You are here: Louk-Home ⇒ Genealogy ⇒ Emtinck ⇒ Gen. nr. 1 |
Fragment Emtinck | |||||||||||||||||||||||||
Dit wapen staat - zonder kleuren - op de grafsteen van Eduard Emtinck den Ouden in de Zuiderkerk te Amsterdam,[1] op de grafsteen van Paulus Emtinck in de Nieuwe Kerk (1672-1727), [2] en met kleuren op de wapenkaart van het Hoogheemraadschap van den Zeeburg en Diemerdijk (Paulus Emtinck (1672-1727), hoogheemraad).[3]
Stadsprotocollen Antwerpen:[6] Antwerpse straatkelders:[7] Antwerpen Certificatieboek 72:[8] Grafstenen in de Zuiderkerk te Amsterdam:[9] Freightage contract between Arentssen van Leeck and Jacobssen and Emptinck, 24 March 1600. A freightage contract stated the name of the captain and the ship he would sail. Dirck Arentssen van Leeck, captain of the ship De Pellicaen, entered into this contract with the freighters Romboult Jacobssen and Eduwaert Emptinck, ‘merchants, living in Amsterdam’. [10].
IIa. Eduart (Evert) Emting (de Jonge), geb. 1568-1571, ovl. 3-2-1645, beg Amsterdam Oude Kerk 8-2-1645 ("Eeduwart Emtinck komt van de Fornoele (Fluwele?) Borghwal en leijt opt Hoogh Koor begraven, ƒ 16,--), vermeld als Eduwaert Emtinck de Jonge, koopman uit Antwerpen, verbleef eerst in La Rochelle (1592-1606),[13]
voor het eerts in 1611 als koopman vermeld te Amsterdam,[14]
assuradeur en koopman, woonde met zijn twee zusters (Magdalene en Maria?) op de Oude Zijs Voorburgwal in De Gecroonde Raep,[15]
was op 20-3-1629 medeondertekenaar van een protest tegen het verlenen door de Staten Generaal van een octrooivoor het oprichten eener Compagnie van Asseurantie te Amsterdam,[16]
huw. get. (1616), doopget. (1620),
koopman (1627),[17]
bruiloftsgast (1630),
betaalde ƒ 600,-- belasting voor de 200ste penning te Amsterdam in 1631 [18]
[19]
tr. vóór 1588?
Anna Lodewycx?.
IIb. Jan Emtinck, wolkoopman,
ondertekent een rekwest d.d. 20-3-1615 van vooraanstaande Antwerpse kooplieden aan het Stadsbestuur betreffende de vele faillissementen aldaar,[29]
tr.
Johanna Janssens, ovl. (Antwerpen?) vóór 15-7-1614.
Grafschrift op het Groot Beggynhof te Mechelen (B):[32]
IIIa. .
Pauwels (Paulus) Emtinck (Em(p)ting) (de Oude), geb. 1587/88, beg. Amsterdam Zuiderkerk 24-9-1654 ("Paulus Emtingh" in de kerk: eijge graf letter C n° 7 ƒ 8,--"), afkomstig van Antwerpen oud 28 jaren wonende op de Oude Zijds Voorburchwal (1616),
wasbleker (1628) en koopman te Amsterdam (1621),[33]
betaalde ƒ 100,-- belasting voor de 200ste penning te Amsterdam in 1631
en ƒ 100,-- voor de erfenis van zijn schoonvader Guilliaem Louris [34]
[35]
werkzaam in de zijdehandel met zijn zoon Guilliam (1636),
wednr. van Neeltje (Cornelia) Lourens wonend in de Calverstraet (1645),
doopget. (1619, 1636, 1649), huw. get. (1641, 1645, 1649),
otr. 1o Amsterdam geref. 21-10-1616 (get. zijn vader Eduart Emting en haer vader Guillaume Lourens)
Cornelia (Neltgen) Lourens, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 3-2-1591 (get. Wijntge Elberts);, beg. Amsterdam Zuider Kerk 16-5-1639 ("Cornelia Lourens in de kerk letter L n° 14", ƒ 8,--), oud 23 jaren wonende op de Nieuwendijck (1616),
dr. van Guillaume Laurens en van Truitgen Elberts (zie
⇒ Fragment Genealogie Swedenrijk n° IIa
),
otr. 2o Amsterdam geref. 3-11-1645 (in margine: hij vertoont acte van dato den 24-8-1639 geteckent Roeteren(?) dat hij heeft testament ter weescamer vertoont doorwelcke de weescamer is gesecludeert ende hem de acte weescamer gegeven ende heeft zij oock bewijs gedaen ter weescamer den 26-7-1645)
Elijsabet Lenaer(t)s, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 22-11-1607, ovl. 1666-1668, afkomstig van Amsterdam, out 19 jaeren, woont aen de Nieuwendijk (1626),
erft na het overlijden van haar ouders in 1627 een huis op de Prinsengracht, naast dat van haar echtgenoot Elbert Willems,[36]
wed. van Egbert (Elbert) Willemsz (Swedenrijk) wonend op de Nieuwendijck (1645),
zet na de dood van haar man Paulus Emtinck de handel voort met haar boekhouder Claes van Nas als haar gemachtigde,
huw. get. (1656, 1657),
dr. van Hans Lenaerts, kruidenier en koopman, en van Maria Cocks (zie kw. nr. 12936 sub a/2).
