You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Van Zevender ⇒ Gen. nr. 1 |
Inleiding |
In de 15e-eeuwse kapel van het St. Pieters en Bloklands Gasthuis te Amersfoort bevindt zich een zerk gemetseld in de vloer. In de grijs-zwarte steen is een wapen uitgehakt, waaronder staat: "Aernt van Zevender, obiit die 28 octobr 1628". Er is uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de vraag wie deze persoon was. Het resultaat is gepubliceerd als
Vanzelfsprekend is tijdens het onderzoek veel meer gevonden dan in deze publicaties kon worden verwerkt. In het onderstaande zijn alle gevonden relevante gegevens betreffende deze familie Van Zevender vermeld. Verder onderzoek is nog gaande, dus de gegevens kunnen nog verder worden aangevuld.
St. Joris Gilde te Harderwijk |
Naamlijst der Leden van het St. Joris Gilde te Harderwijk 1423- 1703: [1] |
I |
Ia. Aert (Arent) van Sevener/Zevener ("de oude"), geb. vóór ca. 1480, ovl. 1546/47, vermeld (1503),[3]
belender in de Paedzenstrate te Harderwijk (1515),
wordt burger van Harderwijk (1517),
treedt op als gemachtigde (1517),
treedt in 1519 op als momber van (dan al?) zijn schoonmoeder Nale Peter Hermsz, oefent het "voorvancksrecht" (voorrangsrecht?) uit (1521, 1523),
tekent als getuige met een merk (1532),[4]
verkoopt aan het stadbestuur van Harderwijk een aam wijn om aan de tolheffer van de Sont te sturen en schenken teneinde een gunstige tol voor Harderwijker burgers te bewerkstelligen (1537/38),
borg bij een burgerschapsinschrijving (1538),[5]
bekent zijn tweede vrouw Elisabeth ƒ 210,-- schuldig te zijn (1546),
is borg voor "Thyman Thymansz die coster" (1539),
pacht het wijnhuis van de stad Harderwijk (1539),
is in 1539 zwager en momber van Grietgen Peters, weduwe van de doodgestoken Aert Wichmans, en oom en momber van hun kinderen (1539),
woont in Harderwijk (1542),
-
tr. 1o Harderwijk 27-9-1512 (morgengave)
Belye (Henrick Willems), ovl. 1532-1539, legt een verklaring af (1532),
-
tr. 2o 1532-1539
Ester Peters, geb. vóór ca. 1520, ovl. 1539-1542, dr. van Peter Hermansz, wijntapper, en van Nale NN (zie
⇒ De relatie tussen Aert van Zevener en Aert Wichmans
),
-
tr. 3o voor 1542
Elisabeth NN, ovl. na 1556,[6]
Recognitieboeken Harderwijk:[7]
27-9-1512: voor Zweer van Wijnbergen en Jan van Hierde gaf Aernt Van Zevener Belie zijn echtewijf 100 gl. te morgengave.
Burgerboek Harderwijk:[8]
Aerent van Zevener, factus opidanus sexta post Exaudi anno ut supra (=anno XVII).
Recognitieboeken Harderwijk:[9]
18-12-1521: Wij schepenen en raad oorkonden dat voor ons gekomen is Griete Henrick Willemzsdochter de begijn met Aernt van Zevener haar zwager en gecoren momber, en heeft opgedragen Asse Stevensz met Stijne zijn echtewijf haar husinge zo die Henrick Willemsz haar vader toe placht te horen, gelegen voor de Broederen over tussen de husinge van Griete van Huekelum ter eenre zijde en Coman Jan Goesensz ter andere zijde, en achter in het Vleyshouwersstraatje gelegen tussen husinge Willem Jansz ter eenre zijde en Truge Aernt Everwijnszs weduwe ter andere zijde, en loofde dat de muur tussen hen en Coman Jan voorgen. zal wezen half en half en zette hiervoor te onderpande 3 gl.'s jaars als Asse haar opgedragen heeft uit Aernt van Zeveners nye husinge in de Paedzenstrate en nog 3 gl.'s jaars te lossen met 50 gl. als zij haar nu uit deze husinge bekend hebben.
Recognitieboeken Harderwijk:[10]
9-4-1532 (los stuk): Seemen en Goert Wilhemz, Johan Meeus en Belye Arent van Zeveners (lees Belye Arent van Zevenerswijf) getuigen dat zij niet gezien hebben van Arnt Wilhems mandemaker dat hij duitsche missen in de wijnherberg gelezen heeft en een hostie van een appel gesneden en dat in verachting van het weerdige H.Sacrament opgeheven en die kruisken of glazen geleeck die priester die kelk uitgedronken en gelekt zou hebben en weten van hem niet dan een christelijk burger toebehoort.
Oud-Archief der Gemeente Harderwijk:[11]
1537/1538 It(em) die Stat (Harderwijk) van Arent va Zevener gehat een Aem wins voer .vij. g. g...v. p. Ind .ix. s. (?) Ind dieselve gesond(en) ind gescenckt den Tollner Inden Sonde op dat ons(sen) burge(re)n soo voele toe bat(en) daer gevordert sold(en) moeg(en) werden [12] Voor Sacrementsdag
Recognitieboeken Harderwijk:[13]
29-11-1539: Evert van Byssel en Gerrit Stuylinck getuigden dat zij als rentmeesters vanwege de stad verpacht hebben aan Aernt van Sevener het wijnhuis.
Register van overleden keurmedigen Kelnarij van Putten:[14]
1544, f68, nr. 12: Item Anno (15)42 obijt to Hyrden bij des Greven hoff, Evert Albersen et pro cormeda traxi equam (= een merrie), quam uxor eius iterum a me emit in Hard(erwijck) 3tia feria a(nt)e Petri et Pauli in domo Arnt van Zevener et tenetur adhuc 5 equites Gelrenses quos solvit mulier ipso die Martini, et ipse Arnt fideiussor est et dedit unum equitem ad symbolum et dedit mihi ad manum 2 rij(d)er solvit totum.Vertaling (LL): In hetzelde jaar 1542 is overleden te Hierden bij het Grevenhof Evert Albersen, en als keurmede is hij schuldig een merrie, die zijn huisvrouw opnieuw aan mij heeft gezonden in Harderwijk op de dinsdag voor Petrus en Paulus (29 juni) in het huis van Arnt van Zevener, en zij is opnieuw schuldig vijf Gelderse paarden (ruiters?) die de vrouw op St Maarten heeft betaald, en de genoemde Arnt is haar borg en heeft daarvoor een paard (ruiter?) beschikbaar gesteld en heeft mij gegeven 2 rijders contant, waarmee alles betaald is.
Recognitieboeken Harderwijk:[15]
23-5-1542: Arent van Zevener schenkt aan zijn kinderen elk 50 gl voor hun zaliger moedersgoed.
Recognitieboeken Harderwijk:[16]
22-10-1542: Borgen voor Henrick, Jan en Nale van Zevener voor het versterf van hun moeder.
Bron Onduidelijk: Stadsbestuur Harderwijk??: [17]
12-7-1544: Schepenen en Raad oorkonden, dat Arent van Zevener en Lyesbeth, zijne vrouw, bekend hebben, dat zij aan Peter Herbersen en Brant van Deelen, als pot- en gildemeesters van het Onze Lieve Vrouwe-gilde, schuldig zijn eene rente van 1 gouden rijdergulden of 4 snaphanen, die, ingeval van wanbetaling mag worden verhaald op hun aandeel van den hang bij de Vischpoort achter het huis van Reyner van Wenckum.
Recognitieboeken Harderwijk:[18]
19-3-1545: Ariaen van Rossen bekende schuldig te wezen aan Arent van Zevener en Elisabet zijn echtewijf 20 gl van verteerde kost te verhalen op zijn kindsdeel aan de Hollant en aan de Engel en hanck en hof, en als Cueritser en de andere kinderen die goederen voors. verkopen wilden, zo geeft hij Arent voors. volkomen macht om zijn aandeel daaraan mede te verkopen, kwam Ariaen voors. wederom eer die goederen voors. verkocht waren en gaf hij Arent voors. de 20 gl voors., dan zal hij zijn aandeel weer tot zich nemen.
Recognitieboeken Harderwijk:[19]
2 en 3-3-1547: Jacob Martez machtigt ad lites tegen Elisabet wed. van Arent van Zevener. Henrick en Johan van Zevener, broers en Jacob Martez zien af van de successie van hun vaders Arent van Zeveners goed, maar als zij de weduwe en haar kinderen kunnen helpen, dan zullen zij dat gaarne doen.
De kinderen van Arent van Zevener zaliger doen gestand dat en also gemelde Arent voormaals zijn kinderen hun moeders goed bekend heeft, daarna de kinderen dat afgegaan en van hem hun moeders goed bewijs gedaan en daarna uitgericht te worden begeerd hebben, dat zij met elkaar gehandeld hebben, dat de bekenning der kinderen voor hun moeders goed geschied in het stadboek d.d. 23-5-1542, van waarde zal blijven en de kinderen daarmede tevreden wezen zullen.
Elisabet wed. van Arent van Zevener met Ricket Lambertsz haar gecoren momber geeft over dat de bekenning als haar man Arent zaliger voors. haar den 17 aug. van het vorige jaar gedaan heeft van 210 gulden en haar daarvoor zijn huis obligeert heeft, dat die bekenning niet hinderlijk zal wezen Jacob Martez om een bekenning van 5 gl 's jaars uit het zelfde huis, maar dat deze laatste voor zal gaan.
Jacob Martez draagt op aan de 2 jongste kinderen van Arent van Zevener zaliger de ½ van 50 gulden als zijn huisvrouw Nale toekomen van haar zaliger moeders goed.
Recognitieboeken Harderwijk:[20]
24-3-1556: Elisabet wed. van Arent van Zevener mede voor haar zoon Jacob van Zevener heeft ontvangen van Gerrit Stuylinck en Johan Dericksz 20 gl in mindering van 25 gl als Jacob Martez vanwege zijn huisvrouw Nale Arents van haar moeders goed vermoege het stadtboeck van date 3-3-1547 bekend heeft aan Elisabet en haar beide kinderen bij Aert van Zevener zaliger, waarvan een kind gestorven is en dat op haar geerfd heeft, en bedankt daarom Gerrit en Jans voors. voor de uitrichting.
Recognitieboeken Harderwijk:[21]
22-9-1558: Werner Duysterbeeck met jonffr. Golde van Wijnbergen zijn echte huisvrou en jonffr. Gerrit van Wijnbergen, wed. van Wolter van Bryenen, jonffr Gertruyt, Aeltgen en jonffr. Jannetgen van Wijnbergen susters met Werner voors. hun zwager en gecoren momber, verkopen aan Gheerlich Petersz hun hof buiten de Grotepoort en buiten St. Nyclaespoort achter de panneschuyr tussen de Holtcamp en de weg naar de Zantsteeg, zo hun vader Johan van Wijnbergen zaliger van de gedeputeerden der crediteuren van Arent van Sevener zaliger gekocht heeft.
Oud-Archief der Gemeente Harderwijk:[22]
19 mrt. 1542: Originele missive der Stad Enckhuijsen aan deese stad, d.d. 19-3-1542, houdende: dat kwalijk onderricht zijn als of de Harderwijkers in de Vischkoopmanschap benadeelt souden zijn etc. Dat volgens privilegien en goeden ouden onderhoudenisse deser stad, opereerende tot sterking en vrijheid van de Markt niemand soo wel de burgers deser stad als andere vreemde luijden eenigen hering, gevangen in de Zuijder Zee, opneemen, of koopen mogen, dan ter gewoonlijker plaatse van de vrije markt op verbeurte van die herinck etc. Dat daarom haar Scout, den zoon van Aert van Zevener(¥) in regten betrokken heeft, dog dat hij hem wel ontslagen sal, indien Sevener bewijsen kan, den hering op den vrijen markt gekogt te hebben etc. Dat voorts de Harderwijkers omtrent het leggen van de schepen niet meer bezwaart zijn, dan haar eigen burgersit vergaan golden etc.
COMMENTAAR(¥) Er zijn slechts twee personen die in 1542 in aanmerking komen als "zoon van Aert van Zevener": Henrick en Johan hierboven vermeld. Henrick heeft later een visrokerij, Johan is later veerschipper. Beiden kunnen dus haring hebben vervoerd en door de schout van Enkhuizen vastgezet zijn. Het valt zonder verdere gegevens niet uit te maken wie van beiden dat geweest is.
COMMENTAAR(¥) Zou zij identiek zijn met Naeltgin van Suevenaer, beg. Harderwijk 14-10-1603? |
Recognitieboeken Harderwijk:[23]
20-4-1571: Aert Engelen en Jan Volckersen borgen voor Jacob Martensen voor de verkoop van het huis in de Hogestraat dat hij aan Jacob Aertsen(¥) verkocht heeft.
COMMENTAAR(¥) Zou dit de onderstaande Jacob Aertsz van Zevener, zwager van Jacob Martensen, zijn?
Recognitieboeken Harderwijk:[25]
17-6-1564 Henrick van Zevener borg voor zijn natuurlijke broeder: Arndt Aerts voor het versterf van Reynertje Egberts zijn moye.
Hieruit blijkt dat Aert van Zevener (de oude) nog een natuurlijk kind Arndt Aerts had.
Recognitieboeken Harderwijk:[26]
11-4-1594: Aert van Sevener en Nysgen zijn huisvrou dragen op aan Henrick Henrricks en Ryckje zijn huisvrou hun huis in de Haverstraat tegenover Pilgrum Goerts huis aldernaast Wyntje Reyers huis.
Ib. Arent van Sevener ("de jonge"), geb. vóór ca. 1510, tekent een vidimus met een merk (1532),
woont in het huis dat in bezit is van Elsse Gerrit Meuss en haar kinderen, aan de Broederen te Harderwijk (1539),[27]
is borg (1539),
tr. (morgengave) 17-12-1533
Anna Henricks, ovl. 1533-1539.
IIa. Henrick (Aertsz) van Zevener (Seven(d)er), geb. vóór ca. 1520, beg. 1577-1598, aangenomen als lid van het St. Jorisgilde te Harderwijk 1543,
legt een verklaring af over betaling van het kraangeld (1549),[30]
gildemeester van het H. Sacramentsgilde (1554, 1567),[31]
huisvest van 11 - 13-2-1555 in zijn herberg Johan Bentinck, de landrentmeester van Veluwe die een bezoek aan Harderwijk bracht om de locatie van het aldaar te bouwen weeshuis te bezichtigen, en werd voor de kosten daarvan op 26-2-1656 betaald door de stad,[32]
legt een getuigenis af over de tolvrijheid (1557),[33]
heeft in Amsterdam van Agnes Cueritsers of anders genaamd Wynolts het versterf gekocht van haar ouders (1558, 1559) kennelijk de herberg de Hollant,
rekent wijnschulden af die Fye, wed. van Thyman Martez bij hem heeft (1559),
huurt een kampje land, liggende achter het Bleickenkampken 1563,[34]
pacht voor vier jaar het stadswijnhuis (1561),
koning van de Schutterij te Harderwijk (1563),
is borg voor zijn natuurlijke broeder Arndt (1564),
heeft een hanck (=vischrookerij) op de Marckt (1565, 1583),
waard (1566)
schepen van Harderwijk 1568 ("Hendrick van Zeventer"),[35]
gewezen burgemeester van Harderwijk (1568),[36]
is op 11-3-1568 als burgemeester aanwezig wanneer Jacob Botter, landschrijver op de Veluwe door de stadhouder is gezonden om op het Stadhuis van Harderwijk een inventaris te maken van de privilegien die aldaar in de privilegie-kist zijn gevonden,[37]
huurt een kamp land achter het Blekenkampje (1568),
burgemeester van Harderwijk (1569),[38]
legt een getuigenis af (1570),[39]
gemachtigde van het gericht van Harderwijck (1571),[40]
is als burgemeester Henrick van Sevender samen met Johan van de Wall, gedeputeerde van Harderwijck naar het kapittel te Utrecht (1574),[41]
legt samen met Jan van Sevener en andere burgers een verklaring af over het betalen van tolgeld (1574),[42]
heeft een geschil met het stadsbestuur over de verpachting van de visafslag (1575),
vermeld als burger van Harderwijk wonend in de Bruggestraat (1575),
was op 26-1-1577 een van de ondertekenaars namens de stad Harderwijk om zich met het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen aan te sluiten bij de Pacificatie van Gent,[43]
belender in de Bruggestraat (1578),
"rooms kastelein, dichtbij de Bruggepoort",
tr. Harderwijk 28-11-1541 (morgengave)
Beeltje Henricks, geb. vóór ca. 1520, beg. Harderwijk 3-3-1600 ("Belie wed. van Henrick van Suevenaer), testeert in 1598 vanwege "hoge olderdom" als wed. van Henrick van Sevener, dan wonend in de De Hollandsche Tuin in de Bruggestraat.
