This page was last updated : 181114.
File size is: 48 k.
Varia
Generatie 30
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Varia,
version 1.6,
Muiden, 2018.
© Copyright 2018 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Varia Gen. nr. 30

De herkomst van Anna Maria Bloemaert, die tussen ca. 1620 en 1640 geboren moet zijn, is lastig te vinden. Omdat ze katholiek is een doop vrijwel zeker niet geregistreerd in die periode. Derhalve zoeken we eerst naar verwanten via (onder)trouwakten en notariële akten. Dat levert het onderstaande op. De volgende akte speelde daarbij een belangrijke rol.

Op 31-5-1678 transporteert Anna Maria van Reynigom, dochter van wijlen Philips van Rynigom, wonende te Utrecht, aan Anna Maria Blommert, wed. van Johan van Papenbroeck wonende te Amsterdam het recht op helft van tiend genaamd Sabbingentienden gelegen in Zeeland op het eiland Wolphaartsdyk. Philips van Rynigom was in leven advokaat te Utrecht, het land is afkomstig uit de boedel van Cornelia Bourgeoys in leven weduwe van Piter van der Hoge, oudgrootmoeder met toestemming van Catharina Sem weduwe van Philips van Reynigum, als gemachtigde van haar zoon Johannes Philippus van Reynigem. Indien eerste party binnen 6 jaar ƒ 500,-- terugbetaalt wordt deze overdracht ongedaan gemaakt [1] (akte nog lezen)
Op 14-12-1700 sluiten Catharina Sem wed. van Philippus van Reynigom, in leven advocaat, enerzijds en Anna Maria Bloemert, wed. van Johan van Papenbroeck, Fredrick Bloemert die absent is en vertegenwoordigd wordt door zijn vrouw Maria Codde, en Augustinus Bloemert, nu in de 30 jaeren uitlandig gweest sijnde, anderzijds een overeenkomst over afkoop van fidei-commissair verband op goederen gekomen van Cornelia Bourgois, weduwe van Pieter van der Hooghe. Er wordt verwezen naar een testament d.d. 30-8-1630 voor notaris M. van der Welle te Middelburg [2] (tekst nog lezen)


Vooraf

Ia. Pieter van Borssele van der Hooge, geb. 1546/47, ovl. 11-1-1607,[3] heer van Ter Hooge 1602, beleend in Cleverskerke 1577, rentmeester-generaal van Zeeland bewesten Schelde (1587-1607), eerste Edele van Zeeland (1596),[4] tr.[5] Cornelia Bourgeois, ovl. Middelburg 26-4-1633, beg. aldaar Oude Kerk[6], afkomstig uit Artois,[7] dr. van NN Bourgeois.[8]

"Den 11 Januarii 1607 des nagts kort nae 2 ueren is overleden der kinderen voornoemde grootvader van moeders sijde dhr. Pieter van der Hooge gepasseert sijnde 60 jaar is 25 jaar geweest Leenman van Zeeland en nog langer te vooren Leenman van St. Paulus binnen Utregt en daar naa sedert 1587 rentmeestergeneraal bewester Schelt".[9]

IIb. Anna van der Hoogen(¥), wed. van Jaspar van Vosberghen afkomstig van Middelburgh (1607), tr. 1o 1571[22] CHECK ! hier heet de bruid Anna Jansdr van der Hooge Casper (van) Vosberg(en), ovl. vóór 1607, bailliu van Veere (1567)[23] gecommitteerde Raad van de Staten van Zeeland voor Veere, Baljuw van de stad Veere (1584), schrijft als Zeeuws afgevaardigde te Delft een brief d.d. 11-7-1584 na de moord op Willem van Oranje,[24] Zeeiuws afhevaardigde naar de Staten-Generall 1588, 1589,[25] Auditeur in de Rekenkamer van Zeeland, vanwege Veere 1598, waaruit nageslacht (o.a. Caspar Vosberg x Barbara van Panhuys) otr. 2o Utrecht geref. 23-8-1607 (zij met bescheijt van Middelburgh, in margine: attestatie gegeven op Middelburch 2-9-1607) Fredrick van Reijnigem, geb. vóór ca. 1585, ovl. na 1634, onmondig in 1595, jongesel van Utrecht (1607), zn. van Cornelis van Reijnegom en van Elysabeth van Gent.

