This page was last updated : 181026.
File size is: 88 k.
Varia
Generatie 29
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Varia,
version 1.6,
Muiden, 2018.
© Copyright 2018 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Varia Gen. nr. 29


De 17de-eeuwse generaties Van Tets /Tetz ..


I

Ia. Willem van Tetz, geb. vóór ca. 1600, wordt als Willem Theth op 11-4-1641 poorter van Amsterdam, afkomstig uit Wan(de)lo, tr. vóór 1624 NN, ovl. na 1652.



II

IIa. Gerrit (Gerardt) van Tetz, geb. in het Lant van Gulick 1623, ovl. 1677-1681 (in 1683 blijkt dat zijn broer Willem de doodschulden heeft moeten voorschieten), vaart in 1644 als supracargo (officier verantwoordelijk voor de lading) in dienst van de WIC naar Brazilie en in 1645 als ondercommies naar de Cust van Africa, waar hij 4 jaar blijft, vaart omstreeks 1651 met het schip Carolus naar de Cust van Guinea, is bij zijn eerste huwelijk coopman out 28 jaer wonend opt Jorispleijn (1652), wednr. van Cornelia van Schoor wonende op de Prinsegraft (1655), wordt op 5-4-1652 als Geraerd van Tetz, koopman, poorter van Amsterdam als getrouwt hebbende Cornelia van Schorel, dochter van Thomas Pietersz van Schorel, in sijn leven koopman en poorter deser stede",[1] treedt op als borg en principaal voor zijn broer Willem (1661), wordt in januari 1662 enkele dagen opgesloten door de schout van Amsterdam wegens het schrijven van een de WIC onwelgevallige brief, maar enkele weken later daarvan vrijsproken, verklaart op 24-4-1664 bedragen schuldig te zijn wegens gestelde borgtochten, tezamen voor meer dan ƒ 15.000,--, waarvan de vereffening hem niet gelukte zodat op 22-6-1667 bij decreetbrief het huis op de Prinsengracht werd verkocht,[2] sluit ca. 1674 als capiteijn en coopman een overeenkomst met Jan Anthony Huygens, coopman, een reis naar West-Indië te ondernemen, welk plan blijkbaar in 1675/76 wordt uitgevoerd, stamvader van de (uitgestorven) RK tak van Tets te Amsterdam,
- otr. 1o Amsterdam pui 5-1-1652 (get. sijn broeder Willem van Tets, hij vertoont een missive van de heer Schaep vanwege het consent sijns moeders, en get. haer moeder Sophia Dircx) Cornelia van Scho(o)rel, geb. 1627/28, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk en Engelse Kerk 20-2-1653 ("Cornelia van Schorel op de Heeregracht ƒ 8,--"), afkomstig van Amsterdam, out 24 jaer wonend op de Nieuwedijk (1652), dr. van Thomas Pietersz van Schorel, koopman op de Nieuwendijk, en van Sophia (Fijtje) Dircx,
- otr. 2o Amsterdam pui 30-1-1655 (op de acte van P. Helsdingen secretaris tot Amersfoort ingeteeckent, in margine: hij heeft den 30-1-1655 de weescamer voldaen) en tr. Amersfoort schepenen 14-2-1655 (met attestatie van Amsterdam) Margareta Verwers (Ververs)(¥), geb. ca. 1620-1624, ovl. 1665-1677, woont in 1651 als bejaerde jongedochter te Haarlem en bij huwelijk in 1655 te Amersfoort, dr. van Willem Hendriksz Verwer en van Annetje Pieters Spiegel(s).
Gerrit van Tets woont achtereenvolgens op het Jorisplein (1651, 1652), Herengracht (1653) Prinsegracht (1655, 1656), Herengracht (1659), Oude Schans (1660), Prinsegracht (1665, 1667), Oude Schans (1674).

NB Overlijdens- of begraafaantekeningen van Gerrit van Tetz en van diens tweede vrouw Margareta Verwer(s) zijn niet gevonden te Amsterdam.

COMMENTAAR(¥) Zij moet niet verward worden met de gelijknamige Margareta Verwers, geb. 1634 ex Hendrik Claesz Verwer x Maria (de) Vlamingh van Outshoorn, die tr. Dirk Steenoven, "opperclerck ende eerste bode van de weescamer" (1656-1696).[3] [4]
Hieruit o.a.
  • 1. Henricus Steenhove;, koopman, tr. 1618 Catharina Margreta van Kempen, die de ouders zijn van Dr. Mr. Theodorus Steenoven x 1718 Maria Jacoba van Tetz (zie hieronder n° IIIa sub 3),
  • 2. Cornelis Steenoven, priester en in 1723 aartsbisschop van Utrecht.[5]

Op 26-10-1632 bieden Pieter Laurensz Spiegel, Laurens Spiegel en Willem Henricx als vader van de kinderen verwekt bij wijlen Annetgen Spiegel te koop aan: "Een bruykweer land met een schoone welbeplante boomgaard, stenen kamer, bovenhuis en beplanting, gelegen bij de Overtoom, in de banne van Slooten, neffens 't huys ter Vraech, groot 41 Rijnlandse Morgen zijnde gedurende vele jaren gedurig en met groote kosten toegemaakt, strekkende van drie voeten in de Schinckel aff tot de Slooterwegh toe, geteekent met de letter A, belend ten O. 't huys ter Vraech ende ten westen het Weeshuys tot Amsterdam". Het perceel werd gekocht door Melchior van Hoorn voor 900 gulden per morgen. Het transport geschiedde op 3-1-1635 door Pieter Louriesz Spiegel en Louris Spiegel woonende te Amsterdam soo voor haer selven ende als voogden van de kinderen van Willem Hendriksz Verwer geprocreert by Annetgen Spiegel sal. [6]
Op 7-2-1650 verkoopt H..en Mauritsz bontwercker aan Gerrit van Tetz, een huis en erf op het westeijnde van de Prinsengracht te Amsterdam. Hij heeft als principael Hans Houpsdorp? en Baltes Pietersz Bontwerker als borg. Koopprijs ƒ 8500,-- [7]

Op 23-12-1649 wordt bij executie verkocht aan Gerrit van Tets en Willem van Tetz tsamen een huis en erf aan de oostsijde van de Prinsengracht te Amsterdam, belend Jeuriaen Hendricks Backer ZZ en Aegje Cornelis NZ, strekkende voor vanaf de gracht tot achter aen de huisinge toecomende de erven van Jan Claesz de Boer. Het huis heeft toebehoord aan Mr. Simon Molerius, chirurgijn. De koopsom is ƒ 4603,--, die Gerrit van Tets en Willem van Tetz op 28-6-1651 hebben betaald. [8]

