This page was last updated : 160524.
File size is: 64 k.
Collegium Philomuses
Generatie 1
Refer to these data as:
L. Lapikás,
Collegium Philomuses,
version 1.1,
Muiden, 2009.
© Copyright 2016 : L. Lapikás, Muiden, The Netherlands. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without the prior written permission of the publisher. An exemption is made for genealogical publications provided that adequate reference is being made.
You are here: Louk-Home Genealogy Collegium Philomuses Gen. nr. 1


Leden van het Collegium Philomuses te Amsterdam

In 1613 publiceert de componist Jan Pietersz Sweelinck (1562-1621)[1] zijn tweede boek psalmen (Livre second des pseavmes de David, novvellement mis en musique, à 4, 5, 6, 7, 8, parties, par Ian P. Sweelinck, Organiste. Amsterdam 1613, voor Hendrick Barentsen) waaraan hij een opdracht meegaf gericht tot acht met name genoemde "Philomuses" die samen een collegium vormden.[2] De opdracht luidt:

A Messievrs, Godert Kerckrinck, David de Weerdt, Pierre de Schilder, Robbert Bernart, Gommer Spranger, Philippe Calandrin, Iean Harinchoeck, Iacqves Wynegvm, Philomuses en la tres-renommee ville d'Amstelredam.

In de literatuur worden de acht heren aangeduid als vermoedelijk allen kooplieden. Hieronder zijn enkele biografische gegevens van de leden bijeengebracht uit de genealogische literatuur, en uit archiefonderzoek, om dit vermoeden te onderzoeken.

Voorwoord in het "Livre second des pseavmes de David, ..." (Amsterdam, 1613) door Jan Pietersz Sweelinck. (Voorlopige) collectie handtekeningen van de 'Philomuses' en hun echtgenotes onder hun huwelijksakten. Van boven naar beneden David de Weerdt, Pieter de Schilder, Gommer Spranger (3x), Jacques van Wynegvm.
klik op plaatje(s) om te vergroten

De heren blijken inderdaad allen kooplieden geweest te zijn, van wie Godert Kerckrinck uit Duitsland afkomstig was, Philippe Calandrin uit Italië, en de andere zes uit de Zuidelijke Nederlanden. Ten tijde van de opdracht (1613) waren zes van hen tussen de 26 en 36 jaar oud, waarvan vijf gehuwd met uitzondering van Jacques van Wijnegem die twee jaar later trouwde. Van Robbert Bernart en Jan van Harinckhoeck viel geen betrouwbaar geboortejaar vast te stellen, evenmin als een mogelijk huwelijk.


Godert Kerckrinck

De ouders van Godert Kerckrinck zijn Dietrich (Theodorus, Dirk) Kerkring en Catharina van Hövel te Lübeck.[3]

1a. Govaert (Godart, Goffert, Goddert) Kerckrinck(x) (Kerkring, Karkering), geb. (verm. Lübeck) 1576/77, ovl./beg. Amsterdam Westerk. 22/28-12-1645,[4] [5] j.m. (1603), woont te Amsterdam (1611..1618), op de Keizersgracht in het huis genaamd 'Surich',[6] voorstander bij de Gemeynte van de Confessie van Augsburch te Amsterdam (1624), koopman op Italië en de Levant te Amsterdam, wiens vermogen in 1631 ƒ 60.000,-- bedraagt, lid van de broederschap S.S. Trinitas te Lübeck (diplome van keizer Ferdinand II op 10-12-1636),[7] huw. get. (1628, 1633, 1640), otr. Amsterdam schepenen 1-11-1603 (hij oud 26 jaar afkomstig van Lübeck, geast met zijn oom Thomas Kerckerinck), tr. Amsterdam geref. 7/16-11-1603[8] otr./tr. Rotterdam 9/30-11-1603 Cornelia Joost Hesselsdochter, geb. Hamburg 1586, ovl. (beg?) 30-7-1640,[9] j.d. (1603), huw. get. (1633), dr. van Joost Hessels en Janneken Willems (ex patre Willem Jans van Loon medeoprichter en bewindhebber van de kamer Rotterdam van de VOC).


Geschilderd portret van Godert Kerckrinck (1576/77-1645) door Govert Flinck (1615-1660).
(Olieverf op doek?). Formaat: onbekend.
Datering: ca. 1636-1645 (vanaf Govert Flinck's eerst bekende werkzame datum tot Godert Kerckrinck's overlijden)
Locatie: onbekend. Het schilderij werd op 8-11-1993 bij Christie's in Amsterdam geveild.[10]

klik op plaatje(s) om te vergroten


David de Weerdt

De ouders van Davidt de Weerdt zijn Hans (Jan, Johannes) de Weert en Clara Wonderer, zoals blijkt uit een Handschrift Familie-Registertje van Hans of Jan de Weert x (Clara Wonderer):[11] David natus est Coloniae Ao. 1574 2 Jan: suceptor ejus fuit David de Lommel. Fuit Praeses Sylvae-ducis et duxit Hesther v.d. Echt, ex qua ei inter alisa defunctos ... Maria nupta Joanni de Beveren gubernatori Montis Sanctae Gertrudis

David(t) de Weer(d)t (Waert), geb. Keulen 2-1-1574 (doopvader David de Lommel), ovl. na 1633, afkomstig van Antwerpen (1613), koopman te Amsterdam vermeld sinds 1611,[12] koopt een huis in de Monnikenstraat ("waar de Monnikenkerk is geweest") te Amsterdam, 1613-1615, huw. get. (1623), vertrekt na de verovering van die stad door Frederik Hendrik naar 's-Hertogenbosch, schepen (1629, 1630)[13] en president-schepen (praeses) van 's-Hertogenbosch, otr. Amsterdam kerk 4-2-1613 (get. Roeland de Weerdt, Raedt fiscael inde Rade van Braband, en Esther de ..., haar grootmoeder) Hester (Esther) Vaecht (Vaeghd, Voogt) (alias: Van der Echt), geb. 1592/93, ovl. na 1633, woont in de Keijserstraet (1613), dr. van Hendrik Wolters Vaecht te Doesburg.[14]



Pieter de Schilder

Over de ouders van Pieter de Schilder is vooralsnog niet gevonden. De Wapenheraut meldt:[15] De familie De Schilder was in den Spaanschen tijd uit Braband naar Holland gekomen, zijnde een van de oudste regeeringsgeslachten van 's-Hertogengenbosch,waar zij gewoonlijk Schilders werd genoemd.