Zie
⇒ Fragment Van de Wall
n° IIb voor hun verder nageslacht.
Hieronder een ged(eeld) schild: 1. gevierendeeld, de velden effen. 2. een leeuw. Half aanz(iende) helm. Helmt(eken) een toegew(ende) vlugt.
Recognitieboeken Harderwijk:[28]
17-12-1533:
De jonge Arnt van Zevener gaf Anna Henricks zijn echtewijf 200 gulden to morgengave.
Uit dit huwelijk:
Recognitieboeken Harderwijk:[29]
20-2-1553:
Joachim Arents van Sevener geeft Lubbe zijn echtewijf (100?) gulden to morgengave.
II
Recognitieboeken Harderwijk:[44]
28-11-1541:
Henrick Arents van Zevenerszoen gaf Beele Henricks(¥) zijn echtewijf 100 alde schilden to morgengave.
COMMENTAAR(¥)
Het is onzeker of Henricks hier gelezen moet worden als haar eigen patroniem, of dat het destijds ook gangbare Beele Henrick(s) van Zevener(s) (wijf) bedoeld is.
Recognitieboeken Harderwijk:[45]
1559: Goert Wilhemsz Pynoege is borg voor Henrick van Sevener als in stat Agnes Cueritsers voor het versterf van Cueritser = Wijnand van Meehen(er) anders genaamd Cueritser stadswijntapper in "de Hollant" aan een hof buiten de Luttekepoort en
zijn huisvrouw Fenne zaliger dat Agnes voors. is aangeerfd, dat Henrick
voors. van haar gekocht heeft.
[46]
[47]
Stadsbestuur Harderwijk:[48]
29-4-1561: "Hendrick van Sevener habet dat wijnhuijs vijer jaeren und is angegaen op sondg naede octave van Paesschen anno .lxj. vur .xviij. gouden guldens siaers”.
Volgens Ref. [49]
stichtte Hendrick van Sevener een arme weduwenhuis dat naar hem wordt vernoemd. Datering ontbreekt. Elders blijkt echter "Het weduwenhuis (Hogestraat3)... wordt voor het eerst vermeld in 1429.In de 16de eeuw woonden er arme leerlingen van de LatijnseSchool (‘ArmeKlerkenhuis’) van 1663 tot 1753 de rector (‘RectoersHuys’) en van 1811 tot 1970 een aantal weduwen.[50]
Stadsbestuur Harderwijk:[51]
31-5-1549:
Wijnant Dericksz en Henrick van Zevener getuigen, dat te Arnhem nimmer kraangeld van hen gevorderd is, als zij de kraan aldaar niet gebruikten, waarbij Wijnant voegt, dat hij 40 jaren geleden van eene oude vrouw, die dicht bij de kraan woonde, gehoord heeft, dat Harderwíjck de straat van de Rijnpoort tot aan de kraan "tho” gemaakt heeft en daarvoor te Arnhem een vrijen op- en afslag heeft bekomen.
[52]
Stadsbestuur Harderwijk:[53]
13-5-1554:
Jacob Stevenszoon pacht van Marten Coilwagen en Wolter Barger, gildemeesters van de O. L. Vrouwe-armenpot, en van Wolter Henrickszoon en Henrick van Zevener, gildemeesters van het H. Sacramentsgilde, het erve en goed genaamd de Langemheen, gelegen te Blarrickshorst, van Pinksteren 1555 tot Pinksteren 1563, voor 25 enkele Philipsguldens per jaar.
Stadsbestuur Harderwijk:[54]
5-12-1557:
Burgemeesters, Schepenen en Raad maken de getuigenissen bekend, welke Seger Hermanszoon, Henrick van Sevener, Johan van Brummen, Gerrit Bosch en andere burgers over de tolvrijheid te Arnhem den 3en en 4en December in het stadsgericht hebben afgelegd.
Stadsbestuur Harderwijk:[55]
27-11-1563:
Ernst Witten en Johan Willemsz van den Wall hebben, als gildemeesters van het O. L,. Vrouwe-gilde genaamd die Pott aan Henrick van Sevener verhuurd een kampje land, liggende achter het Bleickenkampken, gedurende 6 jaren, voor 13 Philipsguldens per jaar en onder andere conditiën betreffende het gebruik, het leveren van "driest”, het onderhoud van slooten en vredingen en het plaatsen van "poten”.
Schuttenboeck van 't schepenschutt of het schuttersgilde te Harderwijk,[56]
Memoriaal van de vereeringen in bier en geld
aan de koningen Henrick van Zevener in 1563, Johan die Quade van Kinckelbach in 1564, Arendt Herbertsz
in 1565, Willem van Zevener in 1577 en Antonis van Renes in 1578.
Stukken voor de vaderlandsche historie, uit de verzameling van mr. G. van Hasselt:
[57]
"Advisen ende anders betreffende die Geuserie, beghinnende 29-6-1567."
Harderwijk: Zekere Rensen verklaart dat hij "omtrent 14 dagen voor Michaelis anno 1566 ... heeft sitten drincken metten Burgermeesters Wolff ... ten huyse van Henrick van Sevener, Weerdt ...
Stadsbestuur Harderwijk:[58]
1567 :
Henrick van Sevener en Garryt van Wenckum, gildemeesters van het H. Sacramentsgilde, hebben met hunne oldermannen en gildebroeders besloten, voortaan geen Schepenen noch Raden tot gildemeesters te kiezen.
Archief Burgerweeshuis Harderwijk:[59]
2-6-1567:
Schepenen en raad van Harderwijck oorkonden, dat Luydt Gerritsen en Dylianen, zijn vrouw, aan Johan Jansen en Evertgen, zijn vrouw, een jaarrente van 5 enkele joachimsdaler verschuldigd zijn uit hun huis aan de Marckt met de plaats daarachter, gelegen tussen het huis van Nanneman Reyersen en de "hanck" van Henrick van Sevener.
Stadsbestuur Harderwijk:[60]
1-4-1568:
Jacob Botter, landsschrijver van Veluwe, verklaart de wijze, waarop hij zijne commissie heeft uitgevoerd in tegenwoordigheid van den gewezen burgemeester Henrick van Sevener en den ontslagen secretaris Dirrick Voet en dat hij vervolgens de stukken met den inventaris en de sleutels heeft overhandigd aan Jan Woltersz, raad, en Peter van Zevener, secretaris.
[61]
12-9-1568:
Lambert Brynck en Jacob Cornelissen, gildemeesters van het
O.L. Vrouwe-potsgilde, hebben aan Henrick van Sevener verhuurd,
gedurende 6 jaren, ingaande op Petri ad Cathedram
1570, eenen kamp land liggende achter het Blekenkampje, voor
14 Philipsguldens per jaar, de levering van driest in het
laatste huurjaar en het onderhoud der slooten en vredingen.
Hof van Gelre en Zutphen:
[62]
Regest n° 2261. 19-7-1569:
Missive van het Hof van Gelre en Zutphen aan de Stad Harderwijk om een lid van den raad n.l. Joost van Bronckhorst, of zoo deze afwezig of verhinderd is Henrick van Sevener naar Arnhem te zenden tot bespreking van eenige aangelegenheden.
Zie instructie van 24-7-1569.
Zie brief van 20 juli No. 2263/62
Hof van Gelre en Zutphen:[63]
1570: Deken en kapittel van St. Marie te Utrecht procederen contra Henrick van Sevender en die van Harderwijk betreffende Tolrechten
Stadsbestuur Harderwijk:[64]
12-3-1570:
Burgemeesters, Schepenen en Raad verklaren, dat hunne ambtgenooten Genrick van Zevener (!), Gerryt Bosch en Wolter Berger, op hunnen ambtseed hebben getuigd, dat meester Jan die messeler en Berent de waker, dienaars van Sweer van Voorst, drost op het huis van den Koning, wegens voorgenomen verraad van de stad door de Schepenen werden gevonnisd.
Archief van het Convent Sint-Hiëronymusberg of Hulsbergen bij Hattem:
n° 67. 12-1-1570: Henrick van Zevener te Harderwijk verzoekt rector Gerardus van Wachtendonk zijn zoon te begiftigen met de Hieronymusvicarie, vacant door de dood van Joachim van Leesten. [65]
Deze zoon (Aernt?) krijgt de vicarie blijkbaar niet, getuige de volgende akte:
n° 72. 7-6-1570: Theodoricus Dorrhe, pastoor te Elburg verklaart dat hij na de voorgeschreven afkondigingen Henricus Gerardi a Wachtendunk in het bezit van de vicarie van St.Jheronimus in de St.Nicolauskerk in de stad Elburg had gesteld, omdat niemand op de proclamatie had gereageerd.[66]
Stadsbestuur Harderwijk:[67]
27-8-1574:
Burgemeesters, Schepenen en Raad oorkonden, dat Henrick van Sevener, Henderyck Hermensz Huddinck, Jan van Zevener, Gerrit Bousch en andere burgers onder eede getuigd hebben, dat zij, varende van Harderwijck naar Nijmegen, voor hunne visch en andere waren aan den tollenaar te Arnhem of elders in Gelderland nimmer tolgeld hebben betaald.
Stadsbestuur Harderwijk:[68]
18-10-1574:
Jorden van Triest en Derick van Rijswick, schepenen van Nijmegen, oorkonden, dat voor hen en den richter Johan van Boitbergen, op verzoek van den rector Mr. Peter van Sevener, door Egbert Schut, schipper van Arnhem, over den Egmondschen- en den Koningstol aldaar hetzelfde is getuigd, als Janneken, weduwe van Willem van Arnhem, den 5en October j.l. heeft gedaan.
Stadsbestuur Harderwijk:[69]
18-10-1574
De gedeputeerden van Harderwijk, met name Joest van Bronckhorst en Henryck van Zevener, betoogen op het bericht van Otto Valckenburg, met verwijzing naar de sententie van 29-12-1558 en de ordonnantie van het Hof van 29-9-1574, dat, indien de tollenaar geen beter tegenbewijs overlegt, de burgers van Harderwijck in hun privilegie van tolvrijheid moeten worden bevestigd.
Archief Stadsbestuur Harderwijk:
n° 140-143. 1575: Stukken betreffende het geschil met Henrick van Zevener en andere in de Bruggestraat wonende burgers over het recht van Schepenen en Raad tot verpachting van den vischafslag.
[70]
Stadsbestuur Harderwijk:
[71]
26-8-(ca. 1581)
Willem van Winbergen en Wermolt Benger, burgemeesters,
verklaren, dat zijn den heeren van Deventer, tijdens hun
verblijf ten huize van Henderick van Sevener, geschonken
of vereerd hebben 8 stadskannen wijn.
Harderwijk, Stadsrekeningen, Renthen van Conventen:[72]
Hendrick van Sevener
betaalt sinds 1582 jaarlijks 3 rijderguldens, vier stuivers en 12 penningen rente "uuyt sijn huisinge in die Bruggestraete" aan de stad (oorspronkelijk aan het Agnietenklooster). Later wordt deze rente tot 1627 jaarlijks betaald door de erfgenamen van Hendrick van Sevener, en vanaf 1628 door Peter Janszoon van der Wall die het huis erft.
[73]
Stadsbestuur Harderwijk:
[74]
Kwitantiën wegens gemaakte
verteringen ten laste van de
stad:
2-8-1586: ten huize van Belten (Beelten) van Zevener, door engelsche ruiters in Juli laatsleden.
30-1-1592: ten huize van Beltgen van Zevener
geleverd door Aert van Zevener verteerd
door de burgemeesters van Nijmegen.
Recognitieboeken Harderwijk:[75]
9-5-1598: Beeltje (Henricks), wed. van Henrick van Sevener kan door hoge olderdom haar goederen niet meer administreren en draagt die over aan haar kinderen en kindskinderen: een huis in de Bruggestraat genaamd De Hollandsche Tuin, de schuur met de plaats achter De Olde Rosmolen, de hof int lutteke soe?, de hanck (=vischrookerij) aan de merckt met zijn toebehoren, thalve erff opte Pels genaamd t Verloren Velt, tien dachmaten hoylants opt Rietvelt, en voorts alle gerede goederen en inboedel.
De erfgenamen zijn Arnt Van Sevener, Joachim van Sevener, Jan Jans van de Wall als man en voocht van zijn huisvrouw Aeltje van Sevener, de kinderen van zaliger Beeltje (= haar dochter Beeltje Henricks van Zevener), Henricks van de Wall nagelaten weduwe, met name Elbert, Arndt, Reyntje en Beeltje van de Wall, Elbert thans uitheems, Reyntje en Beeltje nog minderjarig, voor wie de oldevader Jan Willems van de Wall zich sterk maakt.
Als recompensie en vergeldinge beloven de erfgenamen hun moeder en oldemoeder jaarlijks op Pasen uit te keren hondert keijser gulden ad 20 stuivers per stuk baar geld, beginnend op Pasen 1599, haar leven lang.
Uit hem:
Uit dit huwelijk o.a.?:
Recognitieboeken Harderwijk:[77]
23-3-1614:
Gele Smits met haar zoon Lambert Goerts borg voor Evert Aerts aan handen van Aert Keyser en Peter van de Wal voor 110 dalers. Wouter Aerts en Jan Aerts
beloven de borgen te vrijen.
Recognitieboeken Harderwijk:[78]
18-11-1643:
Noy Henricks Prose,
Peter Jansen van de Wall,
Lambert Feith,
Gerrit van Megen, als resp. mans van haar huisvrouwen,
en Aeltje Noyen geass. met de voors Noy Henricks verklaarden
alzo haar broeder en zwager Henrick Keyser van menonge is een reise
nae Oostindien aan te vangen, latende alhier vier jonge kinderen
tot laste van hen comparanten als naaste bloedverwanten
en hoewel de voors. Henrick Keyser zijn goederen voor de opvoeding
aan comparanten getransporteerd heeft, maar die misschien onvoldoende
zullen blijken, zijn overeengekomen alles te verkopen en eerst
enige schulden te betalen van de rest zullen zij de kinderen opvoeden
en goed boek houden.
Recognitieboeken Harderwijk:[79]
13-8-1649:
Borgen voor Noy Henricks, Peter Jans van de Wal, Anneke Noyen, wed. van Lambert Feith, Gerrit van de Meen, uxoris nomine, en de kinderen van Henrick Keyser voor
de erfenis van hun zaliger zuster Aeltje Henricks Noyen
Recognitieboeken Harderwijk:[80]
13-8-1649:
Peter Jansen van de Wal en Noy Henricks borgen voor Henrick Keyser,
Thomas van Schoonhoven liberorum nomine en Marichien Thonis, weduwe van
Gerrit Keyser liberorum nomine voor de erfenis van hun zaliger vader Aert Keyser.
Recognitieboeken Harderwijk:[81]
10-3-1651
Hendrick Keyser en Thomas van Schoonhoven borgen voor
Peter van de Wall voor de tucht hem van zijn zaliger huisvrou Stijntge Noyen bemaakt.
Uit haar eerste huwelijk:
Uit haar tweede huwelijk:
Recognitieboeken Harderwijk:[82]
7-9-1603:
Aeltje Jans van de Wall wed. van Cornelis Jans Nuck met Peter van de Walle
en Arnt van Sevener resp. haar broeder en oom ter eenre zijde,
Jan Nuck Thonis ter andere zijde, over het versterf van zaliger Geertje Bouwers huisvrou van Jan Nuck voors. voor het deel dat bij dode van Gerrit Cornelis kind van Aeltje bij Cornelis Jans op Aeltje getransmitteerd is, boedelscheiding.
Recognitieboeken Harderwijk:[85]
20-5-1594:
Belyke Henricks van de Wal (lees Belyke wed. van Henrick van de Wal), schuldig aan Beert Lubberts en Evert Lubberts
broeders 100 gl. In margine: 1600 febr.10 Helmich, Evert en Beert .... Lubberts
mede voor Geerlach Jacobs hun zwager en Jannetje zyn huisvrou hun zuster kwyten.
