You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Van Exel ⇒ Gen. nr. 1 |
Dit onderzoek werd begonnen om de relatie tussen enkele personen Van Exel, voorkomend in onderstaande akte, met elkaar in verband te brengen.
Doorgehaalde akte in de Kwijtscheldingen te Amsterdam d.d. 20-4-1664. In margine: Dese brief is door mij niet gepasseert, daerom alhier geroyeert.De personen voor wie Jasper Strijland als gemachtigde optreedt zijn wellicht kinderen van Cornelis Cabeljau, zie ⇒ Fragment Genealogie Cabeljau nr. 4i.
Samenvatting: Op 20-4-1664 verkopen de erven van Jan Cabeljaeuw en de erven van Sijmon Jacobsen Beurs, aan Adriaentje Jans, wed. van Fredrik Fredriksen, een huis en erf in de Pijlsteeg te Amsterdam. Koopprijs ƒ 5000,--. [1]Details: Compareren
- doorgehaalde tekst: Antonij Bartelsen Mercier testamentaire voogd van Judith van Exel onmondige dogter van wijlen Salomon van Exel, en nog als procuratie hebbende van Cornelis van Exel gepasseert voor den notaris Hendrik (hest filius?) alhier op (10?)-9-1663 item
- Pieter Emans als man en voogd van Margaretha van Exel dogter van wijlen Salomon van Exel en nog als procuratie hebbend van Do: Nicolaus Mulerius, predicant in de Sijp, als gehuwd sijnde met Maria van Exel, sijnde de voorsz procuratie gepasseert voor Abraham Tabressen? openbaar notaris aldaaer residerende op 3-9-1662,
- item Jacobus Elsevier als man en voogd van Elijsabet van Exel voor hem selven en nog beneffens de voorn. Pieter Emans gesurrogeerde voogden over Judith van Exel onmondige dogter van wijlen de voorn. Salomon van Exel, als mede over Cornelis Pietersen nagelatene dogterskind van Judith van Exel, en gesamentlik vervangende Cornelis van Exel, daer voor de rato caverende ende instaende,
- item Jasper Strijland(¥) als procuratie hebbende van Salomon Cabeljaeuw, Grietje Cabeljaeuw, jonge dr. en Gerrit Gerritsen Westdijk als getrouwt hebbende Anna Cabeljaeuw, gep(as)seert te Rotterdam op 7-9-1662 voor den notaris Pieter van Someren aldaer residerende,
alle tesamen in dese qualiteijt erfgenamen van wijlen Jan Cabeljaeuw, jongman in OostIndien overleden, eenige soon van wijlen Samuel Cabeljaeuw verwekt bij Maijke Beurs, die een dogter en eenige erfgenaem was van Sijmon Jacobsz Beurs, (...) verkopen aan Adriaentje Jans, wed. van Fredrik Fredriksen, ee huijs en erve in de Pijlsteeg belend ZZ Wiggert Baens, OZ een gemene muur, WZ de regenten van de Huijsarmen, strekkende voor van de straet tot agter aan Willem Claessen. (...) doorgehaalde tekst: als principael de voorsz Antonij Bartelsen Mercier en Jasper Strijland als borgen (..) 20 aprilis anno 1664.
-- I -- |
1a. Jan van Exel.
IIa. Jan Jansz van Exel(¥), geb. vóór ca. 1540, tr. vóór 1569
Maeijken Muijters?, ovl. na 1601.
Uit hem:[2]
De broers Cornelis Jansz van Exel en Jan Jansz van Exel zijn kennelijk voor 1587 uit Antwerpen naar Amsterdam gekomen, vrijwel zeker in verband met vervolging van Calvinisten en het Spaanse geweld in Antwerpen. Cornelis Jansz van Exel uit Antwerpen, wordt in 1587 poorter van Amsterdam.
-- II --
COMMENTAAR(¥) Zou hij identiek zijn met Jan Ex, droogscheerder afkomstig van Wesel, wordt poorter van Amsterdam 25-6-1596? |
Kohier 200e penning 1631 Amsterdam:[7] Gillis van Exsel, in de Hooch Straet Zuijt sijde, 5 £.
