This page was last updated : 160524.
File size is: 128 k.
Fragment Genealogie Van Exel
Generatie 1
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Fragment Genealogie Van Exel,
version 1.2,
Muiden, 2015.
© Copyright 2016 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Van Exel Gen. nr. 1

Dit onderzoek werd begonnen om de relatie tussen enkele personen Van Exel, voorkomend in onderstaande akte, met elkaar in verband te brengen.

Doorgehaalde akte in de Kwijtscheldingen te Amsterdam d.d. 20-4-1664. In margine: Dese brief is door mij niet gepasseert, daerom alhier geroyeert.
Samenvatting: Op 20-4-1664 verkopen de erven van Jan Cabeljaeuw en de erven van Sijmon Jacobsen Beurs, aan Adriaentje Jans, wed. van Fredrik Fredriksen, een huis en erf in de Pijlsteeg te Amsterdam. Koopprijs ƒ 5000,--. [1]

Details: Compareren
- doorgehaalde tekst: Antonij Bartelsen Mercier testamentaire voogd van Judith van Exel onmondige dogter van wijlen Salomon van Exel, en nog als procuratie hebbende van Cornelis van Exel gepasseert voor den notaris Hendrik (hest filius?) alhier op (10?)-9-1663 item
- Pieter Emans als man en voogd van Margaretha van Exel dogter van wijlen Salomon van Exel en nog als procuratie hebbend van Do: Nicolaus Mulerius, predicant in de Sijp, als gehuwd sijnde met Maria van Exel, sijnde de voorsz procuratie gepasseert voor Abraham Tabressen? openbaar notaris aldaaer residerende op 3-9-1662,
- item Jacobus Elsevier als man en voogd van Elijsabet van Exel voor hem selven en nog beneffens de voorn. Pieter Emans gesurrogeerde voogden over Judith van Exel onmondige dogter van wijlen de voorn. Salomon van Exel, als mede over Cornelis Pietersen nagelatene dogterskind van Judith van Exel, en gesamentlik vervangende Cornelis van Exel, daer voor de rato caverende ende instaende,
- item Jasper Strijland(¥) als procuratie hebbende van Salomon Cabeljaeuw, Grietje Cabeljaeuw, jonge dr. en Gerrit Gerritsen Westdijk als getrouwt hebbende Anna Cabeljaeuw, gep(as)seert te Rotterdam op 7-9-1662 voor den notaris Pieter van Someren aldaer residerende,
alle tesamen in dese qualiteijt erfgenamen van wijlen Jan Cabeljaeuw, jongman in OostIndien overleden, eenige soon van wijlen Samuel Cabeljaeuw verwekt bij Maijke Beurs, die een dogter en eenige erfgenaem was van Sijmon Jacobsz Beurs, (...) verkopen aan Adriaentje Jans, wed. van Fredrik Fredriksen, ee huijs en erve in de Pijlsteeg belend ZZ Wiggert Baens, OZ een gemene muur, WZ de regenten van de Huijsarmen, strekkende voor van de straet tot agter aan Willem Claessen. (...) doorgehaalde tekst: als principael de voorsz Antonij Bartelsen Mercier en Jasper Strijland als borgen (..) 20 aprilis anno 1664.

De personen voor wie Jasper Strijland als gemachtigde optreedt zijn wellicht kinderen van Cornelis Cabeljau, zie Fragment Genealogie Cabeljau nr. 4i.

-- I --

1a. Jan van Exel.



-- II --

IIa. Jan Jansz van Exel(¥), geb. vóór ca. 1540, tr. vóór 1569 Maeijken Muijters?, ovl. na 1601.

COMMENTAAR(¥) Zou hij identiek zijn met Jan Ex, droogscheerder afkomstig van Wesel, wordt poorter van Amsterdam 25-6-1596?

IIb. Cornelis Jansz van Exel, geb. vóór ca. 1555, ovl. 1597-1607, wordt poorter van Amsterdam 9-3-1587 als vettewariër uit Antwerpen.[15] huw. get. (1597), tr. vóór 1580 NN, ovl. 1607,[16]


Cornelis van Exel - identificatie gewenst
Deze Cornelis van Exel, vooralsnog alleen bekend uit het patroniem van zijn dochters, is mogelijk dezelfde persoon als Cornelis Jansz van Exel (nr. IIb). Nadere uitwerking van de onderstaande gegevens mede geleverd door Ref. [21] zal dat moeten uitwijzen.

IIc. Cornelis van Exel, geb. vóór ca. 1555.

