You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Spranger ⇒ Gen. nr. 3 |
3a. Gom(m)er Spranger, geb. Antwerpen 1576/77, beg. Amsterdam Wester Kerk 12-10-1637 (ƒ 8,--), was agent van de Amsterdamse kooplieden Van Uffelen en Heesters op het Kolaschiereiland in Rusland (1597),[1]
werkte als vertegenwoordiger van (zijn oom?) de koopman Marcus de Vogelaer in Rusland,
was sinds 1600 zelfstandig koopman te Amsterdam,[2]
dreef handel met o.a. Archangel (1604-1609),[3]
[4]
wordt poorter van Amsterdam feb/mrt 1609,
reisde in 1611 met gevaar voor eigen leven naar Praag om daar de nalatenschap van zijn oom Bartholomeus Spranger te regelen,
bracht daaruit talloze houtblokken en koperplaten mee (o.a. van Albrecht Dürer en Bartholomeus Spranger zelf) die in 1638 mede gevelid zouden worden,[5]
koopman, wonend in de Bantamstraat (1613),
wordt in 1615 door de tsaar van Rusland tot de meest toonaangevende Nederlandse Ruslandhandelaren gerekend,[6]
woont op de Oudezijds Voorburgwal (1622) "in den Lupart",[7]
op de Fluwelen Burgwal (1630),
betaalt als "Gommer Spranger met vrouw en kinderen ƒ 180,-- 200ste penning (vermogen ƒ 36.000,--) voor een huis op de Ooster Voorburgwal (1631),
handelde met Rusland in Perziche zijde, salpeter, buskruit, geschut, musketten, lood en koper,[8]
bewindhebber van de WIC (1627),[9]
kunstverzamelaar,
wiens kunstwerken te Amsterdam werden geveild in zes sessies van 9 tot 14 feb. 1638,[10]
waar onder anderen Rembrandt van Rijn een van de kopers was,[11]
doopget. (1617..1631),
otr./tr. 1o Amsterdam geref. 29-8/17-9-1613 (hij heeft geen ouders meer, get Margriete van der Bruggen, wed. van Tijbout de Pickere, haere moeder),[12]
Maria de Picker(e), geb. Amsterdam 1594/95, beg. Amsterdam Nieuwe Zijds Kapel 23-12-1616, woont op de Boomesloot te Amsterdam (1613),
dr. van Thibaut de Pickere, koopman te Antwerpen, vandaar in 1584 naar Amsterdam, diaken te Amsterdam, en Margaretha van der/den Bruggen,
otr./tr. 2o Amsterdam geref. 28-4/24-5-1622 (get. Elias de Raet, haer vader),[13]
Cat(a)rijna de Raet, geb. 1596, beg. Amsterdam Nieuwe Zijds Kapel 11-12-1628, woont op de Oudezijds Voorburgwal (1622)
dr. van Elias de Raet en Catharina Pelgroms,
otr./tr. 3o Amsterdam geref. 13-3/9-4-1630 (get. haer suster Marija Mostert, zij heeft geen ouders meer),[14]
Susanna Most(a)ert (Mostart), ged. geref. Amsterdam Oude K. 19-2-1598, ovl. 1640, woont op de (Lowae?)sekaij (1630),
dr. van Daniel Mostart, koopman en kruidenier uit Antwerpen,[15] en Martijntgen/(Bertijnken) Bacchus (Bachers).
Wapen Spranger: Een klimmende luipaard.[16]
Van 1607-1634 komt Gommer Spranger in het Notarieel Archief te Amsterdam 35 maal voor als bevrachter van schepen naar Archangel. Voor details van die vaarten en contracten zie
⇒ Notariële akten over de Archangelvaart 1594-1724.
Op 31-7-1609
verkoopt Gommer Spranger aan Cornelis Remmen,
een erf met getimmerte op de Buitensingel buiten de Sint Antoniespoort te Amsterdam.
[17]
Op 3-3-1613 maakten Gommer Spranger en Maria Thiboutsdr de Pickere huwelijksvoorwaarden te Amsterdam. Hij wordt geassisteerd door zijn oom Lucas van Salingen, lakenbereider.
[18]
Op 10-2-1617 bewijst Gommer Spranger, koopman, zijn kinderen Matheus en Constacia hun moederlijk erfdeel, tesamen ƒ 14.000,-- en haar clederen en juwelen belopende ƒ 4500,--.