Op 14-5-1615 verkoopt Jacob Graeff aan Willem Jansz van Ex, een erf in de Nieuwe Leliestraat te Amsterdam. [11]
Op 14-7-1616 verkoopt Jacob Graeff aan Willem Jansz van Ex, een erf in de Nieuwe Leliestraat te Amsterdam. [12]
Op 27-10-1617 verkoopt Willem Jansz van Ex (!), echtgenoot van Maritgen Bartols, aan Gerrit Gerritsz, kistenmaker en echtgenoot van Lijntge Jans, een erf in de Goudsbloemkruisstraat (Tweede Goudsbloemdwarsstraat) te Amsterdam. [13]
Op 16-12-1617 verkopen Willem Jansz van Ex en Gerrit Gerritsz aan Wolf Jansz Hoffmans, een huis en erf in de Goudsbloemdwarsstraat te Amsterdam. [14]
IIb. Cornelis Jansz van Exel, geb. vóór ca. 1555, ovl. 1597-1607, wordt poorter van Amsterdam 9-3-1587 als vettewariër uit Antwerpen.[15]
huw. get. (1597),
tr. vóór 1580
NN, ovl. 1607,[16]
Uit hem (o.a.?):[17]
Uit dit huwelijk:[19]
Uit dit huwelijk (bij de doop oudersnamen onder patroniem):
Cornelis van Exel - identificatie gewenst | |
Deze Cornelis van Exel, vooralsnog alleen bekend uit het patroniem van zijn dochters, is mogelijk dezelfde persoon als Cornelis Jansz van Exel (nr. IIb). Nadere uitwerking van de onderstaande gegevens mede geleverd door Ref. [21] zal dat moeten uitwijzen.
IIc. Cornelis van Exel, geb. vóór ca. 1555. |
III |
IIIa. Cornelis Cornelisz van Exel, geb. vóór ca. 1580, beg. verm. Amsterdam Wester Kerk 21-8-1645 (Cornelis van Exel, eijge graf, ƒ 8,0,-), kousenmaker (1601),
huw. get. (1625), woont in de Nes (1625, 1631),
voogd (1632, 1664),
mogelijk identiek met de Cornelis van Exel van wie in Ref. [87] wordt vermeld dat hij in 1595 leerling was van Abraham Beeckman, kaarsenmaker te Londen en Middelburg, godgeleerde en taalkundige,
tr. vóór 1601 (verm. Amsterdam geref. 8-7-1595, beiden onder patroniem)
Lijntgen Hindrickx, ovl. na 1610, doopget. (1610).
Kohier 200e penning 1631 Amsterdam:[88] Corn. van Exsel, in de Nes, £ 25.
Uit dit huwelijk:[89]
Op 14-9-1632
verkoopt Jeuriaen Valckenburgh aan Lucas Jansz van Swol,
een huis en erf, waar Emmaus in de gevel staat, in de Hartenstraat (ZZ) te Amsterdam.
[91]
Uit dit huwelijk:[92]
Akte van huwelijksche voorwaarden d.d. 21-3-1651
tusschen Isaacq Looman, lakenkooper, wedr. van
Elbertjen Elberts Lichthart, en Maycke (Maria) van Exel, jongedochter. De bruid werd bijgestaan door Abraham van Exel, haar broeder, Luycas Jans Hardenbergh haar zwager, en Salomon van Exel, haar oom.[98]
Op 5-4-1672
verkoopt Isack Looman aan Jan Robbertsz,
een erf op de Baangracht (Lijnbaansgracht) tussen Looiersgracht en Passeerdersstraat te Amsterdam.
[99]
In 1628 werd een andere Nederlander, Gillis van Exel, 's vorsten goudsmid (te St. Petersburg), naar Holland gezonden om kunstwerken te koopen en werklieden aan te werven
Resolutiën Staten-Generaal 1626-1630:[100]
2-6-1628: De burgemeesters van Amsterdam verzoeken d.d. 7 juni voorschrijven aan de bij de keizer van Moskovië verblijvende goudsmid Gillis van Exel om hierheen te mogen terugkeren.
HHM stemmen in met het verzoek.
COMMENTAAR(¥)
Ref. [105] noemt dit echtpaar Salomon van Exel, burgemeester van Antwerpen, en Judith Hendricksdr Vriendt.
