This page was last updated : 160117.
File size is: 80 k.
Fragment Genealogie Spranger
Generatie 3
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Fragment Genealogie Spranger,
version 1.1,
Muiden, 2009.
© Copyright 2016 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Spranger Gen. nr. 3

3a. Gom(m)er Spranger, geb. Antwerpen 1576/77, beg. Amsterdam Wester Kerk 12-10-1637 (ƒ 8,--), was agent van de Amsterdamse kooplieden Van Uffelen en Heesters op het Kolaschiereiland in Rusland (1597),[1] werkte als vertegenwoordiger van (zijn oom?) de koopman Marcus de Vogelaer in Rusland, was sinds 1600 zelfstandig koopman te Amsterdam,[2] dreef handel met o.a. Archangel (1604-1609),[3] [4] wordt poorter van Amsterdam feb/mrt 1609, reisde in 1611 met gevaar voor eigen leven naar Praag om daar de nalatenschap van zijn oom Bartholomeus Spranger te regelen, bracht daaruit talloze houtblokken en koperplaten mee (o.a. van Albrecht Dürer en Bartholomeus Spranger zelf) die in 1638 mede gevelid zouden worden,[5] koopman, wonend in de Bantamstraat (1613), wordt in 1615 door de tsaar van Rusland tot de meest toonaangevende Nederlandse Ruslandhandelaren gerekend,[6] woont op de Oudezijds Voorburgwal (1622) "in den Lupart",[7] op de Fluwelen Burgwal (1630), betaalt als "Gommer Spranger met vrouw en kinderen ƒ 180,-- 200ste penning (vermogen ƒ 36.000,--) voor een huis op de Ooster Voorburgwal (1631), handelde met Rusland in Perziche zijde, salpeter, buskruit, geschut, musketten, lood en koper,[8] bewindhebber van de WIC (1627),[9] kunstverzamelaar, wiens kunstwerken te Amsterdam werden geveild in zes sessies van 9 tot 14 feb. 1638,[10] waar onder anderen Rembrandt van Rijn een van de kopers was,[11] doopget. (1617..1631), otr./tr. 1o Amsterdam geref. 29-8/17-9-1613 (hij heeft geen ouders meer, get Margriete van der Bruggen, wed. van Tijbout de Pickere, haere moeder),[12] Maria de Picker(e), geb. Amsterdam 1594/95, beg. Amsterdam Nieuwe Zijds Kapel 23-12-1616, woont op de Boomesloot te Amsterdam (1613), dr. van Thibaut de Pickere, koopman te Antwerpen, vandaar in 1584 naar Amsterdam, diaken te Amsterdam, en Margaretha van der/den Bruggen, otr./tr. 2o Amsterdam geref. 28-4/24-5-1622 (get. Elias de Raet, haer vader),[13] Cat(a)rijna de Raet, geb. 1596, beg. Amsterdam Nieuwe Zijds Kapel 11-12-1628, woont op de Oudezijds Voorburgwal (1622) dr. van Elias de Raet en Catharina Pelgroms, otr./tr. 3o Amsterdam geref. 13-3/9-4-1630 (get. haer suster Marija Mostert, zij heeft geen ouders meer),[14] Susanna Most(a)ert (Mostart), ged. geref. Amsterdam Oude K. 19-2-1598, ovl. 1640, woont op de (Lowae?)sekaij (1630), dr. van Daniel Mostart, koopman en kruidenier uit Antwerpen,[15] en Martijntgen/(Bertijnken) Bacchus (Bachers).

Wapen Spranger: Een klimmende luipaard.[16]
Van 1607-1634 komt Gommer Spranger in het Notarieel Archief te Amsterdam 35 maal voor als bevrachter van schepen naar Archangel. Voor details van die vaarten en contracten zie Notariële akten over de Archangelvaart 1594-1724.
Op 31-7-1609 verkoopt Gommer Spranger aan Cornelis Remmen, een erf met getimmerte op de Buitensingel buiten de Sint Antoniespoort te Amsterdam. [17]
Op 3-3-1613 maakten Gommer Spranger en Maria Thiboutsdr de Pickere huwelijksvoorwaarden te Amsterdam. Hij wordt geassisteerd door zijn oom Lucas van Salingen, lakenbereider. [18]
Op 10-2-1617 bewijst Gommer Spranger, koopman, zijn kinderen Matheus en Constacia hun moederlijk erfdeel, tesamen ƒ 14.000,-- en haar clederen en juwelen belopende ƒ 4500,--. [19]
Resolutiën van de Staten-Generaal:[20]
2222: 14-12-1619. Gommer Spranger, koopman te Amsterdam en handelend op Moscovië, krijgt brieven van voorschrijven aan de koning van Denemarken.
2893: 1-4-1620. De koning van Denemarken antwoordt dd. 25 febr. op het voorschrijven ten gunste van Gommer Spranger, koopman te Amsterdam, opdat diens pelterijen uit confiskatie ontslagen zouden worden. Daar fraude in het spel is wijst de koning de tussenkomst van H.H.M. af. Wel verklaart hij dat brieven van kooplieden voortaan niet meer zullen worden geopend. H.H.M, zenden de brief aan belanghebbende.
2291: 14-12-1621. Spranger krijgt een aanbeveling aan de grootvorst van Moscovië opdat zijn zojuist uit dat land teruggekeerde neef en commies, Henrick van Ringen, daar vrijelijk zijn zaken mag afhandelen.
Op 30-6-1630 verkopen de erven van Hans van Wesich, echtgenoot van Hillegondt Lourens aan Gommer Spranger, een huis en erf met pakhuis op de Oudezijds Oostervoorburgwal (OZ) bij de Armsbrug strekkend tot aan de Oudezijds Achterburgwal te Amsterdam. [21]
Op 10-10-1634 verkopen de erven van Hillegond Laurens, wed. van Hans van Wesick aan Gommer Spranger, een huis en erf op de Oudezijds Achterburgwal (WZ) te Amsterdam. [22]
De inventaris van de nalatenschap van Gommer Spranger wordt opgemaakt op 1-5-1-1637. Er zijn bijna 1400 schilderijen, prenten en tekeningen.[23]
In 1638 werden de door Gommer Spranger verzamelde kunstwerken te Amsterdam geveild,[24] de prenten en tekeningen alleen al brachten ƒ 1638,-- op, een belangrijke koper was Maerten van Halewijn. De registers van de verkoop van Gommer Sprangers schilderijen zijn niet bewaard gebleven, als de verkoop al ooit gehouden werd. Mogelijk bevat de som vermeld op de achterzijde van Register 5073/962 van de Weeskamer, te weten ƒ 5707,7,-- ook de opbrengst van de schilderijen. De schilderijen van Bartholomeus Spranger die genoemd werden in de inventaris van de nalatenschap van Maerten van Halewijn (zie Fragment Halewijn ) waren gekocht op de veiling van schilderijen van Gommer Spranger. [25]
In 1644 verklaart Matheus Spranger dat hij en zijn zuster hun erfdelen hadden ontvangen. Als hun voogden werden genoemd van Jeronimus Rans en Matheus van Halewijn[26] [27]

