next up previous contents
Next: Oneindige rechthoekige put potentiaal Up: Één-dimensionale oplossingen van de Previous: Stap potentiaal met   Contents

Tunnel effect

We nemen weer aan dat een vrij deeltje zich beweegt in de richting van een constante potentiaal, $V(x) = {\rm constant} = V_0$ voor $0<x<a$. De situatie is geschetst in Fig. 28.
Figuur 28: Schematische voorstelling van een vrij deeltje dat onderhevig is aan het tunnel effect.
\includegraphics[width=12cm]{Figures/Fig16.eps}
We onderscheiden nu drie gebieden. We merken op dat er in het gebied rechts van de barrière enkel een doorgelaten golf kan bestaan en dus stellen we $D=0$. In onze analyse beschouwen we nu eerst het geval dat
\begin{displaymath}
E<V_0
\end{displaymath} (204)

is. De toestandsffunctie en zijn eerste afgeleide dienen weer eindig en continue te zijn op de punten $x=0$ en $x=a$. Hierdoor krijgen we vier vergelijkingen met de willekeurige constanten $A, B, C, F$ en $G$. Deze vergelijkingen kunnen gebruikt worden om $B, C, F$ en $G$ uit te drukken in $A$. De waarde van $A$ kan dan weer in principe uit de normering bepaald worden. De waarschijnlijkheidsdichtheid is schematisch weergegeven in Fig. 29.
Figuur 29: Typische verdeling van de waarschijnlijkheidsdichtheid $\Psi^*\Psi$ voor een situatie met tunnel effect.
\includegraphics[width=12cm]{Figures/Fig17.eps}
In het gebied $x<0$ is de golffunctie grotendeels een staande golf, maar bevat een kleine bijdrage van een lopende golf, omdat de gereflecteerde golf een kleinere amplitude heeft dan de inkomende golf. In het gebied $0<x<a$ is de golffunctie een staande golf waarvan de amplitude exponentieel afneemt. Het meest interessant is het de coëfficiënt $T$ uit te rekenen, die de verhouding geeft van de doorgelaten waarschijnlijkheidsflux in het gebied $x>a$ ten opzichte van de inkomende flux. Een berekening geeft
\begin{displaymath}
T={v_1{\mathcal{C}}^*{\mathcal{C}} \over v_1 {\mathcal{A}}^...
...\over V_0}
\left( 1- {E \over V_0} \right) } \right]^{-1} ,
\end{displaymath} (205)

waarbij
\begin{displaymath}
k_{II}a = \sqrt{{2mV_0a^2 \over \hbar^2} \left( 1-{E \over V_0} \right)}.
\end{displaymath} (206)

Voor gevallen waarbij de exponent erg groot is simplificeert de vergelijking tot
\begin{displaymath}
T \approx 16 {E \over V_0} \left( 1 - {E \over V_0} \right)
e^{-2k_{II} a}    k_{II}a \gg 1 .
\end{displaymath} (207)

Deze vergelijkingen geven een voorspelling van een opmerkelijk feit (gezien vanuit het gezichtpunt van de klassieke mechanica) dat een deeltje met massa $m$ en energie $E$, dat invalt op een barrière met hoogte $V_0 >E$ en eindige dikte $a$, een zekere waarschijnlijkheid $T$ heeft om deze barrière te penetreren. Dit verschijnsel heet het tunnel effect.


We beschouwen vervolgens het geval dat

\begin{displaymath}
E>V_0
\end{displaymath} (208)

is. We vinden nu voor de transmissiecoëfficiënt $T$
\begin{displaymath}
T={v_1{\mathcal{C}}^*{\mathcal{C}} \over v_1 {\mathcal{A}}^...
...\over V_0}
\left( {E \over V_0} -1 \right) } \right]^{-1} ,
\end{displaymath} (209)

waarbij
\begin{displaymath}
k_{II}a = \sqrt{{2mV_0a^2 \over \hbar^2} \left( {E \over V_0} -1 \right)}.
\end{displaymath} (210)

Figuur 30: Reflectie en transmissiecoëfficienten $R$ en $T$ voor een deeltje dat verstrooit aan een barrière met hoogte $V_0$ en dikte $a$, zodanig dat $2mV_0 a^2/\hbar^2 = 9$.
\includegraphics[width=10cm]{Figures/Fig18.eps}
Fig. 30 toont $R$ en $T$ voor een deeltje dat aan een stap potentiaal verstrooit. Merk op dat $R$ en $T$ oscillaties vertonen die veroorzaakt worden door interferenties van de waarschijnlijkheidsgolven door reflecties aan de discontinuiteiten.
next up previous contents
Next: Oneindige rechthoekige put potentiaal Up: Één-dimensionale oplossingen van de Previous: Stap potentiaal met   Contents
Jo van den Brand 2004-09-25