COMMENTAAR(¥) In REf. [26] heet zij Anna JANSDR van der Hooge zonder enige verder informatie over wie die vader Jan dan wel is.

Op 13-7-1595 transporteert Frederick van Gent den ouden wonende te Utrecht, aan de drie onmondige kinderen van wijlen Elysabeth van Gent, zijn dochter, en wijlen Cornelis van Reijnegom, met name Cornelis van Reijnegom, Willem van Reijnegom, Frederick van Reijnegom, een vordering van ƒ 500,-- op de boedel van wijlen Geraert van Wykerslooth, in leven kanunnik vn St. Marie te Utrecht, vanwege verteringen ten huize van de comparant, met procuratie op Cornelia van Reynegom, wonende te Rotterdam, om het bedrag in rechte op de goederen van wijlen Geraert van Wijkerslooth te verhalen en vervolgens te beleggen [27] (akte nog lezen)
Op 14-12-1640 krijgen Pieter Reijngou en Philips van Reijnegou van de Staten van Zeeland consent tot afdoening van een fidei-commis (erfstelling over de hand) (zie ook: 19 en 25-4-1641). [28]


Reynegem

IIIb. Mr. Philips van Rynigom (Reynigem), geb. ca. 1615/16, ovl. 1647-1658, wordt als Philippus Reynigem in 1629 toegelaten tot de Latijnse School te Middelburg,[30] philosophiae magister (1642), advokaat in de hove van Utrecht, wonend te Utrecht (1643), advocaet (1643..1647), otr./tr. Utrecht schepenen 27/30-5-1643 Catharina Sem, beg. Utrecht Buerkerk 30-11-1702 ("Juffr. Catharina Sem weduwe van Philips van Rijnegom laet nae mond(ige) en onm(ondige) erfgenamen, op de Springweg, ƒ 10,0,0"), wonend te Utrecht (1643, 1679, 1700, 1702) op de Springweg (1700, 1702).

Op 6-10-1634 testeert Philips van Reynegom oud omtrent 18 jaar en wonende te Utrecht. Hij benoemt tot erfgenamen Pieter van Reynegom, zijn broer, Cornelia van Reynegom, zijn zuster, op last van lyftocht van Fredrick van Reynegom, zyn vader, die de lyftocht ontvangt in plaats van de legitieme portie. Voorts legateert hij aan Adriana van Gent, testateurs nicht, gehuwd met Johan Sem. [31] (akte nog lezen)
Op 30-4-1642 verlenen Niclaes Bloemert, wonende te Doorn, voor zichzelf en als man en voogt van Joffr. Cornelia van Reijnegom, sijn f. huijsvrou, die mede in persoon aanwezig is, en Philips van Reynegom, philosophiae magister, wonende te Utrecht machtiging aan Monsr. Peter van Reynegom, hun swager broeder respectieve, om de tienden, gelegen op het eiland van Wolphaartsdyk in de provincie Zeeland in Sabbinge, genaamd Leendert Mertens Thienden, toebehorende aan comparanten voor twee derdeparten en aan gemachtigde een derdepart, te verkopen. [32]
Op 30-4-1642 testeert Philips van Reynegom, philosophiae magister, wonende te Utrecht. Erfgenamen zijn Peter van Reynegom, zijn broer, en Cornelia van Reynegom, zijn zuster. [33] (akte nog lezen)

IVb. Anna Maria van Reynigom, geb. vóór 1649, ovl. na 1679, wonende te Utrecht (1674, 1678, 1679).

