This page was last updated : 170712.
File size is: 112 k.
Fragment Genealogie Emtinck
Generatie 1
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Fragment Genealogie Emtinck,
version 1.1,
Muiden, 2017.
© Copyright 2017 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Emtinck Gen. nr. 1

Fragment Emtinck

Wapen Emtinck: Gedeeld: I in blauw drie gouden korenaren (2,1), II in groen een gouden korenschoof. Gekroonde helm. Helmteken een uitkomende griffioen. Wapenspreuk : Mourir pour vivre.

Dit wapen staat - zonder kleuren - op de grafsteen van Eduard Emtinck den Ouden in de Zuiderkerk te Amsterdam,[1] op de grafsteen van Paulus Emtinck in de Nieuwe Kerk (1672-1727), [2] en met kleuren op de wapenkaart van het Hoogheemraadschap van den Zeeburg en Diemerdijk (Paulus Emtinck (1672-1727), hoogheemraad).[3]

I

Ia. Eduard Emting (de Oude), beg. Amsterdam Zuiderkerk, vermoedelijk afkomstig van Antwerpen, vem. eigenaar van een huis genaamd Coninck van Engelant in de Appelstraat te Antwerpen (tot 1610), tr. 1o? voor 1571 Maria Godevaerts, tr. 2o? Ada de Moucheron?(¥), beg. Amsterdam Zuiderkerk.

COMMENTAAR(¥) Als men aanneemt dat de gedeeltelijk leesbare tekst op de grafsteen in de Zuiderkerk betekent dat Ada de Moucheron inderdaad de vrouw is van Eduart Emting (de Oude), dan ligt het vervolgens voor de hand te veronderstellen dat zij een dochter is van Pieter de Moucheron x Isabeau de Gerbier, die met hun 18 kinderen zijn geportretteerd in 1563. Dit portret bevindt zich in de collectie van het Rijksmuseum te Amsterdam. [4] [5]

Stadsprotocollen Antwerpen:[6]
Edward Emtinck: nr. 2676, 2677, 2925, 2926, 2927.
Antwerpse straatkelders:[7]
Appelstraat Zuidzijde (van Lookbrug naar Kaasstraat):
1570-1610: Een huis genaamd Coninck van Engelant (Huidig kadasternummer: 1824), Mijnheer van Lillo en daarna Eduard Emptinck betalen 9 s. 6 d. Brabants voor een straatkelder van 19 voet diep en 1 s. 7 d. voor het erf waar het huis op staat.
Antwerpen Certificatieboek 72:[8]
Schepenregister 527, jaar 1617:
Eduart Emptinck d'oude x Maria Godevaerts, hij heeft volmacht (proc. Amsterdam) van zijn zoon Eduart Emptinck. p.155,155v
Eduart Emptinck (zoon w. Eduart x Anna Lodewycx), proc. Amsterdam. Sr.549 2 Jan. p.154
WERK UIT!
Grafstenen in de Zuiderkerk te Amsterdam:[9]
n° 1. Wapen gedeeld : I drie korenaren, 2 en 1. II een bos korenaren of een korenschoof, gekroonde helm, helmteeken een uitkomende griffioen. Onder het wapen: Mourir pour vivre. Rustplaats van Eduard Emtinck den Ouden ende . . . . Ada de Moucheron . . . . . . (De rest onder de banken).
Freightage contract between Arentssen van Leeck and Jacobssen and Emptinck, 24 March 1600. A freightage contract stated the name of the captain and the ship he would sail. Dirck Arentssen van Leeck, captain of the ship De Pellicaen, entered into this contract with the freighters Romboult Jacobssen and Eduwaert Emptinck, ‘merchants, living in Amsterdam’. [10]
.
    Uit zijn (eerste?) huwelijk (o.a.?):


II

IIa. Eduart (Evert) Emting (de Jonge), geb. 1568-1571, ovl. 3-2-1645, beg Amsterdam Oude Kerk 8-2-1645 ("Eeduwart Emtinck komt van de Fornoele (Fluwele?) Borghwal en leijt opt Hoogh Koor begraven, ƒ 16,--), vermeld als Eduwaert Emtinck de Jonge, koopman uit Antwerpen, verbleef eerst in La Rochelle (1592-1606),[13] voor het eerts in 1611 als koopman vermeld te Amsterdam,[14] assuradeur en koopman, woonde met zijn twee zusters (Magdalene en Maria?) op de Oude Zijs Voorburgwal in De Gecroonde Raep,[15] was op 20-3-1629 medeondertekenaar van een protest tegen het verlenen door de Staten Generaal van een octrooivoor het oprichten eener Compagnie van Asseurantie te Amsterdam,[16] huw. get. (1616), doopget. (1620), koopman (1627),[17] bruiloftsgast (1630), betaalde ƒ 600,-- belasting voor de 200ste penning te Amsterdam in 1631 [18] [19] tr. vóór 1588? Anna Lodewycx?.

Door Hendrick de Keyser in 1615 verbouwde trapgevelhuis De Gecroonde Raep, waar Eduart Emting (1568/69-1645) woonde.
Datering: onbekend
Bron: Ref. [20]
Grafsteen van Eduart Emtinck (~1569-1645) in het koor van de Oude Kerk te Amsterdam. In dit graf n° Y49 zijn begraven:[21] [22] Eduart Emtinck ovl. 3-2-1645 (zie IIa) Magdalena Emtinck beg. 28-1-1661 (zijn vrouw? of zuster zie Ia sub c) Marija Emtinck beg. 24-8-1669 (zijn zuster? zie Ia sub c) Eduart Emtinck beg. 21-6-1690 (zijn kleinzoon) (zie IVb)
klik op plaatje(s) om te vergroten
In 1615 verbouwde Hendrick de Keyser voor de koopman Eduard Emtinck een huis op de Oudezijds Voorburgwal (thans 57). [23] Zie ook De Gecroonde Raep
Op 22-8-1619 leggen Eduart Emtinck, 48 jaar en Nicolaes Bicker, 26 jaar, een verklaring afgelegd op verzoek van Nicolaes Hermansz, koopman in Middelburg. Emtinck verklaarde dat hij Aeltge Moens, weduwe van Gabriel Jansz, al vele jaren kende en dat ze hgeld tegen rente aan hem had uitgeleend , zoals bleek uit de boekhouding gevoerd door Anthoni Claessen, haar schoonsoon. Maar omdat Anthonij Claesz nu insolvent was, was Emtinck curator van diens goederen geworden. Bicker verklaarde dat hij enige tijd bij Anthonij Claesz had gewoond, en bij hem in dienst was geweest, en dat hij de feiten verklaard door Emtinck kon bevestigen. [24]
In januari 1630 worden Eduard Emtinck en Magdalena Emtinck vermeld op het Register van de gasten genoodicht 22 Januari (a° 1630) op de bruiloft van Bernard de Moor en Clara van Capelle.[25] Kennelijk zijn deze Emtinck's vader en dochter.
Op 3-6-1631 verkoopt Sijmon Jacobsz Schoonhoven aan Eduard Emptingh, een huis en erf op de Oudezijds Voorburgwal (OZ) te Amsterdam. [26]
Grafstenen in de Oude Kerk te Amsterdam:[27]
Op het Choor:
n° 7: Hier leyt begraven / Eduart Emtinck in den / Heere gerust den 3 Februari A° 1645 out 76 jaer /
(In een ovaal een knol (raep), waarboven een kroon. Verder onder de banken). - (no. 14).
Eduart Emtinck testeert in 1644 en legateert De Gecroonde Raep aan zijn zusters onder bepaling dat het pand na hun dood over zou gaan op de diaconie van de Gereformeerde Kerk.
Op 12-8-1782 worden stukken uit de nalatenschap van Henrik Busserus te Amsterdam geveild. In de catalogus hiervan staan:[28]
- Lofgedicht op Eduard Emptingh, A° 1645 &c
- Lyktranen op denzelven
- Grafdicht op denzelven
    Uit hem (o.a.?):
  • 1. Pauwels (Paulus) Emtinck (Em(p)ting), geb. 1587/88, beg. Amsterdam Zuiderkerk 24-9-1654 ("Paulus Emtingh" in de kerk: eijge graf letter C n° 7 ƒ 8,--"), volgt IIIa.

IIb. Jan Emtinck, wolkoopman, ondertekent een rekwest d.d. 20-3-1615 van vooraanstaande Antwerpse kooplieden aan het Stadsbestuur betreffende de vele faillissementen aldaar,[29] tr. Johanna Janssens, ovl. (Antwerpen?) vóór 15-7-1614.

Montias Database:
"Eduard Emtinck was de broer van Jan Emtinck, wolkoopman, wiens vrouw Johanna Janssens overleed vóór 15-7-1614 toen haar boedelinventaris werd opgemaakt in Antwerpen". [30]. [31]
    Uit dit huwelijk (o.a.?):
  • 1. Maria Emtinck, ovl. 5-7-1663, beg. Mechelen Groot Beggynhof, begijn te Mechelen.

    Grafschrift op het Groot Beggynhof te Mechelen (B):[32]

    
    Hier leydt begraeven Jouff.
    MARIA EMTINCK
    Begyne, JANS 'Dochter, daer Moeder af was
    JOANNA JANSSENS
    gestorven vyfden Juli a° 1663
    R. I. P.
    


III

IIIa. . Pauwels (Paulus) Emtinck (Em(p)ting) (de Oude), geb. 1587/88, beg. Amsterdam Zuiderkerk 24-9-1654 ("Paulus Emtingh" in de kerk: eijge graf letter C n° 7 ƒ 8,--"), afkomstig van Antwerpen oud 28 jaren wonende op de Oude Zijds Voorburchwal (1616), wasbleker (1628) en koopman te Amsterdam (1621),[33] betaalde ƒ 100,-- belasting voor de 200ste penning te Amsterdam in 1631 en ƒ 100,-- voor de erfenis van zijn schoonvader Guilliaem Louris [34] [35] werkzaam in de zijdehandel met zijn zoon Guilliam (1636), wednr. van Neeltje (Cornelia) Lourens wonend in de Calverstraet (1645), doopget. (1619, 1636, 1649), huw. get. (1641, 1645, 1649), otr. 1o Amsterdam geref. 21-10-1616 (get. zijn vader Eduart Emting en haer vader Guillaume Lourens) Cornelia (Neltgen) Lourens, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 3-2-1591 (get. Wijntge Elberts);, beg. Amsterdam Zuider Kerk 16-5-1639 ("Cornelia Lourens in de kerk letter L n° 14", ƒ 8,--), oud 23 jaren wonende op de Nieuwendijck (1616), dr. van Guillaume Laurens en van Truitgen Elberts (zie Fragment Genealogie Swedenrijk n° IIa ), otr. 2o Amsterdam geref. 3-11-1645 (in margine: hij vertoont acte van dato den 24-8-1639 geteckent Roeteren(?) dat hij heeft testament ter weescamer vertoont doorwelcke de weescamer is gesecludeert ende hem de acte weescamer gegeven ende heeft zij oock bewijs gedaen ter weescamer den 26-7-1645) Elijsabet Lenaer(t)s, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 22-11-1607, ovl. 1666-1668, afkomstig van Amsterdam, out 19 jaeren, woont aen de Nieuwendijk (1626), erft na het overlijden van haar ouders in 1627 een huis op de Prinsengracht, naast dat van haar echtgenoot Elbert Willems,[36] wed. van Egbert (Elbert) Willemsz (Swedenrijk) wonend op de Nieuwendijck (1645), zet na de dood van haar man Paulus Emtinck de handel voort met haar boekhouder Claes van Nas als haar gemachtigde, huw. get. (1656, 1657), dr. van Hans Lenaerts, kruidenier en koopman, en van Maria Cocks (zie kw. nr. 12936 sub a/2).

