| This page was last updated : 130902. |
| Fragment Genealogie Van den Luffel Generatie 1 |
L. Lapikás,
Fragment Genealogie Van den Luffel,
version 1.1,
Muiden, 2011.
|
|
L. Lapikás, Fragment Genealogie Van den Luffel, version 1.1, Muiden, 2011. | |||
|
© Copyright 2013
: L. Lapikás, Muiden, The Netherlands.
No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system,
or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical,
photocopying, recording or otherwise without the prior written
permission of the publisher. An exemption is made
for genealogical publications provided that adequate reference is
being made.
| |||||
| You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Van den Luffel ⇒ Gen. nr. 1 |
Hoe Ghielis van Nuffele (1a), Hans van Uffelen (1b) en Jan van (de) Nuffel(e) (1c) verwant zijn, is vooralsnog onduidelijk.
1a. Ghielis van Nuffele (de Oude), ovl. 1617-1635
drijft vanuit Antwerpen handel met Rusland (1582),[1]
koopman van Antwerpen (1585),
doopget. te Rotterdam, wonend te Dordrecht (1617),
eigenaar van het huis Hamburgh aldaar,
tr. wellicht
Martgen NN, die in 1622 als Martgen van Nussel als doopget te Rotterdam optreedt?
Op 11-8-1635 geeft
Jean van de Luffel, coopman, een blanco volmacht af teneinde voor schepenen van Dordrecht zijn deel in de nalatenschap van wijlen Gillis van de Luffel den Ouden, coopman te Dordrecht, op te eisen en aan Aert Verstappen, isercoper, het huis genaamd Hamburgh, eens eigendom van de overledene, over te dragen.
Op 21-8-1635 verklaren Gillis Francois van de Luffel en Anneken Cassier door Jacob van de Luffel gemachtigd te zijn om een zelfde blanco volmacht te verstrekken.
[2]
Uit hem (o.a.?):
Uit dit huwelijk:
COMMENTAAR(¥)
Sara is verm. identiek met
Sara van de Luffele, weduwe van wonende op de Oude Gracht te Haarlem (1620),
afkomstig van Antwerpen (1620),
is als Sara van de Luffel, weduwe van Reynier van Persijn, raetsheer in de Hove van Hollant, wonende te 's-Gravenhage, die in 1639 get. is bij de huw. voorw. van Geertruyt van de Luffel als dier moeye,
tr. 1o [4]
Jaques de Leenpeene (Leemputte?), ovl. vóór 1620, tr. 2o Haarlem 20-9-1620[5]
Thomas Marinus, ovl. vóór 1636, afkomstig van Antwerpen (1620), weduwnaar wonende in de Schaggelstraat (1620),
tr. 3o voor 1636
Reynier van Persijn, ovl. na 1636.
In de Amsterdamse akte van 1636 wordt hij raad in het Hof van Holland wordt genoemd, en zou dus identiek moeten zijn met[6]
Mr. Reijnier van Persijn, geb. Amsterdam, ovl. 's-Gravenhage 23-3-1639, overluid 30 -3-1639, zn. van Jan van Persijn, houtkoper, en Margriete Moons,
werd 15 Dec. 1592 als jur. stud. te Leiden ingeschreven,
stadhouder der leenen van Wassenaar 1615,
raad-ordinaris in het Hof van Holland 12-5-1620,
heer van Gouwenhoven en Berkhey 16-3-1637,
hoofdingeland van Rijnland,
tr. 's-Gravenhage 9-11-1599
Emerentia van Banchem, geb. 's-Gravenhage 18-6-1581, beg. (overluid) 's-Gravenhage 13-10-1630, dr. van Mr. Jan van Banchem en Adriana van Ruyven.
Van een tweede huwelijk van Reijnier van Persijn met Sara van de Luffele blijkt in de genealogische literatuur vooralsnog niets.
Ook in het Archief van de Familie Van Persijn ( Haags Gemeentearchief ) komt geen Sara van Nuffele voor.