[19]
Resolutiën van de Staten-Generaal:[20]
2222: 14-12-1619. Gommer Spranger, koopman te Amsterdam en handelend op Moscovië, krijgt brieven van voorschrijven aan de koning van Denemarken.
2893: 1-4-1620. De koning van Denemarken antwoordt dd. 25 febr. op het voorschrijven ten gunste van Gommer Spranger, koopman te Amsterdam, opdat diens pelterijen uit confiskatie ontslagen zouden worden. Daar fraude in het spel is wijst de koning de tussenkomst van H.H.M. af. Wel verklaart hij dat brieven van kooplieden voortaan niet meer zullen worden geopend.
H.H.M, zenden de brief aan belanghebbende.
2291: 14-12-1621. Spranger krijgt een aanbeveling aan de grootvorst van Moscovië opdat zijn zojuist uit dat land teruggekeerde neef en commies, Henrick van Ringen, daar vrijelijk zijn zaken mag afhandelen.
Op 30-6-1630
verkopen de erven van Hans van Wesich, echtgenoot van Hillegondt Lourens aan Gommer Spranger,
een huis en erf met pakhuis op de Oudezijds Oostervoorburgwal (OZ) bij de Armsbrug strekkend tot aan de Oudezijds Achterburgwal te Amsterdam.
[21]
Op 10-10-1634
verkopen de erven van Hillegond Laurens, wed. van Hans van Wesick aan Gommer Spranger,
een huis en erf op de Oudezijds Achterburgwal (WZ) te Amsterdam.
[22]
De inventaris van de nalatenschap van Gommer Spranger wordt opgemaakt op 1-5-1-1637. Er zijn bijna 1400 schilderijen, prenten en tekeningen.[23]
In 1638 werden de door Gommer Spranger verzamelde kunstwerken te Amsterdam geveild,[24]
de prenten en tekeningen alleen al brachten ƒ 1638,-- op, een belangrijke koper was
Maerten van Halewijn.
De registers van de verkoop van Gommer Sprangers schilderijen zijn niet bewaard gebleven, als de verkoop al ooit gehouden werd. Mogelijk bevat de som vermeld op de achterzijde van Register 5073/962 van de Weeskamer, te weten ƒ 5707,7,-- ook de opbrengst van de schilderijen.
De schilderijen van Bartholomeus Spranger die genoemd werden in de inventaris van de nalatenschap van Maerten van Halewijn (zie
Fragment Halewijn
) waren gekocht op de veiling van schilderijen van Gommer Spranger. [25]
In 1644 verklaart Matheus Spranger dat hij en zijn zuster hun erfdelen hadden ontvangen. Als hun voogden werden genoemd van Jeronimus Rans en Matheus van Halewijn[26]
[27]
Uit zijn eerste huwelijk (Spranger-de Pickere):[28]
Op 10-7-1653
verkoopt Jeronimus Rans aan Mattheus Spranger,
een huis en erf op de Oudezijds Oosterachterburgwal (OZ) (Oudezijds Achterburgwal) te Amsterdam.
[31]
Advertentie in de Oprechte Haerlemse Courant d.d. 30-3-1666:
t'Amsterdam, ten Huyse van den E: Heer Doctor Wilhelmus Piso sullen den 5 April verkocht werden de naergelaten (en in verscheyden Talen en Faculteyten) Boecken van den Heer Matheus Spranger, in sijn Leven der beyden Rechten Doctor, waer van de Catalogue te bekomen zijn t'Amsterdam by Pieter van den Bergh op de Heere-gracht, in de Bergh Pernas: Tot Leyden by de Hackens en Gaasbeecks: t'Uytrecht by Hendrick Versteegh en Gijsbert van Zijl: in den Haegh by de Stuykers en Deurkant: tot Rotterdam by Iacobus Neranus en Arnout Leers en by verscheyde Boeckverkoopers in diverse Steden.
Op 22-3-1672
verkopen de erven van Mattheus Spranger aan Barbara Carels, wed. van Jeronimus Rans,
een huis en 3 erven zijnde getimmerd op de Oudezijds Achterburgwal (OZ) te Amsterdam.
[32]
Een onderlinge levensverzekering van ƒ 16.000,-- op
de respective Lijven van twe-en-dertigh Persoonen, dertigh
jaren oudt en daer boven (1680).[39] Tot de intekenaars behoort:
Constantia Spranger, wed. wijlen Willem Piso, ten
liive van de Heer Gerrit Hooft, Oudt-Schepen en Raedt,
30 j., m. Agatha Hasselaar.
