Next: De ongelijkheid van Bell
Up: ASPECTEN VAN DE INTERPRETATIE
Previous: Einstein, Podolsky en Rosen
  Contents
Bohm heeft een experiment bedacht dat analoog is aan het door
EPR beschreven experiment, maar waarbij experimentele toetsing
mogelijk is. Stel dat in een bepaald proces een paar spin-
deeltjes, zeg twee neutronen, worden geproduceerd in een bron , waarbij
de totale spin van de neutron gelijk is aan nul (een zogenaamde
singlet spintoestand). De neutronen vliegen weg in tegenovergestelde
richtingen en hun individuele spins kunnen worden geanalyseerd met
behulp van twee Stern-Gerlach magneten op positie A en B.
Figuur 58:
Schematische weergave van Bohm's experiment inzake een meting
van spin correlaties voor twee spin- deeltjes.
|
De oriëntatie van de magneten kan veranderd worden, zodat de
spincomponent in een willekeurige richting kan worden bepaald.
Stel dat beide magneten zo worden georiënteerd dat de spincomponenten
worden gemeten in de richting gedefinieerd door de eenheidsvector
. Voor de spin singlet toestand zullen de spins van
de twee neutronen altijd tegenovergesteld gecorreleerd zijn. Daarom
zal een meting van de spin component in de -richting
van het neutron op positie A, met als resultaat
,
altijd leiden tot het resultaat
in een vergelijkbare
meting aan het andere neutron op positie B. Ter vereenvoudiging
noemen we dit de en spintoestanden in de richting .
Deze conclusie geldt voor elke richting : als een
meting bij A de waarde geeft, dan vinden we bij B de waarde ,
en omgekeerd. Als we de spincomponent in de richting van
van het neutron bij A gemeten hebben, dan weten we de spincomponent
in dezelfde richting van het andere neutron bij B. Die is dan
volledig bepaald vanwege de correlatie door de spin singlet toestand.
Heeft deze bepaaldheid enkel plaats gevonden als resultaat van een
meting op positie A? Als dat zo is, hoe is het resultaat van deze
meting gecommuniceerd naar het neutron op positie B? Als de metingen
op positie A en B simultaan worden gedaan, dan dient deze communicatie
instantaan plaats te vinden. Vergelijkbare conclusies kunnen worden
getrokken als de magneten op A en B langs andere richtingen worden
georiënteerd.
Next: De ongelijkheid van Bell
Up: ASPECTEN VAN DE INTERPRETATIE
Previous: Einstein, Podolsky en Rosen
  Contents
Jo van den Brand
2004-09-25