Op 3-2-1622 machtigt
Guillame van (den) Leemputte
coopman,
mede namens zijn vader
Jan van (den) Leemputte,
Mathijs Lievendael
procureur te
Haerlem,
om het geld dat hij tegoed heeft van Sara van Nuffele,
voor verkochte cramerijen te innen.
[7]
Op 21-12-1624 machtigt Sara van Luffelen, weduwe van Thomas Marinus en boedelhoudster van zijn nalatenschap, bijgestaan door Jan van Uffelen de Jonge, haar neef en voogd, Pieter van Luffelen haar zaken waar te nemen. [8]
Op 17-3-1627 liet Jacob Wael, voormalig burgemeester, een notaris de weduwe van Thomas Marinus sommeren ten aanzien van een grote niet-tijdige betaling.[9]
Op 21-2-1636 werd voor not. Jan Warnaerts te Amsterdam door Sara van Nuffele,
eertijds weduwe van Thomas Marijn, nu echtgenote van Reynier van Persijn, raad in het Hof van Holland,
het contract van 13-8-1635 met Johan Rijckelsma geannuleerd.
[10]
| COMMENTAAR(¥)
Het verband met het onderstaande is niet duidelijk:
Hans van Uffele koopman van Antwerpen, wordt poorter van Amsterdam 07-08-1591 Hans van Uffele (Jr.) koopman van Antwerpen, wordt poorter van Amsterdam 09-11-1601 Op 28-5-1599 verkoopt Francos Loijs aan Jeronimus Petiteau, aan Hans van Uffelen. een Tuin in de Reguliershof te Amsterdam. [11] |
Op 13-3-1599 sluiten Hans van Nuffele koopman, en Cornelis Cornelisz Jut, schipper op de Lammeken, een bevrachtingsovereenkomst voor 30 Last voor een reis naar Fousque in Noorwegen. De schipper ontvangt ƒ 13,-- per last. [12]
Op 13-3-1599 transporteert Cornelis Cornelisz Jut schipper, aan Hans van Nuffele, koopman, de Lammeken, 30 last. Het schip was door Jut gekocht van Henrick Janss van Delfshaven. Jut behoudt een achtste part en zal ermee zeilen naar Fousque in Noorwegen. Koopprijs ƒ 509,--. [13]
Op 1-5-1604 testeren Hans van Nuffelen, brouwer, en zijn vrouw Clementia van Cloechoeven (zij tekent: van Clochoven), wonend in het huis 't Roode Ancker in de Kipstraet, en benoemen elkaar tot erfgenaam. Zij hebben nu kinderen, en zij, en evt. latere, worden mede-erfgenamen. [14]
Op 17-4-1614 verkoopt Eva Jansdr weduwe van Claes Cornelisz Hagenaer, geassisteerd door haar broer Michiel Jansz, een huis en erve aan Hans van Nuffelen brouwer in het Rootancker. Het betreft de verkoop van een huis en erf staande aan de westzijde van de Pannekoeckstraet, belend door Cornelis Aelbrechtsz koeckebacker, brouwerij het Root Ancker, en de huysarmen [15]
Archief Familie Prins (van Westdorpe):
nr. 43 Extract uit de gifteboeken van schepenen van Rotterdam van een akte van overdracht d.d. 22-1-1616 van een huis en erf, gelegen aan de Nieuwe Haven, door Willem Cornelisz. Prins, gehuwd met Maritgen Cornelisdr aan Hans van Nuffelen. [16]
nr. 58 Extract uit de gifteboeken van schepenen van Rotterdam van een akte van overdracht d.d. 11-4-1616 van drie erven, gelegen aan de Leuvehaven, door Hans van Nuffelen aan Willem Eeuwoutsz Prins. [17]
Op 27-8-1614 verklaart Hans van Nuffelen brouwer in 't Root Ancker dat hij afstand doet van alle rechten op de erfenis van zijn ouders. [18]