Recognitieboeken Harderwijk:[86]
9-5-1598: Beeltje NN, wed. van Henrick van Sevener kan door hoge olderdom haar goederen niet meer administreren en draagt die over aan haar kinderen en kindskinderen: een huis in de Bruggestraat genaamd De Hollandsche Tuin, de schuur met de plaats achter De Olde Rosmolen, de hof int lutteke soe?, de hanck (=vischrookerij) aan de merckt met zijn toebehoren, thalve erff opte Pels genaamd t Verloren Velt, tien dachmaten hoylants opt Rietvelt, en voorts alle gerede goederen en inboedel.
De erfgenamen zijn Arnt Van Sevener, Joachim van Sevener, Jan Jans van de Wall als man en voocht van zijn huisvrouw Aeltje van Sevener, de kinderen van zaliger Beeltje, Henricks van de Wall nagelaten weduwe, met name Elbert, Arndt, Reyntje en Beeltje van de Wall, Elbert thans uitheems, Reyntje en Beeltje nog minderjarig, voor wie de oldevader Jan Willems van de Wall zich sterk maakt.
Als recompensie en vergeldinge beloven de erfgenamen hun moeder en oldemoeder jaarlijks op Pasen uit te keren hondert keijser gulden ad 20 stuivers per stuk baar geld, beginnend op Pasen 1599, haar leven lang.
Recognitieboeken Harderwijk:[87]
13-1-1599:
Jan Jans van de Wall, Arnt van Sevener en Joachim van Sevener, borgen voor
de kinderen van zaliger Beeltje van Sevener wed. van Henrick Jans van de Wal voor
het versterf van hun moeder, Elbert en Aert van de Wall en
Eernst Willems van de Wall, mede voor hun zuster Beeltje beloven de borgen
te vrijen.
Recognitieboeken Harderwijk:[88]
13-2-1605:
Boedelscheiding tussen Elbert van de Wall, Arnt van de Wall, mr. Ernst van de Wall en Reyntje van de Wall ter eenre en Henrick Noyen als man van zaliger
Beeltje van de Wall ter andere zijde.
Grafzerk in de Grote Kerk te Hardewijk:[89]
A°. 1582 de 22 may starf henrick janse v. de Wal.
A°. 1598 starf Belken henrix v. Zevenner.
met Got moet de siele rvs
Uit dit huwelijk vier kinderen onder wie:
(Zie voor hun verder gegevens over deze kinderen en hun voor- en nageslacht
⇒ Fragment Van de Wall
)
COMMENTAAR(¥) Het is onduidelijk wat het woord "cris" in de naam jan cris arentse van Zevenaer betekent. Is het een (deel van een) patroniem, een lees- of schrijffout van Wolter van Spuelde, burgemeester van Harderwijk, die de lijst begin 18de eeuw opstelde, of een drukfout? Het woord is in latere vermeldingen van Jan/Johan Aertsz van S/Zeven(a)er niet meer aangetroffen. |
Recognitieboeken Harderwijk:[91]
11-2-1544: Johan Aertsz van Zevener gaf Bye Wilhems zijn echtewijf 100 golden cronen to morgengave.
Recognitieboeken Harderwijk:[92]
27-9-1557: Frans Wilhemz (bijgeschreven staat van de Wall) met Nelle zijn echtewijf, Johan van Sevener met Bye zijn echtewijf, Gerrit Francken met Jannetje zijn echtewijf, en mr. Arent Vinck met Marytje zijn echtewijf, scheiden hun alderen hanck. Johan zal hebben de 2 voorste kamers en het spaanhuis en Franck, Gerrit en Arent zullen hebben de andere vijf kamers. Johan van Sevener en Bye zijn echtewijf hebben hun alderen huysinge in de Bruggestraat van hun zwagers en zusters gekocht voor 400 dalers n.l. van Frans, Gerrit en mr. Arent elk hun deel en zoveel als de jonge Wilhem van Helzen aangaat, mag die zijn aandeel aan de penningen voors. mede beuren als de andere erfgenamen.
Stadsbestuur Harderwijk:[93]
30-1-1562: Jan van Zevener, Drees Buyck, Joost Biekcr, Jan Nuck en 8 andere veerschippers verzoeken, aan Burgemeesters, Schepenen en Raad, de hierin opgenomen, door hen overeengekomen, regeling van de vaart op Amsterdam, goed te keuren.
Recognitieboeken Harderwijk:[94]
21-9-1562: Vidimus van een brief van 29-5-1557 waarbij Dirck Willems en Anna zijn huisvrouw mede voor zijn zwager en zuster mr. Willem Jacobs en Nysgen zijn huisvrouw ter ene en Frans Willems en Nelle zijn huisvrouw en Johan van Sevener en Bye zijn huisvrouw en Gerrit Francken met Janneke zijn huisvrouw en Marritje Willems voor haar zelf en voor haar man meyster Arent Vinck en Frans Willems voors. mede als substituut van meyster Arent Vinck zijn zwager als momber van de jonge Wilhelm van Hels (krachtens brief van Emmerick) ter andere zijde scheiden de goederen van hun ouders, een huis in de Bruggestraat en een hanck bij de stadsmuur bij de Rosmolen en een hof in het Lutticke Lhoe.
Stadsbestuur Harderwijk:[95]
27-8-1574: Burgemeesters, Schepenen en Raad oorkonden, dat Henrick van Sevener, Henderyck Hermensz Huddinck, Jan van Zevener, Gerrit Bousch en andere burgers onder eede getuigd hebben, dat zij, varende van Harderwijck naar Nijmegen, voor hunne visch en andere waren aan den tollenaar te Arnhem of elders in Gelderland nimmer tolgeld hebben betaald.
Stadsbestuur Harderwijk: [96] 8-2-1584: De vrienden en bloedverwanten van den gedooden waker Meijnt Stevenszoon hebben, ten overstaan van het gericht ten huize van Johan van Sevener, wegens dien doodslag Johan van Coeth aangeklaagd.
Recognitieboeken Harderwijk:[97]
5-7-1584: Heer Jurrien van Cooth en Mette Wackers zijn huisvrou geven hun zoon Gerrit van Coeth ten huwelijk mee met Mechtelt van Sevener Jansdr 200 dalers enz.
Recognitieboeken Harderwijk:[98]
22-9-1600 Gerrit van Coeth en Mechtelt van Sevener echtelieden nemen Jacob Peters aan in kost en drank zijn leven lang.
Recognitieboeken Harderwijk:[107]
1-12-1567: Mr. Peter van Sevener rectoir is schuldig aan zijn 2 kinderen samen 50 gl voor hun moeders goed.
1-12-1567: Huwelijksvoorwaarden van mr. Peter van Sevener rectoir ter eenre, en Weyme van Vanevelt met Henrick van Vanevelt en Mechtelt zijn huisvrouw, haar ouders, ter andere zijde.
Stadsbestuur Harderwijk:[108]
1-4-1568: Jacob Botter, landsschrijver van Veluwe, verklaart de wijze, waarop hij zijne commissie heeft uitgevoerd in tegenwoordigheid van den gewezen burgemeester Henrick van Sevener en den ontslagen secretaris Dirrick Voet en dat hij vervolgens de stukken met den inventaris en de sleutels heeft overhandigd aan Jan Woltersz, raad, en Peter van Zevener, secretaris.
Stadsbestuur Harderwijk:[109]
25-7-1569: Frater Winandus Talesius, van Deventer, gekozen gardiaan van het Minderbroedersklooster te Harderwijck, en de secretaris Peter van Zevener aldaar bevestigen den hieraan voorafgaanden inventaris van de gereede- en ongereede goederen en renten van dat klooster, opgemaakt in tegenwoordigheid van Joest van Bronckhorst, commissaris, den genoemden gardiaan, de conventualen Joannes Odendaly, Bernardus Mechleniensis en Johan van Merloe en 3 schepenen van Harderwijck den 25en Julij 1569.
Stadsbestuur Harderwijk:[110]
22-10-1570: Jan Albertsz, secretaris (van Arnhem), bericht aan zijnen neef Mr. Peter van Zevener, secretaris van Harderwijck, op eenen brief van 20 October, dat het plakkaat betreffende verboden boeken ook te Arnhem werd afgekondigd, doch dat daarbij slechts de titels van de duitsche boeken werden voorgelezen met aanzegging, dat de belanghebbenden den catalogus van de fransche-, italiaansche en andere werken bij den secretaris konden komen inzien.
Stadsbestuur Harderwijk:[111]
20-4-1571: Joest van Bronckhorst, burgemeester, Jan Groll, scholarch, en Peter van Zevener, secretaris, hebben, in opdracht van Burgemeesters, Schepenen en Raad, mr. Hannert van Gameren aangenomen tot rector der stads particuliere school gedurende één jaar en op de hierin opgenomen voorwaarden, met name het salaris, dat zijne voorgangers Wenandus Cruceus, Petrus Sevenerus en Nicolaus Edamus hebben genoten.
Stadsbestuur Harderwijk:[112]
18-10-1574: Jorden van Triest en Derick van Rijswick, schepenen van Nijmegen, oorkonden, dat voor hen en den richter Johan van Boitbergen, op verzoek van den rector Mr. Peter van Sevener, door Egbert Schut, schipper van Arnhem, over den Egmondschen- en den Koningstol aldaar hetzelfde is getuigd, als Janneken, weduwe van Willem van Arnhem, den 5en October j.l. heeft gedaan.
Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe:[113]
23-5-1593:
Missive van die van Harderwijk aan het Hof ter ondersteuning van het hierbij gaande verzoek van de weduwe van Mr. Peter van Sevener om een stipendium voor haren zoon.
Een van deze beide kinderen is zeer waarchijnlijk identiek met
Het andere kind is zeer mogelijk identiek met
Stadsbestuur Harderwijk:[115]
28-1-1571: De vrienden en bloedverwanten van den ten huize van zijnen vader Peter van Zevener gedooden Arent van Zevener, hebben, ten overstaan van het gericht, ter plaatse van dien manslag, den molenaarsknecht Wollter Aertsen als dader aangeklaagd.
Stadsbestuur Harderwijk: [122]
23-4-1590: Schepenen en Raad hebben, als collators, de inkomsten van de Goltsmitsvicarie geschonken aan Henrick van Sevener Peterszoon en Goedtschalck Aeltszoon ten einde hun studiën te kunnen voltooien.
III |
IIIa. Aert (Aern(d)t, Arent) van Zevener (Zeevener, Zeevenaar), geb. vóór ca. 1550, ovl. na 1615, aangenomen als lid van het St. Jorisgilde te Harderwijk 1569, en gildemeester 1600-1611,
raad te Harderwijk (1575, 1577, 1579) ("Zevener"),[123]
is borg voor zijn zwager Henrick Coepsen (1590),
treedt op als magescheidsman te Harderwijk (1594),[124]
schuldeiser (1596),
weesmeester van het Burgerweeshuis te Harderwijk (1596-1599, 1618-1621),[125]
[126]
is gevolmachtigde (1698),
benoemd als gemachtigde van Oesenwalt van Hetterscheit (1601),
borg te Harderwijk (1581, 1603, 1608),
is in 1603 getuige bij het huwelijk van Beeltje Hendricks van de Wall dochter van zijn zuster Belken Henrix van Zevener x Henrick Janse van de Wal,
is in 1604 getuige bij het huwelijk van zijn broeder Joachim van Zevener,
tr. vóór 1590
Aeltgen Coops, geb. 1544/45, beg. Harderwijk 1-6-1622 ("Aert van Sevenaers frou Aeltgen, betaald door Serris/Sec(reta)ris), is borg voor Marie Claesen bij haar aanstelling tot stadsvroedvrouw in 1592,
heeft als weesevrouw (vrouw van een weesmeester) "bevoegdheid tot indienstneming van huishoudelijke hulpen en het aanleren van toentertijd als specifiek vrouwelijk beschouwde kundigheden als koken en naaien, en de zorg voor kleding en lichaamsverzorging",[127]
legt in 1615 een verklaring af, dan oud 70 jaar,
dr. van Koep Gerrytsen Smyt te Putten, en van diens eerste, niet met name genoemde vrouw (Koeps tweede vrouw is kennelijk Metken van Koet).
Aert en Aeltgen verkopen hun deel van Henrick van Seveners hanck (=vischrookerij), en stellen als zekerheid hun huis aan de Olde Rosmolen (1612).
Het Weeshuis te Harderwijk.
Anonieme gewassen pentekening met Oostindische inkt, 15,5 x 20 cm
Datering: 1609
Bron: Ref. [128]
Pachtcontract tussen de weesmeesters van het weeshuis te Harderwijk en Hessel Gerritsen, waaronder o.a. de naam (handtekening?) van "Arent van Zevender als een getuyge".
Datering: 22-10-1615
Bron: Ref. [129]
[130]
klik op plaatje(s) om te vergroten
Recognitieboeken Harderwijk:[131]
13-10-1569:
Koep Gerrytsen bekent zijn 3 voorkinderen Henrick, Willem en Aeltgen Koepsen
elk 4 gl voor hun moeders goed.
Recognitieboeken Harderwijk:[132]
29-10-1569:
Koep Gerrytsen Smyt is schuldig aan Metken van Koet 4½ gl.
Recognitieboeken Harderwijk:[133]
26-9-1581:
Aert van Sevener en Johan Bessels borgen voor Wolter Jans en Geert Aerts
zijn huisvrouw voor het versterf van Gryte, wed. van Aert Wychmans.
Stadsbestuur Harderwijk:
[134]
29-3-1590:
Arnt van Sevener heeft zich, ten overstaan van de burgemeesters
Gerrit Voeth en Reyer van Vanevelt borg gesteld,
dat zijnen zwager Henrick Coepsen, die verzocht heeft in de
Veluwe te mogen wonen, zich als een goed en vroom man zal
gedragen.
Stadsbestuur Harderwijk:
[135]
Kwitantiën wegens gemaakte
verteringen ten laste van de
stad:
30-1-1592: ten huize van Beltgen van Zevener
geleverd door Aert van Zevener verteerd
door de burgemeesters van Nijmegen.
Archief Stadsbestuur Harderwijk:
n° 1499. 27-5-1592:
De gemeene Schepenen, hebben Marie Claesen aangenomen tot stadsvroedvrouw op voorwaarde, dat zij ook de aan pest of andere besmettelijke ziekten lijdende vrouwen verlost, waarvoor Aeltgen, vrouw van Aert van Sevener en Gerritgen Keijser, vrouw van Joachim van Sevener, borg hebben gesteld. Haar jaarwedde bedraagt 40 holl. guldens plus 7 rijderguldens voor huishuur.
[136]
1594: Wij Gerrit Voeth, Arnt van Hoeclum, Henrich van Cranenburch
(de kraanvogel) en Arent van Sevener, maegescheitsluijden
tusschen Johanna Wolffs, wede. Jan Greve en huisvrouw Hessel Jansz, ter eenre, en Herman Thoenisz. en Pilgrum Geurtsz, als
mombers van vier onmondige kinderen van zal. Johan Greve bij
Johanna Wolffs, ter andere zijde, enz.[137]
Magescheid tueschen Marthen, Steven, Wolther en Anna d'Isendoorn a Blois, dd. 12-7-1596 te Cannenburch.[138].
Hierin komen o.a. voor o.a. Jochum van Zevener, Arnt van Zevener, aan wie Marten van Isendoorn nog schulden moet betalen.
Archief Burgerweeshuis Harderwijk:
[139]
n° 72. 31-5-1598:
Burgemeesters, schepenen en raad van Harderwijck oorkonden, dat Henrick van Averenck en joffer Johanna Crousen, zijn vrouw, aan Philips van Spuelde en Arnt van Sevener, weesmeesters van het weeshuis te Harderwijck hebben overgedragen een kampje land achter de Middelwall, westelijk door de weiden, aan de zuidzijde door de weg en aan de noordzijde door land van de Observantinnen begrensd.
n° 73 3-6-1598:
Burgemeesters, schepenen en raad van Harderwijck oorkonden, dat jonker Evert van Linteloo en joffer Arnolda van Hoemen, zijn vrouw, aan Philips van Spuelde, Arnt van Sevener, Henrick van Moeurs en Herman Gerritsz als weesmeesters overgedragen hebben een jaarrente van 3 daler ten laste van Antoenis Hamelman, zodat aan de wezen nu de gehele rente van 6 daler uit de kamp land van de erfgenamen van Dirck Willemsz toekomst.