Op 19-12-1651 verkopen Margareta Verwers bejaerde dochter wonende tot Haerlem, geassisteerd met Jan van der Mije, haer oom en vooght in desen (hij was gehuwd met Machteltje Pieters Spiegels, zuster van Margareta's moeder) en Jan van der Mije als gemachtigde van Pieter Willemsz Verwer wonende tot Leuven, aan Dirck van Cattenburgh oud president der stadt 's Hertogenbosch, een packhuijs en erve met huijsinge daerachter op de Cloveniersburghwal te Amsterdam, belent de erfgenamen van de heer burgermr. Joppen doorgaens aen de ZZ ... de (erven?) van heer Claes Verwer voor ende de clr? van Steven Jansz Meulen achter ende NZ, streckende voor van de straet tot achter op de Groeneburghwal, ende dit met sodanige vrije ofte gemeene muijren met sijvers? met al sulcke gerechtigheden van waterlosingen ende andersints als vercopers 't versz packhuijs, erve ende huijsinge tsedert 1-4-1642(¥) to nu toe gepostuleert hebben ende voorts in alle schijne? deselve aldaer gelegen zijn, beheijnt ende betimmert staen ende zijn comen staen. So datse daeromme in de versz. qualite als principalen Andries van der Laen ende Francoijs Deleeu mede comparerende als borgen, beloofden onder't verband respectieve van allle hunne? ende des versz. P(iete(r) Verwers goederen .. 't versz. packhuijs, erve ende huijsinge te vrijen ende vrij te waren jaer en de dagh als men.in gee.. schultis? te doen ende alle(ha?)nde brieven aff te nemen, des beloofden ende sonder argh ende (list?) oirconde den 19-12-1651. Koopprijs ƒ 19050,--. [9]

COMMENTAAR(¥) Het betreft hier het pakhuis en erf met huizing op de Raamburgwal (Raamgracht) genaamd Het Blauwe Laken (in de ververij zijnde een gedeelte van de huizing) dat op 1-4-1642 wordt verkocht door Volckert de Vlamingh van Outshoorn en Dirck Claesz Verwer, als geordonnerde voogden van de kinderen van Hendrick Claesz Hendrixsz en Maria Vlamings, aan de kinderen van Willem Hendriksz Verver, wednr. van Annetje Spiegels. [10] Laatstgenoemde was al begraven Nieuwe Kerk 14-12-1624.
Begraafregister van de Weeskamer Amsterdam:
Cornelia van Schorel op de Heeregraft de h.v. Gerrit van Tets 20 feb 1653 -- 1 (nagelaten kind)
in margine: bewesen den 3-7-1653 [11]
Op 4-1-1662 hoort de Schout van Amsterdam Isaac Cooijmans coopman en inwoner, en Gerard van Tets coopman en burger van Amsterdam.
Gerard van Tets "heeft geagnosceert (als echt erkend) sekere Portugeessen brief en ondertekeninge voor sijne eijgen handt, geschreven uijt Amsterdam op dingsdagh koningendagh in de maent regentijt in den jare 1660, aen Jan Claesz, groot capiteijn der swarten en blancken op Cabo Cors in Guinea (mede int informatieboeeck geregistreert) inhoudende dat hij den selven capiteijn, (de welcke geen versekert vrint van de Westindische Comp(agnie) en is), waerschouwt dat de Comp(agnie) op hem aenleijt om hem omhals te doen brengen, en dat hij hem sal hebben te wachten."
Hierna volgen conclusies van de schout en beschrijving van verdere acties. [12] Volgen verdere verhoren op 6-1-1662 waaruit blijkt dat Gerard van Tets in 1644 als supracargo in dienst van de WIC naar Brasil gevaren is en in 1645 als ondercommies naar de Cust van Africa en aldaer 4 jaeren in dienst gebleven is, waarna hij "cael ende gesont" thuis gekomen is, en vervolgens 7 jaren op zijn geld heeft moeten wachten. In een tweede verhoor beaamt Gerrit van Tets dat hij omtrent 10 jaren geleden in dienst van de WIC met het schip Carolus op de Cust van Guinea was. [13]
Op 26-1-1662 wordt de zaak vervolgd. Hij heet dan Gerrit van Tets uit het Lant van Gulick van geboorte, coopman en burger out 39 jaren. Verdere ondervraging. Op 31-1-1662 ontseggen Schepenen mijn heer de Schout sijnen eijsch en absolveren Gerrit van Tets die al op 8-1-1662 uit gevangenschap was ontslagen. Hij wordt wel veroordeeld om de kosten van sijne gevancenisse en mise van justitie betalen. [14] zie voor deze kwestie ook Consultatien, advysen, en advertissementen dl. V, Amsterdam, 1728
Op 1-11-1666 compareren Sr. Gerrit van Tets (tekent Gerrardt van Tetz), coopman te Amsterdam voor 1/32 part, Crijntje Arens Mijnema wed. van Dirck Stenove voor 1/16, Anna Maria, wed. van Jan Jacobsz Reus voor 5/16 part, Jan van Goedesbergen voor 13/32 parten, sulx alle medereders waren aan den schepe genaamt De Reus, schipper Jan Jacob Reus. Ende bekenden ontfangen te hebben uijt handen van de SS(eigneu)ren Gotarde en Jan Casper Hatting mede reder voor 1/8 part sodanige somme van penningen als ijder a rato sijn voorsz aandeel was competerende in de somme van (niet ingevuld) st (niet ingevuld) die deselve SSrs Hatting door hun comp(aran)ten procuratie mi? onlangs van desen staat heeft uijt cragte ende op rekeninge van d'assignatie van 1000 stucken van achten getrocken uijt Algiers door den Consul van der Burgh tot laste van desen staat, uijt te betalen aan hun comp(aranten) schipper Jan Jacobsz Reus voorsz. Dien..olijens? die voorsz SSrs Hatting daaervan niet alleen quiterende voor soveel te? verwijderen aamaninge indemnerende maar beloven oock sij comparanten henlieden tallendagen van alle open aanspreecken konnen. Gelasten dien aangaaende ijder na sijne parten t ontheffen, guaranderen ende bevrijden, ende elck sijn ontfangen penningen int root, wederom te restitueren ende teberde te brengen, daaronder verbinden den comparanten elcx persoon en goederen, roerende, onroerende , hebende ende verkrijgende, alle de selve ende den keur van dien submitterende ten bedwange van alle regten ende geregten, ende consenterend mij Nots. An. van de Ven openbaar acte dat aldus psseerde binnen Amsterdam in presenie van Pieter de ... ende Pieter Basis? als getuigen. Wg. allen, behalve Anna Maria met een kruisje. [15]
NB Jan Casper Hatting is directerur van de Levantschen Handel, Gotharde zijn zoon. Met "stucken van achten" wordt bedoeld het spaanse muntstuk van 8 Reaal. 1 Reaal was waard "twee gulden vyff stuvers".
Inventaris van het familie- en bedrijfsarchief van Henri François Schilders en Sibilla Bosschaert 1657-1693: [16]
Overeenkomst tussen Gerrit Tetz, scheepskapitein, en Giovanni Ant. Huygens, koopman, om samen een reis naar West-Indië te ondernemen op het schip St-Christoffel met de belofte dat de langstlevende zorg zal dragen voor de nalatenschap van de ander. Zonder datum (ca. 1674).