        Uit dit huwelijk:
      • aa. Katelijntgen Gevers, ged. geref. Rotterdam 12-1-1620 (vader Samuel Jansse, get. Josijntgen Cornelis, Anneken Cabelious).
      • bb. Jan Gevers, ged. geref. Rotterdam 10-6-1621 (vader Salomon Jansse, get. Tobias Kabeliou, Tanneken Kabeliou, Lijntgen Jans).
      • cc. Joosijna Gevers, ged. geref. Rotterdam 2-12-1628 (get. Jan Janse, Corneles Sijmense, Anna de Vries, Josijna Cabeljaus).
    • e. Anneken Jans van Gevers, geb. vóór ca. 1600, ovl. 1636-1646, j.d. (1618), doopget. (1628), tr. Rotterdam schepenen 29-4-1618 Jan Gerritsz de Vries, ovl. 1650-1659, j.m. (1618), caersmaker (1637, 1646), doopget. (1638), woont te Amsterdam (1646), wednr. wonend in de Kipstraet te Rotterdam (1646), zn. van Gerrit de Vries en van Barbara Jansdr. Hieruit verder nageslacht bekend. Hij hertr. Rotterdam geref. 21-1-1646 (attestatie gegeven den 1-2-1646 op Dordregt) Catalijntje Thomas van Wesel, ovl. na 1665, jongedochter van Breda wonend op de Bottersloot (1646), bij wie nageslacht. Zij hertr. (als wed. van Johan de Vries Haersma ! , wonend te Rotterdam) Rotterdam schepenen 24-1/16-2-1659 Pieter Ostens, ovl. na 1665, jongeman van Utrecht wonend te Rotterdam (1659).
      Op 11-4-1618 worden huwelijksvoorwaarden gemaakt tussen enerzijds Jan Gerrardsz de Vries, j.m., geassisteerd door Barbara Jansdr zijn moeder, Harman Hartmansz zijn zwager, en Catharina de Vries zijn zuster, en anderzijds Anna Jansdr de Gevers, j.d., geassisteerd door Josijntgen Cornelisdr, haar moeder wonend in de Kipstraet, Heynrick Jansz de Gevers, Paulus Jansz de Gevers en Thonis Adriaensz haar zwager. Deze akte is gesloten ten huize van Josijntgen Cornelisdr [69]
      Op 27-5-1637 testeren Jan Gerritsz de Vries, caersmaker, en zijn vrouw Anneken Jansdr Gevers. Zij benoemen de langstlevende van hen beiden tot universeel erfgenaam. [70]
      Op 22-1-1646 woorden huwelijksvoorwaarden gesloten tussen Johan de Vries, caersmaker, te Amsterdam, weduwnaar van Annetgen Jansdr Gevers, en Catalyna van Wesel, jonge dochter, bijgestaan door haar voogd Pieter Heyndricxsz Joupen. De Inbreng van Johan is volgens inventarislijst, van Catalyna van kleding, inboedel en 605 gulden. Indien Johan eerder overlijdt, gaat een kindsdeel naar Catalyna. Bij eerstoverlijden van Catalyna gaat de 605 gulden, en de helft van winsten/baten naar de kinderen, indien kinderloos overleden dan al haar bezit naar Johan, met een legaat van levenslang jaargeld van 20 gulden aan zus Ariaentgen van Wesel. NB: Johan tekent als Jan de Vries Gerritsz. [71]
      Op 7-2-1650 om 6 uur in de avond komt Johan de Vries, kaarsmaker alhier, bij de notaris voor zijn testament, hij legateert nu zijn kinderen Jacob Jansz de Vries en Catalina Jansdr de Vries verwekt bij zijn huidige vrouw Catalina van Wesel. Tevens legateert hij de kinderen uit een eerder huwelijk met Anneke Jansdr Gevers, met name Anneke Jansdr de Vries, Josina Jansdr de Vries, Catalina Jansdr de Vries, Maria Jansdr de Vries, Hendrick Jansz de Vries, Barbera Jansdr de Vries, Johan Jansz de Vries en Elisabeth Jansr de Vries. [72]
    • f. Cathalina (Lijntgen) Jans Gevers, geb. 1595/96, ovl. na 1656, jongedochter (1623), belendster in de Westwagestraet (1648..1651), treedt op als borg voor Jan Bastiaensz van Pause, ceersmaker (1656), otr./tr. Rotterdam geref. 22-1/12-2-1623 (Se)Bastiaen Janssoon (van Pause(e), Payse), geb. 1590/91, ovl. mrt-aug.1636, wednr. van Grietgen Hendricksdr Uuythouck (1623), cleermaecker (1621..1627), vettewarier (1627), kaaskoper (1628..1634), caersmaker (1632), hoofdman van het St. Nicolaesgilde te Rotterdam (1630), belender in de Westwagestraet (1628..1634), treedt op als arbiter voor zijn zwager Salomon de Gever (1633). Zij wonen in de Westwagenstraet (1623..1629) in het huis de Vergulde Passer (1627).
      Op 29-9-1623 testeren Sebastiaen Jansz, cleermaker, en zijn vrouw Lijntgen Jans Gevertsdr, wonend in de Westwagenstraet. Zij maken een mutueel testament. [73]
      Op 19-4-1627 machtigt Laurens Henricxs, spyesijsermaecker, wonende in de Mostersteech, Bastiaen Janss kaescoper, wonende in de Westwagestraet in het huis de Vergulde Passer, om namens hem van Willem Gijsbrechtss, spiesmaecker, wonende te Utrecht aan de Neu in de Vergulde Spiesdrager, 127 gulden te innen voor geleverde spiesijzers. [74]
      Op 13-3-1628 verklaren Abraham Dircxs, Bastiaen Janss, wonende in de Westwagestraet, Quiringhe (Quering) Gilliss en Gerrit Gerritss op verzoek van Aert Bastiaenss van de Burchgraef, dat de waardin van de herberg van Claes Speelman in Ouderschie hen een Portugees muntstuk heeft laten zien. Het is geen gangbaar geld, maar er wordt 13 gulden voor geboden. [75]
      Op 7-10-1629 testeren Sebastiaen Jansz, caescoper, en zijn vrouw Lijntgen Jansdr (Gevertsdr), wonende in de Westwaegenstraet. Zij benoemen elkaar, onder herroeping van het testament gemaakt op 29-9-1623 t.o.v. notaris Willem Jacobsz, tot universeel erfgenaam met een legaat aan hun kinderen en aan hun naaste bloedverwanten. [76]
      Op 12-2-1630 verklaren Lodewijck Jans van Flittert, oud 54 jaar, Pieter de Riemer, oud 38 jaar en Basteaen Jans, oud 39 jaar, allen regerende hoofdlieden van het St. Nicolaesgilde te Rotterdam, waaronder mede begrepen is de nering van vettewaryers, op verzoek van Roelof Jans en Cornelis Meinderts Ankema, hoofdlieden van het vettewariersgilde van Amsterdam, dat voor een vat boter- hetzij inlandse, uitheemse, Groningen of Vriesche- een impost van vier gulden wordt betaald en voor een halfvat het vierendeel. [77]
      Op 31-8-1636 verklaren verklaren Lijntgen Jansdr 40 jr, weduwe van Sebasteaan Jansz caescooper, Lijntgen Willemsdr vrouw van Aryaen Fransz 50 jr, alsmede Neeltgen Cornelisdr j.d. 29 jr, op verzoek van Heynrick Willemsz wonende aan de Korte Linschoten, dat zij getuigen waren bij het overdragen van zakje geld aan Jan Dircks schipper van Woerden. Het zakje moest worden bezorgd bij voorn. Heynrick Willemsz. [78]
      Op 5-2-1642 verkopen Lijntjen Jansdr, weduwe en erfgename van Bastiaen Jansz, en Maertjen Jansdr, weduwe en erfgename van Jacob Jacobsz van der Starre, een huis en erf aan de noordzijde van de Celijtenstege aan Teunis Gijsbrechtsz den Haen. Belenders zijn de koper ten oosten, Melis Cornelisz ten westen en Claes Adriaensz Dijnsenburch aan de achterzijde. Het huis is belast met 300 gulden ten behoeve van de kinderen en erfgenamen van Pieter Jansz Cassiopijnen en Maeijcken Geenhuijsen. De koopsom bedraagt 745 gulden. [79]
      Op 16-11-1648 verkoopt Jannetjen Pieters, weduwe van Michgiel Jans, lantman, geassisteerd door Pieter Ingen van de Berchschenhouck en Arien Teunisz, aan Lijntjen Jans, weduwe van Bastiaens Jans, geassisteerd door Pouwels Jans Gevers, een huis aan de oostzijde van Westwagenstraet, belast met 28 gulden jaarlijks ten bate van het weeshuijs, en verder voor 1625 gulden. Belendingen: ten noorden Saertjen Teunisdr, weduwe van Frans Reijnes en ten zuiden de koopster. [80]
      Op 20-6-1650 verleent Leendert Cornelisz Coy, wonend in Laech Rotte, mede-erfgenaam van Jannetge Pieters, weduwe van Michiel Jans, lantman, machtiging aan Aryen Teunisz, mede-erfgenaam, om aan Lijntge Jans, weduwe van Bastiaen Jans, een huis over te dragen dat zij van Jannetge Pieters heeft gekocht. Het huis staat aan de Westwagestraet. Belend ten zuiden door de koopster en ten noorden door Saertge Teunisdr, weduwe van Hans Reyns, strekkend tot de kay. [81]
      Op 23-5-1656 bekent Jan Bastiaensz van Pause, ceersmaker, 600 gulden schuldig te zijn aan Jan Joppen de Ruijter, schipper, wegens een geldlening. Hij heeft het geld ontvangen van Claertjen Heyndricks, de vrouw van Jan Joppen. Lijntie Jans Gevers, weduwe van Bastiaen Janse van Pause, stelt zich borg. [82]
        Uit dit huwelijk: (bij alle dopen ouders onder patroniem)
      • aa. Frans Bastiaansz, ged. geref. Rotterdam 17-7-1628 (get. Pouwels Janse, Salemon Janse Gevers, Tuendtge Jans).
      • bb. Corneles Bastiaansz, ged. geref. Rotterdam 10-4-1632 (get. Powels Janse Geevers, Catelijntge Cabeiaus (!)).
      • cc. Nellege Bastiaans, ged. geref. Rotterdam 7-11-1634 (get. Maertge Jans).
      • dd. Basteiaendtge Bastiaans, ged. geref. Rotterdam 28-9-1636 (get. Pouwels Ianse Geevers, Maertge Jans, Annetge Jans).
  • 2. Clara Cornelisdr van Exel, geb. Antwerpen vóór ca. 1580, ovl. vóór 1599, jongedochter (1590), geboortig van Antwerpen, otr./tr. Rotterdam geref. 4/18-3-1590 (zij als Claerken Corneelis, hij als Hans Ferneyen),[83] Jan Gijsbrechtsz Vermijen (Vern(e)ijen)(¥), vettewariër en brandewijnbrander te Rotterdam, wedr. afkomstig uit Turnhout, verm. zn. van Gysbrecht Verneyen en Grietken Beeckmans (en daarmee broer van Grietgen Gysbrechts Verneyen (Fernoijen) x Hans Jansz du Bois (zie Kwartierstaat Lapikas nr. 25686 sub a ). Hij hertr. Rotterdam geref. 6/20-6-1599 (als wednr.) Maijken Michiels, jongedochter.
    Op 16-6-1599 wordt te Rotterdam boedelinventaris opgemaakt van Clara Cornelisdr van Exel. Hierin komt o.a. voor een rentebrief op een huis in Antwerpen. Als voogd der kinderen wordt genoemd Jan Gevers Hendrikszn. [84]
      Uit dit huwelijk mogelijk:


III

IIIa. Cornelis Cornelisz van Exel, geb. vóór ca. 1580, beg. verm. Amsterdam Wester Kerk 21-8-1645 (Cornelis van Exel, eijge graf, ƒ 8,0,-), kousenmaker (1601), huw. get. (1625), woont in de Nes (1625, 1631), voogd (1632, 1664), mogelijk identiek met de Cornelis van Exel van wie in Ref. [87] wordt vermeld dat hij in 1595 leerling was van Abraham Beeckman, kaarsenmaker te Londen en Middelburg, godgeleerde en taalkundige, tr. vóór 1601 (verm. Amsterdam geref. 8-7-1595, beiden onder patroniem) Lijntgen Hindrickx, ovl. na 1610, doopget. (1610).

Kohier 200e penning 1631 Amsterdam:[88] Corn. van Exsel, in de Nes, £ 25.

IIIb. Salomon (Saelmon) Cornelisz van Exel, geb. vóór ca. 1580, ovl. 1658-1662, huw. get (1607), vermeld in het Kohier van de 200ste penning te Amsterdam 1631 als Salomo van Exel in de Vogels Dwarsstraet £ 45,--,[101] schutter in de compagnie van kapitein Cornelis Bicker (1638), caersmaeker, pachters, en medestander of borg van de impost van de smeren en kaersen in Amsterdam (1639), koopman (1644), huw. get. (1644, 1658), otr. 1o Amsterdam geref. 6-8-1605 ,[102] Jaepgen Jansdr, wed. van Klaas Barentsz, otr./tr. 2o Amsterdam (Nieuwe Kerk) geref. 20-6/10-7-1629 ,[103] Stijntje (Christine) Henrix Vrient(s)(¥), ged. Amsterdam Oude Kerk 17-6-1604[104], ovl. 1658-1662, huw. get. (1644), dr. van Heindrik Michielsz Vrient, ijzerkramer, en Judith Philips.

COMMENTAAR(¥) Ref. [105] noemt dit echtpaar Salomon van Exel, burgemeester van Antwerpen, en Judith Hendricksdr Vriendt.
. Ref. [106] en Ref. [107] schrijven dit weer over en nomen hem bovendien Jhr. Mr. Salomon van Exel. De dochter heet dan Jonkvr. Maria van Exel.
Bij de onderstaande 6 dopen van de kinderen van Salomon van Exel heet de moeder echter steeds Stijntje (Henrix) Vrient of Stijntje van Ex(c)el. Nergens verschijnt Judith als voornaam van de moeder, en dat iemand tegelijkertijd in Amsterdam kan wonen en burgemeester van Antwerpen zijn is ook onwaarschijnlijk. In de lijst van Antwerpse burgemeesters [108] komt gen Van Exel voor.

De compagnie van kapitein Cornelis Bicker en luitenant Frederick van Banchem, gereed voor de ontvangst van Maria de' Medici, koningin-weduwe van Frankrijk, in september 1638, geschilderd door Joachim von Sandrart (1606-1688). Een van de voorgestelden is Salomon van Exel.
Datering: 1638
Olieverf op doek, 343 x 258 cm
Locatie: Rijksmuseum Amsterdam
Bron: Rijksmuseum Amsterdam