1c. Pieter (Pierre, Peeter) de Schilder, geb. Rotterdam 1583/84, ovl. Leiden 23-4-1643, beg Leiden Pietersk.,[16] wonend "in de Fortuyn" in de Warmoesstraat (1606), op de (Oude?)zijds Achterburgwal (1607), vermeld als koopman te Amsterdam (vanaf 1609),[17] bewindhebber der VOC te Amsterdam, doopget. (1613), koopt een huis op het Singel bij de Gasthuismolenpoort te Amsterdam (1619-1620), betaalt ƒ 375,-- 200ste penning (vermogen ƒ 75.000,--) voor een huis op het Cingel tusschen de Warmoesgraft en Gasthuismolensteeg (1631),[18] eigenaar van grond in de Schermer (1635), schrijft zich op late leeftijd alsnog in als oud-student aan de Universiteit van Leiden 25-5-1640, ("D(ominus) Petrus de Schilder, antiquus stud(iosus) rursum inscript(us), 56 (jaar)"),[19] otr. Amsterdam kerk 20-10-1607 (get. Marten van der Sande zijn momboir, en Arnout Kobbaut en Anna van Valkenb(urg), haar vader en moeder),[20] [21] Elisabeth Cobbault (Cabbout, Kobbout, Kabbout, Cobbout), geb. Emden 1587/88, ovl. Leiden 25-5-1655, beg Leiden Pietersk.,[22] woont in de Warmoestraet (1607), doopget. te Rotterdam (1650), dr. van Aarnoud Cobbault, koopman te Amsterdam, en Anna van Valkenburg (schoonzuster van Jacob Cats).

Geschilderd portret van Pieter de Schilder (1583/84-1643) toegeschreven aan Nicolaes Eliasz Pickenoy.
Olieverf op paneel. Formaat: 123 x 89 cm.
Datering: onbekend
Locatie: onbekend. Het schilderij werd op 7-4-1989 bij Sotheby's in New York geveild.
Bron: Ref. [23]
Geschilderd portret van Elisabeth Cobbault (1587/88-1655) toegeschreven aan Nicolaes Eliasz Pickenoy.
Formaat: 122 x 90 cm.
Datering: onbekend
Locatie: collectie RKD, 's-Gravenhage.
Bron: Ref. [24]

klik op plaatje(s) om te vergroten
Wapen De Schilder: in zilver drie blauwe palen en daaroverheen een hoekige roode dwarsbalk.[25]
Wapen Cobbault: in blauw een stappend paard van zilver en drie zilveren rozen in het schildhoofd. of een klimmend paard en in het schildhoofd drie ronde bloemen.
Loterij van 1606 t.b.v. de bouw van een Oudemannenhuis te Haarlem: "Peeter de Schilder, een jonckman de hem laet dunck wijs haelf selden prijs, wonende in de Fortuyn in de Waermoesstraat, 1.16 lot, ƒ 7,--.
Pieter de Schilder komt als een van de grondeigenaren voor in het "Cavel-Register van de Gronden in de Schermeer, met de namen van de Eijgenaers der zelver, zijnde de Cavelinge gedaen den 25-10-1635".[26]
Hierop verrijst blijkbaar later de "hofstede in de kavels E 17 en 18 gelegen aan de Noordzijde van de Noordervaart (thans het huis Wittenburg)" in de Schermer, in bezit (1668) bij Pieter de Schilder (Jr.).[27]


Robbert Bernart

De ouders van Robbert Bernart zijn vooralsnog onbekend. Gezien het feit dat hij uit Doornik komt, zal er mogelijk verwantschap bestaan met
Jacques Barnardt, koopman uit Doornik, wordt poorter te Amsterdam 26-10-1594, en diens broers Jan Bernarts (geb. ca. 1518?) en Arnout Bernarts, mede kooplieden uit Doornik, en Nicolaes Bernarts, koopman te Hamburg.[30] In het Kohier van de 200ste penning van 1631 te Amsterdam[31] vinden we de mogelijk verwante: Daniel ende Jan Barnart op de Warmoesgraft om de hoek van de Heeregraft, £ 200,--,
Isaac Barnars op de Kaij vant Dolhuis tot de Doelen, £ 30,--, en de wed. van Hans Barnerts op de Wester Achterburgwal £ 5,--.

1d. Robbert Bernart, beg. Amsterdam Zuiderkerkhof 10-12-1631 (als Robbart Barnaert, ƒ 8,--), koopman afkomstig uit Doornik, verbleef eerst te La Rochelle, daarna te Amsterdam (vanaf 1606).[32] vermoedelijk identiek aan Robert Bernarts die (met zijn neef Isaac Bernarts) deel uitmaakte van het handelshuis van Pieter en Marten van Bergen (ca. 1620).[33]


Gommer Spranger

Gommer Spranger is de zoon van Mattheus Spranger te Antwerpen, en een onbekende moeder.

1e. Gom(m)er Spranger, geb. Antwerpen 1576/77, beg. Amsterdam Wester Kerk 12-10-1637 (ƒ 8,--), was agent van de Amsterdamse kooplieden Van Uffelen en Heesters op het Kolaschiereiland in Rusland (1597),[34] werkte als vertegenwoordiger van (zijn oom?) de koopman Marcus de Vogelaer in Rusland, was sinds 1600 zelfstandig koopman te Amsterdam,[35] dreef handel met o.a. Archangel (1604-1609),[36] [37] wordt poorter van Amsterdam feb/mrt 1609, reisde in 1611 met gevaar voor eigen leven naar Praag om daar de nalatenschap van zijn oom Bartholomeus Spranger te regelen, bracht daaruit talloze houtblokken en koperplaten mee (o.a. van Albrecht Dürer en Bartholomeus Spranger zelf) die in 1638 mede gevelid zouden worden,[38] koopman, wonend in de Bantamstraat (1613), wordt in 1615 door de tsaar van Rusland tot de meest toonaangevende Nederlandse Ruslandhandelaren gerekend,[39] woont op de Oudezijds Voorburgwal (1622) "in den Lupart",[40] op de Fluwelen Burgwal (1630), betaalt als "Gommer Spranger met vrouw en kinderen ƒ 180,-- 200ste penning (vermogen ƒ 36.000,--) voor een huis op de Ooster Voorburgwal (1631), handelde met Rusland in Perziche zijde, salpeter, buskruit, geschut, musketten, lood en koper,[41] bewindhebber van de WIC (1627),[42] kunstverzamelaar, wiens kunstwerken te Amsterdam werden geveild in zes sessies van 9 tot 14 feb. 1638,[43] waar onder anderen Rembrandt van Rijn een van de kopers was,[44] otr./tr. 1o Amsterdam kerk 29-8/17-9-1613 (hij heeft geen ouders meer, get Margriete van der Bruggen, wed. van Tijbout de Pickere, haere moeder),[45] Maria de Picker(e), geb. Amsterdam 1594/95, beg. Amsterdam Nieuwe Zijds Kapel 23-12-1616, woont op de Boomesloot te Amsterdam (1613), dr. van Thibaut de Pickere, koopman te Antwerpen, vandaar in 1584 naar Amsterdam, diaken te Amsterdam, en Margaretha van der/den Bruggen, otr./tr. 2o Amsterdam kerk 28-4/24-5-1622 (get. Elias de Raet, haer vader),[46] Cat(a)rijna de Raet, geb. 1596, beg. Amsterdam Nieuwe Zijds Kapel 11-12-1628, woont op de Oudezijds Voorburgwal (1622) dr. van Elias de Raet en Catharina Pelgroms, otr./tr. 3o Amsterdam kerk 13-3/9-4-1630 (get. haer suster Marija Mostert, zij heeft geen ouders meer),[47] Susanna Most(a)ert (Mostart), ged. geref. Amsterdam Oude K. 19-2-1598, ovl. 1640, woont op de (Lowae?)sekaij (1630), dr. van Daniel Mostart, koopman en kruidenier uit Antwerpen,[48] en Martijntgen/(Bertijnken) Bacchus (Bachers).

