This page was last updated : 200621.
File size is: 200 k.
Varia
Generatie 33
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Varia,
version 1.6,
Muiden, 2018.
© Copyright 2020 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Varia Gen. nr. 33

Op zoek naar de ouders van Aeltgen Coops, vrouw van Aert van Zevener

De ouders van Aeltgen Coops, geb. 1544/45, zijn niet met zekerheid bekend. In aanmerking zouden kunnen komen de volgende drie echtparen te Harderwijk:

  • a Coop Aertsz Schrassert x Naele Baruws van Estveld
  • b ('Zwarte') Coop van Vanevelt x Truye van Brenen
  • c ('Witte') Coop van Vanevelt x Arentgen Jansdr Momme

      • a. Coop Aertsz Schrassert, geb. ca. 1517, ovl. vóór 1590 zn. van Arnt Schrassert, kerkmeester te Nijkerk en van Willempje Hendriks van Dompseler, in het landgericht van Veluwe (1545-1558), burgemeester van Nijkerk (1558 ), gegoed aldaar (bezitter van Schinkelhoefslag, een deel van Olden Engen, acht morgen onder Neckenvelde, en een huis in Nijkerk), onder Barneveld (bezitter van een deel van den Hoogencamp) en onder Ermelo (waar hij het halve goed Bitterschoten bezat), tr. in of vóór 1547[1] Naele van Es(t)veld, ovl. na 17-4-1589 (voor 21-11-1597), eigenares van een deel van den Hoogencamp onder Barneveld,[2] krijgt als weduwe in 1590 oprukking voor het goed Hoogh Berghuijs in de buutschao Orden te Apeldoorn,[3] dr. van Baruw van Esveld, waard te Ter Schuer, en Hendrickgen (van der Schuer).[4] Hieruit zes kinderen bekend onder wie echter geen Aeltje.[5]

        NB Wapen Schrassert: o.a. in een schildhoofd drie sterren


    Hierna volgt tweemaal een Coop van Vanevelt, in Ref. [6] aangeduid als 'Witte' Coop en 'Zwarte' Coop, een onderscheid dat ik zal pogen te handhaven. Alvorens beide mannen Coop te behandelen is het handzaam enige tijdgenoten Van Vanevelt op een rij te zetten, wier verwantschap met beiden soms wel, soms niet duidelijk is.




    I
    Ia. Coep (Coip) van Vanevelt (=Coip Goris?), beleend met Groevenbeek 1431, vermeld 1455 (2x) 1457 (2x) 1459, kerkmeester van Onze-Vrouwekerk 1440, heeft een erf in de Nijestraat 1453, belender met een huis aan Heer Ailtsstraatje (1455), tr. vóór 1432 Claas NN. Zij wonen in het Ailtsstraatje (1432, 1455),
    Stadsbestuur Harderwijk: [7]
    20-5-1432: Schepenen en Raad oorkonden, dat Coip van Vanevelt en Claes zijne vrouw, aan heer Gherlach Grubbe, ten behoeve van den priester in Sinte Jorien, schuldig zijn 4 pond jaarlijksche tijns uit hun huis en hofstede staande en gelegen in heer Aeltsstraatje, belend door Erckenrait t.e. en Gerit van Spuelde t.a. zijde, met welke 4 pond afgelost zijn de 3 pond en 16 schillingen die Jutte Bluets aan heer Gerloch schuldig was uit het huis dat nu Ernst van Herderwijck toebehoort.
    Stadsbestuur Harderwijk: [8]
    23-4-1453: Schepenen en Raad oorkonden, dat zij van Coip van Vanevelt vergunning hebben bekomen op zijn erf gelegen in de Nijestraat, waarop de kamer van de kosterij is gezet, een muur te maken, waardoor het terrein van de kosterij wordt vergroot en dat zij aan Coip hebben toegestaan op dien muur en op den muur langs het kerkhof tot aan de school, te bouwen, de beek te verwelven en daarop te metselen zoover zijn erf strekt.
      Uit hem zeer waarschijnlijk:


    Goossen Tak


    II

    IIa. Go(o)sen van Vanevelt, geb. vóór ca. 1445, lid St Jorisgilde 1464, beleend met Groevenbeek 1479, schepen (1487, 1497, 1498, 1499, 1500),[12] .(1502-1506)[13]



    III

    IIIa. ('Witte') Coop van Vanevelt, geb. vóór ca. 1495, ovl. 1551-1558, zn. van Gosen van Vanevelt, schepen van Harderwijk, en van NN, aangenomen als lid van het St. Jorisgilde te Harderwijk 1519 ("Coop van Vanevelt Gosense"), beleend met Groevenbeek 1520, schepen van Harderwijk (1524, "Coep van Vanefelt Goesonssonn"),[17] gildemeester van het St. Jorisgilde 1525 (tegelijk met Jan van Wijnberge de eerdere echtgenoot van zijn vrouw), gaf op 7-4-1535 "Joffr. Arentgen Mome zijn echte huisvrouw 100 Franckesche schilden to morgengave",[18] treedt op als momber van de kinderen van zijn zuster 1536,[19] beleend met Vanenburg,[20] burgemeester (1540), schepen (1543), koopt het aandeel van zijn broer Herman in het ouderlijk huis aan de Markt (1544), belender op de Marckt (1549), tr. Harderwijk 8-4-1535 (morgengave)[21] Arentgen (Arnolda) Mom(me), geb. 1493-1503, beg. Harderwijk 1563, wed. van Johan Jansz van Wijnbergen, gildemeester van het St. Jorisgilde 1525 (tegelijk met Coop van Vanevelt de latere echtgenoot van zijn vrouw), bewijst haar zes voorkinderen hun vaderlijk goed 4-4-1535, is als Arntgen Momme wed. van Coop van Vanevelt in 1556 verwikkeld in een proces tegen de aanvragers van de bouw van een windmolen bij hun watermolen op Grobbenbeek,[22] getuige (1563), dr. van Johan Mom, rentmeester van Elburg en peinder van Doornspijk, en van verm. Geertruid van Boecop.[23]

    Wapen Van Wijnbergen: In zilver drie vijfspakige zwarte wielen, 2 en 1. [24]
    Wapen Van Vanevelt: een vis, en bande, kop omhoog.[25]

    Recognitieboeken Harderwijk:[26]
    4-4-1535: Joffr. Arentgen Mome wed. van Jan van Winbergen bekende haar 6(¥) voorkinderen voor hun vaders goed het erfgoed als Jan haar aangebracht heeft enz.

    COMMENTAAR(¥) Onder deze 6 voorkinderen zijn zeker Johan, Willem, Stijne en Gerarda. Wie de andere twee (jong overledene?) zijn is onbekend. Check bron van dit regest! Ref. [27] noemt 4 zoons, 1 dochter.
    Recognitieboeken Harderwijk:[28]
    8-4-1535: Coop van Vanevelt gaf joffr. Arentgen Mome zijn echte huisvrouw 100 franckesche schilden to morgengave.
    Recognitieboeken Harderwijk:[29]
    6-9-1544: Herman van Vanevelt heeft van zijn broer Coop van Vanevelt 400 gl ontvangen op de koop van hun alderen huis aan de Marckt en een hof en land.
    Recognitieboeken Harderwijk:[30]
    22-6-1545: Reyner van Arler mede vanwege zijn huisvrouw joffr. Eesse dankte Coop van Vanevelt en joffr. Arentgen Momme zyn echtewijf voor de aflossing van 3 gl 's jaars als Arent van Bryenen zaliger voor en zij na gehad hebben uit het huis van Thimen van Vanevelt zaliger aan de Marckt.
    Recognitieboeken Harderwijk:[31]
    1-3-1551: Coop van Vanevelt met zijn huisvrouw pacht van Goessen Gerrit de molen te Putten voor 2 jaar, maar Goessen zal zelf de molen bemalen.
    Recognitieboeken Harderwijk:[32]
    18-3-1558: Jouffer Arentgen Monne wed. van Coop van Vanevelt machtigt ad lites.
    Recognitieboeken Harderwijk:[33]
    23-10-1559: Evert van Angeren machtigt zijn zwager Aelbert Schaep(¥) tegen jonffer Arentgen Momme aangaande het leengoed to Nulde dat verwmits dode van zijn oom Her Henrick van Vanevelt zaliger op hem als zijn alste leenvolger gevallen is.

    COMMENTAAR(¥) Gehuwd (morgengave) 26-5-1556 met jonffr. Peynsse van Wynbergen.
    Recognitieboeken Harderwijk:[34]
    24-1-1560: Joffr. Arentgen Monne wed. van Coop van Vanevelt heeft beliefd en overgegeven de cautie, die haar zoon Jan van Wijnbergen van harentwege gezet, met verbinding van haar goederen, vermoege des rechtboecks van date op woensdach 20-12-1559.
    Recognitieboeken Harderwijk:[35]
    19-9-1563: Juffer Aerndtgen van Wijnbergen (sic!) wed. van Coep van Vanevelt oud tussen 60 en 70 jaar getuigt over een bank in de kerk.


    Intermezzo: het huwelijk Van Wijnbergen x Mom

    Johan Jansz van Wijnbergen, ovl. 6-8-1531, beg Harderwijk[36], ridder(!) gildemeester van het St. Jorisgilde 1525 (tegelijk met Coop van Vanevelt de latere echtgenoot van zijn vrouw), zn. van Johan Sweertszn van Wijnbergen, schepen van Harderwijk[37], en van Golda van Blarickhorst. tr. vóór ca. 1515 Arentgen (Arnolda) Mom(me), geb. 1493-1503, beg. Harderwijk 1563.

    Recognitieboeken Harderwijk:[38]
    4-7-1552: Jonffer Stijne van Wijnbergen oud 22 jaar, jonffer Golde van Wijnbergen oud 17 jaar, jonffer Gertruyt van Wijnbergen oud 15 jaar, jonffer Alyt van Wijnbergen oud 13 jaar en jonffer Jannetje van Wijnbergen oud omtrent 10 jaar, met Wolter Wolffs hun neef en gecoren momber, geven over dat hun zwager en zuster Wolter Van Bryenen en jonffer Gerrit van Wijnbergen zijn echte huisvrou zullen mogen de Cruythof en het bleekveld achter hun aller gemene huis, daar nu in woont Rycket Bartsz en Johan Henricksz van Hell, gebruiken, totdat zij het huis zullen verkopen.
    Recognitieboeken Harderwijk:[39]
    22-9-1558: Werner Duysterbeeck met jonffr. Golde van Wijnbergen zijn echte huisvrou en jonffr. Gerrit van Wijnbergen, wed. van Wolter van Bryenen, jonffr Gertruyt, Aeltgen en jonffr. Jannetgen van Wijnbergen susters met Werner voors. hun zwager en gecoren momber, verkopen aan Gheerlich Petersz hun hof buiten de Grotepoort en buiten St. Nyclaespoort achter de panneschuyr tussen de Holtcamp en de weg naar de Zantsteeg, zo hun vader Johan van Wijnbergen zaliger van de gedeputeerden der crediteuren van Arent van Sevener zaliger gekocht heeft.
    Recognitieboeken Harderwijk:[40]
    26-6-1564: Egbert Renger voor zijn huisvrou Golde van Wijnbergen, Aerndt van Mekeren voor zijn huisvrou Aelheyt van Wijnbergen, jufferen Gerrytgen van Wijnbergen wed. van Wolter van Drienen, Geertruydt en Jannetje van Wijnbergen zusters met Jan Witte hun aller neef en gekoren momber inzake een aandeel aan de dijk van Arckemeden.
        Uit het huwelijk (van Wijnbergen-Momme):[41]
      • a. Johan van Wijnbergen, geb. vóór ca. 1515, burgemeester van Elburg, tr. 1540[42] [43] Aleit (Alijt) Drullinck (Drullinge). Hieruit verder nageslacht bekend (8 kinderen, magescheid 1589[44]).
        Recognitieboeken Harderwijk:[45]
        24-1-1560: Joffr. Arentgen Monne wed. van Coop van Vanevelt heeft beliefd en overgegeven de cautie, die haar zoon Jan van Wijnbergen van harentwege gezet, met verbinding van haar goederen, vermoege des rechtboecks van date op woensdach 20-12-1559.
      • b. Willem van Wijnbergen, geb. vóór ca. 1530(¥), maakt magescheid met zijne moeder en broeders 2-3-1560, gemeensman te Harderwijk 1549, schepen 1556, nog aldaar vermeld 1587, tr. 1o voor 1552[46] [47] Margaretha Heymansz alias ter Brake, ovl. vóór 1569, dr. van Arent Heymensz (ter Brake), schepen en burgemeester en stadsrentmr. van Elburg en van Margaretha van Ittersum, tr. 2o 1569 [48] Judith van Wijnbergen, dr. van Sweder van Wijnbergen en Judith van Laer. Hieruit verder nageslacht bekend.

        COMMENTAAR(¥) Willem van Wijnbergen wordt niet vermeld in de akte van 1552 en dan dus vermoedelijk al getrouwd en uitgezet.
      • c. Jonffer Stijne van Wijnbergen; 1529/30, oud 22 jaar in 1552, niet meer vermeld in de akte van 1558, dan dus verm. overleden of getrouwd.
      • d. jonffr. Ger(h)arda (Gerrit!) van Wijnbergen(¥), geb. vóór 1534, ovl. na 1581, wed. van Wolter van Bryenen (1558, 1564), wordt op 28-1-1553 na dode (ruim 20 jaar eerder !) van haar vader Johan van Wijnbergen met de Swaluenborch beleend,[49] tr. vóór 1552[50] [51] Wolter van Bryenen, ovl. na 1558, lost een schuld af van zijn schoonvader Johan van Wijnbergen zaliger (1553), zn. van Henrick van Brienen, ridder, schepen te Harderwijk, en van Margriet de Wolff van Westerrode (elders en van Maria van Hesterwijck).[52] Hieruit verder nageslacht bekend.

        COMMENTAAR(¥) In Ref. [53] wordt zij ten onrechte een dochter genoemd van Johan van Wijnbergen en Wendela ten Busch.
    De volgende kinderen zijn allen geboren na 1531, en kunnen dus geen kinderen zijn van Johan Jansz van Wijnbergen die in 1531 overleed. In de akten van 1552 en 1558 worden zij met de achternaam Van Wijnbergen vermeld - evenals trouwens soms hun moeder Aertje Momme. Ongetwijfeld heeft dit te maken met Johans vermeende [54] riddermatigheid. De conclusie moet zijn dat we deze kinderen later kunnen tegenkomen met de naam Van Wijnbergen, van Vaneveld naar de vader Coop van Vaneveld of Coops naar diens voornaam.
        Uit het huwelijk (van Vaneveld-Momme):
      • e. jonffr. Golda van Wijnbergen, geb. 1534/35, ovl. na 1564,[55] oud 17 jaar in 1552, eygenersche van de hofstat en saelweer van het goed Hannes Wilhemsgoed te Nunspeet strekkende aan de Vaelhorstermolen (1554) tr. 1o 1552-1558 Werner Duysterbeeck, ovl. 1558-1564, vermeld met zijn vrouw Golda als schuldeisers (1558), tr. 2o voor 1564 Egbert Renger(¥), ovl. na 1564. Hieruit verder nageslacht bekend.

        COMMENTAAR(¥) In Ref. [56] blijkt deze Egbert Renger te zijn:

        Egbert Rengers tot Arendshorst, geb. 1529-1537, ovl. kort vóór 22-3-1610, zn. van Johan Rengers tot Arentshorst en van Jkvr. Gerharda Mulert, staat op een lijst van uitgewekenen, rebellen van den Koning van Spanje, opgemaakt en overgeleverd aan den Rekenmeester Gramaye te Roermond 24-8-1587, vermeld als Egbert Rengers toe Harderwijk op de Veluwe in Gelderland woonachtich, dijkgraaf van Zalland sedert 16-8-1588, tr. 1o Jkvr. Golde van Wijnbergen, ovl. vóór 1600, weduwe van Warner van Duysterbeke, dochter van Johan van Wynbergen en van Wendela ten Busch (sic!), tr. 2o Zwolle 22-7-1600 Anna Gelmers, is in 1615 vruchtgebruikster van o.m. het goed en erve Lutteke Arninck in de marke Haerst,[57] weduwe van Johan Waterman, dijkgraaf van Haerst,[58] Zij hertr. Zwolle 24-5-1612 Herman van Uterwyck, sedert 1636 wonende te Kampen, zn. van Jacob van Uterwyck en Margaretha van Steenwyck (zie Fragment Genealogie Uterwijck sub IIIc / 3

      • f. jonffr. Gertruyt van Wijnbergen, geb. 1536/37, ovl. na 1564, oud 15 jaar in 1552.
      • g. jonffr. Aeltgen (Alyt, Aelheyt) van Wijnbergen(¥), geb. 1538/39, ovl. na 1564, oud 13 jaar in 1552, ondertekent de akte van 1563 als vrund (lees verwant) van de kinderen van Grietje Coops die haar halfzuster is, tr. vóór 1564 Aerndt van Mekeren.