klik op plaatje(s) om te vergroten
Beschrijving van het bovenstaande schilderij van Sandrart. Schuttersstuk van de kloveniersdoelen met de compagnie van kapitein Cornelis Bicker en luitenant Frederick van Banchem, gereed voor de ontvangst van Maria de' Medici, koningin-weduwe van Frankrijk, in september 1638. Een portretbuste van de koningin met een kroon en een papier staat op een tafelje. Voorgesteld zijn: Cornelis Bicker van Swieten, Frederick van Banchem, Pieter Vinck, Willem Ysebrants Kieft, Jacob Vries, Guilliamo van Erpekom, Willem Muylman, Isbarnt Vinck, Pauwels Ras, Guilliamus Mostert, Salomon van Exel, Jan Selijns, Franscoys Wouters, Gerrit Stoffels van Tright, Lenart Cornelis, Broer Iansz, Simon van Alckenade, Bartholomeus vander Wiere en Gijsberth van Wieringen.
De inscriptie op het blad papier luidt: Het Corporaalschap des Heeren van Swieten. Geschildert door Sandrart / De Vaan van Swieten wacht om Medicis te onthalen / maar voor zo groot een ziel is dan een markt te kleen / En 't oog der Burgerij te zwak voor zulke Straalen / Die zon van 't Christenrijk, is vleesch, nog vel, nog been / Vergeef het dan Sandrart, dat hij haar maakt van Steen. Vondel.
Op 19-6-1614 verkoopt Tzalingh Reijnertsz aan Salomon van Exel, een huis en erf in de Nieuwezijds Dwarsstraat (Vogeldwarssteeg) over de Grauwe Leeuw te Amsterdam. [109]
Op 27-1-1618 verkopen de erven van Maria Bax aan Salomon van Exel, een huis en erf, genaamd De Witte Kelk, op de Nieuwezijds Oostervoorburgwal (OZ) (Nieuwezijds Voorburgwal) te Amsterdam. [110]
Op 29-6-1627 verkoopt Guillaume Pietersz aan Salomon van Exel, een tuin in de Westerlaan achter het Reguliershof te Amsterdam. [111]
Op 24-7-1636 verkopen de erven van Pieter Willemsz aan Salomon van Exelen, een huis en erf met tuin en plaatsje op de Lauriergracht hoek Pieter Willemsgang te Amsterdam. [112]
Lijst van {Huysen ende erven bij de stadt van tijdt tot tijdt aengekoft, ende bij taxatie aengenomen ten dienste van 'toudt ende om te maeken een nieuw Stadthuys te Amsterdam:[113]
1639: Nieuwezijds Voorburgwal: Salomon van Exel, Een huys ende erff, ghett. No 19, aen de Westzyde van de Vogelsdwarsstraet, op ƒ 9000,--.
Op 6-4-1639 verklaren te Rotterdam Commer Leendertss Smeeresteyn (tekent Smeersteyn), Stoffel Jacobss en Johan de Vries, allen caersmaeckers en smeersmouters, op verzoek van Cornelis Coorn, Wijnant Bartelss en Salomon van Exel, caersmaekers, pachters, medestanders of borgen van de impost van de smeren en kaersen in Amsterdam, dat zij de pacht meerdere malen hebben gehaald en op 24 maart jl. de verpachting hebben gemijnd ten overstaan van de commissarissen J. van Beveren en Willem Backer. [114]
Op 2-9-1655 verkoopt Jan Lucasz aan Salomon van Exel, en Anthonie Bartelsz Marchier, een huis en erf op de Appelmarkt (Singel) te Amsterdam. [115]
Op 14-9-1655 verkopen Jan Lucasz en Ariaentge Pieters, wed. van Jan Albartsz, aan Salomon van Exel en Anthoni Bartelsz Marchier, een huis en erf op de Appelmarkt (Singel) te Amsterdam. [116]
1662: Willig decreet van het Hof van Holland op de verkoping door de kinderen van Salomon van Exel en Stijntien Hendricx Vrient aan Jan Barents (Brantsen?) van een huis in het Trekmeisjessteegje op Sint Luciënburgwal. [117]
Op 26-6-1662 verkopen de erven van Trijntie Hendrix te weten: Ds. Nicolaes Molerius echtgenoot van Maria van Exel, Pr. Emans echtgenoot van Margareta van Exel, Jacobus Elsevier als man en voogt van Elisabeth van Exel mitsgaders Anthoni Bartelse Marcier, oom en voogt van Judit van Exel, allen kinderen van Stijnte Hendricx Vrient die wed. was van Salomon van Exel, en d. ...... inventaris van de .. Stijntie Hendricx Vrient sal.r haren moeder .. van willige decreet ..... aan Jan Barentsen, een huis en erf in de Trekmeisjessteeg (Melkmeisjessteeg) bij de Nieuwezijds Voorburgwal (Sint Lucïnburgwal) te Amsterdam. Koopprijs ƒ 1590,-- [118]

3 x Jan Blom
Volgens Bredius[165] zijn er minstens drie personen Jan Blom die gemakkelijk verward kunnen worden. Met de door hem geciteerde gegevens en verdere aanvulling uit de DTB van Amsterdam en de literatuur valt het volgende overzicht samen te stellen.

Ia. Jan Jansz Blom(¥), geb. ca. 1622, beg. Amsterdam Oude Kerk 27-12-1684 ("Jan Blom provost op Nieuwe Wael Eijlandt aen de Binnenkant" (=Rapenburg), ƒ 15,--) schilder (1651..1676), provoost (1673-1684), komt ca. 1675 in financiële moeilijkheden en wordt in 1676 failliet verklaard (zie inventaris van 1676), otr. Amsterdam geref. 27-5-1644 Wijbrich (Wybrecht) Claes, ovl. na 1684, aanvaardt benificair haar mans nalatenschap (zie inventaris van 1685 hieronder).

COMMENTAAR(¥) Hij is kennelijk Jan Blom over wie de RKD meldt: geb. (verm. Amsterdam) 1621/22, ovl. 1685, broer van Materus Bloem, beg. Amsterdam 27-12-1684 of Westerkerk 10 september 1685, werkzaam te Amsterdam ca. 1640 tot zijn dood, schilder en tekenaar van Italianiserende landschappen, marines, stillevens en dieren,

stuk van Commelin toevoegen: [166]
Op 30-8-1651 testeren de eervolle Jan Blom, constrijck schilder, en de eervolle Wijbrecht Claes, echtelieden woonende op de Cingel te Amsterdam. De langstlevende is erfgenaam en moet voor de opvoeding van de twee kinderen zorgen etc.[167]
Op 24-2-1656 verklaart Sr. Jan Bloem, schilder, out omtrent 34 jaren, dat hij tijdens de laatste kermis in Amsterdam op verzoek van Sr. Willem Kieft Ysbrantsz schoongemaeckt en geluijstert (glanzend gemaakt, gevernist) heeft zeekere schilderije van Adam en Eva, die seer ongesien en vervallen was en des producents als huisvrouw vereert was van Marritge Bronchorst, wed. van sal. Jan Ysbrantsz Kieft. Het schilderij kwam uit het bezit van de ouders van Jan Ysbrantsz Kieft. [168]
Op 5-2-1658 testeren Jan Blom, constrijck schilder, en Wybrecht Claes, echteluyden, wonende op de Singel. De lamgstlevende is ergenaam. De Weeskamer wordt uitgesloten. De schilder Albert Jansen Klomp is getuige. [169]
Verpondingen 1662-1666: Jan Jansz Bloem, schilder, bewoont op het Singel tussen de Huiszitten- en Gasthuismolensteeg een huis met een huurwaarde van \floriin 120,--. [170]
Op 25-12-1664 treedt Jan Blom, schilder, samen met de schilder Klomp als getuige op. [171]
Op 5-6-1671 taxeert Jan Blom met Gerrit Uylenburch schilderijen. [172]
In 1673 ondertekent Jan Blom, provoost, als getuige een akte. [173]
Op 9-4-1675 is Juffrouw Geertruy Adders, huysvrouw van Hector Friesma,... geweest Notaris alhier nu niet wel bij syn sinnen, schuldig aan Jan Blom, provoost, ƒ 180,-- voor een jaar huishuur. Zij geeft haar huisraad in onderpand, betaalt ƒ 60,-- contant en krijgt daarvoor het een en ander terug waaronder 2 ovale landschappen van Micker gestoffeert. Albert Klomp tekent als getuige. [174]
Nog veel meer akten
Op 25-4-1676 wordt voor de Desolate boedelkamer te Amsterdam de inventaris opgemaakt van de meubelen en huijsraet, bevonden in den boedel van Jan Blom, schilder. Volgt een lange lijst. [175]
Inventaris van zal. Jan Blom, in sijn leven provoost hier ter stede, nyt erachte van seecker mandament van benefitie van Inventaris van 1 January 1685 (vergl. Bijlage p.). Volgt een lijst, aan het eind waarvan nog wordt vermeld: Joan Blom boeckhouder en Anna Blom wed. van Nicolaes Hemminck hebben beiden nog wat tegoed. [176]
    Uit dit huwelijk:
  • 1. Anna (Annetje) Blom, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 29-9-1645, otr. Amsterdam 1-4-1671 Nicolaes Hemmingh (Hemminck), ovl. vóór 1685, notaris te Amsterdam.
  • 2. Henrickje Blom, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 15-8-1647.
  • 3. Joan Blom (de Jonge), ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 1-10-1651, boeckhouder (1685).
  • 4. Dirck Blom, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 11-4-1656.
  • 5. Klaas Blom, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 15-3-1654.
  • 6. Harmanus Blom, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 3-3-1658, ovl. 7-10-1727.