Geschilderde portretten van Cornelis Munter (1652-1708) en Maria Piso (1650-1729), toegeschreven aan Nicolaes Maes (1634-1693).
Olie op doek, ca. 55 x 45 cm
Datering: onbekend (ca. 1685?)
Locatie: particuliere collectie
Bron: Ref. [54]
Tekening uit Het Grachtenboek van Het huis Bartolotti op de Heerengracht (thans nr. 170-172) te Amsterdam, dat Maria Piso en Cornelis Munter van 1692 tot 1698 huurden en bewoonden. Het huis werd circa 1618-1621 gebouwd, vermoedelijk naar een ontwerp van Hendrick de Keyser.
klik op plaatje(s) om te vergroten

3b. Adriaen Spranger, koopman op Madeira (1610),[57] mogelijk identiek met Adriaen Sprangers wordt poorter van Amsterdam 8-7-1596 als kistenmaker van Antwerpen.

LENEN VAN DE HOFSTEDE TEILINGEN:[58]
3 morgen aan de vliet en 2 morgen 5 hont gemeen in een kamp van 5 morgen 4 bont, genaamd Hoge Kamp, waar de watermolen op staat, uit 23 morgen, genaamd Grote Nes, te Alblas.
16-6-1598: Adriaan Spranger(¥) voor Janneke Balthasarsdr van Alblas, zijn vrouw, bij dode van haar vader, ambachtsheer van Alblas, na kaveling, waarna overdracht aan Maarten Cornelisz de Bouffkens.

COMMENTAAR(¥) Het is onzeker of het hier de bovengenoemd Adriaen ex patre Mattheus Spranger betreft. Janneke Balthasarsdr van Alblas is dr. van Balthasar Cornelisz van Alblas, ambachtsheer van Oud-Alblas, en Joncvr. Antonia Janszdochter.[59]

3c. Michiel Spranger(s), geb. Antwerpen 1577, ovl. 1631-1649, treedt op als borg voor zijn volle nicht Cathelijne Sprangers (1598), huw. get. (1612), doopget. (1616), otr. Amsterdam geref. 25-2-1617 ,[68] Elisabet (Lijsbeth) Stae(d)(t)s, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 18-12-1594, ovl. 1649-1653, verhuist in 1649 met haar zoon Ds. Michiel Spranger naar de pastorie in Gameren waar Michiel predikant is geworden,[69] dr. van Hans Staes, koopman en makelaer, en Elisabeth Honckelboer.

Op 19-5-1615 verkopen Arent Pietersz en Michiel Spranger, aan Jan Dulberch, een huis en erf op de Zeedijk te Amsterdam. [70]

Quirijn Spranger
Het is niet bewezen maar zeer wel mogelijk dat bovenstaande Querrijn Sprangers (1621-1679) identiek is met onderstaande Quirijn Spranger (in sommige bronnen ook Guerin, Gerrit en Gerard genoemd). Deze laatste was in elk geval al in 1644 (dan dus 23 jaar oud) in Brazilie. Medio 1679 zit hij in krijgsgevangenschap in Brest. Indien het verzoek om zijn vrijlating (zie hieronder) door de Fransen gehonoreerd is kan hij najaar 1679 naar Amsterdam teruggekeerd zijn en in november aldaar zijn begraven. Of hij tussen 1644 en 1679 nog teruggeweest is in het vaderland zal nader onderzoek in de WIC en Amsterdamse notariële archieven moeten uitwijzen.