        COMMENTAAR(¥) De verleiding is groot om in deze Aeltgen (die zich weliswaar Van Wijnbergen noemt naar de overleden echtgenoot van haar moeder Arentge Momme) de persoon Aeltgen Coops te zien die vóór ca. 1585 trouwt met Aernt van Zevener (en eveneens dan vóór ca. 1585 een zoon Henrik Aertsz van Zevener krijgt). Dit moet speculatie blijven totdat bewijs voor zulk een huwelijk is gevonden. Het zou toch niet zo zijn dat Aerndt van Meekeren eigenlijk Aerndt van Zevener is (leesfout?, schrijffout?)?
      • h. jonffr. Jannetgen van Wijnbergen, geb. ca. 1542, ovl. na 1567, oud omtrent 10 jaar in 1552. tr. Harderwijk 24-9-1567 (morgengave) Rutger van Haersolte, burgermeester van Harderwijk, is ambassadeur in Engeland geweest,[59] onderhandelt met de Engelsen 1585/86, Resolutiën der Staten-Generaal 1576-1630] Hieruit verder nageslacht bekend.[60]
        Recognitieboeken Harderwijk:[61]
        24-9-1567: Rutger van Haersolte gaf juffer Jannetgen van Wijnbergen zijn echte huisvrou 200 gl uit zijn goed toe morgengave.
        Huis de Zwaluwenburg:[62]
        Het huis wordt al genoemd in het begin van de veertiende eeuw en is dan in het bezit van een familie van Wijnbergen. Het werd in die tijd dan ook Wijnbergen genoemd. In 1582 trouwde de burgemeester van Harderwijk, Rutger van Haersolte, met de erfdochter van de familie van Wijnbergen, Johanna. Daardoor kwam het huis in de familie van Haersolte en bleef daarin gedurende ruim twee eeuwen.

        COMMENTAAR(¥) Hier rijzen diverse vragen: Is Johanna van Winbergen identiek met Jannetje, was zij echt de erfdochter? Wanneer was het huwelijk in 1582 of 1567?
        En wat te denkene van "Rutger van Haersolte behoorde tot het gezantschap dat koningin Elisabeth van Engeland in 1585 de heerschappij over de Verenigde Nederlanden aanbood." [63]
        Winkler Prins 1870 Rutger van Haersolte, werd geboren in 1528, was vervolgens burgemeester van Harderwijk, voorts lid der Staten-Generaal, en zag zich van wege Gelderland mede afgevaardigd naar Elizabeth, koningin van Engeland, om aan haar de heerschappij over Nederland op te dragen. Hij nam vervolgens zitting in den Raad van State, en overleed in 1585.


    ----- einde Intermezzo ------
      Uit Coop van Vanevelt een natuurlijke dochter:
    • 1. Grietje Coops, geb. vóór ca. 1520, ovl. 1545-1563, tr. Harderwijk 9-7-1539 (morgengave) Johan Pouwelsz.
      Recognitieboeken Harderwijk:[64]
      9-7-1539: Johan Pouwelsz gaf Grietgen Coops zijn echtewijf 100 gl toe morgengave",
      Recognitieboeken Harderwijk:[65]
      13-7-1539: Coop van Vanevelt en joffer Arentge zijn huisvrouw zijn schuldig aan Johan Pouwelsz en Grietje zijn echtewijf, Coops voors. natuurlijke dochter 4 molder rogge 's jaars uit hun huis in de Donkerstraat tussen dat Mynnbroedersconvent ter eenre en Johan van Huymen ter andere zijde, af te lossen met 100 hoornsgl. en zij beloofden bovendien nog 100 hoornsgl aan Johan en Grietje te betalen na dode van Coop. In margine: 1545 mei 17 deze 200 hoornsche gl zijn afgelost, waarvoor Johan en Grytgen kwiteren.
      Recognitieboeken Harderwijk:[66]
      17-5-1545: Johan Pouwelsz en Gryetgen zijn echtewijf geloofden Coop van Vanevelt hun vader te vryen van de borgtocht als hij voor hun schip geloofd heeft.
      Recognitieboeken Harderwijk:[67]
      26-7-1563: Jan Pouwels is schuldig aan zijn 7 kinderen elk 25 gl voor hun moeders goed, Willem en Thyman, mondige kinderen zijn ermee tevreden, ook zijn bij deze bekenning aan en over geweest als vrunden van der kinderen moeders wege Catharyne Jans bestemoeder van de kinderen, Jan Sass, juffer Aerndtgen van Wijnbergen (sic!) wed. van Coep van Vanevelt, Gryte van Cranenburg en Aeltgen van Wijnbergen.
      Naamlijst van opgenomen weeskinderen in het Weeshuis te Harderwijk:[68]
      1565: Hermen Jansz en Hessel Jansz, kinderen van Jan Povelsen en Grijetgijn van Vanevelt.
        Uit dit huwelijk in 1563 zeven kinderen in leven onder wie:
      • a. Willem Jansz, geb. vóór ca. 1543, mondig in 1563.
      • b. Thyman Jansz, geb. vóór ca. 1543, mondig in 1563.
      • c. Hermen Jansz, opgenomen in het Weeshuis te Harderwijk (1565).
      • d. Hessel Jansz, geb. vóór 1565, ovl. na 1639, opgenomen in het Weeshuis te Harderwijk (1565),
      Uit het huwelijk (Van Vanevelt) Momme:
    • 2. Celicke van Vanevelt, ovl. vóór 1558.
      Recognitieboeken Harderwijk:[69]
      15-10-1558: Borgen voor joffr. Arentgen Monne voor het versterf van haar dochter Celicke van Vanevelt.
      Recognitieboeken Harderwijk:[70]
      25-11-1558: Borgen voor heer Henrick van Vanevelt, pater, met Derick van Angeren zijn neef en gecoren momber voor het versterf van jonffr. Celicke van Vanevelt zaliger. Heer Henrick van Vanevelt heeft gevestigd en bekend Arentgen Monne wed. van zijn broeder Coop van Vanevelt zaliger de tucht en rente die haar van Coop to tucht en hylixvoorwaarden gegeven en bemaakt zijn, te manen, heffen en beuren uit zijn land en dienst, zo hem dat van zijn nicht jonffr. Cecilie van Vanevelt zaliger aangeërfd is.


    Thymen Tak


    II

    IIb. T(hy)men (Thyman, Timen etc.) van Vanevelt, geb. vóór ca. 1465, ovl. 1529-1541, lid St Jorisgilde 1485 vermeld 1498, 1505 1506, gildemr. St Jorisgilde 1498, 1519 belender op de Markt 1529, tr. vóór ca. 1495 Celycke NN, ovl. vóór 1541?

    1541 borgen voor Johan van Angeren en joffer Truye zijn echtewijf voor het versterf van zal. Thyman van Vanevelt en Celycke zijn echtewijf.
      Uit hem:


    III

    IIIb. ('Zwarte') Coop van Vanevelt, geb. vóór ca. 1495, ovl. 1544, aangenomen als lid van het St. Jorisgilde te Harderwijk 1515, schepen van Harderwijk 1529, 1538 ("Coep van Vanefelt Thimansson"),[82] gaf op 10-2-1530 Truye van Brenen zijn huisvrouw 100 schilden to morgengave",[83] questor van Harderwijk (1531), beleend met Groevenbeek 1538, tr. Harderwijk 10-2-1530 (morgengave) Truye van Brenen, volgens Ref. [84] identiek met Geertruid van Brienen wed. van Maurits van Pannekoek, dr. van Arend van Brienen, en van Flora Voet. In latere literatuur worden echter forse fouten in dit artikel aangewezen. Hieruit geen kinderen bekend. Wel heeft deze Coop 6 natuurlijke kinderen nagelaten. Zij hertr. verm. voor 1557 [85] Herman van Vanevelt, zie hierboven.

    Burgerboek van Harderwijk 1436-1572:
    Johan van Hyerde, as burgermeister, ind Swheer van Wijnbergen as dengoen, die daerby gesthaen heefft, gichten, dat Coop van Vanevelt Thimenszoen tho jaren vuer der schepenenkuer, Johan vuerschreven as burgemeister in der tijt, syne burgerschap opgesacht hefft. Actum penultima Januarii, anno XLVIo (30-1-1546)[86]
    1528: Coop van Vanevelt draagt op aan zijn neef Tyman van Vanevelt hout. Zwarte Coop of Witte?

    Wapen Pannekoeck: in zilver vier rode dwarsbalken
    Wapen van Vanevelt: in blauw een zilveren kruis ook een vis
    Wapen van Brienen:(in zilver een rode eenhoorn)

    Recognitieboeken Harderwijk:[87]
    24-1-1547: Een getuige verklaart dat ipso die Remigii 1544 (=1 oktober) een verdrag gesloten is tussen Henrick Henricksz als volmachtiger van zijn broer en zuster ter eenre en Frans van Hulsen als volmachtiger van zijn huisvrouwen broeder en zusters ter andere zijde aangaande het versterf van Coop van Vanevelt zaliger en zo Coop voors. 6 natuurlijke kinderen nagelaten heeft bij zijn maecht Thuene genaamd, dat Thuene voors. met haar kinderen op Grobbebeeck blijven zal met de watermolen voor 10 jaar en dan zouden de erfgenamen aan Thuene voors. geven 100 gl voor haar verdiende loon.
    Beleningen van het goed Groevenbeek / Grobbenbeeck:[88]
    1431 Coop van Vanevelt
    1460 Hendrick van Vanevelt (zie ook Ref. [89]
    1479 Goesen van Vanevelt
    1520 Coop van Vanevelt (identiek aan volgende ?)
    1538 Zwarte Coop van Vanevelt
    1557 Hendrick Scholten van Vanevelt Henrix x Elisabeth van Arkel etc.


    C - II Maes Tak

    Ic. Maes van Vanevelt, geb. vóór ca. 1440, wordt burger van Harderwijk (1481), tr. 1462[90] Fya Loy.

    Burgerboek van Harderwijk:
    1481: item Maes van Vanevelt ‘cst iterum acceptus pro opidanus, feria 2a post Francisci anno etc. LXXXIo.
    april 1467: Maes van Vanevelt en Fya zijn huisvrouw lossen af drie morgen land in Erckemeden.
    ORA Arnhem: [91]
    28-9-1468 (op Sente Micheels avont): Willem, heer tot Egmont, tot Bair enz., en burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem schelden Riquyn die Wilde vrij van 250 rijnsche guldens, welke deze schuldig is aan Maes van Hagenouwen genaamd van Vanevelt, die uit Arnhem geweken en naar den vijand is overgeloopen.
      Uit dit huwelijk:

    IIc. Thomas Maesz van Vanevelt, geb. vóór ca. 1460, ovl. 1551-1554, schuldeiser (1482), schepen (1535),[94] (1530), en burgermeester (1535),[95] tr. Harderwijk 18-4-1502 (morgengave) Weyme NN, ovl. na 1536, vermeld 1536 met hun kinderen Maes, Henrick, Fye, Abraham. tr. 2o Lucye (Lumme) NN, ovl. na 1554.

    Recognitieboeken Harderwijk:[96]
    25-1-1536: Thomas Van Vanevelt en Weyme zijn echtewijf met hun kinderen, Maes van Vanevelt en Bette zijn echtewijf, Henrick van Vanevelt en Fye van Vanevelt met Henrick voors. haar broer en gekoren momber geven over dat als een van de genoemde 3 kinderen voor hun vader en moeder overleed, dat dan hun kinderen in hun plaats komen.
    Recognitieboeken Harderwijk:[97]
    29-11-1536: Tomas van Vanevelt en Weimtge zijn echtewijf met hun kinderen Maes met Bette zijn echtewijf, Henrick van Vanevelt en Ffye van Vanevelt geven over dat Tomas en Weimtge hun 3 kinderen niet onterven zullen en dat zij alle drie gelijk delen zullen beheltelick hun geestelijke zoon Abraham, dat zij die wat zullen mogen geven.
    Recognitieboeken Harderwijk:[98]
    26-4 en 5-2-1554: Borgen voor de kinderen en kindskinderen van Thomas van Vanevelt voor diens versterf, heer Abraham van Vanevelt probst van Coenincxvelt en Henrick van Vanevelt en Bette van Vanevelt met Jan van Vanevelt haar zoon en gecoren momber en Bette mede voor haar andere kinderen broeders en zusters beloven de borgen te vrijen. Lumme is wed. van Thomas van Vanevelt. Zij bedankt de erfgenamen voor de betaling van 180 gl.
    Henrick van Vanevelt en Mechtelt zijn h.v. delen met hun verwanten in 1565 : Weijme wed. van Maes van Vanevelt, Jan en Reyner van Vanevelt broeders, en een aantal anderen. Henrick heeft een huis in de Hogestraat, Bette en Jan en Reyner hebben een huis aan de Markt.
      Uit het huwelijk (van Vanevelt-Weijme NN):

    IIIc. Maes (Maerten) van Vanevelt, geb. vóór ca. 1505, ovl. vóór 1548, lid St Jorisgilde 1526, vermeld 1539, op wie een "nederslag is gepleegd" waarvoor zoengeld wordt betaald dooe (een verwnat van) Jan van der Hell (1551), tr. 1529[100] Bette Coelwagens, ovl. na 1565, belooft geld vrij te maken (1549), voogd Bette en Jan en Reyner hebben een huis aan de Markt (1565).

    Recognitieboeken Harderwijk:[101]
    13-12-1529 Tomas van Vanevelt(¥) gaf Bette Koelwagens zijn echtewijf 100 schilden to morgengave.

    COMMENTAAR(¥) Tomas moet zijn Maes?
    Recognitieboeken Harderwijk:[102]
    27-9-1551 Bette van Vanevelt mede voor haar zoon Johan van Vanevelt en haar andere kinderen en Thomas van Vanevelt"als aldevader en Marten Coelwagen als oom van de kinderen en mede als borg voor de swoen (zoen?) van de nederslag aan Maes van Vanevelt zaliger begaan, bekenden dat Jan van der Hell hun betaald heeft 100 dalers als hun inhalts de swoenbrief toegededinckt waren.
      Uit dit huwelijk:
    • 1. J(oh)an van Vanevelt, geb. vóór ca. 1535, wordt lid St Jorisgilde (1554) te Harderwijk, schepen van Harderwijk 1560,[103] gerichtsman van de Veluwe 1561,[104] is zijn moeders momber 1565, verm. identiek met Jan van Vanevelt, raad (1578) en rentmeester St.-Pietersgasthuis (1578) te Amersfoort. rentmeester van de heilige geestschool annex lint- en spinhuis te Amersfoort (1593 en 1594, "Jan van Vanevelt", 1608 "Johan van Vanevelt"),[105]
    • 2. Reyner van Vanevelt, mondig 1565.
    • 3. Alyt Maesdr van Vanevelt, geb. vóór ca. 1535, tr. Harderwijk 28-11-1553 (morgengave), Gerrit Thoeniss van Wenckum, krijgt als Gerrit zoon van zaliger Anthoeniss van Wenckum bij de verdeling in 1546 van de boedel van de (groot)ouders Reyner van Wenckum en zijn hv. Truden, een huis in de Haverstraat, moet 220 gl betalen aan Nale van Arler vanwege een huwelijk dat niet doorgegaan is (1554),
      Recognitieboeken Harderwijk:[106]
      8-5-1554: Huwelijks voorwaarden van Gerrit van Wenckum Thoeniss en Alyt van Vanevelt Maesdr.

    IIId. Henrick van Vanevelt, geb. vóór ca. 1515, ovl. na 1567, wordt lid St Jorisgilde (1534), belender in de Hogestraat (1569), tr. vóór ca. 1550 Mechtelt NN, ovl. 1565-1591. Zij testeren 1567. Zij hebben dan een huis aan de Grotepoort.