Ib. Jan (Pietersz) Blom (Bloem), geb. 1622/23, beg. verm. Amsterdam Westerkerk 10-9-1689 ("Jan Blom wonende op de Deventer Houtmarkt, ƒ 8,--)", volgens Ref. [177] poorter van Amsterdam 4-9-1651 (niet te vinden!), schilder, oud 30 jaar, wonend in de Reestraat (1653), vermeld in akten van 1651 - 1689, sinds 1653 vermeld als vaandrig (1653, 1668), in 1687 Capiteyn Lieutenant van een compagnie voetknegten ten dienste deser landen, in leven "Capitijn-Luijtenant van de Compagnie van de Ed. heer Lambert Witsen te Amsterdam", broer van de schilder Matheus Bloem is in 1655 als mede-erfgenaam van Maria Jans van Beuningen, diens schoonmoeder vermeld wordt,[178] schilder wonend in de Reestraat (1653), aan de Elandsgracht (1666), otr. 1o Amsterdam geref. 6-8-1653 Anna Margaretha Mostart, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 7-2-1630 (vader is secretaris), beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 10-9-1653 ("Anna Blom !"), wed. van de schilder Jacobus de Ville(¥), dr. van Mr. Daniel Mostert, secretaris van Amsterdam, beoefenaar van dicht- en toonkunst, en lid van de Muiderkring,[179] schrijver van de Korte onderwijsinge van de Musyk-konste,[180] en van Maria Jans van Beuninghen, otr./tr. 2o Amsterdam geref. 25-6/20-7-1666 (get. haar voogd Jacobus Elsevier, en zijn broer Hendrick Pieters Bloem),[181] Judith (Judick) van Exel, ged. geref. Amsterdam Oude K. 2-10-1642 (get Judik van Exsel), beg. Amsterdam Nieuwe Zijds Kapel 12-5-1671 ("een vrau Judith van Exel, compt van de Kijsergraft over de schouburgh, laet nae twee kinderen, compt in het graft n° 11 van Cornelis Jansen, ƒ 8,--), onmondig in 1664, heeft in 1664 een kind Cornelis Pietersen, wonend aan de Elandsgracht (1666), dr. van Salomon Cornelisz van Exel en Stijntje (Christine) Henrix Vrient(s) (zie hierboven nr. IIIb.

COMMENTAAR(¥) Jacobus de Ville, ged. Amsterdam Waalse Kerk 21-12-1622, ovl. 2-1-1653 (Schouwburg rekeningen), beg. Westerkerk 6-1-1653, zn. van Jacques de Ville en Sarra Basse, toneelspeler, speelt een groot aantal vrouwenrollen (1637-1645) in de Amsterdamse Schouwburg, o.a. Queen Michol in Vondels Gebroeders (april 1641), and in Hoofts Granida (juni/juli 1642),[182] schilder (1647), otr. Amsterdam 29-11-1647 Anna Margrita Moestert, geb. 1621/22, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 10-9-1653 ("Anna Blom !"), is 25 jaar oud in 1647 (sic!)

Op 23-4-1653 testeert Juffrouw Anna Margaretha Mostaert, wed. van wijlen Jacobus de Ville, (schilder). Zij prelegateert aan Jan Blom ƒ 2000,--. Voor de rest is haar moeder Maria van Beuninghen universeel erfgenaam. [183]
Op 6-8-1653 wordt een huwelijkscontract gesloten tussen Sr. Jan Pietersz Bloem, schilder, bejaerdt jonghman en Juffrouw Anna Margarita Mostart (Moestert) weduwe van wijlen Jacobus de Ville. Ondertekend door beiden. [184]
Op 23-8-1653 wordt een tweede huwelijkscontract gesloten tussen Jean Blom, meerderjarige jongman, en Anna Margareta Mostart, wed.? van wijlen Jacobus de Ville. Zij trouwen in gemeenschap van goederen. heiraten mit Gütergemeinschaft. Ondertekend door Joan Bloem. [185]
Op 15-10-1653 wordt de inventaris opgemaakt van de nalatenschap van wijlen Anna Margareta Mostart, vrouw van Jan Pietersz Blom, in een huis aan de Binnenamstel by de Halve Maensbrugh. [186]
Op 28-10-1653 volgt de verdeling van de nalatenschap van Anna Margaretha Mostart tussen haar man Jan Pietersz Blom, schilder, en Maria Jans van Beuningen, haar moeder. De man zal krijgen de huisraat, waarvan op 15-10-1653 een inventaris gemaakt is wordt en 1/3 + 1/12 van een huis en erf aan de Binnenamstel. [187]
Op 18-9-1662 verkoopt Jan Bloem aan Johannes Lingelbach, een huis en erf in de Reestraat te Amsterdam. [188]
Op 13-10-1668 wordt een legaat vermeld van ƒ 200,-- van de overleden Jan Pietersz Bloem !? [189]

COMMENTAAR(¥) Dat Jan Pietersz Bloem in of voor 1668 is overleden concludeert Bredius ten onrechte.[190] Hij krijgt in 1670 nog een kind.
Op 17-5-1668 wordt inventaris opgemaakt van de nalatenschap van wijlen Catharina Hendricks Vriendt, weduwe van Anthony Bartelsz Mercier, te Amsterdam. Vermeld worden:
Een. groot slicck van een reijger enpitoor (Reiher und Rohrdommel) door Mattheus Blom.
Een swaen en ander gevogelte van Mattheus Blom.
Een cleyn lantschapje van Jan Blom.
Een schildery van een heelt en geboomte door Jan Lap.
Een pennesnyer.
Nog een cleyn lantschapje van Jan Blom.
Een boeregeselschap van Molenaer.
Nog een lantschap van Jan Blom.
Verder veel huizen, landerijen, en obligaties. "De Dame was zeer vermogend". [191]
    Uit dit huwelijk:
  • 1. Antonij Blo(e)m, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 20-4-1667, ovl. na 1696.
  • 2. Pieter Blom, ged. geref. Amsterdam Wester Kerk 5-8-1668, ovl. na 1735, stadsdrilmeester te Amsterdam (1696), otr. Amsterdam geref. 29-9-1695 Margareta Spies. Hieruit verder nageslacht bekend (4 kinderen geref. gedoopt te Amsterdam 1696-1709).
    Op 8-3-1735 verkopen de erven van Jacob Elsevier, echtgenoot van Elisabeth van Exel, met name Pieter Blom, en Jan Jacob Maurits van Brake echtgenoot van Elisabet Holtius en Nicolaas Holtius, en Jacobus Ligthart echtgenoot van Maria Holtius en Barent Rijsbeek echtgenoot van Henrietta Wijnanda Holtius, aan Johannes Christofforus Ludeman, een huis en erf, waar De Gouden Tent in de gevel staat, op 't Water (Damrak) het zesde huis benoorden de Zoutsteeg te Amsterdam. [192]
  • 3. Salomon Bloem, ged. geref. Amsterdam Wester Kerk 25-4-1670, beg. verm. Amsterdam Zuider Kerk 2-6-1670 (een kind van Jan Blom).