Wapen Spranger: Een klimmende luipaard.[49]
Op 3-3-1613 maakten Gommer Spranger en Maria Thiboutsdr de Pickere huwelijksvoorwaarden te Amsterdam. Hij wordt geassisteerd door zijn oom Lucas van Salingen, lakenbereider. [50]
Op 10-2-1617 bewijst Gommer Spranger, koopman, zijn kinderen Matheus en Constacia hun moederlijk erfdeel, tesamen ƒ 14.000,-- en haar clederen en juwelen belopende ƒ 4500,--. [51] In 1644 verklaart Matheus Spranger dat hij en zijn zus hun erfdelen hadden ontvangen.[52]


Philippe Calandrini
Wapen Calandrini: d'azur au sautoir d'arg. cantonné en chef d'une aigle d'argent.[53] In blauw een gekantonneerd zilveren schuinkruis, in het schildhoofd een zilveren adelaar.
De ouders van Philippe Calandrini zijn Giovanni (Jean, Johan) Calandrini en Marie de Maistres, uit een Italiaans geslacht dat om geloofsredenen eind zestiende eeuw uit Lucca vertrekt.[54]

1f. Philippe (Filippo, Phelipe) Calandrin(i) (Calandrijn, Kalandrijn), geb. Frankfort (D) 15-11-1587, ovl. Batavia juli 1649, zn. van Giovanni (Jean, Johan) Calandrini en Marie de Maistres, (uit een Italiaans geslacht dat om geloofsredenen eind zestiende eeuw uit Lucca vertrekt), verbleef eerst in Londen, daarna koopman te Amsterdam (vermeld vanaf 1614),[55] koopt een huis aan de Herengracht te Amsterdam 1620-1621, betaalt ƒ 200,-- 200ste penning voor een huis op de Herengracht westzijde, "van de Lelijgracht suijt op" (1631), vertrekt in sept. 1646 met vrouw en vier dochters naar Oostindië, opperkoopman des Casteels Batavia, Raad van Indië,[56] doopget. te Batavia (1649), otr./tr. Utrecht 4/16-11-1613 (huw. voorw. Utrecht 1-9-1613),[57] [58] Margaretha (Margerite) van der Meulen, geb. Bremen 20-2-1594, ovl. Batavia juni 1651, dr. van Andre (Andries) van der Meulen, aanvankelijk koopman te Bremen, sinds 1615 te Amsterdam,[59] heer van Ranst en Milligen, en Susanne de Malapert.

Resolutien van de Kamer Amsterdam van de VOC:[60]
3-9-1646 (No. 362): "Sijn de Heeren Rekenmeesters by de Vergaederinghe geauthoriseert omme aen Philippe Calandrini voor en ten behouve van Syne vier dochters die met hem nae India gaen sullen ter haerer uytrustinghe te versien yder met ƒ 150,-- t' samen maecken ƒ 60,.--, waervan hem ordonnantie gegeven sal werden".
Op 17-9-1648 testeren te Batavia Philippe Calandrini en Margaretha van der Meulen. Zij legateeren elkander alle meubelen, huisraad, zilverwerk, kleederen en juweelen en benoemen tot hunne universeele erfgenamen hun zes kinderen Charles, Elisabeth, Dudley, Susanna, Catharina en Maria onder uitsluiting van de Weeskamer. Tot testamenteurs, voochden ende medemomboirs worden, naast de langstlevende aangesteld hun schoonzoon Joan Cunaeus, Balliouw van Batavia, Sr. Rijckloff van Goens, oppercoopman in dienste van de Compie., en Pieter Kemp, out Capiteyn der Burgerije van Batavia. [61]
Op 31-12-1653 wordt door d'E. Hr. Mr. Joan Cunaeus, Raedt Ordinaris van India nomine uxoris als Erffgenaem van Juffr. Maria van der Meulen zalr. wed. van wijlen d'Hr. Philips de Calandrijn, in sijn leven mede raedt van India, een vonnis ten laste van Philips Angelraet geobtineert om op 26-2-1654 te vercoopen een huys aen de westsijde van de Groote rivier. [62]


Iean Harinchoeck

De ouders van Iean Harinchoeck zijn niet bekend. Hij zou een zoon kunnen zijn van Ds. Anthony van Harinckhouck, zie Fragment Genealogie Harinchouck nr. 1a. Volgens Ref. [64] is de familie oorspronkelijk afkomstig uit Steenvoorden, Frans-Vlaanderen.

1g. Johan(nes) (Jan, Iean) (van) Harinchoeck (Harinchouck)(¥), geb. vóór ca. 1585, ovl. na 1636 (beg. niet gevonden te Amsterdam), wonend in de Breestraat (1606), vermeld als koopman te Amsterdam (vanaf 1609), vermeld als bewindhebber der WIC (1621-1636) te Amsterdam,[65] betaalt ƒ 125,-- 200ste penning (vermogen ƒ 25.000,--) voor een huis op de Herengracht (1631), medefinancier van de kolonie Swanendael aan de rivier Delaware in Nieuw Nederland (1631), en in 1635 betrokken bij de overdracht daarvan,[66] [67] doopget. te Amersfoort (1632), vermeld als hoofdparticipant der WIC ter Camere Amsterdam (1656, 1658)[68] of zou dat een gelijknamige zoon zijn?