Uit dit huwelijk:[40]
Genealogische aanteekeningen van Jan Munter.[46]
"Anno 1652 Den I November sijnde Vrijdagh is mijn Huijsvrouw geleegen t'savondts tusscen half
vijf & vijf uuren van een Jonge Soon die genaemt is Cornelis Munter & is
sondaghs den 3 9br daer aen volgende gedoopt inde Nieuwe Kerk hebbende tot syn
getuijgen sijn Bestemoeder Agatha van Oudtshoren & syn moije Lijsbet Velicaers
Huysvrouw van syn oom Cornelis Geelvink, Godt Almagtigh wil hem in
deugden ter Zaelighijt Laeten opwassen Amen."
Op 24-10-1697
verkoopt Nicolaes Blok aan Mr. Cornelis Munter
een lijfrentebrief.
[47]
Op 15-9-1701
verkoopt Jeronimus de Haze de Giorgio burgemeester en raad van Amsterdam,
aan Cornelis Munter,
een huis en erf op de Keizersgracht (OZ) bezuiden de Wolvenstraat te Amsterdam.
[48]
Op 5-10-1701
verkopen de erven van IJsbrand Dobbes aan Cornelis Munter,
9/125 van 3 pakhuizen, genaamd De Drie Gevels, op de Keizersgracht (WZ) tussen Brouwersgracht en Prinsenstraat te Amsterdam.
[49]
Op 11-5-1702
verkopen de erven van Dirk Claesz Helt aan Cornelis Munter,
een huis en erf op de Keizersgracht (OZ) bezuiden de Wolvenstraat te Amsterdam.
[50]
Op 19-5-1702
verkoopt Willem Hazenbosch, echtgenoot van Helena van der Laet, aan Cornelis Munter
en Guillelmo Pels, commissaris en ontvanger,
een huis en erf op de Keizersgracht (OZ) bezuiden de Wolvenstraat te Amsterdam.
[51]
Op 14-2-1710
verkopen burgemeesteren en thesaurieren van Amsterdam
aan Maria Piso, wed. van Cornelis Munter,
2 erven op de Rapenburgergracht (Plantage Doklaan) in park A te Amsterdam.
[52]
Op 28-8-1716
verkoopt Maria Piso, wed. van mr. Cornelis Munter aan Jan Corver,
een huis en erf met tuin stal en 2 woonhuizen op de Herengracht (ZZ) tussen Leidsestraat en Nieuwe Spiegelstraat te Amsterdam.
[53]
Geschilderde portretten van Cornelis Munter (1652-1708) en Maria Piso (1650-1729), toegeschreven aan Nicolaes Maes (1634-1693).
Olie op doek, ca. 55 x 45 cm
Datering: onbekend (ca. 1685?)
Locatie: particuliere collectie
Bron: Ref. [54]
Tekening uit Het Grachtenboek van Het huis Bartolotti op de Heerengracht (thans nr. 170-172) te Amsterdam, dat Maria Piso en Cornelis Munter van 1692 tot 1698 huurden en bewoonden.
Het huis werd circa 1618-1621 gebouwd, vermoedelijk naar een ontwerp van Hendrick de Keyser.
klik op plaatje(s) om te vergroten
Uit zijn tweede huwelijk (Spranger-de Raet):
Op 4-5-1684
verkopen de erven van Jan Claesz Ansloo aan Catharina Spranger,
een huis en erf op de Keizersgracht (WZ) tussen Leliegracht en Prinsenstraat te Amsterdam.
[56]
Uit zijn derde huwelijk (Spranger-Mostert):
Quirijn Spranger | |||
Het is niet bewezen maar zeer wel mogelijk dat bovenstaande Querrijn Sprangers (1621-1679) identiek is met onderstaande Quirijn Spranger (in sommige bronnen ook Guerin, Gerrit en Gerard genoemd). Deze laatste was in elk geval al in 1644 (dan dus 23 jaar oud) in Brazilie. Medio 1679 zit hij in krijgsgevangenschap in Brest. Indien het verzoek om zijn vrijlating (zie hieronder) door de Fransen gehonoreerd is kan hij najaar 1679 naar Amsterdam teruggekeerd zijn en in november aldaar zijn begraven. Of hij tussen 1644 en 1679 nog teruggeweest is in het vaderland zal nader onderzoek in de WIC en Amsterdamse notariële archieven moeten uitwijzen.