Op 17-2-1624 testeren Hans van Nuffelen, brouwer in 't Root Ancker, en zijn vrouw Clementia van Cloeckhoven, en herroepen hun eerder gesloten testament van 1-5-1604 bij notaris Jacob Symonsz en sluiten een nieuw testament waarbij ze elkaar tot erfgenaam benoemen. Ze leggen bepaalde voorwaarden vast voor hun dochter Johanna van Nuffelen gehuwd met Jan Adriaensz van Eyck over betaalde rekeningen bij haar huwelijk op 3-7-1619. Voor Anna van Nuffelen wordt vastgelegd dat zij eenzelfde bedrag ontvangt als haar zuster bij haar huwelijk of als ze 25 jaar wordt. N.B.: Zij tekent als Clementia van Clochoven. [19]
Op 14-11-1625 testeren Hans van Nuffelen, brouwer in den Rooden Ancker, en zijn vrouw Clementia van Cloeckhoven. Zij bevestigen hun testament gemaakt op 17/02/1624 t.o.v. notaris Van der Hagen en bepalen dat de daarin vermelde diposities met betrekking tot het erfdeel van hun dochter Anna onveranderd blijven, maar zij wijzigen hetgeen daarin bepaald is betreffende hun dochter Johanna. Als voogden worden aangesteld Jacob Caecken te Middelburch en Abel Gebrielsz. [20]
Op 17-5-1627 bekent Harman Harmansz, dienend als opperbrouwer in de brouwerij van Hans van Nuffele, genaamd het Roode Ancker, die zich bezighoudt met biersteecken of bierschoyen, en een bierstal houdt te Steenbergen, 416 gulden schuldig te zijn aan van Nuffelen wegens geleverde bieren. [21]
Op 27-4-1628 testeert Hans van Nuffelen brouwer in het Root Ancker, weduwnaar en erfgenaam van Clementia van Cloeckhoven, en bekrachtigt zijn testament dat hij met zijn vrouw op 17-2-1624 heeft gemaakt en bepaalt in aanvulling daarop dat de helft van zijn goederen zullen vererven op zijn dochters Johanna en Anna. Zijn testament d.d. 14.11.1625 herroept hij. [22]
Op 6-6-1628 verklaren Hans van Nuffele, brouwer in de brouwerij van 't Roode Ancker, 65 jaar oud, en Barent Jansz of Jorisz zijn knecht, 40 jaar oud, op verzoek van de heer Grenu, en lieutenant van de Artillerye, en gouverneur te Isendijck in Vlaenderen, dat soldaat Willem Jansz op 15 mei in de stad was en op 17 mei bij de brouwery ingeladen heeft. [23]
Op 1-7-1631 verkoopt Hans van Nuffelen, brouwer in de Rooden Ancker aan Jan Gerritsz Proens een huis staande aan de oostzijde van de Pannecoeckstraet en een erf mede gelegen aan de Pannecoeckstraet. Belend door: ten noorden Samuel Pietersz Vlaming en ten zuiden Duyffgen Adriaensz strekkende tot Cornelis Henderixz, metselaer. Het erf is belend door ten noorden Willempjen Ewoutsdr en ten zuiden Willem Kerckenraet strekkende tot Joost Berthouts. De verkoper heeft het geld ontvangen uit handen van Jan Claesz. [24]
Op 11-7-1633 verklaren Jan Gerritsz Proons, laeckencooper in de Hoochstraat en zijn vrouw Anna van Nuffele, met haar zuster Johanna van Nuffele weduwe van Heyndrick Deynoot, geassisteerd door Adriaen Fransz Pieck, cooman van granen, volkomen voldaan te zijn door hun vader Hans van Nuffele in de erfenis van hun moeder Clementia van Clouckhoven en geen bezwaar te hebben tegen zijn huwelijk met Maria van Pietsen. [25]
