You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Mooijaart ⇒ Gen. nr. 1 |
Diverse personen 1a, ... 1g van wie een onderlinge relatie vooralsnog niet is aangetoond. Commentaar is zeer welkom!
Fragment 1 --- Leiden |
Ia. NN Moyaert.
IIa. Franchoys Moyaert (de Oude), geb. vóór ca. 1580, ovl. na 1647, afkomstig van Loo in Vlaenderen (1606),
koopman (1606, 1642)
buurtheer van de buurt Heren- en Salomonstraten te Leiden (benoemd 3-5-1618 tot 1643 wegens vertrek),[1]
huw. get. (1610, 1631), doopget. (1624..1643),
woont in de Salomonsstraat (1631),
tr. 1o voor 1606
Maycken de Coursellis, ovl. vóór 1606, otr. 2o Leiden geref. 22-12-1606 (get. voor hem Philps Fornier, zijn bekende, voor haar Syntgen Febers, haar moeder)
Martyne Rotsaerts (Rudsaers), ovl. na 1647, afkomstig van Wervicke in Vlaenderen (1606).
In 1642 is Francoys Moyaert den Ouden eigenaar van huizen te Leiden in de Nieuwsteeg bon Zevenhuizen en in de Salomonstraat bon Zevenhuizen.
Uit hem:
Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
6-7-1628: Francois Moyaert treedt op als buurtheer [2]
Op 5-9-1647 compareren Franchois Moijaart de Oude en Martijntgen Rudsaers, echtelieden wonende te Leiden, beiden gezond. Zij maken een mutueel langstlevende testament. De langstlevende zal gehouden zijn aan Maria Moijaerts hun testateurs dochter wanneer zij 25 jaar wordt of eerder indien zij trouwt, uit te keren ƒ 200,-- , dit ter compensatie van wat Franchois Maoijaert de Jonge hun soon van hun comparanten bij zijn huwelijk ontvangen heeft. Een een ander met plaatsvervulling in geval van vooroverlijden. Zij benoemen elkaar tot voogd over na te laten kinderen en goederen. W.g. Franchois Moijaert , door haar een merk.
[3]
Uit zijn tweede huwelijk (Moyaert-Rudsaers) :
Op 24-7-1679 wordt te Leiden geregistreerd de begrafenis buiten Leiden van Maertge Vroomans, overleden te Oegstgeest, vrouw van Philps Vedder.
Op 30-9-1654 compareren de eersame Philps Fedder, mr. cleermaker en de eerbare Maria Moijaerts, echteluijden, wonende te Leiden op het Rapenburch, neijde clouck ende gesont van lichame, gaende ender staende haer verstandt, redenen ende memorie wel machtich ende ten volle gebruijckende, welcke verclaerden van voornemens te wesen net van deser weerelt te scheijden sonder eerste ende alvoorens van haer tijtlijkcen goederen gedisponeert te hebben. Zij maken een mutueel testament en benoemen elkaar tot universeel erfgenaam.
Er is een uitkering van 25 gulden te 40 grooten vlaems tstuck indien de langstlevende een tweede huwelijk sluit.
Mocht bij het eerst overlijden van testateur diens vader Johannes Fedder nog in leven zijn dan krijgt deze in plaats van de ƒ 25,-- een legitieme portie.
W.g. Fillip Vetter, Marije Moiaert.