In het Groot-kapitaalboek 1623-1626 van de Kamer Amsterdam van de Oude West-Indische Compagnie komen na elkaar de volgende inleggen voor:
Jasper Emtinck(¥) ƒ 1800,-- [37]
Pauls Emtinck ƒ 2100,-- [38]

COMMENTAAR(¥) Zou Jasper Emtinck een broer zijn van Paulus?
Op 10-11-1618 verkoopt Jacob Gerrit Burchertsz aan Pauwels Emtingh, een tuin met woning op het Otterenburgspad (Otterspad) te Amsterdam. [39] TEKST nog aanvullen.
Op 12-4-1619 verkoopt Cornelis Henning aan Pauwels Emting, een 6 roeden erf op het Otterenburgspad (Otterspad) buiten de Regulierspoort te Amsterdam. [40] TEKST nog aanvullen.
Op 4-6-1619 koopt Pauwels Emting, 6 roeden erfs op het Otterenburgspad (Otterspad) buiten de Regulierspoort te Amsterdam. [41] TEKST nog aanvullen.
Op 13-11-1619 koopt Pauwels Emting, een erf in de Runstraat te Amsterdam. [42] TEKST nog aanvullen.
Op 13-11-1619 koopt Pauwels Emting, een erf op de Keizersgracht te Amsterdam. [43] TEKST nog aanvullen.
Op 5-11-1620 verkoopt Paulus Emtingh aan Jan Jansz, een erf in de Runstraat te Amsterdam. [44] TEKST nog aanvullen.
Op 10-9-1621 verkoopt Pieter Jansz Jong echtgnoot Maria Cornelis aan Pouwels Emptingh, een weiland aan de Wetering (WZ) te Amsterdam. [45] TEKST nog aanvullen.
Op 11-12-1621 verkoopt Pauwels Empting aan Anthonij Nijs, een Tuin en woning op het Otterenburgspad (Otterspad) te Amsterdam ("huys met een plaisante hoffstede genaemt Groenvelt", gelegen buiten Amsterdam aan het Otterenburgerpad bij de Amstel.[46]). [47] TEKST nog aanvullen.
Op 18-5-1622 verkoopt Pouwels Emting aan Pieter Wiggertsz, een huis en erf in de Runstraat te Amsterdam. [48] TEKST nog aanvullen.
Op 23-2-1624 verkoopt Pieter Jansz Jonck aan Pauwels Emting, een stukje land in de Wetering (WZ) (Boerenwetering) buiten de Regulierspoort te Amsterdam. [49] TEKST nog aanvullen.
Op 18-4-1625 verkoopt Pouwels Empting aan Francijntge van Ittersum, wed. van Hans Senepaert, een erf op het Otterenburgspad (Otterspad) buiten de Regulierspoort te Amsterdam. [50] TEKST nog aanvullen.
Op 27-5-1625 verkoopt Cornelis Jacobsz, echtgenoot van Gerretgen Lindemans aan Paulus Emptingh, een erf in de Huidenstraat (ZZ) in park E te Amsterdam. [51] TEKST nog aanvullen.
Op 4-9-1625 verkoopt Pouwels Emptinck aan IJpe IJpesz, een Tuin op het Otterenburgspad (Otterspad) buiten de Regulierspoort te Amsterdam. [52] TEKST nog aanvullen.
Op 18-12-1625 verkoopt Pouwels Emptingh aan Staes Meijer, een erf in de Huidenstraat te Amsterdam. [53] TEKST nog aanvullen.
Op 29-9-1628 verklaart Paulus Emptinck, wasbleker, op verzoek van Daniel Godijn, koopman, dat hij aan Godijn vier kisten witte was had geleverd. Godijn had gezegd dat hij de was niet wit genoeg vond. Emptinck had de was terug genomen met de bedoeling om ze te vervangen door wittere was. [54] [55]
Op 29-2-1636 tekent Poulus Emtingh een compromis met Cornelis Nason met betrekking tot de betaling van een onderneming. [56] [57]
In 1636 verklaart de felpwever Jan Hanssen dat hij al enkele jaren felp vervaardigt voor vader en zoon Paulus en Guilliam Emtingh.[58]
Op 11-9-1637 verkoopt Pouwels Empting aan Jan Geurtsz, een hoedenmakerij en erf met woning in de Tuinstraat (NZ) te Amsterdam. [59] TEKST nog aanvullen.
Op 12-9-1637 verkopen Elbert Willemsz, Paulus Empting, en Hendrick Lenards aan Johannes Wijbrants, een huis en erf genaamd Het Geloof op de Keizersgracht (WZ) te Amsterdam. [60] TEKST nog aanvullen.
Op 22-10-1637 verkoopt Neeltge Gillis, wed. van Paulus Claesz aan Paulus Emptingh, een stuk land op het Otterspad aan de Wetering te Amsterdam. [61] TEKST nog aanvullen.
Op 26-1-1638 verkoopt Pieter Wiggertsz aan Paulus Emptingh, een huis en erf in de Bloemdwarsstraat te Amsterdam. [62] TEKST nog aanvullen.
Op 14-2-1639 passeert te Amsterdam een akte van insinuatie.
Vermelde personen (rol in de akte niet vermeld) zijn: Pouwels Emptingh, Pieter Martens, Trijn willems, Jacob Pietersz, Carsten Pieters van Leck.
De inhoud betreft o.a.: Buijckersloot
NB De originele akte is nog niet gelezen. [63]
Op 17-11-1654 wordt de boedelinventaris opgemaakt van Paulus Emtinck den Ouden. [64]
Op 8-4-1655 verleent d'eerbare Joffr. Elisabeth Leonarts, lest wed. van Paulus Emtinck, wonende te Amsterdam, machtiging aan Claes van Nas, haar boeckhouder mede wonende te Amsterdam, om namens haar op de gebruikelijke wijze op te treden in alle zaken en processen in omnibus ad lites in communi forma), en om bij haar debiteuren schulden te innen en daarvan kwitantie te geven. W.g. Elisabet Lenaerts en getuigen. [65]
Op huyden 29-4-1660 compareert Juffr. Maria Boortens (zie Fragment Boorten) wed. van Salomon van Nieuland, in zyn leven Notaris en procureur, en verclaerde ontfangen te hebben uyt handen van S Cors Jansz Buyck ende Jacob Wayer als medeerfgenamen onder benefitie van Inventaris van de goederen nagelaten by zal. Adriaan van Nieuland haere mans vader, de somme van duysent vyftigh gls. haer by preferentie competerende, uyt crachte van een schepenkennisse door den voorsz Adriaan van Nieuland den 25-7-1653 verleden ten behoeve van Elisabeth Leenaerts, huysvrouw van Paulus Emptingh, welke deselve schepenenkennis den 25-8-1654 gecedeert heeft gehad aan haar overleden man, enz. [66]
Paulus Emtinck testeert d.d. 7-10-1664 voor Nots. Rijnier Dull te Amsterdam en benoemt Elisabeth Leonarts tot mede-ergename. CHECK!
Op 20-2-1669 verkrijgt Eduart Emtinck bij onderhandse scheiding uit de boedel van zijn moeder Elisabeth Leonarts eerder wed. van Elbert Willem Swedenrijk en laatst wed. van Paulus Emtinck een huis en erf op de Nieuwendijk tussen Zoutsteeg en Beurspassage (Baafjessteeg).
Op 28-6-1681 verkopen Eduard Emptink en de erven van Elisabeth Leenderts, wed. van Paulus Emptink, aan Roelof Jillers, een huis en erf in de Rozenstraat (ZZ) te Amsterdam. [67] TEKST nog aanvullen
    Uit zijn eerste huwelijk (Emtinck-Lourens) (o.a.?):
  • 1. Geertruijd Emtinck (Imtingh), ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 27-8-1617 (get. Maria Emtingh), beg. Amsterdam Nieuwe Kerk en Engelse Kerk 8-11-1657 ("Geertruijt Emtinch op de Nieuwe Zijts Voorburchwal ƒ 8,--), out 23 jaren wonende in de Calverstraet (1641), huw. get. (1665), otr. Amsterdam geref. 5-12-1641 (get. haer vader Paulus Emtings, sijn moeder Margriete van Hogesteijn) Reinier van den Berch, out 23 jaren wonende op de Keijsersgraft (1641), huw. get (1655). Hieruit verder nageslacht bekend.
    Op 13-3-1721 verkopen de erven van Paulus Emptink aan Dirk Ranson, een huis en erf in de Voetboogstraat (OZ) te Amsterdam. [68] TEKST nog aanvullen
    Op 30-5-1731 verkopen de erven van Paulus Emtinck aan Pieter Fouquet, een huis en erf in de Kalverstraat tussen Heiligeweg en Spui het tweede huis benoorden de Schapengang te Amsterdam. [69] TEKST nog aanvullen
    Op 4-9-1731 verkopen de erven van Paulus Emtinck aan Cornelis van der Hoeven, een huis en erf in de Voetboogstraat (OZ) te Amsterdam. [70] TEKST nog aanvullen
    Op 20-11-1731 verkopen de erven van Paulus Emtinck aan Hendrik de Wilde, een Huis, tuinmanswoning en stuk warmoesland in de Wetering (WZ) bij de Weteringspoort WZ te Amsterdam. [71] TEKST nog aanvullen
    Op 17-1-1758 verkopen de erven van Paulus Emtinck aan Christoffel Zebaldt, een huis en erf in de Heiligeweg (NZ) naast het hoekhuis van de Handboogstraat te Amsterdam. [72] TEKST nog aanvullen
    Op 16-7-1789 verkopen de erven van Paulus Emtinck aan Jacobus Kruijder, een huis en erf in de Voetboogstraat (OZ) te Amsterdam. [73] TEKST nog aanvullen
    Op 19-12-1793 verkopen de erven van Paulus Emtink aan Mr. Johannes Beeldsnijder, een huis en erf in de Handboogstraat achter het hoekhuis van de Heiligeweg te Amsterdam. [74]
  • 2. Maria Emtinck, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 11-11-1618 (get. Hilgont Aertse), ovl. jong?
  • 3. Eduart Emtinck, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 6-9-1620 (get. Eduart Emtinck en Tanneken Willems), ovl. jong?
  • 4. Cornelia (Neeltje) Emtinck (Empting(s)), ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 14-8-1622 (get. Anna Laurens), beg. Amsterdam Oude Kerk (Buitenlandvaarderskapel n° 47) 19-9-1665 ("Cornelia Emtinck huijsvrou van Casper Groesens komt van de Keijsersgraft, ƒ 8,--), afkomstig van Amsterdam out 23 jaer wonend in de Calverstraet (1645), afkomstig van Amsterdam en wed. van Pieter Cuijsten wonende op 't Water (1656), doopget. (1657), otr. 1o Amsterdam geref. 4-8-1645 (get. haer vader Poulus Empting, zijn vaeder Jan Cuijsten) Pieter Cuijsten, beg. Amsterdam Oude Kerk 10-10-1652 ("Pieter Cuijsten comt vant Water, ƒ 8,--"), afkomstig van Amsterdam out 35 jaer wonend opt Water (1645), volgens Ref. [75] zn. van Jan Kuysten en van Elisabeth van der Marck, otr. 2o Amsterdam geref. 1-9-1656 (get. sijn vader Matheus Groesens en haer suster Geertruijt Emptings) Casparus (Casper) Groesens, beg. Amsterdam Oude Kerk 22-9-1677 ("Caspar Groesens van de Nieuwe Heregraft, ƒ 8,--), zijwinckelier van Amsterdam out 27 jaer wonend op de Lauriergraft (1656), doopget. (1657, 1671, 1675), treedt herhaaldelijk op als borg voor zijn moeder, bewoont het huis Heerengracht 14 en 15 (..-1677), zn. van Mathias Groesens en Anna Robijns.
    Op 12-7-1657 verkoopt Mattheus Groesens aan Cornelia Emptingh,, huijsvrou van Casparus Groesens, een huis en erf op de Prinsengracht (WZ) tussen Lauriergracht en Elandstraat te Amsterdam. Koopsom ƒ 6200,-- contant. [76]
    Op 12-1-1663 verkopen de erven van Gerard Demmer aan Cornelia Empting, echtgenote van Casper Groesens, een huis en erf met tuin en achterhuis op de Keizersgracht (OZ) te Amsterdam, waar Het Vergulde Klaverblad uithangt. [77] TEKST nog aanvullen.