Op 1-7-1631 verkoopt Hans van Nuffelen, brouwer in de Rooden Ancker aan Jan Gerritsz Proens een huis staande aan de oostzijde van de Pannecoeckstraet en een erf mede gelegen aan de Pannecoeckstraet. Belend door: ten noorden Samuel Pietersz Vlaming en ten zuiden Duyffgen Adriaensz strekkende tot Cornelis Henderixz, metselaer. Het erf is belend door ten noorden Willempjen Ewoutsdr en ten zuiden Willem Kerckenraet strekkende tot Joost Berthouts. De verkoper heeft het geld ontvangen uit handen van Jan Claesz. [26]
Op 15-7-1640 testeren Jan Gerritz Proons en zijn vrouw Anna van Luffelen en benoemen elkaar tot erfgenaam. [27]
Op 8-1-1620 testeren Adriaen Quirijnusz van Eyck, en zijn vrouw Adriaentgen Adriaensdr, wonende in de Hoochstraet, en benoemen elkaar over en weer tot universeel erfgenaam met legaten aan hun zoons Jan Adriaensz van Eyck, Crijn Adriaensz van Eyck, en aan de twee kinderen van hun overleden dochter Maritgen Adriaensdr. Ingeval van hertrouwen van een der comparanten zal de nalatenschap worden gedeeld, met uitzondering van hun woonhuis aan de Hoochstraet genaamd Melckmouwe belendend Gerrit Meeusz Visch en Pieter Jansz backer. De akte is niet gedateerd en niet ondertekend. [31]
Op 17-2-1624 testeren Hans van Nuffelen, brouwer in 't Root Ancker, en zijn vrouw Clementia van Cloeckhoven, en herroepen hun eerder gesloten testament van 1-5-1604 bij notaris Jacob Symonsz en sluiten een nieuw testament waarbij ze elkaar tot erfgenaam benoemen. Ze leggen bepaalde voorwaarden vast voor hun dochter Johanna van Nuffelen gehuwd met Jan Adriaensz van Eyck over betaalde rekeningen bij haar huwelijk op 3-7-1619.(¥) Voor Anna van Nuffelen wordt vastgelegd dat zij eenzelfde bedrag ontvangt als haar zuster bij haar huwelijk of als ze 25 jaar wordt. N.B.: Zij tekent als Clementia van Clochoven. [32]
COMMENTAAR(¥) Te Rotterdam viel dit huwelijk in 1619 iniet te vinden.
Op 27-3-1625 wordt een besloten testament aangeboden van Jan Adriaensz van Eyck. [33]
Op 19-5-1640 sluiten Christoffel Andriesz van de Swaluwe, man van Aeltge Ariensdr, en Jan Gerritsz Proons, voogd over de nagelaten kinderen van Jan Adriaensz van Eyck alias de Koninck en Johan Bijvangh als lasthebber van Wiggert Bastiaensz, ieder voor een derde deel erfgenaam van Adriaen Crijnen van Eyck, een overeenkomst over de verkoop van 2/3e parten van een huis genaamd De Melckmouwe staande op de Middeldam aan Johan Bijvangh. Het huis is gelegen aan de noordzijde van de Hoochstraet en is belend ten westen door Mathijs van Rossum en aan Christoffel Andriesz tot aan de Sluysvliet. N.B.: De akte is niet ondertekend en de datum is fictief daar hij op de akte ontbreekt. [34]
Op 18-11-1650 testeren Christoffel Surendonck, predicant te Crimpen op de IJssel, en zijn vrouw Caterina van Eyck, die ziek ligt bij haar broer, meester Pieter van Eyck, in de Baenstraet. Zij benoemen elkaar tot erfgenaam, met een bepaling t.a.v.: -voorn. Pieter van Eyck en Jan Jans van Eyck, haar volle broers -Hendrick Deynoot, haar halfbroer -zijn ouders, die zijn bibliotheek erven Het testament is herroepen op 19-11-1650. [38]