Volgens Ref. [17] blijkt dat op 14-11-1676 de heer Gerard van Tetz, capiteijn en coopman, met Jan Anthony Huygens, coopman, met het schip S. Christoffel na de Rivier van Buenos Aires reist, anno 1675

--- Inbrengregister Weeskamer Amsterdam: [18] [19]
Op 2-7-1681 heeft Mr. Guiljelmus van Tets, adv(ocaa)t, de meerderjarige broeder, alhier opgebraght staet en inventaris van de goederen naegelaten bij Gerrit van Tets en Margareta Verwers, gepass(eer)t voor den no(tari)s Mr. David Doornick op den 23-4-1681.(¥) Hij verklaart dat ingevolge deze inventaris en een rekening die door hem als rendant thans wordt opgebracht, toekomt aan de drie minderjarige kinderen van Gerrit van Tets en Margareta Verwers "soo van vaeders als moeders erff": aan Agatha van Tets, oud 16 jaar ƒ 320:8:8, aan Margereta van Tets, oud 14 jaar ƒ 185:18:8 en Gerardus van Tets, oud 13 jaar ƒ 264:0:8. Tesamen is dit ƒ 770,7,8 van welk bedrag terstond ƒ 470,7,8 is belegd "aen 't lant" tegen 4% per jaar, en in een obligatie van ƒ 300,-- op Hendrik Roelofsz botterverkooper d.d. 3-1-1681. Verder blijven nog in de gemene boedel enige quaede schulden zoals gespecificeerd in de inventaris. [20]

COMMENTAAR(¥) De akten van Mr. David Doornick van het jaar 1681 zijn niet digitaal beschikbaar.
Op 19-9-1681 is de bovengenoemde obligatie door weesmeesters overhandigd aan Hendrick Roelofs, die daarvoor opbrengt een weesmeesterkennisse van ƒ 300,-- op Hendrick Roelofs kuijper, botterverkooper en Catharina Joosten echtelieden. [21]
Op 25-11-1683 zijn aan Willem van Tets postmeester, uit de renten van het kapitaal overhandigd (inktvlek).. en veertig gulden en twee stuivers ter voldoening van de doodschulden van de voornoemde Gerard van Tets deser wereld overleden sijnde, door hem Willem van Tets voorgeschoten. [22]
Op 14-3-1684 heeft Willem van Tets, den oom, opgebracht ten behoeve van de voorsz kinderen ƒ 300,--, "geprocedeert" van 1/16 part in het schip de St. Salvador, waar schipper van is Jan Jansz Timmerman, welke ƒ 300,-- is belegd "aen 't lant tegens 4% per jaar". [23]
Op 5-4-1686 is van de voorsz beleggingen aen 't lant overgeschreven op rekening van Adam de Wees ƒ 83,-- en overhandigd aan Christophorus Hellerus, die bij akte van 24-9-1685 voor Nots. David Doornick is gemachtigd door Joan in Bona als man en voogd van Geertruijd Adriana van Tets. Dit bedrag komt haar toe ter voldoening van 1/6 part in de voorsz ƒ 300,-- wegens het hierboven ingebrachte scheepspart, en dan op rekening in mindering van de portie die haar toekomt in de erfenis van haar broer Gerard van Tets deser wereld overleden. Akte is opgemaakt in het bijzijn van de meergedaghte Geertruijd Adriana van Tets. [24]
Op 18-7-1686 zijn van der voorsz penningen nog op rekening van Adam de Wees overgeschreven ƒ 33,-- en van deselve de Wees daer voor ontvangen gelijke ƒ 303,-- in gelt, die aanstonds wederom zijn overhandigd aan Geertruijd Adriana van Tets, die machtiging heeft van haar man Johan in Bona coopman te Hamburg volgens acte d.d. 23-8-1686 oude stijl bij Nots. Elias Frahm te Hamburg, ter voldoening van - 1/4 part die haar toekomt als erfgenaam ab intestato van haar broeder Jacob van Tets die in Westindien is overleden, volgens bescheiden daarvan aan de weesmeersters vertoond, - 1/5 part die genoemde Jacob van zijn vooroverleden broeder Gerard van Tets had geërfd, - 1/5 part die haar zelf van haar overleden broeder Gerard van Tets toekomt, Zij behoudt alsnog het recht op wat haar uit de voorsz twee erfenissen toekomt uit de voorsz obl(igati)e van ƒ 300,-- op Hendrik Roelofsz, en bekende hiermee voldaen te zijn in de erfportie van haar vader, moeder en twee overleden broeders. Acte in het bijzijn van Agatha en Margaretha van Tets. [25]
Op 1-11-1686 zijn van der voorsz penningen nog op rekening van Adam de Wees overgeschreven ƒ 300,-- en van deselve de Wees daer voor ontvangen gelijke ƒ 300,-- in gelt, die aanstonds wederom zijn overhandigd aan Agatha van Tets en aan Margaretha van Tets die beide van de "hooge overigheijt" venia aetatis hebben ontvangen, op rekening van hun portie in de voorsz goederen. [26]
Op 16-1-1687 zijn van der voorsz penningen nog op rekening van Adam de Wees overgeschreven ƒ 275,-- en van deselve de Wees daer voor ontvangen gelijke ƒ 275,-- in gelt, daaervan aanstonds wederom aan Agatha van Tets zijn overhandigd ƒ 205,-- en aan Margaretha van Tets de resterende ƒ 70,--, waarmee zij bekenden voldaen te zijn in de erfportie van hun vader, moeder en twee overleden broeders. Zij behouden hun portie in de voorsz weesmeesterkennisse van ƒ 300,--, en de verdere uitstaande schulden. Acte in het bijzijn van Gillis Verhoeven de goede bekende. [27]
Op 18-9-1687 zien schepenen een acte gepasserd voor Nots. Jacob de Winter d.d. 14-8-1687, waarin Siberta Damen voor haar zelf als wed. en boedelhoudster van Mr. Willem van Tets en als voogdes over haar kinderen bij hem, afstand doet van van de portie die haer uit voorsz goederen toekomt zijnde ƒ 79,7,8, waarvan zij aan Geertruijd Adriana van Tets, die machtiging heeft van haar man Johan Inbona volgens acte d.d. 23-8-1686 bij Nots. Elias Frahm te Hamburg, ƒ 18,13,- overhandigt, en de resterende ƒ 60,14,8 aan deze Geertruijd Adriana en Agatha en Margareta van Tets, die daer mee en met de voorsz weesmeesterkennisse van ƒ 300,-- op Hendrik Roelofs Kuijper bekennen voldaan te zijn. [28]
--- einde Inbrengregister
Op 14-8-1687 compareert Juffr. Siberta Damen voor haarzelf en als wed. en boedelhoudster van Mr. Willem van Tetz, advocaat, en als moeder van haar minderjarige kinderen bij hem ingevolge mutueel testament d.d. 11-1-1677 voor Nots. David Doornick, ten behoeve van Juffr. Geertruijd van Tetz huisvrouw van Johannes Bona woonachtig te Hamburg, die machtiging heeft van haar voornoemde man anno 1686 stilo veteri voor Nots. Elias Frahm te Hamburg, en ten behoeve van Agata en Margareta van Tetz meerderjarige dochters wonend te Amsterdam, alle drie zusters van haar man Mr. Willem van Tetz zaliger. Zij doet afstand van alle erfenissen, middelen, actien en gerechtigheden die haar zijn aangekomen door het overlijden van Gerrit van Tetz, vader van haar man, en eveneens van wat haar is aangekomen door het overlijden van Jacobus en Gerrit van Tetz haar mans broeders. Dit alles met uitzondering van schulden en lasten, die zij zelf wil afhandelen. De drie zusters compareren eveneens en accepteren datgene waarvan Siberta Damen afstand doet en vrijwaren haar voor eventuele aanspraken die haar man in zijn leven gehad zou mogen hebben "wegens de affairen van sijn vader Gerrit van Tetz". [29]