. Ref. [106] en Ref. [107] schrijven dit weer over en nomen hem bovendien Jhr. Mr. Salomon van Exel. De dochter heet dan Jonkvr. Maria van Exel. Bij de onderstaande 6 dopen van de kinderen van Salomon van Exel heet de moeder echter steeds Stijntje (Henrix) Vrient of Stijntje van Ex(c)el. Nergens verschijnt Judith als voornaam van de moeder, en dat iemand tegelijkertijd in Amsterdam kan wonen en burgemeester van Antwerpen zijn is ook onwaarschijnlijk. In de lijst van Antwerpse burgemeesters [108] komt gen Van Exel voor. |
De compagnie van kapitein Cornelis Bicker en luitenant Frederick van Banchem, gereed voor de ontvangst van Maria de' Medici, koningin-weduwe van Frankrijk, in september 1638, geschilderd door Joachim von Sandrart (1606-1688). Een van de voorgestelden is Salomon van Exel.
Datering: 1638 Olieverf op doek, 343 x 258 cm Locatie: Rijksmuseum Amsterdam Bron: ⇒ Rijksmuseum Amsterdam klik op plaatje(s) om te vergroten |
Beschrijving van het bovenstaande schilderij van Sandrart. Schuttersstuk van de kloveniersdoelen met de compagnie van kapitein Cornelis Bicker en luitenant Frederick van Banchem, gereed voor de ontvangst van Maria de' Medici, koningin-weduwe van Frankrijk, in september 1638. Een portretbuste van de koningin met een kroon en een papier staat op een tafelje. Voorgesteld zijn: Cornelis Bicker van Swieten, Frederick van Banchem, Pieter Vinck, Willem Ysebrants Kieft, Jacob Vries, Guilliamo van Erpekom, Willem Muylman, Isbarnt Vinck, Pauwels Ras, Guilliamus Mostert, Salomon van Exel, Jan Selijns, Franscoys Wouters, Gerrit Stoffels van Tright, Lenart Cornelis, Broer Iansz, Simon van Alckenade, Bartholomeus vander Wiere en Gijsberth van Wieringen.
De inscriptie op het blad papier luidt: Het Corporaalschap des Heeren van Swieten. Geschildert door Sandrart / De Vaan van Swieten wacht om Medicis te onthalen / maar voor zo groot een ziel is dan een markt te kleen / En 't oog der Burgerij te zwak voor zulke Straalen / Die zon van 't Christenrijk, is vleesch, nog vel, nog been / Vergeef het dan Sandrart, dat hij haar maakt van Steen. Vondel.
Op 19-6-1614 verkoopt Tzalingh Reijnertsz aan Salomon van Exel, een huis en erf in de Nieuwezijds Dwarsstraat (Vogeldwarssteeg) over de Grauwe Leeuw te Amsterdam. [109]
Op 27-1-1618 verkopen de erven van Maria Bax aan Salomon van Exel, een huis en erf, genaamd De Witte Kelk, op de Nieuwezijds Oostervoorburgwal (OZ) (Nieuwezijds Voorburgwal) te Amsterdam. [110]
Op 29-6-1627 verkoopt Guillaume Pietersz aan Salomon van Exel, een tuin in de Westerlaan achter het Reguliershof te Amsterdam. [111]
Op 24-7-1636 verkopen de erven van Pieter Willemsz aan Salomon van Exelen, een huis en erf met tuin en plaatsje op de Lauriergracht hoek Pieter Willemsgang te Amsterdam. [112]
Lijst van {Huysen ende erven bij de stadt van tijdt tot tijdt aengekoft, ende bij taxatie aengenomen ten dienste van 'toudt ende om te maeken een nieuw Stadthuys te Amsterdam:[113]
1639: Nieuwezijds Voorburgwal: Salomon van Exel, Een huys ende erff, ghett. No 19, aen de Westzyde van de Vogelsdwarsstraet, op ƒ 9000,--.