Op 19-11-1650 testeren Christophilius Surendonck, predicant te Crimpen op de Leck, en zijn vrouw, Catarina van Eijck. Hij benoemt tot zijn erfgenamen, zijn vrouw en zijn ouders, broers en zusters. Zij benoemt Pieter en Jan Jans van Eijck, haar broers, met een bepaling t.a.v. Hendrick Deynoot, haar halfbroer. [39]
Op 29-9-1645 testeren Mr Pieter van Eyck, chyrurgijn, en echtgenote Petronella Jans van Wyngaerden, wonend in de nieuwe Prinsenstraat, en benoemen elkaar tot universeel erfgenaam. Legaat aan erfgenamen ab intestato- waarbij kinderen van Adryaen Jansz van Wyngaerden diens plaats innemen- van 600 gulden en kleding. Voor eventuele na te laten kind(eren) 150 gulden als legitieme portie. NB: Petronella tekent als Pieternellen Yans van Wingarde. [41]
Op 5-2-1647 testeren Pieter van Eijck, chijrurgijn, en zijn vrouw Petronella Jan van Wijngaerden, wonende in de Nieuwe Princestraet, en benoemen elkaar tot universeel erfgenaam en voogd. Hij legateert 600 gulden en kleding aan zijn naaste familie. Zij legateert 600 gulden, kleding, sieraden en de pot zilvergeld die zij in de boedel heeft gebracht aan haar zusters en broer Cornelia Jans van Wijngaerden, Niclaes van Wijngaerden, Aeffgen en Annetgen Jans van Wijngaerden. Een eventueel kind krijgt hetgeen zij aan haar zusters en broer heeft gelegateerd als legitieme portie. [42]
Op 31-5-1647 verklaart Meester Pieter van Eijck, weduwnaar en erfgenaam van Petronella Jans van Wijngaerden, dat hij een grondbrief onder zich heeft, gehypothekeerd op een huis aan de oostzijde van de Nieupoort, waarvan Cristoffel Huijgen van Schie, vroetschap, tegenwoordig eigenaar en gebruiker is. De restschuld is 1200 gulden. Anneken Jans van Wijngaerden, zuster van zijn vrouw, is voor de helft eigenaar van de brief, die uit de boedel van Daniel Kivid komt. Op 27-5-1651 verklaart Jan Adrijaens van Wijngaerden, vader van Annetgen Jans, dat de schuld is afgelost. [43]
Op 13-1-1650 testeren Meester Pieter van Eijck, chijrurgijn, en zijn vrouw, Maycken Jans Mom, wonend in de Baenstraet, en benoemen elkaar tot erfgenaam, met een bepaling t.a.v. Pieternelle Pieters, zijn voorkind. [44]
Op 6-9-1652 begeeft de notaris zich op verzoek van Gidion Anselin (Smits), jongman en dienstknecht bij chirurgijn Pieter van Eijck, om de laatste te verzoeken om Gidion weer in dienst te nemen na diens ziekte van 3 weken. De chirurgijn antwoordt daarop hem nooit meer in huis te willen hebben. [45]
Op 9-11-1654 testeert Meester Pieter Jans van Eijck, chirurgijn, man van Maijken Jans Mom. Hij legateert aan Jan Pieters van Eijck, zijn zoon, de helft van zijn goederen, en de andere helft aan Pieternelle Pieters van Eijck, zijn voordochter, en zijn vrouw. Hij benoemt zijn broer, Jan Jans van Eijck, tot medevoogd. [46]