[4]
Raadsel Mooyaart |
Lees de volgende akte van 1679
Op 20-2-1679 testeert te Amersfoort Maria Moja(a)rt, sieck te bedde liggende, wonend te Amersfoort, wed. van Hans van Bijlevelt. Zij vermaakt aan haar nicht Anna Maria Mojaert, dochtertje van haar broer Philip Mojaert, haar silverwerck, haar clederen, 2 gouden ringen, bedlakens enz., van alles het beste, en verzoekt Anthoni Jacobs van Soest deze goederen in bewaring te nemen totdat Anna Maria mondig is of trouwt. Zij secludeert de weeskamer. Indiën Anthoni Jacobs voor haar overlijdt, dan benoemt zij in zijn plaats Jan Jacobs van Beeftingh. Getuigen zijn Casper Jans(en) van Holt, Joost Salomons en Jacob Willemsen, borgers van Amersfoort. In margine: op 25-10-1680 gerevoceert folio 4. zie hiervonder [5]Hieruit zou moeten worden geconcludeerd dat de zieke Maria Moja(a)rt een broer Philip Mojaart heeft met een dochterje Anna Maria. Deze Philip Mojaart bestaat inderdaad maar heette eerst Philips Fetter. Zou de zieke Maria Moja(a)rt dan eerst Fetter geheten hebben? Daarvan is geen enkel bewijs. Mogelijk dat het vinden van de huwelijksakte van Maria Moja(a)rt en haar eerste man Hans van Bijlevelt daarover opheldering kan verschaffen. Te Amersfoort en Leiden werd dit huwelijk vooralsnog niet gevonden. Uit een verdere akte blijkt er nog een zuster Agniet Moijaerts te zijn die ovl. voor 1655. We weten:
|
IIIa. Franciscus (Franchoys, Frans) Moyaerd (Moiaerd, Moiaert, Moyardus, etc.) (de Jonge), geb. vóór ca. 1620, ovl. 1662-1665, boekbinder, afkomstig van Leiden, wonend in de Salomonstraet (1642), vermeld als boekdrukker te Leiden (1644-1662),[8] doopget. (1652, 1658), otr. Leiden geref. 6-3-1642 (get. voor hem Franchoys Moyaert, zijn vader wonend in de Salomonstraet, voor haar Susanna Servijs, haar moeye wonend op de Oude Vest) Maria (Barents) Orleans (Orlinqck), geb. vóór ca. 1625, ovl. 1669-1674, wonend in de Molensteech te Leiden (1642), op het Rapenburgh (1664), te Leyderdorp (1665), doopget. (1661..1669), dr. van Barent Willemsz Oorling, kleermaker, en diens eerste vrouw Lijsbeth van Houten (zie ⇒ Kwartierstaat Lapikás nr. 12841 sub d ). Zij hertr. Leiden geref. 1-8-1665 Daniel Cornelisz de Rou, die op zijn beurt hertrouwt in 1674.
In 1637 wordt de gemene boedel beschreven van Baernt Willemsz Oorling, cleermaker en Annetgen Bekou echteluijden ten behoeve van zijn enige erfgen. Maria Baerentsdr Oorling, over welcke hij tot voogden bij tetstamente heeft gestelt Jacob Verschuire ... en Jan Vereecke? siekenbesoucker, en van haar erfgenamen Paulus Bekoub, haar vader, ende Maijcke van Overbeke, haar moeder (zie ⇒ Kwarierstaat Lapikás nr. 12840 ). Volgt de boedelbeschrijving van vijf kantjes, die eindigt met "Blijvende 't weeskint tot voldoeninge van voorsz. 200 gld. aen Pauls Bekue schuldich ƒ 758,--." [9]
Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
1642: Franchois Moijaart de jonge [10]
Bonboeken: een huis in de Nieuwesteech westzijde In Sevenhuijsen
1-6-1643: is bij Jannetge du Pree, weduwe en boedelhoudster, vercoft en de bij haer gemachtigde opgedraegen aen Francoijs Moijaert (den Ouden) ... gl.
13-7-1648: onduidelijke doorgheaalde tekst
2-6-1651: ... bij erfstellinge aen Thobias Moijaert
19-4-1669: ...
Bonboeken Leiden: een huis in de Morsstraat bon Hogemors: [11] 1663-1684: Maria Orlingh en Francoys Moyaert
Bonboeken Leiden: een huis op het Utrechtseveer bon Zuid-Rijnevest: [12] 1685: Maria Orliens en Frans Moyaert.
Bonboeken Leiden: een huis op de Hogewoerd bon Zuid-Rijnevest: 1685: Maria Orliens en Frans Moyaert.
IIb. NN Moijaert, geb. vóór ca. 1560, broer van Franchoys Moyaert.
IIIb. T(h)obias Moyaert, geb. vóór ca. 1585, ovl. na 1641, doopget. (1621..1644),
afkomstig van Middelburgh in Zeeland (1610),
hosenverver (1610..1631),
verver (1625),
koopman (1636)
wonend op de Hogelantsche Kerckgraft (1631), in de Korte Pieterskoorsteeg (1641),
otr. 1o Leiden Waalse Kerk 21-3-1610 (get. voor hem Franchoys Moyaert, zijn oom, voor haar Jenne Face, haar moeder)
Jannetje Agache, ovl. 1623-1625, afkomstig van Leyden,
doopget. (1622),
otr. 2o Leiden geref. 20-6-1625
Susanna (Bartolomeusdr?) Verbeecque, ovl. 1629-1631, afkomstig van Leyden,
otr. 3o Leiden geref. 27-2-1631 (get. voor hem Franchoijs Moijaert, zijn oom wonend in de Salomonstraet, voor haar Emerentia van Otten, echtgenote van David des Urssijns, haar bekende wonend in de Corssteech)
(E)Lijs(a)beth (De)nijs, weduwe van Jheronimus le Monier, en eerder van Marcus de Meulenaer,
afkomstig van Lyer in Brabant (1617)
wonend in de Corssteech (1631).