Loterij van 1606 t.b.v. de bouw van een Oudemannenhuis te Haarlem: Jan van Haerynchouck woont in de Breestraat binnen Amstelredam, 1/16 lot, ƒ 7,--.

Het is vooralsnog onbekend of Jan van Harinchoeck getrouwd was. Te Amsterdam is geen huwelijk van hem gevonden, evenmin als enig bewezen nageslacht.

Zie Fragment Genealogie Harinchouck voor het mogelijk verwanten van Iean Harinchoeck.


Iacqves Wynegvm

1h. Ja(c)ques van Wijnegom (Wijnegem), geb. 1576/77, ovl. 1619-1631, wordt, tegelijk met zijn broer Hans, poorter van Amsterdam 22-3-1602 als koopmansdienaar uit Antwerpen, koopman, tesamen met zijn broer Hans, ingeschreven bij de kamer Amsterdam van de WIC,[69] woont op de Oudezijds Achterburghwal (1615) otr. Amsterdam kerk 26-2-1615 (get. Marten van Wijnegem en Willemijntjen van den Bergh, zijn vader en moeder, en Lijsbet Arentse, haer moeder) Maritje Storx (Storcks), geb. 1591/92, ovl. na 1631, woont op de Boomesloot (1615), betaalt als Jacques Wijnegoms weduwe ƒ 20,-- 200ste penning (vermogen ƒ 4000,--) voor een huis op de Buitendijckstraet "over de brugh" (1631). Zij hertr. mogelijk Tijmen Pietersz Burgh.


Anderen in de omgeving van Sweelinck
Vier andere personen in de omgeving van Jan Pieterszoon Sweelinck speelden een rol bij zijn muziekuitgaven. Hun biografische gegevens volgen hieronder.

Willem van den Heuvel genaamd Bartholotti

Ia. Willem Christiaaens van den Heuvel genaamd Bartholotti (van den Heuvel alias Guillielmo Bartolotti), geb. 1560, ovl. Amsterdam, beg. aldaar Nieuwe Kerk 13-3-1634 (behorend tot de Engelse Kerk)[70], zn. van Cristiaen Cornelissoon van den Heuvel en Jeane Rogiersdr de Boubaij (de la Bay), handelde te Amsterdam o.a. onder de firma Jan Calendrini en Guillo Bartolotti,[71] betaalt als Guillaume van den Heuvel ƒ 2000,-- 200ste penning voor een huis op de Herengracht westzijde "van de Lelijgracht suijt op" (1631), tr. 1o 1589[72] Maria Pels, ovl. 1590-1593. tr. 2o Middelburg 3-7-1593[73] [74] Margaretha Thibault, ovl. 1649] wed. van Jonker Jan Hesse, heer van Moich, dr. van Hendrik Thibault en Margaretha van Nispen.

Wapen Bartolotti van den Heuvel: gevierendeeld, I. en IV. een keper. II. en III. een leeuw en over alles heen een dwarsbalk, beladen met drie lelies naast elkander en een schildhoofd, beladen met drie lelies naast elkander.[75]
Wapen Thibault: een dwarsbalk, vergezeld boven van twee zespuntige sterren en beneden van een keper.[76]
De familie Bartholotti heette oorspronkelijk Van den Heuvel en was afkomstig uit Delft.[77]

.... wijlen Cornelis Tielmansz van den Heuvel, in sijn leven getrout met Cornelia, dochter van Adriaen Willemsz Bodegem van Montfoort, ende dat van deselve onder andere kinderen gecomen is Cristiaen Cornelissoon van den Heuvel, getrout met Jeane de Boubaij Rogiersdr van dewelcke mede onder andere kinderen gecomen is Willem Christiaenssoon van den Heuvel, der requiranten grootevader, in sijn leven getrout met Margaretha Thijbout Henrickxdr, welcken Willem van den Heuvel, bij adoptie, ende volgens testament van wijlen Jan Babtista Bartholotti in sijn leven gewoont hebbende tot Hamburg den naem van Bartolotti heeft aengenomen, die voorts bij sijne nacomelingen beneffens die van van den Heuvel gecontinueert is. ... [78]