Op 6-5-1674 (oude stijl) verlenen Anna Maria van Reynegom mondige dochter van Philips van Reynegom in leven advocaet hove van Utrecht, en Catharina Sem, en haar broer Joannes Philippus van Reynegom, coopman tot Genova in Italie, voor wie als gemachtigde optreedt zijn moeder Catharina Sem (procuratie d.d. 12-5-1672 voor notaris Franciscus Mario Cambhasius te Genua "int Latijn gepasseert"), machtiging aan Sr. Frederick Bloemaert, coopman tot Amsterdam, tot verkoop van een rentebrief ten laste van provincie Zeeland ter waarde van £ 516, 30 schellingen en 4 groten Vlaams, die de constituanten competeert. [38]
Op 4-11-1678 transporteren Joffr. Anna Maria van Reynegom meerderjarige dochter van Mr. Philips van Reynigom in leven advocaat hof van Utrecht en van Catharina Sem, wonende te Utrecht en haar broer Johannes Philippus van Reynigum, coopman tot Genua in Italie, voor wie als gemachtigde optreedt zijn moeder Catharina Sem, wed. van Philips van Reynigom in leven advocaat hof van Utrecht, wonende te Utrecht (procuratie d.d. 12-5-1672 voor Nos. F. M. Camblasius te Genua in Italie) "int Latijn gepasseert", een obligatie groot 516 pond 13 schellingen 4 groten Vlaams ten laste van provincie Zeeland, aan Fredrick Blommert coopman wonende te Amsterdam. [39]
Op 26-5-1679 bekennen Catharina Sem, wed. van Philips van Reynegom, en Anna Maria van Reynegom, beiden wonende te Utrecht, schuldig te zijn ƒ 400,- vanwege een lening, aan Henrick van Wyck wonende te Utrecht. Borgen zijn Cornelis van Wyckerslooth coopman in granen wonende te Utrecht, en Maria Sem wed. van Anthony Baers wonende te Utrecht. Op 13-11-1688 is de lening gecasseerd wegens kwitantie voor gerecht van Utrecht. [40]


Bloemert

Ia. Nic(o)laes Bloemert, geb. vóór ca. 1610, ovl. na 1655, luitenant onder ritmeester De Goijer (voor 1637) betaalt bieraccijns te Doorn (1641, 1642) schepen van Doorn (1643),[41](1643) wonende Schalckwyck (1634), Utrecht (1640), te Doorn (1642, 1643, 1645, 1655), te Utrecht (1645, 1653), in de Voorstraet (1653, 1655). tr. vóór 1634 Cornelia van Reynegom, geb. vóór ca. 1615, ovl. 1646-1653, dr. van .....VUL AAN