In 1628 is Tobias Moyaert, hozenverver, eigenaar van een huizen te Leiden in de Nieuwstraat bon Burgstreng en op de Pancras Kerkgracht bon Kerkvierendeel.
In 1636 zijn Tobias Moyaert, koopman, en Elisabeth Nijs eigenaar van huizen te Leiden op de Oude Rijn bon Marendorp-Rijnzijde, in de Dwarskorenbrugsteeg bon Wanthuis en in de Breestraat bon Wanthuis.
In 1662 is Tobias Moyaert eigenaar van een huis op de Herengracht bon Havenbon te Leiden.
IIIc. Samuel Moijaert (Moujaar), geb. vóór ca. 1595, ovl. na 1661, afkomstig van Middelburg in Zeelandt, wonend in Leyden (1619),
velleploter (1619), koopman (1662),
wordt poorter van Amsterdam 26-4-1636 als Samuel Moyaert suikerbakker van Middelburch,
woont te Leiden op de Hoogracht (1661),
doopget. (1621..1661),
otr. Leiden geref. 28-6-1619
Laurentia (Laurensgen) Clement(s), afkomstig van Leyden,
doopget. (1671).
In 1662 zijn Samuel Moyaert, koopman, en Laurentia Clement eigenaar van huizen te Leiden op de Hooigracht bon Kerkvierendeel, op de Oude Rijn bon Marendorp-Rijnzijde.
Ia. Hugo Moyart, ovl. vóór 1568, tr.
Lowysken Kijckenpoost (Loyze Kijkempoost), geb. Ronse ca. 1508, ovl. (terechtgesteld) Ronse 29-7-1568, wordt begin 1568 gevangengenomen wegens het toestaan van gereformeerde preken in haar schuur te Ronse in 1560, wordt veroordeeld en terechtgesteld met het zwaard,
mogelijk dochter of zuster van Maitre Antoine Kijkempoost.
IIa. NN (Pieter?) Moyaert, geb. vóór ca. 1530, wordt als Pieter Moyaert poorter van Leiden 17-8-1577 als Peter Moyaert afkomstig van Ronse,[57]
IIIa. Daniel Moyaert, geb. vóór ca. 1560, beg. Leiden Hooglandse Kerk 16-9-1616 (Daniel Moeiaert op de Voldersgracht), volder (1590, 1592),
wordt poorter van Leiden 6-2-1592 als volder van Ronse,[61]
huw. get. (1602),
roltrapier (1607), dekendrapier afkomstig van Ronssen (1615),
woont op de Voldersgracht (1603, 1616),
tr. 1o voor 1603
Jannetgen van Pladesse, ovl. 1603-1615, otr./tr. 2o Leiden Pieterskerk geref. 17-4/3-5-1615 (get. voor hem Joost van den Bulcke, zijn bekende, voor haar Mayckens Hane, haar zuster)
Christijntgen Hane, ovl. Leiden Gasthuis in "De vrouwen betersael" 30-7-1622 (Colijnke de Haen, wed, van Daniel Moyart), afkomstig van Poperingen,
wed. van Claes van Tybrigem.
In 1590 is Daniel Moyaert, volder, eigenaar een huis te Leiden in de Krauwelsteeg bon Hogewoerd.
IVa. Pieter Mo(e)yaert, geb. vóór ca. 1580, ovl. 1602-1637, voller, afkomstig van Ronsen in Vlaenderen (1602),
otr. Leiden geref. 17-12-1602 (get. voor hem Daniel Moyaert, zijn vader en Pieter Moyaert zijn oom, voor haar Ida Rombouts, haar bekende, Jannetgen Lodewijcx, haar bekende)
Geertgen Jans, afkomstig van Borkeem in het Sticht van Munster (1602),
weduwe van Abraham Antonisz.