Archief Burgerweeshuis Harderwijk:
[140]
n° 71. 8-5-1598:
Burgemeesters, schepenen en raad van Harderwijck oorkonden, dat Abraham Luz(¥) en joffer Beatrix van Zuylen van Nyvelt aan het weeshuis binnen Harderwijck verkocht hebben de helft van een jaarrente van 6 daler ten laste van Anthonis Hamelman, waarvan de andere helft Evert van Linteloo toekomt.
Recognitieboeken Harderwijk:[141]
14-8-1598:
Arndt van Sevener als volmacht van Abraham Luz(¥) en Joffr. Beatrix van Zuylen van Nyvelt, zijn huisvrou krijgt volmacht 's-Gravenhage 27-4-1598 en kwiteert Bor Jans
en Wobbe Everts zijn hv. Enz.
COMMENTAAR(¥)
Hoezo een volmacht uit Den Haag. Zou er een relatie zijn tussen Arndt van Sevener en het echtpaar Luz-van Zuylen?
Abraham Luz (Lus), zn. van de Sion Luz, tafelhouder te Dordrecht en Leiden en Amsterdam,[142] jg. wonende tot Leijden (1595), doet 6-3-1601 hulde voor zijn zoon Anton m.b.t. 16 morgen land in Berkenwoude,[143] wednr. van Beatris van Zulen van Nijvelt wonende tot Amstelredam op de Oude Zijds Voorburchwall(1603), otr. 1o Leiden geref. 13-5-1595 (zijn get. Ds. Petrus Hackius, predikant, en Hubrecht van Aelst, bruid met seeckere missive bij haer geschreven aen de voornoemde Ds Hackius) Beatrijs (Beatrix) van Zuilen (Suylen) van Nijeveld (Nijvelt), geb. vóór ca. 1585, ovl. 1595-1601, beleend met 16 morgen land in Berkenwoude (1585), dr. van Anton Willemsz van Zuilen van Nijeveld en van Margaretha van Wijnbergen, otr. 2o Amsterdam geref. 22-11-1603 (extra-ordinaris intekenregister, met tatttestatie van Delft) tr. 2o Delft 17-12-1603 (met attestatie van Amsterdam en van Zierikzee)[144] Margretha Balbian, wed. van (de tafelhouder) Anthoine Sarnotis wonende tot Zierikzee (1603) dr. van Alexander Balbian tafelhouder te Delft. Hieruit verder nageslacht bekend.
Van Wijnbergen is een geslacht dat te Harderwijk veel voorkomt. Du we zoeken verder naar Margaretha.
Met behulp van Ref. [145] vinden we
|
Archief Burgerweeshuis Harderwijk:[149]
Bijlagen bij de Rekeningen van het Weeshuis over 1599/1600:
"v(oor?) costen gedaen tot Heerde van Egbert Daniels schip te vondaren? Als Bronchorst ende Arent van Zevener daer waeren - 4 - guld(en) 17 st(uijver)
Aerent van Zevener ende Harman Gerretsen - verteert tot Heerde ende datt den halve? aen Albert Berrijcs huijs over gewesen te vinden? fuge? ad 30 - st(uijver) ende den voerman 40- stuijver gegeven"
COMMENTAAR(¥) Personalia: Egbert Daniels, schout van Heerde 1558-1580, Oth van Bronkhorst weesmeester 1594-1597, Arent van Zevener weesmeester 1596-1599, Hermen Geurts Gerritsen 1600-1601, Albert Berrijcs ??
ORA Arnhem: [150]
Latijnse tekst: Coram Tulleken et Re. comp(aravi)t Oesenwalt van Hetterscheit, et p(otentiavi)t M(agistru)m Lambertum Croll, Arendt van Sevender, Michiell Thonissen, Johan van Hetterscheit (vo...d? Henrick Wynen (hli.rin varil. in)? c(ontra) g. Celeman van Ommeren et alios quoscumque ad lites cum p(otentat)e substituendi causas se ratum habitionis den 3 feb (1601)
Mijn voorlopige vertaling: Voor Tulleken en Re. is verschenen Oesenwalt van Hetterscheit en hij heeft gemachtigd Mr. Lambertus Croll, Arendt van Sevender, Michiell Thonissen, Johan van Hetterscheit .. Henrick Wijnen .... .... om tegen g.? Celeman van Ommeren en vele anderen te procederen met de mogelijkheid te substitueren (en) de zaken geldig te houden, den 3de februari, 1601
Regest: Op 3-2-1601 verleent Oesenwalt van Hetterscheit machtiging aan Mr. Lambertus Croll, Arendt van Sevender, Michiell Thonissen, Johan van Hetterscheit en Henrick Wijnen .... .... om tegen Celeman van Ommeren en vele anderen te procederen met de bevoegheid zich te laten vervangen (en) de zaken geldig te houden.
Recognitieboeken Harderwijk:[151]
13-9-1603: Jan Peters Groll en Arnt van Sevener borgen voor Hessel Jans als man van Jan Wolfs! en voor Weymtje wed. van Boessen Noyen voor het versterf van zaliger Jan Gerrits. Hessel Jans en Henrick Noyen voor zijn moeder beloofde de borgen te vrijen.
Recognitieboeken Harderwijk:[152]
22-4-1605: Swaentje Roberdincx die franchoyse matresse verklaart op verzoek van Jannetje Wouters dat Arnt van Sevener voor het ziekbed van Willemer Traesten, als Willemer aan de pest ziek lag, met zijn hv. gekomen is en dat getuige gehoord heeft dat Willemer van Arnt van Sevener begeerde zijn uiterste wil op te schrijven te weten zo ver zijn kind kwam te sterven na haer beyder dood en dat dan Jannetje Wouters zijn halve goed hebben zou en dat om redenen, zeer bezwaard zijnde, zo het niet en ging dat alsdan Jannetje Wouters grotelijks bij hem zou te kort komen en dat ook Willemer zijn moeder Geertje Traesten heette zwijgen, zeggende "ik wil het zo hebben, ik wil niet dat gij daar tegen spreekt, want mijn conscientie is daarmede bezwaard".
Recognitieboeken Harderwijk:[153]
14-8-1608: Arndt van Sevener en Jacob Dircks cuyper borgen voor de erfgenamen van zaliger Henrick Jans snijder.
Recognitieboeken Harderwijk:[154]
24-1-1611: Arent van Sevener, Jacobus Warnerus j(uris) d(octor) Gerrit With, beslissen in een geschil tussen de kinderen van Fia Schalckers ter cause van een gift die Fye had gedaan. Enz.
Recognitieboeken Harderwijk:[155]
10-11-1612: Arndt van Sevener en Aeltje Coops echtelieden verkopen aan Jacob Everts, Gerrit Everts en Mechtelt Everts, broers en zuster voor die twee delen en Peter Aerts voor het dardendeel een hanck van olts geheten Henrick van Seveners hanck, verkopers stellen als zekerheid voor de waring hun huis aan de Olde Rosmolen.
Recognitieboeken Harderwijk:[156]
11-4-1615: Aeltje Coops, huisvrouw van Arnt van Sevener, oud 70 jaar verklaart op verzoek van Marie en Otto Wijnen en Henrick Wlllems nomine uxoris, dat Peter Everts nog bij haar (sic!) volle verstand zijnde op haar ziekbed zei dat Otto en Marie Wijnen wonende tot Amsterdam en Henrick Willems huisvrouw wonende hier haar erfgenamen zouden zijn.
IIIb. Joachim van Zevender, geb. vóór ca. 1561/62, beg. Harderwijk 22-10-1639 ("Joochem van Sevener in de kercke begraven en met al de klocken overluijt, betaelt ƒ 5,10"),[157]
schuldeiser (1596), koopt een graf (1603),
is borg (1600, 1607, 1609),[158]
is borg bij een burgerschapsinschrijving (1608),
momber (1610),
is 48 jaar in 1610,
verkoper van kleding en textiel (1629..1635),
schuldenaar wonend te Harderwijck(1638),
tr. 1o voor 1592
Gerritgen Keijser, beg. Harderwijk 13-8-1603 (overluid: Gerrichgin Keijsers van Suevenaer, Gerricgin de vrouw van Jochim van Sevenaer), is borg 1592,
tr. 2o Harderwijk schepenen 27-10-1604 (get. zijn broeder Arnt van Sevener en haar broeders Henrick Noyen en Gerrit Noyen)
Stijnken Noijen, beg. Harderwijk 6-9-1625 ("de huisfrou van Jochem van Zevener, Stijnken Noijen, in de kerck begraven end met all de clocken overluijt, comt ƒ 5,10,--).
IIIc. Belle (Belie, Beeltgin) van Sevener, geb. vóór ca. 1565, beg. Harderwijk 26-8-1610 ("Beeltgin van Suevenaer, de vrouw van Wolter van Woltinghe), tr. vóór 1586
Wolter van Woltingh, ovl. na 1610, weesmeester van het Weeshuis te Harderwijk (1592-1593),[170]
gasthuismeester (1595),
weesmeester van de arme wezen binnen Harderwijck (1595),[171]
neemt deel als ouderling der gemeente te Harderwijk aan de Arnhemse synode van 13-16-6-1598, en aan de Harderwijkse synode van 10-13-7-1599,[172]
momber (1603) te Harderwijk.
Zij kopen 1589 een hof voor de Luttekepoort, en in 1591 een huis in de Vyhestraat.
Magescheid tueschen Marthen, Steven, Wolther
en Anna d'Isendoorn a Blois, dd. 12-7-1596 te Cannenburch.[159].
Hierin komen als schuldeisers voor o.a. : Jochum Van Zevener, Arnt Van Zevener.
Op 2-2-1603 kopen Aert en Jochim van Sevenaer (gebroederen) een graf voor Jochim Willumsz (overlijden 2-2—1603).
Recognitieboeken Harderwijk:[160]
27-10-1604:
Schepenhuwelijk van Joachim van Sevener geass, met zijn broeder Arnt van Sevener ter eenre, en Stijntje Noyen geass. met Henrick Noyen en Gerrit Noyen, haar broeders, ter andere zijde.
Archief Burgerweeshuis Harderwijk:[161]
n° 73: Nota van Joachim van Zevender aan Fenneken Jans van Epe, dochter van Jan Breyer, wegens in 1629, 1633 en 1635 geleverd laken, schorten en ander goed, z.j.
Recognitieboeken Harderwijk:[162]
17-4-1607:
Joachim van Sevener is borg voor de erfgenamen van Willemtje Bosch voor hun moeders versterf.
Recognitieboeken Harderwijk:[163]
18-5-1610:
Joachim van Sevener oud 48 jaar, Jan Noyen oud 35 jaar.
Recognitieboeken Harderwijk:[164]
13-10-1620:
Gerrit Keyser Henricks de oude stelt als erfgenamen in
Seger, Gerrit, Thonis en Henrick Gerritss en Harmen Sas en Geertje Gerrits zijn huisvrouw, kinderen van zijn zal. zuster Henrickje Keysers voor twee
zesde parten,
en Truyda Keysers zijn zuster en haar kinderen bij Henrick Noyen voor 1/6
part (voorbeholden zijn hv haar gerechte helft van alles)
en aan Gerritje Keeysers nagelaten gerechte kinderen bij Joachim van Sevener
het andere zesde part.
In margine: gerevoceerd 4-7-1637.
Recognitieboeken Harderwijk:[165]
28-5-1624:
Borgen voor het erfh. van Aeltje Keysers wed. van zal. Henrick Keyser,
t.w. voor Gerrit Keyser, Aert Keyser, Truyde Keyser, Peter Feyt,
Seger en gerrit Keyser en Harmen Sas, Joachim van Sevener voor zijn kinderen
bij Gerritje Keysers en voor Gerrit Keyser voorn. als momber van zal.
Jan Keyser kinderen.
Recognitieboeken Harderwijk:[166]
In een geschil tussen Gerritje Alberts wed. van Rende Hartgers en haar kinderen die zij wegens een tweede huwelijk moet uitzetten wordt op 1-8-1634 een akkoord gesloten waarin sprake is van "kledinge tot Joachim van Sevener gekocht ter somme van 56 gl. 15 st.".
Oud Notarieel Archief Amsterdam:[167]
Op 20-11-1638 verleent Seger Cornelisz, coopman te Amsterdam, machtiging aan Dirck van Goch, dienaer van Marten Codde, mede coopman te Amsterdam, om schulden te innen van Jochum van Sevener wonende te Harderwijck.
Uit zijn eerste huwelijk (van Zevener-Keijser):
Op 15-6-1621 testeert
Henrick Jochums van Zevender, man van Neeltgen Hendricksdr, geboren te
Harderwijck wonende aan de Visschersdijck te Rotterdam
benoemt zijn vrouw en kinderen tot erfgenamen.
[168]
Recognitieboeken Harderwijk:[169]
7-1-1619
Aert Keyser en Peter van de Wal borgen voor
Aeltje zaliger Roelof Joachims weduwe voor de erfenis van haar man.
Recognitieboeken Harderwijk:[173]
15-9-1589:
Aert Jacobs en Jannetje zijn huisvrou dragen op aan Wolter Van Woltingh en Belle van Sevener zijn huisvrou een hof voor de Luttekepoort, onder verb.and voor de waring van hun huis aan de Smeepoorterbrinck naast Aert Tymans.
Recognitieboeken Harderwijk:[174]
24-4-1591:
Steven Gijsberts als volmacht van mr. Berndt van Laer krachtens gerechtelijke volmacht der stad
Amersfoort, en Broenisje Gijsberts huisvrou van mr. Berndt voors. met Steven voors.
haar broeder en gecoren momber dragen over aan Wolter van Woltingh en Belle van Sevener zijn huisvrou een huis in de Vyhestraat tussen zal. Casijn Wulffsens erfgenamen
ter eenre en die Munte ter andere zijde, zoals het gebruikt wordt door Henrick Gerrits
onder verband voor de waring van het huis van Steven Gijsberts in de Luttekestraat
op de hoek van het Kleine Haverstraatje naast Henrick Noyen .
"Wolter van Woltingen verscheen als ouderling der gemeente te Harderwijk
op de Arnhemse synode van 13-16-6-1598, denkelijk een persoon met Wouter
van Woldinck, die als zoodanig op de Harderwijkse synode van 10-13-7-1599
tegenwoordig was."[175]
Uit dit huwelijk (o.a.?):
Uit dit huwelijk (o.a.?):
23-11-1664 vermeld: Grietje Wolfs wed. Woltinck, Willem en Aeltje Woltincks met Peter
Coopsen haar gecoren momber ...