Op 19-9-1634 verleent Sr. Niclaes Blommert wonende te Schalckwyck in de gestichte van Utrecht, machtiging aan zyn echtgenote Joffr. Cornelia van Reijnegom, om zichzelf uit voogdy te laten ontslaan en haar voogden te kwiteren, om in Zeeland of elders goederen en tegoeden te innen en om goederen en geld met haar broers of hun voogden te verdelen en eventueel te verhandelen en met Jan Jacobsz van Schulewerve, haar mede-voogd, te liquideren. [42]
Op 31-12-1637 verleent Nicolaes de Goijer, ritmeester, machtigtiging aan Evert van Angeren, bewoner en borger van Utrecht, om te vorderen betaling van de penningen die hij tegoed heeft van Nicolaes (v.?) Blommert, zijn voormalige luitenant, alsmede van de schade die hij geleden heeft bij wanprestatie van het contract dat hij met Nicolaes Blommert heeft afgesloten op 7 en 17-4-1637, penningen te ontvangen, quitantie te passeren en alles te doen wat in deze zaak nodig is. Acte ten huize van Johan van Dolre, wijnkoper te Amersfoort. Getuigen: Henrick van Rhijn en Reynier van Ingen. [43]
Hof van Holland: Decreten, Verwijzing akte: 3350/1638/034 Zoeken Terug naar zoekresultaat Meer resultaten Verwijzing akte 3350/1638/034 Datum decreet 1638-9-24 Decreet Willig Namen impetranten Nicolaes Blommert, te Amsterdam Namen eigenaren Nicolaes Blommert, te Amsterdam Namen kopers Abel Mathijsz Burch, te Amsterdam Onroerend- en roerend goed Bijlmer en Weesperkarspel (jurisdictie), een perceel land in twee zaten, groot ca. 16 tot 20 morgen (na meting vast te stellen), ten noorden strekkend van de Vensche Sloot tot de Brugsloot van de Bijlmermeer Bronverwijzing Nummer toegang: 3.03.01.01, inventarisnummer: 3350
Op 23-10-1640 verleent Niclaes Blommaert gehuwd met Cornelia van Reynigum wonende te Utrecht, machtiging aan Johan Roleeuw bancketwercker wonende te Middelborch om landeryen in Walcheren te verkopen en transporteren, vorderingen in Zeeland te innen en rekening en verantwoording te eisen van de voorgaande gemachtigde Jan Jacobss Schuylwerve. [44] (akte nog lezen)
Op 30-4-1642 verlenen Niclaes Bloemert, wonende te Doorn, voor zichzelf en als man en voogt van Joffr. Cornelia van Reijnegom, sijn f. huijsvrou, die mede in persoon aanwezig is, en Philips van Reynegom, philosophiae magister, wonende te Utrecht machtiging aan Monsr. Peter van Reynegom, hun swager broeder respectieve, om de tienden, gelegen op het eiland van Wolphaartsdyk in de provincie Zeeland in Sabbinge, genaamd Leendert Mertens Thienden, toebehorende aan comparanten voor twee derdeparten en aan gemachtigde een derdepart, te verkopen. [45]
Op 4-3-1643 verlenen Sr. Niclaes Bloemert en Joffr. Cornelia van Reijnegem echtelieden wonende te Doorn machtiging aan Jan Jacobsz, bode van Utrecht, om van de heer NN La Palme, rentmeester van de staten van Zeeland, rente en aflossing te innen van een obligatie van 48 pond ten laste van de staten van Zeeland. Get. Mr. Pieter van Reijnegom en Cornelis Jacobsz. [46]
Dorpsgerecht Doorn:[47]
Op den 18-12-1643 hebben schepenen naergesien de setcedullen van(den) quotisatie consumptie ende gequotiseerde bieren, wtgeset over de Jaren 1641 ende 1642 ende bevonden hebben dat daerjnne niet gestelt ofte (er)geten waren Jan Jansz van Velpen ende Jacob Petersz, hebben deselve gestelt als volcht
(volgen ontbrekende aanslagen van deze heren)
Aldus gedaen ende geset op date alsvoren, ordonneren(de) den schout d'voorsz penn(ingen) t'ontfangen, mits den heere Blomert aen sijne quotisatie de annis 1641 ende 1642 affschrijven(de) jn jder jaer acht gul(den) thien sts welcke som(m)e affgetrocken sall den schout jn ontfanck van sijne reeckeninge de annis 1641 ende 1642 v(er)antwoorden vier ende tachtich gul(den) acht sts oircont
Op 1-3-1645 transporteert Hans Hals ƒ 200,- als eerste termyn van de verkooppenningen van zyn huis te Doorn wegens een schuld van ƒ 240-11-8 terzake wyn en bier, aan Nicolaes Blommaert wonende te Doorn [48]
Op 14-2-1653 doet Nicolaes Blomert wonende te Utrecht in de Voorstraet, zich mede sterk makend voor Catharina Sem, wed. van Philips van Reynegum, in leven advocaet in den hove van Utrecht, afstand van aanspraken op twee maal ƒ 600,-- op voorwaarde dat hun portie in 820 pond Vlaams, zijnde de kooppenningen van het huis De Pelgrim in de Cortendelft (te Middelburg?) nagelaten door Aernout Corniouw, wordt voldaan, ten behoeve van Philips van der Hoge. Het betreft de erven van Jan Peterss van den Branden. Er wordt verwezen naar een procuratie d.d. 31-12-1650 voor notaris C. van Asch. [49] (akte nog lezen)
Op 14-2-1653 verleent Nicolaes Blomert, wednr. van zaliger zijn huijsvrou Cornelia van Rynegum wonende te Utrecht in de Voorstraet, machtiging aan Jan Jacobss tot verkoop van een obligatie, groot 48 ponden Vlaams, ten laste van de Staten van Zeeland. [50] (akte nog lezen)


Fragment Codde

Ia. NN Codde.

IIa. Marten Pietersz Codde, ovl. 1649-1650, in leven koopman te Amsterdam, lakenhandelaar (1629, 1630),[62] koopt op 18-1-1629 voor ƒ 15.580,-- een huis op de Oosthoek van de Kalverstraat, huw. get. (1637, 1649), otr. 1o Amsterdam pui 21-12-1610 Claesgen Henninx Rus , otr. 2o Amsterdam pui 31-8-1628 Nicolette Doudenssen, wed. van de koopman Claas Andriesz.