Zij hertr. Leiden (schepenen) 14-11/6-12-1637
Jan de Moer, beiden wonen dan in het Clooster van Nasaret.
1f. David(t) Moyaert, geb. vóór ca. 1585, ovl. 1605-1643, zijdelakenkoper afkomstig van Leiden, wonend te Embden (1605),
otr. Leiden geref. 16-9-1605 (get. voor hem Daniel Bruggeman, zijn oom, voor haar Janneken van Winghen, haar moeder)
Sara van Winghen, afkomstig van Londen in Engelandt, wonend te Leiden (1605).
1g. Jan Moyaert, geb. vóór ca. 1570.
1i. J(oh)an Moyaert, geb. vóór ca. 1630, woont te Amsterdam, chirurgijn
otr./tr. Leiden (schepenen)/Amsterdam pui 17-5-1653/17-5-1653
Volckgien Ravens, woont te Amsterdam.
1j. NN Mooyaart. Volgens Ref. [70] mogelijk een zoon van Claas Glaassoon Mooyaart, raad van Amsterdam Ao 1562.
Uit hem:
Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
1629: Abigail Moyaerts [18]
Uit dit huwelijk:
Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
1616: Adrijaen van Leeuwen Dirxsz [19]
1621: Adrijaen van Leeuwen Dirks [20]
1622: attestatie door Adriaen van Leeuwen Dircxsz [21]
1623: Adriaen van Leeuwen Dirxe [22]
1623: Adriaen van Leeuwen Dirxe [23]
1625: Adriaen van Leeuwen Dirxe [24]
1626?: Sara Moijaerts, wed. van Adriaen van Leeuwen Dircxs [25]
1628: Sara Moijaarts [26]
1633: Sara Moijaerts, wed. van Adriaen van Leeuwen Dircx [27]
1635: Sara Moijaerts betreffende een prisatie(?) [28]
Uit dit huwelijk (o.a.?):
Uit dit huwelijk:
Buurquestieboeken Leiden:[29]
7-3-1635: Cornelis Claesz van Noort contra Tobias Moyaert, die op de Oude Rijn bij de St. Jansbrug woont, wiens
huis aan de achterzijde grenst aan Moyaert's behuizing.
Van Noort eist verwijdering van een 'casijn' door Moyaert aangebracht in de scheidsmuur.
Buurquestieboeken Leiden:[30]
7-5-1641: Stoffel Jansz Ellis contra Tobyas Moyaert, naaste buren in de
Korte Pieterskoorsteeg (Pieterskerk-Choorsteeg), westzijde hoek bij de Langebrug, over een kastje door Moyaert aangebracht tegen de scheidsmuur.
Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
1618: Thobias Moijaart [31]
1625: Tobias Moijaert [32]
1625: Tobias Moijaert [33]
1628: Tobias Moijaert [34]
1631: Tobias Moijaert [35]
1631: Tobias Moijaert [36]
1633: Tobijas Moijaert [37]
1639: Sr Tobias Moyaart [38]
Uit zijn eerste huwelijk (Moyaert-Agache):
Uit zijn tweede huwelijk (Moyaert-Verbeecque):
Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
1637: verklaring door Samuel Moijaert [39]
1637: Samuel Moijaert [40]
Buurquestieboeken Leiden:[41]
21-12-1661: Frans van Nes contra Samuel Moyaert, wonende op de Hooigracht, westzijde, waar De Beurs van Amsterdam uithangt.
Van Nes wenst dat Moyaert een koekoek bouwt om zijn ramen, uitziend op Van Nes' erf af te schermen.
Tevens een accoord over de waterlozing in de kolk van Van Nes.
Uit dit huwelijk (o.a.?):
Op 23-5-1655 leggen Francois Wallencourt en Pieter Dillie een verklaring af ten verzoeke van Michiel Mooijaert, coopman te Amsterdam.
[42]
Op 27-8-1655
verkoopt Michiel Moijaert aan Pieter Hendrixsz Groenhoed,
een huis en erf in de Boomstraat te Amsterdam.
[43]
Op (15?)-6-1657 bekent Michiel Mooijaert, coopman te Amsterdam, schuldig te zijn etc.
[44]
Op 17-12-1659 legt Matthijs Poullet? een verklaring af ten verzoeke van Michiel Mooijaert, coopman te Amsterdam. etc. [45]
Op 18-12-1659 compareren Jan de Mars coopman te Leiden, en Michiel Mooijaert, coopman te Amsterdam. Zij zijn incompagnie geweest etc.