Anthoni Bartels Mercier
Anthoni Bartelse Marcier treedt in 1662 en 1663 op als testamentaire voogd en oom van Judith van Exel. Zijn verwantschap met haar blijkt als volgt:

Anthoni(s) Bartelse (Bartholomeusz) Marcier (Morcher, Mersier), beg. Amsterdam Zuider Kerk 8-4-1664 (Antonij Bartelsz), woont te Amersfoort (1644), testeert in 1664, otr. Amsterdam geref. 25-7-1642 (beiden onderpatroniem) Machteltje Daniels van Vlaenderen, beg. Amersfoort St. Joriskh. 30-1-1644 (vrouw van Antoni Bartelmeeusz), wordt als Mechteltgen Daniels, wonend in de Breedestraat, geref. lidmaat te Amersfoort 24-6-1643 met attestatie van Amsterdam, otr. 2o Amersfoort geref. 10-11-1644 (met attestatie van Amsterdam) en otr. 2o Amsterdam geref. 16-11-1644 (get. haar zuster Stijntje Vriendt) Catharina Hendricks Vriendt, ged. Amsterdam Nieuwe Kerk 24-6-1607[193], ovl. vóór 1668, j.d. wonend te Amsterdam (1644), wordt geref. lidmaat te Amersfoort 24-12-1644 met attestatie van Amsterdam als Katrijntjen Vrient huisvrouw van Antonis Bertelsen Mercier, dr. van Heindrik Michielsz Vrient, ijzerkramer, en Judith Philips.

    Uit zijn eerste huwelijk (o.a.?):
  • 1. NN Anthonies, beg. Amersfoort St. Joriskh. 5-10-1643 (kind van Anthoni Bartholomeusz, merchier).
    Op 7-5-1644 verkopen Tonis Lambertz deurwaarder, voor Cornelis Pauwelsz en Maritgen Jacobs, echtelieden, Clara Remmen, huisvrouw en gemachtigde van haar man Dirck Pauwelss, uitlandig (proc. te Amsterdam) (Cornelis en Dirck zijn samen broers en erfgenamen van wijlen Mechteltgen Daniels van Vlaanderen) en Trijntgen Daniels weduwe wijlen Jan de Vogel en Jacob Maguir de jonge zoon van Mayken Daniels van Vlaanderen, beide erfgenamen van Trijntgen Daniels en Jacob Maguir, erfgenamen van Megteltgen Daniels van Vlaanderen, in leven huisvrouw van Antonis Bartholomens Marchier, en dragen over aan Antonis Bartels Marchier bij scheiding en deling, een huis en erf aan de Breedestraat, waarin voorschreven Mechteltgen is overleden. [194]
    Op 8-5-1644 verkopen Willem van Deuverden van Voord en Alida Buijs, echtelieden, Peter van Butselaer en Jannitgen Buijs, echtelieden, Peter Camp en Maria Buijs, echte- lieden, allen erfgenamen van Wouter Buijs hun respectieve vader en schoon vader, aan Anthonis Bartholomeussen Marchier en zijn erven, 'n huis en plaatsje dien-annex aan 't Lieve Vrouwen Kerkhof, belend aan de ene zijde de Lieve Vrouwencapelle met 't huis van Jacob Claess zaliger, aan de andere zijde Oth Ariss van Schadijck, [195]
    Op 10-11-1644 worden te Amsterdam huwelijks voorwaarden gemaakt tussen enerzijds d'eersame Antonij Bartholomeus Merchier, wedr. van Maghteltje van Vlaenderen, vergezeld met Cornelis Bartholomeusz (Mersier), sijn broeder, d'eerwaerdige Roelof Pietersz, dienaer des Godlijke woorts ende Jan Geurtsz, procureur, en anderzijds d'eerbare Catharina Henrix Vrient (Vrijndt), j.d., geassisteerd met d'eersame Salomon van Exsel, koopman, haer swager, mitsgaders d'Heer Jacob Harin(g)ca(r)spel, jegenwoordigh schepen en Raet deser stede, haer neef, ende Thomas Jacobs Haringh, concherge. Bruidegoms goederen in aparte specificatie, waar vanaf gaan de kosten van de bruiloft en de vereringe van de bruid. Zij heeft al sodanige goederen als haar door t overlijden van haar ouders is aenbestorven en nog onverdeelt met haer suster toebehoren. Geen gemeenschap van goederen. Goed erft terug. Bruids douarie is 6000 gl., maar bruidgeom kinderen nalatende 3000 gl. Bruidegom is tot Amersfoort woonaghtigh.[196]
    Op 26-6-1662 verkrijgen Ds. Nicolaes Molerius als getrouwd hebbend Maria van Exel, Pr. Emans als getrouwd hebbend Margareta van Exel, Jacobus Elsevier als man en voocht van Elisabeth van Exel, mitsgaders Anthoni Bartelsz Marchier oom en voogt van Judith van Exel, allen kinderen van Stijntie Hendricx Vrient, die wed. was van Salomon van Exel, en in dese qualitett erfgenamen van hun moeder, willig decreet voor de verkoop van een huis en erf op de Appelmarkt (Singel) over het Accijnshuis te Amsterdam aan Anthoni Bartelz Marcier. [197]
    Op 26-6-1662 verkopen de weesmeesteren als oppervoogden van de nagelaten kinderen van de heer Dr. Albert Bas (in de index staat de kinderen van Trijntie Hendrix) aan Anthoni Bartelz Marcier, een huis en erf op de Appelmarkt (Singel) over het Accijnshuis te Amsterdam. Koopprijs ƒ 4235,--. [198]
    Op 17-5-1668 wordt inventaris opgemaakt van "de goederen metter doot ontruijmt ende nagelaten by zal. Catharina Hendricks Vriendt weduwe van Bartels Morcier gewoont hebbende ende overleden op de binnenamstel deser stede, beschreven ten versoeck ende overstaen van do. Nicolaus Mulierius predicant in de oude Zyprals (?) getrout hebbende Maria van Exel, Margareta van Exel, weduwe van Pieter Emaus, Jacobus Elsevier als getrout hebbende Elisabeth van Exel, Judith van Exel huysvrou van Jan Blom, vaendrich, opt aengeven van ... Jacobus Elsevier door my Jacob Hellerus .... Postscript: Ende verclaerde de voors. Jacobus Elsevier hiermede alles getrouwelyck aengegeven te hebben .... aldus gedaen .... den vierde ende 17-e meij 1668 ...".
    De inventaris bevat 63 schilderijen waaronder drie lantschappen van Jan Blom, conterfeijtsels en wapen van de overledene en conterfeijtsels van haar man. [199]
    Op 7-7-1678 verkoopt Claes Thijszn als man en voogd van Jannetje Hermans, wonende Diemermeer een Huysinge, hoff, hofstede aan de Lieve Vrouwen Kerkhoff te Amersfoort, belend: ene zijde Lieve Vrouwe Kapel, andere zijde: de erfgenamen van Oth Arisz van Schaack (door Jannetje in eigendom verkregen bij testament van Anthoni Bartels Marchier dd. 25-3-1664, voor notaris Bernard Cornhert te Amsterdam) aan Bartholomeus van Stuyvenbergh en Henrick Alberts van Backhuysen en hun huysvrouwen, ieder voor de helft. Getuige o.a. Willem Corton. [200]
    Op 13-1-1696 verkoopt Anthony Blom, soon en mede erfgenaam van Jan Blom in sijn leven Capitijn-Luijtenant van de Compagnie van de Ed. heer Lambert Witsen, Ridder Collonel en Maijoor vant garnisoen deser stad, als in huwelijk gehad hebbende Judith van Exel die een dochter was van Salomon van Exel als blijckt bij de scheijdinge tusschen hem vercooper en sijn broeder Pieter Blom op 18-2-1694 ter weeskamer alhier gepasseert, welk perceel sijn vercooper voorn. moeder Judith van Exel op gekomen was uijt de nalatenschap van Catharina Hendrix Vriend die getrouwt is geweest met Anthony Bartels Marcier volgens scheijdinge alhier in dato 16-8-1668 gepasseert, aan Pieter Tier een huis en erf op de Appelmarkt (Singel) zuidoosthoek van de Vliegendesteegh te Amsterdam, belend aan de voorzijde de Vliegendesteegh, zuidzijde Pieter Roos en Consoorten met een gemeene muur, strekkende voor van de straet tot achter aaen Cornelis Bloes en Marretie Tewes op sijn uijterste gront. Borgen zijn de mede comparerende Pieter Spies oostindisch winkelier, wonende in de Warmoesstraat, en Pieter Blom stadsdrilmeester. Koopprijs ƒ 3200,--. [201]

