(740) |
(741) |
We komen nu tot het opmerkelijke resultaat dat ten gevolge van een
meting de toestand van het systeem abrupt verandert van
tot
.
Men spreekt van de collapse of reductie van de golffunctie.
We zien dus dat er twee soorten tijdafhankelijkheden zijn in
de quantummechanica. Voor een geisoleerd systeem wordt de tijdevolutie
gegeven door de Schrödingervergelijking, die een eerste-orde
differentiaalvergelijking in de tijd is. Dientengevolge zal de
toestand van een systeem continue evolueren in overeenstemming met
vergelijking (410). Een geheel andere, discontinue
tijdafhankelijkheid treedt op tijdens een meting aan het systeem.
Hierbij vindt er een abrupte verandering van de golffunctie plaats.
Het is niet eenvoudig om de continue tijdevolutie van de toestand
van een systeem te verenigen met de abrupte verandering die optreedt
wanneer er een meting wordt uitgevoerd. Een meting heeft te maken met
de interactie van meetapparatuur met het systeem. Echter deze
meetapparatuur is ook onderhevig aan de wetten van de quantummechanica.
We zouden dan ook het gehele systeem kunnen beschouwen, dat bestaat
uit ons origineel systeem plus de meetapparatuur. Dit nieuwe systeem
wordt dan weer beschreven door een `Grand' Schrödingervergelijking
en het is nu deze vergelijking die een continue tijdevolutie van het
gehele systeem beschrijft. De vraag dringt zich dan op wat nu
leidt tot de collapse van de toestand van dit gehele systeem? Komt dat
doordat een waarnemer naar de meetapparatuur kijkt? Hierop bevestigend
antwoorden helpt ook niet veel, want wat gebeurt er als we enkel een
deel van de waarnemer beschouwen? Of een waarnemer die niet begrijpt
wat hij ziet? Of wat gebeurd er wanneer een kat kijkt?
Het is duidelijk dat wanneer er een meting aan een systeem wordt
uitgevoerd, de toestand abrupt verandert (een collapse). Uiteraard is het
resultaat van een meting dat de situatie van waarschijnlijkheid
verandert in een van zekerheid. Het is echter voor het eerst in de
natuurkunde dat een meting of observatie een beslissende invloed
heeft op de loop der gebeurtenissen en niet gescheiden kan worden,
zoals het geval was in de klassieke fysica, van het fysische beeld.
Overigens is deze plotselinge verandering van de waarschijnlijkheidsverdeling
veroorzaakt door een observatie, het prototype van een
quantumsprong.
Er zijn diverse
pogingen ondernomen om de conceptuele moeilijkheden op te lossen, echter
geen van deze pogingen is geheel bevredigend en algemeen geaccepteerd.