[46]
Op 19-12-1670
verkopen Burgemeesteren en thesaurieren van Amsterdam
aan Michiel Moijaert,
3 erven in de Grote Leidsedwarsstraat (WZ) (Lange Leidsedwarsstraat) park B bezuiden de Leidsestraat te Amsterdam.
[47]
Op 19-12-1670
verkopen Burgemeesteren en thesaurieren van Amsterdam
aan Michiel Moijaert,
3 erven in de Kleine Leidsedwarsstraat (Korte Leidsedwarsstraat) park B te Amsterdam.
[48]
Uit zijn eerste huwelijk (Moijaert-van Hooren) :
Uit zijn tweede huwelijk (Moijaert-van den Briel) :
Uit dit huwelijk (o.a.?):[53]
FRAGMENT 2 ---- Leiden
Uit het Martelarenboek van Adriaan van Haemstede:
[54]
JAAR 1568.
Lowysken Kijckenpoost (Loyze Kijkempoost), weduwe van Hugo Moyart, geboren te Ronse, was omtrent zestig jaren oud en een zeer deugdzame en Godzalige vrouw. Door de overheid van Ronse werd zij, in het jaar van onze enige Verlosser en Zaligmaker Jezus Christus 1568, gevangen genomen, omdat zij en haar kinderen in het jaar 1560 toegestaan hadden, dat een bedienaar van het Goddelijke Woord in haar schuur predikte. En, aangezien er geen waar geloof kan bestaan zonder vrucht, zoals de heilige Schrift leert, was zij vooral in haar tijd met vele deugden versierd.
Immers, als andere lieden gastmalen aanrichtten voor hun vrienden of rijken, noodde zij de armen en behoeftigen, die haar niets konden vergelden, zoals Christus leerde. Nadat zij omtrent zeven maanden gevangen gezeten had, werd zij door de overheid veroordeeld om de 29e juli met het zwaard te worden gedood.
Toen het doodsvonnis over haar was uitgesproken, kwam de pastoor van St. Martenskerk, heer Willem genaamd, tot haar in de gevangenis, die dacht, dat zij bij hem zou biechten. Doch Lowysken, die zeer begaafd was met de geest des verstands en der vrijmoedigheid, sprak hem zeer vriendelijk en al lachende met zulke roerende woorden toe, dat hij bitter begon te wenen, en haar nauwelijks enige woorden kon toespreken. Hij vertrok aldus wenende uit de gevangenis, en zei, dat hij gekomen was om haar te troosten, "maar," zei hij, "gij mag dit mij wel doen."
Daarna bezocht haar dienstbode haar, over wie zij tante was. Deze nam onder bittere tranen afscheid van haar, en vermaande haar, tot lijdzaamheid en standvastigheid in de Heere. Zij antwoordde de dienstbode, dat zij zeer bereid was om te sterven, en verlangde dat zij haar kinderen zou vermanen, wanneer zij die in Engeland vinden zou en alles aan hen te doen, aangezien deze daar ook verstrooid waren wegens de belijdenis der waarheid.
Daarna werd Lowysken uit de gevangenis gehaald en naar de plaats geleid, waar zij als een slachtlam van Christus zou worden opgeofferd. Zeer blijmoedig vertoonde zij zich aan het volk, en werd alzo met het zwaard gedood. Zij ontsliep standvastig in de Heere op de 29e juli in het jaar onzes Heeren en Zaligmakers Jezus Christus 1568.
Daar God de almachtige Heere wonderbaar is in Zijn werken en onnaspeurlijk in Zijn oordelen, geschiedde het in die tijd te Ronse, dat een zwangere vrouw, van welke Lowysken de tante was, in barensnood verkeerde, toen zij de rouwklok hoorde luiden over haar tante, als deze de dood nabij was. Zij verkeerde in die nood drie achtereenvolgende weken, zodat de vrucht in haar lichaam dag en nacht heen en weer schoot als een weversspoel, en, toen na drie weken het kind dood ter wereld kwam, had dit een houw in de nek, en was het hoofd bijna van de romp gescheiden.
In waarheid kan men hieruit opmerken en besluiten, dat de bloeddorstige en wrede tirannen waarlijk een oorzaak geweest zijn van de dood van dit onschuldige kind, wegens welke verschrikkelijke geschiedenis en geboorte zij de genoemde pastoor lieten roepen. Toen deze dit onbegrijpelijke werk des Heeren zag, verschrikte hij daardoor zo hevig, dat hij in onmacht viel, en daarna geen gezond uur meer had.