IV
Verwantschap tussen Henrick (Aerts) van Zevender (IVa) en Aernt van de Wall | |||||||||||||||
Henrick Aertsz van Zevener, * vóór ca. 1525, † 1577-1598 lid St. Jorisgilde, gildemr. H. Sacramentsgilde, burgemr. en kastelein te Harderwijk, ⊗ Beeltje NN († Harderwijk 3-3-1600), waerdinne in de Hollandsche Tuin. Hieruit 4 kinderen onder wie dochter Belken en zoon Aert: | |||||||||||||||
Henrick Janse van de Wal * vóór ca. 1545 † Harderwijk Grote Kerk 22-5-1582 | Belken Henrix van Zevenner * vóór ca. 1550 † Harderwijk Grote Kerk 1598 | Aert van Zevender * vóór ca. 1550, lid St. Jorisgilde, raad, weesmr. te Harderwijk, † na 1622 | Aeltgen Coops * 1544/45, is borg te Harderwijk, † Harderwijk 1-6-1622 | ||||||||||||
⊗ vóór ca. 1570 | ⊗ vóór ca. 1585 | ||||||||||||||
Arent Hendrickssen van de Wall * ca. 1572 lid St. Joris Gilde te Harderwijk, borg te Amersfoort † 1620-1623 ⊗ 1° Harderwijk 11-12-1598 Henderickgen Nieberts ⊗ 2° Amersfoort 20/26-5-1605 Oetgen Henricxdr de Wilt | Henrick (Aerts) van Zevender * vóór ca. 1585, lid St. Jorisgilde te Harderwijk, dijkgraaf, regent van het St Elisabets Gasthuis, heemraad, gasthuismeester St. Pieters Gasthuis te Amersfoort † 1652-1663 ⊗ Amersfoort 2-1-1610 Theodora Jansdr van Schoonhoven * vóór ca. 1585, regentes St. Elisabets Gasthuis te Amersfoort † 1669-1677 |
IVa. Henrick (Aerts) van Zevender (Seven(d)er, Sevenaer), geb. vóór ca. 1585, ovl. 1652-1663, aangenomen als lid van het St. Jorisgilde te Harderwijk 1610 ("Henrick van Sevenaer Aerts", maar komt verder nooit meer met een patroniem voor),
verzoekt het burgerschap van Amersfoort 27-4-1611,
pacht van de stad Amersfoort het bolwerk bij de Bloemendalsebuitenpoort (1613),
regent van het St. Pieters Gasthuis (1613),[178]
koopt in 1615 land De Heetcamp in Liendert, leenroerig aan St. Pouwels Abdij ,
is get. bij de huwelijks voorwaarden te Amersfoort 14-3-1616 van Dirck van Duverden Corneliszn x Elisabeth van Lommitsen (zie
⇒ Fragment Van Duverden
),
is crediteur van Cornelis van Duverden (1616, ONA Amersfoort),
not. get. (1619, 1623, 1632),
verkoopt de Halve Heetcamp, gelegen op Lienaer (1621),
geërfde in de Duijst (1621), van Hamersveld (1622),
treedt op als momber van Dries Jansz (1622),
koopt het erf, genaamd de Kleijne Rosmolen, onder Hamersveld (1623),
dijkgraaf van de Bunschoter Veen- en Veldendijk (1627-1630),[179]
verhuurder van een enge land, gelegen voor de voordeur van de hofstede van Cleyn Wederhorst (1628),[180]
verkoopt omtrent 3 morgen land gelegen onder Rollecoot, bij hemzelf in gebruik (1630, ONA Amersfoort),
verhuurt een zekere huizinge, hofstede en omtrent 1 morgen land, gelegen onder Rollecoot en genaamd d'Hateveen, onder het gerecht van 't Hoochlandt (1630),[181],
eygenaer van eenige campen gesplit van t’erff Kleyn Weerhorst onder Hoogland (1630),[182]
legt een verklaring af "bij manne waerheyt" in plaats van eede, ter verdediging van Jan Buijs Peterszn (1631),[183]
treedt op als gemachtigde van Arnoud van Duverden (1631),[184],
treedt op als momber van Elisabeth van Sneul, weduwe van Jan van Deuverden van Voord (in leven Scholtus van Amersfoort),
treedt op als gemachtigde (1638),[185],
vermeld als administrateur van de Armen (1642),
regent van het Sint Elisabets Gasthuis (1639[186]
, 1643,[187]
1645 [188]
),
momber over de kinderen van Jacob Willems van Schoonhoven en Grietgen Goorts (1643, 1647),
heemraad van Polder en waterschap De Haar (1656, 1646),[189]
gasthuismeester van het Sint Peters Gasthuis (1651),[190],
heemraad van de polder De Duist tussen Hoogland en Bunschoten, zitting hebbend als geërfde voor het Gasthuis (1650),[191]
otr. Amersfoort gerecht 2-1-1610 (get. Aernt van de Wall die de bruidegom "zijn neef" noemt, en Mr. Johan van Schoenhoven, haar vader)
Theodora (Dirckgen) Jansdr van Schoonhoven (Schoenhoven), ovl. 1669-1677, regentes van het Sint Elisabeth Gast- of Ziekenhuis (1640),[192]
is als de weduwe van Henrick van Sevender belendster in de Paternosterstraat (1663),
dr. van Mr. J(oh)an Jansz van Schoonhoven, burgemeester van Amersfoort, regent van de Armen de Poth (1614),[193]
cameraer van Amersfoort en van Guesgen (Sophia) van Duverden (beiden vermeld 1612[194]
).
![]() |
Fragment van een regentenbord van het St. Pieters Gasthuis 15..-1695
met Henrick van Sevender regent in 1613 Locatie: St. Pieters en Bloklands Gasthuis, Amersfoort Foto: Anneke van de Laar, 2020 klik op plaatje(s) om te vergroten |
Burgerboek Amersfoort:[195]
27-4-1611: Henr. van Sevener van Harderwick heeft t borgerschap versocht.
Resolutieboek Amersfoort:[196]
4-9-1612: Henrick van Sevender pacht van de stad het bolwerk bij de Bloemendalsebuitenpoort, voor 18 jaar ingaande Petri (22 februari) 1613 onder de volgende bepalingen: 1. hij zal het bolwerk beplanten met wijngaarden (wingerds?), 2. na afloop van de termijn is alles wat op de grond staat van de stad, 3. in geval van oorlog zal de stad het bolwerk weer overnemen.
Op 28-12-1615 zijn bij een not. akte te Amersfoort getuigen: Jan Janszn van Schoonhoven, en Henrick van Zevender, leenmannen van St. Pouwels Abdij.
Archief Paulusabdij te Utrecht:[197]
22-2-1617: Akte van belening van Hendrik van Zevender, schoonzoon van de Amersfoortse burgemeester Johan Johanszone van Schoonhoven, met 13/4 morgen land De Heetcamp te Liendert, die deze in 1615 had gekocht, 1617 febr. 22, aan de keerzijde aantekening betreffende voortzetting van de belening, 1621. [198]
Resolutieboek Amersfoort:[199]
31-1-1620: Besluit van het stadsbestuur, op het verzoek van Henrick van Zevender, dat het schippersgilde altijd gehouden is iemand die graan wil verschepen naar Amsterdam van een schip te voorzien tegen de in de ordonnantie aangegeven prijs.
Archief Paulusabdij te Utrecht:[200]
1631: Kwitantie van de koop door Dirck Wouterszone namens Sophia van Duverden, zijn schoonmoeder, van een morgen land De Heetcamp van Hendrik van Zevender.
Op 17-2-1618 leent Henrick Rijcksz, van Jan Lueberts, een hoofdsom van 100 gulden, met als onderpand: een huis in de Nieuwstraat, belend aan de ene zijde: de erfgenamen van Evert de Wijs, aan de andere zijde: Henrick Jansz. In margine: Compareerde Henrick van Sevenaer die het recht bij overdracht heeft verkregen, geld ontvangen van Henrick Rijcksz, akte 7-4-1623. [201]
Op 7-2-1622 verkoopt Jan Lubbertsz, wonende in het ambt Ede, aan Henrick van Sevenaer, als momber van Dries Jansz, een plecht van 100 guldens voor dit gerecht beleden door Henrick Rijcksz op zijn huis in de Nieuwstraat dd. 27-2-1618, daar mee aflossende gelijke brief van 100 gulden gepasseerd 7-1-1602. [202]
Op 9-11-1621 verkoopt Henrick van Zevender aan Lambert Wouters en zijn vrouw Betris Willems, zeker morgen land, genaamd de Halve Heetcamp, gelegen op Lienaer, Belend WZ: 't Erff Die Coop. OZ en ZZ Dirck Wouters. Dit perceel is leengoed van de Abdije van Ste. Pouwels te Utrecht. Dit land wordt tegenwoordig door Jorden Splinters. gebruikt. Te aanvaarden Petri ad Cathedram aanstaande (= 22 februari). Koopsom: 600 Carolus gulden, te betalen in 2 termijnen, de tweede termijn ultima mei 1623, met 16 gulden en 10 stuivers rente, waarna gerechtelijk transport zal volgen. Akte te Amersfoort. Getuigen: Anthonis Janss Quynt. Henrick van Zevender verklaart dat hij 300 gulden heeft ontvangen van Lambert Wouters. als termijn van de kooppenningen volgens de koopcedulle, te verschijnen Martini a.s. [203]
Notariële akte op 16-11-1625 te Montfoort:
Heyndrick van Zevender, erfgenaam Jacob Willemssen van Schoonhoven, erfgenaam
Op 2-5-1633 verkopen Willem Bosch, brouwer en Frederick Jansz van den Ham, als voogden van de minderjarige kinderen van wijlen Jan Both, aan Henrick van Sevender en zijn vrouw Dirckgen Jans van Schoonhoven, een hof met een huisje daarin staande, zoals dat voorheen in twee partijen gebruikt geweest is, gelegen buiten de Sint Andriespoort (Treysgenspoort) in de eerste dwarssteeg strekkende naar Monnikendam (Munnickendam), belend aan de ene zijde: voor dezelfde steeg (Dwarssteeg), aan de andere zijde: achter de stadsgracht, aan de andere zijde: zuidwaarts een gezamelijke uitwatering, aan de andere zijde: noordwaarts de erven van mr. Cornelis Deuverden, [204]
Op 24-2-1635 verkoopt (?) Willem van de Beeck "ten dienste van d'octroijerende Oost-Indische compagnie" voor hemzelf en als gemachtigde voor zijn vrouw voor een derde part, tevens als gemachtigde voor Wilhelmus Pistorius en zijn vrouw Maria Schoonhoven. (volgens procuratie bij notaris Kieboom en getuigen te Geertruijdenberg gepasseerd op 15-1-1635) voor een derde part, en tevens voor het onmondige kind van Jacob Adriaens van de Beek, broeder van de comparant, mede voor een derde part, aan Gerrit Sevender(¥) en zijn vrouw Dirckgen van Schoonhoven, een huis staande in het Paternosterstraetgen belend aan de ene zijde: Wilhelm van Lilaer, brouwer met zijn schuur. [205]
COMMENTAAR(¥) Gerrit Sevender moet zijn Hendrick Sevender, er zitten meer fouten in het regest.
Register van overleden keurmedigen Kelnarij van Putten:[206]
1639: Ryckgen Wilmsen Wacker tot Amsfort. 28 Octobris Soluta est cormeda Ryckgen Wilmsen filiae van Wllm Hermansen Wacker to Voorthuisen et uxoris eius Derichen Thonissen, nupta 1mo Thomas (..N..) op den Camp tot Amesfort, cui genuit ..N..filiam, 2do nupsit Evert Haverman fabro ferrario ibidem, per quem et cormeda soluta est mit 10 hgld. et 2 kann wyn in aedibus Henrici Van Zenaner ex posteriore nullo genuit (= uit laatste huwelijk geen nageslacht]), sed reliquit ibidem scilicet in Amesfort sororem Lysbeth Wilmsen nuptam Jacob Eversen eenen sydtwercker (= zijde—werker]), cuius filia Derichen (Jacobsen) nupta Thonis Molle op die Schlieckstraett tot Amsfort.
Vertaling (LL):
Ryckgen Wilmsen Wacker te Amersfoort. Op 28 oktober (1639) is de keurmede betaald voor? Ryckgen Wilmsen, dochter van Willem Hermansen Wacker te Voorthuisen en zijn vrouw Derichen (=Dorritken) Thonissen, getrouwd ten eerste met Thomas (..N ..) op den Camp te Amersfoort die heeft voortgebracht een dochter (..N..), ten tweede getrouwd met Evert Havermans smid ook aldaar, door wie de keurmede werd betaald met 10 (Hollandsche?) gulden en 2 kannen wijn in het huis van Henrick van Zevener, uit welk laatste huwelijk geen nageslacht), maar zij laat in Amersfoort een zuster na, namelijk Lysbeth Wilmsen gehuwd met Jacob Eversen een zijdewerker, wiens dochter Derichen (Jacobsen) trouwde met Thonis Molle in de Slijkstraat te Amersfoort.
Op 7-2-1643 verkopen Thomas van Schoonhoven en zijn vrouw Geeritgen Keysers, de eerste als gemachtigde van Aernt van Dolre en zijn vrouw Fransgen Jacobs van Schoonhoven en van Goosen van Zuylen en zijn vrouw Jannitgen Jacobs van Schoonhoven (procuratie te Rhenen 11-8-1640), Henric van Sevender en Peter Boon als mombers over de nagelaten onmondige kinderen van Jacob Willems van Schoonhoven en zijn vrouw Grietgen Goorts, samen erfgenamen van Anna Thoma van der Wilden, aan Steven Reyerss, zijn vrouw Debora Jans en hun erven, een huis, hof en hofstede met het bakhuisje en schuur daarachter aan de Langestraat, belend aan de ene zijde: Jan Aertsz, tinnegieter, aan de andere zijde: Wouter Aertsz, koperslager, [207]
Archief Sint Pieters- en Bloklandsgasthuis:[208]
1647, 1652-1653 en 1655: Akte van verkoop door de regenten aan Meus Rutgers van 1,5 hoeve land op de eng, gemeenschappelijk met de erfgenamen van Cornelis van Duverden, en een stuk land genaamd de Lange Heetacker of Heethaijr, met kopieën van stukken betreffende een compromis met H. Sevenaer c.s. inzake dit laatste stuk grond, 1647, 1652-1653 en 1655.
Op 9-5-1649 verkopen Henrick van Zevender en zijn vrouw Theodora van Schoonhoven, aan Gerrit Francken, kleermaker, zijn vrouw en hun erven, een hof in de Derde Steeg voor de Bloemendalse Poort. [209]
Oud-rechterlijk archief Elburg, civiele processen:[210]
1650: Jacop Coopsen(¥) (vermist) contra Henrick van Zevener.
COMMENTAAR(¥) Zou deze Jacop Coopsen verwant zijn aan Henricks moeder Aeltje Coops
Op 19-2-1652 verkopen David Cotenberch en zijn vrouw Catarina Greven (procuratie bij Burgemeester en Schepenen van Elburg 8-11-1650), aan Henrick van Zevender, burger en zijn vrouw, de helft van een hof met alle toebehoren buiten de Bloemendalsepoort, waarvan de andere helft aan Peter Cotenberch behoort, belend aan de ene zijde: oost en noordwaarts de gemene steeg, aan de andere zijde: zuidwaarts Jacob Petersz, timmerman, aan de andere zijde: westwaarts burgemeester Ommeren, [211]
Op 4-10-1652 verleent Henrick van Sevender, borger van Amersfoort, namens hemzelf en zich tevens sterkmakende voor Mr. Peter Schade, advocaat tot Utrecht, machtiging aan Dijrck Steenoven, coopman tot Amsterdam, zijn schoonzoon, om de betaling te vorderen van de Heren Bewinthebberen der Oostindische Compagnije ter Camere van Amstelredam, van een somme van 1920 gulden (van 20 stuvers iedere gulden). Volgens de wisselbrief en assignatie van Generaell Carel Renier d.d. 16-12-1651 in het Casteel Batavia, en ten behoeve van hem rekening te doen van Adolff Thomassen. Akte gedaan ten comptoire mijns Notarij. Getuigen: Anthonis Calschuijr (tekent Calschuer) en Johan van Sevender (tekent Jan van Zevender). [212]
Op 29-7-1669 testeert Theodora van Schoonhoven, wed. en boedelharster en lijftochterse van Henrick van Sevender, borgerse en inwoonster van Amersfoort, "wat hard van gehoor sijnde". Zij bevestigt haar testament d.d. 7-4-1664 voor Nots. Cornelis van Ingen, de overleden broeder van Nots Reynier (van Ingen). Zij prelegateert aan: - haar nichte (N.B. mogelijk bedoeld als kleindochter?) Margareta van Mehen, die tegenwoordig bij haar woont, de dochter van wijlen Joanna van Sevender, het vierde part van de helft van inboedel, huisraad, klederen, kleinodien en zilverwerk. Daarmee herroepende wat zij in haar eerder testament mede aan de broeders van Margareta had bemaakt. Verder heeft zij de mondkosten en andere verteringen, kleding en onkosten kwijtgescholden aan haar nichte Margareta van Mehen, die zij haar voor haar betaald en verstrekt had te Rotterdam, of elders en in haar comparantes huysinge, en die haar nichte genoten heeft en verder zal genieten ongetrouwd zijnde, tot het overlijden van de comparante. Zij benoemt haar zoon Johan van Zevender tot administrateur en opzichter over de door haar en haar man nagelaten onroerende goederen van de twee onmundige kinderen van haar overleden neve (= kleinzoon?) Arnoldus van Mehen tot Wijck te Duijrstede. Met seclusie van alle anderen. Haar zoon zal elke twee jaar behoorlijke rekening doen aan Margareta van Mehen, de moeij (= tante) van de kinderen van 's vaders zijde. Zij authoriseert haar zoon Johan van Sevender (en oud-oom van de kinderen) tot voordeel van deze kinderen van Arnoldus van Mehen tot de verkoop van onroerende goederen zonder permissie of decreet van de rechter, om daaruit de portie van de kinderen te voldoen. Bij het sluiten van de rekeningen, van momberschap als curateurschap van de Commissaris van de Hove Provinciaal van Utrecht. Zij geeft macht aan haar zoon om een mede-administrateur en opzichter aan te stellen, of in zijn eigen plaats aan te stellen, zonder dat hij daarvoor een borge hoeft te stellen. Zij secludeert de Weeskamer uit haar boedel. Akte gepasseerd binnen Amersfoort, ten huyse van de comparante, staande aan de Langestraat. Getuigen: Rijck Evertsz van Horssevoord, Harman van Ingen, en S(eigneu)r Johannes de Bruijn, sijde- en wollelaken coper, borgers en inwoonders van Amersfoort. [213]
Op 11-2-1682 passeert de boedelscheiding van Theodora van Schoonhoven. De comparanten zijn
- Johan van Zevender, voor zich en voor zijn zuster Aleijda van Zevender,
- Johan Verdonck (Verdoncq) als executeur van het testament van Dirck Steenhoven en zijn vrouw Maria van Zevender, en als gemachtigde van Jan van Nobel, mede-executeur,
- Johan Poth wednr. en boedelharder van zijn vrouw Margareta van Mehen, dochter van Johanna van Zevender en Gerrit van Mehen), geassisteerd met:
- Henrick van Zevender notaris en gestelde momber over de voorzoon van Margareta van Mehen, te weten Gerrit de Bruijn.