    COMMENTAAR(¥) Het betreft hier kennelijk het pand Keizersgracht 217/219 waarover nog vermeld wordt: Joan van Teijlingen verkocht het pand 't Vergulde Klaverblad op 20-4-1655 aan Gerard Dommer. De erven van Dommer verkochten het pand en erf met tuin en achterhuis op 12-1-1663 met toestemming van de Weesmeesters aan Cornelia Empting(h), de echtgenote Casper Groeken voor 32.860 gulden.1 De aankoop is op 6 juli bezegeld. Cornelia Emptinck is op 19-9-1665 begraven in de Oude Kerk. Het is onduidelijk wat er met het aangekochte pand gebeurde.Zie Ref. [78] met foto.
    Op 6-7-1663 verkopen de erven van Gerard Dommer aan Cornelia Emptingh, echtgenote van Caspar Groesens, een huis en erf met tuin en achterhuis op de Keizersgracht (OZ) te Amsterdam, waar Het Vergulde Klaverblad uithangt. [79]
    Anna Robijns, wed. van Mathias Groesens, en moeder van Casparus Groessens woonde "opt Rockin bij de Langebrug", waar zij een zijdelakenwinkel had. Zij was eigenaresse van nog meer perceelen in deze buurt, o.a. in de Vijzelstraat, aan de Heerengracht, en in de Reguliersdwarsstraat. Een flink deel van deze huizen werd geërfd door haar zoon Casparus Groessens die ze in 1677 naliet aan zijn erfgenamen Guill. Hoedewijk, Daniël Kick de Jonge en Eduart Emtinck. Uit hun aangifte ten behoeve van de belasting op de collaterale successie blijkt dat de overledene het dubbele huis, dat op de erven Heerengracht 14 en 15 was gebouwd, had bewoond. Het werd op 14-1-1678 getaxeerd op ƒ 27000,-- en bij de boedelscheiding toegewezen aan Daniël Kick de Jonge. [80]
      Uit haar eerste huwelijk (Kuijsten-Emtinck):
    • a. Cornelia Kuijsten, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 2-2-1649 (get. Johan Kuijsten en Madalena Emtinck), beg. verm. Amsterdam Oude Kerk 27-7-1662 ("een kint van Pieter Kuijsten comt uijt Dijckstrat, ƒ 4,--").
    • b. Elisabeth Kuysten, ged. geref. Amsterdam Nieuwezijds Kapel 13-5-1651 (get. ... Eentincks en NN ..nders (bron heeft waterschade)), beg. Amsterdam Oude Kerk 2-3-1708 ("Elisabeth Kuijsten van de Heeregraft ƒ 8,--"), afkomstig van Amsterdam oud 18 jaer wonende op de Singel (1669), doopget. (1672), huw. get. (1707), otr. Amsterdam geref 2-10-1669 (get. voor hem niet vermeld, zijn ouders doot, haer voogden Casper Groesens en Hendrico Kuijsten),[81] Guilhelmus Swedenryck, geb. 1632/33, beg. Amsterdam Oude Kerk Buitenlandvaarderskapel 1-6-1691 ("Guilliam Sweedenrijck van de Heeregraft, ƒ 8,--),[82] zn. van Elbert Willems (Swedenrijk) en van Elijsabet Lenaer(t)s. Zie Fragment Genealogie Swedenrijck n° IVa voor verdere gegevens en nageslacht van dit echtpaar.
    • c. Mr. Pieter Kuysten, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 3-1-1653 (get. Nicolaes Kuijsten), ovl. na 1680 ongehuwd[83] advocaat voor den Hove van Holland, doopget. (1673, 1674, 1680).
  • 5. Giljaem Emtinck, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 24-12-1623 (get. Giljaem Lourensz), werkzaam in de zijdehandel met zijn vader (1636), doopget. (1646).
    In 1636 verklaart de felpwever Jan Hanssen dat hij al enkele jaren felp vervaardigt voor vader en zoon Paulus en Guilliam Emtingh.[84]
  • 6. Poulus (Paulus) Pouwelsz Emtinck (de Jonge), ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 12-10-1625 (get. Apolonia de Vael), beg. Amsterdam Zuiderkerk 6-2-1665 ("Poulus Emtingh" in de kerk: eijge graft letter C n° 5 eijge graft ƒ 8,--"), out 25 jaer wonend in de Calverstraet (1651), hooft-participant van de West-Indische Compagnie (april 1658),[85] doopget. (1659, 1660), otr./tr. Amsterdam/Amstelveen geref. 28-1/12-2-1651 (hij vertoont acte van consent van dato den 26 januarij gepasseert voor Joost vant (Ven?), get. haer vader en moeder Jan Ellegoot en Sara Paradijs, in margine: dese personen zijn getrout den 12-2-1651 tot Amsterveen door Wilmerdonck pr(edican)t aldaer) Hester Janss (Ellegoot), ovl./beg. Amsterdam 4/7-8-1666, afkomstig van Amsterdam out 17 jaer wonend in de Nes (1651), woont op de zuidhoeck van de Beulingstraet binnen Amsterdam (1666), dr. van Jan Ellegoot en Sara Paradijs.
    Op 20-5-1651 verkopen de overlieden van de Voetboogdoelen aan Paulus Emtinck, 840 quadraetvoeten erf met getimmerte in de Voetboogstraat te Amsterdam. Kooprijs ƒ 2100,--. [86]
    Op 31-1-1657 (1659?) koopt Paulus Emtinck, koopman een huis op de noorderhoek van Beulingstraat en Schans.[87]
    Op 15-1-1659 verkoopt Elias Gerritsz aan Paulus Emtinck, een huis en erf in de Beulingstraat (ZZ) op de zuidhoek te Amsterdam. [88] TEKST nog aanvullen.
    Op 26-5-1659 verkoopt Jacob Helmigsz Brinck aan Paulus Emptinck, een huis en erf op de Prinsengracht (WZ) benoorden de Westermarkt (Westerkerkhof) naast het hoekhuis te Amsterdam. [89] TEKST nog aanvullen.
    Op 28-11-1663 testeren Paulus Emtinck en Hester Jans Ellegoot voor Nots. Winter te Amsterdam.
    Op 22-25-9-1666 wordt de boedelinventaris opgenmaakt van Hester Jans Ellegoot, wed. van Paulus Emtinck de Jonge. "Inventaris van allen de goederen actien crediten mitsgaders schulden ende lasten soo ende sulcx de selve by wijlen Juffr. Hester Jans Ellegoot weduwe ende geconstitueerde erffgenaem van wijlen Paulus Emtinck de Jonge (na luijt haerluyden initiele testamentaire dispositie op den 28en november 1663 voor mij notaris ende secker getugen gepasseert) op den vierden augusty 1666 binnen dese stede Amsterdam overleden metter dood ontruijmt. ... Gemaeckt by mij notaris ... ten versoeck ende opt aengeven Emanuel Ellegoet, droost Pieter Graeff ende deselfs huijsvrouw Diana Ellegoot mitsgaders van Cornelia Wabbes huijsvrouw van Salomon Ellegoot, broeder, swager, suster, ende swagerinne, respective van de voorn. Hester Jans Ellegoot. Aldus geinventariseert ... in den sterfhuijs van de voorn. Hester Jans Ellegoot weduwe van Paulus Emtinck de Jonge, gestaen op de hoeck van de Beulingstraet binnen deser stede Amsterdam desen xxii, xxiii, xxiiii, ende xxv en september 1666. Volgt de boedelbeschrijving met o.a. 56 kunstwerken, bevattende schilderijen, tekeningen en prints, waaronder "een kontrefeijtsel van wijlen a)Paulus Emtinck met een ebben lijst, een kontrefeijtsel van wijlen Hester Jans Ellegoot met een ebben lijst, en noch een kontrefeijtsel van ditto Hester Jans Ellegoot" alle van onbekende schilder. [90] [91]
    Op fol. 13v van bovenstaand document worden de goederen en de financiële middelen van wijlen Paulus Emtinck den Ouden vermeld, opgemaakt op 17-11-1654 voor notaris David Doornick. Deze inventarisatie bevatte geen kunstwerken. Ook genoemd in bovenstaand document was een testament van wijlen Magdalena Emtinck, oude vrijster, opgesteld op 17-8-1660 voor notaris Mattheus Abbas.
  • 7. Maria Emtinck, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 11-4-1627 (get. Leonart Leonerts), doopget. (1671, 1680).
  • 8. Dr. Albertje (Albertus, Albartus) Emtinck, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 25-10-1629 (get. Albartus Loudusz?, Anthonij Aertsz), beg. Amsterdam Zuider Kerk 10-11-1663 ("Dr. Albertus Emtingh eijge graft letter D n° 7 comt ƒ 8,--), volgt IVa.


IV

IVa. Dr. Albertje (Albertus, Albartus) Emtinck, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 25-10-1629 (get. Albartus Loudusz?, Anthonij Aertsz), beg. Amsterdam Zuider Kerk 10-11-1663 ("Dr. Albertus Emtingh eijge graft letter D n° 7 comt ƒ 8,--), ingeschreven als student aan de Universiteit van Utrecht 1645 ("Albertus Emtingh, Amstelodamensis"),[92] ingeschreven als student geneeskunde aan de Universiteit van Leiden 12-8-1649 ("Albertus Emting, Amstelodamensis, 20 (jaar)").[93] vermeld in de lijst van "doctoren te Amsterdam sedert het jaar 1641",[94] als Albertus Empting, Amstelod(amensis), gepromoveerd aan de Universiteit van Padua 20-12-1652, doctor in de medesijnen wonend opt 't Water out 25 jaren otr. Amsterdam geref. 10-3-1655 (get. sijn Reijnier van den Berch, sijn ouderd dood, get. voor haar Geertruijt van den Bergh, (zij heeft) een moeder tot Antwerpen) Cat(ha)rina Emtinck, geb. 1626/27, afkomstig van Antwerpen out 28 jaren wonend in de Niewestraet (1655).

Op 21-2-1662 verkoopt Wijbrand Reijndertsen aan Dr. Albartus Emptingh, een huis en erf op de Keizersgracht over de Schouwburg te Amsterdam. Koopsom ƒ 7275,--. [95]
    Uit dit huwelijk:
  • 1. Magdalena Emtinck, ged. geref. Amsterdam Nieuwe Kerk 4-7-1656 (get. Magdalena Emtingh).
  • 2. Catarina Emtinck, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 23-8-1657 (get. Casparus Groesens, Cornelia Goesens).
  • 3. Maria Emtinck, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 30-3-1659 (get. Magdalena Emtinck, Paulus Emtinck).
  • 4. Eduard Emtinck, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 8-7-1660 (get. Magdalena Emtinck, Paulus Emtinck).