Hierin zien wij nu, christelijke lezer, dat niemand Gods rechtvaardige hand kan ontlopen, die over het verborgene van de mens kan oordelen, hen zonden hun voor ogen stellen en een iegelijk vergelden naar zijn werken.
Uit dit huwelijk(¥) (o.a. kinderen die mogelijk naar Engeland gevlucht zijn):
COMMENTAAR(¥)
"Uit de lijst van bannelingen uit Ronse blijkt dat kinderen van Loyze tot 1570 inwoonden bij de gebroeders Pierre en Martin Moyaart. Deze kunnen hun ooms of broers geweest zijn."[55]
Wat de namen van deze kinderen zijn, wordt hier niet vermeld.
Uit dit huwelijk:
Uit hem verm.:
Poorters van Leiden:[62]
1594 Juni 27. Giellis Reviel afkomstig van Ronse. Getuigen: Daniel en Pieter Moeyart, mede van Ronse.
Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
1615: Daniel Moijaert [63]
Leiden 1607 : Akte van schuldbekentenis door Daniel Moyaart, roltrapier te Leiden, onder borgstelling van Pieter Moyaart, zijn broer, wegens de koop van een huis aan de oostzijde van de Nieuwe Volmolensgracht, belast met een losrente van twaalf gulden voor de kinderen van Klaas Cornelisz van Noordt, weesmeester, ten behoeve van Jacob de Looper, molenvolder.
[64]
Uit zijn huwelijken:
Vermeldingen in ONA Leiden (tekst nog opzoeken):
1614: Pieter Moijaert [65]
Uit dit huwelijk(¥):
COMMENTAAR(¥)
Het is uit de onderstaande lijst niet duidelijk hoeveel kinderen van Pieter Moyaert er nu precies zijn overleden (meestal aan de pest) in het eerste decennium van de 17e eeuw. Bovendien kunnen sommigen van de genoemden ook kinderen zijn van Pieters gelijknamige oom Pieter Moeyaert.
Uit dit huwelijk:
FRAGMENT 4 ---- Leiden
Uit dit huwelijk:
Op 20-8-1643 compareren Sr. Abraham van Wingen, coopman wonend te Leiden en Sr. Davidt Celosse te wijve hebbende Tanneke Moijaerts en Commphart Webbe getrout sijnde met Sare Moijaerts, beijden kindereren en erfgenamen van Davidt Moijaert wonende te Embden, haer comparanten huijsvrouwen saliger vader, voor haer selve en vervangende de verdere erfgenamen van de voorsz Davidt Moijaart. Zij verklaren in der besten forme ende manieren haer eenichsints .... sijn
geconstitueert en machtich gemaect te hebben (doorgehaald staat : de heer Benjamin Halewijn bewinthebber van de ...der Oost Indische Compagnie binnen de stadt Leijden) Srs. Davidt en Samuel Brugman wonende tot Amsterdam ende Jannntien? .. int bijsonder,
specialijk omme uit name en van wegen haer constituanten mette beste ende
... gelegentheijt del? doenlijc hun
van de Heeren Bewinthebbers van de ..
... West Indischen Compagnie tot Amsterdam
ofte van een selve gesubstitueerde
te v..contreren innen heffen beur ende ontfangen
soodanige interest ofte widodlirs van
ses gulden .. van een capitaele van
ƒ 600,-- de welcke
sij constituanten doorgehaald staat: de erfgenamen van Davidt Mooijaart voorn. in de voorsz Compagnie
in de Camere van Amsterdam he..
sijn, te weten den voorsz Abraham van Wingen ƒ 300,--
en de
erfgenamen van Davidt Moijaer gelij
ƒ 300,--
ende dat soo wel aleer vervallen is
ofte naer desen noch sal comen te vervallen
quitantie van haren ontfang te verlenen
ende genegen alles te doen ende niet naer
te laten wat sij constituanten doorgehaald staat de ergfgenamen van Davidt Moijaart voorsz ..omme present ende
tegenwoordich sijnde selfs soude cu..
ningen di sal waet oor sulx dat daer ten
eenige naer een of speciaelder last mocht
behouden, met belastien van voorgoet vast g.