    IV

    IVa. Reyner Henricksz van Vanevelt, geb. vóór ca. 1545, schepen van Harderwijk 1577,[107] gildemeester van de O.L. Vrouwepot te Harderwijk (1579), burgemeester (1579), weesmeester van de arme wezen (1583), weesmeester van het Weeshuis te Harderwijk (1583-1586),[108] gildemeester van het St Jorisgilde (1586), en schepen (1588) te Harderwijk, is een van de ondertekenaars namens Harderwijk van een Akkoord tussen de landgenoten van Erckemehen ressorterende onder Putten en Nijkerk enerzijds en die onder Harderwijk anderzijds (1588),[109] tr. vóór 1575 Alydt (Aeltje) Bruycx.

    Losse stukken uit het Archief van Harderwijk:[110]
    \Numero 50. 7-5-1571: Brief van het hof van Gelderland aan Reinier van Vanefelt, zoon van Henríck van Vanefelt verzoekt Wilhem die Groeff en Johan Dirrics te laten weten, dat zij de hand moeten trekken van het goed de kleine Overhagen.
    Recognitieboeken Harderwijk:[111]
    28-12-1577: Reyner Peters en Jacobje zijn hv. dragen over aan Reyner van Vanevelt Henryckssoon en Aeltje zijn huisvrouw een handschrift van 50 gl. op Abel Maessen en Foyse zijn huisvrouw
    ORA Arnhem: [112]
    8-7-1613: Peter van Vanevelt, Anthoni Gouters als man en momber van Gertruit van Vanevelt, zich mede sterk makende voor Hans Beijart als man en momber van Swaentgen van Vanenvelt, constituerunt Lambert Por, procureur, in causa contra de erfgenamen van Aeltgen van Westrick, gewezen huisvrouw van Reijner van Vanevelt, ad lites.
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Geertruyt van Vanevelt, geb. 1574/75, ovl. na 1632, j.d. van Harderwijck, wonende tot Leyden (1602) otr. Amsterdam extra-ordinaris intekenregister 2-11-1602 otr/tr Leiden schepenen 08/23-11-1602 (get. Margriete van Zevener haer nichte, bruidegom "zelves niet en es gecompareert ende es van zijnentwegen behoorlic attestatie aengelewert"). Antoni(o) Goutero (Antonius Gouterus, Gouters), geb. 1573/74, ovl. 's-Gravenhage 1660?. j.m., schilder wonende tot Amstelredam (1602), wordt lid van het St. Lucasgilde te 's-Gravenhage 1605,[113] schreef het Journael der legatie ghedaen inde jaren 1615 ende 1616 by Reynhout van Brederode, Dirck Bas, ende Aelbr. Joachimi aende coninghen van Sweden ende Denemercken, mitsg. aenden keyser van Ruschlandt ('s-Gravenhage (Aert Meuris) 1619) waarvan de illustraties gegraveerd werden door Simon Frisius en een anonieme kunstenaar op basis van tekeningen door hem, Gouteris gemaakt,[114] doopget. te Amsterdam (1606), doopget. te 's-Gravenhage (1644), rentmeester van Jonkvrouwe Clara van Wassenaer en Duvenvoorde, vrouwe van Cranenbroeck,(1633)[115] en van haar broer Jonkheer Arent Adam van Wassenaer en Duvenvoorde, heer van den Bosch en Sanen (1646)[116] wordt op 21-1-1650 als curator van de kinderen van Anthonis Flory (1637-1650),[117] koopt een graf in de Kloosterkerk te 's-Gravenhage (1647), is op 17-10-1661 oud 87 jaar en reeds 47 jaar le deurwaarder van de Hoge Raad in Holland.[118]
      Lijfrenteregister Leiden:
      1599: Begunstigde Geertruut van Vaenevelt 24 jaar, dr. van Reyer van Vaenevelt wonende te Leiden en Alydt Bruycx van Harderwijck wonende te Leiden.
      Amsterdam Extra-ordinaris intekenregister:
      Op 2-11-1602 compareerde Antonius Gouterus van Antwerp out 28 jaren wonende int Lervetsteechjen? geast. met Truyken Heijnrics d'E zijne moeder ende versochte zijne drie sondaegse uijtroepingen met Geertruyd van Vanevelt van Harderwijck wonende tot Leyden, daer toe vertoonende haer ende harer vaders consent van onder de handt van P Stock commissaris tot Leyden ende gaf aen als ... .. die hij op alles naer behooren geantwoord hadde, zijn hem haar geboden vergewilligt. W.g. Anthonis Goetteeris
      ONA 's-Gravenhage:[119]
      Compareert 13-10-1632 o.a. Geertruit van Vanevelt, huisvrouw van Anthoni Goeteris, le deurwaarder van de Hooge Raad van Holland, oud omtrent 56 jaren...
        Uit dit huwelijk een dochter en enige erfgenaam:
      • a. Maria Gouteris, geb. vóór ca. 1630, ovl. 1674-1680, schilderes van miniaturen in 's-Gravenhage 17de eeuw, doopget. te 's-Gravenhage (1648, 1655), testeert 1667, tr. vóór 1667 Lourens Ravens.
        Register der graven in de Kloosterkerk te 's-Gravenhage:[120]
        Den 26 Februarij 1647 het graff n° 16 tbouct op te name van en is bet. de 25 £ van ouerbouckinge Anthonis Goutherus. Den 27 Junij 1674 verbouct.
        n° 16 Den 27 Junij 1674 overgebouct op den naem van Maria Goutherus dochter en eenige erfgenaem van Anthonij Goutherus.
        Den 22 Junij 1680 overgebouct op den naem en ten behouve van Lourens Ravens als Erfgenaem van Maria Gouterus sijne huisvrou vermogens den testamente op den 19-9-1667 voor de Not. van der Cruyc gepasseerd ende op den 11-1-1677 geconfirmeerd. Het regt van overboucken xxv £.
    • 2. Swaentje (van) Vanevelt, ovl. na 1613, tr. vóór 1606 Hans Beijert (Beijart), ovl. na 1613.
        Uit dit huwelijk:
      • a. Pieter Beijert, ged. Amsterdam Oude Kerk 27-7-1606 (get. Anthonij Goetteeris).
      • b. Tobias Baijert, ged. Amsterdam Nieuwe Kerk 26-7-1611.
    • 3. Peter van Vanevelt, vermeld 1613. is mogelijk identiek met Jonkheer Pieter van Vanevelt als rentmeester van het kapittel van Abbenbrouck (1629), ovl. voor 1639,


    Niet Geplaatst
    (Ame(l)rinck) Brinck van Vanevelt, ovl. 1627, schepen te Harderwijk 1582 ("Amelinck Brinck van Vanefelt"),[121] raad te Harderwijk 1582, 1585, 1589, 1590, 1594, 1595, 1596, 1598,[122] aangenomen als lid van het St Jorisgilde ald. (1584), stads-wachtmeester van Harderwijk (1585), gevolmachtigde van de magistraat van Harderwijk (1599),[123] straatmeester van Harderwijk (1601), eigenaar van twee mergen onder den dijck aan den eersten opwech in de polder Arkemheen (1610),[124] landschapsgedeputeerde (1611), burgemeester van Harderwijk (1611, 1618),[125] tr. Harderwijk 13-5-1597[126] Elisabeth van Middachten, ovl. na 1627, dr. van Johan van Middachten tot Vrieswijck en Rotgerink, heer van Vrieswijck beleend met den Hof te Hekeren en schepen van Harderwijk,[127] en Ernesta van Delen.
    1627: Akte van scheiding en deling van de nalatenschap van Ernesta van Delen, weduwe van Johan van Middachten tot Frieswijk tussen haar kinderen, Zeger, Bertha, Elisabeth, weduwe van Brinck van Vanevelt, Johanna van Vorstenberg, weduwe van Johan van Middachten, Reinier de Wolff, weduwnaar van Geertruid van Middachten, en Johanna van Middachten. Authentiek afschrift, 1633. [128]
      Uit dit huwelijk:[129]
    • 1. Johan van Vanevelt, ovl. vóór l653, vaandrig onder kapitein Kalfsvelt (1636) otr. Harderwijk 27-11-1636 (met attest op Heerden),[130] Swaene van Dompselaer, (had een broeder Gerhard). Zi wonen op het hoed De Bunte te Nunspeet 1639. (VG 2(1979)96]
    • 2. NN (dr) van Vanevelt, beg. Harderwijk 24 aug 1636.
    • 3. Hendrik van Vanevelt, ovl. 19-4-1640.
    • 4. Mechtild van Vanevelt, ovl. na 1654, tr. Harderwijk 29-5-1626[131] Willem van Wijhe, ovl. vóór 1653, luitenant onder kapitein Boom, in garnizoen te Meurs, hij dood 1653.
      Oud-Archief der Gemeente Harderwijk:[132]
      19-4-1654: Verklaring van Mechtelt van Vanevelt, genaamd Van Wijhe, dat zij van de Dageraetsvicarie, waarvan de collatie "op haer soon staet", niet meer verlangt dan zij tot nu toe heeft genoten.


    Opnieuw zoeken naar Aeltje Coops/Coopsen


    Elburg
    Oud-rechterlijk archief Elburg, civiele processen:[133]
    1650: Jacop Coopsen (vermist) contra Henrick van Zevener.
    Oud-rechterlijk archief Elburg, civiele processen:[134] 1607: Aeltje en Jacob Coopsen contra Lambert van Vuittenslage.
    De oorspronkelijke akten van deze beide regesten zijn niet digitaal beschikbaar. TZT in Archief bekijken.

    Diversen
    1569: tegenover de Hollanschen Tuyn is gelegen het huis van wijlen Jan Coepsen. [135] Aert van Zevener woonde bij zijn ouders in de Hollanschen Tuyn, zou zijn vrouw Aeltje Coops familie zijn van Jan Coepsen?

    Koep Gerrytsen Smyt, woont te Putten (1569), schuldenaar 1569, tr. 1o vóór ca. 1565 NN, ovl. vóór 1569, tr. 2o? (na 1569) Mette van Coeth, ovl. vóór 1612, dr. van Jurrien van Cooth.

    Recognitieboeken Harderwijk:[136]
    5-9- 1569: Koep Smyt thoe Putten is schuldig aan Jan van Tongeren 2 gl.
    Recognitieboeken Harderwijk:[137]
    13-10-1569: Koep Gerrytsen bekent zijn 3 voorkinderen Henrick, Willem en Aeltgen Koepsen elk 4 gl voor hun moeders goed.
    Recognitieboeken Harderwijk:[138]
    29-10-1569: Koep Gerrytsen Smyt is schuldig aan Metken van Koet 4½ gl.
    De beide voorgaande akten doen vermoeden dat de (eerste?) vrouw van Koep is overleden en dat hij gaat hertrouwen, redenen waarom hij zijn kinderen hun moeders erfdeel bewijst. Mogelijk is Metken van Koet de tweede vrouw maar zeker is dit niet. Eerst maar eens relevante gegevens van de familie Van Cooth (Coeth, Koot(h), Koet(h)) in kaart brengen.
    Recognitieboeken Harderwijk:[139]
    30-11-1612: Conraet van Tongeren borg voor het erfh. van Mette van Coeth, Gerrit van Cooth Jurriens en Cornelis van Cooth broeders beloven de borgen te vrijen.
      Uit dit huwelijk (in 1569 in leven):
    • 1. Henrick Koepsen (Coepsen), geb. vóór 1569.
      Stadsbestuur Harderwijk: [140]
      29-3-1590: Arnt van Sevener heeft zich, ten overstaan van de burgemeesters Gerrit Voeth en Reyer van Vanevelt borg gesteld, dat zijnen zwager Henrick Coepsen, die verzocht heeft in de Veluwe te mogen wonen, zich als een goed en vroom man zal gedragen.
    • 2. Willem Koepsen, geb. vóór 1569.
    • 3. Aeltgen Koepsen. NB Als deze Aeltgen Koopsen de vrouw is van Aert van Zevener dan zou zij 1544/45 geboren moeten zijn. Koep Hendriksen Smyt zou dan vóór ca. 1520 geboren moeten zijn en in 1569 bijna 50 jaar oud. Misschien trouwt hij dan met (de jongere) Metken van Koet

    CHECK 4. Gerrit Maes van Tynteler, overl. 1616, tr. Artgen Henrick Coopsen, ook keurmedig aan de Kelnarij, overl. Putten (Hel) 25-6-1609.[141]

    Henrick Koopsen wordt op 10-7-1591 ingeschreven in het burgerboek van Zutphen. Er wordt geen plaats van herkomst vermeld.


  • Van Cooth tot ca. 1650

    Schema volgens Ref. [142] en Ref. [143], aangevuld met gegevens uit de Recognitieboeken Harderwijk en andere bronnen. In de Herengoederen op de Veluwe is nog veel over deze familie te vinden.

    Wapen Van Cooth: Doorsneden. I. In groen 3 zespuntige sterren, II. een effen zilveren veld. Helmteken : een zespuntige ster.



    I

    Ia. Cornelis van Coet, geb. vóór ca. 1460, ovl. vóór 1533, schout van Ermelo 1487[144] en ca. 1510,[145] tr. 1o vóór ca. 1485 Enicke NN, tr. 2o vóór ca. 1510 NN.

    Recognitieboeken Harderwijk:[146]
    27-6-1533: Geschil tussen Steven van Koot en Liesbet zijn zuster ter eenre zijde, en Jan van Groeningen vanwege zijn huisvrou en de andere nakinderen van zaliger Cornelis van Koot en Enicke zijn huisvrou ter andere zijde, uitspraak door arbiters: Kille van Nulde zal met zijn kinderen van vaders en moeders versterf mede to deele gaan, gelijk of die moeder van de kinderen nog leefde.
      Uit het eerste huwelijk van Cornelis van Coet:


    II

    IIa. Steven van Cooth, geb. vóór ca. 1485, ovl. na 1545, borg (1506), wellicht identiek met de in 1508 vermelde scholtus van Barneveld (zie V.G. 1981, blz. 203), borg (1545), belender te Hyerden (1545), belender te Nunspeet (1552), tr. vóór ca. 1510[147] Ennycke Gerrits, dr. van Gerrit Reyers.

    Recognitieboeken Harderwijk:[148]
    7-7-1534: Steven van Koet verklaart dat te goeder tijd tussen Goert zijn zoon en Jacobje Jacob Wolffs in huwelijkse voorwaarden verdedingd is, dat indien Goert stierf voor zijn vader dat dan zijn kinderen in zijn plaats zouden staan, en hetzelfde zal ook wezen voor Gerrit zijn zoon en het geldt ook voor het scholtampt. Insgelijks bekende Zwaenttge Jacob Wolffz (lees Zwaentje vrouw/weduwe van Jacob Wolffz), indien Jacobje haar dochter voor haar stierf, dat dan Jacobges kinderen in hun moeders plaats zullen staan.
    Recognitieboeken Harderwijk:[149]
    1-12-1554: Gerrit van Coet scholtes, Heer Wouter van Coet pastoer, heer Anthoenis van Coet en Goedert van Coet, broeders zijn schuldig aan Henrickgen van Hyerden anders genaamd Byler 40 gl.
      Uit dit huwelijk:[150]


    III

    IIIa. Gerrit (Stevensz) van Cooth, geb. vóór ca. 1490, ovl. na 1558, vermeld 1534,[154] gerichtsman te Putten (1552),[155] schout (1554), schout te Ermelo (1554),[156] betaalt swoenpenningen (1555, 1557) vanwege de nederslag van Evert Thoeniss door zijn zoon Heer Joerien van Coet, scholtus van Ermelo (1559, 1576, 1582)[157].Dat kan niet kloppen. Zijn zoon Geurt is vrijwel gelijktijdig scholt van Ermelo! machtigt zijn zoon Cornelis (1558), tr. vóór ca. 1515 Mette NN, ovl. na 1565 (hij ook). Zij zijn schuldeisers 1566, Mette kwiteert 1567 Zij zijn borgen voor het versterf van Heymen 1567

    IIIb. Goert (Godert) (Stevensz) van Coet, geb. vóór ca. 1510, ovl. na 1560, momber van zijn broer Anthonie (1560), tr. Harderwijk 8-7-1534 (morgengave) Jacobje Jacobs Wolffs, geb. vóór 1518, in 1518 en 1521 vermeld met haar broer Wolf Wolfs als Zwaentgen Meister Jacops kinderen, dr. van meister Jacob Wolfs, schoolmeester te Harderwijk en van Zwaentje NN.