Op 6-4-1639 verklaren te Rotterdam Commer Leendertss Smeeresteyn (tekent Smeersteyn), Stoffel Jacobss en Johan de Vries, allen caersmaeckers en smeersmouters, op verzoek van Cornelis Coorn, Wijnant Bartelss en Salomon van Exel, caersmaekers, pachters, medestanders of borgen van de impost van de smeren en kaersen in Amsterdam, dat zij de pacht meerdere malen hebben gehaald en op 24 maart jl. de verpachting hebben gemijnd ten overstaan van de commissarissen J. van Beveren en Willem Backer. [114]
Op 2-9-1655 verkoopt Jan Lucasz aan Salomon van Exel, en Anthonie Bartelsz Marchier, een huis en erf op de Appelmarkt (Singel) te Amsterdam. [115]
Op 14-9-1655 verkopen Jan Lucasz en Ariaentge Pieters, wed. van Jan Albartsz, aan Salomon van Exel en Anthoni Bartelsz Marchier, een huis en erf op de Appelmarkt (Singel) te Amsterdam. [116]
1662: Willig decreet van het Hof van Holland op de verkoping door de kinderen van Salomon van Exel en Stijntien Hendricx Vrient aan Jan Barents (Brantsen?) van een huis in het Trekmeisjessteegje op Sint Luciënburgwal. [117]
Op 26-6-1662 verkopen de erven van Trijntie Hendrix te weten: Ds. Nicolaes Molerius echtgenoot van Maria van Exel, Pr. Emans echtgenoot van Margareta van Exel, Jacobus Elsevier als man en voogt van Elisabeth van Exel mitsgaders Anthoni Bartelse Marcier, oom en voogt van Judit van Exel, allen kinderen van Stijnte Hendricx Vrient die wed. was van Salomon van Exel, en d. ...... inventaris van de .. Stijntie Hendricx Vrient sal.r haren moeder .. van willige decreet ..... aan Jan Barentsen, een huis en erf in de Trekmeisjessteeg (Melkmeisjessteeg) bij de Nieuwezijds Voorburgwal (Sint Lucïnburgwal) te Amsterdam. Koopprijs ƒ 1590,-- [118]
COMMENTAAR(¥) Volgens Ref. [136] promoveerde hij in 1681 te Harderwijk tot Doctor in de Theologie op een proefschrift getiteld: Exegesius in posteriora Apocalypseos capita. Dit is echter in het Album Promotorum niet te vinden. Ref. [137] en andere noemen dit werk geen proefschrift. |
Op 1-9- 1657 verklaart Anna Jans, huisvrouw van Joost Adriaansz, taeffelbordverwer, ƒ 3848,-- aan gereed geld ontvangen te hebben van Maria van Exel.[138]
Op 4-12-1662 verkoopt Cornelis Bartelsz Merchier aan Pieter Emaus, een 1/2 brouwerij, huizinge en erf, genaamd Het Amsterdamse Wapen op de Kloveniersburgwal hoek Rusland te Amsterdam. [144]
Kohier van de 200e penning 1674 te Amsterdam: Margareta van Exel, wed. Pieter Emans, wijk 49.[145]
Op 24-10-1703 verkopen de erven van Salomon Emaus aan Judikje Gerrits, wed. van Pieter Roos, 1/3 huis en erf op de Appelmarkt (Singel) het tweede huis van de Vliegendesteeg te Amsterdam. [147]
Op 24-10-1703 verkopen de erven van Salomon Emaus aan Jacobus Elsevier, 3/40 huis en erf, waar De Vergulde Tent in de gevel staat, op 't Water (Damrak) bij de Papenbrugsteeg te Amsterdam. [148]
Op 24-10-1703 verkopen de erven van Salomon Emaus aan Jacobus Elsevier, 3/40 huis en erf, waar De Vergulde Tent in de gevel staat, op 't Water (Damrak) bij de Papenbrugsteeg te Amsterdam. [156]
Inventaris van het archief Weeskamer Katwijk:[157]
Mutueel testament door Jacobus Elsevier en zijn vrouw Elisabeth van Exel, 1717 october 18, met aanvulling door Jacobus Elsevier, 1717 october 29.
Bijgevoegd acte van scheiding door de executeurs van de boedel van Jacobus Elsevier (overl. te Delft 1719) en Joh. Mulierus en Jacobus Elsevier, 1728 maart 10).