IVb. Eduaert Emting(h) (Emtinck) (den Oude), ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 13-5-1646, beg. Amsterdam Oude Kerk 21-6-1690 ("Eduart Emtingh van de Heeregraft, ƒ 16,--"), laat zich in 1666 bij een doop te Leiden representeren door Mr. Guilliam Swedenrijck, krijgt in 1667 venia aetatis van de Staten van Holland ("Eduart Paulusz Emptinck, Amsterdam"),[96] doopget. (168, 1672), coopman van Amsterdam out 23 jaar wonend in de Calverstraat (1668), wordt in 1677 vermeld als mede-erfgenaam van de ongehuwde (!) Casparus Groessens,[97] betaalt Verponding volgens de 8e penning (1680-83) voor een huis op de Nieuwendijk (in 1639 genaamd De Oude Goyer van Naerden),[98] koopman te Amsterdam (1668, 1676, 1681), heemraad van Loosdrecht (1675-1683),[99] koopt in 1683 een perceel in Hilversum waar hij een eiken productiebos aanplantte, later Emtincksbos genoemd en weer later Loosdrechtse Bos (thans is daar - met in 1800 nieuw aangeplant bos - het Landgoed Zonnestraal),[100] doopget. te Leiden (1668), te Amsterdam (1684), laat zich in 1688 bij een doop te Rotterdam representeren door Johan van Gerwen, otr. Amsterdam geref. 13-10-1668 (get. sijn broeder (sic! moet zijn zwager) Guilliam Swedenrijk (!), zijn ouders doot, haar oom ende voogt Jan Beerewouts, haar ouders doot) Maria Ida (Yda) van der Haven, ged. geref. Rotterdam 26-1-1649 (get. Trintge Corelis en Maria van Banchem), ovl. na 1718, afkomstig van Rotterdam wonende op de Nieuwe Zijds Voorburgwal (1668), doopget. (16751712), dr. van Dr. Mr. Symon van der Haven en Maria Yda van Banchem.

Op 20-2-1669 verkrijgt Eduart Emtinck bij onderhandse scheiding uit de boedel van zijn moeder Elisabeth Leonarts eerder wed. van Elbert Willem Swedenrijk en laatst wed. van Paulus Emtinck een huis en erf op de Nieuwendijk tussen Zoutsteeg en Beurspassage (Baafjessteeg).
Op 20-10-1669 maken Eduart Emtinck en Maria Ida van der Haven een testament tussen voor Nots. David Doornik te Amsterdam. TEKST nog opzoeken.
Op 25-6-1671 verkopen Burgemeesteren en Thesaurieren van Amsterdam aan Eduard Emtingh, 2 erven op de Nieuwe Herengracht (NZ) park E te Amsterdam, [101] en een erf op de Muidergracht (WZ) in park E te Amsterdam. [102] TEKST nog aanvullen.
Op 28-5-1672 verkoopt Eduard Emtingh aan Hendrick Jansz Gardenier, een erf op de Herengracht (NZ) (Hortusplantsoen) beoosten de Amstel in park E belend de erven aan de Muidergracht aan de OZ te Amsterdam. [103] TEKST nog aanvullen.
Op 28-5-1672 verkoopt Eduard Emtingh aan Adriaen Theunisz de Jonge, een erf op de Muidergracht (Jonas Daniël Meijerplein) te Amsterdam. [104] TEKST nog aanvullen.
Op 28-5-1672 verkoopt Eduard Emtingh aan Hendrick Jansz Gardenier, een gedeelte van een erf op de Muidergracht (Jonas Daniël Meijerplein) strekkende recht door van de Muidergracht tot aan n° 16 op de Nieuwe Herengracht (Herengracht) te Amsterdam. [105] TEKST nog aanvullen.
Op 20-12-1672 verkopen Johannes Vleus en Adrianus Vleus, de erven van Maria Pieters, wed. van Dirk Jansz Vleus, aan Guilliam Swedenrijk, aan Mathijs Pelser, echtgenoot van Geertruijd Swedenrijk, aan Eduard Emting, aan Mr. Hendrick Brouwer, aan de erven van mr. Johan Brouwer, echtgenoot van Maria Swedenrijck, een huis en erf met een slopsteegje uitgaande in de Gravenstraat te Amsterdam. [106] ,[107] TEKST nog aanvullen.
Op 20-5-1676 machtigt Eduart Emtinck, coopman wonende te Amsterdam, Johannes Duerkant en Jacobus van Paddenborch, procureurs voor het gerecht van Utrecht tot het voeren van proces. [108]
Op 30-6-1679 passeert te Amsterdam een akte van wisselprotest.
Vermelde personen (rol in de akte niet vermeld) zijn: Jan Philippe Ghijsens, Eduaert Emtinck, Jean Fort, Marten van Heemstee, Robbert Immens,
De inhoud betreft o.a.: Gendt
NB De originele akte is nog niet gelezen. [109]
Op 24-1-1681 transporteert Joachim Oudaen Fransz, weesmeester, in plaats van Johan Boon, curator, belast met het transporteeren van 3x 7000 gulden uit de goederen van Aeltge van Velden, weduwe van Sijvert Meijnders van Duijnen, aan de erfgenamen, Maria van der Haven, dochter van Arent van der Haven en Anna Wolff, gehuwd met Leonard Verboom, Maria Yda van der Haven, dochter van Symon van der Haven en Maria Yda van Banchem, gehuwd met Eduard Emtingen, koopman te Amsterdam. Het testament was opgemaakt op 21-1-1647, bij Nicolaes Vogel, notaris. De opsomming van de Boedelinventaris is in dezlefde akte beschreven, en volgt hierna. [110]
Op 24-1-1681 compareert Joachim Oudaen Fransz, weesmeester te Rotterdam, in plaats van Johan Boon, die door de weesmeesters ontslagen is, als curateur over de goederen van Aeltge van Velde, weduwe van Sijvert Meijnders van Duijnen, genpasserd op 21-1-1647 bij Nicolaes Vogel, notaris. Hij heeft een inventaris gemaakt van de goederen van Geertruijd van Gerwen, dochter van Geertruijd van der Haven, dochter van Gijsbert Simons van der Haven en Maria van Duijnen, kleindochter van Aeltge, en Joan van Gerwen, oud schepen. De erfgenamen zijn: Arent Sijvert, Meijndert van der Haven, zonen van Gijsbert van der Haven en van Maria Duijnen, Maria Yda van der Haven, nagelaten dochter van Symon van der Haven, geboren uit Yda van Banchem, (overleden) nu gehuwd met Eduard Emtingen, koopman te Amsterdam, Maria van der Haven, dochter van Arent van der Haven en van Anna van der Wolff, gehuwd met Leonard Verboom [111]
Op 28-6-1681 verkopen Eduard Emptink en de erven van Elisabeth Leenderts, wed. van Paulus Emptink, aan Roelof Jillers, een huis en erf in de Rozenstraat (ZZ) te Amsterdam. [112] TEKST nog aanvullen.
Op 9-5-1685 verkoopt Eduard Emtinck aan Mozes Quinij, een huis en erf in de Rozenstraat (NZ) te Amsterdam. [113] TEKST nog aanvullen.
Op 1-1-1692(¥) verkoopt Abraham Davids, echtgenoot van Dieuwertje Dircx Visboom aan Eduard Emtingh, een huis en erf, waar Het Derde Troebeljaar op de gevel staat, in de Kerkstraat tussen Vijzelstraat en Reguliersgracht te Amsterdam. [114] TEKST nog aanvullen.

COMMENTAAR(¥) CHECK Eduard Emtingh zou al in 1690 begraven zijn DIT KLOPT NIET
Op 22-9-1692 wordt voor Nots. Doornik te Amsterdam door Maria Ida van der Haven (die volgens testament tussen haar en haar man Eduart Emtinck d.d. 20-10-1669 voor Nots. David Doornik tot boedelhoudster was aangesteld) voor huwelijksgoed aan haar dogter Elisabeth Emtinck toebedeeld een huis en erf op de Nieuwendijk tussen Zoutsteeg en Beurspassage (Baafjessteeg).
"De hofstede de Parel werd in 1692(¥) gebouwd door Eduard Emtinck, assuradeur en handelaar op Frankrijk en Spanje. Hij verkocht de Parel in 1723 aan Gilles van Hoven, Bailluu en Dijkgraaf van de Watergraafsmeer."[115]