Referenties van de gegevens van generatie 1 staan ook
hier
Referenties Fragment Genealogie Van Exel --- Generatie 1 ( 201 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
  • Bredius-5 = Dr. A. Bredius, Künstler-Inventare, Urkunden zur Geschichte der Holländischen Kunst des XVIten, XVIIten und XVIIITten Jahrhunderts, Teil 5, Den Haag, 1918
  1. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21628860
  2. Wim Blok, ⇒ gw5.geneanet.org
  3. zie ook Wim Blok, ⇒ gw5.geneanet.org
  4. Mededeling Paul D. Meijer, 2015
  5. zie ook Mededeling Paul D. Meijer, 2015
  6. zie ook Mededeling Paul D. Meijer, 2015
  7. fol. 216
  8. Mededeling Paul D. Meijer, 2015
  9. zie ook Mededeling Paul D. Meijer, 2015
  10. Mededeling Paul D. Meijer, 2015
  11. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21607250
  12. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21607962
  13. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21608931
  14. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21608990
  15. Wim Blok, ⇒ gw5.geneanet.org
  16. Mededeling Paul D. Meijer, 2015
  17. zie ook Wim Blok, ⇒ gw5.geneanet.org
  18. Mededeling Paul D. Meijer, 2015
  19. zie ook Mededeling Paul D. Meijer, 2015
  20. zie ook Mededeling Paul D. Meijer, 2015
  21. Mededeling Paul D. Meijer, 2015
  22. NL 42(1924)323
  23. NL42(1924)323
  24. zie ook NL 39(1921)92
  25. NL 39(1921)92
  26. NL 42(1924)323
  27. Rotterdam, Prot. 4321, gecit. in Wap. 13(1912)315
  28. NL 39(1921)92
  29. Mededeling Paul D. Meijer, 2015
  30. Rotterdam, Prot. 2822, gecit. in Wap. 13(1912)315
  31. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv. nr. 14, aktenr./blz. 114/364
  32. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz., inv. nr. 54, aktenr./blz. 72/150
  33. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Symonsz, inv. nr. 20, aktenr./blz. 121/394
  34. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz., inv. nr. 58, aktenr./blz. 131/392
  35. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Wagensvelt, inv. nr. 132, aktenr./blz. 1/1
  36. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Wagensvelt, inv. nr. 132, aktenr./blz. 49/108
  37. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz., inv. nr. 64, aktenr./blz. 57/180
  38. NL 39(1921)92)
  39. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz., inv. nr. 65, aktenr./blz. 71/243
  40. GA Rotterdam, ONA, Nots. Nicolaas Vogel Adriaansz, inv. nr. 167, aktenr./blz. 111/190
  41. GA Rotterdam, ONA, Nots. Nicolaas Vogel Adriaansz, inv. nr. 175, aktenr./blz. 51/72
  42. NL 42(1924)327
  43. fol. 64v, gecit. in NL 42(1924)326
  44. Voogdijb. Rotterd. dd. 18 Jan. 1627, gecit. in NL 42(1924)327
  45. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz., inv. nr. 65, aktenr./blz. 110/352
  46. NL 42(1924)323
  47. NA 40(1942)72
  48. Weeskamer 22 Nov. 1653
  49. Wap. 13(1912)315
  50. GA Rotterdam, Weeskamer archief, fol. 25 d.d. 23 Mei 1637, gecit. in NL 39(1921)93
  51. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz., inv. nr. 76, aktenr./blz. 11/34
  52. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Hofflant, inv. nr. 264, aktenr./blz. 284/418
  53. GA Rotterdam, ONA, Nots. Gerrit van der Hout, inv. nr. 311, aktenr./blz. 202/348
  54. GA Rotterdam, ONA, Nots. Gerrit van der Hout, inv. nr. 273, aktenr./blz. 47/112
  55. GA Rotterdam, ONA, Nots. Cornelis Maes, inv. nr. 655, aktenr./blz. 201/418
  56. GA Rotterdam, Weeskamer archief, fol. 59 d.d. 22 Nov. 1653 gecit. in NL 39(1921)93
  57. NL 39(1921)93
  58. zie ook NA 40(1942)72
  59. zie ook NA 40(1942)72
  60. GA Rotterdam, ONA, Nots. Philips Basteels, inv. nr. 919, aktenr./blz. 119/337
  61. NL 39(1921)233
  62. ONA Rotterdam, Nots. Willem Jacobsz, inv. nr. 66, Aktenummer/Blz. 178/515
  63. NL 39(1921)233
  64. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Hofflant, inv. nr. 255, aktenr./blz. 188/292
  65. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Wagensvelt, inv. nr. 132, aktenr./blz. 255/577
  66. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Cornelisz van der Swan, inv. nr. 185, aktenr./blz. 253/333
  67. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arent van der Graeff, inv. nr. 322, aktenr./blz. 33/70
  68. NL 39(1921)233
  1. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jan van Aller Az., inv. nr. 79, aktenr./blz. 2/4
  2. GA Rotterdam, ONA, Nots. Nicolaas Vogel Adriaansz, inv. nr. 158, aktenr./blz. 85/265
  3. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jan Egbertsz van der Heul, inv. nr. 416, aktenr./blz. 260/486
  4. GA Rotterdam, ONA, Nots. Johan Troost Albertsz, inv. nr. 495, aktenr./blz. 33/64
  5. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz., inv. nr. 60, aktenr./blz. 98/331
  6. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Cornelisz van der Swan, inv. nr. 183, aktenr./blz. 249/342
  7. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jacob Cornelisz van der Swan, inv. nr. 183, aktenr./blz. 312/437
  8. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz., inv. nr. 67, aktenr./blz. 15/51
  9. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Wagensvelt, inv. nr. 141, aktenr./blz. 112/173
  10. GA Rotterdam, ONA, Nots. Jan van Aller Az., inv. nr. 94, aktenr./blz. 135/241
  11. GA Rotterdam, ONA, Nots. Pieter van Leeuwen, inv. nr. 464, aktenr./blz. 122/226
  12. GA Rotterdam, ONA, Nots. Pieter van Leeuwen, inv. nr. 467, aktenr./blz. 118/222
  13. GA Rotterdam, ONA, Nots. Gerrit van der Hout, inv. nr. 311, aktenr./blz. 310/556
  14. GA Rotterdam, ONA, Nots. Pieter de Paus/ Pope/ le Pape, inv. nr. 667, aktenr./blz. 263/427
  15. zie ook NL 42(1924)323
  16. NL 39(1921)92