IIb. Willem van Tetz (Teths), geb. 1624/25, beg. Amsterdam Oude Kerk 20-8-1694 ("Willem van Tets op de Oude Schans, ƒ 8,--"), afkomstig van Wandelo, out 26 jaer, wonend opt Jorispleijn (1651) ambtenaar ter thesaurie (1647, 1653, 1655),[38] bode op Atnwerpen (1658), later postmeester en bode op Antwerpen te Amsterdam otr. Amsterdam geref. 14-9-1651 (hij vertoont acte van moeders consent, zij geen ouders hebbend, get. haer petemoij Machtelt Lodders, in margine: transactie te tonen name w... waer hij voordesen hier ter camer is verschenen, en is acte verleent den 30 september, present Reijnst en Hinlopen) Jacomina (Mientje) Lodders, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 20-6-1634 (get. Hilobrant Pietersz Vinc);, beg. Amsterdam Oude Kerk 16-11-1688 ("Jacomina Lodde van de Oude Schans, ƒ 8,-,-") , afkomstig van Amsterdam out 17 jaren wonende op de Coninxgracht (1651), dr. van Jan Jaspersz Lodder en van Marritje Jans van Hoorn.

Op 23-12-1649 wordt bij executie verkocht aan Gerrit van Tets en Willem van Tetz tsamen een huis en erf aan de oostsijde van de Prinsengracht te Amsterdam, belend Jeuriaen Hendricks Backer ZZ en Aegje Cornelis NZ, strekkende voor vanaf de gracht tot achter aen de huisinge toecomende de erven van Jan Claesz de Boer. Het huis heeft toebehoord aan Mr. Simon Molerius, chirurgijn. De koopsom is ƒ 4603,--, die Gerrit van Tets en Willem van Tetz op 28-6-1651 hebben betaald. [39]
Op 18-6-1655 verkoopt Willem Pietersz Dommer aan Willem van Tets, een, huis, erf genaamd de De Vijf Kolommen op de Koningsgracht (Singel) te Amsterdam met een overtimmerde gang uitkomend in de Beulingstraat. Principaelen en borgen zijn Cornelis Joosten Glimmer en Salomon van Exel. Koopprijs ƒ 7300,--. In margine: den 22-6-1655 solvit voor de 40ste penning ƒ 178,1,-. [40]
Op 4-9-1655 verkoopt Jan Albartsz Cloet aan Willem van Tetz, een tuin en tuinhuisge daarin op het Jan Olienpadt te Amsterdam. Koopprijs ƒ 1750,--. [41]
Op 18-5-1658 verkoopt Abraham Kerstensz, hoedecramer aan Willem van Tets, bode op Antwerpen een ½ huis en erf in de Beulingstraat te Amsterdam. Principaelen en borgen zijn de gebroeders Isaac Ophogen en Jacob Ophogen. Koopprijs ƒ 1200,-- contant. [42]
Op 27-4-1661 verkoopt Willem van Tetz aan Henrick Staets, een, huis en erf genaamd de De Vijf Kolommen op de Koningsgracht (Singel) te Amsterdam, met een ... ..(G?)angh tot desen huijse behorende, uijtcomende in de Zwaluwstraat. Principaelen en borgen zijn Jacobus Wildschut secretaris van de Ca(ntore?) van Asseurantie, en Gerard van Tetz. Koopprijs 14500,-- [43]
Op 29-4-1664 verkoopt Johan van Waveren, Heere van Waveren, raed ende oud-schepen van Amsterdam, aan Willem van Tetz, een Tuin op het Overamstelpad tussen Zuijd Overamstelpad en noord Overamstelpad te Amsterdam, groot omtrent 8 roeden en strekkende van het ene tot het andere padt, belend Jonathan Levi Portugees met een gemeene schutting WZ en Marius Jansz Meij met een gemeene schutting OZ. Koper moet de paden hart, vast, wel beschoeijt ende wel gangbaer sonder eenige belemmering, tsij van stoepen, behuijsen, secreten, schuijtten, huijsen ofte andersints ten eeuwigh dagen onderhouden. Koopprijs ƒ 1850,--. [44]
Op 22-6-1666 verkoopt Willem van Tets en Joachim Gedeonsz Dronrijp gemachtigde van Gerard van Tets impetranten van willige decreet aan Johannes Bruijnenburgh, een huis en erf op de Prinsengracht (OZ) het tweede huijs benoorden de Berenstraat te Amsterdam, belend Aeltgen Cornelis NZ , Daniele Croes met een gemeene muur en looden goot ZZ, strekkende voor van de straet tot achter aen de wed. Juriaen Weuts. Koopprijs ƒ 4500 te betalen op drie dagen : 1 mei en 1-11-1667 en 1-5-1668, telkens een derde. [45] ,[46]
Op 19-12-1666 oorkonden schepenen dat op 5-1-1658 verkocht is een ½ huis en erf te Amsterdam in de Beulingstraat (NZ) waar het Wapen van Aecken in de gevel staet, destijds belend Jan de Visscher OZ, de ganck van Claes Woutersz steenhouwer WZ, strekkend voor van de straet tot achter aen 't erf van de voorsz Claes Woutersz, welverstaende dat dit huijs behouden sal een vrije waterlosinghe over de voorz ganck ende mogen timmeren over desen ganck mits latende totte deurganck zeven voeten totte hoogte ende wijte sulx die jegenwoordich is, voorts in allen schijne t voorsz huijs ende erve toebehoort hebbende Abraham van der Heijden voor ƒ 1032,-- die de voorsz Willem van Tets te borde gebracht (heeft) den 19-12-1666. [47]
Op 16-6-1667 verkoopt Willem van Tetz, bode op Antwerpen, aan Hendrik Staets, een huis en erf genaamd Het Wapen van Aken in de Beulingstraat (NZ)Amsterdam, met een overtimmerde gangh etc zoals beschreven in vertoonde brieven. Koopprijs ƒ 1775,-- contant. In margine: De brieven in desen gemelt sijn gepassert d'eerste bij Jan Michiels de Witt, cleermaker, ten behoeve van Jan Carstensz, timmerman, den 8-8-1622, en bij Abram Cerstens hoedecramer, voor d'helft aen de comp(arant) in dato 18-5-1658 [48]
Deselve hebben op 22-6-1667 bij decreet verkocht aan Isack van der Heijden, een huis en erf op de Prinsengracht (WZ) te Amsterdam. Koopprijs ƒ 7500,--.
Volgen aantekeningen over Pieter Bouwens en Cornelis Berckman die borgen zijn voor Gerard van Tetz, voor respectievelijk ƒ 1602,-- en ƒ 4237,-- (Bouwend) en . ƒ 4000,-- (Berckman). Van november 1667 tot juni 1668 worden door hen bedragen afgeboekt of geïnd voor een totaal van ƒ 7500,--. Onderaan staat: geliquideert den 19-6-1668 ende de decreet brief overgelevert. [49]
Op 28-6-1667 wordt een copie opgemaakt van verkoopt Willem van Tets aan Isack van der Heijden, een huis en erf op de Prinsengracht (WZ) te Amsterdam. [50] TEKST nog aanvullen. copije acte verkopers Willem van Tets en Joachim Gedeonsz Dronrijp gemachrigde van Gerard van tets impetranten van wilig decreet voor het Hof van Holland zij hebben het genoemde huis verkocht moet betaald in drie termijnen 1mei , 1nov en 1 mei 68 en darenboven toto een vereringde een silvere beker tot discretie van den cooper voor de huijter (afko streep er boven) van Gerard van Tets. belovvende de vercoopers het huis op 1 mei te leveren volgens koopvoorwaarden van 24-12-1666
Op 20-4-1679 verkoopt Barend Willemsz aan Willem van Tets, een huis en erf in de Korte Keizersstraat (ZZ) te Amsterdam. [51] TEKST nog aanvullen.
Hof van Holland, Rekesten om mandement
3-7-1716: Mandament van Rau Actie
Suppliant Jacobmina Matton, weduwe van wijlen Pieter Vessuip te Delft, wijlen Willem van Tets, grootvader van moederszijde, in zijn leven posstmeester van 't Antwerpse kantoor te Amsterdam, Jacob Tets, een dochter van Jacobmina Matton (geen naam genoemd). Hendrik Faese (zoon van de zuster van Willem Tets, de neven Egbert Lodders en Barent Rutgers (of Nutgert). Beiden executeurs van het testament.
Tegenpartij: Jacob Reesse, koopman te Amsterdam
Betreft: Supplianten verzoeken het Hof om de tegenpartij te bevelen, de nagelaten boedel en goederen van wijlen Willem Tets over te dragen aan de supplianten.
Beschikking van het Hof van Holland: Fiat ut Petitur
Bijzonderheden Na het overlijden van beide executeurs, Egbert Lodders en Baarent Rutgers is de plaatsvervangende executeur Jacob Reesse benoemd. [52]