COMMENTAAR(¥) Sic! Eduard Emtinck is al in 1690 begraven. Of betreft het hier een andere Eduard Emtinck?
In het archief van de Gedeputeerden van Haarlem ter Dagvaart van de Staten van Holland bevinden zich de volgende documenten:[116]
Stukken betreffende het proces voor het Hof van Holland tussen Eduard Emptingh en Cornelis Zereau en Jacobus Peltser, allen kooplieden in Amsterdam, voor obligaties ter waarde van 80.000 rijksdaalders waarvan Emptingh en Zereau beweren, dat ze van Peltser zijn en dus in de rekening van het faillissement moeten worden opgenomen, zodat de uitkering aan zijn crediteuren hoger zou zijn en waarvan Peltser beweert dat hij ze geleend en niet gekocht heeft van Fredrik Wilhelm van Diest, gezant van de keurvorst van Brandenburg, voor wie de 80.000 gulden oorspronkelijk waren bedoeld.
Datering: 1686, 1688, 1690, 1693 en 1694, afschriften en klad, 1688, 1690, 1693 en 1694.
Op 3-5-1730 verkopen de erven van Eduard Emtinck aan Robbert Neel, een huis en landerijen in de Buitenveldertsepolder aan de Wetering even buiten de stad te Amsterdam. [117] TEKST nog aanvullen.
    Uit dit huwelijk:
  • 1. Elisabet(h) Emtinck, ged. geref. Amsterdam Nieuwezijds Kapel 6-10-1669 (get. Guilliam Swedenrijck en Bregitta Vanbangen), beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 8-11-1725 ("Elisabeth Emtink huijsvrouw van Jan de Backer ƒ 8,--, voor 't licht ƒ 2,10,--), afkomstig van Amsterdam oud 22 jaren wonend op de Heeregracht (1692), otr. Amsterdam 19-6-1692 (get. sijn moeder Swaana van der Wiere) J(o)an de Backer, ovl. na 1725, coopman van Amsterdam oud 24 jaer wonend op de Keijsersgracht (1692), betaalt Verponding volgens de 8e penning (1684-1688, 1694-99, 1718-1723)) voor een huis op de Nieuwendijk (in 1639 genaamd De Oude Goyer van Naerden),[118] zn. van Jan de Backer en van Susanna van der Wiere. Hieruit verder nageslacht bekend.[119]
    Extract huwelijksche voorwaarden van 1692 tusschen Joan de Backer en Elisabeth Emtinck. Vrouwe Susanna van der Wiere, weduwe Jan de Backer, compareert mede "als moeder van den minderjarigen bruidegom" (geteekend notaris van Doornik).[120]
    Op 20-12-1793 verkoopt COMPARANT (gemachtigde van Johanna Elisabeth de Backer?) aan Johannes van Valkenburg, een huis en erf op de Nieuwendijk tussen Zoutsteeg en Beurspassage (Baafjessteeg) te Amsterdam, door een bondwerker bewoond wordende. Het perceel was aanbedeeld aan Johanna Elisabeth de Backer en d.d. 22-9-1692 voor Nots. Doornik te Amsterdam door Maria Ida van der Haven (die volgens testament tussen haar en haar man Eduart Emtinck d.d. 20-10-1669 voor Nots. David Doornik tot boedelhoudster was aangesteld) voor huwelijksgoed aan haar dogter Elisabeth Emtinck bij onderhandse scheiding d.d. 20-2-1669 uit de boedel van zijn moeder Elisabeth Leonarts eerder wed. van Elbert Willem Swedenrijk en laatst wed. van Paulus Emtinck (die hem volgens desselfs testament d.d. 7-10-1664 voor Nots. Rijnier Dull te Amsterdam tot mede-ergenaame had benoemd) is aanbedeeld hetgeen bij brieve van opdracht d.d. 20-7-1637 voor een vierde part en d.d. 28-3-1639 voor de helfte in eigendom is opgedragenn aan Elbert Willem Laurens, van welke tijd het gehele perceel door de hier voorsgetelde erfgenamen gerustelijk en gedurig is gepossedeert geweest. Hij COMPARANT heeft het op 18-11-1793 in publiek veilinge verkocht en nu opgedragen aan Johannes Valkenburg. Kooppprijs 3656,--. [121]
  • 2. Ida Emtinck, ged. geref. Amsterdam Nieuwezijds Kapel 16-11-1670, beg. verm. Amsterdam Zuider Kerk 25-2-1671 (een kint van Eduwart Emtingh).
  • 3. Paulus Emtinck, ged. geref. Amsterdam Nieuwezijds Kapel 9-10-1672, ovl. 9-10-1727, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk, hoogheemraad van de Loosdregt (1715, 1718),[122] kerkmeester van de Nieuwe en Engelsche Kerk te Amsterdam (1719-1727),[123] hoogheemraad van Zeeburg en Diemerzeedijk, maakt als zodanig ontwerptekeningen voor de bouw van het Gemeenlandshuis van het Hoogheemraadschap van Zeeburg en Diemerzeedijk (1725).[124]
    Nieuwe Kerk Amsterdam:[125]
    Kerkeraadskamer wapenbord "Wapens en naamen der E. E. Heeren Kerkmeesteren van de Nieuwe en Engelsche Kerken:[126]
    n° 70: Paulus Emtinck 1719
    Graven: Noordertransept
    84. Wapen gedeeld: 1 drie korenaren (2 en 1); 11 een bos korenaren of een schoof, gekr. helm, helmt. een uitkomende griffioen. Wapenspreuk : Mourir pour vivre. "Paulus Emtinck / obiit 9 October ao 1727" . - (G. 47).
  • 4. Dr. Mr. Simon Emtin(c)k, ged. geref. Amsterdam Nieuwezijds Kapel 4-4-1674, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk en Engelse Kerk 21-7-1752 ("Mr. Simon Entinck, heere van Noortwijkerhout ƒ 8,--, voor 't ligt ƒ 2,10, graf n° G17"), ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 5-10-1695 ("Simon Emtinck, Amstelo-Batavus, 20 (jaar)"),[127] en promoveert aldaar op 21-12-1696 in de rechten op een dissertatie getiteld ad Authent. Novissima C. de Inoff. testam. ("Simon Emtinck, Amstel.-Bat."),[128] afkomstig van Amsterdam, Hooft Ballieu van de Loosdregt etc., oud 42 jare (sic!) (1718), Heer van Noordwijkerhout (1722-1752), mag in 1732 vier nieuw gebouwde schepen van de VOC een naam geven (een ervan werd gedoopt Noordwijkerhout),[129] hoofdbaljuw van Loosdrecht waar hij een hofstede bezit,[130] antiquair en vervaardiger van het zogenoemde Emtinck manuscript[131] waarvan bij het onderzoek naar de afstammelingen van Johannes Leonards (Leenaerts (zie kw. nr. 12936) uitvoerig gebruik is gemaakt, bezitter van een zeer uitgebreide bibliotheek,[132] woont in bij zijn zwager en goede vriend Gerard van Papenbroeck, President-Schepen en Kapitein van de Wacht en verzamelaar van portretten, sculpturen en boeken,[133] treedt in 1743 op als executeur-testamentair van zijn zwager Gerard van Papenbroeck,[134] doopget. (1702), otr. Amsterdam geref. 11-3-1718 (get. haar broeder de Heer Gerard van Papenbroeck, scheepen, haar ouders doot, sijn moeder Maria Ida van der Haven is inpotent, hij heeft moeders consent goet ingebragt) Catharina van Papenbroeck, ged. geref. Amsterdam Nieuwezijds Kapel 29-3-1675, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk en Engelse Kerk 8-12-1739 ("Catharina van Papenbroek, huijsvr. van Mr. Simon Entinck, heere van Noortwijkerhout ƒ 8,--, voor 't ligt ƒ 2,10, graf n° G17"), afkomstig van Amsterdam oud 39 jare (sic!), regentes van het Krankzinnigenhuis te Amsterdam (1719-1740),[135] dr. van Philips van Papenbroeck en van Maria van Neck.
    De Heerlijkheid Noordwijkerhout:[136] [137]
    Op 2-11-1722 koopt (gunning 4 dagen later) Simon Emtinck van de Staten van Holland voor ƒ 6.600,-- de heerlijkheid Noordwijkerhout op een veiling van de goederen uit het Huis Brederode gehouden in de castelany van den Hove.[138] Hij verkreeg het daarmee als onsterfelijk erfleen.[139] In 1753 [140] werd zijn broeder Guilliam Emtinck, in 1757 [141] hun neef Jan de Backer, oud-schepen te Amsterdam, er meee beleend. Deze werd in 1767 [142] opgevolgd door zijn zuster Edvardina Bregitta de Backer, echtgenoote van François Hendrick van Hoorn.
    Op 5-5-1747 passeert te Amsterdam een akte van insinuatie.
    Vermelde personen (rol in de akte niet vermeld) zijn: Hendrik Grave van Moens, Heere van Ravensbergen, Simon Emtink, heere van Noordwijkerhout Pieter Daguerre, Simon Emtink, Arnoud Pieter Bleezen, Marten van Papenbroek, Arnout Pieter Bleezen, Elizabeth van Papenbroek, Emerentia Moens, Gerard van Papenbroek, Johannes Beukelaar, Gerbrand Moens,
    De inhoud betreft o.a.: Hendrik Grave van Moens, Heere van Ravensbergen, Simon Emtink, heere van Noordwijkerhout
    NB De originele akte is nog niet gelezen. [143]
    Registratie d.d. 27-1-1755 in The National Archives, Kew (UK):
    Will of Simon Emtinck Lord of Noordwijkerhout or Emtinck of Amsterdam , Holland
    "Simon Emtinck, Heer van Noordwijkerhout, was regtsgeleerde en liet eene buitengewoon rijke verzameling van oude en nu zeldzame boeken na, waarvan de Catalogus onder den titel van Bibliotheca Emtinckiana, Amst. 1753. IV. deelen in octavo, het licht zag."[144]
    De boeken worden van 4 juni t/m 28-7-1753 geveild "op de Heeregraft by de Warmoesgraft, over het Blaauwhuis". De boeken waren reeds grotendeels door Emtinck zelf in een vierdelige catalogus beschreven. De opbrengsten waren: dl. 1: ƒ 2994,14,--, dl. 2: ƒ 4529,2,-- en dl. 3: ƒ 5141,7,--.[145]

Aankondiging in de Oprechte Haerlemsche courant d.d. 24-4-1753 van de veiling op 4-6-1753 te Amsterdam van de Bibliotheca Emtinckiana, nagelaten door Simon Emtinck (1674-1752).
klik op plaatje(s) om te vergroten

Fragment uit 'Tabula nova Provinciae Ultrajectinae', opgemeten door Bernardus du Roy, uitgegeven door Nicolaas Visscher, Amsterdam. Rechts op deze kaart de locatie van de hofstede van Simon Emtinck.
Datering: ?
Bron: Ref. [146]

klik op plaatje(s) om te vergroten


V

Va. Eduardt Emtinck, ged. geref. Amsterdam Amstelkerk 27-6-1677 (get. Fredrick Berrewouts en Elisabet Cuijsten), beg. verm. Delft Nieuwe Kerk 4-3-1751 ("Eduard Emtink in de Vlamingstraat bij de Koepoort in de kerk, met koetsen, nalatende 1 meerderjarig kind"), ingeschreven als student aan de Universiteit van Franeker okt. 1700 ("E. Emtinck, Amstelo Batavus"),[153] doopget. (1712), woont te Wijk bij Duurstede (1720, 1724), legt de burgereed af te Wijk bij Duurstede 30-12-1721 ("Hr. Eduard Emting"),[154] bewoonde tot 1722 een huis gelegen in het klooster te Wijk bij Duurstede, wordt in de periode sept. 1723 tot maart 1725 diverse mmalen ernstig vermaand en uitgesloten van het Avondmaal door de nederduits gereformeerde kerkenraad van Wijk bij Duurstede "wegens zijn vegten en het niet komen in t gehoor van Gods woord", terwijl zijn kinderen medio 1726 "bij den apoteker Bommers sijn, (en) in de paapsche kinderschool bij Marie Dekkers gaan", wordt op acte van Leeuwarden in 1726 opgenomen in een verbeterhuis te Delft (waar mensen werden opgenomen die "de familie tot schande maakten door wangedrag, maar ook vanwege geestelijk gehandicapt zijn of in verband met psychische afwijkingen"[155]) keert kennelijk tussen 1726 en 1729 terug naar Wijk bij Duurstede en doet (om weer geaccepteerd te worden of als boetedoening?) een gift van ƒ 200,-- aan de diaconie van de nederduits gereformeerde Gemeeente te Wijk bij Duurstede (tussen 1726 en 1729), staat in 1730 onder curatele van Jan van Ruster, boekhouder te Amsterdam, staat sinds 1741 onder curatele van de Weeskamer te Amsterdam, tr. ('s-Gravenhage? niet gevonden 1717/18) voor 1718 (scheiding van tafel en bed 13-6-1720) Maria (van der) Schinkel, ovl. (kort) voor 23-7-1721. Zij woonden voor 1720 te 's-Gravenhage. be­stemd voor een familielid dat de familie tot schande maakte door wangedrag, maar ook vanwege geestelijk gehandicapt zijn of in verband met psychische afwijkingen

"De hofstede de Parel in de Watergraafsmeer werd in 1692(¥) gebouwd door Eduard Emtinck, assuradeur en handelaar op Frankrijk en Spanje. Hij verkocht de Parel in 1723 aan Gilles van Hoven, Bailluu en Dijkgraaf van de Watergraafsmeer."[156] [157]