IVa. Dr. Albertje (Albertus, Albartus) Emtinck, ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 25-10-1629 (get. Albartus Loudusz?, Anthonij Aertsz), beg. Amsterdam Zuider Kerk 10-11-1663 ("Dr. Albertus Emtingh eijge graft letter D n° 7 comt ƒ 8,--), ingeschreven als student aan de Universiteit van Utrecht 1645 ("Albertus Emtingh, Amstelodamensis"),[92]
ingeschreven als student geneeskunde aan de Universiteit van Leiden 12-8-1649 ("Albertus Emting, Amstelodamensis, 20 (jaar)").[93]
vermeld in de lijst van "doctoren te Amsterdam sedert het jaar 1641",[94] als Albertus Empting, Amstelod(amensis), gepromoveerd aan de Universiteit van Padua 20-12-1652,
doctor in de medesijnen wonend opt 't Water out 25 jaren
otr. Amsterdam geref. 10-3-1655 (get. sijn Reijnier van den Berch, sijn ouderd dood, get. voor haar Geertruijt van den Bergh, (zij heeft) een moeder tot Antwerpen)
Cat(ha)rina Emtinck, geb. 1626/27, afkomstig van Antwerpen out 28 jaren wonend in de Niewestraet (1655).
IVb. Eduaert Emting(h) (Emtinck) (den Oude), ged. geref. Amsterdam Oude Kerk 13-5-1646, beg. Amsterdam Oude Kerk 21-6-1690 ("Eduart Emtingh van de Heeregraft, ƒ 16,--"), laat zich in 1666 bij een doop te Leiden representeren door Mr. Guilliam Swedenrijck,
krijgt in 1667 venia aetatis van de Staten van Holland ("Eduart Paulusz Emptinck, Amsterdam"),[96]
doopget. (168, 1672),
coopman van Amsterdam out 23 jaar wonend in de Calverstraat (1668),
wordt in 1677 vermeld als mede-erfgenaam van de ongehuwde (!) Casparus Groessens,[97]
betaalt Verponding volgens de 8e penning (1680-83) voor een huis op de Nieuwendijk (in 1639 genaamd De Oude Goyer van Naerden),[98]
koopman te Amsterdam (1668, 1676, 1681),
heemraad van Loosdrecht (1675-1683),[99]
koopt in 1683 een perceel in Hilversum waar hij een eiken productiebos aanplantte, later Emtincksbos genoemd en weer later Loosdrechtse Bos (thans is daar - met in 1800 nieuw aangeplant bos - het Landgoed Zonnestraal),[100]
doopget. te Leiden (1668), te Amsterdam (1684),
laat zich in 1688 bij een doop te Rotterdam representeren door Johan van Gerwen,
otr. Amsterdam geref. 13-10-1668 (get. sijn broeder (sic! moet zijn zwager) Guilliam Swedenrijk (!), zijn ouders doot, haar oom ende voogt Jan Beerewouts, haar ouders doot)
Maria Ida (Yda) van der Haven, ged. geref. Rotterdam 26-1-1649 (get. Trintge Corelis en Maria van Banchem), ovl. na 1718, afkomstig van Rotterdam wonende op de Nieuwe Zijds Voorburgwal (1668),
doopget. (16751712),
dr. van Dr. Mr. Symon van der Haven en Maria Yda van Banchem.