Qui(j)rijn (Guerin) Spranger, is in dienst van Johan Maurits graaf van Nassau Siegen (gouverneur en opperbevelhebber in Brazilie 1637-1644),[72] treedt daar in 1644 en 1651/52 als doopgetuige op,[73] heeft een contract om het (invasie)leger van de WIC in Brazilie te bevoorraden[74] verkreeg een lastbrief van de Staten tot verovering van Cayenne,[75] vertrekt in 1653 met een aantal Zeeuwen daarvoor uit Brazilie, en neemt in 1654 bezit van dit eerder door de Fransen verlaten eiland (sommige bronnen sprken van 1656/57), repareert het daar staande Fort Saint Michel en herdoopt het in Fort Nassau, gouverneur van Cayenne (1654-1664), sluit een contract met den Franschman baron Douvily, tot het - overigens niet gelukte - zoeken en ontginnen van goud- en zilvermijnen, wordt in de kolonie Cayenne bijgestaan door David Nassy die zich, ingevolge vergunning der WIC, in 1659 en 1660, met eenige honderden uit Brazilië gevluchte en eenige uit Livorno geëmigreerde Joden, toestemming krijgt tot "het oprigten eener volkplanting", krijgt versterking uit het vaderland via in 1663 door de Kamer Amsterdam gezonden schip met "Coloniers", werd in Cayenne genoemd een "Man van verstand en groot beleid, die dit Eiland wel haast in orde bragt, doende de Wilden vandaar vertrekken, en niet alleen de Vestingwerken vermeerderde, maar ook groote plekken Lands opruimende en aldaar Plantagien aanleggende van Katoen, Indigo, Roukou, ja zelfs van Suiker, welker Produkten gelegenheid gaven tot een voordeeligen Handel op de Nederlanden",[76] werd in 1664 door de Fransen onder Alexandre de Prouvilled marquis de Tracy en Antoine Lefebvre, Seigneur de la Barre uit Cayenne verdreven, was mogelijk onder de gevangengenomen "Jooden en Christenen" die door de Fransen naar La Rochelle werden getransporteerd "om verder naar hunvaderland terug te keeren",[77] heeft een plan (ca. 1675?) om Tobago te veroveren en te bevolken met uit Cayenne en Brazilie uitgeweken kolonisten,[78] keerde blijkbaar terug naar Cayenne, dat op 19-12-1676 opnieuw door de Fransen onder graaf d'Estrées werd ingenomen, waarbij Spranger als een van de krijgsgevangenen naar Brest werd gezonden, waarna Johan Maurits graaf van Nassau Siegen in 1679 onderstaande brief schreef om hem vrij te krijgen.[79]

COMMENTAAR(¥) Volgens Ref. [80], waarin veel fouten staan, verbleef Daniel (!) Guerin Spranger, "Hebrew (!) colonist", zestien jaar in Brazilie. Op Cayenne zou hij de verbouw van suikerriet en indigo hebben opgezet. Deze Ref. laat hem -onjuist - in 1664 sneuvelen bij de verovering van Cayenne.

Doopregister der Hollanders in Recife (Brazilie):[81]
8-3-1644: Anthoni. Ouders: Pieter Willemss en Geertie Pieterss, get.: .... Spranger, Roeloff Symonss, Anneken Adams.
21-6-1651: Theodore. Ouders: Francois van Linden en Judith Dircx, get.: Dhr. Jaecq. Ouziel, dhr. Quiryn Spranger, Juffr. d'Sweerts.
3-11-1651: Johannes. Ouders: Petrus Ongena en Anna van Kuyck, get.: Dhr. Jacob Alrichs, Sr. Quirijn Sprenger, Jouffr. Elisabeth van Hoornebeecke, in wiens plaetse gestaen heeft Joffr. Sara a Stetten.
26-1-1652: Michiel. Ouders : Pieter Govertsen en Elisabeth Vermeulen, get.: Quirijn Sprenger (!), Annetien Roelofs.
6-4-1652: Aeltie. Ouders: Barent Boedeker en Tytje Barents, get.: Quirijn Sprenger, Catharyna van Ceulen.
Nadat de Hollanders op 6-2-1654 zich genoodzaakt hadden gezien om het noordelijk deel van Brazilie, dat zij 34 jaar bezeten hadden aan de Portugezen af te staan, werd er geruime tijd onderhandeld met Portugal over compensatie. Dit resulteerde in een besluit d.d. 15-2-1662 van de Staten Generaal dat burgers hun pretensiën op Brazilie zouden indienen. Onder de indieners was op 1-3-1663 Quirijn Sprenger.[82]
Archief van de Tweede West- Indische Compagnie:[83]
nr. 1276C. Rekest en vertoog van Quirijn Spranger (voormalig directeur van Cayenne) aan de Staten-Generaal betreffende een plan om het eiland Tobogo te bemachtigen, na 1667 (verm. ca. 1675)s.
Archief van Casper Fagel, Raadpensionaris van Holland, 1672-1688:[84]
nr. 142. Missive van bevelhebber Quirijn Spranger aan Hiob de Wildt, secretaris van het college ter admiraliteit van Amsterdam, over de herovering van Guyana door de Fransen. 1677 januari 23.
Brief van Johan Maurits graaf van Nassau Siegen aan de graaf d'Estrades, gezant van Lodewijk XIV met het verzoek tot vrijlating van Quijrijn Spranger. De datering moet vallen tussen 24 april en 7-7-1679.[85]

A Son Excellence Monsr. le Comte destrades. etc.
Monsieur,
Quand Sa Majesté Tres Chrestienne fit prendre aux indes Guaiana, il y fust fait prisonnier et mené a Brest un nom- mé Quyryn Spranger, lequel a esté autre foys (dans mes services particuliers, deze woorden zijn weer doorgehaald) mon domesticq au Brasil, il m'implore pour l'assister, afin qu'il puisse-t-avoir sa liberté puisque les camerades sont Excell: de me faire la grace, et de songer, comment on pourra sauver ce pauvre garcon, qui a rien au monde que son épée, laquelle est encore assez rejettable. Excusez ma liberté que je prends d'incommoder V. E. .. ray a.. et autres occasions qu'il luy plaira, de me commander, comme estant, etc.