Op 21-7-1655 wordt de boedelinventaris gemaakt van de goederen die Pieter van Eyck, chirurgijn en zijn vrouw Mayken Jansdr Mom bezaten en door overlijden van Pieter is nagelaten. Goederen en kostbaarheden, waaronder juwelen, schilderijen, boeken, huisraad, instrumenten en winkelgereedschappen en een bedrag aan kontant geld. Aan onroerende goederen worden genoemd twee huizen staande in de Nieuwe Baenstraet, die grenzen aan de weduwe van Pieter Lambrechtsz, een huis staande buiten de Goutsepoort in Ruybrouck dat grenst aan Job Jacobsz en Jan Jansz Sluytter. Obligaties ten laste van het Gemeene Lant, Johan van Berckel, ontvanger van Hollant en Westvrieslant, Cornelis van Hoogeveen, ontvanger te Dordrecht, 1300 gulden ten laste van Jan Marcusz Mom en een afrekening van huur van een huis genaamd de Witte Valck. Nog tegoed aan huur en andere tegoeden van Carel Adamsz, timmerman, Jan Colet, Mercelus de schoemacker, Phillipus van den Heuvel, Jacob Delphius, Andries Heindericxz, cleermaecker, Jan Gerritsz van Hetsroy, Tijs Jacobsz, metselaer, Steven Claesz de Jonge, schoenmacker, Jan Proons, Ott Heindericxz, droogscheerder, Tielman Jacobsz, Harman Pleunen, Heindrick Goversz, schilder, Rut Aertsz, molenaer, Jan Willemsz, zoon van Willem Jansz, schipper op Amsterdam, Jan Hubert Rijckwaert, Gerrit Jansz Vergoes, Arent Fransz, Willem Prest, Cornelis Jansz Cocquet, Cornelis Dircxz, goudsmid, Cristoffel en Pieter Cosijn, Arien Claesz, Isaack Barensz, Willem Donijs, Jan Ariensz, wonende in de Langelijnstraet, Joost Jansz Mus, molenaer, Isaack Braemsz, Jan Gerritsz, backer, Cornelis Heindericxz, Cornelis Riemen, Isaack Isaacksz, backer, Nehemia van Hetsroy, Jan Leendersz, drayer, Engel Lucasz, Jan Pouwelsz, cuyper, Crijn van Dijck, Jacob Cornelisz Eleman, Willem Pietersz, koockermaecker, Claes Claesz de Jonge, Jan Jansz de Walde, Bijvanck en Adryaen Dedel, Joost Willemsz wonende in Charloos, Isaack Heindricxz, kelderknecht. Tot last van de boedel wordt genoemd een schepenbrief van de weduwe van Willem Jansz van Bergen, 250 gulden van verkoop van een tuin aan Heindrick Jansz van Tomputten, voordochter Petronelle Pietersdr van Eyck uit haar moeders testament 600 en 500 gulden, 50 gulden aan Heindrick Deynoot en begrafeniskosten. [47]
1c. Jan van (de) Nuffel(e), kerkenraadslid, bevestigd als diaken te Middelburg 16-10-1611,[51]
coopman in Middelburch (1612),
belastingplichtige voor de 1000ste penning in Middelburg voor zichzelf en voor zijn kinderen (1623).
Op 28-7-1612 machtigt
Abraham Thoenemans
fiscael,
vertegenwoordigd door zijn vader
Ambrosius Thoenemans,
Jan van Nuffele
coopman in
Middelburch,
om de boeten te arresteren die in Oost-Indien vervallen
zijn op het schip Middelburch en die ten name staan van
Henrick Ra.
[52]
Uit hem verm.:
Op 15-5-1635 machtigt
Franschois van de Luffel, coopman te Middelburch,
zijn broer Johan van de Luffel, coopman,
om alle vorderingen die hij uitstaande heeft in
Vlaenderen, Brabant en Frankrijk te innen.
[53]
Op 8-3-1635
Franchoys van de Luffel, coopman en burger te Middelburch in Zeelant, verzoekt de notaris bij Huych van Roon, coopman alhier, te protesteren tegen zijn inhechtenisneming in opdracht van Heynrick Rammelman, coopman te Nantes. Hij voert aan dat hij als burger van Middelburg niet gearresteerd kan worden in Holland en Zeeland.