    Recognitieboeken Harderwijk:[161]
    8-7-1534: Goert van Koet gaf Jacobge Jacob Wolffss 100 alde schilden to morgengave.
      Uit dit huwelijk (o.a.):
    • 1. Enicke Goerdt van Coetsdr, geb. vóór ca. 1540, beg. Harderwijk 20-10-1616 ("De wed. van z. Eevert van Dompseler te weten z. Eenijcken van Coeth"), bezat later het herengoed van haar oom Anthonis, tr. vóór 1560 Evert van Dompseler, ovl. 1576-1610, weesmeester van het Weeshuis te Harderwijk (1568-1574),[162] voogd van zijn schoonzuster Swaene van Coet (1576).
      Recognitieboeken Harderwijk:[163]
      28-6-1560: Borgen voor Enicke Goerdt van Coetsdr voor het versterf als haar mits dode van zaliger Wolff Wolff secr. aanbestorven is.
      Borgen voor Goedert van Coet voor zijn onmondige kinderen inzake a.v. (??)
      Recognitieboeken Harderwijk:[164]
      8-10-1560: Goerdt van Coet met zijn kinderen en Evert van Dompseler met Enicke zijn huisvrou als erfgenamen van zalliger Wolfs secretaris ter eenre en de nagelatene wed. Eefschen van Speulde ter andere zijde (boedelscheiding 26-1-1561: fol.57). Goerdt van Coeth en Evert van Dompseler bedanken Eefschen van Speulde wed. van zaliger Wolfs secretaris voor de uitrichting van het versterf).
      Recognitieboeken Harderwijk:[165]
      31-12-1608: Gerrit van Coot Cornelis scholtes tot Ermel en Gerrit van Coot Jans borgen voor joffer Enicke van Dompseler (=Enicke van Cooth) voor het versterf van haar zoon Goert van Dompseler. De wed. Van Dompseler voors. machtigt haar zwagers (lees schoonzoons) Gerrit van Coot en Cornelis van Coot inzake het erfhuis van haar zoon Goert van Dompseler.
      Op 9-3-1610 krijgt Joffer Enicka van Coot, weduwe van Everhard van Dompseler, oprukking van het herengoed Schothorst, in het buurtschap het Woud in het kerspel Lunteren, als erfgenaam van haar zoon Gaert van Dompseler, met Gerrit van Coot Jansz als haar momber. [166]
      Herengoed Buijstersgoet gelegen tot Hoophuizen aan de zeekant.[167]
    • 5-4-1619 Willem van Esfelt, burgemeester van de stad Wageningen, n.u. Magdalena van Dompseler en voor zijn schoonzuster Wulffken van Dompseler oprukking als erfgenaam van hun moeder Enneken van Coeth ingevolge een magescheid.
    • 31-7-1630 Magdalena van Dompseler, weduwe van Willem van Esfelt, en haar zuster Wulffgen van Dompseler oprukking.
    • 31-7-1630 Magdalena van Dompseler, weduwe van Willem van Esfelt, burgemeester van de stad Wageningen, en haar kinderen oprukking na transport door Wulffgen van Dompseler, haar zuster, met haar momber Johan van Cooth, van een half herengoed.
    • 30-11-1642 Geertruijt van Esfelt, gehuwd met kapitein Johan van Welderen, investiture en oprukking als erfgename van haar moeder Magdalena van Dompseler, weduwe van Willem van Esfelt, voor de helft. Willem van Esfelt, zoon van zaliger Thomas van Esfelt, investiture en oprukking als erfgenaam van zijn grootmoeder Magdalena van Dompseler.
        Uit dit huwelijk:
      • a. Goert (Gaert) van Dompseler, ovl. vóór 1608.
      • b. Magdalena van Dompseler, geb. vóór ca. 1570, ovl. 1630-1642, beleend met het halve Herengoed Buijstersgoet (1619), verkrijgt de andere helft van haar zuster Wulffken (1630), tr. Harderwijk 1591 Willem van Esfelt, ovl. 1619-1630, afkomstig van Wageningen (1591), verkoopt het halve Herengoed Oudemaete (voor 1601),[168] burgemeester van Wageningen (1593, 1605/06, 1617/18).[169]
      • c. Wulffken van Dompseler, geb. vóór ca. 1590, ovl. na 1630, beleend met het halve Herengoed Buijstersgoet (1619), transporteert dit aan haar zuster Magdalena (1630) (momber Johan van Cooth), tr. vóór 1608 haar achterneef Cornelis van Coeth Jans, borg 1624, 1625, provisor van het Weeshuis van Harderwijk, zn. van Jan (Stevensz) van Cooth en van Mechteld NN. (zie n° IVd).
      • e. joffer Swaentje van Dompseler, geb. vóór ca. 1585, tr. (huw. vw.) 27-12-1604 haar achterneef,[170] Gerrit (Jansz) van Cooth, geb. vóór ca. 1580, ovl. 1621-1631, borg (1608) en momber (1610) over zijn schoonmoeder Enicka van Coot zn. van Jan (Stevensz) van Cooth en van Mechteld NN. (zie n° IVd).
        Recognitieboeken Harderwijk:[171] 27-12-1604: Huwelijks voorwaarden van Gerrit van Coeth met Gerrit van Coeth Cornelis, zijn neef ter eenre en joffer Swaentje van Dompseler met joffer Enicke van Coeth wed. Dompselers haar moeder, ter andere zijde.
    • 2. Swaene van Cooth, geb. vóór ca. 1555, bezat later het herengoed van haar oom Anthonis, tr. Harderwijk 20-7-1576 (morgengave) Joachim van Hue(d)t, belastingbetaler te Epe (dorp) 1592,[172] keurnoot te Epe (1611-1619, 1621-1625).[173]
      Recognitieboeken Harderwijk:[174]
      9-4-1576: Evert van Domseler en jouffer Swaene van Coet met Evert voors. haar zwager en gecoren momber machtigen ad lites.
      Recognitieboeken Harderwijk:[175]
      20-7-1576: Joachim van Huedt geeft joffer Swane van Coot zijn huisvrou tot morgengave 100 rijksdalers van 32 stuivers.
        Uit dit huwelijk (van Huet-van Coot):[176]
      • a. Barbara van Huet, ovl. vóór 14-11-1625, erft het Huetsgoedt te Nunspeet, als erfgenaam van Evert van Dompseler en huisvr. !Swane van Coot en haar oom Anthonius van Coot, priester,[177] tr.[178] [179] Derk van Dompseler, ovl. vóór 14-11-1625, zn. van Arnold van Domseler, burger van Harderwijk 1582, en van Mechteld Kockert. Hieruit verder nageslacht bekend.
      • b. Jacoba van Huet, geb. vóór ca. 1595, tr. Epe 1616[180] [181] Derk van Hoeclum, ovl. na 1629,[182] overpander der Veluwe, zn. van Johan van Hoeclum, die in 1594 admissie in de Ridderschap van Veluwe aanvraagt, en van Machteld van Holthuysen.[183] Zij hadden twee zonen Egbert en Gerrit, die als tynsopvolgers van hun grootvader Joachim te boek staan (zie Ned. Leeuw 1909).
      • c. Swane van Hue(d)t, ovl. 1649-1656,[184] filiatie niet bewezen, tr. vóór 1631[185] [186] Egbert Daendels (alias Daniels), ovl. kort vóór 8-10-1666, scholtus van Heerde 1620-1652, burgemeester van Hattem 1656, zegelt als geërfde van de Veluwe (1630), krijgt op 6-2-1631 met zijn vrouw oprukking na transport Rademakersgoed te Heerde (herhaalde oprukking 1637, 1649, 1656),[187] krijgt op 21-7-1643 met zijn vrouw oprukking na transport en op 26-9-1646 oprukkeing met zijn vrouw van het goed Inden Haegen te Heerde als erfgenaam van zijn moeder Jenneken Egberts,[188] [189] zn. van Daniel Gerbrantz, scholtus van Heerde, en Jenneken Egberts. Hieruit verder nageslacht bekend. Hij hertr. Arnhem/Apeldoorn 15-11-1656/.. [190] [191] Agneta van Dulcken (Rochusdr), geb. Rhenen aug. 1606, ovl. Arnhem (overluid 22) juni 1671, dr. van Rochus van Dulcken en Haesje Lodewijksdr, en wed. van Hendrik Willebrenninck verwalter-rentmeester van Veluwe en Veluwezoom[192](bij wie voorkinderen).
        Een herengoed tot Markluiden in het kerspel Heerde. [193]
      • 8-12-1640 Egbert Daniels, scholtis van Heerde, x Swaene van Huet oprukking na transport door Berent Toenis Backer.
      • 26-11-1641 Gevrijd en tot een tijnsgoed gemaakt.


    IV

    IVa. Hendrik (Gerritsz) van Cooth, geb. vóór ca. 1540, ovl. vóór 1612, pastoor te Nunspeet 1563-1565, heeft een manslag gepleegd op Gerrit Derrickss (1566), krijgt 1-12-1581 oprukking voor het herengoed De Vaelhorst te Nunspeet, adjunct bij de schouw in Arckemeden (1589).

    Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe: [194]
    9-2-1566: Missive van het Hof aan den drost houdende verzoek om bericht op het verzoek van Hendrick van Coeth om remissie van den door hem op Gerrit Derrickss gepleegden manslag.
    Hof van Gelre en Zutphen:[195]
    1583: Lambert Simonss nomine uxoris c.s. procedeert contra Henrick van Coeth c.s. betreffende een erfenis (Vaelhorst te Nunspeet).
    Stadsbestuur Harderwijk: [196]
    10-4-1589: (De gedeputeerden der geërfden in Arckemeden te Harderwijck) kiezen tot hunne adjuncten ter a.s. schauwe Henric van Koet, den schout Gerrit van Koet, Jan Dezemer en Gerrit Hartgertsz.
    Herengoed De Veelhorst gelegen aan het oosteinde van Nunspeet:[197]
  • 1-12-1581 Henrick van Coot oprukking.
  • 23-1-1612 Gerrit van Coeth Cornelisz, scholtis van Ermelo, oprukking als erfgenaam van Henrick van Coet.
  • 21-11-1614 Gerrit van Coot Cornelissen, scholtis tot Ermelo, bekomt transport na overdracht door Aert van Coot Henrickssen. N.B. De overige delen zijn al in eigendom van koper. Bovendien is deze koop eertijds gesloten tussen koper en verkopers vader.
  • 30-4-1634 Bartholomeus van Steenler, landschrijver van Veluwen, nomine uxoris Arnolda van Coot investiture en oprukking als erfgename van haar vader Gerrit van Coot.
  • 15-12-1637 Henrica de Rues, weduwe van Reijner van Coot, scholtis van Ermelo, voor haar zelf en als momberes van haar onmondige kinderen, haar schoonzusters Johanna, Arnolda en Naele van Coot approbatie van een magescheid d.d. 26-5-1631 aangaande de erfenis van hun vader Gerrit van Coot, scholtis van Ermelo, waarbij dit herengoed was toegevallen aan Arnolda van Coot, gehuwd met Bartholomeus van Steenler, landschrijver.
  • 1-5-1640 Bartholomeus van Steenler, landschrijver van de Veluwe, nomine uxoris Arnolda van Coot oprukking.
  • 23-1-1655 Arnolda van Coot, weduwe van de landschrijver Bartholomeus van Steenler, oprukking.
  • 19-7-1661 Aernhold van Steenler investiture en oprukking als erfgenaam van zijn moeder Arnolda van Cooth.
    • Uit hem:[198]
    • 1. Gerrit van Cooth, verm. 1587.
    • 2. Aert Hendricks van Cooth, ovl. na 1625, bezat een deel van het herengoed Bockhorst in het buurtschap Hoophuizen (1625),[199] koopt 3-9-1622 land uit het herengoed van Baltis Haversack te Nunspeet, tr.ansporteert 21-11-1614 delen van herengoed de Veelhorst aan Gerrit van Coot Cornelissen (n° Va), krijgt op 3-9-1622 als Arnt van Coeth Henricx, en zijn erven, transport van de helft van een akker, gnt. de Lange Acker, en drie schepel roggeland, uit het herengoed Jacob Haversacx goet te Nunspeet.[200]
      Op krijgen 25-7-1625 Jacob Evert x Stijntgen consent voor de vestiging van een lijfrente ten behoeve van Aernt van Coeth Henricks.[201]
    • 3. Griete van Cooth, ovl. vóór 1625, tr.[202] Hendrik Lubberts, zij krijgen 21-11-1614 oprukking voor het herengoed Bockhorst na overdracht door broer Aert.[203]

    IVb. Cornelis (Gerritsz) van Cooth, geb. vóór ca. 1525, ovl. 7-9-1604 (na een duel?), beg. Ermelo NH Kerk, schout te Ermelo 1561, 1564-1597,[204] gegoed in Epe (1598), zou in 1604 overleden zijn aan dodelijke steekwonden opgelopen in een duel met Ds. Weimarus Stypelius, waarnemend predikant te Ermelo (1599-1604) als opvolger van Cornelis' broer Jurrien van Cooth, de van religie veranderde paepsche pastoor, sinds 1592 predikant te Ermelo maar in 1598 door de Synode afgezet.

    Zerken in de NH Kerk te Ermelo van Cornelis van Coot (links) en Weimarus Seypelius predicant to Ermel(o). Alliantiewapen: van hem: 3 sterren in een schildhoofd (schoutengeslacht Van Cooth), van zijn vrouw: (4?) 6 dwarsbalken (Sybilla Keijzer?[205])(¥). Beiden stierven op dezelfde dag 7-9-1604 aan dodelijke verwondingen tengevolge van een duel, aldus een verhaal.[206].
    Foto's: E. de Jonge[207] onthoekt door LL

    klik op plaatje(s) om te vergroten


    COMMENTAAR(¥) Van Dael betoogt in Ref. [208] dat dit weliswaar de zerk met overlijdensdatum van Cornelis van Coot is, maar dat de alliantiewapens die zijn van zijn zoon Gerrit Cornelisz van Coot (3 sterren in een schildhoofd) x Belie Pannekoek (4 dwarsbalken).
    Stadsbestuur Harderwijk: [209]
    24-8-1561: Cornelis van Koeth, schout te Ermell, antwoordt Burgemeesters, Schepenen en Raad, dat in mindering van de 26 schatguldens en 3 oort, voor hem, door den commandeur in 's Herenloe, betaald zijn ƒ 8.-, dat bovendien voor de stad zijn uitgezet 2 termijnen elk van ƒ 4.- en dat hij voor zich en de andere geërfden uitstel verzoekt der betaling van het restant.
      Uit hem:
    • 1. Goert (Cornelisz) van Cooth, geb. vóór ca. 1550, ovl. 1576-1601, beg. Harderwijk 1601 ("Guert van Cooth" overluid), schepen van Harderwijk (1575, 1576),[210] tr. vóór ca. 1576 Egbertje (Eybertje) ten Holt(e), ovl. na 1603, beg. Harderwijk 1603 ("Egbartgin van Coeth" overluid), dr. van Gerrit (Jacobsz) ten Holte, schout van Epe, en van Wemma (Gerritsdr) van Hoeckelum.[211]
      Stadsbestuur Harderwijk: [212]
      18-12-1572: Gilles van Berlaymont, stadhouder etc., gelast Burgemeesters, Schepenen en Raad de kloosters niet te belasten met het onderhoud van soldaten en beveelt Guert van Koot(¥) aan als (tweeden) Secretaris van de stad.