Voorrede in dichtvorm door Quirijn Spranger in het boek van Otto Keye "Het waere onderscheyt tusschen koude en warme landen, aengewesen in de nootsakelijckheden die daer vereyscht worden ... om beyde die landen te konnen bewoonen ... voor-gestelt en vergeleken met Nieu-Nederlant, als sijnde een koudt landt en Guajana sijnde een warm landt, en beyde gelegen in America ...", uitg. Henricus Hondius, 's-Gravenhage, 1659.
klik op plaatje(s) om te vergroten

Frontpagina van "Silo of Haften in brant, etc." (Amsterdam, 1658) door Ds. Michael Spranger (1626-1673).
klik op plaatje(s) om te vergroten

Fragment Halewijn
Gommer Spranger heeft in de eerste decennia van de 17e eeuw drie "neven" (oomzeggers) in dienst die voor hem in Moskou werken. [93] De drie zijn Jacques Halewijn, Hendrick van Ringen, en Manuel Spranger. Hoe zijn deze drie personen dan verwant?
- Manuel Spranger moet een zoon zijn van een van Gommers broers Jochem Spranger of Adriaen Spranger. Vermoedelijk, maar niet bewezen, van Adriaen. Dan is Gommer inderdaad zijn oom.
- Hendrick van Ringen is de broer van Christina van Ringen en daarmee dus de zwager van dier echtgenoot Manuel Spranger. Gommer is daarmee dus niet Hendricks oom, maar hoogstens de (aangetrouwde) oom van zijn zuster. Hij wordt in de jaren dertig van de 17e eeuw vermeld als factor van Gommer Spranger in Moskou.[94]
- De lastigste opgaaf levert Jacques Halewijn. In een Russische bron van 1604 blijkt dat Gommer Spranger zich liet helpen door een neefje Jakysjko Andreev, "die toen ongeveer veertien jaar oud was". Volgens Ref. [95] valt hij te identifceren met Jacques Halewijn. Het Russische patroniem suggereert vervolgens dat hij een zoon moet zijn van een Andre/Andries.

Uit onderstaande opstelling blijkt dat Jacques Halewijn de zoon is van Hendrick van Haelewijn en Katrijna (Cathelijne) Sprangers, en daarmee dus een volle neef van Gommer Spranger.

Ia. Jacques Hendrickx (van) Halewijn, wordt poorter van Amsterdam 5-5-1579 als Jaques van Halewijn, kramer van Antwerpen, aangeslagen voor ƒ 6,-- in de Capitale Impositie te Amsterdam (1585), kramer en zijdelakenkoper[96] uit Antwerpen, tr. 1o Weijntje Heijndricx, ovl. vóór 1586, otr. Amsterdam (extra-ordinaris intekenregister) 15-2-1586 Geertje Jacobs, wed. van Cornelis Louwijs.

Op 12-1-1596 verkoopt Pauwels Heermansz aan Jacques Hendrix, 3 erven op de Hogendijk buiten de Sint Antoniespoort te Amsterdam. [97]
Op 30-1-1596 verkoopt Jacques Henricxz aan Heijndrick van Halewijn, een erf op de Hogendijk buiten de Sint Antoniespoort te Amsterdam. [98]
Op 22-12-1604 verkoopt Henrick Minnesz aan Jaques Hendricx, een stuk land aan de Heiligeweg (ZZ) te Amsterdam. [99]
    Uit zijn eerste huwelijk mogelijk:

IIa. Hendrick van Haelewijn, geb. vóór ca. 1570, ovl. 1596-1598, tr. vóór 1588 Katrijna (Cathelijne) Sprangers(¥), geb. vóór ca. 1570, ovl. vóór 1598-1618, dr. van Mattheus Spranger en Margriete van Salijngh (zie nr. 2a)