COMMENTAAR(¥) Sic! Eduard Emtinck is dan 15 jaar oud Of betreft het hier een andere Eduard Emtinck?
Op 13-6-1720 compareren te Utrecht Eduard Emtinck en Maria van der Schinkel, beiden wonende te Wijk bij Duurstede, om een overeenkomst te sluiten. Hij verklaart dat hij haar "om hare eerlijkheijt en andere goede hoedanigheden en bequaemheden hem beweesen altoos in groote waerde en estime hadde gehad, en ook nog houd", zij verklaart "dat sij hem ook seer heeft bemind, waerdoor sijlieden eenige jaren in samenwoninge met malkanderen hadden geleeft, en nu nog, laetst binnen de voorsz stadt Wijck bij Duerstede". Zij betuigen verder "malcanderen lief en waerd te weesen, dog dat er egter eenige oneenigheden waren ontstaen die niet uijt de weg konden geruijmt worden als met afsonderlijck van den anderen te gaen wonen ten minste voor een tijt." Derhalve komen zij overeen dat zij, Maria, "a part en afsonderlijck sal gaen wonen en huijshouden" en dat hij, Eduard, belooft dat zij het vruchtgebruik krijgt van ƒ 6000,- waarvoor hij haar jaarlijks aan rente zal uitkeren ƒ 350,-- "waar voor sij haar sal onderhouden". Tot zekerheid van deze afspraak zal hij haar transporteren drie lijfrentebrieven ten sijnen lijve om daarvan de rente te ontvangen: brieven ten Comptoire van 's-Gravenhage (ƒ 1000,-- d.d. 21-2-1701 f8266), Leijden (ƒ 1000,--, d.d. 22-11-1695 f7583) en Amsterdam (ƒ 1100,--, d.d. 11-2-1707 f10994). Mochten deze drie lijfbrieven niet de beloofde ƒ 350,-- rente opbrengen dan zal Eduard Emtinck dit aanvullen. Voorts zal Eduard Emtinck aan haar moeten leveren: "een bed en peuluwe 't geen in 's Gravenhage hebben gebruijkt met sijn toebehoren, het verlackte cabinet, een groote en kleijne spiegel, alle hare klederen, linnen en wollen tot haer lijff behorende, het porceleijn en schilderijen en 't linnen 't geen sij in Den Haeg hebben gehad, en vorder van alle huijraed een gedeelte vant geen sij in Den Haag hebben gebruijckt". W.g. Eduardt Emtinck, Maria van der Schinkeln en getuigende klerken. [158]
Op 23-1-1722 verkopen Mathias Luls, commis ter finantie der provincie Utrecht, en zijn vrouw Anna Catharina Egmans aan Eduard Emtinck een huysinge, stallinge, hoff en erve aan de WZ van de Merckt, noorthoeck Maberduyrstraet gelegen in het gerecht Wyk by Duerstede. Koopsom ƒ 1500,--. [159]
Op 5-5-1722 verhuurt Johan de Bruijn, raad en schepen, aan Hermina van de Wall, wed. van Benjamin Perne, in leven maarschalk van Eemland, een huis, zoals laatst bewoond door Eduard Emting, gemeen met de onmondige nagelaten kleindochter van Jacob Kohl, gelegen in het klooster te Wijk bij Duurstede. [160]
Op 16-10-1722 heeft Eduard Enpting een besloten testament geschreven.[161]
Op 27-10-1723 geeft Eduard Enpting te kennen dat hij op 16-10-1722 een besloten testament heeft geschreven en daarbij te legateren aan zijn broer, dhr. Gueljan Emting en mr. Steven Pijkeren, beiden wonend te Amsterdam, en tot voogden aan te stellen over zijn onmondige kinderen Maria Ida Emting en Eduard Emting. [162]
Op 16-1-1724 verleent Eduard Emtinck, wonend te Wijk bij Duurstede, machtiging aan zijn broer Guilliam Emtinck, wonend te Amsterdam, om te ondertekenen zeker akkoord tussen Maria Peltzer en Geertruijd Peltzer ter ener zijde en de kinderen als erfgenamen van Eduard Emtinck, Guilliam Sweedenrijk en Joannes Hooft, zijnde geweest aangestelde voogden over de minderjarige kinderen van Matthijs Peltzer x Geertruijd Sweedenrijk, volgens codicil van Geertruijd Sweedenrijk gepasseerd te Amsterdam op 7-11-1680, ter andere zijde. [163]
12-11-1725 verleent Eduard Emtinck machtiging aan Johan van Nikerken om te vorderen drie obligaties van 400 gulden d.d. 2-8-1722 en van 100 gulden d.d. 12-5-1722 en 100 gulden d.d. 22-6-1722. [164]
Op 24-3-1724 maakt Eduard Emtinck, wonende te Wyck te Duurstede, zijn testament in Utrecht, met octrooi van het Hof van Utrecht d.d. 25-8-1720. Hij revoceert zijn eerdere testament met Maria van der Schinkel d.d. 13-6-1720 voor notaris J. van den Doorslag te Utrecht. Hij legateert aan zijn broeders Paulus Emtinck, Simon Emtinck, Guillaume Emtinck en zuster Elisabeth Emtinck, alsmede aan Gerard van Papebroeck president schepen der stad Amsterdam, ieder ƒ 1000,--. Hij benoemt tot zijn universele erfgenamen zijn twee kinderen bij Maria van der Schinkel met name Maria Yda Emtinck en Eduardt Emtinck. Deze kinderen zijn op 23-7-1721 door Staten van Utrecht, na de dood van Maria van der Schinkel, gelegitimeerd in al zijn goederen actien en crediten. Indien deze kinderen beiden zonder nageslacht overlijden dan zal de erfenis overgaan op zijn genoemde broeders en zuster. onder uitsluiting van de weeskamer etc. stelt hij tot voogden over zijn minderjarige kinderen aan Joannes Pool en Reynier Peykeren, beiden wonende te Amsterdam, die hij daaarvoor uit erkentelijkheid ieder ƒ 800,-- legateert. [165]
Kerkenraadsnotulen van de Nederlandse Hervormde Gemeente te Wijk bij Duurstede 1713-1757:[166]

19-9-1723: de name des heeren aangeroepen zijnde, is de kerkenraad vergadert en dewijl op heden over veertien dagen het heilig avondmaal zal gehouden worden, heeft men volgens gewoonte censura morum geouffent en is geresolveert om de heer Emting zo wegens zijn vegten en het niet komen in t gehoor van Gods woord, voor deze maal van het heilig avondmaal af te houden en zal hem zulkx in visitatione aangezegt worden. In visitatione als ouderlingen zullen assisteren Knijf, Jongbloed gesubstitueert Loten, Middelkoop. En is alzoo deze vergadering God dankende geeijndigt.

19-12-1723: de name des allerhoogste aangeroepen zijnde, is de kerkenraad vergadert, en dewijl het heden over veertien dagen des heeren heilig avondmaal zal uitgedeelt worden, heeft men volgens gewoonte censura morum gehouden. En is aan de heer Emting de censura niet aangezegt, die over hem uitgesproken was, wegens ziekte, en zal hem dat alsnog aangezegt worden in visitatione, en zo hij ziek of uit de stad was zal die censuur aan de meijd bekend gemaakt worden en zullen, die ledematen zijn en gestadig het gehoor van Gods woord verzuimen, haar nogmaals voor het laatste ernstig vermanen, om de openbare Godsdienst bij te wonen, of dat men haar pro re nata zal behandelen. In visitatione zullen als ouderlingen assisteren Loten, Middelkoop, gesubstitueert Vermeulen, Kortleven. En is alzo deze vergadering God dankende geeijndigt.

20-3-1724: na aanroeping van des heeren heiligen naam is de eerwaarde kerken-raad vergadert en dewijl heden over 14 dagen het avondmaal des heeren sal gehouden worden, heeft men volgens gebruik censura morum geouffent en is geresolveert van huis tot huis ider litmaat op het alder ernstigste te vermanen om de openbare Godsdienst bij te wonen en, so se voort gaan sulks na te laten, sal men haar pro re nata behandelen en sullen die uit het gehoor van Gods [167] blijven hunne name worden opgeschreven en met deselve volgens kerkelik gebruik gehandelt worden en sal den heere Emting op deselve wijse ook vermaant worden en berouw betonende over voorgaande ergernisse sal hij weder worden toegelaten, mits van te voren in het gehoor van Gods woord komende. In visitatione sullen als ouderlingen assisteren Vermeulen, Kortleven, gesubstitueert Knijf, Jongbloed. En is alsoo dese vergadering met danksegging geeijndigt.

19-6-1724: de kerken-raad vergadert sijnde na aanroeping van Gods heijligen naam is censura morum geoeffent, dewijl heden over 14 dagen het heijlig avondmaal sal sijn en is niets voorgekomen en verder geresolveert ontrent den heere Emting om hem voor dese reis in de huis-soeking voorbij te gaan. In visitatione sullen als ouderlingen assisteren Fouchier en Van Dam, gesubstitueert Van Wijk en Vermeulen.

17-9-1724: na aanroepinge van Gods heijlige naam is de eerwaarde kerkenraad vergadert en censura morum geoeffent, dewijl heden over 14 dagen het heijlig avondmaal sal sijn en is niets voorgekomen en verder geresolveert, om het huis van den heere Emting weder voor bij te gaan. In visitatione sullen als ouderlingen assisteeren Van Wijk en Vermeulen, gesubstitueert Kortleven en Knijf.

26-12-1724: de naam des heeren aangeroepen zijnde, is de kerkenraad vergadert en dewijl het aanstaande zondag over agt dagen het avondmaal des heeren moet uitgedeeld worden, heeft men censura morum gehouden. Is geresolveert, dat de heer Pelt, die nu al twee maal ten avondmaal is geweest zonder attestatie te vertonen, waar om hem zal aangezegt worden, zig van het avondmaal te onthouden, tot dat hij attesttatie zal verto[168]nt hebben. De heer Emting zal ernstig aangesproken en vermaand worden, om neerstig ter kerke te gaan en zig daar van te beteren en zo hij zig betert tusschen dit en Paschen, dat hij dan tot het heijlig avondmaal zal verzogt worden.

18-3-1725 na aanroepinge van de name des heere is de kerkenraad vergadert en dewijl het aanstaande zondag over agt dagen het heijlig avondmaal moet uit gedeeld worden, heeft men volgens gewoonte censura morum gehouden. Is geresolveert dat de heer Pelt ter gelegener tijd voor deze vergadering zal geciteert worden, om hem af te vragen, of hij zijn attesttatie ontfangen heeft en zo niet dat men dan met hem zal handelen na bevind van zaken. Wat aangaat de heer Emting, dewijl hij nu eenige reijse in de kerke is geweest, zal men hem wederom ten avondmaal verzoeken onder waarschouwing en vermaning van dog neerstig ter kerke te gaan.

1726 den 7 juli de kerken-raad vergadert, is voorgesteld door dominus praeses, hoe dat op morgen de kerkelike visitatie alhier soude geschieden door de heeren gedeputeerdens des eerwaarde classis van Rhenen en Wijk. En dat voornoemde heeren, volgens de resolutie des eerwaarde classis moeten vernemen op alle plaatsen offer ook eenige staaltjes van paapsche stoutigheden sijn, en soo ja, die schriftelik laten opgeven. Hierover gedelibereert, is voorgebragt 1. dat alhier een paap is die jesuit is. 2. dat de roomsgesinde op deselfde uur met ons na hunne kerke gaan en selvs de boeken opentlik dragen. 3. datter twee paapsche kinderschoolen sijn. Dese eerwaarde vergadering dit overwegende resolveert om sulks eerst aan haar edelagtbaren bekent te maken, ’t welk den heere borgemeester Middelkoop aanneemt van sulks op morgen te doen. Verder is ook voorgesteld 1. dat de twee kinderen van den heere Emting, die bij den apoteker Bommers sijn, in de paapsche kinderschool bij Marie Dekkers gaan. 2. en de jonge van Marie Krijnen in de paapse kerke. Den heere borgemeester Middelkoop sal dit ook aan haar edelagtbaren bekent maken. En is alsoo dese vergadering gescheiden.