Relaas over het vergaan van het spiegelretourschip De Waterland op 12-9-1692 als gevolg van een beschieting door een Frans eskader. Johannes van Tets (1667-1692) kwam hierbij om het leven
Bron: Lambert van den Bos, Tweede vervolg van saken van staat en oorlog, Volume 1, Amsterdam, 1699.[56]

klik op plaatje(s) om te vergroten


III

IIIa. Dr. Mr. Willem van Tetz, geb. sep/okt(¥) 1652, ovl. "buitenslants"? 1687, ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 13-10-1672 ("Guilielmus van Tetz", Amstelodamus, 20 (jaar)"),[58] ingeschreven als kandidaat rechten aan de Universiteit van Harderwijk 2-6-1675 ("Guilielmus van Tetz", Amst.-Bat."),[59] en promoveert aldaar diezelfde dag in de rechten, [60] bij huwelijk advocaat van Amsterdam, out 23 jaar, wonend op de Oude Schans (1676), vermeld als lid van het St. Caecilia-college van het Alderhoochweerdichste ende Alderheylichste Sacrament te Amsterdam (1678),[61] otr. Amsterdam pui 23-9-1676 (get. haar vader Adam Damen en haar moeder Claasje Damen, in margine: (sijn) vaders consent door Booner goet ingebracht) Ziberta (Sigiberta) Da(e)men, geb. 1651/52, beg. Amsterdam Oude Kerk 2-5-1727 ("Siberta Daemer wed. Mr. Guillelmo van Tets op de Heeregraft bij de Reguliergr(aft) bij avont begraven int graf Voetb(oog)capel n° 49, 50, ƒ 8,-,- , ƒ 2,10,-"), afkomstig van Amsterdam out 24 jaar wonende op de Fluweele Burghwal (1676), huw. get. (1701, 1718), dr. van Adam Damen en van Clasina Pater(s).