van waerden te houden, alles wel bij haren
voorsz gemachtitichden gesamentlijc ofte
ijder int bijzonder uut crachte ... ende ..
versamelt ende verrcht sal werden onder verband
als naer rechten ... ende edopw... ende
gepasseert binnen Leijden present Willem van Wingen doorgehaald staat Abraham van Wingen coopman en Willem Pietersz Wullen
als getuijgen van geepgelowe neffens mij
notarts te.. ende versocht .. ge..
w.g. Abraham van Wynghen, David Celos, Compzart Webbe, Willem van Wijngen Willem Pieters Willema
[67]
FRAGMENT 5 ---- Amsterdam / Leiden
Uit hem:
Pieter Jansz Moyaert komt vanaf ca. 1645 zeer vaak voor in ONA Leiden.
Uit zijn eerste huwelijk:
Op 15-5-1649 maken Daniel de Schreegel, deeckendrapier, en Machteltien Pietersdr Mooijaerts echtelieden wonende te Leiden, een mutueel langstlevende testament. Bepalingen over wat de ouders zullen krijgen indien een van hen kinderloos overlijdt.
[68]
Uit haar tweede huwelijk (Millecam-Mooyaert):
FRAGMENT 6 ---- Amsterdam / Leiden FRAGMENT 7 ---- Amsterdam / Ceylon
Wapen Mooyaart: Een meerman, op eene zee zwemmend, in de rechterhand
eene opgeheven drietand houdende. Helmteeken : de meerman
uitkomende, de drietand in de hand.
[69]
Dit wapen komt voor op de grafsteen van Anthony Mooyaart (1698-1767) in de Jaffnakerk te Colombo.
Uit hem:[71]
[72]
Uit dit huwelijk:[77]
Uit dit huwelijk:[79]
[80]
Grafschrift: Jaffnakerk.
Ik vevind 't nu gewis
dat sterven mijn gewin is.
Deze twee regels staan op een gebeeldhouwd lint.
Hier onder legt
Het Lyk van den E: E: Agt
Baaren Heer Oud Commandeur
deeser Plaatse
Anthony Moyaart,
alhier gebooren den 6en
Xber Ao 1698 overleden p(rim)o
Janua. Ao 1767 oud 68 Jaaren
en 25 dagen.
Uit dit huwelijk:[83]
[84]
Op 12-3-1744 testeren Richard van Minnen van Amersfoort en Rachel Steijgers van Batavia,
in hun woonhuys te Colombo. Er zijn nog geen kinderen. Mocht testatrice zonder kinderen
komen te overlijden dan is 'derselver expresse begeerte dat als dan den testateur haar man
gehouden zal wezen aan haar tante vrouwe Euphemia Engelbert weduwe wijlen de gouverneur
van Ceylon Mr. Dideric van Domburg zaliger tot een legaat uyt te keeren een dubbele snoer van
de grootste paarlen, nevens een slave meijd genaamd Cato, etc.' En aan haar mans broer 'Albert
van Minnen, zonder kinderen, een legaat uyt te keeren een gouden met diamanten ring'. 'Ende
op dat alles te beter standt grijpen en effect zorteren mag verzoekt den testateur de edele heeren
bewinthebberen ter camer Zeeland waar voor hij in den jaare 1724 per 't schip Borsselen
voor jongen in India is aangeland dat haar edele haar gelieve te dragen als executeurs van
desen testament, etc'.[85]
Uit hem verm.:[101]
Uit dit huwelijk:[103]
Uit dit huwelijk:[105]
Op 7-9-1688 verklaart
Jan Nicolaas Soomer, coopman te Amsterdam,
zich ten behoeve van de Geoctr(ooijeerde) Societeit van Suriname borg te stellen voor de som van ƒ 135,-- die Gillis Moijaert in qualiteit als coopman op het schip Christianus Quintus van de voorsz societeit bij ordonnantie van 31-8-1688 ontvangen zal over de wederhelft van het kost en transportgelt.
W.g. getuigen, handtekening van de comparant ontbreekt.
[106]
Uit dit huwelijk:
Uit haar eerste huwelijk:
Uit dit huwelijk:[110]
Referenties van de gegevens van generatie 1 staan ook hier
Referenties Fragment Genealogie Mooijaart --- Generatie 1 ( 110 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
![]() genealogy page |
contents |
![]() index |
generation 2 |
generation 0 |
Directly go to generation : 1 2 |