We hebben gezien hoe SRT geïsoleerde lichamen beïnvloedt als ze sneller bewegen: klokken (lopen trager), afstanden (worden korter), versnelde deeltjes (hun energie neemt toe), etc. De SRT heeft echter ook gevolgen voor een verzameling deeltjes, een gas. Met name speelt de gasdruk een belangrijke rol in de traagheid van het gas. We zullen ontdekken dat hoe hoger de gasdruk, hoe moeilijker het is om het gas te versnellen (de traagheid neemt toe). Dit heeft belangrijke gevolgen voor de ART. Als we neutronensterren bestuderen zullen we ontdekken dat dit effect ervoor zorgt dat het neutronengas een groter gewicht heeft. Dit zal ertoe leiden dat de ster een grotere gasdruk krijgt, hetgeen ervoor zorgt dat het gewicht toeneemt, etc. Deze druk-terugkoppeling leidt er uiteindelijk toe dat het onmogelijk wordt voor de ster om zichzelf in stand te houden: de traagheid van de gasdruk leidt de samenstorting tot een zwart gat in.
De traagheid van de gasdruk is terug te leiden op de lorentzcontractie. We bekijken
het effect enkel voor kleine snelheden, waar SRT correcties relatief klein zijn.
We beschouwen een doos met volume die gevuld is met een uniform gas met
massadichtheid en gasdruk . Stel dat we een kleine kracht uitoefenen op
de doos, waardoor we haar versnellen tot een snelheid , die klein is ten opzichte
van . De vraag is nu: hoeveel energie hebben we moeten leveren om het gas een
snelheid te geven? Ter vereenvoudiging spreken we enkel over het gas en niet
over de doos (astronomische objecten als sterren zitten niet in een doos ...).
Als het gas een snelheid heeft, dan heeft het kinetische energie. Men zou dus
kunnen verwachten dat de totale energie die we hebben moeten toevoegen aan de doos
om het gas te versnellen gelijk is aan deze kinetische energie:
. Dit is echter niet het hele verhaal,
omdat de lorentzcontractie de lengte van doos kleiner heeft gemaakt en daarmee
het volume veranderd heeft. De doos kleiner maken, terwijl er een gas of vloeistof
met druk in zit, betekent het verrichten van arbeid. Deze arbeid is
gelijk aan
, met de volumeverandering.
Het minteken is nodig omdat de volumeverandering ()negatief is, terwijl de
verrichte arbeid positief is. Deze extra energie vertegenwoordigt de extra
traagheid van het gas: het is moeilijker om het gas te versnellen, omdat niet
alleen arbeid verricht dient te worden om de bestaande energie te versnellen,
maar ook om het gas te comprimeren, zoals de lorentzcontractie vereist.
De lengteverandering door de lorentzcontractie is gelijk aan
(216) |