Op 24-3-1618 verkoopt Epcke Huijtes aan Wilhelmus Barthelotti, een erf op de Herengracht park E te Amsterdam. [79]
Kohier van de 200ste penning Amsterdam, 1631: Willem Bartholotti vermogen ƒ 400.000,--.[80]
    Uit zijn eerste huwelijk (Bartolotti-Pels):[81]
  • 1. Jan Baptist(e) Bartolotti van den Heuvel, geb. 1590, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 28-5-1624, otr. Amsterdam geref. 26-4-1612 ,[82] Leonora Arnouts Hellemans, geb. ca. 1594, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 5-4-1661, betaalt als weduwe van Jan Baptista Bartholottij ƒ 500,-- 200ste penning voor een huis op de Keizersgracht Oostsijde (1631), dr. van Arnout Hellemans en Susanna Casparsdr van Surck. Hieruit verder nageslacht bekend. Zij hertr. 1627 Pieter Corneliszoon Hooft, wednr. van Christina van Erp.
    Op 8-3-1612 worden huwelijksvoorwaarden gesloten tussen Jan Baptista Bartolotti, vergezeld met Guilliaem Bartolotti zijn vader, mitsgaders de discrete Reynier Paeuw, oud-burgemeester en Jan Jacobsen Huijdecooper, thesaurier dezer stede, met Leonora Hellemans Arnoutsdr, geast. met Susanna van Surck Casparsdr, weduwe van Arnout Hellemans, haar moeder, mitsgaders Eduardt van Surck Anthonissoon, haar schoonbroeder, Anthoni van Surck Jasparsz, haar oom, Jaspar Quingets en Francoys van Hove haar neven. [83]
    Uit zijn tweede huwelijk (Bartolotti-Thibault):[84] [85]
  • 2. Willem (Guilielmo) van den Heuvell gezegt Bartholotti (ook Bartolotti van den Heuvel), geb. 1602, ovl. 1658, wordt poorter van Amsterdam 18-3-1637 als Willem van den Heuvel, koopman, tekent in op 250 balen peper "in de Doose van de Kamer van Amsterdam" van de VOC (1639),[86] otr. Amsterdam geref. 5-5-1638 ,[87] Jacoba (Jacomijntje) Aernouts van Erp, ged. Amsterdam Nieuwe K. 7-10-1608, ovl. 1665, dr. van Arnold (Arent) van Erp en Jacoba (Jacomijntje) de Jonghe (van Velzen). Hieruit verder nageslacht bekend.
    Op 3-6-1626 verkoopt Guilllelmo Bartholotti aan de erven van Adriaen Pietersz Raep, een erf op de Keizersgracht (OZ) te Amsterdam. [88]
    Op 14-7-1631 koopt Guillaume Bartholotti, een erf op het Voorste Eiland (Bickerseiland) omtrent de Haarlemmerpoort in de eerste dwarsstraat te Amsterdam. [89]
    Op 23-10-1631 koopt Guillame Bartholotti een erf op het Voorste Eiland (WZ) (Bickerseiland) omtrent de Haarlemmerpoort te Amsterdam. [90]
  • 3. Maria Bartolotti, geb. 1603, ovl. na 1637, tr. 1629? Wijnand Schuijl, ovl. na 1637. Hieruit verder nageslacht bekend.
  • 4. Margariete Bartolotti, geb. 1604, otr./tr. Amsterdam geref. 9-4/6-5-1629 ,[91] Johannes de Renialme, geb. 1588/89, beg. verm. Amsterdam Wester Kerk 5-11-1669 (Johannes Janssoon de Renialme), wednr. van Maria de Coquel, kunsthandelaar,[92] afkomstig van Middelburg, ingeschreven als student rechten aan de Universiteit van Leiden 12-10-1609 ("Johannes de Renialme, Middelburgensis, 20 (jaar)"),[93] mogelijk identiek met Johannes de Renialme, gekozen tot geref. kerkenraadslid te Middelburg 5-12-1627.[94] Hieruit verder nageslacht bekend.
  • 5. Jasper Bartolotti, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 8-4-1612, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 5-2-1637.
  • 6. (E)Leonora Bartolotti (van de(n) Heuvel), ged. geref. Amsterdam Oude K. 13-10-1613, beg. Amsterdam Nieuwe K. 13-4-1674 otr./tr. Amsterdam geref. 18-4/22-5-1640 ,[95] Jacob Pergens, geb. Keulen, beg. Amsterdam Nieuwe K. 7-7-1681 (wednr. van Elionora Bartholott van de Heuvel), wednr. van Maria Rogiers de Wael, heer van Vosbergen, koopman.[96] Hieruit verder nageslacht bekend.
    Op 29-7-1645 verkoopt Philippo Calandrijn aan Jacob Pergens, een huis en erf op de Herengracht (WZ) te Amsterdam. [97]
    Op 11-3-1662 verkoopt Jacob Pergens aan Dirk Gerritsz Wittepaert, een huis en erf, Park A, in de Waaldwarsstraat (Buiten Bantammerstraat) te Amsterdam. [98]
    Op 9-1-1671 verkoopt Maria Muijlmans, wed. van Theodore van de Perre aan Jacob Pergens en Jacob van Riet, een huis en erf met tuin, genaamd Toutenburg op de Keizersgracht (WZ) te Amsterdam. [99]
    Op 30-5-1691 verkopen de erven van Jacob Pergens, echtgenoot van Leonora Bartolottie aan David Rutgers, een huis en erf op de Herengracht (WZ) het zesde huis bezuiden de Leliegracht te Amsterdam. [100]
    Op 9-8-1691 verkopen de erven van Jacob van Riedt en de erven van Jacob Pergens, echtgenoot van Leonora Bartolotti, aan Arent Krijs, een tuin, huis en erf, genaamd Toutenburg, op de Keizersgracht (WZ) tussen Prinsenstraat en Brouwersgracht te Amsterdam. [101]
  • 7. Constance (Constantia) Bartolotti, ged. geref. Amsterdam Oude K. 1-3-1615, ovl. 30-4-1679, tr. 1o 2-11-1638 otr. Amsterdam geref. 7-10/2-11-1638 ,[102] Jacobus Rijckaert, ged. Amsterdam Nieuwe K. 7-9-1610, ovl. 's-Gravenhage beg. ald. Kloosterkerk 11-9-1671, koopman te Amsterdam, zn. van Andries Rijckaert, bewindhebber der VOC, en Susanne Merchijs. Hieruit verder nageslacht bekend.
    Op 10-5-1645 verkoopt Thomas Jacobsz Haringh aan Jacobusz Rijkaert, een huis en erf op de Herengracht (WZ) te Amsterdam. [103]
    Op 10-6-1693 verkopen de erven van Jacob Rijckaart aan Pieter Blaeuw, een huis en erf op de Herengracht (WZ) tussen Huidenstraat en Wolvenstraat te Amsterdam. [104]
  • 8. Aernout Bartolotti, ged. geref. Amsterdam Nieuwe K. 10-12-1617.


Olphaert den Otter

Ib. Olfert (Olphaert, Olfart) den Otter, geb. Amsterdam 1561/62, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 5-5-1615 ("Wolfert den Otter in de Kalverstraet", ƒ 8,--), zn. van Florys Dircxz den Otter, schepen van Amsterdame (vandaar bij de Alteratie in 1578 verbannen naar Hamburg) en Lucia (Sytgen) Olfertsdr Fuyck, wordt genoemd in Sweelincks Chansonuitgave van 1594,[105] woont in de Verwerstraat? (1599), in de Kalverstraat (1615), te Amsterdam (1606), otr./tr. Amsterdam pui 1-10/4-11-1599 (get. Hillebrannt den Otter sijn broeder),[106] Aeltje Claesdr van Swieten, geb. 1564/65, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 2-12-1624, dr. van Claes van Swieten, schepen van Leiden. Uit dit huwelijk geen dopen te Amsterdam gevonden.

Loterij van 1606 t.b.v. de bouw van een Oudemannenhuis te Haarlem: Olfart den Otter tot Amsterdam, 20 loten, ƒ 120,--. (NB de collecteur is zijn broer Hillbrant den Otter).

