16. ORA Barneveld 0203, boek 836, Buurtschap Callenbroek, folio 423 t/m 424, dd. 04-11-1734.
  17. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-35, akte.nr. , blz. 26v
  18. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteijn, inv.nr. AT 039a001 rep 4.
  19. GA Amersfoort, toeg.nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, 1435-1811, inv.nr. 2
  20. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. S. van Brinckesteyn, inv.nr. AT 030b0011.
  21. NL 70(1953)24
  22. NL 44(1926)68
  23. UA, Criminele sententies Toeg.nr. 239-1 Hof van Utrecht, inv. nr. 99-09 vonnis, d.d. 01-10-1703, p223r-232v
  24. NL 44(1926)68
  25. Wap. 12(1908)124
  26. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. S. van Brinckesteyn AT 030b003
  27. GA Utrecht, ONA, Nots. H. Van Woudenbergh , inv.nr. U093a007, akte nr. 46
  28. Nots. G. van Swijnevoort, gecit. in
  29. NL 44(1926)67
  30. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-29, akte.nr.
  31. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-31, akte.nr. , blz. 24r
  32. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-31, akte.nr. , blz. 86r
  33. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-31, akte.nr. , blz. 109r
  34. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-31, akte.nr. , blz. 125r
  35. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-33, akte.nr. , blz. 19v
  36. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-33, akte.nr. , blz. 43r
  37. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-33, akte.nr. , blz. 43r
  38. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-33, akte.nr. , blz. 51v
  39. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-33, akte.nr. , blz. 57v
  40. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-33, akte.nr. , blz. 168v
  41. NL 44(1926)67
  42. zie ook NL 44(1926)67
  43. zie ook GN 40(1985)186
  44. GN 40(1985)186
  45. zie ook GN 40(1985)186
  46. GN 40(1985)186
  47. Nots. J . de Goeye, gecit. in NL 44(1926)69
  1. Nots. J. Harderwijk, gecit. in NL 44(1926)69
  2. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  3. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  4. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  5. NL 44(1926)67
  6. Nots. J. Harderwijk, gecit. in NL 44(1926)69
  7. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-34, akte.nr. , blz. 62v
  8. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-34, akte.nr. , blz. 83v
  9. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-34, akte.nr. , blz. 92v
  10. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-34, akte.nr. , blz. 217r
  11. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 302r
  12. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-30, akte.nr. , blz. 70v
  13. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-30, akte.nr. , blz. 77r
  14. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-30, akte.nr. , blz. 147r
  15. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. Akten: Boedelscheiding: 20-06-1716 E. van Goudoever, inv.nr. AT 028b005.
  16. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-32, akte.nr. , blz. 92v
  17. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-32, akte.nr. , blz. 192r
  18. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-32, akte.nr. , blz. 218v
  19. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-33, akte.nr. , blz. 50r
  20. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-33, akte.nr. , blz. 57r
  21. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-34, akte.nr. , blz. 81r
  22. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-34, akte.nr. , blz. 134v
  23. Familiegeld Eemland, EK 29
  24. GA Utrecht, ONA, Nots. H. Van Woudenbergh , inv.nr. U093a007, akte nr. 46
  25. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv.nr. AT 015 a005 folio 16 V - 17 V.
  26. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-33, akte.nr. , blz. 171r
  27. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-33, akte.nr. , blz. 176r
  28. GA Amersfoort, toeg.nr. 0039 Weeskamer te Amersfoort, 1519-1818, 1435-1811, inv.nr. 3
  29. C. Suijck AT 045a001 rep 6.
  30. C. Suijck AT 045a001 rep 144
  31. C. Suijck AT 045a001 rep 94
  32. C. Suijck AT 045a001 rep 8
  33. C. Suijck AT 045a001 rep 20
  34. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. C. Suijck 045a001 rep 6.
  35. RAU, toeg. nr. 34-1 Notarissen in de provincie Utrecht 1617-1895
  36. Familiegeld Eemland, EK 29
  37. GN 14(1958)123
  38. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. v. Brinckesteyn, inv.nr. AT 015a001 folio 28 V
  39. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 184v
  40. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv.nr. AT015 a004 folio 13 R
  41. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv.nr. AT015 a004 folio 40 V
  42. NL 113(1996)199
  43. Archief Eemland, ONA Amersfoort, Nots. A. van Brinckesteyn, inv.nr. AT015 a004 folio 8 V
  44. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  45. GN 32(1977)241
  46. zie ook NL 28(1910)293

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 5
Back to previous
generation 3
Directly go to generation :
1 2 3 4 5