Tot nu toe hadden de comparanten gemeen de helft van 12 mergen land, waarvan de wederhelft de heer Zevender toekomt, gelegen op Coulhorst onder den Gerechte van 't Hogheland en belend: OZ Jacob Jordaen van Westrenen, ZZ met zes mergen Johan van Zevender, WZ de heere van Heeswijck en NZ de erfgenamen van Dirck de Wael en verder de Ceulhorsterwegh. Deze 6 mergen zijn belast met 600 gulden van Sevender voor zijn heerlijcheijt en 800 gulden van de erfgenamen van de heer Steenhoven. De deling is bij blinde lotinge geschied door Maes Ghijsberts op Coulhorst:
- Johan van Zevender krijgt 1 mergen enghland naast het land van Westrenen, een half mergen eijcke hegh-houts bos gelegen aan de Coulhorsterweg en omtrent anderhalf mergen zijnde het Heetvelts bosch en de helft van 't berghsteechje daarnaast, en nog een hoeckje lands gelegen aan de hofstede van zijn zes mergen.
- De erfgenamen van de heer Steenhoven en Johan Vosch krijgen het Ruijgeveltse bosch met het steegje en wal achter het schaapschot(?), groot omtrent anderhalf morgen. Verder nog een mergen eijcke bosch en een mergen bouwland, gelegen tussen het land van Peelshoff en de heer van Heeswijck en het vorige boschje, met uitweg over het steechje van het Ruijgeveltse bosch. De erfgenamen van Steenhoven en van Johan Vosch zullen 12 gulden genieten van de pachtpenningen van 1682.
Akte ten huijse van Jacobus Noorwegen, getuigen: Anthoni van Wall en Jacobus Noorwegen. [214]
Op 18-8-1682 compareert Johanna van Hoeff geassisteerd door haar man Johan van Bemmel Outraad van Amersfoort. Zij verklaart, dat Anthonis van Hoeff en zijn vrouw Geurtgen van Tryest in hun leven 600 gulden van de Armen hadden opgenomen op 26-3-1642, toen Peter van Schadeck (?) en Henrick van Sevender de administratie hadden. Alhoewel Elbert van Hoeff de boedel van Anthoni van Hoeff aangenomen heeft en voor de kapitale somme en renten aansprakelijk was, had zij, comparante, zich tot borge gesteld, om het kapitaal secuur te stellen voor de directeuren van de Armen, mits dat de directeur haar, noch genoemde Ellert van Hoeff en zijn erfgenamen, niet mogen aanspreken, maar dat deze somme na haar overlijden uit haar na te laten gereetste goederen zal worden voldaan en gekort zal worden op dat wat Elbert van Hoeff of zijn kinderen van haar zullen erven. Wanneer zij kinderen nalaat, geldt deze akte niet. Mede-comparant is Johan van Sevender als directeur in der tijd van de Armen. Getuigen: Wouter van Bogerijen en Winand Pannekoeck [215]
Op 29-10-1681 testeert Aleijda van Sevenden, bejaarde dochter en borgerse en inwoonster van Amersfoort, ten overstaan van Arent van Ruijtenbeeck en Mr. Willem van Raelt, schepenen en co(missar)issen van de maand, gecommitteerd op 7-11-1681 bij de Regeerders van Amersfoort, die mede ondertekenen. Zij legateert aan:
- haar nicht Adriana van Sevenhoven (moet zijn Steenoven), dochter van Dirck van Sevenhoven (moet zijn Steenoven), 200 gulden, welk legaat cesseert indien haar neve Johannis Gouwenbergh vóór de testatrice kwam te overlijden,
- de twee nagelaten kinderen van haar neef Arent van Mehen saliger, ieder 200 gulden,
- Gerrit de Bruijn, zoon van haar nichte Margareta van Mehen saliger, 200 gulden.
Zij benoemt tot haar enige erfgenaam haar broeder Johan van Zevender, en bij zijn vooroverlijden, zijn kinderen en kindskinderen en secludeert de Weeskamer. Akte ten huise van Johan van Zevender. Getuigen: Jacob Hermans. Claes Reewijck Craen en Wouter van Bogerijen. Er wordt verwezen naar een Octroij van den Hove van Utrecht d.d. 29-10-1681. [217]
Zerken in de Groote of St. Joriskerk te Amersfoort: [223]
n° 3. "Gerrit v. Mehen".
Op 27-7-1644 verkopen Jurge. Morraij en zijn vrouw Lammetgen Dircx van Montfoort, aan Gerard van Megen, zijn vrouw en hun erven, een hof buiten de Koppelpoort van de gemene weg tot achter op de oude Eem toe, belend aan de ene zijde: Elert Henricxz, aan de andere zijde: Anthonis van Hoeff, aan de andere zijde: achter: het huis van de comparanten., In margine: akte 20-7-1652. Gerard van Melsen, voor zich, zijn vrouw en erven, meldt dat Antonis Ghijsberts Bennebroeck, koopman, wonend te Haarlem, zijn vrouw en erven de kooppenningen hebben betaald. (voor de helft ). [224]
Op 13-6-1651 verkopen Henrick Wijchemans en zijn vrouw Annitgen Claes, Engeltgen Claes, jongedochter met haar momber Joost Jansz van de Berch, Henrick en Joost mede voor Evert Claesz, nu uitlandig en allen samen erven van Claes Evertsz in leven kistenmaker, aan Gerrit van Megen, korenkoper en burger, zijn vrouw en hun erven, een huis, hof en hofstede en woning aan de Langestraat, strekkende tot aan de Muurhuizen, belend aan de ene zijde: Otto van Gessell, aan de andere zijde: Simontgen van Doornick, weduwe van Willem Blommert, In margine: Rutger Dibbits, burger, gemachtigde van Evert Claesz, ratificeert het transport. Akte 1-4-1653 [225]
Op 10-10-1659 verkopen Johan van Tielen voor hemzelf en zich sterkmakende voor zijn vrouw Elisabeth van Mehen en ook als gemachtigde van doctor Vonck van Mehen voor hemzelf en zich sterkmakende voor zijn zuster Aleijda van Mehen, weduwe van jonker Carel van Lennip, Diderick Jan van Mehen ook voor hemzelf en zich sterkmakende voor zijn vrouw Margareta van IJburgh en voor Wijnant, Jan en Dorothea van Mehen, mitsgaders Johan Frederick van Mehen voor hemzelf en tevens Gerrit van Mehen voor hemzelf en zich sterkmakende voor zijn vrouw Margareta Boucquet, en Margareta Maria van Mehen, vrouw van jonker Jan Caspar van de Wall, tezamen erfgenamen van Elbert van Mehen, Scoltus te Voorst, aan Elbert van de Wall, een halve vierdel land, gelegen buiten de Camppoort (Kamperbuitenpoort) tegenover het Melatenhuis. De procuratie is van 5-10-1659 voor Verwalter des Scholtampts Voorst en in deze gemachtigde van de heer Henrick van Essen tho Helbergen en Vanenburgh, Landdrost van Veluwen en Gerechtsluijden. [226]
Op 21-11-1666 compareert Gerrit van Mehen voor schepenen te Arnhem. Gerrit van Mehen sub et re ten behoeve van zijn kinderen bij zal. Johanna van Sevender ehelijk geprocreeerd, alle de gerede en ongerede goederen, zo daar enige ongerede goederen in dit schependom mochten zijn, zo hem, comparant, door dode van zijn overleden broeder Dor. Vonck van Mehen aanbestorven zijn, om dezelve neffens de andere erfgenamen te scheiden en te delen en hun schoonste te doen, en zulks in mindering van hetgeen zijn vnd. kinderen voor hem, comparant, verschoten en betaald hebben. . [227]
COMMENTAAR(¥) Ref. [228] heeft hier als kinderen: 1. Diederik Jan van Mehen (zie hieronder), 2. Margareta Maria van Mehen, tr. Zutphen 12-8-1655 J(oh)an Casper van de Wal, (hieruit nageslacht bekend) 3. Dorothea Johanna van Mehen beleend 27-12-1666 met een deel van Avervoorde, otr/tr. Deventer/Twello 6/20-10-1666 Derck van Düren ruiter on de Prins van Talmont. |
COMMENTAAR(¥)
Johannis de Bruijn is verm.:
Johannes de Bruyn, j.m. (1664), otr. Utrecht gerecht 20-8-1664 (attestatie gegeven den 20-8-1664) Maria van Lommetsum, j.d. tot Amersfoort (1664), |
COMMENTAAR(¥)
Volgens Ref. [238] was Johan Vos(ch) van Avesaet
- zn. van Mr. Herman Vosch (van Avesaet), advocaat voor het Hof van Utrecht en notaris aldaar, en van Clara Isabella de Munter volgens Ref. [239] - zn. van Cornelis Jansz Vosch van Avesaet, lakenkoopman en cameraar te Wijk bij Duurstede, en van Barbara van Hagenouwen. |
Op 30-3-1645 verkoopt Paulus Hermansz Schoonhoven aan Dirck Steenhoven, een huis en erf op de Koningsgracht (Singel) te Amsterdam. [240]
Op 1-9-1649 verlenen Henrick van Sevender coopman wonend te Amersfoort, en Peter Schade advocaet hove van Utrecht, machtiging aan Dirck Steenooven coopman wonend te Amsterdam, om ten behoeve van Adolphus Tomasius uit Oostindie, student in de rechten te Utrecht, van de bewindhebbers van de VOC 800 realen te ontvangen volgens wisselbrief d.d. 25-12-1648, die zij ontvangen hebben van Willem van der Beeck, majoor. [241]
Op 21-5-1650 verkoopt Dirck Steenoven aan Cornelis Adriaensz, aan Anna Gerrits, wed. van Simon Cornelisz van der Meer, een huis en erf op de Prinsengracht (OZ) bij de Korte Prinsengracht (Prinsensluis) te Amsterdam. (Zijn broers) Govert Steenoven en Reijnier Steenoven zijn Dircks borgen. Koopprijs ƒ 3700,--. [242]
Op 31-7-1656 verkoopt Govert Steenhoven aan zijn broer Dirck Steenhoven coopman, een huis en erf op de Brouwersgracht (ZZ) te Amsterdam. Reijnier Steenoven en Theodorus Steenoven zijn Dircks borgen. Koopprijs ƒ 6000,-- contant. [243]
Op 27-6-1670 verlenen G. van Nyenroode, Dirck Steenoven, Henrik Cambyer, C. van Mourick, Adriaen Lah, H. van Pothuysen, F. van Oort, en Neltgen van Koot, allen steenbackers en steenbackster wonende in de provincie Utrecht, machtiging aan
- Gysbert Toniss van Vianen om door middel van arrest en detentie op te treden tegen overtreders van de ordonnantie van de steenpacht en van bepalingen in akkoorden tussen de steenbakkers, [244]
- Franchoys van Noort en Gysbert van Nyenrode tot het verzoeken van continuatie (van ordonnantie van de steenpacht ?) en tot borgstelling na verleende continuatie [245] TEKST NOG LEZEN
Op 27-6-1670 sluiten G. van Nyenroode, Dirck Steenoven, Henrik Cambyer, C. van Mourick, Adriaen Lah, H. van Pothuysen, F. van Oort, en Neltgen van Koot, allen steenbackers en steenbackster wonende in de provincie Utrecht, een overeenkmost over betalingen door comparanten, afdracht van bedragen en maatregelen tegen degenen die verkeerde opgave doen aan de collecteur. [246] TEKST NOG LEZEN
Op 25-1-1671 verhuurt het convent van Mariendael aan Dirck Steenoven een parseel boulandt groot 4 mergen 448 roeden, dito groot 5 mergen 35 roeden en dito groot 4½ mergen, gelegen aan de Vecht. [247] TEKST NOG LEZEN
Op 24-1-1674 wordt op verzoek van Dirck Steenoven door Willem Jacobss Verbaen, 53 jaar, ondermeester op de steenplaetse van de requirant wonende te Suylen, en Pieter Janss Vrybus, 37 jaar, knecht ende boeckhouder op dezelfde steenplaetse, een verklaring afgelegd over door de Fransen gedwongen inladen en vervoer naar Utrecht van 73.000 rode moppen in maart 1673 van de steenplaats van de requirant. [248] TEKST NOG LEZEN
Op 17-5-1674 doet Dirck Steenoven aanzegging aan Willem Jacobss Verbaen, ondermeester op de steenplaetse van NN Rootgans by Brueckelen, van de eis om de overeenkomst na te leven als gewezen ondermeester van zyn steenplaats onder Zuilen. Met een nieuwe insinuatie op 27-5-1674 naar aanleiding van het antwoord van de geïnsinueerde, van eis om aan de overeenkomst te voldoen, waarna hy zynerzyds verplichtingen zal nakomen met relazen. [249] TEKST NOG LEZEN
Op 10-11-1683 compareert Jan Nobel als executeur van het testament van Dirck Steenoven en voogd over diens meerderjarige innocente dochter en over diens verdere minderjarige erfgenamen onder beneficie van inventaris. Zijn mede-executeur Joannes Verdonck is inmiddels overleden. Dirck Steenoven was een zoon en medererfgenaam van Maria Dircks de Hart, wed. van Dirk Hendriksz Steenoven. De executeur verkoopt namens de erven van Dirk Steenhoven aan Arend Kruijs, makelaar, een dubbelt pakhuis en erven waar De Craenvogel voor de gevel staat, op de Egelantiersgracht (NZ) tussen de twee laatste bruggen te Amsterdam. Koopprijs ƒ 4600,-- contant. [250]
Op 24-10-1681 verkoopt Engelbrecht Renst aan Pieter Stoffelsz van Swol en borg en medestander Sieuwert Jansz, esayeur, een huis, achterhuis en erven op de Antoniesbreestraat (Sint Antoniesbreestraat) hoek Nieuwmarkt te Amsterdam. Het huis is belend aan de voorzijde de Antoniesbreestraat, en Mr. Willem Bertgis cum suis, OZ een gemeene muur met de erfgenamen van Henrik Swart. Koopprijs ƒ 10220,--. [251]
V |
Va. Johan (Jan) van Zevender, geb. vóór ca. 1625, ovl. 1701-1703, koopt het recht op de tiende uit Hoolhorst (1650),
heemraad (1652, 1654, 1665) en heemraad-rentmeester (1653, 1660, 1666, 1668..1699) van de polder De Slaag aan de Eem,[252]
heemraad van de polder Neerzeldert (1663/64, 1666, 1667, 1685, 1686, 1688, 1692, 1696),[253]
dijkgraaf van de Bunschoter Veen- en Veldendijk (1667-1670),[254]
treedt op als momber van de kinderen van Gerrit van Mehen (Megen (1667),
penningmeester van het Hoogheemraadschap van de Bunschoter Veen- en Veldendijk (1670-1678),[255]
belender op de Kortegracht (1671),
verkozen als regent van de Armen Noodhulp 27-4-1674,[256]
oud-dijkgraaf (1674), dijkgraaf (1677),
betaalt als Jan van Zevender ƒ 37,10,0 familiegeld wonend op de Kortegracht (1675),[257]
belender op de Swarte Camp, gelegen in de Vrijheid van Amersfoort (1676),
regent van het St. Pietersgasthuis (1654, 1667, 1672),[258]
[259]
geërfde aan de Lodijk in de Polder en waterschap De Haar (ca. 1680-1700),[260]
koopt een huis, hof en hofstede aan 't Zand (1680),[261]
burger en inwoner van Amersfoort (1682),
hoogheemraad van de Bunschoter Veen- en Veldendijk zitting hebbend voor de geërfden van Amersfoort in de polder Neerzeldert (1691-1696),
[262]
heemraad van de polder Het Nieuweland 1700/01,[263]
tr. vóór 1647
Agatha van Heemstra (Hemster), ovl. na 1699, regentes van het Sint Elisabeth Gast- of Ziekenhuis (1676),[264]
doopget. (1689..1699), huw. get. (1678).