Qui(j)rijn (Guerin) Spranger, is in dienst van Johan Maurits graaf van Nassau Siegen (gouverneur en opperbevelhebber in Brazilie 1637-1644),[72]
treedt daar in 1644 en 1651/52 als doopgetuige op,[73]
heeft een contract om het (invasie)leger van de WIC in Brazilie te bevoorraden[74]
verkreeg een lastbrief van de Staten tot verovering van Cayenne,[75]
vertrekt in 1653 met een aantal Zeeuwen daarvoor uit Brazilie,
en neemt in 1654 bezit van dit eerder door de Fransen verlaten eiland (sommige bronnen sprken van 1656/57),
repareert het daar staande Fort Saint Michel en herdoopt het in Fort Nassau,
gouverneur van Cayenne (1654-1664),
sluit een contract met den Franschman baron Douvily, tot het - overigens niet gelukte - zoeken en ontginnen van goud- en zilvermijnen,
wordt in de kolonie Cayenne bijgestaan door
David Nassy die zich, ingevolge vergunning der WIC, in 1659 en 1660, met eenige honderden uit Brazilië gevluchte en eenige uit Livorno geëmigreerde
Joden, toestemming krijgt tot "het oprigten eener volkplanting", krijgt versterking uit het vaderland via in 1663 door de Kamer Amsterdam gezonden schip met "Coloniers",
werd in Cayenne genoemd een "Man van verstand en groot beleid, die dit Eiland wel haast in orde bragt, doende de Wilden vandaar vertrekken, en niet alleen de Vestingwerken vermeerderde, maar ook groote plekken Lands opruimende en aldaar Plantagien aanleggende van Katoen, Indigo, Roukou, ja zelfs van Suiker, welker Produkten gelegenheid gaven tot een voordeeligen Handel op de Nederlanden",[76]
werd in 1664 door de Fransen onder Alexandre de Prouvilled marquis de Tracy en Antoine Lefebvre, Seigneur de la Barre uit Cayenne verdreven, was mogelijk onder de gevangengenomen "Jooden en Christenen" die door de Fransen naar La Rochelle werden getransporteerd "om verder naar hunvaderland terug te keeren",[77]
heeft een plan (ca. 1675?) om Tobago te veroveren en te bevolken met uit Cayenne en Brazilie uitgeweken kolonisten,[78]
keerde blijkbaar terug naar Cayenne, dat op 19-12-1676 opnieuw door de Fransen onder graaf d'Estrées werd ingenomen, waarbij Spranger als een van de krijgsgevangenen naar Brest werd gezonden,
waarna Johan Maurits graaf van Nassau Siegen in 1679 onderstaande brief schreef om hem vrij te krijgen.[79]
Doopregister der Hollanders in Recife (Brazilie):[81] Nadat de Hollanders op 6-2-1654 zich genoodzaakt hadden gezien om het noordelijk deel van Brazilie, dat zij 34 jaar bezeten hadden aan de Portugezen af te staan, werd er geruime tijd onderhandeld met Portugal over compensatie. Dit resulteerde in een besluit d.d. 15-2-1662 van de Staten Generaal dat burgers hun pretensiën op Brazilie zouden indienen. Onder de indieners was op 1-3-1663 Quirijn Sprenger.[82] Archief van de Tweede West- Indische Compagnie:[83] Archief van Casper Fagel, Raadpensionaris van Holland, 1672-1688:[84] Brief van Johan Maurits graaf van Nassau Siegen aan de graaf d'Estrades, gezant van Lodewijk XIV met het verzoek tot vrijlating van Quijrijn Spranger. De datering moet vallen tussen 24 april en 7-7-1679.[85]
|
COMMENTAAR(¥) Joannes Speelmans en Elizabeth Sprangers (huw. 1692) laten van 1693-1705 zeven kinderen RK en Oud Katholiek dopen te Amsterdam. Gezien haar doopjaar 1624 kan het niet bovenstaande Elizabeth Sprangers betreffen. |
Op 1-2-1690 is bij executie verkocht aan Cornelis Carelsz van Tetrode, een huis en erf, waar het Het Oesterschip uithangt op de Kalverstraat (OZ) tussen Spaarpotsteeg en Duifjessteeg te Amsterdam, belend NZ de wed. van Bernardus Hartoghveldt, ZZ Jacob Faes met een gemeene loode goot, strekkende voor van de straet tot achter aen Tjerk Diepring met een gemeene muer. Het huis behoorde toe aan de kinderen van Michiel Spranger Koopsom ƒ 7900,--. Geregisteerd 16-7-1691 [91]
Publicaties van Ds. Michiel Spranger: (voor een inhoudelijke bespreking van zijn publicaties zie Ref. [92])
- Michael Spranger, Hayrige werelt Waer in verthoont wert de Heden-daegsche hair-cloovery, Amsterdam, 1645. Ondertekend met Sprangers zinspreuk 'Maet staet', met een opdracht van Spranger aan de onbekende Constantia.(¥)
COMMENTAAR(¥) Zou dat zijn - dan nog ongehuwde - achternicht Constantia Spranger zijn?