Drieluik toegeschreven aan Gerrit Pietersz (Sweelinck), broer van Jan Pietersz Sweelinck.
Paneel
Datering: ca. 1601
Locatie: Coll. Madame Michèle Bouquin, Dijon
Bron: Ref. [107]
Het drieluik is vermoedelijk geschilderd in opdracht van echtpaar Hillebrant den Otter x Ermgard Stuyver ter nagedachtenis aan hun (schoon)ouders Florys Dircxz den Otter en Lucia Olfertsdr Fuyck. Het kon niet meer geplaatst worden bij het familiegraf Den Otter in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Wellicht heeft het bij een huisaltaar van deze katholiek familie gehangen.

klik op plaatje(s) om te vergroten

Details van de zijpanelen van het bovenstaande drieluik. In Ref. [108] wordt een beredeneerde identificatie gegeven van de vier heren en dames, allen (schoon)kinderen van het echtpaar Florys Dircxz den Otter x Lucia Olfertsdr Fuyck. De heren van bovenaf met de klok mee: Nicolaes den Otter (1574-1620), Jan Stuyver (1572-1617), Hillebrant den Otter (1567-1643), Olfert den Otter (1562-1616). De echtgenotes spiegelbeeldig opgesteld van bovenaf tegen de klok in: Cornelia Stuyver (1573-1614?), Baertraed den Otter (1572-1621), Ermgard Stuyver (1566-1616), Aeltje Claesdr van Swieten (..-1624).[109]
klik op plaatje(s) om te vergroten


David van Horenbeeck

Ic. David van Horenbeeck(e), geb. 1586, ovl. na 1629, voor hem zie David van Horenbeeck


Cornelis Gijsbertsz Plemp

Jan Pieterszoon Sweelinck draagt zijn "Cantiones Sacrae" (1619) op aan zijn vriend de katholieke koopman Cornelis Gijsbertsz Plemp. Vermoedelijk heeft Plemp de bundel ook gefinancierd en het is niet onwaarschijnlijk dat Plemp ook de opdrachtgever voor deze bundel is geweest.[110] [111]

Cornelis Gijsbertsz Plemp(¥), die volgt, is de zoon van Gysbert Pietersz, (noemt zich na zijn huwelijk ook Plemp), lakenkoper op de Nieuwendijk, waardijn van de lakenen, en Bely Cornelisdr Plemp.

COMMENTAAR(¥) Er is verwarring mogelijk met:[112] Cornelis Plemp, geb. Amsterdam 1579/80, zn. van Thonis Jansz, apotheker, op de Damsluis in de Fonteyn, en Belytgen Claesdr Plemp. Hij is cruidenier, wordt in 1631 (met erfenis) aangeslagen voor ƒ 22.000, woont in 1624 op de hoek van de Vijgendam in Gouden Berch, in 1631 op de Vischmarkt, tr. Amsterdam Nieuwe Kerk geref. 9 -9-1608 Janneken Rodenborch, dr. van Dirck Rodenborch, baljuw van Amstelland, en Cornelia Bartelotti. Hieruit verder nageslacht bekend.

Id. Dr. Mr. Cornelis Gijsbertsz Plemp, geb. Amsterdam 25-8-1574, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 17-12-1638 (beluid, "op de Fluwele Burghwal" ƒ 8,--), katholiek, volgt te Amsterdam de Latijnsche school onder de rector Pieter van Aphert, maar volgt na de Alteratie (1578) zijn leermeester, de rector Simon Sovius, die priester was, naar Haarlem, leerde van hem verzen schrijven en zingen, [113] student te Leiden 1593, te Leuven 1596, treedt in 1604 te Doornik korte tijd in de Jezuietenorde, hetgeen hij opgeeft wegens slechte gezondheid, volgt een verdere opleiding in Ingolstadt, Douai en Orleans, promoveert tot doctor in de rechten te Orleans, advocaat te 's-Gravenhage, maar verhuist spoedig naar Amsterdam, waar hij als ambteloos burger de dichtkunst gaat beoefenen voornamelijk door het schrijven van Latijnse verzen, noemt zich in 1614 ook Mr. Cornelis Buyck, alias Plemp, betaalt als Mr. Cornelis Plemp ƒ 250,-- 200ste penning (vermogen ƒ 50.000,--) voor een huis op het Singel bij de Gasthuisbrug (1631), woont later op de Fluwelen Burgwal (1636-1638),[114] [115] was een van de oudste leden van de Muiderkring, goede bekende van de Pieter Cornelisz Hooft en vriend van Joost van den Vondel, van wie Plemp enige werken in het Latijn vertaalde, (zie DBNL voor een beschouwing over Plemps dichtwerk), otr. Amsterdam pui 3-7-1610 (get. Gijsbert Pitersz Plemp, sijn vader),[116] tr. Haarlem (huw. voorw. aldaar 30-6-1610)[117] Geertrui (Geerge) IJsbrands Dobbes/Dobben, ovl. aan de pest,[118] beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 2-5-1636 ("op de Fluwele Burchwal", ƒ 8,--), woont te Haerlem (1610), dr. van Ysbrand Dobbe(se)n en Maria Jacobs Nobel.

In 1590-1591 kopen de erfgenamen van Gijsbert Pietersz Plemp een huis op de Schans ("Veste") noordzijde bij de Jan Rodenpoort te Amsterdam.[119]
Op 8-12-1622 verkoopt Sebald de Wilde aan Cornelis Ghijsbertsz Plempt, een erf op de Herengracht te Amsterdam. [120]
Op 23-2-1623 verkoopt Thomas Jacobsz aan Mr. Cornelis Plemp, een erf op de Herengracht te Amsterdam. [121]

'Bruiloftzang op 't huwelijck van den heere Cornelis Plemp, der rechten doctor, en joffrouw Geertruid Dobbes', den 3-7-1610, door Pieter Cornelisz Hooft.[122] Grafschift "op Cornelis Gijsbertsz Plemp, licentiaet in de rechten" door Joost van den Vondel.[123]
klik op plaatje(s) om te vergroten
    Uit dit huwelijk:[124]
  • 1. Isabella Plemp, ovl./beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 14/18-8-1670 ("komt van de Herengracht").
  • 2. Maria (Marritje) Plemp, ovl. aan de pest,[125] beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 21-5-1636.
  • 3. Aef(gen) (Eva) Gijsbers Plemp, geb. Amsterdam 1619/20, ovl./beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 21-1-1684, betaalt ƒ 50,-- 200ste penning voor een huis op de Ossenmarkt oostzijde (1631), woont op de Oude Herengracht (1684), otr. Amsterdam pui 6-6-1640 , (huw. voorw. 9-5-1640),[126] Jacob Hollesloot, geb. Amsterdam 1614/15, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 13-12-1673, koopman, in 1631 met broers en zusters aangeslagen voor ƒ 20.000, op de Nieuwezijds Achterburgwal, later in de Kalverstraat, zn. van Jan Claesz Hollesloot, steenkoper, en Mary Jacops.
    Jacob Hollesloot koopt een molen buiten de Regulierspoort(1645-1646), en een huis op de Herengracht te Amsterdam (1648-1650).[127]
    LENEN VAN DE HOFSTEDE MONTFOORT:[128]
    nr.241. 3 morgen land in Mijnden in het dorp Loosdrecht:
    13-6-1626: Mr. Cornelis de Vianen, advokaat bij het Hof van Utrecht, voor Maria Jacobsd, weduwe van Jan Hollesloot, voor Jacob Hollesloot, haar tweede zoon, bij dode van Jan, diens vader.