      COMMENTAAR(¥) Het is niet zeker dat het hier Goert (Cornelisz) van Cooth betreft.
      Recognitieboeken Harderwijk:[213]
      9-4-1576: Goert van Coet en Egbertje zijn huisvrou hebben met hun oom Lambert Symonsz en Eneke zijn huisvrou. hun moeye gehandeld betr. de erfenis van hun moeye en zuster Henryckje van Coet zaliger.
      Recognitieboeken Harderwijk:[214]
      19-1-1603. Eybertje ten Holte wed. van Goert van Coeth met haar oudste zoon Gerrit van Coeth en voor haar andere kinderen, broeders en zusters, is schuldig aan de erfgenamen van zaliger pater Dirck Frants 171 dalers.
        Uit dit huwelijk o.a.:
      • a. Gerrit Goertsz van Coeth, geb. vóór ca. 1580, voogd (1603).
    Naemregister der predikanten 1566-1719 Klassis Neder Veluwe:[218]
    Ermeloo
  • Georgius a Coot - 1592, van religie veranderde paepsche pastoor, afgezet 1598
  • Weimarus Stypelius, - 1599, eenige jaren den dienst waergenomen, obiit, 1604
  • Jakobus van Medenbach - 1604 obiit 1657 ...
  • IVc. Jurjen (Ds. Georgius) (Gerritsz) van Cooth, geb. vóór ca 1535, ovl. 1601, pastoor te Ermelo 1558-1592, eerste predikant aldaar 1592-1599,[219] heeft als "Heer Joerien van Coet" Evert Thoeniss nedergeslagen (1555), waarvoor zijn vader swoenpenningen betaalt (1557), vader van "etteIijke kinderen", berucht om zijn vele manslagen, wordt aangeklaagd wegens doodslag op Aert Henrickszoon (1584), bleek op 4-7-1592 tijdens de classisvergadering in de Grote Kerk van Harderwijk bereid over te gaan van de Roomse naar de protestantse leer, slaagde echter niet voor het classicale examen, maar werd wel predikant, bleeft zijn kroeg exploiteren, leidde een "ergerlijk leven", maar weigerde voor de provinciale synode te verschijnen en werd uiteindelijk in 1599 uit zijn ambt gezet, ging nochtans door met dopen en huwelijken sluiten en weigerde de pastorie te verlaten tot zijn overlijden in 1601,[220] heeft relaties met Lena Reyer Haensdr (Harmensdr?) en met Metta Steven Wackersdr die in 1584 zijn huisvrou wordt genoemd en in 1585 "kinderen heeft bij de pastoor heer Jurrien van Cooth".[221]

    Heer Jorrien van Koet pastoor tot Armel verkoopt land namens zijn voorkinderen Steven en Gertge bij Lena Reyer Harmensdr 1574.[222]
    Stadsbestuur Harderwijk: [223]
    19-5-1584: De vrienden en bloedverwanten van den gedooden Aert Henrickszoon hebben, ten overstaan van het gericht, ten huize van Mr. Henrick Preutt, wegens dien doodslag aangeklaagd heer Jurrien van Coeth, pastoor te Ermell.
    Recognitieboeken Harderwijk:[224]
    5-7-1584: Heer Jurrien van Cooth en Mette Wackers zijn huisvrou geven hun zoon Gerrit van Coeth ten huwelijk mee met Mechtelt van Sevener Jansdr 200 dalers enz.
    Recognitieboeken Harderwijk:[225]
    Mette Steven Wackersdr voor haar kinderen bij de pastoor Heer Jurrien van Coeth.

    8-6-1596: Notulen van de Geldersche Synode te Zutphen:[226]
    "Het synodus erkent, dat Georgius van Goot, pastoor tot Emmelen (Ermelo) niet can voor een wettelijck dienaer aengenomen werden, en soo hij door authoriteyt des Hoffs (van Gelderland) niet conde geremoveert werden, sal de classis van Harderwijk gehouden sijn op het stichtelijckste met hem te handelen".
    13-7-1599: Notulen van de Geldersche Synode te Harderwijk:[227]
    "Vermits Georgius de Cota, pastor tot Emmelen, homicida, cauponarius et inordinatae vitae is, zal men bij 't Hof aandringen dat hij afgeset worde, en die rente der pastorij hem niet meer en volge".
      Uit zijn relatie met Metta Steven Wackersdr :[228]
    • 1. Mette van Coeth, ovl. vóór 1612. Zij is verm. de Metken van Coet aan wie Koep Gerrytsen Smyt in 1569 geld schuldig is en verm. diens tweede vrouw.
      Recognitieboeken Harderwijk:[229]
      30-11-1612: Conraet van Tongeren borg voor het erfh. van Mette van Coeth, Gerrit van Cooth Jurriens en Cornelis van Cooth broeders beloven de borgen te vrijen.
        Uit dit huwelijk (o.a.):
      • a. Willemken Gerrijts van Coot, geb. vóór ca. 1600, wonende tot Ermel (1618), tr. Harderwijk 28-6-1618 Gerrijt Gerrijtss Keijsar, afkomstig van Harderwijk (1618)
    • 3. Cornelis Jurjens van Cooth, verm. nog in leven 1617. borg (1612).[231]
        Uit hem mogelijk:
      • a. Gerrit van Coeth Cornelis, get. 1604.
    • 4. Naele Jurjens van Cooth, tr.[232] Arnt Pannekoeck, zn. van Gerrit Pannekoeck en Bye (Gerritsdr van Wenckum (zie V.G. 1981, blz. 314).
      Uit zijn relatie met Lena Reyer Haensdr:
    • 5. Steven (Jurjens) van Cooth, geb. vóór 1574, verm. identiek met Stephen van Cooth, otr. Harderwijk 19-2-1609 (attestatie op Ermelo),[233] juffer Jacoba van Laer.
    • 6. Geertgen van Cooth, geb. vóór 1574.

    IVd. Jan (Gerritsz) van Cooth, geb. vóór ca. 1560, ovl. vóór 1613 (voor 1605?), wiens erfgenamen belenders zijn in de Vyhestraat (1605),[234] legt een verklaring af 1588,[235] tr.[236] Mechteld NN, als weduwe vermeld 1613, 1616.

    Stadsbestuur Harderwijk: [237] 8-2-1584: De vrienden en bloedverwanten van den gedooden waker Meijnt Stevenszoon hebben, ten overstaan van het gericht ten huize van Johan van Sevener, wegens dien doodslag Johan van Coeth(¥) aangeklaagd.

    COMMENTAAR(¥) Is deze Johan van Coeth identiek met Jan (Stevensz) van Cooth nr. IVd?
      Uit dit huwelijk: volgens gegevens in Ref. [238]
    • 1. Gerrit van Coet Jans, geb. vóór ca. 1585, borg (1608) en momber (1610) over Enicka van Coot, belender in de Vyhe straat (1611), tr.[239] N. van Dompseler. dr. van Evert van Dompseler en van Enicke Goerdt van Coetsdr (zie IIIb sub 1)
      Recognitieboeken Harderwijk:[240]
      27-12-1604: Huwelijks voorwaarden van Gerrit van Coeth met Gerrit van Coeth Cornelis, zijn neef ter eenre en joffer Swaentje van Dompseler met joffer Enicke van Coeth wed. Dompselers haar moeder, ter andere zijde.
    • 2. Cornelis van Coeth Jans, weesmeester van het Burgerweeshuis te Harderwijk (1620-1621, 1624-1625),[241] provisor van het Weeshuis van Harderwijk (1625),[242] borg 1624, 1625, provisor van het Weeshuis van Harderwijk (1625),[243] tr.[244] Wulffken van Dompseler, ovl. na 1630, beleend met het halve Herengoed Buijstersgoet (1619), transporteert dit aan haar zuster Magdalena (1630) (momber Johan van Cooth), dr. van Evert van Dompseler en van Enicke Goerdt van Coetsdr (zie IIIb sub 1)
      Uit dit huwelijk: volgens Ref. [245] ook nog
    • 3. Reyner van Cooth, (?).

    IVe. Goert (Gerritsz) van Cooth, geb. vóór ca. 1540, ovl. 1605-1619, scholtus van Ermelo (1557, 1576, 1578, 1580, 1584), (1588),[246] straatmeester (1575), borg 1584 betaalt "contributiën" aan overste Taxin (1585-1587), beschuldigt schepenen en gemeenslieden van Harderwijk o.a. van onrechtvaardige "biljetteering" (1585), wordt als gewezen scholtus gevangen gezet 21-8-1589, mogelijk gegoed in het ambt Epe (1598, 1605), woont met Griete Henricks in haar huis en hof in Tonsel ambt Ermel (1565), tr. vóór 1565 Griete Henricks, ovl. na 1619.

    Stadsbestuur Harderwijk: [247]
    2-3-1575: Goert van Kooth Gertszoon deelt aan de rentmeesters van Harderwijck mede, dat in "onse anbrengens als straitmeestere" een abuis geslopen is beloopende 3 Philipsguldens en verzoekt hun dit bedrag bij "het andere te stellen" of, als zij geld hebben daarmede ten huize van Henrick Peterszoon te komen "idt gelach sal dairvan verbetert zijn".
    Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe:
    6-9-1575: 3830 Missive van de ooms en voogden der minderjarige kinderen van Cornelis van Coeth, in leven schout van Ermelo, aan het Hof, houdende verzoek om goedkeuring van de door hem gedane keuze van Goert van Coeth (Cooth) tot schout. [248]
    3832 Missive van den drost van Nederveluwe aan het Hof, dat hij Goert van Coeth zeer geschikt acht voor de bediening van het schoutambt Ermelo.[249]
    3834 Missive van het Hof aan den drost van Nederbetuwe, houdende bevel van Goerd van Koet als schout van Ermelo te beëedigen. [250]
    Stadsbestuur Harderwijk: [251]
    8-11-1578: Goert van Koeth bekent, dat hij van Harderwijck ontvangen heeft ƒ 14-12½, voor de schatting van 4½ schild in het ambt van Armel, verschenen in 1577 en 1578.
    Stadsbestuur Harderwijk: [252]
    4-7-1580: Deken en kapittel van Sint Marie te Utrecht willen met toedoen van hunnen rentmeester op den 19en Juli a.s. verpachten hunne grove- en smalle tienden in de vrijheid van Harderwijck en in het ambt Armele (ten huize van Goert van Coet, schout aldaar).
    Stadsbestuur Harderwijk: [253]
    5-6-1585: Casijn van der He11 en Gijsbert van Wenckum Pannekoeck hebben gerichtelijk getuigd, dat Goert van Coet, schout van Errne11, ongeveer 8 dagen geleden ten huize van Coenraed Tonis, de schepenen en gemeenslieden van Harderwijck heeft beschuldigd o.a. van onrechtvaardige biljetteering.
    Stadsbestuur Harderwijk: [254]
    20-10-1587: Goert van Kooth Geritszoon verzoekt aan de edelen de gecommitteerden van Herderwijck en de andere zetters in het ambt Armell, door uitzetting restitutie van de door hem o.a. aan overste Taxin, die zich in Juni 1585 met geweld in de Veluwe en te Amerongen "nedergeslagen" had, volgens eene bijgevoegde specificatie, betaalde contributiën, waarover zijn neef Gerrit van Kooth nadere inlichtingen kan geven.
    Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe: [255]
    Missive van het Hof aan den overpander, dat hij ten behoeve van Derck van den Lande nomine uxoris, de hierbij gaande vrijwillige condemnatie moet executeeren tegen Gaert Gerritss van Cooth.
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Gerrit van Coeth Goerts (Gaertsen), geb. 1566/67, beg. registratie Harderwijk 16-4-1642 (" Gerrit van Cooth Geurtsz, uijtgevooert naer Arnel, is met alde Clocken overluijt, ƒ 2,10"), uitgewezen uit Harderwijck (1589), ongehuwd 1609, is borg 1621, getuigt 1621 oud 54 jaar, borg 1630, krijgt 13-11-1618 en 1-10-1636 oprukking voor een herengoed tot Leuvenum,[256] krijgt 20-6-1621 oprukking en afdracht voor het herengoed den Ouwen Couweneer te Vaassen,[257] belender te Vaassen (1625).
      Stadsbestuur Harderwijk: [258]
      26-8-1589: Truye, Aert Franckents maagd, is door de gemeene schepenen, wegens bloedschande gepleegd met haren oom, uit de stad en de stadsvrijheid van Harderwijck verbannen.
      NB.
    • Den 25en September 1589 volgde de verbanning van Aert Francken wegens hetzelfde feit,
    • den 31en October de uitwijzing van Gerrit van Coeth Goertszoon genaamd Minor, en
    • den 3en November 1589 van Johan van Westhouten.
    • Recognitieboeken Harderwijk:[259]
      1-11-1609: Weddenschap of Gerrit van Coeth Goerts binnen l jaar getrouwd zal zijn, Cornelis van Cooth (broeder van Gerrit van Coeth Goerts) en Gerrit van Coeth brouwer, Henrick Gerrits van Ermel oud 50 jaar, verm. waard.
      De helft van het Herengoed Den Ouwen Couwenaer te Vaassen:[260]
    • 20-6-1621 Gerrit van Coeth Gaertsen oprukking (01-10-1636)
    • 26-10-1655 Goert van Cooth investiture en oprukking. Eertijds gehoorde het zijn oom Gerrit van Cooth, die voor enige jaren geleden is overleden, waardoor het goed vererfde op diens broer Cornelis van Cooth (tegenwoordich impotent), zonder kinderen, die nooit investiture en oprukking verzocht heeft, en die er mee instemt, dat hij, Goert van Cooth, de oudste zoon van zijn broer zaliger Johan van Cooth, de investiture krijgt.
    • 18-12-1666 Goert van Cooth met broers Jan, Steven en Egbert van Cooth oprukking.
    • 18-12-1666 Jan Nucke oprukking na transport door Goert van Cooth met zijn broers Jan, Steven en Egbert van Cooth.
    • Een herengoed tot Leuvenum:[261]
    • 13-11-1618 Gerrit van Coeth Gaertsz oprukking.
    • 7-12-1619 Henrick Noijen Peters ratificatie van een transport d.d. 21-3-1603, waarbij Gerrit Roest Andries x Trijne Brantz aan hem hadden opgedragen het vierdepart van een vierendeel, idem een vierdepart van een zestedeel, welk zestendeel gaande is uit het vierdepart van de weduwe van Gaert van Coet c.s., waarvan de andere delen Peter Jansen Roest c.s. toebehoren, idem noch een vierdedeel van een kampje, waar oostwaarts het Weerkruis te Ermelo en westwaarts die Weene zijn aangelegen, waarvan de rest Peter Jansen Roest toekomt.
    • 30-7-1625 Transport in forma van donatie of gift door Henrick Noijen Peters van zijn aandeel en gerechtigheid aan een herengoed aan het Weeshuis van Harderwijk, waarvan provisoren zijn Johan Alphert Brinck, Aerth Keijser, Cornelis van Coeth Jansz en Jacob van Westenholte.
    • 1-10-1636 Gerrit van Coot Gaertsen oprukking.
    • 26-10-1655 Goert van Cooth investiture en oprukking. Eertijds gehoorde het zijn oom Gerrit van Cooth, die voor enige jaren overleden is, waardoor het goed vererfde op diens broer Cornelis van Cooth (tegenwoordig impotent) zonder kinderen, die nooit investiture verzocht heeft, en die er mee instemde dat hij, Goert van Cooth, de oudste zoon van zijn overleden broer Johan van Cooth, de investiture kreeg.
    • 20-8-1660 Gertruijt Dircks Herbertsdr., weduwe Schoensteijns, oprukking na transport door Johan Goerts, zijn broer Steven Goerts en Egbert van Cooth. N.B. Laatste oprukking gedaan door Johan van Cooth.
    • 2. Cornelis Goerdts van Cooth, ovl. na 26-10-1655 kinderloos[262], wedt 1609, borg 1638.