- Michael Spranger, De geblanckette Izebel. Dat is, Een Waerschouwinghe tegens alle Blancketselen, ende wat daer mede gemeynschap heeft. Over de woorden II. Boeck der Koningen Cap. I=X. vers 30. tot het eynde des Capittels. Utrecht : Johannes van Waesberge, 1654
- Michael Spranger, Silo of Haften in brant, ten spiegel voor gantsch Nederland, waar in 't korte bygevoegt is deszelfs Mara, of regte oorspronk van Gelderlands groote en droeve waters nood des jaars 1658. Nederlands grootste en schrikkelykste vyand, Amsterdam, 1658.
- Michael Spranger, drempeldichten in de Nederlandse vertalingen van de theologische werken door Timothy Rogers Nieuws van den Hemel 1653, George Webb De wegh ter eeren 1654, Henry Greenwood Tophet 1655, Henry Smith Nebukadnezars pracht 1657, Thomas Taylor Het geestelijk harnas 1659.
Frontpagina van "Silo of Haften in brant, etc." (Amsterdam, 1658) door Ds. Michael Spranger (1626-1673).
klik op plaatje(s) om te vergroten |
Fragment Halewijn |
Gommer Spranger heeft in de eerste decennia van de 17e eeuw drie "neven" (oomzeggers) in dienst die voor hem in Moskou werken. [93]
De drie zijn
Jacques Halewijn,
Hendrick van Ringen,
en Manuel Spranger. Hoe zijn deze drie personen dan verwant?
- Manuel Spranger moet een zoon zijn van een van Gommers broers Jochem Spranger of Adriaen Spranger. Vermoedelijk, maar niet bewezen, van Adriaen. Dan is Gommer inderdaad zijn oom. - Hendrick van Ringen is de broer van Christina van Ringen en daarmee dus de zwager van dier echtgenoot Manuel Spranger. Gommer is daarmee dus niet Hendricks oom, maar hoogstens de (aangetrouwde) oom van zijn zuster. Hij wordt in de jaren dertig van de 17e eeuw vermeld als factor van Gommer Spranger in Moskou.[94] - De lastigste opgaaf levert Jacques Halewijn. In een Russische bron van 1604 blijkt dat Gommer Spranger zich liet helpen door een neefje Jakysjko Andreev, "die toen ongeveer veertien jaar oud was". Volgens Ref. [95] valt hij te identifceren met Jacques Halewijn. Het Russische patroniem suggereert vervolgens dat hij een zoon moet zijn van een Andre/Andries. Uit onderstaande opstelling blijkt dat Jacques Halewijn de zoon is van Hendrick van Haelewijn en Katrijna (Cathelijne) Sprangers, en daarmee dus een volle neef van Gommer Spranger.
Ia. Jacques Hendrickx (van) Halewijn, wordt poorter van Amsterdam 5-5-1579 als Jaques van Halewijn, kramer van Antwerpen,
aangeslagen voor ƒ 6,-- in de Capitale Impositie te Amsterdam (1585),
kramer en zijdelakenkoper[96] uit Antwerpen,
tr. 1o
Weijntje Heijndricx, ovl. vóór 1586, otr. Amsterdam (extra-ordinaris intekenregister) 15-2-1586
Geertje Jacobs, wed. van Cornelis Louwijs.
|
Referenties Fragment Genealogie Spranger --- Generatie 3 ( 141 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
Back to the genealogy page |
Back to the contents |
Go to the index |
Forward to next generation 4 |
Back to previous generation 2 |
Directly go to generation : 1 2 3 |