Op 13-5-1592 verkoopt Hendrick Arentsz aan Hendrick van Alewijn, een huis en erf zijnde een ververij op de Oude Singel te Amsterdam. [101]
Op 30-1-1596 verkoopt Jacques Henricxz aan Heijndrick van Halewijn, een erf op de Hogendijk buiten de Sint Antoniespoort te Amsterdam. [102]
Op 1-7-1598 verkoopt Cathelijne Sprangers, wed. van Henrick Alewijn, geassisteerd met Matheus Sprangers haere vader, voogt in dese gecoren, Michiel Sprangers, Marten? Sprangers haere neven, ende de voorsz Matheus Sprangers haeren vierendelen aan Cornelis Willemsz, timmerman een erf op de Hogendijk buiten de Sint Antoniespoort te Amsterdam. Borgen zijn voorsz Mattheus Sprangers ende Jacajues? Emmerix) mede comparerend [103]
    Uit dit huwelijk (o.a.?):
  • 1. Jacob (Jacques) van Haelewijn, ged. Amsterdam Nieuwe Kerk 23-10-1588 (zn. van Hendrick van Haelewijn en Katrijna NN), beg. verm. Amsterdam Nieuwe Kerk 31-5-1636 (Jacob van Halewijn), eerder wonend in Dordrecht (voor 1645), doopget. (1619), tr. vóór 1632[104] Sara Hansdr Martens, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 7-3-1648 (Sara Martens), woont te Amsterdam (1648), dr. van Hans Martens (den Otter), koopman en kruidenier te Amsterdam, en Mayken de Bacher.
    31-5/1-6-1645: Inventaris gedaen maecken ten versoecke van Sara Martens weduwe van Jacob van Haelewijn van de goederen soo 't haeren huijse sijnde als ten huijse van Aeltgen Baerents weduwe van Hendrick Arentsz wonende in de Palmstraet naegelaten by Daniel Martens haer broeder, ter presentie van Marten van Haelewijn ende de heer doctor Carel Maertens ontfanger van de geestelycke goederen slandts van Utrecht haer swager ende broeder respective, onder protestatie dat de selve haer niet en verstaen te immaneren in den boedel van de voorszegde Daniel Martens, maer omme daeraen alleen te verhaelen, den dootschulden, montcosten ende anders, daerop de voors. inventariants verstaen voor allen anderen geprefereert te sijn in recht van retentie te hebben, sonder haerluijden mede aentetrecken eenige voochderije van de kinderen van de voors. Daniel Martens, noch onmondich zijnde. (De goederen geinventariseert) van mij ondergesch. notaris ...residerende binnen Amsterdam. Postscript: Aldus gedaen binnen Amsteleredamme den lesten Meij ende eersten Junij 1645.
    Op 1-3-1648 testeert de zieke Sara Martins, weduwe van Jacob van Halewijn, wonend te Amsterdam. Zij legateert e.e.a. aan haar oudste dochter Sara van Halewijn, aan haar kleinzoon Adriaen Kifer (zoon van Catharina van Halewijn en apotheker Joannes Kifer (leesfout?), aan dochters Susanna en Abigail van Halewijn. Bepalingen worden gemaakt betreffende de verdeling van porties na overlijden etc. Tot voogd wordt benoemd mr. Carel Martins, ontvanger. [105]
      Uit dit huwelijk:
    • a. Sara van Halewyn, geb. vóór 1632, j.d (1650), tr. (huw. voorw. Rotterdam) 1650 Jacob (Jacomo) Manrique, geb. Oud Beijerland, j.m., wonend te Amsterdam (1650), coopman te Amsterdam (1650), zn. van Jeronymus Manrique lakenkoper te Rotterdam en later baljuw, schout en dijkgraaf van de Beijerlanden, en van diens derde vrouw Agneta Keyser. [106]
      Op 27-1-1649 verleent Sara van Halewijn, ongehuwd, machtiging aan haar zwager Johannes Rijser om voor haar op te treden in de afwikkeling van de nalatenschap van haar moeder Sara Martens. [107]
      Op 6-2-1650 worden huwelijksvoorwaarden gesloten tussen Jacob Manrique, jongman, wonend te Amsterdam, en Sara van Halewyn, jongedochter. Zij wordt geassisteerd door haar zwager Johannes Rysen en haar neef Emanuell Spranger. Beiden zullen al hun bezittingen inbrengen, volgens een ondertekende inventaris. Bij het beeindigen van het huwelijk gaan deze zaken terug naar de betreffende verwanten, ongeacht of er kinderen zijn. Winst en verlies tijdens het huwelijk worden 50-50 verdeeld, kleding en sieraden gaan naar de betreffende verwanten. Sterft de man als eerste dan krijgt de vrouw eenmalig 3000 gulden uit zijn nalatenschap. In het omgekeerde geval krijgt de man 1000 gulden. [108]
      Op 31-8-1650 transporteert Joannes Rijser, apothecaris, inboedel aan Jacomo Manrijck in mindering van de schuld en obligatie d.d. 22-4 j.l. die hij heeft aan Sara van Halewijn, de zuster van zijn vrouw, die tegenwoordig gehuwd is met Jacomo Manrijke, coopman te Amsterdam De inboedel bestaat o.a. uit huisraad, zilverwerk, schilderijen voorstellende vader van Halewijn, juffrouw Wagensfelt en een van haar dochters, van haar zoon en van vader Rijsers, en de inventaris van de apothekerswinkel, tesamen ad 1412 gulden 6 stuivers. Rijser mag de goederen tot wederopzegging van Manrijke gebruiken. [109]
    • b. Susanna van (H)alewijn, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 6-6-1632 (get. Matheus van Halewijn), tr. verm. otr. Amsterdam geref. 24-3-1651 A(e)rnout van der Kruijs (de Jonge).