26-5-1729 Naar aanroeping van Gods heiligen naam is de kerken-raad vergadert (...). Zijnde in de eerwaarde kerken-raad voorgekomen, dat den heere Eduard Emtink, oud-schepen en raad deser stad, aan de diakonie derselve hadde gemaakt bij donatie onder levendigen de somme van twee honderd gulden, zijnde een obligatie ten laste van juffer Aletta Schagen, de welke dese eerwaarde vergadering met veel blijdschap eenpaariglik accepteert en zijn edele voor dese zoo milde gifte hertelik bedankt en goedvind deselve obligatie op te eisschen. (...) Dus is dese vergadering met dankzegginge tot God gescheiden.

Den 19-12-1729 de kerken-raad samen gekomen sijnde (...) Is ingekomen een briev door den heere advokaat Munniks geschreven, aangaande de donatie inter vivos door den heere Emting, outschepen en raad deser stad aan de diakonie gedaan als blijkt uit de acte van den 26 mai deses jaars, welke gelesen zijnde, soo resolveerd dese vergadering, dat deselve sal beantwoord werden soo ras men verneemt wat hun edele agtbaren sullen geresolveert hebben nopens de gifte door gemelte heer Emtink aan de arme pot deser stad gedaan. (...) Dus is dese vergadering met hertelike dankzegginge tot God gescheiden.
---- einde kerkenraadsnotulen ---

Register van personen, opgenomen in verbeter- en tuchthuizen te Delft
Op 4-6-1726 wordt ingeschreven: Eduard Emtinck bij acte van burgemeesteren, scheepenen en raden der stad Leeuwarden d.d. 29-5-1726 opgenomen ten huijse van Cornelis van der Lee. [169] Laatstgenoemde heeft van 1724-1740 te Delft een verbeterhuis.[170]
Op 22-8-1730 wordt bij het Hof van Holland een rekesten ingediend betreffende een "Mandament van arrest en rau actie" door Jan van Ruster, boekhouder te Amsterdam, als curator over Eduard Emting, tegen Hendrik van Weest, meester broodbakker in Den Haag, uit naam van zijn vrouw Anna Margaretha Libertone. Het betreft een verzoek tot inbeslagname van de 2 obligaties die zonder dat ze zijn geschonken of verkocht, aan Anna Margaretha Libertone door Eduard Emting zijn getransporteerd en die op dat moment onder Jan Spijker te Amsterdam berusten. Het hof fiatteert het mandament. [171]
Op 27-2-1741 kwiteren Christiaan Sanderson en zijn vrouw Maria Ida Emtink - met authorisatie d.d. 23-1-1741 van het Hof van Holland - Jan Bitter, oudste suppoost weeskamer van Amsterdam en volgens acte d.d. 12-12-1732 aangesteld als curator over de persoon en goederen van Eduard Emtink, vader van de comparante Maria Ida Emtink. De kwitantie betreft voldoening van haar huwelyksgoed uit haar vaderlijke goederen, bestaande uit een pakket van 17 obligaties (t.l.v. Holland en Westvriesland, t.n.v. Adriaan Jansz van Wijngaarden, Jurriaan Beeck, Holi van Santen, Trijntje Jacobs, Andries Patijn Wouter en Lucas Bardon, de Province Utrecht, de Wed. Hermanus Jonas), en van ƒ 1000,-- die Jan Bitter reeds betaald heeft "van bruijdskleederen van linnen, wollen, en 't geene verder tot bruidscieraad behoord heeft, alsmede voor eenige bruijloftsonkosten." Get. Willem Silvolt en Matthijs Willeke. W.g. Christiaen Sanderzon Maria Ida Emtink en getuigen. [172]
    Uit dit huwelijk (in 1724 in leven):
  • 1. Maria Ida (Yda) Emtinck, geb. ('s-Gravenhage? niet gevonden 1717) voor 1718, beg. Utrecht Nicolaikerk 31-10-1788 ("Juffr. Maria Emtinck wed. van de heer Christiaan Sanderson inde Lange Louwerstraat, laat na geen man, maar twee mondige kinderen, gezonken ƒ 63,--") j.d. wonende te 's-Gravenhage, laatst te Delft (1741), te Utrecht (1756), doopget. (1773), wordt geref. lidmaat te Delft jan. 1738 op attestatie van Vianen, otr. Delft 28-1-1741 (met attestatie naar 's-Gravenhage 12-2-1741) en otr. Utrecht 16-2-1741[173] en tr. 's-Gravenhage 21-2-1741[174] Christiaan Sanderson, ged. Loenen 6-5-1714, ovl. Utrecht 16-2-1781 CHECK of 8-4-1785, j.m. (1741), wonende te Utrecht (1741, 1756), schout van De Bilt en Oostbroek (1744-1781), van Vleuten (1747-1758), van de Nieuwe of Dwarsdijk (1750-1781), rentmeester van het kapittel van St. Marie te Utrecht (1749-1781), doopget. (1773), zn. van Bernardus Sanderson, schepen en schout van Loenen, en van Geertruy van Eyck.[175] Hieruit verder nageslacht bekend.
    Op 4-12-1756 verlenen Christiaan Sanderson en zijn echtgenote Maria Ida Emtinck, dochter van wijlen Eduard Emtinck, beiden wonende te Utrecht, machtiging aan Pieter Martinius makelaar wonende te Rotterdam, machtiging tot verkoop en overdracht van 7 gespecificeerde obligaties, alle ten laste van Holland en West-Friesland. Deze obligaties waren oorspronkelijk door Simon Entinck gelegateerd (testament d.d. 25-2-1751 voor notaris Jan Ardinois te Amsterdam) aan diens broer Eduard Emtinck. Aangezien deze Eduard, vader van Maria Ida Emtinck is vooroverleden erft Maria deze obligaties en ze zijn in 1753 aan haar overgedragen (overdracht d.d. 12-7-1753 voor notaris mr. J. Beukelaar te Amsterdam, overdracht d.d. 25-7-1753 voor notaris C. van Homrigh te Amsterdam) door de administrateeur Jan Bitter. De obligaties waren in 1699 in bezit gekomen door verreving via zijn moeder Maria Ida van der Haven wed. en boedelhoudster van Eduard Emtinck den Oude (overdracht d.d. 7-9-1699 voor notaris D. Doornik te Amsterdam). [176]
    Op 10-3-1790 wordt geregistreerd het extract van een scheiding dd. 18-2-1790 voor notaris Ernestus van Goudoever te Utrecht van de nalatenschap van wijlen Maria Ida Emtinck (weduwe Christiaan Sanderson: overleden 8-4-1785), overleden 31-10-1788, waarbij aan Eduard Sanderson wordt toegescheiden onder de Dwarsdijk: - een huis en herberg, zijnde het gerechtshuis van Dwarsdijk, met 1 m(orgen) boomgaard en weiland, belend boven het Domkapittel en beneden de gemene weg; - een huis en een stukje boomgaardland, op de Semel, waarvan de grond erfpachtgoed is van het Domkapittel op een jaarlijkse canon van ƒ 8,-- , in huur gebruikt door Hendrik van Schaik. [177]
  • 2. Eduardt Emtinck (Emting), ged. geref. Wijk bij Duurstede 6-12-1718, ovl. in Azie 24-12-1739, vermeld in 1724 in het testament van zijn vader, woont, nadat zijn vader in een verbeterhuis te Delft is opgenomen, met zijn zuster blijkbaar "bij den apoteker Bommers" te Wijk bij Duurstede, "waar zij in de paapsche kinderschool bij Marie Dekkers gaan", vaart op 17-12-1738 als Eduart Emtink, afkomstig van Wijk te Duursteede in de rang Korporaal voor de kamer Amsterdam van de VOC met het schip Gunterstijn (via Kaap de Goede Hoop (alwaar aankomst 8-7-1739 en vertrek 17-7-1739) naar Batavia alwaar aankomst 21-9-1739-, uit dienst van de VOC op 24-12-1739 wegens overlijden in Azie (hij heeft geen maandbrief, en geen schuldbrief).[178]

Inschrijving van Eduart Emting (1718-1739) in het soldijboek van de VOC. [179]
klik op plaatje(s) om te vergroten
Op 3-9-1742 wordt door de VOC het tegoed van ƒ 63,10,3 van de overleden Eduart Emting (1718-1739) uitbetaald aan Jan Bitter, eerste suppoost van de Weeskamer Amsterdam en door het Hof van Holland aangesteld als curator over zijn vader Eduard Emtink, en aan Christiaan Sanderson echtgenoot van Maria Ida Emtink zijn zuster, te samen zijn enige erfgenamen ab intestato. [180]


Niet geplaatst
1798: Akte van transport door Guilliam Emptingh te Amsterdam aan Cornelis Cos van zowel een landwoning als zaadland zijnde 4 morgen weiland en 11 morgen zaadland, gelegen in de Heer Hugo Waard aan de oostzijde van de Jan Gleijnisweg, letter E nr. 16. 1798. 1528 [181]