Op 18-10-1717 maken Jacobus Elsevier en zijn echtgenote Elisabeth van Exel, wonend te Delft, een mutueel testament. Tot executeur wordt benoemd Jacobus Spoors wonend te Hazerswoude. Tot erven worden benoemd Catharina Kettingh, Cornelia Kettingh, Jacobus Kettingh, Cornelis Kettingh en Pieter Spoors Zij legateren aan Cornelia Strick en Maria Strick. Verder worden genoemd Jacobus Kettingh, Willem Guldearm Elisabeth Spoors, Qualterus Holstius. Executeurs zijn verder Samuel Krukius, Nicolaas Krukius, Peter Mullerius, medicine doctor te Amsterdam, en Johannes Mullerius. [158]
Op 2-8-1719 verklaart Joannes Mulerius wonend te Delft, dat Elisabeth van Exel echtegnote van Jacobus Elsevier hem schuldig is. [159]
Op 22-8-1719 testeert Elisabeth van Exel, wed. van Jacobus Elsevier wonend te Delft. Zij legateert aan Elisabeth Emons, Johanna van Exel, Maria Mulerius en Christina Mulerius. Verder worden genoemd Samuel Cabeljouw, Gerrit Wighman, Petrus Mulerius, Salomon Mulerius en Maria van Exel. [160]
Op 8-3-1735 verkopen de erven van Jacob Elsevier echtgenoot van Elisabeth van Exel met name Pieter Blom, en Jan Jacob Maurits van Brake echtgenoot van Elisabet Holtius en Nicolaas Holtius, en Jacobus Ligthart echtgenoot van Maria Holtius en Barent Rijsbeek echtgenoot van Henrietta Wijnanda Holtius, aan Johannes Christofforus Ludeman, een huis en erf, waar De Gouden Tent in de gevel staat, op 't Water (Damrak) het zesde huis benoorden de Zoutsteeg te Amsterdam. [161]
3 x Jan Blom | |||
Volgens Bredius[165] zijn er minstens drie personen Jan Blom die gemakkelijk verward kunnen worden. Met de door hem geciteerde gegevens en verdere aanvulling uit de DTB van Amsterdam en de literatuur valt het volgende overzicht samen te stellen.
stuk van Commelin toevoegen: [166] Op 30-8-1651 testeren de eervolle Jan Blom, constrijck schilder, en de eervolle Wijbrecht Claes, echtelieden woonende op de Cingel te Amsterdam. De langstlevende is erfgenaam en moet voor de opvoeding van de twee kinderen zorgen etc.[167] Op 24-2-1656 verklaart Sr. Jan Bloem, schilder, out omtrent 34 jaren, dat hij tijdens de laatste kermis in Amsterdam op verzoek van Sr. Willem Kieft Ysbrantsz schoongemaeckt en geluijstert (glanzend gemaakt, gevernist) heeft zeekere schilderije van Adam en Eva, die seer ongesien en vervallen was en des producents als huisvrouw vereert was van Marritge Bronchorst, wed. van sal. Jan Ysbrantsz Kieft. Het schilderij kwam uit het bezit van de ouders van Jan Ysbrantsz Kieft. [168] Op 5-2-1658 testeren Jan Blom, constrijck schilder, en Wybrecht Claes, echteluyden, wonende op de Singel. De lamgstlevende is ergenaam. De Weeskamer wordt uitgesloten. De schilder Albert Jansen Klomp is getuige. [169] Verpondingen 1662-1666: Jan Jansz Bloem, schilder, bewoont op het Singel tussen de Huiszitten- en Gasthuismolensteeg een huis met een huurwaarde van \floriin 120,--. [170] Op 25-12-1664 treedt Jan Blom, schilder, samen met de schilder Klomp als getuige op. [171] Op 5-6-1671 taxeert Jan Blom met Gerrit Uylenburch schilderijen. [172] In 1673 ondertekent Jan Blom, provoost, als getuige een akte. [173] Op 9-4-1675 is Juffrouw Geertruy Adders, huysvrouw van Hector Friesma,... geweest Notaris alhier nu niet wel bij syn sinnen, schuldig aan Jan Blom, provoost, ƒ 180,-- voor een jaar huishuur. Zij geeft haar huisraad in onderpand, betaalt ƒ 60,-- contant en krijgt daarvoor het een en ander terug waaronder 2 ovale landschappen van Micker gestoffeert. Albert Klomp tekent als getuige. [174] Nog