    V

    Va. Gerrit Cornelisz van Cooth, geb. vóór ca. 1560, ovl. 1622-1631, vermeld te Nijkerk,[263], borg (1585),[264] gedeputeerde van de geërfden van Arckemeden (1588),[265] adjunct bij de schouw in Arckemeden (1589), legt als schout te Ermelo een verklaring 25 en 28-10-1590,[266] schout van Ermelo 1592-1630,[267] procedeert met Gerrit van Coeth zijn broeder mede voor zijn absente broeder en zuster (1595),[268] momber (1608),[269] krijgt 23-1-1612 oprukking en op 21-11-1614 transport voor het herengoed De Veelhorst te Nunspeet als erfgenaam van Henrick van Coet, en na overdracht door Aert van Coot Henrickssen, magescheid van Gerrit van Coot 26-5-1631,[270] tr. 1601/02[271] Belie (Beelken) Pannekoek, geb. vóór 1563, ovl. vóór 15-7-1612[272], wed. van Willem Anthonisz Gaymans chirurgijn, burgerhopman, gemeensman, huismeester van het St Catharinagasthuis en de zieletafel, en rentmeester te Arnhem,[273] [274] bij wie voorkinderen, dr. van Johan Marisz Pannekoek en van Catharina (Reiners) van Arler.[275]

    Stadsbestuur Harderwijk: [276]
    10-4-1589: (De gedeputeerden der geërfden in Arckemeden te Harderwijck) kiezen tot hunne adjuncten ter a.s. schauwe Henric van Koet, den schout Gerrit van Koet, Jan Dezemer en Gerrit Hartgertsz.
    Stadsbestuur Harderwijk: [277]
    24-4-1589: G. van Coet Corneliszoon bericht aan zijnen neef en zwager Ott van Bronckhorst, dat hij aanneemt de schouw te doen, mits hem daarbij bekwame personen ter zijde staan. Zijn oom, Henrick van Coet kan wegens ziekte niet meegaan en aangezien huisluiden van Horst voor dit werk niet geschikt schijnen, stelt hij voor daarvoor andere personen b.v. Keppell of Henrick Noyen te kiezen.
    Stadsbestuur Harderwijk: [278]
    24-4-1589: G. van Coet Corneliszoon bericht aan zijnen neef en zwager Ott van Bronckhorst, dat hij aanneemt de schouw te doen, mits hem daarbij bekwame personen ter zijde staan. Zijn oom, Henrick van Coet kan wegens ziekte niet meegaan en aangezien huisluiden van Horst voor dit werk niet geschikt schijnen, stelt hij voor daarvoor andere personen b.v. Keppell of Henrick Noyen te kiezen.
    Op 28-4-1601 wordt het magescheid geregistreerd tussen Belie Pannekoek, weduwe van Willem Gaymans, en de kinderen en erfgenamen. [279]
    Op 18-5-1602 verkopen Reyner Kempink en zijn echtgenote Eva van Hesefelt, de helft van zeker goed genaamd Gervenhof, aan Gerrit van Cooth, schout van Ermelo, en diens echtgenote Belie Pannekoek.[280]
    [281] Een belening op 1-3-1622 voor het leenhof van het huis Bergh:[282] een erf geheten Borrinck/Bornick, levert nog meer aanvullende informatie: Op 1-3-1622 testeert Coop Schrassert over het leengoed Borrinck/Bornick ten behoeve van zijn zusters: Henrica Schrassert, weduwe Van Diermen, en Elysabeth Schrassert, vrouw van Aelt van Arler, met uitkeeringen aan de kinderen van zijn beide zwagers, nl. Gerrit van Aller en Gerrit van Coet.
    Op 19-10-1621 had Coop Schrassert al gepreciseerd dat het ging om een "uitkering aende twee kinderen van mijn zwager Gerrit van Coet als mit namen Reyner ende joffer Johanna van Coot elcx twe hundert vijftich gulden munte".[283]
    Herengoed De Veelhorst gelegen aan het oosteinde van Nunspeet:[284]
  • 1-12-1581 Henrick van Coot oprukking.
  • 23-1-1612 Gerrit van Coeth Cornelisz, scholtis van Ermelo, oprukking als erfgenaam van Henrick van Coet.
  • 21-11-1614 Gerrit van Coot Cornelissen, scholtis tot Ermelo, bekomt transport na overdracht door Aert van Coot Henrickssen. N.B. De overige delen zijn al in eigendom van koper. Bovendien is deze koop eertijds gesloten tussen koper en verkopers vader.
  • 30-4-1634 Bartholomeus van Steenler, landschrijver van Veluwen, nomine uxoris Arnolda van Coot investiture en oprukking als erfgename van haar vader Gerrit van Coot.
  • 15-12-1637 Henrica de Rues, weduwe van Reijner van Coot, scholtis van Ermelo, voor haar zelf en als momberes van haar onmondige kinderen, haar schoonzusters Johanna, Arnolda en Naele van Coot approbatie van een magescheid d.d. 26-5-1631 aangaande de erfenis van hun vader Gerrit van Coot, scholtis van Ermelo, waarbij dit herengoed was toegevallen aan Arnolda van Coot, gehuwd met Bartholomeus van Steenler, landschrijver.
  • 1-5-1640 Bartholomeus van Steenler, landschrijver van de Veluwe, nomine uxoris Arnolda van Coot oprukking.
  • 23-1-1655 Arnolda van Coot, weduwe van de landschrijver Bartholomeus van Steenler, oprukking.
  • 19-7-1661 Aernhold van Steenler investiture en oprukking als erfgenaam van zijn moeder Arnolda van Cooth.
  • Herengoed de Onhege te Vaassen:[285]
  • 22-8-1621 Gerrit van Coeth, scholtis van Ermelo, oprukking na transport door Steven van Coeth x Giertgen Baecks (gr. 8 molder gesaijs).
  • 30-4-1634 Adriaen die Rues nomine uxoris Naeleken van Coot investiture en oprukking als erfgename van haar vader Gerrit van Coot, scholtis te Ermelo.
  • 15-12-1637 Henrica de Rues, weduwe van Reijner van Coot, scholtis van Ermelo, voor haar zelf en als mombers van haar onmondige kinderen, haar schoonzusters Johanna, Arnolda en Naele van Coot, approbatie van een magescheid d.d. 26-5-1631 aangaande de erfenis van hun vader Gerrit van Coot, scholtis van Ermelo, waarbij dit herengoed was toegevallen aan Naele van Coot, gehuwd met Adriaan de Rues, scholtis van Schalkwijk.
  • 1-5-1640 Adriaen de Reus oprukking als man en momber van Naeleken van Coot.
  • 21-2-1650 Naelcken van Koet, weduwe van Adriaen de Reus, oprukking.
  • 21-2-1650 Johan Steenbergen x Naelcken Suijckers bekomen transport na opdracht door Naelcken van Koet.
    • Uit het huwelijk (van Cooth-Pannekoek):[286] [287]
    • 1. joffer Johanna van Cooth, geb. vóór ca. 1615, ovl. 1632-1655, tr. Ermelo 4-3-1632[288] [289] Maurits van Arler, ovl. na 1648, scholtus van Putten (1632, 1637, 1648), krijgt 17-5-1637 investiture en oprukking (herhaald 28-6-1648) van een herengoed tot Harseler,[290] zn. van Hendrik, scholtus van Putten en Truye van Ommeren (zie Ned. Leeuw 1943). Hij hertr/tr verm. Putten/Lunteren 25 mrt. 1655/.. (met attestatie op Ede) Joffr. Gonda van Ommeren, dr. van Dirck van Ommeren, in sijn leven ontvanger van de contributie van het Over-quartier.

    Vb. J(oh)an Goerdts van Cooth, beg. verm. Harderwijk 10-11-1642 ("Jan van Cooth in de kerck begraven en met ald Clockene 2 mael overluijt, betaelt ƒ 8,--"), tr. Harderwijk schepenen 24-12-1628 Lijsbeth Thijmans. Zij hebben bij huwelijk al kinderen Goerdt, Jan, en Steven.



    VI

    VIa. Reyner (Reijer) van Cooth, ovl. vóór 1637, ingeschreven als student te Angers (1616), quiteert zijn vader Gerrit Cornelisz. van Cooth, schout van Ermelo (1619), gerichtsman 1627, scholtus van Ermelo 1631-?, huwlijksman van Naele van Arler (1633), tr. 1o [301] NN van Arler, dr. (het vierde kind) van Aelt van Arler en van Elisabeth Schrassert, tr. 2[302] Henrica de Reus, ovl. na 1659.

    Herengoed De Veelhorst gelegen aan het oosteinde van Nunspeet:[303]
  • 1-12-1581 Henrick van Coot oprukking.
  • 23-1-1612 Gerrit van Coeth Cornelisz, scholtis van Ermelo, oprukking als erfgenaam van Henrick van Coet.
  • 21-11-1614 Gerrit van Coot Cornelissen, scholtis tot Ermelo, bekomt transport na overdracht door Aert van Coot Henrickssen. N.B. De overige delen zijn al in eigendom van koper. Bovendien is deze koop eertijds gesloten tussen koper en verkopers vader.
  • 30-4-1634 Bartholomeus van Steenler, landschrijver van Veluwen, nomine uxoris Arnolda van Coot investiture en oprukking als erfgename van haar vader Gerrit van Coot.
  • 15-12-1637 Henrica de Rues, weduwe van Reijner van Coot, scholtis van Ermelo, voor haar zelf en als momberes van haar onmondige kinderen, haar schoonzusters Johanna, Arnolda en Naele van Coot approbatie van een magescheid d.d. 26-5-1631 aangaande de erfenis van hun vader Gerrit van Coot, scholtis van Ermelo, waarbij dit herengoed was toegevallen aan Arnolda van Coot, gehuwd met Bartholomeus van Steenler, landschrijver.
  • 1-5-1640 Bartholomeus van Steenler, landschrijver van de Veluwe, nomine uxoris Arnolda van Coot oprukking.
  • 23-1-1655 Arnolda van Coot, weduwe van de landschrijver Bartholomeus van Steenler, oprukking.
  • 19-7-1661 Aernhold van Steenler investiture en oprukking als erfgenaam van zijn moeder Arnolda van Cooth.
  • Nederlandse studenten te Angers, 1614-1617:[304]
    n° 30. Reinerus a Cooth, Geldro Velavus, le 30e Juilliet A° 1616.
    Wapen: Doorsneden: A in groen drie gouden sterren naast elkaar. B effen zilver. Helmteken: een ster van het schild tussen een vlucht van groen en zilver. Dekkleden en wrong: goud, zilver en groen. Tekst: La gourt, les armes, ou lamour / me feront heureux quelque jour Ex spinis rosa. (Uit de doornen komt de roos).
    Reinier van Cooth, katholiek, te Angers ingeschreven bij de Nederlandsche natie 30-7-1616.
      Uit dit huwelijk:[305]
    • 1. Cornelis (Reinersz) van Cooth, ovl. vóór 1-8-1678, scholtus van Ermelo 1656-1677, tr. Harderwijk 1665 [306] [307] Arnolda Elisabeth Coolwagen tot den Essenburg, ovl. na 1678.
    • 2. Arnolda van Cooth, ovl. mei-dec. 1692, gegoed onder Holck (Nijkerk). tr. Nijkerk 15-2-1645 Wulf Wolters van Henneckler, ged. Nijkerk 8-7-1624, ovl. 1679-1681, dijkgraaf,[308] beleend met Vaneveltscampje, eigenaar van Stijp ter Beek, wordt op 31-8-1647 bij dode van Wouter, zijn vader, beleend met de tiende van Hasselaar en te Berren en de hofstede bij Barneveld, waarna op 17- 5-1683 wordt beleend Arnolda van Cooth, weduwe Henneclaer bij dode van Wolfert van Henneclaer,[309] zn. van Wolter Wolferts van Hennekeler, kerkmeester te Nijkerk, veekoopman en rentmeester, en Lysbeth Scholten van Vanevelt. Hieruit verder nageslacht bekend.


    Niet geplaatst Van Cooth

    Pauwel van Koeth, gerichtsman te Putten 1552,[310]
    Gerryt van Coeth, geb. vóór ca. 1525, tr. vóór 1549 Naele NN.
    Recognitieboeken Harderwijk:[311]
    5-8-1563: Rutger Meliss en Gele zijn huisvrou zijn schuldig aan Jan Willems van de Wal 23 dalers onder verband van een rentebrief van 50 gl als Melis Rutgers en Truye zijn echtewijf op Gerryt van Coeth en Naele zijn echtewijf hebben volgens brief van 1549 in Profesto Nativitatis scti Johannis, die Rutger van zijn olderen aanbestorven is.

    Gerrit van Cooth, geb. vóór ca. 1550.
      Uit hem:
    • 1. Pouwels Gerrits van Coeth, geb. 1574/75, borg 1604 1618, 1619, 1630, momber 1626 1633, legt een verklaring af 1615, oud 45 jaar getuigt 1620.

    Gerrit van Cooth, geb. vóór ca. 1585.
      Uit hem:
    • 1. Heiltje Gerrits van Coeth, geb. vóór ca. 1610, ovl. na 1650, tr. vóór 1632 Emondt Nacken. Zij zijn schuldenaars 1632, verkopen een hof in de Zeesteeg 1643, overeemkomst met hun buren 1648, zij is in 1650 zijn wed.

    Gerrit van Cooth, geb. vóór ca. 1580.
      Uit hem:
    • 1. Aeltje Gerrits van Cooth, geb. vóór ca. 1605, testeert 1642 als huisvrou van Wouter van Brienen (meer info relaties), tr. 1o? (huw. vw.) 20-12-1626 (geast met haar zwager Jacob Joachims) Reyer Aerdts, wednr. met 3 voorkinderen brengt leerlooerij in etc. tr. 2o? Wouter van Brienen.

    Gerrit van Cooth, geb. vóór ca. 1590.
      Uit hem:
    • 1. Willemke Gerrits van Cooth, vóór ca. 1615, tr. 1o Gerrit Gerritse Keijser, weesmeester van het Burgerweeshuis te Harderwijk (1604-1607, 1612-1615),[312] gaat hertrouwen 1639.

    Jacob Pouwels van Coeth, geb. vóór ca. 1575, schuldenaar (16102, tr. vóór 1602 Bije.


    Fragment Noyen Groll Keijser
    Recognitieboeken Harderwijk:[313]
    21 en 22-1-1539: Getuigenverklaring dat zaliger Pilgrum van Groll, zaliger Jan Grollensoen ZZZZZ vader is van Geertgen nu Peter Herberts huisvrouw (een natuurlijke dochter geboren voor de grote brand).

    Ia. Peter Herberts, geb. vóór ca. 1495, ovl. 1565[314], schepen van Harderwijk (1518,[315] 1519), wordt lid (1519) en gildemeester (1526), van het St. Jorisgilde te Harderwijk (1545), heeft een huis in de Kleyne Oosterwijk (1545, 1550) koopt land 1554, behandelt de goederen van Cueritser 1555, gemachtigde van gerichtswege 1561, zn. van NN Voet en Ghele NN, tr. vóór 1539 Geertgen Pilgrimsz (Groll), geb. vóór ("de Grote Brand" in) 1503, ovl. na 1565, natuurlijke dochter van Pilgrim Jansz van Groll.

    Recognitieboeken Harderwijk:[316]
    2-5-1565: Geertgen wed. van Peter Herberts en Jan en Herbert Peterss haar zonen voor hen zelf en mede namens haar andere kinderen, susters en broeders bekenden schuldig te wezen aan Maris Joesten en Dyele zijn huisvrouw 100 gl.
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Aeltgen Peter Herberts.
    • 2. Herbert Peterss, ovl. na 1565, borg voor zijn broer Jan (1558), tr. (huw. voorw. 1565) Jutge Willems.
      Recognitieboeken Harderwijk:[317]
      11-2-1565: Herbert Peters bekent ontvangen te hebben van zijn vader Peter Herberts 150 gl op de 500 gl als hij hem in huwelijks voorwaarden aan Jutge Willems beloofd heeft.
    • 3. Pilgrum Peters, geb. vóór ca. 1525, wordt als Pelgrom van Groll Peters lid van het St. Jorisgilde te Harderwijk (1545), borg voor zijn broer Jan (1558), schepen (1581),[318]

    IIa. Jan Petersz Groll, geb. vóór ca. 1525, ovl. na 1611, beg. Harderwijk 2-1-1612 ("Johan Petersen Groll"), schepen te Harderwijk (1568-1578),[319] momber (1565), verhuurt een huis (1569), belender in de St. Annastrate (1570), scholarch te Harderwijk 1571, wordt geborgd (1573), borg (1573), getuigt (1597), verkoopt een rente (1602), borg voor zijn zoon Jan (1603) tr. vóór 1550 Lijsbeth Coecken, beg. Harderwijk 11-10-1603 ("Lysbeth Coecken de vrouw van Johan Groll), mogelijk dr. van Johan Coeck.