Op 21-9-1676 maken Mr. Willem van Tetz advocaat, jongman ende verkregen hebbende veniam aetatis, en Jouffr. Siberta Damen, jongedochter, huwelijks voorwaarden. De aanstaande bruidegom wordt geassisteerd met Pieter van Schorel, zijn oom, de bruid met Adam Damen, haar vader, Jouffr. Clasina Paters haar moeder, Jacobus Damen, haar broeder en Jan van Kempen, haar schoonbroeder. Er worden nadere afspraken gemaakt over ingebrachte goederen en de duarie. Bij kinderloos overlijden van de langstlevende gaan de goederen naar de zijde vanwaar zij gekomen zijn. W.g. alle comparanten en getuigen. [62]
Op 11-1-1677 compareren Mr. Willem van Tetz, advocaat, en Jouffr. Siberta Damen, echtelieden wonende te Amsterdam. Zij maken een mutueel testament op de langstlevende, onder herroeping van de eerder gemaakte huwelijkse voorwaarden voorzover strijdig met het huidige testament. Zij benoemen elkaar tot algeheel erfgenaam, met dien verstande dat als een van hen kinderloos overlijdt er een uitkering gedaan dient te worden door de langstlevende. Als Willem van Tetz de langstlevende is dan dient hij uit te keren aan Adam Damen en Clasina Paters, de vader en moeder van testatrice of aan de langstlevende van hen beiden, en anders niet. Als Siberta Damen de langstlevende is dan dient zij uit te keren aan Gerrit van Tetz, vader van de testateur, alleen als deze nog in leven is en anders niet. De uitkering is de legitieme portie. Als de eerststervende kind of kinderen heeft, dan zijn deze kinderen erfgenamen bij representatie van diens goederen, behoudens dat de "langstlevende tot sterven ofte wederhuwelijcken toe sal bliven sitten rustelijck ende brediglijck" in al deze goederen, en deze zal administreren. De langstlevende dient ook de kinderen "op te voeden ende groot maecken met cost, dranck, cledinge, schoolgaen, exercitie leeren", en uit te zetten bij meerderjarigheid of wanneer de langstlevende hertrouwt. Testateurs benoemen elkaar tot enige en absolute voogd(esse) over eventuele nagelaten omondige kinderen. Bij hertrouwen van de langstlevende dient deze een of meer "eerlijcke manspersonen uijt de respectieve naeste vrienden of anderen" als medevoogd te kiezen. Dit alle onder uitsluiting van de weeskamer etc. Acte in presentie "van Johannes ten Hove en Johannes Trip inwoonders deser stede als getuijgen hierover gestaen sonderlinge versocht ende gebeden." [63]
Medio 1682 zijn Siberta Damen en Willem van Tets in het bezit van een huis op de Nieuwe Herengracht ZZ, een erf op de Keizersgracht NZ, een huis op de Kloveniersgracht, en het huis Dortmont op het Singel. In het voorjaar van 1683 schenkt Willem van Tetz de eerste drie aan zijn drie onmondige kinderen (dan resp. 5, 3 en 1 jaar oud). In juni van dat jaar tekenen zij een scheidingsakte en geven machtiging om hun laatste onroerend goed, het huis Dortmont te verkopen aan Siberta's vader Adam Damen. Willem verklaart "buijtenslants te gaan". Hij overlijdt volgens Ref. [64] in 1687 wanneer Siberta zijn weduwe (sic!) wordt genoemd. Siberta is met de drie dochters in het huis op de Nieuwe Heeregracht gaan wonen, vanwaaruit twee dochters trouwen (in 1701 en 1718), en waarvandaan Siberta in 1727 wordt begraven. In verschillende stukken wordt Siberta steeds de weduwe (sic!) van Mr. Willem van Tets genoemd.
Op 24-2-1682 compareert Susanna Noirot, wed. van Gerard Hasselaer hoofdofficier, burgemeester en raed van Amsterdam, geassisteerd met Mr. Henrik Hooft als haar voogt in deze, en voorts met Mr. Nicolaes Hasselaer, Kornelis de Roos en de voornoemde Henrik Hooft als haar vierendelen. Zij verkoopt aan Mr. Guillelmus van Tetz, advocaet, een huis en erf op de Nieuwe Herengracht ZZ tussen Reguliersgracht en Utrechtsestraat te Amsterdam, belend Catarina Martins, de wed. Scheerman, Dirck Back en Catarina van Duijssel achterzijde, Catharina van Duijssel, Cornelis Corver, Hendrik Staets, Dirk Back en Sieuwert Jansz WZ, voorts aen François Pardique. Principaelen zijn Mr. Hinrik Hooft en Mr. Nicloaes Hasselaer. Koopprijs ƒ 15000,-- contant. [65]
Op 8-4-1682 verkoopt Frans Pardique, coopman, aan Mr. Guillielmus van Tetz, advocaet, een erf geteekent op de stadscaert n° 11 op de Keizersgracht NZ tussen Reguliersgracht en Utrechtsestraat te Amsterdam, breed 26 en lang 181½ voeten, belend Francois Pardique met een gemeen schutting OZ, Daniel Molenijser WZ, strekkende voor van de straet tot achter aen de erven van de Heeregracht. Koopprijs ƒ 1760,-- contant. [66]
Op 30-7-1682 verkopen Anna Haen wed. van Pieter de Witte, Johannes de Witte en Arnold de Witte voor zichzelf en vervangende hun broeder Jacobus de Witte jegenwoordig in Oostindien, erfgenamen onder benificie van inventaris van wijlen hun moeder Geertruijd Roepe, in haer leven wed. van Paulus de Witte, bij willig decreet aan Guillmus van Tets, een, huis en erf op het Singel te Amsterdam over de Zwaantjesbrouwerij, het hoogste van de twee daar Dortmont in de gevel staat. Koopprijs ƒ 17000 contant. [67] [68]
Op 26-3-1683 doet Willem van Tets een donatie aan zijn drie kinderen.
OPZOEKEN Nots. Bocx. 26-3-1683 (nog niet gdigitaliseerd).
Op 26-3-1683 compareert voor schepenen van Amsterdam Arnout Vosdijck als gemachtigde van mr. Guillielmo van Tets advocaat volgens procuratie d.d. 25 en 26-3-1682 voor Nots. Michiel Bockx. Hij verklaart een onwederroepelijk donatie te doen aan zijn drie kinderen en aan kinderen die hij nog mocht krijgen bij Siberta Damen zijn huijsvrouw, voor welke kinderen zijn schoonvader en grootvader maternel Adam Damen mede compareert. Deze accepteert de schenking die bestaat uit:
- Een huijs en erve op de Nieuwe Heeregraft ZZ, tussen de Reguliersgraft en de Uijtersche Straet, dat hij op 24-2-1682 heeft gekocht (zie acte hierboven),
- een erve op de Keijsersgraft NZ tussen de Reguliersgraft en de Uijtersestraet belend Francois Pardique OZ en Daniel Molenijser WZ, dat de constituant op 8-4-1682 heeft gekocht (zie acte hierboven),
- een huis en erve op de Kolveniersgraft OZ, dat hij heeft geërfd van zijn grootmoeder Fijtjen Dirks, wed. van Thomas Pieter Schorel. [69]
Op 5-6-1683 passeren Guillielmus van Tets en Siberta Damen een acte van separatie.
OPZOEKEN Nots. Wilhelmus Silvius d.d. 5-6-1683 (nog niet gdigitaliseerd).
Op 18-6-1683 compareren Mr. Guillielmus van Tets advocaet enerzijds en ju(fr?) Siberta Damen anderzijds. Ingevolge hun acte van separatie d.d. 5-6-1683 voor Nots. Wilhelmus Silvius en approbatie daarvoor door schepenen d.d. 13-6-1683 en na intercessie door Mr. Paulus Buijs en Arnout Vingboons en Alexander Rind procureurs daartoe genomineert, komen zij thans het volgende overeen.
Siberta Damen behoudt de educatie van en directie over hun drie kinderen. Tot alimentatie van haar en de kinderen strekken de vruchten van goederen door hem comp aan zijn kinderen gedaan, waarvoor procuratie is gegeven d.d. 26-3-1683 voor Nots. Bocx.
Jacob Daemen, respectievelijk hun swager en broeder, wordt verzocht de boedel te suiveren en de schulden en lasten te betalen waarvoor beschikbaar is de - huisraet ter waarde van ƒ 2000,--, - het huijs op de Cinjgel genaamd Dormont op de Cingel ter waarde van ƒ 16000,--, - een obligatie ten laste van het Cappittel St Gerven tot Collen (Keulen) ter waarde van ƒ 2500,--, - rente- en custingbrieven o.a. wegens hypotheek van de brouwerij de Arent ten laste van Johannes van den Heuvel ter waarde van ƒ 4000,--. Van de Huisraet zijn uitgezonderd voor Guillielmus van Tets sijn cleederen, sijn bibliotheecq en seekere partije geweren, die hij meeneemt, voor Siberta Damen haar cleederen en juwelen, die zij meeneemt. Wat hiervan overblijft wordt overgedragen aan Jacob Daemen.
Het overschot zal worden verdeeld voor 1/3 aan Guillielmus van Tets en 2/3 aan Siberta Damen waarvan zij de vruchten moet gebruiken tot alimentatie van de kinderen. Indien Guillielmus van Tets dat begeert kan hij later op speciaal verzoek nog recht doen gelden op 2/3 van genoemde 2/3 deel aan Siberta.
De actien die Guillielmus van Tets nog heeft lopen bij de Oost- en Westindische Compagnieën blijven bij hem en worden buiten deze boedelverdeling gehouden.
Voorts wordt overeengekomen "dat eijntelijck de eerste comparant als van meening sijnde buijtenslants te gaan eerst daachs uijt den huijse sal vertrecken".
Mede comparant is Jacob Daemen die het gedane verzoek accepteert. [70]
Op 6-7-1683 compareert voor schepenen van Amsterdam Arnout Vosdingh als gemachtigde van mr. Guillelmus van Tets, en zijn huijsvrouw Siberta Daemen volgens procuratie d.d. 18-6-1683. Hij verkoopt aan Adam Daemen, een huis en erve op de Cingel over de Swaentjesbrouwerije het hoogste van de twee waar Dortmond in de gevel staat. Koopprijs ƒ 16.000,-- contant. [71]
Op 14-8-1687 compareert Juffr. Siberta Damen voor haarzelf en als wed. en boedelhoudster van Mr. Willem van Tetz, advocaat, en als moeder van haar minderjarige kinderen bij hem ingevolge mutueel testament d.d. 11-1-1677 voor Nots. David Doornick, ten behoeve van Juffr. Geertruijd van Tetz huisvrouw van Johannes Bona woonachtig te Hamburg, die machtiging heeft van haar voornoemde man anno 1686 stilo veteri voor Nots. Elias Frahm te Hamburg, en ten behoeve van Agata en Margareta van Tetz meerderjarige dochters wonend te Amsterdam, alle drie zusters van haar man Mr. Willem van Tetz zaliger. Zij doet afstand van alle erfenissen, middelen, actien en gerechtigheden die haar zijn aangekomen door het overlijden van Gerrit van Tetz, vader van haar man, en eveneens van wat haar is aangekomen door het overlijden van Jacobus en Gerrit van Tetz haar mans broeders. Dit alles met uitzondering van schulden en lasten, die zij zelf wil afhandelen. De drie zusters compareren eveneens en accepteren datgene waarvan Siberta Damen afstand doet en vrijwaren haar voor eventuele aanspraken die haar man in zijn leven gehad zou mogen hebben "wegens de affairen van sijn vader Gerrit van Tetz". [72]
Hof van Holland: Rekesten om mandement,
11-5-1712: Mandament om procureur acceptant te stellen
Supplianten: Anna Maria Damen, weduwe van wijlen Joan van Cempen, Siberta Damen, weduwe van Meester Guillielmo van Tetz, en Maria Jacoba Damen, allen voor zichzelf en zich sterkmakende voor Adam Damen, voor hemzelf en als voogd over de minderjarige nagelaten kinderen van Jacob Damen, tesamen erfgenamen van wijlen Clasina Pater, in haar leven weduwe van Adam Damen de oude en als execteurs van de uiterste wil van de voornoemde Clasina Pater.
Tegenpartij: Adam Simonsz Veenrale, eerst koopman te Amsterdam en later wonende te Rotterdam.
Betreft: Clasina Pater voornoemd heeft 2 processen lopen bij het Hof van Holland tegen tegenpartij. Beide zaken zijn voldongen maar kunnen niet verder bepleit worden omdat de procureur van tegenpartij, Abraham Selkaart van Wouw, is overleden. Tegenpartij moet een nieuwe procureur aanstellen en betalen de kosten hierom gedaan.
Beschikking van het hof: Fiat [73]
Op 23-4-1720 verlenen de erven van Vrouwe Clasina Pater, weduwe van den Heer Adam Damen, een volmacht aan Nicolaas van Kempen De acte vermeldt: Vrouwe Anna Maria Daemen, weduwe Jan van Kempen, gerechtigd tot 1/5 in 4/9, Vrouwe Ziberta Daemen, weduwe Quillelmo van Tetsz, gerechtigd tot 1/5 in 4/9, Juffr. Maria Jacoba Daemen, gerechtigd tot 1/5 in 4/9, eadem als universeel erfgename van Adam Daemen, gerechtigd tot 1/5 in 4/9, en als voogdes over twee kinderen van Jacob Daemen, gerechtigd tot 1/5 in 4/9. [74]
Op 22-5-1733 overlijdt ongehuwd te Amsterdam Maria Jacoba Damen, zuster van Siberta Damen. Haar vader Adam Damen bezat een dubbele grafstede in de Oude Kerk te Amsterdam en wel in de Voetboogkapel {numero 49 en 50). Na het overlijden van Maria Jacoba bleek, dat deze grafstede onverdeeld eigendom was gebleven der nazaten van genoemde Adam Damen. Er waren bovendien ook onverdeeld gebleven, circa acht bunders weiland in de gemeente Weespercarspelt aan den Keverdijk gele- gen benevens een Erfpacht groot acht gulden 's jaars, en nog andere waarden, die later bleken te bedragen drie duizend gulden. Genoemde Maria Jacoba heeft bij uitersten wil, de wettige descendenten van haren broeder Jacob Damen en van hare zuster Siberta tot erfgenamen benoemd. Bovendien heeft deze erflaatster nog jaarlegaten vermaakt aan : Clasina Damen, Maria Theresia Damen, Catharina Clasina Stier en Maria Jacoba van Tetz. [75]