  17. GA Rotterdam, ONA, Nots. Willem Jacobsz., inv. nr. 54, aktenr./blz. 195/465
  18. GA Rotterdam, ONA, Nots. Arnout Wagensvelt, inv. nr. 136, aktenr./blz. 211/342
  19. Isaac Beeckman, Journal tenu par Isaac Beeckman de 1604 á 1634. Tome 1: 1604-1619 (ed. Cornelis de Waard). Martinus Nijhoff, Den Haag 1939
  20. f 235v
  21. zie ook NL 57(1939)35
  22. NL 57(1939)35
  23. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21580784
  24. NL 57(1939)35
  25. zie ook NL 57(1939)35
  26. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  27. dominees.nl
  28. Mededeling Paul D. Meijer, 2015
  29. NL 57(1939)35
  30. NL 57(1939)35
  31. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21631141
  32. ⇒ BesluitenStaten-generaal1626-1651
  33. Kohier1631
  34. zie ook Wim Blok, ⇒ gw5.geneanet.org
  35. zie ook Wim Blok, ⇒ gw5.geneanet.org
  36. Wim Blok, ⇒ gw5.geneanet.org
  37. NL 20(1904)267
  38. GN 7(1952)114
  39. Nav. 55(1905)545
  40. ⇒ www.felixarchief.be
  41. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21579421
  42. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21735980
  43. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21613857
  44. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-215
  45. Jb. Amstelodamum 7(1909)190
  46. GA Rotterdam, ONA, Nots. Gerrit van der Hout, inv. nr. 289, akte/blz. nr. 87/125
  47. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21624020
  48. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21624028
  49. GAA, inv. nr. 88: Archief van de familie Brants en aanverwante families
  50. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21731668
  51. zie ook Wim Blok, ⇒ gw5.geneanet.org
  52. Wim Blok, ⇒ gw5.geneanet.org
  53. GN 7(1952)114
  54. NL 38(1920)296
  55. Wim Blok, ⇒ gw5.geneanet.org
  56. NL 20(1904)267
  57. GN 7(1952)114
  58. Album Studiosorum Academiae Groninganae, Groningen, 1915
  59. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
  60. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  61. Nav. 55(1905)545
  62. GN 7(1952)114
  63. GN 7(1952)114
  64. NL 20(1904)267
  65. GN 7(1952)114
  66. Nav. 55(1905)545
  67. zie ook NL 38(1920)251
  68. GN 7(1952)114
  1. Nav. 55(1905)545
  2. Amstelodamum 66(1979)101
  3. Mededeling Paul Meijer, 2015
  4. Mededeling Paul Meijer, 2015
  5. ⇒ genealogie3.hcdeboer.nl
  6. ⇒ genealogie3.hcdeboer.nl
  7. Mededeling Paul Meijer, 2015
  8. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21627391
  9. fol. 408
  10. zie ook⇒ gezin.php?database=humo_&id=F4379&hoofdpersoon=I1072573457
  11. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21644044
  12. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21644045
  13. ⇒ genealogie3.hcdeboer.nl
  14. zie ook NL 38(1920)247
  15. ⇒ genealogie3.hcdeboer.nl
  16. Wim Blok, ⇒ gw5.geneanet.org
  17. zie ook Mededeling Paul Meijer, 2015
  18. Wim Blok, ⇒ gw5.geneanet.org
  19. ANF 16(1903)528
  20. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21644045
  21. NA, Nummer Toegang: 3.04.06.048
  22. GA Delft, ONA, Notaris Adriaen Hoppesteijn Van Leeuwen, Inventarisnummer 2563C, Folio 121
  23. GA Delft, ONA, Nots. Cornelis van der Sleyden, Inventarisnummer 2532E, Folio 211
  24. GA Delft, ONA, Nots. Cornelis van der Sleyden, Inventarisnummer 2531C, Folio 203
  25. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21578416
  26. zie ook Mededeling Paul Meijer, 2015
  27. Bredius-5
  28. Mededeling Paul Meijer, 2015
  29. Bredius-5
  30. Bredius-5 citeert Amsterdam 1691, II p868
  31. Bredius-5, citeert ONA Amsterdam, Nots. F. Wttenbogaert
  32. Bredius-5, citeert ONA Amsterdam, Nots. F. Wttenbogaert
  33. Bredius-5, citeert ONA Amsterdam, Nots. Jac. Hellerus
  34. Bredius-5, citeert Register Verpondingen
  35. Bredius-5, citeert ONA Amsterdam, Nots. Jac. Hellerus
  36. Bredius-5
  37. Bredius-5, citeert ONA Amsterdam, Nots. Brouwer
  38. Bredius-5, citeert ONA Amsterdam, Nots. N. Hemminck
  39. Bredius-5
  40. Bredius-5
  41. Mededeling Paul Meijer, 2015
  42. Bredius-5, GA Amsterdam, ONA, Nots. F. Uyttenbogaert, d.d. 3-7-1655
  43. ANF 11(1894)84
  44. Nav. 23(1873)150
  45. zie ook Mededeling Paul Meijer, 2015
  46. Louis Peter Grijp, Boys and female impersonators in the Amsterdam Theatre of the Seventeenth Century, Medieval English Theatre 28(2006)131
  47. Bredius-5 citeert ONA Amsterdam, Nots. J. van de Ven
  48. Bredius-5 citeert ONA Amsterdam, Nots. D. Doornick
  49. Bredius-5 citeert ONA Amsterdam, Nots. J. van de Ven
  50. Bredius-5 citeert ONA Amsterdam, Nots. D. Doornick
  51. Bredius-5 citeert ONA Amsterdam, Nots. D. Doornick
  52. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21627761
  53. Bredius-5 citeert ONA Amsterdam, Nots. A. Loefs
  54. Bredius-5 citeert ONA Amsterdam, Nots. A. Loefs
  55. Bredius-5 citeert ONA Amsterdam, Nots. Jac. Hellerus
  56. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21578416
  57. Wim Blok, ⇒ gw5.geneanet.org
  58. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-20
  59. GA Amersfoort, ORA, Transporten, inv.nr. 436-20
  60. GAA, ONA Nots. Pieter Carels, inv. nr. 712 f502, gecit in GN 44(1989)493
  61. GAA,Archief van Schepenen; Register van willige decreten van het Hof van Holland, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21731667
  62. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21575217
  63. GAA, Nots. Jacob Hellerus, inv. 451, nr. 2483, gecit. in ⇒ montias
  64. GA Amersfoort, ONA, Nots. A. v. Brinckesteyn, AT 015a003, f21.
  65. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21640890

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 2
Back to previous
generation 0
Directly go to generation :
1