Va. Eduardt Emtinck, ged. geref. Amsterdam Amstelkerk 27-6-1677 (get. Fredrick Berrewouts en Elisabet Cuijsten), beg. verm. Delft Nieuwe Kerk 4-3-1751 ("Eduard Emtink in de Vlamingstraat bij de Koepoort in de kerk, met koetsen, nalatende 1 meerderjarig kind"), ingeschreven als student aan de Universiteit van Franeker okt. 1700 ("E. Emtinck, Amstelo Batavus"),[153]
doopget. (1712),
woont te Wijk bij Duurstede (1720, 1724),
legt de burgereed af te Wijk bij Duurstede 30-12-1721 ("Hr. Eduard Emting"),[154]
bewoonde tot 1722 een huis gelegen in het klooster te Wijk bij Duurstede,
wordt in de periode sept. 1723 tot maart 1725 diverse mmalen ernstig vermaand en uitgesloten van het Avondmaal door de nederduits gereformeerde kerkenraad van Wijk bij Duurstede "wegens zijn vegten en het niet komen in t gehoor van Gods woord", terwijl zijn kinderen medio 1726 "bij den apoteker Bommers sijn, (en) in de paapsche kinderschool bij Marie Dekkers gaan",
wordt op acte van Leeuwarden in 1726 opgenomen in een verbeterhuis te Delft (waar mensen werden opgenomen die "de familie tot schande maakten door wangedrag, maar ook vanwege geestelijk gehandicapt zijn of in verband met psychische afwijkingen"[155])
keert kennelijk tussen 1726 en 1729 terug naar Wijk bij Duurstede en
doet (om weer geaccepteerd te worden of als boetedoening?) een gift van ƒ 200,-- aan de diaconie van de nederduits gereformeerde Gemeeente te Wijk bij Duurstede (tussen 1726 en 1729),
staat in 1730 onder curatele van Jan van Ruster, boekhouder te Amsterdam,
staat sinds 1741 onder curatele van de Weeskamer te Amsterdam,
tr. ('s-Gravenhage? niet gevonden 1717/18) voor 1718 (scheiding van tafel en bed 13-6-1720)
Maria (van der) Schinkel, ovl. (kort) voor 23-7-1721. Zij woonden voor 1720 te 's-Gravenhage.
bestemd voor een familielid dat de familie tot schande maakte door wangedrag, maar ook vanwege geestelijk gehandicapt zijn of in verband met psychische afwijkingen
19-9-1723: de name des heeren aangeroepen zijnde, is de kerkenraad
vergadert en dewijl op heden over veertien dagen het heilig avondmaal zal gehouden
worden, heeft men volgens gewoonte censura morum geouffent en is geresolveert
om de heer Emting zo wegens zijn vegten en het niet komen in t gehoor van Gods
woord, voor deze maal van het heilig avondmaal af te houden en zal hem zulkx in
visitatione aangezegt worden. In visitatione als ouderlingen zullen assisteren Knijf, Jongbloed gesubstitueert Loten, Middelkoop. En is alzoo deze vergadering God
dankende geeijndigt.
19-12-1723: de name des allerhoogste aangeroepen zijnde, is de kerkenraad
vergadert, en dewijl het heden over veertien dagen des heeren heilig avondmaal zal
uitgedeelt worden, heeft men volgens gewoonte censura morum gehouden. En is
aan de heer Emting de censura niet aangezegt, die over hem uitgesproken was,
wegens ziekte, en zal hem dat alsnog aangezegt worden in visitatione, en zo hij
ziek of uit de stad was zal die censuur aan de meijd bekend gemaakt worden en
zullen, die ledematen zijn en gestadig het gehoor van Gods woord verzuimen,
haar nogmaals voor het laatste ernstig vermanen, om de openbare Godsdienst bij
te wonen, of dat men haar pro re nata zal behandelen. In visitatione zullen
als ouderlingen assisteren Loten, Middelkoop, gesubstitueert Vermeulen, Kortleven.
En is alzo deze vergadering God dankende geeijndigt.
20-3-1724: na aanroeping van des heeren heiligen naam is de eerwaarde
kerken-raad vergadert en dewijl heden over 14 dagen het avondmaal des heeren sal
gehouden worden, heeft men volgens gebruik censura morum geouffent en is
geresolveert van huis tot huis ider litmaat op het alder ernstigste te vermanen om de
openbare Godsdienst bij te wonen en, so se voort gaan sulks na te laten, sal men
haar pro re nata behandelen en sullen die uit het gehoor van Gods [167] blijven
hunne name worden opgeschreven en met deselve volgens kerkelik gebruik
gehandelt worden en sal den heere Emting
op deselve wijse ook vermaant worden en berouw betonende over voorgaande
ergernisse sal hij weder worden toegelaten, mits van te voren in het gehoor van
Gods woord komende. In visitatione sullen als ouderlingen assisteren Vermeulen,
Kortleven, gesubstitueert Knijf, Jongbloed. En is alsoo dese vergadering met
danksegging geeijndigt.
19-6-1724: de kerken-raad vergadert sijnde na aanroeping van Gods heijligen naam
is censura morum geoeffent, dewijl heden over 14 dagen het heijlig avondmaal sal
sijn en is niets voorgekomen en verder geresolveert ontrent den heere Emting om
hem voor dese reis in de huis-soeking voorbij te gaan. In visitatione sullen als
ouderlingen assisteren Fouchier en Van Dam, gesubstitueert Van Wijk en
Vermeulen.