IIIb. Willem van Tets, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 17-8-1649 (als Wilhelmus van Test!, get. Aelige Aris), beg. Amsterdam Waalse Kerk 24-2-1690 ("Willem van Test (!), chirurgijn, in de Warmoesstraet bij de St. Annastraet, laet 5 onmondige kinderen (na), huergraft ƒ 15,--")[96], wordt chirugijn te Amsterdam 10-5-1673,[97] bij huwelijk chirurgijn van Amsterdam oud 25 jaren wonend in de Papenburghsteegh (1674), wordt poorter van Amsterdam 30-7-1675,[98] otr. Amsterdam geref. 22-6-1674 (hij met sijn moeders consent, get. haer moeder Albertie Jans, in margine: acte gegeven 8-7-1674dese personen sijn op den 8-7-1674 tot Sloten getrouwt testa Jacobus Spieringh aldaar) Maria van Rossen, ged. Amsterdam Nieuwezijds Kapel 22-6-1650 (get. Teuntien Jansz en Caetelintien Pieters")[99], beg. Amsterdam Waalse kerk 8-12-1727 ("Maria van Rossen wed. van Willem van Tets op de Keijsersgragt tussen de Uijtregtsestraat en den Amstel, ƒ 15,--), afkomstig van Amsterdam oud 29 (sic!) jaren (1674), dr. van Jan Romboutsz en Alberta Jansdr.[100]

Op 30-8-1675 compareren "de Eersame Mr. Willem van Tetz, cirurgijn, ende d'eerbare Maria van Rossen, echteluijden," wonende in de Warmoestraet te Amsterdam. Zij maken een mutueel testament op de langstlevende. De testateuren verklaren verder "dat soo wanneer geen kint off kinderen mogte comen . . . . , en hij testateur de eerststervende quame te . . . . en sijn moeder nogh in het leven mogte wesen'.... aen deselve sijn testateurs moeder sal moeten uyttekeren en laten genieten de bloote en ligitime portie haer naer scherpheyt van regte inde natelaten goederen van hem testateur competerende" enz., "gelijck oock hij testateur in cas sij testatrice eerst mogte coomen te overlijden egene kint off kinderen nalatende gehouden sal wesen aen desselfs moeder als dan noch int leven sijnde te voldoen en uyttekeren mede desselfs blote en ligitime portje". W.g. Mr. Wilhem van Tetz, Maria van Rossen. [101]
Begraafboek van de Weeskamer Amsterdam: (1690)
Na de dood van Willem van Tets wordt door Sara van Rossen, de zuster van Maria van Rossen, ter weeskamer het testament van de echtelieden vertoond. [102]