veel meer akten Op 25-4-1676 wordt voor de Desolate boedelkamer te Amsterdam de inventaris opgemaakt van de meubelen en huijsraet, bevonden in den boedel van Jan Blom, schilder. Volgt een lange lijst. [175] Inventaris van zal. Jan Blom, in sijn leven provoost hier ter stede, nyt erachte van seecker mandament van benefitie van Inventaris van 1 January 1685 (vergl. Bijlage p.). Volgt een lijst, aan het eind waarvan nog wordt vermeld: Joan Blom boeckhouder en Anna Blom wed. van Nicolaes Hemminck hebben beiden nog wat tegoed. [176]
Op 23-4-1653 testeert Juffrouw Anna Margaretha Mostaert, wed. van wijlen Jacobus de Ville, (schilder). Zij prelegateert aan Jan Blom ƒ 2000,--. Voor de rest is haar moeder Maria van Beuninghen universeel erfgenaam. [183] Op 6-8-1653 wordt een huwelijkscontract gesloten tussen Sr. Jan Pietersz Bloem, schilder, bejaerdt jonghman en Juffrouw Anna Margarita Mostart (Moestert) weduwe van wijlen Jacobus de Ville. Ondertekend door beiden. [184] Op 23-8-1653 wordt een tweede huwelijkscontract gesloten tussen Jean Blom, meerderjarige jongman, en Anna Margareta Mostart, wed.? van wijlen Jacobus de Ville. Zij trouwen in gemeenschap van goederen. heiraten mit Gütergemeinschaft. Ondertekend door Joan Bloem. [185] Op 15-10-1653 wordt de inventaris opgemaakt van de nalatenschap van wijlen Anna Margareta Mostart, vrouw van Jan Pietersz Blom, in een huis aan de Binnenamstel by de Halve Maensbrugh. [186] Op 28-10-1653 volgt de verdeling van de nalatenschap van Anna Margaretha Mostart tussen haar man Jan Pietersz Blom, schilder, en Maria Jans van Beuningen, haar moeder. De man zal krijgen de huisraat, waarvan op 15-10-1653 een inventaris gemaakt is wordt en 1/3 + 1/12 van een huis en erf aan de Binnenamstel. [187] Op 18-9-1662 verkoopt Jan Bloem aan Johannes Lingelbach, een huis en erf in de Reestraat te Amsterdam. [188] Op 13-10-1668 wordt een legaat vermeld van ƒ 200,-- van de overleden Jan Pietersz Bloem !? [189] Op 17-5-1668 wordt inventaris opgemaakt van de nalatenschap van wijlen Catharina Hendricks Vriendt, weduwe van Anthony Bartelsz Mercier, te Amsterdam. Vermeld worden:
|
Anthoni Bartels Mercier |
Anthoni Bartelse Marcier treedt in 1662 en 1663 op als testamentaire voogd en oom van Judith van Exel. Zijn verwantschap met haar blijkt als volgt:
Anthoni(s) Bartelse (Bartholomeusz) Marcier (Morcher, Mersier), beg. Amsterdam Zuider Kerk 8-4-1664 (Antonij Bartelsz), woont te Amersfoort (1644), testeert in 1664, otr. Amsterdam geref. 25-7-1642 (beiden onderpatroniem) Machteltje Daniels van Vlaenderen, beg. Amersfoort St. Joriskh. 30-1-1644 (vrouw van Antoni Bartelmeeusz), wordt als Mechteltgen Daniels, wonend in de Breedestraat, geref. lidmaat te Amersfoort 24-6-1643 met attestatie van Amsterdam, otr. 2o Amersfoort geref. 10-11-1644 (met attestatie van Amsterdam) en otr. 2o Amsterdam geref. 16-11-1644 (get. haar zuster Stijntje Vriendt) Catharina Hendricks Vriendt, ged. Amsterdam Nieuwe Kerk 24-6-1607[193], ovl. vóór 1668, j.d. wonend te Amsterdam (1644), wordt geref. lidmaat te Amersfoort 24-12-1644 met attestatie van Amsterdam als Katrijntjen Vrient huisvrouw van Antonis Bertelsen Mercier, dr. van Heindrik Michielsz Vrient, ijzerkramer, en Judith Philips.
|
Referenties Fragment Genealogie Van Exel --- Generatie 1 ( 201 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
Back to the genealogy page |
Back to the contents |
Go to the index |
Forward to next generation 2 |
Back to previous generation 0 |
Directly go to generation : 1 |