Referenties van de gegevens van generatie 1 staan ook hier
Referenties Fragment Genealogie Emtinck --- Generatie 1 ( 181 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
  1. P. C. Bloys van Treslong Prins en J. Belonje, Gen. en her. gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Noord-Holland, Utrecht, 1928, dl. 2
  2. P. C. Bloys van Treslong Prins en J. Belonje, Gen. en her. gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Noord-Holland, Utrecht, 1928
  3. CBG, Heraldische Databank
  4. zie ook André de Jong, Kwartierstaat van Ing. Hugo, Gustaaf en Mr. Willem de Clercq, Den Haag, 2013
  5. NNBW 7, p891
  6. ⇒ F.%20Plaisier%20Bijlagen.htm
  7. ⇒ straatkelders.htm
  8. www.ngv.nl/Bronnen/Antwerpen/antwerpen.pdf
  9. P. C. Bloys van Treslong Prins en J. Belonje, Gen. en her. gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Noord-Holland, Utrecht, 1928, dl. 2
  10. ⇒ docs2.htm
  11. SAA, ONA, Nots. Mattheus Abbas, d.d. 17-8-1660
  12. SAA, ONA, Nots. Mattheus Abbas, inv. nr. 2478G
  13. ⇒ Prosopography.pdf
  14. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, en prosopografische Data Base
  15. ⇒ gecroonde-raep
  16. DBNL, ⇒ _bij005190001_01_0004.php
  17. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jan van Aller Az, inv. nr. 88, aktenr./blz. 393 / 754
  18. kohier fol. 133vo, p.31
  19. Montias, ⇒ browserecord.php?-action=browse&-recid=1790
  20. ⇒ herenhuizen
  21. ⇒ www.gravenopinternet.nl
  22. DTB
  23. Salomon de Bray, Architectura moderna ofte bouwinge van onsen tyt, 1631 (facsimile uitgave ed. E. Taverne, Davaco Publishers, Soest 1971), ⇒ colofon.php
  24. Montias, ⇒ browserecord.php?-action=browse&-recid=1790
  25. NL 44(1926)9
  26. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21615083
  27. P. C. Bloys van Treslong Prins en J. Belonje, Gen. en her. gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Noord-Holland, Utrecht, 1928, dl. 2
  28. R. Ottens en G. Lequien, Naamlyst van een Atlas van de Zeven Vereenigde Nederlandsche Provintiën, etc., Amsterdam, 1782, Google Books
  29. ⇒ fonds_plasier_8.htm
  30. Duverger, Antwerpse Inventarissen 1 (1984), p.314
  31. Montias, ⇒ browserecord.php?-action=browse&-recid=1790
  32. Provincie, stad, ende district van Mechelen, uitg. J.B. Jorez, Brussel, 1770
  33. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, en prosopografische Data Base
  34. kohier, fol. 256, blz. 59
  35. ⇒ browserecord.php?-action=browse&-recid=1286
  36. Amstelodamum 76(1989)100
  37. NA, Nummer toegang: 1.05.01.01, inventarisnummer: 18B, folionummer: 39, (Kaartenbak chronologisch: 195
  38. NA, Nummer toegang: 1.05.01.01, inventarisnummer: 18B, folionummer: 40, (Kaartenbak chronologisch: 196
  39. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21609394
  40. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21609822
  41. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21609893
  42. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21610040
  43. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21610039
  44. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21610725
  45. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21611167
  46. Jb. Amstelodamum 60(1968)89
  47. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21611293
  48. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21611500
  49. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21612445
  50. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21612939
  51. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21613007
  52. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21613150
  53. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21613216
  54. Van Dillen, Bronnen tot de geschiedenis van het Bedrijfsleven R.G.P. 78 (1933), blz. 660)
  55. ⇒ browserecord.php?-action=browse&-recid=1286
  56. NA 695A, 4981 films, Not. J. Warnaerts)
  57. ⇒ browserecord.php?-action=browse&-recid=1286
  58. SAA, NA 1045, f. 385-385v, not. J. van de Ven, 20 november 1636, en Van Dillen, Bronnen bedrijfsleven en gildewezen III, no. 269., gecit. in Sjoukje Colenbrander, Zolang de weefkunst bloeit : zijdeweverijen in Amsterdam en Haarlem, 1585-1750, proefschrift UvA, 2010
  59. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21615423
  60. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21615426
  61. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21615440
  1. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21581431
  2. SAA, Not. Arch. toeg.nr. 5075, Nots. XXXX, inv.nr. yyyy, akte nr. 3940, URL: ⇒ eknwvjjgn
  3. SAA, ONA, Nots. David Doornick, d.d. 17-11-1654
  4. SAA, Not. Arch. toeg.nr. 5075, Nots. Reijnier Dull, inv.nr. yyyy, akte nr. 8222, URL: ⇒ eknwvk3sw
  5. SAA, Prot Not. van Tol pak 22. p. 36., gecit. in Oud Holland 3(1885)
  6. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21632862
  7. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21655922
  8. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21664818
  9. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21664868
  10. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21664577
  11. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21683737
  12. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21711185
  13. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21714384 en idem NL-SAA-21714385
  14. NL 52(1934)246
  15. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21625180
  16. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21737790
  17. ⇒ keizersgracht-217
  18. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21731819
  19. Jb. Amstelodamum 17(1919)68
  20. zie ook NL 52(1934)246
  21. zie ook Jb. Amstelodamum 58(1966)45
  22. zie ook NL 52(1934)246
  23. SAA, NA 1045, f. 385-385v, not. J. van de Ven, 20 november 1636, en Van Dillen, Bronnen bedrijfsleven en gildewezen III, no. 269., gecit. in Sjoukje Colenbrander, Zolang de weefkunst bloeit : zijdeweverijen in Amsterdam en Haarlem, 1585-1750, proefschrift UvA, 2010
  24. Nav. 63(194)386
  25. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21622370
  26. Amstelodamum 55(1968)142
  27. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21583459
  28. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21583509
  29. SAA, ONA, Nots. Winter, toeg. nr. 2409, inv. nr. 104
  30. ⇒ browserecord.php?-action=browse&-recid=1286
  31. Album Studiosorum Academiae Rhenotraiectinae, 1636-1886, Utrecht, 1886
  32. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  33. ANF 1(1883)#11 p4
  34. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21627152
  35. NA toegang: 3.01.04.01, inventarisnummer: 2090, folionummer: 28
  36. Jb. Amstelodamum 17(1919)68
  37. Jb. Amstelodamum 53 (1961)126
  38. Alfons Fransen, Dijk onder spanning: De ecologische, politieke en financiële geschiedenis van de Diemerdijk bij Amsterdam, 1591-1864, Hilversum, 2011
  39. www.tgooi.info/zonnestraal/index.php
  40. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21630708
  41. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21629962
  42. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21631070
  43. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21631071
  44. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21631389
  45. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21732597
  46. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21576059
  47. GA Utrecht, ONA, Nots. G. De Coten , inv.nr. U038a002, akte nr. 120
  48. SAA, Not. Arch. toeg.nr. 5075, Nots. XXXX, inv.nr. yyyy, akte nr. 7713, URL: ⇒ eknwvjzwn
  49. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jan van der Hoeven, inv. nr. 1045, aktenr./blz. 14 / 45
  50. GA Rotterdam, Toeg.nr 18, ONA, Nots. Jan van der Hoeven, inv. nr. 1045, aktenr./blz. 13 / 33
  51. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21632862
  52. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21635109
  53. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21587523
  54. Amstelodamum 34(1947)66
  55. NA, toeg nr. 3.01.09, Inventaris van het archief van de Gedeputeerden van Haarlem ter Dagvaart van de Staten van Holland, (1589) 1603-1787, inv. nr. 822
  56. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21663907
  57. Jb. Amstelodamum 53 (1961)126
  58. zie ook P. C. Bloys van Treslong Prins en J. Belonje, Gen. en her. gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Noord-Holland, Utrecht, 1928
  59. NL 19(1901)91
  60. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21714707
  61. Johan van de Water, Groot Placaatboek vervattende alle de Placaten, Ordonantien en Edicten, der Edele Mogende Heeren Staten 'S Lands Van Utrecht, Utrecht, 1729
  1. Jb. Amstelodamum 4(1906)84
  2. Eva Röell, Tekenen ter Verlichting, proefschrift Universiteit van Utrecht, 2010
  3. P. C. Bloys an Treslong Prins en J. Belonje, Gen. en her. gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Noord-Holland, Utrecht, 1928
  4. P. C. Bloys van Treslong Prins en J. Belonje, Gen. en her. gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Noord-Holland, Utrecht, 1928
  5. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  6. P.C. Molhuysen, Album Promotorum Academiae Lugduno Batavae 1575-1812, 's-Gravenhage 1913-1924
  7. ⇒ Steeg_en_pomp.pdf
  8. TVE 25(2007)121
  9. Emtinck manuscript, City Archives of Brussels, AH, Register 3401, fo. 14
  10. Jb. Amstelodamum 84(1992)41
  11. Jb. Amstelodamum 84(1992)41 en 59
  12. H.W. van Tricht e.a. (eds.), De briefwisseling van Pieter Corneliszoon Hooft (eerste deel). Tjeenk Willink/Noorduijn, Culemborg 1976, ⇒ colofon.php
  13. Jb. Amstelodamum 4(1906)102
  14. Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, 1916, 01-01-1916, p49
  15. NL 58(1940)233
  16. NL 58(1940)233
  17. R. A.: Holl. Leenk. no. 169 (Reg. Quadr. Alliantie), cap. Noortholl., fol. 121
  18. R.A.: Holl. Leenlc. no. 174 (Reg. Quadr. Alliantie van Dresden), cap. Noortholl., fol. 130 vo.
  19. R. A.: Holl. Leenk. no. 176 (Reg. Willem de Vijfde), cap. Noortholl., fol.90.
  20. R. A.: Holl. Leenk. no. >180 (Reg. Wolfenbuttel), cap. Noordholl., fol 141.
  21. SAA, Not. Arch. toeg.nr. 5075, Nots. XXXX, inv.nr. yyyy, akte nr. 12600, URL: ⇒ eknwvm2t6
  22. A.J. van der Aa, Biogr. Wdnbk der NL, sub voce Emtinck
  23. J. van Goinga-van Driel, (1999). 'Alom te bekomen'. Veranderingen in de boekdistributie in de Republiek 1720-1800 Amsterdam: De Buitenkant, 1999, proefschrift Universiteit van Amsterdam, 1999
  24. TVE 25(2007)121
  25. Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde, 1916, 01-01-1916, p49
  26. Jb. Amsteldamum 87(1995)63
  27. ⇒ 1615%20Blauwhuizen.htm
  28. SAA, Not. Arch. toeg.nr. 5075, Nots. XXXX, inv.nr. yyyy, akte nr. 7465, URL: ⇒ eknwvjyyw
  29. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21672611
  30. GAA, Transportakten voor 1811: NL-SAA-21714705
  31. S.J. Fockema Andreae en Th. J. Meijer, Album Studiosorum Academiae Franekerensis I, Franeker, 1968
  32. RHC ZO-Utrecht, Stadsgerecht Wijk bij Duurstede inv.nr. 73, burgereden 1604 - 1782
  33. ⇒ Vlamingstraat%20107_verbeterhuizen.html
  34. Amstelodamum 34(1947)66
  35. ⇒ amsterdam-parelde.html
  36. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Van Den Doorslag , inv.nr. U139a008, akte nr. 63
  37. GA Utrecht, ONA, Nots. T. Vosch Van Avezaat , inv.nr. U118a005, akte nr. 85
  38. RHC Z.O. Utrecht, ONA Wijk bij Duurstede, toeg.nr. 63, Nots. Bastiaen van Schalkwijk, inv.nr. 2533, 5-5-1722
  39. vermeld in RHC Z.O. Utrecht, ONA Wijk bij Duurstede, toeg.nr. 63, Nots. Bastiaen van Schalkwijk, inv.nr. 2533, 27-10-1723
  40. RHC Z.O. Utrecht, ONA Wijk bij Duurstede, toeg.nr. 63, Nots. Bastiaen van Schalkwijk, inv.nr. 2533, 27-10-1723
  41. RHC Z.O. Utrecht, ONA Wijk bij Duurstede, toeg.nr. 63, Nots. Bastiaen van Schalkwijk, inv.nr. 2533, 16-1-1724
  42. RHC Z.O. Utrecht, ONA Wijk bij Duurstede, toeg.nr. 63, Nots. Bastiaen van Schalkwijk, inv.nr. 2533, 12-11-1725
  43. GA Utrecht, ONA, Nots. J. Van Den Doorslag , inv.nr. U139a012, akte nr. 39
  44. RHC ZO Utrecht, Kerkenraadsnotulen van de Nederlandse Hervormde Gemeente te Wijk bij Duurstede 1592-1961, toeg.nr. 335, inv. nr. 2, Transcriptie F. Gunther en E. Verhaar, 2014
  45. woord
  46. o
  47. GA Delft, Oud Archief stadsbestuur Delft, arch.nr. 0001, inv.nr. 02031A, f41
  48. ⇒ collectie-delft.nl
  49. NA toegang: 3.03.01.01, inventarisnummer: 3120, folionummer: 052
  50. GA Utrecht, ONA, Nots. A. Van Broek , inv.nr. U203a001, akte nr. 11
  51. Nav. 56(1906)438
  52. GN 10(1955)136
  53. Nav. 56(1906)438
  54. GA Utrecht, ONA, Nots. C. Van Ceulen , inv.nr. U233a001, akte nr. 20
  55. Streekarchivariaat Kromme-Rijngebied - Utrechtse Heuvelrug, Regesten (Dorps)gerecht Dwarsdijk of Nijendijk 1657-1811, A.A.B. van Bemmel Wijk bij Duurstede, 2006, n° 564
  56. ⇒ vocopvarenden.nationaalarchief.nl
  57. NA, Nummer toegang: 1.04.02, inventarisnummer: 6084, folionummer: 182
  58. NA, Nummer toegang: 1.04.02, inventarisnummer: 6084, folionummer: 182
  59. RA Alkmaar, 0850 Inventaris van de Collectie aanwinsten van het Regionaal Archief, 1412-1984, inv. nr. 1528

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 2
Back to previous
generation 0
Directly go to generation :
1