      Op 19-6-1686 verkopen de erven van Susanna Halewijn, wed. van Aernout van der Kruijs aan Adriaen van der Cruijs, een 1/2 huis en erf genaamd De Kolom of De Bonnet in de Warmoesstraat (WZ) te Amsterdam. [110]
    • c. Abigael van Halewijn, geb.ged geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 9-9/10-10-1634 (get. Antonij van Heerden), otr. Amsterdam geref. 1-4-1655 Gijsbert van der Hoeven.
      In 1944 is te Arnhem het portret verbrand van Abigael van Halewijn:
      Ge-aquarelleerde tekening, 18 x 14, in gesimuleerde ovale cartouche waarop linksboven haar wapen, en links en rechts onder de signatuur en datering: Johannes Tho Pas / Fecit 1656. [111]
    • d. Catarina van Halewijn(s), otr. 1o Amsterdam geref. 18-10-1646 Johannes Rijser, ovl. 1650-1662, apotheker te Rotterdam (1650), otr. 2o Amsterdam geref. 9-11-1662 Antoni Abbring Stint, orgelmaker van Groningen oud 28 jaar (1662).
      Op 19-7-1650 transporteert Johannes Rijsen, apothekaris, als man en voogd van Catarina van Halewijn, erfgenaam van haar oom, wijlen Matheeus van Halewijn, aanspraken op deze erfenis over aan zijn zwager Jacomo Manrique, coopman te Amsterdam, na aftrek van de 600 gulden die hij nog tegoed had. [112]
      Op 25-11-1650 verleent Johannes Rijser, apothekaris, machtiging aan Jacomo Manrique, coopman te Amsterdam, om voor de schepenen aldaar aan Jacob Aertsz Colom het eigendom over te dragen van een huis en erf in de Nes, genaamd De Drie Bellen. [113]
  • 2. Mattheus van (H)alewijn, geb. 1590/91, beg. Amsterdam Wester Kerk 8-11-1646, koopman (vanaf 1625), woont op 't Water (1620), was tesamen met Jeronomus Rans voogd over de kinderen van Gommer Spranger, doopget. (1628..1635), otr. Amsterdam 15-6-1620 geref. (ouders dood, get. zijn broer Martyn van Halewijn, haar moeder Lysbeth Benningh) Elisabeth Benningh (Bannings), geb. 1597/98, ovl. vóór 1646, woont op het Rockin (1620).
    Op 6-10-1621 verkoopt Trijn Jans, wed. van Pieter Engelsz Habet aan Mattheus van Halewijn, een erf op de Lauriergracht (ZZ) te Amsterdam. [114]
    Op 25-3-1624 verkoopt Pouwels Martensz aan Matheus van Alewijn, een huis en erf op de Lijnbaansgracht (ZZ) te Amsterdam. [115]
    Op 25-3-1624 verkoopt Pouwels Martensz aan Matheus van Alewijn, een erf en getimmerte op de Lauriergracht in een zaksteegje te Amsterdam. [116]
    Op 4-7-1631 koopt Mattheus van Alewijn, een tuin en loods met stalling voor 2 paarden op de Lijnbaansgracht hoek Rozenstraat te Amsterdam. [117]
    Op 4-7-1631 koopt Mattheus van Alewijn, een spijker en erf op de Lijnbaansgracht hoek Laurierstraat te Amsterdam. [118]
    Op 7-10-1647 verkopen de erven van Mattheus van Halewijn aan Hans Schrijver, een pakhuis en erf op de Lijnbaansgracht bij de Laurierstraat te Amsterdam. [119]
    Op 7-10-1647 verkopen de erven van Mattheus van Halewijn aan Daniel Bernards, een pakhuis en erf op de Lauriergracht (ZZ) te Amsterdam. [120]
    Op 7-3-1650 verkopen de erven van Mattheus van Halewijn, wednr. van Elisabeth Benninghs aan Johannes van Ceulen, 5/6 erf met getimmerte op het Rokin te Amsterdam. [121]
    DATUM Inventaris van de coopmanschappen, meubelen, huysraet, silverwerck, clederen ende anders bevonden in den sterffhuijs van Mattheus van Haelewijn za. in sijn leven coopman binnen deser stede.[122] Hieronder ruim veertig schilderijen waaonder 4 door Bartholomeus Spranger.
  • 3. Martyn (Ma(e)rten) (van) Halewijn, geb. vóór ca. 1595, ovl. 1648[123], koopman (1620, 1624), huw. get. (1620), otr. Amsterdam 6-6-1617 geref. (get. Stephanus Bacherus),[124] Abigael Martens, dr. van Hans Martens (den Otter) en Mayken de Bacher.
    Op 5-8-1614 verkoopt Cornelis Ariaensz Spaens aan Marten van Halewijn, een erf met getimmerte op het Plempenpad te Amsterdam. [125]
    Op 1-9-1622 verkopen de erven van Jacob Corsz aan Marten van Halewijn, een Hoekerf aan het einde van de Rozengracht (ZZ) te Amsterdam. [126]
    Op 26-10-1624 geeft Hans Louys wonend te Middelburch via de notaris aan Bartholomeus Anthonisz Sneewints, coopman, te kennen dat hij, Hans Louys, in Middelburch heeft verkocht aan Sneewints, in bijzijn van Daniel Sijmonsz, maeckelaer, 3 vaten pijta die hij te Amsterdam moet ontvangen en betalen aan Maerten Haleweyn, coopman aldaar. [127]
    Op 4-7-1631 koopt Marten van Alewijn, een spijker en loods met erven en getimmerte naast elkaar op de Baangracht (Lijnbaansgracht) hoek Rozenstraat te Amsterdam. [128]
    Op 2-3-1649 kopen de erfgenamen van Marten Halewijn, een tuin aan de Buitensingel buiten de Heiligewegspoort te Amsterdam. [129]
    Op 15-4-1651 verkopen Marten van Halewijn en Joannes van der Voort, aan Joris Jorisz, een erf op de Rozengracht (ZZ) te Amsterdam. [130]