    Recognitieboeken Harderwijk:[320]
    29-12-1558: Pilgrum en Herbert Peters, broeders, borgen voor Jan Groll Peters met Liessbetgen Coecken zijn echte huisvrou en voor Gryetgen Coecken voor het versterf van hun zuster Styne Coecken zaliger.
    Recognitieboeken Harderwijk:[321]
    13-9-1603: Jan Peters Groll en Arnt van Sevener borgen voor Hessel Jans als man van Jan Wolfs! en voor Weymtje wed. van Boessen Noyen voor het versterf van zaliger Jan Gerrits. Hessel Jans en Henrick Noyen voor zijn moeder beloofde de borgen te vrijen.
    Recognitieboeken Harderwijk:[322]
    28-5-1569: Effken Pouwels wed. van Pouwels Hessels is schuldig aan Jan Groll 16 gl huishuur. (Eva en Jacobje, dochters van Jan Groll krijgen van Aeffken Pouwels een rok en een tabberd).
    Recognitieboeken Harderwijk:[323]
    11-12-1611: Jan Groll Peters legateert aan de dochter van zijn zoon Willem genaamd Trijne als zij van een zoon of dochter (gelieft het Godt) in de kraam zal bevallen 150 gl. aan zijn dochter Eva een bed en een koe enz., Harbert, zijn zoon ..., en Jan het zoontje van zijn zoon Hessel tot zijn studering 50 gl, zijn dochter Grietje 25 gl. Was getekend Jan Groll Peters en Steven Henricks, ter begeerte van oom Jan Groll.
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Eva (Jansz) Groll, krijgt een rok en een tabberd van Aefken Pouwels, wordt als legaat een bed en een koe beloofd door haar vader (1611).
    • 2. Jacobje (Jansz) Groll, krijgt een rok en een tabberd van Aefken Pouwels.
      Uit dit of andere huwelijken:
    • 3. Willem (Jansz) Groll, geb. vóór ca. 1565, tr. vóór ca. 1590 NN.
        Uit dit huwelijk:
      • a. Trijne Willemsz Groll, geb. vóór ca. 1590, is zwanger 1611.
    • 4. Harbert (Jansz) Groll, beg. Harderwijk 3-9-1637 ("Harbert Jansen Grol"), betaalt grafrecht (1624), momber (1636).

    IIIa. Hessel Jans Groll, geb. 1560-1566, beg. Harderwijk 1-11-1640 ("Hessel Jansen Grol, in de kerck begraven, en met alle klocken overluijt, betaelt ƒ 5,--"), schuldenaar (1604), borg (1605), is een jaarrente schuldig (1605), legt een verklaring af, 36 jaar oud (1607), belanghebbende (1609) getuigt oud 50 jaar (1616), laat verklaren (1625), borg (1625) momber over zijn kinderen Geertje en Jan (1626, 1629), borg 1629, getuigt in 1631 oud 66 jaar, over zijn huis "waarin hij ettelijke jaren bouwerije pleegt te doen, borg 1638, 1639, tr. ca. 1585-1594 Johanna (Jan!) Wolffs, geb. vóór 1563, ovl. na 1605, wed. van Johan Willemsz Greve (huw. voorw. 19-11-1579[324]) bij wie vier voorkinderen (1594), schuldenares (1604) dr. van Johan Wolffs (ex patre Wolter Wolffs) en van Grietje Brinck,[325]

    1594: Wij Gerrit Voeth, Arnt van Hoeclum, Henrich van Cranenburch (de kraanvogel) en Arent van Sevener, maegescheitsluijden tusschen Johanna Wolffs, wede. Jan Greve en huisvrouw Hessel Jansz, ter eenre, en Herman Thoenisz. en Pilgrum Geurtsz, als mombers van vier onmondige kinderen van zal. Johan Greve bij Johanna Wolffs, ter andere zijde, enz.[326]
    Recognitieboeken Harderwijk:[327]
    13-9-1603: Jan Peters Groll en Arnt van Sevener borgen voor Hessel Jans als man van Jan Wolfs! en voor Weymtje wed. van Boessen (Goessen?) Noyen voor het versterf van zaliger Jan Gerrits. Hessel Jans en Henrick Noyen voor zijn moeder beloofde de borgen te vrijen.
    Recognitieboeken Harderwijk:[328]
    12-6-1604: Hessel Jans Groll voor zijn huisvrou en Henrick Noyen Goessens mede voor zijn moeder Weymtgen Goessens zijn schuldig aan Aelt Jans 475 gl van het versterf van zaliger Jan Gerrits zijn zoons zoon.
    Archief Burgerweeshuis Harderwijk:[329]
    24-1-1605: Akte, waarbij Hessell Jansen Groll en Jan Wolffs, zijn vrouw, en Weymtgen, weduwe van Goessen Noyen, met haar zoon Henrick Noyen verklaren aan het arme weeshuis een jaarrente van 5 gulden verschuldigd te zijn uit hun schuur in de Valckestraat, gelegen tussen het huis van de weduwe van Wolff Segersen en de ledige plaats van Aelt Wolffszoon.
    Recognitieboeken Harderwijk:[330]
    5-6-1631 Lijsbeth Pouwels en Grietje Pouwels gezusters, Geerlach Jans en Jacobje Pouwels echtel.=ieden, Hessel Jans Grol en Peter van Sevener als gerichtelijk gestelde momberen van de onmondige kinderen van zaliger Pouwel Pouwels en Fenne Lamberts verkopen aan Peter Rycketss en Mariken Hendrickss echtelieden, een aenpart van een vracht zijnde 3 zakken aan de nye eeckmolen staande in de Syppell, van welke vracht Aerdt Roeloffs en Anneke Oircks echtelieden de andere 10 zakken toekomen.
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Geertje Hessels, geb. vóór ca. 1615, ovl. na 1636, onmondig 1626, tr. Harderwijk schepenen 22-5-1636 Henrick Aerdts Keiser.
    • 2. Jan Hessels Groll, geb. vóór ca. 1605, onmondig 1626, krijgt 50 gld tot zijn studering (1611). borg voor zijn vader 1629.

    ------- Noyen ---

    Weymtje (Goessens) NN (Jans?), ovl. na 1603, voogd van zaliger Wollfgen Jacobs kinderen (1608) tr. vóór 1603 Goessen Noyen.

      Uit dit huwelijk:
    • 1. Henrick Goessens Noyen, meerderjarig 1603.
    • 2. Warner Goessens, ovl. vóór 1626, borg voor zijn moeder (1608)

      Jan Gerrits, ovl. vóór 1603 (zonder testament), laat misschien na Hessel Jans en Weijme (Jans?) (Greven?)

      Recognitieboeken Harderwijk:[331]
      12-6-1604: Hessel Jans Groll voor zijn huisvrou en Henrick Noyen Goessens mede voor zijn moeder Weymtgen Goessens zijn schuldig aan Aelt Jans 475 gl van het versterf van zaliger Jan Gerrits zijn zoons zoon.

    Fragment Keyser

    Ia. NN Keyser, geb. vóór ca. 1515.

    IIa. Gerrit Keyser, geb. vóór ca. 1530, ovl. 1553-1557, vermeld 1538, 1542, 1553 borg 1540, belender in de Wulleweverstraat (1545), tr. vóór 1536 Anna Hendriks. Zij krijgen een huis in de Wulleweverstraat (1536). Zij hertr 8-6-1557 (huw. voorw.) Philips Henricksz.

    IIIa. Henrick Gerrits Keyser, geb. vóór ca. 1555, ovl. vóór 1624, krijgt voor zijn vaders goed de helft van de oliemolen met het huis (1557), overwie kwaad woordt gesproken (en teruggenomen) 1596, belender in de Wulleweverstraat (1598), borg 1608, tr. vóór 1559 Aeltje / Alyt (Hendricks, Keysers), ovl. vóór 1624. Zij zijn schuldeisers 1569.

    Recognitieboeken Harderwijk:[332]
    28-5-1624: Borgen voor het erfh. van Aeltje Keysers wed. van zal. Henrick Keyser, t.w. voor Gerrit Keyser, Aert Keyser, Truyde Keyser, Peter Feyt, Seger en Gerrit Keyser en Harmen Sas, Joachim van Sevener voor zijn kinderen bij Gerritje Keysers en voor Gerrit Keyser voorn. als momber van zal. Jan Keyser kinderen.
      Uit hem (o.a.?):
    • 1. Jan Henrichsen Keiser, ovl. vóór 1606, wordt aangenomen als lid van het St. Jorisgilde (1600), tr. Harderwijk 26-10-1600 Jutgen Herbertzen.
        Uit dit huwelijk in 1626 in leven:
      • a. Harbert Jans Keyser.
      • b. Neeltje Jans Keyser.
      • c. Jutje Jans Keyser.
    • 2. Henrick (Henricksz) Keyser, geb. 1570/71, ovl. na 1611.
      Recognitieboeken Harderwijk:[333]
      25-10-1611: Henrick Keyser oud 40 jaar, broeder van Aert Keyser getuigt.

    IVb. Gerrit Henricks Keyser (de oude), geb. vóór ca. 1580, ovl. na 1624, wordt aangenomen als lid van het St. Jorisgilde (1606), borg voor de erfgenamen en kinderen van zaliger Jan Keyser en Jutgen zijn huisvrou 1606, borg 1602, 1619, testeert 1620 en revoceert 1637, testeert opnieuw 1637 is momber van zaliger Jan Keyser kinderen (1624), tr. 1o NN, ovl. vóór 1637, tr. 2o Harderwijk 27-12-1648 Eva Harberts, ovl. vóór 1652-1659, testeert 1651.

    Recognitieboeken Harderwijk:[338]
    13-10-1620: Gerrit Keyser Henricks de oude stelt als erfgenamen in Seger, Gerrit, Thonis en Henrick Gerritss en Harmen Sas en Geertje Gerrits zijn huisvrouw, kinderen van zijn zal. zuster Henrickje Keysers voor twee zesde parten, en Truyda Keysers zijn zuster en haar kinderen bij Henrick Noyen voor 1/6 part (voorbeholden zijn hv haar gerechte helft van alles) en aan Gerritje Keeysers nagelaten gerechte kinderen bij Joachim van Sevener het andere zesde part. In margine: gerevoceerd 4-7-1637.
      Uit hem verm.:
    • 1. Seger Gerritse Keyser, geb. vóór ca. 1595, ovl. na 1624.
        Uit hem:
      • a. Henrickgen Segers Keijsers, geb. vóór ca. 1620, tr. Harderwijk schepenen 2-5-1641 Henrick Gerritss Noijen, wordt aangenomen als lid 1646 van het St. Jorisgilde,
      • b. Gerrit Zegerss Keijser, geb. vóór ca. 1625, tr. Harderwijk 23-4-1648 Bijtgen Jacobs van Coot.
    • 2. Gerrit Gerritse (Keyser), ovl. na 1624.
    • 3. Thonis Gerritse (Keyser), ovl. na 1620.
    • 4. Henrick Gerritse (Keyser), ovl. na 1620, momber (1652).
    • 5. Geertje Gerritse (Keyser), geb. vóór ca. 1600, ovl. na 1620, tr. vóór 1620 Harmen Gerritsz Sas, beg. Harderwijk 13-8-1634, wordt aangenomen als lid van het St. Jorisgilde (1611), Zij hertr Harderwijk schepenen 20-5-1638,[339] Thomas (Willems) van Schoonhoven, ovl. na 1653, notaris (1615, 1623, 1635, 1640), momber (1639), belender in de Nieuwstraat te Amersfoort (1643), verkoopt samen met Henric van Sevender een stuk land genoemd de Dolenskamp (1643), is erfgenaam van Anna Thoma van der Wilden 1643, borg voor Peter van der Wal (1651), belender in het Keyserstraatje te Harderwijk (1653), zn. van Willem Janzn van Schoonhoven en van Anna de Wilt.
      Op 7-2-1643 verkopen Thomas van Schoonhoven en zijn vrouw Geeritgen Keysers, de eerste als gemachtigde van Aernt van Dolre en zijn vrouw Fransgen Jacobs van Schoonhoven en van Goosen van Zuylen en zijn vrouw Jannitgen Jacobs van Schoonhoven (procuratie te Rhenen 11-8-1640), Henric van Sevender en Peter Boon als mombers over de nagelaten onmondige kinderen van Jacob Willems van Schoonhoven en zijn vrouw Grietgen Goorts, samen erfgenamen van Anna Thoma van der Wilden, aan Steven Reyerss, zijn vrouw Debora Jans en hun erven, een huis, hof en hofstede met het bakhuisje en schuur daarachter aan de Langestraat, belend aan de ene zijde: Jan Aertsz, tinnegieter, aan de andere zijde: Wouter Aertsz, koperslager, [340]
      Recognitieboeken Harderwijk:[341]
      13-8-1649: Peter Jansen van de Wal en Noy Henricks borgen voor Henrick Keyser, Thomas van Schoonhoven liberorum nomine en Marichien Thonis, weduwe van Gerrit Keyser liberorum nomine voor de erfenis van hun zaliger vader Aert Keyser.

    IVa. Aert Henricks Keyser, geb. vóór ca. 1580, ovl. 1637-1649, wordt aangenomen als lid 1602 en wordt gildemeester 1623 van het St. Jorisgilde, borg 1614, 1619, wordt als erfgenaam van twee schilderijen genoemd in het testament van zij broer Gerrit (1637) tr. Harderwijk schepenen 2-1-1603 Aeltje Jans van de Wall, geb. vóór ca. 1585, ovl. na 1603, wed. van Cornelis Jans Nuck (1603).

    Recognitieboeken Harderwijk:[342]
    7-9-1603: Aeltje Jans van de Wall wed. van Cornelis Jans Nuck met Peter van de Walle en Arnt van Sevener resp. haar broeder en oom ter eenre zijde, Jan Nuck Thonis ter andere zijde, over het versterf van zaliger Geertje Bouwers huisvrou van Jan Nuck voors. voor het deel dat bij dode van Gerrit Cornelis kind van Aeltje bij Cornelis Jans op Aeltje getransmitteerd is, boedelscheiding.
    Recognitieboeken Harderwijk:[343]
    7-1-1619 Aert Keyser en Peter van de Wal borgen voor Aeltje zaliger Roelof Joachims weduwe voor de erfenis van haar man.
    Recognitieboeken Harderwijk:[344]
    13-8-1649: Peter Jansen van de Wal en Noy Henricks borgen voor Henrick Keyser, Thomas van Schoonhoven liberorum nomine en Marichien Thonis, weduwe van Gerrit Keyser liberorum nomine voor de erfenis van hun zaliger vader Aert Keyser.
      Uit dit huwelijk:
    • 1. Gerrit Aerse Keyser, geb. vóór ca. 1615, ovl. vóór 1649, wordt aangenomen als lid 1636 van het St. Jorisgilde, tr. Marichien Thonis, ovl. na 1649.
    • 2. Henrick Aerdts Keyser, geb. vóór ca. 1615, ovl. na 1649? is 1643 voornemens naar Oostindien te vertrekken, tr. Harderwijk schepenen 22-5-1636 Geertje Hessels (Groll), geb.. vóór ca. 1615, ovl. na 1636, onmondig 1626, dr. van Hessel Jans Groll en van Johanna (Jan!) Wolffs. (zie Fragment Groll)
        Uit dit huwelijk vier jonge kinderen in leven 1643 (en een onbekend aantal nog in leven 1649)
        Recognitieboeken Harderwijk:[345]
        18-11-1643: Noy Henricks Prose, Peter Jansen van de Wall, Lambert Feith, Gerrit van Megen, als resp. mans van haar huisvrouwen, en Aeltje Noyen geass. met de voors Noy Henricks verklaarden alzo haar broeder en zwager Henrick Keyser van menonge is een reise nae Oostindien aan te vangen, latende alhier vier jonge kinderen tot laste van hen comparanten als naaste bloedverwanten en hoewel de voors. Henrick Keyser zijn goederen voor de opvoeding aan comparanten getransporteerd heeft, maar die misschien onvoldoende zullen blijken, zijn overeengekomen alles te verkopen en eerst enige schulden te betalen van de rest zullen zij de kinderen opvoeden en goed boek houden.
        Recognitieboeken Harderwijk:[346]
        13-8-1649: Borgen voor Noy Henricks, Peter Jans van de Wal, Anneke Noyen, wed. van Lambert Feith, Gerrit van de Meen, uxoris nomine, en de kinderen van Henrick Keyser voor de erfenis van hun zaliger zuster Aeltje Henricks Noyen.