Referenties van de gegevens van generatie 29 staan ook
hier
Referenties Varia --- Generatie 29 ( 104 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
  1. NL 50(1932)99
  2. Amstelodamum 54(1967)159
  3. Amstelodamum 43(1956)8
  4. Jb. Amstelodamum 61(1969)79
  5. NL 56(1938)507
  6. Jb. Amsteldamum 67(1975)46
  7. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21621497
  8. SAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21582481
  9. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21622451
  10. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21617493
  11. SAA, Weeskamer, begraafregister, A08882000077
  12. SAA, Confessieboeken, Inv.nr. 314, p. 78,79 - CONF00035000080
  13. SAA, Confessieboeken, Inv.nr. 314, p. 81 - CONF00035000083
  14. SAA, Confessieboeken, Inv.nr. 314, p. 81 - CONF00035000083
  15. SAA, ONA, Nots. Anthony van de Ven, inv. nr. 3603, f 182
  16. Mededeling Nicole van Tets, 2018, Museum Plantin-Moretus, Antwerpen, Inventaris van het familie- en bedrijfsarchief van Henri François Schilders en Sibilla Bosschaert 1657-1693, inv.nr 388, ⇒ INVENTARIS_SCHILDERS.pdf
  17. CBG fiche, gecit. door Nicole van Tets, 2018
  18. ⇒ 5073.nl.html#KLAB06339000002
  19. zie ook NL 50(1932)101
  20. SAA, Weeskamer Archief nr. 5073, inv.nr. 806, f127
  21. SAA, Weeskamer Archief nr. 5073, inv.nr. 806, f127
  22. SAA, Weeskamer Archief nr. 5073, inv.nr. 806, f127
  23. SAA, Weeskamer Archief nr. 5073, inv.nr. 806, f127
  24. SAA, Weeskamer Archief nr. 5073, inv.nr. 806, f127
  25. SAA, Weeskamer Archief nr. 5073, inv.nr. 806, f386
  26. SAA, Weeskamer Archief nr. 5073, inv.nr. 806, f386
  27. SAA, Weeskamer Archief nr. 5073, inv.nr. 806, f386
  28. SAA, Weeskamer Archief nr. 5073, inv.nr. 806, f386
  29. SAA, ONA Nots. Jacob de Winter, archief nr. 5075, inv.nr. 2330, akte.nr. 111
  30. NL 50(1932)102
  31. Varia hist. vol.26 no.44 Belo Horizonte July/Dec. 2010, ⇒ scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0104-87752010000200008
  32. Relatório de Jacob van Tetz sobre viagem a Christianburgo e Osu em 19 de fevereiro de 1681. Apud: JUSTESEN, Ole. Danish sources for the history of Ghana: 1657-1735. Copenhagen: The Royal Danish Academy of Sciences and Letters, 2005, v.I, p.54-56.
  33. Danish Sources for the History of Ghana, 1657-1754, Volume 1;Volume 30
  34. ⇒ www.andriesvandenabeele.net
  35. ⇒ _bie001196001_01_0050.php
  1. KLAB06339000392
  2. KLAB06339000392
  3. NL 50(1932)98
  4. SAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21582481
  5. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21623861
  6. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21624019
  7. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21625346
  8. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21626785
  9. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21628309
  10. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21732091
  11. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21575524
  12. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21584180
  13. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21629086
  14. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21575525, A10102000116
  15. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21732092
  16. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21632100
  17. NA, Hof van Holland, toeg.nr. 3.03.01.01, inv.nr: 3105, f 005
  18. NA, VOC, archief 1.04.02, inventaris­num­mer 5341, folio 3
  19. De VOC Site, ⇒ detail.html?id=11151
  20. NA, VOC, archief 1.04.02, inventaris­num­mer 5341, folio 3
  21. Google Books
  22. Requeste, stukken, en munimenten in de zake van Jacobus van Tetz, gedaagde in persoon. Contra D'Hr. en Mr. Francois de Vroede, hooft-officier der stad Amsterdam, Gerrit Slaats, boekverkoper, Amsterdam, 1700 - Google Books
  23. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  24. D.G. van Epen, Album Studiosorum Academiae Gelro-Zutphanicae 1648-1818, 's-Gravenhage, 1904
  25. O. Schutte, Het Album Promotorum van de Academie te Harderwijk, Arnhem. 1980
  26. T.C.M.H. van Rijckevorsel, Geschiedenis van het R.C. Maagdenhuis, Amsterdam 1887, gecit. in NL 50(1932)102
  27. SAA, ONA Nots. David Doornick, archief nr. 5075, inv.nr. 1944, f122
  28. SAA, ONA Nots. David Doornick, archief nr. 5075, inv.nr. 1945, f133
  29. NL 50(1932)102
  30. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21632943
  31. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21632962
  32. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21576781
  33. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21733330
  34. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21633744
  35. SAA, archief nr. 5075, ONA, Nots. Simon van Sevenhoven, inv. nr. ???, akte 129704
  1. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21634004
  2. SAA, ONA Nots. Jacob de Winter, archief nr. 5075, inv.nr. 2330, akte.nr. 111
  3. NA, Hof van Holland, toeg.nr. 3.03.01.01, inv.nr: 3095, f 108
  4. SAA, ONA, Nots. R. van Paddenburg, Inv. No. 8201, anno 1716, 1717 en inv. nr. 8203 April 1719, en inv.nr. 8204, acte 43, gecit. in NL 53(1935)187
  5. Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom van Haarlem. dl. 18, Haarlem, 1893
  6. De Maandelykse Nederlandische Mercurius
  7. zie ook NL 50(1932)102
  8. NL 72(1955)240
  9. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  10. SAA, A04053000214
  11. NL 72(1955)240
  12. SAA, NL-SAA-29662167
  13. Jb. Amstelodamum 3(1905)110
  14. NL 72(1955)240
  15. Wikipedia
  16. E.B.F.F. Wittert van Hoogland, De Nederlandsche Adel dl. 1, Den Haag, 1913, p65
  17. SAA, NL-SAA-29661638
  18. SAA, Archief NZ Kapel, register O. 142, gecit. in NL 72(1955)241
  19. Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom van Haarlem. dl. 18, Haarlem, 1893
  20. zie ook NL 53(1935)188
  21. NL 50(1932)102
  22. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  23. Album Promotorum Academiae Rheno-Trajectinae 1636-1815, Utrecht, 1936
  24. SAA, ONA, Nots. Notaris Hillebrand van der Heyden, inv. nr. 7773, gecit in NL 53(1935)188
  25. SAA, A04057000183
  26. zie ook NL 50(1932)99
  27. NL 50(1932)99
  28. NL 50(1932)99
  29. zie ook NL 50(1932)99
  30. NL 50(1932)98
  31. SAA, ONA, Nots. Michiel Bockx, gecit. in NL 50(1932)100
  32. NL 50(1932)99
  33. NL 50(1932)99
  34. NL 50(1932)98

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 30
Back to previous
generation 28
Directly go to generation :
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13