    DE LEENHOVEN VAN DE HEREN VAN VIANEN:[129]
    Een halve hoeve in Lakerveld, 4 morgen ten oosten van de weg:
    3~5-1660: Mr. Wolfert Mol, advocaat bij het Hof van Holland, voor Jacob Hollesloot bij dode van Nikolaas Hollesloot Jansz, diens broer.
    27-6-1660: Nikolaas van Muiden, secretaris van Lexmond, bij overdracht door mr. Wolter Mol voor Jacob Hollesloot, bevestigd door Jan Hollesloot en Evert Akkerboom gehuwd met Elisabeth Hollesloot

    Op 16-5-1645 verkoopt Aeffje Gijsberts aan Jan Akerboom, een 1/2 huis, erf en achterhuis op de Nieuwendijk te Amsterdam. [130]
    Op 26-2-1646 verkoopt Bartelt Gerritsz aan Jacob Hollesloot, een 1/2 zaagmolen genaamd De Kleine Arend, op het Zaagmolenpad buiten de Regulierspoort te Amsterdam. [131]
    Op 20-4-1650 koopt Jacob Hollesloot, een huis op de Herengracht te Amsterdam. [132]
    Op 7-5-1659 verkopen de erven van Jacob Hollesloot en de erven van Jan Hollesloot, aan Gijsbert Plemp, een 1/2 zaagmolen genaamd De Kleine Arend, met schuiten op het Zaagmolenpad buiten de Regulierspoort te Amsterdam. [133]
    Op 20-1-1668 verkopen de erven van Jacob Hollesloot en Jan Hollesloot, aan Lodewijk van den Bergh, een huis en erf op de Herengracht (OZ) te Amsterdam. [134]
  • 4. Margaretha Plemp, geb. Amsterdam 1620/21, ovl./beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 11/16-5-1648, otr./tr. Amsterdam pui 28-9/21-10-1640 , (huw. voorw. 26-9-1640),[135] Jan Jansz Akerboom, geb. Amsterdam 1615/16, ovl./beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 19/24-5-1667, koopman, op de N.Z. Voorburgwal op de hoek van de Nieuwe Kerk in 't Stapel Webben, later op de Keizersgracht, daarna op de Gelderse Kade bij de Waterpoortsbrug. Hij hertr. Amsterdam pui 15-3/19-4-1654 Maria van Campen. Hieruit verder nageslacht bekend (Akerboom).
    Op 16-5-1645 verkoopt Aeffje Gijsberts aan Jan Akerboom, een 1/2 huis op de Nieuwendijk erf en achterhuis te Amsterdam. [136]
    Op 6-5-1649 koopt Jan Akerboom, een 1/2 huis op de Nieuwendijk te Amsterdam. [137]
    Op 4-6-1658 verkopen IJsbrand Martsz en Geertje Claes, wed. van Marten Dircksz, aan Gerbrandt Wernersz, Elbert Akerboom, en Jan Akerboom, een erf en getimmerte op de Verlanenpad of Grijpsteeg (Greefsteeg) aan de Amstel (Amsteldijk) buiten de Regulierspoort te Amsterdam. [138]
  • 5. Mr. Gysbert Cornelisz Plemp, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 20-1-1679 ("komt van de Herengracht"), advocaat te Amsterdam, wordt in 1675 door Anna Vondel (dr. van de schrijver)) in benoemd tot erfgenaam, onder den last voor haar ouden vader en zijn kleinkinderen te zorgen. [139]
  • 6. Mr. Ysbrand Plemp, beg. Amsterdam Nieuwe Kerk 12-12-1685 ("komt van de Herengracht in S. Bavo"), advocaat.