    Kwartieren Van en Houte - Roberdinck

    Referenties van de gegevens van generatie 33 staan ook hier
    Referenties Varia --- Generatie 33 ( 362 refs.)
    Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
    Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
    • Moorman1981 = O. Moorman van Kappen, Tot behoef der arme wesen, Hoofdstukken uit de geschiedenis van het Burger Weeshuis te Harderwijk, Zutphen, 1981
    1. NL 58(1940)205
    2. NL 58(1940)205
    3. Herengoederen Veluwe dl IV
    4. NL 63(1945)15
    5. NL 58(1940)205
    6. Hans van Dijk, Groevenbeek, Van leengoed naar landgoed,z.p. 2019, ⇒ download?type=document&docid=687030
    7. SANWV, toeg.nr.5001, Stadsbestuur Harderwijk, inv. nr. 163
    8. SANWV, toeg.nr.5001, Stadsbestuur Harderwijk, inv. nr. 293
    9. OE 13(2005)100
    10. Gelders Archief, toeg.nr. 0324 Kelnarij van Putten, inv. nr. 40a, folio 35vso
    11. des vridages na sunte Servacius' dach
    12. Recogniteboeken, passim
    13. Statuten Boec toebehorende Sophie van Brienen genaembt Harder(wijck), bevattende Schepenen in Herderwijck, NL 44(1926)107
    14. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 133, fol.199
    15. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 134, fol.207
    16. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.484 b
    17. Statuten Boec toebehorende Sophie van Brienen genaembt Harder(wijck), bevattende Schepenen in Herderwijck, NL 44(1926)107
    18. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 133, fol. 280vso
    19. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 133, fol. 301
    20. Hans van Dijk, Groevenbeek, Van leengoed naar landgoed,z.p. 2019, ⇒ download?type=document&docid=687030
    21. zie ook NA 46(1953)528
    22. Hans van Dijk, Groevenbeek, Van leengoed naar landgoed,z.p. 2019, ⇒ download?type=document&docid=687030
    23. NL 71(1954)52
    24. NA 16(1918)436
    25. NL 74(1957)120
    26. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 133, fol.280vso
    27. Her. Bib. 10(1883)167
    28. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 133, fol.281r
    29. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 134, fol.223vso
    30. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 134, fol.260vso
    31. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. xxx, fol.67vso
    32. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.409vso
    33. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.484 b
    34. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 141, fol. 95 laatste akte
    35. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 136, fol.228
    36. Her.Bib. 10(1883)167
    37. NL 71(1954)59
    38. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.139vso
    39. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.433vso
    40. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 136, fol.262vso
    41. NA 46(1953)528
    42. NL 71(1954)49
    43. NL 71(1954)52
    44. Nav. 97(1958)96
    45. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 141, fol. 95 laatste akte
    46. NL 71(1954)53
    47. VG 3(1978)104
    48. NL 71(1954)53
    49. NL 55(1937)443
    50. Her.Bib. 10(1883)79
    51. NL 27(1909)169
    52. NL 56(1938)148
    53. NL 27(1909)169
    54. NL 37(1919)56
    55. zie ook Her. Bib. 10(1883)167
    56. 1910 Gen.Her.Bl. 5(1910)353
    57. NL 91(1974)131
    58. NL 91(1974)131
    59. Jan van Doorninck, Geslachtkundige aanteekeningen ten aanzien van de gecommitteerden ten landdage van Overijssel zedert 1610-1794, Volume 1, Deventer 1871
    60. NL 20(1902)117
    61. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 136, fol.417vso
    62. ⇒ zwaluwenburg.htm
    63. ⇒ GCRQZZ_zwaluwenburg?guid=b30fa459-a9d4-4c58-a946-06524ecd5fc4
    64. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 134, fol. 4vso
    65. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 134, fol. 4vso
    66. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 134, fol.256vso
    67. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 136, fol. 224vso
    68. Moorman1981, p307 e.v.
    69. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.435vso
    70. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.441
    71. NL 46(1928)23
    72. Jb. CBG 22(1968)167
    73. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 134, fol.223vso
    74. NL 46(1928)306
    75. NL 46(1928)306
    76. NL 46(1928)23
    77. ONA Amersfoort 0083, Nots J. van Ingen AT 002a001 folio 160 - 160 V
    78. Jb. CBG 22(1968)175
    79. NL 73(1956)327
    80. GN 23(1968)162
    81. Arch Huis Lielaer te Hoogland
    82. Statuten Boec toebehorende Sophie van Brienen genaembt Harder(wijck), bevattende Schepenen in Herderwijck, NL 44(1926)107
    83. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 133, fol. 137
    84. NL 27(1909)196
    85. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol 361vso
    86. Nav. 82(1933)115
    87. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 133, fol 318vso
    88. Hans van Dijk, Groevenbeek, Van leengoed naar landgoed,z.p. 2019, ⇒ download?type=document&docid=687030
    89. Gelders Archief, Kelnarij van Putten, toeg.nr. 0324, inv.nr 25A
    90. OE 13(2005)228
    91. Gelders Archief, toeg.nr. 2000 ORA Arnhem, inv. nr. 1088
    92. OE 13(2005)228
    93. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 134, fol.313vso en~14
    94. Recognitieboeken
    95. Statuten Boec toebehorende Sophie van Brienen genaembt Harder(wijck), bevattende Schepenen in Herderwijck, NL 44(1926)107
    96. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 133, fol.301vso
    97. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 133, fol.321vso
    98. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.233, 234vso en 235
    99. Regionaal Archief Rivierenland, toeg.nr. 8266 Archief van het stadsbestuur van Culemborg, inv. nr. 449 en 1557a
    100. OE 13(2005)228
    101. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 133, fol. 129vso
    102. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.99
    103. Statuten Boec toebehorende Sophie van Brienen genaembt Harder(wijck), bevattende Schepenen in Herderwijck, NL 44(1926)107
    104. NL 59(1941)94
    105. Archief Eemland, toeg.nr. 0101 Burgerweeshuis te Amersfoort, 1462-1993, s3.3. Bijlage C
    106. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.235vso
    107. Statuten Boec toebehorende Sophie van Brienen genaembt Harder(wijck), bevattende Schepenen in Herderwijck, NL 44(1926)107
    108. Moorman1981, p296 e.v.
    109. Groot Gelders placaet-boeck, uitg. W. van Loon, Nijmegen, 1701
    110. Kronijk van het Historisch Genootschap gevestigd te Utrecht, Volume 18, 1862, 4de serie 3de deel
    111. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 138, fol.236
    112. Gelders Archief, toeg.nr. 2003 ORA Arnhem, inv. nr. 414, f 41v
    113. NL 76(1959)119
    114. RKD sub voce Anthoni Gouteris
    115. OV 37(1982)133
    116. OV 37(1982)134
    117. OV 33(1978)614
    118. NL 59(1976)119
    119. HGA, ONA 's-Gravenhage, notaris P. van Groenewegen, No. 69, fol. 279, gecit. in NL 59(1976)119
    120. ANF 2(1885)116
    121. Statuten Boec toebehorende Sophie van Brienen genaembt Harder(wijck), bevattende Schepenen in Herderwijck, NL 44(1926)107
    1. Recognitieboeken, passim
    2. SANWV, toeg. nr. 1001 Stadsbestuur Elburg 1320-1813, inv. nr. 1001
    3. NL 74(1899)117
    4. Herengoederen op de Veluwe, dl. 2
    5. Nav. 28(1878)251
    6. NA 8(1910)278
    7. HCO, toeg.nr. 0223.1 Huis Oldhagensdorp te Vollenhove, inv. ne. 198
    8. Nav. 28(1878)251
    9. Nav. 28(1878)251
    10. Nav. 28(1878)251
    11. P. Berends, Het Oud-Archief der Gemeente Harderwijk, Harderwijk, 1935, inv. nr. 871
    12. SANWV, toeg.nr. 1003 Oud-rechterlijk archief Elburg 1442-1811, inv.nr. 54
    13. SANWV, toeg.nr. 1003 Oud-rechterlijk archief Elburg 1442-1811, inv.nr. 32
    14. SANWV 5004 Burgerweeshuis Harderwijk inv.nr. 50
    15. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 137, fol.198vso
    16. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 137, fol.202vso
    17. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 137, fol.202vso
    18. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 143, fol.134
    19. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2450
    20. GN 45(1990)60
    21. VG 8(1983)183
    22. NL57(1939)573
    23. arch. St. v.d. Veluwe
    24. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 1003
    25. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 133, fol.232
    26. VG 8(1983)183
    27. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 133, fol.261
    28. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.258
    29. VG 8(1983)183
    30. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 136, fol.29vso
    31. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.119
    32. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 138, fol.162
    33. RH
    34. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 1042
    35. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 1080
    36. VG 8(1983)183
    37. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 136, fol.302vso en 303
    38. VG 8(1983)183
    39. VG 8(1983)183
    40. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.261vso
    41. Moorman1981, p296 e.v.
    42. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 136, fol.24
    43. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 136, fol. 38vso
    44. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 142, fol.191vso
    45. HV deel 1, nr. 42
    46. HV deel 2, nr. 300
    47. HV deel 1, nr. 50
    48. VG 3(1978)111
    49. RH
    50. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 141, fol.369vs
    51. VG 8(1983)123
    52. VG 15(1990)75
    53. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 138, fol.162
    54. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 138, fol.172vso
    55. VG 8(1983)123
    56. VG 8(1983)123
    57. VG 8(1983)123
    58. NL 79(1962)292
    59. VG 8(1983)123
    60. NL 27(1909)164
    61. NL 27(1909)164
    62. NL 27(1909)163
    63. NL 94(1977)117
    64. VG 8(1983)123
    65. NL 77(1960)93
    66. HV deel 3, nr. 409
    67. VG 19(1994)76
    68. HV deel 3, nr. 397
    69. GN 46(1991)452
    70. NL 77(1960)93
    71. NP 79(1995)419
    72. HV deel 3, nr. 446
    73. Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe, toeg. nr. 0124, inv. nr. 989, nr. 2678
    74. Gelders Archief, toeg.nr. 0124 Hof van Gelre en Zutphen, inv. nr. 4996, nr. 1583/6
    75. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2371
    76. HV deel 2, nr. 269
    77. VG 8(1983)183
    78. HV deel 2, nr. 296
    79. HV deel 2, nr. 274
    80. HV deel 3, nr. 343
    81. VG 8(1983)183
    82. HV deel 2, nr. 296
    83. NL 57(1939)573
    84. VG 30(2005)#1 p41
    85. VG 30(2005)#1 p41
    86. VG 30(2005)#1 p41
    87. VG (2006)#4 p23 e.v.
    88. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 1222
    89. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 1564 en 1588
    90. VG 29(2004)#1 p57
    91. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 1481
    92. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 138, fol.162
    93. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 141, fol.165
    94. VG 8(1983)183
    95. Gelders Archief, tog. nr. 2003 ORA Arnhem, inv.nr. 412, f350
    96. HV deel 4, nr. 620
    97. Boekzael der geleerde werelt, jan. 1720, 10de deel, Amsterdam, 1719
    98. VG 4(1979)150
    99. J. Heres, Reformatie van Veluwse platteland verliep moeizaam, Reformatorisch Dagblad 26-5-1992
    100. RH
    101. RH
    102. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2102
    103. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 139, fol.72vso
    104. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 139, fol. 101
    105. Nav. 43(1893)570
    106. Nav. 43(1893)570
    107. zie ook VG 8(1983)183
    108. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 143, fol.134
    109. VG 8(1983)183
    110. RH
    111. VG 8(1983)183
    112. NL 39(1921)324
    113. RH
    114. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2291
    115. VG 8(1983)183
    116. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2086
    117. RH
    118. VG 8(1983)183
    119. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 141, fol.369vso
    120. Moorman1981, p296 e.v.
    121. HV deel 2 nr. 254
    1. HV deel 2 nr. 254
    2. VG 8(1983)183
    3. VG 8(1983)183
    4. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2301
    5. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 1563
    6. Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe, toeg. nr. 0124, inv. nr. 993, nr. 3830
    7. Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe, toeg. nr. 0124, inv. nr. 993, nr. 3830
    8. Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe, toeg. nr. 0124, inv. nr. 993, nr. 3830
    9. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 1786
    10. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 1896
    11. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2151
    12. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2234
    13. Gelders Archief, Brieven van en aan het Kwartier van Veluwe, toeg. nr. 0124, inv. nr. 1006, nr. 8198
    14. HV, deel 2, nr. 254
    15. VG 8(1983)183
    16. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2419
    17. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 142, fol.267vso, 268 en 270vso
    18. HV deel 4 nr. 622
    19. HV deel 2 nr. 254
    20. VG 9(1984)266
    21. NL 57(1939)573
    22. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2165
    23. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2300
    24. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2464 en 2465
    25. NL 57(1939)573
    26. RH
    27. RH
    28. HV deel 2, nr. 269
    29. VG (2006)# 4p28
    30. VG (2006)# 4p28
    31. NL 83(1966)211
    32. GN 42(1987)399
    33. VG (2006)# 4p28
    34. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2371
    35. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2313
    36. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 2313
    37. ORA Arnhem gecit. in VG (2006)# 4p28
    38. VG (2006)# 4p28
    39. VG (2006)# 4p28
    40. VG (2006)# 4p28
    41. VG (2006)# 4p28
    42. HV deel 2, nr. 269
    43. HV deel 4, nr. 620
    44. VG 8(1983)183
    45. VG (2006)# 4p28
    46. VG 8(1983)183
    47. VG, Pub042
    48. HV deel 1, 1, nr. 102
    49. VG 8(1983)183
    50. HV deel 4, nr. 620
    51. HV deel 2, nr. 269
    52. VG 8(1983)183
    53. HV deel 2, nr. 269
    54. VG 9(1984)266
    55. VG 9(1984)266
    56. VG 9(1984)266
    57. VG 9(1984)266
    58. VG 9(1984)266
    59. Nav 43(1893)572
    60. VG 8(1983)183
    61. HV deel 2, nr. 269
    62. Jb. CBG 44(1990)141
    63. VG 8(1983)183
    64. VG 8(1983)183
    65. VG 4(1979)93
    66. Nav. 29(1879)45
    67. NL 112(1995)201
    68. SANWV, Stadsbestuur Harderwijk, toeg.nr. 5001, Onuitgegeven Regesten, nr. 1043.
    69. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 136, fol 225
    70. Moorman1981, p296 e.v.
    71. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 133, fol.39ivso en 392
    72. Statuten Boec
    73. Statuten Boec
    74. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 136, fol.299vso
    75. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 137, fol 75
    76. StatutenBoec
    77. StatutenBoec
    78. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 135, fol.442
    79. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 141, fol.220vso
    80. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 137, fol. 179vso
    81. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 143, fol.66
    82. Nav. 29(1879)321
    83. Nav. 29(1879)321
    84. Nav. 29(1879)322
    85. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 141, fol.220vso
    86. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 141, fol. 308vso
    87. SANWV, toeg.nr. 5004 Burgerweeshuis Harderwijk (1407) 1554-1932, inv. nr. 319
    88. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 145, fol.392vso
    89. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 141, fol. 308vso
    90. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 144, fol.339
    91. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 143, fol.55
    92. Mededeling Anneke van de Laar
    93. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr., passim
    94. Nav. 29(1879)113
    95. Nav. 29(1879)113
    96. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 144, fol.141vso
    97. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 146, fol.276 vso
    98. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436, akte.nr. 19
    99. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 147, fol.185 vso
    100. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 141, fol.218
    101. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 144, fol.15 ,
    102. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 147, fol.185 vso
    103. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 147, fol.64vso
    104. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 147, fol.185vso
    105. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 141, fol.436
    106. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 143, fol.19
    107. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 144, fol.120
    108. NL 74(1957)99
    109. Poorterboeken Antwerpen gecit. in ⇒ download?type=document&docid=482755
    110. HCO Zwolle, toeg. 65.1, inv. nr. 22, ORA Oldenzaal
    111. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 142, fol.119vso
    112. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 142, fol. 280
    113. NL31(1913)346
    114. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 144, fol.46vso
    115. SANWV, ORA Harderwijk recognitieboeken, toeg.nr. 5003, inv.nr. 144, fol.77
    116. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
    117. Dominees.nl
    118. zie ook VG 14(1989)316
    119. Wap. 20(1917)352

    Back to the
    genealogy page
    Back to the
    contents
    Go to the
    index
    Forward to next
    generation 34
    Back to previous
    generation 32
    Directly go to generation :
    1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13