Op 6-7-1651, verkoopt Pieter Codde in procuratie van de erven wijlen Marten Codde, aan Arent Calkoen een lakenbereiding en erve van dien naam, gelegen op de Bloemgracht, ZZ, genaamd De twee groene Codden.[63]

IIIa. Pieter (Martens) Codde, geb. 1611/12, beg. Amsterdam Oude Kerk 10-5-1659 ("Piter Codde comt uijt de Calverstraet, is drie uijren beluijt met de Groote Clock, ƒ 26,--"), afkomstig van Amsterdam out 25 jaer, wonende in de Calverstraat (1637), koopman te Amsterdam, otr. Amsterdam pui 14-5-1637, (get. sijn vader Marten Codde, haar vader Jan de Witt) Catharina de With (Witt, Witte), geb. 1611/12, beg. Amsterdam Oude Kerk 7-4-1657 ("Cattarina de Witte huijsvrou van Pieter Codde in de Calverstraet, is drie uijr beluijt met de G(rote) K(lock), ƒ 26,--"), van Amsterdam out 25 jaer wonend op de NZ Achterburgwal (1637), dr. van Mr. Jan de Witte, advocaat, en van Catharina Michielsdr de Rosch.[64] Hun kinderen worden erven genoemd 1667 wanneer hun oudtante de zuster van Claesgen Henninx's zuster testeert.

Op 19-12-1676 verkopen Cornelis van Lanck als speciale gemachtigde van Johan de Swaen en zijn vrouw Maria Codde, voor een derde part, Henrick Molenaer en zijn vrouw Nicola Codde, Henrick Blommert en zijn vrouw Maria Pieters Codde en Frederick Bloemert procuratie hebbend van Pieter Codde en voor wie hij instaat en Marten Codde, allen tesamen voor het resterende tweederde part, aan Susanna van Borculo, weduwe van Henrick Jansz van Beeftingh, huis, hof en hofstede aan de Ketelaarsbrug te Amersfoort belend aan de ene zijde: de acceptant, aan de andere zijde: Sophia Blijenbergh. [65]

COMMENTAAR(¥) Het regest van deze akte (zie Ref. [66]) is zeer waarschijnlijk onjuist. Over een Henrick Blommert viel niets te vinden, evemin als over een huwelijk van hem met (een) Maria Codde. Deze Maria Codde is getrouwd met Frederick Blommert, zodat aangenomen moet worden dat voor het regest Frederick misgelezen is als Henrick. Raadplegen van de originele akte is dus gewenst.