17-9-1724: na aanroepinge van Gods heijlige naam is de eerwaarde kerkenraad
vergadert en censura morum geoeffent, dewijl heden over 14 dagen het heijlig
avondmaal sal sijn en is niets voorgekomen en verder geresolveert, om het huis van
den heere Emting weder voor bij te gaan. In visitatione sullen als ouderlingen
assisteeren Van Wijk en Vermeulen, gesubstitueert Kortleven en Knijf.
26-12-1724: de naam des heeren aangeroepen zijnde, is de kerkenraad
vergadert en dewijl het aanstaande zondag over agt dagen het avondmaal des
heeren moet uitgedeeld worden, heeft men censura morum gehouden. Is
geresolveert, dat de heer Pelt, die nu al twee maal ten avondmaal is geweest zonder
attestatie te vertonen, waar om hem zal aangezegt worden, zig van het avondmaal te
onthouden, tot dat hij attesttatie zal verto[168]nt hebben. De heer Emting zal ernstig
aangesproken en vermaand worden, om neerstig ter kerke te gaan en zig daar van
te beteren en zo hij zig betert tusschen dit en Paschen, dat hij dan tot het heijlig
avondmaal zal verzogt worden.
18-3-1725 na aanroepinge van de name des heere is de kerkenraad vergadert en
dewijl het aanstaande zondag over agt dagen het heijlig avondmaal moet uit gedeeld
worden, heeft men volgens gewoonte censura morum gehouden. Is geresolveert dat
de heer Pelt ter gelegener tijd voor deze vergadering zal geciteert worden, om hem
af te vragen, of hij zijn attesttatie ontfangen heeft en zo niet dat men dan met hem zal
handelen na bevind van zaken. Wat aangaat de heer Emting, dewijl hij nu eenige
reijse in de kerke is geweest, zal men hem wederom ten avondmaal verzoeken
onder waarschouwing en vermaning van dog neerstig ter kerke te gaan.
1726 den 7 juli de kerken-raad vergadert, is voorgesteld door dominus praeses, hoe
dat op morgen de kerkelike visitatie alhier soude geschieden door de heeren
gedeputeerdens des eerwaarde classis van Rhenen en Wijk. En dat voornoemde
heeren, volgens de resolutie des eerwaarde classis moeten vernemen op alle
plaatsen offer ook eenige staaltjes van paapsche stoutigheden sijn, en soo ja, die
schriftelik laten opgeven. Hierover gedelibereert, is voorgebragt
1. dat alhier een paap is die jesuit is.
2. dat de roomsgesinde op deselfde uur met ons na hunne kerke gaan en selvs de
boeken opentlik dragen.
3. datter twee paapsche kinderschoolen sijn.
Dese eerwaarde vergadering dit overwegende resolveert om sulks eerst aan haar
edelagtbaren bekent te maken, ’t welk den heere borgemeester Middelkoop
aanneemt van sulks op morgen te doen.
Verder is ook voorgesteld
1. dat de twee kinderen van den heere Emting, die bij den apoteker Bommers sijn, in
de paapsche kinderschool bij Marie Dekkers gaan.
2. en de jonge van Marie Krijnen in de paapse kerke.
Den heere borgemeester Middelkoop sal dit ook aan haar edelagtbaren bekent
maken. En is alsoo dese vergadering gescheiden.
26-5-1729 Naar aanroeping van Gods heiligen naam is de kerken-raad vergadert (...).
Zijnde in de eerwaarde kerken-raad voorgekomen, dat den heere Eduard Emtink,
oud-schepen en raad deser stad, aan de diakonie derselve hadde gemaakt bij
donatie onder levendigen de somme van twee honderd gulden, zijnde een obligatie
ten laste van juffer Aletta Schagen, de welke dese eerwaarde vergadering met veel
blijdschap eenpaariglik accepteert en zijn edele voor dese zoo milde gifte hertelik
bedankt en goedvind deselve obligatie op te eisschen.
(...)
Dus is dese vergadering met dankzegginge tot God gescheiden.
Den 19-12-1729 de kerken-raad samen gekomen sijnde (...)
Is ingekomen een briev door den heere advokaat Munniks geschreven, aangaande
de donatie inter vivos door den heere Emting, outschepen en raad deser stad aan de
diakonie gedaan als blijkt uit de acte van den 26 mai deses jaars, welke gelesen
zijnde, soo resolveerd dese vergadering, dat deselve sal beantwoord werden soo ras
men verneemt wat hun edele agtbaren sullen geresolveert hebben nopens de gifte
door gemelte heer Emtink aan de arme pot deser stad gedaan.
(...) Dus is dese vergadering met hertelike dankzegginge tot God gescheiden.
|
Referenties Fragment Genealogie Emtinck --- Generatie 1 ( 181 refs.) Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld. | ||
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
| ||
|
|
|
Back to the genealogy page |
Back to the contents |
Go to the index |
Forward to next generation 2 |
Back to previous generation 0 |
Directly go to generation : 1 |