    Inventaris van de winckel waeren coopmanschappen mitsgaders meubelen huysraet, schilderyen, ende anders bevonden int sterffhuijse van Maerten van Haelewijn za. in sijn leven coopman binnen deser sted ende sijn de meubelen getaxeert bij Annetge Henricx ende Elisabeth Martens gesworen schatsters deser stede....Volgen de schilderyen ende sijn getaxeert by Lucas Luce ende Gerrit Uylenburgh schilders den 5-en January 1649.[131] Hieronder ruim dertig schilderijen waarvan 5 door Bartholomeus Spranger.
      Uit dit huwelijk:
    • a. Cathalina van Halewijn, ged. geref. Amsterdam Oude K. 21-4-1619 (get. Jacob van Halewijn, Anthonij van Heede, Cathalijna Martens), ovl. jong?
    • b. Marten van Halewijn, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 19-7-1620.
    • c. Johannis van Halewijn, ged. geref. Amsterdam Oude K. 18-11-1621, ovl. jong?
    • d. Abigael Halewijn, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 18-12-1622.
    • e. Joannes van Halewijn, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 30-6-1624.
    • f. Marija van Halewijn, ged. geref. Amsterdam Oude K. 23-10-1625.
    • g. Catrina van Halewijn, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 16-7-1628 (get. Matheus Halewijn), ovl. jong?
    • h. Matheus van Halewijn, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 7-10-1629.
    • i. David Halewijn, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 17-11-1630.
    • j. Catarina van Halewijn, ged. geref. Amsterdam Oude K. 1 7-4-1633, ovl. jong?
    • k. Cathalina van Halewijn, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 20-2-1635.
  • 4. Margriet(a) (van) Ha(e)lewijn, geb. 1590/91, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 5-9-1644, woont op 't Water (1618), otr. Amsterdam 24-8-1618 geref. (haar ouders dood),[132] Antonij van der (H)ee(r)den, geb. Leiden 1588/89, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 17-12-1640 (Antoni van der Heden), kwam in 1606 te Amsterdam als knecht bij David Damman, met wiens weduwe Hester Martens hij trouwde (waaruit voorkinderen),[133] koopman in specerijen, kruidenier (1618), woont op de Nieuwedijk in 't Schakbort (1617), op 't Water (1618), aan de Nieuwe Zijds Voorburgwal (1640), doopget. (1619..1639).
    Op 4-9-1617 verkoopt Jan van Marcken aan Dr. Stephanus Bacher, en Anthoni van den Hede, aan Joris van Hengel, een middelhuis en erf op 't Water (Damrak) te Amsterdam. [134]
    Een huwelijksgedicht voor het echtpaar Van der Heede-van Halewijn berust in de Kon. Bibliotheek (nr. 852F354). [135]
    Op 30-6-1623 bekent Anthony van der Heeden bekent 600 £ Vlaams schuldig te zijn aan zijn zwager Martin van Halewijn. [136]
    Inventaris en gedeeltelijke scheiding van de boedel van Margarita van Haelewijn, overleden, weduwe van Anthony van der Heeden kruidenier, ende zijnde de winckel waeren ende coopmanschappen opten 22-en Februaris 1641 getaxeert ende gepriseert by Srs. Jacob Vrancken, Ghysbert van Wieringen ende Guilliam van Erpecom ... Volgen de schilderyen ende zijn getaxeert op ten 21 Martij 1641 bij Dirck Pietersz Santvoort ende Hendrick Uylenburch, schilders. Postscript: Aldus geinventariseert by mij Frans Bruijningh notaris...ten versoecke van de weduwe ande voogden van de onmondige kinderen van Anthonij van der Heeden den 15 Februarij 1645.[137] Hieronder ruim dertig schilderijen.
      Uit dit huwelijk:
    • a. Anthonij van Heeden, ged. geref. Amsterdam Oude K. 26-1-1620, ovl. na 1658.
      Op 3-5-1653 verkoopt Franchoijs Vincon aan Anthonij van der Heeden, een huis, erf en zaal, waar Het Kasteel van Londen uithangt, op de Nieuwezijds Westervoorburgwal (WZ) (Nieuwezijds Voorburgwal) belend de huizen van de Molsteeg achter aan de ZZ met uitgang op de Achterburgwal te Amsterdam. [138]
      Op 26-2-1658 verkoopt Anthonij van der Heeden aan Claes Gerritsz Blaeupot, een huis, waar Het Kasteel van Londen uithangt, op de Nieuwezijds Voorburgwal (WZ) te Amsterdam. [139]
    • b. Margriet van de(r) (H)Eden, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 31-8-1621, beg. Amsterdam Nieuwe K. 27-4-1671, otr./tr. Amsterdam geref. Oude Kerk 25-5/22-6-1649[140] Jacob Bruyningh, ged. Amsterdam Oude Kerk 17-12-1606, beg. Amsterdam Oude Kerk 6-10-1655, weduwnr. van Agnietje (Niesje) Appelman, notaris en secretaris te Amsterdam, zn. van Jan Fransz Bruyningh en Anna Jacobsdr van Halewijn.
    • c. Pieter van der Heerden, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 6-11-1622, beg. Amsterdam Nieuwe K. 10-9-1661, koopman in verf en reder te Amsterdam.[141]
    • d. Henrick van der Heeren (Heede), ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 21-1-1624, nog vermeld 1650 en 1654.
    • e. Matheus van der Heden, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 6-1-1626, beg. Amsterdam Nieuwe K. 14-8-1652.
    • f. Susanna van der Heerlen, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 25-2-1629, beg. Amsterdam Wester Kerk 28-5-1636.
    • g. Jacob van (der) Hee(r)den, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 21-1-1635, nog vermeld 1658 en 1660.