[54]
Op 28-6-1655 machtigt
Jan van de Luffel, coopman, mede namens Marcus van der Elst man en voogd van Maria van de Luffel die een dochter was van Jacob van de Luffel wonend in Delft als broer en neef en daardoor erfgenamen van Francois van Luffel, coopman overleden in Middelburch in Zeelant, Pieter Resen schepen in Middelburch. Hij moet voor de kamer van de West-Indische Compagnie te Middelburch een aandeel in de WIC van 600 ponden Vlaems transporteren aan Abram de Smit notaris aldaar, die hebben toebehoord aan Francois van Luffel.
[55]
Op 28-1-1656 machtigt
Anna de Neve weduwe en boedelhoudster van Jan van de Luffel, coopman, Abraham de Smit notaris in Middelburgh in Zeelant om namens haar te verschijnen voor burgemeester en schepenen aldaar om de rekening te laten opnemen van François van de Luffel en de boedel daarna niet te aanvaarden.
[56]
Op 28-4-1656 machtigt
Anna de Neve, weduwe en boedelhoudster van Johan van de Luffel coopman, Joris de Neve haar broer en Pieter van de Luffel, beiden wonend in Amsterdam om geld te ontvangen van Pieter Slinger uit Rijga.
[57]
Op 23-11-1656 wordt een schuldbrief verleden voor schepenen van Rotterdam, waarin Jacob Beijer, gehuwd met Jannetge Roon, erkent schuldig te zijn aan Anna de Neufve, weduwe van Joan van Luffelen, een bedrag van ƒ 3000,- verzekerd op het pand.
[58]
Op 20-2-1657 machtigt
Anna de Neve, weduwe en boedelhoudster van Johan van de Luffel coopman, Pieter Resen schepen en coopman in Middelburch in Zeelant, om namens haar eed te doen dat zij recht heeft op 10567 gulden 19 stuivers 8 penningen uit de nalatenschap van Francois van de Luffel.
[59]
Op 13-5-1658 machtigt
Anna de Neve weduwe en boedelhoudster van Johan van de Luffel coopman, na herroeping van vorige machtigingen, Johannes Proons haar zwager en Daniel van de Luffel haar zoon om van haar debiteuren in Hollant, Zeelant, Gelderlant, Vlaenderen, Brabant en elders geld te innen, in het bijzonder van Jan van Voorn uit Dordrecht 2500 gulden plus de rente. Ze gaat akkoord met hetgeen reeds door haar zwager Johannes Proons en zijn procureur de Jager de Jonge in deze zaak is gedaan.
[60]
| Diverse Van den Luffel Niet Geplaatst |
Abraham van Nuffelen, geb. vóór ca. 1585.
Op 3-8-1620 testeert Christoffel Bulsinck, busmaker,, vermaakt zijn bezit aan zijn vrouw en kinderen Hans en Stoffel de Bulsinck, van wie Anna Brix moeder is. Voorts erft Tanneke van Nuffelen, dochter van zijn tweede vrouw Anna van Nuffelen en tenslotte erven
Getuigschrift voor Jan van Luffele de Jonghe, coopman van lynwaet, te Antwerpen. [64]Huwelijken Londen Austin Friars: 28-2-1572 Nicolaus van der Luffel van Antwerpen x Kaerken van Aken, wed. Jans Jansen zij hertr. 8-10-1579 Franchois Janssens Diericksen als Klaarken van Aken, wed. Niclaas van Luffel, beyde van Antwerpen. 25-1-1592 Ester van Luffele van Londen x Jans van der Bulcke van Antwerpen 13-12-1586 Sara van Nuffele van Antwerpen, wed. Fransois Pieters, x Jan van Peene van Roesselare juli 1620 Pieter van Nuffel, van Brussel, x Agneta Storcx, van Sittert wt t'landt van Gulick Groot aantal akten ca. 1700 Luffel Utrechts Archief NOG DOEN
|
| Referenties Fragment Genealogie Van den Luffel --- Generatie 1 ( 64 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. |
||
|
|
|
 Back to the genealogy page |
 Back to the contents |
 Go to the index |
 Forward to next generation 2 |
 Back to previous generation 0 |
Directly go to generation : 1 2 3 |