Referenties van de gegevens van generatie 30 staan ook
hier
Referenties Varia --- Generatie 30 ( 72 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
  1. GA Utrecht, ONA, Nots. N. Van Vechten , inv.nr. U064a007, akte nr. 101
  2. GA Utrecht, ONA, Nots. H. Van Woudenbergh , inv.nr. U093a039, akte nr. 64
  3. NL 64(1947)179
  4. NA 10(1912)343
  5. Gen.Her.Bl. 1(1906)223
  6. NL 64(1947)179
  7. NA 7(1909)47
  8. Bloys, l.c. Kerken Zeeland, Utrecht, 1919
  9. NL 64(1947)179
  10. Gen.Her.Bl. 1(1906)223
  11. Gen.Her.Bl. 1(1906)223
  12. Gen.Her.Bl. 1(1906)223
  13. Gen.Her.Bl. 1(1906)223
  14. Gen.Her.Bl. 1(1906)223
  15. NL 64(1947)179
  16. NL 64(1947)179
  17. NL 76(1959)104
  18. NL 76(1959)104
  19. E.B.F.F. Wittert van Hoogland, De Nederlandsche Adel, dl. 1, Den Haag 1913, p 302
  20. NA 10(1912)344
  21. E.B.F.F. Wittert van Hoogland, De Nederlandsche Adel, dl. 1, Den Haag 1913, p 302
  22. J.J. Poelhekke, Nederlandse leden van de Inclyta Natio Germanica Artistarum te Padua 1553-1700, Med. Ned. Hist. Inst. Rome, deel XXXI
  23. NP 59(1973)50) en Zirickzee 6 Aug. 1574
  24. Nav. 47(1897)380
  1. Tijdschriftenbank Zeeland, 1 januari 1908 | Archief | pagina 221
  2. ZA 72 J. van den Warck, 1557-161
  3. J.J. Poelhekke, Nederlandse leden van de Inclyta Natio Germanica Artistarum te Padua 1553-1700, Med. Ned. Hist. Inst. Rome, deel XXXI
  4. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Van Herwaerden , inv.nr. U003a011, akte nr. 94
  5. ZA, Staten van Zeeland en Gecommitteerde Raden toeg.nr. 2, inv.nr: 1676, f276
  6. GA Utrecht, ONA, Nots. B. Terbeeck van Coesfelt , inv.nr. U035a002, akte nr. 47
  7. ZA
  8. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Van Overmeer , inv.nr. U018a001, akte nr. 163
  9. GA Utrecht, ONA, Nots. J. van Overmeer, inv.nr. U018a002, akte nr. 80
  10. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Van Overmeer , inv.nr. U018a002, akte nr. 81
  11. GA Utrecht, ONA, Nots. F. Van Merkerck , inv.nr. U077a001, akte nr. 18
  12. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Van Aelst , inv.nr. U049a003, akte nr. 258
  13. GA Utrecht, ONA, Nots. H. van Woudenbergh, inv.nr. U093a039, akte nr. 9
  14. GA Utrecht, ONA, Nots. P. De Bertoul , inv.nr. U133a001, akte nr. 127
  15. GA Utrecht, ONA, Nots. F. Van Merkerck , inv.nr. U077a003, akte nr. 35
  16. GA Utrecht, ONA, Nots. N. Van Vechten , inv.nr. U064a007, akte nr. 197
  17. GA Utrecht, ONA, Nots. N. Van Vechten , inv.nr. U064a008, akte nr. 91
  18. Nadere Toegang op inv. nr 529 uit het archief van de Dorpsgerechten, 1515-1813 Doorn
  19. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Van Overmeer , inv.nr. U018a001, akte nr. 158
  20. Archief Eemland, ONA Amersfoort toeg.nr. (0083-inmaster?) , Nots. J. van Ingen, inv.nr. AT 002a003 folio 481.
  21. GA Utrecht, ONA, Nots. C. van Vechten, inv.nr. U031a001, akte nr. 126
  22. GA Utrecht, ONA, Nots. J. van Overmeer, inv.nr. U018a002, akte nr. 80
  23. GA Utrecht, ONA, Nots. J. van Overmeer, inv.nr. U018a002, akte nr. 116
  24. RHCU, Dorpsgerechten Archief. nr. 64, inv. nr 527, d.d. 18-12-1643, transcriptie H.J. Postema
  25. GA Utrecht, ONA, Nots. B. Terbeeck Van Coesfelt , inv.nr. U035a001, akte nr. 90
  1. GA Utrecht, ONA, Nots. T. Masius , inv.nr. U037a001, akte nr. 419
  2. GA Utrecht, ONA, Nots. T. Masius , inv.nr. U037a001, akte nr. 420
  3. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 89v
  4. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21639583
  5. Arsip Nasional Republik Indonesia, ⇒ marginalia_search
  6. file 2521, folio 259
  7. Database van VOC documenten, ⇒ databases.tanap.net
  8. NA 1.04.02 8901 Ceylon 155 - 162
  9. NA 1.04.02 1370 Ceylon 1629 - 1632
  10. NA 1.04.02 8918 Ceylon 903
  11. NA 1.04.02 8918 Ceylon 873
  12. NA 1.04.02 8925 Ceylon 1 201 - 206
  13. Ref Amersfoort ...
  14. Amstelodamum 29(1942)38
  15. Amstelodamum 23(1936)155
  16. Amstelodamum 46(1959
  17. Archief Eemland, ORA Amersfoort, Transporten, Toeg.nr 0012, inv.nr. 436-28, akte.nr. , blz. 89v
  18. ..
  19. Van der Aa, sub voce Codde
  20. Van der Aa, sub voce Codde
  21. ANF 16(1903)434
  22. GN 42(1989)380

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 31
Back to previous
generation 29
Directly go to generation :
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13