Zij verkopen een huis, plaatsje en achterhuisje, in de Langestraat (1652). [265]
Zij verkopen een hof, gelegen buiten de Sint Andriespoort (1686). [266]
Zij kopen zekere plechte van 500 carolusgulden (1697).[267].
VIa. Hen(d)ri(c)k (Ar(e)nt, Arnolds) van Zeventer (Sevender, Seventer), geb. vóór ca. 1665, ovl. 21-6-1739, notaris wonend te Amersfoort (vermeld gevonden 1679-1723, er zijn geen protocollen van hem bewaard gebleven), werkt geregeld samen met notaris Antonij van Goudoever,
volgt zijn vader op als penningmeester van het Hoogheemraadschap van de Bunschoter Veen- en Veldendijk (1678-1731),[288]
heemraad van de polder Neerzeldert (1681, 1693, 1711),[289]
rentmeester van de Polder en waterschap De Haar (1683 - 1698),[290]
treedt op als momber en voogd van het (onmondige kind) van zijn zuster Cornelia (1692, 1693, 1711),
schout van Isselt (vermeld ONA Utrecht 1697)
rentmr. (1707, ONA Utrecht))
huw. get. (1710),
wiens kinderen op 11-7-1739 belenders zijn op aan de Appelweg,
otr. Amersfoort gerecht 14-1-1687 en
otr. Soest
Simon(id)a Petronella Maria van Muijlwijck, ovl. vóór 1730, ovl 1702 [291].
j.d. (1687),
dr. van Wolbert van Muijlwijck, wonende op de Mellen in Soest, en mogelijk van Geertruyt de Beer.
Latere generaties Van Zevender zijn niet verder onderzocht.
Van de onderstaande personen kon het verband met het bovenstaande geslacht Van Zevender vooralsnog niet worden aangetoond
Xb. Swaentje van Seven(a)er, geb. vóór ca. 1580, ovl. na 1606, vermeld als wed. Bons in een geschil met Gerrit Horst over een trouwbelofte,
tr. 1o voor 1606
NN Bons, ovl. vóór 1606, tr. 2o Harderwijk 2-8-1612
Simon Pietersen.
Xc. NN van Sevener, geb. vóór ca. 1560.
Xd. Lambartgin Aer van Sueuenaersdochter, beg. Harderwijk 1604.
Xe. Aeltje van Sevener, beg. Harderwijk 6-10-1602 ("Aeltgin van Suevenaer de vrouw van ...de Velde").
Xf. Aereentijden van Sevender, beg. Harderwijk 26-5-1634.
Xg. Nealken van Sevenaer, otr. Harderwijk 10-3-1605 (attestatie van 2 geboden 19-3-1605)
Volker Degenaer (Degenaar), vaendrigh van capiteijn Eernst van Millingen (1605)
Xh. Willem van Zevener, geb. vóór ca. 1555, koning van de Schutterij te Harderwijk (1577).
Xi. Aarent van Sevenaer, korporael onder den hopman Jan Sagaman (1612),
tr. Bolsward geref. 3-12-1612
Auck Sybrens, weduwe (van Gelcke Huytes), wonende te Bolsward (1612).
Xj. Jacobus van Zevener (Sevener), ovl. 1-7-1539, kartuizer monnik, professie Kampen, prior te Kampen, 1517-1519, professie te Monichusen bij Arnhem.[311]
Xk. Berent van Sevener, te Kampen heeft een neef Hans van Sevener te Danzig (1622).
Op 4-11-1648
verkopen Johan van Zevender en zijn vrouw Ageta van Hemster,
aan het Godshuis genaamd Sint Peters Gasthuis,
een stukje land van vierdel morgen, buiten de Slijckpoort (Arnhemsepoort) bij de oude Haag,
belend aan de ene zijde: het Gasthuis,
aan de andere zijde: Thonis Maesz,
[268]
Archief Huis Vornholz:[269]
1650: Acte van verkoop van de opbrengst van de tiend uit de Hoolhorst door de weduwe van burgemeester Kotenberch aan Jan van Zevender.
Op 1-12-1654 verleent
Peter van Cotenberch, borger en inwoonder van Amersfoort,
machtiging aan Franck van Rijetvelt wonende tot IJsselsteijn, om namens hem te compareren voor de Stadhouder en Leenmannen van de Leenhove der Baronnije van IJsselsteijn om aldaar te transporteren en op te dragen aan Johan van Zevender, mede-borger van Amersfoort het derdedeel van de thienden, "groff ende small, wildt ende tam", gelegen tot Hoolrehorst op Stoutenburch in de kerspel Leusden. Op de wijze, zoals hij als oudste zoon en leenvolger na de dood van zijn vader Steven Cooottenberch, in zijn leven oud-borgermeester van Amersfoort, voor dat leenhof verlijdt en beleend is en waarvan hij afstand doet t.b.v. Johan van Zevender. Akte gepasseerd ten comptoire mijns Notarij. Getuigen: Henrick Both oud-borgermeester en indertijd schepen van Amersfoort, en Jacob Willemsz Snaren borger van Amersfoort.
[270]
Op 22-5-1657
verkopen Henrick Willemz van Velpen en zijn vrouw Anna Cornelis,
aan Johan van Zevender, zijn vrouw en hun erfgenamen,
een perceel land groot 1 morgen in de Woesteijgen,
belend aan de ene zijde: Mr. Johan Verkammers, lector quintanorum,
aan de andere zijde: Gijsbert van Emelaer, zilversmid,
[271]
Op 18-5-1668
verkopen Johan Noyen voor hemzelf en zich sterkmakende voor zijn twee zusters, Lucia en Wendelina Noyen,
aan Johan van Zevender,
een hof met een lusthuisje daarin, gelegen voor de Sint Andriespoort (Triesjenspoort) buiten de stad.
[272]
Op 9-3-1674
verkopen Johan van Sevender, oud-dijkgraaf en zijn vrouw Agatha van Heemster,
aan Emmerentiana van Rijnh, weduwe van Gerrit van Bornbergen,
huis, hof en hofstede in de Utrechtsestraat (het Utrecht straetgen),
belend aan de ene zijde: de koperse,
aan de andere zijde:, de erfgenamen van Zander Adriaens,
[273]
5-6-1677
Johan van Sevender, dijkgraaf voor zich en voor Dirck Steenhoven en zijn vrouw Maria van Sevender uit Amsterdam, tevens als momboir en voogd van zijn eigen zuster Aleyda van Sevender en Margaretha van Megen voor haarzelf en zich sterkmakende voor de gezamenlijke erfgenamen van Henrick van Sevender en zijn vrouw Theodora van Schoonhoven.
REF!
Op 3-1-1680
verkopen Cornelis de Langh, als speciale gemachtigde van Pieter de Leeuw, Cornelis Corver en zijn vrouw Geertruyt de Leeuw, mitsgaders Pieter Vogelsangh en zijn vrouw Anna de Leeuw, zijnde Pieter, Geertruyt en Anna de Leeuw kinderen en mede-erfgenamen van Willem de Leeuw en zijn vrouw Aeltje Pieters Codde,
aan Johan van Zevender,
huis, hof en hofstede aan 't Zand,
belend aan de ene zijde: de kercke van Sint Aegten en verder de hof of erf van het klooster zelf, de erfgenamen van Capitein Giffen competerende voor drie parten, mitsgaders Pieter de Coocker, getrouwd met Margaretha de Leeuw voor het vierde,
aan de andere zijde: voor aan de straat het huis van de lastgever van de comparant waarin Henrick Crijkert woont en voorts dit erve achter het huis van dezelfde Crijkert en het huis en erve van Everard van Haverloo,
[274]
Op 6-3-1680
lenen Henrick Cryckert en zijn vrouw Catharina Brouwers, burgers,
van Johan van Seventer,
600 carolusgulden tot 20 stuivers het stuk,
met als onderpand: huis, hof en hofstede op 't Zand,
belend aan de ene zijde: Everhard van Haverloo,
aan de andere zijde: Johan van Seventer.
De akte is doorgehaald en afgelost op 13-8-1760 en was getekend Herm van den Clooster
[275]
Op 17-1-1681 testeren Johan van Zevender en zijn echtgenote Agatha van Heemster(a) wonend te Amersfoort. Zij verwijzen naar een octrooi van 2-2-1647.
In kracht van opene brieve van octroy (02-2-1647) willen zij dood en teniet doen hun testament van 4-12-1651. Zij confirmeren de lijftocht van 13-3-1647 voor notaris Cornelis Baek, te Amersfoort. Zij prelegateren aan hun 4 ongetrouwde kinderen, t.w.: Johanna Maria van Zevender Sophia van Zevender Henrick van Zevender en Aleyda van Zevender, ieder 200 gulden, omdat hun overleden dochter Cornelia van Zevender bij haar huwelijk met Anthoni van de Wall dit voor haar uitzet heeft ontvangen, verder heeft deze overleden dochter nog meer ten huwelijk gekregen. Zij prelegateren aan hun zoon Henrick van Zevender een stuck land ca 6 morgen, zowel bos, wey als bouwland, genaamt Luttekemaat, gelegen bij Liendert, gerecht in 't Hogeland, plus 3 morgen bosch als enghland, genaamt de Brootheuvel, ook gelegen onder Hogeland, plus 3 dammathen maethland gelegen in de polder de Swartenoord, onder 't gerecht van Bunschoten. Aan Johanna Maria: de helft van 10 dammaten, 384 roeden land in de polder van Overseldert, onder 't Hogeland, waervan de helft aan Aleyda van Crachtwijck toekomt. Verder 3 damm. land in de polder de Slaagh, onder Hoogland, plus een huysinge aan de Langestraat, belend door Cornelis van Moorselaer en Willem Corton, plus een hoff buyten de Bloemendalse poort in de eerste steeg, belend Peter de Goyer en Cornelis Sinapius. Aan Sophiaen Aleyda "met hun beiden": 3½ Morgen land en 4 kampen in de Oudenhaagh in deze stad. 1 Morgen land in de Woestijger in Amersfoort, belend Daniell Schut en Ghijsberts van Emelaer erfgenamen. ½ Morgen land aan de Diefwegh of Karweg te Amersfoort. 1 Morgen land met een bosje daaraan, genaamt Bousenbergh, buiten de Kleine Koppelpoort bij de volmeulen ende een voetpad door het boschje gaet. 2 Hoven waarvan in 1 een steene huysje staat, gelegen als voornoemd buiten het Heerepoortje. Een rentebrief van 1000 gulden capitaal ten laste van Bunschoter Veldendijck, termijn 1 juni. Hun kinderen zullen dit genieten in vergelijk met hetgeen hun overleden dochter
bij huwelijk heeft genoten. Zij prelegateren nog aan haar ongetrouwde kinderen en de laatste van dien het vrije gebruick en beloning van de huysinge op de Cortegracht tegenwoordig door hen bewoont. Idem aan deze kinderen hun inboedel en huisraad, de laatst overledene mag dit naar welgevallen disponeren. De rest van hun nalatenschap zal in 5 gelijke porties worden verdeeld onder hun erfgenamen: Henrick, zoon (1/5). Aleyda, Sophia en Johanna Maria, dochters (3/5) en de kinderen van wijlen Cornelia van Zevender (1/5). Zij secluderen de weeskamer etc.
[276]
Op 29-8-1682 testeren Johan van Zevender en zijn echtgenote Agatha van Heemsten, borgers en inwoonders van Amersfoort.
Zij verwijzen naar een octrooi van 2-2-1647.
en naar een Eerder testament voor Notaris A. van Brinckesteyn d.d. 17-1-1681. De comparanten wijzigen de prelegaten aan zijn zusters Sophia van Zevender, Aleijda van Zevender en Johanna Maria van Zevender ten behoeve van hun dochters en leggen vast hoe te handelen in geval van vooroverlijden. Getuigen: Cornelis Jacobs, Evert Pluym en Godert van Gemen, borgers van Amersfoort.
[277]
Op 29-9-1683
verkopen Johan van Zevender en zijn vrouw Agatha van Heemstra, zijnde hij van Zevender een zoon en mede-erfgenaam van Theodora van Schoonhoven weduwe van Henrick van Zevender, voor hemzelf en Aleijda van Zevender zijn zuster, een dochter en mede-erfgename van voornoemde Theodora van Schoonhoven, de kinderen van kindskinderen van Johanna van Zevender in leven vrouw van Gerrit Megen, en Johan Nobell,
aan Henrick Harmensz Craen, lijnslager en zijn vrouw,
twee morgen land vanouds genaamd het Nieuwe Land,
belend aan de ene zijde: ten zuiden en westen de weduwe van Rogier Camerbeecq,
aan de andere zijde: ten noorden dominee Bor Ter Aa,
aan de andere zijde: ten oosten Mattheus van der Maath.
[278]
Op 6-11-1686
verkopen Johan van Zevender en zijn vrouw Agatha van Heemster, burgers,
aan Anna van der Meulen, weduwe van Gijsbartus Harderwijck, burgemeester,
hof, gelegen buiten de Sint Andriespoort,
belend aan de ene zijde: ten oosten eigendom van Anna van der Meulen,
aan de andere zijde: ten westen eigendom van Johan van Zevender,
aan de andere zijde: zuidwaarts de gemene weg,
aan de andere zijde: noordwaarts de stadsgracht,
[279]
Op 29-11-1697
verkoopt Cornelis de Schepper, koopman te Amsterdam en zijn vrouw Johanna Vastrick,
aan Johan van Zevender en zijn vrouw Agatha van Heemstra,
zekere plechte van 500 carolusgulden gepasseerd op 2-9-1678 bij Roeloff Goudoever, deurwaarder, als speciale gemachtigde van de heer Matthijs Withoos, oud-schepen "soo voor sijn selven ende als weduwnaar en boedelharder van Weijntjes van Hoorn sijn ouderloos huijsfrouw", tevens als vader en voogd over zijn onmondige kinderen en mede als gemachtigde van Johannes en Petrus Withoos, volgens procuratie op 9-9-1678 van Cornelis Nopper notaris en zekere getuigen binnen Hoorn gepasseerd. "Oock in crachte van spec. appoint. van de 2e der selve maand, oudenstijl", ten behoeve van Gerrit Bartels van Geldermalsen,
met als onderpand: gevestigd in zeker hof of boomgaard gelegen in de Nachtegaalsteeg,
belend aan de ene zijde: Albert van Westrenen,
aan de andere zijde: de weduwe van Roeloff Methorst.
[280]
Uit dit huwelijk:
Op 6-2-1669
verkoopt de speciaal gemachtigde van jonkheer Henrick van Eck,
aan Anthonis van de Wal en zijn vrouw Cornelia van Zevender, burgers en lakenkoper,
een vierdel zowel bouw- als weiland, groot 4 morgen, gelegen buiten de Kamppoort aan de Hogeweg,
belend aan de ene zijde: ten noorden in de vrijheid van deze stad,
aan de andere zijde: ten zuiden de Vlierbeek,
aan de andere zijde: ten Oosten en ten Westen Reijer Maesen Robbert, lakenkoper,
[282]
Op 21-12-1692
verkoopt Hendrick van Zevender, notaris alhier, als momber van de minderjarige kinderen van Anthonij van de Wall en Cornelia van Zevender, in hun leven echtgenoten,
aan Cornelis van Birckhoven en diens vrouw,
een nieuwe tabaksschuur met de plaats en hofje, staande buiten de Kamppoort van deze stad, zonder de tabakstouwen en -spijlen die Jan Calceur competeren,
belend aan de ene zijde: ten oosten Weijm Bastiaansen,
aan de andere zijde: ten zuiden Henrick van Gelder,
aan de andere zijde: ten westen de Herenweg of -straat,
aan de andere zijde: ten noorden Bartholomeus de Vries.