Referenties van de gegevens van generatie 1 staan ook
hier
Referenties Collegium Philomuses --- Generatie 1 ( 139 refs.)
Referenties voorafgegaan door het ⇒ symbool verwijzen naar (aanklikbare) externe url's waarvan alleen het laatste deel van de naam wordt vermeld.
Verkorte verwijzingsvormen voor veelgebruikte literatuur
  1. ⇒ www.jpsweelinck.nl
  2. ⇒ bred001groo01_01_0437.htm
  3. Bibl. NGV, Kwartierstaat Strick van Linschoten
  4. zie ook Bibl. NGV, Kwartierstaat Strick van Linschoten
  5. zie ook ⇒ ID_23551
  6. S.A.C. Dudok van Heel, Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten, 2008
  7. S.A.C. Dudok van Heel, Van Amsterdamse burgers tot Europese aristocraten, 2008
  8. Bibl. NGV, Kwartierstaat Strick van Linschoten
  9. Bibl. NGV, Kwartierstaat Strick van Linschoten
  10. ⇒ 23551
  11. Taxandria 15(1908)45
  12. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, ⇒ books.google.com
  13. ⇒ www.bossche-encyclopedie.nl
  14. C.J. Gonnet et al., Bijdragen voor de geschiedenis van het Bisdom van Haarlem, dl, 33, Leiden, 1911, ⇒ books.google.com
  15. Wap. 3(1899)89
  16. Jb. CBG 44(1990)182
  17. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, ⇒ books.google.com
  18. Nav. 47(1897)98
  19. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  20. zie ook Jb. CBG 44(1990)182
  21. zie ook ANF 11(1894)228
  22. Jb. CBG 44(1990)182
  23. Jb. CBG 44(1990)182
  24. Jb. CBG 44(1990)182
  25. Wap. 3(1899)89
  26. Nav. 69(1920)259
  27. Nav. 75(1926)228
  28. ANF 11(1894)228
  29. Jb. CBG 44(1990)182
  30. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  31. Kohier1631
  32. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, ⇒ books.google.com
  33. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  34. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  35. John Michael Montias, Art at an Auction in 17th Century Amsterdam, Amsterdam 2002, ⇒ books.google.nl
  36. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, ⇒ books.google.com
  37. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  38. John Michael Montias, Art at an Auction in 17th Century Amsterdam, Amsterdam 2002, ⇒ books.google.nl
  39. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  40. J.E. Elias, De vroedschap van Amsterdam 1578-1795, Amsterdam, 1963
  41. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  42. Besluiten Staten-Generaal 1626-1630, ⇒ www.inghist.nl
  43. John Michael Montias, Art at an Auction in 17th Century Amsterdam, Amsterdam 2002, ⇒ books.google.nl
  44. Paul Crenshaw, Rembrandt's bankruptcy, New York, 2006, ⇒ books.google.nl
  45. zie ook NL 100(1983)263
  46. zie ook Elias,l.c.
  47. zie ook Elias,l.c.
  1. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, ⇒ books.google.com
  2. Jb. CBG 1(1947)124
  3. GAA, ONA 53/628v en 192/54 gecit. in ERIC
  4. Elias, II p759-763
  5. Eric Wijnroks, Handel tussen Rusland en de Nederlanden, 1560-1640, Hilversum, 2003
  6. Nav. 15(1865)152
  7. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, ⇒ books.google.com
  8. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, ⇒ books.google.com
  9. NL 58(1940)366
  10. NL 19(1901)95
  11. NL 58(1940)366
  12. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, ⇒ books.google.com
  13. NL 58(1940)367
  14. Nots. Adriaan Codde te Batavia, d.d. 17-9-1648, gecit. in NL 58(1940)368
  15. Reg. Schepenen 157, 1, blz. 16, gecit. in NL 58(1940)368
  16. zie ook NL 19(1901)95
  17. A. Brouwer. Het Veenkoloniale geslacht Brouwer (De Juis Brouwer) 1550-1992, Zeist, 1992, gecit. in Med. CBG 47(1993)117
  18. Nav 63(1914)383
  19. C.A. Weslager and A.R. Dunlap, Dutch Explorers, Traders and Settlers in the Delaware Valley, 1604-1664, University of Pennsylvania, Philadelphia 1961
  20. E.B. O'Callaghan, History of New Netherland, or, New York under the Dutch, New York, 1848
  21. Nav 64(1915)17
  22. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, ⇒ books.google.com
  23. zie ook NL 72(1955)385
  24. NL 58(1940)374
  25. De briefwisseling van Pieter Corneliszoon Hooft, Eerste deel, P.C. Hooft, editie H.W. van Tricht e.a., 2005, ⇒ www.dbnl.org
  26. ANF 11(1894)42
  27. NL 72(1955)385
  28. NL 72(1955)385
  29. NL 72(1955)385
  30. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, ⇒ books.google.com
  31. Nav. 57(1908)77
  32. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21609101
  33. O. Gelderblom, Zuid-Nederlandse kooplieden en de opkomst van de Amsterdamse stapelmarkt (1578-1630), Hilversum, 2000, ⇒ books.google.com
  34. De briefwisseling van Pieter Corneliszoon Hooft, Eerste deel, P.C. Hooft, editie H.W. van Tricht e.a., 2005, ⇒ www.dbnl.org
  35. zie ook De briefwisseling van Pieter Corneliszoon Hooft, Eerste deel, P.C. Hooft, editie H.W. van Tricht e.a., 2005, ⇒ www.dbnl.org
  36. Stadsarchief Amsterdam, ONA, Nots. Bruijningh, nr.192, f15v, gecit. in GN 67(2012)259
  37. zie ook Wap. 25(1875)364
  38. De briefwisseling van Pieter Corneliszoon Hooft, Eerste deel, P.C. Hooft, editie H.W. van Tricht e.a., 2005, ⇒ www.dbnl.org
  39. ANF 3(1886)93
  40. zie ook Wap. 25(1875)364
  41. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21613406
  42. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21615161
  43. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21615309
  44. zie ook, De briefwisseling van Pieter Corneliszoon Hooft, Eerste deel, P.C. Hooft, editie H.W. van Tricht e.a., 2005, ⇒ www.dbnl.org
  45. John Michael Montias, Art at an Auction in 17th Century Amsterdam, Amsterdam 2002, ⇒ books.google.nl
  46. Album Studiosorum Academiae Lugduno-Batavae, 1575-1875, 's-Gravenhage, 1875
  47. F. Nagtglas, De algemeene kerkeraad der Nederduitsch-hervormde gemeente te Middelburg van 1574-1860, Middelburg 1860
  1. zie ook NL 43(1925)60
  2. NL 43(1925)60
  3. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21574003
  4. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21627250
  5. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21584655
  6. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21638935
  7. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA
  8. zie ook NL 72(1955)385
  9. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21619074
  10. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21639410
  11. Mededeling Harry van der Kamp, 2009
  12. zie ook Jb. CBG 26(1972)118
  13. Jb. CBG 26(1972)110
  14. Jb. CBG 26(1972)110
  15. Jb. CBG 26(1972)118
  16. Mededeling Harry van der Kamp, 2009
  17. ⇒ ons_lieve.html
  18. Nav. 92(1950)144
  19. J.F.M. Sterck, Oud en nieuw over Joost van den Vondel, Verspreide opstellen, Amsterdam, 1932, ⇒ www.dbnl.org
  20. zie ook Nav. 92(1950)146
  21. zie ook Jb. CBG 47(1993)60
  22. zie ook Jb. CBG 47(1993)60
  23. zie ook Nav. 92(1950)146
  24. J.F.M. Sterck, Oud en nieuw over Joost van den Vondel, Verspreide opstellen, Amsterdam, 1932, ⇒ www.dbnl.org
  25. GA Amsterdam, Kwijtscheldingen
  26. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21611819
  27. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21611909
  28. Oud Holland 3(1885)127
  29. Joost van den Vondel, De werken van Vondel, dl. 3, Gebr. Binger, Amsterdam, 1857
  30. zie ook Nav. 92(1950)146
  31. J.F.M. Sterck, Oud en nieuw over Joost van den Vondel, Verspreide opstellen, Amsterdam, 1932, ⇒ www.dbnl.org
  32. Nav. 92(1950)146
  33. GA Amsterdam, Kwijtscheldingen
  34. OV 37(1982)507
  35. OV 41(1986)767
  36. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21619096
  37. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21619648
  38. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21621550
  39. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21583507
  40. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21584313
  41. Nav. 92(1950)146
  42. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21619096
  43. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21621222
  44. GAA, Transportakten voor 1811; NL-SAA-21583378
  45. J.F.M. Sterck, Oud en nieuw over Joost van den Vondel, Verspreide opstellen, Amsterdam, 1932, ⇒ www.dbnl.org

Back to the
genealogy page
Back to the
contents
Go to the
index
Forward to next
generation 2
Back to previous
generation 0
Directly go to generation :
1 2