Referenties van de gegevens van generatie 3 staan ook
hier
Referenties Fragment Genealogie Spranger --- Generatie 3 ( 141 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
  1. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  2. John Michael Montias, Art at an Auction in 17th Century Amsterdam, Amsterdam 2002, ⇒ books.google.nl
  3. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, ⇒ books.google.com
  4. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  5. John Michael Montias, Art at an Auction in 17th Century Amsterdam, Amsterdam 2002, ⇒ books.google.nl
  6. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  7. J.E. Elias, De vroedschap van Amsterdam 1578-1795, Amsterdam, 1963
  8. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  9. Besluiten Staten-Generaal 1626-1630, ⇒ www.inghist.nl
  10. John Michael Montias, Art at an Auction in 17th Century Amsterdam, Amsterdam 2002, ⇒ books.google.nl
  11. Paul Crenshaw, Rembrandt's bankruptcy, New York, 2006, ⇒ books.google.nl
  12. zie ook NL 100(1983)263
  13. zie ook Elias,l.c.
  14. zie ook Elias,l.c.
  15. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, ⇒ books.google.com
  16. Jb. CBG 1(1947)124
  17. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21604184
  18. GAA, ONA 53/628v en 192/54 gecit. in ERIC
  19. Elias, II p759-763
  20. Resolutiën Staten-Generaal Oude en Nieuwe Reeks 1576-1625, ⇒ statengeneraal
  21. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21580503
  22. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21581036
  23. GA Amsterdam, ONA, Nots. F. Bruyningh, inv. nr. 1412, Deel 32 (37), gecit. in ⇒ montias
  24. John Michael Montias, Art at an Auction in 17th Century Amsterdam, Amsterdam 2002
  25. ⇒ montias
  26. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  27. ⇒ montias
  28. zie ook NL 100(1983)261
  29. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  30. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  31. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21623292
  32. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21630174
  33. Jb. Amstelodamum 4(1906)102
  34. NL 100(1983)261
  35. Elias, l.c.
  36. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  37. Elias, l.c.
  38. NL 100(1983)261
  39. NL 18(1900)177
  40. NL 100(1983)266
  41. NL 100(1983)267
  42. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  43. P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugduno Batavae 1575-1812, 's-Gravenhage 1913-1924
  44. GN 18(1963)15
  45. NA 13(1915)375
  46. Wap. 5(1901)49
  47. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21588094
  48. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21642699
  1. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21642977
  2. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21643326
  3. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21643333
  4. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21648215
  5. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21652031
  6. NL 100(1983)267
  7. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  8. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21634088
  9. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  10. OV 40(1985)658
  11. OV 32(1977)307
  12. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  13. ⇒ montias
  14. ANF 3(1886)93
  15. GA Amsterdam, NA nr. 1094 f. 179, gecit. in Jb. CBG 39(1985)91
  16. GA Amsterdam, ONA nr. 1107 f316, gecit. in Jb. CBG 39(1985)91
  17. GA Amsterdam, Desolate Boedelskamer, inv. nr. 1150, 5072/368, ⇒ montias
  18. GA Amsterdam, ONA nr. 1127 f. 62v, gecit. in Jb. CBG 39(1985)91
  19. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21584587
  20. zie ook Nav. 30(1880)488
  21. W.J. op 't Hof, Het gereformeerde Piëtisme en de Nadere Reformatie in de classis Bommel tot 1660, in S.E.M. van Doornmalen et al. (red), Geloven tussen de rivieren. Verkenningen in de Gelderse kerkgeschiedenis, Delft, 1999
  22. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21607087
  23. Jb. Amstelodamum 62(1970)50
  24. L.C. van Panhuys, Quirijn Spranger, in Nieuwe West-Indische Gids 12(1931)535
  25. ANF 5(1888)248, 6(1889)49
  26. Richard L. Kagan, Philip D. Morgan, Atlantic diasporas: Jews, conversos, and crypto-Jews in the age of mercantilism, 1500-1800, JHU Press, 2008
  27. Thomas Salmon, Hedendaagsche historie of tegenwoordige staat van Amerika, Amsterdam, 1767
  28. Thomas Salmon, Hedendaagsche historie of tegenwoordige staat van Amerika, Amsterdam, 1767
  29. Jan Jacob Hartsinck, Beschryving van Guiana, of de wilde kust in Zuid-America, Amsterdam 1770
  30. Jan Boeke, in De West-Indische gids 26(1945)
  31. L.C. van Panhuys, Quirijn Spranger, in Nieuwe West-Indische Gids 12(1931)535
  32. Appletons' Cyclopaedia of American Biography
  33. ANF 5(1888)248, 6(1889)49
  34. NL 5(1887)75
  35. NA, Nummer Toegang: 1.05.01.02, Inventaris van het archief van de Tweede West- Indische Compagnie (WIC), (1624) 1674-1791 (1800), nr. 1276C
  36. NA, Nummer Toegang: 3.01.18, Inventaris van het archief van Casper Fagel, Raadpensionaris van Holland, 1672-1688 nr. 142
  37. Kon. Huisarchief, inv. nr. 1478, gecit. in L.C. van Panhuys, Quirijn Spranger, in Nieuwe West-Indische Gids 12(1931)535
  38. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  39. Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme 5(2001)484
  40. J.G. Frederiks en F. Jos. van den Branden, Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
  41. W.J. op 't Hof, Het gereformeerde Piëtisme en de Nadere Reformatie in de classis Bommel tot 1660, in S.E.M. van Doornmalen et al. (red), Geloven tussen de rivieren. Verkenningen in de Gelderse kerkgeschiedenis, Delft, 1999
  42. zie ook NL 39(1921)17
  43. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21587472
  44. W.J. op 't Hof, Het gereformeerde Piëtisme en de Nadere Reformatie in de classis Bommel tot 1660, in S.E.M. van Doornmalen et al. (red), Geloven tussen de rivieren. Verkenningen in de Gelderse kerkgeschiedenis, Delft, 1999
  45. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  46. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  47. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  48. Gelderblom
  1. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21598495
  2. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21599172
  3. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21601390
  4. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21613384
  5. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21597979
  6. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21599172
  7. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21599422
  8. ⇒ montias
  9. GA Rotterdam, ONA, Nots. Johan van Weel de Oude, inv. nr. 488, aktenr./blz. 82/263
  10. NL 91(1974)86
  11. GA Rotterdam, ONA, Nots. Vitus Mustelius Woutersz, inv. nr. 501, aktenr./blz. 31/34
  12. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arent van der Graeff, inv. nr. 338, aktenr./blz. 54/129
  13. GA Rotterdam, ONA, Nots. Johan van Weel de Oude, inv. nr. 477, aktenr./blz. 82/125
  14. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21635470
  15. Jb. CBG 32(1978)171
  16. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arent van der Graeff, inv. nr. 338, aktenr./blz. 215/571
  17. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arent van der Graeff, inv. nr. 338, aktenr./blz. 299/757
  18. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21611177
  19. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21612481
  20. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21612866
  21. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21615142
  22. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21615143
  23. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21620570
  24. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21620569
  25. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21621686
  26. ⇒ montias
  27. ⇒ montias
  28. zie ook ⇒ montias
  29. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21606770
  30. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21611703
  31. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Wagensvelt, inv. nr. 143, aktenr./blz. 42/90
  32. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21615141
  33. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21621120
  34. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21622161
  35. ⇒ montias
  36. zie ook Jb. CBG 39(1985)90
  37. Jb. CBG 39(1985)90
  38. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21608886
  39. Jb. CBG 39(1985)90
  40. GA Amsterdam, NA nr. 201, f. 98, gecit. in Jb. CBG 39(1985)90
  41. ⇒ montias
  42. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21623237
  43. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21625293
  44. Jb. CBG 39(1985)91
  45. Jb. CBG 39(1985)91

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 4
Back to previous
generation 2
Directly go to generation :
1 2 3