[283]
Op 27-2-1693
verkoopt Henrick van Zevender, notaris, als momber van het minderjarig kind van Anthonij van de Wall en Cornelia van Zevender, in leven echtgenoten en burgers,
aan Elisje Elis, weduwe van Rijck Henricksen van Vasen, alsook de kinderen en erfgenamen van Rijck Henricksen van Vasen, in leven grutter,
(1) een beekvierdel gelegen aan de Hogeweg,
belend aan de ene zijde: ten oosten Johanna Boor,
aan de andere zijde: ten westen Marritje Reijers,
(2) een plaisante en welgelegen hof met een schoon speelhuisje daarin, met de vruchtbomen en plantsoen daarin staande, gelegen buiten de Sint Andriespoort (grote Triesjenspoort) van deze stad,
belend aan de ene zijde: de erfgenamen van Jacob Thomaszn van Walickenbergh
aan de andere zijde: de erfgenamen van Rogier Camerbeecq.
[284]
Op 26-7-1693
verkoopt Hendrick van Zevender als momber over het onmondige kind van zijn zwager Anthonij van de Wal en zijn zuster Cornelia van Zevender,
aan Wulphert Jansen, voerman, en zijn vrouw Neeltje Jordens,
een halve vierdel land gelegen buiten de Kamppoort tegenover het Lazarushuis, met de schuur en getimmerte, bepotingen en beplantingen daarop staande,
belend aan de ene zijde: ten oosten het Sint Pieters Gasthuis,
[285]
Op 15-9-1693
verkoopt Hendrick van Zevender, notaris alhier, als momber en voogd over het onmondige kind van zijn zwager Anthonij van de Wal,
aan Neeltje Thonis, weduwe van Anthonij Jacobse Buijs, diens erven en nakomelingen,
huis, hof en erf, staande en gelegen in de Grote Haag (Schossenhaegh),
belend aan de ene zijde: Aert Jacobse Buijs,
aan de andere zijde: Aert Jacobse Buijs,
[286]
Op 18-10-1693
verkoopt Henrick van Zevender notaris, als momber en voogd over het onmondige kind van Anthonij van de Wall,
aan mr. Gerard Thiens,
een halve vierdel land gelegen aan de Hogeweg,
belend aan de ene zijde: ten oosten de erfgenamen van de heer Samuel Thiens,
aan de andere zijde: ten westen Jan van Gelder.
[287]
VI
Op 14-1-1693 vindt een magescheid plaats tussen
enerzijds
- Willem Franchoys van Muijlwijck, voor zich en als man en voogd van zijn vrouw Angela van Otelaer; - Wolbert van Muijlwijck samen met Willem curateur over hun zuster Anna Maria van Muijlwijck),
en anderzijds
- Henric van Sevender notaris, als man en voogd van zijn vrouw Simonida Petronella van Muijlwijck.
Tot nu toe hadden zij gemeen: zekere twee erven met huijsingen, hoff en hoffsteden, gelegen onder de Heerlijkheid Isselt, gebruikt door Henrick Jans en Jan Rutten, thiendvrij en leenroerig aan de Heerlijkheid Isselt. Toegescheiden wordt aan: - Willem Franchoijs van Muijlwijck voor hem en zijn zuster: het erff en goedt, gebruikt door Jan Rutten, met de Adelhorster Maeth, anders Vogelslagh genoemd, - aan Hendrick van Zevender: 't Erff en goed gebruikt door Henrick Jans, mede met de maeth.
Henric van Zevender heeft het recht bij maaggescheid met zijn schoonvader Wolbert van Muijlwijck op de helft van de nagelaten goederen. Men wil de gemeenschap niet voortzetten. Er zijn nadere aanduidingen over steeg en waterlozingen. Van Muijlwijck ziet af van het Erff en goed, door Henrick Jans. gebruikt, ook al is dat Erff verlijdt aan Gerard, de zoon van Willem Franchoijs van Muijlwijck. Gemeen gebruiken zij de Zurickacker en de Drift, hei en weiden die aan de erven behoren. Getuigen: Gerrit van Deventer en Godert van Brinckesteijn.
[292]
Notariële akte 1698 te Weesp
Hendrik Arent van Zevender,
Soort akte Koopcedul
Notaris Franck van Leijen Weesp
Op 24-7-1709 verkopen
Henri Arent van Zevender, weduwnaar, boedelharder en lijftochtenaar van Simonida Petronella Maria van Muijlwijk zaliger, en
Johan van Muijlwijk, voor zichzelf en als voogd over
Alowidius van Muijlwijk en Gouda van Muijlwijk, zijn minderjarige broeder en zuster, en zich sterk makende voor
Maria en Simona Maria van Muijlwijk, zijn meerderjarige zusters, mitsgaders Joseph, Frans en Gerardus van Muijlwijk, meerderjarige broeders, aan Johannes Clerck, stadsdrukker (zie
⇒ Kwartierstaat Lapikás n° 976
),
een huis, erf, hof en hofstede, staande aan de Langestraat met zijn hof, stalling en schuur in de Muurhuizen uitkomende,
belend aan de ene zijde Arnoldus Brouwer, medicine doctor,
aan de andere zijde Johan Noijen, apothecair.
[293]
Op 11-9-1709
verkoopt Elisabeth Springer, vrouw van Frans van Dolre, voor zichzelf en als gemachtigde van haar man,
aan Henrick Arent van Zevender, notaris,
(1) een kamp land genaamd de Geer, groot twee morgen land met zijn heggen en houtgewas wat er rondom staat en het bosje aan de duinen daarbij behorende, strekkende van de Soesder of Beneden Bircksewegh tot aan de Boven Bircksewegh, door Jan Thijmensen in huur gebruikt,
belend aan de ene zijde: Rogier Camerbeeck, burgemeester,
aan de andere zijde: het steegje van de heer Bake,
[294]
(2) drie morgen bouw- en weiland in twee kampen, met zijn eiken wallen en heggen, met houtgewas daarop en om staande, strekkende met zijn eiken wal van de Soesterweg oostwaarts tot aan het land van ... (sic), wordende door Jan Willemsen gebruikt,
belend aan de ene zijde: de IJsselse Steegh,
aan de andere zijde: de erven van Cornelis Bors.
[295]
Er wordt verwezen naar een Procuratie op 6-4-1709 voor notaris Swijnevoort.
Op 31-1-1711
verkoopt Henrick van Zevender als momber en voogd over het kind van Anthonij van de Wal en Cornelia van Zeventer in leven echtgenoten,
aan Elisabeth Sprenger, weduwe van Franciscus van Dolre,
een huis en erf, hof met zijn platen, staande in de Lavendelstraat en achter in de Windsteeg uitkomende,
belend aan de ene zijde: de erfgenamen van Jan Both,
aan de andere zijde: Roeloff van Vuurendael, meester-chirurgijn.
[296]
Op 4-6-1712
lenen Jacob Jansen gewezen molenaar en zijn vrouw Henrickje Fransen van Moesbergen, burgers,
van Henrick Arent van Zevender, notaris,
425 gulden, spruitende uit zake van een obligatie van 300 gulden kapitaal op 5-1-1694 door de zoon van de eerste comparant onder borgtocht gepasseerd op 12-10-1699 door Anthonij van Goudoever als gevolmachtigde van Cornelis Schepper, koopman te Amsterdam en zijn vrouw Johanna Vastrick aan Van Zeventer gecedeerd en opgedragen, welke obligatie door deze wordt vernietigd en vervolgens bij het passeren dezes aan de comparanten ter handen is gesteld.
Het onderpand is een huis en erf met een tabaksschuur van zes gebinten en twee en een halve morgen land daar annex, gelegen buiten de Arnhemsepoort (Slijckpoorte), door de comparanten thans bewoond,
belend aan de ene zijde: ten oosten het Watersteegje,
aan de andere zijde: ten westen het voetpad naar Leusden,
aan de andere zijde: ten zuiden de gemene weg naar Leusden,
aan de andere zijde: ten noorden de Utrechtseweg,
De akte is doorgehaald en geroyeerd op 6-1-1716 door Hendrick Arent van Zevender notaris, die bekende door Jacob Jansen van deze plegte met de rente voldaan en betaald te zijn
[297]
Op 16-12-1716
verkoopt Henrik Arent van Zevender, notaris,
aan Geertruijd van Geijn, laatst weduwe van Nicolaes Craack,
drie morgen land, gelegen in de Ouden Haagh,
belend aan de ene zijde: ten oosten de heer Pannekoek, raad van deze stad en Harman Caen, procureur,
aan de andere zijde: ten westen de weg,
aan de andere zijde: ten zuiden Sint Pieters Gasthuis,
aan de andere zijde: ten noorden genoemde heer Pannekoek.
[298]
Op 2-10-1719
verkoopt Henrick Arend van Zevender, notaris alhier,
aan Gijsberta van Sandendaal, weduwe van Pieter van Toll,
een huis, hof en erf op de Kortegracht, met de kasten en platen, tegenwoordig door de acceptante bewoond,
belend aan de ene zijde: Balthazar van Hulten,
aan de andere zijde: Hector van Doeijenburgh.
[299]
Op 20-3-1723
verkoopt Hendrick Arend van Zevender, notaris,
aan Matthijs Beerntsen Wijnen en zijn vrouw Willemina van den Bergh, burgers binnen deze stad, als op 26-4-1722 bij coopcedule van Cornelia van Sandendael overgenomen,
huis en erf met tuin in de Utrechtsestraat,
belend aan de ene zijde: Dirck Ebbenhorst,
aan de andere zijde: Rijck Oosterhoff.
Het huis belast met 1 gulden 3 stuivers ten behoeve van de Armen de Poth en 4 stuivers, 8 penningen ten behoeve van seeckere vicarije alhier.
[300]
Op 22-10-1729
verkoopt Wolberth Frans van Zevender, voor zichzelf en als speciale gemachtigde van zijn vader Hendrik Arent van Zevender en van zijn vier meerderjarige zusters genaamd Geertruijd, Theodora, Petronella en Johanna van Zevender,
aan Theodorus van Lilaar, brouwer,
een huis op de Singel aan 't Zand,
belend aan de ene zijde: Sint Agataklooster of Jan van Bemmel,
aan de andere zijde: de erfgenamen van Hendrik Crieker of Adam Blootenbergen.
[301]
Op dezelfde dag lenen dezelfden
een plechtobligatie van 600 gulden, gevestigd in een huis op de Singel bij of aan 't Zand, competerende de erfgenamen van Hendrik Crieker.
De plecht is op 10 marty 1680 door de genoemde Hendrik Crieker, ten behoeve van Johan van Zevender voor de heren Schout en Schepenen van dit gerecht gepasseerd.
[302]
Op 25-2-1730
verkopen dezelfden,
een kamp land, genaamd de Geer, met eikenheggen en eikenbos daarachter tot aan de Duijnweg, groot een en een halve morgen, aan de Soesterweg,
belend aan de ene zijde: ten oosten deze weg,
aan de andere zijde: ten westen de Bovenbirktseweg,
aan de andere zijde: ten zuiden Rogier Camerbeek, burgemeester,
aan de andere zijde: ten noorden de acceptant zelf.
[303]
en op dezelfde dag nog meerdere percelen.
Op 18-12-1737 passeert de boedelscheiding van wijlen Simonida Petronella Marie van Muijlwijk, echtgenote van Hendrik Arent van Zevender.
Er wordt verwezen naar een
- Boedelscheiding d.d. 25-2-1730 voor Nots. Anthonij van Goudoever (tussen vader en de 4 kinderen)
De kinderen hebben toen het volgende van hun moeder geerfd: een huysinge met een hoff daarachter in de Muurhuijsen met een huijsje en stal daarachter op de Cingel staande (door vader en kinderen gemeenschappelijk ½ Mergen bouwland buyten de Utrechtsepoort aen den Appelweg, een huysinge bestaande in verscheijden wooningen met een hof, bouwhuijs en kalkbranderije, alsmede 2 huijsen daarnaast aan de grote Melm te Soest, 1 Mergen weijland op den hoek van den Melmweg. Enige akkeren bouwland met zijn veen over de huysinge gen. Pijnenburgh te Soest, 4 Dammaten weijland in Nederseldert gen. Smalseldert, 4 Dammaten weijland onder Bunschoten in Bloklands Polder.
Erfgenamen zijn thans de 4 meerderjarige kinderen: Geertruijd -, Petronella - en Theodora van Zevender en Volbert Frans van Zevender. Hun zuster Johanna Zevender is overleden, broer en zusters waren erfgenamen.
[304]
Op 21-6-1739 verklaren
de drie meerderjarige ongehuwde dochters Geertruijd van Zevender, Theodora van Zevender en Petronella van Zevender, en Wolbert Frans van Zevender, meerderjarig, borger en inwoner van Amersfoort, kinderen van Hendrik Arend van Zevender borger en inwoner van Amersfoort, overleden 21-6-1739, dat zij
hun vader wel willen begraven maar verder niet in zijn boedel delen, behalve de begraveniskosten.
[305]
Op 23-11-1739 verlenen
Geertruijd van Zevender, Theodora van Zevender en Petronella van Zevender de 3 meerderjarige dochters van Hendrick Aerend van Zevender overleden 21-5-1739 en wednr. van Simonida Petronella van Muijlwijck,
machtiging aan
Wilhelmus Gualterus van Warmvliet advocaat te Utrecht om te compareren voor den Griffier Stadhouder en Leenmannen van de Ed. Mo. Heeren dezer provincie om de leengoederen (brief van 7-12-1698) van hun vader te specificeren.
Na de dood van de zoon Wolbartus Frans van Zevender op 12-8-1739 zijn er nu nog 3 meerderjarige dochters: Geertruijd -, Theodora - en Petronella van Zevender.
Het betreft:
zekere Melm steden en plaatsen van achterweg tot de Eem met 2 huijsen, 4 turffschuren en kalkoven met de kalkschuur. De helft van een stuk lands genaamd de Spijck met de wederhelft van de steeden en het huijs daarop op de melm tot Soest strekkende van de Eem tot aan Schuthers land. (deze tekst is twee maal vermeld, waarbij de 2e keer staat "Schutters land", het is niet duidelijk of het daarbij om hetzelfde land gaat).
[306]
Uit dit huwelijk veel kinderen RK gedoopt [307] onder wie:
Onbekend
Recognitieboeken Harderwijk:[309]
15-4-1606: Gerrit Horst ter eenre, en Swaentje van Sevener, wed. Bons, ter andere zijde,
hebben geschil over ehelicke belofte.
Gerrit Horst verklaart bij ede dat hij niet weet dat hij Swaentje enig geld of trouwen gegeven heeft, hij moet echter een zeker bedrag betalen om van h aar af te zijn.
Recognitieboeken Harderwijk:[310]
6-3-1613:
Arentje van Sevener wed.van Jacob Sas ter ene zijde, en Trijntje van Sevener wed. van Janvan Yssens (Ysfelt?) ter andere zijde stellen elkaar over en weer in de lijftocht van hun goederen. De onroerende goederen van Trijntje liggen tot Wesel.
Uit hem de zusters:
Zij zou zowel een dochter kunnen zijn van Arndt Aerts van Zevener x 1580 Nies Jans als van Aert van Zevener x voor 1592 Aeltgen Coops.
Recognitien Kampen[312]
Op 8-4-1622 verlenen Johannes Coenradts en Berent van Sevener machtiging aan , Hermen Coenradt, hun broer en neef, om, in der minne of gerechtelijk, in Danzig in het sterfhuis van Hans van Sevener, hun neef van moederszijde, de erfenis en goederen te vorderen die hen toekomen, deze te verkopen en verder de formaliteiten te vervullen, met macht van substitutie.[313]
Referenties van de gegevens van generatie 1 staan ook hier
Referenties Fragment Genealogie Van Zevender --- Generatie 1 ( 313 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
![]() genealogy page |
contents |
![]() index |
generation 2 |
generation 0 |
Directly go to generation : 1 |